Schoolondersteuningsprofiel Zorg in Beeld Speciaal
SO De Zwaai Drachten
September 2012
©KPC Groep September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
Inhoud
1 SCHOOLGEGEVENS
3
2 BESCHRIJVING VAN DE SCHOOL
4
2.1 Doelgroep
4
2.2 Voedingsgebied en instroom
4
2.3 Onderwijsconcept van de school
5
2.4 Onderwijszorgprofielen
5
2.5 Interne kleuterklas MOD De Lytse Wâlden
6
2.6 Leerlingen en onderwijszorgprofiel
7
2.7 Uitstroomgegevens
7
3 KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
9
3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs
9
3.2 Kwaliteitsafspraken RENN4
9
4 ONDERWIJSARRANGEMENTEN
10
4.1 CARE – Beginsituatie bij instroom
10
4.2 Pedagogisch klimaat om tegemoet te komen aan CARE van
10
leerlingen 4.3 B = Beschermende factoren
11
4.4 A = Adaptief onderwijs
11
4.5 G = Gedragsverandering
13
4.6 S = Systematisch (samen)werken
13
4.7 S = (Systematisch) Samenwerken
14
4.8 Huisvesting en gebouw
15
5 INTERNE EN EXTERNE SAMENWERKING
September 2012 AV1.GOPR.0216 (13041)
16
5.1 Interne samenwerking en ondersteuningsstructuur
16
5.2 Externe samenwerking
16
5.3 Ketenpartners
17
6 EXPERTISE
18
6.1 Aanwezige expertise op de school
18
6.2 Expertiseontwikkeling
19
7 GRENZEN EN AMBITIE
20
7.1 Huidige situatie en grenzen
20
7.2 Ambitie intern
20
7.3 Ambitie extern, Samenwerkingsverband Passend onderwijs
20
1 SCHOOLGEGEVENS Naam school/locatie
De Zwaai, SO
Brinnummer
23JT
Nummer SWV
Samenwerkingsverband PO 21-01
Directeur
De heer M. Andringa
Teamleider
Mevrouw M. van der Sluis
Adres
De Weeme 1, 9201 JR Drachten
Telefoon
Telefoon 0512 543 638
E-mail
[email protected] en
[email protected]
Dislocatie
Interne kleuterklas MOD De Lytse Wâlden De Lanen 98, 9204 WC Drachten Telefoon 0512 542600
Datum intakegesprek
22 maart 2012
Datum interview
5 juni 2012
datum terugkoppeling
11 juli 2012
Geïnterviewde personen
Mevrouw M. (Michelle) van der Sluis, teamleider Mevrouw L. (Leonieke) Drenth, intern begeleider Mevrouw H. (Hilde) Gerrits, gedragsdeskundige
Aantal ingevulde vragenlijsten
11
Geraadpleegde documenten
-
Schoolgids 2011-2012
-
Inspectierapport
-
Evaluatie implementatie onderwijszorgprofielen SO
-
Schoolportretten opbrengstgericht werken in het speciaal onderwijs
Pagina 3/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
-
Notitie veiligheidsbeleid RENN4
-
RENN4 strategisch beleidsplan 2007-2011
-
RENN4 strategisch beleidsplan 2011-2015
-
Pedagogisch-didactisch handboek
-
Lessentabellen van de groepen
-
CvB-procedure
Schoolondersteuningsprofiel
Mevrouw drs. A.Y. (Aleid) Schipper
opgesteld door
senior adviseur KPC Groep
2 BESCHRIJVING VAN DE SCHOOL SO De Zwaai is een school voor speciaal onderwijs voor leerlingen tussen de vier en twaalf jaar oud. Het is een school voor algemeen bijzonder onderwijs. Het bevoegd gezag van de school is de stichting RENN4. De stichting RENN4 heeft als missie gekozen: Goed onderwijs, Goede zorg voor ieder kind. Het is de opdracht van RENN4 om gepast onderwijs en die zorg te bieden aan de leerlingen, die passen bij hun ontwikkelingsmogelijkheden, zodat zij hun toekomstperspectief kunnen realiseren. SO De Zwaai bestaat sinds 2006 en is formeel een nevenvestiging van VSO Leeuwarden, maar de school functioneert als een zelfstandige school. 2.1 Doelgroep SO De Zwaai is een school voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. De school heeft een brede doelgroep leerlingen met zowel internaliserende als externaliserende problematiek. De cognitieve ontwikkeling van de leerlingen varieert tussen hoge intelligentie tot moeilijk lerend. De ontwikkeling van de leerlingen wordt ernstig verstoord door gedragsproblemen. Vrijwel alle leerlingen hebben te maken met hulpverlenende instantie(s). Alle leerlingen op de school hebben extra ondersteuning nodig bij het aanleren van sociale vaardigheden. De school wordt door leerlingen bezocht waarbij sprake is/kan zijn van: -
gedrags- en emotionele stoornissen;
-
psychische en psychosomatische stoornissen;
-
specifieke en pervasieve stoornissen;
-
stemmingsstoornissen;
-
problemen met betrekking tot het cognitief presteren ten gevolge van emotionele blokkades;
-
syndromen gerelateerd aan fysiologische en fysieke factoren;
-
een opvoedingssituatie waar sprake is van een stagnerend opvoedingsproces ten aanzien van gezinsrelaties en/of pedagogische bekwaamheden;
-
bijzondere maatschappelijke omstandigheden.
