Schoolondersteuningsprofiel Zorg in Beeld Speciaal
VSO De Zwaai Drachten
September 2012
©KPC Groep Maart 2013 AV1.12GOPR.0201 (13041)
1 SCHOOLGEGEVENS
3
2 KORTE BESCHRIJVING VAN DE SCHOOL
4
2.1 Doelgroep
4
2.2 Voedingsgebied en instroom
4
2.3 Onderwijsconcept van de school
4
2.4 Onderwijszorgprofielen
5
2.5 Leerlingen en onderwijszorgprofielen
6
2.6 Uitstroomgegevens afgelopen twee jaar
7
3 KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
8
Inhoud 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs
8
3.2 Kwaliteitsafspraken RENN4
8
4 CARE BAG(S)S
9
4.1 CARE - Beginsituatie bij instroom
9
4.2 Pedagogisch klimaat om tegemoet te komen aan CARE van
9
leerlingen 4.3 B = Beschermende factoren
10
4.4 A = Adaptief onderwijs
10
4.5 G = Gedragsverandering
12
4.6 S = Systematisch (samen)werken
12
4.7 S = (Systematisch) Samenwerken
13
4.8 Huisvesting en gebouw
13
5 INTERNE EN EXTERNE SAMENWERKING
September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
14
5.1 Interne samenwerking en ondersteuningsstructuur
14
5.2 Externe samenwerking
14
5.3 Ketenpartners
15
6 EXPERTISE
17
6.1 Aanwezige expertise op de school
17
6.2 Expertiseontwikkeling
18
7 GRENZEN EN AMBITIE
19
7.1 Huidige situatie en grenzen
19
7.2 Ambitie intern
19
7.3 Ambitie extern, Samenwerkingsverband Passend onderwijs
19
1 SCHOOLGEGEVENS Naam school
VSO De Zwaai
Brinnummer
23JT
Nummer SWV
VO 21-02
Directeur
De heer M. (Marcel) Andringa
Teamleiders
Mevrouw A. (Ada) Delhaye De heer T. (Thymen) Stobbe
Adres
Splitting 17, 9202 LC Drachten
Telefoon
0512 57 11 30
E-mail
[email protected] en
[email protected]
Datum startbijeenkomst
22 maart 2012
Data interview en terugkoppeling
5 juni 2012 en 22 juni 2012
Geïnterviewde personen
Mevrouw A. Delhaye, teamleider De heer T. Stobbe, teamleider Mevrouw M. Boer, intern begeleider De heer G.J. Ebels, intern begeleider Mevrouw R. Vos, gedragsdeskundige
Aantal ingevulde vragenlijsten
24
Geraadpleegde documenten
Schoolgids VSO De Zwaai, 2011-2012 Meest recente inspectierapport Evaluatie implementatie onderwijszorgprofielen vso RENN4 strategisch beleidsplan 2007-2011 RENN4 strategisch beleidsplan 2011-2015 Veiligheidsbeleid RENN4 Informatie arbeidstoeleiding en fasensysteem
Pagina 3/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
Dit schoolondersteuningsprofiel is
Mevrouw drs. A.Y. (Aleid) Schipper
opgesteld door
senior adviseur KPC Groep
2 KORTE BESCHRIJVING VAN DE SCHOOL VSO De Zwaai is een school voor voortgezet speciaal onderwijs, cluster 4, voor leerlingen in de leeftijd van 12-18 jaar. Het is een school voor algemeen bijzonder onderwijs en het bevoegd gezag van de school is RENN4. De stichting RENN4 heeft als missie gekozen: Goed onderwijs, Goede zorg voor ieder kind. Het is de opdracht van RENN4 om gepast onderwijs en daarnaast ondersteuning te bieden die aansluiten bij de ontwikkelingsmogelijkheden van leerlingen, zodat zij hun toekomstperspectief kunnen realiseren. Het onderwijs op deze school wordt gezien als schakelonderwijs. Het doel is om samen met de leerling en de ouders te onderzoeken welk schakelperspectief het beste bij de leerling past: richting regulier onderwijs (vo/mbo) of toeleiding naar (beschermde/begeleide) arbeid. 2.1 Doelgroep VSO De Zwaai is een school voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. De leerlingen hebben (bijna) allemaal een cluster 4-indicatie. De school biedt onderwijs aan een brede doelgroep cluster 4-leerlingen, leerlingen met zowel internaliserende als externaliserende gedragsproblematiek. Alle leerlingen op de school hebben extra ondersteuning nodig bij het aanleren van sociale vaardigheden. Vrijwel alle leerlingen hebben te maken met hulpverlenende instantie(s). De cognitieve ontwikkeling van de leerlingen varieert tussen normale intelligentie tot moeilijk lerend. De ondergrens is een IQ tussen 60 en 65, gecombineerd met de mate van de gedragsstoornis. Bij aanmelding/verwijzing zal voor grensgevallen naar een aansluitend traject gezocht worden voor cluster 4- c.q. cluster 3-plaatsing. Vanaf 1 augustus 2014 is plaatsing gebonden aan de toelaatbaarheidsafspraken per SWV, met een overgangsregeling voor de zittende leerlingen van twee jaar. VSO De Zwaai heeft met twee instanties een convenant gesloten in verband met de leerlingen die bij een jeugdzorgvoorziening in behandeling zijn en onderwijs volgen op het vso. Het convenant met BJZ betreft Woodbrookers, een jeugdzorg plusvoorziening. De leerlingen die geplaatst zijn op de besloten afdeling volgen extern onderwijs op VSO De Zwaai. Het andere convenant is gesloten met Tjallingahiem, voor de leerlingen die op de locatie in Drachten worden behandeld. Deze leerlingen hebben een zorgindicatie en gedurende de behandeling kunnen de leerlingen onderwijs krijgen op VSO De Zwaai. 2.2 Voedingsgebied en instroom De school ligt in Drachten. De school biedt onderwijs aan leerlingen uit het postcodegebied Drachten en omgeving: Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Heerenveen, Achtkarspelen, Tytsjerksteradiel en Boarnsterhim. Deze regio komt grotendeels overeen met de regio van het nieuwe samenwerkingsverband waar de school toe gaat behoren, het Samenwerkingsverband VO 21-02. Dit is tevens de RMC regio Zuid-Oost van de provincie Friesland. 95% van de leerlingen komt uit deze regio en er is ongeveer 5% grensverkeer met het Samenwerkingsverband VO Groningen. De leerlingen die in het eerste jaar instromen, komen vooral uit het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Daarnaast is er een groep zij-instromers, leerlingen die vanuit het praktijkonderwijs of vmbo instromen in de middenbouw (leeftijd 14-16 jaar). 2.3 Onderwijsconcept van de school Het onderwijs sluit zoveel mogelijk aan bij het (toekomst)perspectief van de leerling, zijn/haar Pagina 4/20
mogelijkheden en de ondersteuningsvraag van de leerling. Die hulpvraag kan op verschillende
September 2012
terreinen liggen, zoals leren en informatieverwerking (leerstoornis), het leren omgaan met een
AV1.12GOPR.0201 (13041)
beperking of het leren omgaan met medeleerlingen en het aanleren van sociale vaardigheden.
