Schoolondersteuningsprofiel 2014
De Viaan
School voor Praktijkonderwijs
te Alkmaar
1. Inleiding Passend Onderwijs Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Onderscheiden worden de basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is door het samenwerkingsverband afgesproken ondersteuning die een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden. Het samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in Noord-Kennemerland geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra ondersteuning op maat kunnen inzetten. Een school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De school kan er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en bevat tevens de ambities van de school. Het biedt het ouders de mogelijkheid om per school te beoordelen of het ondersteuningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken in het schoolplan of het zorgplan van de school of op ‘Vensters voor Verantwoording’. Deze laatste website is een project van de VO-raad waarbij allerlei cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs, afkomstig van de onderwijsinspectie en van de scholen zelf, verzameld en gevisualiseerd wordt in één systeem. Het schoolondersteuningsprofiel is tot stand gekomen op basis van een format van het Samenwerkingsverband VO en is door de school verder ingevuld. De medezeggenschapsraad van de school heeft directie en team daarbij geadviseerd. Alle in dit schoolondersteuningsprofiel genoemde websites en documenten zijn te bereiken via de website van de school. 2. Algemene informatie In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de leerlingpopulatie weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader van passend onderwijs: de onderwijsvisie. 2.1
Contactgegevens Naam Type school Adres Telefoon E-mail Website
De Viaan School voor praktijkonderwijs Havinghastraat 11, 1817 DA Alkmaar 072 - 511 52 13
[email protected] www.de-viaan.nl 2
Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
2.2
Onderwijsvisie en visie op ondersteuning Het praktijkonderwijs is bestemd voor jongeren van 12 tot 18 jaar die moeite hebben met leren: een IQ tussen de 55 en 80 en een gemiddelde leerachterstand van drie jaar. Deze leerlingen zijn door de Regionale Verwijs Commissie (RVC) geïndiceerd voor het Praktijkonderwijs. In een onderwijsprogramma worden de leerlingen voorbereid op een zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij. Praktijkonderwijs is in principe eindonderwijs. Visie De leerling en zijn loopbaan staan centraal. Die loopbaan zit in de leerling zelf. De leerling maakt voortdurend keuzes. Het onderwijs wordt gestuurd door zijn ontwikkelingsvraag. Op basis van die vraag en het potentieel van de leerling arrangeert de docent samen met de leerling en instanties rondom de school leer- en ontwikkelingstrajecten. Het onderwijsaanbod is vraag gestuurd. De ontwikkelingsvraag van een leerling staat in relatie tot de toekomstplannen en de toekomstverwachtingen van die leerling. Daarom is het nodig dat een leerling weet wat hij/zij kan, in relatie tot wat hij/zij zou moeten kunnen om zijn/haar toekomstplannen te verwezenlijken. Het gaat hier om de beheerste of nog te verwerven competenties. Missie De Viaan creëert effectief onderwijs. Dit onderwijs is afgestemd op de leefwereld van jonge mensen met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, het aanleren van competenties gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij en op competenties gericht op deelname aan het arbeidsproces dan wel doorstroming naar het ROC. Visie op ondersteuning De Viaan kent een uitgebreid systeem van zorg voor de leerlingen. Dit is beschreven in het zogenaamde ‘Zorgplan’. Hierin zijn alle mogelijkheden en procedures vastgelegd op het gebied van de (extra) ondersteuning van leerlingen. De school wil zo een goede schoolloopbaan voor elke leerling verzorgen, een maximale aansluiting op de arbeidsmarkt realiseren, voortijdig schoolverlaten voorkomen en bij alle voorkomende problemen op een adequate wijze hulp bieden. Dat geldt voor álle leerlingen: elke leerling in het Praktijkonderwijs heeft specifieke zorg nodig. In het Zorgplan is vastgelegd welke hulp de school zelf verzorgt en in welke gevallen externe hulp wordt ingeschakeld. Voor dit laatste wordt contact onderhouden met een scala aan instellingen en organisaties.
