CBS Rheezerveen
Schoolondersteuningsprofiel
CBS Rheezerveen
oktober 2015
Pagina 1 van 25
CBS Rheezerveen
Inhoudsopgave:
1. Inleiding
2. Algemene gegevens
3. Schoolconcept
4. Basisondersteuning
5. Extra ondersteuning
6. Grenzen aan onderwijs
7. Conclusies en ambities
8. Actualisatie SOP
Pagina 2 van 25
CBS Rheezerveen
1. Inleiding In dit ondersteuningsprofiel proberen we op kernachtige wijze weer te geven hoe we zorg bieden aan leerlingen binnen onze school. Op onze school is de doelstelling voor de zorg: ‘Wij treffen voorzieningen voor leerlingen, die moeilijkheden ondervinden om hun leeren ontwikkelingsproces goed te laten verlopen. Met deze voorzieningen willen wij er voor zorgdragen dat elke leerling van onze school een doorgaande ontwikkeling doormaakt die recht doet aan deze leerling. Ook willen wij met onze zorg bereiken dat zo min mogelijk leerlingen verwezen worden naar het speciaal (basis)onderwijs. Op het moment dat onze middelen op school niet (meer) toereikend zijn maken wij gebruik van het Samenwerkingsverband rond de Professor Waterinkschool, zodat er passende hulp geboden kan worden en als dat nodig mocht zijn de leerling verwezen wordt naar een school die beter bij de wensen van dit kind aansluit’.
We beschrijven in dit profiel de eigen kwaliteiten, de ideeën die de school heeft over de eigen ontwikkeling en wat er in het verleden al aan zorg geboden is binnen de school. Het geeft ook aan welke zorg wij denken te kunnen bieden, m.a.w. hoe ver onze mogelijkheden tot zorg verlenen reiken.
Pagina 3 van 25
CBS Rheezerveen
2. Algemene gegevens.
Schoolgegegevens: Naam : Christelijke Basisschool Rheezerveen Adres : Bouwmansweg 3 Postcode : 7779 HM Plaats : Rheezerveen Brinnummer : 08AL Tel. : 0523 - 638308 Directie : Kees Bakker E-mail :
[email protected] Web-site : www.cbsrheezerveen.nl
Bevoegd gezag: Stichting voor Prot. Chr. Primair Onderwijs te Noord Oost Overijssel (Chrono) Adres : De Stelling 8d Postcode : 7773 ND Plaats : Hardenberg Tel. : 0523-272821 Website : www.chronoscholen.nl
Pagina 4 van 25
CBS Rheezerveen 3. Schoolconcept In het SWV hebben we de typologie van scholen van Jan Hooiveld als uitgangspunt gekozen voor de beschrijving van het schoolconcept van de scholen in ons SWV. Bij deze typologie van scholen worden globaal vier prototypes onderscheiden: de neo-klassikale school , de geïndividualiseerde school , de gemeenschapsschool en de ontwikkelingsschool. Bij dat onderscheid van schooltypes wordt gelet op: • • •
Het denken van de school over het curriculum: lineair (stap voor stap leren) of concentrisch ( leren door herhaalde confrontatie). Het denken van de school over de organisatie: de groep als uitgangspunt versus het individu als uitgangspunt. Het denken over opvoeding: conformistisch (normen en regels als leidraad) versus non-conformistisch (gericht op individuele ontplooiing en groei.
We beschrijven hieronder kort de kenmerken van de neo-klassikale school omdat we in dit type het meest van het onderwijsconcept van cbs. Rheezerveen herkennen. Neo-klassikale scholen zijn gebaseerd op een lineair curriculum en zijn klassikaal georganiseerd. Het standaard aanbod is bepalend en de differentiatie is vooral van het type basisstof -extrastof-verrijkingsstof. Hooiveld noemt dit type school de neo-klassikale school omdat hierin het oorspronkelijke leerstof jaarklassensysteem herkenbaar is, maar tegelijkertijd binnen dit type scholen in Nederland de afgelopen jaren veel afstemming van het onderwijs op individuele verschillen (onderwijsbehoeften) is gerealiseerd. Ook onze school is volop in ontwikkeling en steeds meer gericht op afstemming. De centrale vragen als het om afstemming gaat binnen onze school zijn: • •
Wat heeft deze leerling nodig om te profiteren van het onderwijsaanbod in deze groep? Wat heeft de leerling nodig om de gestelde onderwijsdoelen te halen?
Kinderen zitten ongeveer 2 jaar in een kleutergroep. Het is afhankelijk van hun geboortedatum en hun aard en aanleg. We voeren regelmatig observaties uit om vroegtijdig eventuele problemen met leren op te sporen. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. We werken volgens het leerstofjaarklassensysteem binnen combinatieklassen. Dat stelt op zich al hoge eisen aan klassenmanagement, maar ook ons didactisch concept vereist effectief klassenmanagement. Onze leerlingen leren zelfstandig te werken. We gebruiken dagtaken en waar mogelijk weektaken. We maken daarbij gebruik van het ‘groeps doorbrekend’ werken. Door ons te houden aan gemeenschappelijk afspraken ontstaat duidelijkheid voor de leerlingen waardoor zij weten binnen welke grenzen ze kunnen werken. Ook ten aanzien van lezen, spelling en rekenen zijn afspraken gemaakt die de doorgaande lijn herkenbaar maken. Pedagogisch Klimaat Wij willen een schoolgemeenschap vormen waarin leerkrachten en kinderen oog hebben voor elkaar en waar ieder zich veilig en gewaardeerd voelt. Wij willen het onderwijs zo inrichten dat kinderen met plezier naar school gaan. Dit willen we realiseren door veel aandacht te besteden aan sociaal emotionele ontwikkeling en te zorgen voor: • een uitdagende leeromgeving. • betekenisvolle activiteiten. • een lesaanbod waarmee kinderen succeservaringen kunnen opdoen.
