Schoolondersteuningsprofiel Mbo Clusius College Schagen 2014
Groen licht voor succes!
Clusius College Schagen Mbo
1. Inleiding Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan studenten, die extra ondersteuning nodig hebben, wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Streven is om met de invoering van de wet op passend onderwijs de preventieve aanpak in het reguliere onderwijs verder te versterken en alle kinderen en jongeren het onderwijs te laten volgen dat bij hen past. Kernelement van de nieuwe wet is de zorgplicht, de niet vrijblijvende samenwerking tussen schoolbesturen. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op studenten die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school (zelf) geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden geplaatst. Uitgangspunt bij de uitvoering van de wet op passend onderwijs is bestuurlijke ruimte voor het onderwijsveld. Naast de ‘slanke’ wetgeving vanuit het ministerie hebben de sectorraden de verantwoordelijkheid genomen om ten behoeve van de bestuurlijke ruimte van schoolbesturen een ‘Referentiekader passend onderwijs’ op te stellen: een leidraad voor de invoering van passend onderwijs. Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) neemt binnen passend onderwijs een aparte positie in. Het mbo kent geen speciaal onderwijs. Voor het mbo ligt de zorgplicht verankerd in de Wgbh/cz1. Door de grote spreiding van mbo-instellingen nemen zij geen deel aan de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs. Bij de vormgeving van passend onderwijs voor jongeren tot 23 jaar spelen zij echter wel een essentiële rol. Het mbo volgt in grote lijnen dan ook de ambities van het referentiekader. Scholen brengen als uitvloeisel van onder meer het referentiekader passend onderwijs hun ondersteuningsmogelijkheden in beeld in het zogeheten ‘schoolondersteuningsprofiel’. Het is een document waarin een beknopt overzicht wordt gegeven van alle vormen van ondersteuning die de school te bieden heeft en ondersteuning die zij op korte termijn nog denkt te gaan aanbieden, de ambities. Onderscheiden worden de basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning legt vast welke bekwaamheidseisen aan het personeel worden gesteld en wat de mogelijkheden van de school zijn om ondersteuning in te zetten. Basisondersteuning staat ter beschikking van alle studenten met een ondersteuningsbehoefte. Soms is dat echter niet voldoende. De school beschikt dan nog over extra ondersteuningsmiddelen waarmee zij ondersteuning op maat kan inzetten. De school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. Extra ondersteuning kan licht en kortdurend van aard zijn, maar ook zwaar en langdurig en plaatsvinden binnen of buiten de school. Het schoolondersteuningsprofiel is als het ware een foto van de stand van zaken en biedt daardoor de school de mogelijkheid om te bepalen: bieden wij voldoende ondersteuning en kunnen wij dit ook waarmaken? Maar vooral ook biedt het ouder(s)/verzorger(s) de mogelijkheid om te beoordelen of het ondersteuningsniveau van een school past bij wat hun kind nodig heeft. Het schoolondersteuningsprofiel is een beknopt document: voor meer informatie kan worden gekeken in de schoolgids of het ondersteuningsplan (v/h zorgplan) van de school Het schoolondersteuningsprofiel is ontwikkeld door de school en de ondernemingsraad van het Clusius College heeft ingestemd met de inhoud. Alle in dit schoolondersteuningsprofiel genoemde websites en documenten zijn te bereiken via de website van de school.
1
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
2 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
2. Algemene informatie In dit hoofdstuk worden de contactgegevens van de school en de kengetallen van de studentenpopulatie weergegeven. Ook wordt kort weergegeven wat de school als haar opdracht ziet, vooral in het kader van passend onderwijs: de onderwijsvisie.
2.1
Contactgegevens
Naam Type school Adres Telefoon E-mail Website 2.2
Clusius College Schagen (Vmbo) Mbo (Groen) De Boomgaard 9, 1741MD Schagen 0224 - 21 27 25
[email protected] www.clusius.nl
Onderwijsvisie en visie op ondersteuning Het Clusius College leidt op voor leven en werken in een groene wereld en doet dit met eigentijds, aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Het onderwijs onderscheidt zich door aandacht voor natuur, duurzaamheid, voeding en leefomgeving. Het Clusius College is een school voor zowel vmbo als mbo en heeft meerdere vestigingen in Noord-Holland. Dit schoolondersteuningsprofiel is geschreven voor de mbo-afdeling van het Clusius College te Schagen. Het Clusius College biedt vanuit een professionele organisatie kwalitatief hoogwaardig onderwijs, waarin leerlingen (vmbo) en studenten (mbo) worden uitgedaagd het beste uit zichzelf te halen. Om dit te bereiken worden de (leer)omstandigheden zo optimaal mogelijk gemaakt. Het Clusius College komt bij medewerkers, leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en bedrijfsleven als eerste in gedachte wanneer het gaat om goed onderwijs omdat het:
een veilige, stimulerende leeromgeving biedt; een ieder uitdaagt het beste uit zichzelf te halen; samenwerkt met ouder(s)/verzorger(s), bedrijfsleven en andere betrokkenen in de regio; een professionele organisatie is met modern personeelsbeleid, en zich kenmerkt door transparantie, verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewustzijn.