2.3
Kengetallen leerlingpopulatie Hieronder worden de belangrijkste kengetallen van de school weergegeven. Meer specifieke informatie is te vinden op Vensters voor Verantwoording. 1
1
www.venstersvoorverantwoording.nl
3 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Aantal leerlingen
Verwijzing naar SVO
Leerlingen met RECindicatie
Leerlingen met dyslexieverklaring
2011-2012
253
5
42
18
2012-2013
245
6
36
20
2013-2014
240
Klassengrootte Op de teldatum 1 oktober 2012 waren er 245 leerlingen op de school ingeschreven. Deze leerlingen zijn verdeeld over 17 klassen met elk ca. 16 leerlingen. Aan de school zijn ongeveer 50 medewerkers verbonden. Uitsplitsing leerjaren in 2013-2014
PrO
1
2
3
4
5
6
57
70
55
55
8
<5
Onderwijsresultaten Behaalde branchecertificaten 2012-2013 Aantal
Percentage School
Landelijk
Schoonmaken in de groothuishouding
9
29 %
15 %
*VCA
4
10 %
13 %
Werken in de keuken
4
10 %
9%
(Vork)heftruck
14 %
Sociale hygiëne
0%
Lassen
4%
Magazijnmedewerker
3%
Werken in de zorg Werken in de detailhandel
9
17 %
4%
14
27 %
9%
Werken in de kinderopvang
1%
Werken in de textiel
0%
Bosmaaien
1%
4 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Consumptieve technieken
3
6%
2%
Onderhoud schoolomgeving
0%
Onderhoud plantsoen
2%
Onderhoud sportvelden Ander branchecertificaat *VCA:
18 %
Veiligheid, gezondheid en milieu Checklist Aannemers
Uitstroom Plaatsing leerlingen bij uitstroom 2012-2013 Aantal Onderwijssoort Plus
Percentage School
Landelijk
Werk
8
20,5 %
27,7 %
Arbeid
8
20,5 %
27,7 %
Werk en vervolgonderwijs
8
20,5 %
8,8 %
Arbeid en leren, bbl
8
20,5 %
8,8 %
Vervolgonderwijs
14
35,9 %
34,1 %
*ROC (BOL of anders) / AOC (BOL of anders) niveau 1
13
33,3 %
11,7 %
Andere opleiding in de regio
<5
2,6 %
2,3 %
9
23,1 %
11,2 %
<5
7,7 %
7,1 %
6
15,4 %
4,1 %
Overig Geen werk of school Dagbesteding
* ROC: Regionaal Opleiding(s) Centrum * BOL: Beroeps Opleidende Leerweg * BBL: Beroeps Begeleidende Leerweg * AOC: Agrarisch Opleiding(s) Centrum 3
Basisondersteuning 3.1 Inleiding
5 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Op de scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Kennemerland wordt een schematisch overzicht van aspecten van basisondersteuning gehanteerd. U vindt dit overzicht in bijlage 1. Basisondersteuning kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en een intensief intern overleg daarover. Basisondersteuning is geen vast gegeven: scholen zijn en blijven in ontwikkeling en de inhoud van de basisondersteuning zal dan ook regelmatig worden aangepast. Voor alle scholen geldt dat het onderwijs wordt zoveel mogelijk wordt afgestemd op de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van de leerling en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan de individuele leerling geschonken. Indien nodig biedt de school een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmaterialen en onderhoudt zij - waar nodig - actief werkrelaties met externe deskundigen. De scholen ontwikkelen zich daarbij voortdurend en besteden veel aandacht aan de professionalisering van de medewerkers. 3.2 Basisondersteuningsprofiel De Viaan heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het gewenste niveau van basisondersteuning met behulp van het genoemde overzicht van de basisondersteuning. De uitkomst van deze zelfanalyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningsprofiel gevoegd. Uit de analyse blijkt dat de school al ver is gevorderd in haar ontwikkeling van de basisondersteuning, maar dat een aantal zaken, zoals aangegeven in het overzicht, nog gerealiseerd of afgerond dienen te worden. Het is van belang duidelijk te maken dat de school basis- en extra ondersteuning alleen waar kan maken binnen de grenzen van de mogelijkheden van de school en haar externe partners. In voorkomende gevallen zal de school hierover met de ouders communiceren en - voor zover mogelijk en aanwezig - op alternatieven wijzen. 3.3 Onderwijsondersteuningsstructuur De school onderscheidt binnen de basisondersteuning de zogenaamde 1 e-, 2e- en 3e-lijnsondersteuning. Uitgangspunt is dat de leerling zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de eigen docent, mentor en afdelingsleider: de 1 e-lijns ondersteuning. Indien deze ondersteuning niet voldoende is, worden de interne deskundigen ingeschakeld: de 2e-lijns ondersteuning. Indien de school vermoedt de ondersteuning niet (geheel) zelf te kunnen bieden, vindt doorverwijzing plaats naar het zorgadviesteam, het ZAT. Dit is een multidisciplinair overleg waarin externe deskundigen participeren. (3elijns ondersteuning) In schema ziet de ondersteuningsstructuur van De Viaan er dan als volgt uit:
6 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Intern Zorgteam Interne deskundigen
Mentoren Praktijkdocenten Team
Interne deskundigen 2e-lijns ondersteuning
(zie onderstaand schema)
3e-lijns ondersteuning
Externe deskundigen en instellingen
Zorgadviesteam Interne en externe deskundigen
Leerling
1e-lijns ondersteuning
Toelichting op de niveaus van ondersteuning Niveau 1e-lijns ondersteuning
