Schoolondersteuningsprofiel 2014 - 2018
1
Naam school: College Den Hulster Naam schoolbestuur: Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken SWV VO 31.01 Noord-Limburg Datum: 13-12-2013
1.
Inleiding
2. Algemene
gegevens
2.1 Contactgegevens College Den Hulster Hagerhofweg 15 5912 PN Venlo 077-3590300
[email protected] 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept
2.2.1. Missie College Den Hulster: “gewoon een goede school, die onderwijs persoonlijk maakt” 2.2.1.1. Kernwaarden: uniciteit, vertrouwen, verantwoordelijkheid, ondernemend Iedere leerling beschouwen we als een uniek individu, want alle mensen zijn verschillend. Met de verschillen in aanleg, interesses, talenten en beperkingen willen we respectvol omgaan. We hebben vertrouwen in het ontwikkelingspotentieel en de ontwikkelkracht van iedere leerling en de gemeenschappen waartoe hij of zij behoort. Om eruit te kunnen halen wat erin zit en iedere leerling boven zichzelf te kunnen laten uitstijgen, wordt het eigenaarschap van het leren gaandeweg en steeds meer bij iedere leerling gelegd. Op deze wijze kunnen leerlingen in toenemende mate leren om de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor hun eigen keuzes en hoe ze hun aspiraties en bijbehorende doelen (willen) bereiken. Om dit proces mogelijk te maken moet de leerling kunnen rekenen op professionals die samen de verantwoordelijkheid nemen om dit streven tot werkelijkheid te maken. Dat vraagt om het gebruik maken van de kansen die samenwerking met de omgeving biedt en hiermee ondernemend om te gaan. De wijze waarop wij dat doen wordt gekenmerkt door een nuchtere aanpak: pragmatisch, zonder veel ophef maar wel van hoge kwaliteit. 2.2.2. Onderwijsvisie In de kennismaatschappij zijn creativiteit, technologische kennis en voortdurende beschikbaarheid van informatie en sociale contacten sleutelbegrippen. Steeds nadrukkelijker wordt duidelijk dat het voortgezet onderwijs niet alleen een belangrijke basis legt voor een vervolgopleiding maar ook voor een leven lang leren. De samenleving waar onze leerlingen straks leven en werken zal in toenemende mate een beroep doen op het vermogen tot zelfsturing. Regelmatig zullen ze zelfstandig moeten kiezen en vragen beantwoorden over wie ze zijn, wat ze willen, wat ze (al wel en niet)) kunnen en hoe ze het beste leren. Onze school van de toekomst rust op een viertal pijlers: ik en mijn talent, leren in gemeenschappen, vaardigheden e
voor de 21 eeuw en inzet van leertechnologie.
2
Pijler 1: Ik en mijn talent: “alle kinderen zijn uniek en de school moet hun talenten laten excelleren, want die maken het verschil”. Talent is niet alleen meervoudig, maar ook dynamisch in zijn ontwikkeling. Talent is een bijzondere eigenschap van een persoon die in de kern is aangeboren, maar die door oefening in een leerproces ontwikkeld kan worden en door relevante ervaringen kan worden verrijkt: nature en nurture. Dit leerproces vindt overal en op allerlei manieren plaats, zowel in het onderwijs als daarbuiten. Er bestaan wezenlijke verschillen in talent en het is van belang deze verschillen positief te waarderen als unieke ontwikkelingskansen voor ieder individu. Deze brede benadering van het talentbegrip biedt zicht op een cultuur waarin het normaal is trots te zijn op eigen prestaties en waardering op te brengen voor de prestaties van anderen. Door in het leerproces aan te sluiten bij wat iemand kan en vooral wat iemand goed kan, zowel op het cognitieve als het niet-cognitieve vlak, nemen zelfwaardering en zelfrespect toe en daarmee ook het plezier in het leren. Door nadruk op multidisciplinariteit en samenwerking leren mensen anderen te waarderen en worden hun eigen mogelijkheden aangevuld met de talenten van anderen. Meer aandacht voor de individuele talentontwikkeling in het onderwijs kan zo tegelijkertijd een impuls geven aan samenwerking tussen lerenden. Pijler 2: leren in gemeenschappen: “leren doe je niet in je eentje”. Onderwijs en ontwikkeling zijn in essentie interactieve en relationele processen. Zij vinden plaats binnen een pedagogische situatie (leefgemeenschap) en zijn gericht op het tot stand laten komen van leerprocessen zowel binnen (leergemeenschap) als buiten de school (netwerkgemeenschap). Leerlingen en medewerkers hebben een eigen en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid bij het in stand houden van de school als werkgemeenschap (werk- en overlegstructuur, inspraakorganen, etc.). Alle leeractiviteiten staan in dienst van de brede kennisontwikkeling van de school, diens leerlingen en haar medewerkers (de school als kennisgemeenschap). e
Pijler 3: vaardigheden voor de 21 eeuw: “gereedschap voor een leven lang leren”. Het onderwijs speelt hoe dan ook een belangrijke rol in het aanleren van vaardigheden, waaronder samenwerken, probleemoplossend vermogen, creativiteit, sociale en culturele vaardigheden, digitale geletterdheid en andere competenties waarmee onze leerlingen in de samenleving aan de slag zullen gaan. In plaats van hen tot ‘goede e
werkers’ te vormen, is het zinvoller hen vaardigheden aan te reiken waarmee ze klaar zijn voor de 21 eeuw. Pijler 4: Inzet van leertechnologie: “met alles en iedereen verbonden”. We hebben in het onderwijs een rijke set aan technologische hulpmiddelen ter beschikking gekregen, waaruit we naar eigen inzicht kunnen putten. Zonder kan het ook, maar leertechnologieën maken dingen mogelijk die eerst niet konden en dingen gemakkelijker die eerst moeilijk gingen. Leertechnologie staat niet op zichzelf. Ook in de samenleving speelt technologie een steeds grotere rol. We moeten onze leerlingen op die samenleving voorbereiden, onder andere door ze gebruik te laten maken van technologie, maar ook door aandacht te besteden aan vragen en dilemma’s die technologie oproept: hoe ga je om met de enorme hoeveelheid informatie die op je afkomt, hoe filter je, hoe doseer je? Wat betekent globalisering voor iemands toekomstige loopbaan? Hoe ga je om met elkaar tegensprekende informatie op internet? Wat kan de inzet van educatieve games en social media betekenen voor het onderwijs?
Doel: excelleren van elk kind
3
Het uiteindelijk doel van het onderwijs op College Den Hulster is dat ieder kind het beste uit zichzelf haalt. Excelleren is het uitgangspunt van ons onderwijs. Excelleren van elk kind. Excelleren is actief, geen doel, geen cijfer, maar een proces. Niet alleen de “top” of “de onderkant” verdient die uitdaging en de meest inspirerende docenten. Elk kind heeft daar recht op. 2.3 Onderwijsaanbod College Den Hulster biedt een gevarieerd en aantrekkelijk onderwijsprogramma voor vmbo, havo/vwo en (tweetalig) vwo. De afgelopen jaren is er binnen College Den Hulster veel geïnvesteerd in het bieden van (extra) ruimte aan talenten en interesses van leerlingen. Wij leveren groepen leerlingen maatwerk in gebieden als techniek binnen de vmbo-afdelingen (bouw-, (instal)elektro-, metaal- en motorvoertuigentechniek in het Technodôme, samen met Gildeopleidingen), het Technasium (havo/vwo), (top)sport (LOOT), kunst & cultuur en tweetalig onderwijs (Engels). Binnen het vmbo worden naast techniek, ook de afdelingen handel & administratie en zorg & welzijn aangeboden. We ontwikkelen passend onderwijs voor hoogbegaafden (Da Vinci Class) en leerlingen die extra zorg nodig hebben. 3. Basisondersteuning 3.1 Onderwijs 3.1.1. Boeiend en bindend onderwijs Het maatwerk en de aanwezigheid van onderwijskundige leercentra, werkplekkenstructuur, ateliers, leertuinen en de innovatieve leer- en werkomgeving binnen het Technôdome, biedt leerlingen de mogelijkheid om zich de benodigde kennis, inzichten en vaardigheden eigen te maken, en hierbij in toenemende mate actief, zelfstandig, onderzoekend en ondernemend te leren. Er is echter nog een wereld te winnen op het vlak van het inspelen op de verschillen in behoeften, aanleg, tempo en wijze van leren. Daarvoor willen we het onderwijs op College Den Hulster meer persoonlijk maken. Dat betekent dat de leerling gaandeweg eigenaar wordt van zijn eigen leerproces en het onderwijs nog meer wordt toegesneden op de specifieke mogelijkheden, kwaliteiten en behoeften van iedere leerling. In het schooljaar 2012-’13 is College Den Hulster gestart met het gefaseerd zetten van stappen in de vormgeving en uitvoering van een onderwijsconcept voor ‘persoonlijk leren’, onder meer door het werken met: -