De kernwaarden van het Clusius College zijn betrokkenheid, kwaliteit, professioneel en vertrouwen. Onder kwalitatief hoogwaardig onderwijs verstaat het Clusius College onderwijs met een goed rendement en goede opbrengsten, onderwijs dat afgestemd is op de mogelijkheden en leerstijlen van leerlingen en studenten en onderwijs dat voor leerlingen en studenten aantrekkelijk is. In dit onderwijs worden leerlingen en studenten goed begeleid. Zij en hun ouder(s)/verzorger(s) zijn, evenals vervolgopleidingen, stagebedrijven en (voor het mbo) het afnemend bedrijfsleven tevreden over het onderwijs en de faciliteiten. Het is ook onderwijs dat zich voortdurend ontwikkelt waarbij de beheersbaarheid niet uit het oog verloren mag worden. Daarbij dient de school voor ouder(s)/verzorger(s) transparant en toegankelijk te zijn en de leerlingen een veilige leeromgeving te bieden.
3 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Visie op ondersteuning Niet elke student kan de opleiding zonder extra hulp en ondersteuning volgen. Ondersteuning van studenten is dan ook een belangrijke pijler van het onderwijs. Bij de aanmelding wordt daarom eerst gekeken welke (extra) ondersteuning voor een student nodig is om de opleiding met succes te kunnen doorlopen. Vervolgens wordt aan de hand van deze inventarisatie beoordeeld of het Clusius College in staat is aan de hulpvraag van de student te voldoen. Met andere woorden of de school over voldoende mogelijkheden en expertise beschikt om de student met succes te kunnen begeleiden. Ondersteuning is niet alleen gericht op het aanpakken van optredende problemen, maar richt zich ook op het voorkomen ervan. Op deze manier geeft de school ook op preventieve wijze gestalte aan de ondersteuning. De school richt zij bij haar ondersteuning ook sterk op het voorkomen van vroegtijdige schoolverlating. Zo nodig kan ondersteuning ingezet worden, bijvoorbeeld jobcoaching, cognitieve ondersteuning of sociaal-emotionele ondersteuning. Het mbo staat voor de uitdaging om de kwaliteit van begeleiding van de student met LGF (‘rugzakje’) te verbreden naar alle studenten met een ondersteuningsbehoefte en dié ondersteuning te bieden die noodzakelijk is voor een kansrijke schoolloopbaan. Dit vereist een kwalitatief hoogstaande intakeprocedure met een goede screening, warme overdracht, verlengde intakeprocedure indien nodig, een intensievere vorm van intake en informatie-uitwisseling met studenten met een te verwachten ondersteuningsvraag. Afspraken over begeleiding en extra ondersteuning worden vastgelegd in de onderwijsovereenkomst (OOK), met in een bijlage de wijze van uitvoering van de afspraken, ondertekend door beide partijen.
2.3
Kengetallen studentpopulatie Hieronder worden de belangrijkste kengetallen van de school weergegeven. Aantal studenten
2011-2012 2012-2013 2013-2014
BBL 21 21 35
Studenten met RECindicatie
BOL 31 49 62
3 4 16
Studenten met dyslexieverklaring --33
Studenten met dyscalculieverklaring ----
Her2 oriëntatie
Voortijdige schoolverlaters
----
1 1 2
Overzicht opleidingen en studentenaantallen 2013-2014 Opleiding
Niveau Leerweg Aantal studenten
Groen, grond & infra
2 BBL/BOL 13
Plantenteelt
2 BOL 2
Tuin, park en landschap
2 BBL/BOL 14
Food College
2 BBL 1
2
Studenten die een verkeerde beroeps‐ of opleidingskeuze hebben gemaakt kunnen door het zorgadviesteam verwezen worden naar het heroriëntatietraject op de vestiging Alkmaar. Gedurende een periode van drie maanden gaan deze studenten zich oriënteren bij andere opleidingen binnen of buiten het Clusius College met als doel instroom in een nieuwe opleiding. Het heroriëntatietraject is een van de middelen die het Clusius College inzet bij het voorkomen van schooluitval. Voor het heroriëntatietraject is het noodzakelijk om duidelijk de problematiek van de student in beeld te brengen. Zo wordt bepaald of een student kan instromen in het heroriëntatietraject of een andersoortig traject om schooluitval te voorkomen. Het Clusius College Mbo te Schagen maakt hiervoor gebruik van de voorziening van het Clusius College Mbo te Alkmaar of van het ROC Kop van Noord‐Holland. De laatste jaren was het niet nodig gebruik te maken van deze voorzieningen: alle leerlingen konden richting het diploma worden begeleid of anderszins worden ondersteund.
4 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Team Teamleider
Slaagpercentages Jaar
Groen, grond & infra
2011-2012 2012-2013 2013-2014
Plantenteelt
100% 80% 100%
Tuin, park & landschap
75% 100% 50%3
100% 89% 100%
Uitstroom van studenten De uitstroom van de studenten na het behalen van het diploma op het mbo in Schagen is divers. Een deel van de studenten kiest ervoor om door te studeren in een opleiding van een hoger niveau op het eigen mbo. Anderen vervolgen de studie in een ander mbo. En uiteraard kiest een grote groep voor een vervolg op de arbeidsmarkt. Met een diploma niveau 1 en 2 hebben studenten een goede kans op werk. Klassengrootte mbo niveau 1 en 2 Entree-opleiding (niveau 1) – Startcentrum Schagen Deze opleiding is een samenwerking tussen het Regius College, ROC Kop van NoordHolland en het Clusius College Schagen. De basisdelen worden gevolgd in groepen van ongeveer 22 studenten. Het theorie-praktijkgedeelte wordt gevolgd in kleine groepen van ongeveer 8 tot 10 studenten. In voorkomende gevallen worden deze lessen gevolgd samen met niveau 2. BOL en BBL niveau 2 Generiek deel: ca. 22 leerlingen Nederlands, rekenen, coaching LOB Coaching BPV begeleiding
Generiek deel: ca. 22 leerlingen Beroepsvaardigheden (bijvoorbeeld VCA)
TPL /groene detail Ca. 15 leerlingen TPL Ca. 8 leerlingen
Groene detail Ca. 8 leerlingen
GGI/PLT Ca. 15 leerlingen GGI Ca. 8 leerlingen
PLT Ca. 8 leerlingen
Zie voor afkortingen bovenstaande schema’s
3. Basisondersteuning 3.1
Inleiding Het Clusius College hanteert een schematisch overzicht van aspecten van basisondersteuning. Basisondersteuning kenmerkt zich door het nauwgezet volgen van de ontwikkeling van de studenten en een intensief intern overleg daarover. Basisondersteuning is geen vast gegeven: scholen zijn en blijven in ontwikkeling en de inhoud van de basisondersteuning zal dan ook regelmatig worden aangepast door school.4
3
Het betreft wee studenten, een heeft de opleiding nog niet geheel afgerond.
