Schoolgids Schooljaar 2015-2016 Openbare Basisschool ‘de Kaleidoskoop’ is onderdeel van de Stichting openbaar Primair Onderwijs(SPO)
Welkom! Samen met uw kind bent u van harte welkom op de o.b.s. de Kaleidoskoop. De Kaleidoskoop biedt goed onderwijs voor alle leerlingen. De kwaliteit van het onderwijs staat dan ook centraal in onze visie en er wordt gewerkt vanuit de volgende uitgangspunten:
Onze openbare school biedt kwalitatief goed onderwijs. Kinderen voelen zich welkom en gewaardeerd op onze school. Er werkt professioneel personeel dat hoge verwachtingen heeft van de ontwikkeling van de kinderen. Er is passende aandacht voor kinderen die meer of minder kunnen.
Onze school biedt een uitdagend en voor kinderen inzichtelijk leerklimaat. Kinderen en ouders weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij van de school mogen verwachten
Onze school is actief op het gebied van onderwijsontwikkeling. Vernieuwingen en projecten passen in onze onderwijskundige visie. Er is aandacht voor de kwaliteit van onze school. Dit komt tot uiting in de wijze waarop op onze school schoolontwikkeling wordt opgepakt en kwaliteit systematisch wordt bewaakt.
Onze school staat midden in de samenleving en heeft oog voor de verschillende achtergronden van mensen. Wij werken actief aan democratisch burgerschap. Onze school biedt veiligheid en geborgenheid voor elke leerling. Ieder kind is welkom: dat schept rechten en verplichtingen voor leerlingen, ouders en personeel.
Onze school is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht en wordt controleerbaar democratisch bestuurd. Onze school hecht waarde aan een goede betrokkenheid van de ouders/verzorgers bij het onderwijs en zij zijn dan ook welkom om op actieve wijze mee te denken en mee te doen. De medezeggenschapsraad (MR) is nauw betrokken bij de totstandkoming van ons schoolbeleid.
In deze schoolgids kunt u alles lezen over het onderwijs, de aanpak en de organisatie op onze school. Wilt u meer weten over onze school, neemt u dan contact op met de directeur. Mede namens het schoolbestuur wens ik u en uw kind een goede tijd op de o.b.s. de Kaleidoskoop. Manet Verwey en Marloes Hopman. Directeuren.
PS: Overal waar in deze gids ‘ouders’ staat geschreven kan ook ‘verzorgers’ worden gelezen.
2
Inhoudsopgave 1.
De school
4
2.
Waar de school voor staat
7
3.
De organisatie van het onderwijs
9
4.
Passend onderwijs
19
5.
Het schoolteam
23
6.
De ouders
25
7.
De ontwikkeling van het onderwijs in de school; kwaliteitszorg en resultaten
30
8.
Samenwerking met andere instanties
34
9.
School- en vakantietijden
35
10.
Namen en adressen
37
Bijlage 1: school ondersteuningsprofiel
39
3
1.
De school
Beste lezers van deze schoolgids. Allereerst willen wij u van harte welkom heten op de onze school. De jaren die uw kind op school doorbrengt, spelen een belangrijke rol in het verder leven. Daarom doen wij ons uiterste best om daar een fijne en leerzame tijd van te maken. In deze schoolgids vindt u belangrijke informatie. Bewaar de gids daarom goed.
