SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL Instituut voor Orthopedagogisch Onderwijs (IvOO) Afdeling VSO diplomastroom
15-12-2012
De profielen dienen, enerzijds per school en anderzijds gebundeld tot een overzichtelijk geheel, de dialoog binnen de samenwerkingsverbanden in de regio’ s in voorbereiding op het ondersteuningsplan.
Het profiel legt in deze fase de focus op het beschrijven van de gespecialiseerde dieptezorg die in de huidige situatie door de scholen voor (V)SO geboden wordt. Voor wat betreft de beschrijving van basis- en breedtezorg, en de (kwaliteit)afspraken daarbinnen, wordt in een volgende fase aangesloten bij de specifieke afspraken per samenwerkingsverband. Het is geen statisch document, maar zal zijn dynamiek en doorontwikkeling kennen binnen het toekomstige passend onderwijs.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 1
SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SO
VSO
AB
School:
Instituut voor Orthopedagogisch Onderwijs (IVOO)
Adres:
Proost de Beaufortstraat 45
Postcode:
6231 EB
Plaats:
Meerssen
Brinnr.:
00SH -
Identiteit:
R.K.
Tel.:
043-346 7730
Email:
[email protected]
Site:
www.ivoo.eu
Maakt deel uit van SWV(-en):
(bestuurs- en schoolnummer)
/
/
/
/
/
(nummers)
Dit document is vastgesteld door het bestuur, na advies (G)MR. Datum:
-
-
Handtekening:
Naam, functie:
,
ALGEMEEN De school is onderdeel van bevoegd gezag MosaLira. De school heeft een formele (op overeenkomsten gebaseerde) samenwerkingsrelatie met: niet van toepassing
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 2
De school is een doelgroepenschool en biedt (voortgezet) speciaal onderwijs voor leerlingen van 12 t/m 19 jaar van de volgende doelgroep(en) en omvang: 1-10-2012
ZMLK LG MG LZ -somatisch ZMOK LZ -psychiatrisch
133
LL LL LL LL LL LL LL LL
1-10-2011
131
LL LL LL LL LL LL LL LL
1-10-2010
107
LL LL LL LL LL LL LL LL
1-10-2009
55
LL LL LL LL LL LL LL LL
De doelgroepenscholen van het speciaal en het voortgezet speciaal onderwijs zien wij als voorzieningen binnen de regionale samenwerkingsverbanden, die daar waar nodig de reguliere scholen aanvullen in hun opdracht om passend onderwijs te bieden. Plaatsing wordt met de invoering van passend onderwijs afhankelijk van de onderlinge afspraken in het regionale samenwerkingsverband. Voedingsgebied => De leerlingen zijn voornamelijk afkomstig uit de gemeenten: Venray Horst aan de Maas Venlo Nederweert Beesel Weert Maasgouw Leudal Roermond Roerdalen
Peel en Maas Echt-Susteren Sittard-Geleen Stein Onderbanken Schinnen Brunssum Heerlen Landgraaf Beek
Meerssen Nuth Maastricht Kerkrade Voerendaal Valkenburg aan de Geul Simpelveld Gulpen-Wittem Eijsden-Margraten Vaals
Onderwijslokaties (aantal): 1 Op deze locatie wordt VMBO-TL onderwijs geboden aan leerlingen met een autisme spectrum stoornis; leerlingen kunnen hun diploma behalen. Daarnaast wordt de onderbouw van de Havo aangeboden. Adressen (buiten het hoofdgebouw) i.g.v. meerdere leslokaties:
Lokaties andere activiteiten (leerwerkbedrijf, etc. => soort activiteit en adres opnemen):
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 3
BESCHRIJVING VAN DE DOELGROEP De doelgroep(en) zijn leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften in de school- en (vaak ook de) thuissituatie: Alle leerlingen die onderwijs volgen op IvOO diplomastroom hebben een indicatie voor cluster 4 onderwijs en een stoornis in het autistisch spectrum. De aanpak van IvOO diplomastroom is gericht op de stoornis in het autistisch spectrum. Wanneer er tevens sprake is van een bijkomende problematiek wordt vastgesteld of de stoornis in het autistisch spectrum wel op de voorgrond staat en of de andere problematiek het schoolse functioneren niet teveel belemmert. Autisme kenmerkt zich door problemen met sociale interactie, communicatie en informatieverwerking. Dit betekent dat de leerlingen op didactisch gebied een passend aanbod dienen te krijgen, maar dat ze daarnaast ook begeleiding nodig hebben op het gebied van zelfstandigheid, sociale contacten, interactie met volwassenen en leeftijdsgenoten. De leerlingen krijgen een didactisch en sociaal emotioneel aanbod dat gericht is op doorstromen naar vervolgonderwijs. (Naar te onderscheiden doelgroepen de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften kort typeren, handelingsgericht gekoppeld en gerelateerd aan (groepen van) leerlingkenmerken)
Instroom: De meeste leerlingen zijn ingestroomd vanuit: KDC MKD SBO regulier PO PRO LWOO / OPDC regulierVO andere (V)SOschool rechtstreekse instroom vanuit SO buitenland
2,17 35,87 1,09 22,83 20,65 14,13 3,26
% % % % % % % % % % %
Procentueel deel is het gemiddelde van de afgelopen 3 jaar
Toelating: Tot 1-8-2014** is toelating mogelijk met een indicatie* op grond van de landelijke indicatiecriteria. Na de aanmelding bij de school start de interne procedure bij de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school en neemt het bevoegd gezag vervolgens een toelatingsbesluit op basis van het advies van de CvB. Deze commissie bestaat uit: psycholoog/orthopedagoog jeugdarts revalidatiearts
maatschappelijk deskundige IBer .
