SCHOOLGIDS SCHOOLJAAR o.b.s. de Driehoek Schoolstraat AC Aerdt

SCHOOLGIDS SCHOOLJAAR 2013-2014

o.b.s. de Driehoek ▲ Schoolstraat 29 ▲ 6913 AC Aerdt

Inhoud 1 De school

6

2 Waar de school voor staat

7

Het klimaat op school

7

3 De organisatie van het onderwijs

8

Het schoolteam

9

3.1 Hoe de kinderen werken

10

Het werken in de onderbouw (groep 1 en 2)

10

Het werken in de groepen 3 t/m 8

11

3.2 Wat de kinderen leren

12

Taal

12

Engels

13

Lezen

13

Schrijven

13

Rekenen en wiskunde

13

Wereldoriënterende vakken

14

Aardrijkskunde

14

Geschiedenis

14

Verkeer

14

Kennis der natuur

14

Burgerschapskunde

14

Sociaal emotionele ontwikkeling

15

Expressie activiteiten

16

Lichamelijke opvoeding

16

4 De zorg voor kinderen

17

Leerlingzorg

17

4.1 Kinderen die speciale zorg nodig hebben

18

Informatie aan ouders

18

Extra leerlingzorg

18

Groepsplannen

19

Individueel handelingsplan

20

Ontwikkelingsperspectief

20

De voorzieningen

20

Plaatsing en verwijzing van leerlingen die extra hulp nodig hebben

21

De verwijzingsprocedure

21

Zorgteams op de scholen

22

Aanmelding gehandicapte leerling

22

openbare basisschool de driehoek aerdt

––– 2 –––

Onderwijsbegeleiding tijdens een langdurige ziekteperiode van een leerling

23

Hoofdluisbestrijding

25

4.2 De begeleiding naar het voortgezet onderwijs

26

Informatie over de schoolkeuze van leerlingen

26

Dossiervorming

26

4.3 Bijzondere activiteiten

27

Buitenschoolse activiteiten

27

5 De leerkrachten

28

Wat gebeurt er als er géén vervangers zijn

28

De begeleiding en inzet van stagiaires

29

Nascholing van leerkrachten

29

6 De ouders

30

Hoe ouders informatie krijgen over onderwijs en de school

30

Inspraak

30

Samenstelling medezeggenschapsraad

31

Ouderactiviteiten

31

Overblijfmogelijkheden / Tussen Schoolse Opvang (TSO)

31

Buitenschoolse opvang voor leerlingen van de basisschool (BSO)

32

Contact leerkracht en ouders over leervorderingen en / of problemen

32

Wat te doen bij klachten

32

Rol van de contacten vertrouwenspersoon

33

Schoolverzekering voor leerlingen

33

7 Regels, afspraken, adviezen en verzoeken

34

Zorg voor de relatie school en omgeving

35

Gymnastiekkleding

35

Eten en drinken

35

Verjaardagen

35

Verantwoordelijkheid voor schoolspullen

36

Jeugdbladen

36

Reclame

36

Gevonden voorwerpen

36

Vandalisme

37

Zandbak

37

De vrijwillige ouderbijdrage

37

8 De ontwikkeling van het onderwijs in de school

38

Adaptief onderwijs

38

Passend onderwijs

38

Team Onderwijs op Maat

38


––– 3 –––

De organisatie

39

Het Team

40

De leeromgeving

40

Voortgaande ontwikkeling

40

Scholing

41

Ons onderwijs kritisch bekijken

41

Leerlingvolgsysteem

41

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

41

9 De resultaten van ons onderwijs

42

Onze leerlingen en het voortgezet onderwijs

43

Integraal schooltoezicht

43

Eindtoets Basisonderwijs van CITO

44

10 Buitenschoolse contacten

45

Meldcode kindermishandeling

47

Logopedie

47

Onderwijsbegeleidingsdienst

48

Sportcommissie

48

Culturele commissie

48

Veilig Verkeer Nederland

48

11 Regeling school- en vakantietijden / belangrijke data

49

Schooltijden

49

Gymtijden

49

Maatregelen om verlies van onderwijstijd te voorkomen

50

Ziekte

50

Extra vrij

50

Geoorloofd schoolverzuim

50

Ongeoorloofd schoolverzuim

51

Belangrijke data

51

Vakanties en vrije dagen

52

12 Namen en adressen

53

Enquêteformulier

55


––– 4 –––

Een woord vooraf De maatschappij verandert, het dorp Aerdt verandert en daarom verandert ook de school. Dit was vorig jaar zo en dit geldt nog steeds. Voor u ligt de schoolgids van een school die verandert en nog steeds aan het veranderen is. We werken niet meer alleen met en voor een eigen groep. De filosofie is dat alle kinderen op school één groep vormen en dat alle leerkrachten hiervoor verantwoordelijk zijn. Verderop in deze schoolgids zal verdere uitleg over dit concept worden gegeven. De uitdaging voor het komende jaar is hoe we hier op school de ICT gaan inrichten. De computer krijgt een steeds prominentere plaats in het onderwijs. Wij op de Driehoek zullen goed moeten nadenken welke plaats we in ons onderwijs hiervoor inruimen. Kinderen groeien op met ICT in allerlei verschijningsvormen. De school kan (en mag) daar niet in achterblijven. Verder gaan er dingen veranderen in verband met de invoering van Passend Onderwijs. Op zich zult u niet veel merken in het onderwijs zelf, maar op het moment dat een kind in aanmerking kan komen voor financiële ondersteuning zal één en ander anders georganiseerd zijn dan nu. Wij zullen als school duidelijk moeten maken welke zorg wij kunnen bieden en voor welke zorg wij kinderen naar een andere school moeten verwijzen. Ook dit zal naar verwachting, gelet op de huidige populatie kinderen niet tot veel veranderingen leiden.

De schoolgids is door het team en de medezeggenschapsraad op inhoud en leesbaarheid bekeken. Als u vindt dat er zaken in onze gids ontbreken, of onduidelijk beschreven worden, nodigen wij u uit om dit aan te geven op het enquêteformulier. Wij zijn samen begonnen aan een nieuw schooljaar. We hopen dat het een fijn en leerzaam jaar wordt en dat u met veel plezier deze gids zult lezen en bekijken. Namens het team van ‘De Driehoek’, Koen Smits augustus 2013


––– 5 –––

1 De school

‘De Driehoek’ is een openbare school. Onze school wordt bezocht door kinderen met verschillende levensovertuigingen en opvattingen. Onze school dankt zijn naam op de eerste plaats aan de oorspronkelijke vorm van de plattegrond. Symbolisch gezien verbinden de zijden van de driehoek de drie betrokken partijen: ouders, leerlingen en school. Alleen bij een goede band tussen de drie betrokken partijen kan goed onderwijs ontstaan. School en ouders zijn immers samen verantwoordelijk dat de kinderen op een goede manier, goed onderwijs krijgen en een basis meekrijgen die hen uiteindelijk tot verantwoordelijke burgers laat uitgroeien die hun positieve bijdrage leveren aan onze maatschappij.

kinderen

ouders

school

Het bestuur van Stichting Proles draagt de eindverantwoordelijkheid voor het werken op school. De stichting beheert 13 scholen in de gemeenten Rijnwaarden, Duiven, Westervoort en Zevenaar. Het bestuur bestuurt op afstand. De algemeen directeur van Proles en de directeuren van de verschillende scholen hebben overleg in het managementteam. Elke directeur is integraal verantwoordelijk voor zijn of haar school.


––– 6 –––

2 Waar de school voor staat

Uitgangspunt Een kind is een individu, dat van volwassenen afhankelijk is. Kinderen verschillen van elkaar en zijn in ontwikkeling. In zijn ontwikkeling heeft het kind behoefte aan relatie, competentie en autonomie of zelfstandigheid. Met de behoefte aan relatie bedoelen we de behoefte aan een veilige, liefdevolle omgeving, waarin kinderen zich, door zowel volwassenen als kinderen, aanvaard en gerespecteerd voelen. Bij de behoefte aan competentie denken we aan het zelfvertrouwen dat kinderen krijgen wanneer ze ervaren dat ze steeds meer weten en (zelfstandig) kunnen. Onder autonomie verstaan we dat kinderen dingen zelf willen doen. Ze hebben de drang naar zelfstandigheid in zich. Aansluiten bij de onderwijsbehoeften van het kind betekent voor ons kunnen omgaan met verschillen. We willen adaptief onderwijzen, d.w.z. dat we bij het werken op onze school rekening proberen te houden met de mogelijkheden en belangstelling van het kind. Onderwijs is maatwerk, we houden zo veel als mogelijk rekening met verschillen. In hoofdstuk 8 staat beschreven hoe we dat doen. Onze school wil het kind begeleiden op het gebied van kennis en vaardigheden, maar wil ook een rol spelen in de opvoeding, zodat het kind kan leren te functioneren als een zelfstandig handelende, mondige persoonlijkheid, met verantwoordelijkheidsbesef en gevoel voor maatschappelijke en sociale verhoudingen.

Het klimaat op school We willen onze school maken tot een omgeving waar het kind zich met andere kinderen prettig voelt en op zijn gemak is. We vinden het belangrijk dat het kind zichzelf kan zijn en dat er rekening gehouden wordt met zijn mogelijkheden. ‘De Driehoek’ wil een school zijn waar kinderen leren, maar zich daarnaast ook ontwikkelen op creatief, sociaal en emotioneel terrein. De school probeert elk kind positief te benaderen en bij het kind de aandacht te vestigen op zijn / haar sterke kanten. Door positief kritisch gedrag en beloning van prestaties krijgt het kind een goed beeld van zichzelf. De samenwerking binnen onze school berust op beginselen van respect, eerlijkheid, vertrouwen, veiligheid en wederzijdse hulp. Bij onenigheid, ruzie en/of pesterijen treden we op en proberen zover te komen dat de kinderen zelf tot een analyse van de onenigheid komen en de oplossing aandragen. Goede en geregelde contacten met ouders zijn noodzakelijk. We vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind en bij de algemene gang van zaken op onze school. Jaarlijks wordt er een algemene ouderavond georganiseerd, waarop ouders kunnen meepraten over zaken die met school te maken hebben.


––– 7 –––

3 De organisatie van het onderwijs

De Driehoek heeft met een aantal ontwikkelingen te maken. Hieronder zullen deze ontwikkelingen worden geschetst. De maatschappij verandert snel, dingen die we nu nog niet weten of kennen zullen straks, als de kinderen die nu op onze school zitten volwassen zijn, waarschijnlijk gewoon zijn. De problemen waar we lokaal, regionaal, nationaal en internationaal voor staan vergen creatieve geesten. Dit stelt eisen aan het onderwijs dat gegeven wordt. Een gedegen basis van rekenen en taal blijven natuurlijk erg belangrijk. Echter, we moeten ook proberen kinderen zelf dingen te laten ontdekken, zelf op onderzoek uit te gaan, zelf fouten te maken en ruimte te geven aan ideeën die bij hen zelf opkomen. Creatief denken wordt steeds belangrijker, op school moeten we daar ook de mogelijkheden voor geven. Landelijk neemt het aantal kinderen tussen 0 en 12 jaar af. Dit is niet alleen een ontwikkeling waar men in Friesland, Groningen of Zuid-Limburg mee te maken heeft. Ook in de gemeente Rijnwaarden is er een scherpe daling (> 20 % in de komende jaren) van het aantal kinderen in de leeftijd tot en met 12 jaar. In het dorp Aerdt is deze ontwikkeling ook gaande. Had de school in het begin van het schooljaar 2010-2011 nog 88 kinderen, nu, drie jaar later heeft de school 52 kinderen. Deze teruggang van leerlingaantal is grotendeels demografisch van aard, er worden minder kinderen geboren. Gelukkig worden er in Aerdt nog steeds kinderen geboren. Er blijft voor de school echter sprake van een neerwaartse ontwikkeling van het aantal leerlingen omdat ieder jaar er meer kinderen uit groep 8 vertrekken dan er in groep 1 bijkomen. Minder leerlingen op school betekent minder geld. Bovenstaande ontwikkeling heeft er toe geleid dat we vorig schooljaar onze manier van werken hebben gewijzigd. Na een jaar van ervaringen opdoen zijn we er nu toe gekomen dat we werken met een 1/2/3 en 4/5/6 en een 7/8 combinatie. De kinderen van groep 4 t/m 8 kunnen in verschillende ruimtes werken. Ze hebben hun weektaak als structuur en krijgen instructie van hun eigen leerkracht. Behalve groep 6, zij krijgen de rekenuitleg van de leerkracht van groep 7/8. De kinderen kijken zo veel mogelijk hun eigen werk na en leggen dit op een centrale plek in de hal. We zijn met weinig leerkrachten en moeten derhalve een beroep doen op het zelfstandig werkvermogen van de kinderen. Aandacht hierbij dient mede uit te gaan naar het ‘elkaar helpen’. De leerkrachten bespreken de dagelijkse gang van zaken gezamenlijk en voelen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle kinderen. De leerkracht staat er niet alleen voor.


