Schoolgids Schooljaar 2015-2016 Schoolstraat 5 1165 HB Halfweg 020-4975391 www.halverwege.nl
[email protected]
1
Inhoudsopgave Inleiding
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
4
Onze school
Onze identiteit Onze missie en visie: onderwijs en leerlingenzorg Ons personeel Onze huisvesting Onze zorg voor de leerling Het onderwijsprofiel Ons onderwijsaanbod
Hoofdstuk 2 De organisatie van ons onderwijs 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
De organisatie van onze school Plattegrond en legenda Onze schoolregels - Kanjertraining Kleding op school Overblijven Diversen
Hoofdstuk 3 De inhoud van ons onderwijs 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Godsdienstonderwijs Sociaal-emotionele ontwikkeling Spel voor de kleuters Klank- en taalbewustzijn Kennismaken met geschreven taal Taal-en leesontwikkeling Engelse taal Rekenonderwijs Wereldoriëntatie/Zaakvakken Bewegingsonderwijs: grote en kleine motoriek Expressieve activiteiten Volgen van de ontwikkeling van de leerlingen in de school
Hoofdstuk 4 Team Onderwijs Op Maat (TOM) 4.1 4.2
Pijlers van TOM Waarom TOM?
Hoofdstuk 5 Onze leerlingen 5.1 5.2 5.3 5.4
Aanmeldingsprocedure en begeleiden nieuwe leerling Schorsing en verwijdering van leerlingen Begeleiding leerlingen naar Voortgezet Onderwijs Als de leerling (vroegtijdig) de school verlaat
Hoofdstuk 6 Onze leerkrachten 6.1 6.2
Wijze van vervanging bij ziekte, adv, studieverlof en scholing Begeleiding en inzet stagiaires
Hoofdstuk 7 De ouders 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Het belang van betrokkenheid van ouders Informatievoorziening over ons onderwijs en onze school Inspraak Ouderbijdrage Contact en overleg leerkracht en ouders Klachtenprocedure
5 5 5 6 6 6 7 8
9 10 11 11 12 12
13 13 14 14 15 15 16 16 16 18 18 19
21 22
24 24 25
25
27 27
28 28 28 29 29 30
2
7.7
Schoolverzekering voor leerlingen
Hoofdstuk 8 Onze zorg voor de relatie school en omgeving 8.1 8.2 8.3 8.4
Contact met andere scholen in de omgeving Peuterspeelzalen Schoolarts Sponsoring en stimuleringsfonds
Hoofdstuk 9 Resultaten van ons onderwijs 9.1 9.2 9.3 9.4
Specifieke zorg voor leerlingen Overgang groep 2 naar groep 3 Actieplan ouderenquêtes Jaarevaluatie
Hoofdstuk 10 Regeling school- en vakantietijden 10.1 10.2
Schooltijden Onze maatregelen bij schoolverzuim
31
31 31 31 31
33 33 33 33
35 35
Hoofdstuk 11 Schoolbestuur, medezeggenschapsraad en ouderraad 11.1 11.2 11.3
Schoolbestuur Medezeggenschapsraad Ouderraad
37 37 37
Bijlagen In de hoofdstukken wordt verwezen naar bijlagen voor actuele informatie. Voor de jaarkalender verwijzen we u naar de site.
3
Inleiding
Dit is de schoolgids van CBS Halverwege. Hierin vindt u alle informatie die van belang is. In de bijlagen vindt u informatie die per schooljaar kan wisselen. U kunt recente informatie toevoegen, en oude informatie verwijderen. Op deze manier is de schoolgids altijd actueel en heeft u een handzaam document bij de hand, waarin alle informatie staat die voor u en uw kind van belang is. In deze schoolgids kunt u onder meer lezen wat onze visie is, wat onze doelstellingen zijn, hoe de zorg voor leerlingen bij ons is vormgegeven en welke resultaten de school behaalt en wil behalen. De schoolgids is een actuele gids, die elk jaar kritisch bekeken wordt. De leden van de medezeggenschapsraad hebben hun goedkeuring gegeven aan deze schoolgids. U kunt de gids ontvangen als u een informatie- en/of aanmeldingsgesprek heeft gehad met de directeur. Aan het begin van het schooljaar kunt u de nieuwe gids vinden op onze website www.halverwege.nl . Wanneer u geen computer heeft, kunt u natuurlijk een papieren versie vragen bij de schoolleiding. Op de site kunt u ook een actueel activiteitenrooster (jaarkalender) vinden. Wij zijn als school ook actief op facebook (CBS Halverwege Halfweg) CBS Halverwege is een ‘lerende’ school. Dit betekent dat wij ons blijven verdiepen in de onderwijsontwikkelingen van nu. Wij realiseren ons dat onze school altijd in beweging moet blijven om kwaliteit te blijven leveren. Wij hopen dat u met deze schoolgids voldoende geïnformeerd wordt. Wanneer u zaken mist of als er onduidelijkheden in vermeld staan, laat het ons dan weten! Namens team, medezeggenschapsraad en bestuur, Wendy Veldhuizen, directeur
4
Hoofdstuk 1 Onze school CBS Halverwege is een inmiddels 117-jaar oude, Christelijke basisschool. De in 1898 opgerichte school heette destijds ‘Christelijke Nationale School’. Voor de naam ‘Halverwege’ is later gekozen. Een naam die goed past bij Halfweg, het dorp waar de school staat, en ook een naam die staat voor het onderwijs dat altijd in beweging is. In 1981 heeft het oude schoolgebouw plaats gemaakt voor het nieuwe. Hier wordt alweer bijna 35 j aar met veel plezier lesgegeven. In het schooljaar 2006-2007 bestond ons gebouw 25 jaar. In 2004 kreeg Halverwege een nieuw logo. De ondertitel ‘BOUWEN AAN DE TOEKOMST’ geeft een uitleg aan het logo, die bestaat uit bouwblokken. Deze blokken vormen een trap: tijdens het leren, klimmen de kinderen naar boven en komen ze steeds een stapje hoger. Dit geldt niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de school zelf. Misschien zijn we halverwege! Het onderwijs zal altijd in beweging zijn en blijven.
1.1 Onze identiteit
CBS Halverwege is een Christelijke school en maakt deel uit van de Vereniging Protestant Christelijk Onderwijs ‘De Basis’. Deze vereniging werd op 1 januari 2001 opgericht uit een bestuurlijke verbinding tussen verschillende schoolverenigingen voor Protestants Christelijk Onderwijs in Halfweg/Zwanenburg, Aalsmeer, Nieuw-Vennep en Rijsenhout. Vanaf 1 januari 2016 zullen we samen met Stichting De La Salle uit Heemstede een fusie aangaan. Deze stichting heeft scholen binnen de ring Zandvoort, Bloemendaal, Halfweg en Nieuw Vennep. We gaan verder als stichting onder de naam “Jong Leren”. Onder deze stichting vallen interconfessionele, protestant christelijke en katholieke scholen. We werken aan een school waarin de Protestant Christelijke grondslag onze inspiratiebron is. Waarbij vieringen, gesprekken en (bijbel-)verhalen -naast kennis over en respect hebben voor andere geloofsovertuigingen en visies- centraal staan in ons onderwijs. Kernwoorden zijn: duidelijke normen en waarden, uitgaan van het unieke van ieder kind, het aanbieden van passende leermiddelen en een gemeenschappelijk
1.2 Onze missie en visie: onderwijs en leerlingenzorg
CBS Halverwege heeft een missie: onze school biedt onderwijs vanuit een verrijkende leeromgeving, waarbij zorg is voor de totale ontplooiing van elk kind. Dit in een klimaat waarin onze Protestant Christelijke levensovertuiging uitgangspunt is. Onze visie op onderwijs en leerlingenzorg: In een veilig, sfeervol en stimulerend pedagogisch klimaat werken we op CBS Halverwege aan onderwijs en leerlingenzorg van kwalitatief goed niveau. Kernwoorden van het onderwijs zijn: een passend aanbod, een uitdagende leeromgeving, zelfstandigheid, een doorgaande lijn en computervaardigheid. Kernwoorden van leerlingenzorg zijn: planmatig handelen, het leerlingvolgsysteem, het aanbieden van een tweede leerlijn en interne begeleiding. Wij kijken naar de individuele mogelijkheden en de totale ontwikkeling van de kinderen. Wij bieden een goede voorbereiding aan leerlingen op een vervolg in de maatschappij. Naast onze eigen missie en visie laat de school zich ook leiden door de eisen van buitenaf. Denk aan de onderwijsinspectie en de kerndoelen.
5
1.3 Ons personeel
Wij vinden het belangrijk dat ieder personeelslid op Halverwege: ● is toegerust om kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling en handelt vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid; ● een professionele houding uitstraalt en als collega een beroep kan doen op de kennis en talenten van de andere personeelsleden; ● over vaardigheden beschikt om zelfstandig leren van kinderen - met behulp van een goed klassenmanagement- te bevorderen; ● een uitdagende omgeving weet te creëren in goede samenwerking en een betrokken houding naar ouders en collega’s, waarin kinderen zich veilig voelen en ruimte krijgen zich te ontwikkelen; ● een eigen bijdrage levert aan de verdere professionalisering van de organisatie; ● medeverantwoordelijk is voor het functioneren van de school in het geheel; ● handelt volgens de principes van het vastgestelde kwaliteitsbeeld. We werken aan een school waar de betrokkenheid tussen ouders, leerkrachten en kinderen groot is en altijd gestimuleerd wordt. Dit door open communicatie en een goede informatievoorziening.
1.4 Onze huisvesting
Wij werken aan een school waar: ● het gebouw sfeervol is ingericht en voorzien is van voldoende ICT-mogelijkheden en plekken waar kinderen individueel, zelfstandig of in groepjes bezig kunnen zijn; ● voldoende plekken zijn waarin de omgeving uitdaagt tot ontdekkend en creatief spelen en leren; ● een goede gemeenschapsruimte is; ● een goede gymaccommodatie is; ● up to date leermiddelen tot onze beschikking zijn die aansluiten bij de onderwijsvisie en identiteit van de school; ● voldoende werkruimtes voor het personeel zijn; ● een adequate personeelskamer is.
1.5 Onze zorg voor de leerling
Groepsproces Een kind op de basisschool is in alle opzichten (cognitief, creatief, sociaal-emotioneel) deelnemer in een groepsproces. De relatie met de ander is belangrijk, maar komt pas tot volle ontwikkeling als de eigen persoonlijkheid alle kansen krijgt zich te vormen. Creativiteit, zelfstandigheid, weerbaarheid en verantwoordelijkheid zijn hierbij zeer belangrijke aspecten. Door ons bewust te zijn van de groepsrelatieprocessen, werken we aan het versterken van een evenwichtige persoonlijkheid. We willen boven alles voorkomen dat kinderen gevoelens van minderwaardigheid ontwikkelen of als zondebok worden bestempeld. Mocht een leerling gepest worden of pesten, dan hebben we gesprekken met deze leerlingen. De ouders worden hierover vanzelfsprekend ook benaderd. Zie ook ons Pestprotocol. Teamonderwijs Op Maat De organisatie van ons onderwijs, waaronder klassenmanagement, is in de afgelopen jaren ons grote aandachtspunt geweest. Met elkaar hebben we gekeken op welke manier wij willen werken om onze kinderen zo goed mogelijk te kunnen voorbereiden op de maatschappij. Na een intensief voortraject hebben we in 2008 met elkaar gekozen voor Teamonderwijs Op Maat . Deze manier van werken is gebaseerd op het tegelijkertijd werken aan verschillende pijlers binnen de organisatie. Zo wordt er gewerkt aan de organisatie van het onderwijs, zodat dit optimaal aansluit bij ieder kind en uitdagende werkvormen aanbiedt. Er wordt gewerkt aan een uitdagende leeromgeving en aan de inzet van het personeel naar kwaliteit en interesse. Zie hoofdstuk 4 voor uitgebreide informatie over TOM.