De leerlingen op de hoofdlocatie hebben allemaal een cluster 4-indicatie, behalve de leerlingen die geplaatst zijn in het kader van het project Op de Rails. Vanaf 1 augustus 2014 is plaatsing gebonden aan de toelaatbaarheidafspraken per samenwerkingsverband, met een overgangsregeling voor de zittende leerlingen van twee jaar. Op het Medisch Orthopedagogisch Dagverblijf (MOD) verzorgt SO De Zwaai voor de twee interne kleutergroepen het onderwijs (ongeveer 20 leerlingen, 10 leerlingen per groep). Deze leerlingen komen op het MOD via een zorgindicatie en hebben geen cluster 4-indicatie. Zolang de leerlingen in behandeling zijn op het MOD, hebben ze recht op speciaal onderwijs in de kleuterklas op het MOD. Het onderwijs wordt verzorgd door leerkrachten van SO De Zwaai. De school is in 2006 gestart met ongeveer 50 leerlingen en het leerlingenaantal is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. De school heeft nu rond de 100 leerlingen. 2.2 Voedingsgebied en instroom De Zwaai biedt onderwijs aan leerlingen uit het postcodegebied Drachten en omgeving: Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Heerenveen, Achtkarspelen,Tytsjerksteradiel en Boarnsterhim. De verwachting is dat deze subregionale Pagina 4/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
functie niet zal veranderen met ingang van passend onderwijs. De drie so-scholen van RENN4 zijn redelijk goed verdeeld over de provincie Friesland, straks het nieuwe
Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Friesland. Van grensverkeer is nauwelijks sprake. De leerlingen stromen in vanuit thuis (onderinstroom), het regulier of speciaal basisonderwijs, kinderdagcentra of een Medisch Orthopedagogische Dagbehandeling of (andere) scholen voor speciaal onderwijs. 2.3 Onderwijsconcept van de school Belangrijke peilers waar het onderwijs op SO De Zwaai op rust zijn: kwalitatief goed onderwijs, een gedegen overgang naar het voortgezet onderwijs, een goede leerlingenzorg, positieve benadering naar de leerlingen toe en onderwijs dat rekening houdt met de uniciteit van kinderen. Het creëren van een veilige leeromgeving en het bevorderen van sociaal gedrag en zelfredzaamheid staan bij alle activiteiten centraal. De school is mede een sociale oefenplaats waar de leerling groeit door de omgang met leeftijdgenoten en leerkrachten. Planmatige gedragsbeïnvloeding is een essentieel onderdeel van het geboden onderwijs. In het aanbod aan de leerlingen ligt de nadruk op structuur, deze wordt door middel van een vaste structuur in de dag aangegeven. De vaste structuur is aangebracht aan de hand van dagritmekaarten, een beloningssysteem en regels ten aanzien van zelfstandig werken. SO De Zwaai heeft enkele algemene doelstellingen van het onderwijs geformuleerd: -
het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling;
-
het bijbrengen van kennis en schoolse vaardigheden;
-
leren omgaan met de eigen problematiek;
-
leren omgaan met anderen;
-
ontwikkeling van de creativiteit (oplossingen bedenken);
-
voorbereiding op de toekomst en de eisen die de maatschappij stelt.
2.4 Onderwijszorgprofielen Bij de indeling van de groepen staat niet de gedragsbeperking van de leerling voorop, maar de (cognitieve) ontwikkelingsmogelijkheden. Er zijn drie onderwijszorgprofielen te onderscheiden voor de leerlingen in het speciaal onderwijs die vooral samenhangen met hun mogelijkheden tot leren. RENN4 heeft de volgende onderwijszorgprofielen geformuleerd voor haar onderwijs voor zowel so als vso: profiel 1: de leerling heeft weinig tot geen beperkingen bij het leren; profiel 2: voor leerlingen met enige onderwijsachterstand en beperking bij het leren; profiel 3: voor leerlingen met grote onderwijsachterstanden. Deze onderwijszorgprofielen op SO De Zwaai zijn gekoppeld aan drie uitstroomprofielen: profiel 1: regulier onderwijs: basisonderwijs, voortgezet onderwijs van vmbo tot vwo; profiel 2: speciaal basisonderwijs, vmbo met leerwegondersteuning; profiel 3: cluster 3, praktijkonderwijs. In de kleutergroep en groep 3 zitten leerlingen van alle drie de profielen bij elkaar. Tot acht jaar is er nog geen sprake van indeling op profielen. Door de grootte van de school is het niet mogelijk om de klassen in aparte profielen in te delen. Voor de midden- en bovenbouw is op SO De Zwaai gekozen voor profielcombinaties, te weten profiel 1/2- en profiel 2/3-groepen. De profielen per groep zijn vervolgens weer gekoppeld aan het niveau van de reguliere basisschoolgroepen. Onderwijsaanbod Pagina 5/21
Ongeveer 80% van de cluster 4-populatie heeft taalproblemen. Door een taalprobleem heeft
September 2012
een leerling vier keer zoveel kans om een gedragsprobleem te ontwikkelen. De school heeft
AV1.12GOPR.0216 (13041)
daarom de laatste jaren veel geïnvesteerd in het taalbeleid. Er is een taalbeleidsplan opgesteld,
op vastgestelde uren wordt schoolbreed gelezen, de contacten met de bibliotheek zijn versterkt en er zijn nu veel boeken op school en deze zijn gedeeltelijk door de leerlingen zelf gekozen. Het leesproject dat de school heeft opgezet gaat uit van opbrengstgericht werken. Uitgangspunten van het leesproject zijn leesmotivatie en leeskilometers. Taal, lezen en rekenen zijn de speerpunten van de school. Naast de reguliere vakken, gerelateerd aan de kerndoelen speciaal onderwijs, krijgen de kinderen gymnastiek, zwemmen, koken, techniek en groenverzorging en waar mogelijk muziek. Kenmerkend voor de school is dat er naast het stimuleren van de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen ook ruimte is voor het leren omgaan met een beperking, het omgaan met anderen en de sociale redzaamheid. Op SO De Zwaai wordt thematisch gewerkt, leefstijl aangeboden en MRT geboden. SO De Zwaai heeft met veel scholen voor voortgezet onderwijs in de regio contacten. Deze contacten zijn erop gericht om het schakelonderwijs, dat één van de doelstellingen is, zo goed mogelijk te realiseren. Op de Rails-leerlingen In 2009 is de school gestart met een klas voor Op de Rails-leerlingen. Het project 1
Op de Rails is een samenwerking tussen vier samenwerkingsverbanden WSNS in de regio en SO De Zwaai. Het gaat in dit project om ‘niet geïndiceerde’ leerlingen uit de regio die tijdelijk in deze tussenvoorziening worden geplaatst. Belangrijke criteria voor plaatsing in dit project zijn: -
de leerling is afkomstig uit het regulier onderwijs en blijft daar ingeschreven;
-
de leerling behoeft meer zorg dan de zorgstructuur van het regulier onderwijs kan bieden;
-
de leerling heeft structurele gedragsproblemen die op het moment van aanmelding bij Op de Rails niet te herleiden zijn tot een geclassificeerde stoornis en de veiligheid van zichzelf en/of anderen in zijn omgeving negatief beïnvloeden;
-
de leerling heeft geen cluster 4-indicatie en is ouder dan 10 jaar.