Pagina 5 van 25
CBS Rheezerveen Didactisch handelen en leerstofaanbod Wij werken met een leerstofjaarklassensysteem. Wij maken gebruik van methoden en houden in ons onderwijs steeds meer rekening met de individuele mogelijkheden van het kind. We streven ernaar dat elk kind een ononderbroken ontwikkeling kan doormaken. De taal/leesontwikkeling is daarbij een belangrijk aandachtspunt. In onze combinatieklassen leren we de kinderen zelfstandig te werken en samen te leren. We spreken kinderen aan op hun verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. Leerlingenzorg Wij volgen de ontwikkeling van de kinderen op de voet door observaties en toetsen, maar ook door een goede communicatie met de ouders. Indien dat nodig is, bieden we kinderen binnen de groep extra zorg. We maken daarbij gebruik van de deskundigheid van een gediplomeerd Intern Begeleider (IB-er) Daarnaast kunnen we gebruik maken van extra leerkrachturen die de kinderen buiten of binnen de eigen groep extra aandacht geeft. Indien nodig schakelen we zo nodig in overleg met de ouders, deskundigen van buiten de school in.
Scherp en tijdig gebruik maken van data-feedback: Opbrengstgericht werken. We doen observaties, nemen methodetoetsen af, nemen CITO toetsen af. Steeds bekijken we de resultaten; waar moeten we de komende tijd aandacht aan besteden? Door de toetsen goed te analyseren maken we plannen voor ons dagelijkse onderwijs. (Zie ‘protocol opbrengstgericht werken’) We zijn bezig met het maken van groepsplannen, waarbij we gebruik maken van de foutenanalyses van de methodetoetsen en de Cito toetsen. Dit schooljaar starten we met het groepsplan voor spelling. In 2014 zijn we begonnen met de inzet van tablets. Daardoor krijgen kinderen direct feedback op elke opgave die ze hebben gemaakt. Bovendien past het programma het aanbod aan, zodat ieder kind op zijn eigen niveau kan werken. De leerkrachten kunnen op elk gewenst moment een overzicht krijgen van de resultaten en daar nog in dezelfde les op in spelen. Dit schooljaar zijn we bezig het werken op tablets uit te breiden en ook bij de zaakvakken te gebruiken. Preventieve en contextgerichte aanpak van pedagogisch klimaat. We maken gebruik van de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. We vullen de vragenlijst van Zien in en de leerlingen van groep 6, 7 en 8 vullen zelf een vragenlijst in. Zo krijgen we een compleet beeld van de sociaal en emotionele situatie van een kind. Dit schooljaar gaan we op zoek naar een nieuwe methode voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Bewustzijn van onderwijsbehoeften en beter /tijdiger observeren. Er is in groep 3 t/m 8 differentiatie aan de hand van foutenanalyses en groepsplannen. Als onderwijsbehoeften niet duidelijk zijn, wordt er onderzoek gedaan. (door de IB-er of orthopedagoge). Leerlingen betrekken bij het feit dat iedereen anders is en bij helpen van elkaar. Dit is op een kleine school makkelijker te realiseren. De kinderen
>80%
>80%
>80%
>80%
Pagina 6 van 25
CBS Rheezerveen kennen elkaar en we proberen zoveel mogelijk groepsdoorbrekend te werken. Vergroten van mogelijkheden van leerkrachten tot didactische differentiatie en klassenmanagement. Dit is volop in ontwikkeling. We werken met groepsplannen o.a. voor rekenen en dit schooljaar volgen we een cursus voor het spellingonderwijs. We gaan bezig met een groepsplan voor spelling. We werken met directe instructie model en leerlingen die dat nodig hebben krijgen verlengde instructie. Vergroten van teamleren, IB-er doet meer aan leerkrachtcoaching. Dit is ook volop in ontwikkeling. We hebben twee jaar geleden meegedaan met een reken project van de Universiteit van Utrecht: Gedifferentieerd Reken Onderwijs (GROW) Vorig schooljaar is dit verder uitgewerkt. Een onderdeel van dit project is ‘Lesson study’ Ook het personeelsbeleid m.n. de gesprekkencyclus is belangrijk. De IB-er wordt ingezet om leerkrachten te ondersteunen en te coachen op didactische vaardigheden. Externe experts meer bij je school betrekken (schoolmaatschappelijk werk integreren, schoolspecifieke aanpak zorgteam e.d.) De schoolverpleegkundige, schoolmaatschappelijk werkster en de orthopedagoge spelen een grote rol in onze school. De schoolverpleegkundige heeft 5 x per jaar spreekuur op school. Daarnaast kunnen we een zorgteambespreking plannen waarbij ook Manon Kasperink van ‘Samen Doen’ aanwezig is. Er zijn regelmatig gesprekken met de orthopedagoog van de IJsselgroep. Er is een goede afstemming met de logopedie. Voor een dyslectische leerling kan er hulp op school worden geboden door een dyslexiespecialist. (Berkel B) Aandacht voor de kwaliteit van handelingsplanning en handelingsgericht werken. We houden teamvergaderingen over het werken met groepsplannen en over wanneer er nog een handelingsplan geschreven dient te worden. De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van hun plannen, de IB-er helpt indien nodig. Verwijzing binnen de school: plusklas, hulpklas. We hebben de mogelijjkheid om leerlingen aan te melden bij Manifesto. Vorig schooljaar is een leerling aangemeld bij Manifesto, maar kon niet geplaatst worden. De IB-er heeft contact met Manifesto o.a. over een digitale leeromgeving ‘Plannex’. Ambulante begeleiding clusteren, afstemmen op aard van de school en interne organisatie. We bekijken elk jaar wat er nodig is voor de zorgleerling binnen onze school. Dit schooljaar kunnen we 20 uur ambulante begeleiding inzetten van een AB-er van de Boslustschool. Deze expertise kunnen we tevens gebruiken voor andere leerlingen. Verbeteren van extra aanbod en activiteiten voor meerbegaafden. We hanteren voor meerbegaafden het Sidi-R protocol en de
>80%
>50%
80%
>80%
>80%
>80%
Pagina 7 van 25
CBS Rheezerveen Levelboxen. We clusteren leerlingen met dezelfde onderwijsbehoefte en zij werken samen met de Levelboxen. Het Sidi observatieformulier wordt elk schooljaar voor alle leerlingen ingevuld. We werken met een protocol meerbegaafdheid. Taal- lees- en rekenexperts, gedragsdeskundigen in het team inbouwen. Zie overzicht. Dit is lastig op een kleine school, maar we kunnen gebruik maken van de expertise van een andere Chrono school o.a. van CBS de MarsWeijde. Werken met individuele ontwikkelingsperspectieven. We gebruiken een format van het Samenwerkingsverband en maken een plan van aanpak. Dit plan van aanpak en de doelen worden een paar keer per jaar met de ouders besproken door de leerkracht en IBer en bij een toegewezen arrangement de AB-er. Op dit moment zijn er 4 leerlingen met een ontwikkelingsperspectief, waarvan één leerling met een door het CAT toegewezen arrangement.
