Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Schoolondersteuningsprofiel
April 2014 Halderweg 43-45 6721 ZJ Bennekom 0318 - 415346
[email protected] www.juliana.cnsede.nl -1-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Inhoudsopgave Deel I
Inventarisatie...............................................................................................................3
1.
Korte typering van de school ......................................................................... 3
2.
De kwaliteit van de basisondersteuning....................................................... 3
3.
Beschikbare deskundigheid voor ondersteuning.................................................. 5
4.
Samenwerkende ketenpartners..................................................................... 8
5.
Voorzieningen in de fysieke omgeving, ondersteuningsvoorzieningen.. 8
6.
Belangrijke kengetallen ................................................................................... 9
Deel II
Analyse en Beleid ....................................................................................................... 10
1.
Groeimogelijkheden en grenzen voor wat betreft het onderwijsconcept 10
2. Groeimogelijkheden en grenzen voor wat betreft voorzieningen op de vijf velden.................................................................................................................. 13 Samenvatting op hoofdlijnen ...................................................................................................... 17 Vervolgstappen......................................................................................................................... 17 Deel III Vaststelling en Ondertekening .................................................................................. 18 Bijlage 1: Enkele landelijke kengetallen ..................................................................................... 19 Bijlage 2: Speciale onderwijszorg per schoolprofiel...................................................................... 21
-2-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Inleiding Deel I
Inventarisatie
1. Korte typering van de school
CNS-basisschool Juliana is gelegen in Bennekom. De leerlingen wonen vrijwel allemaal in de nabijheid van de school, het is een echte wijkschool. In Bennekom zijn er nog zes andere scholen van verschillende denominaties. De school valt al geruime tijd onder het kader ‘basistoezicht’ van de inspectie, waarmee is uitgedrukt dat CNS-basisschool Juliana het vertrouwen van de inspectie heeft. Het basistoezicht is voor het laatst op 2 april 2012 bevestigd. CNS-basisschool Juliana: door samenwerking en zelfstandigheid naar kwaliteit en medeverantwoordelijkheid! Met deze missie geeft de school richting aan haar ontwikkeling en profileert de school zich naar buiten. De visie van de school valt hieronder. Deze is duidelijk beschreven en richtinggevend. 2. De kwaliteit van de basisondersteuning
De school beschrijft zichzelf als een deels traditionele jaarklassenschool. De basis wordt gevormd door homogene jaargroepen die ingericht zijn op basis van leeftijd. De eerste zes weken van het schooljaar is de school heel gericht bezig met groepsvorming. Duidelijkheid, structuur en eenduidige schoolafspraken zijn voor de school belangrijk voor een veilig pedagogisch klimaat. Het team heeft de training “Met gedragsproblemen de winter door” gedaan. Verder wordt schoolbreed de methode “Kinderen en hun sociale talenten” gebruikt en is CNS-basisschool Juliana sinds 2013 KiVa-school. Hierbij wordt gestructureerd aandacht besteed aan het voorkomen en tegengaan van pesten. Ondanks de gerichte inzet op het sociale gedrag van kinderen, kunnen bepaalde gedragsproblemen binnen het team op momenten als lastig worden ervaren. Hierbij hebben zich in het verleden ook wel gemerkt dat verwachtingen van school en ouders uit elkaar kunnen liggen op het gebied van het omgaan met verschillende onderwijsbehoeften. Tegelijkertijd kunnen ook verwachtingen tussen ouders onderling erg verschillen. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs, is hier nog zeker een slag te winnen. Als school vinden we verder dat we in bepaalde gevallen nog beter moeten communiceren naar ouders, wanneer er (extra) zorg ontstaat over de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast werken we reeds met een website, die de voorspelbaarheid moet bevorderen op wat er mag worden verwacht in bepaalde situaties. Binnen het leerstofjaarklassensysteem worden methodes gebruikt, die zowel klassikaal als zelfstandig leren stimuleren. Soms is de methode leidend voor het onderwijsaanbod, maar de leerkracht bepaalt aan de hand van de te halen doelen hoe hij of zij het leren inricht. Stimulerend is de opvatting dat ook het team steeds weer leert en hiermee zijn zaken als boeiend onderwijs, -3-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana meervoudige intelligentie, coöperatief leren, zelfstandigheidsbevordering en het ontwikkelen van medeverantwoordelijkheid steeds meer naast de klassikale instructie komen staan, zonder het belang van dat laatste te negeren. Er wordt gewerkt met het DI-model, waarbij