––– 8 –––

De Driehoek is een kleine dorpsschool. De bekostigingssystematiek van kleine scholen gaat veranderen. Krijgen kleine scholen nu nog een toeslag, vanaf augustus 2016 krijgen kleine scholen een bonus indien samengewerkt wordt met andere scholen. Wat precies met samenwerking bedoeld wordt zal in de loop van 2014 duidelijk worden. Hoe dit uitpakt voor de Driehoek kan nu nog niet worden aangegeven. Er staan ons belangrijke veranderingen te wachten, we blijven echter vooralsnog gewoon staan voor onze eigen school en werken met de middelen die we hebben aan goed onderwijs voor uw kind(eren). Uiteraard wordt u als ouder op de hoogte gehouden over relevante ontwikkelingen in deze.

Het schoolteam Op onze school werken de volgende personen: Henriëtte Everhardt

groepsleerkracht 7/8 van maandag t/m woensdag

bedrijfshulpverlener

Lidy Gerritsen

groepsleerkracht 5/6 van maandag t/m woensdag

2e contacten vertrouwenspersoon

Ineke Ketelaar

groepsleerkracht 7/8 op donderdag en vrijdag

contacten vertrouwenspersoon

bedrijfshulpverlener

Tineke Sloot

Groepsleerkracht 1/2/3 op maandag t/m donderdag, vrijdag geeft Tineke les aan groep 2/3/4 ’s ochtends en 4/5/6 ’s middags

Bedrijfshulpverlener

Koen Smits

directeur, intern begeleider en groepsleerkracht 4/5/6

op donderdag. Maandagmiddag verzorgt Koen lessen aan

groep 5, vrijdagochtend is Koen basisgroepleerkracht

voor groep 5/6. Aanwezig op maandag, dinsdag, donderdag en

vrijdag

Petra van Megen

onderwijsassistente

Barry Tank

muziekdocent (gedetacheerd op de dinsdagmiddag)

Rutger van Aken

ICT-coördinator (gedetacheerd)

André van Sadelhoff

conciërge

Carla Polman

administratieve ondersteuner

• •

De functies van intern begeleider en van contacten vertrouwenspersoon worden respectievelijk in de hoofdstukken 4 en 6 omschreven. Een bedrijfshulpverlener is geschoold in levensreddend handelen en het verlenen van hulp bij calamiteiten zoals brand.

• Tineke Sloot is de enige leerkracht die voltijds op de Driehoek werkt. Zij heeft recht op compensatieverlof (vroeger ADV). Dit compensatieverlof is 15 keer per jaar. 6 Keer zal zij worden vervangen door Henriëtte, 7 keer door een nu nog niet bekende leerkracht en 2 keer door een invaller van het PON (zie later in de schoolgids).


––– 9 –––

3.1 Hoe de kinderen werken Het werken in de onderbouw (groep 1 en 2) In de onderbouw is de leerstof niet in vakken verdeeld. Het onderwijs is een totaalgebeuren, waarin allerlei basisvaardigheden aan bod komen. Er wordt aandacht besteed aan taalactiviteiten in de vorm van kring- en leergesprekken, verhalen, versjes, raadsels, spelletjes, drama en poppenkast. Daarbij ligt het accent op werken en praten in kleine groepjes. We werken ook met taalactiveringsprogramma’s. (o.a. de methode ‘Schatkist’) De kinderen leren vrijuit te spreken, te communiceren met anderen, te luisteren naar gesproken informatie en deze ook te begrijpen. Hierbij wordt tevens een start gemaakt met het taal/leesproces van groep 3.

Bij het rekenen wordt gebruik gemaakt van een voorloper van de rekenmethode. De kinderen leren o.a. te werken met hoeveelheden, begrippen en oplossingen aan te dragen voor een probleem. Er wordt een basis gelegd voor het rekenen in groep 3. Er wordt gewerkt volgens de principes van ‘basisontwikkeling’. De kinderen leren door te ervaren en te doen. Er is veel aandacht voor eigen activiteiten en initiatieven van kinderen. Basisontwikkeling gaat uit van de betrokkenheid van de kinderen. Er wordt veel aandacht besteed aan ontwikkeling van sociale vaardigheden, door samen te spelen en elkaar te helpen. We werken dagelijks aan de zelfredzaamheid en zorg voor de omgeving. Bij basisontwikkeling worden de volgende activiteiten aangeboden: kring, werken


––– 10 –––

met materialen, spel, spelen, werken met thema’s, activiteiten in het kader van lezen, schrijven en rekenen. In het kader van bewegingsactiviteiten worden er gymlessen met klein of groot materiaal en spellessen gegeven. Ook in het buitenspel komen bewegingsactiviteiten aan de orde. De kinderen leren o.a. rekening te houden met elkaar, omgaan met obstakels, vrijuit te bewegen in een beperkte ruimte, samen te spelen en plezier te beleven. Onder expressie activiteiten vallen poppenkast kijken en spelen. Ook is er creatief spel in de vorm van o.a. fantasielessen en rollenspelen. Ook wordt er aandacht geschonken aan muziek en beeldende expressie. (tekenen en handvaardigheid) Zelfstandig werken: de kleuters werken met een planbord, ze kiezen zelf welke activiteit ze op welke dag doen. Ze pakken de materialen en gaan aan het werk, de leerkracht loopt rond of zit bij een instructiegroepje, de kinderen zijn zoveel mogelijk zelfstandig bezig. Bij problemen mogen ze een andere leerling om hulp vragen of steken de vinger op. Iedere morgen starten we met een inloop, de kinderen kiezen uit werk wat is klaar gezet en gaan spelen, de leerkracht heeft op dat moment tijd en ruimte om extra hulp te bieden aan kinderen met problemen of er wordt voorinstructie gegeven. Ook kunnen er activiteiten in de kleine kring gegeven worden tijdens de inloop.

Het werken in de groepen 3 t/m 8 In deze groepen is de leerstof verdeeld in vakken, bijvoorbeeld rekenen en taal. Per vakonderdeel gebruiken we een methode. In de methode wordt de leerstof stap voor stap, van mak-


––– 11 –––

kelijk naar moeilijk opgebouwd. In ons rooster is vastgelegd hoe lang en wanneer bepaalde vakken aan de orde komen. De basisstof, de leerstof die iedereen gehad moet hebben, is voor elk kind gelijk. We bieden de basisstof op verschillende manieren aan. Er wordt rekening gehouden met het werktempo van het kind. Kinderen die sneller door de stof gaan krijgen ‘verrijkingsstof’. Dit is leerstof die dieper of verder gaat dan basisstof. De kinderen van groep 3 zitten samen met de kinderen van groep 1 en 2 in groep 1/2/3. Dit is een bewuste keuze mede ingegeven door onderwijskundige inzichten. Kinderen in groep 3 kunnen in groep 1/2/3 meer dan gebruikelijk, in een eigen groep 3, op de ‘kleutermanier’ leren. Spelen, spelend leren, blijft immers een belangrijk element. De overgang van groep 2 naar groep 3, normaal behoorlijk groot, wordt op deze manier minder groot terwijl de kinderen toch net zoveel leren. Daarnaast kunnen kinderen van groep 2 ook makkelijker meedoen, indien ze er aan toe zijn, met onderdelen van de stof van groep 3. De kinderen van groep 3 werken met een dagtaak. De ervaringen die wij tot nu toe met deze combinatie hebben opgedaan zijn erg positief.

3.2 Wat de kinderen leren Bij de samenstelling van ons onderwijsaanbod gaan we uit van de kerndoelen. Kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Kerndoelen geven aan wat leerlingen aan het eind van hun schooltijd moeten kennen en kunnen. De kerndoelen geven per vak aan wat uw kind moet leren. Ze garanderen een breed en gevarieerd onderwijsaanbod. In de kerndoelen staat niet beschreven hoe de school de doelen moet bereiken. Op basis van de kerndoelen stelt de school zelf het onderwijsprogramma samen. De kerndoelen zijn algemeen verwoord. Deze kerndoelen worden per vak vertaald naar concrete doelstellingen. Zo zijn recent de referentieniveaus beschreven. De referentieniveaus geven concreet aan wat van een school verwacht wordt dat een kind kan op een bepaald moment in de schoolloopbaan. De referentieniveaus taal/rekenen/sociale emotionele ontwikkeling gaan een steeds belangrijker rol spelen in ons onderwijs. Meer informatie over kerndoelen kunt u vinden op: www.slo.nl Meer informatie over de referentieniveaus kunt u vinden op: www.taalenrekenen.nl

Taal We willen bereiken dat kinderen in dagelijkse situaties mondeling en schriftelijk kunnen communiceren. Dat houdt in dat kinderen leren hun gevoelens, gedachten en inzichten zo onder woorden te brengen dat het voor anderen begrijpelijk is. Maar ook dat het kind het vermogen heeft de gedachten, gevoelens en inzichten van een ander te begrijpen. We gebruiken de methode ‘Taal Actief’ de derde versie.


––– 12 –––

Engels De kinderen in groep 7 en 8 krijgen Engels. We hebben jarenlang met dezelfde methode gewerkt. Nu was deze methode verouderd en aan vervanging toe. Er zijn ervaringen opgedaan met de methode Take it easy en Groove me. Op korte termijn zal voor één van deze methoden een keuze worden gemaakt. Dat deze keuze na een aantal weken in het nieuwe schooljaar wordt gemaakt staat het geven van goed onderwijs in Engels niet in de weg. Deze eerste weken wordt ervaring opgedaan met één van de mogelijk nieuwe methode Engels. In de weken vóór de zomervakantie is de andere methode uitgeprobeerd.

Lezen In de kleuterbouw wordt de basis gelegd voor het beginnend lezen. Met het leren lezen (technisch lezen) wordt gezamenlijk in groep 3 begonnen d.m.v. de 2e versie van de methode ‘Veilig leren lezen’. De meeste kinderen kunnen door deze methode in januari lezen. Het technisch lezen blijft onze aandacht houden totdat een bepaald niveau bereikt is, dit niveau laat zich vertalen in een zogenaamd AVI niveau. In groep 4 wordt gestart met andere leesvormen zoals begrijpend en studerend lezen. Sommige kinderen uit groep 4, 5 en 6 krijgen de methode Estafette aangeboden om hun niveau van technisch lezen te verbeteren. Daarnaast kennen we vloeiend lezen. Dit gebeurt aan de hand van een tekst die iedere week anders is. Dit vloeiend lezen gebeurt met een stappenplan. Vloeiend lezen is bedoeld voor die kinderen uit groep 4 tot en met 8 die nog meer intensieve technisch leesbegeleiding nodig hebben. Lezen is erg belangrijk, om je maatschappelijk te kunnen redden maar ook voor een breder begrip van de wereld om ons heen. Om uiting te geven aan het belang dat wij aan lezen hechten lezen we met de hele school op vaste momenten een half uur per dag (met uitzondering van de woensdag).

Schrijven In de kleuterafdeling wordt begonnen met de voorbereiding op het schrijfonderwijs. We gebruiken de methode ‘Schrijfkriebels’. Vanaf groep 3 wordt de methode ‘Pennenstreken’ gebruikt. In de bovenbouw, groep 7 en 8, staat het methodische schrijven niet centraal. Kinderen ontwikkelen langzaamaan een eigen handschrift. Netheid en leesbaarheid vormen daarbij wel belangrijke beginvoorwaarden.

Rekenen en wiskunde Goed kunnen rekenen is erg belangrijk, het stimuleert mede het logisch en analytische denkvermogen. We maken gebruik van de methode ‘Pluspunt’ de 2e versie. Dit is een realistische rekenmethode. Een realistische rekenmethode gaat uit van werkelijke situaties. De kinderen lossen problemen op door inzicht. Ze leren argumenteren en accepteren dat er meer dan één oplossingswijze is. Dit schooljaar gaan we aan de slag met de vervanging van de rekenmethode. De bedoeling is dat we aan het begin van het nieuwe schooljaar 2014-2015 beginnen met een nieuwe rekenmethode.


––– 13 –––

Wereldoriënterende vakken Wereldoriëntatie bestaat uit de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer, kennis der natuur en burgerschapskunde. Deze vakken hebben betrekking op de wereld om ons heen. De leerstof is bij groep 1 t/m 4 afhankelijk van wat er op een bepaald moment leeft en als belangrijk wordt ervaren. In de hogere groepen maken we per wereldoriëntatie onderdeel gebruik van een methode en sluiten daarnaast aan bij de actualiteit, volgen uitzendingen van de NOT, gebruiken het documentatiecentrum en het internet.

Aardrijkskunde Bij aardrijkskunde oriënteren de leerlingen zich o.a. op de wereld, dichtbij en veraf. Ze ontdekken dat mensen overal hun omgeving hebben ingericht met bijvoorbeeld fabrieken, wegen, kanalen enz. Ze constateren dat er sprake is van zowel verschillen als overeenkomsten met hun eigen omgeving. We gebruiken de methode Hier en Daar.