De dagelijkse leiding van de Kaleidoskoop berust bij de directeuren Manet Verwey en Marloes Hopman; de adjunct directeur Loes Zwart en de locatieleider van de locatie Kaleidoskoop binnen de Bredeschool ‘Marco Polo’ , Sylvia Vosselman. Zij zijn gedurende de schoolweek het eerste aanspreekpunt voor ouders en teamleden. Samen met het team werkt de directie aan de inhoudelijke vormgeving van de Kaleidoskoop. Hierbij staat voorop dat uw kind met plezier naar school gaat. Wij vinden dat kinderen uitgedaagd moeten worden om in een rijke leeromgeving zich vaardigheden eigen te maken, kennis op te doen om zo tot goede prestaties te komen. De Kaleidoskoop is een school van en voor kinderen. Vanuit de eigen motivatie -kinderen willen van nature leren- moeten zij in staat gesteld worden om in een veilige en uitdagende leeromgeving aan een ononderbroken ontwikkeling te werken. Kinderen krijgen daarbij op onze school de ruimte om zelfstandig aan de slag te gaan en verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leren. Zij werken daarbij samen met andere kinderen en voelen zich dan ook gezamenlijk betrokken bij de school. Op de Kaleidoskoop hechten wij aan eerlijkheid en veiligheid en neemt humor een belangrijke plaats in. Door de directie en het team van leerkrachten wordt op een open manier met kinderen gecommuniceerd. Kinderen krijgen de waardering die zij verdienen. Niet alleen waar het gaat om prestatie maar ook voor hun creativiteit, samen werken en respectvol omgaan met elkaar. De kwaliteit van de school wordt bepaald door wat de school uit de kinderen weet te halen. daarbij stellen we hoge eisen aan het kind, aan onszelf en aan de ouders. De Kaleidoskoop ontwikkelt zich als een school waar ouders zich betrokken voelen bij het leren van hun kind, maar ook bij de georganiseerde activiteiten en bij haar toekomstplannen. Open communicatie tussen school en ouders is daarom een belangrijke voorwaarde. Wilt u iets weten of wilt u iets doen voor de school, laat het ons weten! Wij hopen dat ieder kind en elke ouder zich thuis zal voelen op onze school.
Directie, team en medezeggenschapsraad.
4
1.1 Schoolgegevens De school bestaat uit 2 locaties: OBS De Kaleidoskoop Columbuslaan 40 3526 EP Utrecht telefoon: 030 2883643
OBS De Kaleidoskoop Africalaan 28 3526 VN Utrecht telefoon 030 2882440
website: www.dekaleidoskoop.nl Directeuren: Adj.directeur/ locatieleider Columbuslaan: Locatie leider Marco Pololaan: Intern begeleider: Administratie:
Manet Verwey, Marloes Hopman Loes Zwart Sylvia Vosselman Nienke van Dijk Emine van Tuil
1.2 Ligging van de school Beide locaties van de school staan in de wijk Kanaleneiland Zuid,een wijk in ontwikkeling. Er worden nieuwe woningen en scholen gebouwd. Ook de Kaleidoskoop heeft sinds mei 2015 nieuwbouw gekregen. Één van de beide locaties van de Kaleidoskoop is -samen met de Da Costaschool- gehuisvest in het gebouw van de Bredeschool ‘Marco Polo’. Dit gebouw heeft een buurt- en ouderlokaal, gymzaal etc.
Bredeschool ‘Marco Polo’ , tel: 030-2882440
Locatie Columbuslaan, tel: 030-2883643 1.3 Ter indicatie van de schoolgrootte De locatie Columbuslaan start dit jaar met ongeveer 120 leerlingen, de locatie ‘Marco Polo’ met ongeveer 100 leerlingen. Beide locaties hebben een ‘voorschool’. De peutergroepen maken een start om kinderen van 2 ½ tot 4 jaar voor te bereiden op de kleutergroep. 1.4
Brede School
5
In Kanaleneiland werken de Kaleidoskoop en de Da Costaschool samen in de Brede School. In De Brede School pakken de partners onderwerpen aan die voor alle scholen van belang zijn. Daarbinnen heeft iedere school de ruimte om accenten te leggen en zich te profileren. Naast de scholen zijn welzijnsorganisatie Spelenderwijs Utrecht en de Gemeente vaste partners in de Brede school. Daarnaast leveren tal van organisaties een bijdrage aan de uitvoering van activiteiten (zoals Utrechts Centrum voor de Kunsten, Sportverenigingen, GG en GD en diverse aanbieders van Kunst en Cultuurprogramma’s). 1.5 Meer informatie over de school Voor- en Vroegschoolse Educatie (V.V.E.): Aan de school zijn voorschool-groepen verbonden voor kinderen vanaf twee-en-een-half jaar. De kinderen krijgen gedurende een aantal ochtenden en middagen per week het hele jaar door een taalprogramma aangeboden. Ook ouders spelen hier een belangrijke rol. Voor kinderen is het leuk, zij leren samen spelen met andere kinderen en doen allerlei activiteiten in de groep. Kinderen die de peutergroep bezoeken, wennen al aan de basisschool en hebben straks minder moeite om zich aan te passen in groep 1. U kunt uw kind aanmelden vanaf de leeftijd van twee jaar. Uw kind komt dan op een wachtlijst. Er mogen maximaal 14 kinderen in een groep. Zodra er plaats is krijgt u bericht. De peuterspeelzaal wordt voor het grootste deel door de gemeente Utrecht betaald. Van de ouders wordt een bijdrage verwacht. De hoogte van die bijdrage is afhankelijk van uw inkomen.