Ondersteuningsmogelijkheden In de 1e-lijns ondersteuning functioneert de mentor als eerst verantwoordelijke voor een groep van 18 leerlingen. De mentoren en praktijkdocenten proberen zoveel mogelijk de problemen samen met de leerlingen op te lossen. Docenten en mentoren kunnen daarbij terugvallen op de zorgcoördinator en op de leerling besprekingen. Tevens kan advies worden gevraagd aan de individuele leden van het zorgteam. Een begeleidingssituatie kan de deskundigheid van het team overstijgen. Er kunnen zich situaties aandienen waarin acuut ingrijpen of nadere consultatie gewenst is. In dit soort situaties beslist de zorgcoördinator dat de 2eof 3e-lijns ondersteuning ingeschakeld wordt. Er wordt gestreefd naar een vroegtijdige signalering van eventuele problemen: o In de toelatings- en plaatsingsfase 7
Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Na de toelatings- en plaatsingsfase door: Mentor. Praktijkdocent. Ouders. Leerling. Andere medewerkers van de school. Naar aanleiding van toetsen en andere onderzoeken. Op dit niveau functioneert het interne zorgteam, dat bestaat uit medewerkers van de school. De zorgcoördinator is het aanspreekpunt voor het interne zorgteam. Risicoleerlingen worden besproken in het interne zorgteam en er volgt advies en/of een plan van aanpak. Extra ondersteuning wordt aan leerlingen in of buiten de groep of klas gegeven door docenten en deskundigen binnen de school. Soms levert de extra ondersteuning binnen de eigen schoolsetting niet het gewenste resultaat op. Naar aanleiding van de leerlingbespreking kan dan besloten worden om nader advies in te winnen, verder onderzoek te doen of ambulante begeleiding te verkrijgen. Hierbij kan een bovenschoolse instantie binnen of buiten het samenwerkingsverband worden ingeschakeld. Op schoolniveau functioneert het zorgadviesteam (ZAT). waarin ook externe deskundige participeren. (zie onder dit schema) Een van de taken van het ZAT is advies uitbrengen voor acties rond een leerling in relatie tot externen. De zorgcoördinator kan advies vragen in de PCL van het samenwerkingsverband. Vaak betreft het een plaatsing op het speciaal onderwijs. Verdere taken vindt men in het protocol ZAT. Het samenwerkingsverband vo/vso kent ook specifieke voorzieningen voor leerlingen die extra zorg buiten de eigen school behoeven. Hiertoe behoren de projecten Herstart en Op de Rails. Deze doelgroepen vragen doorgaans ook een vorm van jeugdzorg. o
2e-lijns ondersteuning
3e-lijns ondersteuning
8 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Zorgfunctionarissen2 Bij de ondersteuning van leerlingen zijn de volgende functionarissen betrokken: 1e-lijns ondersteuning:
Mentor. Praktijkdocent. Zorgcoördinator Vertrouwenspersoon.
2e-lijns ondersteuning:
Zorg coördinator. Logopedist. Leerlingbegeleider. Sociale vaardigheidstrainer. Schoolpsycholoog. School maatschappelijk werker Vertrouwenspersoon.
3e-lijns ondersteuning:
Schoolarts. Leerplichtambtenaar. (Gemeente Alkmaar e.a.) Permanente Commissie Leerlingenzorg-smal van het samenwerkingsverband VO. Ambulante begeleiders.
Intern zorgteam en zorgadviesteam (ZAT) Intern zorgteam Het interne zorgteam is een interne groep deskundigen, die in samenwerking met de zorgcoördinator voorkomende problemen bespreekt en de juiste ondersteuning inschakelt. Het interne zorgteam bestaat uit de volgende aan de school verbonden functionarissen:
Zorgcoördinator. Schoolpsycholoog. School maatschappelijk werker. Mentor. (op afroep) (Assistent psycholoog).
Zorgadviesteam (ZAT) Eén keer per maand wordt het team uitgebreid met externe deskundigen:
2
Schoolarts. Leerplichtambtenaar. Jeugdcoördinator politie (op afroep)
Van alle functionarissen is de specialisatie en taakstelling terug te vinden in het zorgplan van de school.
9 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Het team heeft een adviserende taak voor ouders, docenten en leerlingen vanaf het moment dat de leerling is toegelaten totdat hij/zij de school verlaat. Aantal leerlingen besproken in het zorgadviesteam van De Viaan in de afgelopen jaren:: Jaar 2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal leerlingen 63 62
Percentage 25 % 25 % %
Ondersteuningsmogelijkheden Naast het reguliere vakkenpakket wordt voor een aantal leerlingen, dat daar behoefte aan heeft, extra zorg geboden. De school heeft hiervoor een groot aantal interne specialisten. Er kan worden gedacht aan: psycholoog en psychologisch medewerker, logopedist, leerlingbegeleider, sociale vaardigheidstrainer en contactpersoon, mentoren, maatschappelijk werkster en een sociale vaardigheidstrainer. Er worden - zo nodig – naast intensieve leerlingbegeleiding diverse specifieke trainingen verzorgd:
Sociale vaardigheidstraining. Rots- en Watertraining, een psycho-fysieke weerbaarheid training voor alle leerlingen uit de 2e klas Krachtige Meiden Training / Love Limits Training. School Video Interactie Begeleiding (SVIB): ondersteuning van docenten door schoolpsycholoog. Logopedie.
