Schoolondersteuningsprofiel
Naam school
Groen van Prinstererschool
Adres
Dr. H. Blinkstraat 5
Postcode
7815 VH Emmen
Telefoon
0591-612464
E-mail
[email protected]
Website
www.groenvprinsterer.nl
Intern Begeleider
T. Schulte - Harkema
Directeur
J.L. van der Leest
Datum vaststelling: juni 2013 directeur: MR:
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
1
Inhoud: 1. Inleiding. 2. Visie op leerlingenzorg en onderwijsondersteuning. 2.1. Visie en uitgangspunten. 2.2. Uitgangspunten. 2.3. Gezamenlijk verantwoordelijk. 2.4. Onderwijsbehoeften centraal. 2.5. Het toelatingsbeleid van onze school. 2.6 leerlingenaantallen (prognose) opgesteld door de school. 3. Basisondersteuning en structuur. 3.1 Zorgniveaus 3.2 Convergente differentiatie. 3.3 Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief ( ondersteuningsniveau 4). 3.4 De leerkracht. 3.4.1 Algemeen 3.4.2 Taken van de groepsleerkracht bij het bieden van ondersteuning. 3.5 Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij ondersteuning. 3.6 Taakomschrijving Interne Begeleider. 3.7 Deskundigheidsbevordering Interne Begeleider. 3.8 Taakomschrijving directeur. 3.9 Het leerlingvolgsysteem en de toetskalender. 3.10 Dossiers/mappen. 3.11 Organisatie van het interne overleg op school. 3.12 Handelingsgericht werken en plannen van de extra ondersteuning. 3.13 Door – en uitstroom. 3.14 Aanvraag indicatie voor extra ondersteuning. 3.15 Terugplaatsing. 3.16 Vroegtijdige signalering. 3.17 Dyslexie ( en dyscalculie). 3.18 Meer- en hoogbegaafdheid. 3.19 Veilig schoolklimaat, sociale veiligheid en voorkomen gedragsproblemen. 3.19.1 PBS. 3.19.2 Pestprotocol. 3.19.3 Protocol medische handelingen. 3.19.4 Toegankelijkheid en inrichting schoolgebouw. 3.20 Schematisch overzicht van onze basiskwaliteit. 4. Extra 4.1 4.2 4.3
ondersteuning op de CBS Groen van Prinstererschool. Dieptezorg : verwijzingsprocedure. Stappenplan aanmelding PCL van indiceren naar arrangeren. Verwijzing naar het speciaal onderwijs.
5. Kwaliteitszorg en borging. 5.1 Instrument voor kwaliteitszorg in de school. 5.2 Archivering leerlingengegevens en dossiervorming. 5.2.1 Leerlingdossier. 5.2.2 Informatieplicht. 5.2.3 Rechten ouders. 5.2.4 Hanteren van leerlingendossiers. 5.2.5 Bewaartermijn. 6. Samenwerking met anderen. 7. Ouders en zorgplicht. 7.1 Contacten met ouders. 7.2 Zorgplicht Passend Onderwijs. 8. Basiskwaliteit.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
2
1 Inleiding Dit Schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de mogelijkheden, de grenzen en de ambities van de Groen van Prinstererschool waar het gaat om het bieden van passend onderwijs aan álle leerlingen en meer in het bijzonder aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De mogelijkheden die de school biedt aan ondersteuning en begeleiding van de leerlingen, en in het bijzonder voor leerlingen die extra zorg en ondersteuning behoeven, zijn te danken aan de zorgvoorzieningen die in de afgelopen jaren zijn opgebouwd. Van scholen mag worden verwacht dat zij niet alleen anticiperen op ontwikkelingen die gaande zijn, maar ook op toekomstige ontwikkeling. Op het gebied van “zorg” gaat het dan vooral om de uitwerking van wettelijke regelingen rond Passend Onderwijs. Die hebben onder andere betrekking op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De kern van Passend Onderwijs is: “Zorgplicht”. Met de vaststelling van de nieuwe wettelijke regeling (mogelijk per 1 augustus 2014) ligt de zorgplicht bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer de school kunnen doorlopen door het onderwijs op die school te volgen. Als een school geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden geplaatst. Het ondersteuningsprofiel van CBS Groen van Prinstererschool is gebaseerd op het referentiekader
Referentiekader passend Onderwijs
Passend Onderwijs1 Wet Passend Onderwijs
RICHTEN Overheid/Samenleving
Ondersteuningsplan Passend Onderwijs
INRICHTEN Schoolbesturen
VERRICHTEN Professionals onderwijs
SchoolOndersteuningsprofiel
Het Schoolondersteuningsprofiel zal blijvend in ontwikkeling zijn zoals ook de praktische inrichting van de zorg, begeleiding en ondersteuning op de school blijvend in ontwikkeling is. Actuele ontwikkelingen aan het begin van het schooljaar 2013-2014 zijn o.a. • •
•
Positive Behavior Support (PBS), een schoolbrede aanpak gericht op het bevorderen van positief gedrag binnen onze school; De onderwijsbehoeften ( voor rekenen en op pedagogisch vlak)van ieder kind als vertrekpunt nemen voor het doelgericht (letterlijk op doelen gericht) en opbrengstgericht handelen van leerkrachten in de klas In alle groepen dagelijks werken met didactische groepsoverzichten en groepsplannen voor rekenen met afstemming op 3 groepen (basis:**, intensief*, meer***).
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
3
Het ondersteuningsprofiel is in die zin een groeimodel dat het, behalve de huidige stand van zaken, ook de richting aangeeft waarin de school zich wil ontwikkelen wat betreft het bieden van ondersteuning en begeleiding van leerlingen. Dit Schoolondersteuningsprofiel moet, in gezamenlijkheid met de profielen van andere scholen, een goede bouwsteen aanleveren voor het ontwikkelen van beleid binnen het samenwerkingsverband op het gebied van ondersteuningstoewijzing, verdeling van middelen en het verder ontwikkelen van ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Een tweede functie van dit schoolondersteuningsprofiel is op de school intern gericht, namelijk een nieuw en geactualiseerd overzicht geven van visie, doel, functie en inrichting van de ondersteuning en begeleiding op de school.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
4
Hoofdstuk 2: Visie op leerlingenzorg en Onderwijsondersteuning
2.A
Visie en uitgangspunten Passend Onderwijs CBS Groen van Prinstererschool
2.1
Visie en uitgangspunten
De missie luidt: “Samen bouwen aan de basis voor later.” a. Samen Samen betekent bij of met elkaar. Op de Groen van Prinstererschool gaan we er voor dat kinderen en ouders meedenken, meewerken en meedoen. Door het creëren van saamhorigheidsgevoel binnen onze school, zorgen we voor binding. Een stevige basis om op te bouwen. b. Bouwen Bouwen betekent o.a. aanleggen en maken. Ieder kind verschilt in aanleg en talent. De een heeft aanleg voor rekenen, de ander voor taal en weer een ander voor creatieve vorming. Op onze school zien we elk kind als uniek en bijzonder. Met ieder kind willen we bouwen aan vertrouwen. Vertrouwen zien we als basis om elk kind te helpen zijn of haar aanleg tot ontplooiing te brengen en te maken dat elk kind zich optimaal ontwikkelt. c. Aan de basis voor later Basis betekent fundament. Dagelijks hebben we op onze school de verantwoordelijkheid voor onze leerlingen. Op onze school willen we een stevig en breed fundament leggen voor later voor wat betreft houding, vaardigheden, kennis en sociaal-emotionele ontwikkeling. d. Plezier in leren, doet leren We zijn ervan overtuigd dat kinderen beter leren en presteren in een goede sfeer. Ons onderliggende motto is en blijft dan ook: “plezier in leren, doet leren!” In onze visie op leerlingenzorg willen we onze missie laten doorklinken. Elke unieke en bijzondere leerling heeft een andere onderwijsbehoefte. Daarom verdient elke leerling onze zorg. Dat betekent voor ons dat wij elke leerling systematisch volgen en met ons onderwijsaanbod inspelen op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Wij steunen de leerlingen wanneer ze steun nodig hebben, laten ze zelfstandig leren, ontdekken, onderzoeken waar ze dat kunnen. Doel is dat leerlingen zich competent en autonoom voelen binnen een goede relatie. Vanuit deze basisbehoeften proberen we onze leerlingen te laten groeien tot evenwichtige persoonlijkheden. Om de juiste zorg af te stemmen op de leerling werken we met vier zorgniveaus zoals uitgewerkt in onderstaand schema. Alle medewerkers op onze school werken op professionele wijze aan een goede zorgstructuur, zodat we leerlingen goed op kunnen vangen in onze school. Maar we zijn ook realistisch. Op het moment dat we constateren dat een leerling niet op zijn/haar plek is op onze school, als de grenzen van onze zorg bereikt zijn, zullen we samen met ouders en het zorgteam naar goede alternatieven zoeken. Dat betekent dat wij ondersteuning (basisondersteuning en extra ondersteuning) aan onze leerlingen kunnen bieden op een viertal niveaus. In schema: Ondersteuningsniveaus De basisondersteuning is het aanbod van onderwijs en ondersteuning dat de leerkrachten van de Groen van Prinstererschool kunnen bieden en uitvoeren binnen de eigen groep op onderstaande vier niveaus. Niveau Zorg en begeleiding die wij “standaard” bieden aan leerlingen die het reguliere aanbod Basis 1 volgen binnen ons leerstofjaarklassensysteem. niveau Extra zorg en begeleiding voor leerlingen die het reguliere aanbod alleen kunnen volgen Intensief 2 d.m.v. verlengde instructie. niveau Zorg en begeleiding voor leerlingen die méér aan kunnen in de zin van verdieping en Meer 3 verrijking d.m.v. levelwerk en deelname aan de plusklas. Niveau Ontwikke Leerlingen die zijn losgekoppeld van het reguliere programma en voor wie een 4 lingspers Ontwikkelingsperspectief (voorheen Eigen Leerlijn) is opgesteld op basis van passende pectief perspectieven voor taal en/of rekenen.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
5
Basisondersteuning Dit betreft de “standaard” ondersteuning en begeleiding van leerlingen in ondersteuningsniveau 1. Het gaat hier om leerlingen die het reguliere programma volgen, d.w.z. basisinstructie, reguliere leerstofverwerking en regulier leerstofaanbod. Het spreekt vanzelf dat iedere leerkracht óók in de basisondersteuning waar dat nodig is licht preventieve interventies toepast zoals het aanbieden van extra instructie en/of enige differentiatie toepast in aanbod en verwerking. Extra ondersteuning Deze vorm van ondersteuning richt zich op leerlingen van wie de school heeft vastgesteld dat zij onvoldoende baat hebben bij het reguliere programma en de basisondersteuning die daarbij geboden wordt. Voor deze leerlingen zijn door de school specifieke arrangementen opgesteld in de vorm van handelingsplanning in de groepsplannen. De handelingsplanning door de leerkracht richt zich daarbij op de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerlingen vanuit de vraag: wat heeft deze leerling extra nodig aan instructie, feedback, structuur, leertijd, opdrachten, etc. De specifieke ondersteuning en begeleiding heeft iedere leerkracht zichtbaar gepland in de dag/weekplanning en wordt dagelijks/wekelijks planmatig uitgevoerd. De extra ondersteuning is gericht op leerlingen in ondersteuningsniveau 2, 3 en 4. Grenzen De problematiek bij een leerling kan zo specifiek zijn dat het de grenzen van wat de Groen van Prinstererschool aan ondersteuning en begeleiding kan bieden overschrijdt. Deze leerlingen zijn dan aangewezen op gespecialiseerde voorzieningen die in het samenwerkingsverband in de regio aanwezig zijn zoals het SBO en SO. De school rekent het tot haar taak om deze leerlingen en hun ouders/verzorgers zorgvuldig voor te bereiden op en te begeleiden in een traject dat gericht is op verwijzing en overplaatsing naar een andere school of onderwijsvoorziening (zie hoofdstuk 4).