6
1.6 Het onderwijsprofiel SWV WSNS ZK (Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Zuid Kennemerland) In opdracht van het samenwerkingsverband waar onze school deel van uit maakt, hebben we een onderwijsprofiel opgesteld. Een onderwijsprofiel van iedere school bestaat uit een basiszorg, een breedtezorg en een dieptezorg. In het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland spreken we van een basisaanbod, een breedteaanbod en een diepteaanbod en formuleren scholen een plusaanbod. De onderwijsprofielen van de PO, SBO en SO scholen gezamenlijk leveren een onderwijscontinuüm op, waarmee aan alle leerlingen een passend onderwijsaanbod gegeven kan worden. Het breedte en het diepteaanbod op onze scholen is een intensivering van de onderwijsaanpak zoals de school het biedt in het basisaanbod. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed gedifferentieerd onderwijsaanbod op de basisschool zorgt ervoor dat veel leerlingen thuisnabij onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. Het onderwijsprofiel is een instrument in handen van de schooldirecteur om het onderwijsaanbod gericht te verbeteren. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn: ● Planmatig werken ● De leerresultaten ● Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. ● De bewaking van de leertijd. ● De instructievaardigheden ● Het (pedagogisch) klimaat ● Het klassenmanagement De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn voor alle scholen binnen het samenwerkingsverband gelijk. De onderdelen moeten beschreven worden in concreet waarneembaar gedrag. Het gedrag is meetbaar en beschreven in termen van ‘wat zie ik’.
Het onderwijsprofiel van onze school is te vinden op onze website en op de website van het samenwerkingsverband ( www.wsns-zk.nl ) Het ministerie gaat uit van vier typen ondersteuningsprofielen voor scholen voor regulier onderwijs: I. II. III. IV.
De De De De
netwerkschool smalle ondersteuningsschool brede ondersteuningsschool inclusieve school.
De netwerkschool profiteert optimaal van de speciale (onderwijs)ondersteuning binnen andere instellingen, in de directe omgeving van de school. Deze is aanwezig in andere speciale scholen, of in gespecialiseerde ondersteuningsinstellingen als een revalidatiecentrum. Op de inclusieve school is in principe alle speciale ondersteuning ‘in huis’ aanwezig om leerlingen te kunnen handhaven. De smalle ondersteuningsschool en de brede ondersteuningsschool zijn tussenfases, waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase kan worden gezien. De vier ondersteuningsprofielen kunnen ook worden benaderd vanuit een ‘ontwikkelingsperspectief’, waarbij de netwerkschool als beginfase en de inclusieve school als eindfase wordt gezien.
7
Het ondersteuningsprofiel van onze school is “De smalle ondersteuningsschool”. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht op de site van passend onderwijs www.passendonderwijs.nl
Begeleiding zorgkinderen CBS Halverwege wil zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen. Het moet mogelijk zijn om zorgkinderen met behulp van e ‘minimumprogramma´s’ en ‘2 leerlijnen’ op onze basisschool een veilig en goed plekje te bieden. Het gevolg hiervan is, dat aan de ene kant hoge eisen gesteld worden aan de vaardigheden van de leerkrachten om gedifferentieerd onderwijs inhoud te geven. Aan de andere kant betekent dit dat ondersteuning geboden wordt door een grote inzet van specifieke deskundigheid, zoals interne begeleiding, onderwijsassistentie, ambulante begeleiding en de onderwijsbegeleidingsdienst. Passend onderwijs ging voor het samenwerkingsverband waar onze school onder valt (SWV-ZK) m.i.v. 1 augustus 2013 van start. Binnen dit samenwerkingsverband vallen alle scholen voor (speciaal)basisonderwijs in Zuid-Kennemerland. Het samenwerkingsverband is er verantwoordelijk voor dat er geen leerling thuis zit. Het is de ambitie van het SWV-ZK en ook van ons als basisschool om binnen het reguliere basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal(basis)onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen. Wij willen leerlingen zoveel mogelijk een plaats bieden op onze school. Vanuit het SWV-ZK krijgen wij financiële ondersteuning om passend onderwijs te realiseren. Het kan zijn dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft op of vanuit het speciaal (basis)onderwijs. In dat geval gaan wij samen met u als ouder op zoek naar passende hulp of een passende plek binnen ons samenwerkingsverband. Meer informatie kunt u vinden op www.wsns-zk.nl
1.7 Ons onderwijsaanbod
De leerkrachten van CBS Halverwege werken altijd aan een goede inhoud van het onderwijsaanbod, dat dekkend moet zijn voor de kerndoelen. Zij streven er naar de leerstof maatschappelijk relevant, eigentijds en onderwijskundig verantwoord te laten zijn. CBS Halverwege denkt aan de unieke individuele mogelijkheden van ieder kind. Dit door de doorgaande lijn in de gaten te houden, en het onderwijsaanbod af te stemmen op de leerbehoeften en op belangrijke verschillen tussen de leerlingen. Lesstof waar een leerling moeite mee heeft, zal op zijn/haar niveau worden aangeboden en de gedifferentieerde voorinstructie, instructie en herhaling neemt een belangrijke plaats in. Leerstof die geen uitdaging meer biedt, wordt verdiept of verrijkt, zodat ook de begaafde leerling wordt gestimuleerd.
8
Hoofdstuk 2 De organisatie van ons onderwijs 2.1 De organisatie van onze school Directie, coördinator en IB-er Directie: Intern Begeleider:
Wendy Veldhuizen(directeur), Marieke Splinter(locatieleider) Rachel de Vos
Wendy Veldhuizen is ook directeur van CBS Gaandeweg in Zwanenburg. Op maandagmorgen en donderdagmiddag is zij aanwezig. Marieke Splinter is locatieleider. Zij stuurt het team aan en heeft de dagelijkse leiding. Zij is op maandag, op dinsdag vanaf 9.30 uur en op donderdag aanwezig. Rachel de Vos is op maandag de hele dag en donderdag een dagdeel aanwezig voor alle zaken m.b.t. leerlingenzorg. Bij de school werken fulltime/parttime leerkrachten, waarvan een aantal een bijzondere taak en opdracht heeft. Daarnaast werken er onderwijsassistenten, een conciërge, een administratief medewerkster en een vakleerkracht gymnastiek. Voor een overzicht van ons team en de bijbehorende werkzaamheden verwijzen we u naar de bijlagen.
2.2
De plattegrond van ons schoolgebouw en legenda
Legenda: A1 t/m A6 A8, A9 A7 B C1 C2 C3 C4 C5
Lokalen Lokalen Lerarenkamer/Keuken Bergingen Hoofdingang Garderobe Centrale hal Extra werkplek Multifunctionele ruimte Ruimte voor handvaardigheid Computerruimte C6 Garderobe/extra werkplek en trap naar boven. C7 Kamer Intern begeleider C8 Directiekamer C9 Zij-ingang C10 Garderobe WC Toiletten
9
2.3
Schoolregels - Kanjertraining
In april 2014 zijn wij als school gestart met de Kanjertraining. Alle teamleden hebben een scholing doorlopen om de Kanjerlessen te kunnen geven. Doel van de kanjertraining: Het belangrijkste doel is dat een kind positief over zichzelf en een ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is eenvoudig: de Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties en daardoor komt tijd en energie vrij. Binnen de Kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun klasgenoten en indien nodig van de leerkrachten. Het principe van de Kanjertraining bestaat uit het bewust worden van vier manieren van reageren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van vier typetjes:
Pestvogel (zwarte pet) Uitdager, bazig, hork, pester. Het zwarte petten gedrag: denkt goed over zichzelf, maar niet goed over een ander. Aap (rode pet) Grapjurk, uitslover, meeloper, aansteller, malloot. Het rode petten gedrag: denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet goed over een ander. Konijn (gele petten gedrag) Te bang, vermijdend, faalangstig en stil. Het gele petten gedrag: denkt slecht over zichzelf en goed over een ander. Tijger (witte pet) Zichzelf, gewoon, normaal, te vertrouwen, aanspreekbaar op gedrag. Het witte petten gedrag: denkt goed over zichzelf en de ander. Bij kanjertraining staan vijf afspraken centraal: - We vertrouwen elkaar. - We helpen elkaar. - Niemand speelt de baas. - Niemand lacht uit. - Niemand doet zielig. De basis van de Kanjertraining bestaat uit twee boeken, te weten het Kleine Kanjerboek voor groep 1-4 en het Grote Kanjerboek voor groep 5-8. De onderwerpen van de lessen zijn: - jezelf voorstellen. - iets aardigs zeggen. - weet jij hoe jij je voelt? - kun jij nee zeggen? - vertellen en vragen. - luisteren en samenwerken. - vriendschap. - vragen stellen. - je mening vertellen, maar … niet altijd. - de laatste les en je diploma. De Kanjertraining probeert elk kind in te laten zien dat het beter en prettiger is voor jezelf en voor een ander om je goed te gedragen. Iedereen wil toch een kanjer zijn!
10
Op de site vindt u het omgangsprotocol en het pestprotocol. 2.4 Kleding op school
Wij hebben regels ingesteld over de kleding op school. Dit voor een goede communicatie tussen leerlingen, leerkrachten en ouders. Om de omgangsregels tussen mensen in acht te nemen en om te bevorderen dat de school ook in hygiënisch opzicht een verantwoorde omgeving is. We gaan ervan uit dat iedereen op school op zo’n manier is gekleed, dat anderen daaraan geen aanstoot kunnen nemen en dat bovendien de fatsoensnormen niet worden overschreden. In de warme zomermaanden draagt iedereen een shirt of blouse en een (korte) broek/rok. Het dragen van petten en andere hoofddeksels tijdens de lessen is niet toegestaan. Wij vinden het nog steeds een goede gewoonte, dat bij het binnengaan van een huis, dus ook van de school, “de hoed” wordt afgezet. Voor een goede communicatie (en contact) staan wij ook het dragen van zonnebrillen in de school niet toe. Dit geldt ook voor hoofddeksels en andere kledingstukken die (een deel) van het gezicht bedekken. Voor de hoofddeksels maken wij een uitzondering voor leerlingen die dat om geloofsredenen doen (hoofddoekjes, keppels, tulbanden, etc.). In dit geval zijn hoofddeksels die mede (een deel van) het gezicht bedekken, echter ook niet toegestaan. Met het inschrijven van hun kinderen op een Protestant-Christelijke school respecteren ouders de identiteit van de school. Van ons mag worden verwacht dat wij op onze beurt de levensovertuiging van anderen respecteren. Natuurlijk gelden deze regels ook voor de leerkrachten en voor anderen die betrokken zijn bij schoolactiviteiten. In de gymles dragen de kinderen een korte broek en een shirt. Voor de veiligheid worden tijdens de gymles geen hoofddeksels gedragen. Kleuters mogen meedoen aan de gymles in hun ondergoed. De gymkleding nemen de kinderen mee van huis op de dag dat zij gymles hebben. Wij adviseren ook het dragen van gymschoenen. Dit moeten schoenen zijn met een lichte zool die alleen voor de gymles worden gebruikt. Voor de leerkracht is het erg prettig als de (jonge) kinderen gymschoenen dragen zonder veters!
2.5
Overblijfmogelijkheden
Brood & Spelen verzorgt op onze school de tussenschoolse opvang (TSO). Ervaring leert dat kinderen graag overblijven. Een aparte eetgelegenheid, met onderscheid tussen jongere en oudere kinderen, voldoende speelmateriaal en genoeg aanwezige vriendjes of vriendinnetjes vinden ze fijn. Met deze wensen in het achterhoofd verzorgt Brood & Spelen de tussenschoolse opvang. Het overblijven gebeurt tenslotte in de vrije tijd van de kinderen. Zij letten erop dat er een goed evenwicht is tussen eten en spelen. Daarnaast zorgen zij ervoor dat de sfeer en de gewoontes tijdens het overblijven aansluiten bij de identiteit van onze school. De exacte afspraken over het overblijven op onze school kunt u vinden in de schoolspecifieke overblijfinformatie die op school verkrijgbaar is. Wilt u meer weten over Brood & Spelen kijk dan eens op www.broodspelen.nl Inschrijven : Voor het inschrijven kunt gebruik maken van het inschrijfformulier welke u in de bak voor in de centrale hal kunt vinden of u kunt dit online regelen. Veranderingen : Om adreswijzigingen, of wijzigingen in de dagen die uw kind overblijft door te geven kunt u gebruik maken van ons mutatieformulier. Eenmalige wijzigingen hierin (zoals het overblijven op een andere dag dan normaal), kunnen via overblijfkaarten kenbaar gemaakt worden welke u in de brievenbus van Brood & Spelen op de school kunt plaatsen. Contactpersoon :De contactpersoon voor de TSO op onze school is de overblijfcoördinator: Christine Salt-Bosch , bereikbaar maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag van 09.00-15.00 op telnr : 06 - 388 24 133 of via e-mail:
[email protected]
11
2.6
Diversen
Schoolreisje In de maand april gaan de leerlingen van groep 1 t/m 7 op schoolreisje. En in juni gaat groep 8 op kamp. Het schoolreisje kost ook dit jaar € 27,50. Zodra de bestemmingen e.d. bekend zijn, krijgt u van ons bericht. Voor het kamp van groep 8 is het te betalen bedrag € 100,-. Het bedrag kan overgemaakt worden op onze schoolreisrekening: Rabobanknr.: IBAN NL82RABO0118706888 t.n.v. CBS Halverwege te Halfweg (graag onder vermelding van de naam van uw kind en in welke groep uw kind zit.)
