Schoolondersteuningsprofiel 2014
Stedelijk Dalton College Alkmaar te Alkmaar
1. Inleiding Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Onderscheiden worden de basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is door het samenwerkingsverband afgesproken ondersteuning die een school aan alle leerlingen moet kunnen bieden. Het samenwerkingsverband van scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in NoordKennemerland geeft scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra ondersteuning op maat kunnen inzetten. Een school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De school kan er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en bevat tevens de ambities van de school. Het biedt het ouders de mogelijkheid om per school te beoordelen of het ondersteuningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken in het schoolplan of het zorgplan van de school of op ‘Vensters voor Verantwoording’. Deze laatste website is een project van de VO-raad waarbij allerlei cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs, afkomstig van de onderwijsinspectie en van de scholen zelf, verzameld en gevisualiseerd wordt in één systeem. Het schoolondersteuningsprofiel is tot stand gekomen op basis van een format van het Samenwerkingsverband VO en is door de school verder ingevuld. De medezeggenschapsraad van de school heeft directie en team daarbij geadviseerd.
2. Algemene informatie In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de leerlingpopulatie weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader van passend onderwijs: de onderwijsvisie.
2.1
Contactgegevens Naam Type school Adres Telefoon E-mail Website
2.2
Stedelijk Dalton College Alkmaar Vmbo / Havo / Vwo Arubastraat 4, 1825PV Alkmaar 072 - 5625000
[email protected] www.daltonalkmaar.nl
Onderwijsvisie en visie op ondersteuning
Het Stedelijk Dalton College is een school voor daltononderwijs. Dat is een heel bewuste keuze en de Daltonprincipes - vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking - beïnvloeden het onderwijs dan ook in al haar facetten.
2 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Kernwaarden zijn:
Verantwoordelijkheid. Zelfstandigheid. Samenwerking. Reflectie. Doelmatigheid. Borging.
Op het Stedelijk Dalton College wordt dan ook met elkaar omgegaan op basis van vertrouwen in de ander en met respect voor elkaars verantwoordelijkheid. Iedereen draagt bij aan een prettig en veilig leerklimaat, waarbij rekening wordt gehouden met de ander en verschillen worden geaccepteerd. Iedereen houdt zich aan de afspraken die zijn gemaakt en neemt hierbij zijn/haar verantwoordelijkheid. De school vindt het belangrijk dat iedereen leert en het beste uit zichzelf en anderen haalt. Daarbij wordt voortdurend gereflecteerd op eigen handelen. Door elkaar vertrouwen te geven wordt ieders zelfvertrouwen gestimuleerd. Iedere medewerker op de school is zich bewust van zijn pedagogische verantwoordelijkheid. De onderwijsvisie is als volgt geformuleerd:
Ruimte voor verschillen en kansen bieden: de mogelijkheid te geven om te leren, zich te ontwikkelen en verder te komen. Want ieder mens heeft zijn persoonlijke kwaliteiten en iedereen verdient een kans om zich te kunnen ontwikkelen en te ontdekken wat zijn/haar kwaliteiten zijn.
Talentontwikkeling: door het bieden van uitdagend onderwijs wordt elke leerling geprikkeld om op basis van vertrouwen in eigen kunnen het beste uit zichzelf te halen, niet alleen op cognitief gebied maar ook op andere gebieden.
Persoonlijke groei, zelfkennis en reflectie: gedurende de hele schoolloopbaan wordt door de school en door de leerling zelf zichtbaar gemaakt wat de leerling kan en kent. Want persoonlijke groei in al zijn facetten en het vermogen om te kunnen reflecteren op eigen functioneren is belangrijk om nu en in de toekomst zelfstandig te kunnen functioneren.
Kritisch en sociaal burgerschap: functioneren als zelfstandig lid van de samenleving met oog voor de eigenheid van anderen en in staat om een eigen mening te ontwikkelen en te beargumenteren. Want de school is meer dan een instelling die opleidt tot een diploma.
Ondernemend en creatief: buiten vaste kaders durven denken om te kunnen leven in een snel veranderende maatschappij. Helen Parkhurst zei al: ‘Wat we nodig hebben zijn mensen zonder vrees’.
Visie op ondersteuning Onder begeleiding van de mentor verloopt de brugperiode voor de meeste kinderen zonder problemen. Sommige leerlingen hebben echter een andere of extra vorm van ondersteuning nodig. Deze kan gericht zijn op hulp bij moeilijke vakken of op het verhogen van de weerbaarheid en zelfstandigheid. Ook wordt in de brugklas veel aandacht besteed aan het leren studeren. Alle leerlingen van het eerste leerjaar worden besproken en hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens van de basisschool en over de thuissituatie en dat wat opvalt in de klas. Een deel van onze leerlingen heeft specifieke onderwijsbehoeften. Het gaat dan om leerlingen met dyslexie, faalangst, sociaal-emotionele problemen, leerachterstanden, LGF (rugzakje), anderstalige en (hoog)begaafde leerlingen. Voor al deze leerlingen be3 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
schikt de school over deskundige begeleiders. In het zorgplan staat beschreven op welke wijze deze ondersteuning is uitgewerkt. Hoewel het vangnet van specialisten buitengewoon belangrijk is, streeft de school ernaar het pedagogische en didactische repertoire van iedere docent zodanig uit te breiden dat het op het Stedelijk Dalton College vanzelfsprekend is, dat er ook binnen de reguliere lessen aandacht en zorg is voor de specifieke behoeften van iedere leerling. Juist binnen het daltonsysteem kan meer worden ingespeeld op verschillen tussen de leerlingen. Docenten krijgen diverse scholingstrajecten aangeboden om te leren omgaan met dergelijke verschillen.