in iedere groep drie instructieniveaus worden gehanteerd. De leerkrachten proberen binnen dit concept zoveel mogelijk ondersteuning op maat te bieden. De opdracht van de school is het maximale uit ieder kind halen, op een veilige manier. Dit gebeurt vanuit de basisstof (doelen) die de methoden aanreiken. Van daaruit wordt gekeken wat het kind meer aan zou kunnen door middel van compacten en verrijken. Wanneer de school twijfelt over de vorderingen van een leerling, is er nauw contact met de ouders om samen te bekijken welke mogelijkheden er zijn. Mogelijk schoolconcept "a" Overdragen van kennis Kennis verwerven Klassikaal leren Sturing van het leren door de leerkracht Alle leerlingen op bepaald basisniveau brengen Leerstof bepaalt de leerweg Nadruk op gestructureerde opdrachten Beoordeling van prestaties o.b.v. gelijke normering Beoordeling door leerkracht Evaluatie onderwijs op basis van leervorderingen groep Evaluatie onderwijs door de leerkracht
1
2
3
X X
X
X
X
4
Zelf ontdekken Werken met kennis Individueel leren Kinderen sturen eigen leren
X
X
X
X
X
X X
X
Maximale uit elke leerling halen Beginsituatie van de leerling bepaalt de leerweg Nadruk op vrije opdrachten
X X
Mogelijk schoolconcept "b"
X X
Beoordeling van leervorderingen o.b.v. beginsituatie van leerlingen Zelfbeoordeling door de leerling Evaluatie onderwijs op basis van leervorderingen individuele leerling Evaluatie samen met leerlingen
De basisvakken rekenen, taal en lezen staan voorop in het onderwijsprogramma. Kinderen worden beoordeeld door methodetoetsing en het werk te vergelijken met het landelijk gemiddelde. Kinderen met een eigen leerlijn worden beoordeeld op basis van hun eigen beginsituatie en de doorgemaakte ontwikkeling. Bij speciale onderwijsbehoeften wordt de extra ondersteuning meestal in de eigen groep, door de groepsleerkracht gegeven. Dit kan zowel individueel als in subgroepjes plaats vinden. Zo min mogelijk worden kinderen uit de groep gehaald, maar het komt wel voor bij bijvoorbeeld een dyslexiebehandeling of wanneer een leerling bijvoorbeeld een groep gaat overslaan. Binnen de oudertevredenheidspeiling van eind 2013 is ouders gevraagd naar hun tevredenheid over de afstemming van het onderwijsaanbod op de -4-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana behoefte en mogelijkheden van hun kind(eren). 86% Van de respondenten reageerde hierbij tevreden of erg tevreden te zijn, 10% toont ontevredenheid en 3% wist het niet. Verder was de verhouding bij de stelling "Begeleiding leerlingen met problemen" 55% tevreden - 19% ontevreden 26% weet niet en bij de stelling "Extra mogelijkheden goede leerlingen" was dit respectievelijk 55% - 3% - 41%. Hiernaast werd duidelijk dat 99% van de respondenten tevreden was met de omgang van de leerkracht met de leerlingen. Ook maakte de peiling duidelijk dat iedere ouder begeleiding op z'n minst belangrijk vindt voor een goede school. Vanuit CNS-basisschool Juliana is men blij dat Samenwerkingsverband Rijn & Vallei gaat werken met expertisepunten. Hierbij verwacht de school gebruik te kunnen maken van externe ondersteuners, die ten dienste staan van de leerling en / of school. Tot op heden is er een overwegend positief beeld bij externe ondersteuning, wel wordt ervaren dat het succes van de ondersteuning erg afhankelijk van de kwaliteit van de begeleider kan zijn. 3. Beschikbare deskundigheid voor ondersteuning
Hoe wordt de continuïteit van de onderwijszorg voor elke leerling verzekerd? Onder leiding van de intern begeleider vinden er jaarlijks minimaal twee groepsbesprekingen met de groepsleerkracht plaats. Deze staan gepland in het jaarrooster. Hierin worden onderwijsresultaten op groeps- en individueel niveau besproken. Eventueel wordt geconstateerd dat het onderwijsaanbod moet worden aangepast, bijvoorbeeld doordat er leerlingen in een andere instructiegroep geplaatst moeten worden. De groepsleerkracht is de spil met betrekking tot de leerlingenzorg in de groep. De intern begeleider is hierbij ondersteunend. De leerkracht signaleert en overlegt met de intern begeleider tijdens een groepsbespreking of brengt dit, gepland of ongepland, in tijdens een leerlingbespreking. De geplande leerlingbesprekingen zijn vanaf 2013 georganiseerd als intervisiemomenten. Hieraan nemen verschillende groepsleerkrachten van eenzelfde bouw deel en gebeurt zeker driemaal per schooljaar. De leerkracht zorgt zelf voor de aanpassing van het onderwijsaanbod of de aanpassing in de groep en schrijft hiervoor, wanneer nodig, een handelingsplan. De leerkrachten noteren alles in het administratiesysteem ParnasSys. Wij beschrijven hier de voorzieningen van de school tegen de achtergrond van alle mogelijke voorzieningen die op dit moment op scholen, van wat voor soort dan ook, bestaan. In de praktijk heeft geen enkele school alle voorzieningen. Van reguliere scholen kan, in de huidige verdeling van mensen en middelen onder de schoolsoorten, verwacht worden dat zij maar beperkt kunnen ‘scoren’ op deze velden van onderwijszorgvoorziening. De basisvoorzieningen die elke reguliere school heeft uitgaande van een minimale rijksbekostiging is aanwezig en vermelden we dus niet. -5-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Bij de flexibilisering van waar en hoe de ‘extra’ mensen en middelen vanuit zorgbekostiging worden ingezet, is het interessant na te gaan waar voor een school groeimogelijkheden liggen en waar de grenzen zijn. Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas Tijdens de meting op 1 oktober 2013 bedraagt het aantal leerlingen op CNSbasisschool Juliana 175. Kijkend naar de formatie voor het schooljaar 2013 2014 is de gemiddelde groepsgrootte 25. Er is weinig ruimte binnen de formatie om extra handen in de klassen te creëren. Er zijn gedurende het jaar stagiaires van verschillende opleidingen, dit is echter niet structureel. Wel wordt gekeken hoe de inzet van een Leraar-In-Opleiding druk weg kan nemen in de formatie. Veld 2: de onderwijsmaterialen In het onderstaande overzicht worden de materialen die op bijna iedere school voorkomen zoveel mogelijk buiten beschouwing gelaten. Dat betekent ook, dat methodisch (additioneel) materiaal niet wordt beschreven. Naast de hieronderstaande opsomming, beschikt CNS-basisschool Juliana over een behoorlijk groot aanbod additionele materialen, gerangschikt naar groep en instructiegroep. Materialen met specifieke didactische kenmerken: • Alternatieve methodes: Leesinterventie programma; Maatwerk rekenen • Gericht op auditieve informatieverwerking: Wat zeg je? • Uitgaan van sterk eigen oplossend vermogen: Kien; Reis om de wereld in 80 dagen • Anders: Hoe denk ik en voel; Hoe ik ben; Binnenstebuiten met gevoelens Materialen met speciale pedagogische/psychologische kenmerken: • Methode voor sociaal emotionele ontwikkeling: Sociale talenten; KiVa • Uitdagen tot alertheid en activiteit: Begeleiden van kinderen met werkhoudingproblemen • Anders: Kinderen met stoornissen in het autistisch spectrum; Dag over ADHD en PDD; Wijzer onderwijs; Het hoog-sensitieve kind Materialen gericht op aanpassing bij kind specifieke fysieke belemmeringen: • Zitballen • Wiebelkussens • Anti glijmatjes • Tingeltangels • Schrijfkriebels • Onderwijs aan leerlingen met een somatische belemmering Veld 3: de ruimtelijke omgeving De school is rolstoeltoegankelijk en heeft ook de beschikking over een rolstoeltoilet. Er is een RT-ruimte die gebruikt kan worden als time-out -6-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana ruimte, maar er is geen personeel om dit te begeleiden. Verder is er een speellokaal op school aanwezig. Veld 4: de expertise CNS-basisschool Juliana heeft teamexpertise op het gebied van zelfstandig werken, coöperatief leren, boeiend onderwijs, gedragsproblematiek, (hoog)begaafdheid, techniek en bewegingsonderwijs. De school ontwikkelt op dit moment teamexpertise op het gebied van handelingsgericht en opbrengstgericht werken, maar ook vindt er verdere ontwikkeling plaats op het gebied van het teamontwikkeling, coöperatief leren, boeiend onderwijs en meervoudige intelligentie. Het team doet jaarlijks een ronde collegiale consultatie, waarbij leerkrachten elkaar met behulp van een kijkwijzer observeren en feedback geven. Verder wordt kennis gedeeld bij intervisie in de leerlingbespreking of vindt tussentijdse, ongeplande, collegiale consultatie plaats. Individuele expertise wordt in bepaalde situaties door presentaties in overleg met elkaar gedeeld. Binnen de school is middels opleiding of brede ervaring specifieke deskundigheid aanwezig. In onderstaand schema is te zien op welke gebieden en in welke mate. Deskundigheidsgebied
Aantal medewerkers
HSAO Pedagogiek Master Specialist Begeleiden Opleiding RT Opleiding RT en IB voor kleuters Cursus (hoog)begaafdheid Gedragsproblemen Autisme Rekencursussen Cursus gebarentaal (kort) Middenmanagementopleiding Schoolleidersopleiding Coaching, ICO, oplossingsgerichte gesprekstechnieken
1 1 1 1 4 11 5 2 1 4 1 2
Hiernaast is op CNS-basisschool Juliana ervaring op de gebieden autisme spectrum stoornissen (ASS), ADHD en ADD, angst- en hechtingsstoornissen, gedragsproblemen, dyslexie en hoogbegaafdheid. Momenteel hangt plaatsing per situatie af van de omstandigheden en ernst van eventuele problematiek. Dit kan bij aanmelding van een leerling zijn, -7-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana maar vaker nog wordt in de loop van een schoolloopbaan duidelijk waar (andere) behoeften ontstaan. In deel II van dit schoolondersteuningsprofiel wordt beschreven hoe CNS-basisschool Juliana zichzelf positioneert ten opzichte van de verschillende doelgroepen. 4. Samenwerkende ketenpartners
Veld 5: de samenwerking met andere instanties Nooit Sporad Regel isch matig CJG, schoolmaatX schappelijk werk GGD X GGZ X MEE X Kinderziekenhuis X Revalidatiekliniek X Justitiële inrichting X KDC X MKD X Gemeente: brede school X Gemeente: VVE X Gemeente: schakelklassen X Gemeente: ketenzorg X
Vaak
GHP
Contactpersoon
ib / lk ib / mt mt ib lk lk mt ib mt mt mt mt
De contacten die CNS-basisschool Juliana heeft met instanties in de omgeving gebeurt op aanvraag van de school. De intern begeleider is over het algemeen de spil bij de externe contacten. 5. Voorzieningen in de fysieke omgeving, ondersteuningsvoorzieningen