Geschiedenis Bij geschiedenis oriënteren de leerlingen zich op het verleden in relatie tot het heden. De huidige situatie is het gevolg van de gang van zaken in het verleden. Om meer van het heden te begrijpen verdiepen de leerlingen zich in het verleden. Voor geschiedenis gebruiken we de methode ‘Tijdstip’.

Verkeer Bij verkeer wordt de leerlingen die kennis bijgebracht die ze nodig hebben om op een veilige manier aan het verkeer te kunnen deelnemen. Groep 4 gebruikt de methode ‘Klaar ….. over’. De groepen 5 en 6 ‘Op voeten en fietsen’ en de groepen 7 en 8 ‘De jeugdverkeerskrant’.

Kennis der natuur In het vak kennis der natuur bieden we ten aanzien van de levende en dode natuur de stof aan d.m.v. de methode ‘Leefwereld’ en ‘Nieuws uit de Natuur’.

Burgerschapskunde Burgerschapskunde vormt onze leerlingen als burger. Ze ervaren en leren hoe we als goede burgers met elkaar omgaan. Dit gebeurt op 3 niveaus:

•

Op schoolniveau: Welke regels en afspraken hebben we? Deze regels komen voort uit de waarden en normen op onze school. Ze zorgen ervoor dat iedereen zich bij ons op school

•

prettig, veilig en gelijkwaardig voelt. Op het niveau van de plaatselijke gemeenschap en ons land. De leerling oriënteert zich als (toekomstig) deelnemer van de maatschappij. Welke medeburgers ontmoet ik? Zij zijn verschillend van elkaar. Waarom is dat en hoe leven we samen? Hoe wordt mijn omgeving en hoe wordt ons land bestuurd?

• Tot slot is onze leerling in toenemende mate ook wereldburger. De globalisering en de snelle ontwikkeling van de communicatiemiddelen zorgt ervoor dat de wereld niet ver weg is maar dagelijks aanwezig. Leerlingen zien elke dag mensen in andere landen, men-


––– 14 –––

sen met andere leefgewoonten, mensen in armoede, mensen in oorlogssituaties, mensen levend in welstand. Tegelijk zien ze wereldwijde organisaties die hulp bieden, die regels maken voor een eerlijke verdeling van de welvaart, die tussenbeide komen in conflicten. Burgerschapskunde helpt de kinderen zicht te krijgen op de grote buitenwereld en om een mening te vormen over welke normen en waarden nodig zijn om als wereldburgers vreedzaam naast elkaar te leven. Het schooltv weekjournaal, voor groep 7 en 8, besteedt wekelijks aandacht aan verschillende onderwerpen die te maken hebben met de omgang van verschillende mensen, culturen onderling en met elkaar. In groep 4, 5 en 6 wordt het jeugdjournaal bekeken en besproken. In groepen 7 en 8 wordt gebruikt gemaakt van ‘Samsam’ (dit blad richt zich op ontwikkelingssamenwerking en wereldburgerschap) en de Kidsweek junior is op school beschikbaar. In de aardrijkskunde- en de geschiedenismethode wordt ingegaan op samenlevingsvormen in het verleden en het heden. Tevens krijgen de leerlingen zicht op hoe ons land (in grote lijnen) bestuurd wordt (staatsinrichting).

Sociaal emotionele ontwikkeling Op school besteden we gericht aandacht aan het aspect sociale competentie. We gebruiken daarvoor de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Sociale competentie gaat over hoe kinderen met elkaar en zichzelf omgaan. In dit vak leren ze dat ze niet mogen slaan als ze ruzie hebben met een ander kind, maar dat ze de ruzie met praten moeten oplossen. Ze leren ook om goed samen te werken met andere kinderen, of hoe ze voor zichzelf op kunnen ko-


––– 15 –––

men. Al deze vaardigheden zijn belangrijk voor kinderen: ze zullen deze vaardigheden later nodig hebben in de maatschappij. We maken met ingang van dit schooljaar gebruik van het digitale leerlingvolgsysteem Zien. Dit is een volgsysteem dat specifiek bedoeld is voor het in kaart brengen van de sociaal emotionele gesteldheid van de kinderen. Indien, na invulling, dit systeem een signaal afgeeft dat er mogelijk iets aan de hand is dan wordt dit met u als ouders besproken en gaan we samen met u verder kijken welke vervolgacties genomen kunnen worden.

Expressie activiteiten We besteden aandacht aan beeldende expressie en verbale expressie. Met beeldende expressie bedoelen we tekenen en handvaardigheid. Verbale expressie houdt onder meer dramatische vorming zoals toneel, poppenkast, muziek en zang in. We proberen te bereiken dat kinderen zich op elk gebied persoonlijk kunnen uiten. Vaak komen expressie activiteiten als onderdeel in een ander vakgebied voor. Ook leveren groepen creatieve bijdragen bij activiteiten zoals de Kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, musical of schoolfeest.

Lichamelijke opvoeding Dit onderdeel omvat binnen en buiten spelen en gymnastiek. Wij gymmen 1 x per week. De ene keer is het een spelles (ontwikkeling spelinzicht, samenspel en fair play), de andere keer is het een toestellenles (voor ontwikkeling van de motoriek) Voorts is er iedere eerste maandag van de maand een extra gymles. Onder het kopje ‘gymtijden’ verderop in deze schoolgids staat op welke maandagen de extra gymlessen zijn.


––– 16 –––

4 De zorg voor kinderen

De opvang van nieuwe leerlingen De inschrijving van kleuters vindt op afspraak plaats. Er volgt dan een kennismakingsgesprek met de directeur en er wordt een rondleiding gegeven door school, tevens is er een kennismakingsgesprek met de leerkracht van groep 1/2/3. Beginnende kleuters kunnen, als dat wenselijk is, voor zij 4 jaar worden samen met ouders gedurende één ochtend de school bezoeken. Kleuters mogen naar school wanneer de leeftijd van 4 jaar is bereikt.

Leerlingzorg In groep 1 en 2 worden kinderen aan de hand van screeninglijsten geobserveerd. De observatiegegevens worden schriftelijk vastgelegd. Bovendien worden kleuters regelmatig getoetst. In groep 3 t/m 8 streven we ernaar al het werk van de kinderen te bekijken. Van dit werk worden belangrijke zaken beoordeeld. Ook worden de werkwijze, concentratie, inzet, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en wijze van samenwerken geobserveerd. Wel brengen we de


––– 17 –––

kinderen de vaardigheid en verantwoordelijkheid bij om zelf het werk na te kijken. Naast het ‘gewone’ werk maken de leerlingen toetsen, die op vastgelegde tijden worden afgenomen. Door de toetsresultaten krijgen we inzicht in hoe een leerling de behandelde leerstof beheerst. Zo kunnen we constateren dat leerlingen op onderdelen uitvallen of problemen hebben. Ook wordt duidelijk of de kinderen wel goed genoeg vooruit gaan. Op sociaal-emotioneel terrein kunnen de leerlingen gevolgd worden d.m.v. het programma Zien. Alle belangrijke toetsgegevens worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem van CITO.

4.1 Kinderen die speciale zorg nodig hebben Informatie aan ouders In de kleuterafdeling worden ouders door middel van gesprekken aan de hand van een verslaglijst over de ontwikkeling van hun kind op de hoogte gehouden. In de hogere groepen gebeurt dat door een rapport, eventueel gecombineerd met gesprekken. Door het jaar heen zijn er 3 momenten van tienminutengesprekken. Oktober/november, februari en juni/juli. In oktober/november en februari nodigen wij alle ouders uit voor een gesprek. In juni/juli is dit facultatief; alleen indien hiertoe aanleiding is zal school de ouder uitnodigen. Uiteraard staat het de ouder ook vrij om zelf een gesprek aan te vragen.

Extra leerlingzorg In het kader van het landelijke Weer Samen Naar School (W.S.N.S.) beleid, werkt onze school regionaal samen met een aantal scholen in een zogeheten SamenWerkingsVerband. (S.W.V.) Dit betreft alle basisscholen in de gemeenten Angerlo, Didam, Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de school voor speciaal basisonderwijs ‘de Schilderspoort’ in Zevenaar / Didam. Dit samenwerkingverband heeft als doel de leerlingzorg voor alle leerlingen in dit verband zo goed mogelijk vorm te geven en aan te passen aan de zorgbehoefte per leerling. Dit S.W.V. heeft als naam ‘Bureau onderwijszorg de Liemers’. Het adres is: Mercurion 36, 6903 PZ Zevenaar. Tel. 0316-341618. De gezamenlijke zorg krijgt in een aantal stappen gestalte. Op de eerste plaats wordt de zorg gegeven door de leerkracht. Dit kan gaan op gebied van problemen met één van de vakken of sociaal-emotioneel gedrag. Bij de Driehoek gaan wij langzaamaan over naar het werken met groepsplannen. Wij werken inmiddels met een groepsplan voor technisch lezen en spelling. Dit schooljaar, 2013-2014, gaan we beginnen met groepsplannen voor begrijpend lezen. In de komende jaren komt daar nog het groepsplan voor rekenen bij. Bij dit laatste vakgebied wordt nu, indien nodig, nog gewerkt met een individueel handelingsplan.


––– 18 –––

Groepsplannen In een groepsplan wordt voor alle kinderen in een jaargroep beschreven wat hij of zij nodig heeft. Een groepsplan wordt vier keer in het jaar gemaakt. In het groepsplan komt overzichtelijk te staan wanneer en welke ‘zorg’ de leerlingen in de groep krijgen op het gebied van lezen en spelling. Kinderen die meer aankunnen moeten extra uitgedaagd worden, kinderen die ‘gewoon’ meekomen krijgen de basisstof en de kinderen die meer moeite hebben met de stof moeten extra hulp krijgen. Met de intern begeleider wordt de kwaliteit van een groepsplan besproken. Aan de basis van een groepsplan ligt een groepsoverzicht. In een groepsoverzicht wordt aangegeven waar een kind eigenlijk behoefte aan heeft; bijvoorbeeld meer individuele aandacht van een leerkracht of extra stof, of juist minder oefenstof. Dit groepsoverzicht is weer gebaseerd op observaties, gesprekjes met kinderen en toetsuitslagen.

In een groepsplan worden doelen gesteld voor alle leerlingen. Na evaluatie van een plan vindt een zogenaamde groepsbespreking plaats met de intern begeleider. Hierin wordt besproken welke bijzonderheden er zijn en of voor bepaalde kinderen het groepsplan niet heeft geleid tot de gestelde doelen. Over die kinderen kan een leerlingbespreking plaatsvinden. Voorafgaand aan de leerlingbespreking worden ouders ingelicht en gevraagd naar hun zienswijze. Een leerlingbespreking kan er toe leiden dat externe hulp wordt ingeroepen, bijvoorbeeld van bureau onderwijszorg of Marant. Vervolgens worden de vervolgstappen


––– 19 –––

bepaald welke zorg het kind nodig heeft. Het kan bijvoorbeeld zijn dat voor een leerling een dyslexie-onderzoek wordt aangevraagd. Nadat een groepsbespreking heeft plaatsgevonden wordt een nieuw groepsplan opgesteld, de cyclus herhaalt zich dan.

Individueel handelingsplan Zolang voor een vakgebied nog niet met groepsplannen wordt gewerkt wordt, indien nodig, gewerkt met individuele handelingsplannen. Een individueel handelingsplan wordt opgesteld alleen indien een leerling bij een CITOtoets een onvoldoende resultaat behaald heeft of indien het gedrag van een leerling daar aanleiding toe geeft. U wordt als ouder op de hoogte gebracht wanneer de school een handelingsplan wil opstellen en wat de inhoud van het plan is. Een handelingsplan wordt gemaakt door de leerkracht voor de duur van een bepaalde periode, over het algemeen 6 tot 8 weken. Het plan wordt gemaakt in overleg met de intern begeleider. Net als bij groepsplannen wordt er gewerkt met een heldere en meetbare doelstelling. Na afloop van het handelingsplan wordt het resultaat met intern begeleider en de ouders besproken. Indien het handelingsplan niet tot de gewenste resultaten leidt kan het worden verlengd. Ook kan worden geconstateerd dat externe hulp nodig is van bijvoorbeeld bureau onderwijszorg. Dit kan leiden tot extra onderzoek. Voor het slagen van handelingsplannen is een goede samenwerking tussen ouders, kind en school van doorslaggevende betekenis. Als blijkt dat de school niet de benodigde hulp kan bieden, kan de school, uiteraard in overleg met de ouders, extern hulp zoeken.

