Schoolondersteuningsprofiel
naam school: adres: postcode/plaats: telefoonnummer: contactpersonen: bestuursnummer: brincode: directeur: intern begeleider:
Graaf Jan van Nassausschool Van Doornlaan 40 4386 AK Vlissingen 0118 462476 H. Roubos / P.C. van Es 24897 03 IA H. Roubos P. C. van Es
Inhoudsopgave 1 2
3 4
5
6 7
Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 2.1 Opbouw ............................................................................................... 3 2.2 Proces ................................................................................................. 3 2.2.1 vaststellingsproces 3 2.2.2 vervolgproces 5 Onderwijsconcept 6 Kengetallen 9 4.1 Leerlingpopulatie: ................................................................................. 9 4.1.1 algemeen 9 4.1.2 leerlingstromen 9 4.1.3 ondersteuningszwaarte 10 4.2 Deskundigheid .....................................................................................11 4.3 Fysieke voorzieningen ..........................................................................11 4.4 Organisatorische voorzieningen .............................................................11 4.5 Personeel ............................................................................................11 4.5.1 inzet personeel 12 4.6 Opbrengsten .......................................................................................12 4.6.1 toetsresultaten 12 4.6.2 toezichtsarrangement 13 4.7 Financiën ............................................................................................13 4.7.1 financiële verantwoording 13 Basisondersteuning 14 5.1 Basiskwaliteit ......................................................................................14 5.1.1 opbrengsten 14 5.1.2 onderwijsleerproces 14 5.1.3 ondersteuning en begeleiding 16 5.1.4 kwaliteitszorg 17 5.2 Preventieve en licht-curatieve ondersteuning ..........................................17 5.3 Ondersteuningsstructuur ......................................................................18 5.3.1 ondersteuningsstructuur schematisch 18 5.3.2 ondersteuningsstructuur visueel 200 5.3.3 beschrijving van functies en taakprofielen binnen ondersteuningsstructuur 200 5.3.4 samenwerkingsrelaties met externe instanties 211 Extra ondersteuning 211 Conclusie en ambities 222 7.1 Conclusies ........................................................................................ 222 7.1.1 basisondersteuning-basiskwaliteit ..........................................................22 7.1.2 basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning 222 7.1.3 extra ondersteuning 222 7.2 Ambities ........................................................................................... 222 7.2.1 basisondersteuning-basiskwaliteit 222 7.2.2 basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning 222 7.2.3 extra ondersteuning 222 7.3 Randvoorwaarden .............................................................................. 233 7.3.1 basisondersteuning-basiskwaliteit ........................................................ 233 7.3.2 basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning 23 7.3.3 extra ondersteuning 233
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 2
2
Inleiding
Dit document betreft het ondersteuningsprofiel van onze school. In deze inleiding wordt een toelichting gegeven op de opbouw en het proces dat gehanteerd is om dit document vast te stellen.
2.1
Opbouw
In de opbouw van het ondersteuningsprofiel beschrijft hoofdstuk 3 het onderwijsconcept van de school in relatie tot de ondersteuning voor leerlingen. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de kengetallen van onze school genoemd. Deze kengetallen zijn belangrijke input voor de beleidsvoering van de school. Inzicht in de kwaliteit van de basisondersteuning die de school biedt, helpt om deze kengetallen te interpreteren en beslissingen te nemen over de beleidsontwikkeling van de school. Deze basisondersteuning wordt beschreven in hoofdstuk 5. Hier wordt allereerst beschreven op welke manier de school planmatig werkt. Dit gebeurt aan de hand van de kwaliteitsaspecten van het toezichtkader. Dit noemen we de basiskwaliteit. Het tweede deel van dit hoofdstuk geeft aan op welke manier de school deze verdiept naar preventieve en licht-curatieve ondersteuning. Het hoofdstuk sluit af met de weergave van de ondersteuningsstructuur van de school. Hoofdstuk 6 geeft aan welke structurele mogelijkheden de school heeft om extra ondersteuning te bieden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Dit wordt beschreven in de vorm van een ondersteuningsarrangement. Op basis van de inhoud van de gegevens uit de hoofdstukken 3 t/m 6 heeft de school deze gegevens doorgrond en gerelateerd aan andere beleidsdocumenten binnen de school. Dit resulteert in het trekken van conclusies, het formuleren van ambities en het aangeven van randvoorwaarden om die ambities te realiseren. Dit laatste heeft zijn weerslag gekregen in hoofdstuk 7. Deze ambities krijgen een plaats in het beleid van de school, zowel in het schoolplan als in het jaarplan.
2.2
Proces 2.2.1 vaststellingsproces
De vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel is volgens onderstaand proces tot stand gekomen. Soort activiteit
Beschrijving activiteit
1.
Directie- en i.b.netwerk swv
2.
Teamvergadering
3.
Inventarisatie
Tijdens een bijeenkomst van directeuren en intern begeleiders wordt dit document besproken, zodat directies en intern begeleiders hiermee op hun school aan de slag kunnen. In een teamvergadering is informatie gegeven over de functie en de opbouw van het schoolondersteuningsprofiel en het proces om tot vaststelling te komen. Het MT en de intern begeleiders hebben de volgende inventarisatie gedaan: Allereerst zijn de kengetallen verzameld, zoals gevraagd in hoofdstuk 4. Vervolgens is de basisondersteuning van de school in kaart gebracht, zoals beschreven in hoofdstuk 5.
Extern contactmoment 12-09-2012
Externe ondersteuning DE
30-10-2012
November 2012
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 3
4.
Teamvergadering
5.
Directie- en i.b.netwerk swv
6.
Teamvergadering
7.
MR-vergadering
8.
Teamvergadering
9.
Ouderavond/ ouderpanel/…..