2.2 Uitgangspunten Voor een adequate uitvoering van de ondersteuning van alle leerlingen worden op de Groen van Prinstererschool de volgende uitgangspunten voor Passend Onderwijs gehanteerd: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Systematisch volgen van vorderingen van de leerlingen met behulp van: a. Methodeonafhankelijke toetsen Leerlingvolgsysteem; b. Methodeonafhankelijke eindtoetsing; c. Methodegebonden toetsen; d. Mijlpalentoets rekenen en spelling( Harry Janssen); e. BOSOS kleutervolgsysteem. Systematische analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling; Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, analyse, handelingsplanning, evaluatie; Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning aan leerlingen; Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen; Toepassing van afgesproken procedures en protocollen; Centrale opslag van leerlingengegevens; Gestructureerde en planmatige extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zo nodig m.b.v. een ontwikkelingsperspectief.
2.3 Gezamenlijk verantwoordelijk Het team van CBS Groen van Prinstererschool (directie, interne begeleider, leerkrachten) neemt gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Dit betekent dat men elkaar informeert en helpt. Door het leren van elkaar wordt op deze manier gaandeweg de deskundigheid vergroot. Binnen de groepen staat het handelen van de leerkracht centraal. “Wat heb ik nodig om dit kind te kunnen helpen?” is de basisvraag. Vanuit die vraag richten de leerkrachten in gezamenlijkheid het onderwijsleerproces in de klas in. De leerkracht wordt daarbij ondersteund door de interne begeleider. De voortgang van het onderwijsleerproces wordt dagelijks bijgehouden en vastgelegd. Ouders worden geïnformeerd over het leerproces en de vorderingen van hun kind(eren). Daarbij worden ouders gevraagd om mee te denken en mee te praten vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kinderen.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
6
2.4 Onderwijsbehoeften centraal De leerlingen zijn ingedeeld in “jaargroepen”. De school werkt volgens het leerstofjaarklassensysteem. De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht op basis van een didactisch groepsoverzicht waarin de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart zijn gebracht met behulp van: • • • • • • •
het dagelijks volgen van het onderwijsleerproces d.m.v. journaal methodeonafhankelijke toetsen; methodegebonden toetsen; observaties; signaleringslijsten; gesprekken met leerlingen; gesprekken met ouders.
De onderwijsbehoeften van álle leerlingen zijn in elke groep vastgelegd in het didactisch groepsoverzicht. Op basis van het didactisch groepsoverzicht worden aan het eind van het schooljaar in nauw overleg tussen de huidige en de toekomstige leerkracht het didactisch groepsplan voor het komende jaar samengesteld. Lopende het schooljaar worden de didactische groepsplannen bijgesteld op basis van evaluaties door de groepsleerkracht. Instructie in de groep vindt plaats op basis van het IGDI model. Dit model bevat de elementen die • • •
noodzakelijk zijn voor effectieve instructie; het actief leren bevorderen; leerwinst opleveren.
Uit onderzoek is tevens gebleken dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de meeste voortgang boeken als zij zo lang mogelijk bij het programma van hun basisgroep worden gehouden, waar nodig met extra oefening en instructie. Vandaar dat op CBS de Groen van Prinstererschool deze zogenoemde “convergente differentiatie” schoolbreed wordt toegepast. De methoden zijn hierop afgestemd door het “basisstof-, herhalingsstof-/verrijkingsstofmodel. Samengevat: • • • • • • •
handelingsgericht werken; onderwijsbehoeften van leerlingen vormen het uitgangspunt; werken met didactisch groepsoverzicht voor rekenen en spelling; werken met didactisch groepsplan voor rekenen en spelling; werken met IGDI model; convergente differentiatie; BHV-model (Basis, Herhaling, Verrijking).
2.5 Het toelatingsbeleid van onze school Binnen het bestuur van Viviani is een gezamenlijke procedure afgesproken rond de aanmelding, inschrijving en toelating van de leerlingen( zie bijlage 1) Zodra een kind 3½ jaar is kan hij/zij worden ingeschreven op school. De ouders ontvangen dan: • •
een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek; de intake middels het inschrijfformulier uit ParnasSys.
Procedure CBS de Groen van Prinstererschool Van de peuterspeelzaal ontvangen wij een overdrachtformulier met gegevens van de betreffende leerling. De gegevens van het overdrachtformulieren gaan naar de leerkracht van groep 1 en worden in de leerlingenmap opgeslagen. Indien nodig/ gewenst vindt een zogenaamde warme overdracht plaats. Bij de aanmelding voert de directeur een kennismakingsgesprek met de ouder(s) en het kind, beantwoordt vragen en laat de school zien. De kennismakingsperiode omvat 5 dagdelen nadat het kind drie jaar en 9 maanden is geworden. Nadat de leerling is ingeschreven, ontvangen de ouders een schoolgids van de school. In het schooljaar 2014-2015 draait de school een pilot, waarbij 3 ½ jarigen onder voorwaarden vervroegd, gedurende 2 dagdelen, naar de basisschool gaan. De directeur beoordeelt bij aanmelding of het een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft op basis van gegevensverstrekking van de voorschoolse voorziening en op basis van het intakegesprek met de ouders, de gegevens op het inschrijfformulier en vragenlijst bij aanmelding
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
7
Viviani school. De directeur kan aan de ouders verzoeken nadere gegevens te verstrekken over eventuele stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie. Met ingang van 1 augustus 2014 zal de wetgeving betreffende het stelsel van de voorzieningen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben naar alle verwachting gefaseerd in werking treden. Deze wettelijke regeling maakt het mogelijk, dat ouders van leerlingen met een handicap kunnen kiezen voor een (speciale) basisschool of een school voor speciaal onderwijs. Ouders krijgen dan het recht - in samenwerking met het samenwerkingsverband Passend Onderwijs - de best passende school voor hun kind te zoeken. De school bereidt zich voor op een verantwoorde invoering en toepassing van deze wet. Daarbij wordt grote waarde gehecht aan het belang van de betrokken leerling. Wanneer een kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte naar de school gaat, moeten er goede afspraken en plannen gemaakt worden met de leerkrachten, de ouders en andere deskundigen in de school, die ondersteuning geven. Uitgangspunten CBS Groen van Prinstererschool bij toelating 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Onderwijs vanuit een christelijke levensbeschouwing; Ieder kind is welkom; Ieder kind is uniek en bijzonder; Ieder kind voelt zich veilig en gewaardeerd; Wederzijds vertrouwen als basis Denken en handelen vanuit gezamenlijkheid met ouders.
Grenzen aan de toelating CBS Groen van Prinstererschool Er wordt in beginsel van uitgegaan dat alle leerlingen bij ons op school kunnen worden toegelaten. Als de school twijfelt of zij tegemoet kan komen aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen, volgt zij het protocol “aanmelding en zorgplicht” (zie bijlage 2)
2.B
Kengetallen
3.1 Leerlingenaantallen (prognose) opgesteld door de school Leerlingen aantallen per teldatum. (De aantallen die nu bekend zijn) Aantallen
Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Totaal
1 2 3 4 5 6 7 8
Teldatum 1-10-2011
Teldatum: 1-10-2012
Teldatum: 1-10-2013
Teldatum: 1-10-2014
Teldatum: 1-10-2015
25 34 33 35 37 29 39 26 258
16 28 34 34 30 34 29 35 240
31 25 29 35 33 29 35 27 244
26 31 25 29 35 33 29 35 243
24 26 31 25 29 35 33 29 232
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
8
Hoofdstuk 3: Basisondersteuning en structuur 3.1 Zorgniveaus Op CBS de Groen van Prinstererschool wordt gewerkt op basis van convergente differentiatie met 4 ondersteuningsniveaus in de klas: Ondersteuningsniveaus De basisondersteuning is het aanbod van onderwijs en ondersteuning dat de leerkrachten van de Groen van Prinstererschool kunnen bieden en uitvoeren binnen de eigen groep op onderstaande vier niveaus. Niveau Zorg en begeleiding die wij “standaard” bieden aan leerlingen die het reguliere Basis 1 aanbod volgen binnen ons leerstofjaarklassensysteem. niveau Extra zorg en begeleiding voor leerlingen die het reguliere aanbod alleen kunnen Intensief volgen d.m.v. verlengde instructie. 2 niveau Zorg en begeleiding voor leerlingen die méér aan kunnen in de zin van verdieping Meer en verrijking d.m.v. levelwerk en deelname aan de plusklas. 3 Niveau Ontwikkelings Leerlingen die zijn losgekoppeld van het reguliere programma en voor wie een 4 perspectief Ontwikkelingsperspectief( voorheen Eigen Leerlijn) is opgesteld op basis van passende perspectieven voor taal en/of rekenen.