Uit een uitgebreide enquête blijkt dat het team over het algemeen aangeeft te weinig voorzieningen te hebben om bepaalde doelgroepen zonder meer te kunnen plaatsen. Slechts binnen de gebieden (hoog)begaafdheid, dyslexie en sociaal-emotionele problematiek zijn er volgens het team voldoende fysieke mogelijkheden en materialen aanwezig. Op de andere gebieden heeft het sterk te maken met de specifieke casus. De voorzieningen zijn dus een duidelijk aandachtspunt, ook al zal het denken van de afwezigheid ervan ook te maken kunnen hebben met een bepaalde mate van onwetendheid. Deze kan ingegeven zijn doordat de school dan bijvoorbeeld niet eerder te maken heeft gehad met een bepaalde doelgroep. Ook zouden bepaalde casussen exemplarisch kunnen worden geacht voor de betreffende doelgroep. Kijkend naar de doelgroepen waarop CNS-basisschool Juliana zich in de toekomst specifiek(er) wil richten, zal er in de te maken plannen rekening moeten worden gehouden met welke voorzieningen noodzakelijk zijn om plaatsing mogelijk te maken. -8-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
6. Belangrijke kengetallen
Op teldatum 1 oktober 2013 zaten er 175 leerlingen op CNS-basisschool Juliana en zij zijn verdeeld op basis van leeftijd over zeven groepen volgens het leerstofjaarklassensysteem, waarbij de eerste helft van het schooljaar 2013 - 2014 de groepen 1 en 2 slechts een deel van de week "uit elkaar" werd gehaald, net als dat bij de combinatiegroep 5/6 in delen van de week gebeurde. Vanaf februari 2014 zijn we gestart met een afzonderlijke groep 1 en 2. De combinatiegroep 5/6 krijgt ook na februari deels als hele groep en deels "uit elkaar" onderwijs. De school wordt op dit moment bezocht door drie rugzakleerlingen. Een leerling in groep 6 in cluster 3, een leerling van groep 4 in cluster 4 en een leerling van groep 8 in cluster 4. De groep 4-leerling gaat in augustus 2014 naar het SBO, de groep 8-leerling gaat in augustus 2014 naar het VO. Schooljaar Aantal zittenblijvers Verwijzingen sbo Verwijzingen so cl. 1 Verwijzingen so cl. 2 Verwijzingen so cl. 3 Verwijzingen so cl. 4
09-10 6
10-11 1 1
11-12 7
12-13 1 2
1 zmlk 2
13-14
1 1
1
Hoewel de school aangeeft dat zij een redelijk homogene leerlingenpopulatie heeft, zijn er in het totaal twintig leerlingen met een leerlingengewicht. Theoretisch gezien betekent dit dat er op CNS-basisschool Juliana ongeveer 11% achterstandsleerlingen zijn. Het niveau van leren op CNS-basisschool Juliana is gemiddeld tot hoog te noemen (boven het landelijk gemiddelde), ook de Eindtoets Cito wijst dit jaarlijks uit. De spreiding rond het gemiddelde is matig (± 25% van de leerlingen wijkt af van het gemiddelde niveau van leren). Met betrekking tot speciale onderwijsbehoeften op gedrag is de diversiteit gemiddeld. Ongeveer 10% van de leerlingen heeft een gedragsprobleem. Er zitten wel verschillen tussen de groepen. Deze gedragsproblemen zijn verschillend van aard. Met betrekking tot secundaire variabelen zijn de achtergronden van de ouders redelijk homogeen. De ouders zijn veelal hoog opgeleid. Sociaaleconomisch is de schoolpopulatie bovenmodaal te noemen. Dit is de laatste jaren wel enigszins aan het veranderen, de diversiteit wordt groter.
-9-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Deel II
Analyse en Beleid
1. Groeimogelijkheden en grenzen voor wat betreft het onderwijsconcept
Een basis voor onderwijs aan kinderen met diverse onderwijsbehoeften wordt gelegd door het onderwijsconcept van de school. Op het gebied van de diversiteit zijn twee kenmerken van het onderwijsconcept bepalend: het draagvlak binnen het team en de mate waarin de lesstof dan wel de individuele onderwijsbehoefte van de leerling uitgangspunt van het lesprogramma is. Dit laatste kenmerk kan worden gezien als een dimensie van methodegestuurd naar leerlingengestuurd. Alle scholen hebben te maken met verschillen tussen kinderen. Relevant voor passend onderwijs zijn verschillen tussen leerlingen op het gebied van: • leercompetenties • leerstijlen • gedragscompetenties • gedragsstijlen • culturele achtergronden • gezinsachtergronden In het volgende schema wordt het onderwijsconcept van CNS-basisschool Juliana weergegeven in de relatie tussen de mate waarin de lesmethode sturend is en de mate waarin diversiteit van leerlingen opgevangen kan worden. De gebogen lijn geeft van links naar rechts een mogelijk model van de ontwikkeling van een onderwijsconcept, startend bij het leerstofjaarklassensysteem met een strakke hantering van standaardmethoden. Via het oprekken van de methodegestuurde aanpak toont het model een omslag in de aanpak naar het starten van de lesinhoud bij de individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen in de klas. Let wel: de richting van links naar rechts geeft alleen een wenselijke richting aan wanneer: • De school meer ruimte wil bieden aan de bestaande diversiteit onder de leerlingen. • De school meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs wil kunnen bieden. • De leerlingpopulatie van de school steeds meer divers wordt. Scholen bevinden zich ergens op of onder de gebogen lijn. CNS-basisschool Juliana bevindt zich op positie van het blokje in het schema.