2.3
Kengetallen leerlingpopulatie Hieronder worden de belangrijkste kengetallen van de school weergegeven. Meer specifieke informatie is te vinden op Vensters voor Verantwoording.
2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal leerlingen
Aantal lwooleerlingen
Verwijzing naar SVO
Leerlingen met RECindicatie
Leerlingen met dyslexieverklaring
950 978 974
124 140 119
1 0
28 29
99 115
Overige leerlingen met ondersteuningsbehoefte
Uitsplitsing leerjaren in 2012-2013
1
2
vmbo kb/tl
73
77
vmbo-bb en lwoo
48
52
vmbo-tl havo/vmbo tl
71
77
4
5
85
70
60
57
64
27
31
31
6
53
havo vwo/havo
3
73
vwo
29
Slaagpercentages VWO
HAVO
VMBO-TL / MAVO
2010-2011
95%
96%
97%
2011-2012
91%
92%
96%
2012-2013
97%
82%
84%
4 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Doorstroom van leerlingen Van eerste tot derde leerjaar zonder zittenblijven Schooljaar
2010-2011
2011-2012
2012-2013
93%
96%
100%
Van derde leerjaar naar diploma zonder zittenblijven Vwo
62%
80%
75%
Havo
69%
63%
50%
Vmbo-tg
91%
80%
75%
Uitstroom
Uitstroom leerlingen per afdeling schooljaar 2011-2012 Opleiding
Vwo
Wetenschappelijk onderwijs
71%
Hoger beroepsonderwijs
14%
Havo
73% 18%
Middelbaar beroepsonderwijs
Vmbo-tg
94% 6%
Voortgezet onderwijs Buitenland Werken
15%
9%
Onbekend
De school had in 2012-2013 40 klassen. De klassengrootte varieerde tussen de 13 en 31 leerlingen. Er waren in dat jaar 128 medewerkers aan de school verbonden. De onderbouw-vmbo was verdeeld in vmbo-breed-klassen en vmbo-basis/lwoo-klassen. De vmbo-breed klassen hebben gemiddeld 26-28 leerlingen, de vmbo-basis/lwooklassen 14-17 leerlingen. Met ingang van augustus 2014 komen alle leerlingen met een bb-, bb/kb-, kb-, kb/tladvies terecht in ‘Dalton Skills’. Dit geldt ook voor alle leerlingen met een lwoobeschikking. Leerlingen met een tl-advies + lwoo worden ook in Dalton Skills geplaatst. Leerlingen met een tl-advies zonder lwoo kunnen óf in Dalton Skills óf in Dalton Original, Stage of Lab worden geplaatst. De keuze hangt af van het advies van de basisschool én van de testgegevens of van andere zaken, die een rol kunnen spelen bij de keuze tussen een klas op kb/tl-niveau of een klas op havo/tl-niveau. Binnen Dalton Skills kennen we een dakpanklas bb/kb en een dakpanklas kb/tl. In beide klassen geldt, dat er gewerkt wordt vanuit een startniveau waarbij er veel ruimte is om te wennen aan de nieuwe school. Het doel is om leerlingen een succeservaring te laten opdoen. In de loop van het jaar kan de leerling, als dat binnen zijn/haar mogelijkheden lijkt te liggen, één of meer vakken (of zo mogelijk alle vakken) op een hoger niveau volgen. 5 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Dalton Skills besteedt veel aandacht aan de persoonlijke begeleiding van leerlingen. De klassen binnen Dalton Skills bestaan uit ongeveer 20 leerlingen. In elke klas zit een aantal leerlingen met een lwoo-beschikking. Leerlingen met een lwoo-beschikking hebben leerachterstand op een bepaald gebied. Vanwege deze achterstand wordt extra hulp geboden, maar verder functioneren deze leerlingen op hun eigen niveau binnen een ‘gewone’ klas. Dalton Skills biedt ook onderwijs op maat door combinatievakken aan te bieden als Mens & Maatschappij en Mens & Natuur. Hierdoor hebben de leerlingen minder verschillende docenten en zijn die docenten beter in staat de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Informatie over de werkwijze in Dalton Skills is te vinden in de brochure op de website van de school.
3
Basisondersteuning 3.1
Inleiding Op de scholen voor regulier voortgezet onderwijs in Noord-Kennemerland wordt een schematisch overzicht van aspecten van basisondersteuning gehanteerd. U vindt dit overzicht in bijlage 1. Basisondersteuning kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de leerlingen en een intensief intern overleg daarover. Basisondersteuning is geen vast gegeven: scholen zijn en blijven in ontwikkeling en de inhoud van de basisondersteuning zal dan ook regelmatig worden aangepast. Voor alle scholen geldt dat het onderwijs zoveel mogelijk wordt afgestemd op de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van de leerling en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan de individuele leerling geschonken. Indien nodig biedt de school een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmaterialen en onderhoudt zij - waar nodig actief werkrelaties met externe deskundigen. De scholen ontwikkelen zich daarbij voortdurend en besteden veel aandacht aan de professionalisering van de medewerkers.
3.2
Basisondersteuningsprofiel Het Stedelijk Dalton College heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het gewenste niveau van basisondersteuning met behulp van het genoemde overzicht van de basisondersteuning. De uitkomst van deze analyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningsprofiel gevoegd. (bijlage 1) Uit de analyse blijkt dat de school al ver is gevorderd in haar ontwikkeling van de basisondersteuning. Wat betreft de ontwikkelpunten zijn diverse zaken al in een ver gevorderd stadium van ontwikkeling.