<50%
<80%
Pagina 8 van 25
CBS Rheezerveen Kengetallen leerlingpopulatie over huidig schooljaar: Telgegevens: Teldatum: 1 oktober 2015 Totaal aantal leerlingen: 40 Leerlingen met een gewicht 0.3: 7 Leerlingen gewicht 1.2: 0 Leerlingen met indicatie en/of specifieke onderwijsbehoefte over huidig schooljaar : Gp 1 3
Gp 2 7
Gp 3 5
Gp 4 10
Gp 5 0
Gp 6 3
Gp 7 6
Aantal leerlingen Geïndiceerd: Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Arrangement 1 CAT Niet geïndiceerd, maar met individueel ontwikkelingsperspectief i.v.m.: leervordering 1 2 gedrag anders
Gp 8 6
1
Totaal 40
4
Kengetallen leerlingpopulatie en verwijzing over laatste 4 schooljaren (steeds op basis oktober-telling): Schooljaar Aantal zittenblijvers1
Verwijzingen sbo Verwijzingen cl 1 Verwijzingen cl 2 Verwijzingen cl 3 Verwijzingen cl 4
2014-2015
2013-2014
2012-2013
2011-2012 1 ( vanaf feb 2012 is er een ll. teruggeplaatst vanuit het vo)
2010-2011 1
1
CBS Rheezerveen is een echte dorpsschool. Dat wil zeggen dat bijna alle kinderen van het dorp, uitgezonderd de Gereformeerd Vrijgemaakte kinderen, naar onze school komen. Ervaring heeft geleerd dat kinderen ook zolang mogelijk bij ons op school blijven, ook wanneer een overstap naar het SBO wenselijk zou zijn. 1
Inclusief de zittenblijvers in de kleutergroepen
Pagina 9 van 25
CBS Rheezerveen Naast de motivatie voor passend onderwijs is er voor de school een extra prikkel om alle kinderen, indien dit maar enigszins mogelijk is, op onze school toe te laten. Dit heeft ook te maken met de grootte van de school. In het verleden is het ook regelmatig voorgekomen dat kinderen om sociaal emotionele redenen van andere scholen hierheen kwamen. Meestal werden ze gepest en hoopten ouders dat het kind op onze kleine school daarvan gevrijwaard zou zijn. Doorgaans is dat ook zo.
Pagina 10 van 25
CBS Rheezerveen 4.
Basisondersteuning
Basiskwaliteit Onze school heeft een basisarrangement.
Preventieve en licht curatieve interventies De scholen in ons SWV nemen de volgende maatregelen t.b.v. afstemming tot basisondersteuning: a. De maatregelen t.b.v. leerlingen met dyslexie zoals beschreven in het protocol dyslexie. b. De maatregelen t.b.v. leerlingen die ‘meerbegaafd’ zijn en de signalering van ‘hoogbegaafde leerlingen’. NB: t.b.v. hoogbegaafde leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte is een plusklas Manifesto gerealiseerd. c. De aanpak voor het voorkomen van gedragsproblemen (dit moet nog overeengekomen worden met het SWV).
Basiskwaliteit Interpersoonlijk en pedagogisch competent Wij verwachten van leerkrachten dat ze: • Leiding kunnen geven aan een groep kinderen. • Kennis hebben van leer- en gedragsproblemen. • Een prettige sfeer in de klas creëren. • Kinderen verantwoordelijkheidsgevoel bijbrengen en zelfstandigheid leren. • Een plan van aanpak kunnen opstellen als het met een kind of de groep niet goed gaat. • Dit alles doen in relatie tot onze Christelijke identiteit. Vakinhoudelijk en didactisch competent Uit onze visie o.a.: ‘Wij werken op school binnen het leerstofjaarklassensysteem. Wij vinden methoden waardevol, maar willen in ons onderwijs zo veel mogelijk aansluiten bij de mogelijkheden van het kind’. Dat vraagt van de leerkracht o.a.: • Kennis van de diverse vakgebieden. • Kennis van de methoden en de leerlijnen. • Leerstof koppelen aan de omgeving van het kind en reeds aanwezige kennis; de ‘zone van naaste ontwikkeling’. • Kennis van en vaardigheid met het directe instructiemodel. • Eigen lespraktijk evalueren en zonodig aanpassen. • In staat zijn tot differentiëren. • Vorderingen van de leerling goed volgen en het aanbod zonodig aanpassen. Organisatorisch competent Onze missie/visie zegt: ‘Wij willen, samen met de ouders, kinderen opvoeden tot zelfstandige mensen die zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen ontwikkeling en voor die van een ander; die in staat zijn tot samenwerken’. En: ‘Wij beschouwen het samenwerkend leren van kinderen als een belangrijk en wezenlijk onderdeel van ons onderwijs’. Van de leerkracht verwachten wij:
Pagina 11 van 25
CBS Rheezerveen • • • • • •
Een goede organisatie in de klas en de school. Consequent omgaan met afspraken. Kunnen werken met dag- en weektaken. Gesprekken kunnen voeren met kinderen over (de kwaliteit van) hun werk. Structuren van coöperatief leren gebruiken in de lessen. Voldoende tijd plannen voor de diverse vak- en vormingsgebieden.