directielid
In principe zijn tot 1-8-2014 alle leerlingen met een indicatie voor de schoolsoort (cl 3) of het cluster (cl 4) plaatsbaar.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 4
Vanaf 1-8-2014 is plaatsing gebonden aan de toelaatbaarheidafspraken per SWV, met een overgangsregeling van 2 jaar voor zittende leerlingen. *zie bijlage voor de huidige criteria
** of zoveel later als de wetgeving passend onderwijs in gaat na 1-8-2014
Grenzen aan toelaatbaarheid: Aan welke leerlingen kan de school geen passend aanbod bieden: IVOO diplomastroom kan geen passend aanbod bieden aan leerlingen die niet in staat zijn in een klassensituatie te functioneren en/of het grootste deel van de dag één op één begeleiding nodig hebben en/of vmbo-tl of havo-niveau niet aankunnen. Ook wanneer er sprake is van comorbiditeit (een combinatie van verschillende stoornissen) en de gevolgen van de stoornis in het autistisch spectrum niet het primaire probleem is, wordt een andere school geadviseerd. Wanneer de VSO diplomastroom een leerling didactisch en/of sociaal emotioneel niet kan bieden wat hij nodig heeft wordt samen met ouders (en indien nodig hulpverlening) gezocht naar een passend onderwijsplek. Voor een leerling die (tijdelijk) niet in staat is onderwijs te volgen, wordt in overleg met ouders en hulpverlening gezocht naar een passend behandelaanbod. Doel is daarbij om de leerling zo snel mogelijk terug binnen het onderwijs te plaatsen. Terugplaatsing: Criteria voor terugplaatsing van leerlingen naar het reguliere onderwijs: Didactisch: De leerling moet kunnen aansluiten bij het didactisch niveau dat aangeboden wordt door het regulier VO. Pedagogisch: Om tot leren te komen, is een randvoorwaarde voor leerlingen met autisme dat ze zich veilig voelen. Of deze veiligheid binnen het regulier onderwijs er voldoende is, verschilt per leerling en is ook afhankelijk van de mogelijkheden van de reguliere school. Afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling dient er begeleiding te zijn op het gebied van zelfstandigheid, sociale contacten, interactie met volwassenen en leeftijdsgenoten. Verder moet een leerling in staat zijn hulp te vragen en moet hij zich kunnen handhaven in een groep van 30 leerlingen en een school met veel leerlingen. Ondersteuningsbehoefte: De onderwijsbehoefte van leerlingen is verschillend. Of een leerling teruggeplaatst kan worden naar regulier onderwijs, hangt vooral af van de mogelijkheden van de reguliere school om in de onderwijsbehoefte van de leerling te voorzien. Anders: Als een leerling teruggeplaatst wordt, is dat meestal met een indicatie en dus met Ambulante Begeleiding. Na het afronden van de onderbouw vmbo tl bekijkt het team in overleg met ouders of een leerling teruggeplaatst kan worden. Als een leerling havo gaat doen, schakelt hij of zij altijd na de onderbouw, omdat IvOO diplomastroom geen bovenbouw Havo aanbiedt. Percentage terugplaatsing: < 10 %. De diplomastroom is een relatief jonge afdeling. Omdat pas na het afronden van de onderbouw geschakeld wordt, zijn er nog weinig leerlingen geschakeld. (gemiddelde over laatste 3 jaar)
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 5
Uitstroom: De meeste leerlingen verlaten de school rond hun 15e of 18e levensjaar. Gemiddeld % afgelopen 3 jaar
En stromen ze uit naar: VSO VSO VSO VMBO HAVO / VWO PRO LWOO / OPDC MBO HBO / WO Betaalde baan in vrij bedrijf Betaalde baan in sociale werkvoorziening Dagbesteding met arbeidsmatig karakter Dagbesteding met ervaringsgericht zorgkarakter Anders, nl: dagbehandeling Anders, nl: buitenland Anders, nl: overleden Anders, nl: i.o.m. leerplicht (studieplus) onbekend
38,78 % % % 20,41 % 8,16 % % % 10,20 % % % % % % 2,04 % 14,29 % 2,04 % 2,04 2,04
DOELSTELLING Doel van het onderwijs van de school in één zin: IvOO Diplomastroom biedt onderwijs en begeleiding dat de leerlingen zo goed mogelijk in staat stelt om door te stromen naar vervolgonderwijs en zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de maatschappij. (Korte typering van het onderwijs en wat school belangrijk vindt)
ONDERWIJS: AANBOD EN ORGANISATIE VOOR GEPLAATSTE LEERLINGEN De (V)SO-school kenmerkt zich als doelgroepenschool door een specifiek, specialistisch en verdiept aanbod, gericht op een kleine en af te bakenen doelgroep van leerlingen met vergelijkbare kindkenmerken en daaraan te koppelen specifieke behoeften in onderwijsondersteuning, zorg en vaak ook ondersteuning in de thuissituatie. Enkele kenmerkende uitgangspunten en opvattingen bij de doelgroepenbenadering: -
De doelgroep heeft betrekkelijk uniforme onderwijs- en ondersteuningsbehoeften
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 6
-
Leren in homogene groepen van leerlingen met betreffende onderwijsbehoeften heeft voorkeur
-
De expertise die de doelgroep nodig heeft vraagt een omgeving van een specialistische voorziening.
De school biedt speciale ondersteuning aan leerlingen, die door hun beperking niet in staat zijn om deel te nemen aan het reguliere onderwijs. Op hoofdlijnen een beschrijving.
Onderwijsconcept / Schoolconcept / Uitgangspunten: Het werken en handelen van het personeel is aangepast op de mogelijkheden van leerlingen met autisme. Er wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van leerlingen met autisme, zonder de eisen van het voortgezet (diploma)onderwijs geweld aan te doen. Doelstelling is het halen van een diploma of schakelen naar (regulier) voortgezet onderwijs, structurele aanpassingen die gedaan worden voor leerlingen mogen deze doelstelling niet in de weg staan. Wel kunnen er tijdelijke aanpassingen nodig zijn om een leerling tot rust te laten komen of minder/anders te belasten. Het onderwijsaanbod is gebaseerd op structurering van tijd, plaats, activiteit en ruimte. Een veilig klimaat is bovendien belangrijk voor de leerlingen. Dit wordt gerealiseerd door duidelijke regels en afspraken en consequent handelen. De samenwerking met ouders en derden (zoals hulpverlening en jeugdzorg) is intensief. Communicatie met deze partijen is nodig om veiligheid te creëren voor de leerlingen; leerlingen met autisme hebben moeite met het zien en ervaren van samenhang, ook tussen verschillende leefgebieden. Communicatie daarover tussen de betrokkenen is dus belangrijk. (Het gaat hier om theorieën als uitgangspunt voor handelingsgericht en/of ontwikkelingsgericht werken, langs de lijnen instroom-doorstroom-uitstroom en ontwikkelingsperspectief).