3.3
Onderwijsondersteuningsstructuur In schema ziet de ondersteuningsstructuur van het Stedelijk Dalton College er als volgt uit:
6 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
e
Interne deskundigen e
2 -lijns ondersteuning
e
3 -lijns ondersteuning
(zie overzicht onder het schema)
Externe deskundigen en instellingen
Zorg Advies Team (ZAT) Interne en externe deskundigen
Leerling
Zorgteam (intern)
1 -lijns ondersteuning
Mentoren Vakdocenten Teams
Toelichting op de niveaus van ondersteuning
Niveau e 1 -lijns ondersteuning
Ondersteuningsmogelijkheden Voor verreweg de meeste van de leerlingen is buiten een goede lessituatie geen extra ondersteuning noodzakelijk. De docenten geven les en houden via het LVS (leerlingvolgsysteem in Magister) nauwkeurig de voortgang van de leerling bij. De mentor heeft aan deze informatie en aan zijn eigen (dossier) kennis en individuele gesprekken met de leerling voldoende om de ouders tijdens de ouderavond op de hoogte te houden van de voortgang van de leerling. Lwoo-leerlingen en daarnaast ongeveer 10-20% van de overige leerlingen hebben wel ondersteuning nodig. Hiervoor hanteren de docenten een (groeps)handelingsplan. Het betreft hier bijvoorbeeld ook de leerlingen met dyslexie. Tijdens de leerlingbespreking wordt een plan van aanpak afgesproken. Eventueel in samenspraak met een interne specialist. Tijdens de eerste ouderavond bespreekt de mentor dit plan van aanpak met de ouders.
7 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
e
2 -lijns ondersteuning
e
3 -lijns ondersteuning
Voor het schrijven van een individueel handelingsplan vindt overleg plaats tussen de mentor en de zorgspecialisten, de leden van het interne zorgteam. (zie onder dit schema) Het individuele handelingsplan wordt uitgevoerd door alle docenten. Zo nodig ondersteunt de afdelingsleider de docenten daarbij (coaching, lesobservatie, scholing op maat, etc.). Evaluatie van individuele handelingsplannen gebeurt tijdens de leerlingbesprekingen. (4x per jaar) Ouders worden vanaf dag 1 betrokken en ondertekenen het handelingsplan. De mentor houdt het dossier bij. De mentor kan de leerling ook aanmelden voor bespreking in het interne zorgteam. Het interne zorgteam komt eens in de twee weken bij elkaar. e 2 -lijns ondersteuning kan bijvoorbeeld bestaan uit: Faalangstreductietraining. Sociale Vaardigheidstraining. Examentraining. Gesprekken met de counselor. Ondersteuning bij dyslexie Remediale hulp. Gesprekken met de schooldecaan. Huiswerkbegeleiding. Sommige leerlingen kampen met ernstige problemen. Deze problemen worden het ZAT (zorgadviesteam: zie de toelichting onder dit schema) besproken. Ouders geven vooraf (schriftelijk) toestemming voor de bespreking van hun kind in het ZAT. De uitkomst van deze bespreking kan zijn: Een duidelijk handelingsadvies voor de docenten, waarbij dikwijls externe hulp wordt ingeschakeld. (doorverwijzing naar externe instantie) Ouders geven ook schriftelijk hun goedkeuring aan het plan van aanpak. Verwijzing naar een school met een speciale setting: een tijdelij1 ke voorziening als het opdc (bijv. Keerpunt) of speciaal onderwijs. Indien verwijzing plaatsvindt, wordt het dossier opgemaakt door de mentor en de zorgcoördinator. Ouders zijn steeds bij het proces betrokken. Hierbij verplichten alle partijen zich een uiterste inspanning te doen om voortijdige schooluitval te voorkomen.
Toelichting Voor het begeleiden en ondersteunen van de leerlingen heeft de het Stedelijk Dalton College diverse gespecialiseerde medewerkers in dienst. Het gaat om de volgende functionarissen:
1
Mentor: het vaste aanspreekpunt voor de leerling, de mentor volgt de studievorderingen bij alle vakken, overlegt zo nodig met de docenten, bewaakt de sfeer in de klas en staat open voor persoonlijke problemen van de leerling. Afdelingsleider: Afdelingsleiders zijn beslissingsbevoegd. Zij verlenen zelf geen ondersteuning, maar zijn verantwoordelijk voor de professionalisering van hun docententeam. Waar de mentor de spil is in leerlingenzorg is de afdelingsleider spil in docentenzorg. Zorgcoördinatoren: coördineren de ondersteuning, maar verlenen zelf geen directe hulp. Houden bij welke ondersteuning voor wie nodig is. De zorgcoördinator is de
Opdc = Ortho Pedagogisch en Didactisch Centrum, een gezamenlijke (school)voorziening van de VO-scholen voor tijdelijke opvang van leerlingen. Na de opvangperiode keren de leerlingen indien mogelijk terug naar de school van herkomst.