Competent in het samenwerken met collega’s In onze missie staat o.a.: ‘De organisatie van onze school is gericht op samen leren, niet alleen van kinderen, maar ook van leerkrachten en stagiaires’. Dit houdt in dat leerkrachten: • Een constructieve bijdrage leveren aan overleg dat plaatsvindt binnen de school. • Deelnemen aan collegiale consultatie. • Een positieve inbreng hebben binnen het team. • Bereid en in staat zijn collega’s en/of stagiaires te coachen. Competent in samenwerken met de omgeving In onze missie/visie staat: ‘Samen met de ouders voelen wij ons verantwoordelijk voor de opvoeding en de ontwikkeling van de kinderen’. Daarom hechten wij grote waarde aan een goed contact met de ouders. Daarom vragen wij van onze teamleden dat ze: • Op een professionele manier informatie uitwisselen met ouders over de ontwikkeling van hun kind. • Op een constructieve manier deelnemen aan overleg met ouders, instellingen e.d. Competent in reflectie en ontwikkeling In onze missie/visie staat: ‘Een samen opgesteld kwaliteitszorgsysteem draagt er toe bij dat we ons voortdurend zullen verbeteren’. Competenties voor leidinggevende(n) Op dit moment werken we nog niet met een competentiemodel voor leidinggevenden. Wel wordt één keer in de 4 jaar de kwaliteitskaart schoolleiding ingevuld. Die geeft voorlopig de nodige aanknopingspunten voor ontwikkeling. Daarnaast bestaat binnen Chrono het voornemen dat alle directeuren zich in de komende 4 jaar NSA laten registreren.
Pagina 12 van 25
CBS Rheezerveen Ondersteuningsstructuur In eerste aanleg werken we in groep 3 t/m 8 preventief. Dat wil zeggen dat de methodegebonden toetsen leidend zijn voor de zorg. Voor het vak rekenen gaat dit als volgt: • • • • • • •
Signaleren van toets onderdelen die lager scoren dan 80% goed. Resultaten worden opgenomen in het groepsplan. Diagnosticeren a.d.h.v. extra lessen en direct extra zorg bieden. Evaluatie/toetsing extra zorg. Extra aandacht in het volgende lesblok d.m.v. verlengde instructie en aanvullend materiaal. Deze aanpak gedurende enkele blokken voortzetten. Na overleg met IB-er overgaan tot de volgende stap.
Leerlingen met een (groeps-)handelingsplan Voor deze leerlingenzorg volgen we het model van planmatig handelen: • signaleren van risicoleerlingen • diagnosticeren /doen van nader onderzoek • remediëren/sociale begeleiding • evaluatie van de effecten van de speciale begeleiding Hieronder volgt een beschrijving van de concretisering van deze fasen bij ons op school. Deze schematische weergave wordt hieronder nader uitgewerkt: Signalering De groepsleerkracht volgt de ontwikkeling van het kind door te observeren en te toetsen. De observaties en de resultaten van de methode gebonden toetsen en de toetsen van het leerlingvolgsysteem worden bijgehouden in een klassenmap en in het administratieprogramma ParnasSys. Zo worden er foutenanalyses gemaakt die we gebruiken bij het onderwijs voor de komende dagen. Kinderen die op onderdelen uitvielen worden uitgenodigd aan de instructietafel voor een verlengde instructie in een kleine groep. Kinderen die heel goede resultaten behalen, mogen de lesstof compacten en aan pluswerk beginnen of werken met de levelboxen. Op de jaarkalender in ParnasSys staan de afnamemomenten van de LVS -Cito toetsen vermeld.
Diagnosticeren • Bij de methodetoetsen maken we een foutenanalyse. Zo weten we precies welke fouten de leerlingen maken. We oefenen extra met dit kind, maar nodigen het kind ook bij de volgende lessen over dit onderdeel uit aan de instructietafel. •
Kinderen die gedurende enkele blokken (op onderdelen) onvoldoende blijven scoren, worden nader onderzocht. Hiervoor worden diagnosetoetsen gebruikt, of de leerkracht houdt een diagnostisch gesprek. Indien nodig wordt a.d.h.v. de resultaten een individueel handelingsplan opgesteld.
•
Bij sociaal emotionele problemen gebruiken we Zien van ParnasSys. Dit programma geeft ook handelingssuggesties. Bij een vermoeden van hoog- of meerbegaafdheid gebruiken we het Sidi-R protocol van Cedin.