5 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Het onderwijs wordt zoveel mogelijk afgestemd op de onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften van de student en waar nodig wordt extra tijd en aandacht aan de individuele student geschonken. Indien nodig biedt de school een scala aan ondersteuningsmogelijkheden en hulpmaterialen en onderhoudt zij - waar nodig - actief werkrelaties met externe deskundigen. De school ontwikkelt zich daarbij voortdurend en besteedt voortdurend aandacht aan de professionalisering van de medewerkers.
3.2
Basisondersteuningsprofiel Het Clusius College Mbo Schagen heeft recent in kaart gebracht hoe zij staat ten opzichte van het gewenste niveau van basisondersteuning met behulp van het genoemde overzicht van de basisondersteuning. De uitkomst van deze analyse is als bijlage bij dit schoolondersteuningsprofiel gevoegd (bijlage 1). Uit de analyse blijkt dat de school al behoorlijk is gevorderd in haar ontwikkeling van de basisondersteuning, maar dat diverse aspecten de komende periode ook nog aandacht dienen te krijgen. De scholen van het Clusius College hanteren hiervoor diverse ontwikkelplannen, die binnen een vaste beleidscyclus worden geëvalueerd en bijgesteld.
Het is van belang om duidelijk te maken dat de school de basis- en extra ondersteuning alleen waar kan maken binnen de grenzen van de mogelijkheden van de school en haar externe partners. Indien de ondersteuningsbehoefte van een student de mogelijkheden van de school te boven gaat, zal de school hierover met de ouder(s)/verzorger(s) communiceren en deze op alternatieven buiten de school (indien aanwezig) wijzen.
3.3
Onderwijsondersteuningsstructuur Het Clusius College Mbo Schagen beschikt over een notitie waarin toelating, determinatie en de wijze van bewaking van de studievoortgang is vastgelegd. Veel studenten kunnen zonder ondersteuning de opleiding met goed gevolg doorlopen en afronden met een diploma. Echter, er zijn ook studenten die (extra) ondersteuning vanuit de school en haar partners nodig hebben. Binnen de school worden verschillende groepen studenten onderscheiden die specifieke ondersteuning behoeven. De ondersteuningsstructuur is erop gericht deze studenten zo snel mogelijk in beeld te krijgen om hen ondersteuning op maat te kunnen bieden en daarmee te voorkomen dat zij uitvallen. De school onderscheidt bij de ondersteuning van deze groepen studenten 1e-, 2e- en 3elijnsondersteuning. Uitgangspunt is dat de student zoveel mogelijk wordt opgevangen in de eigen groep door de docent en coach, eventueel in samenwerking met de teamleider (het opleidingsteam): dit is de 1e-lijns ondersteuning. Indien deze ondersteuning niet voldoende is, worden de interne deskundigen ingeschakeld: het interne zorgteam. Er is dan sprake van 2e-lijns ondersteuning. Het interne zorgteam bestaat uit de volgende functionarissen:
Zorgcoördinator. (voorzitter) Teamleider. Coaches.
4
Bij het invullen van de checklist is het Clusius College uitgegaan van de huidige situatie. Het Clusius College is een school die zich kenmerkt door een lerend karakter: de school is en blijft in ontwikkeling. Ook de checklist is om deze reden een instrument dat voortdurend in ontwikkeling is.
6 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Het interne zorgteam komt eens in de zes weken bijeen. De coach brengt de te bespreken studenten in en koppelt ook weer terug naar team en coach. Het intern zorgteam bespreekt de ingebrachte casussen, stelt een aanpak vast en spreekt af wie welke acties onderneemt. Indien het interne zorgteam voldoende mogelijkheden voor handelen ziet, is inbreng in het zorgadviesteam van de school (zie onder) overbodig. Het interne zorgteam vervult daarmee een preventieve inzet, voorafgaand aan het zorgadviesteam. Interne doorverwijzing naar de schoolmaatschappelijk werker behoort hierbij tot de mogelijkheden. Daarnaast houdt het interne zorgteam ontwikkelingen bij en adviseert het de schoolleiding met betrekking tot kwaliteitsverbetering en professionalisering van de ondersteuning en de ondersteuningsstructuur. Ouder(s)/verzorger(s) van studenten, die in het zorgteam zijn besproken, worden regelmatig op de hoogte gehouden van de voortgang van hun kind. Indien de benodigde ondersteuning de mogelijkheden van het interne zorgteam te boven gaan, vindt doorverwijzing plaats naar de 3e-lijns ondersteuning: het zorgadviesteam (ZAT). Het ZAT is een multidisciplinair overleg waarin ook externe deskundigen participeren, waarbij hun deelname afhankelijk is van de te bespreken problematiek. Het ZAT komt eens per 6 weken bijeen. In de praktijk is er meestal sprake van een direct contact met de externe ondersteuner die een student nodig lijkt te hebben. Er wordt dan geen vergadering afgewacht. Deelnemers aan het ZAT kunnen zijn:
Zorgcoördinator. Coaches. Schoolmaatschappelijk werker. GGD (schoolarts). Vertegenwoordiger RMC. Wijkagent.