-10-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
CNS-basisschool Juliana besteedt veel aandacht aan het ondersteunen van leerlingen. De school biedt structuur en het team heeft oog en hart voor die leerlingen voor wie het niet allemaal vanzelf gaat. De school investeert veel om leerlingen voor de school te behouden, maar dit heeft zijn grenzen. Waar de grens ligt in de ondersteuning, is voor het team nog niet eenduidig. Hiermee wordt bedoeld dat het per leerling, per leerkracht en per groep verschillend is. Ieder casus staat op zichzelf. Het onderwijs en de veiligheid in de groep en op school mag er niet onder leiden. Bij ernstige gedragproblemen loopt de school eerder tegen de grens aan. Het team staat open voor meer diversiteit op school, zeker als de middelen daarop volgen. Of dit laatste gaat gebeuren, wordt door het team betwijfeld. Zoals het onderwijs nu wordt gegeven, is de methode tot op bepaalde hoogte leidend. De school zit in een ontwikkeling om meer differentiatie in het onderwijsaanbod een plek te kunnen geven. Hierdoor zal het methodegestuurde onderwijs op een natuurlijke manier omslaan naar meer sturing vanuit de onderwijsbehoefte (met gebruik van methoden). Allereerst vraagt dat een kritische kijk op onze methoden. Bij de aanschaf van een nieuwe, wordt gekeken hoe differentiatie wordt aangepakt. Het Directe Instructiemodel is dan, zeker bij de kernvakken, een vereiste. Het team is de afgelopen jaren al extra getraind op het gebied van handelingsgericht werken, groepsplannen, onderwijsbehoeften en Directe Instructie. , maar er is nog onvoldoende data om reeds van borging te spreken. Voor CNS-11-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana basisschool Juliana ligt het dan ook voor de hand om het handelingsrepertoire van de leerkrachten verder uit te breiden, maar dan wel gericht op de praktijk die op dit moment in de school voorkomt en waarin vergroting van de deskundigheid nodig is. Verdere kennis en ervaring over allerlei opvattingen en aanpakken rond onderwijszorg kan voor CNSbasisschool Juliana invulling kijgen om in toenemende mate aan kinderen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs te kunnen bieden. Daarnaast kan bij keuzes om bredere zorg te leveren, ook extra scholing worden georganiseerd. Een grens wat betreft het schoolconcept kan voortkomen uit de beperkte vraag naar speciale onderwijsondersteuning. Binnen het voedingsgebied van de school lijkt niet veel meer behoefte aan speciale onderwijszorg. De aantallen zijn in alle opzichten laag. De school toont echter heel duidelijk de ambitie om in toenemende mate aan kinderen met een speciale onderwijsbehoefte, anders dan gedragsproblemen, onderwijs te kunnen bieden en wil zich daar graag in ontwikkelen. Uit de combinatie van de hierboven genoemde groeimogelijkheden en grenzen, beziet het team van CNS-basisschool Juliana dat de wil er is zich verder te ontwikkelen, maar er in de praktijk per casus zou moeten worden gekeken. Na een uitgebreide teamenquête, teamanalyse en overleg, is besloten de verschillende doelgroepen te rangschikken naar de mogelijkheden die het team ziet, als basis voor te ontwikkelen beleid in de toekomst. Afhankelijk van de reacties vanuit Stichting CNS en Samenwerkingsverband, wordt voor het schooljaar 2014 – 2015 direct ingezet op de doelgroepen die we reeds kunnen plaatsen en de doelgroepen die we niet vanzelfsprekend kunnen plaatsen, maar op termijn wel. CNS-basisschool Juliana kan in principe wel plaatsen: - Kinderen met werkhoudingsproblemen - Kinderen die problemen hebben met zelfstandigheid en zelfredzaamheid - Kinderen met dyslexie - Kinderen met ADHD, waaronder ADD - (Hoog)begaafde kinderen CNS-basisschool Juliana kan momenteel niet vanzelfsprekend, maar op termijn wel plaatsen: - Kinderen met ASS-problematiek - Kinderen met gedragsproblemen - Kinderen met Dyscalculie - Kinderen met spraakmoeilijkheden CNS-basisschool kan eventueel vraaggestuurd plaatsen: - Kinderen met verstandelijke beperkingen - Kinderen met laag IQ - Kinderen met motorische beperkingen -12-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana -
Kinderen met sociaal-emotionele problematiek Kinderen met psychische problemen Chronisch zieke kinderen Kinderen met problematiek, voortkomend uit culturele achtergronden
CNS-basisschool kan nu en later niet plaatsen: - Kinderen met visuele beperkingen - Kinderen met auditieve beperkingen 2. Groeimogelijkheden en grenzen voor wat betreft voorzieningen op de vijf velden
In het licht van Passend Onderwijs kunnen vier schoolprofielen (Greven, L.F. en Timmerhuis, A. (2008). Passend Onderwijs. Kansen in beeld! Utrecht: Sardes (Sardes Speciale Editie 8)) binnen het regulier basisonderwijs worden onderscheiden, te weten: 1. de netwerkschool 2. de smalle zorgschool 3. de brede zorgschool en 4. de inclusieve school. Onder deze vierdeling van schoolprofielen ligt een dimensie die loopt van gesegregeerd (‘exclusie’) naar geïntegreerd onderwijs (‘inclusie’). In andere woorden: de netwerkschool profiteert adequaat en optimaal van de geïnstitutionaliseerde speciale (onderwijs)zorg binnen andere instellingen, zoveel mogelijk gelegen in de directe omgeving van de school. Deze is aanwezig in andere speciale scholen, of in gespecialiseerde zorginstellingen als een revalidatiecentrum. Op de inclusieve school daarentegen is in principe alle speciale onderwijszorg ‘in huis’ aanwezig om zorgleerlingen te kunnen handhaven, mede door een vaste partnerrelatie met zorginstellingen buiten het onderwijs zoals het genoemde revalidatiecentrum. De schoolprofielen kunnen ook benaderd worden vanuit een ‘ontwikkelingsperspectief’, waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase wordt