8 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
spin in het web. Zij brengen externe partijen binnen de school en onderhouden communicatie. Counselors: de counselor biedt leerlingen een steuntje in de rug bij het zelf zoeken naar een oplossing voor hun problemen of bij het beter leren omgaan met problemen waar hij/zij op dat moment onder gebukt gaat. Remedial teachers (RT): Zorgen voor de ondersteuning van docenten bij hun zorg voor leerlingen. De RT verzorgt de screening van alle leerlingen op dyslexie, verzorgt eventueel de benodigde faciliteiten en geeft handelingsadviezen aan leerlingen, vakdocenten, mentoren, teams en secties. RT’ers zorgen voor kant en klare hulppakketjes en halffabricaten waarmee docenten direct aan de slag kunnen. RT’ers kunnen, indien de begeleiding in de klas niet toereikend is, individuele leerlingen of groepjes leerlingen gedurende een periode begeleiden. Hoogbegaafdheidscoördinator: hoogbegaafde leerlingen worden na screening geplaatst in een plusprogramma. De hoogbegaafdheidscoördinator onderhoudt het contact met ouders, zorgt voor ondersteuning van de docenten en is verantwoordelijk voor het plusprogramma en voor afstemming met en informatie naar docenten/mentoren. Decaan: zorgt voor ondersteuning van de leerlingen en mentoren op het gebied van keuzebegeleiding en oriëntatie op studie en beroep. Diverse begeleiders/trainers: bijvoorbeeld de trainer sociale vaardigheden of de faalangstreductietrainer Trajectgroepbegeleider: zie ‘extra ondersteuning’ in paragraaf 4. Vertrouwenscontactpersonen: personen waarmee leerlingen vertrouwelijk zaken kunnen bespreken. Verzuimcoördinator: beoordeelt rechtmatigheid van verzuim en onderneemt eventueel actie.
De zorgteams e De school beschikt over een intern zorgteam (2 -lijns ondersteuning) en een zorgade viesteam (3 -lijns ondersteuning). Het interne zorgteam bestaat uit:
Zorgcoördinator. (voorzitter) Afdelingsleider. Counselor. Remedial teacher. (op afroep)
Het interne zorgteam komt per afdeling 1 x per 2 weken bij elkaar. Zorgadviesteam (ZAT) Indien de problematiek de mogelijkheden van de interne specialisten te boven gaat vindt doorverwijzing plaats naar het zorgadviesteam (ZAT), waarin ook externe deskundigen participeren. Het ZAT vergadert 1 x per 6 weken. Het ZAT bestaat uit:
Zorgcoördinator. (voorzitter) Afdelingsleider. Counselor. Medewerker Bureau Jeugdzorg. Leerplichtambtenaar. Schoolarts. Vertegenwoordiger politie. (op afroep)
Het aantal leerlingen dat de afgelopen jaren in het ZAT van de school is besproken en het aantal leerlingen in de leerlingbegeleiding : 9 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
2011-2012 2012-2013 2013-2014
Aantal leerlingen besproken in het ZAT 56 57 63
Externe deskundigen en instellingen, waarmee de school samenwerkt, zijn:
GGD. Bureau Jeugdzorg. Politie/Bureau HALT. Leerplichtambtenaren. (School) Maatschappelijk Werk. GGZ. Gedragpunt (v/h REC-4) Ambulante begeleiders REC. Meldpunt Verzuim.
In de schoolgids en het zorgplan van de school is meer informatie over het bovenstaande te vinden. Bijzondere vormen van basisondersteuning op het Stedelijk Dalton College:
Keuzebegeleiding: begeleiding bij tussentijdse keuzes, bijvoorbeeld voor een sector en afdeling aan het begin van de derde klas in de beroepsgerichte leerweg of bij het kiezen van een vakkenpakket in klas vier van de theoretische leerweg of bij het kiezen van één van de profielen in de Tweede Fase vwo en havo.
Praktijk- en sectororiëntatie (PSO) het volgen van proeflessen op verschillende afdelingen op het Van der Meij College.
Oriëntatie op Studie en Beroep (OSB-lessen): oriënteren op vervolgstudies door het bezoeken van open dagen, proef-studeren en meeloopdagen. (Havo/Vwo)
Taalklas: dit is een voorziening binnen het Stedelijk Dalton College Alkmaar, die speciaal bestemd is voor anderstalige leerlingen. Naar dit schooltype gaan leerlingen die nog niet toe zijn aan het reguliere voortgezet onderwijs in Nederland, omdat zij het Nederlands nog onvoldoende beheersen. De Taalklas is de schakel tussen een opleiding in (meestal) het buitenland en het onderwijs in Nederland. In de Taalklas worden leerlingen geplaatst in de leeftijdscategorie 16-17 jaar en woonachtig in regio Alkmaar. De leerlingen in de leeftijdscategorie 12-15 worden ondergebracht op een taalklas die verbonden is aan het PCC of aan csg Jan Arentsz. Indien er voldoende leerlingen zijn kan een extra taalklas voor deze leeftijdscategorie worden gerealiseerd op het Stedelijk Dalton College. Het Stedelijk Dalton College verzorgt de centrale intake van alle taalklasleerlingen in Alkmaar. Het belangrijkste doel is de anderstalige leerling in een zo kort mogelijke tijd (maximaal één jaar) zodanige kennis en vaardigheden bij te brengen, dat een succesvolle overstap naar één van de vormen van het middelbaar beroepsonderwijs mogelijk is. Er wordt veel aandacht besteed aan het verwerven van de taalvaardigheden in de Nederlandse taal, zoals: luisteren, spreken, lezen, en schrijven. Daarnaast krijgt een taalklasleerling de kans om andere vakken in een Nederlandse klas te volgen zodat een goede overstap wordt gewaarborgd.
10 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Meer- en hoogbegaafdheid: de school is begaafdheidsprofielschool en maakt deel uit van een netwerk van scholen waarin kennis en ervaring met hoog- of meerbegaafde leerlingen wordt uitgewisseld. Het zogenaamde ‘plusprogramma’ heeft als doel de groep plusleerlingen steeds beter uitdagend onderwijs op maat te bieden door: o o o o
3.4
het aanbieden van contacten met gelijkgestemden, zodat zij zich thuis voelen op school; het aanbieden van uitdagend onderwijs, zodat zij gemotiveerd hun talent ontwikkelen; het aanbieden van begeleiding op het gebied van structuur en planning, zodat zij het zicht houden op hun mogelijkheden; het stimuleren om een diploma te halen op een zo hoog mogelijk niveau.