Deze inventarisatie is in een teamvergadering toegelicht en besproken, zodat het team zich herkend in deze inventarisatie. Tijdens een bijeenkomst van directies en intern begeleiders van het samenwerkingsverband zijn deze inventarisaties besproken. Met het team wordt nagedacht over de toekomst. Deze activiteit is concreet als volgt vormgegeven: a. In een voorgesprek van maximaal drie uur met een extern adviseur is de inventarisatie van de school besproken en waar nodig aangescherpt. Tevens wordt besproken op welke wijze tijdens een teambijeenkomst de ambities van de school verder kunnen worden verkend. b. In een teambijeenkomst van een dagdeel zijn de ambities van de school en de daarvoor benodigde randvoorwaarden verder verkend. De huidige situatie is helder en het team gaat aan de hand van stellingen en/of casuïstiek/ orthobeelden zijn ambitie ten aanzien van basisondersteuning en extra ondersteuning formuleren. Tevens wordt er nagedacht welke randvoorwaarden relevant zijn ten opzichte van de ambities. De MR is half april geïnformeerd over de opbrengsten tot nu toe w.b. het ondersteuningsprofiel. Vraag: kan de MR zich vinden in de voorlopige inhoud van het profiel? Na verwerking van het realisatie van stap 5 en eventuele input vanuit de MR is het concept ondersteuningsprofiel voorgelegd aan het team met daarin de inventarisatie (hoofdstuk 4, 5 en 6) en de ambities (hoofdstuk 7). Het team stelt het profiel vast. De ouders hebben informatie ontvangen over het profiel. Aan ouders wordt gevraagd inhoudelijk te reageren op het
08-01-2013
19-03-2013
DE
16-04-2013
a. MT + Dick Both (DE) b. Team + Dick Both (DE)
21-05-2013
20-08-2013
28-08-2013
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 4
10.
MR vergadering
11.
Bestuursvergader ing en toezichthouders
profiel. Waar nodig wordt het profiel aangepast. Het concept ondersteuningsprofiel wat door het team is vastgesteld is ter advisering aan de MR voorgelegd. Nadat de adviezen van de ouders wel/niet zijn verwerkt heeft de directie het concept als voorstel aan het bestuur aangeboden. Het bestuur legt het voorstel ter goedkeuring voor aan de toezichthouders en na akkoord van de toezichthouders stelt het bestuur het ondersteuningsprofiel vast en biedt het aan aan het samenwerkingsverband.
17-09-2013
13-11-2013
2.2.2 vervolgproces schoolniveau De ambities vanuit het ondersteuningsprofiel krijgen een plaats in de beleidsontwikkeling van de school. Zowel schoolplan als jaarplan maken duidelijk op welke wijze aan deze ambities gewerkt wordt en welke resultaten de school bereikt. De directie rapporteert zowel naar interne als externe belanghebbenden. Het samenwerkingsverband is in het kader van het ondersteuningsprofiel een prominente belanghebbende. Jaarlijks worden de kengetallen geactualiseerd en in- en extern gerapporteerd. Dit geldt ook voor substantiële wijzigingen in beschikbare expertise. samenwerkingsverbandniveau In het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband speelt het ondersteuningsprofiel ook een rol. Conform afspraken in het kwaliteitsbeleid wordt iedere school geaudit. De wijze waarop dit inhoudelijk en procesmatig wordt uitgezet, zal uitgewerkt worden in het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband. De resultaten van de audit worden verwerkt in de beleidsontwikkeling van de school; de resultaten van de gezamenlijke audits van alle scholen wordt gebruikt voor de beleidsontwikkeling van het samenwerkingsverband.
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 5
3
Onderwijsconcept
Ons onderwijs wordt vormgegeven op basis van het Zwols Model, dat voortbouwt op de gedachte van Aangepaste Leerroutes. Het onderwijsconcept is gebaseerd op Effectieve instructie, Zelfstandig Werken, de vaardigheid om activerend les te geven, kennis van differentiatie, klassenmanagement en het uitbouwen van een goed pedagogisch klimaat. In de kleuterbouw wordt thematisch gewerkt. M.b.v. het planbord worden de kinderen voorbereid op het principe van zelfstandig werken in de groepen 3 t/m 8. Verschillende vormen van zorg: De dagelijkse zorg in de groep Onderwijs op maat gaat uit van preventieve zorg voor leerlingen. Deze preventieve zorg krijgt gestalte door het realiseren van adaptief onderwijs. Binnen het adaptieve onderwijs wordt aangesloten bij de basisbehoeften van de leerling. Hierbij speelt de leerkracht een belangrijke rol. Zijn deskundigheid op het gebied van klassenmanagement en pedagogisch klimaat blijkt uit een goede (effectieve) instructie, het ruim gebruik maken van interactie en het zorg dragen voor een goede werksfeer. Door een juiste wijze van instructie kunnen problemen voor een groot deel worden voorkomen. De leerkracht draagt zorg voor een goede signalering van onderwijskundige behoeften. Ook is hij in staat tot een juiste analyse, een goede diagnose en het opstellen van een hulpplan. Door middel van evaluatie heeft hij zicht op het onderwijsproces in de groep. Binnen de school wordt gewerkt aan optimale differentiatie binnen de klassikale setting volgens het Zwols Model. Dit houdt in dat kinderen op vijf verschillende niveaus kunnen worden geholpen. Deze vijf niveaus worden verdeeld over drie groepen. Naast de basisgroep (derde niveau: geel ) wordt (extra) individuele hulp gegeven aan kinderen met problemen (eerste/tweede niveau: rood ) en wordt extra stof gegeven aan de betere leerling vierde en vijfde niveau: blauw). Wanneer geen van deze 3 groepen voldoende aansluit bij het niveau van een leerling wordt aan (hoog)begaafde leerlingen (vijfde niveau) geschikt verrijkingsmateriaal aangeboden (naast het werk, wat gelijk is aan dat van de basisgroep), en mogen kinderen met grote leerstofproblemen (eerste niveau) een aangepaste leerroute volgen. Voor de verdere uitwerking verwijzen wij naar het document ‘Het Zwols Model’. De extra zorg in de groep Niveau één Wanneer er bij een leerling een onoverbrugbare kloof is ontstaan voor één of meerdere vakken met de rest van de groep, spreken we van een niveau-1 leerling. De leerling krijgt dan geen reguliere leerstof meer aangeboden, er wordt een aangepast, individueel programma ontworpen. De leerkracht blijft verantwoordelijk voor de leerling, maar de aangepaste leerroute wordt met de IB’er en externe personen ontwikkeld. Met deze leerling wordt volgens een vaststaand stappenplan gewerkt (Zie Zwols Model). Hierbij kan hulp ingeroepen worden van de RT-er en zo nodig van medeleerlingen. Niveau twee Wanneer een leerling op niveau twee functioneert en een beperkte extra-zorgbehoefte heeft, richt de leerkracht het onderwijs voor deze leerling anders in. Hij geeft de leerling extra instructie, extra oefenwerk of een minimumpakket met als doel om de leerling zo mogelijk weer op het gewenste klassenniveau terug te brengen. De onder 1.1. genoemde deskundigheden stellen hem in staat om dit proces in gang te zetten en te bewaken. Bij
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 6
leerlingen met een E-score bij LVS-toetsen, wordt een hulpplan geschreven, waarin wordt bijgehouden welke hulp aan de leerling is verstrekt en wat de resultaten van de hulp zijn. Zo nodig kan gebruik worden gemaakt van de hulp van medeleerlingen. Niveau drie De leerling kan het klassikale niveau goed aan, functioneert voldoende. Daarbij kan de leerling voor bepaalde vakken extra leerstof krijgen als uitdaging en als hij snel klaar is met zijn leerstof. Niveau vier Wanneer een leerling meer stof aan kan dan de klassikale stof, functioneert die leerling op niveau vier. De leerkracht biedt het kind de klassikale stof aan en zorgt voor verrijkingsopdrachten op het niveau van de leerling. Deze opdrachten zijn uitdagend, zelfcorrigerend en teacherfree. De leerling houdt zelf bij wat hij aan extra opdrachten doet. Niveau vijf We bedoelen hier dat kinderen uit niveau 5 verdiepingsstof maken als ze klaar zijn met de basisstof. Daarnaast wordt aan enkele kinderen uit de midden/bovenbouw een zelfstandige plusopdracht aangeboden buiten de groep o.l.v. de IB-er) Een leerling die veel meer stof aan kan dan de gemiddelde leerling functioneert op het vijfde niveau. Deze leerling is gebaat bij extra uitdagende leerstof en is zelf verantwoordelijk voor zijn individuele leerproces onder eindverantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. De leerkracht biedt in overleg met de IB-er de leerling een zelfstandig werktraject aan, waarin de leerling zichzelf kan ontwikkelen op het groepsniveau. De speciale zorg binnen of buiten de groep (RT) a.