Samenstelling groepen: De groepen zijn samengesteld op basis van: leeftijd sociaal/emotionele criteria didactische criteria specifieke doelgroep specifieke doelgroep
Didactisch niveau is het belangrijkste criterium bij het indelen van de groepen. De brugklassen zijn gemengd (vmbo-tl/havo), vanaf het tweede leerjaar zijn er aparte klassen voor vmbo-tl en havo. Het didactisch niveau moet homogeen zijn, indien mogelijk wordt er ook gekeken naar sociaal emotionele criteria en naar groepsdynamica (welke leerlingen kunnen beter wel/niet bij elkaar in de klas?). Er zijn relatief weinig meisjes die onderwijs volgen op IvOO Diplomastroom, indien mogelijk en wenselijk worden zij zoveel mogelijk bij elkaar in de klas geplaatst.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 7
(Evt. toelichting op kenmerken voor inrichting van het onderwijs i.r.t. samenstelling groepen)
Omgaan met verschillen en speciale onderwijs- en ontwikkelingsbehoeften: ontwikkelingsperspectief, uitstroomniveau’ s en referentieniveau’ s IvOO Diplomastroom kijkt niet alleen naar wat de leerling tot dan toe heeft bereikt, maar ook naar het verwachte uitstroomniveau en wat nodig is in het aanbod om de leerling op het verwachte niveau te krijgen. Voor iedere leerling wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. In dit ontwikkelingsperspectief is het uitstroomprofiel opgenomen. groepsplannen en individuele handelingsplannen De diplomastroom werkt met didactische groepsplannen en elke klas heeft drie pedagogische groepsplannen gericht op sociaal gedrag. Alle groepsplannen bestaan uit arrangementen op drie niveaus (intensief, basis en verdiept). Per leerling wordt per vak bekeken in welke arrangement hij/zij geplaatst wordt. Drie maal per jaar wordt met ouders besproken in welk arrangement zijn/haar kind zit. Indien noodzakelijk wordt aanvullend op het groepsplan een tijdelijk actieplan opgesteld en uitgevoerd. Dit wordt vermeld in het ontwikkelingsperspectief. Bij de jaarlijkse evaluatie van het ontwikkelingsperspectief worden de pedagogische groepsplannen besproken. één plan onderwijs en zorg leerroutes, leerstofsysteem en leerlijnen ** De onderbouw van vmbo-tl en havo wordt met een jaar verlengd. Dit betekent dat de didactische leerstof in een lager tempo wordt aangeboden. Hierdoor is meer ruimte en tijd om te werken aan sociale en maatschappijvaardigheden, sociaal emotionele ontwikkeling en leren leren. Dit gebeurt aan de hand van vijf leerlijnen: toekomstoriëntatie, leren leren, zelfbeeld, omgaan met media en sociaal gedrag. Uitsluitend sociaal gedrag staat beschreven in pedagogische groepsplannen. De andere leerlijnen zijn verwerkt en terug te vinden in de curricula. Overgangscriteria zijn gebaseerd op cijfers, maar ook op de voortgang op deze leerlijnen. Soms voldoet een leerling aan de didactische overgangsnormen, maar wordt op basis van de voortgang op een of meerdere van deze leerlijnen besloten dat de leerling niet over kan gaan naar het volgende leerjaar. De leerlingen krijgen dezelfde leerstof als in het reguliere voortgezet onderwijs, er wordt gebruik gemaakt van reguliere methodes. de relaties daarbinnen (Beschrijven van aanpak:. Tevens opnemen: looptijd van plannen, betrokkenheid van partijen bij opstellen en ondertekenen, evaluatie, bewaken voortgang, etc.) ** Door de CED groep zijn voor leerlingen met een IQ tot 35 en voor ZML-leerlingen leerlijnen ontwikkeld. Deze zijn ter informatie toegelicht in de bijlage.
Continuïteit onderwijszorg: Zorgstructuur: Het IVOO heeft drie zorgniveaus. Het eerste niveau is op klassenniveau. De mentor en de Intern Begeleider voeren voortgangsbesprekingen over de leerling en de klas. Wanneer op het eerste niveau nog vragen blijven liggen, wordt op het tweede niveau de gedragsdeskundige erbij betrokken. Dit is meestal ook het moment dat ouders betrokken worden. Als hulp van buiten de school noodzakelijk is, wordt gesproken over zorgniveau drie.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 8
De didactische voortgang van de leerling wordt drie maal per jaar besproken door IB-er en leerkrachten. Twee maal per jaar is er een voortgangscontrolebespreking tussen mentor en IB-er. Na deze bespreking volgt bespreking van de leerling in het hele leerjaar tijdens een leerlingbespreking. De pedagogische voortgang van de leerling wordt twee maal per jaar besproken door mentor en IB-er. Leerlingvolgsysteem en rapporten: Het IvOO werkt met een digitaal leerlingvolgsysteem: Schooldatabeheer. In dit systeem worden de contacten en afsprkaken genoteerd. De didactische en pedagogische vorderingen worden daarnaast in het papieren dossier opgeslagen, omdat Schooldatabeheer daarvoor geen mogelijkheden biedt. De docenten gebruiken allemaal de methodegebonden toetsen. De leerlingen worden in de onderbouw twee keer getoetst met het VAS (Volg- en Adviessysteem) van Cito. De leerlingen krijgen drie keer per schooljaar een rapport waarin ook een voorlopig advies vermeld staat. Specifieke aandachtsvelden bij leergebiedoverstijgende doelen / activiteiten: In het onderwijs wordt aandacht besteed aan didactiek en vijf leergebiedoverstijgende leerlijnen. Zie ook ‘leerroutes, leerstofsysteem en leerlijnen’ Arbeidstoeleiding en Stage: De leerlingen van IvOO diplomastroom lopen jaarlijks allemaal twee maal een dag maatschappelijke stage. Onderwijstijd en behandeltijd: De leerlingen zijn van 8:40-15:15 uur op school, op woensdag van 8.40 tot 13.35 uur. De school werkt samen met verschillende hulpverlenings- en begeleidingsinstanties. Alleen behandeling door IRIS en Somnium kan onder schooltijd op school worden geboden. Met deze organisaties heeft de diplomastroom een samenwerkingsrelatie. Om te voorkomen dat er teveel verschillende organsaties binnen school werken zijn er slechts met twee organisaties afspraken hierover. Bij voorkeur vindt behandeling na schooltijd plaats. Incidenteel krijgt een leerling die in behandeling is bij de GGZ therapie onder schooltijd of hebben ze een gesprek met hun begeleider. Randvoorwaarden, Thuissituatie, Wonen en Vrije tijd: Het IvOO vindt het belangrijk een goede afstemming te hebben met ouders en hulpverlening over alle leefgebieden van de leerling. Hierover vindt, indien nodig, regelmatig communicatie plaats. Op de school is informatie aanwezig over instanties, verenigingen, bureaus en hulpverleners die leerlingen met autisme en hun ouders kunnen ondersteunen op het gebied van wonen en vrije tijd. Deze informatie is altijd op te vragen en in te zien. Bijzonderheden / Aanvullingen:
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 9
IvOO Diplomastroom heeft een eigen (actieve) ouderraad en leerlingenraad.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 10
VOORZIENINGEN
Beschrijving van de speciale voorzieningen volgens het huidige arrangement op de volgende vijf velden: 1. De hoeveelheid aandacht/handen in de groep. 2. Speciale onderwijsmaterialen en aanpak. 3. De ruimtelijke omgeving. 4. Expertise. 5. Samenwerking met externe instanties rond de zorg voor deze leerlingen.
