Schoolondersteuningsprofiel 2015-2016
salto montessorischool
i.s.m. Samenwerkingsverband Passend onderwijs Eindhoven e.o. [ 30.07 ]
1
Inhoudsopgave Schoolondersteuningsprofiel 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie 3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs 3.2 Planmatig werken 3.3 Preventieve en licht curatieve interventies 3.4 Schoolondersteuningsstructuur 4. Extra ondersteuning: Onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning 4.2 Fysiek medische ondersteuning 4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning 4.4 Ondersteuning in de thuissituatie 5. Randvoorwaarden 6. Conclusies en ambities
3 3 3 3 4 4 4 6 7 9 11 12 12 12 13 13 13
Bijlagen A Beschikbare deskundigheid B Checklijst/instrument C Kengetallen
15 16 17
2
1. Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft onze mogelijkheden en ambities bij de begeleiding van leerlingen. Het schoolondersteuningsprofiel geeft houvast aan alle partijen die betrokken zijn bij de ondersteuning en begeleiding van een leerling: a. De toelating van leerlingen we bepalen aan de hand van het profiel of de onderwijsbehoefte van een leerling past bij onze mogelijkheden als school. b. De communicatie met ouders we maken aan de hand van het profiel en in overleg met ouders de afweging of wij de ondersteuning en begeleiding kunnen bieden die de leerling nodig heeft. c. De professionalisering van het team we weten aan de hand van het profiel welke competenties de leerkrachten nodig hebben en verder moeten ontwikkelen om de ondersteuning en begeleiding aan de leerlingen te kunnen verzorgen. Het schoolondersteuningsprofiel is opgesteld door het team, bestaande uit de directeur, intern begeleider en leerkrachten. De Medezeggenschapsraad heeft ons erover geadviseerd. Het bevoegd gezag heeft het ondersteuningsprofiel vervolgens vastgesteld. Het profiel wordt minimaal eens in de vier jaar opnieuw onder de loep genomen en zo nodig aangepast.
2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens salto montessorischool de Tempel Baarle Hertoglaan 1 5628 PM Eindhoven 040-2412671 Directeur Intern Begeleider
Mevr. Ellen Reijners Mevr. Geert Meijer
We vormen een montessori Spilcentrum 0-12 jaar met Korein Kinderplein - Baarle Hertoglaan 3. Schoolbestuur Samenwerkingsverband
salto Samenwerkingsverband Eindhoven e.o. (3007)
2.2. Onderwijsvisie/schoolconcept Ons onderwijs is gebaseerd op het gedachtegoed van Dr. Maria Montessori (1870-1952): een compleet onderwijsconcept dat is gebaseerd op de eigenheid van het individu. Elk kind is uniek en zijn/haar ontwikkeling verloopt naar de eigen individuele mogelijkheden en in een eigen tempo. Wij bieden het kind de ruimte voor deze ontwikkeling en begeleiden hem/haar
3
daar zorgvuldig bij. De leerling is daarbij aan zet. We prikkelen het kind om steeds een volgende stap te zetten door een uitdagende leeromgeving aan te bieden. Als eigentijdse montessorischool maken we gebruik van een combinatie van montessorimaterialen en moderne technische en methodische mogelijkheden. Zelfstandigheid is een voorwaarde bij het vormgeven van de eigen ontwikkeling. Het ontwikkelen en stimuleren van de zelfstandigheid start zodra het kind onze school of ons Spilcentrum binnenkomt. Onze missie is om kinderen te helpen opgroeien tot zelfstandige individuen en vatten we samen in de slogan: “Help mij het zelf te doen”. Elk kind is medeverantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en leert verantwoordelijkheid te nemen voor het niet verstoren van andermans ontwikkeling. Kinderen leren op een respectvolle manier omgaan met verschillen. 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren Zie bijlage C
3 Basisondersteuning Onder de basisondersteuning vallen de specifieke ondersteuningsmogelijkheden van onze school, evenals de preventieve ondersteuning en maatregelen die bedoeld en/of beschikbaar zijn voor alle leerlingen. Daarbij gaat het om inzet van de intern begeleider, de onderwijsassistent, het begeleidings-adviesteam (BAT) en de inzet van deskundigen en/of materialen in de school. Het niveau van de basisondersteuning wordt beschreven in zowel het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband als in het schoolondersteuningsprofiel van elke school. 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs Om de kwaliteit en de mogelijkheden van onze school te beschrijven, gebruiken we de “indicatoren basisondersteuning”. Deze indicatoren vormen het kwaliteitskader van de onderwijsinspectie en vullen we aan met indicatoren van de PO-Raad en het Samenwerkingsverband Eindhoven e.o. inzake Passend Onderwijs en Handelingsgericht werken. Onze school voldoet volledig aan het toezichtkader van de onderwijsinspectie en staat onder normaal toezicht van de inspectie. De indicatoren basisondersteuning van de inspectie geven voor onze school het onderstaande beeld. Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat verwacht mag worden op grond van de leerling-kenmerken. Hieraan voldoet de school. We werken handelingsgericht en opbrengstgericht (HGW, OGW), dat wil zeggen dat we op basis van onderzoek en analyse bepalen wat de aard en mate van ondersteuning is die een leerling nodig heeft. We stemmen het leerstofaanbod af op de mogelijkheden van de individuele leerling en werken daarbij met verschillende niveaus in instructie en begeleiding. Het uitgangspunt is het streven dat alle leerlingen aan het eind van groep 8 de leerstof op minstens niveau 1F beheersen. Het montessoriconcept gaat uit van diversiteit: elk kind ontwikkelt zich anders. De leraren zijn hiertoe aanvullend geschoold en sluiten hun montessori-opleiding af met een diploma of certificaat. Montessori-leraren kijken naar het totale kind en zijn/haar ontwikkeling en beperken zich niet tot de basisvaardigheden. We werken met een leerlingvolgsysteem voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en nemen in de schoolcarrière ook niet-schoolse capaciteitentesten af om de totale ontwikkeling van het kind te volgen en te begeleiden. Het leerrendement is een belangrijke graadmeter om de ontwikkeling te beoordelen.