De algemene doelstellingen van het onderwijs op VSO De Zwaai zijn: -
het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en leidend naar zo groot mogelijke zelfredzaamheid;
-
het bijbrengen van kennis en schoolse vaardigheden;
-
leren omgaan met de eigen problematiek;
-
leren omgaan met anderen;
-
ontwikkeling van de creativiteit (oplossingen bedenken);
-
voorbereiding op de toekomst en de eisen die de maatschappij stelt.
Het onderwijsaanbod van de school bevat naast cognitieve vakken, ook gerichte ondersteuning bij de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Afhankelijk van de beperking van de leerling besteedt de school expliciet aandacht aan het omgaan met anderen, de sensomotorische ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en sociale redzaamheid. Voor leerlingen die naast het gespecialiseerde onderwijsaanbod ook zorg nodig hebben, kan de school adequaat verwijzen naar hulpverlenende instanties. 2.4 Onderwijszorgprofielen Bij de indeling van de groepen staat niet de gedragsbeperking van de leerling voorop, maar de (cognitieve) ontwikkelingsmogelijkheden. Er zijn drie onderwijszorgprofielen te onderscheiden voor de leerlingen in het speciaal onderwijs die vooral samenhangen met hun mogelijkheden tot leren. RENN4 heeft de volgende onderwijszorgprofielen geformuleerd voor haar onderwijs voor zowel so als vso: profiel 1: de leerling heeft weinig tot geen beperkingen bij het leren; profiel 2: voor leerlingen met enige onderwijsachterstand en beperking bij het leren; profiel 3: voor leerlingen met grote onderwijsachterstanden. Deze onderwijszorgprofielen op VSO De Zwaai zijn gekoppeld aan drie uitstroomprofielen: profiel 1: uitstroomperspectief regulier voortgezet onderwijs en secundair beroepsonderwijs (vmbo, havo/vwo, mbo niveau 3 en 4); profiel 2: vmbo met lwoo, mbo niveau 1 en 2; profiel 3: praktijkonderwijs, cluster 3-onderwijs, (beschermd) werk. De leerlingen worden ingedeeld in een vaste groep, rekening houdend met het uitstroomprofiel van de leerling. Elke groep heeft (een) vaste groepsleerkracht(en); dit biedt de leerlingen veel houvast en structuur. De vaste groepsleerkracht(en) geeft/geven onderwijs in de leervakken Nederlands, Engels, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en biologie. Het vakonderwijs (handvaardigheid, verzorging, muziek, koken, gymnastiek en techniek) wordt groepsdoorbrekend gegeven. Een derde onderdeel van het onderwijsaanbod wordt gevormd door stages. Stages De school heeft een leerlijn arbeidstoeleiding ontwikkeld. Deze leerlijn is onderverdeeld in drie fasen en elke fase is gekoppeld aan een uitstroomperspectief arbeid (zie ook de onderwijszorgprofielen). Deze fasen van arbeidstoeleiding kunnen onafhankelijk van de onderwijsprofielen ingezet zijn; ze hangen als het ware als een paraplu boven de OZP-profielen. Fase 1:
dagbesteding, beschermde werkplek met intensieve begeleiding en reguliere arbeid (eventueel in combinatie met Wajong).
Fase 2:
en doorstroom naar mbo niveau 1.
Pagina 5/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
licht beschermde werkplek, reguliere arbeid (eventueel in combinatie met Wajong)
Fase 3:
doorstroom naar mbo niveau 2-3-4 en doorstroom naar hbo en reguliere arbeid.