Planmatig werken Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) In het reguliere voortgezet onderwijs moeten scholen met ingang van 1 augustus 2014 een zogeheten ‘ontwikkelingsperspectiefplan’ opstellen voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen. In het ontwikkelingsperspectiefplan wordt beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en wat de onderbouwing van deze verwachting is. Wat dit laatste betreft gaat het om de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed kunnen zijn op het onderwijsleerproces. Het bevoegd gezag van de school stelt het ontwikkelingsperspectiefplan vast nadat hierover op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de ouders heeft plaatsgevonden. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Scholen voor regulier voortgezet onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven welke leerling een ontwikkelingsperspectief heeft. De inspectie ziet toe op de kwaliteit van deze werkwijze binnen de scholen. Het opstellen van een OPP vraagt om een integrale werkwijze waarin de opsteller de informatie en expertise vanuit alle betrokkenen meeneemt: van de leerling zelf, van de ouders, de docenten, mentoren en andere schoolinterne deskundigen en van de ketenpartners van de school (de externe deskundigen die bij de leerling betrokken zijn). Handelingsplannen werden vooral geschreven om hiaten op te vullen, een OPP is meer bedoeld om hiaten te voorkomen. Het OPP wordt meer opgesteld vanuit de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling op de langere termijn, met einddoelen die passen bij het perspectief (uitstroom) van de leerling. Het OPP richt zich meer op de doelen die in de onderwijsinstelling behaald dienen te worden. De positie van de ouders is hiermee flink veranderd: zij zijn nu meer betrokken partners bij het leren en opgroeien van hun kind. Indien geen overeenstemming wordt bereikt bij het vaststellen of bijstellen van het OPP kunnen ouders zich wenden tot de ‘Geschillencommissie Passend Onderwijs’ (v/h de ‘Geschillencommissie OPP’). Ten tijde van het opstellen van dit schoolondersteuningsprofiel zijn de scholen druk bezig zich voor te bereiden op deze nieuwe maatregel. Werkwijze Stedelijk Dalton College Alkmaar In principe komt elke leerling in aanmerking voor de ondersteuning die hij/zij nodig heeft indien de ondersteuningsvraag past binnen het schoolondersteuningsprofiel. De hulpvraag van de leerling is de basis van het plan. De ondersteuningsvraag wordt geformuleerd door de school in samenwerking met de leerling en de ouders. De ondersteuningsvraag moet zijn onderbouwd. Bij leerlingen met dyslexie/dyscalculie wordt bijvoorbeeld een verklaring verlangd. Na overleg met ouders en leerling beslist de school uiteindelijk over de inzet van de ondersteuning. Individuele handelingsplannen worden in ieder geval gemaakt voor:
11 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Alle lwoo-leerlingen Bij aanvang van het schooljaar worden voor deze leerlingen door mentoren handelingsplannen (OPP’s) geschreven. Deze plannen spelen in op eerder verkregen informatie, bijvoorbeeld vanuit het basisonderwijs. De zorgcoördinator stimuleert en ondersteunt de mentor in het handelingsgericht werken. Vanaf de brugklas werken deze leerlingen aan een programma waarbij gewerkt wordt aan inhalen van de leerachterstanden op bijv. het gebied van rekenen en taal.
LGF-/Trajectgroepleerlingen Voor deze leerlingen worden handelingsplannen opgesteld door de trajectgroepbegeleider in overleg met de zorgcoördinator. Sinds enkele jaren is er binnen de school - in samenwerking met Gedragpunt (v/h REC-4) - een time-out-voorziening gestart. Binnen deze voorziening is dagelijkse begeleiding aanwezig. Leerlingen met een LGF (leerlinggebonden financiering), cluster 4 problematiek (autisme, AD(H)D) kunnen hier gebruik van maken, indien blijkt dat zij het niet redden in een reguliere klas. Leerlingen, die extra ondersteuning krijgen (zoals bijvoorbeeld via de Trajectgroep: zie paragraaf 4 van dit document) krijgen een OPP. Er zijn meerdere evaluatiemomenten per jaar. De leerling wordt dan besproken met de mentor en er wordt per periode bekeken in welke mate de leerling de reguliere lessen kan volgen of meer gebaat is bij aparte begeleiding in de trajectklas. Indien er sprake is van zeer ernstige gedragsproblematiek kan de leerling worden doorverwezen naar bijvoorbeeld Het Keerpunt.
Leerlingen die in het zorgadviesteam worden besproken Alle leerlingen, die risico lopen ten aanzien van hun studievoortgang (onder andere uitval of afstroom), worden in het zorgadviesteam besproken. Voor deze leerlingen wordt een plan van aanpak opgezet, dat wil zeggen: er wordt bepaald welke stappen wenselijk zijn. Zo nodig wordt ook een OPP opgesteld. In het zorgadviesteam wordt afgesproken wie het OPP opstelt en wat de inhoud ervan dient te zijn. Hierbij wordt ook de verdere procedure vastgelegd.
Voor bovengenoemde leerlingen worden handelingsplannen opgesteld in directe relatie tot de vastgestelde ondersteuningsbehoefte(en). Alle informatie betreffende de handelingsplannen wordt bijgehouden in het schooladministratiesysteem, Magister. Op deze wijze kunnen de ontwikkelingen door alle betrokkenen nauwgezet worden gevolgd en is de benodigde informatie steeds direct bereikbaar voor alle ondersteuners.