4
Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. Hieraan voldoet de school. Als eigentijdse montessorischool combineren we montessorimaterialen met reguliere, moderne onderwijsmethoden en –methodieken. Onze deuren en ramen staan wijd open, zodat we de wereld buiten naar binnen halen. Daarmee leggen we een basis voor de toekomst van deze kinderen in de samenleving van de 21e eeuw. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet met montessori-observatiesystemen, met het Cito-leerlingvolgsysteem (cognitieve ontwikkeling), Pravoo (sociaal-emotionele ontwikkeling van 2-6 jarigen) en SCOL (sociaal-emotionele ontwikkeling van 6-12 jarigen). Kwaliteitsaspect 3: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Hieraan voldoet de school. We werken volgens het 940-urenmodel. We bieden gedifferentieerd onderwijs, waarbij we verschillende instructievormen, begeleidingsvormen, werkvormen en verwerkingsvormen afwisselen. De ondersteuningsbehoefte, instructiebehoefte en verwerkingstijd verschilt per kind, per keer en per vak. Door te werken met verschillende instructie- en begeleidingsniveaus krijgen en nemen de leerlingen de tijd die zij nodig hebben om zich de leerstof eigen te maken; op elk niveau. Zelfstandige werktijd en individuele werkplanning vormen vaste en substantiële onderdelen van ons lesrooster. Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. Hieraan voldoet de school. We werken met een respectprotocol waarin onze omgangsvormen zijn vastgelegd. Een respectvolle omgang met elkaar is veel meer dan elkaar niet-pesten. Dat is ook de reden dat we geen antipestprotocol hebben, maar een respectprotocol. Onze school en het schoolconcept hebben diversiteit als belangrijkste kenmerk: iedereen is anders. In een omgeving waarin geaccepteerd is dat iedereen anders is en zich anders ontwikkelt en gedraagt, is niemand vreemd. Dat zorgt ervoor dat kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes, bijvoorbeeld op het gebied van hoogbegaafdheid of minder begaafdheid, zich niet gauw ‘anders’ voelen; Montessori maakt daarin meer mogelijk. Binnen ons systeem spelen samen leren en samenwerken een belangrijke rol. Dit komt ook tot uiting in de heterogene samenstelling van de groepen en de samenwerkplekken op diverse plaatsen in het schoolgebouw. Rust en respect voor elkaar en elkaars ontwikkeling zijn belangrijke bouwstenen. Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. Hieraan voldoet de school. We werken volgens handelingsgericht werken (HGW) en het model directe instructie (MDI). De instructies vinden plaats op 3 niveaus, naar behoefte van de leerling: instructieafhankelijk, instructiegevoelig en instructie-onafhankelijk. Met dit systeem zijn instructies op elk niveau effectief en efficiënt. Taakbetrokkenheid is een van de 3 kernwaarden in ons onderwijs. “De leerling aan zet”, dat gaat over: zelfstandigheid, eigenheid, taakgerichtheid. De onderwijsinspectie oordeelde in 2010 dat onze school uitblinkt in taakgerichtheid, van zowel de leerlingen als van de leraren en bevestigde dat in 2014 opnieuw. Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
5
Hieraan voldoet de school. Montessorionderwijs is er op gericht om ieder kind naar eigen vermogen, in een goed voorbereide, gestructureerde en veilige omgeving, te laten ontwikkelen en daarbij de nodige begeleiding en ondersteuning te bieden. Het model directe instructie (MDI) en handelings- en opbrengstgericht werken (HGW/OGW) zijn hierbij onze extra instrumenten. Kwaliteitsaspect 7: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. Hieraan voldoet de school. Binnen ons Spil-centrum streven we naar een ononderbroken ontwikkelingslijn van 0 t/m 12 jaar. Hiertoe gebruiken we dezelfde leerlingvolgsystemen om de ontwikkeling van kinderen van 0 t/m 12 jaar, in de breedste zin van het woord, te volgen en te begeleiden. Binnen de basisschool gebruiken we voor het systematisch volgen en monitoren van onze leerlingen de instrumenten van Cito, Pravoo en SCOL. Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig hebben, krijgen extra zorg en ondersteuning. Hieraan voldoet de school. We onderscheiden planmatige ondersteuningslijnen op het gebied van sociaal/emotionele zorg en cognitieve ondersteuning. We werken samen met onze Spilpartners, WIJ-Eindhoven, de overige saltoscholen en het Samenwerkingsverband Eindhoven e.o. Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg Hieraan voldoet de school. Onze kwaliteitszorg is verbonden met onze visie op leren, ontwikkelen en onderwijzen. Om zicht te hebben, te geven en te houden op de kwaliteit maken we gebruik van het instrument WMK-MO (Werken met kwaliteit-Montessorionderwijs) Hiermee brengen we per domein in beeld wat we op De Tempel doen en wat we verder willen ontwikkelen. Het systeem is gebaseerd op het Toezichtkader Primair Onderwijs. Planmatig werken Sinds schooljaar 2011-2012 werken we volgens de handelingsgerichte werkwijze (HGW). Bij handelingsgericht werken volgt de leerkracht een systematische werkcyclus, bestaande uit: 1. waarnemen: signaleren van relevante aspecten in zowel de sociaal/emotionele- als de cognitieve ontwikkeling van de leerling. Dit gebeurt dagelijks door observatie en evaluatie van het leerstofaanbod en de effecten/resultaten en tevens op vooraf vastgestelde momenten na een langere periode als door middel van observatie en toetsen, als evaluatie van het groepsplan. Waarnemingen verwerken we per leerling in een groepsoverzicht. 2. begrijpen: de leerresultaten van de leerlingen brengt de leerkracht in relatie met het eigen handelen ten aanzien van het onderwijsaanbod en de begeleiding van de ontwikkeling van de individuele leerling, met als doel aanknopingspunten te vinden voor het vervolgaanbod, de inrichting van de onderwijsleeromgeving en het eigen leerkrachtgedrag. 3. plannen: de leerkracht maakt een planning van het onderwijsaanbod voor een bepaalde periode, afgestemd op de verschillende onderwijsbehoeften van alle kinderen. Deze planning beschrijft hij/zij in het groepsplan en afgeleid daarvan maakt de leerkracht een week- of dagplanning en maken de leerlingen hun eigen week- of dagplanning. 4. organiseren en uitvoeren: de onderwijsleeromgeving richt de leerkracht zodanig in dat het onderwijsaanbod afgestemd is op de voorliggende periode en de leerlingen uitdaagt om zich
6
te ontwikkelen. Onderwijsmethodes en werkvormen zijn daarbij ondersteunende middelen en geen doelen op zich. We hanteren het model directe instructie.
De periode waarop de beschreven werkcyclus betrekking heeft, kan zijn: a. een kortere periode: het opstellen, uitvoeren, evalueren en reflecteren op het week- en/of dagplan, waarin we het aanbod en de instructie voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften concreet aangeven (afgeleid van het groepsplan) b. een langere periode: het opstellen, uitvoeren, evalueren en reflecteren op het groepsplan voor alle kinderen in de groep voor een bepaalde periode. De begeleiding voor de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte is onderdeel van het groepsplan. De schematische weergave is als volgt:
3.3 Preventie en lichte curatieve interventies
Onder preventie verstaan we de basisondersteuning voor alle leerlingen die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Licht curatieve interventies zijn lichte ondersteuningsarrangementen voor bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie en meer of minder dan gemiddelde intelligentie, de fysieke toegankelijkheid van het schoolgebouw en het medisch protocol. Licht curatieve interventies ondersteunen de voortgang van de schoolloopbaan van leerlingen. Elke basisschool biedt hiervoor een aanbod dat vanuit de basisbekostiging wordt betaald. De preventieve en licht curatieve interventies die behoren tot de basisondersteuning zijn: 1. Ernstige leesproblematiek en dyslexie Ondersteuning aan leerlingen met ernstige leesproblemen en dyslexie valt onder basisondersteuning.