b. c.
d. e.
f. g.
Wanneer een leerling een Cito-score D of E haalt, wordt een leerling aangemeld bij RT of krijgt de leerling extra begeleiding binnen de groep. Dat geldt ook voor leerlingen die veel meer leerstof aankunnen en eventueel andere kinderen van de school kunnen helpen of zelf extra leerstof krijgen aangeboden. Dit zijn leerlingen van het eerste, tweede en soms vijfde niveau. Dit gebeurt via de IB’er. De groepsleerkracht geeft aan welke problemen zich voordoen en in onderling overleg tussen groepsleerkracht en IB-er wordt een hulpplan geschreven. Het hulpplan is een formulier waarin zo concreet mogelijk omschreven staat hoe een (leer)probleem of een leerstofverrijking wordt begeleid. Vaste onderdelen van een hulpplan zijn: probleembeschrijving, wat er aan gedaan gaat worden, wie het doet , wat het gewenste einddoel is en wanneer de evaluatiedatum is. Tijdens RT wordt in kleine stapjes naar de omschreven (tussen)doelen toe gewerkt. Zo mogelijk worden tijdens RT meerdere leerlingen tegelijk geholpen. Hebben leerlingen een zelfde probleem, dan kan dus gebruik gemaakt worden van clustering. Dit kan ook klassendoorbrekend worden ingevuld. De aard der problemen kan divers zijn. Er wordt hulp geboden op het gebied van visuele ontwikkeling, auditieve ontwikkeling, begripsontwikkeling, lezen, taalontwikkeling, spelling, rekenen, fijne motoriek. Ook bij sociaal-emotionele problemen is RT-hulp mogelijk. De leerling kan in principe maximaal vier keer per week naar RT. De RT-tijd per leerling varieert van 15 – 45 minuten per keer. RT-hulp is in principe bestemd voor leerlingen uit groep 1 – 6 (7). Leerlingen uit groep (7) en 8 komen hiervoor alleen in bijzondere gevallen in aanmerking (als ze functioneren binnen niveau 1 of te maken hebben met een dyslexie/dyscalculietraject).
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 7
Bovenschoolse hulp Wanneer de extra, speciale en verrijkings-zorg op school tot (on)voldoende resultaat leiden, kan besloten worden, na toestemming van de ouders, en na consultatie van Driestar-Educatief, de leerling aan te melden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg. Voor leerlingen van het eerste (en tweede) niveau kan dat een doorverwijzing inhouden naar het speciaal onderwijs en voor leerlingen die functioneren op niveau vijf kan het een test of een mogelijkheid zijn om te versnellen. Wanneer daartoe aanleiding is, kan na afname van een test nagegaan worden of het mogelijk is een rugzakje aan te vragen.
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 8
4
Kengetallen
In dit hoofdstuk verantwoordt de school een aantal van belang zijnde kengetallen. Dit hoofdstuk wordt jaarlijks per 1 oktober geactualiseerd.
4.1
Leerlingpopulatie: 4.1.1
algemeen
totaal aantal leerlingen: aantal leerlingen naar gewicht: gemiddelde groepsgrootte onderbouw: gemiddelde groepsgrootte bovenbouw:
4.1.2
113 0,3: 1,2: 15,5 12,7
1 0
leerlingstromen
De onderstaande kengetallen betreffen leerlingstromen binnen de school en naar andere of van andere scholen. Zowel het aantal als het percentage (afgezet tegen het totaal aantal leerlingen van de school) is vermeld. Het betreft kengetallen over het schooljaar 2010-2011.