Naschoolse begeleiding Om oud-leerlingen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen na het schoolverlaten biedt de school oud-leerlingen naschoolse begeleiding aan gedurende het eerste jaar na het schoolverlaten. De centrale doelstelling hierbij is 'het vergroten van het aantal leerlingen dat niet alleen een arbeidsplaats verwerft, maar die vooral ook kan behouden'. Binnen vier maanden na het schoolverlaten informeert de docent nazorg dan ook bij oud-leerlingen, ouders en werkgevers en vervolgopleidingen naar eventuele hulpvragen, die leerlingen en bedrijven of vervolgopleidingen hebben. Een hulpvraag wordt door de school zelf opgepakt of overgedragen aan die instantie die de beste begeleiding kan geven. Externe contacten Onder functionele externe contacten vallen collega-scholen, instellingen en voorzieningen. Deze contacten zijn onder andere gericht op het adequaat inzetten van betrokken deskundigheid ten behoeve van de leerling of het doorverwijzen van de leerling naar een collega-school of hulpverlener die in staat is een onderwijsaanbod of hulp te verlenen, waartoe een school zelf niet in staat is. Naast de samenwerking met instanties, genoemd als lid van het zorgadviesteam, wordt meer incidenteel ook samengewerkt met onderstaande instanties:
10 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Basisscholen in de regio. Voortgezet Onderwijs in de regio Gedragpunt Centrum voor jeugd en Gezin MEE. Bureau Jeugdzorg. Aanmeldingspunt kindermishandeling. (AMK) Politie Reclassering. (justitie) Triversum, GGZ, Opvoedpoli en De Praktijk. Speciaal Voortgezet Onderwijs. Samenwerkingsverband vo/vso Noord-Kennemerland: met de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) en de gezamenlijke voorziening Keerpunt.
In de schoolgids en het zorgplan van de school is meer informatie over het bovenstaande te vinden. Professionaliteit/professionalisering interne zorgverleners Alle ondersteuners binnen de school zijn bekwaam en (des)kundig in de hun toegewezen taken en daar waar nodig hebben zij een speciale training/scholing gevolgd. In het kader van de wet BIO ontwikkelt de school een beleid zodat interne ondersteuners niet alleen bekwaam zijn, maar ook bekwaam blijven. Het beleid is er op gericht het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden, motivatie, persoonlijke eigenschappen en het gedragsrepertoire te optimaliseren om op deze wijze de onderwijskundige, pedagogische en ondersteunende opdracht te kunnen realiseren. 3.4 Planmatig werken Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) In het voortgezet onderwijs moeten scholen met ingang van 1 augustus 2014 (vso: 1 augustus 2013) een zogeheten ‘ontwikkelingsperspectiefplan’ opstellen voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs, leerlingen in het praktijkonderwijs en leerlingen die extra ondersteuning krijgen in het reguliere voortgezet onderwijs. In het ontwikkelingsperspectiefplan wordt beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en wat de onderbouwing van deze verwachting is. Wat dit laatste betreft gaat het om de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed kunnen zijn op het onderwijsleerproces. Het bevoegd gezag van de school stelt het ontwikkelingsperspectiefplan vast nadat hierover ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) met de ouders heeft plaatsgevonden. In het (v)so krijgt het bevoegd gezag hierbij advies van de Commissie van Begeleiding/Onderzoek. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Scholen voor regulier voortgezet onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven welke leerling een ontwikkelingsperspectief heeft. Het opstellen van een OPP vraagt om een integrale werkwijze waarin de opsteller de informatrice en expertise vanuit alle betrokkenen meeneemt: de leerling zelf, de ouders, de docenten mentoren en andere schoolinterne des11 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
kundigen en de ketenpartners van de school (de externe deskundigen die bij de leerling betrokken zijn). Deze maatregel betekent dat het OPP in de plaats komt van het handelingsplan. Het OPP wordt meer opgesteld vanuit de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling op de langere termijn, met einddoelen die passen bij het perspectief (uitstroom) van de leerling. Het OPP richt zich meer op de doelen die in de onderwijsinstelling behaald dienen te worden. Handelingsplannen werden vooral geschreven om hiaten op te vullen, een OPP is meer bedoeld om hiaten te voorkomen. De positie van de ouders is hiermee flink veranderd: zij zijn nu meer betrokken partners bij het leren en opgroeien van hun kind. Indien geen overeenstemming wordt bereikt bij het vaststellen of bijstellen van het OPP kunnen ouders zich wenden tot de ‘Geschillencommissie Passend Onderwijs’ (v/h de ‘Geschillencommissie OPP’). Ten tijde van het opstellen van dit schoolondersteuningsprofiel zijn de scholen druk bezig zich voor te bereiden op deze nieuwe maatregel. Individueel ontwikkelingsplan en ontwikkelingsperspectiefplan Het praktijkonderwijs hanteert naast het ontwikkelingsperspectiefplan ook het zogeheten ‘individueel ontwikkelingsplan’ (IOP): dit is een plan dat voor elke leerling bij binnenkomst wordt opgesteld, daarna frequent wordt aangepast en afgestemd met de leerling en ouders in een coachingsgesprek. Per jaar zijn er vijf coachingsgesprekken. Deelnemers aan dit gesprek zijn leerling en mentor. Bij drie van de vijf gesprekken worden ook de ouders/verzorgers uitgenodigd. Tijdens het IOP-gesprek wordt de afgelopen periode geëvalueerd met behulp van de bewijzen uit de portfolio map van de leerling. Voor de voorliggende periode worden nieuwe doelen afgesproken, passend bij het perspectief van de leerling. Voor eerste klasleerlingen geldt dat bij de start van het schooljaar een voorlopig ontwikkelingsperspectief is geformuleerd. Na zes weken wordt dit perspectief besproken met ouders en definitief vastgelegd. Jaarlijks evalueert de school dit ontwikkelingsperspectief met leerling en ouders/verzorgers. Dit ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) wordt opgesteld door de mentor in samenspraak met het zorgteam. Het OPP, IOP worden door ouders/verzorgers ondertekend. Verschil IOP en OPP Individueel Ontwikkelings Plan (IOP) In het tweede, uiterlijk derde leerjaar wordt door school, leerling en ouders een uitstroomprofiel overeengekomen. In het uitstroomprofiel is een streefdoel opgenomen, waarin wordt aangegeven wat de te verwachten uitstroom is. Dit geeft richting aan verwach-
Ontwikkelings Perspectief Plan (OPP) Het OPP wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 6 weken na inschrijving vastgesteld. Het OPP kijkt naar ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling op de langere termijn. Het kijkt eveneens naar welke onderwijsdoelen de leerling aan het eind van de schoolloopbaan
12 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
tingen, doelen, competenties en mogelijkheden van de leerling. In het IOP staan concrete doelen en daarbij passende acties om de gestelde doelen te behalen. Het IOP koppelt de doelen aan bewijzen (opbrengsten)voor in het portfolio.