Ontwikkelingsperspectief Indien de leerkracht in samenspraak met de intern begeleider en de andere leerkrachten tot de conclusie komt dat het zeer waarschijnlijk is dat een leerling de minimumdoelen voor een vak aan het einde van groep 8 niet kan halen dan wordt een zogenaamd ontwikkelingsperspectief opgesteld. In een ontwikkelingsperspectief wordt opgenomen welk einddoelen voor betreffende leerling wel haalbaar zijn aan het einde van groep 8. In de loop van groep 5 kan worden geconstateerd dat, gelet op de achterstand die een leerling heeft, die einddoelen niet gehaald kunnen worden. Vanaf groep 6 wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Uiteraard zal deze constatering in de loop van groep 5 niet ‘zo maar’ gedaan worden. Als het goed is zal bij betreffende leerling al een heel traject van zorg en extra inspanning gedaan zijn en zal al langere tijd te zien zijn dat er een achterstand is. Dat in groep 6 ‘pas’ een dergelijk ontwikkelingsperspectief kan worden opgesteld is een eis van de inspectie van onderwijs. Het spreekt voor zich dat de ouders in dit hele proces intensief worden betrokken, dan zijn de ouders al sowieso gelet op de achterstand die het kind al langere tijd zal hebben.

De voorzieningen In principe zal hulpverlening tijdens de inloop, de instructielessen en het zelfstandig werken plaatsvinden. In bijzondere gevallen wordt er een beroep gedaan op een ambulant begeleider, welke afkomstig is van het samenwerkingsverband in Zevenaar of een speciale school voor


––– 20 –––

basisonderwijs. Deze geeft adviezen aan leerkrachten om met de leerling(en) aan het probleem te werken.

Plaatsing en verwijzing van leerlingen die extra hulp nodig hebben Het is op onze school mogelijk dat kinderen blijven zitten. De term zitten blijven veranderen we liever in ‘er langer over doen’. Bij zitten blijven zoals wij dat zien wordt de leerstof van bijvoorbeeld 2 jaar uitgestreken over 3 jaar. Bovendien kan er in dat extra jaar aan zaken gewerkt worden, die nog onvoldoende ‘zitten’. Vaak is het zo dat een leerling soms nog leerstof uit een vorig leerjaar moet herhalen terwijl hij op andere gebieden wel gewoon met zijn eigen groep de leerstof meedoet, het doubleren als zodanig vinden we nauwelijks zinvol. Een klas overslaan is ook mogelijk, de leerling gaat dan sneller door de leerstof. In beide gevallen wordt er met een afwijkend programma gewerkt. Als duidelijk is dat het kind op onze school niet op zijn plaats is volgt verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs.

De verwijzingsprocedure Wanneer wij niet in staat zijn het kind goed te begeleiden, melden wij het kind aan voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs. Het kind wordt dan aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.). De P.C.L. voert wettelijke taken uit: het beoordelen of plaatsing binnen een school voor speciaal onderwijs noodzakelijk is. Deze P.C.L. bekijkt de toelaatbaarheid tot het speciaal basisonderwijs, hetgeen wordt vastgesteld via een beschikking. Voor alle duidelijkheid: het afgeven van een beschikking van toelaatbaarheid wil zeggen dat de hele procedure correct is doorlopen en alle vereiste zaken aanwezig zijn.


––– 21 –––

Het wil niet zeggen dat de school voor speciaal onderwijs op dat moment plaats heeft. Ook de P.C.L. van Bureau onderwijszorg de Liemers’ is gevestigd op het Mercurion 36, 6903 PZ te Zevenaar. Tel. 0316-341618.

Zorgteams op de scholen Scholen ervaren steeds meer dat opvoedingsmilieus van kinderen, het gezin, de school en de vrije tijd met elkaar zijn verbonden. Scholen worden geconfronteerd met problemen waarvoor de huidige schoolstructuur ontoereikend of niet bedoeld is. Dit geldt zowel voor didactische als sociaal-emotionele en psychosociale problematiek. Uit landelijke gegevens is gebleken dat het grootste deel van de kinderen (85 %) zonder problemen de basisschool doorloopt. Bij 10 % van de kinderen is sprake van een enkelvoudige problematiek, bij 3 à 4 % van meervoudige problematiek en bij de overige 1 à 2 % van urgente problematiek. Waar gewerkt wordt met zorgteams is gebleken dat deze teams van grote waarde zijn voor zorg, signalering en preventie. In onze visie is het zorgteam het sluitstuk van de schoolinterne zorg en het scharnierpunt naar schoolexterne zorg, waaronder het Centrum voor Jeugd en Gezin. Binnen het samenwerkingsverband werken in september 2012 al 20 scholen met een zorgteam. In 2014 moeten alle scholen een zorgteam operationeel hebben. In het zorgteam participeert naast personeel van de school, waaronder in ieder geval de Intern Begeleider en de leerkracht, een schoolmaatschappelijk werker. Daarnaast kunnen externe deskundigen aanschuiven. Dat kan de schoolarts, de jeugdverpleegkundige of een orthopedagoog zijn. Een zorgteam komt 3 tot 4 keer per jaar bij elkaar, meestal gepland na een leerlingbespreking. In die besprekingen kan naar voren komen dat de hulpvraag de interne mogelijkheden van de school overvraagt. Ouders worden uitgenodigd voor een zorgteambespreking.

Aanmelding gehandicapte leerling Op 1 augustus 2003 trad de Wet op de Expertisecentra (WEC) in werking en deed het zogenaamde ‘rugzakje’ zijn intrede in het onderwijs. Met ‘het rugzakje’ wordt een leerlinggebonden financiering bedoeld van kinderen die door een handicap of stoornis dusdanige onderwijsbeperkingen hebben, dat er dure extra aanpassingen en zorg nodig zijn om hen in het gewone onderwijs te kunnen opvangen. Een rugzak kan worden aangevraagd na overleg met extern deskundigen en vaak nadat één of meerdere onderzoeken hebben plaats gevonden. Dit gebeurt in overleg met ouders. De hele systematiek van individuele rugzak die een school in staat stelt extra uren en materiaal in te kopen ten behoeve van een leerling die extra zorg nodig heeft gaat met ingang van augustus 2014 veranderen. Het voert nu te ver deze verandering al te beschrijven. Dit zal gebeuren in de schoolgids van volgend jaar. De Wet op de Expertisecentra biedt ouders van gehandicapte leerlingen de mogelijkheid te


––– 22 –––

kiezen voor gewoon of speciaal onderwijs. De wet komt tegemoet aan de toenemende vraag naar integratie van gehandicapte kinderen. Verder wordt door de wet de positie van ouders versterkt door het recht van vrije onderwijskeuze. Het wettelijke recht op keuzevrijheid betekent niet dat kinderen automatisch toegang krijgen tot iedere school. De basisschool mag een kind weigeren als daar goede redenen voor zijn, namelijk dat zij de gevraagde zorg niet kan bieden. De aanmelding bij een speciale school voor basisonderwijs verloopt via de toelatingsprocedure die binnen het samenwerkingsverband is vastgesteld (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Als uitgangspunt voor de basisschool geldt: Op grond van wetgeving hebben basisscholen een wettelijke opdracht om gedifferentieerd onderwijs te geven en om in te spelen op behoeften van zorgleerlingen. Maar de aard en zwaarte van de handicap en feitelijke onmogelijkheden maken het mogelijk niet te kunnen voldoen aan een plaatsingsverzoek van ouders. Op grond van bovengenoemd uitgangspunt wordt over elke leerling die aangemeld wordt op de school en waar, bij aanmelding, duidelijk is dat er van de school een extra zorginvestering gevraagd wordt, een individueel besluit genomen. Hiervoor heeft de school een stappenplan opgesteld dat op hoofdlijnen bestaat uit:

• Een oriënterend gesprek met de ouders; • Teamoverleg; • Ouders verzoeken een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheid van plaatsing; • Onderzoek naar de mogelijkheid van plaatsing; • Voorbereidingsbesluit; • De uiteindelijke beslissing. Uiteraard zullen ouders, nadat het besluit in een gesprek is toegelicht, bezwaar aan kunnen tekenen bij het bevoegd gezag. De hierboven beschreven systematiek zal ook met ingang van augustus 2014 gaan veranderen. Dan heeft iedere school een zogenaamde zorgplicht. Dit betekent dat ouders altijd hun kind op een school kunnen aanmelden. De school heeft vervolgens de plicht om, indien het kind specifieke zorg nodig heeft die de school niet kan bieden, binnen het samenwerkingsverband naar een geschikte school te zoeken. De school kan dan ook niet weigeren om een kind toe te laten maar heeft wel een verplichting om naar een geschikte plek te zoeken.

Onderwijsbegeleiding tijdens een langdurige ziekteperiode van een leerling In de wet ‘Ondersteuning Onderwijs aan Zieke Leerlingen’ wordt aangegeven dat ook zieke kinderen recht op onderwijs hebben. Voor kinderen die in een ziekenhuis zijn opgenomen, of ziek thuis zijn, is het belangrijk dat het gewone leven zoveel mogelijk door gaat. Onderwijs hoort daar zeker bij.


––– 23 –––

Onderwijs aan zieke kinderen is o.a. om de volgende redenen van belang:

• •

Het leerproces wordt voortgezet. Een onnodige leerachterstand wordt zo veel mogelijk voorkomen; De zieke leerling houdt een belangrijke verbinding met de buitenwereld, heeft dus regelmatig sociale contacten.

Ook tijdens een ziekteperiode van een leerling blijft de eigen school verantwoordelijk voor het onderwijs aan die leerling. De leerkrachten staan er echter niet alleen voor. Zij kunnen voor deze onderwijsondersteuning aan de zieke leerling een beroep doen op de ondersteuning van een Consulent Onderwijs aan Zieke Leerlingen. (COZL) De leerkracht van de school en de consulent maken in overleg met de ouders van de zieke leerling afspraken over de inhoud van de ondersteuning. Het accent kan daarbij liggen op begeleiding en advisering, maar


––– 24 –––

ook kan een deel van het onderwijsprogramma van school worden overgenomen. Het belang van de zieke leerling wordt daarbij steeds als uitgangspunt genomen. Aanmelden voor deze vorm van begeleiding kan door de ouders of de school. Voorgaand overleg is daarbij wel aan te bevelen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het centrale kantoor van Onderwijs aan Zieke Leerlingen IJsselgroep, tel. 0546 – 53 65 83, [email protected] , of via de website van de stichting ‘Ziek zijn en Onderwijs’: www.ziezon.nl.

Hoofdluisbestrijding Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders samen verantwoordelijkheid dragen voor de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden is op onze school gekozen voor een systematische aanpak. Dit houdt in, dat er op het moment, dat er hoofdluis gesignaleerd wordt binnen de school, voorzorgsmaatregelen genomen worden die verdere verspreiding beperken. We hebben een ouderwerkgroep die op vaste tijdstippen, direct na de schoolvakanties, alle leerlingen controleren. Ook kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes dat het hoofdluisprobleem weer wat actiever is. Wanneer er hoofdluis bij uw kind wordt geconstateerd, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de contactpersoon van de school telefonisch contact met de ouders opnemen. De leden van de werkgroep zijn: Tamara Heijmen, Janske te Winkel, Tineke Sloot (contactpersoon).

4.2 De begeleiding naar het voortgezet onderwijs

Informatie over de schoolkeuze van leerlingen In groep 7 wordt de entreetoets gemaakt. De uitslag van deze toets wordt met ouders zo snel mogelijk na de zomervakantie besproken, dus als de kinderen in groep 8 zitten. In dat gesprek wordt ook al een indicatie gegeven voor het vervolgonderwijs zodat ouders al vroeg weten in welke richting van het voortgezet onderwijs / welke school men zich kan oriënteren. In het najaar wordt er voor ouders van kinderen in groep 8 een informatieavond gehouden. Op deze bijeenkomst worden allerlei zaken met betrekking tot de schoolkeuze duidelijk gemaakt. Aan de orde komen welke keuzes er mogelijk zijn en op welke wijze de uiteindelijke keuze tot stand komt. Ook wordt de rol van de Eindtoets Basisonderwijs (CITO) en het gewicht


––– 25 –––

van het advies van de school toegelicht. Bovendien wordt ingegaan op hoe ouders kunnen inspelen op problemen die kinderen kunnen krijgen als ze naar het voortgezet onderwijs gaan. Tenslotte wordt de werkwijze van het voortgezet onderwijs en de manier waarop de leerlingen worden opgevangen besproken.

Dossiervorming Van belang bij de schoolkeuze zijn de interesses, het niveau en het gedrag van de leerling. De hiervoor genoemde aspecten worden door de betrokken leerkracht in kaart gebracht. Tijdens het eerste moment van tienminutengesprekken in oktober/november vindt een gesprek plaats, waarin ouders hun wensen kenbaar maken en de leerkracht een voorlopig advies uitbrengt. In maart, als de resultaten van de Eindtoets Basisonderwijs bekend zijn, volgt een tweede gesprek. De ouders maken in overleg met de betrokken leerkracht(en) de definitieve keuze. De leerling wordt vóór 1 april aangemeld op de school voor voortgezet onderwijs. De aanmelding vindt plaats d.m.v. een inschrijfformulier dat door de ouders wordt ingevuld. De school voor voortgezet onderwijs ontvangt van de basisschool:

• •

Een afschrift van het resultaat van de Eindtoets Basisonderwijs. Een onderwijskundig rapport, met betrekking tot het werken op de basisschool. In gevallen waar het potentiële zorgleerlingen betreft, is dit onderwijskundig rapport vergezeld van een aanvullend supplement. Als ouder heeft u altijd recht op inzage van dit rapport. Ook heeft u invloed op de inhoud er van. Tevens kunnen ouders aangegeven of zij het eens zijn met het versturen van onderzoeken die gedaan zijn als bijlagen. Indien de zienswijze van school enerzijds en ouders anderzijds verschilt en er niet tot overeenstemming kan worden gekomen wordt in het rapport van beide zienswijzen melding gemaakt.