Schoolgruiten
De gruitdagen (groente en fruit) zijn dinsdag, woensdag en donderdag. Op deze dag hebben alle kinderen groente of fruit mee als pauzehapje.
De verjaardagstraktatie
Vroeger was de leus: “Snoep verstandig, eet een appel”, en dat zien we nog steeds het liefst. Natuurlijk zijn er ook andere mogelijkheden. Denk aan een stokje met kaas, worst, augurk of koek. We vragen de kinderen zo weinig mogelijk op snoep te trakteren.Tijdens de ochtendpauze is er voor de jarige gelegenheid langs de andere leerkrachten te gaan.
Zorg voor materialen
Als de leerlingen boeken van school mee naar huis krijgen, bijvoorbeeld voor het maken van huiswerk, dan moet gezorgd worden voor een stevige schooltas. De materialen worden aan het begin en aan het eind van het schooljaar gecontroleerd. Eventuele schade moet worden vergoed. De leerlingen van groep 4 krijgen in januari een vulpen. Deze pen blijft op school en wordt tenminste gebruikt t/m groep 7. Als de pen stuk gaat moet u zelf voor een vulpen zorgen. In principe hoeven de leerlingen geen pennen e.d. van thuis mee te nemen. Voor alle materialen die nodig zijn om op school goed te kunnen werken, wordt gezorgd.
Klassendienst
Vanaf groep 3 vragen we de leerlingen zo nu en dan klassendienst te doen. Volgens een rooster zijn er telkens twee leerlingen aan de beurt. Zo leveren de leerlingen hun bijdrage aan het ordelijk omgaan met- en achterlaten van de school. We leren hiermee de leerlingen medeverantwoordelijkheid voor het gebruik van het schoolgebouw. Het kan dus gebeuren dat u na schooltijd even moet wachten op uw kind. De klassendienst duurt niet langer dan een kwartier.
Hoofdluis
Zoals op elke school hebben wij ook af en toe een hoofdluisplaag. De school heeft gekozen voor een actief beleid. Controles worden regelmatig buiten de klas gehouden, zolang levende luizen worden aangetroffen. Het streven is controles na iedere vakantieperiode. Het is altijd moeilijk om voldoende ouders te vinden die hierbij willen helpen. Opgeven kan bij de directie. We hopen dat er dit jaar opnieuw ouders zijn die zich willen inzetten voor deze niet zo leuke, maar o zo nuttige taak! Zij werken volgens een protocol, dat u op school kunt lezen. In de nieuwsbrief en/of door middel van posters in de school hoort u dan de data van de hoofdluiscontroles. Als u bezwaar heeft tegen de hoofdluiscontrole kunt u dit schriftelijk aangeven bij de leerkracht van uw kind. Vanzelfsprekend gaan de controle-ouders discreet om met de resultaten van de controle. Als wij levende luizen aantreffen bij uw kind, wordt dit aan zijn/haar leerkracht gemeld. Deze neemt telefonisch contact met de ouder/verzorger op. U wordt dan gevraagd uw kind direct op te halen en met een behandeling te beginnen. Het is heel belangrijk dat er direct actie wordt ondernomen, omdat de luizen zich in een razend tempo vermenigvuldigen en op zoek gaan naar een nieuwe gastheer/vrouw.
12
Hoofdstuk 3 De inhoud van ons onderwijs 3.1
Godsdienstonderwijs
3.2
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Als Christelijke basisschool besteden wij veel aandacht aan godsdienstonderwijs. We beginnen iedere morgen met een moment van ontmoeting, een viering waarin gebed, lied, gesprek en een bijbelverhaal een belangrijke plaats innemen. Als leidraad gebruiken we daarvoor de methode ‘Kind op Maandag’ van de Nederlandse Zondagsvereniging. In iedere groep leren we de kinderen ook nieuwe liederen, passend bij hun leeftijd.
De sociale ontwikkeling houdt in dat een kind zich weet te ontwikkelen tot een sociaal vaardig mens en dat het gedrag vertoont dat bij de omstandigheden en de leeftijd past. De emotionele ontwikkeling houdt in dat een kind zich emotioneel zo weet te ontwikkelen, dat hij/zij emoties vertoont die passen bij de omstandigheden en de leeftijd. Het kind moet de wereld om hem heen begrijpen op zijn eigen niveau en de emoties die wel of niet getoond worden, moeten passen bij de leeftijd. Op onze school vinden we de sociaal-emotionele vorming heel belangrijk. Onze visie/missie is voor de komende jaren mede daarop gebaseerd. De sociaal-emotionele vormingsgebieden krijgen, naast de lessen van de Kanjetraining ook vorm vanuit de thema’s van ‘Kind op Maandag’, in een doorgaande lijn vanaf groep 1 tot en met groep 8. Vanuit de bijbelverhalen, de liederen, de gespreksvormen en de verwerkingen, proberen we als school te bouwen aan het belang van christelijke normen en waarden, die we in de lessen samen ontdekken, voorbij laten komen en toepassen in de dagelijkse praktijk. De verbinding tussen God en medemens is een leidraad voor ons allemaal. Het gaat hier om: -Eerbied voor God en medemens, ongeacht kleur, ras, geloof en afkomst. -Het stimuleren van de ander in zijn/haar talenten. -Het betrokken zijn met de wereld om ons heen. -Het echt luisteren en doen wat is afgesproken. -Het creëren van veiligheid en geborgenheid. -Het herkennen van mensen in hun situaties, waaruit we goede levenslessen kunnen halen. -Jezelf herkennen en accepteren. -Dienstbaarheid leren in diverse creatieve vormen, zoals attenties verzorgen, muzikale optredens, acties. -Het beschermen van elkaars eigendommen. -Het leren zorgen voor anderen. -Het leren positief te spreken zonder te oordelen. De toon en woordkeus spelen hierbij een belangrijke rol. -Het bespreekbaar maken van problemen en samen zoeken naar een oplossing. -Het gevoel van samenzijn/groepsgevoel sterk bevorderen. We maken op onze school aan leerlingen, leerkrachten en ouders duidelijk waar we staan op dit terrein. Bij gesprekken, informatieavonden en studiemomenten vertellen we dat het niet om een papieren document gaat, maar om de praktijk, waarin we elkaar ook kunnen aanspreken op een professionele manier, zonder beschadigend te zijn voor de gesprekspartner.
3.3
Spel voor de kleuters
Naast veel taal- en rekenactiviteiten bieden we de kinderen spelmogelijkheden, om ze de kans te geven zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. De kinderen kunnen dagelijks kiezen uit het spelen in een aantal hoeken. In die hoeken wordt de fantasie van de kinderen gestimuleerd. Ze kunnen er contact maken met anderen en leren samen te spelen. In
13
iedere hoek zijn er verschillende ‘leer-situaties’. Zo oefenen de kinderen in de poppen/verkleedhoek het rollenspel (je inleven in andere personages; zoals vader/moeder, heks/kabouter, sinterklaas/piet) en samen overleggen. In de bouwhoek bedenken de kinderen constructies met blokken, houten plankjes, rails en wereld spelmateriaal (poppetjes, huisjes, boompjes en dieren). Met de ontdekdozen in de ontdekhoek leren de kinderen o.a. geluiden herkennen, de werking van magneten, spiegels en vele andere zaken. Natuurlijk is dit maar een greep uit de verschillende hoeken die wij in de klas hebben. Naast het spelen in de hoeken, spelen en werken de kinderen ook aan tafel. De kinderen kunnen een spelletje uit de kast kiezen zoals: lotto, memory, puzzels, kralen rijgen en mozaïek. Tijdens het knutselen aan tafel leren we verschillende technieken aan, zoals: scheuren, knippen, plakken, tekenen, vouwen en verven. Ze leren ook omgaan met verschillende materialen. Wij zijn trots op onze speelzolders, die nog meer uitdaging bieden in de activiteiten. Voor de leerlingen, maar ook voor de leerkracht.
3.4
Klank- en taalbewustzijn:
3.5
Kennismaken met geschreven taal
Al vanaf de geboorte komt een kind in aanraking met taal. Al spelend komt het in contact met anderen en is er taalontwikkeling. Dit is niet beperkt tot een vak. Naast het lesprogramma voor het vak taal, zijn het dagelijks met elkaar communiceren, opdrachten maken en lezen belangrijk. Een deel van de taalactiviteiten in groep 1 en 2 vindt spontaan plaats in de klas. Onze projecten zijn gebaseerd op de methode Piramide. Deze methode is ontwikkeld door Cito en sluit aan bij de kerndoelen. Het grootste deel van de activiteiten op het gebied van beginnende geletterdheid wordt actief door leerkrachten voorbereid en gestimuleerd. Beginnende geletterdheid is het bewust bevorderen, ontwikkelen en stimuleren van de interesse in schrijf- en spreektaal. Per thema (of per leeskern in groep 3) plannen we systematisch activiteiten die beginnende geletterdheid en taalontwikkeling bevorderen. Dat vindt plaats door middel van activiteiten zoals: - het onderscheid leren tussen letters, woorden en zinnen. - spelen met klanken, bijvoorbeeld in rijmen en het verdelen van woorden in stukjes (bv pen -> p/e/n). n aast de projecten gebruiken we de lettermuur. Kinderen leren hun letterbegrip vergroten door spelletjes en opdrachten. Nadat deze activiteiten in de groep zijn aangeboden, ontwikkelen kinderen zich verder in de vrije spelsituatie. Denk aan het spelen in de taal- leeshoek, de luisterhoek maar ook aan de huishoek en het spelen met het poppenhuis. Dit alles is belangrijk om een goede basis te leggen voor de opbouw van de letterkennis en het functioneel schrijven en lezen.
Dit doen wij door: - Voorlezen uit verhalen- en gedichtenbundels en prentenboeken. - Praten over leesbegrippen (titel, voor/ achterkant, illustraties, etc.) - Kinderen het verloop van het verhaal laten voorspellen. - De leerkracht wijst zo nu en dan mee als hij/zij voorleest. Kinderen begrijpen dan dat wat gezegd wordt ook geschreven is. - Moeilijke woorden worden binnen de samenhang van het verhaal uitgelegd. - Woordjes stempelen en maken met magneetletters met woordkaarten die passen bij de thema´s. - Met briefjes, boodschappenlijstjes en mededelingen op het white board, maken we kinderen bewust van het communicatieve doel van schrijftaal.
14
3.6
Taal / leesontwikkeling
Na de voorbereidende activiteiten op gebied van beginnende geletterdheid in groep 1 en 2 beginnen we in groep 3 met aanvankelijk lezen. De leerlingen leren stap voor stap lezen met behulp van de methode ‘Veilig leren lezen’. Wij werken met de nieuwste versie van deze methode. Deze staat bekend om de goede differentiatie. Voor iedere leerling is er een aanpak en materiaal dat aansluit bij zijn mogelijkheden en onderwijsbehoeften. De leesvaardigheid wordt in de volgende groepen vergroot door het zelfstandig en onder begeleiding lezen van boeken op het AVI-instructieniveau van de leerling. AVI (Analyse Van Individualiseringsvormen) is de naam voor een indelingssysteem voor het leesniveau. Dit indelingssysteem sluit aan bij de CITO-toetsing van technisch lezen waarmee we de leesontwikkeling van de leerlingen volgen. Wanneer blijkt dat er onvoldoende ontwikkeling is maken we gebruik van de interventies uit het protocol ‘Leesproblemen en dyslexie’.