zal kunnen behalen. Het kijkt naar wat nodig is om de gestelde doelen te behalen. Geeft belemmerende en bevorderende factoren weer die van invloed zijn op het onderwijsleerproces. Geeft aan welke ondersteuning en begeleiding wordt geboden.
3.5 Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie Voortgezet Onderwijs heeft De Viaan het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving in orde is. Maar ook de school zelf voert een actief kwaliteitsbeleid. Er is een beleidsnotitie in voorbereiding om alle activiteiten met betrekking tot kwaliteitszorg, die al plaatsvinden, te koppelen en te systematiseren. Zo wil de school structureel alle facetten die van belang zijn voor de kwaliteit van het onderwijs in beeld brengen en evalueren. Een van de factoren, die zich geven op kwaliteit, is de tevredenheid van leerlingen en ouders. De tevredenheid van leerlingen en ouders is in de volgende grafieken weergegeven:
Veiligheid, sfeer en de duidelijke schoolregels gelden bij de leerlingen als zeer positieve punten. Ook de begeleiding binnen de school en de kwaliteit van de stages scoren zeer hoog. De ouders onderstrepen dit en geven over de hele linie aan buitengewoon tevreden te zijn over de school. (zie ook Vensters voor Verantwoording3)
3
www.venstersvoorverantwoording.nl
13 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
4
Extra ondersteuning binnen de school 4.1 Inleiding Het samenwerkingsverband geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij naast de basisondersteuning voor leerlingen extra ondersteuning op maat kan inzetten. De school investeert overigens ook zelf in deze specifieke extra ondersteuning. De scholen kunnen de extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De scholen kunnen er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Deze extra ondersteuning werd voorheen bekostigd vanuit de zogenaamde ‘rugzakjes’, die op korte termijn worden afgeschaft. 4.2 Arrangementen De Viaan kent in het kader van de extra ondersteuning de zogeheten S-klas, Trajectgroep en OOM-groep. Hieronder een korte beschrijving van de arrangementen. Sklas(=Speciale klas) Doelgroep
Capaciteit
Doelstellingen
Ondersteuning .
Leerlingen met een vorm van autisme (PDD-NOS, Asperger, MCDD, Klassiek Autisme) en internaliserende problematiek. Waar de reguliere klassen te groot voor zijn. Maximaal 10 leerlingen. Bij minder dan 8 leerlingen zie Trajectondersteuning Gezien de geringe capaciteit wordt door de school zeer zorgvuldig beoordeeld welke leerlingen van deze voorziening gebruik kunnen maken. Algemene doelstelling van het Praktijkonderwijs. Leerling kunnen zijn van een reguliere school voor Praktijkonderwijs met maximale aansluiting op de arbeidsmarkt. Leerlingen die een vorm van autisme (PDD-NOS, Asperger. MCDD, Klassiek Autisme) en internaliserende problematiek hebben, optimale ondersteuning bieden. Docenten ondersteunen bij hun hulpvraag voor deze leerlingen. Leerlingen zo begeleiden dat de kans op succes op school zo groot mogelijk wordt. Ondersteuning op maat bieden met behulp van een IOP/OPP, opgesteld in overleg met de ouders. Voeren van coachingsgesprekken. Doorbrengen van pauzes indien noodzakelijk. Ondersteuning en advisering van docenten. De leerlingen zich veilig laten voelen binnen de klas en de school. 14
Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
De betrokken docenten en onderwijs ondersteunend personeel worden geïnformeerd en voeren de handelingsadviezen met betrekking tot de leerlingen uit. Individuele trajecten aanbieden: waar onder gefaseerd stagelopen Signaleren wanneer meer ondersteuning en hulp nodig is en zo nodig verwijzen. De leerling gedurende de hele dag structuur bieden, met een vaste lesopbouw. Een veilige plek bieden. Bieden van een time-out gelegenheid. Alle leerlingen van de S-klas hebben een IOP en een OPP. 4 computers Prikkel reducerende maatregelen. Kapstokken in de klas. Een klaslokaal dat: alleen door de desbetreffende leerlingen gebruikt wordt; ook gebruikt wordt voor pauzes en time-outplek en waarin kapstokken en computers geplaatst zijn. Schoolpsycholoog S-klas mentor, schaduwmentor en S-klas begeleider Zorgcoördinator. Zie externe contacten van de school.