Vanaf het schooljaar 2012-2013 zitten de Op de Rails-leerlingen niet meer in een aparte klas, maar worden ze geplaatst in één van de groepen van SO De Zwaai. Deze leerlingen worden ook in één van de OZP-profielen geplaatst en volgen het reguliere onderwijsprogramma. Het is de bedoeling dat deze leerlingen na verloop van tijd, maar na maximaal één jaar, weer geschakeld worden naar de school van herkomst. 2.5 Interne kleuterklas MOD De Lytse Wâlden Dit MOD is een behandelsetting van Jeugdhulp Friesland voor kinderen van vier tot en met zeven jaar met gedrags-, ontwikkelings- en/of opvoedproblemen. Het zijn kinderen waarbij het opgroeien niet vanzelf gaat. Ouders worden intensief bij de behandeling betrokken. Na ongeveer drie maanden wordt bepaald of de kinderen intern onderwijs kunnen volgen. Leerkrachten van SO De Zwaai verzorgen het (deeltijd)onderwijs aan deze leerlingen op het MOD De Lytse Walden. De leerlingen krijgen de helft van de dag onderwijs en de andere helft van de dag behandeling vanuit het MOD. Op het MOD zitten twee kleuterklassen van ongeveer 10 kinderen. Bij het onderwijs aan deze leerlingen wordt gebruik gemaakt van dezelfde methoden als op SO De Zwaai; de onderwijsmethoden uit het regulier onderwijs. Zowel de gedragsdeskundige als de intern begeleider van SO De Zwaai zijn bij deze leerlingen betrokken. De gedragsdeskundige en intern begeleider hebben eenmaal in de vier tot zes weken overleg over (de vorderingen) van de leerlingen met de leerkrachten van de kleutergroepen op het MOD. Voor deze leerlingen wordt een handelingsplan (HP) opgesteld en Pagina 6/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
1
Deze vier samenwerkingsverbanden WSNS vormen met ingang van 1 augustus 2014 het nieuwe
Samenwerkingsverband PO 21-01.
dit bespreekt de leerkracht met de ouders. De ouders ondertekenen het HP. Tevens wordt het HP geëvalueerd door de leerkracht en met ouders besproken. Over dit HP vindt afstemming plaats met de behandelaars van het MOD, waardoor het HP van het onderwijs is afgestemd op het zorgplan van het MOD. Na afloop van de behandeling stromen deze leerlingen uit naar verschillende vormen van onderwijs: zowel regulier als speciaal basisonderwijs, cluster 3- en cluster 4-onderwijs. 2.6 Leerlingen en onderwijszorgprofiel Op SO De Zwaai zijn de leerlingen in het schooljaar 2011-2012 als volgt over de drie onderwijszorgprofielen verdeeld. 2011-2012
Aantal leerlingen 1 oktober 2011
%
OZP 1
52 leerlingen
51%
33 leerlingen
32%
17 leerlingen
17%
IQ: > 90 Leerachterstand: < 1 jaar OZP 2 IQ: 80-90 Leerachterstand: 1-2 jaar OZP 3 IQ: < 80 Leerachterstand: > 2 jaar Totaal
102 leerlingen
100%
2.7 Uitstroomgegevens De leerlingen van SO De Zwaai stromen door naar diverse vormen van onderwijs. Wanneer leerlingen 12/13 jaar zijn verlaten ze SO De Zwaai. Onder het kopje Voortgezet onderwijs is deze uitstroom te vinden. De uitstroomgegevens over de afgelopen drie jaar laten het volgende beeld zien. Uitstroom
2009-2010
2010-2011
2011-2012
aantal leerlingen Regulier basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Speciaal onderwijs cluster 2
1
Speciaal onderwijs cluster 3
1
1
Verhuizing
1
3
4
Opname/behandeling
2
4
3
Vwo
2
2
Havo
1
1
Vmbo (G)T
1
1
Vmbo B/K
2
3
Voortgezet onderwijs
Pagina 7/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
Vmbo lwoo
2
1
2
Praktijkonderwijs
1
5
5
Vso cluster 4
11
16
7
17
37
29
Vso cluster 3 Totaal
Het schoolteam heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de contacten met het reguliere onderwijs. Het team heeft hierdoor een beter zicht gekregen op het onderwijsaanbod van de diverse reguliere scholen en kan nu een (nog) passender advies aan de leerlingen geven voor vervolgonderwijs. In het laatste jaar zijn in vergelijking met de jaren daarvoor meer leerlingen naar het regulier voortgezet onderwijs verwezen. Dit is onder andere het resultaat van de investering van de school in opbrengstgericht werken. 80% van de leerlingen stroomt uit naar het door SO De Zwaai vastgestelde profiel. Het meest geëigende moment om te schakelen is het moment waarop een indicatie afloopt en het handelingsplan met de ouders wordt geëvalueerd. Slechts een enkele leerling stroomt tussentijds door naar het regulier onderwijs of andere vormen van onderwijs. 50% stroomt uit naar regulier onderwijs.