7
Wij werken volgens het protocol voor leesproblemen en dyslexie. Binnen ons team is een gecertificeerde dyslexie-specialist werkzaam. Zij neemt dyslexie-screenings af en adviseert en begeleidt de leraren bij de ondersteuning. Elke leraar voert ondersteuning op diverse niveaus in de eigen groep uit. Ook is het mogelijk dat leerlingen extra begeleiding krijgen buiten de klas, individueel of groepsgewijs. Is verder diagnostisch onderzoek nodig, dan betaalt de zorgverzekeraar dit in principe. Ouders moeten dit zelf aanvragen; onze intern begeleider biedt hierbij indien gewenst ondersteuning. 2. Ernstige rekenproblematiek en dyscalculie Ondersteuning aan leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie valt onder basisondersteuning. Binnen ons team is een rekencoördinator werkzaam. Het protocol voor ernstige reken- en wiskundeproblemen en dyscalculie is in ontwikkeling en voeren we volgens planning en verwachting in schooljaar 2015-2016 in. Teamscholing is een onderdeel hiervan. 3. Een veilig schoolklimaat Onze school heeft een veilig schoolklimaat met een afgestemd aanbod gericht op sociale veiligheid en voorkoming van gedragsproblemen. De gedrags- en omgangsregels zijn vastgelegd in ons respectprotocol. Dit protocol biedt een schoolbrede aanpak waarin elke maand 1 respectregel centraal staat, gekoppeld aan methodische lessen met een doorgaande lijn van groep 1 tot en met groep 8. Op schoolniveau zijn er heldere afspraken over klassenmanagement en we werken met een ouderprotocol, waarin de regels en afspraken van school en ouders zijn vastgelegd. Binnen ons schoolbestuur Salto is er beleid gemaakt over o.a. veiligheid op school, omgang met sociale media en Risico Inventarisatie- & Evaluatie. Dit beleid geldt voor alle saltoscholen. Uiteraard zorgen wij voor naleving van de Meldcode kindermishandeling. 4. Omgaan met verschillen in gedrag Diversiteit kenmerkt ons onderwijs, op alle gebieden. Op het gebied van gedrag hanteren we twee duidelijke richtlijnen, aansluitend op ons respect-protocol: - Een leerling mag een ander niet belemmeren in zijn/haar ontwikkeling. - Een leerling mag zichzelf en anderen niet in een situatie brengen waarin de veiligheid of het welbevinden van de ander in gevaar komt. We spreken van een gedragsproblematiek of een extra sociaal-emotionele ondersteuningsbehoefte als het een leerling bij herhaling niet lukt om zich aan deze richtlijnen te houden, ondanks pedagogische sturing en ondersteuning van de leerkracht. We hanteren bij de begeleiding van leerlingen met overactief gedrag,impulsief gedrag, naar binnen gericht gedrag en naar buiten gericht gedrag een 8-stappenplan. Daarnaast maken we gebruik van de Speelpraatgroep van de GGD. School en/of ouders nemen daartoe het initiatief. Ook neemt een aantal (door ons) geselecteerde leerlingen jaarlijks deel aan het de programma van Playing for Success. Vraagt de ondersteuning van een kind met een gedrags- of sociaal-emotionele ondersteuningsbehoefte meer dan 10 minuten per dag van de leraar in de klassensituatie, dan valt dit niet meer onder licht curatieve interventies, maar gaan we kijken naar extra ondersteuning. Onderzoek en/of begeleiding door externe partijen zijn een mogelijkheid, evenals verwijzing naar een andere school/schoolsoort. De schooljaren 2014-2016 gebruiken we voor scholing van het lerarenteam, gericht op het uitbreiden van de kennis en het handelings-repertoire op het gebied van gedragsaspecten voortkomend uit autismespectrum stoornissen. 5. Basisondersteuning gericht op leerlingkenmerken
8
Op basis van diverse leerlingkenmerken bieden we passende onderwijsondersteuning. Leer- en ontwikkelingskenmerken kunnen zijn: intellectuele ondersteuningsvragen, leerachterstanden, ontwikkelingsvragen of taalhulpvragen. De leerkracht signaleert het tijdig wanneer een kind zich meer of minder dan gemiddeld ontwikkelt en geeft in het groepsplan aan welke basisondersteuning zo’n leerling dan krijgt aangeboden. Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong krijgen binnen het groepsplan de mogelijkheid om leerstof te compacten, te verrijken en/of door te stromen naar een hoger niveau. Kan deze ondersteuning niet binnen het groepsplan worden aangeboden, dan behoort die tot de extra ondersteuning. Fysieke en medische kenmerken kunnen onder meer betrekking hebben op het gehoor, gezicht of de motoriek van een kind. De leerkracht signaleert fysieke en medische ondersteuningsvragen zo tijdig mogelijk en overlegt met ouders. Eventueel kan via het BAT externe hulp worden geregeld. Het schoolgebouw is niet geschikt voor leerlingen die door een lichamelijke handicap zijn aangewezen op een rolstoel. Ook sociaal-emotionele kenmerken kunnen leiden tot ondersteuningsvragen. Bijvoorbeeld op het gebied van zelfvertrouwen, weerbaarheid, sociale positie, (faal)angst, het maken van contact of het invoelen van emoties. Er is structureel aandacht voor sociaal-emotionele ontwikkeling en de veilige omgeving. Bij meer specialistisch vragen kunnen de leraren een beroep doen op ondersteuning vanuit de intern begeleider, het BAT, WIJ-Eindhoven en/of de expertise vanuit onze scholengroep. Vraagt de ondersteuning van een kind met een sociaal-emotionele ondersteuningsbehoefte meer dan 10 minuten per dag, dan hoort dit tot de extra ondersteuning en krijgt het kind een OPP. Ondersteuningsvragen kunnen ook betrekking hebben op werkhouding. Zelfstandig werken, structureren, plannen en taakgerichtheid zijn hier onderdelen van. Onder basisondersteuning valt dat leerlingen zelfstandig leren werken. Structurele ondersteuning op zogenoemde executieve functies valt niet onder de basisondersteuning. Als sprake is van onderstimulering, overbescherming , pedagogische verwaarlozing, psychische problematieken of er andere ‘thuiskenmerken’ zijn die vragen om ondersteuning, dan overlegt de leerkracht/intern begeleider/directeur met de ouders in kwestie. Het BAT kan ouders adviseren om ondersteuning vanuit WIJ-Eindhoven aan te vragen. Ook kan het BAT besluiten om Veilig Thuis in te schakelen als de situatie daar aanleiding toe geeft.