Beschikbare materialen
Ruimtelijke omgeving
Deskundigheid
Samenwerking met externe instanties
Traject Voorziening Doelgroep
Ondersteuning
Capaciteit
Doelstellingen
Leerlingen die door ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsstoornis of anderszins opvallend gedrag niet tot goede leerprestaties komen en/of de lessen voor andere leerlingen ernstig verstoren. Zij worden tijdelijk uit de probleemsetting gehaald en intensief begeleid, zodat zij na verloop van tijd weer kunnen terugkeren naar de klas en hun schoolloopbaan weer zelfstandig kunnen voortzetten. Gezien de beperkte capaciteit van deze voorziening wordt zorgvuldig gekeken welke leerlingen er gebruik van kunnen maken. Ondersteuning op maat bieden met behulp van het IOP/OPP opgesteld in overleg met de ouders. Bieden van gestructureerde extra aandacht bij het reguleren van gedrag en bij planning/organisatie van het schoolwerk. Aan het begin van de dag structuur aanbrengen in schooldag, eventueel aan het eind van de schooldag de dag nabespreken en een start maken met de verwerking van de dag (planning en organisatie schoolwerk, etc.) Bieden time-out gelegenheid. 15
Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Beschikbare materialen Ruimtelijke omgeving Deskundigheid
Samenwerking met externe instanties
OOM Voorziening Doelgroep
Ondersteuning
Capaciteit
Doelstellingen
Beschikbare materialen Ruimtelijke omgeving Deskundigheid
Samenwerking met externe instanties
5
Minder schooluitval realiseren. Docenten ondersteunen bij hun hulpvraag voor deze leerlingen. Ouders intensief betrekken bij het traject zodat de leerling weer met acceptabel gedrag alle lessen kan volgen. Alle leerlingen van de Traject Voorziening hebben een IOP/OPP. Er is 5 dagen per week een aparte ruimte beschikbaar voor de Traject Voorziening. Schoolpsycholoog Begeleider Traject Voorziening Zorgcoördinator. Zie externe contacten.
Zeer moeilijk lerende leerlingen. Leerlingen met een laag niveau extra ondersteuning bieden Ondersteuning op maat bieden met behulp van een handelingsplan, opgesteld in overleg met de ouders. Op gezette tijden in het rooster bieden van extra ondersteuning bij met name de AVO-vakken Contact met gelijkgestemden Realiseren minder schooluitval. Leerlingen met een indicatie voor REC 3 zo begeleiden dat de kans op succes op school zo groot mogelijk wordt. Docenten ondersteunen bij hun hulpvraag voor deze leerlingen: expertisecentrum voor docenten. Alle leerlingen van de OOM Voorziening hebben een IOP/OPP. Leerlingen worden in kleine groepjes in reguliere klaslokalen apart begeleid Schoolpsycholoog. OOM Voorziening begeleider. Zorgcoördinator. Zie externe contacten.
Ambities Allereerst is het de ambitie van De Viaan om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die aan de basisondersteuning, zoals weergegeven in bijlage 1 en 2, mogen worden gesteld. 16
Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
6
Afsluiting Voor alle vragen, die tijdens het lezen van dit Schoolondersteuningsprofiel bij u zijn gerezen, kunt u zich wenden tot de school. Overigens vindt u ook op de website van de school en in de vele documenten die u via de website gemakkelijk kunt bereiken, uitgebreide informatie over wat in deze notitie aan de orde is gesteld.
17 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Bijlage 1 Overzicht basisondersteuning De Viaan Vooropmerking Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is. Aspecten 1 a b c d e 2 a b c d e f g
h i j k l m n o p q r s
Beleid met betrekking tot passend onderwijs De school heeft de intentie om leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte in principe aan te nemen, mits het ondersteuningsaanbod toereikend kan zijn De school meet minimaal één keer per twee jaar de tevredenheid van leerlingen en ouders/verzorgers De school bepaalt jaarlijks hoe de zorgmiddelen worden ingezet De school evalueert jaarlijks het rendement van geboden ondersteuning en gebruikt de conclusie als input voor het ondersteuningsbeleid Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden daarvoor ingezet Passende begeleiding De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door het verzamelen van informatie uit overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek met de ouders De school voorziet in op maat gemaakte onderwijsarrangementen voor leerlingen die dat nodig hebben De school werkt met (groeps)handelingsplannen met een vaste structuur (Groeps)handelingsplannen bevatten handelingsgerichte, direct toepasbare adviezen De school gaat altijd na welke opbrengsten handelingsplannen opleveren De school beschikt over een goed functionerend leerling volg systeem (LVS) waarin de ondersteuning wordt vastgelegd Het digitale LVS wordt effectief benut: . Docenten en mentoren leggen incidenten vast . Benutten van basisvaardigheden, referentieniveaus, sociaal-emotionele geboden ondersteuning, samenwerking met ouders . Mentoren en vakdocenten raadplegen het leerlingvolgsysteem en kunnen analyseren en signalen oppakken De schoolleiding waarborgt de continuïteit van de dialoog De speciale onderwijsbehoeften komen in een leerlingbespreking aan de orde Iedere leerling heeft een mentor als eerste contactpersoon Er is voor deze leerlingen een tweede aanspreekpunt Bij toelating is tijd voor ondersteuning van de leerling Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het interne zorgteam en het ZAT De school hanteert een systeem met informatiebehoeften en incidenten Docenten zorgen ervoor dat ze dagelijks geïnformeerd zijn over onderwijsbehoeften van de leerlingen De mentor maakt de didactische en pedagogische onderwijsbehoeften van de leerling bespreekbaar Docenten en mentoren voeren leerlinggegevens m.b.t. onderwijsresultaten, sociaal-emotionele ontwikkeling en andere relevante informatie structureel in in het LVS Minimaal twee keer per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats op basis van deze individuele informatie en m.b.t. groepssituaties De school stelt de informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen ter beschikking van professionals, waarmee wordt samengewerkt.