Pagina 8/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
3 KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs Uit het meest recente rapport van de onderwijsinspectie d.d. 17 april 2012 blijkt dat de inspectie aan de school het basisarrangement heeft toegekend. 3.2 Kwaliteitsafspraken RENN4 Het bestuur van RENN4 heeft in haar strategisch beleidsplan 2011-2015 de ambitie uitgesproken dat uiterlijk in 2015 op alle RENN4-scholen het traject naar HKZ-certificering als onderdeel van het totale kwaliteitszorg-managementsysteem van RENN4 is gerealiseerd. De landelijk ontwikkelde ‘Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs’, waar ook RENN4 een bijdrage aan heeft geleverd, vormt hierbij het kader. Het Centrum voor Kwaliteit en Management in de Zorgsector (CKMZ) geeft de kwaliteitscertificaten af. Centraal staat het primaire proces en het kwaliteitsdenken aan de hand van de Demingcirkel of de PDCA-cyclus. SO De Zwaai start in het schooljaar 2012-2013 met dit kwaliteitstraject. In het kader van RENN4-kwaliteitsbeleid heeft SO De Zwaai een kwaliteitsteam ingericht. Dit team bestaat uit leden van de Commissie voor de Begeleiding (CvB). Deze commissie bespreekt maandelijks de kwaliteitszorg en bewaakt de PDCA-cyclus van het afgesproken beleid. Resultaten van uitgevoerde enquêtes onder ouders, leerlingen en ketenpartners worden meegenomen in de beleidsontwikkeling van de school. De leden van de Commissie voor de Begeleiding zijn getraind in het auditeren van collega’s. Er hebben inmiddels diverse audits plaatsgevonden tussen RENN4-scholen, waarbij vooral gelet is op de inhoud van de handelingsplannen en de dossiers van leerlingen.
Pagina 9/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
4 ONDERWIJSARRANGEMENTEN Zoals de overige scholen van RENN4 werkt ook deze school vanuit de visie CAREBAGS. Hieronder staat beschreven op welke wijze SO De Zwaai deze visie concretiseert. CARE staat voor: Competentie, Autonomie, Relatie en Engagement. Dit zijn vier psychologische basisbehoeften waaraan een pedagogisch klimaat tegemoet moet komen om de ontwikkeling van leerlingen te kunnen ondersteunen. BAGS staat voor: Beschermende factoren, Adaptief onderwijs, Gedragsverandering en Systematisch (samen)werken en deze factoren kenmerken het onderwijskundige klimaat. De BAGS vormen de instrumenten die de school inzet om de CARE-aspecten bij de leerling te versterken. 4.1 CARE – Beginsituatie bij instroom Om leerlingen verantwoord in één van de onderwijszorgprofielen te plaatsen, is een goed integraal beeld van de leerling belangrijk. De onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerlingen op SO De Zwaai worden beschreven aan de hand van de begrippen competentie, autonomie, relatie en engagement. De gedragsdeskundige houdt het intakegesprek met de ouders en de leerling. In het gesprek wordt aandacht besteed aan de cognitieve ontwikkeling van de leerling, de emotionele ontwikkeling, de onderwijsbehoefte, de sterke punten van het kind en de aandachtspunten voor gedrag. Ook wordt gekeken op welke wijze de ouders een ondersteunende rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van hun kind. Het is van groot belang dat ouders en leerlingen op één lijn zitten. 4.2 Pedagogisch klimaat om tegemoet te komen aan CARE van leerlingen Binnen de school wordt het pedagogisch didactisch klimaat zo ingericht dat de school een beschermende factor kan zijn voor de leerlingen. Dit betekent dat de school een omgeving biedt waarin structuur en overzicht is. Het pedagogisch klimaat wordt gekenmerkt door een groepsaanpak. Bij deze groepsaanpak zijn de volgende zaken kenmerkend voor het pedagogisch handelen van de leerkrachten: -
positieve benadering;
-
het hanteren van beloningssystemen op maat;
-
een interactief klimaat;
-
aandacht voor normen en waarden;
-
gevoel van veiligheid voor iedereen;
-
aandacht voor sociale omgangsvormen;
-
uitgaan van gelijkwaardigheid van leerlingen;
-
regelmatig overleg met ouders/verzorgers.
In het gesprek met de school wordt benadrukt dat het pedagogisch klimaat vooral een teamaangelegenheid is. De leerlingen kunnen door alle leerkrachten worden aangesproken op de gedragsregels van de school. Het schoolteam is een hecht team, met een open houding naar elkaar. Het team werkt vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid en is vooral gericht op een positief klimaat in de school, waarbij het belangrijk is dat leerkrachten consequent zijn in het pedagogisch handelen. Er is een open cultuur; leerkrachten kijken bij elkaar in de klas.