Op afroep zijn de teamleiders mbo, verzuimcoördinator en/of externe partners bij het ZAT-overleg aanwezig. Het ZAT kan onder meer:
coaches en docenten adviseren; schoolmaatschappelijk werk inschakelen; verwijzen naar heroriëntatie; verwijzen naar externe hulpverleningsorganisaties.
Voor een bespreking in het ZAT vraagt de coach om schriftelijke toestemming. Bij studenten vanaf 16 jaar ligt de bevoegdheid om toestemming te verlenen bij de student. Gezien het opvoedingsbelang (naarmate de student ouder wordt zal dit belang afnemen) zal het veelal wenselijk zijn ouder(s)/verzorger(s) te informeren en in de gelegenheid te stellen bezwaar te maken. De zorgcoördinator draagt zorg voor de terugrapportage naar de ZAT-partners en zorgdocenten en plaatst de rapportage in het leerlingvolgsysteem van de school. Het aantal studenten dat de afgelopen jaren in het zorgadviesteam van de school is besproken: Schooljaar 2010-2011 2011-2012 2012-2013
Aantal studenten besproken in het ZAT 0 0 3
In schema ziet de ondersteuningsstructuur van het Clusius College Mbo Schagen er als volgt uit:
7 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
2e‐lijns ondersteuning
Interne deskundigen
Externe deskundigen en instellingen
e
3 ‐lijns ondersteuning
Toelichting op de niveaus van ondersteuning
Niveau 1e-lijns ondersteuning
Zorgadviesteam (ZAT) Interne en externe deskundigen
Student
1e‐lijns ondersteuning
Docent Coach Teamleider (=opleidingsteam)
Intern Zorgteam
5
Ondersteuningsmogelijkheden Alle studenten worden gescreend met behulp van enkele testen (onder andere AMN-Intaketest6 en Schoolvragenlijst) De coachingsaanpak is zeer zorgvuldig vorm gegeven. Er worden overzichtslijsten gemaakt door de coaches met behulp van de zorgcoördinator Een docent signaleert een probleem bij een student. De betreffende docent meldt dit aan de coach van de student. De coach wint informatie in en gaat zo nodig in gesprek met de student en ouder(s)/verzorger(s). De coach onderneemt eerst zelf acties en helpt de student het probleem zelf op te lossen.
5
6
Deze informatie is uitgebreider uitgewerkt in het zorgplan van de school. De AMN-Intaketest geeft inzicht in de capaciteiten en persoonlijkheid van een deelnemer, geeft advies over de gewenste begeleidingsstijl en geeft inzicht in de resultaten van individuele deelnemers én groepen
8 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
2e-lijns ondersteuning
3e-lijns ondersteuning
Is de ondersteuning door de vakdocent niet voldoende, dan brengt de coach het probleem in kaart en overlegt met de teamleider en/of zorgcoördinator. De student wordt, indien nodig, besproken in het interne zorgteam van de school. De coach communiceert de afspraken naar het team en naar de ouder(s)/verzorger(s). Indien gebruikt gemaakt moet worden van de interne zorgstructuur kan direct actie ondernomen worden. De 2e-lijnsondersteuning wordt aangeboden binnen de school. De coach zorgt voor verslaglegging in het digitale studentvolgsysteem ‘EduArte’. Bij gewenste externe hulp kan het zorgadviesteam7 (ZAT) ingeschakeld worden. Ouder(s)/verzorger(s) worden hierover in principe ingelicht.8 Het ZAT adviseert verdere hulpverlening na intern of extern overleg. Ouder(s)/verzorger(s) worden geïnformeerd over de te nemen stappen. In het ZAT wordt voor verslaglegging gezorgd en wordt de student nauwgezet ‘in beeld’ gehouden.
Interne deskundigheid waarover de school beschikt Voor het begeleiden en ondersteunen van de studenten heeft het Clusius College mbo een aantal gespecialiseerde medewerkers in dienst. In het kort gaat het om de volgende functionarissen:
Coaches: het vaste aanspreekpunt voor de student en ouder(s)/verzorger(s). De coach is het eerste aanspreekpunt voor de student en de ouder(s)/verzorger(s). Hij heeft tot taak de student zo goed mogelijk te begeleiden, houdt bij hoe de prestaties zijn, hij bespreekt de studieresultaten en hij is op de hoogte van eventuele problemen. Wanneer dat nodig is onderneemt een coach actie op bovenstaande punten. Zorgcoördinator: deze is verantwoordelijk voor de inhoud, organisatie en kwaliteit van de zorgstructuur en coördineert, organiseert en stroomlijnt de uitvoering van het zorgbeleid, zoals vastgelegd in het zorgplan. De zorgcoördinator is ervoor verantwoordelijk dat de studenten op een adequate manier worden ingebracht in het interne zorgteam en ZAT en dat begeleiding en ondersteuning goed worden ingezet. De zorgcoördinator zorgt ervoor dat de specialistische hulpvragen en inzet worden geregistreerd en gevolgd en is de spin in het web voor alle betrokkenen bij het intern zorgteam en het ZAT. Loopbaanbegeleider: verzorgt de begeleiding bij school- en beroepskeuze. Hij geeft studenten en ouder(s)/verzorger(s) hulp en advies als er vragen zijn bij het kiezen van een vervolgopleiding of bij een mogelijke overstap naar een andere opleiding. Begeleider heroriëntatie: kan studenten, die een verkeerde opleidings- of beroepskeuze hebben gemaakt, begeleiden met als doel voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Deze voorziening is gevestigd in Alkmaar. Vertrouwenspersoon: persoon aan wie men vertrouwelijke zaken met betrekking tot ongewenste omgangsvormen kwijt kan. Verzuimcoördinator: deze is belast met de beoordeling van rechtmatigheid van verzuim, ondernemen van actie bij ongeoorloofd verzuim of te laat komen en de registratie van verzuim. Schoolmaatschappelijk werker: begeleidt studenten met pedagogische problematiek, problemen in de thuissituatie en n sommige gevallen stgudenten met sociaaemotionele problematiek.
