Schoolondersteunings profiel 2015-2019 Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs te Nieuwendijk
Protestants Christelijke Basisschool ‘De Regenboog’ te Nieuwendijk versie 1 februari 2015
1
1. Algemene gegevens School BRIN Adres
PCB De Regenboog 88752-07ZY Hasselmanstraat 1 Postbus 50 4255 HL Nieuwendijk 4255 ZH Nieuwendijk 0183-402222
[email protected] Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs te Nieuwendijk Samenwerkingsverband Driegang (28-16), kamer Rivierengebied MN Henk Bults Jorien Vossepoel-de Koning
Telefoon E-mail Bestuur Samenwerkingsverband Directeur-Bestuurder Adjunct-Directeur/ Intern Ambulant Begeleider Intern Begeleider OB Intern Begeleider BB
Claudia van der Burgh Babs van Berkel
2. Onderwijsvisie / schoolconcept Wij willen onze leerlingen een veilige omgeving bieden, waarin het welbevinden van en de relatie met de kinderen centraal staat. Wij vinden het belangrijk dat het kind zich ontwikkelt. Bij aanname en begeleiding kijken wij naar het individuele kind en de onderwijsbehoeften die het heeft. Elk mens is uniek, zo ook kinderen met het syndroom van Down, kinderen met een aan autisme verwante stoornis, kinderen met ADHD en kinderen met andere stoornissen. We willen er zijn voor al deze kinderen, maar moeten erkennen dat wij tegen grenzen aanlopen. We kijken bij aanname en begeleiding naar het individuele kind, de onderwijsbehoefte die het heeft en of wij in staat zijn aan deze onderwijsbehoefte te voldoen. Onze school werkt volgens het leerstofjaarklassensysteem. Daarbinnen werken we handelingsgericht. Voor de vakgebieden rekenen en technisch lezen zijn groepsplannen opgesteld. Om de andere basisvaardigheden aan te leren werken we veelal met basisstof, verrijking en herhaling. Onze school besteedt veel aandacht aan de basisvaardigheden van lezen, taal en rekenen.
3. Leerlingenaantallen en -gegevens 3.1
Leerlingaantallen (1 oktobertelling)
Onze school is een middelgrote school. Het aantal leerlingen stabiliseert zich na een aantal jaren van terugloop.
340 320 300
328
2008 307 296
2009 292
289
280
2010 277 279
2011
260
2012
240
2013 2014
2
3.2
Kwantitatieve leerlingengegevens
Aantal leerlingen Waarvan in groep 1 t/m 4 Waarvan in groep 5 t/m 8 Aantal leerlingen met leerlinggewicht > 1 Waarvan extra gewicht 0,3 Waarvan extra gewicht 1,2 Aantal gedoubleerde leerlingen In groep 1 * In groep 2 * In groep 3 In groep 4 Verlengde loopbaan
*
1-10-10 296 130 166 42
1-10-11 295 130 165 45
1-10-12 289 131 158 47
1-10-13 278 132 145 34
2
5 3 1 0
1 0 0 1
1 0 1 0
1
2
0
1
0 0 0 0% ? 3 0 1 2 0 0 0
1.7 0 0 0% 31 4 0 1 2 1 0 0
0.35 0 0 0%
0.36 0 0 0% 42 4 0 1 3
1 2.1 0
0 0 0
0 0 0
2 0.72 0
0
0
2
2
2
2
0.76 33 6 33 28 3 18 12 0
0.72 45 0 45 18 20 8 9 0
1-10-14 279 144 135 35 30 5 7 3 2 1 1 0
Inclusief zgn. herfstkinderen
% doublures (totaal) Aantal versnellers In groep 1 % versnellers (totaal) Aantal leerlingen in behandeling bij zorgorganisatie Aantal leerlingen LGF Waarvan cluster 1 Waarvan cluster 2 Waarvan cluster 3 Waarvan cluster 4 Aantal plaatsingen BAO – BAO uitgaand Aantal plaatsingen BAO – BAO inkomend Aanmeldingen bij de TKC (PCL) Aantal verwijzingen naar SBO Verwijzingspercentage naar SBO Terugplaatsingen vanuit SBO Terugplaatsingen vanuit SO Dyslexieverklaringen Gediagnosticeerde hoogbegaafden Aantal verwijzingen naar SO Waarvan cluster 1 Waarvan cluster 2 Waarvan cluster 3 Waarvan cluster 4 Verwijzingspercentage naar SO (totaal) Verwijzingen naar VO, totaal aantal % verwijzingen Gymnasium/VWO % verwijzingen HAVO/VWO % verwijzingen VMBO – TL / HAVO % verwijzingen VMBO – TL % verwijzingen VMBO – KB en BB % verwijzingen VMBO + LWOO % verwijzingen Praktijkonderwijs % succesvolle verwijzingen na 1 jaar