In groep 4 wordt het taal- en leesonderwijs gesplitst. Het technisch lezen wordt aangeboden met Estafette. Deze methode richt zich vooral op het aanleren van leesstrategieën en wordt gebruikt tot en met groep 8. Vanaf de tweede helft van groep 4 wordt begrijpend en studerend lezen aangeboden. Dit gebeurt aan de hand van de methode “Lezen in Beeld”. Dit is een methode om het studerend en begrijpend lezen te bevorderen. Deze methode is zo opgebouwd dat de kinderen die dit aankunnen, zelfstandig met de les aan de slag kunnen. Dit gebeurt aan de hand van een stappenplan. Zo krijgt de leerling inzicht in een tekst en kan met sleutelwoorden de hoofdgedachte van de tekst weergeven. Voor de leerlingen die dat nodig hebben voorziet de methode in begeleiding op maat. Dit gebeurt individueel of in kleine groepjes . Vanaf groep 5 werken we hiernaast met “Leesstudio”. Dit zijn kaarten die de kinderen zelfstandig maken. Hierin komen verschillende aspecten van informatieverwerking aan de orde. De teksten gaan over actuele onderwerpen en worden wekelijks via internet vernieuwd. De taalmethode ‘Taal actief’ gebruiken wij vanaf groep 4. In het schooljaar 2006-2007 zijn we gestart met de nieuwste versie hiervan. De methode werkt met lesblokken die zijn opgebouwd uit het basisprogramma, een toets en het differentiatieprogramma. Na twee thema’s is er een parkeerweek, waarin de kinderen de stof nog eens beter kunnen maken of verrijken. In deze week is er reflectie en bezinning op de voorgaande lesweken. Als variatie werkt de methode met remediërings- of verrijkingslessen en bakkaarten op verschillende niveaus. Dit zijn oefenkaarten die een leerling zelfstandig kan maken en verbeteren. Bij deze methode hoort ook een computerprogramma. Naast alle opdrachten en activiteiten die de methode Taalactief biedt, werken wij ook aan taalstijl, spreekbeurten, verhalen en gedichten schrijven en andere creatieve taalopdrachten
3.7
Engelse taal
In 2013 zijn we gestart met de nieuwe methode “Real English”. In eerste instantie alleen in de groepen 7 en 8. Vanaf schooljaar 2014-2015 krijgen de leerlingen van groep 5 en 6 ook Engelse lessen vanuit deze methode.
15
3.8
Het rekenonderwijs
Onze projecten in groep 1 en 2 zijn gebaseerd op de methode Piramide. Bij het volgen van de projecten worden alle kerndoelen aangeboden. In ieder project komen, naar aanleiding van verhalen, rekenthema’s aan bod zoals: sorteren, tellen, meten en wegen. Bij elk thema horen rekenopdrachten die worden aangeboden als kringactiviteit of als opdracht aan tafel voor een klein groepje. Als aanvulling op de rekenactiviteiten van Piramide maken we bij elk thema ook gebruik van een speciaal kastje met rekenopdrachten: De Rekentoren. Dit kastje bevat 20 laatjes met allerlei opdrachten die te maken hebben met getalbegrip, sorteren en vergelijken, problemen oplossen, tijd, meten en wegen. Dit alles onder het motto: rekenen moet je doen. Door handelend bezig te zijn gaan de rekenbegrippen voor de kinderen leven.
Hiernaast werken we met de cijfermuur. Met allerlei ‘spelletjes’ en opdrachten ontwikkelen de kinderen getalbegrip. In de groepen 3 t/m 8 werken we met de rekenmethode Wereld in Getallen. Deze methode biedt veel mogelijkheden tot differentiatie, o.a. door de inzet van de weektaak op drie niveaus. Deze methode heeft ook ondersteunende software, zodat leerlingen op de chromebooks kunnen oefenen. Naast de verrijkingsstof uit de methode, kunnen de leerlingen rekenwerk aangeboden krijgen uit boekjes als Elftal, Kien en Talrijk. Voor de leerlingen die meer aankunnen, is er zelfstandig werkmateriaal in de klassen en wordt ook gebruik gemaakt van projecten uit de Pittige Plustorens. (voor meer- en hoogbegaafde leerlingen).
16
3.9
Wereldoriëntatie/ Zaakvakken
De leerkrachten van groep 1 en 2 werken voor het vak wereldoriëntatie met ideeënboeken. De onderwerpen tijdsbesef, verkeer, verkennen van de omgeving en de natuur, die worden behandeld, sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen. In elke groep komen dezelfde onderwerpen aan bod, maar elk jaar wordt het onderwerp uitgebreider en wordt er dieper op ingegaan. Voor de groepen 1 en 2 is de basis ook hier Piramide. Sinds 2012 werken we met de methodes Naut, Meander en Brandaan voor de vakken natuur/techniek, aardrijkskunde en geschiedenis. In de groepen 3 en 4 worden deze drie vakken volledig geïntegreerd aangeboden. De kinderen werken met een doeboek waarin verschillende thema’s worden behandeld. Vanaf groep 5 worden de drie vakken apart aangeboden. De thema’s hebben raakvlakken met elkaar. Na ieder blok is er een periode waarin thematisch gewerkt wordt. Hiervoor worden de zogenaamde bakkaarten van de drie methodes gebruikt.
Voor het vak verkeer gebruiken wij voor alle groepen het materiaal van 3VO (vroeger Veilig Verkeer Nederland). De leerlingen krijgen inzicht in verkeerssituaties, leren de verkeersregels en de betekenis van verkeersborden. Zij leren deze kennis ook in het verkeer toe te passen. Daarnaast schrijft de school (mits inpasbaar!) in op educatieve excursies die verschillende instanties aanbieden. De leerlingen van groep 7 en 8 maken kennis met het interculturele karakter van onze samenleving binnen het vak g eestelijke stromingen . De leerlingen leren een aantal belangrijke feiten over de grotere (religieuze) stromingen. Met deze kennis kunnen zij de verschillende stromingen met elkaar vergelijken, andere levensvisies begrijpen en op waarde schatten. In de methode ‘Geestelijke stromingen’ worden de volgende religieuze stromingen behandeld: Christendom, Hindoeïsme, Boeddhisme, Jodendom, Islam. Ook komen de niet-religieuze stromingen aan bod, de zogenaamde “Ismen” (bijvoorbeeld humanisme)
3.10 Bewegingsonderwijs: kleine en grote motoriek
Hierbij onderscheiden we de grote en kleine motoriek . Grote motoriek is het maken van grote bewegingen tijdens gymles, spelles en buitenspel. De volgende activiteiten vinden plaats tijdens de kleutergymles: klimmen, springen, balanceren, rollen, mikken, hinkelen, huppelen, rennen, gooien en vangen. Tijdens de spelles komen tik- en zangspelen aan bod. Tijdens het buitenspelen krijgen de leerlingen de gelegenheid te spelen met een ruim assortiment buitenspelmateriaal zoals: fietsen, karren, kussens, kleden en zandbakmateriaal. Kleine motoriek is het maken van verfijnde bewegingen met handen en vingers. In groep 1 en 2 wordt op een speelse manier de kleine motoriek geoefend. Activiteiten als kralen rijgen, knippen, plakken, prikken en tekenen helpen de kleine motoriek te verbeteren. Nadat de basis voor het schrijven bij de kleuters is gelegd, beginnen de leerlingen in groep 3 met het schrijven van patronen en de cijfers, gevolgd door het leren van aan elkaar schrijven. In groep 4 leren de kinderen de hoofdletters. In de overige groepen wordt de schrijftechniek herhaald en verfijnd. In groep 7 en 8 komen ook andere
17
schrijftechnieken, zoals kalligraferen, aan de orde. Wij werken met de methode ‘Pennenstreken’. Kinderen met een schrijfstoornis wordt vaak de methode ‘mijn eigen handschrift’ aangeboden.
3.11 Expressieve activiteiten
Expressie draagt bij aan de algemene vorming. De leerlingen gebruiken beeldtaal (voornamelijk bij beeldende vorming) en woordtaal (voornamelijk bij drama en muziek) om hun ervaringen en belevingen te kunnen uiten. De onderwerpen voor deze vakgebieden halen wij uit de belevingswereld van de leerlingen. Onder expressie-activiteiten verstaan wij: Dramatische vorming : verhalen vertellen, kringgesprek, taalspelletjes en dramatiseren. Muzikale vorming : muziek beluisteren, zingen, instrumenten bespelen, bewegen op muziek en muzieknotatie. Wij werken met de muziekmethode ‘Moet je doen’. Beeldende vorming : het aanleren van verschillende technieken en materialen. Iedere week is er in de verschillende bouwen een creatieve middag. Er wordt gewerkt in blokken van drie weken, zodat ook ‘grotere’ werkstukken kunnen worden gemaakt. De leerlingen kunnen kiezen uit verschillende activiteiten en deze zijn allemaal gebaseerd op een andere techniek. Met deze manier van werken hebben de leerlingen meer keuzemogelijkheden, werken ze in wisselende groepen samen en krijgen ze een veel breder aanbod.
Computers in de school
Iedere groep heeft een aantal computers tot zijn beschikking. De computers worden vooral gebruikt voor de vakken rekenen, taal, begrijpend lezen, geschiedenis en aardrijkskunde. Alle groepen (m.u.v. de kleutergroep)beschikken over een digitaal schoolbord. Hiermee kan de leerkracht digitaal educatief materiaal of powerpoint presentaties op een groot scherm interactief laten zien. Ook de kinderen kunnen hun spreekbeurt of werkstuk visueler en aansprekender maken. Binnen de Basis hebben we ervoor gekozen ICT tot prioriteit te maken. Dit betekent dat er binnen de school grote veranderingen zullen zijn op het gebied van ICT. Er wordt sinds schooljaar 2014-2015 gebruik gemaakt van Chromebooks en tablets en we werken in “the cloud”. U zult in de nieuwsbrief de ontwikkelingen kunnen volgen.
Kooklessen
De leerlingen uit groep 7 en 8 krijgen in kleine groepjes de kans om te kokkerellen. Enkele enthousiaste ouders helpen hierbij. De leerlingen leren gerechten maken, maar leren ook over smaakontwikkeling en presentatie. Leerkrachten en klasgenoten lenen zich graag om een en ander te proeven! Aan het eind van groep 8 krijgen de leerlingen hun eigen kookboek. In 2012 heeft groep 7/8 meegedaan aan het televisieprogramm “KRO’s Kookschool”. We hebben het tot de tweede ronde geschopt en mogen onszelf “de culinairste school van Noord-Holland” noemen.
18
3.12 Volgen van de ontwikkeling van de leerlingen in de school Op CBS Halverwege streven we voor elke leerling tijdens de hele basisschoolperiode een doorgaande lijn na. We willen zo veel mogelijk aansluiten bij de ontwikkeling van de leerling. Voor leerlingen die vaardigheden sneller onder de knie hebben dan de gemiddelde leerling is extra leerstof beschikbaar, waarmee de leerkracht in de klas verdieping kan bieden in de leerstof. Door het aanbieden van een gedifferentieerd leerprogramma krijgen die leerlingen de kans zelfstandig aan hun ontwikkeling door te werken. De leerlingen in de bovenbouw die meer uitdaging aan kunnen werken wekelijks aan extra projecten (Pittige Plustorens en leergang Spaans). Het protocol ligt ter inzage bij de IB-er. Voor de leerling die meer tijd nodig heeft, wordt het aanbod van het leerprogramma op zo’n manier aangepast, dat het einddoel toch haalbaar is. Dat kan door het aanbieden van een minimumprogramma en extra ondersteuning tijdens de lessen. Voor kinderen, van wie blijkt dat zij het einddoel niet kunnen halen, worden de eindcriteria aangepast. Deze leerlingen gaan werken volgens een tweede leerlijn, die helemaal op hun mogelijkheden wordt samengesteld. Door regelmatige evaluatie worden deze leerlijnen bijgesteld en aangepast aan de behoeften van de individuele leerling. Het volgen van een tweede leerlijn wordt door de IB-er altijd besproken met de ouders.