3.2 Convergente differentiatie Binnen de eerste drie zorgniveaus wordt de convergente differentiatie toegepast. Dit betekent: • 1.
2.
3.
•
Op schoolniveau: Basisstof dat het basis leerstofaanbod van de Groen van Prinstererschool wordt aangeboden tot en met eind groep 8 op basis van de kerndoelen (met uitzondering van leerlingen in ondersteuningsniveau 4); 1F-niveau dat de beheersing van de referentieniveaus voor Taal en Rekenen minimaal op het fundamenteel 1F niveau ligt voor de leerlingen in de ondersteuningsniveaus 1, 2 en 3; 1S-niveau dat de beheersing van de referentieniveaus voor Taal en Rekenen minimaal op het streefniveau 1S ligt voor de leerlingen in ondersteuningsniveau 1 en 3; Op leerlingniveau: 1.Basisstof voor alle leerlingen Dat in beginsel in elke groep de basisleerstof voor de betreffende groep wordt aangeboden aan alle leerlingen; 2.Extra aanbod Dat wij in elk geval voor leerlingen in zorgniveau 3 binnen ons leerstofaanbod extra aanbod hebben en aanbieden voor verdieping en verrijking; 3.Differentiatie Gedifferentieerde instructie (geen instructie, voorinstructie/preteaching, extra instructie) en gedifferentieerde verwerking.
3.3 Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief (ondersteuningsniveau 4) Definitie CBS de Groen van Prinstererschool Leerlingen die als gevolg van beperktere capaciteiten aantoonbaar ( ondersteund door een psychologisch en/of didactisch onderzoek) niet bij het programma van de basisgroep kunnen worden gehouden, ondanks extra instructie en geïntensiveerde begeleiding door de leerkracht. Het gaat hier om leerlingen: • • • •
Met een vastgesteld beneden gemiddeld intelligentieniveau in combinatie met een leerachterstand. met een SO- of SBO-indicatie; met een “rugzak” (leerlinggebonden financiering); met een verwachte uitstroom naar VSO of PROO.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
9
Het plaatsen van leerlingen op een ontwikkelingsperspectief vindt op een zorgvuldige wijze plaats met inachtneming van het volgende: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
een goed gedocumenteerd overzicht van de extra zorg en ondersteuning die de leerling heeft gehad; inschakeling interne begeleider; inschakeling van het Zorgteam; de rapportages en uitkomsten van onderzoek; communicatie met de ouders; communicatie met de leerling; vaststelling aard van de zorg op basis van de hulpvraag; opstellen van een ontwikkelingsperspectief.
Het ontwikkelingsperspectief bevat standaard de volgende componenten: 1. 2. 3. 4.
Een realistisch ontwikkelingsperspectief voor eind basisschool in vaardigheidsscores; Tussendoelen per leerjaar afgeleid van de passende perspectieven; Een beredeneerd en gepland aanbod op basis van de tussendoelen voor taal en/of rekenen; Evaluaties van de voortgang (minimaal 2 keer per jaar) waarbij ook de ouders zijn betrokken (en bij Rugzakleerlingen ook de ambulant begeleider).
Voor leerlingen met een ontwikkelingsperspectief hanteren wij onderstaande aandachtspunten: a.
Termijn De termijn tussen de opstelling van het ontwikkelingsperspectief en de start van de uitvoering ervan in de klas bedraagt maximaal twee weken.
b.
Aanvulling op groepsplan Het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen is een aanvulling op / verbijzondering van het didactisch groepsplan waarin nader gepreciseerd wordt waarin de aanpak voor déze leerling afwijkt van het groepsplan. In de groepsadministratie wordt dagelijks/wekelijks de specifieke aanpak in aanbod, instructie en leervorderingen bijgehouden.
c.
Toetsing Voor leerlingen met een ontwikkelingsperspectief worden van het Cito-LOVS die toetsen afgenomen die passen bij de aangeboden leerstof van dat moment. Dat betekent in concreto dat een leerling van groep 6 die werkt op het niveau van midden groep 5 de betreffende M-5 toets(en) maakt.
d.
Basisvaardigheden Het ontwikkelingsperspectief beperkt zich tot de vakgebieden rekenen en taal (één of meer van de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling).
e.
Ontwikkelingsperspectief Bij het ontwikkelingsperspectief wordt aangegeven: 1. 2.
f.
Wat het uitstroomprofiel eindniveau basisschool voor deze leerling zal zijn; Welk streefniveau, uitgedrukt in resultaten op de betreffende LOVS-toets (vaardigheidsscores), de leerling aan het eind van het schooljaar per vakgebied moet halen.
Evaluaties (Tussen)evaluaties vinden minimaal 2 keer per jaar plaats door leerkracht en Interne begeleider waarbij vooral gekeken wordt hoe de leerling zich ontwikkelt. Ouders worden bij de evaluatie betrokken. Op basis van deze evaluaties vindt er mogelijk bijstelling plaats van doelen, aanbod, wijze van instructie. Eventuele bijstelling van het ontwikkelingsperspectief kan alleen met instemming van de ouders. In uitzonderlijke gevallen kan er voor de bijstelling van het ontwikkelingsperspectief aanvullend een psychologisch of didactisch onderzoek plaatsvinden.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
10
3.4 De leerkracht 3.4.1 Algemeen De leerkrachten hebben kennis van en kunde in het vak van leraar, ook waar het gaat om de ondersteuning en begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Alle leraren hebben een bevoegdheid als basisschoolleerkracht; De onderwijsassistent is bevoegd als onderwijsassistent; Alle leerkrachten zijn en worden (bij)geschoold op één of meer competenties van het leerkrachtenregister. Leraren houden hun vakbekwaamheid op peil door (team)scholing, coaching, collegiale consultatie, vakliteratuur, internetraadpleging, kwaliteitsnetwerken, etc. Leraren beheren hun eigen bekwaamheidsdossier in COO7, houden die actueel en vergroten hun competenties op basis van de uitkomsten van de gesprekscyclus. De directeur houdt de gesprekscyclus gaande, voert klassenbezoeken uit en geeft gerichte feedback op het professioneel functioneren en de effectiviteit van het leerkrachtgedrag; Het team is voldoende deskundig in het omgaan met leerlingen met gedragsproblemen zoals ADHD, ADD, ASS, Syndroom van Asperger, PDD-NOS etc. Het team is voldoende deskundig in het omgaan met leerlingen met leerproblemen, waaronder dyslexie. Het team is /wordt voldoende deskundig in het omgaan met leerlingen met een fysieke beperking. De school heeft een gediplomeerde en gekwalificeerde intern begeleider die de ondersteuning en begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften coördineert. De school heeft een gediplomeerde taalspecialist die mede verantwoordelijk is voor het taalbeleid. De school heeft 2 opgeleide begaafdheidsspecialisten die het hiervoor opgestelde beleid vormgeven. De school beschikt over voldoende deskundigheid en vaardigheden om ouders adequaat te informeren over en te betrekken bij specifieke ondersteuningsbehoeften van hun kinderen. De school is in staat om onderwijsondersteunend gedrag van ouders te stimuleren.
3.4.2 Taken van de groepsleerkracht bij het bieden van ondersteuning De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijken voor het signaleren van welke leerlingen extra aandacht nodig hebben. Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken werkwijzen in de school: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Observeren van leerlingen; Hanteren van registratie- en signaleringslijsten; Afnemen en registreren van methodegebonden toetsen; Afnemen van toetsen van leerlingvolgsysteem; Analyseren van observatie- en toetsgegevens van alle leerlingen; Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties; Opstellen van didactische groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen); Opstellen van didactische groepsplannen en individuele handelingsplannen; Bespreken van de didactische groepsoverzichten en didactische groepsplannen tijdens de groepsbesprekingen met de interne begeleider; Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen; Bijwonen van groepsbesprekingen (incl. leerling besprekingen); Inbreng van leerlingen in groepsbespreking; Voeren van oudergesprekken; Werken met diverse protocollen en aanvullend aanbod voor leerlingen (zoals hoogbegaafdheid en dyslexie)
3.5 Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij ondersteuning Groepsleerkrachten vergroten hun deskundigheid en vaardigheden door middel van: • • • • •
Scholing (zowel individueel als op teamniveau); Bijhouden van vakliteratuur; Collegiale consultatie; Coaching door de interne begeleider en directeur; Adviseren en coachen door externe deskundigen.
De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in het Schooljaarplan en het Schooljaarverslag (zie Domein 5: Persoonlijke ontwikkeling en teamontwikkeling).
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
11
3.6 Taakomschrijving Interne begeleider De interne begeleider is verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van alle extra ondersteuning binnen de school. De taken van de interne begeleider zijn hier verdeeld aan de hand van acht taakgebieden. Deze zijn afgeleid van de matrix ‘competenties van de interne begeleider’. 1.
Leerling-gerichte taken, zoals: • onderzoek bij leerlingen uitvoeren; • oudergesprekken voeren; • regievoering rond ontwikkelingsperspectieven/onderwijskundig rapport;
2.
Begeleidende en coachende taken, zoals: • begeleiden van leerkrachten bij hun didactisch en pedagogisch handelen; • voeren van groepsbesprekingen met leerkrachten; • begeleiden van leerkrachten bij het opstellen van individuele en groepsplannen;
3.
Taken t.a.v. onderzoek, zoals: • bepalen of extra onderzoek nodig en zo ja dit organiseren; • interpreteren van onderzoek door externen; • analyseren van toetsgegevens, groepsoverzichten, didactische leerlijnen, etc.; • in het schooljaarverslag de leerlingenzorg verantwoorden;
4.