6
2.
Waar de school voor staat
De Kaleidoskoop is een openbare school. Dat betekent dat alle kinderen, ongeacht achtergrond, huidskleur, religie en cultuur welkom zijn. Wij streven ernaar kinderen om kinderen met een verschillende achtergrond al spelend en lerend respect bij te brengen voor elkaars geloof, levensovertuiging en cultuur. 2.1 De visie van de school Onze visie is: Sociale verbondenheid en zelfverantwoordelijkheid volgens de principes van de Vreedzame School
Hoge leerresultaten op het gebied van taal, rekenen, en begrijpend lezen
2.2 Dat betekent dat wij werken aan …….. Passend onderwijs De Kaleidoskoop biedt passend onderwijs aan alle leerlingen, zodat leerlingen optimale kansen krijgen om zich te ontwikkelen. We maken hiervoor gebruik van de vaardigheid van het ‘doordacht lesgeven’. Dit betekent dat wij bij alle vakken op meerdere niveaus gestructureerde instructie geven en de verwerking van de leerstof aanpassen aan het niveau van de leerling. Daarbij worden coöperatieve werkvormen toegepast. Hierdoor wordt er optimaal gewerkt aan hoge leerresultaten op het gebied van taal, rekenen, en (begrijpend) lezen. Veiligheid Om goed te kunnen leren moet een leerling zich veilig voelen in de klas, dit is een voorwaarde. Daarom werken wij met De Vreedzame School. De Vreedzame School is een methode die helpt om kinderen op te voeden tot verantwoordelijke en actieve leden van de gemeenschap. Daartoe beschouwen we de klas en de school als oefenplaats. Kinderen leren dat zij deel uitmaken van de gemeenschap die de klas en school vormt en leren daar een bijdrage aan te leveren. Ze leren oog en oor te hebben voor anderen (sociale-verbondenheid) en zichzelf verantwoordelijk te voelen voor het belang van iedereen in de klas en de school. (zelfverantwoordelijkheid) De Vreedzame School is benoemd als voorlopig goedgekeurd, veelbelovend preventief anti-pestprogramma. Ouders in de school School en thuis zijn géén gescheiden werelden, ze vullen elkaar aan. Daarom is het voor ons van groot belang dat we samenwerken met ouders. Ouders mogen van ons verwachten dat de school hen actief betrekt bij de ontwikkeling van hun kinderen en school mag ouders aanspreken op hun betrokkenheid met school. Alleen samen zorgen we voor optimale ontwikkelingskansen voor hun kind. School in de wijk De vreedzame Wijk betekent een eenduidige pedagogische aanpak ingevoerd in alle organisaties die in de wijk met kinderen in de basisschoolleeftijd werken. Kinderen leven in sommige wijken in teveel van elkaar gescheiden werelden (school, thuis, straat). Door aan te sluiten bij de werkwijze van de scholen (gebruik van dezelfde
7
begrippen, inspelen op de geleerde vaardigheden, zelfde pedagogische aanpak, zelfde wijze van omgaan met conflicten, zichtbaarheid van De Vreedzame School-principes, e.d.) worden de pedagogische milieus ‘aan elkaar geknoopt’ en wordt het voor de kinderen duidelijk dat er overal dezelfde verwachtingen worden gehanteerd en dezelfde regels en afspraken gelden. Leertijdverlenging: Wij willen kwalitatief goed onderwijs bieden. Goed onderwijs betekent onderwijs dat uitdagend is door een rijke leeromgeving en passend bij het niveau van uw kind. Gezien de achtergrond van veel van onze kinderen is het zaak om de focus te leggen op taalontwikkeling: technisch lezen, begrijpend lezen en woordenschat zijn daarom zeer belangrijke onderdelen van het lesaanbod. Om meer tijd te kunnen besteden aan deze vakken hebben wij een uitbreiding van de leertijd voor de groepen 5 t/m 8. Op maandag en donderdag krijgen deze groepen 0.45 uur langer les. Sommige kinderen krijgen daarnaast óók nog de kans om naar de Brede School Academie te gaan. Dit zijn die kinderen waarvan de leerkracht denkt dat ze op een hoger niveau kunnen uitstromen naar het voortgezet onderwijs, wanneer ze nóg meer taalaanbod krijgen. De Brede School Academie wordt niet in het gebouw van de obs de Kaleidoskoop gegeven, maar in het gebouw van de basisschool ‘Anne Frank’. 