Leerlingvolgsysteem groep 1, 2 en 3
In het basisonderwijs is het vroegtijdig onderkennen van ontwikkelings-, leer- en gedragsmoeilijkheden erg belangrijk. Daarom volgen we de kinderen vanaf het moment dat zij bij ons binnenkomen. Dit doen wij met ‘de Pravoo map’. Pravoo is een leerlingvolg- en hulpsysteem voor de groepen 1, 2 en 3. Elke dag worden de leerlingen bekeken en geobserveerd. Er zijn een aantal momenten in de kleuterperiode dat we onze observaties noteren. Dit doen we met een leerlingvolgsysteemkaart, die wij op vaste momenten invullen. Hierbij wordt gelet op kring-, werk- en spelgedrag, sociaal emotionele- en taalontwikkeling, motoriek, ruimtelijke structuren (rekenbegrippen) en zintuiglijk waarnemen. Het eerste moment is als de leerling ongeveer een maand op school is. Daarna zijn er nog vijf momenten van observatie. Naast de observaties met de Pravoo-map, toetsen we de leerlingen specifiek op taal en rekenbegrippen. De toetsafnames voor de kleuters zijn in de toetsweken. Wanneer blijkt dat een leerling in één van de categorieën uitvalt, wordt een handelingsplan gemaakt. De sociaal emotionele ontwikkeling wordt vanaf midden groep 3 verder geobserveerd met behulp van het leerlingvolgsysteem behorende bij de Kanjertraining.
19
Toetsweken (Cito) leerlingvolgsysteem
We hebben per jaar twee toetsweken. Alle Cito-toetsen worden dan afgenomen (bij de kleuters is er een uitloopweek). In de jaarplanning is opgenomen welke weken dit zijn. We nemen de volgende Cito-toetsen af: Groep 1 / 2: Rekenen voor Kleuters en Ruimte & Tijd, Kleur en Lichaamsdelen Groep 2: Screeningsinstrument Beginnende Geletterdheid Groep 3: Rekenen/wiskunde, Tempo Toets Rekenen (eind groep 3), Drie Minutentoets en AVI (lezen), begrijpend lezen (eind groep 3), Luisteren, spelling, Pi-dictee, woordenschat Groep 4:
Rekenen/wiskunde, Tempo Toets Rekenen, Drie Minuten Toets en AVI (lezen), Begrijpend Lezen, Luisteren, Spelling, Pi-dictee, Woordenschat Groep 5/6/7:Rekenen/wiskunde, Tempo Toets Rekenen, Drie Minuten Toets en AVI (lezen), Begrijpend lezen, Spelling, PI-dictee, Woordenschat, Studievaardigheden (eind groep 5, 6 en 7) Drie minuten Toets (lezen): (indien nodig) Groep 8: begin schooljaar: de E7 toetsen Spelling, Rekenen-Wiskunde, Begrijpend Lezen, Studievaardigheden (eind groep 8) CITO Eindtoets, Drie minuten toets (indien nodig) Incidenteel: drempelonderzoek en PI-dictee De vorderingen van het technisch lezen, worden in groep 3 gevolgd met de herfst-, winter-, en voorjaarssignalering uit de methode Veilig Leren Lezen. Vanaf maart/april worden de AVI-toetsen afgenomen in groep 3. Als een leerling twee achtereenvolgende keren de AVI Plus toets gelezen heeft op beheersingsniveau, volgt er geen AVI-toetsing meer.
Het jonge kind In de kleutergroepen werken we vanuit de methode Piramide. Deze methode is opgebouwd uit projecten, die in een cyclus van twee leerjaren aan bod komen. Deze methode is gekozen, omdat daarmee de kerndoelen worden gedekt en het een goede basis is om vanuit verder te werken. Een goede doorgaande lijn in ons onderwijs begint dus al vanaf groep 1. In deze methode worden de tussendoelen per half jaar bijgehouden. Deze registratie helpt ons bij het goed volgen van de ontwikkeling van uw kind. Ook maken we gebruik van het leerlingvolgsysteem van Pravoo. Zo weten we aan het einde van elk project door wie de behandelde tussendoelen op de verschillende niveaus beheerst worden, en kunnen we eventueel later in het jaar extra aandacht geven aan tussendoelen die nog niet gehaald zijn. Ook wordt bijgehouden welke leerlingen extra zorg nodig hebben en in welke vorm die gegeven wordt. Door het steeds verder ontwikkelen van een praktische en doelmatige wijze van werken met projecten en het registreren hiervan, hopen we beter in te kunnen spelen op de behoeften van de kleuters. Aan de ene kant bieden we de stof op een voor kleuters herkenbare wijze (in themavorm) aan, aan de andere kant zorgen we ervoor dat alle kinderen op een bepaald niveau zijn als ze naar groep 3 gaan. Het kleuteronderwijs is dus volop in beweging! Door te observeren en te registreren, volgen wij de ontwikkeling van de kinderen. Met het leerlingvolgsysteem van Piramide, dat ontwikkeld is door Cito, wordt de totale ontwikkeling bijgehouden, zodat wij een zo compleet mogelijk beeld van de kinderen krijgen en onze activiteiten hieraan aan kunnen passen. Met de Cito-toetsen houden wij bij hoe het kind zich cognitief ontwikkelt, vooral op het gebied van begrippen en hoeveelheden. De leerkracht maakt een selectie uit het activiteitenaanbod, zorgt voor een stimulerende omgeving, begeleidt de kinderen en heeft een motiverende rol. Bovendien creëert de leerkracht een veilig pedagogisch klimaat, waarin de kinderen hun nieuwsgierigheid
20
kunnen tonen, initiatieven kunnen nemen, en hun fantasie vorm kunnen geven in spel en creatief werken. De klasseninrichting is zo dat de kinderen voldoende mogelijkheden krijgen om samen te spelen en te werken, eigen initiatieven te kunnen ontplooien, zich creatief te kunnen uiten en specifieke kennis en vaardigheden op te doen. Wij werken afwisselend in hoeken met een keuzebord of aan tafel. Om de continuïteit te waarborgen wordt er in de hogere groepen ook nog ruime aandacht besteed aan de basisvaardigheden. Om de overgang van groep 2 naar 3 goed te laten verlopen, krijgen leerlingen van groep 3 (in mindere mate) de gelegenheid om in hoeken te spelen, ontdekken en leren. In groep 3 gebruiken we hetzelfde observatie / registratiesysteem. De gegevens uit de voorgaande jaren worden overgedragen, zodat het activiteitenaanbod goed aansluit bij de beginsituatie van leerlingen in deze groep. Groep 3 sluit bij een aantal thema’s van Piramide aan als dit past in de doorgaande lijn.
Overgang naar groep 3
Per leerling wordt door de leerkracht -in samenspraak met de IB-er en de schoolleidinggekeken of de leerling overgaat naar groep 3. Wanneer een leerling geboren is voor 31 december zal hij/zij in principe in het schooljaar waarin hij/zij 6 jaar wordt, overgaan naar groep 3. Voor een kleuterverlenging wordt gekozen, als de school op grond van observaties en/of toetsresultaten tot de conclusie is gekomen dat dit beter is voor de ontwikkeling van het kind.
21
Hoofdstuk 4 Teamonderwijs Op maat (TOM) Geen kind is hetzelfde; geen leerling leert op dezelfde wijze; ieder kind is uniek! De wet voor het basisonderwijs geeft scholen de opdracht het onderwijs af te stemmen op de ontwikkeling van de leerlingen. Dit houdt in dat leerkrachten moeten (leren) omgaan met de verschillen tussen de leerlingen. Eén van de werkwijzen is het zelfstandig werken. Op dit moment staat dit onderwerp bij veel teams op de agenda. Immers, de rol van de leerkracht is aan het veranderen. Hij/zij wordt steeds meer een begeleider van het leerproces en een coach van de kinderen. Klassikaal lesgeven; de groep op één manier/niveau aanspreken, wordt als werkvorm minder gebruikt. Zeker als het gaat om de belangrijkste leergebieden taal en rekenen. Door van de leerlingen meer zelfstandigheid te vragen, kan de leerkracht ook meer tijd en aandacht besteden aan leerlingen die dat nodig hebben. De ene leerling heeft genoeg aan een half woord, de ander heeft concrete hulpmiddelen nodig om nieuwe stof eigen te maken. Hierdoor wordt van de leerlingen ook een grotere verantwoordelijkheid gevraagd. Om daar, zowel als leerkracht als leerling goed mee om te gaan, is in de afgelopen jaren al veel afgesproken en gedaan rond het zelfstandig werken in alle groepen. Er is toen vooral aandacht besteed aan gemeenschappelijke afspraken en regels. Dit als antwoord op vragen als: -Wanneer mag je als leerling iets vragen? -Wat moet je doen als je iets niet weet/snapt? -Waar liggen de materialen in het lokaal? -Wat moet je doen als je een opdracht af hebt? -Wie krijgt er extra uitleg en hoe organiseren we dat? -Hoe weet je dat je juf/meester tijd heeft om jou te helpen? -Hoe houd je als leerkracht de vorderingen van elk kind bij? -Hoe zorgen we voor een goede leerlijn? -Hoe krijgen we een goede opbouw van dag- en weektaken? Als team van CBS Halverwege zijn we de afgelopen jaren bezig geweest ons onderwijs verder vorm te geven, met als uitgangspunt onze visie en missie en de vraag: Wat willen we uw kind meegeven om klaar te zijn voor de wereld rond 2020? Wij hebben onderzocht welke middelen/gereedschappen we kunnen gebruiken om ons onderwijs nog beter te laten aansluiten bij deze tijd. De school is regisseur van haar eigen ontwikkeling, de school bepaalt zelf het tempo, de school kiest waar te beginnen. Wat is Teamonderwijs Op Maat? Het ontwerpen van aantrekkelijk onderwijs, zodat kinderen vanuit betrokkenheid en met verantwoordelijkheid, betere prestaties leveren op verstandelijk gebied en op het gebied van vaardigheden. Waar wil TOM naar toe? Een situatie waarin alle scholen op basis van hun eigen onderwijskundige visie en context , een bewuste keuze maken voor de inrichting van hun onderwijs, met een organisatie die optimaal aansluit bij die visie en het daarvoor noodzakelijke personeelsbeleid. TOM is geen concept, maar een veranderproces.
22
4.1
Pijlers van TOM
Teamonderwijs Op Maat betreft de volle breedte van de school: de inzet van personeel Bij de pijler personeel gaat het om de inzet van ander personeel. Welke medewerkers heeft een school nodig? Met welke kwalificaties en capaciteiten? de organisatie van het onderwijs Bij de pijler organisatie draait het om het anders organiseren van lesgeven. Is het onderwijs afgestemd op de leerbehoeften van de leerlingen? de inrichting van een krachtige leeromgeving Bij de pijler leeromgeving gaat het erom een krachtige leeromgeving neer te zetten. Welke methoden en materialen zijn geschikt? Hoe is de inrichting van het gebouw? Tezamen vormen dit de drie pijlers van Teamonderwijs Op Maat. En dan zijn er de randvoorwaardelijke zaken eromheen (de schil): het proces van verandering Bij het proces van verandering gaat het om de randvoorwaarden waarbinnen de veranderingen plaatsvinden. Het is de schil rondom de drie pijlers personeel, organisatie en leeromgeving. Hieronder vallen onder andere de cultuur, het leidinggeven, de communicatie en de financiën. Integrale schoolontwikkeling TOM draagt bij aan een integrale (volledige) schoolontwikkeling. Want een verandering binnen een pijler of de schil zorgt automatisch voor veranderingen binnen de andere pijlers.
4.2
Waarom Teamonderwijs Op Maat?