De (interne) stages maken voor alle leerlingen vanaf 12 jaar onderdeel uit van het aanbod, maar de inrichting van de stages is afhankelijk van het arbeidsperspectief van de leerling. De interne, semi-interne (op locatie) en externe stages vormen de basis van deze leerlijn Arbeidstoeleiding. De leerlingen werken met een individueel ontwikkelingsplan en een portfolio en de vorderingen worden gemeten aan de hand van de negen AKA-competenties. De portfolio’s zullen in de nabije toekomst omgebouwd worden tot transitieplannen. De interne stages binnen de school zijn gericht op horeca/catering, administratief werk en conciërgetaken. Daarnaast zijn er interne stages op locatie onder begeleiding van een leerkracht of onderwijsondersteuner. Deze stages zijn gericht op (groot) groenonderhoud, dierverzorging, techniek en houtbewerking, magazijnwerk en receptie/baliewerkzaamheden en schoonmaak. Bij de externe stages worden leerlingen begeleid door een praktijkbegeleider van het stagebedrijf. In een stagecontract worden de leerdoelen vastgelegd. VSO De Zwaai heeft een eigen stagebureau dat nauw samenwerkt met jobcoaches, UWV en een re-integratiebedrijf. AKA-klas De school heeft een aparte AKA-klas (Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent), waarin de leerlingen toewerken naar een diploma op mbo 1-niveau. Het is een klas voor leerlingen vanaf 15 jaar en deze leerlingen moeten over een aantal basiscompetenties beschikken. De groepsleerkrachten selecteren leerlingen voor deze klas volgens vaste criteria. Deze AKA-klas maakt eigenlijk geen onderdeel uit van de drie onderwijszorgprofielen; het is een mbo 1-traject. De uitstroomambitie voor deze leerlingen - gecertificeerd mbo profiel 1 - , is namelijk mbo niveau 2 of hoger. Certificaten en diploma’s Op VSO De Zwaai is het mogelijk om diplomagericht onderwijs te volgen. Leerlingen die op vmbo TL- of havo/vwo-niveau eindexamen willen doen kunnen voor één of meer vakken een staatsexamen behalen. Ook in de toekomst zal deze mogelijkheid blijven bestaan. De school biedt daarnaast de mogelijkheid om IVIO-certificaten (Instituut voor Individueel Onderwijs) te behalen. Dit zijn landelijk erkende certificaten. Het uitstroomperspectief van de leerling bepaalt op welk niveau een IVIO-certificaat wordt behaald. Een derde mogelijkheid is het behalen van vakcertificaten of SVA branchegerichte certificaten voor leerlingen met specifieke capaciteiten/belangstelling. Voorbeelden zijn SVAbranchegerichte certificaten zoals winkelmedewerker, werken in de kinderopvang en magazijnbeheer. 2.5 Leerlingen en onderwijszorgprofielen De leerlingen uit het schooljaar 2011-2012 zijn als volgt over de drie profielen verdeeld. Het merendeel van de leerlingen zit in OZP 2. 2011-2012
Uitstroomperspectief
Aantal
%
leerlingen 01 oktober 2011 Vervolgonderwijs OZP 1
Pagina 6/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
Vwo
--
Havo
2
1%
IQ: > 90
Vmbo (B)KGT
1
1%
Leerachterstand:
Mbo niveau 4
2
1%
< 1 jaar
Mbo niveau 2-3
35
22%
AKA-klas
10
6%
Diploma/Arbeidsmarkt OZP 2
Vmbo B(K) lwoo
1
1%
Mbo niveau 1-2
58
36%
IQ: 80-90 Leerachterstand:
-Arbeid
2
1%
Praktijkonderwijs
2
1%
Arbeidstoeleiding
17
11%
31
19%
161
100%
1-2 jaar Arbeidsmarkt/Dagbesteding OZP 3 IQ: < 80
Mbo niveau 1
Leerachterstand:
Arbeid (beschermd)
> 2 jaar Totaal 2.6 Uitstroomgegevens afgelopen twee jaar De meeste leerlingen gaan naar het vervolgonderwijs (MBO niveau 1 AKA en MBO niveau 2) en naar werk. De school streeft ernaar om de leerlingen binnen de huidige indicatietermijn van drie jaar te schakelen naar het regulier onderwijs of naar arbeid. De praktijk leert dat dit nog niet zoveel voorkomt (inspectierapport). Voor leerlingen die het VSO verlaten is de overgang naar het MBO vaak groot. Indien geëigend vraagt de school een herindicatie aan, zodat de leerling met extra ondersteuning (rugzak) de overstap kan maken. In het regulier VMBO worden in het derde leerjaar al toetsen afgenomen die meetellen voor het examen (Programma van Toetsing en Afsluiting). Daardoor is het na het derde leerjaar op het VSO niet meer goed mogelijk om te schakelen naar het reguliere VMBO onderwijs. Op VSO De Zwaai schakelt een kleine groep leerlingen na het eerste of tweede leerjaar naar het regulier voortgezet onderwijs. Het merendeel van de leerlingen schakelt in of na het vierde leerjaar naar het MBO, de 15-16 jarigen. De overstap naar het Praktijkonderwijs kan in elk leerjaar. Meestal wordt bij deze overstap gewerkt met een proeftraject. Uitstroom
2011-2012
2010-2011
163 leerlingen
150 leerlingen
Vmbo TL
3
2
Vmbo BB/BK lwoo
1
aantal leerlingen Vwo Havo
Pagina 7/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
Mbo niveau 3-4
2
Mbo niveau 1-2
10
Mbo niveau AKA
7
26
Arbeid
6
8
Praktijkonderwijs
3
2
Vso cluster 4
7
4
Vso cluster 3
1
1
Anders
4
Totaal
44
43
3 KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs Uit het meest recente rapport van de onderwijsinspectie d.d. 11 juni 2009 blijkt dat inspectie aan de school het basisarrangement heeft toegekend. 3.2 Kwaliteitsafspraken RENN4 Het bestuur van RENN4 heeft in haar strategisch beleidsplan 2011-2015 de ambitie uitgesproken dat uiterlijk in 2015 op alle RENN4-scholen het traject naar HKZ-certificering als onderdeel van het totale kwaliteitszorg-managementsysteem van RENN4 is gerealiseerd. De landelijk ontwikkelde ‘Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs’, waar ook RENN4 een bijdrage aan heeft geleverd, vormt hierbij het kader. Het Centrum voor Kwaliteit en Management in de Zorgsector (CKMZ) geeft de kwaliteitscertificaten af. Centraal staat het primaire proces en het kwaliteitsdenken aan de hand van de Demingcirkel of de PDCA-cyclus. VSO De Zwaai gaat schooljaar 2012-2013 met dit traject starten. De school heeft een eigen kwaliteitsteam dat bestaat uit een leerkracht, de intern begeleider en het management. Dit team heeft zich vooral gericht op de uitkomsten van de zelfevaluatieinstrumenten die de laatste jaren zijn uitgezet onder ouders, leerlingen en leraren. Het kwaliteitsteam verzamelt de uitkomsten, maakt een voorzet voor verbeterpunten en bewaakt de uitvoering van de plannen. Zo is één van de uitkomsten dat er nu een strakke procedure wordt gehanteerd bij ziekte van een leraar (invaller, calamiteitenklas). Het schoolteam heeft een aantal streefdoelen geformuleerd, zoals: -
75% van de leerlingen met uitstroomprofiel 1 en 2 stroomt conform dit profiel uit;
-
75% van de AKA-leerlingen behaalt het certificaat.