2.3 Kleding personeel, ouders en kinderen Op onze school leven en werken we samen en is ontmoeting een belangrijk aspect. Als openbare school hebben wij respect voor verschillende achtergronden en levensvertuigingen. Daar hoort ook bij dat wij respect tonen en verwachten voor religieuze symbolen als het dragen van een kruisje of een hoofddoekje. Visueel contact en het kunnen zien van emoties op gezichten zijn belangrijke aspecten van de communicatie en ontmoeting binnen de school en van groot belang voor het pedagogisch klimaat. Daarom is het dragen van gezichtsbedekkende kleding in de school en op het schoolplein niet toegestaan. Om veiligheids- en gezondheidsredenen is tijdens de gymles het dragen van gymkleding en gymschoenen verplicht, het dragen van sieraden verboden en het dragen van een hoofddoekje alleen toegestaan in de vorm van een elastische hoofddoek. Wij verwachten dat personeel, ouders en kinderen kleding dragen die voldoet aan de algemene Nederlandse fatsoensnormen. Voor personeel geldt dat zij daarin voor kinderen ook een voorbeeldfunctie vervullen.
8
3.
De organisatie van het onderwijs
3.1 Schoolorganisatie Wij hebben heterogene kleutergroepen (groep 1 en 2 bij elkaar), dat betekent dat kinderen van verschillende leerjaren bij elkaar in de groep zitten. Zo ervaren zij wat het is om de jongste en de oudste in een groep te zijn en wat het betekent om iets meer of iets minder te kunnen. Dit is van belang voor de ontwikkeling van hun zelfstandigheid en het leren samenwerken. Vanaf groep 3 werken wij met combinatiegroepen en jaargroepen. 3.2 Samenstelling van het team In de informatiegids, die jaarlijks wordt uitgegeven, is de samenstelling van het team opgenomen. Aan de school zijn zowel fulltimers als parttimers verbonden. De meeste groepen hebben twee groepsleerkrachten. De samenwerking tussen deze duo’s is zo geregeld dat beide leerkrachten goed op de hoogte zijn van alles wat in de groep gebeurt. Daarnaast hebben we regelmatig stageplekken voor studenten van de Pabo of van de opleiding tot klassenassistent. Locatie Columbuslaan Groep 1/2 c
Annabel Scholman Lineke Verhoeven
Locatie Marco Polo Groep 1/2 a
Thecla Klerkx Sophia Mulders
Groep 1/2 b
Meryem Bagci Lineke Verhoeven
Kleuterondersteuning
Sophia Mulders, Meryem el Boukhsibi, Esther Scheffer
Groep 3
Leonie Manne Janneke Marijs
Groep 3/4
Esther Scheffer Marinke Janssen
Groep 4/5
Marieke Jonker Carolien Meinen
Groep 5/6
Marike Post Marianne Mendel
Groep 5/6 a
Simone Kleintjens Omar Elouakili
Groep 5/6 b
Dominique Dammers Omar Elouakili
Groep 7/8
Dimitra Drachta Roline Vriesde
Groep 7
Fatiha Najim Marianne Mendel
Groep 8
Nabila el Moussaoui Roline Vriesde
Taalklas beide locaties groep 3
Dominique Dammers
9
3.3
De activiteiten voor en van de kinderen