verlengde kleuterperiode doublures versnellers verwijzing sbo verwijzing so cluster 1: o slechtziend o blind verwijzing so cluster 2: o ESM o slechthorend o doof verwijzing so cluster 3: o ZML o LG o LZK o MG verwijzing so cluster 4 terugplaatsing sbo terugplaatsing so cluster 1 terugplaatsing so cluster 2 terugplaatsing so cluster 3 terugplaatsing so cluster 4 aantal leerlingen van de school aantal leerlingen van de school aantal leerlingen van de school aantal leerlingen van de school aantal leerlingen van de school
specificatie specificatie specificatie in in in in in
sbo so cluster so cluster so cluster so cluster
1 2 3 4
aantal 2 4 3 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0
% 2 4 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 0
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 9
4.1.3
ondersteuningszwaarte
De onderstaande kengetallen betreffende ondersteuningszwaarte worden gerapporteerd. Het betreft door een externe professional vastgestelde beperkingen, uitgezonderd leerlingen met een eigen leerlijn en met een ontwikkelingsperspectief. De kengetallen betreffen schooljaar 2011-2012. aantal type ondersteuningszwaarte onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege leren o dyslexie o dyscalculie/ernstige rekenproblemen o dyslexie en dyscalculie o hoogbegaafdheid o anders, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege taalontwikkeling o spraakbeperkingen o taalbeperkingen o anders, nl. o anders, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege lichamelijke beperkingen o motorische beperking, nl. o motorische beperking, nl. o langdurige ziekte, nl. o langdurige ziekte, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege gedragsbeperkingen o PDD NOS o Asperger o ADHD o anders, nl ADD o anders, nl. multi onderwijs- of ondersteuningsbehoeften o nl. o nl. ondersteuningsarrangementen samenwerkingsverband o ambulante begeleiding gericht op leren o ambulante begeleiding gericht op gedrag o andere, t.w. o andere, t.w. rugzakken LGF0 rugzak cluster 1 o slechtziend o blind rugzak cluster 2 o ESM o slechthorend o doof rugzak cluster 3 o ZML o LG o LZK o MG rugzak cluster 4 o geen specificatie overzicht leerachterstanden o leerlingen ontwikkelingsperspectief
3 0 0 2 0 0 0 0 0
0 0 0 0 2 0 2 2 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 10
4.2 Deskundigheid Onderstaande expertise is binnen de school beschikbaar en/of structureel aanwezig. De school geeft aan óf de expertise aanwezig is en zo ja, of deze intern of extern beschikbaar is. expertise op gedragsbeperkingen bij ja, nl. lichamelijke beperkingen bij ja, nl. verstandelijke beperkingen bij ja, nl. slechtziend en blind bij ja, nl. slechthorend en doof bij ja, nl. taal-/spraakbeperkingen bij ja, nl. dysfasie dyslexie dyscalculie rekenspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra ondersteuning) taalspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra ondersteuning) gedragsspecialist pedagogische/organisatorische expertise voor extra
ja/ nee ja nee nee nee nee nee nee ja nee nee nee nee
intern/ extern intern
intern
ondersteuning)
hoogbegaafdheid sova-trainer anders, SVIB anders, nl.
4.3
intern
Fysieke voorzieningen
De school beschikt over de volgende fysieke voorzieningen om type voorziening rolstoeltoegankelijkheid time-out ruimte (altijd beschikbaar) grotere lokalen (in relatie tot aantal leerlingen) bredere gangen (in relatie tot aantal leerlingen) verzorgingsruimte revalidatieruimte snoezelruimte rustruimte keuken (voor leerlingen) zwembad anders, nl.
4.4
nee nee ja
ja (j)/nee (n) ja nee nee nee nee nee nee nee ja nee
Organisatorische voorzieningen
De school beschikt over de volgende organisatorische voorzieningen type voorziening ja (j)/nee (n) hulpklas nee plusklas Ja huiswerkklas nee observatiegroep nee jrk-groep nee crisisopvang nee
4.5
Personeel
De onderstaande kengetallen betreffen de inzet van functies van belang voor de ondersteuning binnen de school. De verantwoording vindt plaats door vermelding van aantal minuten per leerling per jaar en betreft ook ingekocht personeel.
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 11
4.5.1
inzet personeel aantal minuten per leerling/per week benchmark school
functie intern personeel leerkracht
134 min
interne begeleiding extra handen
10 min 22 min
orthopedagoog schoolmaatschappelijk werk logopedist
0 0 0
extern personeel orthopedagoog schoolmaatschappelijk werk logopedist
6 min 0,4 min 0
4.6
6,07fte x 1659 uur x 60 min /113 ll / 40 schoolweken remedial teaching onderwijsassistent
variabel variabel
aantal minuten per leerling per jaar
Opbrengsten 4.6.1
toetsresultaten
- eindopbrengsten
2007 2008 2009 2010 2011
Totaal landelijke standaardscore 535,1 535,4 535,2 535,2 535,1
Totaal standaardscore Graaf Jan van Nassau 542,6 534,2 536,9 540,7 535,6
- technisch lezen (met inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 12
- begrijpend lezen (met inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar
- rekenen/wiskunde (met inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar
- spelling (zonder inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar
- sociale vaardigheden opbrengsten einde schooljaar: zie SEO - rapportage over 80% realisatie van ontwikkelingsperspectief: nvt
4.6.2
toezichtsarrangement
De inspectie heeft de school het basisarrangement toegekend.
4.7
Financiën
Hieronder geeft de school aan welke inkomsten de school ontvangt vanuit de middelen van het samenwerkingsverband en hoe ze deze middelen voor extra ondersteuning inzet.
4.7.1 inkomsten: uitgaven:
financiële verantwoording personeel:
Gedeeltelijke facilitering IB functie Stimulering voor schoolontwikkeling
€ 12.013 € 8.279 € 3.734
materieel: totaal:
€ 12.013
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 13
5
Basisondersteuning
De basisondersteuning beschrijven we aan de hand van de kwaliteitsaspecten van het toezichtkader van de inspectie, aangevuld met preventieve en lichte curatieve ondersteuning. De beschrijving bestaat uit indicatoren die door het samenwerkingsverband zijn vastgesteld.
5.1
Basiskwaliteit
Het planmatig werken als onderdeel van de basisondersteuning binnen het primair onderwijs krijgt op de school van het samenwerkingsverband als volgt gestalte.