gezien. Op die manier kunnen scholen die zichzelf herkennen in één van de schoolprofielen, de intentie uitspreken om te streven naar een ander, nabijgelegen schoolprofiel. Bedenk dat deze vier schoolprofielen ideaaltypisch zijn. In de praktijk komen er allerlei (sub)varianten voor die uiteindelijk wel weer zijn te herleiden naar één van bovenstaande schoolprofielen op het gebied van speciale onderwijszorg. Uiteraard is het schoolprofiel waartoe de school zich ontwikkelt ook geen statische grootheid. Schoolprofielen veranderen met de transformatie van de schoolpopulatie en de schoolkeuzen daaromtrent mee. Hierna worden de voorzieningen op de school per veld, na een omschrijving, ingedeeld als passend bij een netwerkschool, een smalle zorgschool, een brede zorgschool of een inclusieve school. (In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lk voor leerkracht, -13-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan.) De volledige tabellen staan in de bijlage bij dit rapport. Veld 1: de hoeveelheid aandacht/handen in de klas De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een netwerkschool: Veld
Setting Binnen de klas Binnen de school 1. • Er is één paar handen in de • Er is speciale onderwijszorg Hoeveelheid klas, de lk zorgt zelf voor door rt’er en/of ib’er, op aandacht bijv. preteaching, werken tijdelijke basis. en tijd aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week). • Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte .
De hoeveelheid aandacht, ofwel de ‘handen’ in de klas is afhankelijk van: • de beschikbare formatie; • de organisatie van de groepen in de school; • de beschikbare handen van buiten de formatie (ouders, stagiaires, …). CNS-basisschool Juliana heeft zoveel mogelijk formatie in de groepen zitten, waardoor extra handen in de groep niet uit de huidige middelen te realiseren zijn. Veld 2: de onderwijsmaterialen De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een netwerkschool: Veld
Setting Binnen de klas Binnen de school 2. Er wordt waar nodig gebruik Er zijn onderwijsmaterialen Onderwijs- gemaakt van niveaudifferentiatie beschikbaar die tegemoet komen materialen in de lesmethoden, waaronder aan specifieke didactische remediërend materiaal. kenmerken en speciale Er is aanvullend materiaal pedagogische / psychologische voor in ieder geval de kenmerken. kernvakken.
Naast de materialen die we op een reguliere basisschool tegenkomen, heeft CNS-basisschool Juliana de beschikking over een beperkte orthotheek. De school heeft heel duidelijk één lijn en heldere afspraken op schoolniveau op het gebied van het gebruik van materialen, dat zorgt voor veel structuur in het onderwijs. -14-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Veld 3: de ruimtelijke omgeving De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een netwerkschool: Veld
Setting Binnen de klas 3. Aan de tafel van de Ruimtelijke zorgleerlingen kan één-op-één begeleiding worden gegeven. omgeving Daarnaast wordt gewerkt in (sub)groepjes, bijvoorbeeld aan de instructietafel.
Binnen de school Er is in de hal ruimte waar leerlingen apart of in een (sub)groepje kunnen zitten, eventueel onder begeleiding. Ook is er nog een apart RT-kamertje. Zo nodig, kunnen leerlingen zich afzonderen in andere ruimtes.
De school beschikt over een wat ouder gebouw. Door leegstand is het mogelijk groepen voor een tijdje te scheiden of leerlingen in subgroepen te laten werken. Veld 4: de expertise De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een smalle zorgschool: Veld
Setting Binnen de klas 4. De lk hebben enige Expertise kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften. Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen / aandoeningen / stoornissen.
Binnen de school De rt’er en/of ib’er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften. Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften.
Zie specifieker de tabel op bladzijde 7 van dit schoolondersteuningsprofiel.
Eén manier om naar de groei van de expertise te kijken, is door het onderscheid te maken tussen teamexpertise en individuele expertise. De inzet van individuele expertise is altijd zinvol, maar heeft veel meer effect wanneer die ingebed is in een expertomgeving van het team. Bijvoorbeeld een team dat een gezamenlijke expertise heeft op gedrag, weet veel meer opbrengst te halen uit de specifieke expertise van één van de leerkrachten op autisme, dan een team dat géén teamaanpak heeft. CNS-basisschool Juliana heeft dankzij teamgerichte nascholing veel teamexpertise opgebouwd. De school is op dit veld in feite op weg naar een brede zorgschool. Belangrijk is de professionaliteit, de collegiale consultatie en het feedback geven aan elkaar. Wanneer het passend is bij de vraag, kan ervoor worden gekozen de kennis van beperkingen en stoornissen te
-15-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana verbreden en te verdiepen. Richtinggevend beschreven rangschikking van doelgroepen.
is
hierbij
de
hierboven
De school heeft ook diverse individuele expertise. Om de kennis te verbreden wordt de kennis indien nodig gedeeld middels presentaties in een teamoverleg of andere overlegvormen. Samengevat liggen de groeimogelijkheden voor wat betreft de expertise in eerste instantie bij verdieping van (individuele) kennis over (gerichte) beperkingen en stoornissen. Veld 5: de samenwerking met andere instanties De omschrijving van de huidige situatie past bij het profiel van een netwerkschool: Veld
Setting Binnen de klas Binnen de school 5. De lk onderhouden Er is op basis van Samenwerking contacten met de ib’er om behoefte samen werking en op de hoogte te blijven. afstemming met professionals met andere instanties uit so en zorginstellingen.