3.3.1 Activiteiten in de onderbouw Voor- en Vroegschoolse Educatie (V.V.E.) De kinderen krijgen gedurende een aantal ochtenden en middagen per week het hele jaar door een taalprogramma aangeboden. Het programma ‘Puk en Ko’ wordt in de kleutergroep voortgezet als ‘Ik en Ko’. De onderbouw (groep 1/2) Bij de kleutergroepen gaan we zoveel mogelijk uit van de belevingswereld van het kind. Centraal hierbij staat het thematisch werken. Tijdens het schooljaar wordt met vaste thema’s gewerkt. Deze thema’s waarborgen dat alle ontwikkelingsgebieden van het kind aan bod komen. Beide kleutergroepen werken over hetzelfde thema. In de lokalen is altijd duidelijk zichtbaar aan welk thema gewerkt wordt. Zo staat er een thema-tafel, werkjes met het thema zijn opgehangen en de hoeken worden daarnaar ingericht. Na de dagelijkse kringactiviteit gaan de kinderen ‘uit elkaar’ voor de verwerking in ‘hoeken’. Om de zelfstandigheid bij de kleuters te bevorderen en om ze bewust met keuzemogelijkheden te leren omgaan, maken we gebruik van het ‘planbord’. Op het planbord geven de kinderen aan welke activiteit zij willen doen tijdens deze ‘werkles’. Er is keuze uit de huishoek, de bouwhoek, het verfbord, de computer of de ontwikkelingsmaterialen uit de kasten. Ook is het mogelijk dat de leerkracht voor het kind kiest en het kaartje bij die activiteit hangt waarvan zij of hij vindt dat het kind nog aan moet werken. De ‘werkles’ biedt de leerkracht de mogelijkheid om een groepje kinderen instructie te geven. Deze instructie kan zijn over het gebruikte thema, fonemisch bewustzijn of de ontwikkelingsmaterialen. De leerkracht kan dan ook met een aantal kinderen werken aan de ontwikkeling van de fijne motoriek (knippen, plakken e.d.). Tijdens deze activiteit wordt er rekening gehouden met het niveau van de kinderen. We sluiten hiermee aan bij de ‘Zone van Naaste Ontwikkeling’. Wanneer de leerkracht met een groepje kinderen aan het werk is mogen de overige kinderen niet storen. Dit noemen wij ‘uitgestelde aandacht’. Voor de kinderen wordt dit zichtbaar gemaakt door een ‘stoplicht’. Hierbij zijn ook momenten dat de leerkracht doelgericht observeert ten behoeve van het leerlingvolgsysteem. Spelenderwijs wordt de woordenschat uitgebreid en geven we vaardigheden mee die de kinderen voorbereiden op groep 3. We maken hierbij gebruik van de methode LOGO 3000, waarbij de woorden van de ‘Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters’ (BAK) aangeleerd worden. De woorden die behandeld worden bij het thema, worden ook aan de ouders uitgelegd, zodat zij met de woorden samen met hun kind(eren) kunnen oefenen. Ouder en kind profiteren van deze aanpak: ouders en kinderen worden taalvaardiger, de interactie tussen ouder en kind wordt gestimuleerd en het educatieve thuismilieu verbetert. Naast het leren op eigen niveau besteden we ook veel aandacht aan coöperatief leren, samen leren en samen spelen. Er zijn leerlijnen ontwikkeld waarmee planmatig gewerkt wordt. De voorloper van begrijpend lezen is begrijpend luisteren. Dit doet net als begrijpend lezen een beroep op essentiële taal- en denkvaardigheden. De kern van tekstbegrip is het leggen van verbanden binnen en buiten de tekst en het maakt hierbij niet uit of de tekst wordt voorgelezen wordt of zelf gelezen. In de onderbouw wordt er aandacht besteed aan begrijpend luisteren in de vorm van interactief voorlezen. Om het interactief voorlezen nog
10