Het handelingsplan wordt opgesteld door de groepsleerkracht, zo nodig met ondersteuning van de IB-er. Het plan wordt besproken met de ouders. Een schriftelijk
Pagina 13 van 25
CBS Rheezerveen verslag hiervan gaat naar de IB-er. Aan een handelingsplan wordt 8 weken gewerkt. Handelingsplannen voor de sociaal emotionele ontwikkeling lopen 6 maanden. Opm: we proberen d.m.v. de groepsplannen zoveel mogelijk preventief te werken, zodat een individueel handelingsplan niet altijd nodig is. Remediëring. De remediëring wordt vooral in de klassen gedaan aan de hand van het directe instructiemodel. We differentiëren in de klas in leertijd en oefentijd; we passen de didactiek aan de onderwijs behoeften van de kinderen aan. Een gedeelte van de remediëring wordt gedaan door de groepsleerkrachten en door een collega die, op dat moment geen lesgevende taken heeft. Evaluatie. Tijdens de groeps/leerlingbespreking worden de leerlingen besproken met de IB-er. De leerlingen die de in het groepsplan opgestelde doelen niet halen, of die een individueel handelingsplan hebben, krijgen hierin extra aandacht. In dit gesprek wordt gekeken of de speciale begeleiding effect heeft gehad en/of voortzetting er van wenselijk is. Kinderen met hardnekkige problemen worden zo nodig besproken met de orthopedagoge en de leerkracht in een consultatiegesprek. Daar kunnen acties uit voortvloeien, bijvoorbeeld verder onderzoek, een gesprek met ouders, of het bespreken met de ouders in het zorgteam. Tijdens de groepsbespreking worden de resultaten van de groep besproken; presteren ze zoals we mogen verwachten? Wat is de vaardigheidsgroei; is de leerling voldoende vooruitgegaan? Hoe presteren ze ten opzichte van vorige jaren? Wat heeft de groep nodig?
Meerbegaafden In 2010? heeft onze school Levelboxen aangeschaft. De leerkrachten vullen één keer per jaar voor hun groep het Sidi-R protocol in. Als een leerling hierop een goede score heeft en bovendien hoge A-scores haalt (zijn/ haar vaardigheidsscore ligt ver boven het gemiddelde) dan kan de leerling gaan werken met de levelboxen. Een goede werkhouding is hierbij ook een belangrijk punt. Voor de leerkracht is extra tijd om één keer in de week met de leerling(en) apart te gaan zitten om het werk te bespreken en de opdrachten voor de komende week te plannen. Voor deze kinderen gaan we de leerstof voor rekenen en taal compacten volgens de richtlijnen van het SLO. Dyslexie We toetsen en remediëren het lezen aan de hand van het dyslexie protocol. Samen zetten we een plan op voor het lezen en/of spellen, waarin de rollen van de ouders, van ev. de logopediste en van de school staan. We streven er naar om naast verlengde instructie het kind minimaal drie maal per week 20 minuten extra hulp te bieden o.l.v. een specialist (leerkracht of logopediste).
Planmatig werken Als een groep lage scores heeft op de Midden en/ of Eind Cito toetsen starten we met het maken van een ‘verbeterplan’ of ‘plan van aanpak’. Hierin staat beschreven wat de leerkracht(en) extra gaan doen om de resultaten/ scores te verhogen. Dit plan wordt na een half jaar met de IB-er geëvalueerd.
Pagina 14 van 25
CBS Rheezerveen Groepsplannen Voor rekenen en lezen worden er door de leerkracht groepsplannen opgesteld. Dit schooljaar gaan we tevens starten met een groepsplan voor spelling. Bij het werken met een groepsplan zijn de volgende punten van belang: • •
•
Het kan zijn dat het groepsplan/ handelingsplan goed gewerkt heeft en dat het kind weer helemaal ‘bij’ is. Dat is het eigenlijke doel van een groepsplan. Misschien is het kind al een heel eind gegroeid, maar is het nog niet bij het einddoel. Of wellicht verwacht de leerkracht een terugval; dan kiezen we er voor om de extra hulp nog even door te zetten. Deze extra hulp wordt op het groepsplan genoteerd bij ‘doorlopende zorg’. Als we concluderen dat het kind te weinig is gegroeid, of zelfs geen vooruitgang heeft geboekt, bekijken we het groepsplan en de geboden hulp nog eens; was de extra hulp effectief en voldeed dit aan bij de onderwijsbehoeften van het kind? Als het nodig is, wordt er deskundige hulp van buitenaf ingeschakeld. Bij een langdurige achterstand, kan na onderzoek door een extern deskundige gekozen worden voor het ostellen van een zgn. ‘ontwikkelperspectief. In dit ontwikkelperspectief worden de tussen- en einddoelen bijgesteld en staat beschreven wat de aanpak is om deze doelen te bereiken.
Na de evaluatie gaan we een nieuwe periode in. Ook hierbij werken we aan de hand van onderstaande cyclus: Signaleren
Plan evalueren
Analyseren
Plan uitvoeren
Diagnosticeren
Plan opstellen
Pagina 15 van 25
CBS Rheezerveen
5. Extra-ondersteuning In het algemeen hebben we in ons Samenwerkingsverband de leerlingen met een individueel ontwikkelingsprofiel aangemerkt als leerlingen die op extra-ondersteuning zijn aangewezen. Voor de toewijzing van extra-ondersteuning vanuit het SWV werkt een werkgroep aan een procedure die- uitgaande van de onderwijsbehoeften van de betreffende leerling- er op gericht is maatwerk per school te leveren. Leerlingen die daarvoor in aanmerking komen, kan de school aanmelden voor een Sovatraining die vanuit het SWV wordt georganiseerd. Op termijn wordt hier samenwerking met de gemeente (Samen Doen) voor gezocht. Meerbegaafde Leerlingen die daarvoor in aanmerking komen, kan de school aanmelden voor een groepsaanbod. (Manifesto) Arrangementen voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte In onze school is ten behoeve van de leerlingen die daarop aangewezen zijn, in nauw overleg met de betreffende ouders, extra-ondersteuning gerealiseerd om het onderwijs/de pedagogische aanpak in de school af te stemmen op hun behoefte aan onderwijs en opvoeding. Het zorgteam Op school hebben we een zorgsysteem, maar buiten de school hebben de GGD, Stichting De Kern, Samen Doen en andere zorginstanties ook hun systeem. Om de samenwerking tussen deze instanties te verbeteren, is het Zorgteam opgericht. Als er problemen zijn met een kind, wordt dit eerst binnen de school met de ouders besproken in de ‘tien minuten gesprekken’ of met de IB-er in een leerling/ goeps bespreking. Als er na dit gesprek hulp van een schoolverpleegkundige (Manon Diederix) nodig is, is er de mogelijkheid om de ouders te verwijzen naar het maandelijkse spreekuur. De IB-er kan de ouders ook toestemming vragen om een bespreking met het zorgteam te plannen. De IB-er en de schoolverpleegkundige besluiten samen wie er bij deze bijeenkomst moet zijn. Dat kan per keer verschillend zijn: o.a. Manon Kasperink van Samen Doen, de schoolarts of Femke Faber van de IJsselgroep. Ook kan er contact opgenomen worden met het consultatiebureau. Het streven is om de ouders er in elk geval bij uit te nodigen; zo spreken we niet over ouders, maar met ouders. Veelal schakelen we het zorgteam in als ouders bij de leerkrachten komen met een vraag die zij lastig te beantwoorden vinden. Soms komen ouders rechtstreeks naar de IB-er. We gebruiken het zorgteam vooral bij vragen/problemen op medisch vlak: ‘Mijn zoon heeft niet alle vaccinaties gehad’ en op opvoedkundig /sociaal en emotioneel vlak: ‘Mijn dochter vindt het moeilijk om voor zichzelf op te komen. Soms hebben de leerkrachten een zorgvraag rondom een kind zoals: ‘De leerling vindt het moeilijk om zich in te leven in een ander’. We nodigen ouders dan uit om mee te denken in het zorgteam. Het werkt het prettigst als ouders en school op één lijn zitten met de zorgvraag, als we elkaar in de verhalen herkennen en elkaar aan kunnen vullen. Soms hebben ouders een heel ander beeld dan de leerkrachten. Dan is het belangrijk om eerst op één lijn te komen; er worden dan situaties geschetst met de vraag of de ander dat herkent en begrijpt.