een dagstart voor de mentor/coachgroep
-
een persoonlijke mentor/(leer)coach
-
digitalisering van de leeromgeving
Daarnaast investeert de school in het systematisch verbeteren van de onderwijskwaliteit en het realiseren van hoge opbrengsten voor iedere leerling. De vormgeving van boeiend en bindend onderwijs vindt plaats door de inzet van onderwijsteams en vaksecties van docenten die een juiste mix weten te hanteren van sturing, steun en inspiratie. De uitvoering van het onderwijs vindt plaats in een veilige en overzichtelijke leer- en werkomgeving met een bijpassende ICT-infrastructuur en een verantwoorde inzet van digitaal leermateriaal. In samenwerking met onze leerlingen, hun ouders, collega-scholen, het aanleverend en vervolgonderwijs en e
regionale bedrijven en instellingen ontwikkelen we bij onze leerlingen de benodigde competenties voor de 21 eeuw.
3.2. Algemene pedagogisch-didactische vaardigheden van docenten
4
College Den Hulster hecht er waarde aan dat docenten pedagogisch-didactisch vaardig zijn. De docenten van het VMBO hebben al ruime ervaring opgedaan in de pedagogisch-didactische omgang met klassen met veel individuele verschillen bij leerlingen. Echter ook bij de sector HAVO/VWO neemt de ervaring in het begeleiden van leerlingen met extra ondersteuningsvragen op het gebeid van leren en gedrag steeds meer toe. In het kader van de invoering van passend onderwijs en verbeteractiviteiten voor de verhoging van de onderwijskwaliteit, zal er ook verder geïnvesteerd worden in professionaliseringstrajecten in het omgaan met verschillen tussen leerlingen. Daarnaast is de ambitie van College Den Hulster om de docent naast als vakexpert, steeds meer te ontwikkelen in de rol van (leer)coach. College Den Hulster biedt docenten hiervoor gerichte scholingsactiviteiten aan. 3.3. Communicatie College Den Hulster benadrukt het eigenaarschap van leerlingen.
Leerlingen worden betrokken bij overleg over hun ondersteuningsvragen en denken mee over oplossingen en doelen. Zij hebben een belangrijke rol in het opstellen van hun eigen HGPD.
In toenemende mate zijn leerlingen verantwoordelijk voor hun eigen leerproces, waarbij ze worden gecoacht deze verantwoording zelf vorm te geven. Hierbij wordt rekening gehouden met hun mogelijkheden en beperkingen.
Ouders worden afhankelijk van de behoefte intensief betrokken bij het overleg over de handelingsplanning van hun kind. College Den Hulster streeft naar korte lijnen in de communicatie met de ouders en zij:
worden betrokken bij het opstellen van een HGPD (maken en bespreken)
hebben toegang tot Magister en kunnen op die manier studieplanners, cijfers en aanwezigheid van hun kind volgen
hebben de beschikking over mailadressen en telefoonnummers van mentor, docenten, teamleiders en zorgfunctionarissen
Docenten/mentoren zijn geschoold in gespreksvaardigheden en coachingsvaardigheden als onderdeel van hun scholing tot mentor/(leer)coach. Vanaf het schooljaar 2013-’14 wordt de scholing ook gericht op het werken met leerstrategieën, als onderdeel van het leren leren van onze leerlingen. Monitor: de resultaten van de periodieke tevredenheidsonderzoeken bij leerlingen en ouders leveren gegevens hiervoor op. Deze worden aangevuld met evaluatiegegevens van de onderwijsteams, het zorgexpertiseteam en het zorgloket, die ook de processen bij de aanpak van leerlingen met speciale onderwijsbehoeftes evalueren.
