Schoolondersteuningsprofiel 2014
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 1
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens 2.2 Onderwijsvisie/ schoolconcept 2.3 Kengetallen leerlingpopulatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren Hoofdstuk 3 Basisondersteuning 3.1 Preventieve en lichte curatieve interventies 3.2 Onderwijsondersteuningstructuur 3.3. Planmatig werken Hoofdstuk 4 Onderwijs (zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Hoofdstuk 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs Hoofdstuk 6 Ambities Hoofdstuk 7 Wat de school voor anderen binnen het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs Hoofdstuk 8 Samenvattende conclusies
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 2
Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding: In het kader van de wet Passend Onderwijs is Nederland verdeeld in een aantal regio’s. Binnen elke regio hebben de gezamenlijke besturen de plicht om te zorgen voor een dekkend aanbod aan onderwijs voor alle kinderen binnen de regio. De schoolbesturen zijn hiertoe vertegenwoordigd in het bestuur van het SWV Passend Onderwijs in de regio. Binnen deze regio dient elke school een schoolondersteuningsprofiel op te stellen, waarin staat aangegeven op welke wijze de school invulling geeft aan het bieden van passend onderwijs. Tevens geeft de school aan waar haar grenzen liggen en welke de ambities zijn als het gaat om voor zoveel mogelijk kinderen onderwijs te bieden dat past bij hun onderwijsbehoeften. Samengevat geeft het schoolondersteuningsprofiel een antwoord op de volgende vragen:
Wat kunnen we realiseren met ons huidige team? Wat kunnen we realiseren met ondersteuning van externen? Wat willen we op termijn kunnen bieden, waarop gaan we ons ontwikkelen? Voor welke onderwijsbehoeften verwijzen we naar een andere instantie? Waarmee kunnen we andere scholen binnen het SWV helpen?
Schoolondersteuningsprofiel Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel van de CBS Beatrix. CBS Beatrix maakt momenteel deel uit van het SWV Passend Primair Onderwijs Rotterdam. Het samenwerkingsverband PPO heeft besloten dat alle scholen langs dezelfde weg tot een ondersteuningsprofiel moet komen. Op 1 augustus 2014 treedt de wet Passend Onderwijs in werking. Het Sop biedt voor de CBS Beatrix een beschrijving van de voorzieningen die op de school zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Wij formuleren de extra ondersteuning die wij kunnen verzorgen. De doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel is het vinden van antwoorden op drie kernvragen: 1. In welke mate is de school op dit moment in staat Passend Onderwijs te verzorgen. a. Voor welke kinderen is er al een passend aanbod? b. Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van externe partners? c. Voor welke kinderen kunnen of willen we geen passend aanbod realiseren? Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 3
2. In welke richting wil de school zich ontwikkelen? a. Welke expertise hebben we nu al in huis? b. Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is? 3. Hoe kan op het niveau van het SWV het profiel benut worden bij het gesprek over de inrichting van de bovenschoolse zorg en de verdeling van zorgmiddelen? De antwoorden op vraag 1 en 2 kunnen de school helpen om richting te geven aan het onderwijs- en zorgbeleid in de planperiode 2012-2016. Immers in het profiel is beschreven hoe het onderwijs en de zorg nu vorm hebben gekregen en waar ontwikkelambities liggen om deze verder te verbreden en te verdiepen. U vindt de beschrijving van het huidige onderwijs en zorgaanbod in de paragraaf ‘basiszorg’. De voorgenomen ontwikkelingen van de school zijn verwoord in de paragraaf ‘ambities’. Het antwoord op vraag 3 wordt geformuleerd op het niveau van de schoolbesturen en het SWV Passend Onderwijs Rotterdam. Het antwoord op vraag 3 wordt derhalve nu nog niet gegeven in dit schoolondersteuningsprofiel. Daarvoor dienen eerst binnen het SWV uitspraken gedaan te worden over de invulling van de verschillende niveaus van zorg. Niveaus van zorg binnen Passend Onderwijs in het schoolondersteuningsprofiel In het kader van Passend Onderwijs wordt binnen Nederland een onderscheid gemaakt tussen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg: Basiszorg betreft de reguliere onderwijszorg die de school zelf kan bieden. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijs aanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan verschillen in de onderwijsbehoeften van kinderen op hun school. Breedtezorg betreft de onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van externe partners die samenwerken met en in de school. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren om zodoende de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken. Dieptezorg betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV. Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 4
Hoofdstuk 2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens School BRIN Directeur Adres Telefoon E-mail Bestuur
CBS Beatrix 09CV00 Mw. C.Y. Bijleveld Herenoord 10 010-4829652
[email protected] PCBO Rotterdam-Zuid
Samenwerkingsverband
SWV PPO Rotterdam
2.2
Onderwijsvisie/ schoolconcept
Visie op didactisch handelen Het handelen van de leraar is van groot belang voor de leerprestaties van kinderen. Goede prestaties bij de basisvaardigheden zijn bepalend voor schoolsucces van de kinderen. Om de kwaliteit van het didactisch handelen te versterken werken we volgens het ‘directe instructie model’ aan ‘convergente differentiatie’. Kenmerk van het directe instructiemodel’ is de vaste aanpak en opbouw van de instructie door de leraar (de uitleg e.d.). Door de aanpak wordt nieuwe lesstof beter gekoppeld aan wat het kind al weet, zijn doelstellingen per les duidelijk, betrekken we leerlingen beter bij de les en volgt de leraar nadrukkelijk of gestelde doelen zijn bereikt. Convergente differentiatie houdt in dat alle leerlingen werken aan hetzelfde onderdeel maar daarvoor soms verschillende instructie nodig hebben. De leraar werkt met drie instructieniveaus: de groep die na een korte instructie snel kan starten, de basisgroep die klassikale instructie krijgt en enkele leerlingen die verlengde instructie nodig hebben. Bovendien verleent de leraar instructie aan alle leerlingen die niet voldoende vooruitgang laten zien in vaardigheidsscore. Leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong krijgen extra begeleiding/feedback van de leraar ten aanzien van hun uit te voeren weektaak. In de kleutergroepen wordt gewerkt in heterogene groepen en is de structuur terug te zien in het werken met een grote en kleine kring, waarbij in de kleine kring extra instructie wordt gegeven. Binnen het gehele onderwijsleerproces leggen wij het accent op de zelfstandigheid van de leerlingen, het opbrengstgericht werken en de begeleiding van de leerlingen die extra zorg nodig hebben. Als doel beogen wij leerlingen binnen het basisonderwijs zoveel mogelijk tot hun recht te laten komen. Visie op pedagogisch handelen Het pedagogisch handelen van onze leraren bepaalt de mate waarin kinderen zich veilig, ondersteund en uitgedaagd voelen. Wij hechten waarde aan het gedifferentieerd aanbieden