Deze doelen worden jaarlijks geëvalueerd en indien daar aanleiding voor is wordt het beleid aangepast.
Pagina 8/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
4 CARE BAG(S)S Zoals de overige scholen van RENN4 werkt ook deze school vanuit de visie CAREBAGS. Hieronder staat beknopt de concretisering van deze werkwijze beschreven. CARE staat voor: Competentie, Autonomie, Relatie en Engagement. Dit zijn vier psychologische basisbehoeften waaraan een pedagogisch klimaat tegemoet moet komen om de ontwikkeling van leerlingen te kunnen ondersteunen. BAGS staat voor: Beschermende factoren, Adaptief onderwijs, Gedragsverandering en Systematisch (samen)werken en deze factoren kenmerken het onderwijskundige klimaat. De BAGS vormen de instrumenten die de school inzet om de CARE-aspecten bij de leerling te versterken. 4.1 CARE - Beginsituatie bij instroom Om leerlingen verantwoord in één van de onderwijszorgprofielen te plaatsen, is een goed integraal beeld van de leerling belangrijk. De onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerlingen op VSO De Zwaai worden in termen van CARE in kaart gebracht. Hiervoor worden gegevens uit het dossier en het intakegesprek met leerling en ouders gebruikt. De school vraagt de ouders en de leerling zelf ook gericht om informatie aan de hand van CARE, bijvoorbeeld over leergedrag en leerhouding, competenties van de leerling, autonomie (zelfstandig werken, hulp nodig) en relatievorming. Bij het intakegesprek komen regelmatig begeleiders vanuit de zorg of een mentor/intern begeleider van het regulier onderwijs mee. 4.2 Pedagogisch klimaat om tegemoet te komen aan CARE van leerlingen Goed voorbeeld doet goed volgen. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor de leraren op de school. De leraren hebben een duidelijke voorbeeldfunctie voor de leerlingen. Dit geldt evenzeer voor de leerlingen zelf. Er wordt een sterk appèl gedaan op goed voorbeeldgedrag, de ontwikkeling van zelfstandigheid en het met elkaar in de groep komen tot keuzes. Leraren en leerlingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een plezierig klimaat op de school. De school heeft een achttal gedragsregels opgesteld en die staan ook in de schoolgids. Het accent ligt op wat er goed gedaan wordt en niet op de fouten. Het schoolteam werkt sterk vanuit het zogenaamde drieslag-denken met betrekking tot de eigen verantwoordelijkheid van leerlingen: -
het herkennen van een probleem;
-
eigen bijdrage om het probleem op te lossen;
-
als ik het probleem niet zelf kan oplossen, wat heb ik dan nodig om deze situatie wel te laten slagen.
De school sluit met bepaalde groepsdoorbrekende projecten zo goed mogelijk aan bij de competenties, talenten en interesses van leerlingen. Een voorbeeld hiervan is het project ‘Whoz next’. Dat is een project lichamelijke opvoeding voor de leerlingen die richting sport (CIOS) willen uitstromen. Van de leerlingen die aan het project meedoen wordt verwacht dat ze meehelpen in de organisatie van de sportdag voor verschillende klassen, de vrijdagmiddagactiviteit organiseren en individuele leerlingen begeleiden bij sportactiviteiten. Dit alles onder begeleiding van de bewegingsdocent. Er zijn ook leerlingen met muzikale talenten. Voor deze leerlingen bestaat de ruimte om met elkaar te musiceren: duo’s, solo-optredens, een band. Leerlingen zijn intrinsiek gemotiveerd om aan dergelijke muzikale activiteiten mee te doen. En er is een topkok-club, voor de leerlingen Pagina 9/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
die in de keuken werken.
Daarnaast worden de volgende regels/programma’s en afspraken gehanteerd in het kader van het veiligheidsbeleid. Veilig schoolklimaat,
-
De school heeft een achttal gedragsregels opgesteld.
sociale veiligheid
-
Alle medewerkers zijn getraind in het omgaan met agressie en seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag.
-
De school hanteert een agressieprotocol. Dit protocol wordt door de ouders ondertekend tijdens het intakegesprek.
-
De school heeft een adviesraad in oprichting en een leerlingenraad in het kader van de Veilige School ingesteld.
-
De school registreert incidenten en heeft een kwaliteitsteam ingesteld om uitvoer te geven aan het veiligheidsbeleid.
-
Tijdens de pauzes is altijd personeel aanwezig, in en extern.
-
De school hanteert een pestprotocol.