Pagina 16 van 25
CBS Rheezerveen Triple P Wij maken gebruik van Triple P. Dit is een positief pedagogisch opvoedingsprogramma. Wanneer ouders een vraag hebben over de opvoeding kunnen de leerkrachten onderwerpen over de opvoeding met hen bespreken naar aanleiding van de tipsheets van Triple P. Ze kunnen de ouders ook doorverwijzen naar IB-er. Consultatie met de orthopedagoog Bij blijvende of terugkerende problemen (of bij een acuut complex probleem) met een leerling of groep, schakelen we onze orthopedagoge Femke Faber van de IJsselgroep in. De leerkracht en de IB-er bespreken samen met de ouders en de orthopedagoog wat het probleem precies is, wat er al aan gedaan is en uiteindelijk wordt bepaald welke stappen er nog worden genomen. Eventueel volgt er een onderzoek door de orthopedagoge. We gebruiken de kennis van de orthopedagoge vooral op didactisch gebied, zoals onderzoeken, opstellen en uitvoeren van een OPP en didactische tips. Dit komt vaak voort uit een zorgvraag van de leerkracht. Voorbeelden van vragen zijn: • • •
Wat bied ik de leerling die moeite heeft om de aandacht bij de les te houden? Hoe zorg ik ervoor dat de leerling de opgedane kennis ook in andere situaties kan toepassen? (transfer). Wat kan ik doen met mijn bewegelijke groep om aan hun behoeften tegemoet te komen en toch mijn lesdoelen te halen?
Onderzoeken Het kan goed zijn om kinderen te laten onderzoeken. We zoeken steeds naar de onderwijsbehoefte van de kinderen. Soms is het heel moeilijk om te bepalen wat een kind precies nodig heeft. Dan is onderzoek een goede zaak om goed te analyseren, diagnosticeren en daarna weer vooruit te kijken: hoe kunnen we de hulp bieden die deze leerling of groep nodig heeft? Het kan ook zo zijn dat we vermoedens hebben over een stoornis. Misschien kunnen we prima aan de zorgbehoefte van kinderen tegemoet komen, maar gaan kinderen erg aan zichzelf twijfelen. In deze gevallen is het goed om een diagnose te stellen om het kind en ev. de ouders gerust te stellen: Bijv. ‘Je bent niet dom of raar, maar door je autisme is dit moeilijk voor je’. De ouders kunnen zelf een onderzoek aanvragen, in de meeste gevallen na verwijzing door de huisarts. Het is dan goed om even precies uit te zoeken of het onderzoek (en eventuele behandeling) vergoed wordt door de verzekering. De school kan ook een onderzoek aanvragen bij de IJsselgroep. Elk schooljaar worden er ‘zorguren’ ingekocht en kunnen kinderen onderzocht worden door een orthopedagoge. Ook dit kan (gedeeltelijk) worden vergoed door de verzekering. (via de zgn. PDIJ regeling) Zorg Advies Team / ondersteuningsteam Bij complexe, meervoudige problematiek kan een kind (na de benodigde gesprekken met de IB-er, de orthopedagoge of het zorgteam) ingebracht worden in een Zorgadviesteam (ZAT); dit is te vergelijken met de adviesfunctie van de vroegere PCL. Het doel van een bespreking in het ZAT is helder te krijgen welke zorg het kind nodig heeft, zowel in het onderwijs als daarbuiten.
Pagina 17 van 25
CBS Rheezerveen De CAT De CAT beoordeelt of een leerling toelaatbaar is tot een speciale school voor basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De CAT van de ‘Afdeling Hardenberg’ is tevens onder meer verantwoordelijk voor een goede toewijzing van extra voorzieningen voor leerlingen. (de zgn. ‘arrangementen’). Arrangeren: Wanneer voor een goede afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling een bijzondere inspanning van de school wordt gevraagd, dat wil zeggen dat de basis-ondersteuning zoals deze beschreven is in het Schoolondersteuningsprofiel daarin niet voorziet, dan kan de school ook een verzoek om extra-ondersteuning indienen bij de CAT. Dit verzoek van de school aan de CAT is altijd voorzien van een advies van de adviseur leerlingenzorg (orthopedagoog) van de school. Verzoeken om extra-ondersteuning worden omdat de inhoudelijke afweging al op schoolniveau met ouders en team is voorbereid behandeld in de zgn. ‘smalle CAT’. In de ‘smalle CAT’ wordt geen nadere inhoudelijke afweging gemaakt m.b.t. het plan zoals de school en de orthopedagoog dat nodig achten voor een goede afstemming, maar wordt beoordeeld of extra ondersteuning inderdaad noodzakelijk is. Men kijkt dan naar het ‘Schoolondersteuningsprofiel’ waarin de school beschreven heeft wat haar mogelijkheden zijn. Om die reden maken een collega-directeur en IB-er deel uit van deze ‘smalle CAT’.