3.5
Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie Voortgezet Onderwijs heeft de het Stedelijk Dalton College Alkmaar het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving in orde is. Belangrijk is de interne toets of de schoolgemeenschap de goede dingen doet en of die dingen ook goed gedaan worden. Een helder kwaliteitsbeleid is tevens van belang vanwege de externe legitimatie, naar ouders, inspectie etc. De zelfevaluaties, waarin de school zelf de sterke en zwakke kanten analyseert, moeten voldoen aan de eisen die de overheid stelt aan een dergelijk systeem. Bij het reguliere schooltoezicht door de Inspectie voor het onderwijs moet een gedegen zelfevaluatie het uitgangspunt van bespreking worden. De school hanteert dan ook een intern kwaliteitsbeleid.
12 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Hiermee wordt systematisch nagegaan of de school waarmaakt wat in plannen en beleidsvoornemens wordt beloofd. Centraal staan het functioneren en de prestaties van de school. Dit gebeurt met behulp van een vaste, vierjarige beleidscyclus:
Jaar 1 Schoolplan, jaarlijkse activiteitenplan, jaarverslag en schoolgids
Jaar 4
Jaar 2
jaarlijkse activiteitenplan, Dalton-zelfevaluatie en visitatie Nederlandse Dalton Vereniging, jaarverslag en schoolgids
jaarlijkse activiteitenplan, jaarverslag en schoolgids
Jaar 3 jaarlijkse activiteitenplan, jaarverslag en schoolgids
De school hanteert bij dit proces het Toetsingskader VO van de Inspectie voor het onderwijs als leidraad. Bij alle ontwikkelingen hanteert de school eveneens een vaste beleidscyclus:
De stappen kunnen als volgt worden beschreven: 1. Plan: bedenken van een plan, het definiëren van meetpunten , normen en targets. 2. Do: het plan uitvoeren, meetpunten analyseren en gebruiken voor actie en procesverbetering. 3. Check: het plan en uitvoering beoordelen, met elkaar praten over scores om de meetpunten en de analyses. 4. Act: het plan, de normen en targets bijstellen of de uitvoering bijsturen.
13 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Ten slotte de tevredenheidsscores van leerlingen en ouders. Deze kunnen worden afgelezen uit de volgende grafieken:
Bij de leerlingen scoren veiligheid, sfeer, respect, begeleiding en ondersteuning (met name door de mentor) hoog. De ouders scoren eveneens hoog op veel van de gemeten aspecten. Voor gedetailleerde informatie kunt u terecht op Vensters voor Verantwoording.
4
Extra ondersteuning 4.1 Inleiding Het samenwerkingsverband geeft de scholen ook de beschikking over ondersteuningsmiddelen waarmee zij naast de basisondersteuning voor leerlingen extra ondersteuning op maat kan inzetten. De scholen kunnen deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De scholen kunnen er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken om een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs in te kopen. Deze extra ondersteuning werd voorheen bekostigd vanuit de zogenaamde ‘rugzakjes’, die op korte termijn worden afgeschaft.
4.2 Arrangementen Het Stedelijk Dalton College Alkmaar kent in het kader van de extra ondersteuning het zogeheten FlexTraject. De begeleiding binnen het FlexTraject is op de leerling toegesneden en staat beschreven in een individueel handelingsplan. Hierbij wordt rekening gehouden met de onderwijsbehoefte, zoals vastgesteld in de diagnose. Ook wordt rekening gehouden met factoren als leeftijd, afdeling, lesprogramma en thuissituatie. De ene leerling zal op een aantal vaste momenten per week van deze begeleiding gebruik maken, een andere leerling doet dat minder frequent. De begeleiding vindt individueel plaats of, als dit wenselijk en mogelijk is, in kleine groepen. Onderstaand een nadere beschrijving van het FlexTraject.
14 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Flextraject Doelgroep
Capaciteit
Doelstellingen
Beschikbare materialen Ruimtelijke omgeving Deskundigheid
Extra ondersteuning Het FlexTraject richt zich op alle leerlingen met gediagnosticeerde psychiatrische problemen en/of ontwikkelings- en gedragsstoornissen behorende bij cluster 4, waaronder ASS/ AD(H)D. Ook leerlingen met een diagnose zonder LGF kunnen gebruik maken van het FlexTraject. Zij worden eerst besproken in het interne zorgoverleg. De leerling heeft de cognitieve capaciteiten om een regulier diploma te behalen, maar functioneert onvoldoende zelfstandig binnen de bestaande schoolstructuur. Hij behoeft structureel ondersteuning bij de algemene leervoorwaarden met behulp van een begeleidingsplan op maat. 10-15 leerlingen. Gezien de geringe capaciteit van deze voorziening wordt zeer zorgvuldig beoordeeld welke leerlingen in aanmerking komen voor het FlexTraject. Preventief werken: het voorkómen van gedragsproblemen, vroegtijdig ingrijpen om escalatie van gedragsproblematiek te voorkomen. De leerling zich veilig laten voelen binnen de school en binnen de reguliere klas. De leerling - met de vereiste ondersteuning - (beter) doen functioneren in de reguliere klas. De leerling - binnen zijn vermogens – laten werken aan het vergroten van zelfinzicht en zelfverantwoordelijk handelen. De leerling een diploma laten behalen dat past bij zijn cognitieve capaciteiten en verdere mogelijkheden. Aanleren schoolse vaardigheden/leer- werkgedrag, zoals: werkhouding, zelfstandigheid, taakgerichtheid, aandacht, motivatie, instructiegevoeligheid, plannen van daltonuren en (t)huiswerk. Verbeteren van de interactie met docenten, onderwijs ondersteunend personeel en medeleerlingen, waaronder optimaliseren van communicatieve vaardigheden. Verbeteren van het sociaal functioneren binnen en buiten de klas. Daarnaast biedt het FlexTraject de mogelijkheid om in overige onderwijsbehoeften te voorzien, bijvoorbeeld: o Instructie. o De dag starten en/of afsluiten: roosterwijzigingen, spullen mee, terugblik, planning, huiswerk. o Time-out-voorziening: preventief, na escalatie, om een toets maken, tijdens pauzes, bij tussen- en opvanguren. o Ontspanning. Een individueel handelingsplan. Lesmateriaal: regulier en aanvullend. Aparte ruimte in de school met mogelijkheid voor individuele gesprekken. Trajectgroepbegeleider. Zorgcoördinator. (coördinatie) Mentor. Docent. Het onderwijs ondersteunend personeel is geïnformeerd.