7 8
Zie voor meer informatie over het zorgadviesteam onder dit schema. Bij studenten boven de 16 jaar alleen indien hij/zij daar geen bezwaar tegen heeft.
9 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Trajectbegeleider (voorheen: ambulant begeleider): begeleidt studenten met een lgf-indicatie (‘rugzak’) en andere studenten met een specifieke ondersteuningsbedhoefte.
Externe deskundigheid Externe deskundigen en instellingen, waarmee de school samenwerkt, zijn:
Centrum voor Jeugd en Gezin. (CGJ) GGD. Triversum GGZ / De Praktijk. Bureau Jeugdzorg. Politie/Bureau HALT. Leerplichtambtenaar. (School) Maatschappelijk Werk. Gedragpunt. (v/h REC-4) Ambulante begeleiders REC-1 en -2. Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) Schagen/Den Helder Bureau Arbeids Participatie (BAP) Aanmeldingspunt Kindermishandeling (AMK) Justitie / Reclassering
In de schoolgids en het zorgplan van de school is meer informatie over het bovenstaande te vinden.
3.4
Planmatig werken Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) In het voortgezet onderwijs moeten scholen met ingang van 1 augustus 2014 (vso: 1 augustus 2013) een zogeheten ‘ontwikkelingsperspectiefplan’ opstellen voor studenten in het voortgezet speciaal onderwijs, studenten in het praktijkonderwijs en studenten die extra ondersteuning krijgen in het reguliere voortgezet onderwijs. In het ontwikkelingsperspectiefplan wordt beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de student is en wat de onderbouwing van deze verwachting is. Wat dit laatste betreft gaat het om de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed kunnen zijn op het onderwijsleerproces. Het bevoegd gezag van de school stelt het ontwikkelingsperspectiefplan vast nadat hierover op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de ouder(s)/verzorger(s) heeft plaatsgevonden. In het (v)so krijgt het bevoegd gezag hierbij advies van de Commissie van Begeleiding/Onderzoek. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouder(s)/verzorger(s) en stelt het zo nodig bij. Scholen voor regulier voortgezet onderwijs moeten vanaf 1 augustus 2014 in het Basisregister Onderwijs (BRON) aangeven welke student een ontwikkelingsperspectief heeft. De inspectie ziet toe op de kwaliteit van deze werkwijze binnen de scholen. Het opstellen van een OPP vraagt om een integrale werkwijze waarin de opsteller de informatie en expertise vanuit alle betrokkenen meeneemt: van de student zelf, van de ouder(s)/verzorger(s), de docenten, mentoren en andere schoolinterne deskundigen en van de ketenpartners van de school (de externe deskundigen die bij de student betrokken zijn). Het OPP wordt meer opgesteld vanuit de ontwikkelingsmogelijkheden van de student op de langere termijn, met einddoelen die passen bij het perspectief (uitstroom) van de student. Het OPP richt zich meer op de doelen die in de onderwijsinstelling behaald dienen te worden. Handelingsplannen werden vooral geschreven om hiaten op te vullen, een OPP is meer bedoeld om hiaten te voorkomen. De positie van de ouder(s)/verzorger(s) is hiermee flink veranderd: zij zijn nu meer betrokken partners bij het leren en opgroeien van hun kind. Indien geen overeenstemming 10
Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
wordt bereikt bij het vaststellen of bijstellen van het OPP kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich wenden tot de ‘Geschillencommissie Passend Onderwijs’ (v/h de ‘Geschillencommissie OPP’). Ten tijde van het opstellen van dit schoolondersteuningsprofiel zijn de scholen druk bezig zich voor te bereiden op deze nieuwe maatregel. De werkwijze van het Clusius College Mbo Schagen is als volgt. Individuele handelingsplannen worden opgesteld voor:
Studenten die het ondersteuningspunt in de school hebben bezocht. (zie hieronder en hoofdstuk 4) Studenten die met het zorgadviesteam zijn besproken.