beter uit te kunnen voeren wordt de doorgaande lijn ‘begrijpend luisteren- begrijpend lezen’ geïmplementeerd. Meteen als de kinderen in groep 1 komen, krijgen zij de gelegenheid om aan ‘het naar school gaan’ te wennen. Er is veel aandacht voor gewenning en regelmaat. Het leren gebeurt vooral door spelen. Zodra de kinderen eraan toe zijn krijgen zij af en toe een gerichte opdracht. Het spelend leren wordt in groep 2 voortgezet. Daarnaast krijgen de kinderen steeds vaker gerichte opdrachten. Hierdoor trainen we de werkhouding, de taakgerichtheid en de concentratie. De leerkracht heeft daarbij een sturende rol. De kinderen worden voorbereid op leren lezen, leren rekenen en leren schrijven. Eén van de doelen is dat een kind minimaal 15 letters (her)kent bij de overgang naar groep 3. We zullen in groep 2 dan ook regelmatig letters aanbieden en aandacht besteden aan rijmen en aan klankherkenning. In het speellokaal worden de bewegingslessen gegeven. Één keer per week gebeurt dit door een vakleerkracht. Alle activiteiten zijn belangrijk voor de ontwikkeling van jonge kinderen: zij bewegen, kunnen samenwerken en samen spelen en ontwikkelen hun creativiteit. Zij leren overleggen, ontwikkelen hun motoriek en leren veel van hun klasgenootjes. Voor ouders van kleuters wordt aan het begin van elk nieuw thema een bijeenkomst georganiseerd. De ouders krijgen van de VVE-coördinator uitleg over de inhoud van het nieuwe thema, de woorden van het thema die behandeld worden en andere ‘kleuterzaken’ die voor de komende periode op het programma staan. 3.3.2 Activiteiten in de midden- en bovenbouw In groep 3 ligt de nadruk van het leerproces op het ‘aanvankelijk- en technisch lezen’ en het rekenonderwijs. We bieden het lezen aan met behulp van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. De leesresultaten in deze groep worden systematisch besproken en gevolgd door de IB-er en de groepsleerkracht. In de onderbouw wordt de leesvaardigheid van de kinderen gevolgd door middel van observaties en toetsen. Daardoor kan de leerkracht van groep 3 al bij de start van het schooljaar de kinderen indelen op het juiste leesniveau. De methode ‘Veilig Leren Lezen’ speelt daar goed op in, door te differentiëren op 3 niveaus. Dus zowel de kinderen die al kunnen lezen, als de kinderen die hierbij extra hulp nodig hebben, werken op hun eigen niveau. Ook wordt er systematisch aan woordenschatontwikkeling gewerkt, middels LOGO 3000. In groep 4 komt steeds meer het accent te liggen op het onderwijs in taal (inclusief woordenschat) begrijpend lezen, rekenen en wereldoriëntatie. Voor ons taal- en leesonderwijs gebruiken we de methode ‘Taal Actief’. Bij deze methode zijn lezen, taal, woordenschat en spelling belangrijke onderdelen. De methode vormt een doorgaande lijn in alle leerjaren. Daar waar mogelijk is, wordt op meerdere niveaus gewerkt. Ook technisch lezen heeft aandacht nodig. Bijna iedere dag wordt er gelezen met de methode ‘Estafette’. Bij deze methode staat de leerkracht centraal. Er wordt op 2 niveaus lees-instructie gegeven: op het ‘basis instructie niveau’ en het ‘intensieve instructie niveau’. De kinderen die geen instructie meer nodig hebben gaan zelf lezen en krijgen daarbij verschillende, uitdagende opdrachten. We richten ons wat de vorderingen betreft op de DMT-niveaus. (drie-minuten-toets) Op basis van deze toets wordt meerdere keren per jaar het leesniveau van het kind bepaald. Dagelijks wordt er in de groepen ook ‘stil’ gelezen. Dit is een belangrijke stimulans om het lezen en de woordenschat te verbeteren. Leesplezier staat daarbij voorop! Verder worden er jaarlijks verschillende activiteiten opgestart om het lezen te stimuleren, zoals de leeshoek in de school, lezen met ander groepen, voorlees activiteiten, bibliotheekbezoeken, de lezer van de dag, etc....