15 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Samenwerking met externe instanties
Er is een intensieve samenwerking met deskundigen uit REC 4.
Niet alle leerlingen met een ‘rugzak’ (LGF) hebben begeleiding via het FlexTraject nodig. Rugzakleerlingen krijgen allemaal één of een half uur extra individuele begeleiding van een persoonlijk mentor. De inhoud van de begeleiding wordt in samenspraak met de zorgcoördinator en de ouders vastgesteld en periodiek geëvalueerd. Zo nodig vindt bijstelling in tijd of aanpak plaats. Dankzij deze individuele begeleiding kunnen deze leerlingen doorgaans goed functioneren in een reguliere klas.
5
Ambities Allereerst is het de ambitie van het Stedelijk Dalton College om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die aan de basisondersteuning, zoals weergegeven in bijlage 1, mogen worden gesteld. Dit is een voortdurend verbeterings- en ontwikkelingsproces. Andere ambities in het kader van passend onderwijs, zoals verwoord in het schoolplan 20112015, zijn de volgende.
6
Opstellen handleiding ondersteuning voor docenten. Verdere uitwerking interne trajectklas. (flextraject) Voortzetten individuele begeleiding van (rugzak)leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Schoolbreed aandacht voor onderpresteren. Ontwikkelen leren-leren en sociale vaardigheden binnen de afdeling Dalton Skills. Ontwikkelen van een doorlopende leerlijn daltonvaardigheden. (portfolio) Optimaliseren gebruik van Magister als leerlingvolgsysteem. Borgen absentiecontrole en -registratie en preventie/terugdringen geoorloofd ziekteverzuim. De gedragscode ‘social media’ van SOVON implementeren in dalton. Bevorderen goed pedagogisch klimaat m.b.v. de ontwikkelgroep ‘Goed Gedrag kun je leren’.
Afsluiting Voor alle vragen, die tijdens het lezen van dit schoolondersteuningsprofiel bij u zijn gerezen, kunt u zich wenden tot de school. Overigens vindt u ook op de website van de school en in de vele documenten die u via de website gemakkelijk kunt bereiken, uitgebreide informatie over wat in deze notitie aan de orde is gesteld.
16 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Bijlage 1 Overzicht basisondersteuning Stedelijk Dalton College Alkmaar Vooropmerking Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is. Aspecten 1 a b c d e 2 a b c d e f g h i j k l m n o 3 a b c d e 4 a b c d e
In ontwikkeling
Beleid met betrekking tot passend onderwijs De school heeft de intentie om leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte in principe aan te nemen, mits het ondersteuningsaanbod toereikend kan zijn De school meet minimaal één keer per twee jaar de tevredenheid van leerlingen en ouders/verzorgers De school bepaalt jaarlijks hoe de zorgmiddelen worden ingezet De school evalueert jaarlijks het rendement van geboden ondersteuning en gebruikt de conclusie als input voor het ondersteuningsbeleid Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden daarvoor ingezet Passende begeleiding De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door het verzamelen van informatie uit overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek met de ouders De school voorziet in op maat gemaakte onderwijsarrangementen voor leerlingen die dat nodig hebben De school werkt met (groeps)handelingsplannen met een vaste structuur (Groeps)handelingsplannen bevatten handelingsgerichte, direct toepasbare adviezen De school gaat altijd na welke opbrengsten handelingsplannen opleveren De school beschikt over een goed functionerend leerling volg systeem (LVS) waarin de ondersteuning wordt vastgelegd Docenten en mentoren voeren leerlinggegevens m.b.t. onderwijsresultaten, sociaalemotionele ontwikkeling en andere relevante informatie structureel in in het LVS Minimaal twee keer per jaar vinden leerlingbesprekingen plaats op basis van deze individuele informatie en m.b.t. groepssituaties De school stelt de informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen ter beschikking van professionals, waarmee wordt samengewerkt. De mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften van leerlingen structureel beschikbaar aan medewerkers van de school die hiervan op de hoogte dienen te zijn De school besteedt structureel aandacht aan de competenties van docenten en begeleiders in relatie tot de ondersteuningsproblematiek die speelt De school beschikt over goed getrainde mentoren die in staat zijn adequaat te signaleren en te interveniëren (binnen hun taakstelling) De school maakt gebruik van (eventueel externe) specialisten als het gaat om extra ondersteuning De school zet externe zorgpartners preventief in ten behoeve van een vroegtijdige signalering, zodat eerder lichte ondersteuning kan worden ingezet Voor speciale onderwijsbehoeften schakelt de school zo nodig diagnostische expertise van buiten de school in De continuïteit van de passende begeleiding De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning is ondergebracht bij één of meer functionarissen Begeleidingsgegevens (al vanaf het BaO) worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem De school participeert in de overgangsprocedures BaO/VO zoals afgesproken De school participeert in de overgangsprocedures VO/MBO zoals afgesproken De school heeft afspraken over hoe de ‘warme overdracht’ wordt vormgegeven vastgelegd Basisondersteuning voorziet in opvang van leerlingen met een algemene hulpvraag De school verzorgt leerwegondersteuning (LWO) De school vangt leerlingen met een PRO-beschikking op in het VMBO met LWO Inzetten LWOO-ondersteuningsmiddelen (verantwoording begroting/jaarverslag) De school biedt leerwerktrajecten De school beschikt over een onderwijsaanbod voor hoogbegaafden