Beheersmatige taken, zoals: • zorg dragen voor dossiervorming en –beheer van de (zorg)leerlingen; • zorg dragen voor het opzetten en bijhouden van de orthotheek; • het leerlingvolgsysteem actueel houden;
5.
Organisatorische taken, zoals: • opstellen en bewaken van procedures/protocollen/afspraken/zorgdocument; • opstellen van de toetskalender en zorg dragen voor de naleving hiervan; • coördineren van de verwijzing van een leerling voor externe zorg;
6.
Innoverende taken, zoals: • zorgen voor kennisoverdracht bij inhoudelijke vergaderingen; • initiëren van (team)scholing m.b.t. het didactisch en pedagogisch handelen; • voorstellen doen voor vernieuwing van het onderwijsaanbod;
7.
Taken t.a.v. het samenwerken met externen, zoals: • ouderbetrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid organiseren bij zorg en onderwijs; • afstemmen van de interne hulpvraag met externe instanties/deskundigen;
8.
Taken t.a.v. zelfreflectie en ontwikkeling, zoals: • op een planmatige manier aan eigen ontwikkeling werken; • de ontwikkeling van eigen bekwaamheid afstemmen op de schoolontwikkeling; • zich steeds twee vragen stellen: doe ik de dingen goed en doe ik de goede dingen?
Voor een uitvoerige functieomschrijving, de bekwaamheidseisen en de ethische code van de interne begeleider wordt verwezen naar de beroepsstandaard Interne begeleider PO.
3.7 Deskundigheidsbevordering Interne begeleider De interne begeleider vergroot haar deskundigheid door gebruik te maken van: • • • • •
Scholing; Bijhouden van vakliteratuur; Collegiale consultatie en intervisie met interne begeleiders in het SWV; Consultatieve gesprekken met orthopedagoog of psycholoog van het ZAT; Participeren in bestaande en nieuw op te zetten netwerken.
Concrete activiteiten van scholing en deskundigheidsbevordering worden ieder jaar benoemd in het Schooljaarplan en verantwoord in het Schooljaarverslag (zie Domein 5: Persoonlijke ontwikkeling en teamontwikkeling).
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
12
3.8 Taakomschrijving Directeur De directeur draagt de eindverantwoordelijkheid voor het onderwijs in al zijn facetten, dus ook voor de zorg, ondersteuning en begeleiding van leerlingen in meer specifieke zin. Belangrijke taken zijn o.a.: • • • •
het aansturen van de intern begeleider; het bewaken van de kwaliteit van en de opbrengsten van zorg en ondersteuning; het samen met de intern begeleider systematisch analyseren en evalueren van het geheel van de ondersteuningsstructuur en de opbrengsten in het bijzonder; het initiëren van nieuw beleid verbeteringen;
3.9 Het Leerlingvolgsysteem en de toetskalender De school maakt gebruik van een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en ontwikkeling van alle leerlingen. Onder leiding van de interne begeleider stellen de leerkrachten van groep 1 t/m 8 twee keer per jaar (zie voor het tijdstip van afnemen de Toets kalender: zie bijlage 3) de groepsresultaten vast aan de hand van de landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen. Daarvoor worden de volgende toetsen gebruikt: Overzicht LOVS toetsen Toetsen Ruimtelijke oriëntatie en getalbegrip Taal voor kleuters Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling Rekenen Sociaal emotionele ontwikkeling Eindtoets Woordenschat
Naam van de toets CITO Rekenen voor kleuters CITO Taal voor kleuters DMT en AVI CITO begrijpend lezen CITO spelling CITO rekenen en wiskunde SDQ M.i.v. 2014-2015 ook ZIEN CITO eindtoets CITO Woordenschat
Groep 1 t/m 2 1 t/m 2 3 t/m 8 3 t/m 8 3 t/m 8 3 t/m 8 1 t/m 8 8 3 t/m 8
Aanvullende toetsen/protocollen voor het volgen van leerlingen zijn: • • • •
Dyslexieprotocol in de groepen 1 t/m 8; Toetsen Fonemisch Bewustzijn in groep 2; AVI-toetsen in de groepen 3 t/m 8; Mijlpalentoets rekenen en spelling (Harry Janssen).
De leerkracht neemt de toetsen af en zorgt dat de resultaten binnen 2 weken bij de administratieve medewerker liggen. Deze voert de gegevens in Parnassys en zorgt dat de leerkracht een uitdraai krijgt. De leerkracht bewaart de uitdraai in de zorgmap.
3.10 Dossiers/mappen De leerling-gegevens van alle leerlingen van CBS de Groen van Prinstererschool worden centraal vastgelegd/opgeslagen in de volgende mappen, dossiers.
a. De zorgmap ( rode map). Deze map is in iedere groep te vinden en bevat: o o o o o o o o o
Laatste overzicht CITO toetsen( rekenen, spelling, woordenschat, lezen, begr.lezen); Pedagogisch groepsoverzicht; Didactisch groepsoverzicht rekenen en spelling; Groepsplan rekenen en spelling; Handelingsplannen lezen; Evt. ontwikkelingsperspectieven; Informatie uit aanvullende toetsen ( mijlpalentoets, methodegebonden toetsen); Uitdraai parnassys methodegebonden toetsen taal en spelling; Analyse n.a.v. monitoringcyclus.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
13
b. De groepsmap De planmatige zorg vertaald in dag/ weekplanning. c. Het leerlingdossier Belangrijke gegevens van leerlingen worden bewaard in het leerling-dossier (fysiek of digitaal). Het gaat hierbij niet om de dagelijkse gegevens maar om de bijzonderheden. Handelingsplannen, verslagen van gesprekken en onderzoeken dienen hieraan toegevoegd te worden. De IB`er is verantwoordelijk voor het actueel en up-to-date houden van de leerlingendossiers. Hierbij een opsomming van gegevens die zich in het leerling-dossier/groepsdossier/digitaal dossier kunnen bevinden: • • • • • • • • • •
onderwijskundige rapporten; onderzoeksaanvragen; resultaten onderzoek / verslagen; verslag leerlingbespreking; verslagen van gesprekken met ouders; handelingsplannen; verloop traject zorgleerlingen (met datum); overdrachtformulieren peuterspeelzaal; verslag of notitie m.b.t. overleg 1-2-3 tje; verzuimregistratie.
3.11 Organisatie van het interne overleg op school Het intern overleg op school is ingericht op basis van de “cyclus van het handelingsgericht werken en plannen van de extra ondersteuning” conform het model van de 1-Zorgroute. Het intern overleg bestaat uit de volgende componenten: 1. Groepsbespreking/-monitoring De Interne begeleider en directie organiseren onderstaande groepsbesprekingen / toetsgesprekken. Deelnemers aan de groepsbespreking zijn in ieder geval: • de Interne begeleider; • de leraar (leraren) van de betreffende groep. • de directeur (in februari en juni). In de groepsbespreking van september/oktober staat centraal: • de opstart op groeps- en leerling niveau (gericht op SEO). • de resultaten van de methodegebonden toetsen; • het didactisch groepsoverzicht; • het didactisch groepsplan. In de groepsbespreking van februari /maart staan centraal: • de resultaten van de methodegebonden toetsen; • het didactisch groepsoverzicht; • het didactisch groepsplan; • de resultaten van de LOVS-toetsen (directie). • de follow up op groeps- en leerling niveau (gericht op SEO). In de groepsbespreking van juni staan centraal: • de resultaten van de methodegebonden toetsen; • het didactisch groepsoverzicht; • het didactisch groepsplan; • de resultaten van de LOVS-toetsen (directie).
2. Leerlingbespreking Centraal in de leerlingenbespreking staan de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en worden besluiten genomen voor vervolgstappen. Op vaste momenten ( 3 keer per jaar) in het schooljaar organiseert de interne begeleider een leerlingbespreking. Deelnemers aan de leerling-bespreking (kunnen) zijn: • de interne begeleider; • de leerkrachten. Doel van de leerlingbespreking: het inventariseren van een complexe hulpvraag van de leerkracht met als mogelijke vervolgstappen: • noodzaak tot verdere diagnostiek; • leerjaarversnelling of leerjaarvertraging; • aanpassen van het zorgniveau (breedte- of dieptezorg);
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
14
• • •
bijstellen van het groepsplan/individuele handelingsplanning/ontwikkelingsperspectief; inschakelen van externe zorg/voorbereiding verwijzing; oudercommunicatie.
3. Plenair overleg van het team Op een aantal vaste tijdstippen organiseert de interne begeleider en/of de directeur een vergadering voor het hele team. Deelnemers aan het zorgoverleg zijn: • de directie; • de interne begeleider(s); • het team/of de betreffende bouw. Op het zorgoverleg kunnen de volgende agendapunten worden ingebracht door de interne begeleider en/of de directie: • trendanalyse van opbrengsten op school- en groepsniveau; • het Schoolondersteuningsprofiel; • een specifiek thema, bijvoorbeeld gekoppeld aan een scholing of ontwikkeltraject van de school; • etc. Opm. voor de organisatie van het interne overleg en de monitoring van de schoolopbrengsten verwijzen we naar de door onze school gehanteerde Monitorcyclus.
In schema het overleg CBS de Groen van Prinstererschool per schooljaar
Plenair overleg Groepsbespreking 3. -
Analyses opbrengsten
resultaten meth.toetsen resultaten LOVS-toetsen didactisch groepsoverzicht didactisch groepsplan BOSOS (1-2)
Juni
Gedurende het schooljaar steeds aanvullen/bijstellen - didactisch groepsoverzicht - doelen - didactische groepsplan
Vanaf sept.
leerlingbespreking complexe hulpvragen
leerlingbespreking complexe hulpvragen
Plenair overleg Analyses opbrengsten
Febr./Maart
Sept./Okt.