3.4 Schoolondersteuningsstructuur Alle leerkrachten en schoolleiding zijn montessori-gecertificeerd of –gediplomeerd of studerend hiervoor. Alle taken op het gebied van preventie en licht curatieve ondersteuning liggen bij de leerkrachten, die voor ondersteuning in de vorm van raad, advies en expertise kunnen zij terecht bij hun collega (LB)-leerkrachten, de IB-er en het BAT. De gemiddelde groepsgrootte is 26 leerlingen. Per groep is er een voltijds formatieplaats beschikbaar. Dertig procent van het onderwijzend personeel is aangesteld als LB-leerkracht, met taken op het gebied van interne begeleiding, ICT, taalcoördinatie, VVE-coördinatie en senior leerkracht. De rekencoördinator is nog in opleiding. Eén van de LB-leerkracht heeft een Master Dyslexie en neemt de dyslexie screening tests (DST) af binnen onze school. We schakelen een erkende instelling in voor verder onderzoek en de behandeling van dyslexie. Verder is zij gecertificeerd in voor- en vroegschoolse educatie (VVEmanagementmodule en certificaat LOGO3000). Een LA- en een LB-leerkracht hebben een Master RT; zij gebruiken hun expertise in de coachende vorm voor collega’s.
9
De intern begeleider heeft een Master IB. Daarnaast is zij gecertificeerd als Professioneel begeleider hoogbegaafden. Zij is 5 dagen beschikbaar voor IB-taken. Ondersteuning aan leerlingen met (extra) ondersteuningsbehoeften op cognitief of sociaalemotioneel vlak gebeurt individueel of in kleine groepjes door de onderwijsassistent, die hiervoor gedurende 5 dagdelen per week aangesteld is. Zij werkt zoveel als mogelijk in de klassensituatie met de leerlingen. Wij werken samen met andere saltoscholen op het gebied van ICT en IB. samenwerking bestaat uit scholing, overleg, intervisie en collegiale consultatie. Binnen bestuursverband kunnen we een beroep doen op orthopedagoog F. van de Schans, die ook capaciteitenonderzoeken uitvoert. SSOE wordt door ons ingeschakeld voor preventieve ambulante begeleiding op gebied van ernstige taal-spraakproblematiek en motoriek. Via SSOE maken we gebruik van ambulante begeleiders. Voor algeheel psychologisch onderzoek verwijzen we naar gespecialiseerde instellingen als EPI, OOG, Apanta of Herlaarhof. CLB is vijf keer per jaar georganiseerd. Afspraken staan voor het hele jaar al ingepland. Voor leerkrachten zijn er met de intern begeleider (verplichte) groepsbesprekingen en daarnaast zijn individuele leerlingbespreking op aanvraag en naar behoefte in te plannen. De samenwerking met organisaties voor jeugdhulpgerelateerde taken en de vroegtijdige afstemming tussen de diverse disciplines is georganiseerd in de vorm van groot BAT-overleg en vijf maal per jaar Breed Spiloverleg met alle Spilpartners. Als school hebben we regelmatig contact met instellingen in de jeugdzorg, vaak naar aanleiding van een (interne of externe) zorgmelding. De basisondersteuning op school bestaat uit de ondersteuningsniveaus 1, 2 en 3. Bij ondersteuningsniveau 4 is er sprake van handelingsgerichte hulp vanuit het samenwerkingsverband. 1.