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 5
van de leerstof binnen een eenduidige structuur. Rust, orde en regelmaat zijn hierbij belangrijke elementen. Deze elementen dragen bovendien bij aan het creëren van een rustige en veilige omgeving waarin kinderen zich optimaal kunnen ontplooien. Daarnaast wordt een goed pedagogisch klimaat ook gekenmerkt door een prettige, ontspannen sfeer waarbij kinderen op een positieve wijze worden aangesproken en zich op hun gemak voelen in de groep. We reageren alert en adequaat bij pestproblemen en zorgen ervoor dat kinderen zich veilig en gerespecteerd voelen door de inbreng van kinderen te respecteren en te bevorderen dat kinderen naar elkaar luisteren. Ongewenst gedrag wordt zoveel mogelijk voorkomen door gebruik te maken van duidelijke gedrags- en omgangsregels en een benadering met positieve verwachtingen, complimenten, bemoediging en uitdaging. Bij ongewenst gedrag handelen wij volgens ons afgesproken protocol straffen en belonen. De school is verantwoordelijk voor het pedagogisch klimaat binnen de groepen. We vinden het belangrijk om ouders snel op de hoogte te stellen in geval van incidenten, zorgen omtrent gedrag of andere bijzonderheden. We verwachten van de ouders een positieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van hun kinderen. De ontwikkeling van onze leerlingen op pedagogisch gebied wordt gevolgd met behulp van observaties, de Scol (gr 3 t/m 8) en de KIJK in groep 0, groep 1 en 2. Visie op leerlingzorg Onze leerlingzorg houdt in het algemeen in dat we goed onderwijs aanbieden aan alle kinderen, dus ook aan kinderen met specifieke (leer)behoeften. Het onderwijs moet daartoe zodanig zijn ingericht dat er sprake is van een ononderbroken ontwikkelingsproces, waarbij we proactief denken en handelen. Om aan te kunnen sluiten bij het niveau van het kind, de zone van de naaste ontwikkeling te kunnen bepalen en de geformuleerde streefdoelen in het kader van opbrengstgericht werken te kunnen bereiken, worden observatie- en toetsgegevens nauwkeurig geanalyseerd en geregistreerd. Toetsgegevens worden verwerkt in de groepsplannen en schoolbreed gebruikt voor het opstellen van het schoolbeleidsplan. Het verlenen van extra zorg geschiedt binnen de groep. Vroegtijdig signaleren is van belang: welke leerlingen hebben extra aandacht nodig, welke cruciale leermomenten in de leerlijn komen de komende periode aan bod en welke kinderen hebben hierbij extra instructie en begeleiding nodig? Zowel voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong als kinderen met een ontwikkelingsachterstand moet een passend aanbod worden gerealiseerd. De leraar is de beslissende factor bij het afstemmen van het onderwijs op de (onderwijs)behoeften van het kind. Interne en externe begeleiding is gericht op het vergroten van de competenties/vaardigheden van de leerkracht bij het afstemmen van het onderwijs op de behoeften van de kinderen. De intern begeleider begeleidt/coacht de leerkrachten bij het uitvoeren van de verschillende stappen in de zorg, volgt en controleert de kwaliteit van instructie en aanbod en biedt ondersteuning bij procedures. Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 6
2.3
Kengetallen leerling populatie huidig schooljaar en afgelopen 3 schooljaren
Leerlingaantallen (1 oktobertelling) Aantal leerlingen per 1 oktober 2014: 311 Aantal leerlingen per 1 oktober 2013: 299 Aantal leerlingen per 1 oktober 2012: 282 Aantal leerlingen per 1 oktober 2011: 266 Leerling gewichten Aantal leerlingen per 1 oktober 2014: 9% Leerlingen met een gewicht per 1 oktober 2013: 14% Leerlingen met een gewicht per 1 oktober 2012: 18% Leerlingen met een gewicht per 1 oktober 2011: Voor- of vroegschool De vier groepen 0 van peuterspeelzaal Dikkie Dik zijn gehuisvest binnen de CBS Beatrix en vallen ook volledig onder de verantwoordelijkheid van de CBS Beatrix, waardoor een vloeiende doorgaande leerlijn gecreëerd wordt. De peuters stromen vanuit groep 0 automatisch door naar groep 1 op de CBS Beatrix. Groep 0 onderscheidt zich van een peuterspeelzaal doordat de groep geleid wordt door een HBO-geschoolde leerkracht en doordat het verplicht aantal dagdelen verhoogd is van 4 naar 5. Groep 0 is geheel opgenomen binnen de zorgstructuur van de CBS Beatrix. Binnen de VVE (groepen 0 en 1/2) wordt gewerkt volgens een resultaatgerichte werkwijze. We hanteren het Citoleerlingvolgsysteem. Daarnaast wordt er in de groepen met ingang van schooljaar 20142015 in de groepen 0 t/m 2 gewerkt met het observatiesysteem KIJK. Hierdoor krijgen de leerkrachten een compleet beeld van de ontwikkeling van de leerlingen en op basis hiervan wordt het onderwijsaanbod afgestemd. Door het analyseren van observatielijsten uit KIJK en de toetsen van het Citoleerlingvolgsysteem wordt gekeken wat de leerlingen nodig hebben. Er zal daarna een gericht onderwijsaanbod worden geboden, gericht op de individuele behoeften van de leerlingen. Van de leerkracht wordt verwacht dat zij voor alle leerlingen doelstellingen formuleren. Wanneer een leerling doorstroomt naar groep 1, vindt er altijd een overdracht plaats. Bij extra zorg vindt er een warme overdracht plaats, waarbij ook de ouders aanwezig zijn. MDO: Multidisciplinair overleg Indien het wenselijk is om de situatie van een leerling te bespreken met externe deskundigen, kan een leerling worden ingebracht in het multidisciplinaire overleg (MDO). Aan het MDO nemen deel: de schoolarts of schoolverpleegkundige, de schoolmaatschappelijk werker, de schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam, de interne begeleiders en de directeur van de school. Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 7
Aan de ouder(s)/verzorger(s) wordt melding gedaan van het feit dat hun kind besproken wordt in het MDO. Het MDO vindt 6 maal per jaar plaats binnen de school. Van het MDO worden notulen gemaakt en de zorgschema’s van de leerlingen worden bijgehouden. Voor verdere uitwerking zie het schoolondersteuningsplan. Indicaties en verwijzingen: Aanmeldingen bij PCL Verwijzing SBO Terugplaatsingen vanuit SBO Aantal LWOO/ Pro beschikkingen Verwijzingen naar SO cluster 1 en 2 Verwijzingen naar SO cluster 3 Verwijzingen naar SO cluster 4 Rugzakjes cluster 1 en 2 Rugzakjes cluster 3 Rugzakjes cluster 4 Dyslexieverklaringen Gediagnosticeerde hoogbegaafden Aantal leerlingen besproken in het MDO
2013-2014 3 2 1 3/2 0
2012-2013 1 1 1
2011-2012 ? ? 0
2010-2011 ? ? 0
0
0
0
0 0 1 0 0 1 0 7
0 1 0 0 0 3 0 8
0 0 0 0 0 1 0 ?