1. AANDACHT Groepsgrootte: Doelgroep of combi daarvan invullen: MG, ZML, ZMOK, autisme, etc.
9-13
leerlingen gemiddeld per doelgroep leerlingen gemiddeld per doelgroep leerlingen gemiddeld per doelgroep leerlingen gemiddeld per doelgroep leerlingen gemiddeld per doelgroep
ZMOK
(inhoudelijke toelichting onderscheid tussen doelgroepen en eventuele bijzonderheden)
Handen in de klas (per klas gemiddeld; invullen met 2 decimalen): Leerkracht Onderwijs-/klassenassistent Vakleerkracht Leraarondersteuner
1,0
0,7
FTE FTE FTE FTE FTE
Toelichting: Per drie klassen zijn twee leraarondersteuners beschikbaar. Hun inzet in de klassen wordt bepaald op basis van de ondersteuningsbehoefte van de klas en/of docent. De leraarondersteuners geven individuele begeleiding en voeren individuele gesprekken met de leerlingen. Ook zijn zij de trekkers van projecten zoals Global Exploration (een reis naar een ontwikkelingsland met een sociaal motief). (indien gewenst: toelichting en eventuele bijzonderheden vermelden)
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 11
Disciplines in de school (inzetbaar t.b.v. onderwijs en ondersteuning naast en in de klas; met 2 decimalen ): Orthopedagoog / Psycholoog Logopedie Maatschappelijk werk Fysiotherapie Ergotherapie Verpleegkundige Spel- / Creatieve therapie IB RT Psychologisch assistent Stagebegeleiding voor LL-en ICT Extern inzetbaar: (P)AB Vakleerkrachten tekenen, gym, muziek
1,0
1,1 0,1 0,1 9,0 2,5
FTE FTE Screening op aanvraag FTE FTE FTE FTE FTE FTE FTE FTE FTE FTE FTE (totaal op schoolniveau) FTE FTE FTE FTE FTE
2. MATERIALEN en AANPAK Materialen en aanpak met speciale didactische kenmerken: Het didactisch handelen van de leerkracht is te allen tijde gericht op het eindresultaat: het behalen van het diploma door de leerling.De problematiek van de leerlingen vraagt didactisch gezien wel om aanpassingen / hulpmiddelen / compensatie of zelfs dispensatie. Dit wordt als volgt concreet vormgegeven: - stappen van zelfstandig werken daar waar nodig (visueel) trainen - maximaal 15 minuten klassikaal lesstof behandelen, lesstof wordt zoveel als mogelijk visueel ondersteund - indien nodig individuele (verlengde) instructie bij start taak - tussendoor individueel checken of ze vragen hebben - gebruik maken van coöperatieve werkvormen - toetsen voorbespreken met de leerlingen om te checken of ze de vraagstelling begrijpen - toetsen nabespreken met als doel leerlingen te laten reflecteren op hun eigen werk. - dagelijks studiebegeleiding ingeroosterd - inzet van individueel huiswerkplan - regelmatig kleinere onderdelen van de leerstof toetsen door middel van overhoringen, alvorens het geheel te toetsen door middel van een proefwerk - voor een toets wordt de leerstof doorgenomen met de leerlingen om zo leerlingen bewust te maken wat de belangrijkste informatie is - indien nodig wordt de toetsafname aangepast (bv in een 1:1 situatie) - leerlingen structureel samenvattingen laten maken van de leerstof - indien nodig meer verspreiden van toetsen - weekplanning maken en bespreken
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 12
Voor wat betreft de leertijd zijn de kenmerken van het onderwijs op IvOO de volgende: -In de activiteitenplannen staat vermeld hoeveel onderwijstijd voor elk vak staat. - In de didactische plannen wordt verantwoord hoe de lesstof gepland en aangeboden wordt. - Tijdens de les wordt gewerkt volgens het effectieve lesmodel, wat impliceert dat er planmatig en efficiënt wordt omgegaan met de 50 minuten lestijd. - Omdat er opgeleid wordt tot een diploma (met heldere exameneisen) is de marge om te differentiëren in leertijd klein. Wel voorziet het effectieve lesmodel voor een deel in mogelijkheden om te differentiëren in onderwijsbehoeftes van leerlingen zoals beschreven in de groepsplannen (verkorte instructie, verlengde instructie enz). - Door verlenging van de onderbouw met 1 jaar wordt er ruimte gecreëerd voor zaken die ogenschijnlijk geen effectieve lestijd zijn (individuele gesprekken, extra aandacht bij spanningen, individueel of groepsdynamisch enz.) Klassenmanagement Goed klassenmanagement stelt de leerkracht in staat de lesstof gestructureerd en goed georganiseerd aan te bieden. De problematiek van de leerlingen vraagt extra aanpassingen / maatregelen m.b.t. het klassenmanagement. Leerlingen hebben moeite met: - plannen en organiseren - tijdsbesef - teveel verbale informatie - concentratie -wisselingen / veranderingen Concrete aanpak op dit gebied is bij IvOO diplomastroom als volgt: - hulp bij noteren van huiswerk in agenda - toetsen en S.O. worden gevisualiseerd op klassikaal bord - er wordt gewerkt met dag/-weekplanning wat leerkracht samen met leerling opstelt en evalueert - in dag/weekplanning staat gevisualiseerd wat ze moeten maken - door middel van klassikale time-timer en indien nodig individuele time-timer visualiseren binnen welke tijd de taak af moet zijn -inrichting lokaal zo prikkelarm mogelijk - bieden van hulpmiddelen - vast klaslokaal voor leerlingen, leerkrachten wisselen van lokaal - vaste plek waar leerlingen hun spullen kwijt kunnen (kast/lade in vaste tafel) Leerstofaanbod: IvOO diplomastroom maakt gebruik van reguliere VO methodes. Bij de selectie van leerstof worden methodes en materialen gekozen die overzichtelijk en gestructureerd zijn. Leerstof dat onvoldoende aansluit op de behoeften en beperkingen van leerlingen wordt aangepast. (Beschrijven in algemene zin; niet alle gebruikte methodes met naam noemen, anders dan als voorbeeld)
Materialen en aanpak met speciale pedagogische/psychologische kenmerken: Schoolklimaat: Het schoolklimaat dient aan te sluiten bij en te voldoen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen. Leerlingen vragen - Veiligheid - prikkelarme omgeving - structuur