Pagina 10/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
Op de school worden de
-
De school heeft een achttal gedragsregels geformuleerd en
volgende
die worden consequent gehanteerd, in de klas, op de gang
regels/programma’s en
en op het plein.
afspraken gehanteerd in
-
het kader van het
agressie, seksueel misbruik en grensoverschrijdend
veiligheidsbeleid.Veilig schoolklimaat, sociale
Alle medewerkers zijn getraind in het omgaan met gedrag.
-
veiligheid
De school hanteert een agressieprotocol. Dit protocol wordt door ouders ondertekend bij het intakegesprek.
-
De school heeft voor agressie, seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag een aandachtsfunctionaris aangesteld (taak voor één van de leerkrachten).
-
Er is een contactpersoon veiligheidsbeleid.
-
(Ernstige) overtredingen van de basisregels worden geregistreerd in het leerlingvolgsysteem.
-
(Ernstig) strafbare feiten worden gemeld bij contactpersoon van de politie.
-
De school spant zich in om het verwijderen van leerlingen te voorkomen.
-
De leerplichtambtenaar wordt vroegtijdig ingeschakeld bij verzuim.
-
Er is een time-outvoorziening.
4.3 B = Beschermende factoren 4.3.1
Beschermende factoren 4.3.2 In het intakegesprek wordt gevraagd naar wat goed gaat, wat de sterke kanten zijn van de leerling en welke interesses hij/zij heeft. Deze factoren bieden aangrijpingspunten voor de aanpak van de leerling. Zo wordt bijvoorbeeld bij de aanschaf van leesboeken zoveel mogelijk rekening gehouden met de belangstelling van de leerlingen. In het eerste handelingsplan worden de beschermende factoren van zowel de leerling als vanuit de thuissituatie beschreven.
4.4 A = Adaptief onderwijs Adaptief onderwijs
De leerlingen worden op basis van leeftijd, IQ en leerrendement in één van de onderwijszorgprofielen (OZP) geplaatst en vervolgens in één van de klassen. Op deze manier kan het onderwijs zo goed mogelijk aansluiten bij de ontwikkelingsmogelijkheden van elke leerling. De school heeft per OZP de leertijd per vak gedefinieerd en omgezet naar een weekrooster. De leerkrachten werken met een didactisch en pedagogisch groepsplan. Na de vaststelling van de handelingsplannen wordt het didactisch groepsplan opgesteld. De school heeft sterk geïnvesteerd in opbrengstgericht werken en dan vooral bij het taalonderwijs. Taal is de basis van alles: lezen,
Pagina 11/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
schrijven, spelling, spreken en luisteren.
Er wordt schoolbreed aan leesbevordering (leesmotivatie en leeskilometers) gedaan, genaamd Leeskanjers. Het schoolteam vindt luistervaardigheid en leesplezier van groot belang, in alle klassen wordt er voorgelezen. De leerkrachten ondersteunen de leerlingen bij het leergedrag en het behalen van de leervoorwaarden. De regels ten aanzien van zelfstandig werken worden ingezet in de klassen. Door alle leerkrachten wordt met het directe instructiemodel gewerkt. In alle klassen is een instructietafel en een instructiebord aanwezig. Binnen de klassen worden zoveel mogelijk dezelfde materialen gebruikt en in elke klas is een digibord aanwezig. Daarnaast hangen de instructiemiddelen van de methoden zichtbaar in het klaslokaal. De school biedt een gedifferentieerd aanbod bewegingsonderwijs. Motorische Remedial Teaching (MRT) wordt gegeven voor de leerlingen die dat nodig hebben. - Aandacht en tijd
In elke groep zitten gemiddeld 13-15 leerlingen. Voor elke groep staat een vaste groepsleerkracht/duo. De onderwijsassistente zal nog ingezet worden in de jongste groepen. Sinds mei 2006 is de school een erkend leerbedrijf van Calibris. SO De Zwaai vindt het belangrijk om stagiaires binnen de school te hebben, studenten van verschillende opleidingen (onder andere Pabo, SPH, SPW, CIOS, HBO Pedagogiek). De stagiaires worden vooral in de klassen ingezet. Voor het primair proces is de leerkracht gymnastiek beschikbaar. De leerkrachten kunnen binnen de school een beroep doen op de intern begeleider en de gedragsdeskundige.
- Onderwijsmaterialen
Voor het onderwijsaanbod in alle groepen, ongeacht het onderwijszorgprofiel, wordt gebruik gemaakt van de methoden van het reguliere basisonderwijs. In de jongste groepen wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Voor het taalonderwijs aan de kleuters werkt de school met Schatkist. In sommige klassen is een kieskast aanwezig met remediërende materialen en verdiepings- en verrijkingsstof. Elke klas beschikt over drie leerling-computers en een digibord. Op school is een techniekkar aanwezig, die wordt ingezet bij de technieklessen. Wat ondersteunende middelen betreft maakt de school onder andere gebruik van time timers, de gedragscodekubus,
Pagina 12/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
pictogrammen en dagritmekaarten.
4.5 G = Gedragsverandering Gedragsverandering
Op de school is veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Het onderwijs focust daarbij op de ontwikkeling van sociaal aanvaardbaar gedrag. Het bevorderen van sociaal gedrag en zelfredzaamheid staan bij alle activiteiten centraal. Elke ochtend vindt er een briefing plaats met het hele team over bijzonderheden. De methode Leefstijl is schoolbreed onderdeel van het lesaanbod in alle klassen. In elke klas is het beloningssysteem zichtbaar aanwezig. Het hele schoolteam hanteert de ABC-methodiek (Agressievisie Beroepshouding Communicatie). De gedragsdeskundige verzorgt schoolbreed scholingen ten aanzien van gedragsproblematieken. In het handboek van de school staat een pedagogische (en didactische) beknopte handreiking die leerkrachten gebruiken voor leerlingen met specifieke beperkingen, waaronder leerlingen met ad(h)d, een angststoornis, een reactieve hechtingsstoornis of een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis. Onderdelen van het programma ‘Rots en water’ worden (waar nodig) bij de sportlessen geïntegreerd.