Eigen leerlijn/ OPP Leerlingen waarbij na onderzoek door de orthopedagoog blijkt dat er andere doelen gesteld zouden moeten worden dan de doelen van eind groep 8, krijgen een eigen leerlijn of OPP. Er worden passende doelen opgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de al doorlopen ontwikkeling. In eerste instantie is dat het minimumprogramma uit de methode, (of de F lijn) het kan zijn dat ook deze doelen te hoog gegrepen zijn. Met behulp van het document ‘Passende perspectieven’ van het SLO worden de doelen passend bij de ontwikkeling van de leerling beschreven. Er wordt een ontwikkelperspectief (OPP) opgesteld waarin beschreven wordt wat de onderwijsbehoeften zijn en welke didactische en pedagogische kaders er nodig zijn voor de leerling. De doelen uit het plan worden minstens twee maal per jaar geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Dit alles in samenspraak met de ouders en ev. de orthopedagoog.
Pagina 18 van 25
CBS Rheezerveen
Lopende arrangementen voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte in onze school: In onze school is ten behoeve van 4 leerlingen in nauw overleg met de betreffende ouders extra-ondersteuning (dat wil zeggen met een individueel ontwikkelingsperspectief) gerealiseerd om het onderwijs in de school af te stemmen op hun onderwijsbehoeften. In 2013-2014 is hiervoor het format voor een individueel OPP binnen de afdeling (zie site afdeling Hardenberg) vastgesteld. Niet alle leerlingen met een ontwikkelingsperspectief hebben een arrangement van het CAT. Op CBS Rheezerveen is voor één leerling een arrangement bij het CAT aangevraagd en toegewezen. Het overzicht hieronder geeft de inhoudelijke aandachtspunten van het team bij onze extra-ondersteuning weer. (zie bijlage actualisering SOP):
Aard van de extra onderwijsbehoefte of aard van de beperking Wijze waarop het team betrokken is bij de keuze voor een arrangement Betrokkenheid ouders
Deskundigheid team
Aandacht en tijd (‘extra handen in de klas’)
Voorzieningen
Aan autisme verwante stoornissen, leerlingen, meerbegaafde leerlingen, dyslectische leerlingen Voornemen, is nog niet aan de orde geweest De ouders worden betrokken bij het begeleidingsplan, het jaarplan en de tussentijdse plannen en de evaluatie daarvan. Ervaringen van leerlingen met het Syndroom van Down en leerlingen met ESM (ernstige taal-spraakstoornis). Aan autisme verwante stoornissen zoals PDDNOS. Scholing door ambulant begeleiders, het bijwonen van netwerken, cursussen. Volgen van cursussen/ workshops o.a. bij de Ambelt. Een lezing bijwonen van ’Geef me de vijf’ Cursus Triple P. Onze groepen zijn nooit groter dan 12 leerlingen. Er heerst een kindvriendelijk klimaat. Er is veel aandacht voor de kinderen, door de kleine groepen. De leerkracht heeft hulp van de IB-er en ev. AB-er. Dit kan bestaan uit consultatie, hulp bij het maken van een plan van aanpak, leerlingondersteuning of het volgen van een cursus, die aansluit bij en/of voorbereidt op de komst van een kind. Lap-tops en Ipads en andere materialen. Methoden die hiervoor zijn aangeschaft zijn o.a.: Maatwerk geel, rood, groen, blauw. (ook digitaal) Een 'Doos vol gevoelens', Babbelspel, Het
Pagina 19 van 25
CBS Rheezerveen
Gebouw
Samenwerking met partners
Eurowinkelspel, Technisch lego, Het Kwaliteitenspel, Handleiding voor jezelf. Het gebouw is rolstoel toegankelijk gemaakt. Er zijn nog geen voorzieningen wat betreft het sanitair. Schoolverpleegkundige, Samen Doen, Schoolmaatschappelijk werk, logopedie, dyslexie Berkel B. IJsselgroep Reken- en taalspecialist. Gedragspecialist.