Ondersteuningsniveau 1 Stimuleren bij het meedoen aan de reguliere lesactiviteiten. De leerkracht en de voorbereide omgeving dagen de leerling uit zodat ze intrinsiek gemotiveerd hun dagelijkse leeractiviteiten op niveau uitvoeren. De leerkracht heeft een observerende en begeleidende rol. Wanneer een leerling moeite heeft met de leerstof, dan gaat de leerkracht met de leerling in gesprek om te achterhalen wat het probleem is. Leerkracht en leerling gaan samen op zoek naar een oplossing, waardoor de leerling weer gemotiveerd en betrokken aan het werk kan.
2.
Ondersteuningsniveau 2 Ondersteunen om mee te doen met de reguliere lesactiviteiten. Wanneer een leerling door allerlei mogelijke oorzaken een intensievere of gerichtere begeleiding nodig heeft, stellen we vast welke specifieke begeleiding we inzetten. Doel is om een ontwikkelingsachterstand en/of structurele leer- of gedragsproblemen te voorkomen. Het signaal voor het inzetten van dit niveau kan komen vanuit observatie door de leerkracht, vanuit resultaten van methodegebonden en/of methodeonafhankelijke toetsen, signalen van ouders en/of signalen vanuit SCOL (met ingang van april 2013). De gerichtere begeleiding wordt beschreven in het groepsplan.
10
3.
Ondersteuningsniveau 3 De aanpak zoals beschreven bij bovenstaand begeleidingsniveau laat onvoldoende ontwikkeling zien. We gaan dan verder met een meer diepgaande observatie en een onderzoeksgesprek met de leerling. De leerkracht oriënteert zich op de problematiek en ouders worden als samenwerkende partners hierbij betrokken. Doelstelling is dat vanuit de zo verkregen informatie over denken en handelen van de leerling, direct begeleiding geboden wordt. Deze extra begeleiding noemen we handelingsgerichte begeleiding en wordt beschreven in een handelingsplan. De leerkracht stemt zijn/haar handelen nu zeer specifiek af op de kennis, vaardigheden en leerstijl van deze individuele leerling met zijn/haar specifieke onderwijsbehoeften.
Wanneer de leerkracht over te weinig vaardigheden beschikt of de problematiek te zwaar is om zelf op te lossen, roept hij/zij de hulp van de intern begeleider in. De volgende conclusies zijn dan mogelijk: a. Als er voldoende kennis is ten aanzien van de specifieke onderwijsbehoeften, dan begeleidt de leerkracht het kind zelf, mogelijk ondersteund door collega’s, IB-er, ambulant begeleider of schoolbegeleider. b Als de school (nog) onvoldoende kennis en vaardigheden heeft ten aanzien van de specifieke onderwijsbehoeften, bespreken we met de ouders waar de gewenste begeleiding gehaald en/of geboden kan worden. We schakelen dan mogelijk PAB in. We zijn dan aanbeland in ondersteuningsniveau 3. c. Als er onvoldoende bekend is over de specifieke begeleidingsbehoeften, instructie- en ondersteuningsbehoeften, onderzoekt de leerkracht welk onderwijsaanbod deze leerling nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Hij/zij verzamelt zoveel mogelijk gegevens, waarbij ook externe instanties als de CLB-er, artsen, logopedisten en dergelijke ingeschakeld worden. Ook hier zijn we aanbeland in ondersteuningsniveau 3. 4.
Ondersteuningsniveau 4 Handelingsgerichte hulp vanuit het samenwerkingsverband. De leerkracht/school is handelingsverlegen. We schakelen in overleg met ouders bovenschoolse hulp in van binnen het samenwerkingsverband. Er zijn verschillende mogelijkheden: a. Er is voldoende bekend over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. De hulpvraag is dan gericht op consultatie, begeleiding, verwijzing naar een andere school met een onderwijsaanbod dat afgestemd is op de specifieke onderwijsbehoeften. b. Er is weinig duidelijk over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Verder onderzoek is noodzakelijk, aan de hand van een gerichte onderzoeksvraag naar de ontwikkelingspotentie van de leerling en wat het kind nodig heeft om zich verder te ontwikkelen.