5.1.1
opbrengsten
Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie mag worden verwacht. A. We bewaken en stimuleren dat de resultaten bij technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling aan het eind van een groep ten minste op het niveau ligt dat de school als streefdoel voor die groep heeft geformuleerd. (De school gebruikt een digitaal LVS; de opbrengsten worden systematisch geëvalueerd; de school biedt voor de basisvakken ontwikkelingskansen aan leerlingen die meer kunnen; de school is bewust gericht op hoge opbrengsten; opbrengstgericht werken is aantoonbaar onderdeel van de beleidscyclus; in team-, groeps- en leerlingbesprekingen zijn opbrengsten i.r.t. streefdoelen structureel bespreekpunt; streefdoelen minstens op niveau dat op grond van leerlingpopulatie mag worden verwacht; school hanteert positieve aspecten van kinderen en een groep (mogelijkheden in de aanpak van ondersteuningsbehoeften; in kindgesprekken wordt gesproken over te realiseren resultaten; de resultaten worden aan ouders gerapporteerd en met ouders besproken)
B. We bewaken en stimuleren dat leerlingen met een ontwikkelingsperspectief zich ontwikkelen conform de prognose. (De school hanteert een protocol om OP te formuleren; in LVS wordt leerling op kindniveau gevolgd; resultaten van PLVS wegen mee in formuleren OP; school heeft norm voor succespercentage geformuleerd; over OP worden kindgesprekken gevoerd)
C. We bewaken en stimuleren dat de sociale vaardigheden en de emotionele ontwikkeling van de leerlingen dat de school als streefdoel heeft geformuleerd. (De school hanteert een PVLS; de resultaten worden systematisch geëvalueerd; de resultaten spelen aantoonbaar een rol in de beleidsontwikkeling; aan leerlingen worden, ontwikkelingskansen geboden; er is een groepsplan voor sociaal-emotionele ontwikkeling; school heeft kengetallen voor welbevinden en betrokkenheid; resultaten hebben een plaats in team-, groeps- en leerlingbesprekingen; streefdoelen minstens op niveau dat op grond van leerlingpopulatie mag worden verwacht; er worden kindgesprekken gevoerd over ondersteuningsbehoeften van leerlingen; school hanteert positieve aspecten in de aanpak van ondersteuningsbehoeften bij sociaal-emotionele ontwikkeling; resultaten worden aan ouders gerapporteerd en met ouders besproken)
5.1.2
onderwijsleerproces
Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. A. Onze leraren in de groepen 1 en 2 hanteren een beredeneerd leerstofaanbod voor rekenen/wiskunde en taal. (school hanteert genormeerd ontwikkelvolgmodel, bijv. KIJK, OVM; leerstofaanbod wordt vastgelegd en heeft relatie met ontwikkeling; er wordt gewerkt met een groepsplan; leraren kennen leerlijnen)
B. De leerinhouden voor technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling stellen onze leraren in staat doelgericht te werken aan het realiseren van de kerndoelen en de referentieniveaus. (school actuele methoden; school zet beredeneerd aanvullend materiaal in; school heeft investeringsplan methoden; school heeft op een andere wijze het leerstofaanbod vastgelegd; leraren kennen leerlijnen)
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 14
C. Onze leraren hanteren aanbod voor sociale ontwikkeling, afgestemd op de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de school. (school gebruikt methode; op rooster is ruimte gemaakt; school hanteert groepsplan; schoolbrede en groepsafspraken worden consequent gehanteerd; groeps- en kindgesprekken spelen een rol bij het aanbod)
kwaliteitsaspect 3: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken A. De leraren hebben de hoeveelheid leertijd voor technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling afgestemd op de onderwijsbehoeften van de groep. (Rooster toont aan dat onderwijsbehoeften de hoeveelheid leertijd bepalen; groepsbespreking geeft dit punt aandacht)
Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. A. Onze leraren stimuleren het zelfvertrouwen van de leerlingen. (Leraren zijnzo pedagogisch vaardig dat afgestemd wordt op ondersteuningsbehoeften; leraren hanteren positieve aspecten om ontwikkeling te stimuleren; leerlingen krijgen positieve persoonlijke aandacht; complimenten en correcties worden bewust ingezet; bij klassenbezoeken structureel aandacht; bij (collegiale) consultaties structureel aandacht)
B. Onze leraren bevorderen de fysieke leerlingen.
en psychische veiligheid van de
(school heeft en hanteert aantoonbaar pestprotocol; de school heeft veiligheidsbeleid geformuleerd dat bij team bekend is; school heeft ongevallenregistratie, tevredenheidsonderzoek leerlingen de veiligheid aan; vertrouwenspersoon is bekend en bekwaam; in kindgesprekken aandacht hiervoor)
C. Onze school bevordert de fysieke en psychische veiligheid van de teamleden. (De school heeft veiligheidsbeleid geformuleerd; er is een klachtenregeling en jaarlijks verslag van (al dan niet) ontvangen klachten; vertrouwenspersoon is bekend en bekwaam; tevredenheidsonderzoek toont veiligheid aan; klokkenluidersregeling; in functioneringsgesprekken aandacht hiervoor)
Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren onderwijsactiviteit efficiënt en houden leerlingen taakbetrokken.
de
A. De wijze van instructie onze leraren komt tegemoet aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. (leraren zijn didactisch vaardig om tegemoet te komen aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften; instructie richt zich op onderwijsbehoeften; leraren hanteren groepsplan; bij klassenbezoeken aandachtspunt; idem collegiale consultatie; heldere doelformulering)
B. Onze leraren stimuleren medeverantwoordelijkheid bij de leerlingen voor de eigen ontwikkeling. (leraren creëren taakgerichte werksfeer; leerlingen zijn actief betrokkenheid; leerlingen hebben inbreng in organisatie van hun leren;groeps- en kindgesprekken geven dit punt aandacht: doelen benoemen en reflectie op resultaat)
C. Onze leraren hanteren een helder gestructureerd en op veilig leren gericht klassenmanagement. (leraren zijn organisatorisch vaardig om tegemoet te komen aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften; er zijn heldere groepsregel; consequent gebruik groepsregels; groepsplan wordt gehanteerd; leraren hanteren afspraken zelfstandig werken; leraren hanteren dagplanning; leraren hanteren weekplanning)
Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. A. Onze leraren zijn vaardig in het gedifferentieerd lesgeven, zodat alle leerlingen bij technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling op hun niveau aan bod komen. (leraren zorgen voor passende didactische inhoud, begeleiding en onderwijstijd; leraren zijn in staat positieve aspecten van leerlingen in te zetten voor ontwikkeling; leraren zijn in staat positieve aspecten van de groep in te zetten; leraren hanteren bewust gestructureerde instructiestrategieën; groepsplan wordt gehanteerd; leraren kennen eigen ondersteuningsbehoeften)
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 15
B. Onze leraren zijn vaardig om alle leerlingen op hun niveau van sociale en emotionele ontwikkeling te begeleiden. (leraren zorgen voor passende pedagogische inhoud, begeleiding en onderwijstijd; leraren zijn in staat positieve aspecten van leerlingen in te zetten voor ontwikkeling; leraren hanteren bewust gestructureerde instructiestrategieën; leraren zijn in staat positieve aspecten van de groep in te zetten; groepsplan wordt gehanteerd; clustering van onderwijsbehoeften; leraren kennen eigen ondersteuningsbehoeften)
5.1.3
ondersteuning en begeleiding
Kwaliteitsaspect 7: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen A. Onze school gebruikt een samenhangend, gedigitaliseerd leerlingvolgsysteem om de ontwikkeling van leerlingen bij technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling te volgen. (school gebruikt digitaal, ook in groepen 1 en 2)
B. Onze school gebruikt een samenhangend, gedigitaliseerd leerlingvolgsysteem voor om de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen. (school gebruikt digitaal PVLS, ook in groepen 1 en 2)
C. Onze leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen. (Leraren doen dit a.d.h.v. methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen; in groep 1 en 2 met ontwikkelvolgmodel KIJK, OVM)
Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra ondersteuning A. Het zorgteam binnen onze school heeft voldoende expertise om op een adequate wijze handelingsgericht te (laten) handelen in de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen en gezinnen. (de samenstelling is conform afspraken in swv; afstemming ketenpartners is gewaarborgd; duidelijkheid over inzet in- en externe expertise; werkwijze is voor iedereen duidelijk; preventieve en licht curatieve expertise is aanwezige, ondersteuningsstructuurstructuur is beschreven en wordt gehanteerd; )
B. Onze leraren zijn vaardig in het vroegtijdig signaleren van onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerlingen en het gezin. (aantoonbaar dat (P)LVS wordt gehanteerd; er vinden observaties; ouder- en kindgesprekken worden ingezet; onderdeel van groeps- en leerlingbespreking;)
C. Onze leraren bepalen op basis van een analyse van de verzamelde gegevens de aard van de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. (in kaart brengen stimulerende en belemmerende factoren; inzichtelijk maken van onderwijsbehoeften; bij bepalen van onderwijsbehoeften omgeving [school, groep, leerkracht, thuissituatie]; gebruikmaken van adviezen externen)
D. Onze leraren voeren de ondersteuning voor leerling conform gemaakte afspraken planmatig uit. (leraar als eerstverantwoordelijke; organisatie binnen en/of buiten de groep; hanteren handelingsadviezen, afspraken vanuit ondersteuningsstructuur worden uitgevoerd)
E. Onze leraren gaan regelmatig en gepland de effecten van de verleende ondersteuning na. (ondersteuningsstructuur, groeps- en leerlingbespreking)
F. Onze leraren zijn vaardig om ouders vroegtijdig bij de ondersteuning(svraag) te betrekken. (ondersteuningsstructuur maakt moment van betrokkenheid ouders ondersteuningsstructuur worden gehanteerd; oudergesprekken spelen een rol)
duidelijk;
afspraken
G. Onze school heeft heldere procedures voor de instroom, doorstroom en (tussentijdse) uitstroom van de leerlingen. (school heeft procedures en criteria; kengetallen helder; kengetallen gebruiken voor beleidsontwikkeling)
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 16
5.1.4
kwaliteitszorg
Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem van kwaliteitszorg A. Directie stuurt de kwaliteitszorg aan. (beschrijving kwaliteitscyclus [zie paragraaf 2.2.3], beschrijving kwaliteitszorg [schoolgids en schoolplan]; relatie schoolplan/ondersteuningsplan)
B. Onze school hanteert een kwaliteitscyclus, waarbij de borging ontwikkeling van het ondersteuningsprofiel een belangrijke plaats heeft. (schoolplan, jaarplan, ondersteuningsprofiel, beleidsontwikkeling voor beleid)
en
nascholingsplan; rapportages; kengetallen inzetten bij
C. Onze school garandeert een optimale uitvoering van de taken van interne begeleiding, extra handen in de klas en remedial teaching. (i.b.-tijd, r.t.-tijd, o.a.-tijd, inzet ondersteuningsmiddelen vanuit lumpsum, inzet ondersteuningsmiddelen SWV, i.b.-er als coach; structureel overleg i.b.-er en m.t.; structureel overleg i.b.-er en leraar)
D. Onze school zorgt ervoor dat betrokkenen (personeel, ouders, kind) aantoonbaar tevreden zijn over (de wijze waarop) de (extra) ondersteuning aan leerlingen (gegeven wordt). (plaats betrokkenen in ondersteuningsstructuur; visie op betrokkenheid ouders bij ontwikkelingen leerlingen; team-, ouder- en leerlingtevredenheid)
E. Onze school werkt structureel samen met en stemt af op ketenpartners. (plaats in ondersteuningsstructuur; afspraken met ketenpartners; afstemming met gemeente)
5.2
Preventieve en licht-curatieve ondersteuning
In deze paragraaf wordt beschreven hoe de school door middel van preventieve en licht curatieve ondersteuning tegemoetkomt aan onderstaande onderwijsen ondersteuningsbehoeften van leerlingen. A. Onze school hanteert de principes van handelingsgericht werken als uitgangpunt voor het verlenen van ondersteuning op alle niveaus. (zie paragraaf 2.2.1; ondersteuningsstructuur handelingsplanning is conform ingericht)
is
conform
opgebouw;
LVS
is
conform
ingericht;
B. Onze school is gericht op het behalen van optimale opbrengsten. (zie paragraaf 2.2.2; school voert opbrengstgerichte gesprekken; school rapporteert en evalueert opbrengsten op leerling-, team- en groepsniveau; rapportage gaat ook naar ouders en kind; beleid is gericht op hoge opbrengsten; school formuleert streefdoelen voor groepen)
C. Onze school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyslexie. (school heeft en hanteert dyslexlieprotocol; inzet deskundigen en leesmoeders; beschrijving signalering in ondersteuningsstructuur; handelingsplan)
D. Onze school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyscalculie. (school heeft en hanteert dyscalculieprotocol; inzet deskundigen en rekenvaders; beschrijving signalering in ondersteuningsstructuur; handelingsplan)