0 41 0 51.2 26.8 4.9 12.2 4.9 0
3
0 35 2.9 45.7 14.2 2.9 28.6 5.7 0
5 0 2 2 1 1 0
1 2
2,5 0 0 0% 35 3 0 1 1 1 1 (lgf ll.) 1 0 0 0 0 0 0 0
0 44 6,8 15,9 0 6,8 20,5 48 2
4. Voor- en vroegschool Bijna alle leerlingen die op onze school komen hebben voorschoolse educatie genoten. De peuterleidsters zijn “Startblokken” bekwaam. Vanaf 1 januari 2015 verdwijnt de peuterspeelzaal en krijgen alle kinderen die gebruik maken van de Kinderopvang een educatief aanbod. De vorm waarin dit gaat gebeuren is nog niet geheel duidelijk. Waarschijnlijk zal deze wel aansluiten bij de huidige situatie. Doelgroepleerlingen met een taalachterstand krijgen vanaf 1 januari 2015 binnen twee reguliere groep extra ondersteuning van een derde gediplomeerde leidster op de groep. We zijn benieuwd welke effecten dit alles heeft op het wegwerken van een taalachterstand. De samenwerking met de voorschool is goed te noemen.
5. Leerlingen met een Onderwijsarrangement De aanwezigheid van expertise op school, de mogelijkheid om expertise te vragen bij de ambulante dienst van het Samenwerkingsverband en de scholen voor Speciaal Onderwijs geven ons de mogelijkheid kinderen met een Onderwijsarrangement op onze school toe te laten. Voorwaarde is een financiële ondersteuning waardoor wij uren vrij kunnen maken voor een passende begeleiding door onze eigen ambulant begeleider en/of ander ondersteunend personeel.
6. Schoolondersteuningsteam. Soms stagneert de ontwikkeling of het leerproces van een leerling. De groepsleraar en de school kunnen dan Handelingsverlegen raken. Om de leerling, de leraar en de ouders verder te helpen heeft onze school een goed functionerend Schoolondersteuningsteam dat bestaat uit de twee Intern Begeleiders van de school, een orthopedagoog van Edux onderwijsadvies, een Ambulant begeleider van het Samenwerkingsverband en de Wijkfunctionaris van het CJG. Het Ondersteuningsteam komt 5-7 maal per jaar bijeen om de kinderen die zijn ingebracht te bespreken.De groepsleraar en de ouders/verzorgers van het kind zijn hierbij aanwezig.
7. Inzet formatie We hebben op 31 juli 2015 305 leerlingen. Deze leerlingen zijn op dat moment verdeeld over 12 groepen. De gemiddelde groepsgrootte is 25 leerlingen. Grootste groepen: Groep 4 en 6: 31 leerlingen Kleinste groepen 3a (20), 3b (22), 7 (22) Vanaf 9 februari 2015 werken wij met een instroomgroep. Naar verwachting is dat de komende jaren ook het geval. We hebben de beschikking over een aantal stagiaires vanuit de PABO en SPW opleidingen. Afhankelijk van het aanbod betreft dit tussen de 4 en 10 stagiaires. Zij worden ingezet daar waar leerkrachten en leerlingen ondersteuningsbehoeften hebben. Een risico is dat niet te voorspellen is hoeveel studenten ons toebedeeld worden. We beschikken beperkt over speciale onderwijsondersteuning door Preventieve Ambulante Begeleiding vanuit het SWV en Ambulante begeleiding vanuit de clusterscholen.