4.6 S = Systematisch (samen)werken Systematisch
Voor elke leerling wordt door de gedragsdeskundige een eerste
(samen)werken
handelingsplan (HP) opgesteld. Hierin worden de langetermijndoelen van de leerling gezet. Dit plan is zes weken geldig en wordt door ouders ondertekend. Vervolgens stelt de leerkracht het tweede handelingsplan op dat een jaar geldig is. De leerkracht beschrijft hierin de kortetermijndoelen die de school met de leerling wil bereiken. Zowel het HP als het didactisch groepsplan worden met de ouders besproken (twee keer per jaar). Het HP wordt aangepast aan het niveau van de leerling en door de leerkracht met de leerling besproken. Eens per acht weken vindt een groepsbespreking per groep plaats. Tijdens deze bespreking worden het groepsplan, handelingsplandoelen, oudercontacten, hulpverlening, interne hulpvragen ten aanzien van fysiotherapie, logopedie en MRT besproken. Dan worden de vorderingen van de leerlingen in kaart
Pagina 13/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
gebracht (groepsoverzichten) en nieuwe groepsplannen opgesteld.
4.6.1
Eenmaal per jaar worden de langetermijndoelen uit het HP besproken tussen leerkracht en de CvB. Na drie jaar, de termijn waarop de indicatie afloopt, wordt bekeken of de leerling terug kan naar het regulier onderwijs. De leeropbrengsten van de leerlingen worden gemeten met (niet)methodegebonden toetsen. Voor de kleutergroepen worden de Cito-toetsen voor groep 1 en 2 gebruikt. Voor de groepen 3 tot en met 5 hanteert de school de toetsen spelling, rekenen en begrijpend lezen die Cito voor het speciaal onderwijs heeft ontwikkeld en in de bovenbouw worden de reguliere Cito-toetsen afgenomen. Bij de leerlingen in groep 8 wordt de NIO afgenomen en waar mogelijk de Cito-eindtoets. In de midden- en bovenbouwgroepen is voor elke leerling een individuele toetsmap aanwezig met daarin de geregistreerde methodegebonden toetsen van taal, rekenen, technisch en begrijpend lezen en spelling. De school oriënteert zich op de inzet van de SCOL om de sociaalemotionele ontwikkeling te volgen. Het schooljaar 2011-2012 is gestart met het werken met een nieuw leerlingvolgsysteem: maatwerk leerlingvolgsysteem (MLS).
4.7 S = (Systematisch) Samenwerken (Systematisch)
Het belang van een goede samenwerking met de ouders wordt
Samenwerken
expliciet benoemd in de schoolgids; de ouders als ervaringsdeskundige als het gaat om de opvoeding van hun kind. Vóór januari wordt er een huisbezoek afgelegd door de leerkracht, eventueel samen met een stagiaire of een onderwijsassistente. Tussen de zomer en de herfstvakantie vindt een groepsouderavond plaats, waarin ouders worden geïnformeerd over de werkwijze in de groep. Gedurende de schoolloopbaan van de leerlingen heeft de groepsleerkracht driemaal per jaar een gesprek met de ouders over het handelingsplan/Cito-toetsen en/of het didactisch- en pedagogisch groepsplan. Voor sommige leerlingen wordt gewerkt met een contactschrift tussen ouders en school. Minimaal één keer in de zes weken heeft de leerkracht telefonisch contact met de ouders. Op deze wijze blijven ouders op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van hun kind op school. Twee keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport. Dit rapport is een positief document voor de leerlingen waarin staat wat de
Pagina 14/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
leerling allemaal kan.
Daarnaast worden ongeveer vijf keer per jaar nieuwsbrieven voor ouders uitgegeven. En jaarlijks organiseert de school een themaouderavond. Voor iedere vakantie verschijnt de schoolkrant waarin nieuws van en voor de leerlingen staat. In het schooljaar 2010-2011 is een oudercommissie op De Zwaai gestart. De oudercommissie van SO De Zwaai wordt nauw betrokken bij activiteiten van de school. 4.8 Huisvesting en gebouw In de beschrijving van het model CAREBAGSS is door RENN4 toegevoegd dat de huisvesting (schoolgebouw, plein) randvoorwaarden vervult voor het onderwijs. Voor de groep leerlingen met speciale onderwijsbehoeften zijn bepaalde voorzieningen, denk aan een prikkelarme omgeving, zeer relevant. Het schoolgebouw van SO De Zwaai heeft de volgende mogelijkheden: -
acht reguliere klaslokalen;
-
flexplekken voor leerlingen/stagiaires (weinig prikkels, zitzakken);
-
rustruimte c.q. time-outruimte;
-
een speellokaal (tevens therapieruimte);
-
een vaklokaal voor koken;
-
multifunctionele ruimte, deze wordt gebruikt als instructielokaal, bibliotheek en er worden technieklessen gegeven.
De school is rolstoeltoegankelijk en heeft een aangepast toilet. Het speelplein heeft een aangepast gedeelte voor de kleuters, met een zandbak. Op het speelplein voor de oudere leerlingen is onderscheid aangebracht tussen een voetbalgedeelte en een algemeen speelgedeelte. Naast de school zijn schooltuintjes aangelegd en er is een kas aanwezig.