E. Onze school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. (beschrijving signalering ondersteuningsstructuur; basisvakken; handelingsplan; hulpklas)
criteria
eigen
leerlijn;
materialen
eigen
leerlijn
F. Onze school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie. (school heeft en hanteert hoogbegaafdheidsprotocol; leerstofaanbod; handelingsplan; plusklas)
G. Onze school is fysiek toegankelijk en heeft de beschikking over hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijk beperking. (zie paragraaf 4.3)
H. Onze school hanteert een aanpak op sociale veiligheid en gedragsproblemen. (beschrijving signalering in ondersteuningsstructuur; inzet deskundigen; programma’s)
I. Onze school heeft een voor alle medewerkers bekend en toegankelijk protocol voor medische handelingen. (school heeft en hanteert protocol)
J. Onze school is in staat vroegtijdig leer-, opgroei- en opvoedproblemen te siganleren (ondersteuningsstructuur, LVS)
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 17
5.3
Ondersteuningsstructuur 5.3.1
ondersteuningsstructuur
Wanneer wordt een leerling besproken op de leerlingenbespreking? Als er sprake is van blijvend onvoldoende resultaten (niveau 1 en 2). Als de gegeven extra zorg binnen de groep niet het gewenste resultaat heeft. Als de leerling RT heeft (gehad). Als een leerling extra verrijkingsstof krijgt aangeboden (niveau (4) en 5) Als er sprake is van een opvallende terugval/vooruitgang in de resultaten Als er sprake is van bijzonderheden op het sociaal-emotionele vlak. Groepsbespreking Van tijd tot tijd (4 keer per jaar) worden groepsbesprekingen gehouden. Deze bespreking vindt plaats tussen groepsleerkracht en IB’er en gebeurt inhoudelijk volgens een vast schema. Op deze groepsbesprekingen wordt ook de RT-hulp geëvalueerd. Ook het gedragsmatig aspect krijgt hierbij aandacht, o.a. middels sociogram en pedagogisch LVS. Daarnaast is er drie keer per jaar een rapportenbespreking, waaraan desbetreffende teamleden deelnemen. Deze heeft plaats voor ieder rapport. Wanneer wordt externe hulp ingeschakeld? Als er sprake is van blijvend onvoldoende resultaten. Als er binnen en buiten de groep aantoonbaar extra zorg (zowel naar beneden als naar boven, niveau 1 en 5) is gegeven. Als de gegeven extra zorg binnen en buiten de groep niet het gewenste resultaat heeft. Als nader onderzoek door externen gewenst / nuttig is. (N.B. Uit de contacten met Driestar-Educatief komt een nadere advisering voort. De PCL kan een Psychologisch Onderzoek, of Ambulante Begeleiding toekennen.) Wanneer wordt verwijzing aangevraagd? Als er sprake is van blijvend onvoldoende resultaten. Als er binnen de groep en bij RT langere tijd aantoonbaar extra zorg is gegeven. Als de gegeven extra zorg niet tot het gewenste resultaat heeft geleid.
Zorgtraject in de praktijk t/m verwijzing (niveau 1) 1.
2.
In de eerste plaats vindt de zorg voor de leerling in de groep plaats. Door een goede manier van lesgeven probeert de groepsleerkracht (leer)problemen te voorkomen. Differentiatie, effectieve instructie, zelfstandig werken en pedagogisch klimaat zijn hier sleutelwoorden voor adaptief onderwijs. Soms blijkt er bij een leerling(niveau 1 of 2 leerling) toch een (leer)probleem te ontstaan. De groepsleerkracht biedt dan adequate hulp. Deze hulp kan bestaan uit: - gesprekken met het kind en de ouders - preteaching - hulp van de Onderwijs Assistent - extra uitleg in de klas - extra oefenstof in de klas - hulp van medeleerlingen - extra hulp in de pauze - oefenstof mee naar huis Bij deze hulp kan ICT een belangrijke rol spelen. Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 18
3.
4.
5.
6.
Soms blijkt al deze hulp niet te helpen. Dan spreken we van een niveau 1 leerling. De mogelijkheden van hulp-in-de-klas zijn soms ook beperkt: we komen er gewoon niet aan toe. Dan kan de volgende stap gezet worden: we gaan hulp zoeken buiten de klas: - we praten er over met een (duo)leerkracht - we praten er over met de IB'er (eventueel: HGPD, coaching) - we praten er over met de RT-leerkracht - we gaan op zoek in de orthotheek - de gegeven adviezen worden al dan niet in de praktijk gebracht De gegeven adviezen kunnen meer of minder effect hebben. Als het gewenste effect uitblijft kunnen we de leerling aanmelden bij remedial Teaching. Dan wordt contact opgenomen met de IB’er. Deze beoordeelt de aanvraag voor extra hulp buiten de klas. Geïnventariseerd wordt wat het probleem is, wat er al aan gedaan is, en wat de hulpvraag is. In het te schrijven hulpplan wordt aangegeven wat er aan het probleem zal worden gedaan. De meeste leerlingen kunnen worden geholpen via een van de bovenbeschreven wegen. Toch komt het voor dat al deze strategieën niets of te weinig opleveren. De problemen groeien ons als school boven het hoofd. Misschien doen we dingen verkeerd? Of zien we het probleem wel juist, zitten er wellicht diepere oorzaken? Dan blijkt er hulp nodig te zijn van buiten de school. Deze hulp kan worden geboden door de schoolbegeleidingsdienst, Driestar-Educatief. Het besluit om Driestar-Educatief in te schakelen wordt genomen in onderling overleg tussen de groepsleerkracht, de IB'er en de directeur. De ouders worden van dit besluit op de hoogte gebracht en hun toestemming wordt gevraagd (schriftelijk of mondeling). Driestar-Educatief gaat na (geplande) consultatie het probleem onderzoeken en komt met een advies: een handelingsplan wordt opgesteld en besproken met de betrokken partijen. Misschien is verder onderzoek noodzakelijk. Mocht het blijken dat alle bovenbeschreven hulp geen resultaten heeft, dan kan overwogen worden het kind aan te melden voor een vorm van speciaal onderwijs. Daarover dient natuurlijk overleg met de ouders gevoerd te worden. De leerling moet aangemeld worden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg. Deze commissie onderzoekt of echt alles al is geprobeerd om de leerling op school te helpen. Bij de aanmelding bij de PCL moet een dossier worden gevoegd met handelingsplannen, toetsresultaten, de reeds geboden hulp, onderzoeksresultaten etc. Op grond van dit dossier besluit de PCL tot: a. advisering van verwijzing naar het speciaal onderwijs b. verdere hulp binnen de school c. verder onderzoek (intern of extern) d. ambulante begeleiding door een s.o.-leerkracht
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 19
5.3.2 ondersteuningsstructuur visueel
5.3.3
beschrijving van functies en taakprofielen binnen ondersteunings-structuur
Taken groepsleerkracht binnen de leerlingenzorg a. b. c. d. e. f. g. h.