0 0 0 0 0 ? 0 ?
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften Het is van groot belang dat leerlingen uit het aanpak 2 (basisarrangement) de juiste instructie en aandacht van de leerkracht kunnen ontvangen. De school verwijst weinig naar S(B)O en biedt extra zorg voor leerlingen uit aanpak 1 (intensief arrangement) en aanpak 3 (verdiept arrangement) Dit vindt plaats in de groep. De differentiatie zit met name in een korte verlengde en/of andere instructie. De school vindt het belangrijk dat alle leerlingen tot hun recht komen. De school biedt binnen haar mogelijkheden zorg aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Onder leerlingen met speciale onderwijsbehoeften verstaan wij leerlingen die achterstand hebben dan wel een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Kenmerken van het schoolgebouw Er is ruimte in een groep voor 1-op-1 begeleiding Er is ruimte op de gang voor 1-op-1 begeleiding Er is een prikkelarme werkplek Er is ruimte voor een time-out
Ja, er is ruimte in het lokaal om leerlingen 1 op 1 te begeleiden. Verder is er in elke groep een instructietafel aanwezig. Nee Nee Nee
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 8
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften Er zijn ruimten met specifieke functies voor beweging en leerbehoeften Er zijn werkplekken voor leerlingen beschikbaar op de gang of in flexibele ruimten Werkruimte waarover leerlingen beschikken
Inrichting van de lokalen
Nee er is geen lift aanwezig en het gebouw is nu niet rolstoelvriendelijk Ja, er is een speellokaal. Verder is er een ruimte voor logopedie en leesbegeleiding. Nee
Iedere leerling heeft een eigen werkplek en er is een instructietafel aanwezig. De leerlingen kunnen ook gebruik maken van ICT plekken achter in de groep of in de ICT ruimte. De lokalen zijn allen rond de 56 m2.
Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Onze school beschikt over een diversiteit aan ruimtes. De CBS Beatrix heeft 15 klaslokalen met een gemiddelde capaciteit van 25 leerlingen. Er zijn geen mogelijkheden voor begeleiding buiten de groep. De school beschikt over een ICT lokaal waar ruimte is voor 24 leerlingen. Voor leerlingen in een rolstoel is de school minder makkelijk toegankelijk. Wanneer ouders kiezen voor de CBS Beatrix, dan wordt in overleg tussen ouders en de school bekeken of plaatsing mogelijk is. Hierbij zullen wij als school bekijken welke mogelijkheden wij kunnen bieden. Door middel van goed overleg willen wij ruimte bieden, aan zowel ouders als aan de school, om aan te geven dat de grens van specifieke zorg is bereikt of dat de te bieden zorg niet voldoende toereikend is om de betreffende leerling te kunnen plaatsen. In dat geval is het kind beter op zijn plaats binnen het S(B)O of binnen een reguliere basisschool met specifieke mogelijkheden om wel de juiste zorg te kunnen bieden. Essentieel bij de overweging of de school tot plaatsing of niet plaatsing overgaat, is dat er rekening gehouden wordt met wat wenselijk en haalbaar is. Op voorhand kunnen we melden dat kinderen met een cluster 4-indicatie niet geplaatst kunnen worden in verband met onze zorgbeperkingen. Bovendien zijn de middelen die in dat geval beschikbaar worden gesteld ontoereikend om in die zorgbehoefte te kunnen voorzien. Voor de overige clusters geldt dat de school per aanmelding beoordeelt of er voorzien kan worden in de zorgbehoefte van het kind. Hierbij spelen de volgende aspecten een rol:
Het dient voor de school mogelijk te zijn om de benodigde zorg te bieden. De taakbelasting van de beoogde leerkracht moet toelaatbaar zijn. De leerkracht moet op normale wijze haar/zijn taak kunnen vervullen. O. a de groepsgrootte wordt in de overweging meegenomen. De juiste expertise of ervaring dient aanwezig te zijn.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 9
De zorg en ontwikkeling van de overige leerlingen in de groep mag niet in gevaar komen. Het aanmeldingsformulier is naar waarheid ingevuld. De ouders en de leerkracht(en) voorzien elkaar van alle relevante informatie. De ouders verlenen hun volledige medewerking en ondersteunen zo mogelijk thuis en/of op school bij de begeleiding (uiteraard in overeenstemming met hun mogelijkheden). Alle afspraken tussen ouders en de school met betrekking tot de begeleiding van het kind worden vastgelegd in een begeleidingscontract. Plaatsing geschiedt alleen op basis van wederzijds vertrouwen.