11
De doorgaande lijn ‘begrijpend luisteren’ – ‘begrijpend lezen’ De voorloper van begrijpend lezen is begrijpend luisteren. Dit doet net als begrijpend lezen een beroep op essentiële taal- en denkvaardigheden. De kern van tekstbegrip is het leggen van verbanden binnen en buiten de tekst. Het maakt hierbij niet uit of de tekst voorgelezen wordt of zelf gelezen wordt. In de onderbouw wordt er aandacht besteed aan begrijpend luisteren in de vorm van interactief voorlezen. Praten over het verhaal dwingt kinderen om goed te luisteren. De vaardigheden die nodig zijn om goed te luisteren moeten aangeleerd worden, het is een denkproces. Om het interactief voorlezen nog beter uit te kunnen voeren wordt tussen 2015 en 2017 de reeds vastgestelde en besproken doorgaande lijn ‘begrijpend luisteren- begrijpend lezen’ geïmplementeerd. De leerlijn wordt ondersteund door pictogrammen met daarop vragen, gedifferentieerd naar de verschillende groepen. Deze pictogrammen worden in de desbetreffende klassen aan de muur gehangen. Vanaf groep 5 start de methode Nieuwsbegrip. Voor ‘begrijpend lezen’ werken we met de methode ‘Nieuwsbegrip XL’. Met deze methode worden teksten en opdrachten gemaakt aan de hand van actuele nieuws-items. Stapsgewijs worden lees- en woordenschat-strategieën aangeleerd om de inhoud van een tekst te kunnen begrijpen. Nieuwsbegrip ‘XL’ maakt ook gebruik van filmmateriaal, zodat beelden van het nieuws ook op het digitale schoolbord te zien zijn. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor dyslexie. We starten met ons dyslexieprotocol in de kleutergroepen. Observaties en kleine toetsjes kunnen dan al wijzen op mogelijke leesproblemen. Door dit protocol systematisch te hanteren zijn we snel in staat om mogelijke dyslexie te signaleren. Tijdens de leeslessen zullen we altijd adequate hulp bieden voor kinderen met leesproblemen. Heeft uw kind dyslexie, dan heeft het ook recht op een aantal ‘tools’ (bijv. extra tijd bij het maken van een toets, het voorlezen van een toets of het digitaal werken aan een toets). Wanneer u meer wilt weten over hoe wij omgaan met dyslexie, kunt u altijd een afspraak maken met de Intern Begeleider. De rekenmethode die wij gebruiken heet ‘de Wereld in Getallen’. Deze hanteren we vanaf groep 3. De methode geeft een nieuwe kijk op het inzichtelijk rekenen. De rekenproblemen zijn voor de kinderen zeer herkenbaar, ze komen voort uit situaties van alle dag. De methode houdt rekening met verschillen tussen kinderen, niet alleen in het tempo van leren, maar ook in de manier van leren en de creativiteit van problemen oplossen. Rekenen wordt op minstens 3 niveaus aangeboden, zodat kinderen die extra instructie nodig hebben dit daadwerkelijk krijgen. Voor de snelle leerling is er de mogelijkheid om d.m.v. ‘compacten’ bepaalde delen van de leerstof over te slaan. In de plaats van die leerstof, die veelal een herhaling is van datgene wat die leerling al beheerst, krijgt het kind andere oefeningen die meer inzicht vragen. Daarnaast is er ook de mogelijkheid voor leerlingen die juist veel moeite hebben met rekenen, om een deel van de leerstof weg te laten. Deze kinderen krijgen alleen de basisstof aangeboden met de basisstrategieën die zij moeten beheersen. Werken aan ‘Wereldoriëntatie’ geven wij vorm met behulp van de volgende methoden: ‘Alles in één’: in deze methode komen de kinderen in aanraking met aardrijkskunde, geschiedenis, techniek, cultuur en natuur ‘Veilig de Wereld in’ voor groep 3 ‘De Vreedzame School’ voor sociale redzaamheid en maatschappelijke verhoudingen Projecten gezond gedrag Projecten natuureducatie en techniek Verkeerskrant