Wanneer ouders willen dat hun kind wel of niet bij bepaalde andere kinderen in de klas komt, kan een plaatsingsverzoek gedaan worden. De basisschool wordt door de school voor voortgezet onderwijs, door middel van een jaarlijks gesprek en rapportoverzichten, geïnformeerd over het wel en wee van hun oud-leerlingen. Indien de leerkracht veronderstelt dat een leerling in het voortgezet onderwijs in aanmerking zou kunnen komen voor extra ondersteuning (Leerweg ondersteuning ook wel LWOO genoemd) dan kan de leerkracht in overleg met de ouders daar een aanvraag voor indienen.

4.3 Bijzondere activiteiten Buitenschoolse activiteiten Eenmaal per jaar wordt er door de groepen 5 t/m 8 deelgenomen aan de zogenaamde ‘grote sportdag’. Deze sportdag kent een drietal varianten. Jaarlijks verschillend staat hij in het teken van atletiek, survival of de meerkamp. Afgelopen schooljaar ging de sportdag niet door i.v.m. de koningsspelen. Dit jaar zal de school niet deelnemen aan de koningsspelen aangezien deze in de meivakantie vallen. De sportdag gaat dit schooljaar wel door.


––– 26 –––

Aan het einde van het schooljaar gaat groep 1 t/m 8 op schoolreis. Groep 8 gaat ieder jaar op schoolkamp en staat aan het einde van het schooljaar de musical op het programma. Deze vormt de afsluiting van de schoolloopbaan op ‘De Driehoek’.


––– 27 –––

5 De leerkrachten

De wijze van vervanging bij ziekte, A.D.V., studieverlof, scholing Onze school is aangesloten bij het P.O.N. (Personeelscluster Oost-Nederland). Het P.O.N. neemt o.a. de vervanging van leerkrachten voor zijn rekening.

Wat gebeurt er als er géén vervangers zijn Ondanks het feit dat het grootste deel van de vervangingen geregeld wordt vanuit de ‘Vervangingspool van het Personeelscluster Oost-Nederland (P.O.N.)’, kan het (b.v. tijdens een periode met veel zieken) voorkomen dat er geen vervanging gerealiseerd kan worden. Omdat wij kiezen voor handhaving van de kwaliteit van ons onderwijs kan het in het uiterste geval voorkomen dat kinderen naar huis gestuurd worden.


––– 28 –––

Indien een leerkracht zich ziek meldt worden vervolgens de volgende alternatieven stapsgewijs op hun mogelijkheden bekeken:

•

Een collega van de vervangingspool van het PON vervangt.

Is een collega van het PON niet inzetbaar, dan wordt de groep kinderen de eerste dag opgevangen door:

• • •

Een parttime collega en/of een leerkracht die compensatieverlof heeft. Een ambulante leerkracht met speciale taken. Een directielid.

Zijn deze collega’s niet beschikbaar of duurt de vervanging langer dan één dag en is niemand inzetbaar, dan volgt één optie:

•

De groep naar huis sturen.

De verantwoordelijkheid ligt primair bij de directeur. Uitgangspunt is dat er door de directeur alles aan gedaan is om vervanging te vinden. De volgende punten worden hierbij in acht genomen:

• •

De ouders worden schriftelijk de dag van tevoren op de hoogte gesteld van het feit dat de leerlingen de dag(en) erna geen les ontvangen. Een groep kan voor maximaal drie dagen naar huis worden gestuurd; mocht vervanging langdurig onmogelijk blijken, zal door wisseling van leerkrachten een andere groep naar

•

huis worden gestuurd. Deze situatie zal zich waarschijnlijk alleen voordoen tijdens een griepgolf of iets dergelijks. Wij verzoeken u elkaar in deze tot steun te zijn door vooraf al afspraken over opvang te maken, de school kan immers geen opvang bieden.

De begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO en MBO In principe staan we open voor stagiaires van de Pedagogische Academie voor het Basisonderwijs (PABO) en Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO). Stagiaires worden op groepsniveau ingezet en begeleid. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de leerkracht.

Nascholing van leerkrachten Een leerkracht is verplicht zich te blijven scholen. Gedurende het schooljaar hebben de leerkrachten een aantal verschillende studiemomenten. Deze studiemomenten kunnen in het teken staan van schoolontwikkeling of de ontwikkeling van leerkrachtvaardigheden. Tevens hebben leerkrachten de mogelijkheid en worden gestimuleerd zichzelf bij te scholen om hiermee de kwaliteit van het onderwijs op school ook een impuls te geven. De gezamenlijke scholing dit schooljaar is:

• •

Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief. Groepsplannen en begrijpend lezen.


––– 29 –––

6 De ouders

Het belang van de betrokkenheid van ouders Ouders en leerkrachten zijn beiden bezig met het opvoeden van kinderen. Daarin kunnen zij elkaar aanvullen. Het is van groot belang dat ouders op de hoogte zijn van de werkwijze van de school en dat zij achter deze werkwijze kunnen staan.

Hoe ouders informatie krijgen over onderwijs en de school Maandelijks worden ouders en verzorgers over lopende zaken op school geïnformeerd door middel van een nieuwsbrief. De nieuwsbrieven worden op de website van school geplaatst. In de periode september tot november is er voor de ouders van kinderen in groep 3 en 8 een informatieavond. Ouders krijgen dan respectievelijk informatie over hoe er in groep 3 gewerkt wordt en hoe de schoolkeuze in groep 8 tot stand komt. Een keer per jaar (in oktober) wordt er een zogenaamde inloopavond gehouden, waarbij ouders, met hun kind als gids, alles op school kunnen bekijken. Ouders met kinderen in groep 1 en 2 worden gedurende de maand februari in de gelegenheid gesteld in de groep te komen kijken (U ontvangt t.z.t. een uitnodiging). Door het jaar heen zijn er een drietal momenten voor tienminutengesprekken; oktober/november, februari/maart en juni/juli. De gesprekken in juni/juli vinden alleen plaats als daar noodzaak toe is. Verder staat het ouders vrij een afspraak met een leerkracht te maken.

Inspraak De samenstelling van de ouderraad is als volgt: Dirk Jan Versloot:

voorzitter

Bianka van der Rijk:

secretaris

Jolanda Hiddink:

penningmeester

Karin Derksen:

lid

Peggy Heymen

lid

Melissa Peters-Regelink

lid

Taak van de ouderraad is ondersteuning van de schoolorganisatie.


––– 30 –––

Samenstelling medezeggenschapsraad Namens de ouders: Dirk Jan Versloot:

voorzitter

Bianka van der Rijk: secretaris Godfried Vonk:

lid

Namens het team: Lidy Gerritsen

lid

Henriëtte Everhardt: lid De medezeggenschapsraad functioneert binnen het wettelijke kader. Het medezeggenschapsreglement ligt op school ter inzage. Onze medezeggenschapsraad is samengesteld uit twee geledingen, nl. ouders / verzorgers van leerlingen en leerkrachten. Gezamenlijk nemen zij m.b.t. de Driehoek een standpunt in over beleidsplannen. Dit standpunt is adviserend of medebepalend. De vastgestelde notulen van de medezeggenschapsraad zijn openbaar. U kunt ze inzien bij Lidy Gerritsen en Henriëtte Everhardt. Het beleid op bestuursniveau, dat voor alle scholen geldt, wordt door de bestuursmanager, als vertegenwoordiger van het bestuur, besproken met de GMR. Op een aantal beleidsterreinen heeft de GMR instemmingsrecht, op andere terreinen adviesrecht. Afspraken hierover zijn vastgelegd in een reglement. De GMR bestaat uit twaalf leden, waarbij ouders en personeel in dezelfde mate vertegenwoordigd zijn. De GMR komt ongeveer zes keer per jaar bijeen. Dany Ytsma, een ouder van onze school, zit in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Zij zit niet in de GMR specifiek voor onze school.

Ouderactiviteiten Ouders assisteren leerkrachten bij schoolse taken zoals lezen, het werken in het documentatiecentrum en bij vieringen. Ouders helpen bij het schoonmaken, repareren van speelleermateriaal en het onderhouden van het schoolplein. Bij buitenschoolse activiteiten verlenen ouders hulp bij excursies, sportdagen en het ophalen van oud papier. Ouders kunnen zich opgeven voor assistentie bij diverse activiteiten.

Overblijfmogelijkheden / Tussen Schoolse Opvang (TSO) De overblijf was de afgelopen 2 jaar in handen van de Kangoeroe. De Kangoeroe heeft besloten, in verband met de terugloop van leerlingen, de TSO niet meer te zullen uitvoeren op de Driehoek. Nu is deze opvang weer in eigen beheer van school. Wilt u uw kind laten overblijven tussen de middag dan is dit mogelijk. De kosten hiervan bedragen € 1,85 per keer. Er wordt met een strippenkaart gewerkt. Deze kost € 16,00 voor 10 x. De TSO gebeurt onder toezicht van Helma Kateman.


––– 31 –––

Buitenschoolse opvang voor leerlingen van de basisschool (BSO) Voor de Driehoek wordt de BSO verzorgd door Humanitas. Dit is een bekende, gecertificeerde instelling en valt onder de Wet kinderopvang. Er is ruimte voor opvang in de kindercentra locatie Pannerden en Lobith, er is een BSO in Herwen (de Berkhaag). Daarnaast is opvang mogelijk door gastouders. Als u gebruik wilt maken van het aanbod, regelt u zelf de inschrijving van uw kind bij de buitenschoolse opvang. U dient met hen duidelijke afspraken te maken over dagen, voor hoeveel kinderen, wel of niet in de schoolvakanties, vóór school, na school, tussen de middag of een combinatie. De kwaliteit van de buitenschoolse opvang is gegarandeerd. De leidsters van de opvang voldoen aan de kwaliteitseisen die gelden volgens de Wet kinderopvang. Ook de ruimtes voldoen aan bepaalde eisen. Deze wet bepaalt ook dat kinderopvangorganisaties een oudercommissie moeten hebben. Deze commissie heeft adviesrecht op de wijziging van de organisatie of de locatie. Aan buitenschoolse opvang zijn kosten verbonden. Het is niet gratis. U betaalt de kosten van de opvang zelf. Voor inschrijving of vragen: Humanitas Regiokantoor Oost-Gelderland Ds. Van Dorpstraat 3 7081 BD Gendringen. tel. 0315-641443

Contact leerkracht en ouders over leervorderingen en / of problemen In principe staat de deur voor ouders altijd open. Ouders kunnen altijd contact opnemen met de school. Maar voor de goede gang van zaken is het verstandig om van tevoren een afspraak met de betreffende groepsleerkracht te maken. Ouders met kinderen in groep 1 en 2 worden 2 tot 3 keer per jaar middels een gesprek over de ontwikkeling van hun kleuter geïnformeerd. Over de vorderingen van kinderen in groep 3 t/m 8 worden ouders twee keer per jaar door een rapport op de hoogte gehouden. Het eerste rapport wordt gecombineerd met een gesprek. Het 2e rapport wordt indien nodig gecombineerd met een gesprek. Als vorderingen van kinderen daar aanleiding toe geven, worden ouders tijdig eerder en vaker geïnformeerd.

Wat te doen bij klachten Als ouders klachten hebben met betrekking tot hun kind of de school, kunnen ze zich tot de betrokken leerkracht wenden. Wanneer er geen bevredigende oplossing gevonden wordt, kan het probleem besproken worden met de directie. Er wordt in alle gevallen geprobeerd om tot een oplossing te komen. Voor klachten die niet door het schoolteam kunnen worden


––– 32 –––

opgelost is er de klachtenregeling onderwijs. Een klacht kan schriftelijk worden ingediend bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. Deze klachtencommissie, die onafhankelijk is, zal de klacht verder afhandelen. Het postadres van de Klachtencommissie is: Mercurion 36, 6903 PZ Zevenaar.

Rol van de contacten vertrouwenspersoon De contacten vertrouwenspersoon functioneert als eerste aanspreekpunt bij vermoedens of klachten met betrekking tot ongewenste intimiteiten. Zij hoort aan wat is voorgevallen, waarbij zij de daarbij optredende emoties moet kunnen opvangen. Ook wordt het ‘slachtoffer’ gewezen op mogelijkheden om verdere actie te ondernemen. Een contacten vertrouwenspersoon hoeft niet degene te zijn die bij optredende psychische problemen ook zelf hulpverlenend zal optreden, maar moet wel kunnen verwijzen naar externe deskundigen als verdere opvang noodzakelijk is. Tenslotte heeft de contacten vertrouwenspersoon een signalerende functie naar de schoolleiding. Op onze school is Ineke Ketelaar de contacten vertrouwenspersoon. Zij wordt gesteund door Lidy Gerritsen, die de rol van ‘achtervanger’ op zich neemt. U kunt daarbij denken aan onderling overleg en vervanging van de contacten vertrouwenspersoon tijdens afwezigheid.