Bovenstaande voorwaarden gelden ook voor leerlingen die reeds op de school staan ingeschreven en een indicatie hebben voor een clusterschool en met extra begeleiding op school willen blijven. Het schoolgebouw kent vele beperkingen op het gebied van toegankelijkheid en sanitaire voorzieningen. Dit kan gevolgen hebben voor cluster 3 geïndiceerde leerlingen. Voor kinderen met auditieve problemen kan er met een Phonak hearing systeem worden gewerkt. Er zijn geen ruimtes aanwezig voor kinderen die apart moeten werken of een time out nodig hebben. We beschouwen de leraar als verantwoordelijke voor het onderwijs aan alle leerlingen van de groep. Dit vraagt van de leraar vaardigheden op het gebied van gedifferentieerde instructie en afstemming van het leerstofaanbod. De enige hulp die buiten de groep plaats is de leesbegeleiding van kinderen met dyslexie. Ons uitgangspunt is dat ons onderwijs zoveel mogelijk uitgevoerd dient te worden binnen de groepen. Hoofdstuk 3 Basisondersteuning Basisondersteuning bevat vier aspecten: basiskwaliteit, preventieve en licht curatieve interventies, onderwijsondersteuningsstructuur en planmatig werken. In het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam worden afspraken gemaakt waaraan de basisondersteuning moet voldoen. Op het moment van dit schrijven zijn deze afspraken er nog niet, voor dit document zijn de minimale eisen uit het referentie kader opgenomen. 3.1 Preventieve en lichte curatieve interventies Het eerste aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met partners. In het referentiekader wordt een minimale opsomming gegeven van de interventies die bij de basisondersteuning horen: Vroegtijdig signalering van leer-, opgroeien opvoedproblemen
Er wordt vanaf groep 0 gewerkt met het Cito- leerlingvolgsysteem. Tevens zijn er
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 10
De zorg voor een veilig schoolklimaat
Een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie
Een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie
Toegankelijk schoolgebouw met aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsprobemen
twee intern begeleiders (tevens aandacht functionaris) en een schoolmaatschappelijk werkster werkzaam binnen de school. Zes keer per jaar vindt er een MDO plaats. Verder wordt er nauw samengewerkt met de schoolcontactpersoon PPO, het CJG en de leerplichtambtenaar. Er is een calamiteitenplan op school aanwezig. Er zijn meerdere BHV’ers en een Arbo preventiemedewerker werkzaam binnen de school. We gebruiken op school bij klassenconsultaties een kijkwijzer met criteria voor een goed pedagogisch en didactisch klimaat. Tevens worden er tevredenheidsonderzoeken afgenomen bij leerlingen, ouders en teamleden. Er wordt gewerkt volgens het dyslexieprotocol. De leesspecialist neemt specifieke toetsen (Cito toetsen) af bij kinderen met dyslexie. Zie de toepassing van het dyslexie protocol bij ons op school voor verdere uitwerking. We werken met groepshandelingsplannen volgens de 3-slag. Daar zijn de methodes op geselecteerd. Ook werkt de school met ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen met een eigen leerlijn vanaf groep 6. De meer- en hoogbegaafdheidscoördinatie ligt bij de intern begeleider bovenbouw, zij begeleidt de procedure voor meer- en hoog begaafden. Omgaan met meer- en hoogbegaafdheid: toepassing plusklas voor leerlingen van groep 4 t/m 8.En aanbod extra verrijking in groep 1 t/m 8. Bij vragen over het geven van een afgestemd aanbod wordt de schoolcontactpersoon PPO indien nodig geraadpleegd. Het schoolgebouw is niet goed toegankelijk voor minder validen. Er zijn geen aparte werkplekken beschikbaar als werk- en instructieruimte voor leerlingen. We werken preventief om dit te voorkomen.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 11
Protocol voor medische handelingen
2 keer per jaar wordt de Scol afgenomen en er wordt gewerkt met de methode ‘Leefstijl”. N. a. v de afname wordt een groepsplan gedrag opgesteld. Toestemmingsverklaring voor medicijngebruik dient ingevuld te worden door de ouders. BHV’ers zijn aanwezig die jaarlijks worden geschoold.
Onderwijsondersteuningstructuur Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de expertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen, de manier waarop dat binnen de school georganiseerd is en met welke onderwijs- en ketenpartners wordt samengewerkt. Dit kan zichtbaar gemaakt worden door overzichten van: De functies en taakprofielen binnen de school, welke een helder beeld geven van de ondersteuningstructuur. De gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep. Een overzicht van gecertificeerde expertise binnen de school. Een overzicht van samenwerkingsrelaties van de school. Functies en taakprofielen: De formatie houdt de onderstaande functies en taken in:
Directie Bouwcoördinatoren Twee intern begeleiders Groepsleerkrachten Onderwijsassistenten Leesspecialist Meer- en hoogbegaafdheidscoördinator Interne opleidingscoördinator ICT-coördinator Medewerker ouderbetrokkenheid Schoolmaatschappelijk werker Administratief medewerkster Conciërge
De directeur heeft de eindverantwoordelijkheid en de algemene leiding van de school. De primaire taak ligt in het onderwijskundig aansturen van de school. Daarnaast heeft de directeur uitvoerende verantwoordelijkheden op het terrein van financiën, personeel en externe contacten.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 12