De werkwijze is globaal als volgt: 1. Bijzonderheden rond een student worden door docenten, coaches en teamleiders genoteerd in het digitale leerlingvolgsysteem (Lvs). De coach krijgt een signaal vanuit het leerlingvolgsysteem. 2. De coach gaat met de student en/of betrokken docent en/of de ouder(s)/ verzorger(s) van de student in gesprek over de gesignaleerde problematiek en legt de uitkomsten vast in het leerlingvolgsysteem. De student wordt ook besproken in de studentbespreking. 3. Als dit niet het gewenste resultaat heeft, neemt de coach contact op met de studentbegeleider. Samen proberen zij de hulpvraag helder te krijgen en deze duidelijk te formuleren. De studentbegeleider bespreekt de student binnen het interne zorgteam. De ouder(s)/verzorger(s) worden hierbij betrokken. 4. De studentbegeleider past in overleg met de mentor het OPP voor de student aan en licht de student, de ouder(s) /verzorger(s) van de student, de zorgcoördinator en de teamleider in. Het OPP wordt uitgereikt aan de betrokken docenten: zij gaan volgens de richtlijnen van het handelingsplan met de student aan het werk. 5. Tijdens de studentbespreking worden de OPP’s geëvalueerd onder leiding van de studentenbegeleider. De betrokken coach geeft de vergadering inzicht in de totale leefomgeving van de student. Indien nodig wordt het OPP naar behoefte aangevuld/gewijzigd. 6. Indien het OPP niet de gewenste resultaten oplevert, wordt de student besproken in het ZAT. Ondersteuningspunt (extra ondersteuning) Indien de student in aanmerking komt voor begeleiding in/door het ondersteuningspunt van de school vindt een intakegesprek met de begeleider van deze voorziening plaats. In het intakegesprek wordt besproken wat de doelstelling is van dit traject en wordt besproken hoe de doelstellingen bereikt kunnen worden. Alle informatie betreffende de OPP’s wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem van de school. Op deze wijze kunnen de ontwikkelingen van de studenten nauwgezet worden gevolgd en is de informatie bereikbaar voor alle direct betrokken medewerkers. In alle gevallen is de coach de regisseur van de opgestelde plannen: hij/zij bewaakt de uitvoering en evaluatie.
3.5
Basiskwaliteit van het onderwijs De inspectie heeft het mbo van het Clusius College Schagen het zogenaamde basisarrangement (basistoezicht) toegekend. Hiermee wordt uitgedrukt dat de kwaliteit van het geboden onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving geheel in orde is.
11 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Het Clusius College Mbo Schagen voert binnen de kaders van het beleid van de totale Clusius College-organisatie een zorgvuldig en systematisch kwaliteitsbeleid. De school hanteert hierbij de notitie ‘Kwaliteitsbeleid en –borging in het onderwijs’. Het kwaliteitsbeleid betreft de volgende gebieden:
Kwaliteit van het onderwijs: opbrengsten en kwaliteit van processen. Kwaliteit van de medewerkers Kwaliteit van de bedrijfsvoering Kwaliteit van de huisvesting en overige voorzieningen Kwaliteit van de organisatie
De kwaliteit en het kwaliteitsbeleid op al deze gebieden beïnvloeden elkaar en zijn afhankelijk van elkaar. Bij dit alles wordt zeer planmatig gewerkt: er is een grote samenhang tussen de kaders op organisatieniveau, sterkte/zwakte analyses, het vestigingsontwikkelplan, het vestigingsactiviteitenplan en een planning&controlkalender. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van zelfevaluatie en interne audits, rapportages, tevredenheidsonderzoeken, e.d. Kwaliteit staat in de agenda van het overleg op alle niveaus! Verder heeft de school als een van de maatregelen voor structurele borging van de onderwijskwaliteit ‘Opbrengstgericht werken’ ingevoerd. Hierbij zijn alle belangrijke onderwijsprocessen in een kalender gezet, waarbij de opbrengsten systematisch volgens een vaste cyclus worden beoordeeld.. Hiervoor wordt de zogeheten PDCA-cyclus gehanteerd. Deze cyclus wordt jaarlijks doorlopen: het beleidsplan en de schoolplannen hebben zo een vaste cyclus. PDCA-cyclus
De stappen kunnen als volgt worden beschreven:
Plan: bedenken van een plan, het definiëren van meetpunten , normen en targets. Do: het plan uitvoeren, meetpunten analyseren en gebruiken voor actie en procesverbetering. Check: het plan en uitvoering beoordelen, met elkaar praten over scores om de meetpunten en de analyses. Act: het plan, de normen en targets bijstellen of de uitvoering bijsturen.
De basiskwaliteit van de school wordt ook afgemeten aan de studententevredenheid. De studententevredenheid wordt een keer per twee jaar gemeten met behulp van de zogeheten ‘Jobmonitor’. De JOB-monitor is het landelijke studententevredenheidsonderzoek dat JOB tweejaarlijks uitvoert onder alle mbo-studenten om verschillende aspecten van onderwijs te monitoren. De JOB-monitor geeft vergelijkende informatie van en voor opleidingen in het mbo over onderwijs (lessen/programma, docenten, lesmateriaal, toetsing, studiebegeleiding, studiebelasting, onderwijstijd, competenties, opbrengst), stage/werkplek, informatie en organisatie, inspraak, keuze- en loopbaanbegeleiding, veiligheid, sfeer en sociaal contact en ondersteuning, voorzieningen (onderwijsfaciliteiten, kantine, beperkingen), eindoor12 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
deel, opnieuw kiezen, rapportcijfers, profiel van de tevreden student, verschillen tussen instellingen en opleidingen. De resultaten van het meest recente onderzoek (2012) worden hieronder (samengevat) weergegeven. Sector Groen, grond & infra Tuin, park & landschap Plantenteelt
3
Score opleiding 7,1 6,3 7,3
Norm
6,5-7,0
Score school
Norm 6,6 6,2 8,0
6,5-7,0
Extra ondersteuning 3.1 Inleiding De school beschikt over extra ondersteuningsmiddelen, waarmee zij naast de basisondersteuning voor studenten extra ondersteuning op maat kan inzetten. De school gebruikt deze extra middelen om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf en met expertise van buitenaf (extra ondersteuning). Deze extra ondersteuning werd voorheen bekostigd vanuit de zogenaamde ‘rugzakjes’, die per 1-08-14 worden afgeschaft.