4
Remedial teaching / Interne begeleiding / Ambulante begeleiding Dit schooljaar is er 1,4000 FTE beschikbaar voor Interne Begeleiding en Remedial Teaching. Eén Intern Begeleider krijgt voor een middag lesgevende taken. De andere Intern Begeleider neemt BAPO op en wordt voor deze uren niet vervangen. Voor de begeleiding van 3 leerlingen met een zorgarrangement is 0,3881 beschikbaar. Wij vinden dat de begeleiding in de meeste gevallen minimaal op leerkrachtniveau gegeven moet worden.
Onderwijsassistent Onze school stelt het schooljaar 2014-2015 in de periode van september t/m februari 0,8510 FTE beschikbaar voor de functie van onderwijsassistent. M.i.v. 1 februari wordt één van de onderwijsassistenten de juf van de Instroomgroep. De uren van haar vullen wij gedeeltelijk op door tijdelijke uitbreiding van de aanstellingen van de onderwijsassistenten.
8. Deskundigheid binnen de school 8.1
Aanwezige gediplomeerde deskundigen in het team:
Remedial teacher Intern begeleider Gedragsspecialist SOVA-trainers Trainer Rots en Water
3 2 1 2 2
Eén Remedial Teacher is groepsleerkracht. De gedragsspecialist is Intern Begeleider en de trainers zijn werkzaam als groepsleerkracht. De deskundigheid wordt niet structureel ingezet binnen de school en dus niet ten volle benut. De voorkeur van het team gaat uit naar zo klein mogelijke groepen. Indien we deze deskundigen meer zouden inzetten, zouden wij wellicht meer kinderen met extra behoeften op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling en gedrag passende ondersteuning binnen onze school kunnen bieden.
8.2
Inzet externen
Onze school kan een beroep doen op een ambulant begeleider van het Samenwerkingsverband. Zij is structureel aanwezig bij de vergaderingen van het Ondersteuningsteam. Zij is de brugfunctionaris onderwijs. De wijk CJG-er is de brugfunctionaris gezin. Zij kan ondersteuning bieden bij gezins- en opvoedingsproblematiek. Zij is op afroep beschikbaar voor bijeenkomsten van het Ondersteuningsteam van onze school. De GGD West Brabant beschikt over expertise op het gebied van gezondheid.
9. Kenmerken van het schoolgebouw Het oudste deel van onze school is gebouwd in 1976. In 2016 maken wij een begin met de renovatie die op 1 augustus 2018 moet zijn afgerond. Onze lokalen zijn groot. (56 m2 en 63m2) Toch is er door de grote groepen in veel lokalen geen ruimte voor één op één begeleiding. Dit is wel mogelijk op de gangen, in leegstaande lokalen en in ’t MAG Nieuwendijk. Op de gangen en andere ruimtes kunnen werkplekken voor (groepjes) leerlingen gerealiseerd worden. In de lege lokalen en ’t MAG kunnen wij een time-out voorziening inrichten. 5
Buiten het lokaal zijn verschillende prikkelarme ruimtes. In de leslokalen is dat niet het geval. De lokalen zijn niet aangepast voor leerlingen met speciale bewegingsbehoeften. We hebben wel de beschikking over een invalidentoilet, speellokaal, computerruimte, bibliotheek, leestuin, sportzaal, dierenverblijven en drie grote schoolpleinen.
10. Basiszorg Onderstaand schema geeft aan hoe de school zichzelf in 2011 beoordeelde op een aantal standaarden uit het toezichtkader van de Inspectie van het onderwijs. excellent
goed
voldoende
zwak
x De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
x x x x x x x x x x x x x
In het Samenwerkingsverband Driegang is een voldoende score op het vernieuwde document Basiszorg de ondergrens voor de ondersteuning binnen de scholen van de aangesloten scholen. Daarom is in de aanloop naar het nieuwe Schoolondersteuningsplan de Vragenlijst Basiszorg uitgezet onder de teamleden. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 1.