De adjunct-directeur ondersteunt de directeur in de algemene leiding op grond van een in overleg met de directeur vastgesteld takenpakket. Bij afwezigheid vervangt de adjunctdirecteur de directeur en neemt daarbij zijn of haar verantwoordelijkheden over. De bouwcoördinatoren houden zich bezig met organisatorische- en onderwijskundige zaken betreffende hun “bouw”. Tevens zijn zij aanspreekpunt voor collega’s van groepen binnen hun bouw. Samen met de directie vormen de bouwcoördinatoren de staf van de school. De intern begeleiders zijn verantwoordelijk voor de leerlingenzorg in respectievelijk de groepen 0 tot en met 8. De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs in hun groep. Zij signaleren als eerste eventuele problemen bij kinderen en hun specifieke onderwijsbehoefte en passen het onderwijs hierop aan. Tevens zijn zij zijn het eerste aanspreekpunt voor ouders. De ICT coördinator onderhoudt de contacten met de externe dienstverleners. De ICT coördinator is verantwoordelijk voor het goed werken van de ICT programma’s. De leesspecialist is een leraar die de speciale taak heeft om leesbevorderingsactiviteiten te coördineren en zij neemt specifieke toetsen af bij leerlingen met dyslexie. De meer-en hoogbegaafdheidscoördinator is een IB’ er die de speciale taak heeft om het beleid rondom meer-en hoogbegaafde leerlingen vorm te geven. De interne opleidingscoördinator volgt studenten tijdens hun stages en heeft regelmatig overleg met de stagecoördinatoren. De schoolmaatschappelijk werkster sluit aan bij de MDO’s en schrijft indien wenselijk een sociale rapportage bij aanmelding bij het samenwerkingsverband. Ook werkt de schoolmaatschappelijke werkster volgens een vastgesteld plan. Tevens voert de schoolmaatschappelijk werker gesprekken met leerlingen/ouders en legt indien wenselijk huisbezoeken af. De medewerker ouderbetrokkenheid vervult een brugfunctie ten aanzien van het tot stand brengen en ontwikkelen van de contacten tussen ouders en de school. Zij onderhoudt contacten met ouders, schooldirectie, onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel van de school. Tevens onderhoudt de medewerker ouderbetrokkenheid contacten met instanties in de wijk. De administratief medewerkster zorgt voor ondersteuning van de directie. Zo voert zij onder andere een groot gedeelte van de leerlingadministratie . De conciërge is verantwoordelijk voor de huishoudelijke en licht administratieve taken, technische handelingen. Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? In de toekomst hebben wij wellicht behoefte aan een gedragsspecialist, rekenspecialist , taalspecialist en een opgeleide ICT deskundige. We hebben nu een leesspecialist met parttime functie.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 13
Gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep De CBS Beatrix heeft op dit moment (schooljaar 2013/2014) 311 leerlingen. De gemiddelde groepsgrootte is momenteel 25 leerlingen. Er is wel een verschil in grootte van de groepen. De kleinste groep is 19 en de grootste groep is 30 leerlingen. Per groep is er altijd een gediplomeerde leerkracht aanwezig. Indien nodig maken we gebruik van invalkrachten van ASA-campus. Op de CBS Beatrix werkt 40% van de medewerkers parttime. De schoolafspraak is dat er maximaal twee leerkrachten een groep begeleiden en dat parttimers minimaal twee dagen in de week op school werkzaam zijn. Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Door de schoolgroep krijgen wij als school minder ruimte om de groepsgrootte te verlagen. In de toekomst zullen we met minder personeel moeten gaan werken. Groepsbezetting en het bieden van goede basiszorg door de leerkracht in de groep heeft dan onze prioriteit, er zal geen personele ruimte zijn voor extra ondersteuning buiten de groep voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte. Deskundigheid binnen de school Aanwezige deskundigen in het team:
Twee gediplomeerde en geregistreerde schoolleiders Twee gediplomeerde IB’ers Een gediplomeerde leescoördinator Eén coördinator meer- en hoogbegaafdheid Een leerkracht met gedragsspecialisme Twee leerkrachten met een middenmanagementopleiding.
Samenwerkingsrelaties van de school Samenwerkingsverband PO (ib netwerken) SBO V(SO) Rec 1,2,3,4 Wijksamenwerkingsverband Lokale overheid Bureau Jeugdzorg Centrum Jeugd en Gezin GGZ
ja Bij verwijzing Bij verwijzing ja Ja bijv. leerplicht ja ja Bij verwijzing
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 14
Leeplicht Buurtregisseur, politie Club en buurthuiswerk Logopediepraktijk
Voortgezet onderwijs te Rotterdam-Zuid PCBO scholen Inspectie Kinderopvang Berenoord/Sterrentuin/Mundo/Nieuwenoord Kinderopvang De Maan Lan-opvanglocaties Leeskliniek Fysiotherapiepraktijk Logopediepraktijk SV Gio Psychologenmaatschap Deliker Wijkteam
ja ja ja ja
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? Een aantal ketenpartners zijn structureel verbonden aan onze school, bijvoorbeeld in het MDO-overleg. In de toekomst zien we wel behoefte aan regelmatige consultatie bij ketenpartners zoals SBO en (V)SO. De samenwerkingen bieden kansen om meer passend onderwijs te realiseren voor leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Vanuit het PPO middengebied zuid wordt er toegewerkt naar een samenwerking met de buurt en andere scholen. In de toekomst hebben wij behoefte aan een concreet aanbod van sociaal emotionele ondersteuning.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 15
Voor welke leerlingen met speciale onderwijsbehoeften mag onze school zeker gebeld worden? Voor leerlingen met cognitieve problemen. Minimale IQ 80, maximale leerachterstand 2 jaar. Leerlingen met een lichte auditieve beperking. (faciliteiten worden bekostigd door de ouders) Leerlingen met een licht motorische beperking. Ook hier dient onderzocht te worden of we de juiste zorg kunnen bieden. Leerlingen met een langdurige ziekte, zolang het werkbaar blijft. Leerlingen met (beperkte) problematiek t.a.v. hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Hieronder vallen o.a. de leerlingen met ADHD en lichte autistische stoornissen. Voor deze leerlingen geldt dat een eventuele plaatsing afhangt van de ernst van de problematiek. Een voorwaarde is dat d.m.v. onderzoek vast komt te staan dat we als team in de onderwijsbehoefte van deze leerlingen kunnen voorzien. Er zitten immers grenzen aan wat het team aan vaardigheden in huis heeft om de betreffende zorg te kunnen bieden. Op de CBS Beatrix houdt dat in de praktijk in dat de beperking van de leerling geen negatieve invloed op de leerprestaties en sociaal emotionele ontwikkeling van de overige leerlingen van de groep heeft. Per leerling zal onderzocht worden of het team de juiste zorg kan bieden. Meer en/of hoogbegaafde leerlingen (IQ van 120 en hoger). Deze leerlingen komen in aanmerking voor plaatsing in de Plusklas. Leerlingen met enkelvoudige of meervoudige dyslexie. Op de CBS Beatrix kunnen we drie kinderen per groep met dyslexie lesgeven. Leerlingen met faalangst. Leerlingen met een zorgelijke thuissituatie. Mits het geen bedreiging vormt voor het schoolklimaat.