Schoolverzekering voor leerlingen Als school hebben we een collectieve ongevallenverzekering voor onze leerlingen. In bepaalde gevallen volgt er een uitkering.


––– 33 –––

7 R egels, afspraken, adviezen en verzoeken

Schoolregels Algemeen:

• We houden rekening met elkaar en doen geen dingen die gevaar opleveren voor anderen • We gebruiken allemaal gepaste taal. • We gaan zorgvuldig om met (school) materialen. • We zorgen samen voor een schone schoolomgeving. Buiten:

• Als kinderen op het schoolplein zijn, mogen ze het plein niet zonder toestemming verlaten. • We brengen lopend de fietsen naar de fietsenstalling. • We spelen niet in de fietsenstalling. • Wie voor schooltijd naar binnen wil vraagt toestemming aan de leerkracht die buiten is. • We lopen en spelen niet in de tuin en de bloembakken. • De kinderen van groep 3/4 mogen met kleutermaterialen spelen en leggen die altijd weer terug in de rekken en niet voor de bergruimte.

• Voor half 9 ’s morgens en na 1 uur ’s middags zijn balspelen op het plein niet toegestaan. • Overblijvers mogen tot 13.00 uur spelen met de materialen en ruimen die daarna ook op. In school:

• We hangen jassen aan de haken en leggen tassen op de planken van de kapstokken. • We lopen gewoon in school; wij rennen en gillen niet. • We gebruiken alleen een etui, geen tekendozen en/of pennenzetters. • Spullen van school die door niet goed gebruik kapot gaan moeten worden vergoed. • We schrijven met schoolpotloden en schoolpen. • We werken op school met een protocol om pestgedrag tegen te gaan. Dit protocol kunt u downloaden van de site achter het tabblad ‘formulieren’ en heeft als titel ‘Pesten past niet’. Hierin staat beschreven welke acties worden ondernomen indien pestgedrag wordt geconstateerd.


––– 34 –––

Zorg voor de relatie school en omgeving In principe doen we mee aan de Landelijke Opschoondag van de Werkgroep Zwerfvuil van de gemeente Rijnwaarden.

Gymnastiekkleding De gymnastiekkleding voor groep 1 t/m 8 bestaat uit een gymbroekje, shirt en gymschoenen. Een turnpakje is ook geschikt. Als uw kind geen gymspullen mee naar school neemt, kan het niet mee gymmen. Wilt u erop letten dat de gymnastiekkleding andere kleding is dan de kleding die ze de hele dag al dragen.

Eten en drinken Iedere morgen is er in groep 1/2/3 een gezellig eet- of drinkmoment en voor de groepen 4 t/m 8 een fruitpauze. Hiervoor mogen de kinderen iets meebrengen. De naam zegt het al; liever geen limonade of andere zoetigheid, maar gezonde voeding. Op www.voedingscentrum.nl en www.gezonderwijs.nl vindt u suggesties over gezonde voeding en traktaties. Op woensdag, zo is de afspraak, wordt alleen fruit of groente meegenomen. Het zou heel fijn zijn als u hiermee rekening zou willen houden.

Verjaardagen Met verjaardagen verzoeken we u uw kind, als het trakteert, te laten trakteren op b.v. kaas, worst, fruit of iets anders dan etenswaar. Liever geen snoep i.v.m. het gebit. Wilt u er bij de verjaardag van uw kind rekening mee houden dat de samenstelling van de groepen op sommige dagen anders is. Op www.voedingscentrum.nl en www.gezonderwijs.nl vindt u suggesties over gezonde voeding en traktaties. Uiteraard staat het vrij om iets anders (dan etenswaar) te trakteren. Het trakteren in de groep kan ’s ochtends worden gedaan. Dit schooljaar zullen de leerkrachten hun verjaardagen samen vieren op 2 juli 2014.


––– 35 –––

Verantwoordelijkheid voor schoolspullen Wij vinden dat kinderen verantwoordelijk zijn voor de door school beschikbaar gestelde spullen. Wanneer er sprake is van opzettelijke vernieling of verlies door eigen schuld, wordt de schade in rekening gebracht.

Jeugdbladen Wij krijgen als school veel verzoeken van uitgevers om bladen via de school te verspreiden. Uit het grote aanbod hebben we ons beperkt tot de volgende bladen: Bobo, Okki, Taptoe en National Geographic Junior. U kunt zich via de school op deze bladen abonneren. Voor de duidelijkheid: dit is geen advies.

Reclame We verspreiden in principe geen folders van commerciële instellingen via school behalve wanneer dit voor het leren van uw kind verrijkend zou zijn of wanneer er bijgedragen wordt aan het opdoen van vaardigheden die bij het leren van belang kunnen zijn, zoals typevaardigheid.

Gevonden voorwerpen Alle gevonden voorwerpen worden verzameld in een grote kist in de hal van school. De eigenaars kunnen daar hun spullen ophalen. Aan het einde van het schooljaar wordt nogmaals


––– 36 –––

nadrukkelijk de inhoud van deze kist onder ieders aandacht gebracht. Indien spullen na herhaalde verzoeken niet zijn opgehaald worden ze van school verwijderd.

Vandalisme Als u getuige bent van vernielingen aan school of op het schoolplein, stellen wij het zeer op prijs als u dat aan ons doorgeeft. Indien mogelijk met een beschrijving of naam van de dader(s). De kosten zullen dan verhaald worden. Het is voor een kleine school met bijbehorend budget ondoenlijk om alle reparaties te betalen.

Zandbak We vinden regelmatig uitwerpselen van honden en/of katten in de zandbak. Kinderen die hiermee in aanraking komen kunnen ziek worden of last krijgen van wormen. Wil ieder die honden en/of katten bezit er op toezien dat deze dieren hun behoeftes niet in de zandbak doen. Zo kunnen de kinderen fijn met zand spelen.

De vrijwillige ouderbijdrage De vrijwillige ouderbijdrage is € 30,- per kind. Van de ouderbijdrage worden de volgende activiteiten financieel ondersteund:

• • • • • • • •

het Sinterklaasfeest de Kerstviering de musical Carnaval / Pasen de Kinderboekenweek schoolreis het schoolfeest het meerdaagse schoolkamp van groep 8

Naast de vrijwillige ouderbijdragen hebben we inkomsten uit het ophalen van oud papier. Vandaar dat de uitgaven per kind hoger zijn dan de vrijwillige ouderbijdrage. In tegenstelling tot voorheen hoeft u geen formulier vrijwillige ouderbijdrage meer in te vullen. U hebt het recht om voor bepaalde voorzieningen te kiezen en te betalen. Indien de hoogte van het bedrag problemen voor u oplevert, kunt u contact opnemen met de leden van de ouderraad. Er wordt dan getracht een oplossing te vinden. Tevens kunt u kijken op de website www.leergeld.nl . Daar wordt aangegeven onder welke voorwaarden u in aanmerking kunt komen voor financiële ondersteuning van activiteiten van u kind(eren). U kunt de bijdrage, als u akkoord gaat, liefst zo vroeg mogelijk in het schooljaar storten op nummer 3279.27.100 van de Rabobank te Lobith, ten name van de ouderraad te Aerdt. Wilt u s.v.p. duidelijk vermelden om welk(e) kind(eren) het gaat?


––– 37 –––

8 D e ontwikkeling van het onderwijs in de school

Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school

Adaptief onderwijs We houden rekening met verschillen tussen kinderen. We willen binnen de ons beschikbare mogelijkheden ‘onderwijs op maat’ geven. We willen adaptief onderwijzen. Daarbij wordt een beroep gedaan op het zelfstandig- en samenwerkend leren. De leerlingen krijgen een dag- of weektaak. In groep 1/2 wordt met een planbord gewerkt, groep 3 krijgt een dagtaak, evenals groep 4 en vanaf groep 5 wordt gewerkt met een weektaak. Op de dagen weektaak staat aangegeven welke stof uitleg behoeft en welk vak zelfstandig verwerkt kan worden. Tot op zekere hoogte kan de leerling zelf bepalen in welke volgorde onderdelen verwerkt kunnen worden. De kinderen werken in principe zelfstandig aan de opdrachten. Bij problemen helpen leerlingen elkaar. Aan het einde van de periode moeten alle verplichte onderdelen zijn gedaan. Ook tijdens de inloop kan er zelfstandig gewerkt worden. Door op deze manier te werken hebben we tijd om kinderen die dat nodig hebben extra te begeleiden.

Passend onderwijs De Driehoek is verplicht leerlingen onderwijs te geven dat aansluit bij hun onderwijsbehoefte. De school heeft voor zichzelf in een zogenaamd ondersteuningsprofiel beschreven welke zorg zij wel en welke zorg zij niet kan bieden.

Team Onderwijs op Maat Eerder in deze schoolgids zijn een tweetal ontwikkelingen beschreven die er toe geleid hebben dat het team van de Driehoek er voor gekozen heeft op een andere manier te gaan werken, het zogenaamde TOM-concept. Dit concept is een verzamelnaam voor uiteenlopende manieren van organiseren van het onderwijs waarbij het draait om drie peilers: het team (personeel), de organisatie, de leeromgeving. Er bestaan in Nederland vele scholen die op hun eigen wijze invulling geven aan dit concept. De organisatie die de Driehoek nu heeft aangenomen wordt reeds door vele kleine scholen toegepast. De praktijk voor de Driehoek ziet er als volgt uit:


––– 38 –––

De organisatie Groep 1/2/3 blijft werken zoals dit tot nu toe gedaan werd. De kinderen in deze groep blijven gedurende de dag in hun eigen lokaal en krijgen onderwijs van hun eigen leerkracht. Voor de kinderen in groep 4/5/6 en 7/8 is er wel het nodige veranderd. Deze kinderen beginnen om 08.30u. in hun eigen (basis)groep. Dan is er de inloop die duurt tot 09.00u. Tijdens dit half uur wordt extra hulp aan kinderen gegeven op het gebied van technisch lezen. Kinderen die geen hulp nodig hebben werken zelfstandig aan hun weektaak. Vanaf 09.00u. begint het instructierooster. Over de ochtend verspreid zijn er verschillende instructies voor de verschillende groepen. Iedere jaargroep heeft op een ochtend globaal voor twee á drie vakken instructies. In de tijd dat een kind geen instructies heeft werkt het zelfstandig aan de weektaak of aan de verwerking van de geleerde stof. De instructies worden in principe door de eigen groepsleerkracht gegeven. Mocht het zo uitkomen dan kunnen de leerkrachten onderling afspraken maken om instructies over te nemen. Tijdens de fruitpauze komen de kinderen weer samen in hun eigen groep. De ochtend wordt afgesloten in de eigen groep. Dan is er ook ruimte voor reflectie op hoe de ochtend verlopen is.


––– 39 –––

Het Team De leerkrachten van de Driehoek zijn niet meer alleen verantwoordelijk voor de kinderen in een eigen groep. De leerkrachten van groep 4/5/6 en 7/8 kunnen de uitleg voor verschillende vakken voor de kinderen van groep 4 tot en met 8 geven. Iedere leerkracht geeft in principe wel de uitleg aan de eigen groep. De leerkrachten zien wel alle kinderen van groep 4 tot en met 8 bij de hulpronde. Dit is een specifiek element van het TOM concept; dat er sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid van leerkrachten voor alle leerlingen vanaf groep 4 en niet meer alleen voor de eigen groep. Het voordeel van deze manier van werken is dat meerdere leerkrachten verschillende kinderen zien en dus hun zienswijze met elkaar kunnen delen en dat leerkrachten meer zicht en grip krijgen. Globaal gesproken is er om de twee weken een klein overleg tussen de leerkrachten. In dit kleine overleg worden praktische zaken waar de leerkrachten dagelijks mee te maken hebben besproken. Tevens worden opvallende leerlingen besproken. Daarnaast vindt eens in de twee maanden een groot overleg plaats. Hierin worden de meer onderwijskundige ontwikkelingen besproken en zijn alle teamleden aanwezig.

De leeromgeving De school is verdeeld in een aantal ruimtes. Er zijn de groepslokalen waar de kinderen les krijgen. Het zelfstandig werken kunnen kinderen op verschillende plekken doen. Dit kan het eigen basisgroeplokaal zijn, de samenwerkplek (ook wel de centrale hal) of de stilwerkplek. In de samenwerkplek kan samengewerkt worden, in de stilwerkplek kan alleen stil gewerkt worden. Sommige kinderen hebben een vaste eigen werkplek. Dit geldt in ieder geval voor de kinderen van groep 4, in de loop van het jaar mogen de kinderen van groep 4 ook hun eigen plek kiezen. Daarnaast hebben sommige kinderen uit groep 5 tot en met 8 ook een eigen plek in hun eigen groepslokaal. De kinderen van groep 3 krijgen in de laatste maanden van het schooljaar nog de mogelijkheid om te wennen aan de manier van werken in de midden/bovenbouw.