-
Er is regelmatig preventief klassenbezoek door politie in verband met aanpak drugsbeleid.
4.3 B = Beschermende factoren Beschermende
4.3.1 Bij de intake wordt aandacht besteed aan de talenten, de
factoren
competenties en de interesses van de leerling. Dit wordt expliciet in het eerste handelingsplan (HP) opgenomen en met de eigen groepsleerkracht doorgenomen. Bij het opstellen van de handelingsadviezen wordt rekening gehouden met de beschermende factoren van zowel kind als gezin. Leerlingen spelen een actieve en zelfstandige rol binnen de onderwijsactiviteiten. Ook wordt een actieve rol van de ouders/het gezin gestimuleerd. Vanuit school gezien is een protectieve factor dat de leerling geaccepteerd wordt zoals hij/zij is.
4.4 A = Adaptief onderwijs Adaptief onderwijs
Door het werken met een gedifferentieerd onderwijsaanbod in drie onderwijszorgprofielen sluit het onderwijs aan bij de onderwijsbehoefte van de leerling. Per onderwijszorgprofiel en per leerjaar is het onderwijsaanbod uitgeschreven en in een jaarplanning uitgewerkt. De leertijd is per vak en per OZP gedefinieerd en omgezet in een helder rooster. In die planning zijn ook de data opgenomen waarop toetsen worden afgenomen (toetskalender). De school werkt met plannen op groepsniveau. Enkele leerlingen hebben nog een individueel lespakket. Leerlingen worden in een OZP geplaatst op basis van Cito, WISC/NIO-scores, gegevens van de school van herkomst in combinatie van het gedrag van leerlingen (in een groep). Of
Pagina 10/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
leerlingen van profiel wisselen wordt bekeken zes weken na plaatsing/start van het schooljaar, tijdens de evaluatie voor de
kerstvakantie en de evaluatie voor de zomervakantie. Zie protocol van instroom naar uitstroom. Het merendeel van de leraren werkt met instructiegroepen voor de vakken Nederlands, wiskunde en Engels. Ook de lesstof uit de leerlijn Promotie en de methode Leefstijl wordt in instructiegroepen aangeboden. Leerlingen worden in een instructiegroep geplaatst op basis van Cito-gegevens en methodegebonden toetsen. 4.4.1 De school werkt aan het verder implementeren van een doorgaande lijn van de leerlijnen, gekoppeld aan OZP, uitgewerkt in klassenmanagement en instructiegedrag van leraren. - Aandacht en tijd
De school heeft dit schooljaar 15 groepen, met gemiddeld 11 leerlingen per groep. Voor elke groep staat een vaste groepsleerkracht/vast duo. Het is mogelijk om de onderwijstijd uit te breiden voor sommige leerlingen door het inzetten van extra menskracht (waaronder leerkrachtondersteuners en stagiaires). 4.4.2 De leerkrachten werken nauw samen met een gedragsdeskundige, de intern begeleiders, de leerkrachtondersteuners, de stagebegeleiders en de maatschappelijk werker. 4.4.3
- Onderwijsmaterialen
In de klassen met leerlingen die OZP 1 en 2 volgen wordt gewerkt met reguliere vmbo/havo/vwo-methoden. In de AKA-klas wordt naast de reguliere vmbo-methoden gewerkt met de methode Inzicht–Uitzicht. Deze methodiek Inzicht dekt de leergebiedoverstijgende kerndoelen voortgezet speciaal onderwijs die zich richten op het functioneren van jongeren op de gebieden leren, werken, burgerschap, wonen en vrije tijd. In de groepen voor leerlingen die het profiel OZP 3 volgen wordt gewerkt aan de hand van de leerlijn Promotie. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de serie ‘Wijzer door de natuur/de tijd/de wereld’. Voor de leerlijn Leren leren werkt de school met ‘breingeheim’. Voor de leerlijn Arbeidstoeleiding maakt de school gebruik van ondersteunende methoden zoals Inzicht–Uitzicht. Leerlingen kunnen met zelfstudiematerialen zelfstandig werken. De school heeft diverse hulpmiddelen om leerlingen extra ondersteuning te geven, zoals de abc-spellingsmethode en de rekenscreeningstoets van Cedin, waar ook digitale ondersteuning onderdeel van uitmaakt. Voor elke klas is een kieskast ingericht waarbij opdrachten, passend bij de individuele doelen van de leerling, aangeboden kunnen worden.
Pagina 11/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
In alle klassen zijn digiborden aanwezig.
4.5 G = Gedragsverandering Gedragsverandering
Alle leerkrachten hanteren de ABC-methodiek (Agressievisie Beroepshouding Communicatie). Voor het in kaart brengen van de interactie tussen leraar en leerling wordt gebruik gemaakt van onder andere de interactiewijzer. Dit instrument kan ook bij coaching van de leraren worden ingezet. De methode Leefstijl is onderdeel van de lessen in alle klassen. Leefstijl wordt tevens ingezet tijdens het eten van de groep in de klas (boodschappen doen, afrekenen, tafelmanieren, hygiëne). Dit aanbod voor sociale vaardigheidstraining voor leerlingen wordt gegeven door gecertificeerde leraren. Het programma ‘Rots en water’ wordt door MEE aan een aantal leerlingen na schooltijd gegeven.
4.6 S = Systematisch (samen)werken Systematisch
Voor elke leerling wordt een handelingsplan (HP) opgesteld. Dit wordt
(samen)werken
met ouders en het merendeel van de leerlingen besproken. Het HP wordt door de ouders ondertekend. De leeropbrengsten van leerlingen uit alle drie de profielen worden gemeten door: -
Cito-toetsen Volg- en adviessysteem (VAS);
-
methodegebonden toetsen;
-
lesgebonden normeringen bij het vakonderwijs (koken, techniek, creatieve handvaardigheid en lichamelijke opvoeding);
-
de INVRA, een toets arbeidsvaardigheden, gekoppeld aan de drie fasen van de leerlijn Arbeidstoeleiding. Aan de hand van de uitkomst wordt beoordeeld in hoeverre de leerling al voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de arbeidsplaats.