Welke deskundigheid van uw school zou u ook in willen zetten voor het samenwerkingsverband? We hebben ervaring in het begeleiden van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Er is binnen de school een meer- en hoogbegaafdheidscoördinator werkzaam die zich heeft gespecialiseerd in het verzorgen van onderwijs aan deze leerlingen. Wij bieden tevens de uitvoering en organisatie van de plusklas aan. We zijn altijd bereid om deze kennis in te zetten voor het samenwerkingsverband.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 16
Welke voorwaarde stelt de school hierbij? Dat de betreffende medewerkers zelf gemotiveerd zijn om hun deskundigheid te delen en dat de kosten vergoed worden door het samenwerkingsverband. Deze vergoeding zal worden ingezet om de gedetacheerde leerkracht te vervangen. Tevens dient er in overleg een termijn vastgesteld te worden. 3.2 Planmatig werken Als een school planmatig werkt, betekent dit dat de school een goede manier hanteert om na te gaan welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben en daarop een passend onderwijsaanbod kan organiseren en dat regelmatig evalueert. Als het nodig is, kan de school bovendien aanvullende externe expertise inschakelen. De standaarden die de onderwijsinspectie hanteert voor dit geheel van ‘planmatig werken’, zijn leidend voor wat de school hierover vermeldt in dit ondersteuningsprofiel. De volgende standaarden uit het toezichtkader van de inspectie zijn relevant voor het planmatig werken. Deze standaarden zijn uitgangspunt voor zelfevaluatie. Planmatig werken Zwak Voldoende Goed Excellent Toelichting Leerlingen met x Voor deze leerlingen wordt specifieke een groeps/handelingsplan onderwijsbehoeften en ontwikkelingsperspectief ontwikkelen zich naar opgesteld en geëvalueerd hun mogelijkheden bij groeps-en leerlingbesprekingen. De school met een x In de voorschool werkt de substantieel aantal school met een leerlingen met een gecertificeerd leerlinggewicht biedt taalprogramma en met het Nederlandse taal observatie systeem ‘KIJK‘. leerinhouden aan die Vanaf de nulgroep passen bij de ontwikkelen we nu een onderwijsbehoeften van doorgaande lijn inde leerlingen met een onderbouw. Maximale taalachterstand tijdsinvestering in groepen 3-8 op taalgebied. Onze methodes bieden diff. mogelijkheden om deze ondersteuning te realiseren. De leerlingen voelen zich x Tweejaarlijks wordt er een aantoonbaar veilig op leerlingtevredenheidspeiling school afgenomen bij de groepen 6 t/m 8 Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 17
De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen.
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen
x
x
x
x
Incidenten worden geregistreerd. Ook wordt er jaarlijks een RI&E ingevuld. Verder is er binnen de school een vertrouwenspersoon aanwezig. De school heeft een goed contact met de wijkagent. We hebben een pestprotocol. Er is een veiligheidsplan aanwezig. De school werkt preventief om dit soort excessen te voorkomen. Goede communicatie kan preventief werken. Er is een gedragsprotocol (AAP) aanwezig voor leerkrachten, medewerkers, ouders en leerlingen. Schoolbreed wordt de methode leefstijl gebruikt. In het groepshandelingsplan wordt gewerkt met de 3slag. Voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand wordt een OPP opgesteld.
x
We gebruiken het DIM. Ook gebruiken we de instructietafel. We zetten ICT materialen in.
x
We werken met de 3-slag en houden rekening met individuele leerbehoeften. We hebben onze opdrachten hierop afgestemd. We werken met de 3-slag maar houden ook rekening met individuele leerbehoeften. We maken gebruik van de time-timer of ondersteunen met
x
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 18
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school stelt bij plaatsing zo nodig een ontwikkelingsperspectief vast.
x
x
x
De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben.
x
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor de
x
x
zandlopers. We volgen de kinderen middels de Cito toetsen en registeren deze resultaten in het leerlingvolgsysteem (ESIS)
Methodegebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen worden geregistreerd en geanalyseerd. Alleen bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Zie beschrijving in ons zorgplan We hebben een visie ontwikkeld op het gebied van aanbieden van een OPP. Bij evaluatie van het ontwikkelingsperspectief worden waar nodig doelen, etc. bijgesteld.
Vroegtijdige signalering begint al met de ‘Kijk’. Via het leerlingvolgsysteem signaleert de school welke leerlingen ondersteuning nodig hebben (cyclisch werken)Ook maken we gebruik van observatiesystemen en de professie van de leerkrachten Deze ondersteuning staat beschreven in het groepshandelingsplan. De gegevens worden uit Esis gehaald en uit de gegevens
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 19
leerlingen
De school voert de ondersteuning planmatig uit De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau haar eigen kerntaak overschrijden De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie
van de methode gebonden toetsen x
x
x
x
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen
x
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces
x
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten
x
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces
x
We werken met een plan van aanpak, opbrengst gericht en werken cyclisch We werken met een plan van aanpak, opbrengst gericht en werken cyclisch Binnen en buiten het MDO hebben we direct contact met CJG, SMW en PPO Rotterdam of we krijgen tips om in contact te komen met ketenpartners.