Het signaleren van problemen Het analyseren en diagnosticeren van de problemen Het afnemen van toetsen (methodetoetsen en CITO-toetsen Het maken van een hulpplan voor één of meerdere leerlingen Het bijhouden van een administratie van deze extra hulp Het invullen van een hulpplan voor RT (i.o.m. IB / RT) Het bijhouden van een goede zorg-administratie: toetsuitslagen, hulpplannen, geboden extra zorg, zorgdossier Het onderhouden van contacten met de ouders van de zorgleerlingen
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 20
Taak-functieomschrijving IB-er Coördinerende taken: o Bewaken + plannen van procedures en afspraken op het gebied van LVS, leerlingendossiers, observaties, hulpplannen en RT; o Voorbereiden en leiden van leerlingenbesprekingen; o Voeren van overleg met de directie over zorgverbreding; o Contacten onderhouden met DBD, zorginstanties, SBO, IB-netwerk, SMW en RT-ers. Begeleidende taken: o Ondersteunen bij het afnemen van toetsen, maken van groepsanalyse, vraag naar extra begeleiding of naar externe deskundigen, hulp bij het opstellen van handelingsplannen, procedure bij verwijzing; o Door middel van coaching van leerkrachten (lesobservaties en voor- en nagesprekken) en SVIB, kwaliteit van het onderwijs bevorderen; o Ondersteuning van het analyseren van leeropbrengsten door middel van het voeren van opbrengstgesprekken o Door middel van gedragsobservatie in de klas en gesprekken met de leerkracht de zorg op cognitief en sociaal-emotioneel gebied intensiveren. Innoverende taken: o Signaleren en analyseren van sterke en zwakke punten in het onderwijsaanbod. o Signaleren en analyseren van sterke en zwakke punten in de leeropbrengsten. o Bijhouden van de actuele ontwikkelingen op zorgverbredingsgebied. Uitvoerende taken: o Ondersteuning bieden bij het begeleiden van leerlingen met leer- en gedragsproblemen; o Adequaat hulp bieden aan zowel kinderen die uitvallen naar ‘beneden’ als aan meerbegaafde leerlingen. Verantwoordelijkheid RT-er: a. Het nader invullen van een hulpplan b. Het nader invullen van de te geven extra stof c. Zo nodig het stellen van een diagnose d. Het uitbrengen van schriftelijk verslag voor de leerlingenbespreking e. Het zo nodig samenstellen van hulpmateriaal voor een leerkracht f. Het bijhouden van een overzichtelijke zorg-administratie binnen het hulpplan g. De organisatie van het RT-rooster h. Het houden van (organisatorische) contacten met de RT-ouders
5.3.4
samenwerkingsrelaties met externe instanties
Zie schema ondersteuningsstructuur visueel
6
Extra ondersteuning
niet aanwezig
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 21
7
Conclusie en ambities
7.1 Conclusies 7.1.1 basisondersteuning-basiskwaliteit Wij werken op onze school volgens de principes van het Zwols Model. Dit is een model om optimaal te differentiëren in groep 1 t/m 8. De leerkracht moet zo goed mogelijk toegerust zijn om de eigenheid van elk kind optimaal tot haar recht te laten komen. Hij moet dit ook overzichtelijk kunnen vormgeven in de dagelijkse praktijk. De vijf pijlers uit het Zwols Model voor goed onderwijs/goed lesgeven bij de hoofdvakken, met name rekenen en taal, zijn:
Twee begrippen: zelfstandigheid (met ruimte voor extra hulp) en instructie (met effectieve instructie en verwerking); Twee attitudes: de leerkracht moet activerend lesgeven (waaronder interactie) en er moet een goed pedagogisch klimaat zijn (waaronder positieve controle); De leerkracht moet algemene kennis hebben van differentiatievormen en deze toe kunnen passen bij de verschillende niveaus.
7.1.2 basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning
Opbrengst gericht werken Dyslexie-ondersteuning
7.1.3
extra ondersteuning
n.v.t.
7.2
Ambities 7.2.1
basisondersteuning-basiskwaliteit
Gezien de positieve leeropbrengsten van de afgelopen jaren vinden het belangrijk om het Zwols Model blijvend te borgen.
7.2.2 basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning In verband met de huidige leerlingpopulatie willen wij ook kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn voldoende ondersteuning bieden. D.m.v. Handelingsgericht Werken (HGW) willen wij de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen verbeteren. Het is een systematische manier van werken, waarbij het aanbod afgestemd is op de onderwijsbehoeften en de basisbehoeften van de leerlingen. Aan de hand van de kindkenmerken wordt gekeken welke onderwijsbehoeften het betreffende kind heeft. Het onderwijs wordt hierop aangepast. Bij de kleuters willen we HGW toepassen door de ontwikkeling van jonge kinderen te observeren en registreren d.m.v. KIJK!
7.2.3
extra ondersteuning
n.v.t.
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 22
7.3
Randvoorwaarden 7.3.1
basisondersteuning-basiskwaliteit
Nieuwe leerkrachten zijn bereid zich te verdiepen in het Zwols Model en/of nascholing hierover te volgen.
7.3.2 basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning Bij de afstemming op de onderwijsbehoeften en de basisbehoeften van de leerlingen nemen wij de volgend grenzen in acht: -
-
-
-
Redelijkerwijs te verwachten valt dat het onderwijs op onze school ten goede komt aan de ontwikkeling/welbevinden van de leerling. Redelijkerwijs te verwachten valt dat de aandacht voor deze leerling niet ten koste gaat van de ontwikkeling/welbevinden van de overige leerlingen in de groep. Namelijk: rust en orde, gevoel van veiligheid, aandacht van de leerkracht. Er voldoende kennis van de problematiek binnen de school aanwezig is Er zijn financiële mogelijkheden bepaalde expertise in te kopen. De leerling een zekere mate van zelfstandigheid heeft. Zo wordt van de leerling verwacht dat hij/zij vanaf groep 1 zindelijk is en zelf kan eten en drinken, vanaf groep 3 zichzelf kan aan/uitkleden bij gymlessen en dat de leerling redelijk zelfstandig kan functioneren in een combinatiegroep. Redelijkerwijs te verwachten valt dat de leerling een gemiddeld IQ van minimaal 75 heeft. Wanneer hierover twijfels bestaan, zal een intelligentietest worden aangevraagd. Op korte termijn (na uiterlijk 3 maanden) een eerste evaluatie plaats kan vinden, waarin opnieuw overwogen wordt of de instroom op onze school de beste keuze is voor alle betrokkenen. De leerkracht van de betreffende leerling heeft daarin een grote stem.
7.3.3
extra ondersteuning
n.v.t.
Schoolondersteuningsprofiel Graaf Jan van Nassauschool versie 6 juni 2013/pagina 23