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 13
- directe en duidelijke begeleiding - visualisatie Dit wordt als volgt concreet vormgegeven: - Meer kennis van autisme en aanpak/begeleiding van leerlingen met ASS - kleinschalige school dus minder leerlingen in pauze of op plein - niet alle klassen tegelijk pauze of verdeeld over meerdere ruimtes (binnen en buiten) - kleinere klassen, auti-vriendelijke randvoorwaarden (minder prikkels, meer visuele ondersteuning, minder klassikale auditieve informatie/instructies e.d.) waardoor gevoelens van frustratie verminderen - aanbieden van spelmateriaal tijdens pauze - afspraken maken met leerlingen wat ze gaan doen in de pauze en met wie (pauzeafspraken) - indien noodzakelijk begeleid spel - aanwezigheid surveillerende leerkrachten tijdens pauze - geen lesuitval of tussenuren: dagprogramma loopt hele schooldag door - klas loopt gezamenlijk onder begeleiding van de leerkracht/ leerkrachtondersteuner vanuit het klaslokaal naar de pauzeruimte en/of vaklokalen en terug (leerjaar 1 en 2) Pedagogisch handelen: Het pedagogisch handelen van de leerkracht is afgestemd op de algemene en de individuele onderwijsbehoeftes van leerlingen. Leerlingen vragen van leerkrachten - individuele aandacht -kennis van en begrip voor hun autisme - duidelijke afspraken - een eenduidige aanpak - een rustige gestructureerde handelwijze Dit wordt als volgt concreet vormgegeven: - mogelijkheid voor time-out binnen of buiten de klas - inventariseren met leerling wat frustratie oplevert en hier afspraken over maken (indien nodig visualiseren) om agressie preventief te voorkomen - uitleg geven / inzicht geven over de regels indien nodig - consequent naleven van regels - duidelijk maken wat consequenties zijn als ze zich niet aan regels houden - tijd nemen voor individuele aandacht. Door inzet van leerkracht en leerkrachtondersteuner meer ruimte om tussendoor individuele gesprekken te hebben met leerlingen. - gedrag van de leerling begrijpen vanuit de autismeproblematiek en daar naar handelen. In het (pedagogisch) handelen dient de school het totaalbeeld en functioneren van de leerling te bekijken. Dit wordt als volgt concreet vormgegeven: - doorverwijzen en/of samenwerken met hulpverlening en derden: samen beleid opstellen en afstemmen in de begeleiding van de leerling door alle partijen - Samenwerken met ouders (Beschrijven in algemene zin; niet alle gebruikte methodes met naam noemen, anders dan als voorbeeld)
Materiaal en aanpak gericht op aanpassing aan kindspecifieke fysieke en medische belemmeringen: Voor leerlingen met dyslexie of leerlingen die niet leesbaar kunnen schrijven kan de overweging gemaakt worden een eigen laptop te gebruiken.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 14
(Beschrijven in algemene zin: ICT, meubilair, etc.)
Bijzonderheden: (Indien van toepassing)
3. FYSIEKE OMGEVING EN VERVOER
FYSIEKE OMGEVING De school kent de volgende speciale en extra ruimtelijke voorzieningen, gericht op de doelgroep: verzorgingsruimte(s) behandelruimte(s) rolstoeltoegankelijkheid snoezelruimte prikkelarme lokalen ruimtes voor één op één begeleiding ruimte voor een time out aangepaste toiletten praktijklokalen/-voorzieningen: keuken tuinkas / tuin muziek tekenen zwembad intern eigen gymzaal pauzelokaal prikkelarme werkplekken Toelichting en bijzonderheden
(Beschrijven van nadere bijzonderheden van de voorzieningen en aanpassingen)
VERVOER De leerlingen worden gestimuleerd zoveel mogelijk zelfstandig naar school te komen. Sommige leerlingen mogen bijvoorbeeld 5 minuten later op school komen, omdat ze anders een half uur moeten wachten op een overstap op een station. Ongeveer 65% van de leerlingen maakt gebruik van leerlingenvervoer. (Beschrijven van de bijzondere voorzieningen in deze)
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 15
4. EXPERTISE
Binnen de school is sprake van teamexpertise: kennis, ervaring en vaardigheden die geïntegreerd zijn in de teamaanpak en geïnternaliseerd in het handelen van alle medewerkers. Daarnaast is er ook sprake van specifieke expertise die bij één of meer collega’ s aanwezig is, intern dan wel extern. Algemeen: (Korte beschrijving: wat is kenmerkend voor personeel van de school? Wat maakt ze tot personeel dat geschikt is voor deze leerlingen? Wat heeft personeel nodig om met deze leerlingen te werken, wat maakt ze geschikt voor dit onderwijs? Het gaat hierbij om (ortho)pedagogische, (ortho)didactische, organisatorische competenties en competenties m.b.t. interne en externe samenwerking)
De meeste docenten hebben de PABO gedaan, sommigen hebben daarnaast een tweedegraads lerarenopleiding afgerond. Alle leraarondersteuners hebben een pedagogische opleiding gevolgd, hetzij op HBO of MBO-niveau. Daarnaast hebben de meeste collega’s een master-SEN en/of relevante nascholing gevolgd. Verder zijn alle teamleden geschoold in het werken volgens de 1 zorg route. Van een leerkracht op de IvOO-diplomastroom wordt verwacht dat: - hij/zij didactisch en pedagogisch goed onderlegd is - hij/zij les kan geven volgens het effectieve lesmodel - hij/zij in staat is om pedagogische en didactische groepsplannen te schrijven en planmatig uit te voeren en evalueren - hij/zij in staat is om te reflecteren op het gedrag van de de leerlingen, maar ook op zijn/haar eigen gedrag - hij/zij beschikt over goede communicatieve vaardigheden, zowel met leerlingen, ouders als intercollegiaal - hij/zij flexibel en stressbestendig is - hij/zij bereid is om zich te verdiepen in de problematiek en open staat voor begeleiding of bijscholing.