3.4. Omgaan binnen de groep/klas met leerlingen met leerproblemen en/of lichamelijke beperkingen Leerproblemen: College Den Hulster volgt het protocol dyslexie zoals opgesteld door het Samenwerkingsverband. Belangrijke elementen daarin zijn:
Een goede overdracht vanuit de basisschool
Screening van leerlingen in de brugklas
Verlenen van extra faciliteiten aan leerlingen met dyslexie (extra tijd, auditieve ondersteuning, vergroot lettertype, e.d.)
Bieden van examenfaciliteiten
Alternatieve programma’s voor een 2 vreemde taal binnen de mogelijkheden van de wet op het voortgezet
e
onderwijs De school is verantwoordelijk voor het onderkennende gedeelte van de diagnostiek en levert informatie aan. Het is aan de ouders om zorg te dragen voor een dyslexieverklaring en het realiseren van specifieke ondersteuning als leerlingen dat nodig hebben.
5
Voor leerlingen met dyscalculie zijn ook extra faciliteiten mogelijk, gedeeltelijk vergelijkbaar met die voor dyslexie. 3.5. Omgaan met leerlingen met lichamelijke beperkingen: College Den Hulster heeft in toenemende mate expertise opgebouwd in het omgaan met leerlingen met een lichamelijke beperking of een langdurige ziekte, slechthorendheid , spraak-taal problemen en slechtziendheid.
College Den Hulster bekijkt per individuele leerling met een lichamelijke beperking of ernstige ziekte welke ondersteuning wenselijk en mogelijk is.
Intensieve samenwerking met de Ambulant begeleiders, (REC 1,2 en 3) zorgt voor goede voorlichting, en kennis en kunde bij lesgevende docenten. Ambulante begeleiders zijn tenminste een vast dagdeel op school aanwezig.
Oog hebben voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en de zelfstandigheid van de leerling die vaak extra afhankelijk is (geweest) van de leerkracht op de basisschool en de ouders.
Handelingsadviezen en voortgang worden vastgelegd in een HGPD.
Intensieve communicatie met ouders.
Daar waar College Den Hulster ervaring heeft met deze ondersteuningsvragen verloopt de ondersteuning en begeleiding naar tevredenheid van de leerlingen en ouders. Monitor: de beschrijvingen van de onderwijskundige aanpassingen die de school hanteert. De rapportage, die de zorgcoördinator jaarlijks opstelt van de resultaten van de onderwijsondersteuning van de school 3.6. Omgaan binnen de groep/klas met leerlingen met gedragsvarianten College Den Hulster heeft ervaring met het omgaan met verschillende ondersteuningsvragen en tracht zoveel mogelijk het onderwijs voor deze leerlingen zo vorm te geven dat het mogelijk is regulier onderwijs te (blijven) volgen. College Den Hulster professionaliseert via meerjarige scholingstrajecten in samenwerking met BCO-onderwijsadvies medewerkers van zowel OP als OOP in het vergroten van de kennis en aanpak van gedragsvarianten zoals ASS, ADHD, ODD, psychiatrische problematiek en hoogbegaafdheid. Daarnaast kunnen docenten met hun vragen ondersteuning krijgen van het Zorg Expertise Team (ZET), zodat de begeleiding van leerlingen zo optimaal mogelijk vorm kan krijgen Elk team heeft een docent met extra zorgtaken. Deze taken zijn:
Signaleren van ondersteuningsvragen bij leerlingen
Collegiale consultatie
Inbrengen van leerlingen in teamvergaderingen
Deelnemen aan het ZAT-overleg en het overleg met zorgcoördinator, orthopedagoog en embedded ambulant begeleider
SPOP-begeleiding (Speciaal Passend Onderwijs Project)
College Den Hulster heeft binnen de afdeling tweetalig onderwijs Engels (TVWO) een speciaal onderwijsprogramma voor hoogbegaafde leerlingen in de onderbouw in de vorm van zgn. Da Vinci Classes. Lesgevende docenten en de begeleidende docent-tutoren zijn geschoold om deze leerlingen een aangepast onderwijsprogramma en bijbehorende begeleiding te kunnen bieden. Ook in de bovenbouw van het VWO kunnen deze leerlingen kiezen voor het volgen van extra onderwijsprogramma’s, indien zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Verder is er ook behoefte aan het uitbreiden van de signalering en diagnostiek van hoogbegaafde vwo-leerlingen vanaf de brugklas, die geen gebruik willen maken van het aanbod van de Da Vinci Class. Docenten van hoogbegaafde leerlingen krijgen jaarlijks een scholingsprogramma aangeboden om hun competenties uit te breiden in de omgang met deze groep leerlingen.