Recht doen aan verschillen : vanaf 1 augustus 2013 werd binnen ons samenwerkingsverband de wet op de zorgplicht van kracht. Dit houdt in dat de school verplicht is kinderen met handicaps en gebruiksaanwijzingen, een plek te geven in het reguliere onderwijs. Wanneer je als school deze zorg niet kunt bieden, ben je verplicht een plek te vinden op een school die dit wel kan. Vanuit onze visie vinden wij het belangrijk zo veel mogelijk zorg op maat te kunnen bieden. Netwerksamenleving : kennis veroudert snel, de wereld wordt steeds kleiner, er is een grote mediavoorziening, mensen veranderen regelmatig van baan. Dit stelt andere eisen en vraagt andere vaardigheden van mensen en dus van onderwijs. Ondernemend leren : in deze visie krijgen leerlingen meer verantwoordelijkheid over hun eigen leerproces. Onderwijs beweegt van aanbod- naar vraagsturing. We willen de zelfstandigheid en het samenwerken en leren van kinderen bevorderen. Andere inzet personeel : We gaan uit van de kwaliteiten van het personeel. Zo kan iedereen zo optimaal mogelijk worden ingezet en wordt ook duidelijk wat nog specifieke leerpunten zijn van de organisatie. Vanaf 2006/2007 zijn wij ons als team aan het verdiepen in Teamonderwijs op maat. Het studietraject is opgenomen in ons jarenplan. Tot nu toe hebben wij de volgende stappen genomen: ●
●
●
Wij werken groepsdoorbroken tijdens de creamiddag (dinsdag of donderdag). De groepen 1 t/m 4 en 5 t/m 8 gaan allemaal een creatieve vaardigheid uitoefenen, naar eigen keuze. Wij hebben in elke groep een vaste organisatiestructuur. Dit uit zich in de instructietafel, het gebruiken van de stoplichtkaartjes, vraagtekenkaartjes, time-timer, geluidsthermometer, planbord, dagtaak- oplopend in de hogere groepen tot weektaak. Binnen de school proberen wij de leeromgeving zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De inrichting van de school laat zien dat er verschillende werkplekken zijn voor kinderen. Verder werken we hard aan een frisse en opgeruimde school.
23
●
● ●
Naast het reguliere aanbod vanuit de methode vinden wij het erg belangrijk de kinderen op voor hen aansprekende manieren te laten leren. In elke groep en soms groepsoverstijgend vindt u hoeken, zo ingericht dat de kinderen er op andere manieren kunnen leren, met uiteenlopende thema’s. Wij werken er bij de kinderen en de leerkrachten hard aan, uit te gaan van hun kwaliteiten en deze zo goed mogelijk in te zetten. Groepsoverstijgende activiteiten op het gebied van wereldverkenning ziet u terug in onze bijzondere uitstapjes, zoals museumbezoek, kabouterpad en biotoopexcursie.
In het ● ● ● ● ●
schooljaar 2014-2015 hebben we volgende zaken verder uitgediept: Verder invoeren van de Kanjertraining. Plusgroepen Nieuwe rapporten Gebruik groepsplannen en –overzichten Professionalisering en communicatie
In het ● ● ● ●
schooljaar 2015-2016 gaan we aan de slag met volgende thema’s: Borgen Kanjertraject Scholingstraject Opbrengstgericht werken 4D (data, duiden, doelen, doen). Gebruik groepsplannen en – overzichten. Inzetten taalspecialist
24
Hoofdstuk 5 Onze leerlingen 5.1
Aanmeldingsprocedure en begeleiding nieuwe leerling
Als u uw kind op school wilt aanmelden, is er een gesprek met de directeur of met de coördinator. In dit gesprek krijgt u informatie over de Christelijke identiteit van de school, de uitgangspunten van de school, onze manier van werken in de klassen, Teamonderwijs Op Maat en onze doelstellingen. We vertellen over onze omgangsregels, wat we verwachten van kinderen en ouders en u krijgt ook een rondleiding door de school, waarbij een aantal klassen worden bezocht. Wanneer u besluit dat u uw kind wilt plaatsen bij ons op school, wordt het kind ingeschreven in ons computersysteem. Ingeschreven worden die leerlingen waarvan de ouders de identiteit, uitgangspunten en doelstellingen respecteren. Na inschrijving, controleert u de gegevens en tekent hiervoor. Als uw kind, op welk gebied dan ook, een handicap heeft, wordt bekeken of uw kind voor onderwijs bij ons op school in aanmerking komt. Bij leerlingen met een positieve beschikking van een Commissie voor Indicatiestelling (CVI), ook wel ‘rugzakleerling’ genoemd, is er een intake procedure. Als blijkt dat door de aard van de problemen van uw kind wij niet de zorg en de begeleiding kunnen bieden die wij graag willen geven, verwijzen wij u door naar een andere vorm van onderwijs en kan uw kind niet bij ons worden ingeschreven. Voordat uw kind zijn/haar vierde verjaardag viert, mag het al een paar keer komen wennen in de nieuwe klas. Ongeveer zes weken voor de verjaardag neemt de leerkracht van uw kind telefonisch contact met u op. Zij maakt dan een afspraak om samen met uw kind na schooltijd een kijkje in de klas nemen. Ook worden wendagen afgesproken. In principe kan het kind in de vier weken voor zijn/haar verjaardag vijf dagdelen, meestal twee ochtenden per week, komen wennen. Uitzondering zijn de kinderen die jarig zijn in december en in juli/augustus. In verband met de drukke sint/kerstperiode en de zomervakantie is een wenperiode dan helaas niet mogelijk. Deze kinderen starten óf na de kerstvakantie of na de zomervakantie. De leerkracht geeft u en uw kind verder een korte rondleiding en vertelt alvast iets meer over de afspraken en gewoontes in de groep. Als een leerling in een hogere klas instroomt, is er eerst een kennismakingsgesprek met de ouders. Er wordt gekeken wat de onderwijsbehoefte van de leerling is en in hoeverre wij hierin als school kunnen voorzien. De directeur neemt hiervoor ook contact op met de vorige school. Van deze school krijgen we het onderwijskundig rapport waarin de ontwikkeling en leerprestaties van de leerling beschreven zijn. In overleg wordt een wenmoment afgesproken waarop de leerling een dag meedraait op school.
5.2
Schorsing en verwijdering van leerlingen
Bij ernstig wangedrag zoals mishandeling, diefstal of het herhaald overtreden van schoolregels, is schorsing aan de orde. Dit geeft de school de mogelijkheid om -in overleg met de leerkracht en de ouders- te zoeken naar een oplossing. Verwijdering is een maatregel die toegepast wordt bij zo ernstig wangedrag, dat de relatie tussen school en leerling (ouders) onherstelbaar is verstoord. Een beslissing tot schorsing of verwijdering wordt met de uiterste zorgvuldigheid door de schoolleiding, in samenwerking met het schoolbestuur, genomen. Hiervoor is beleid ontwikkeld. De artikelen in de Wet Primair Onderwijs geven het volgende aan:
25
“De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. De toelating mag niet afhankelijk gesteld worden van een geldelijke bijdrage van de ouders. Voordat wordt besloten tot verwijdering, hoort het bevoegd gezag de betrokken leerkracht. Indien het bevoegd gezag van een bijzondere school weigert een leerling toe te laten dan wel een leerling verwijdert, maakt zij het besluit daartoe, schriftelijk en met reden omkleed, bekend aan de ouders. Voordat een bevoegd gezag van een bijzondere school beslist over verwijdering van een leerling, hoort het de ouders van een leerling.” Ouders kunnen tegen een beslissing binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. Voordat een beslissing wordt genomen, hoort het bevoegd gezag de ouders. Toelating van een leerling van een school voor speciaal onderwijs vindt alleen plaats in overeenstemming met de ouders en het bevoegd gezag van de desbetreffende school.
5.3 Begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs Om de eindopbrengsen van ons onderwijs te kunnen meten, maken we gebruik van de CITO-Eindtoets. Deze toets wordt vanaf schooljaar2014-2015 in april afgenomen bij leerlingen in groep 8. De score van een leerling kan liggen tussen de 500 en 550. Alle scholen zijn ingedeeld in een groep passend bij hun populatie. Er zijn 50 schoolgroepen. Iedere groep heeft een eigen ondergrens waarboven je gemiddeld zou moeten kunnen scoren. Je kunt dus alleen scholen met elkaar vergelijken, als je weet of zij binnen dezelfde schoolgroep vallen. Vanaf dit schooljaar is er bij wet geregeld dat het advies vanuit de basisschool leidend is voor plaatsing op het VO. Overige gegevens kunnen slechts als onderbouwing dienen. Het advies dat wij geven wordt gebaseerd op het gehele leerlingvolgsysteem, het uitstroomprofiel en de ontwikkeling van het kind. De eindtoets is dus slechts een toetsingsinstrument voor de basisschool om inzicht te krijgen in het handelen. Indien er een grote afwijking is tussen de uitslag van de eindtoets en het schooladvies, kunnen ouders met de school in gesprek. In de maanden januari en februari hebben de ouders gelegenheid meerdere scholen voor Voortgezet Onderwijs te bezoeken. Informatiemateriaal wordt o.a. via de basisschool verstrekt. Als ouders en kind een keuze hebben gemaakt, kunnen zij zich inschrijven. De basisschool wordt hiervan op de hoogte gesteld en verzorgt de overdracht van de nodige informatie, leerlingengegevens en onderwijsinhoudelijke rapportage naar de betreffende school. Ouders hebben inzicht in deze gegevens. De basisschool wordt in het eerste jaar van het Voortgezet Onderwijs op de hoogte gehouden van de resultaten van de leerlingen. Soms is er nog overleg gedurende dat eerste jaar.
5.4
Als de leerling (vroegtijdig) de school verlaat
Als een leerling (vroegtijdig) onze school verlaat, wordt door de groepsleerkracht -in samenwerking met de IB-er- een onderwijskundig rapport gemaakt. In dat rapport staan de gegevens die de school in de afgelopen onderwijsjaren heeft verzameld. Deze gegevens worden doorgegeven aan de nieuwe school, zodat de overgang zo soepel mogelijk verloopt. Dit alles is in overleg en met (schriftelijke) toestemming van de ouders.
In de bijlagen vindt u actuele informatie over onze leerlingen
26
Hoofdstuk 6 De leerkrachten 6.1 Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof en scholing
Ook een leerkracht kan ziek worden of om een andere reden afwezig zijn. Als dit het geval is, wordt in de eerste plaats binnen de vervangingspool van de vereniging gezocht. Wanneer hier niemand beschikbaar is, gaan we op zoek naar een beschikbare parttimer. Het beleid van de school is dat leerkrachten met een niet lesgevende functie zo veel mogelijk vrij geroosterd blijven om hun taak te vervullen. Wij hebben ons als team verdiept in de maatregelen die wij kunnen treffen bij uitval van een leerkracht. Per groep is gekeken naar een geschikte oplossing. Groep 1/2 zullen niet verdeeld worden als de leerkracht uitvalt. Een leerkracht van een andere groep zal deze groep vervangen wanneer er geen beschikbare parttimer is. In de praktijk is gebleken dat oudere kinderen meer zelfstandig hun werk kunnen uitvoeren dan kinderen van groep 1/2. Als er geen vervanging is, wordt de groep opgesplitst en werken deze leerlingen met een noodprogramma. Als deze opvangmogelijkheden -door overmacht- niet uitgevoerd kunnen worden, is lesuitval onvermijdelijk. Binnen VPCO De Basis is afgesproken dat directeuren geen leerkrachten vervangen.
6.2
De begeleiding en inzet van onze stagiaires
Elk jaar lopen studenten van de Pabo stage op onze school. Zij worden begeleid door de leerkracht van de groep waarin zij stage lopen. De studenten zijn maximaal een half jaar in één groep. Tijdens deze periode geven de stagiaires een aantal lessen aan een groepje leerlingen of de hele klas. Op deze manier doen zij praktijkervaring op. De eindverantwoording ligt altijd bij de leerkracht van de groep waarin de student stage loopt. Vierdejaars studenten lopen een LIO stage (leerkracht in opleiding), zij staan een tot drie dagen zelfstandig voor de klas. Ook hier ligt de eindverantwoordelijkheid bij school. Wij bieden ook stageplaatsen voor SPW (Sociaal Pedagogisch Werk)-studenten. Zij worden opgeleid tot klassen- of onderwijsassistent. Ook hiervoor gelden bovenstaande regels.
27
Hoofdstuk 7 De ouders
7.1
Het belang van betrokkenheid van ouders
7.2
Informatievoorziening over het onderwijs en de school
Voor de opvoeding van het kind naar volwassenheid zijn ouders en leerkrachten samen verantwoordelijk. Net als de ouders spelen ook de leerkrachten een zeer belangrijke rol in het opvoeden van de leerlingen. Binnen het onderwijs werken de leerkrachten vanuit hun onderwijskundige professionaliteit en de ouders zorgen voor ondersteuning en aanvulling. Alleen in een open communicatie tussen leerkrachten en ouders kan het onderwijs optimaal tot zijn recht komen. Door een soepele uitwisseling van informatie kunnen ouders een belangrijke bijdrage leveren. Door mee te helpen met het organiseren van activiteiten ‘in en rondom de school’ bevorderen hulpouders het algemene welzijn. Zie ook het communicatie-protocol op de site.