4 Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Wij bieden volgens montessori-onderwijsconcept gedifferentieerd onderwijs. Er is een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van onderwijsondersteuning op basis van IQ alleen, vermijden we. De pedagogische en didactische
11
programma’s en methodieken zijn gericht op respect, sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen. We werken volgens het salto-protocol voor veiligheid. Om recht te doen aan cognitieve diversiteit maken we gebruik van handelingsgericht werken en model directe instructie. In de schooljaren 2014-2016 ontwikkelen we met inzet van tablets een aanvullend systeem van instructie-op-maat: onze montessori-PO variant op “Flipping the classroom”. Schooljaar 2014-2015 is een ontwikkeljaar, in 2015-2016 gaan we het systeem testen in de groepen en vanaf 2016-2017 implementeren we dit in alle groepen. Taalverwervingsproblematieken bij Nederlands als tweede taal Leerlingen die niet in Nederland zijn geboren en geen of (zeer) beperkt de Nederlandse taal spreken en verstaan, gaan in de regel naar de gemeentelijke voorziening hiervoor: De Wereldwijzer. Leerlingen uit deze categorie van 4 en 5 jaar oud, die (zeer) beperkt de Nederlandse taal spreken en verstaan, kunnen wij wel begeleiden in de taalrijke omgeving van de onderbouw. Wij hanteren hierbij een maximum aantal van 3 leerlingen uit deze categorie per onderbouwgroep. De taalverwerving ondersteunen wij met de methodiek LOGO-3000. Deze methodiek is een VVEmethodiek, die gebruikt wordt in onze voorschool (2 ½ -4 jarigen) en vroegschool (4-6 jarigen). De methodiek is gericht op de kinderen én hun ouders. In de jaren 2013 en 2014 is de methodiek geïntroduceerd binnen een gemeentelijke pilot. Inmiddels werken we hier structureel mee in alle peutergroepen, onderbouwgroepen en met een LOGO-3000 oudergroep. Alle arrangementen die de school aanbiedt vallen onder de basisondersteuning. 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning - Expertise: IB, RT, OGW, HGW - Aandacht en tijd : 0,55 fte onderwijsassistent - Voorzieningen: ondersteuning zoveel mogelijk in de klas. Enkele samenwerkplekken in centrale hal. Instructieruimte voor kleine groepen in centrale ruimte. Ruimtes voor individuele begeleiding. Twee prikkelarme werkruimtes. - Gebouw : Instructieruimte voor kleine groepen in centrale ruimte. Ruimtes voor individuele begeleiding - Samenwerking : Playing for Success, IWAL/Opdidact, CLB-er salto, SSOE, Taalbrug 4.2 Fysiek medische ondersteuning - Protocol: medisch protocol aanwezig. - Expertise: 3 BHV-ers. Beperkt tot zeer eenvoudige medische handelingen als het toedienen van orale medicatie indien dit door een medicus is voorgeschreven en door ouders wordt ondersteund. Het verlenen van eerste hulp en opvang bij ongevallen. - Voorzieningen: geen bijzondere voorzieningen. Geen invalidetoilet, geen lift, wel drempels. - Gebouw : niet geschikt voor kinderen met een lichamelijke beperking - Samenwerking : in verleden met Mytylschool, VCC uit SBO/expertiseteam. 4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning - Expertise: IB, onderwijsassistent - Aandacht en tijd: WIJ-Eindhoven (2 generalisten, op afroep), GGD - Voorzieningen: spreekkamer - Gebouw : spreekkamer
12
-
Samenwerking: GGD Speelpraatgroep, WIJ-Eindhoven, VCC vanuit SBO/expertiseteam
4.4 Ondersteuning in de thuissituatie - Expertise: IB - Aandacht en tijd: WIJ-Eindhoven (2 generalisten, op afroep) - Voorzieningen: spreekkamer - Gebouw: spreekkamer - Samenwerking : WIJ-Eindhoven
5 Randvoorwaarden Typerend voor onze school is dat we eigentijds montessorionderwijs bieden. Dit onderwijs gaat uit van de eigenheid van elk kind; wij sluiten aan bij de mogelijkheden van elke leerling. Dit gebeurt in een duidelijk gestructureerde omgeving, waarin heldere regels gelden en waar de kinderen aangesproken worden op hun verantwoordelijkheden. Deze verantwoordelijkheden hebben niet alleen betrekking op de persoonlijke ontwikkeling, maar ook op het niet verstoren van de ontwikkeling van anderen. Zelfstandigheid, eigenheid en taakgerichtheid zijn belangrijke waarden. Diversiteit is een belangrijk kenmerk van de school. Uiteraard zijn de mogelijkheden van het team niet onbegrensd. Belangrijke voorwaarden bij de begeleiding zijn dat leerlingen leerbaar zijn, geen bedreiging of belemmering vormen voor de ontwikkeling van medeleerlingen, dat de ouders de bereidheid hebben gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen bij de begeleiding van het kind en dat het klimaat voor medeleerlingen en teamleden veilig is. Als we de afweging moeten maken of voor een individuele leerling (nog steeds) passend onderwijs geboden kan worden, dan wegen we deze randvoorwaarden mee.