6
Binnen de onderbouw van het havo/vwo van College Den Hulster heeft een groot aantal docenten van het HAVO /VWO een professionaliseringstraject gevolgd in het omgaan met faalangst, examenvreestraining en sociale vaardigheidstraining. Ook hebben een aantal docenten de training “meidenvenijn” gevolgd. Dit biedt de mogelijkheid om preventief in de klas in te spelen op pestgedrag. Binnen College Den Hulster zouden we samen met de overige partners van het samenwerkingsverband willen onderzoeken of er behoefte is aan het creëren van een gespecialiseerde voorziening voor leerlingen van de bovenbouw vmbo, havo en vwo met gedragsvarianten. Monitor: de beschrijvingen van de onderwijskundige aanpassingen die de school hanteert in zijn beleidsplannen. De rapportage, die de zorgcoördinator jaarlijks opstelt van de resultaten van de onderwijsondersteuning van de school. 3.7. Onderwijsteam Binnen alle onderwijsteams van College Den Hulster wordt gewerkt met leerlingbesprekingen. Ze zijn o.a. gericht op de leerresultaten en het onderwijsleerproces van leerlingen, waarbij het sociaal-emotionele functioneren een belangrijk aandachtpunt is. Teams werken intensief aan de verdere ontwikkeling van hun visie op ondersteuning en zorg. Dit is een continue proces waarbij onder leiding van de teamleider aandacht is voor de ontwikkeling van docenten, het samenwerken en het delen van expertise. Elk team heeft:
teamvergaderingen, waarbij naast organisatorische aspecten, ook leerlingen, leerlingbegeleiding en leerlingenzorg onderwerp van gesprek zijn
de docent met extra zorgtaken is, naast de mentor, mede verantwoordelijk voor de bespreking van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en het evalueren van de begeleiding
Monitor: de jaarlijkse evaluatie van elk team en de sectorplannen, waarbij onder meer bovenstaande punten expliciet onderwerp van deze evaluatie vormen. 3.8 Ondersteuningsstructuur Interne ondersteuningsstructuur De interne ondersteuningsstructuur bij College Den Hulster bestaat uit het Zorg Expertise Team (ZET) en een ondersteuningsteam waarvan de taken zijn vastgelegd in het zorgbeleidsplan van de school. In alle teams heeft een docent een extra taak met betrekking tot de ondersteuning van leerlingen binnen het vastgelegde zorgkader van de school. Het Zorg Expertise Team bestaat uit:
Zorgcoördinator
Coördinatoren remedial teaching (RT-coördinator vmbo en havo/vwo)
Orthopedagoog,
Embedded ambulante begeleider REC 4
Het ondersteuningsteam bestaat uit:
de jeugdarts (GGD),
de vaste medewerker van Bureau Jeugdzorg
vaste ambulante begeleiders van REC 2 en 3
7
de Leerplicht Consulent
Deze medewerkers zijn tenminste een dagdeel per week gezamenlijk aanwezig op school. Indien nodig kunnen andere externe partners (ViVG, Mutsaersstichting, Riagg e.d.) uitgenodigd worden. Door deze werkwijze kan laagdrempelig overleg plaatsvinden en kunnen ook ouders en leerlingen uitgenodigd worden voor het bijwonen van besprekingen. In toenemende mate vinden ‘ronde tafel gesprekken’ plaats waar leerling, ouders, mentor en externe partners overleg hebben over de ondersteuningsvragen van de leerling. Een van de leden van het ZET-team zit deze bespreking voor en coördineert de afspraken. Indien hulpvragen een meer persoonlijk karakter hebben wordt afgesproken wie van de externe partners de case - manager is. 4.