Iedere maand, en wanneer er extra nieuws te melden is, krijgt u via de mail de nieuwsbrief toegestuurd. Hierin leest u wat in de komende weken gaat gebeuren. Er is een kalendertje in opgenomen. U leest wetenswaardigheden, oproepjes voor allerlei zaken, bedankjes, etc. Kortom, zaken die u als ouder moet weten. Over specifieke onderwerpen krijgt u losse e-mails. Twee keer per jaar ontvangt u een speciale TOM-krant. Hierin houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen op onze school. We hebben bovendien een website en zijn actief op facebook. Leuke foto’s, werkjes van kinderen en andere nieuwsfeiten worden er op geplaatst. We hebben hiermee een extra medium om u van alle zaken op de hoogte te houden. We raden u aan regelmatig de site te bezoeken, zodat u geen informatie mist. Deze schoolgids staat ook op de site.
7.3 Inspraak De ouderraad
De ouderraad bestaat, zoals het woord al aangeeft, uit ouders van leerlingen. Van ouders die lid zijn van de ouderraad, wordt verwacht dat ze hun taken vervullen in overeenstemming met de grondslag en het doel waarvan de school uitgaat. Leden van de raad worden voor twee jaar gekozen en zijn daarna herkiesbaar. Bij vacatures krijgen de ouders van alle leerlingen een brief met een oproep zich op te geven. Als meer ouders zich opgeven dan er plaatsen vrij komen in de ouderraad wordt gestemd. Er wordt minimaal zes keer per jaar vergaderd, waarbij ook iemand van het team aanwezig is. De ouderraad heeft werkgroepen gevormd om haar taken efficiënter uit te voeren. Zo zijn er werkgroepen die zich bezig houden met sport/spel en feestactiviteiten, technische zaken en de schoolkrant. Deze werkgroepen zijn gekoppeld aan de uit te voeren schooltaken door de leerkrachten. Bij de start van een schooljaar is dus ook bekend welke leerkracht betrokken is bij welke activiteit. De ouderraad ondersteunt de leerkrachten bij het organiseren van de diverse festiviteiten en activiteiten. Om het zo efficiënt mogelijk te maken, zal er een lid van de OR, voorafgaand aan de vergadering, contact opnemen met de directeur van de school. In deze bijeenkomst kan de directeur eventuele vragen beantwoorden en worden de punten voor de OR vergadering doorgesproken. (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad ((G)MR) De medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit twee vertegenwoordigers van de ouders en twee vertegenwoordigers van het team. Ieder lid draagt vanuit zijn of haar eigen achtergrond en kennis onderwerpen aan die belangrijk zijn voor het goed functioneren van de school en het onderwijs. De MR vaardigt een lid van de oudergeleding af naar de GMR. Ook heeft een teamlid dit in zijn normjaartaak. Dit is de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad waarin alle scholen binnen VPCO ‘De Basis’
28
deelnemen, en bestaat zo uit 22 leden van 11 scholen. De MR houdt zich bezig met de lokale onderwerpen die onze eigen school aangaan en overlegt hiervoor met de directie en de schooloverlegraad (SOR) over huishoudelijke zaken, het beleid binnen onze school, en onderwijskundige zaken. Voorbeelden hiervan zijn het beschikbare budget en de besteding hiervan, uitvoering van de richtlijnen die het ministerie de school geeft, contacten met de gemeente op ambtelijk en politiek gebied, gebouwenbeheer en nieuwbouw, arbeidsomstandigheden, sollicitatiecommissie en de manier waarop ouders kunnen deelnemen in het onderwijs. De GMR gaat over de overkoepelende zaken die van gemeenschappelijk belang zijn voor de bij VPCO “De Basis” aangesloten scholen, zoals het algemeen beleid en bestuur. Voorbeelden hiervan zijn het vastleggen van algemene regels over personeelsbeleid, veiligheid in en om de scholen, sponsoring, overblijfregeling en klachtenregeling. Een aantal van deze zaken worden op lokaal niveau verder ingevuld, waarbij de MR een rol speelt. Afhankelijk van het onderwerp hebben zowel de MR als de GMR instemming- of adviesrecht. Daarnaast hebben beide initiatiefrecht. De MR vergadert gemiddeld zes keer per jaar en de GMR zes keer per jaar.
7.4
Ouderbijdrage
De ouderbijdrage is voor het schooljaar 2015-2016 vastgesteld op € 30,00 per kind. U kunt dit bedrag overmaken op IBAN NL86RABO0118722530 t.n.v. Ouderraad Halverwege o.v.v. “ouderbijdrage 2015-2016” Van deze ouderbijdrage worden allerlei leuke activiteiten op school georganiseerd. Met name Sinterklaas en Kerst. De schoencadeautjes voor alle kinderen, het sinterklaascadeautje voor de onderbouw en de leerkrachten, de presentjes voor Sinterklaas en zijn Zwarte Pieten en natuurlijk de viering zelf. Een andere grote activiteit is natuurlijk Kerst. Te denken valt hierbij aan de kerstbomen, de eventuele aanschaf van versiering en verlichting, het kerstontbijt en de bijkomende kosten voor bijvoorbeeld een kerstdiner of kerstmusical. De derde grote viering ieder schooljaar is natuurlijk Pasen: voor deze viering worden de kosten van het paasontbijt (van eieren tot servetten aan toe) uit de ouderbijdrage betaald. Andere zaken die met de ouderbijdrage mogelijk zijn, zijn de kosten voor het schoolvoetbal (drinken, snoep tijdens de wedstrijden en een aardigheidje na afloop), de avondvierdaagse (drinken en een snoepje bij de rustplaatsen) . Ook een bijdrage aan het schoolreisje van de kleuters (parkeerkosten, etc.) en de afscheidsavond van groep 8 (inclusief de kosten voor de musical) worden met de ouderbijdrage betaald. Er wordt met de ouderbijdrage dus een groot aantal activiteiten georganiseerd die de schooltijd van uw kind nog leuker en gezelliger maken. Voor een verdere verantwoording van de besteding van de ouderbijdrage wordt u verwezen naar het financieel jaarverslag dat op de website staat na de jaarvergadering van de Ouderraad.
7.5
Contact en overleg leerkracht en ouders
Naast de gesprekken naar aanleiding van het rapportageboekje, brengen de leerkrachten in de groepen 1/ 2 een thuisbezoek bij alle oudste leerlingen van het gezin. Zo krijgt elk gezin één keer een leerkracht op bezoek. Komt een leerling in een hogere groep op school, dan zal de betreffende leerkracht op bezoek komen. Natuurlijk kunt u een leerkracht ook even na schooltijd benaderen voor een gesprek. In veel gevallen zullen de informele contacten met ouders op deze manier gebeuren. Zie bijlage voor actuele informatie.
29
7.6 Klachtenprocedure Klachten
Als ouder/verzorger kunt u ontevreden zijn en overwegen een klacht in te dienen. Wij hopen natuurlijk dat het zover niet komt en dat er bij problemen samen een oplossing wordt gezocht. Als u een klacht heeft over de gang van zaken in een groep of het functioneren van de leerkracht(en), willen wij u vragen dit eerst met de betreffende leerkracht te bespreken. Als u er niet uitkomt kunt u met de schoolleiding spreken. Als u er met de leerkracht en de schoolleiding niet uitkomt, oftewel als naar uw mening de klacht niet naar behoren is opgelost, dan kunt u deze ten slotte voorleggen aan het schoolbestuur of voor een objectief onderzoek aan de Landelijke Klachtencommissie. In de afweging welk vervolg het meest wenselijk is, kunt u zich laten bijstaan door de contactpersoon e/o de extern vertrouwenspersoon. Ook klachten over ongewenst gedrag, die u onvoldoende vindt opgelost, kunt u voorleggen aan de klachtencommissie. Het bestuur van onze school is aangesloten bij: Klachtencommissie voor Protestants Christelijk onderwijs, Raamweg 2, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel: 070 3861697, email: i
[email protected] , www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl De volledige klachtenregeling, waarin de procedure klachtbehandeling beschreven staat, ligt ter inzage op school. Klachten ongewenste omgangsvormen Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school , zoals: pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders en kinderen een beroep doen op de contactpersoon. Dit is een ouder of een personeelslid van de school. De contactpersoon geeft u informatie en advies over mogelijke vervolgstappen. De contactpersoon voor CBS Halverwege is Barbara de Kruiff, leerkracht groep 1/2 De school kent een externe vertrouwenspersoon. U kunt de externe vertrouwenspersoon zien als een onafhankelijk deskundige van buiten de school. De externe vertrouwenspersoon kan naast het geven van informatie en advies ook optreden als bemiddelaar. De externe vertrouwenspersoon voor onze school is: Mevr.T. Lansbergen,OnderwijsAdvies,
[email protected] 06 536 712 68. Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersoon zullen een klacht van ouders/leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten waarbij mogelijk sprake is van seksuele intimidatie, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is. Vertrouwensinspecteur Voor een onafhankelijk advies in geval van pesten en ongewenste intimiteiten, kunt u ook contact opnemen met de vertrouwensinspecteur. Centrale Meldpunt vertrouwensinspectie. Telefoon: 0900 – 1113111
30
7.7
Schoolverzekering voor leerlingen
Regelmatig vragen ouders ons welke rol de school kan spelen bij het claimen van een vergoeding voor geleden schade. Wij kennen drie situaties: - Ongeval onder schooltijd. - Schade toegebracht door een persoon verbonden aan de school. - Schade veroorzaakt door een (on)bekende medeleerling. Aanvullende schoolongevallenverzekering. Iedere ouder van een kind dat onder schooltijd letselschade oploopt door een ongeval en die daarvoor niet voldoende is verzekerd, kan een beroep doen op de aanvullende schoolongevallenverzekering. Deze verzekering biedt dekking tijdens de heen- en terugreis van één uur voor tot één uur na schooltijd, tijdens het verblijf in de schoolgebouwen en op het schoolterrein. Ook vallen hier medische kosten onder die zijn ontstaan tijdens het (onder toezicht van onderwijzend personeel) deelnemen aan excursies, sportactiviteiten en andere buitenschoolse activiteiten in of buiten Nederland. Het is belangrijk dat uw kind of uzelf snel het ongeval meldt bij de directeur. Zij geeft eventueel een schadeformulier. Het is belangrijk dat u de kosten eerst claimt bij uw eigen verzekeraar (zie uw ziektekosten of ongevallenpolis). De schoolongevallen-verzekering is alleen aanvullend. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering dekt de schade die tijdens de schooluren bij leerling (en ouders) is ontstaan door schuld van een medewerker van de school. Het gaat om de reële kosten van medische of materiële aard die het gevolg zijn van verwijtbaar handelen. Wat wel en wat niet verwijtbaar is, wordt bepaald door de verzekeraars (en soms aan de rechter). Particuliere WA-polis. Soms lijdt een leerling schade door toedoen van een medeleerling. Als de dader bekend is, volgt gewoonlijk een gesprek tussen slachtoffer, dader en leerkracht (en eventueel de directeur). Er kan een (pedagogische) straf worden opgelegd. De financiële schade is dan een kwestie tussen de betrokken ouders. Als de dader onbekend is en blijft, heeft de school geen verzekering die uitkeert (tenzij er sprake is van verwijtbaar handelen van een medewerker. In schrijnende gevallen kan de schoolleiding besluiten tot een symbolische bijdrage. Let wel, de school is in principe niet aansprakelijk voor de kosten van beschadiging of vermissing van persoonlijke eigendommen.
31
Hoofdstuk 8 Onze zorg voor de relatie school en omgeving 8.1 Contact met andere scholen in de omgeving
In Halfweg zijn drie basisscholen. Naast onze school zijn er ook nog een openbare en een rooms-katholieke school. Het contact met deze scholen vindt plaats via de directeur, als het nodig is. CBS ‘Gaandeweg’ in Zwanenburg valt onder hetzelfde bestuur, VPCO De Basis, als CBS ‘Halverwege’. Vanaf augustus 2013 is Wendy Veldhuizen ook directeur van deze school. Via het samenwerkingsverband WSNS onderhouden wij de contacten met scholen in het Speciaal Onderwijs regio Zuid-Kennemerland. Door het BOVO-overleg (basisonderwijs / voortgezet onderwijs) zijn er regelmatig contacten met de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Haarlem.