Voor de AKA-klas wordt gewerkt op basis van het kwalificatieniveau mbo 1 breed (externe beoordeling) en daarnaast wordt bij Nederlands en wiskunde/rekenen gewerkt aan de hand van de referentieniveaus (streefniveau 2F). De leerlingen in OZP 3 werken onder andere met de toetsen die verbonden zijn aan de leerlijn Promotie. Als de leerlingen 14 jaar zijn wordt een zogenaamde perspectieftoets afgenomen. Deze toets bestaat uit een combinatie van toetsen: de NLO, de schoolvragenlijst, de beroepenset en de TRF. Op basis van deze informatie wordt een meer gerichte inschatting gemaakt van het uitstroomperspectief van de leerling. De ontwikkeling van de leerlingen op het gebied van cognitie en gedrag wordt bijgehouden in het Onderwijs Volg Model (OVM). Alle toetsgegevens worden volgend jaar gekoppeld aan MLS. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen wordt Pagina 12/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
volgend schooljaar gebruik gemaakt van een hiervoor ontwikkeld (digitaal) meetinstrument CLLEO, dat al aan MLS is gekoppeld.
4.7 S = (Systematisch) Samenwerken (Systematisch)
De ouders zijn voor de school belangrijke partners, zij hebben
Samenwerken
immers jarenlange ervaring met de opvoeding van hun zoon/dochter. Leraren en ouders zijn gelijkwaardige gesprekspartners. De groepsleraar gaat op huisbezoek bij alle nieuwe leerlingen in zijn/haar klas. Indien er aanleiding voor is vindt een (extra) huisbezoek plaats. Voor de ouders wordt in het vroege najaar per klas een groepsouderavond georganiseerd en in het voorjaar wordt een thema-ouderavond gehouden. De oudergesprekken vinden tweemaal per jaar plaats, gekoppeld aan de gesprekken over het HP. Indien gewenst kunnen school en ouders afspreken om van een contactschrift te gebruiken. Er is regelmatig telefonisch of mailcontact met de ouders. De stages vinden plaats in blokken van zes tot acht weken. Na de afronding van een blok is er telefonisch contact met de ouders om de stageperiode te evalueren. De schoolmaatschappelijk werker verzorgt, indien gewenst, begeleiding van ouder(s)/verzorger(s) van leerlingen. De gymdocent kan Motorische Remedial Teaching geven. De netwerken rond de school zijn systematisch gekoppeld aan de loopbaan van de leerling.
4.8 Huisvesting en gebouw In de beschrijving van het model CAREBAG(S)S is door RENN4 toegevoegd dat de huisvesting (schoolgebouw, plein) randvoorwaarden vervult voor het onderwijs. Voor de groep leerlingen met speciale onderwijsbehoeften zijn bepaalde voorzieningen, denk aan een prikkelarme omgeving, zeer relevant. Het gebouw van VSO De Zwaai beschikt over de volgende voorzieningen: -
naast de groepslokalen zijn er vijf vaklokalen: techniek, handvaardigheid, muziek, koken en zorg en welzijn;
-
twee gymnastieklokalen;
-
een bibliotheek;
-
het stagebureau is in de school gevestigd.
De school is rolstoeltoegankelijk, beschikt over een lift en heeft een aangepast toilet. In de school is een achtervang aanwezig en er zijn individuele (prikkelarme) leerplekken voor leerlingen. Een deel van de vso-bovenbouw leerlingen gaat één keer per week naar het CIOS van Heerenveen voor een meer leeftijdsspecifiek activerings- en bewegingsprogramma.
Pagina 13/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
5 INTERNE EN EXTERNE SAMENWERKING 5.1 Interne samenwerking en ondersteuningsstructuur Op VSO De Zwaai is een Commissie voor de Begeleiding (CvB) aanwezig. De voltallige CvB bestaat uit de teamleider, de gedragsdeskundige, de interne begeleider, de (school)arts en een maatschappelijk werker. Het eerste handelingsplan voor leerlingen wordt door de gedragsdeskundige opgesteld. Dit plan beschrijft de observatiedoelen voor leren en gedrag en is acht weken geldig. Daarna stelt de leerkracht het handelingsplan (HP) op. De groepsleerkracht bespreekt het HP twee keer per jaar met de ouders en de leerling. Twee keer per jaar wordt elke leerling besproken in een team dat bestaat uit de groepsleerkracht, de gedragsdeskundige, de intern begeleider, de stagebegeleider en op afroep één of meer vakleerkrachten. Bij dat overleg staan de doelen in het HP centraal. Het CvB-klein (teamleider, gedragsdeskundige, intern begeleider en maatschappelijk werker) komt wekelijks bij elkaar. Leerlingen worden op voordracht van de leraar in het overleg CvB-klein besproken, mede op basis van toetsresultaten en ontwikkelingen in het gedrag. Het CvB-groot (eigenlijk het Zorgadviesteam (ZAT) van VSO De Zwaai) vergadert maandelijks. Tijdens deze bijeenkomsten worden de leerlingen besproken die extra ondersteuning nodig hebben. Naast de leden van het CvB-klein zijn daarbij de volgende instanties aanwezig: GGD, Jeugdhulp Friesland, Accare, Schoolarts, Politie, leerplichtambtenaar, Tjallingahiem, Bureau Jeugdzorg Friesland, MEE Friesland en Jonx/Lentis. Door de frequente contacten met deze instellingen, is het mogelijk om voor de leerlingen die dat nodig hebben, passende