Extra onderwijsondersteuning
4.1
Extra ondersteuningsaanbod buiten de klas in groepsverband
Het extra ondersteuningsaanbod buiten de klas in groepsverband bestaat uit de volgende onderdelen.
De sector HAVO/VWO kent het huiskamerproject. Hier kunnen leerlingen met een grotere begeleidingsvraag (zorgniveau 3), drie keer in de week extra ondersteuning krijgen en werken aan persoonlijke (studie)doelen. Naast de sociaal-emotionele begeleiding is deze praktische ondersteuning voor een groot deel gericht op het leren plannen en organiseren van het schoolwerk.
In de sector HAVO / VWO worden examentrainingen en faalangsttrainingen aangeboden.
Alle leerlingen kunnen extra rekenonderwijs volgen met behulp van het digitale rekenprogramma Got-it!
De training “Rots en Water “ wordt vanaf schooljaar 2013-’14 in de onderbouw van het havo/vwo aangeboden. “Rots en Water” is een pscho-fysieke weerbaarheidstraining en wordt uitgevoerd door docenten LO. Rots & Water is een evidence based Nederlands programma dat wereldwijd wordt ingezet in de begeleiding van jongens en meisjes. Het programma kan worden beschouwd als een weerbaarheidsprogramma- en anti-pest-programma., dat zich onderscheidt door zijn meervoudige doelstelling en het bredere perspectief waarbinnen de training van weerbaarheid samen gaat met de ontwikkeling van positieve sociale vaardigheden..Na evaluatie van de eerste trajecten eind 2013, wordt bezien of en hoe deze trainingen verder kunnen worden uitgebreid voor vmbo-leerlingen.
4.2 Extra ondersteuningsaanbod buiten de klas De uitvoering van het zorgbeleid en de coördinatie van het extra ondersteuningsaanbod buiten de klas valt onder de verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator. Zij is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelen zoals beschreven in het zorgbeleids- en activiteitenplan.
College Den Hulster heeft afspraken met de Ambulante Dienst van SSONML voor wat betreft de inzet van de ambulante begeleider REC 4. Naast de begeleiding van LGF-leerlingen heeft hij een taak bij het ondersteuning van andere leerlingen met een extra hulpvraag. In het kader van SPOP (Speciaal Passend Onderwijs Project) geeft hij praktische hulp en advies en ondersteuning aan docenten, ouders en teams.
Alle leden van het ZET hebben een taak in de opvang van leerlingen met acute ondersteuningsvragen. Dit is een onderdeel van het SPOP. Er is een speciale ruimte bij het kantoor van het zorgteam waar leerlingen kunnen verblijven, tot rust kunnen komen of in stilte kunnen werken.
De docenten met speciale zorgtaken hebben individuele begeleidingsgesprekken met leerlingen. Bij de toelating van leerlingen die behoefte hebben aan een extra ondersteuningsaanbod binnen of buiten de klas, kan het zijn dat er toch nog twijfels zijn over de haalbaarheid van plaatsing op onze school. We zouden dan gebruik willen kunnen maken van een proefperiode, waarna tot definitieve toelating wordt besloten.
8
Monitor 3.8, 4.1 en 4.2: het schoolondersteuningsprofiel, het zorgbeleidsplan en bijbehorende zorgactivteitenplan, de jaarlijkse evaluatie en het jaarlijkse ondersteuningsverbeterplan van de school. 5. Samenwerking
met ketenpartners
Binnen het ZAT(zorgadvies)-team van College Den Hulster worden leerlingen besproken (na toestemming van de ouders) en acties ondernomen indien nodig. Het ZAT bestaat uit teamleider of zorgdocent, orthopedagoog, zorgcoördinator en eventueel andere externe partners op uitnodiging. Omdat de mentor de spil is in de leerbegeleiding is hij / zij in principe aanwezig bij besprekingen van de leerling. Elke leerling die besproken wordt , krijgt de gelegenheid om mee te denken over de vragen die gesteld worden aan het ZAT.