Pagina 20 van 25
CBS Rheezerveen
6. Grenzen aan het onderwijs Het schoolconcept In hoofdstuk 2 hebben we het schoolconcept van CBS Rheezerveen beschreven als een neo-klassikale school aan de hand van de typologie van Jan Hooiveld. In de neoklassikale school is een leerstofverdeling over de onderscheiden leerjaren een basisprincipe. In hoofdstuk 4 (basisondersteuning) hebben we de ondersteuning beschreven die de school kan bieden voor leerlingen die om de leerdoelen voor hun klas te bereiken zijn aangewezen op extra instructie en of begeleiding (sociaal-emotioneel) en eventueel ook andere instructie en verwerking. Het accent ligt daarbij vooral op het ‘hoe’ en ‘wat’. De leerdoelen zelf blijven zoveel mogelijk ongemoeid. De grenzen van het ‘klassikale uitgangspunt’ zijn in onze school weliswaar ‘opgerekt’, maar worden in de praktijk van alledag vooral ervaren in de groep. Om de noodzakelijke afstemming te realiseren zijn voldoende handen in de klas noodzakelijk. Een belangrijke grens aan de afstemming van het onderwijs is met de verdeling van leerdoelen over de jaarklassen eveneens een gegeven: leerlingen die de eindtermen van het basisonderwijs niet zullen bereiken zijn aangewezen op speciale maatregelen. Deze maatregelen hebben niet alleen betrekking op het ‘hoe’ maar ook op het ‘wat’. (de leerdoelen). In hoofdstuk 5 (extraondersteuning) hebben we beschreven hoe de school daarin zijn weg zoekt o.a. door het met partners realiseren van speciale arrangementen op basis van een individueel ontwikkelingsperspectief.(OPP) Expertise en draagvlak bij team We hebben in het verleden een paar keer te maken gehad of een leerling wel of niet bij ons op school geplaatst zou worden. We gaan er vanuit dat ieder kind in principe welkom is. Daarnaast stellen we binnen het team de vraag of we in staat zijn de leerling adequaat te kunnen begeleiden. • Wat hebben we als team nodig om deze leerling te begeleiden? • Wat heeft de betreffende leerkracht nodig? • Wat heeft de leerling nodig? Kunnen we aan de onderwijsbehoeften van de leerling voldoen? • Hebben we de benodigde leerkrachtvaardigheden, of kunnen we die versterken? • Wat heeft de groep nodig, zodat deze leerling geplaatst kan worden? • Is de samenstelling van de groep zodanig, dat de leerling zich er thuis voelt, wat is daarvoor nodig? • Is ons gebouw geschikt? Zijn er aanpassingen nodig?
Pagina 21 van 25
CBS Rheezerveen
De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is binnen onze school als volgt: Aard expertise
Teamniveau
RT. opleiding Triple P niveau 2 HGPD Leraar speciaal onderwijs IB-er Leraar speciaal onderwijs Master SEN
1 1
Individuele teamleden
Bereidheid tot inzet voor SWV
1 1
1
Handen in de klas Binnen de afdeling van ons samenwerkingsverband vormen de volgende uitgangspunten het voorlopige kader voor wat we m.b.t. handen in de klas gerelateerd aan ons onderwijsconcept onder basisondersteuning rekenen: Uitgangspunt voor een groep van 26 leerlingen: De leerkracht kan dan drie instructiegroepen hanteren. (bijvoorbeeld: (ver)korte instructie / basisinstructie / verlengde instructie). Ten behoeve van de begeleiding van leerlingen met een individueel ontwikkelingsperspectief is bij deze groepsgrootte extra ondersteuning van de groepsleerkracht nodig. In het overzicht hieronder is de groepsindeling van onze school weergegeven met daarbij hoe voor het cursusjaar 2015-2016 de inzet van extra handen in de klas is gerealiseerd: Groepsindeling en inzet van extra handen in de klas (buiten de handen van de aanwezige groepsleerkracht)
Groep
Aantal leerlingen
1/2
10
4/5
15
6/7/8
15
Extra handen uit eigen budget
Aantal uren per week
1 uur
1, 5 uur
Gebouw
x x x x
Rolstoeltoegankelijk Time-out ruimte Extra grote lokalen, gangen Extra kwaliteit speelplein; we hebben veel ruimte rondom de school, met daarbij
Pagina 22 van 25
CBS Rheezerveen
x x
X
een apart voetbalveld. Verzorgingsruimte of ruimte voor fysio- therapie, revalidatie,) Omgeving voor sensorische beleving (snoezelen e.d.) kan gerealiseerd worden Rustruimte (kan gerealiseerd worden) Handenarbeidlokaal / atelier / technieklokaal Speel-/gymlokaal Keuken (voor leerlingen) Schooltuin Dierenverblijf
Pagina 23 van 25
CBS Rheezerveen 7.Conclusies en ambities De schoolontwikkeling is uitgewerkt op pagina 6, 7 en 8. Op deze pagina’s staat ook beschreven hoe ver we inmiddels gevorderd zijn met o.a. opbrengstgericht werken en didactische differentiatie en klassenmanagement. Het verder ontwikkelen en uitbreiden van de groepsplannen speelt hierbij een grote rol. Onze doelen voor het komende schooljaar zijn: •
• • • • •
Opstellen van groepsplannen voor de reken- en taalontwikkeling in groep 1, 2 en verder verdiepen. Groepsplan rekenen voor de groepen 3 t/m 8 verbeteren en aanpassen. Cursus over fonetisch bewustzijn en spelling. Opstellen groepsplannen voor spelling. Verbeteren van het werken met ‘Zien’ (SEO) Doelen stellen en groepshandelingsplannen opstellen. We kiezen dit schooljaar een nieuwe methode voor de sociaal emotionele ontwikkeling. De werkwijze ten aanzien van POP’s en de hiermee samenhangende gesprekkencyclus wordt voortgezet. Wanneer nodig zal het proces worden bijgesteld (zie actieplan)
Pagina 24 van 25
CBS Rheezerveen
7. Actualisatie SOP (’15- ’16)
0.
Basisondersteuning
Extra Ondersteuning 1.
Rechtstreeks vanuit afdeling € per lln.
Inzet in fte Man. School: CBS Rheezerveen Ondersteuning: Groepen: 3 groepen,3,3 fte. Gr.1,2 Gr.3,4 Gr.6,7,8 Aantal Bedrag Formatie lln school 40 €7887,80
Inzet 3 lln. met OPP, zonder arrangement: zie OPP en SOP blz. 9.
2. 3.
Kentalis
4.
Arrangement CAT
1
5.
Deelname HBG-groep
0
6.
Deelname Sovatraining Deelname SBO (lln. die laatste 5 jaar zijn verwezen): € 4000,per ll. Deelname SO. Laatste 5 jaar verwezen nu nog in natura AWBZ-compensatie
0
6.
7.
8.
€1200,-
Zie OPP lln. en SOP zie blz. 9. Inzet €1200 en 20 uur AB
1
0
Nvt.
0
Nvt.
Pagina 25 van 25