6
Na bespreking van deze resultaten tijdens een studieavond waarbij bijna alle teamleden aanwezig waren, bleek dat veel van de Indicatoren als voldoende beoordeeld werden. Dit was niet het geval met: A. IJkpunten waar werk ligt voor de Intern Begeleiders. 1 2 3
IJkpunt 10e: De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen met extra onderwijsbehoeften terug aan de voorschoolse voorziening of de vorige school. IJkpunt 10f: De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten ten minste gedurende drie jaar. IJkpunt 11g: Als een leerling de school verlaat, stelt de school samen met de ouders en de leerling een (onderwijskundig)rapport op. Ouders ontvangen een kopie. B. IJkpunten waar werk ligt voor de Directie.
4 5 6 7 8
IJkpunt 1e: De inzet van ondersteuningsmiddelen is duidelijk. IJkpunt 3d: De school evalueert jaarlijks het onderwijsleerproces. IJkpunt 3f: De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. IJkpunt 4e: De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten. IJkpunt 12b: Taken en verantwoordelijk- heden van leraren en directie op het terrein van ondersteuning van leerlingen zijn duidelijk en transparant. C. IJkpunten die te maken hebben met de vaardigheden en competenties van de leraren.
9
IJkpunt 8a: Het personeel beschikt over een actuele set van didactische, organisatorische en pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
11. Ambities uit het vorige Schoolondersteuningsprofiel. Onze school functioneert op dit moment (december 2011) als een school tussen netwerk en smalle zorgschool. We willen ons ontwikkelen richting brede zorgschool. December 2011
netwerk-
smalle zorgs c h
December 2014
brede zorg- inclusieve o o l
7
smalle zorgschool
brede zorgschool
Tijdens het tweede deel van de teambijeenkomst is gekeken naar de uitgesproken en vastgestelde ambities uit het vorige SOP. Het werd duidelijk dat de volgende ambities geheel behaald zijn:
Leren en ontwikkeling 1. We willen werken met eigen leerlijnen, met name het passende doelen stellen. Dit geldt voor kinderen die zich anders dan gemiddeld ontwikkelen. We doen dit in de groepen 3 t/m 8 voor het vakgebied rekenen/wiskunde en in de groepen 4 t/m 8 voor technisch lezen waarvoor wij groepsplannen opstellen. Voor de andere vakgebieden vinden wij het moeilijk om met eigen leerlijnen te werken. Fysiek en medisch 4. We willen ons verdiepen in de specifieke onderwijsbehoeften van deze kinderen en hoe hier mee om te gaan. Wij hebben op school een paar voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor de teamleden. Sociaal / emotioneel 5. We willen onze zorgstructuur verbeteren door sneller hulp (intern of extern) in te schakelen. De teamleden ervaren dat er nu in tegenstelling tot vier jaar geleden op tijd hulp wordt ingeschakeld. Thuissituatie 14. We willen intensiever contact met de ouders bijvoorbeeld d.m.v. “ouder-vertel-het-maar”- gesprekken aan start van het schooljaar. 15. We willen in gesprek met ouders meer duidelijke feedback kunnen en durven geven. De oudervertelmomenten hebben wij nu driemaal gehouden en deze worden ieder jaar aan het begin van het schooljaar ingepland. De teamleden hebben een korte training gevolgd over oudercommunicatie. Zij geven aan dat zij hierdoor beter in staat zijn oudergesprekken te voeren.