De orthopedagoge, werkzaam bij BCO -onderwijsadvies, is een aantal dagdelen per week beschikbaar voor advisering aan docenten, ouders en begeleiding van leerlingen. Zij werkt in nauw overleg met de zorgcoördinator en de interne ambulante begeleider.
De samenwerking met externe partners in goed gestructureerd in het open ondersteuningsteam. Er zijn korte lijnen met de LPC, de jeugdarts en Bureau Jeugdzorg.
Bij de Mustsaersstichting is een vaste contactpersoon die een aanspreekpunt is als de contacten met individuele hulpverleners binnen de Mutsaersstichting noodzakelijk zijn.
De samenwerking met de ambulante dienst (AB) verloopt goed en College Den Hulster heeft als een van de eerste VO-scholen de samenwerking met de AB gezocht, zodat de ambulante begeleider REC 4 momenteel vier dagen per week op school aanwezig is.
Het onderwijszorgloket wordt vooral om advies gevraagd als een leerling tijdelijk behoefte heeft aan een
Met het Maasland (Blariacumcollege) zijn jaarlijks vaste overlegmomenten, zodat leerlingen die instromen
ondersteuningsarrangement buiten College Den Hulster. bij College Den Hulster tijdig overgedragen kunnen worden. Ook kunnen leerlingen dan beter begeleid worden bij de keuze voor de juiste studierichting.
De samenwerking met BZV (rebound)verloopt goed. College Den Hulster probeert leerlingen tijdig te verwijzen naar de BZV zodat terugkeer naar het reguliere onderwijs een optie blijft. Elk jaar draaien 4 docenten een dag mee met het lesprogramma bij de BZV om een beeld te krijgen van de mogelijkheden en werkwijze van de BZV.
College Den Hulster staat open voor samenwerking met andere scholen en wat betreft de ondersteuning van leerlingen is er regelmatig intern overleg met andere VO scholen als dat in het belang van leerlingen is.
College Den Hulster heeft een samenwerkingsafspraak (in pilotvorm) met VSO de Velddijk. Leerlingen van de Velddijk kunnen in deeltijd les krijgen en examen doen bij College Den Hulster (symbiosetraject). In 2013-’14 verwachten we deze samenwerking een structureel karakter te kunnen geven, mede conform het beleid van het Samenwerkingsverband.
College Den Hulster heeft in de afgelopen jaren regelmatig leerlingen in laten stromen die van het VSO afkomstig waren.
6. Samenwerking
met ouders
College Den Hulster hecht grote waarde aan een goede samenwerking met ouders. Ouders worden gevraagd mee te denken over de ondersteuningsvraag van hun kind. Alle ouders weten hoe de mentor van hun kind te bereiken is via telefoon of email. Ouders kunnen ook bij school terecht voor persoonlijk overleg en advies t.a.v. hulpvragen die zij kunnen hebben.
9
College Den Hulster vindt dat eventuele ondersteuning van de leerling school gerelateerd moet zijn, maar neemt wel haar verantwoordelijkheid in het steunen van ouders bij het vinden van passende hulpverlening waar nodig. College Den Hulster geeft de samenwerking met ouders ook vorm door:
Overleg en samenwerking met de Ouderraad
Oudercontactouders in de onderbouw havo/vwo en vmbo: met activiteiten zoals: -
meelopen op school, de afdeling en de klas (“kijkje in de keuken)
-
bevraagd worden op hun ervaringen met het onderwijs en de begeleiding op school
-
geïnformeerd worden over relevante zaken t.a.v. onderwijs en begeleiding van leerlingen
7. Grenzen
aan het onderwijs
Daar waar leerlingen vrijwel permanent individuele en specifieke ondersteuning nodig hebben, is dit niet te realiseren in een reguliere setting van het VO. Hierbij kan gedacht worden aan leerlingen met een vorm van ASS die grote moeite hebben met het studieproces of leerlingen die door andere omstandigheden (vrijwel) niet aan leren toekomen. Ook leerlingen die ernstige externaliserende gedragingen vertonen (agressie, oppositioneel gedrag, risicovol gedrag) zijn moeilijk te begeleiden binnen het (reguliere) onderwijs van onze school. College Den Hulster, 13-12-2013
10