Aanwezig
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x
x x x x x
17 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Aspecten f g h 5 a b c d e f g g h
i j
6 a b c
d e f
g h i j k
l
De school werkt met het doorstartconvenant Samenwerkingsverband De school biedt schoolloopbaan begeleiding De school heeft een verzuimcoördinatie en -registratie Differentiatie en competenties docenten Mentoren zijn in staat te bepalen wanneer basisondersteuning niet meer toereikend is Docenten kunnen reflecteren op eigen handelen en op grond van reflectie bijstellen Docenten zijn in staat handelingsgerichte leerlingbesprekingen te voeren Docenten zijn in staat handelingsgerichte gesprekken met leerlingen, ouders en collega’s te voeren Docenten betrekken ouders bij de onderwijsondersteuning Docenten reageren op signalen van leerlingen en/of ouders door zelf actie te ondernemen of door de signalen door te spelen Docenten kunnen beperkingen van leerlingen vertalen in behoeften en daar de vereiste ondersteuning aan koppelen Docenten maken zo nodig aanpassingen in de lessen Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Docenten kunnen differentiëren naar tempo en niveau . Speciale psychologische of soc. emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie . Verschillende leerstijlen Gedifferentieerde onderwijsprogramma’s zijn beschikbaar in het vakwerkplan Onderwijsprogramma’s voor leerlingen met fysieke beperkingen: . Goed ingerichte Elektronische Leer Omgeving (ELO) . Aangepaste onderwijskundige leer- en hulpmiddelen . Aangepast rooster . Beperkte lokaalwisseling . Ruimte voor verrichten van medische handelingen Expertise op het gebied van deskundigheid, materialen en omgeving Er is binnen de school een cultuur waarin professionaliteit met elkaar gedeeld wordt (intervisie) Docenten kunnen extra aandacht besteden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Het zorgteam/ondersteuningsteam heeft expertise in: . Handelingsgericht werken . Individueel ontwikkelingsperspectief . Individuele leerlijnen Er is een teamaanpak op gedrag in de klassen- en vrije situatie Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in regio Samenwerkingsverband Bekwaamheid/kennis van docenten wordt op peil gehouden voor wat betreft: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst Binnen school is kennis over gedragsontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen Binnen school is kennis over onderwijsachterstanden andere culturen Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid Beschikbare trainingen en andere ondersteuning . Faalangst reductie training . Weerbaarheidstraining/ assertiviteitstraining . Dyslexie-ondersteuning (r.t.) . Dyscalculie-ondersteuning (r.t.) . Inzet externe coaches (o.a. OPDC, REC, Keerpunt) Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek
In ontwikkeling
Aanwezig
x x x x
x x
x x x x x
x
x
x x x x x x x x x x x x x
x
x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x
18 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014
Aspecten m n o
p 7 a b c d e f g h i j k l m 8 a b
c d
Er is voor mentoren en docenten tijd beschikbaar van het Zorg Advies Team (ZAT) Leerlingen krijgen de gelegenheid elkaar te helpen De school heeft expertise m.b.t. de volgende moeilijke doelgroepen: . Leerlingen die voortdurend drugs gebruiken . Leerlingen met een schoolfobie/ zware blokkade om op school te komen . Leerlingen die een bedreiging zijn voor de veiligheid . Leerlingen die blijven spijbelen . Hoogbegaafde onderpresteerders . Leerlingen in het Praktijkonderwijs met frequent optredende, ernstige gedragsproblemen . Leerlingen met ASS (stoornis in het autistische spectrum) met een ondersteuningsbehoefte, waaraan het regulier onderwijs niet kan voldoen, maar die ook niet verwezen kunnen worden naar het VSO omdat het onderwijsaanbod daar tekort schiet De school heeft een werkend protocol voor medische handelingen Samenwerking externen met betrekking tot ondersteuning en zorg De school heeft een goed functionerend Zorg Advies Team (ZAT) De doelstellingen van en de procedures rond het ZAT zijn voor alle medewerkers duidelijk Het beleid rond het ZAT is vastgelegd in een beleidsdocument (zorgplan) De school participeert in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL)- POVO De school participeert in het VMBO-MBO-overleg De school participeert in het VO-MBO Project (betreft overdracht zorgdossier VOMBO via Intergrip) De school maakt gebruik van VAVO De school kent samenwerking met het HBO De school kent samenwerking met de Universiteit De school werkt samen met de voorzieningen van het samenwerkingsverband (OPDC, Keerpunt, Herstart/Op de Rails De wijze van samenwerking met de ouders van leerlingen die extra zorg en ondersteuning behoeven is beschreven Ouders kunnen problemen m.b.t. de zorgplicht aankaarten bij de Medezeggenschapsraad: procedures zijn opgenomen in het reglement van de MR De school kent een klachtenprocedure Arbitragezaken worden voorgelegd aan de geschillencommissie Passend Onderwijs, waarbij het bestuur van de school is aangesloten Veilige school Er is een programma voor een veilig klimaat De school heeft de volgende voorzieningen in het kader van een veilig schoolklimaat: . Pestprotocol . Vertrouwenspersoon . Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld . Er zijn gezamenlijke afspraken en gedragscodes voor docenten . Verzuimprotocol De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren
In ontwikkeling
Aanwezig
x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x
19 Schoolondersteuningsprofiel Stedelijk Dalton College Alkmaar, 2014