8
Andere ambities zijn in ontwikkeling of nog nauwelijks in ontwikkeling: Leren en ontwikkeling: 2. We willen het zelfstandig (ver)werken verder uitbouwen en binnen ons klassenmanagement hiervan gebruik maken. Zo kunnen wij meer tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoeften van individuele en groepjes leerlingen. We willen het samenwerken van leerlingen onderling verder ontwikkelen. De teamleden van groep 1-2 vinden dat de kleuters veel zelfstandig laten werken en dat de kleuters hiertoe in staat zijn. De teamleden van groep 3 t/m 8 vinden dat de leerlingen niet zelfstandig kunnen werken en dat er een leerlijn moet komen om de kinderen dit te leren. Fysiek en medisch: 3. We willen ons aannamebeleid en gezamenlijke verantwoordelijkheid blijvend bespreken en delen met elkaar. De teamleden vinden dat de directie te weinig met het team heeft gecommuniceerd over het aannemen van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Wel is het laatst jaar overleg gevoerd met de betrokken leraren over een leerling met een onderwijsarrangement. Men is van mening dat het bestuur het aannamebeleid vaststelt, dat de directie en de Intern Begeleiders het aannamebeleid uitvoeren. Het team wil graag weten welke leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften zijn aangenomen en voor welke leerlingen een andere school of plaats is gezocht. Sociaal emotioneel/ gedrag: 6. Ook hier willen we kinderen meer laten samenwerken op een wijze waarbij het voor elk kind mogelijk is zijn/haar talenten in te zetten. De teamleden van groep 1-2 vinden dat de kleuters veel zelfstandig werken en dat de kleuters hiertoe in staat zijn. De teamleden van groep 3 t/m 8 vinden dat de leerlingen niet zelfstandig kunnen werken en dat er een leerlijn moet komen om de kinderen dit te leren. 7. We willen meer kindgesprekken voeren.
In de groepen 7 en 8 voeren de meeste leraren kindgesprekken. In de andere groepen is dit niet of nauwelijks het geval. 8. Aanvullend willen we daarna gesprekken met kinderen in de bovenbouw hebben rond het maken van hun POP. In een enkele bovenbouwgroep vinden soms van deze gesprekken plaats. 9. We willen meer gebruik maken van de kennis van de sova-trainers en dit vervolgens stroomlijnen binnen onze zorgstructuur. Er is behoefte aan deskundigheidsbevordering op het gebied van het aanleren van sociale vaardigheden. De deskundigheid binnen het team zou hiervoor benut kunnen worden, mits dit niet ten koste gaat van de groepsgrootte, 10. We willen onderzoeken of het gewenst is om één lijn af te spreken rond gedrag en werkhouding. Dit is een van de grootste wensen, omdat dit een voorwaarde is voor kinderen om tot leren te komen.
9
Werkhouding: 11. We willen het zelfstandig (ver)werken verder uitbouwen en er binnen ons klassenmanagement gebruik van maken. Zo kunnen wij meer tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoeften van individuele en groepjes leerlingen. We willen het onderling samenwerken van leerlingen verder ontwikkelen. De teamleden van groep 1-2 vinden dat de kleuters veel zelfstandig werken en dat de kleuters hiertoe in staat zijn. De teamleden van groep 3 t/m 8 vinden dat de leerlingen niet zelfstandig kunnen werken en dat er een leerlijn moet komen om de kinderen dit te leren. 12. We willen meer inzicht in onderwijsbehoeften van kinderen met een “mindere werkhouding”, zodat wij ons onderwijs hierop af kunnen stemmen. (o.a. door middel van intervisie) De teamleden hebben aangegeven dat hier structureel aandacht aan besteed moet worden. 13. We willen meer prikkelarme ruimtes (binnen en/of buiten de klas) om: - een time-out moment voor kinderen te kunnen creëren - begeleiding aan kleine groepjes kinderen te kunnen geven - een werkplek voor kinderen met een aan autisme verwante of gedragsstoornis in te richten Er zijn prikkelarme ruimtes beschikbaar, maar deze worden nog onvoldoende ingezet. Dit heeft ook te maken met de beperkte mogelijkheden tot begeleiding.
12. Onze ambities op het gebied van de Speciale Leerlingondersteuning 12.1
Uitgangspunt Ouders kunnen al hun kinderen aanmelden bij ons op school. Samen kijken wij welke (speciale) onderwijsbehoeften het kind heeft en of onze school de ondersteuning kan bieden die het kind nodig heeft en of deze ondersteuning kan worden gegeven in de groep waarin het kind geplaatst wordt. Dit uitgangspunt past naadloos bij ‘Passend Onderwijs’. Een proefplaatsing behoort tot de mogelijkheden, mits de ouders schriftelijk bevestigen dat het een proefplaatsing betreft en akkoord gaan met een heroverweging na een door de school vastgestelde tijd. Indien een kind bij ons op school geplaatst is, bespreken wij minimaal eens per jaar met ouders en de betrokken groepsleraren of er redenen zijn het kind op een andere school of voorziening te plaatsen. De school voelt een grote inspanningsverplichting om ervoor te zorgen dat een kind zijn schoolloopbaan op onze school kan vervolgen.