Het team wordt inhoudelijk aangestuurd door het zorgteam, dat bestaat uit 2 intern begeleiders, een orthopedagoog en een afdelingscoördinator. Teamexpertise:
(te onderscheiden naar gecertificeerde expertise en ervaring)
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 16
Specifieke expertise bij delen van het team / teamleden: Er is een personeelslid gespecialiseerd op het gebied van dyslexie en er zijn personeelsleden die SVIB (school video interactie begeleiding) kunnen uitvoeren. (te onderscheiden naar gecertificeerde expertise en ervaring)
Expertise buitenschools snel toegankelijk: De school werkt intensief samen met IRIS (een eerstelijns psychologenpraktijk) en Somnium (een bureau dat gespecialiseerd is in het begeleiden van kinderen, jongeren en volwassenen met autisme). Expertise van deze bureaus is, indien noodzakelijk, snel beschikbaar.
5. SAMENWERKING MET ANDERE INSTANTIES Deze samenwerking kan variëren van intensieve samenwerking met een zorgpartner (bijvoorbeeld revalidatiecentrum bij LG/LZ/MG-scholen), het inroepen van ondersteuning bij heel specifieke zorgvragen tot sporadische contacten.
nooit
sporadisch regelmatig
vaak
integraal handelingsplan
GGD BJZ GGZ Revalidatie(kliniek) (Kinder)Ziekenhuis Maatschappelijk werk MEE Justitiële inrichting KDC MKD CCE Gemeente CJG Leerplicht Politie Wetenschap/Kenniscentra Xonar Radar NVA (Limburg) Steunpunt autisme
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 17
AMBULANTE DIENSTVERLENING EN ARRANGEMENTEN ARRANGEMENTEN In een aantal gevallen bieden (V)SO-scholen, naast langdurige plaatsing en AB, andersoortige arrangementen (Herstart, Op de Rails, Diabetesprojecten, kortdurende opvang en begeleiding , crisisinterventie, etc.)
IvOO Diplomastroom biedt geen arrangementen. Wel starten er incidenteel leerlingen uit Herstart of Op de rails bij IVOO Diplomastroom. Zij krijgen het reguliere programma aangeboden.
(Beschrijving inhoud van de arrangementen en aantal leerlingen)
AMBULANTE DIENSTVERLENING De ambulant begeleiders bieden vanuit de school reguliere ambulante begeleiding (AB), terugplaatsing ambulante begeleiding (TAB) en preventieve ambulante begeleiding (PAB) aan leerlingen in het regulier onderwijs, die onder de doelgroep van de school vallen. Huidig aanbod: Vanuit een centrale AB-dienst wordt PAB, TAB, AB en OAB geboden. OAB (Overbruggings Ambulante Begeleiding) houdt het volgende in: Als de tijd tussen het verkrijgen van de REC 4-indicatie en plaatsing op een REC 4-school langer duurt dan een maand, biedt IvOO overbruggingsambulante begeleiding (OAB). In de regio(’s):
Aantal leerlingen dat wordt bediend: LG / LZ
BAO SBO VMBO HAVO/VWO PRO LWOO MBO
ZML
LL LL LL LL LL LL LL
MG
LL LL LL LL LL LL LL
cluster 4
LL LL LL LL LL LL LL
75 10 31 57 1 1 31
LL LL LL LL LL LL LL
Bijzonderheden:
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 18
TOEKOMST Ambitie (Ambitie in brede zin: (nieuwe) doelgroepen, verdieping expertise, nevenvestigingen, andere zaken die relevant zijn richting toekomst en passend onderwijs.) Het blijft de ambitie om onderwijs te bieden aan leerlingen met een aan autisme gerelateerde problematiek, voor wie het regulier onderwijs geen passend aanbod heeft. Het onderwijsaanbod zal blijven bestaan uit VMBO-TL (alle leerjaren) en HAVO onderbouw.