De behoefte aan samenwerking met andere instanties groeit mee met de aanwezigheid op school van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Doordat CNS-basisschool Juliana weinig te maken heeft met leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte, heeft het niet een groot netwerk opgebouwd met instanties in de omgeving.
-16-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Samenvatting op hoofdlijnen Over het geheel genomen is CNS-basisschool Juliana te karakteriseren als een netwerkschool. De aangegeven groeimogelijkheden op het algemene onderwijsconcept van de school en op de vijf velden bieden perspectief op een ontwikkeling naar een smalle zorgschool of op een versterking van het bestaande profiel. Netwerkschool Onderwijsconcept Onderwijsvoorzieningen: 1. Handen in de klas 2. Materialen 3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Relaties
Smalle zorgschool
Brede zorgschool
Inclusieve school
X
X X X X X
Alle aangegeven groeimogelijkheden bieden kansen om meer leerlingen met speciale onderwijsbehoeften onderwijs te kunnen bieden, maar ook om de ‘gewone’ leerlingen meer aan hun specifieke onderwijsbehoeften aangepast onderwijs te bieden.
Vervolgstappen CNS-basisschool maakt met dit schoolondersteuningsprofiel keuzes wat betreft plaatsing van de verschillende doelgroepen. Daarbij wachten we reacties van het samenwerkingsverband en Stichting CNS af, alvorens verder in te zetten op specifieke (team)ontwikkeling. Wel weten we al, dat CNS-basisschool Juliana in het schooljaar 2014 – 2015 verdere borging zal toepassen op het gebied van de basisondersteuning en voor de doelgroepen die we wel kunnen plaatsen planmatig de zogenaamde vijf velden zullen analyseren en waar nodig versterken. Ook kiezen we ervoor op het gebied van de doelgroepen die we vooralsnog “niet vanzelfsprekend kunnen plaatsen, maar in de toekomst wel” coördinatoren aan te stellen, die de specifieke ontwikkeling binnen de school zullen stimuleren.
-17-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Deel III
Vaststelling en Ondertekening
* Dit schoolondersteuningsprofiel is van advies voorzien door de MR: Datum, Plaats, Handtekening
* Vastgesteld door het bestuur: Datum, Plaats, Handtekening
-18-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Bijlage 1: Enkele landelijke kengetallen Cijfers schooljaar 2010/2011 Per 100 leerlingen op een basisschool zijn er gemiddeld over het hele land ~ 2,8 leerlingen sbo ~ 0,5 leerling cluster 2; 0,29 leerling met een cluster 2-rugzakje binnen het reguliere onderwijs. ~ 0,9 leerling cluster; 0,35 leerling met een cluster 3- rugzakje binnen het reguliere onderwijs. ~ 0,8 leerling cluster 4 (waarvan ~ 0,3 leerling ZMOK); 0,56 leerling met een cluster 4-rugzakje in het reguliere onderwijs. De verblijfsduur op het sbo van een leerling is gemiddeld 4 (tot 5) jaar. Bij een school van bijvoorbeeld 300 leerlingen zou je dus verwachten dat er gemiddeld per jaar (3 x 2,8) / 4 ~ 2,1 leerlingen verwezen worden naar het sbo. De verblijfsduur op het so schatten wij op 5 (tot 6) jaar. Bij een school van bijvoorbeeld 300 leerlingen zou je dus verwachten dat: -
eens in de drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 2; twee keer in drie jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 3; een keer in de twee jaar een leerling verwezen wordt naar cluster 4;
-
er 1 leerling is met rugzakje cluster 2; er 1 leerling is met een rugzakje cluster 3; er 2 leerlingen zijn met een rugzakje cluster 4.
Op de webpagina www.jeugdinterventies.nl van het Nederlands Jeugdinstituut wordt bijgehouden wat in de speciale onderwijszorg werkt, wat wetenschappelijk bewezen is in de praktijk.
-19-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
-20-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana
Bijlage 2: Speciale onderwijszorg per schoolprofiel Tabel 1: Speciale onderwijszorg op de netwerkschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er is één paar handen in de klas, de lk1 zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week). Er wordt gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem).
3. Ruimtelijke omgeving
Aan de tafel van de zorgleerlingen wordt één-opéén begeleiding gegeven.
Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.
De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften. Er is op basis van behoefte samen werking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
5. De lk onderhouden Samenwerking contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven. met andere instanties
1
In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lk voor leerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan.
-21-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Tabel 2: Speciale onderwijszorg op de smalle zorgschool Veld 1. Hoeveelhei d aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er is één paar handen in de klas, de lk zorgen eventueel met extra ondersteuning van oa/ou/mll voor bijv. preteaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week). Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen). Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele zorgleerling of subgroep zorgleerlingen helpen.
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week). Er is speciale onderwijszorg door ab’er (gedurende enkele uren per week).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt gebruik gemaakt van niveau- en tempodifferentiatie in de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. pictogrammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.
3. Ruimtelijke omgeving
Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar éénop-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje zorgleerlingen kan plaatsvinden.
Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje zorgleerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise
De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften. Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen / aandoeningen / stoornissen.
De rt’er en/of ib’er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften. Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften.