3.2 Arrangementen Het Clusius College Mbo Schagen kent in het kader van de extra ondersteuning het volgende arrangement:
Ondersteunings- Extra ondersteuning punt Studenten/deelnemers die extra zorg behoeven die in de Doelgroep reguliere structuur van het onderwijs niet kan worden gerealiseerd zoals: Studenten waarbij gedurende de schoolloopbaan duidelijk wordt dat hij/zij door verschillende oorzaken niet in staat zal zijn een regulier mbo-diploma te gaan halen. Studenten/deelnemers met sociaal-emotionele problemen. Studenten/deelnemers met gedragsproblemen. Niet-kunners en niet-willers. Studenten met een ondersteuningsbehoefte. Doelstellingen Aanbieden van alternatieve leerroutes. Bieden van gestructureerde extra aandacht bij het reguleren van gedrag en bij planning/organisatie van het schoolwerk. Ondersteuning bieden bij de planning en organisatie van schoolwerk. Een rustpunt op een schooldag voor studenten die moeite hebben met drukte of fysiek rust nodig hebben. Lotgenotencontact. Signaleren wanneer meer ondersteuning en hulp nodig is en verwijzen. 13 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Beschikbare materialen Ruimtelijke omgeving Deskundigheid
Samenwerking met externe instanties 4
Een veilige plek bieden. Bieden time-out gelegenheid. Een vaste contactpersoon voor ouder(s)/verzorger(s), makkelijke communicatie. Diverse methoden en hulpmaterialen. Computers. Aparte ruimte (huiselijke omgeving): deze ontbreekt nog maar is een nadrukkelijke wens van de school. Zorgcoördinator. Coach. School maatschappelijk werker. Schoolpsycholoog. Medewerkers met specifieke deskundigheden. Zie externe contacten van de school.
Ambities Allereerst is het de ambitie van het Clusius College Mbo Schagen om geheel te gaan voldoen aan de kwaliteitseisen, die aan de basisondersteuning, zoals weergegeven in bijlage 1, mogen worden gesteld. Andere ambities in het kader van passend onderwijs zijn de volgende:
5
Het nauwgezet volgen van de ontwikkelingen rond passend onderwijs en het goed implementeren daarvan. Het optimaliseren van de deskundigheid van docenten en teams in relatie tot passend onderwijs. Het optimaliseren van het intrake- enplaatsingsbeleid ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten.
Afsluiting Voor alle vragen, die tijdens het lezen van dit schoolondersteuningsprofiel bij u zijn gerezen, kunt u zich wenden tot de school. Overigens vindt u ook op de website van de school (www.clusius.nl) en in de vele documenten, die u via de website gemakkelijk kunt bereiken, uitgebreide informatie over wat in dit schoolondersteuninhgsprofiel aan de orde is gesteld.
14 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Bijlage 1 Overzicht basisondersteuning Clusius College Schagen Mbo Vooropmerking Indien in onderstaand schema het kruisje in de kolom ‘In ontwikkeling’ uiterst rechts is geplaatst, dan betekent dat dat de ontwikkeling reeds in een vergevorderd stadium is. Aspecten 1 a b c d e 2 a b c d e f g h i j k l m n o 3 a b c d 4 a b
In ontwikkeling
Beleid met betrekking tot passend onderwijs De school heeft de intentie om studenten met een (extra) ondersteuningsbehoefte in principe aan te nemen, mits het ondersteuningsaanbod toereikend kan zijn De school meet minimaal één keer per twee jaar de tevredenheid van studenten en ouder(s)/verzorger(s) De school bepaalt jaarlijks hoe de zorgmiddelen worden ingezet De school evalueert jaarlijks het rendement van geboden ondersteuning en gebruikt de conclusie als input voor het ondersteuningsbeleid Middelen die toegekend zijn voor ondersteuning worden daarvoor ingezet Passende begeleiding De school brengt onderwijsbehoeften in kaart door het verzamelen van informatie uit overdrachtsgegevens, warme overdracht en gesprek met de ouder(s)/verzorger(s) De school voorziet in op maat gemaakte onderwijsarrangementen voor studenten die dat nodig hebben De school beschikt over een goed functionerend leerling volg systeem (LVS) waarin de ondersteuning wordt vastgelegd De speciale onderwijsbehoeften komen in een studentbespreking aan de orde Iedere student heeft een mentor10 als eerste contactpersoon Docenten en mentoren voeren studentgegevens m.b.t. onderwijsresultaten, sociaalemotionele ontwikkeling en andere relevante informatie structureel in het LVS Minimaal twee keer per jaar vinden studentbesprekingen plaats op basis van deze individuele informatie en m.b.t. groepssituaties De school stelt de informatie over onderwijsbehoeften van studenten ter beschikking van professionals, waarmee wordt samengewerkt. De mentor stelt informatie over onderwijsbehoeften van studenten structureel beschikbaar aan medewerkers van de school die hiervan op de hoogte dienen te zijn De school besteedt structureel aandacht aan de competenties van docenten en begeleiders in relatie tot de ondersteuningsproblematiek die speelt De school beschikt over goed getrainde mentoren die in staat zijn adequaat te signaleren en te interveniëren (binnen hun taakstelling) De school maakt gebruik van (eventueel externe)( specialisten als het gaat om extra ondersteuning De school zet externe zorgpartners preventief in ten behoeve van een vroegtijdige signalering, zodat eerder lichte ondersteuning kan worden ingezet Er zijn gemeenschappelijke omgangsafspraken De school werkt met bijlage bij de onderwijsovereenkomst, waarin de begeleiding volgens een vaste structuur wordt beschreven De continuïteit van de passende begeleiding De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de ondersteuning is ondergebracht bij één of meer functionarissen Begeleidingsgegevens (al vanaf het vo) worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem De school participeert in de overgangsprocedures VO/MBO zoals afgesproken De school heeft afspraken over hoe de ‘warme overdracht’ wordt vormgegeven vastgelegd Basisondersteuning voorziet in opvang van studenten met een algemene hulpvraag De school biedt schoolloopbaan begeleiding / heroriëntatie / decanaat De school heeft een verzuimcoördinatie en -registratie
Aanwezig
x x x x x x x x9 x x x x x x x x x x x x
x x x x
x x
9 10
Dit geldt vooral voor LGF-leerlingen. Op het Clusius College Schagen Mbo is ditr een coach.