Pagina 15/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
5 INTERNE EN EXTERNE SAMENWERKING 5.1 Interne samenwerking en ondersteuningsstructuur Op de school is een Commissie voor de Begeleiding (CvB) aanwezig. Deze CvB bestaat uit gedragsdeskundige, intern begeleider, teamleider van de so-afdeling en de (school)arts. Eens per acht weken vinden CvB-groepsbesprekingen per groep plaats aan de hand van het didactisch groepsplan en de individuele handelingsplannen. Tijdens deze besprekingen worden de vorderingen van alle leerlingen doorgenomen en vergeleken met de kortetermijndoelen zoals geformuleerd in het HP. De leerkrachten hebben de mogelijkheid om leerlingen in te brengen in het klein-CvB. Klein-CvB bestaat uit één of twee leden van de CvB (niet zijnde de schoolarts) en de leerkracht. Ook onderwijsassistenten kunnen bij dit overleg aanwezig zijn. De leerkrachten kunnen door middel van een vaste procedure een leerling inbrengen om te bespreken in het klein-CvB. De schoolarts kan op basis van het klein-CvB worden ingeschakeld en/of worden geconsulteerd. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht kan als vervolg op de bespreking gekozen worden voor een traject consultatieve leerlingbegeleiding, handelingsgerichte diagnostiek (HGD) of Video Interactie Begeleiding (VIB). Eens per maand vindt er op school een CvB-groot plaats. Bij dat overleg zijn alle leden van de CvB aanwezig, aangevuld met externe instanties/ketenpartners zoals GGZ, Accare, Politie, MEE, schoolarts, Jeugdhulp Friesland, Tjallingahiem en leerplicht. In het overleg is ruimte voor afstemming en consultatie. De contacten met de jeugdhulpverlening zijn zeer frequent en de school beschikt over contactpersonen van alle relevante instanties die bij leerlingen op de school zijn betrokken. Indien nodig kan een collateraal overleg gepland worden rondom een leerling. Voor zo’n overleg worden ouders/verzorgers en betrokken hulpverlenende instanties uitgenodigd voor overleg op school. Een collateraal overleg wordt bijvoorbeeld gehouden voor leerlingen waarbij de school op zoek gaat naar een aangepast onderwijszorgarrangement (met verkorting van de leertijd). Dan gaat het over het algemeen over leerlingen waar de school handelingsverlegenheid ervaart. 5.2 Externe samenwerking Vanaf 1 januari 2008 geeft Tjallingahiem psychomotorische therapie op SO De Zwaai. De aanmelding hiervoor verloopt via het CIZ, bekostiging gaat via de Zorgverzekeraar. Indien de school een therapie raadzaam acht voor één van de leerlingen, dan wordt contact opgenomen met de ouders/verzorgers om dit te bespreken. De school heeft ook een vast contact met een fysiotherapiepraktijk. Verschillende leerlingen krijgen op school fysiotherapie. De school onderhoudt vaste contacten met een praktijk voor logopedie en deze logopedische praktijk verzorgt de uitvoering van de logopedie onder schooltijd. De fysiotherapie en logopedie wordt in afstemming met de CvB ingezet. Voor kinderen en jongeren die het risico lopen in de problemen te komen is er het internetprogramma ViF ZiZeO (www.mosweb.nl) van de gemeente Smallingerland. De school kan hier vroegtijdig een zorgmelding doen zodat op tijd goede hulp geboden kan worden. Door Pagina 16/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
het doen van deze melding kan er een match gemaakt worden (vangnet waarin partners/hulpverlenende organisaties kunnen samenwerken). Zorgleerlingen van De Zwaai worden gemeld bij ViF ZiZeO.
5.3 Ketenpartners Ketenpartners
Op afroep
Regelmatig
Convenant ‘1 kind 1 plan’
beschikbaar Landelijk Provinciaal
GGZ-jeugd, Kinnik Jeugdhulp
Regionaal
Samenwerkingsverband
X
Afstemming
X Zorgoverleg
Afstemming
X
PO 21-01 Cluster 1 Cluster 2
X
Cluster 3
X
Cluster 4
X
Bureau Jeugdzorg
X
Accare, kinder- en
X Zorgoverleg
jeugdpsychiatrie Pal-Friesland
X
Leerplichtambtenaar
X X Vertegenwoordiger in CvB X Zorgoverleg
Tjallingahiem
JONX - Lentis, polikliniek voor leerlingen met ASS Gemeentelijk
X
CJG SMW
X Zorgoverleg X
MEE GGD
SBO
X Zorgoverleg X Zorgoverleg X
MOD
X
Afstemming/ convenant
Afstemming Afstemming
Leerplicht Politie
Pagina 17/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
Wijk/buurt
Wijkagent, taakaccenthouder
X
Overige
Logopedie
X
Fysiotherapie
X
MRT
X
PMT
X
Creatieve therapie
X
Afstemming Afstemming Afstemming
6 EXPERTISE 6.1 Aanwezige expertise op de school Functionarissen en
Taken
expertises Intern begeleider
-
Bij hulpvragen van leerlingen, te zorgen voor een passend onderwijsaanbod
-
Ontwikkelen van de leerlijnen en onderwijsaanbod behorend bij de drie onderwijssoortprofielen
Gedragsdeskundige
-
Bewaken uitvoering onderwijsaanbod OZP’s
-
Bewaken kwaliteit individuele handelingsplannen
-
Coördineren specifieke ondersteuningsvragen van leerlingen
-
Organiseren van de halfjaarlijkse evaluatiebesprekingen
-
Bewaken kwaliteit didactische groepsplannen
-
Begeleiden van leerlingen door middel van dossieranalyses, het vertalen van diagnostiek in orthopedagogisch en orthodidactisch handelen
-
Het ontwikkelen van specifieke programma’s
-