onderwijszorgarrangementen in te zetten. Een zogenaamd collateraal overleg wordt bijeen geroepen voor leerlingen waar de school handelingsverlegenheid ervaart. Dan zijn niet alleen de CvB-leden aanwezig, maar ook de ouders en de externe (jeugd)zorginstellingen c.q. behandelende instanties. Kern van dit overleg is om een Traject Op Maat samen te stellen met de componenten ouder+ onderwijs+ zorg+ arbeid. De frequente van de bijeenkomsten is per traject verschillend. Sommige leerlingen zijn door hun ernstige problematiek niet in staat het reguliere onderwijsprogramma op VSO De Zwaai te volgen. Voor deze leerlingen is het mogelijk om een apart traject op te zetten, waarbij inspectie en leerplicht worden ingeschakeld omdat de leerling (tijdelijk) niet alle lessen kan volgen. Deze arrangementen worden altijd opgezet in combinatie met de (jeugd)zorg. De duur van het traject is wisselend, dat wordt mede bepaald door de problematiek van de leerling (en gezin). Het betreft jaarlijks 16-20 leerlingen. 5.2 Externe samenwerking De school werkt nauw samen met enkele instanties om speciale begeleiding aan leerlingen op school te geven, bij voorkeur na schooltijd. Het gaat dan onder andere om logopedie (door logopediste), ondersteuning van de leerling bij de spraak- en taalontwikkeling, luisterfuncties en stemkwaliteit. Vanuit Tjallingahiem worden de volgende therapieën gegeven: -
EMDR-therapie (angstreductietherapie);
-
Psycho-motore therapie;
-
Creatieve therapie.
De verwijzing voor deze therapieën verloopt via de consultatieve leerlingbespreking naar de maandelijkse ZAT-bespreking op VSO De Zwaai. Tjallingahiem is op dat overleg Pagina 14/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
vertegenwoordigd. Na het ZAT-advies pakt Tjallingahiem de verwijzingsprocedure met de ouders verder op, zoals aanvraag indicatie CIZ. In bijzondere gevallen is een verkort traject mogelijk.
Het is een service aan leerling en ouders om adviezen/ondersteuning op het gebied van vrije tijdsbesteding, wonen of therapieën te geven. 5.3 Ketenpartners Ketenpartners
Op afroep
Regelmatig
Landelijk
Arbeidsinspectie Arbo Unie Inspectie van het onderwijs Leo Kannerhuis Nederlands Jeugdinstituut Onderwijsconsulenten William Schrikkerstichting
Provinciaal
Convenant ‘1 kind 1 plan’
beschikbaar X X X
X X X
X X
Accare, GGZ
X CvB
VNN Verslavingszorg Noord-
X CvB
Nederland
Regionaal
Jeugdhulp Fryslan
X CvB
GGD UWV/Wajong Quality Coaching AB Fryslan Stam Refrisk CAPARIS
X CvB X X X X X
Samenwerkingsverband VO
X
Cluster 1
X
Cluster 2
X
Cluster 3
X
X
Cluster 4
X
X
OPDC
X
Rebound
X
Herstart
X
X CvB
BJZ Bureau Jeugdzorg
X
X CvB
CSG Liudger
X
OSG Singelland – De Venen
X
ROC Friese Poort-instap
X
ROC Friesland College–AKA
X
RUG
X
Kinnik
X
In de Bres
X
ATN Tjallingahiem
X CvB X
Woodbrookers PrO REC
Pagina 15/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
X
X CvB X
X
X
Gemeentelijk
CJG SMW
X
MEE Fryslan
X CvB
PLOP LEA
Wijk/buurt
Pagina 16/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
X
X
Leerplicht
X CvB
Politie
X CvB
Wijkagent
X
6 EXPERTISE 6.1 Aanwezige expertise op de school Functionarissen en
Taken
expertises Intern begeleider
-
Zorgdragen voor passend onderwijsaanbod voor leerlingen
-
Ontwikkelen en bewaken uitvoering leerlijnen en onderwijszorgprofielen
Gedragsdeskundige
-
Begeleiden en coachen van teamleden
-
Organiseren van de halfjaarlijkse leerlingbesprekingen
-
Coördineren specifieke hulpvragen van leerlingen
-
Begeleiden van leerlingen door middel van dossieranalyse
-
Het vertalen van diagnostiek in orthopedagogisch en didactisch handelen
-
Ontwikkelen van specifieke programma’s en zorgt ervoor dat medewerkers hiermee verder kunnen gaan
-
Zorgdragen voor een inhoudelijke bijdrage aan scholing en deskundigheidsbevordering van alle teamleden
-
Indiceren van extra zorg
-
Verwijzen naar medisch specialisten buiten de school
Schoolmaatschappelijk
-
Mede verantwoordelijk voor contacten met ouders
werker
-
Ouderbegeleiding
-
Zorgdragen voor afstemming tussen school en thuis en indien
Schoolarts
gewenst ook met zorginstellingen
Aandachtsfunctionaris
-
Verwijzen van ouders naar externe instanties
-
Contactpersoon binnen de school inzake deze
agressie en seksueel misbruik (een van vd
problematieken -
leraren)
Regelmatig de onderwerpen agressie en seksueel misbruik op de agenda van teamoverleg plaatsen
-
Overleg met aandachtsfunctionarissen andere RENN4scholen
Stagebegeleiders
-
Bemensen het stagebureau en dragen zorg voor de begeleiding op de stageplek
-
Zorgen voor acquisitie van stagebureau
-
Zijn verantwoordelijk voor de stagecontracten en portfolio’s
-
Onderhouden de contacten met ouders en leerkrachten ten aanzien van de stages
-
Houden de nieuwste ontwikkelingen/beleid ten aanzien van arbeidstoeleiding in het vizier
Taalspecialist
-
Inhoud geven aan de ontwikkeling van het taalbeleid binnen de school
Pagina 17/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