In ontwikkeling
Aanwezig
x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x
18 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Aspecten t u v w x y z 3 a b c d e 4 a b c d e f g h 5 a b c d e f g h i j k l
In ontwikkeling
Aanwezig
De mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen structux reel beschikbaar aan medewerkers van de school die hiervan op de hoogte dienen te zijn De school besteedt structureel aandacht aan de competenties van docenx ten en begeleiders in relatie tot de ondersteuningsproblematiek die speelt De school beschikt over goed getrainde mentoren die in staat zijn adequaat x te signaleren en te interveniëren (binnen hun taakstelling) De school maakt gebruik van (eventueel externe)( specialisten als het gaat x om extra ondersteuning De school zet externe zorgpartners preventief in ten behoeve van een x vroegtijdige signalering, zodat eerder lichte ondersteuning kan worden ingezet Voor speciale onderwijsbehoeften schakelt de school zo nodig diagnostix sche expertise van buiten de school in Er zijn gemeenschappelijke omgangsafspraken x De continuïteit van de passende begeleiding De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning is onx dergebracht bij één of meer functionarissen Begeleidingsgegevens (al vanaf het BaO) worden vastgelegd in het leerx lingvolgsysteem De school participeert in de overgangsprocedures BaO/VO zoals afgesprox ken De school participeert in de overgangsprocedures VO/MBO zoals afgesprox ken De school heeft afspraken over hoe de ‘warme overdracht’ wordt vormgex geven vastgelegd Basisondersteuning voorziet in opvang van leerlingen met een algemene hulpvraag De school verzorgt leerwegondersteuning (LWO) Nvt Nvt De school vangt leerlingen met een PRO-beschikking op in het VMBO met Nvt Nvt LWO Inzetten LWOO-ondersteuningsmiddelen (verantwoording begroNvt Nvt ting/jaarverslag) De school biedt leerwerktrajecten Nvt Nvt De school beschikt over een onderwijsaanbod voor hoogbegaafden Nvt Nvt De school werkt met het doorstartconvenant Samenwerkingsverband Nee Nee De school biedt schoolloopbaan begeleiding x De school heeft een verzuimcoördinatie en -registratie x Differentiatie en competenties docenten en mentoren Docenten maken zo nodig aanpassingen in hun lessen x De docenten zijn geïnformeerd over de sociaal-emotionele ontwikkelingen x Mentoren zijn in staat te bepalen wanneer basisondersteuning niet meer x toereikend is Extra ondersteuning wordt vastgelegd in het individueel ontwikkelingsperx spectief De voortgang wordt op zowel individueel als op schoolniveau gevolgd x Onderwijsprogramma’s zijn waar nodig afgestemd op fysieke beperkingen x Aanvullend zijn orthopedagogische programma’s beschikbaar x Mentoren beschikken over competenties om een dialoog met leerlingen te x voeren over speciale onderwijsbehoeften Docenten kunnen reflecteren op eigen handelen en op grond van reflectie x bijstellen Docenten zijn in staat handelingsgerichte leerlingbesprekingen te voeren x Docenten zijn in staat handelingsgerichte gesprekken met leerlingen, oux ders en collega’s te voeren Docenten betrekken ouders bij de onderwijsondersteuning x
19 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Aspecten m n o p
q r
s t u 6 a b c
d e f
g h i j k
l
Docenten reageren op signalen van leerlingen en/of ouders door zelf actie te ondernemen of door de signalen door te spelen Docenten kunnen beperkingen van leerlingen vertalen in behoeften en daar de vereiste ondersteuning aan koppelen Docenten maken zo nodig aanpassingen in de lessen Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Docenten kunnen differentiëren naar tempo en niveau . Speciale psychologische of soc. emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie . Verschillende leerstijlen Gedifferentieerde onderwijsprogramma’s zijn beschikbaar in het vakwerkplan Onderwijsprogramma’s voor leerlingen met fysieke beperkingen: . Goed ingerichte Elektronische Leer Omgeving (ELO) . Aangepaste onderwijskundige leer- en hulpmiddelen . Aangepast rooster . Beperkte lokaalwisseling . Ruimte voor verrichten van medische handelingen Ondersteunende leermiddelen worden ingezet voor ondersteuning van leerlingen De school stelt bij de uitstroom een handelingsadvies op De school zorgt na uitstroom voor continuïteit in ondersteuning indien nodig Expertise op het gebied van deskundigheid, materialen en omgeving Er is binnen de school een cultuur waarin professionaliteit met elkaar gedeeld wordt (intervisie) Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Het zorgteam/ondersteuningsteam heeft expertise in: . Handelingsgericht werken . Individueel ontwikkelingsperspectief . Individuele leerlijnen Er is een teamaanpak op gedrag in de klassen- en