6 Ambities De ondersteuningsmogelijkheden die de school in de nabije toekomst wil en kan realiseren, zijn gericht op het versterken en uitbreiden van het gedifferentieerde onderwijsaanbod en –leerlingbegeleiding binnen de basisondersteuning. Onderdelen voor verdere ontwikkeling binnen de basisondersteuning zijn opgenomen in een ontwikkel- en scholingsplan en vallen binnen onderstaande gebieden: Rekenproblematiek en dyscalculie - Scholing rekencoördinator (in opleiding) - Teamscholing (2015-2016) - Opstellen van een protocol dyscalculie (2015-2016) Omgaan met verschillen in cognitieve ontwikkeling - Interne teamscholing Hoogbegaafdheid (2014-2015) - Ontwikkeling montessori-PO variant op “Flipping the classroom” (2014-2015) - Inzet tablets bij instructie-op-maat via bovenstaand systeem, proef (2015-2016) - Implementatie Flipping the montessori classroom” in alle groepen (2016-2017) Omgaan met verschillen in gedrag of sociaal-emotionele ondersteuningsbehoeften
13
-
-
Teamscholing gericht op uitbreiding van kennis en het handelings-repertoire op het gebied van gedragsaspecten voortkomend uit autismespectrum stoornissen (20142014 en 2015-2016) Integreren van deze gedragsaspecten en tevens aspecten ten aanzien van ondersteuning van leerlingen met overactief gedrag, impulsief gedrag, naar binnen gericht gedrag en met naar buiten gericht gedrag in het stappenplan (2015-2016)
14
Bijlage A. Beschikbare deskundigheid.
deskundigheid
Logopedist
beschikbaar
Wijze waarop beschikbaar
nee
Uit eigen formatie
ja
Op Bestuursniveau
Op niveau SWV
Inhuur op afroep
x
Jeugdarts
x
Medewerker BJZ
x
x
CJG
x
x
BAT
x
Fysiotherapeut
x
Ergotherapeut
x
WIJ-generalisten Psycholoog
Toelichting
x
x
x
x
WIJ Eindhoven
x
Orthopedagoog
x
x
Coach en video interactie begeleiding Ambtenaar leerplicht
x
x
x
x
Politie
x
x
Speltherapeut
x
Remedial teacher
x
Motorisch remedial teacher
x
15
Bijlage B
Checklijst/instrument
Algemene gegevens van de school: School :
Salto montessorischool de Tempel
Adres:
Baarle Hertoglaan 1 5628 PM Eindhoven
Brinnr:
17QK
Directeur:
Mevr. E. Reijners
Telefoon:
040-2412671
Email:
[email protected]
Internbegeleider(s):
Mevr. G. Meijer
Bestuur:
Salto
Samenwerkingsverband
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Eindhoven e.o.
16
Bijlage C
Kengetallen
Leerlingaantallen ( feitelijke aantallen) Teldatum Teldatum 1-10-2010 1-10-2011 244 208
Teldatum 1-10-2012 205
Teldatum 1-10-2013 207
Teldatum 1-10-2014 184
Leerlingenweging
Op 01-10-2010
Op 01-10-2011
Op 01-10-2012
Op 01-10-2014
Leerlinggewicht 0
65,6 %
67,8 %
71,7 %
76 %
Leerlinggewicht 0,3
24,2 %
26 %
21,5 %
14,2 %
Leerlinggewicht 1,2
10,2 %
6,3 %
6,8 %
9,8 %
Nationaliteit en afkomst
Op 01-10-2010
Op 01-10-2011
Op 01-10-2012
Op 01-10-2014
Aantal nationaliteiten
16
21
23
14
Percentage andere nationaliteit kind en/of ouder(s)
29 %
28 %
34 %
23 %
Een-oudergezinnen
21%
22 %
20 %
19 %
VVE-indicatie
n.b.
n.b.
11
4 lgf
Op 01-10-2010
Op 01-10-2011
Op 01-10-2012
Op 01-10-2014
VMBO-t of hoger (of vergelijkbaar)
55,1 %
65,8 %
77,6 %
65,6 %
VMBO-k/g (of vergelijkbaar)
19,4 %
16,8 %
7,2 %
7,1 %
VMBO-b (of vergelijkbaar)
3,8 %
8,1 %
9,1 %
18,6 %
Alleen basisonderwijs
10,7 %
9,3 %
6,1 %
8,7 %
(Voor-)opleidingsniveau ouder(s)
17
Onbekend
10 %
0%
0%
0%
Op 01-10-2010
Op 01-10-2011
Op 01-10-2012
Op 01-10-2014
Tempel
64 %
64 %
66,3 %
69 %
Vlokhoven en Hool
21 %
20 %
20 %
19 %
Eckart
3%
4%
4%
2,2 %
Woenselse Heide
3%
2,4 %
2%
1,8 %
1,6 %
1%
0,5 %
1,1 %
Generalenbuurt en Rapenland
6%
3,4 %
3,4 %
1,6
Buiten de gemeente
1,4 %
5,2 %
3,8 %
2,2
Uitstroomgegevens
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
HAVO/VWO
18 %
43,3 %
25 %
26 %
VMBO-T
5%
20 %
25 %
44 %
VMBO-g/k/b
74 %
23,3 %
46 %
30 %
Praktijkonderwijs
5%
13,3 %
4%
0
Demografische gegevens per wijk
Achtse Barrier
Leerlingen met een OPP (einde schooljaar)
groep 6-7-8
10/11
11/12
12/13
13/14
3
10
9
12
18