Inhoudelijke bijdrage leveren aan scholing en deskundigheidsbevordering van alle teamleden
Schoolarts
Aandachtsfunctionaris
-
Bewaken kwaliteit individuele handelingsplannen
-
Indiceren van extra zorg
-
Verwijzen naar medisch specialisten buiten de school
-
De onderwerpen agressie en seksueel misbruik regelmatig op
agressie en seksueel misbruik
de agenda zetten -
Vraagbaak voor collega’s
-
Regelmatig overleg met functionarissen van andere RENN4scholen
Taalspecialist
-
Uitvoeren taalbeleidsplan met specifieke aandacht voor leesbevordering
Beeldcoaching
Beeldcoaching (BC) wordt in onderwijssituaties gebruikt om de ontwikkeling van leerlingen en/of medewerkers te kunnen volgen en als intervisie-instrument. Videobeelden bieden de professional een visueel verslag van zijn werk. Beeldcoaches zorgen voor juiste en professionele opnames van interactie, klassenmanagement of didactiek. Op basis van het zo verkregen inzicht kunnen keuzes gemaakt worden, waarmee de professional aan de slag kan
Het personeel van de SO De Zwaai heeft veel kennis en expertise op het gebied van onderwijs aan leerlingen met ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problematiek. Niet alleen door het volgen van een opleiding/cursus, maar ook door opgebouwde ervaringsdeskundigheid. Op de school is (gecertificeerde) expertise aanwezig op de volgende deelterreinen: Pagina 18/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
-
nieuwe leraren hebben de interne basiscursus speciaal onderwijs/psychopathologie van RENN4 gevolgd;
-
één leerkracht heeft de opleiding speciaal onderwijs gevolgd;
-
al het personeel heeft de ABC-training gevolgd en is gecertificeerd;
-
het team heeft de cursus Leefstijl gevolgd;
-
het team heeft de cursus seksualiserend en grensoverschrijdend gedrag(SGG) gevolgd;
-
één leerkracht heeft de opleiding Master SEN afgerond;
-
drie leerkrachten zijn opgeleid tot taalspecialist;
-
één gedragsdeskundige is SVIB-trainer/beeldcoach;
-
twee leerkrachten zijn getraind om het programma ‘Rots en water’ te geven.
6.2 Expertiseontwikkeling Het schoolteam wil de komende jaren haar expertise vooral uitbreiden met betrekking tot de volgende (deel)onderwerpen:
Pagina 19/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
-
rekenonderwijs;
-
opbrengstgericht werken;
-
feedback geven en nemen.
7 GRENZEN EN AMBITIE 7.1 Huidige situatie en grenzen Op dit moment is SO De Zwaai een brede cluster 4-school. In de afgelopen jaren is gebleken dat de school voor 1-5% van de leerlingen in de loop van de tijd geen passend onderwijszorgaanbod meer heeft. Dan gaat het om leerlingen die heel veel behandeling (zorg) nodig hebben, om leerlingen die alleen in een één-op-één setting onderwijs kunnen volgen en leerlingen met extreem agressief gedrag die een bedreiging vormen voor andere leerlingen en/of de leerkrachten. In deze gevallen zal altijd in overleg met ouders/verzorgers gekeken worden welk onderwijszorgarrangement (tijdelijk) passend is. 7.2 Ambitie intern Het schoolteam van SO De Zwaai sluit zoveel als mogelijk aan bij het regulier onderwijs. Daarmee wordt bedoeld dat de school ook verkeersonderwijs en zwemonderwijs geeft. Daarnaast houdt de school jaarlijks een aantal projectweken, waarbij schoolbreed aan een thema wordt gewerkt. Bovenstaande ambities houdt de school ook voor de toekomst vast. Een derde ambitie van schoolteam SO De Zwaai is het verdiepen en verbreden van het onderwijsaanbod binnen onderwijszorgprofiel 3. Ook heeft schoolteam SO De Zwaai de ambitie om de opbrengsten van de leerlingen inzichtelijk te maken en zichtbaar te profileren naar buiten de school (bijvoorbeeld naar ouders/verzorgers, andere scholen en de inspectie van onderwijs). Daarnaast wil SO De Zwaai het onderwijsaanbod aan hoogbegaafde leerlingen uitbreiden; hierin zijn reeds de eerste stappen gezet. Verder wil SO De Zwaai de motorische ontwikkeling van de leerlingen extra ondersteunen via de inzet van MRT in groepjes op basis van screening door middel van de ABC-movement. 7.3 Ambitie extern, Samenwerkingsverband Passend onderwijs Voor een kleine groep leerlingen is het gewenst dat er een meer geïntegreerd onderwijszorgarrangement geboden kan worden. De school wil hierop gericht investeren in samenwerking met zorginstellingen. Het project Op de Rails houdt in de huidige vorm op te bestaan met ingang van 1 augustus 2014. SO De Zwaai vindt het belangrijk om met de partners in het samenwerkingsverband te overleggen over een vervolg op Op de Rails. In het Samenwerkingsverband Friesland is onlangs een initiatief gestart om met alle gedragsdeskundigen van de cluster 3- en 4-scholen bij elkaar te komen om te zien op welke manier de leerlingen die tussen cluster 3 en 4 in vallen, de LVG-leerlingen met ernstige gedragsproblemen, het meest passende onderwijsaanbod kunnen krijgen.
Pagina 20/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)
Advies medezeggenschapsraad
Datum: Naam:
Handtekening:
Vastgesteld door bevoegd gezag
Datum: Naam:
Handtekening:
Pagina 21/21 September 2012 AV1.12GOPR.0216 (13041)