Via het leerlingvolgsysteem heeft de school daar inzicht in. Ook worden hierin maatschappelijke doelen in mee genomen Minimaal twee keer per jaar evalueert de school de resultaten van de leerlingen. Dit wordt besproken op leerkrachtniveau, bouw niveau, team niveau en PCBO niveau. Via de gesprekkencyclus, gerichte observaties, flitsbezoeken en geplande evaluaties. We werken met een plan van aanpak. De inspectie heeft dit onderdeel met een 3 gescoord (2011) Na evaluatie van het plan van aanpak komen er eventuele bijstellingen op het plan van aanpak om de kwaliteit van het
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 20
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit
onderwijsleerproces te implementeren 2x per jaar heeft de school doelstellinggesprekken bij het bestuur . Resultaten worden beschreven in de nieuwsbrief en in de schoolgids.
x
Bron: Toezichtkader PO 2009 IJkpunten voor basiszorg in het primair onderwijs, C.J.M. Hoffmans Pagina 11
Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? De school heeft al een grote stap gezet in het planmatig werken binnen de basiszorg in de groep. Ook zijn we steeds beter in staat om leerlingen met een cognitieve achterstand te begeleiden, geregeld ook met ondersteuning van een ambulant begeleider. De verdiepte zorg in de klas wordt verzorgd in het (zeer) intensief arrangement ( aanpak 1). Om dit te realiseren gaan we de groepsplancyclus nog strakker uitvoeren. We leggen de focus de komende periode vooral op de verbetering van de analyses en evaluaties. Na iedere methodetoets wordt gecheckt of de lln. de lesstof snappen en wordt het lesprogramma eventueel aangepast. Vooral de acties van de leerkracht worden in het groepsplan bijgehouden. Door dit structureel te doen, kunnen we voor een groot deel van onze leerlingen passend onderwijs geven. Op dit moment wordt gewerkt volgens actiepunten uit het plan van aanpak en dit plan wordt jaarlijks geëvalueerd. De leerkrachten worden gecoacht, begeleid en ondersteund om te groeien in hun leerkrachtvaardigheden. Door teamscholing en individuele nascholing worden zij in staat gesteld om nieuwe kennis en vaardigheden te ontwikkelen om het passend onderwijs goed inhoud te kunnen geven. Handelingsgericht werken Zwak Voldoende Goed Leerkrachten x verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie,
excellent
toelichting De behoeften worden beschreven in het groepsplan
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 21
gesprekken en het analyseren van toetsen Leerkrachten bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen Leerkrachten reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s Leerkrachten zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Leerkrachten werken x samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen Leerkrachten werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige
x
x
Tijdens groeps- en leerlingbesprekingen met de intern begeleider komen deze onderwerpen aan bod. Ook overleggen de leerkrachten met hun duo collega’s Tijdens doelstellingengesprekken reflecteren leerkrachten op hun eigen vaardigheden.
x
Zie boven.
x
Er wordt ingezet op collegiale consultatie en ouderbetrokkenheid en leerlingenraad. Hier kunnen nog stappen worden gezet. Dit is een aandachtspunt
x
x
Dit is een aandachtspunt.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 22
en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak Leerkrachten benoemen hoge, reële SMART-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte termijn(tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s
x
Leerkrachten werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, subgroepjes en mogelijk een individuele leerling beschrijven
In het groepshandelingsplan staan de doelen. Voor elke les formuleert de leerkracht een SMART-doel en bespreekt deze met de leerlingen. De doelen worden gecommuniceerd met de lln en collega’s. Minder nog met onze ouders, hier ligt een aandachtspunt. Aan het einde van de les wordt dit doel met de leerlingen geëvalueerd. De groepsdoelen op de lange termijn komen aan de orde tijdens het doelstellingengesprek met de directie. Daarnaast vindt twee keer per jaar een schoolanalyse plaats. x
In het groepshandelingsplan wordt er gewerkt met de 3-slag. Daarin staan de leerlijnen en de doelen beschreven.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 23
Leerkrachten bespreken minstens drie keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider De onderwijs- en begeleidingstructuur is voor een ieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar hoe en wanneer Leerkrachten communiceren op een open en transparante wijze naar collega’s, leerlingen en ouders en maken gebruik van elkaars deskundigheid.
x
x
Bij ons is dit twee keer per jaar. Wel zit er nog een evaluatie tussen.
x
Het uitgangspunt hierbij is ons schoolondersteuningsplan en schoolplan.
Leerkrachten werken nauw samen met elkaar binnen de bouw. Elke leerkracht dient in staat te zijn om het leerkrachtgedrag te verantwoorden.
Wat betekenen deze gegevens voor de mogelijkheden die de school ziet om nu en in de toekomst passend onderwijs te realiseren voor kinderen met uiteenlopende onderwijsbehoeften? In de afgelopen schooljaren zijn we actief bezig geweest met het invoeren van het handelingsgericht werken, voor het plannen van ons onderwijs en het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen gebruiken we handelings- en groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven. Vanuit de principes van handelingsgericht werken kijken we naar kinderen en formuleren we onderwijsbehoeften. De volgende punten behoeven nog veel aandacht en vraagt een belangrijke denkomslag van de collega’s; Het betrekken van ouders bij het analyseren en verduidelijken van de problematiek, het denken in wat een leerlingen nodig heeft en de sterke kanten van de leerlingen benutten en een vertaling maken naar concrete acties in de groep. Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 24