Voortgaande ontwikkeling In het schooljaar 2011-2012 is de school begeleid door de KPC-groep uit Den Bosch met het voorbereiden op de invoering van het TOM-concept. Er was geen blauwdruk, dit concept kon worden ingevuld naar de wensen van het team. In dat schooljaar is er ook een probeerweek geweest waarin de eerste ervaringen zijn opgedaan. In schooljaar 2012-2013 zijn we gestart met de nieuwe manier van werken. De ervaring van andere scholen leert dat rekening gehouden moet worden met een ‘inwerkperiode’ van 2 jaar. Al doende leert het team. Zo hebben we vorig schooljaar bijvoorbeeld de afspraak teruggedraaid dat leerkrachten hun eigen vak geven. Dit systeem werd als te rigide ervaren. Er zat (te) weinig flexibiliteit in. Andere zaken hebben we behouden. Het komende jaar vindt een verdere terugloop van het leerlingaantal plaats in de groepen 4 - 8. Dit kan er wederom toe leiden dat instructies onderling anders geregeld worden. We zijn al doende aan het leren.


––– 40 –––

Scholing In het schooljaar 2013-2014 staan voor het team een aantal scholingen op de rol:

• • • • •

werken met een ontwikkelingsperspectief werken met groepsplannen begrijpend lezen verdere verdieping in het werken met Parnassys, het nieuwe leerlingvolgsysteem van school werken met een nieuwe rekenmethode (m.i.v. schooljaar 2014-2015 willen we aan de slag met een nieuwe rekenmethode) ontwikkelingen op ICT-gebied en het onderwijs

Ons onderwijs kritisch bekijken Door toetsresultaten hebben we zicht op onze onderwijsresultaten. Bovendien gebruiken we een kwaliteitszorgsysteem. Een kwaliteitszorgsysteem is een instrument, waarbij de school periodiek doorgelicht wordt. Er wordt bepaald wat de gewenste kwaliteit is en er wordt gekeken of de school daaraan voldoet. Dit levert actiepunten op, waaraan gewerkt wordt. Om de 2 jaar wordt ook een oudertevredenheidspeiling gehouden.

Leerlingvolgsysteem We gebruiken het computerprogramma ‘leerlingvolgsysteem’ van Parnassys. We kunnen daardoor de leervorderingen van onze leerlingen goed volgen. Daarnaast volgen we de leerlingen middels Zien voor de sociaal emotionele ontwikkeling.

Informatie- en communicatietechnologie (ICT) De digitalisering komt steeds meer de school binnen en de ontwikkelingen gaan snel. Ook de Driehoek zal hier de komende jaren een ontwikkeling in door gaan maken. ICT geeft goede mogelijkheden onderwijs steeds meer op maat aan te bieden. De inzet is om aan het begin van het schooljaar 2014-2015 te gaan werken met tablets. Hoe en in welke vorm dat zal zijn zal in de maanden september en oktober verder uitgezocht gaan worden. Tevens zal in die periode ook duidelijk worden wat wel en niet mogelijk is gelet op onder andere de beschikbare financiën. Rutger van Aken is de ICT-coördinator (hij is gedetacheerd vanuit een andere school van de stichting).


––– 41 –––

9 De resultaten van ons onderwijs

Tussenopbrengsten van ons onderwijs Naast de Eindtoets Basisonderwijs en de Entreetoets van CITO houden wij de leerlingen en de kwaliteit van ons onderwijs in de gaten door middel van een aantal toetsen. Deze toetsen zijn ook door CITO ontworpen. We gebruiken de volgende toetsen:

• Rekenen voor kleuters • Taal voor kleuters • Beginnende geletterdheid (groep 2, Bureau Onderwijszorg de Liemers) • Leestechniek (groep 3) en leestempo (groep 3 t/m 7) • Spelling (t/m groep 8) • Begrijpend lezen (groep 4 t/m 8) • Rekenen en wiskunde (groep 3 t/m 8) Om verantwoording af te leggen over de tussenresultaten van ons onderwijs kiezen we bij het meetbare gedeelte voor de criteria die de onderwijsinspectie aanlegt. Daarbij wordt gekeken naar de resultaten van de onderstaande leerlingvolgtoetsen. Niveau 0-0,9 = onvoldoende Niveau 1-1,9 = onvoldoende Niveau 2-2,9 = matig / voldoende Niveau 3-3,9 = voldoende / ruim voldoende Niveau 4-5

= ruim voldoende / goed

Globaal gesproken krijgen kinderen die niveau 0 – 2,4 scoren op de Driehoek extra aandacht.


––– 42 –––

Onze leerlingen en het voortgezet onderwijs Als kinderen onze school normaal doorlopen hebben kunnen zij naar een gewone vorm van voortgezet onderwijs. De afgelopen 4 jaren gingen onze leerlingen naar de volgende vormen van voortgezet onderwijs: Percentage VMBO basisberoepsgericht / kaderberoepsgericht

20 %

VMBO gemengd theoretisch

30 %

VMBO gemengd theoretisch / HAVO 16 % HAVO 11 % HAVO VWO 10 % VWO 13 %

Integraal schooltoezicht In mei 2011 is onze school in het kader van een Periodiek Kwaliteits Onderzoek (PKO) door de inspectie bezocht. Het verslag kunt u op school inzien of op de website van de inspectie www. onderwijsinspectie.nl.


––– 43 –––

Eindtoets Basisonderwijs van CITO Elke jaar nemen de leerlingen van groep 8 deel aan de landelijke CITO Eindtoets. We doen dit om een beeld te krijgen van de kwaliteit van ons onderwijs en voor een bevestiging van het beeld dat we hebben van onze leerlingen. Hierbij moet opgemerkt worden dat het resultaat niet alleen het gevolg is van het werken op school, maar tevens bepaald wordt door de leercapaciteiten en de gezins- en opvoedingssituatie van de leerlingen. Bovendien worden in de Eindtoets Basisonderwijs een aantal zaken niet getoetst, die toch van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de leerling. De Eindtoets Basisonderwijs geeft als resultaat een getal dat ligt tussen de 500 en 550. In onderstaande tabel kunt u zien hoe ons schoolgemiddelde er in de afgelopen jaren uitzag, afgezet tegen het landelijke gemiddelde. Aan de score zijn niet zo maar conclusies te verbinden. In toenemende mate volgen leerlingen met aangepaste programma’s het onderwijs. Dat beïnvloedt de CITO scores terwijl de school toch een goede prestatie heeft geleverd.

De Driehoek

algemeen landelijk

schoolgemiddelde gemiddelde

2011 537,4

535,3

2012 536,7

535,3

2013 535,3

534,8


––– 44 –––

10 Buitenschoolse contacten

De gezondheidszorg van Hulpverlening Gelderland Midden Werkwijze in de jeugdgezondheidszorg De afdeling JGZ van Hulpverlening Gelderland Midden onderzoekt alle kinderen op 5/6 jarige leeftijd en 10/11 jarige leeftijd. Daarnaast is de JGZ op school aanwezig voor spreekuren. Alle kinderen kunnen worden aangemeld voor deze spreekuren. Ook is het mogelijk om telefonisch advies in te winnen via een dagelijks telefonisch spreekuur. De Jeugdgezondheidszorg werkt preventief, dat wil zeggen, uit voorzorg. Alle kinderen worden op verschillende leeftijden gezien om mogelijke problemen in het opgroeien op het spoor te komen. Daarnaast helpt de JGZ bij het bewandelen van de juiste weg als er problemen zijn gesignaleerd. Dit schooljaar worden alle kinderen van 5/6 jaar volgens een nieuwe werkwijze onderzocht. Ook voor de 10/11 jarigen gaat de nieuwe werkwijze binnenkort in.

Informatieset Voordat uw kind wordt onderzocht, krijgt u een informatieset Jeugdgezondheidszorg thuisgestuurd. Hierin wordt uitgelegd hoe het onderzoek precies in zijn werk gaat. U krijgt ook een vragenlijst met vragen over de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Deze lijst moet ingevuld worden ingeleverd bij de leerkracht. De leerkracht zelf krijgt ook een lijst waarop hij/zij invult bij welke kinderen hij/zij extra aandacht gewenst vindt. Voordat uw kind op deze lijst wordt ingevuld, zal de leerkracht dit met u bespreken.

Onderzoek op 5/6 jarige leeftijd en 10/11 jarige leeftijd Nieuw is dat de verpleegkundige het onderzoek uitvoert. De verpleegkundige voert een screening uit. Ze doet geen uitgebreid onderzoek, maar kijkt of er aanleiding is om nader onderzoek door de jeugdarts of verpleegkundige te laten doen. Ze bekijkt daarvoor de ingevulde vragenlijsten en doet een aantal testen. Op deze manier krijgt ze een goede indruk van de ontwikkeling en gezondheid van uw kind.


––– 45 –––

Na het onderzoek: bevindingenformulier Na het onderzoek vult de verpleegkundige een formulier met bevindingen in. Dit formulier krijgt uw kind in een envelop mee naar huis. Op deze manier wordt u geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Op het formulier staat ook of u een uitnodiging krijgt voor het spreekuur van de jeugdverpleegkundige of jeugdarts.

Folders Hulpverlening Gelderland Midden heeft over verschillende onderwerpen folders met informatie voor ouders. Als een folder voor u interessant kan zijn, geeft de verpleegkundige die mee met het bevindingenformulier. Sommige folders worden aan alle kinderen meegegeven.

Zelf een afspraak maken voor het spreekuur Ook als uw kind buiten de onderzoeksgroep valt, kunt u met uw vragen terecht op het spreekuur bij de jeugdarts en/of jeugdverpleegkundige. U kunt bellen voor een afspraak naar 026 - 377 3805. Soms is het eerstvolgende spreekuur op de eigen school, soms op een andere nabij gelegen locatie.

Doorverwijzing naar het spreekuur door de leerkracht Als de leerkracht van uw zoon of dochter aanleiding ziet voor een onderzoek door een jeugdarts of jeugdverpleegkundige, zal hij/zij dit doorgeven aan Hulpverlening Gelderland Midden. Hij/zij zal dit altijd eerst met u overleggen.

Telefonisch spreekuur voor algemene vragen over opvoeding en gezondheid De informatie- & afsprakenlijn Jeugdgezondheidszorg 088-3556000


––– 46 –––

Contact Afspraak op het spreekuur n.a.v. onderzoek

Hiervoor hoeft u niet te bellen, u

doktersassistente (=screening)

ontvangt automatisch een uitnodiging

Afspraak op het spreekuur op eigen initiatief

088-3556000

Algemene informatie over JGZ

www.vggm.nl/schoolinfo

Servicedesk (afspraken- & informatielijn)

088-3556000

Voor algemene vragen over opvoeden en gezondheid 088-3556000 [email protected]

Bereikbaarheid per mail

Meldcode kindermishandeling Vanaf 1 juli 2013 is onze school, net als alle andere onderwijsinstellingen, verplicht te werken met een meldcode kindermishandeling. In het kort komt deze meldcode erop neer dat leerkrachten op school moeten letten op signalen van kindermishandeling en bij twijfel over bepaalde signalen contact op kunnen nemen met externe instanties. Bij vermoedens van kindermishandeling wordt ook contact opgenomen met de ouders. Welke stappen er ondernomen moeten worden is vastgelegd in de meldcode. Deze meldcode is op school aanwezig. Deze code is in het leven geroepen om bij professionals die veelvuldig contact hebben met kinderen de alertheid te vergroten om zo kindermishandeling in een vroeg stadium aan te kunnen pakken.

Verwijsindex Onze school is vanaf mei 2010 aangesloten bij de Verwijsindex Achterhoek. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld intern begeleiders in het onderwijs, zorgcoördinatoren en hulpverleners) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind tussen 0 en 23 jaar dat zij onder hun hoede hebben. Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden, en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Indien het gebruik van de Verwijsindex bij uw kind aan de orde is, informeren we u daarover. Meer informatie over de Verwijsindex kunt u vinden op www.verwijsindex-achterhoek.nl

Logopedie M.i.v. schooljaar 2013-2014 worden niet meer alle leerlingen in de leeftijd van 4;09 - 5;09 jaar door de logopedist gescreend. De screening gebeurt alleen nog op aanvraag van de leerkracht. Hierbij wordt gelet op taal, spraak, stem, gehoor en mondgedrag. Doel van de screening is het tijdig signaleren van aandachtspunten en/of moeilijkheden in de spraak-taalontwikkeling. De spraak-taalontwikkeling is belangrijk voor het leer- en leesproces. Voor deze screening dienen ouders schriftelijk toestemming te geven. Zij krijgen achteraf schriftelijk of telefonisch bericht. De screening wordt, indien nodig, uitgevoerd door Bureau Onderwijszorg (BOZ).