Mogelijkheden, grenzen en randvoorwaarden, (o.a. op de vijf velden van de voorzieningen en/of gelegen in leerling-/, leerkracht-, groeps-, team-, school-, thuissituatie- en ondersteuningsfactoren) IvOO diplomastroom kan geen passend aanbod bieden voor leerlingen die niet in staat zijn om in een groep van minstens 10 leerlingen te kunnen functioneren. De school biedt alleen onderwijs op VMBO-TL en HAVO-niveau. Daarnaast kan geen structurele 1 op 1 begeleiding geboden worden. IvOO diplomastroom biedt alleen onderwijs en geen behandeling. Wanneer een leerling behandeling nodig heeft, moet deze extern opgestart worden. Als dit niet gebeurt en een leerling daardoor niet adequaat kan functioneren binnen de schoolsituatie, heeft IvOO Diplomastroom geen passend onderwijsaanbod. Omdat IvOO Diplomastroom onderwijs biedt dat moet leiden tot een regulier diploma, kunnen geen aanpassingen in het onderwijsaanbod gedaan worden die in strijd zijn met de wettelijke eisen die gesteld zijn voor het behalen van een diploma. Arrangementen (Specifieke plannen voor (uitbreiding van) arrangementen binnen (V)SO, anders dan langdurige plaatsing in (V)SO. ) IvOO Diplomastroom wil in gezamenlijkheid met het regulier onderwijs voorkomen dat leerlingen met aan autisme gerelateerde problematiek uitvallen. Mogelijkheden voor gezamenlijke arrangementen kunnen onderzocht worden. In de toekomst is, in verband met het verdwijnen van de indicatiecriteria en de bekostiging die daarmee samenhangt, meer flexibiliteit mogelijk in het bieden van maatwerk aan leerlingen. IvOO Diplomastroom gaat actief op zoek naar overleg met de samenwerkingsverbanden om de mogelijkheden en onmogelijkheden te onderzoeken. Externe dienstverlening Specifieke plannen voor (uitbreiding van) externe dienstverlening vanuit het (V)SO. (Voorbeeld :Ambulant begeleiders beschikken over brede ervaring en expertise, die in de toekomst goed gebruikt kan worden binnen het regulier onderwijs: inzet van co-teaching, ondersteuning bij de breedtezorg, professionaliseren van personeel, etc.)
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 19
Bijlagen * en ** *
TOELICHTING OP CRITERIA EN LEERLIJNEN
HUIDIGE CRITERIA EN TOELATING Toelating scholen cluster 3 Alle scholen van REC 3 Limburg hebben meerdere trajectbegeleiders in dienst. Deze medewerkers kunnen ouders ondersteunen bij het aanvragen van een indicatie voor cluster 3. Als de ouders een indicatie hebben gekregen, kunnen zij hun kind aanmelden bij de school of ambulante dienst. Na de aanmelding bij de school start de interne procedure van de Commissie van Begeleiding (CvB) van de school. De CvB adviseert het bestuur over de toelating van leerlingen tot de school. Een indicatie voor cluster 3 is een voorwaarde voor aanname van de leerling. Als de CvB het bestuur op grond van een aantal uitgangspunten adviseert de leerling niet te plaatsen, gaat de school samen met de ouders op zoek naar een andere passende (onderwijs)plek. Indicatiecriteria Op dit moment geldt landelijke wetgeving voor indicatiestelling van de clusters. Ieder REC heeft de taak een onafhankelijke Commissie voor Indicatiestelling (CvI) in te richten die bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor een indicatie. Hieronder worden de indicatiecriteria weergegeven. Cluster 3 ZML De Commissie voor de Indicatiestelling beoordeelt aanvragen voor deze indicaties op grond van landelijk vastgestelde criteria. De leerling heeft: - een IQ lager dan 55; of - een IQ in de bandbreedte van 55-70 en (bij kinderen tot 7 jaar) een stoornis die het leren en sociaal functioneren ernstig bemoeilijkt; of - het syndroom van Down De onderwijsbeperking hoeft alleen aangetoond te worden bij IQ in de bandbreedte van 5570 en blijkt uit: - zeer geringe sociale zelfredzaamheid ofwel een zeer ernstige ontwikkelingsachterstand op het gebied van sociale redzaamheid waardoor de leerling niet zelfstandig op een reguliere school kan functioneren; en - bij kinderen t/m 7 jaar: ernstige tekortkomingen op het gebied van leer/taakgedrag, zoals werkhouding, taakgerichtheid, aandacht en motivatie en zeer geringe vooruitgang gedurende een jaar; of - bij kinderen van 8-11 jaar: zeer geringe vooruitgang gedurende een jaar bij aanvankelijk lezen, spellen en rekenen; of - bij kinderen van 12 jaar en ouder: schoolvorderingen die niet verder gaan dan de beheersing van de leerstof tot en met eind groep 3 van de basisschool. De ontoereikendheid van de zorgstructuur hoeft alleen aangetoond te worden bij een IQ in de bandbreedte 55-70, en blijkt uit: - indien de leerling nog geen school bezoekt: onvoldoende effect na tenminste een half jaar ondersteuning door zorg- of hulpverleningsinstanties; of - onvoldoende effect na tenminste een half jaar lang extra zorg vanuit de zorgstructuur van het regulier onderwijs (waaronder het samenwerkingsverband), afgestemd op de behoeften van de leerling en eventueel met beschikbare ondersteuning door hulpverleningsinstanties.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 20
Cluster 3 ZML/MG Een aanvraag voor een indicatie cluster 3 ZML/MG beoordeelt de Commissie aan de hand van de volgende criteria: - Een (geschat) IQ lager dan 20 of - Een IQ tussen de 20 en 35 in combinatie met een beperkt gedragsrepertoire en andere medische of gedragsproblemen. Voor een ZML/MG indicatie hoeft een onderwijsbeperking en de ontoereikendheid van de zorgstructuur niet aangetoond te worden. NB: Leerlingen met een ZML/MG indicatie zijn dus niet meervoudig gehandicapt, zoals de kinderen met een cluster 3 MG indicatie. Het gaat om ZML-leerlingen met een grotere begeleidingsbehoefte dan de reguliere ZML-leerlingen. Zij krijgen daarom een hogere bekostiging. Cluster 3 MG De Commissie voor de Indicatiestelling beoordeelt aanvragen voor deze indicatie op grond van de volgende criteria: - Eén of meerdere stoornissen in structuur of functie, die gepaard gaan met motorische beperkingen. Dit in combinatie met een IQ lager dan 70; - Onderwijsbeperking door een van de onderstaande twee criteria o Zeer geringe zelfredzaamheid (afhankelijk van derden voor algemene dagelijkse verrichtingen of onderwijsvoorwaardelijke motorische handelingen of activiteiten) of; o De leertijd is tenminste voor 25% verminderd door noodzakelijke zorg of aan de stoornis gerelateerd verzuim. De ontoereikendheid van de zorgstructuur van de school en het samenwerkingsverband hoeft voor een MG-indicatie niet aangetoond te worden. Bij het aanvragen van de indicatie (en dus ook de bekostiging) wordt geen onderscheid gemaakt tussen MG en EMG leerlingen. De term EMG wordt zowel binnen zorg als onderwijs gebruikt. Kenmerkend voor EMG-leerlingen is dat: - … deze leerlingen vaak veel begeleiding en structuur nodig hebben; - … vaak sprake is van complexe, bijkomende problematiek; - … deze leerlingen een IQ onder de 35 hebben. Cluster 3 LG en LZK De Commissie voor de Indicatiestelling beoordeelt aanvragen voor deze indicatie op grond van de volgende criteria: -
-
-
Er is een stoornis vastgesteld; o Voor LG: één of meer stoornissen die motorische beperkingen veroorzaken en die leiden tot een ernstige belemmering om aan het onderwijs deel te nemen en een IQ hoger dan 70. o Voor LZK: een lichamelijke, neurologische of psychosomatische stoornis, die niet in hoofdzaak leidt tot motorische beperkingen, maar wel leidt tot een ernstige belemmering om aan onderwijs deel te nemen en een IQ hoger dan 70. Er is sprake van een onderwijsbeperking die tenminste blijkt uit één van de volgende drie criteria: o Zeer geringe zelfredzaamheid, of; o Een leerachterstand: behorend tot de 10% zwakst presterende leerlingen (E- en/of D-scores op de Cito-toetsen), of; o De leertijd is tenminste voor 25% verminderd door noodzakelijke zorg of aan de stoornis gerelateerd verzuim. De zorgstructuur van de school en het samenwerkingsverband zijn ontoereikend.