8.2
Peuterspeelzalen en Buitenschoolse opvang
Zie de bijlage voor de actuele informatie.
8.3
Schoolarts
8.4
Sponsoring en stimuleringsfonds
Tijdens de basisschooljaren worden de leerlingen een aantal keer opgeroepen voor een bezoek aan de schoolarts. Het kan ook gebeuren dat de leerkracht of de ouder de schoolarts wil raadplegen. In overleg met elkaar wordt een afspraak gemaakt. In groep 2 is er een onderzoek van de schoolarts en haar assistente. In groep 5 is er een screening op lengte en gewicht. In groep 7 is er het periodiek verpleegkundig onderzoek. De school is voorstander van een selectief gebruik van sponsoring. Een commissie beoordeelt de voorstellen over sponsoring. Bij elke gesponsorde activiteit wordt aangegeven waarvoor het geld wordt gebruikt. Een sponsorvoorstel wordt altijd -voor instemming- voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. Daar waar de school gebruik maakt van sponsoring worden de uitgangspunten van het convenant, zoals ondertekend door het ministerie van O.C en W. en vijftien onderwijsorganisaties, door de school in acht genomen. Deze zijn als volgt: ‘Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en / of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en / of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.’ Aan de ouders wordt met het stimuleringsfonds de mogelijkheid geboden iets extra`s bij te dragen aan de school, met een product dat hen het meeste aanspreekt. Het stimuleringsfonds is een initiatief van de MR en bedoeld om zaken die buiten een begroting vallen, en toch nodig zijn voor de school, aan te kunnen schaffen. Als u besluit om de school te steunen via het stimuleringsfonds kunt u contact opnemen met onze directeur Wendy Veldhuizen en onze beheerster van het Stimuleringsfonds mw. Debbie Gringhuis.
32
Hoofdstuk 9 De resultaten van ons onderwijs 9.1
Specifieke zorg voor leerlingen
9.2
Overgang van groep 2 naar 3, en vanaf groep 3
Regelmatig worden alle leerlingen van de klas doorgesproken met de IB-er. In overleg met de IB-er wordt specifieke zorg geboden aan leerlingen die dat nodig hebben. Naar aanleiding van dit overleg kan een handelingsplan voor de leerling worden opgesteld. Als we op school niet in staat blijken te zijn om de leerling naar behoren te begeleiden, verwijzen wij door naar de ambulante begeleiding. (o.a. Riagg, schoolarts,‘Drielanden’ Educatieve Dienstverlening). Het handelingsplan wordt binnen de groep uitgevoerd door de groepsleerkracht. In specifieke gevallen is het na een onderzoek mogelijk een rugzak voor een leerling aan te vragen. Dit houdt in dat er voor leerlingen met specifieke problematiek, begeleiding ingezet kan worden en materialen kunnen worden aangeschaft. Op dit moment zitten er bij ons drie leerlingen die hiervan gebruik maken. Soms komt het voor dat een leerling nog niet toe is aan het lees- en rekenproces in groep 3. Dan kiezen wij voor een jaar kleuterverlenging. Bepaalde aspecten van het onderwijsaanbod zullen voor dit kind herhaald of verder uitgediept worden. Het kan ook gebeuren dat een leerling versneld doorgaat naar groep 2 of 3. Dat doen we als op basis van de toetsresultaten blijkt dat de leerling alle leerstof van de volgende groep al beheerst. Aan het einde van groep 3 kan het gebeuren dat een leerling nog niet alle lees- en rekenvaardigheden -die het nodig heeft om door te gaan naar groep 4beheerst. In dit geval blijft de leerling nog een jaar in groep 3. Na groep 4 kiezen we in principe niet meer voor doubleren als er onvoldoende vorderingen gemaakt worden in de leerstof. Dan laten we een kind doorgaan naar de volgende groep en bieden we een aangepaste leerlijn zodat het op eigen niveau verder kan werken. Door het bieden van specifieke zorg vanaf groep 1, proberen wij te voorkomen dat we leerlingen naar het speciaal onderwijs moeten verwijzen. Als blijkt dat wij als school niet kunnen voorzien in de onderwijsbehoefte van de leerling, kunnen ouders kiezen voor het in gang zetten van een verwijzingsprocedure naar het speciale (basis)onderwijs. Als ouders ervoor kiezen om het kind bij ons op school te laten wordt een individuele leerlijn opgesteld zodat het kind op eigen niveau de leerstof kan verwerken.
9.3 Actieplan naar aanleiding van de ouderenquête over de kwaliteiten van de school De PR-commissie Onder leiding van Scholen met Succes is een PR-groep van start gegaan. In deze groep zitten als vertegenwoordiging van school: Marieke, Mariëlla en Karen en Debby Gringhuis namens het stimuleringsfonds. De werkgroep heeft als doel, te weten hoe de school zich profileert en wat daar vervolgens mee gedaan kan worden.
9.4
Jaarevaluatie
Bij de start van ieder schooljaar evalueren wij ons onderwijs van het vorige jaar. Er wordt besproken in hoeverre de onderwijsdoelen bereikt zijn. Zijn de methoden nog up to date ? Is er voldoende kennis over de vakgebieden? Is de informatievoorziening goed? Naar aanleiding van deze sterkte / zwakte analyse komen een aantal punten naar voren, waaraan wij willen werken om ons onderwijs te verbeteren. In de bijlage vindt u actuele informatie over de resultaten van ons onderwijs.
33
Hoofdstuk 10 Regeling school- en vakantietijden 10.1 Schooltijden
De schooltijden voor groep 1 t/m 4 z ijn als volgt: maandag, dinsdag, donderdag: 08.30 uur - 12.00 uur 13.00 uur - 15.00 uur woensdag: 08.30 uur - 12.15 uur vrijdag: 08.30 uur - 12.00 uur De groepen 1 t/m 4 hebben de woensdag- en vrijdagmiddag vrij!
De schooltijden voor groep 5 t/m 8 zijn: maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag : woensdag:
08.30 uur - 12.00 uur 13.00 uur - 15.00 uur 08.30 uur - 12.15 uur
Deze groepen hebben alleen de woensdagmiddag vrij! Regels voor begin en einde schooltijden Om zoveel mogelijk rust in de school te krijgen, zijn regels ingesteld. Om 8.20 gaat de schooldeur open. De kinderen van groep 1 t/m 8 gaan direct naar binnen. U kunt uw kind naar zijn / haar klas brengen. Dit kan tot 8.30 uur. Als de bel gaat, dienen alle ouders de klas, hal en gang te verlaten, zodat alle lessen kunnen beginnen. Wij vragen u om op tijd aanwezig te zijn, zodat we echt om 8.30 uur kunnen beginnen met de lessen. Na de middagpauze is het plein vanaf 12.50u weer toegankelijk voor de leerlingen en gaan de deuren van de school weer open. Voor dit tijdstip is het plein en de school alleen toegankelijk voor de leerlingen die overblijven. Als de bel gaat, moeten alle leerlingen in de klassen zijn. Helaas hebben wij op school de beschikking over een kleine fietsenstalling. Daarom stellen we het zeer op prijs wanneer de leerlingen uit het oude gedeelte van Halfweg niet op de fiets naar school komen. De leerlingen die van verder moeten komen, kunnen natuurlijk wel op de fiets naar school. We vragen u zo min mogelijk met de auto naar school te komen om onveilige situaties rond de school te voorkomen.
10.2 Onze maatregelen schoolverzuim
Regels voor verzuim door ziekte Als uw kind door ziekte of een bezoek aan een arts niet (op tijd) op school kan komen, willen wij hierover graag op tijd bericht krijgen. Dit kunt u doen door ons voor schooltijd te bellen. U kunt het ook schriftelijk melden. Wij vragen u niet onder schooltijd te bellen! Voor zowel de leerkracht als groep is het heel hinderlijk om tijdens de les te worden gestoord. Regels voor vervroegde vakantie of verlate terugkomst Hiervoor kunt u de wettekst raadplegen. Deze kunt u vinden op de site van het ministerie van onderwijs. In het rek bij de directiekamer vindt u een folder met informatie m.b.t. leerplicht. Verlofregeling voor leerlingen omtrent familieomstandigheden Verlof in geval van andere gewichtige omstandigheden kan (max. tien dagen) verleend worden, als dit betrekking heeft op omstandigheden die verband houden met de familie. Dit verlof vraagt u aan bij de directeur. Verlof wegens gewichtige omstandigheden langer dan tien dagen, dient u (voor zover mogelijk), minimaal een maand van tevoren via de
34
directeur bij de leerplichtambtenaar aan te vragen. Meestal is dan een verklaring van een arts of maatschappelijk werker nodig, waaruit blijkt dat dit verlof noodzakelijk is. Vraagt u in alle andere gevallen, zoals huwelijksfeest en jubileum, zo snel mogelijk verlof aan bij de directeur. De directeur zal in alle gevallen de aanvraag bekijken en een uitspraak doen. Deze uitspraak hangt af van de wettelijke regelgeving over verlof. Op onze school hebben wij als team met elkaar afgesproken dat wij bereid zijn ouders advies te geven over de oefenstof tijdens de afwezigheid. Wij zullen echter geen schoolwerk meegeven. Wanneer de leerling weer op school verschijnt, zullen we een plan van aanpak toepassen, toegespitst op de gemiste lesstof. Absentie wordt door de leerkracht aangetekend in het administratiesysteem. Ook het regelmatig te laat komen, bezoeken aan artsen etc. worden hierin vermeld. Dit wordt door de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar regelmatig gecontroleerd.
35
Hoofdstuk 11 Schoolbestuur, medezeggenschapsraad en ouderraad 11.1 Schoolbestuur
Onze school valt onder de Vereniging Protestants-Christelijk Onderwijs de Basis. Deze schoolvereniging is opgericht op 1 januari 2001 en ontstaan uit de bestuurlijke samenvoeging van de plaatselijke protestants-christelijke schoolverenigingen in Kudelstaart en Aalsmeer, Halfweg en Zwanenburg, Nieuw Vennep en Rozenburg/Rijsenhout. Het bestuur van VPCO de Basis bestaat, als overkoepelend bestuur, uit afgevaardigden van de besturen van de vier plaatselijke schoolverenigingen. VPCO de Basis is: -bevoegd gezag en rechtspersoon; -hoogste beroepsinstantie binnen de vereniging; -werkgever van het personeel; -toezichthouder op het onderwijs; -coördinator van de belangen van de gezamenlijke scholen; -beheerder van de eigendommen. Veel bestuurstaken worden uitgevoerd door het bovenschools management. De vereniging houdt jaarlijks een ledenvergadering, waar de plaatselijke verenigingen door hun bestuursleden worden vertegenwoordigd. In de vergadering wordt door het algemeen bestuur verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. Contactgegevens: VPCO ‘De Basis’ Cruquiusweg 42 2103 LT Heemstede 023-5542363 algemeen directeur: mevr. S. Feenstra website: www.vpcodebasis.nl Per 1 januari 2016 zal De Basis samen met Stichting De La Salle een nieuwe stichting vormen onder de naam “Jong Leren”.
11.2 Medezeggenschapsraad Namens het team hebben zitting in de MR: Karen Santen en Anke Kluijt Namens de ouders hebben zitting in de MR: Ellen Oostwouder (moeder van Marjolein groep 8, Linda groep 7 en Kors groep 4) Esther Horgan (moeder van Oscar, groep 3) Linda Sluis (moeder van Florien, groep 4) Namens het team heeft zitting in de GMR: Rachel de Vos Namens de ouders: Ellen Oostwouder
11.3 Ouderraad
Voorzitters: Daniëlle Oedekerk Penningmeester: Ellen Hendriks Aangevuld met ouders, elke groep wordt vertegenwoordigd. Namens het team hebben zitting in de ouderraad: Barbara de Kruiff en Maureen Padt. In de bijlage vindt u actuele informatie over dit hoofdstuk, inclusief financiële informatie, adressen en de jaaragenda.
36
37