––– 47 –––

Indien er zorgen zijn over de taal of spraak van een leerling, dan kan de intern begeleider en/of leerkracht advies geven voor verwijzing naar logopedie. Met ingang van januari 2012 is geen huisartsverwijzing meer nodig.

Begeleiding Als uit de screening of het onderzoek blijkt dat er iets aan de hand is, vindt er overleg plaats met de ouders, de leerkracht en de intern begeleider. Gezamenlijk wordt besloten wat er verder gaat gebeuren om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften op dat gebied voor de leerling.

Onderwijsbegeleidingsdienst De school krijgt begeleiding van Bureau onderwijszaken in Zevenaar, zij organiseren bijvoorbeeld de spellingscholing en de invoering van het werken met groepsplannen. Verder begeleidt Marant uit Elst ons. U kunt daarbij denken aan het toetsen / testen van leerlingen, het adviseren van materialen en methoden en het begeleiden en scholen van leerkrachten.

Sportcommissie Een leerkracht van de Driehoek zit namens onze school in de sportcommissie. De sportcommissie houdt zich binnen Rijnwaarden bezig met het organiseren van activiteiten die genoemd worden bij de buitenschoolse activiteiten.

Culturele commissie Onze school is vertegenwoordigd in de culturele commissie. De culturele commissie organiseert (bovenschools) culturele activiteiten.

Veilig Verkeer Nederland Eens per twee jaren nemen de kinderen van groep 7 en 8 deel aan het praktisch en theoretisch verkeersexamen van VVN.


––– 48 –––

11 R egeling school- en vakantie tijden / belangrijke data

Schooltijden Groep 1/2/3

Groep 2/3/4

Groep 4/5/6

Groep 7/8

Maandagochtend Maandagmiddag

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

Dinsdagochtend Dinsdagmiddag

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

Woensdagochtend

08.30-12.30u.

08.30-12.30u.

08.30-12.30u.

Donderdagochtend

08.30-12.00u.

08.30-12.00u.

08.30-12.00u.

Donderdagmiddag

13.15-15.15u.

13.15-15.15u.

13.15-15.15u.

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

08.30-12.00u. 13.15-15.15u.

Vrijdagochtend Vrijdagmiddag

Groep 1 vrij

08.30-12.00u. Groep 2 en 3 vrij

Let op: de kinderen in groep 1 zijn vrijdag de hele dag vrij. De kinderen in groep 2, 3 en 4 worden op vrijdagochtend samengevoegd in één groep. De kinderen van groep 2 en 3 zijn ’s middags vrij. Bij slecht weer mogen kinderen niet eerder dan tien minuten voor de aanvang van de les naar binnen. Stuurt u ze bij slecht weer dus niet te vroeg naar school.

Gymtijden Groep 1/2/3 Woensdagochtend Vrijdagmiddag

Groep 4/5/6

Groep 7/8

X X

Vrijdagmiddag

X

Iedere eerste maandag van de maand is er voor groep 4/5/6 en 7/8 een extra gymles. Deze lessen worden gegeven door juf Henriëtte. Juf Lidy neemt op die middag groep 7/8 op school van haar over.


––– 49 –––

Op de volgende data zullen deze extra gymlessen gegeven worden: 2013 2014 maandag 2 september

maandag 6 januari

maandag 7 oktober

maandag 3 februari

maandag 4 november

maandag 10 maart

maandag 2 december

maandag 7 april

Maatregelen om verlies van onderwijstijd te voorkomen Het aantal lesuren dat we geven ligt boven het aantal wettelijk verplichte lesuren. Op die manier hebben we een buffer om lesuitval op te vangen. ’s Morgens gaat de bel om 8.25 uur en ’s middags om 13.10 uur. De kinderen gaan dan naar binnen en nemen plaats. Om respectievelijk 8.30 en 13.15 uur wordt er begonnen met de lessen. Het ‘voorbellen’ voorkomt dat er onderwijstijd verloren gaat.

Ziekte Als uw kind ziek is of zoals in groep 1 wel voorkomt, een dagje niet naar school komt, wilt u dit dan even doorgeven? Wanneer u dat telefonisch doet, wilt u dan voor of na schooltijd bellen? Dit i.v.m. het lesgeven.

Extra vrij Alleen kinderen van 4 jaar mogen, indien nodig, meerdere dagdelen verzuimen. Dit natuurlijk wel na overleg met de leerkracht. Voor kinderen van 5 jaar en ouder mag de directeur een beperkt aantal dagen vrijgeven. Een kind van 5 jaar is nog niet volledig leerplichtig. De ouders mogen het kind nog thuishouden voor ten hoogste 5 uur per week. Als de ouders van deze regeling gebruik maken, moeten zij dit bij de directeur van de school melden. Bovendien kan de directeur ook nog tot ten hoogste 5 uur per week verlof geven. In totaal kan een vijfjarige dus maximaal 10 uur per week thuisblijven. De uren mogen niet opgespaard worden. Voorwaarde hierbij is, dat ouders overleggen met de betrokken leerkracht over hoe het een en ander ingehaald wordt. Als team vinden wij het belangrijk dat ouders zo min mogelijk van deze regeling gebruik maken. De kinderen missen hierdoor lessen, projecten en afsluitingen. Indien er toch een dringende reden is om vrij te vragen, is de verantwoordelijkheid voor het in te halen werk aan de ouders.

Geoorloofd schoolverzuim Het is een misverstand te denken dat een kind recht heeft op 10 dagen extra verlof per jaar. Verlof kan en mag alleen verleend worden indien er sprake is van dringende omstandigheden. Daarvoor geldt een maximum van 10 dagen per schooljaar. Verlof voor vakantie kan alleen in een heel speciale situatie worden toegestaan.


––– 50 –––

Gewichtige omstandigheden voor het niet hoeven bezoeken van school:

• • • • •

voldoen aan bepaalde wettelijke verplichtingen; verhuizing; bijwonen van een huwelijk van familieleden; overlijden van familieleden; het 25-jarig, 40-jarig en 50-jarig huwelijks- of ambtsjubileum van ouders of grootouders.

Eerder met vakantie gaan valt niet onder de bovengenoemde gewichtige omstandigheden. Verlof kan schriftelijk worden aangevraagd door middel van het invullen van het verlofformulier dat is te downloaden van de website van school. Het formulier kan worden ingeleverd bij de leerkracht van uw kind of de directeur.

Ongeoorloofd schoolverzuim Wanneer kinderen afwezig zijn, zonder dat ouders de school op de hoogte hebben gesteld, neemt de school contact op over de reden van de afwezigheid. Wanneer een leerling zonder geldige reden een langere tijd lestijd heeft verzuimd, spreken we van ernstig schoolverzuim. Ernstig schoolverzuim wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Rijnwaarden. Wanneer het vermoeden bestaat dat het gaat om ongeoorloofd schoolverzuim, wordt eerst contact opgenomen met de ouders / verzorgers. Komen we niet tot een oplossing dan wordt van dit ongeoorloofd schoolverzuim melding gemaakt bij de leerplichtambtenaar. Deze melding gaat vergezeld met de reeds gezette stappen.

Belangrijke data Start schooljaar

12 augustus 2013

Kermis Aerdt

19 en 20 augustus 2013 (kinderen zijn vrij)

Studiedag team

20 augustus 2013 (kinderen zijn vrij i.v.m. kermis)

Jaarvergadering OR

nog niet bekend

Studiemiddag team

3 september 2013 (kinderen zijn vanaf 12.00u. vrij)

Kamp groep 8

10,11,12 september 2013

Vrijdag 13 september

groep 7, 8 vrij

Studiedag team

26 september 2013 (kinderen hele dag vrij)

Informatie avond groep 3 17 september 2013 Informatieavond groep 8 7 oktober 2013 Kinderboekenweek

2 – 10 oktober 2013

Inloopavond

10 oktober 2013

Herfstvakantie

14 - 18 oktober 2013

Tienminutengesprekken

12 en 14 november 2013

Sinterklaas

5 december 2013 (donderdag)

Kerstviering

19 december 2012 (kinderen zijn vanaf 12.00u. vrij)

Start kerstvakantie

20 december 2013 (kinderen zijn vanaf 12.00u. vrij)

Kijkmorgens groep 1 en 2

nog niet bekend, uitnodiging volgt


––– 51 –––


11 en 13 februari 2014

Rapport mee

14 februari 2014

Carnaval

28 februari 2014 (kinderen zijn vanaf 12.00u. vrij)

Paasontbijt

18 april 2014 (kinderen zijn vanaf 12.00u. vrij)

Sportdag gr. 5 t/m 8

27 mei

Schoolreisje

11 juni


24 en 26 juni 2014

Rapport mee

27 juni 2017

Juffen en meesterdag

2 juli 2014

Musical

7 juli 2014

Laatste schooldag

11 juli 2014 (kinderen ’s middags vrij)

Let op: er zullen nog een aantal studiedagen ingepland worden. Data nog niet bekend. Deze zullen zo vroeg als mogelijk kenbaar gemaakt worden.

Vakanties en vrije dagen Herfstvakantie

14 tot en met 18 oktober 2013

Kerstvakantie

23 december 2013 tot en met 3 januari 2014

Voorjaar (incl. Carnaval)

11 tot en met 15 februari 2014

Pasen (vr) en maandag, 2e Paasdag

Goede vrijdag 18 april 2014. Kinderen om 12.00u. vrij.

Twee weken Meivakantie (incl. Koningsdag en Hemelvaart)

21 april t/m 2 mei 2014

Bevrijdingsdag

5 mei 2014

Hemelvaart en vrije vrijdag

29 en 30 mei 2014

2e Pinksterdag

9 juni 2014

Zomervakantie

14 juli t/m 22 augustus 2014


––– 52 –––

12 Namen en adressen

School openbare basisschool de Driehoek

Schoolstraat 29

6913 AC Aerdt

0316-247413

E-mail: [email protected] website: www.obsdedriehoek.nl

Schoolbestuur Stichting Proles

Marketing 30b

6921 RE Duiven

026-443274

Bestuursmanager: vacature

Team Koen Smits (directeur)

Groot Vijverdal 19

6822 MB Arnhem

Henriëtte Everhardt

van Rossumstraat 14

6914 AW Herwen

0316-248678

026-3515500

Lidy Gerritsen

De Handboog 34

6921 TJ Duiven

0316-263930

Ineke Ketelaar

Karrewiel 13

6942 LK Didam

0316-221096

Petra van Megen

Hoofdstraat 5

6916 AA Tolkamer

0316-542843

Tineke Sloot

Dorpsdijk 57

6915 AC Lobith

0316-541522

Dirk-Jan Versloot

Aerdtsedijk 14

6913 KC Aerdt

0316-247707

Bianka van der Rijk

van Hugenpothstraat 8

6913 AL Aerdt

0316-249560

Karin Derksen

Heuvelakkersestraat 2

6913 AB Aerdt

0316-247797

Jolanda Hiddink

Schoolstraat 8

6913 AD Aerdt

0316-247726

Melissa Peters-Regelink

Loostraat 20

6913 AG Aerdt

Peggy Heijmen

Schoolstraat 36

6913 AD Aerdt

0316-246015

Dirk-Jan Versloot

Aerdtsedijk 14

6913 KC Aerdt

0316-247707

Bianka van der Rijk

van Hugenpothstraat 8

6913 AL Aerdt

0316-249560

Godfried Vonk

Geitenwaard 1

6913 KJ Aerdt

0316-370015

Kerkweg 5

6913 AH Aerdt

0316-248819

Ouderraad

06-53301156

MR

GMR Dany Ytsma


––– 53 –––

Contact- en vertrouwenspersoon Lidy Gerritsen

De Handboog 34

6921 TJ Duiven

0316-263930

Bovenschools vertrouwenspersoon Patricia van Megen

p/a Bachlaan 11

Postbus 277

Inspectie

Park Voorn 4

Postbus 2730

7000 AG Doetinchem 0314-374141

3500 GS Utrecht

030-6690600

Bureau onderwijszaken (samenwerkingsverband)

Mercurion 36

6903 PZ Zevenaar

0316-341618

0481-439300

Marant (onderwijsbegeleidingsdienst) Margje Reinders

Nieuwe Aamsestraat 84A

Postbus 198

6662 NK Elst

Schoolarts/GGD

Postbus 5364

6802 EJ Arnhem

Klachtencommissie

Marcurion 36

6903 PZ Zevenaar

Vragen over onderwijs

Website: www.50tien.nl 0800-5010


––– 54 –––

026-3773344

Bijlage 1 (Staat ook als los document op de website van school)

Enquêteformulier De gids biedt voldoende / onvoldoende informatie*. Op het volgende gebied mis ik informatie:

Tips voor verbetering:

Andere op- of aanmerkingen:

* Streep door wat niet van toepassing is


––– 55 –––

SCHOOLGIDS SCHOOLJAAR o.b.s. de Driehoek Schoolstraat AC Aerdt

Recommend Documents