5. Samenwerk ing met
De lk onderhouden Er is geregelde samenwerking contacten met de ib’er om op de en afstemming met professionals hoogte te blijven. uit so en zorginstellingen.
-22-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana andere instanties
-23-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Tabel 3: Speciale onderwijszorg op de brede zorgschool Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er zijn twee paar handen in de klas, door oa, voor aanvullende begeleiding, op tijdelijke basis (gedurende enkele dagdelen per week). De groepen zijn kleiner.
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door rt’er en/of ib’er, op semipermanente basis (gedurende enkele dagen per week). Er is speciale onderwijszorg door ab’er (gedurende enkele dagdelen per week). Er is een orthotheek met onderwijs-materialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/ psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken. Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (bijv. Leefstijl).
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt niveau- en tempodifferen-tiatie toegepast binnen de lesmethoden. Voor zorgleerlingen zijn er aparte methoden beschikbaar. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden. Er wordt lesstof aangeboden vanuit leerlijnen die gebaseerd zijn op de kerndoelen.
3. Ruimtelijke omgeving
Er zijn aparte plekken waar één-op-één begeleiding en begeleiding van (sub)groepjes zorgleerlingen kan plaatsvinden.
Er is een aparte ruimte voor andere functies (bijv. voor verzorging of voor een time-out).
4. Expertise
Meerdere lk hebben veel kennis en competenties op het gebied van de stoornissen en beperkingen van zorgleerlingen. Via collegiale consultatie en intervisie blijven lk scherp.
Een groot deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van zorgleerlingen. Experts m.b.t. voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschap-pelijk werker, logopedist).
5. Samenwerking met andere instanties
De ib’er, rt’er en lk werken regelmatig samen met professionals van externe instanties (bijv. algemeen maat-schappelijk werk, RIAG, GG&GD)
Er is op regelmatig samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van ihp).
-24-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Externe experts zijn op afroep beschikbaar als daar behoefte aan is (bijv. faalangsttrainer).
-25-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana Tabel 4: Speciale onderwijszorg op de inclusieve school Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting Binnen de klas Er zijn twee paar handen in de klas, door lk/oa voor intensieve (één-op-één) begeleiding, op permanente basis (gedurende de gehele week). Er wordt gewerkt in kleinere groepen.
Binnen de school Er is speciale onderwijszorg door vlk, rt’er en/of ib’er op permanente basis (gedurende alle dagen). Er is speciale onderwijszorg door ab’er (gedurende enkele dagen per week).
2. Onderwijsmaterialen
Zorgleerlingen volgen (individuele) leerlijnen in de kernvakken, gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met speciale didactische kenmerken, speciale pedagogische / psychologische kenmerken en fysieke / lichamelijke kenmerken, tegemoetkomend aan kindspecifieke belemmeringen (bijv. verpleegmateriaal voor langdurig zieke kinderen).
Er is een rijk geoutilleerde orthotheek met onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken Er wordt door de hele school gewerkt met een speciaal programma voor de sociaalemotionele ontwikkeling (preventief pedagogisch schoolklimaat).
3. Ruimtelijke omgeving
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik), de lokalen zijn ruim bemeten, bieden deelruimtes voor diverse activiteiten.
De binnen- en buitenruimte zijn volledig aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften (bijv. rolstoelgebruik, time-out), voor speciale verzorging (bijv. revalidatie, fysiotherapie) en voor speciale leerbehoeften (bijv. schooltuin). Er zijn meerdere aparte ruimtes met een eigen functie (bijv. voor time-out).
4. Expertise
De lk zijn experts op het gebied van speciale onderwijsbehoeften. Daartoe zijn scholings- en certificeringstrajecten gevolgd (bijv. akte so en master SEN).
Het gehele team heeft kennis van en competenties op het gebied van de specifieke onderwijsbehoeften van de zorgleerlingen. Experts vanuit meerdere disciplines met betrekking tot alle
-26-
Schoolondersteuningsprofiel - CNS-basisschool Juliana De lk laten zich voortdurend bij-scholen, m.b.v. coaching en ‘training on the spot’ (video-interactiebegeleiding). Via externe audits/ex ante inspectiebezoeken blijven lk scherp.
5. Samenwerking met andere instanties
•
De ib’er, rt’er en lk werken intensief samen met professionals van externe instanties (hogescholen en universiteiten), benutten nieuwe wetenschappelijke inzichten en evidence based behandelingsmethoden (na raadpleging databank Effectieve jeugdinterventies*).
-27-
voorkomende stoornissen en beperkingen zijn direct beschikbaar (bijv. schoolmaatschappelijk werker, orthopedagogisch specialist, logopedist, kinderfysiotherapeut, schoolpsycholoog). Er is een ouderconsulent die belangen behartigt van ouders, hen wegwijs biedt in de ‘wereld die zorg heet’ (bijv. bij aanvragen lgf/pgb). • Er is op structurele basis intensieve samenwerking en afstemming met so en andere zorginstellingen (ook met Bureau Jeugdzorg) voor alle zorgleerlingen (bijv. gezamenlijke bijdrage aan uitvoering van ihp). • Externe experts zijn op afroep beschikbaar (bijv. speltherapeut, faalangsttrainer, maar ook wijkagent, wijkverpleegkundige/schoolart s, leerplichtambtenaar). • De school biedt i.s.m. instellingen aantrekkelijke (opvoedings)cursussen aan voor ouders.