15 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Aspecten 5 a b c d e f g h i j k
l 6 a b c d e
f g h i
j 7 a b c d e f
Differentiatie en competenties docenten en mentoren Docenten maken zo nodig aanpassingen in hun lessen De docenten zijn geïnformeerd over de sociaal-emotionele ontwikkelingen Mentoren zijn in staat te bepalen wanneer basisondersteuning niet meer toereikend is Mentoren beschikken over competenties om een dialoog met studenten te voeren over speciale onderwijsbehoeften Docenten kunnen reflecteren op eigen handelen en op grond van reflectie bijstellen Docenten zijn in staat handelingsgerichte studentbesprekingen te voeren Docenten zijn in staat handelingsgerichte gesprekken met studenten, ouder(s)/verzorger(s) en collega’s te voeren Docenten en mentoren betrekken ouder(s)/verzorger(s) bij de onderwijsondersteuning Docenten reageren op signalen van studenten en/of ouder(s)/verzorger(s) door zelf actie te ondernemen of door de signalen door te spelen Docenten kunnen beperkingen van studenten vertalen in behoeften en daar de vereiste ondersteuning aan koppelen Er wordt door de docenten tijdens de lessen gedifferentieerd op grond van: . Docenten kunnen differentiëren naar tempo en niveau . Speciale psychologische of sociaal- emotionele kenmerken . Een meer of minder dan gemiddelde intelligentie Ondersteunende leermiddelen worden ingezet voor ondersteuning van studenten Expertise op het gebied van deskundigheid, materialen en omgeving Er is binnen de school een cultuur waarin professionaliteit met elkaar gedeeld wordt (intervisie) Docenten kunnen extra aandacht besteden aan studenten met speciale onderwijsbehoeften Er is een teamaanpak op gedrag in de klassen- en vrije situatie Binnen school is kennis over onderwijszorgvoorzieningen in de regio Bekwaamheid/kennis van docenten wordt op peil gehouden voor wat betreft: . Signaleren speciale onderwijsbehoeften voor leren en gedrag . Kennis en aanpak dyslexie . Kennis en aanpak dyscalculie . Kennis en aanpak AD(H)D . Kennis en aanpak ASS . Kennis en aanpak faalangst Binnen school is kennis over gedragsontwikkelingsstoornissen en gedragsproblemen Er zijn programma’s gericht op vergroten van sociale vaardigheden Er zijn programma’s gericht op vergroten van studievaardigheid Beschikbare trainingen en andere ondersteuning . Faalangst reductie training . Weerbaarheidstraining/ assertiviteitstraining/sociale vaardigheden . Dyslexie-ondersteuning (r.t.) . Dyscalculie-ondersteuning (r.t.) Studenten met speciale onderwijsbehoeften kunnen gebruik maken van een eigen plek Studenten krijgen de gelegenheid elkaar te helpen Samenwerking externen met betrekking tot ondersteuning en zorg De school heeft een goed functionerend Zorg Advies Team (ZAT) De doelstellingen van en de procedures rond het ZAT zijn voor alle medewerkers duidelijk Het beleid rond het ZAT is vastgelegd in een beleidsdocument (zorgplan) De school kent samenwerking met het HBO De wijze van samenwerking met de ouder(s)/verzorger(s) van studenten die extra zorg en ondersteuning behoeven is beschreven De school kent een klachtenprocedure
In ontwikkeling
Aanwezig
x
x x x x x x x x x
x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Nvt Nvt x
x11 Nvt Nvt x x
11
Het zorgadviesteam is vooral werkzaam in de vmbo-afdeling, maar indien gewenst kan ook de mbo-afdeling er een beroep op doen. Dit zijn echter meer incidentele contacten.
16 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014
Aspecten g 8 a b
c d
Arbitragezaken worden voorgelegd aan de geschillencommissie Passend Onderwijs, waarbij het bestuur van de school is aangesloten Veilige school Er is een programma voor een veilig klimaat De school heeft de volgende voorzieningen in het kader van een veilig schoolklimaat: . Pestprotocol . Vertrouwenspersoon . Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld . Er zijn gezamenlijke afspraken en gedragscodes voor docenten . Verzuimprotocol De school zorgt voor fysieke toegankelijkheid De school is bereid om in verband met fysieke beperkingen aanpassingen te realiseren
In ontwikkeling
Aanwezig
x
x
x x x x x x x
17 Schoolondersteuningsprofiel Clusius College Schagen Mbo, 2014