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 21
Cluster 4 De Commissie voor de Indicatiestelling beoordeelt aanvragen voor deze indicatie op grond van de volgende criteria: -
-
Er is sprake van ernstige gedrags- of kinderpsychiatrische problematiek in termen van DSM-IV of een half jaar geïndiceerde hulpverlening zonder vooruitgang; De sociaal-emotionele problematiek of gedragsproblemen manifesteert zich zowel in het onderwijs als in de thuissituatie en/of vrijetijdsbesteding; Er is sprake (geweest) van bemoeienis vanuit jeugdzorg en/of een kinderpsychiatrische voorziening; Er is een ernstige structurele beperking in de deelname aan het onderwijs waardoor de leerling niet voldoet aan de algemene leervoorwaarden met betrekking tot het vereist gedrag voor regulier onderwijs. Er is aangetoond dat de beschikbare reguliere zorgstructuur vanuit de school en het samenwerkingsverband niet toereikend is; tevens is er te weinig vooruitgang ondanks extra zorg. De geboden zorg is aangetoond middels geëvalueerde handelingsplannen t.a.v. de gedragsproblematiek/sociaal-emotionele problematiek, die niet ouder zijn dan een half jaar.
** LEERLIJNEN PLANCIUS EN ZML
Plancius leerlijnen Plancius leerlijnen zijn ontwikkeld door de CED groep. Ze zijn bedoeld voor leerlingen met een IQ tot 35 en bevatten doelen voor leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd tussen de 0 en 24 maanden. Het eindniveau van deze leerlijnen sluit aan op het beginniveau van de leerlijnen voor zeer moeilijk lerenden (ZML). De leerlijnen richten zich op basale ontwikkelingsdoelen rond communicatie, sensomotorische en sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid, spelontwikkeling en taakontwikkeling. Een aantal voorbeelden van doelstellingen op niveau 6 (dus het hoogste niveau van de leerlijnen) voor de verschillende domeinen: -
-
Communicatie: ‘Gebruikt een basiswoordenschat van ongeveer 50 woorden/gebaren/afbeeldingen’ Sensomotoriek: ‘Legt twee dezelfde vormen bij elkaar (rondjes, blokjes, driehoekjes)’ Sociaal-emotionele ontwikkeling: ‘Voert uit zichzelf begroetings- en afscheidsrituelen uit (zwaaien en hand geven)’ en ‘Imiteert gedrag van volwassenen (in speelgoedtelefoon brabbelen)’. Spelontwikkeling: ‘Brengt meerdere speeltjes/voorwerpen bij elkaar (toren bouwen, roeren in de pan)’ Taakontwikkeling: ‘Imiteert eenvoudige onbekende handelingen van een willekeurige volwassene met een voorwerp (doos opzij schuiven)’ Zelfredzaamheid: ‘Draait een kraan open en dicht’ en ‘Veegt een vieze neus oppervlakkig af’
De leerlijnen zijn te downloaden en bekijken op de website van de CED-groep: http://www.leerlijnen.cedgroep.nl/zml/leerlijnen-voor-leerlingen-met-een-iq-tot-35.aspx
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 22
ZML leerlijnen De ZML leerlijnen (voor zeer moeilijk lerenden) zijn ontwikkeld door de CED groep. Er zijn vakgebiedspecifieke leerlijnen en vakgebiedoverstijgende leerlijnen. Vakgebiedspecifiek: schriftelijke taal, sociale competentie, beeldende vorming, bewegingsonderwijs, dramatische vorming, mondelinge taal, muziek en bewegen, natuur en techniek, oriëntatie op ruimte, oriëntatie op tijd, rekenen, werken, wonen. Vakoverstijgend: sociale en emotionele ontwikkeling, leren leren, omgaan met media, ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit, spelontwikkeling, zintuiglijke en motorische ontwikkeling. De meeste leerlijnen hebben 12 niveaus. Niveau 1 t/m 8 is bedoeld voor het SO, niveau 9 t/m 12 voor het VSO. In 2011 zijn de leerlijnen herzien; ze zijn aangepast om te voldoen aan de kerndoelen VSO dagactiviteitencentrum. In het hoogste niveau van de leerlijnen, niveau 12, wordt een overgang gecreëerd tussen de ZML leerlijnen en de VSO arbeidsmarktgerichte leerlijnen om aan te sluiten op de nieuwe kerndoelen voor VSO arbeidsmarktgericht. De leerlijnen zijn te downloaden en bekijken op de website van de CED-groep: http://www.leerlijnen.cedgroep.nl/zml/leerlijnen-2007-2010.aspx
140922 schoolondersteuningsprofiel VSO-DS
blz. 23