Groepsbespreking 2. - resultaten meth.toetsen - resultaten LOVS-toetsen - didactisch groepsoverzicht - didactisch groepsplan - BOSOS(1-2) -soc.emot. ontw. leerlingen
Groepsbespreking 1: -methodegebonden toetsen -didactisch groepsoverzicht -didiactisch groepsplan -soc.emot. ontw. leerlingen
leerlingbespreking complexe hulpvragen
3.12 Handelingsgericht werken en plannen van de extra ondersteuning In de uitvoering op school wordt de planningscyclus van het handelingsgericht werken gehanteerd zoals in het project 1-Zorgroute (WSNS+) is weergegeven. Daarin wordt het onderwijs gepland met behulp van didactische groepsplannen.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
15
Deze worden op systematische wijze gedurende het schooljaar (zie schema) steeds bijgesteld door de groepsleerkrachten. De afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt hiermee zichtbaar vastgelegd. De interne begeleider bespreekt met de groepsleerkrachten: • • • •
de leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte; de specifieke aanpak van de leerkracht daarbij; welke aanpak succes heeft; welke doelstellingen in de volgende periode haalbaar zijn voor deze leerlingen.
De stappen die bij het opstellen van een didactisch groepsplan worden doorlopen, zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
evalueren voorgaand didactisch groepsplan en verzamelen van leerlinggegevens; vaststellen van de doelen voor de nieuwe periode per vakgebied; selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; benoemen van aanvullende onderwijsbehoeften voor deze leerlingen; clusteren van leerlingen op grond van hun onderwijsbehoeften; opstellen van het didactisch groepsplan; uitvoeren van het didactisch groepsplan.
In het didactisch groepsoverzicht worden de stappen 1 t/m 4 verwerkt. Voorafgaand aan de opstelling van het didactisch groepsplan wordt door de leerkracht de onderbouwing van dit plan nauwkeurig vastgesteld aan de hand van de toetsresultaten, observaties en gesprekken met leerlingen en evt. ouders. In onderstaand schema is aangegeven hoe planningscyclus (1-zorgroute) eruit ziet. De cyclus van waarnemen – begrijpen - plannen - realiseren van het onderwijsaanbod bestaat uit 6 stappen. De groepsleerkracht is hiervoor primair verantwoordelijk met inschakeling van de intern begeleider. De basisondersteuning vindt plaats naar aanleiding van signalen die allereerst aan bod komen in de groepsbesprekingen, waar wordt besloten of er een individuele aanpak nodig is met bijv. specifieke ondersteuning/begeleiding in de groep. De blauwe kolom aan de rechterkant van het schema geeft dit weer. Hier werkt de groepsleerkracht samen met de interne begeleider (en eventueel andere specialisten in de school). De extra ondersteuning zit onderin het schema. De interne begeleider is hier verantwoordelijk voor het goed doorlopen van alle processen en de communicatie met alle betrokken partners.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
16
3.13 Door- en uitstroom Sommige leerlingen vertonen een duidelijk vertraagde ontwikkeling, andere juist een versnelde ontwikkeling. Soms hebben deze leerlingen baat bij leerjaarverlenging, dan wel leerjaarversnelling. Daartoe wordt een procedure gebruikt m.b.t. de uitwerking van belangrijke items zoals: • • •
Eerste signalering vierjarigen; Doorstroomcriteria leerjaarverlenging/-versnelling ( zie bijlage 4) Procedure verwijzing als beschreven in hoofdstuk 3.3 ‘Procedures en criteria plaatsing sbo en (v)so’ van het Ondersteuningsplan 2014-2018 SWV 22-02 PO.
3.14 Aanvraag indicatie voor extra ondersteuning Het streven is om ook leerlingen met een beperking een plek op onze school te geven. Daarbij valt te denken aan leerlingen met: · • • • •
een een een een
aandachtstoornis; stoornis in het autistisch spectrum; gehoorprobleem; spraaktaalstoornis.
Deze leerlingen hebben vaak veel extra ondersteuning van de leerkracht nodig. Ook het groepsproces is belangrijk bij de ondersteuning van deze leerlingen. Om goed tegemoet te kunnen komen aan de specifieke (onderwijs)behoeften van deze leerlingen en om de leerkracht te ondersteunen, kan de school in samenwerking met de ouders een indicatie voor extra ondersteuning aanvragen (lichte of zware ondersteuning). Voorheen aangeduid als Leerling Gebonden Financiering (‘Rugzakje’). De leerkracht stelt in overleg met de interne begeleider het onderwijskundig rapport op. Het is belangrijk om met de ouders goed door te spreken welke vorm van onderwijs het beste past bij hun kind. Het ondersteuningsprofiel van de basisschool bepaalt mede de mogelijkheden van begeleiding en of het kind beter geplaatst kan worden in het speciaal (basis)onderwijs. Na toewijzing van de indicatie stelt de school in samenwerking met de ouders, de groepsleerkracht en de interne begeleider een ontwikkelingsperspectief vast. Dit ontwikkelingsperspectief wordt uitgewerkt in een concreet individueel handelingsplan door de groepsleerkracht / IB`er.
3.15 Terugplaatsing Voor een eventuele terugplaatsing van een eerder verwezen leerling, dient de speciale (basis)school contact op te nemen met de interne begeleider of de directeur van de basisschool. Hiervoor dienen de ouders toestemming te geven. Indien uit de leerlingenbespreking op de speciale (basis)school blijkt dat de leerling in aanmerking komt voor regulier basisonderwijs dan zullen de ouders op de hoogte worden gebracht door de interne begeleider van de SBO/SO school. Desgewenst kan een onafhankelijk deskundige een advies uitbrengen over de terugplaatsing. Ouders zullen moeten instemmen met het traject terugplaatsing. In het samenwerkingsverband is een procedure ‘terugplaatsing naar regulier basisonderwijs’ opgesteld die de scholen hierbij dienen te volgen.
3.16 Vroegtijdige signalering Vroegtijdige signalering van leerlingen die extra ondersteuning en zorg behoeven is op de Groen van Prinsterer geborgd op basis van de volgende kernkwaliteiten: 1. 2. 3. 4.
5. 6.
De leraren werken handelingsgericht; De leraren brengen systematisch en cyclisch de onderwijsbehoeften van alle leerlingen in kaart; De leraren analyseren systematisch en cyclisch de onderwijsopbrengsten van alle leerlingen; Voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften betrekken de leraren belemmerende en compenserende factoren bij de analyse; Leraren voeren op geplande tijdstippen groeps- en leerlingenbesprekingen met de directeur en interne begeleider; Leraren zorgen er voor dat er maximaal 2 weken zit tussen signalering van ondersteuningsbehoefte en het vaststellen van de aard van de ondersteuning; De leraren zorgen er voor dat de termijn tussen het opstellen van de handelingsplanning en de start van de uitvoering van de extra ondersteuning maximaal 1 week bedraagt.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
17
3.17 Dyslexie (en dyscalculie) Vroegtijdige signalering van leerlingen die extra ondersteuning en zorg behoeven is op de Groen van Prinsterer geborgd op basis van de volgende kernkwaliteiten: 1. De leraren volgen het dyslexieprotocol (zie bijlage 5) 2. Op basis van het stappenplan in dit protocol zijn de leraren in staat vroegtijdig dyslexie te onderkennen en te diagnosticeren. 3. Op basis van het dyslexieprotocol zijn leraren in staat tot het opstellen van doelmatige interventies voor groep 1 t/m 8. Is er dyslexie vastgesteld past de leerkracht het onderwijs aan door gebruik te maken van o.a. extra leertijd, aanpassen lettertype, voorlezen bij toetsen en evt. gebruik maken van Kurzweil, voor deze leerling. 4. De leraren brengen specifieke rekenproblemen in kaart (in de nabije toekomst op basis van het protocol “Ernstige Reken-/Wiskundeproblemen en Dyscalculie” (ERWD))
3.18 Meer- en hoogbegaafdheid Op onze school wordt gewerkt vanuit het ‘principe’ Basis- Meer en Intensief. Voor Meerwerk wordt o.a. gebruik van Levelwerk gemaakt, een toegankelijke en kindvriendelijke leerlijn voor meer- en hoogbegaafde kinderen. De school streeft ernaar om het onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen te integreren binnen het onderwijssysteem. De leerlingen die werken met Levelwerk, werken feitelijk op twee sporen: de basisleerstof wordt aangeboden en een aanvullende verrijkingslijn, Levelwerk. Levelwerk biedt een totaalaanbod van verrijkende activiteiten op het gebied van taal/lezen en rekenen. Daarnaast biedt Levelwerk de mogelijkheid om met zelf gekozen onderwerpen aan de slag te gaan. Doel van deze werkwijze is tweeledig: aansluiten bij de motivatie van de leerling en het oefenen van metacognitieve, maar ook sociaalemotionele en creatieve vaardigheden. Naast het aanbod vanuit Levelwerk ontmoeten meer- en/of hoogbegaafde kinderen elkaar elke dinsdag in de Plusklas. Een van de twee opgeleide begaafdheidsspecialisten geeft invulling aan het projectmatig onderwijs in deze Plusgroep. In groep 8 nemen de meer- en/of hoogbegaafde leerlingen deel aan de verrijkingsklas van het Hondsrug College. Ons beleid m.b.t. de signalering van en passend onderwijs aan meeren hoogbegaafde kinderen hebben we beschreven in het Zorgplan hoogbegaafdheid (zie bijlage 6 ). Ons beleid voldoet aan de gestelde eisen van kwadrant 3 van Kwadraatonderwijs. (www.kwadraatonderwijs.nl)
3.19 Veilig schoolklimaat, sociale veiligheid en voorkomen gedragsproblemen. 3.19.1 PBS Positive Behaviour Support is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. Op de Groen van Prinsterer is gekozen voor de basiswaarden respect, veiligheid en zelfstandigheid. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past bij deze waarden en leert het de gedragsverwachtingen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna systematisch positief bekrachtigd. Tenslotte is een heldere procedure m.b.t. consequenties vastgesteld. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. School, ouders en jeugdzorg werken onder begeleiding van een coach actief samen in dit proces. Voor een uitgebreide beschrijving van ons ‘Veiligheid beleid’ verwijzen we naar het Veiligheid Beleidsplan en blz. 8 t/m 10 van de Schoolgids 2014-2015. 3.19.2 Protocol ‘Samen tegen Pesten’ Wij hanteren het protocol ‘Samen tegen Pesten’ van de Groen van Prinstererschool (zie bijlage 7). Het boekje ‘Pestpreventie met Positive Behavior Support’ geldt als belangrijke bron.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
18
3.19.3 Toegankelijkheid en inrichting schoolgebouw. Op onze school zijn voorzieningen aanwezig voor: - lichamelijke zorg: gehandicaptentoilet aanwezig / drempelloze entree. - de school is gelijkvloers, waar in de lokalen wel drempels zitten. Onze school kent verder geen specifieke aanpassingen. Zodra er zich een situatie voordoet die vraagt om een aanpassing worden de mogelijkheden onderzocht en de (financiële) haalbaarheid bekeken. 3.19.4 Protocol medische handelingen. Wij hanteren het GGD protocol voor medische handelingen (zie bijlage 8).