Hoofdstuk 4 Onderwijs (zorg-)arrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Voor dit hoofdstuk zijn 5 onderwijsdomeinen gebruikt als leidraad: 1. Leren en ontwikkeling 2. Fysiek en medisch 3. Sociaal-emotioneel en gedrag 4. Werkhouding 5. Thuissituatie Onze school wil onderwijs bieden aan alle leerlingen, mits dit binnen onze mogelijkheden ligt. In dit profiel beschrijven we waar de grenzen en mogelijkheden van onze leerlingenzorg liggen. Voor de categorie leren en ontwikkeling zijn wij van mening veel deskundigheid in huis te hebben om passend onderwijs te kunnen realiseren. Wij zijn in staat om leerlingen die specifieke begeleiding nodig hebben op het gebied van lezen, taal, spelling, rekenen, schrijven e.d. te begeleiden door een intensief arrangement (aanpak 1) aan te bieden. Binnen het intensief arrangement wordt ook gewerkt met ontwikkelingsperspectieven. Onze grens ligt bij leerlingen waarvan uit onderzoek is gebleken dat er sprake is van een dermate lage intelligentiequotiënt dat wij als school niet in de juiste zorgbehoefte kunnen voorzien. Daarnaast kan het ook gebeuren dat er een gebrek aan opnamecapaciteit is die veroorzaakt wordt door het feit dat er binnen een groep al meerdere leerlingen met een specifieke zorgbehoefte opgevangen worden. Voor de categorie fysiek en medisch zijn wij van mening dat wij als school niet alle kinderen kunnen opvangen. Het gebouw is niet toegankelijk voor minder valide leerlingen. Kinderen met een ernstig visuele beperking kunnen niet opgevangen worden. Wij hebben ook een aantal grenzen (dieptezorg), die in hoofdstuk 5 benoemd worden. Voor de categorie sociaal-emotioneel en gedrag zijn wij van mening in veel gevallen passend onderwijs te kunnen realiseren. Wij kunnen niet in de juiste zorgbehoefte voorzien wanneer leerlingen de veiligheid en rust van andere leerlingen in gevaar brengen of het leerproces van andere leerlingen ernstig verstoren (zoals bijvoorbeeld leerlingen met een cluster 4 indicatie). Voor de categorie werkhouding zijn wij van mening dat wanneer de werkhouding niet gerelateerd is aan een gedragsprobleem, passend onderwijs gerealiseerd kan worden. De thuissituatie van onze leerlingen Op onze school is een maatschappelijk werkster werkzaam en vindt zes keer per jaar een MDO plaats. Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 25
Hoofdstuk 5 Grenzen aan de mogelijkheden van ons onderwijs
Bij leren en ontwikkeling bereiken wij een grens bij leerlingen die in mindere mate zelfstandig en taakgericht kunnen werken, leerlingen waarbij sprake is van een dusdanige multi-problematiek dat het niet meer door de leerkracht in de groep kan worden opgevangen. Dit geldt voor leerlingen met een agressieve gedragsstoornis (ODD, Oppositional Defiant Disorder) en antisociale gedragsstoornissen (CD, Conduct Disorders). Bij fysiek- medisch domein bereiken wij een grens als er sprake is van blinde en dove kinderen, ernstig fysiek, gehandicapte of verstandelijk beperkte kinderen. Leerlingen die in een rolstoel zitten, leerlingen die afhankelijk zijn van medische zorg. Bij sociaal- emotionele ontwikkeling bereiken wij een grens bij het onderwijs organiseren voor leerlingen die aangewezen zijn op een 1 op 1 begeleiding om hun gedrag te reguleren. Ook bereiken wij een grens als er structurele onveiligheid is voor de leerling zelf, medeleerling of de leerkracht, zoals leerlingen met een agressieve gedragsstoornis (ODD, Oppositional Defiant Disorder) en antisociale gedragsstoornissen (CD, Conduct Disorders). Bij werkhouding bereiken wij een grens als de werkhouding een 1 op 1 begeleiding nodig heeft en als na herhaaldelijk, structurele begeleiding, geen verbetering is in het gedrag van de leerling en de werkhouding en daarmee de leerontwikkeling in het geding komt. We bereiken een grens als het gedrag van een leerling dusdanig storend is, dat er geen les gegeven kan worden. Bij thuissituatie bereiken wij een grens indien er sprake is van zeer ernstige misstanden in de thuissituatie, waarbij de veiligheid van de school in het geding komt. Samenvattend: Wij staan altijd open om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om leerlingen passend onderwijs te bieden. Er zijn echter altijd grenzen aan onze zorg.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 26
Hoofdstuk 6 Ambities Het is ons streven om voor zoveel mogelijk leerlingen in de juiste zorgbehoefte te kunnen voorzien. Om dit streven te kunnen bewerkstelligen heeft het team de volgende speerpunten geformuleerd op het gebied van: Leren en ontwikkeling: Up to date houden van de kennis van kinderen met een laag IQ en met een ontwikkelingsvoorsprong om zo goed mogelijk ons onderwijs af te stemmen op de behoefte van ieder kind. Stimuleren van de professionele ontwikkeling van de leerkracht. Sociaal en emotioneel gedrag: Het realiseren van een goed eenduidig pedagogisch klimaat, d. m. v een ondersteunend en planmatige aanpak. (methode nog nader te bepalen). Uitvoeren van het protocol straffen en belonen. Fysiek en medisch: Het opstellen van een medicijn protocol. Werkhouding: Leerlingen leren reflecteren op hun eigen onderwijsproces. De gegevens van de observatiegegevens “KIJK” en SCOL verwerken in de groepsplannen en uitvoeren. Implementatie van een teambreed in te zetten instrument wat de werkhouding bevordert. Thuissituatie: Vergroten van de ouderbetrokkenheid. O.a. middels het uitvoeren van een analyse startend bij de inschrijving van de peuters. Dit vormt de basis van onze ouderactiviteiten. Continueren van de werkgroep ouderbetrokkenheid. Ouders vroeg betrekken bij zorgen omtrent het kind in het OSO.
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 27
Hoofdstuk 7 Wat de school voor anderen binnen het SWV kan en wil betekenen in het kader van passend onderwijs Wij zijn een school waar leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften nu reeds worden opgevangen. Leerlingen met onderwijsbehoeften, zoals structuur, rust, emotionele veiligheid kunnen bij ons een plek vinden. Leerlingen met een niet te grote, fysieke en/of medische beperking die leerbaar en gedragsmatig te reguleren zijn, kunnen bij ons geplaatst worden, met ondersteuning van externe partners. Er is ervaring bij ons op school met het werken met ontwikkelingsperspectieven.
Hoofdstuk 8 Samenvattende conclusies Wij zien als school veel mogelijkheden om in de toekomst passend onderwijs te bieden. Wij stellen echter wel grenzen aan de zorg die wij als school kunnen bieden. Plaatsing van een kind blijft afhankelijk van de zorgbehoefte van het betreffende kind. Voor kinderen met ernstige gedragsproblemen (zoals bijvoorbeeld een leerling met een cluster 4 indicatie) missen wij als team de expertise om in de juiste zorgbehoefte te kunnen voorzien. Waar de grens ligt voor onze school blijft altijd afhangen van de casus zelf. Bij elke aanmelding zal afzonderlijk bekeken worden of wij als team in de juiste zorgbehoefte kunnen voorzien. Team CBS Beatrix: 2014 Bijlagen: 1. Resultaten vragenlijst schoolondersteuningsprofiel (Sardes).
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 28
Schoolondersteuningsprofiel CBS Beatrix 29