10
12.2
Brede zorgschool Op onze school zijn over vier jaar de meeste kenmerken van een Brede zorgschool zichtbaar. Het gaat om de volgende kenmerken: Speciale onderwijsondersteuning op de brede zorgschool
Veld 1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Setting binnen de klas Er zijn meer handen in de klas mogelijk voor aanvullende begeleiding, op tijdelijke basis (gedurende) enkele dagdelen per week). De groepen zijn bij voorkeur niet groter dan 25 leerlingen.
2. Onderwijsmaterialen
Er wordt niveau- en tempodifferentiatie toegepast binnen de lesmethoden. Voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften zijn er ook andere materialen en methoden beschikbaar. Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden. Er wordt lesstof aangeboden vanuit leerlijnen die zijn gebaseerd op de kerndoelen. Er zijn aparte plekken waar één-opéén begeleiding en begeleiding van groepjes leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan plaatsvinden.
3. Ruimtelijke omgeving
4. Expertise
De groepsleraren hebben kennis en competenties op het gebied van wat leerlingen met speciale onderwijsbehoeften nodig hebben.
5. Samenwerking met andere instanties
De groepsleraren werken samen met de Intern Begeleider en Ambulante begeleider van de eigen school en zo nodig met professionals van externe instanties (bijv. het Samenwerkingsverband, Het Centrum Jeugd en Gezin, GGD, GGZ, Jeugdzorg, SBO, andere Basisscholen)
11
Setting binnen de school Er is speciale begeleiding voor de leraren door Intern Begeleiders op semipermanente basis (gedurende enkele dagen per week). Er is speciale ondersteuning voor de leraren door een (interne) Ambulant Begeleider (gedurende enkele dagdelen per week). Er is speciale begeleiding voor de leerlingen door: -De eigen leraar in het klaslokaal -Leraarondersteuner -Onderwijsassistent -Gespecialiseerde hulpverleners Ouders kunnen ingezet worden voor hulp waarvoor geen specifieke kennis is vereist. Er is een (digitale) orthotheek beschikbaar met onderwijsmaterialen, die tegemoetkomen aan specifieke didactische kenmerken, speciale pedagogische/psychologische kenmerken en fysieke/lichamelijke kenmerken. De hele school werkt met een zelfde programma of methodiek voor gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Er is en aparte ruimte voor andere functies (bijvoorbeeld voor verzorging of voor een timeout).
Het ene teamlid heeft meer competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften van leerlingen dan de ander. Via nascholing, collegiale consultatie en intervisie blijven leraren scherp en leren zij (van elkaar). De Intern Begeleider, Ambulant Begeleider, en gespecialiseerde hulpverleners zoals Remedial Teachers en onderhouden contacten met professionals van externe instanties (bijv. het Samenwerkingsverband, Het Centrum Jeugd en Gezin, GGD, GGZ, Jeugdzorg). Zij werken op een goede manier samen en stemmen de gewenste hulpverlening af. De doelmatigheid van de ondersteuning wordt regelmatig bepaald en teruggekoppeld naar de betrokkenen. Externen zijn op afroep beschikbaar als daar behoefte aan is.
12.3
Ambities op het gebied van de Basiszorg
Veel van de indicatoren zijn al op orde. De volgende indicatoren zijn binnen vier jaar voldoende bewezen: A. IJkpunten waar werk ligt voor de Intern Begeleiders. 1
IJkpunt 10e: De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen met extra onderwijsbehoeften terug aan de voorschoolse voorziening of de vorige school.
2
IJkpunt 10f: De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten ten minste gedurende drie jaar.
3
IJkpunt 11g: Als een leerling de school verlaat, stelt de school samen met de ouders en de leerling een (onderwijskundig)rapport op. Ouders ontvangen een kopie.