3.20 Schematisch overzicht van onze basiskwaliteit In onderstaande schema staat aangegeven welke basiskwaliteit de school levert. Dit is gebaseerd op de indicatoren uit het onderwijstoezicht. De school voldoet aan alle onderstaande indicatoren. Dit gebaseerd op de inspectiebeoordeling van november 2010. A. Opbrengsten Kwaliteitsaspect 1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1 N De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat 2 op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.1.1 De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht 1.1.2 De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 N2 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht B. Onderwijsleerproces Kwaliteitsaspect 2 De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerling voor op vervolgonderwijs en samenleving. 2.1 N2 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school 2.1.1 alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.1.2 Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2 N2 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.1 De leerinhouden voor Nederlandse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.2.2 De leerinhouden voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 2.3 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 2.4 N1 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. 2.5 De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te ontwikkelen. 2.6 De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. Kwaliteitsaspect 3 De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. 3.1 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd
2
Normindicator: speelt een cruciale rol bij het bepalen van het toezichtarrangement Z of ZZ
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
19
Kwaliteitsaspect 4 Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. 4.1 De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. 4.2 De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. 4.3 Het personeel voelt zich aantoonbaar veilig op school. 4.4 De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 4.5 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. 4.6 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school. 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. kwaliteitsaspect 5 De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerling taakbetrokken. 5.1 N2 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2 N2 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3 N2 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Kwaliteitsaspect 6 De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. C. Zorg en Begeleiding Kwaliteitsaspect 7a De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. 7.1 N2 De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 8 De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg. 8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 N2 De school voert de zorg planmatig uit 8.4 8.5
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden.
D. Kwaliteitszorg Kwaliteitsaspect 9 De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg. 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 !3 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 !3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces 9.4 !3 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.7 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.
Basistoezicht met waarschuwing. In het laatstgehouden kwaliteitsonderzoek (november 2010 )waren alle onderzochte kwaliteitsindicatoren van voldoende niveau. In oktober 2013 heeft de school een basisarrangement met daarbij een waarschuwing gekregen. Dit i.v.m het feit dat de eindopbrengsten de afgelopen 2 jaar onvoldoende waren.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
20
Hoofdstuk 4 Extra ondersteuning op de CBS Groen van Prinsterer (De nieuwe invulling voor dit hoofdstuk, wordt naar verwachting in 2014-2015 opgesteld vanuit nieuwe Samenwerkingsverband – onderstaande procedure en stappenplan is gebaseerd op de situatie van voor het Schooljaar 2014-2015.) 4.1 Dieptezorg: verwijzingsprocedure Als blijkt dat de interne extra ondersteuning op school ontoereikend is en het onderwijsaanbod niet aansluit bij de ontwikkeling van de leerling en onvoldoende tegemoet komt aan de uitgangspunten zoals in de schoolvisie en in dit schoolondersteuningsprofiel is verwoord, kan besloten worden tot verwijzing met als doel een beter bij de behoeften van de leerling passende onderwijsplek. In het samenwerkingsverband, waar de school nu nog deel van uitmaakt, moet de aanvraag voor een beschikking toelating voor het SBO nog worden ingediend bij de Permanente Commissie Leerlingen (PCL). Deze verplichting verdwijnt m.i.v. de nieuwe wetgeving Passend Onderwijs. Het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs bepaalt hoe de indicering voor speciaal (basis)onderwijs zal gaan verlopen. Zolang de nieuwe werkwijze (“Van indiceren naar arrangeren” nog niet is vastgesteld, wordt de bestaande weg via de huidige PCL gehanteerd. De interne begeleider begeleidt, in samenwerking met de groepsleerkracht van de leerling, de ouders bij de toelatingsprocedure voor het speciaal (basis)onderwijs. De ouders melden hun kind aan bij de PCL van het WSNS samenwerkingsverband met de daarvoor bestemde formulieren. De interne begeleider vult een onderwijskundig rapport in. 4.2 Stappenplan aanmelding PCL van indiceren naar arrangeren Stap 1 De ondersteuningsstructuur in de basisschool Op de Groen van Prinstererschool vinden regelmatig leerlingenbesprekingen plaats (zie 2.13) met als doel om oplossingen te vinden voor de problemen die kinderen op school ondervinden. De onderwijsbehoeften van de leerling worden bepaald. Aan de hand daarvan wordt het didactisch groepsoverzicht vastgesteld en op basis daarvan wordt het didactisch groepsplan opgesteld. In bijzondere gevallen worden leerlingen op een ontwikkelingsperspectief gezet (zie 2.2) Stap 2 Aanvullende informatie In overleg met de betrokken leerkracht stelt de interne begeleider vast of er aanvullende informatie moet worden verzameld en wie welke informatie verzamelt. Hierbij kan het nodig zijn om een psychologisch of pedagogisch-didactisch onderzoek te doen. Stap 3 De ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband Blijft er handelingsverlegenheid bestaan, dan kan het nodig zijn om verdere stappen te ondernemen. In overleg met de consultatieve leerlingbegeleider kan beoordeeld worden of een kind in aanmerking komt voor aanmelding bij een Commissie van Indicatiestelling of aanmelding bij de PCL. Tijdens dit traject zorgt de school ervoor dat het onderwijskundig rapport conform gemaakte afspraken wordt ingevuld. Bovendien wordt een recent psychologisch onderzoek bijgevoegd. Stap 4 Aanmelding bij de PCL van het samenwerkingsverband In de meeste gevallen zal de basisschool de aanmelding verzorgen nadat de ouders de basisschool daartoe schriftelijk toestemming hebben gegeven. De ouders vullen daartoe het aanmeldingsformulier PCL ouders/verzorgers in. De school vult het onderwijskundig rapport in. De ouders/verzorgers krijgen een kopie van het ingevulde onderwijskundig rapport. Wanneer ouders de aanmelding verzorgen, is de school verplicht om binnen een maand een onderwijskundig rapport op te stellen.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
21
Stap 5 Behandeling door de PCL De PCL vergadert maandelijks. Elke basisschool ontvangt ieder schooljaar de vergaderdata van de PCL in de jaarplanning van het Samenwerkingsverband. Het complete onderwijskundig rapport met het ingevulde oudergedeelte moet minimaal 10 werkdagen voor de PCL-zitting opgestuurd worden naar de PCL. Incomplete rapporten worden niet in behandeling genomen en naar de school geretourneerd met het verzoek om aanvullingen. a. Behandelingstermijn Binnen 8 schoolweken na aanmelding en aanlevering van de complete en juiste rapportage. Als aanvullende gegevens of onderzoek nodig zijn, kan de termijn met nog eens 8 weken worden verlengd. b. De criteria van de PCL De PCL oordeelt op grond van de volgende criteria: De extra inspanningen en ondersteuning hebben geen of onvoldoende vooruitgang op pedagogisch-didactisch en/of sociaal-emotioneel gebied opgeleverd en er is sprake van handelingsverlegenheid bij de school. De school kan onvoldoende voorzien in de onderwijsbehoefte van de leerling. c. De leerling voldoet aan het volgende profiel: 1. moeilijk lerende kinderen (IQ 55- 75/80) zonder specifieke stoornis op het gebied van het leren, persoonlijkheidsvorming en/of gedrag; 2. moeilijk lerende kinderen (IQ 70- 75/80) met daarnaast een probleem op het gebied van het leren, persoonlijkheidsvorming en/of gedrag. 3. kinderen die niet moeilijk lerend zijn (IQ > 75/80) waarbij sprake is van een leerstoornis (lees en/of rekenstoornis, spraakstoornis) en/of ontwikkelingsachterstand. 4. kinderen die niet moeilijk lerend zijn ( IQ > 75/80) waarbij sprake is van ontwikkelingsproblemen op gedrag of sociaal-emotioneel gebied in combinatie met leerachterstanden. Leerlingen kunnen een gepiekt of disharmonisch intelligentieprofiel hebben met wisselend sterke en zwakke aanleg/vaardigheden. Ook problematiek op het gebied van aandacht, concentratie en/of sociaal-emotionele ontwikkeling kan een rol spelen. Daarnaast spelen bij het typeren van een leerling de volgende contra-indicaties een rol: • leerlingen die te veel verzorgingstijd nodig hebben; • leerlingen met een te geringe beïnvloedbaarheid van hun sociaal gedrag, leerlingen moeten kunnen functioneren in een groep met gemiddeld 15 leerlingen. • Leerlingen met een te geringe mate van zelfstandigheid: leerlingen moeten gedurende bepaalde momenten af kunnen zien van direct contact of ondersteuning door de leerkracht. d. Hoorzitting Het is mogelijk dat de PCL de ouders of andere betrokkenen vraagt hun visie op de problematiek van het kind schriftelijk of in een persoonlijk gesprek nader toe te lichten. Stap 6 Besluitvorming De PCL kan een beschikking, een tijdelijke beschikking of een negatieve beschikking afgeven met betrekking tot de toelating tot het SBO. De PCL besluit tot een tijdelijke beschikking wanneer er sprake is van: • Leerlingen met een forse ontwikkelingsachterstand, waarbij het verloop van de ontwikkeling nog niet duidelijk is. Na de tijdelijke periode kan permanente plaatsing op SBO of doorverwijzing naar een andere voorziening (bv. Speciaal Onderwijs- cluster 1 t/ 4) plaatsvinden; • Leerlingen met ontwikkelingsproblematiek, die nadere diagnostiek behoeft;