Geven van ondersteuning en begeleiding aan leerkrachten ten aanzien van de taalontwikkeling samen met intern begeleider
Het personeel van de VSO De Zwaai heeft veel kennis en expertise op het gebied van onderwijs aan leerlingen met ernstige gedragsproblemen. Niet alleen door het volgen van een opleiding/cursus, maar ook door opgebouwde ervaringsdeskundigheid. Daarnaast is kennis aanwezig over arbeidstoeleiding en het schakelen van leerlingen naar het beroepsonderwijs. Op de school is (gecertificeerde) expertise aanwezig op de volgende deelterreinen: -
alle nieuwe leraren hebben de interne basiscursus speciaal onderwijs/psychopathologie van RENN4 gevolgd;
-
een aantal leraren heeft de opleiding speciaal onderwijs afgerond;
-
ruim de helft van de leraren heeft een Master SEN-opleiding afgerond;
-
de gedragsdeskundige is orthopedagoog generalist;
-
er is een aantal tweedegraads vakdocenten en een eerstegraads vakdocent;
-
het hele schoolteam heeft de Agressie- en gedragsregulatietraining gevolgd (gecertificeerd);
-
zes leerkrachten zijn geschoold in het afnemen van arbeidsvaardigheidstoetsing;
-
één leerkracht en één intern begeleider zijn taalspecialist, opgeleid en begeleid door KPC Groep.
6.2 Expertiseontwikkeling De volgende ontwikkelingen wil de school het komende schooljaar oppakken: -
het invoeren en implementeren van consultatieve leerlingbegeleiding;
-
de verdieping van het uitstroomprofiel arbeidstoeleiding (uitbreiding stages, meer samenwerkingscontacten met onder andere UWV, uitwerken van transitieplannen);
-
het verder implementeren van een doorgaande lijn van de leerlijnen, gekoppeld aan de drie onderwijszorgprofielen, uitgewerkt in klassenmanagement en instructiegedrag van leraren.
Pagina 18/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
7 GRENZEN EN AMBITIE 7.1 Huidige situatie en grenzen VSO De Zwaai is een school voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Soms blijkt na verloop van tijd dat een leerling toch niet op de school en binnen één van de drie uitstroomprofielen past. In overleg met de ouders en de leerling wordt gekeken naar een andere vorm van onderwijs of een intensieve vorm van zorg. Als het gaat om gedrag van leerlingen dan ligt de grens van de school bij extreem agressief gedrag en het kunnen waarborgen van de veiligheid van de leerlingen en de teamleden. Een andere grens ligt bij de cognitieve mogelijkheden van de leerling. Leerlingen die in de afgelopen jaren zijn verwezen waren leerlingen die naar het cluster 3-onderwijs gingen of bijvoorbeeld naar een justitiële jeugdinrichting. 7.2 Ambitie intern De school verwacht door passend onderwijs een toename van het aantal leerlingen dat past in onderwijszorgprofiel 3. De school wil daarom extra investeren in dit onderwijszorgprofiel: meer maatwerk leveren voor de leerlingen, meer flexibiliteit in het onderwijs- en stageprogramma en meer samenwerking met de (jeugd)zorginstellingen en de arbeidsmarkt. VSO De Zwaai wil graag (tussentijds) schakelonderwijs zijn voor zoveel mogelijk leerlingen. Dat betekent dat er een goede warme overdracht moet plaatsvinden naar het reguliere onderwijs c.q. de arbeidsplek. Deze warme overdracht wordt op dit moment nog niet altijd gerealiseerd. Het tussentijds schakelen is in veel gevallen in de huidige situatie nog niet mogelijk vanwege de beperkte reguliere instroommomenten. 7.3 Ambitie extern, Samenwerkingsverband Passend onderwijs De school heeft de ambitie om in het CvB-zorgteam, na afloop van een hulpverleningstraject voor een leerling, met de samenwerkende partners systematisch een evaluatiegesprek te houden of een schriftelijke enquête af te nemen. De school wil de contacten en samenwerking met verschillende ketenpartners intensiveren, bijvoorbeeld met Accare en Jonx/Lentis. Dit met het doel om na te gaan of het mogelijk is om meer ambulante begeleiding vanuit deze instellingen te realiseren ten behoeve van onderwijszorgarrangementen voor leerlingen van VSO De Zwaai. De school heeft het voornemen om het overleg met de gemeente via de LPA te intensiveren met het oog op knelpunten bij de plaatsing van leerlingen en het grensverkeer. Om de ambitie te realiseren van het speciaal onderwijs als (tussentijds) schakelonderwijs wil VSO De Zwaai samen met een aantal reguliere vo-scholen de mogelijkheid van symbiosetrajecten vormgeven. Ten slotte nog een ambitie richting het mbo. Leerlingen in OZP 3 zullen niet in staat zijn om het referentieniveau 1F voor rekenen en taal te halen. Daardoor komt een logische aansluiting voor deze leerlingen van het vso naar het mbo in gevaar. De school wil hierover met het mbo van gedachten wisselen om te voorkomen dat er straks een groep leerlingen alsnog tussen wal en schip valt.
Pagina 19/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)
Advies medezeggenschapsraad
Datum: Naam:
Handtekening:
Vastgesteld door bevoegd gezag
Datum: Naam:
Handtekening:
Pagina 20/20 September 2012 AV1.12GOPR.0201 (13041)