vrije situatie Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in regio Samenwerkingsverband Bekwaamheid/kennis van docenten wordt op peil gehouden voor wat betreft: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst Binnen school is kennis over gedragsontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen Binnen school is kennis over onderwijsachterstanden andere culturen Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid Beschikbare trainingen en andere ondersteuning . Faalangst reductie training . Weerbaarheidstraining/ assertiviteitstraining . Dyslexie-ondersteuning (r.t.) . Dyscalculie-ondersteuning (r.t.) . Inzet externe coaches (o.a. OPDC, REC, Keerpunt) Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek
In ontwikkeling
Aanwezig
x x x x x x x x
x x x x x x x x
x x
x x x x x
x x x x x x x
Nvt Nvt
Nvt
x x Nvt Nvt x x Nvt x x
20 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Aspecten m n n
o 7 a b c d e f g h i j k l m 8 a b
c d
4
Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het Zorg Advies Team (ZAT) Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen De school heeft expertise m.b.t. de volgende moeilijke doelgroepen: . Leerlingen die voortdurend drugs gebruiken . Leerlingen met een schoolfobie/ zware blokkade om op school te komen . Leerlingen die een bedreiging zijn voor de veiligheid . Leerlingen die blijven spijbelen . Hoogbegaafde onderpresteerders . Leerlingen in het Praktijkonderwijs met frequent optredende, ernstige gedragsproblemen . Leerlingen met ASS (stoornis in het autistische spectrum) met een ondersteuningsbehoefte, waaraan het regulier onderwijs niet aan kan voldoen, maar die ook niet verwezen kunnen worden naar het VSO omdat het onderwijsaanbod daar tekort schiet De school heeft een werkend protocol voor medische handelingen Samenwerking externen met betrekking tot ondersteuning en zorg De school heeft een goed functionerend Zorg Advies Team (ZAT) De doelstellingen van en de procedures rond het ZAT zijn voor alle medewerkers duidelijk Het beleid rond het ZAT is vastgelegd in een beleidsdocument (zorgplan) De school participeert in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)POVO De school participeert in het VMBO-MBO-overleg De school participeert in het VO-MBO-project (betreft overdracht zorgdossier VO-MBO via Intergrip) De school maakt gebruik van VAVO De school kent samenwerking met het HBO De school kent samenwerking met de Universiteit De school werkt samen met de voorzieningen van het samenwerkingsverband (OPDC, Keerpunt, Herstart/Op de Rails De wijze van samenwerking met de ouders van leerlingen die extra zorg en ondersteuning behoeven is beschreven Ouders kunnen problemen m.b.t. de zorgplicht aankaarten bij de Medezeggenschapsraad: procedures zijn opgenomen in het reglement van de MR De school kent een klachtenprocedure Arbitragezaken worden voorgelegd aan de geschillencommissie Passend Onderwijs, waarbij het bestuur van de school is aangesloten Veilige school Er is een programma voor een veilig klimaat De school heeft de volgende voorzieningen in het kader van een veilig schoolklimaat: . Pestprotocol . Vertrouwenspersoon . Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld . Er zijn gezamenlijke afspraken en gedragscodes voor docenten . Verzuimprotocol De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren
In ontwikkeling
Aanwezig
x x x x x x x x
x x x x x x x Nvt Nvt
Nvt Nvt x
x Nee
Nee4 x
x
x
x x x x x x x
Via klachtenprocedure school of bestuur.
21 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Bijlage 2 Instemmingsverklaring Medezeggenschapsraad De Viaan
Verklaring Hierbij verklaart ondergetekende namens de medezeggenschapsraad van De Viaan, school voor praktijkonderwijs, Havinghastraat 11, 1817 DA Alkmaar te Alkmaar, dat de Medezeggenschapsraad advies heeft uitgebracht over het schoolondersteuningsprofiel 2014 van bovengenoemde school. Namens de Medezeggenschapsraad,
……………………………………………………………….., voorzitter (handtekening)
…………………………………………………………….. (naam)
…………………………………………………………….. (datum)
22 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014
Bijlage 3 Vaststellingsverklaring bevoegd gezag van De Viaan
Verklaring Hierbij verklaart ondergetekende namens de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noord-Holland-Noord (SOVON) te Alkmaar, bevoegd gezag van De Viaan, school voor praktijkonderwijs, Havinghastraat 11, 1817 DA Alkmaar te Alkmaar, dat het schoolondersteuningsprofiel 2014 van bovengenoemde school door het bevoegd gezag is vastgesteld. Namens het bestuur van SOVON,
……………………………………………………………….., (handtekening)
R. A. Gase, voorzitter
…………………………………………………………….. (datum)
23 Schoolondersteuningsprofiel De Viaan, 2014