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
22
• •
Bij plaatsing vanuit vormen van speciaal onderwijs, wanneer niet duidelijk is of geconstateerde problematiek op adequate wijze binnen SBO kunnen worden aangepakt; Bij kindproblematiek (“multiproblem”) waarvan op voorhand niet geconstateerd kan worden of de SBO school de adequate ondersteuning en behandeling kan bieden
Bij een negatieve beschikking wordt de keuze gemotiveerd en voorzien van een advies: • Advisering naar een andere vorm van onderwijs, jeugdhulpverlening en/of zorgvoorziening in situaties wanneer het om een kind gaat dat niet is aangewezen op een speciale school voor basisonderwijs. a. Uitkomsten van de bespreking De voorzitter van de PCL deelt de uitkomsten van de bespreking binnen 10 werkdagen, schriftelijk mee aan de ouders, de (basis)school en alle overige betrokkenen. Op de beschikkingen van de PCL wordt een maximale geldigheidsduur voor plaatsing op een SBO-school van 1 jaar vermeld. Het formele besluit over toelating berust bij het bestuur van de SBO-school. Er zijn drie toelatingsmomenten vastgesteld, te weten: 1 augustus, 1 januari en 1 april van ieder jaar. Volgens art. 23 lid 1 van de WPO (Wet op het Primair Onderwijs) wordt een beschikking door de ouders aangevraagd via een aanmeldformulier dat op de eigen school verkrijgbaar is. b. Bezwaren tegen de beschikking Ouders hebben het recht om binnen een termijn van 6 weken schriftelijk bezwaar te maken tegen de beslissing van de PCL. Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van naam en adres van de ouders, een dagtekening en de omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt aangetekend. Na het indienen van een bezwaarschrift bij de voorzitter van de PCL ontvangen de ouders een ontvangstbevestiging. De PCL is verplicht om de belanghebbenden in elkaars aanwezigheid te horen en daar een verslag van te maken. Voordat er een beslissing over een bezwaarschrift wordt genomen, is de PCL verplicht om advies te vragen bij de Regionale Verwijzingscommissie (RVC). De RVC brengt zijn advies uit binnen 4 weken. De PCL heeft het recht om van het advies van de RVC af te wijken. c. Beroep Tegen de beslissing van de PCL op het bezwaarschrift kan beroep worden aangetekend bij de rechtbank. De voorzitter of het secretariaat van de PCL treedt dan op als formele procespartij in deze beroepszaak. Tegen de uitspraak van de rechtbank is ook weer beroep mogelijk bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De PCL kan weer tegen de beslissing van de rechtbank in beroep gaan. d. Klachten Klachten met betrekking tot de PCL, kunnen rechtstreeks kenbaar gemaakt worden bij de voorzitter van de PCL. e. De landelijke klachtencommissie Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van VOS/ABB ten behoeve van klachten over de PCL. Elk bevoegd gezag beschikt hiertoe over de modelklachtenregeling PCL. Het secretariaat van de landelijke klachtencommissie is: Landelijke Klachtencommissie, Postbus 162, 3440 AD Woerden. Tel. 0348-405245; Fax. 0348405244 Op elke school van het samenwerkingsverband is een uitgebreide informatiebrochure aanwezig met uitgangspunten, taken en samenstelling van de PCL. Stap 7 Plaatsing Na aanmelding bij de SBO-school wordt meestal bij de leerling een pedagogisch didactisch onderzoek afgenomen om een plan van aanpak op te kunnen stellen en het ontwikkelingsperspectief van de leerling vast te kunnen stellen. De resultaten van dit onderzoek en de informatie uit het onderwijskundig rapport voor de PCL vormen hiervoor de basis. Dit resulteert in concrete adviezen voor ieder domein van schoolse vaardigheden. Tevens worden aandachtspunten beschreven, zoals het volgen van logopedie en fysiotherapie. Vervolgens wordt de orthopedagogische hulpvraag van de betreffende leerlingen beschreven en richtlijnen opgesteld voor de aanpak. De eerste aanzet wordt aangevuld met een te verwachten ontwikkelingsprofiel. Indien ouders het wensen, wordt deze eerste aanzet met hen besproken.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
23
De SBO krijgt de beschikking over het volledige onderwijskundig rapport, zoals dat bij de PCL is ingediend en wanneer ouders/voogden daarin schriftelijk hebben toegestemd. De basisschool van herkomst zorgt ervoor dat de SBO-school altijd over de meest recente toets- en observatiegegevens kan beschikken. Dit is belangrijk wanneer er een groot aantal maanden verstrijkt tussen aanmelding bij de PCL (bijv. na de januaritoetsen) en definitieve plaatsing op een SBO school (per 1 augustus). 4.3 Verwijzing naar het speciaal onderwijs De uitkomsten van aanvullend onderzoek en observaties door de orthopedagoog/psycholoog van de school of van het expertisecentrum in het SWV kunnen leiden tot de conclusie dat de basisschool en het WSNS samenwerkingsverband onvoldoende in staat zijn om tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoefte van een leerling. Verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs kan dan aan de orde zijn. Ouders worden hierbij geadviseerd en ondersteund door de interne begeleider van de basisschool. De interne begeleider stelt een onderwijskundig rapport op en daarnaast zorgt de orthopedagoog/ psycholoog voor een kwalitatieve onderbouwing met argumenten waarom geen passend onderwijsaanbod geboden kan worden in het reguliere onderwijs of de speciale basisschool van het samenwerkingsverband. De ouders doen vervolgens een aanmelding bij de commissie van indicatie (CVI) van het betreffende cluster speciaal onderwijs. De ouders melden in geval van een positieve beschikking van de CVI, hun kind aan bij de school voor speciaal onderwijs binnen één van de vier clusters. Bij een negatieve beschikking formuleert de CVI een advies voor een plaatsing op een ander type onderwijs en waarom de leerling niet toelaatbaar is voor het type onderwijs in het eigen cluster. De ouders maken, in overleg met de basisschool waar het kind staat ingeschreven, een definitieve keuze.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
24
Hoofdstuk 5: Kwaliteitszorg en borging
5.1 Instrument voor kwaliteitszorg in de school In het referentiekader Passend Onderwijs wordt het volgende aangegeven: “De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijs en het ondersteuningsprofiel en betrekt ouders bij de beoordeling daarvan. Het bevoegd gezag stelt vast aan welke kwaliteitseisen het ondersteuningsprofiel moet voldoen en op welke wijze daarop wordt toegezien (intern toezicht)”. a. Van Kwintoo naar Integraal Op de Groen van Prinstererschool werd tot 2013 het kwaliteitsinstrument Kwintoo gehanteerd. De kwaliteitskaarten van Kwintoo leggen op integrale wijze de kwaliteit vast van alle kwaliteitsaspecten en indicatoren van het onderwijstoezicht. Het gaat om de volgende kwaliteitskaarten/kwaliteitsaspecten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Zorg voor kwaliteit Toetsing Leerstofaanbod Tijd Onderwijsleerproces Schoolklimaat Zorg & Begeleiding Opbrengsten Onderwijsleerproces Schoolklimaat Zorg & Begeleiding Opbrengsten VVE
Op basis van deze kwaliteitskaarten wordt de kwaliteit van onderwijs en organisatie geborgd. Met name in de kwaliteitskaarten Zorg & Begeleiding is • • • •
de de de de
kwaliteit procedures/protocollen werkwijze inrichting
van de begeleiding en extra ondersteuning van leerlingen voor de Groen van Prinstererschool nauwkeurig vastgelegd en waar nodig voorzien van een verbeterplanning. Met ingang van 2014 wordt de kwaliteitsborging gerealiseerd via Integraal. In 2013-2014 zijn een tweetal vragenlijsten in het team ingevuld en besproken, te weten onderwijsleerproces en planmatige ondersteuning. In de eerste helft van het schooljaar 2014-2015 wordt alle data verzameld, die in de periode januari – mei planmatig worden verwerkt en gepland in het Schoolplan 2015-2019. b. Evaluatie Jaarlijks worden de volgende instrumenten ingezet om de ondersteuning en de begeleiding van leerlingen te borgen en te verbeteren: 1.
Jaarlijkse evaluatie van de vragenlijst Planmatige ondersteuning door interne begeleider en directeur (inspectie-indicatoren en kernkwaliteiten);
2.
Halfjaarlijkse evaluatie van de totale inrichting van de begeleiding en ondersteuning op school door de interne begeleider en de directeur: • Het leerlingvolgsysteem • Het volg- en registratiesysteem voor groep 1 en 2 • Het zorgdocument SOP • De bijlagen bij het zorgdocument SOP • Procedures/protocollen/formulieren • Jaarplanning/toetskalender/monitorcyclus • Faciliteiten • Taken/verantwoordelijkheden • Interne doorstroom • Leerling- en groepsbesprekingen
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
25
3.
Evaluatie bij 1 en 2 in teamvergadering;
4.
Bespreking evaluatie en evt. verslaglegging en verbeterplanning.