Het betreft het verbeteren van de communicatie tussen de voorschool en het voortgezet onderwijs. B. IJkpunten waar werk ligt voor de Directie. 4 5
IJkpunt 1e: De inzet van ondersteuningsmiddelen is duidelijk voor alle betrokkenen. IJkpunt 3d: De school evalueert jaarlijks het onderwijsleerproces.
6
IJkpunt 3f: De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
7
IJkpunt 4e: De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten.
8
IJkpunt 12b: Taken en verantwoordelijkheden van leraren en directie op het terrein van ondersteuning van leerlingen zijn duidelijk en transparant.
Het betreft een verduidelijking van ondersteuningsmiddelen en verantwoordelijkheden van leraren, intern begeleiders en directie, specifieke aandacht voor het onderwijsleerproces en het opstellen van een veiligheidsbeleid. C. IJkpunten die te maken hebben met de vaardigheden en competenties van de leraren. 9
IJkpunt 8a: Het personeel beschikt over een actuele set van didactische, organisatorische en pedagogische competenties voor de begeleiding van leerlingen met extra onderwijsbehoeften.
Het gaat bij extra onderwijsbehoeften op het gebied van leren vooral om het verwerven van didactische en organisatorische competenties die leraren in staat stellen in het klaslokaal één op één begeleiding te verlenen en het in het klaslokaal begeleiden van kleine groepjes leerlingen Het verwerven van Pedagogische competenties is nodig om leerlingen met ondersteuningsbehoeften op het gebied van gedrag te kunnen begeleiden. Groepsplannen sturen het handelen van de leraren. Het is belangrijk dat de individuele groepsleraren in hun Persoonlijk Ontwikkelingsplan SMART doelen stellen voor de komende vier jaar.
12
12.4
Andere Ambities Voor de komende vier jaar stellen wij de volgende ambities:
10. De groepsleraren bouwen het zelfstandig (ver)werken verder uit en maken binnen ons klassenmanagement hiervan gebruik. Zo kunnen wij meer tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoeften van individuele en groepjes leerlingen. We ontwikkelen en hanteren een doorgaande leerlijn. 11. We willen het samenwerken en coöperatief leren van leerlingen meer inzetten als didactisch middel. 12. Het aannamebeleid wordt vastgesteld door het bestuur. De directie, intern begeleiders en de groepsleraren worden in de aanloop naar een nieuw school- of ondersteuningsplan in de gelegenheid gesteld hierover mee te praten. 13. We bespreken minimaal een keer per jaar jaarlijks de uitvoering van het aannamebeleid en de gezamenlijke verantwoordelijkheid in deze. Dit geldt niet alleen voor kinderen met ondersteuningsbehoeften op fysiek of medisch gebied, maar ook op het gebied van leren en ontwikkeling. 14. We voeren kindgesprekken in alle groepen van onze school. 15. We voeren pop-gesprekken met alle leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 en waar nodig met leerlingen uit de groepen 3 en 4. 16. De groepsleraren en onderwijsassistenten ontwikkelen hun competenties op het gebied van sociale vaardigheden door gebruik te maken van de expertise die binnen de school aanwezig is. 17. We maken structureel gebruik van intervisie om meer inzicht in onderwijsbehoeften van kinderen te krijgen en hier vervolgens ons onderwijs op af te kunnen stemmen. 18. De hele school werkt met een zelfde programma of methodiek voor gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling. Alle teamleden conformeren zich aan deze aanpak. 19. We creëren prikkelarme ruimtes (binnen en/of buiten de klas) om tegemoet te komen aan de begeleidingsen ondersteuningsbehoeften van individuele leerlingen. 20. We creëren een time-out voorziening en zorgen ervoor dat de opvang geregeld is.
Ondertekening Dit Schoolondersteuningsprofiel is na advies van de oudergeleding en met instemming van de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vastgesteld door de directeur-bestuurder op 24 maart 2015.
Henk Bults, directeur-bestuurder
Ronald de Heer, voorzitter MR
13
Annika Boere, secretaris MR