5.2 Archivering leerlingengegevens en dossiervorming In paragraaf 3.10 is beschreven in welke dossiers, mappen en digitale systemen de leerlinggegevens worden opgeslagen. Uitgangspunt bij de archivering is dat er van alle leerlingen een dossier is (of snel is samen te stellen) met alle relevante leerling-gegevens, met als doel dat leerkrachten snel en efficiënt een goede onderbouwing hebben voor het vaststellen van de aard van (extra) zorg en ondersteuning van leerlingen. Bij de werkwijze met didactische groepsoverzichten en groepsplannen is een goede dossiervorming belangrijk. Het streven is om alle didactische groepsoverzichten en didactische groepsplannen digitaal te archiveren. Bij het ontstaan van zorgvragen over leerlingen moet de geschiedenis van de handelingsplanning van een individuele leerling snel voorhanden zijn. In digitale overzichten kan snel en efficiënt een individuele leerling in beeld gebracht worden. 5.2.1 Leerlingdossier Het leerlingdossier is de verzamelnaam voor de persoonsgegevens die de school verwerkt en bijhoudt over een leerling. Voor het uitoefenen van het inspectietoezicht op de kwaliteit van het onderwijs, is het nodig dat de school de vorderingen en resultaten van de leerlingen verwerkt. De inspectie mag deze gegevens inzien en gebruiken. Welke specifieke informatie wordt bewaard per leerling, is de verantwoordelijkheid van de school. De gegevens dienen op een deugdelijke wijze bewaard te worden, zodat de kans op 'rondslingeren' uit te sluiten is. 5.2.2 Informatieplicht De school informeert ouders over de aard van de gegevens die worden bijgehouden. Dit staat vermeld in de schoolgids en/of op de website van de school. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op de wijze waarop de school de persoonsgegevens van ouders, personeel en leerlingen verwerkt. De gangbare regels over privacybescherming en informatieplicht worden daarbij aangehouden, conform de bepalingen die de Wet bescherming persoonsgegevens daarover stelt. 5.2.3 Rechten ouders Ouders hebben de volgende rechten: • • •
Inzagerecht Kopierecht Recht op correctie van onjuiste informatie
5.2.4 Hanteren van ‘leerlingendossiers’ De leerlinggegevens in het primair onderwijs zijn toegankelijk voor de ouders/verzorgers van de leerling, de schoolleiding en het onderwijspersoneel dat bij de leerling betrokken is. Soms is de school verplicht gegevens aan derden te geven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij: • •
de aanvraag van een leerlinggebonden budget (het rugzakje); de overgang naar een andere school, bv. het voortgezet onderwijs of het speciaal (basis)onderwijs.
In overige gevallen moeten de ouders eerst toestemming geven, voordat derden de gegevens van hun kind mogen inzien. 5.2.5 Bewaartermijn Niet alles uit het leerlingdossier moet even lang bewaard worden. Er gelden verschillende bewaartermijnen voor de diverse gegevensbronnen: 1. 2.
De leerlingenadministratie Deze moet nadat een leerling is uitgeschreven vijf jaar bewaard worden. Het onderwijskundig rapport In het primair onderwijs moet het onderwijskundig rapport bij het (tussentijds) verlaten van de school twee jaar bewaard worden.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
26
3.
Adviezen Adviezen en beslissingen die uitgebracht zijn door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) worden door de school (waar de leerling stond ingeschreven toen het advies is uitgebracht) nog drie jaar bewaard nadat de leerling deze school heeft verlaten.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
27
Hoofdstuk 6: Samenwerking met anderen
6.1 Samenwerking met ketenpartners in de zorg In hoofdstuk 2 is aangegeven wat voor de school de acht uitgangspunten voor Passend Onderwijs zijn. Die uitgangspunten kunnen alleen gerealiseerd worden als er sprake is van een veilig en gezond school- en thuismilieu. Er wordt gebruik gemaakt van preventieve inzet van hulpverlening en (gezondheids-)zorg omdat voor de school ‘extra ondersteuning in en om de school’ belangrijk is. Om problemen bij kinderen vroegtijdig te signaleren maken we gebruik van de SDQ lijsten. De uitkomsten worden besproken in het 1-2-3 tje (samenwerking school, schoolmaatschappelijk werk, jeugdverpleegkundige van de GGD en de PBS medewerkster van Yorneo). Vanuit dit overleg wordt bekeken of een kind/gezin hulp nodig heeft en welke instantie deze hulp het best kan geven. In het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs wordt hier ook de instandhouding van multidisciplinaire zorgadviesteams en de beschikbaarheid van achterliggende en aanvullende voorzieningen genoemd. Doelstelling hiervan is te komen tot een “sluitende aanpak voor overbelaste en in hun veiligheid en gezondheid bedreigde leerlingen en jongeren.” In dit kader zijn twee andere wetgevingstrajecten van belang: · 1. 2.
de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin. de wettelijke borging van zorgadviesteams (ZAT).
6.2 Samenwerking met onderwijspartners Elke onderwijssector kent zijn eigen wetten en regels en ook een eigen taal. Passend Onderwijs zal moeten bevorderen dat de overgang naar een andere onderwijssector voor iedere leerling zonder obstakels en onnodige drempels kan plaatsvinden. Daarover staat in het referentiekader Passend Onderwijs opgenomen: ‘Iedere school waarborgt voor alle leerlingen een effectieve overdracht van en naar een andere school of sector’. Met de onderwijspartners in de regio zullen in ieder geval afspraken worden gemaakt over de te volgen procedure bij de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs: het in te vullen onderwijskundig rapport bij de overdracht naar een ander schooltype en de aanmeldingsprocedure en criteria voor toewijzing van lichte of zware ondersteuning aan leerlingen.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
28
Hoofdstuk 7: Ouders en zorgplicht
7.1 Contacten met ouders In de Kwintoo kaart “Contacten met ouders” is vastgelegd wat de visie op ouders en school is. Tevens is vastgelegd en geborgd op welke wijze de contacten met ouders zijn gestructureerd. Dat is gedaan door het formuleren van kernkwaliteiten rond de volgende indicatoren: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
de Groen van Prinstererschool heeft een heldere visie op ouderbetrokkenheid. De Ouders worden breed geïnformeerd over de gang van zaken op de Groen van Prinstererschool. de Groen van Prinstererschool betrekt ouders bij de school. de Groen van Prinstererschool stelt zich op de hoogte van de opvattingen en verwachtingen van ouders over het onderwijs en houdt daar rekening mee. de Groen van Prinstererschool communiceert op professionele wijze met de ouders. de Groen van Prinstererschool betrekt de ouders bij de begeleiding en ondersteuning van leerlingen.
In school zijn de contacten met ouders op vaste momenten in het schooljaar gepland. In november, februari en juni tijdens de zogenaamde 10-minuten-gesprekken worden de ouders geïnformeerd over de vorderingen van hun kind en wordt over en weer informatie uitgewisseld. Leerling-resultaten worden met de ouders besproken aan de hand van de methodetoetsen en het leerlingvolgsysteem. Met de ouders kan ook gesproken worden over de inhoud van het onderwijsaanbod, didactische groepsplannen en op welke manier de leerkrachten de evaluatie uitvoeren. Ouders krijgen ook de gelegenheid het welbevinden van hun kind te bespreken met de groepsleerkracht. Tussentijds kunnen ouders altijd de vorderingen van hun kind met de leerkracht bespreken en is het ook mogelijk dat de leerkracht de ouders uitnodigt hiervoor. Indien er tijdens deze gesprekken afspraken worden gemaakt, worden deze vastgelegd door de leerkracht in een verslag in ParnasSys. Indien er sprake is van een ondersteuningsvraag die specifieke en structurele handelingsplanning van de leerkracht vereist, worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht door de leerkracht. Bij leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte is er sprake van meer contact met de ouders. Leerkracht en de interne begeleider bespreken met de ouders de ondersteuningsvraag en de eventuele individuele handelingsplanning. Wanneer het om een handelingsplan voor een leerling met een eigen leerlijn met aangepast uitstroomprofiel gaat, is het wettelijk verplicht dat ouders instemmen met het ontwikkelingsperspectief voor de leerling. Ouders kunnen te allen tijde de gegevens van hun kind inzien. De leerkracht voegt relevante informatie van de ouders toe aan het leerlingendossier. Bij gesprekken met ouders wordt het totale functioneren van het kind altijd besproken. Als er aanvullende maatregelen nodig zijn, worden deze altijd vanaf het eerste moment in samenspraak met de ouders genomen. Medio schooljaar 2014-2015 krijgen de ouders in het Ouderportaal van Parnassys inzage in: - resultaten methode gebonden toetsen Rekenen en Taal (spelling). - Resultaten LVS toetsen (alle toetsonderdelen). - Notities van gevoerde oudergesprekken.
7.2 Zorgplicht Passend Onderwijs Ouders zijn bij Passend Onderwijs direct belanghebbenden. Een belangrijk nevendoel van Passend Onderwijs is de positie van ouders te verstevigen zowel op individueel als collectief niveau. Op individueel niveau geldt dat ouders ondersteuning kunnen krijgen als zij met school verschillen van mening over de geschiktheid van het onderwijsaanbod voor hun kind. Eventueel kunnen zij daarbij een beroep doen op bemiddeling door een onafhankelijke partij. In het uiterste geval kunnen ouders terecht bij de landelijke geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. De uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend. In de schoolgids wordt dit duidelijk vermeld. De school heeft een klachtenregeling en is aangesloten bij de geschillencommissie “Zorgplicht Passend Onderwijs”.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
29
Bij de voorbereiding van aanmelding, indicatiestelling en toewijzing van extra ondersteuning, kunnen de ouders ook ondersteund worden. Op school zal de interne begeleider hier veelal voor beschikbaar zijn. Op school is er voorlichtingsmateriaal (folders en formulieren) voor ouders beschikbaar en zo nodig kunnen ouders geholpen worden bij het invullen van deze formulieren. Op collectief niveau geldt dat ouders er belang bij hebben om mee te kunnen beslissen over het Onderwijsondersteuningsprofiel van de school en de kwaliteit daarvan. Ook voor de toewijzing van extra onderwijsondersteuningsmiddelen geldt dat ouders medezeggenschap hebben conform de wet medezeggenschap. Onderwerpen van medezeggenschap van ouders in het kader van de Zorgplicht Passend Onderwijs zijn: • • • • • •
Het ondersteuningsprofiel van de school; Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband; Dekkend aanbod van onderwijsondersteuning; Inzet van onderwijs ondersteuningmiddelen; Bewaking van kwaliteit; Communicatie.
De medezeggenschap m.b.t. het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs wordt in de nieuwe wetgeving op bovenschools of bovenbestuurlijk niveau van het samenwerkingsverband geregeld.
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
30
Hoofdstuk 8 Basiskwaliteit
* Zelfevaluatie 0-meting basisprofiel: Standaard 1 Veiligheid 2 Afstemming 3 Begeleiding 4 Onderwijsondersteuning 5 Ontwikkelingsperspectieven 6 Beleid leerling ondersteuning 7 Evaluatie leerling ondersteuning 8 Deskundigheid 9 Ouders 10 Organisatie van de onderwijsondersteuning 11 Overdracht of terugplaatsing
gemiddelde score 3 3 3 2 3 3 3 3 3 3 2
Schoolondersteuningsprofiel c.b.s. Groen van Prinstererschool Emmen
31