12
21st Century Skills De methode ’Alles-in-1’ kan gebruikt worden als doorgaande lijn. Het type vragen in de methode ‘Alles-in’1’ is over het algemeen gebaseerd op de denkniveaus in de orde van onthouden, begrijpen en toepassen. Onthouden is een basisvaardigheid die belangrijk is. Pas wanneer een leerling de nodige kennis heeft kan een volgende stap gezet worden: het begrijpen van informatie. Wanneer betekenis gegeven kan worden aan informatie, kan een leerling de informatie gaan toepassen. Voor veel leerlingen zijn deze vaardigheden niet uitdagend genoeg. Om hen uit te dagen zal er een beroep gedaan moeten worden op ‘hogere denkvaardigheden’. Hogere orde vragen zijn vragen die zich richten op het probleemoplossend vermogen van leerlingen, die het kritisch nadenken stimuleren en die discussie uitlokken. Om deze vragen te kunnen beantwoorden hebben leerlingen de vaardigheden ‘analyseren’, ‘evalueren’ en ‘creëren’ nodig. Dit zijn ook het type vragen die bedoeld worden met de z.g.n. 21st Century Skills: vaardigheden die kinderen van nu nodig hebben om zich in die snel veranderende wereld van de 21ste eeuw te kunnen redden. In de groepen 7 en 8 wordt Engels gegeven. We hebben daarvoor een nieuwe methode aangeschaft die heet ‘Groove me’. Dit is een complete lesmethode Engels waarbij muziek de basis is van alle lessen. In de bovenbouw wordt ook studievaardigheid gegeven, zij gebruiken de methode ‘Blits’. Netjes leren schrijven doen we aan de hand van de methode ‘Handschrift’. Woordenschatontwikkeling Woordenschatonderwijs neemt op onze school een belangrijke plaats in. Met een goede woordenschat kunnen kinderen teksten beter begrijpen en meer kennis opnemen. Daarbij is het de basis voor een goede algemene ontwikkeling. We hebben hiervoor de taalmethode ‘Taal Actief’ aangeschaft. Deze methode besteedt in het basisprogramma veel aandacht aan woordenschat. Speciaal voor kinderen met een beperkte woordenschat is er een apart programma: ‘Woordenschat Extra’. Dit programma volgt de didactische aanpak uit ‘Met woorden in de weer’. Wekelijks worden woordclusters zichtbaar opgehangen. Deze woorden worden elke dag op een speelse manier geoefend. Woordenschat voor ouders In wekelijkse ouderbijeenkomsten leren de ouders dezefde woorden die de kinderen aangeboden krijgen bij Nieuwsbegrip. Er is een placemat met woorden die in de les gebruikt worden. Ouder en kind profiteren van deze aanpak: ouders en kinderen worden taalvaardiger, de interactie tussen ouder en kind wordt gestimuleerd en het educatieve thuismilieu verbetert. Doordacht lesgeven (3 instructie niveaus) In de groepen 3 t/m 8 wordt, net als in de kleutergroepen, gewerkt met 3 instructieniveaus. Niet elk kind heeft evenveel instructie nodig. De kinderen die wat meer instructie nodig hebben krijgen een ‘verlengde instructie’ (bij de kleutergroepen heet dit ‘de kleine groep’). In de instructiegroepen wordt planmatig gewerkt en dit is terug te vinden in de groepsplannen. 3.3.3 Overige activiteiten in de verschillende bouwen Leespromotie Ieder schooljaar besteden wij structureel aandacht aan de bevordering van het leesgedrag van kinderen. De verschillende activiteiten zijn erop gericht om het leesplezier te verhogen.
13
Doordat kinderen meer plezier in lezen krijgen en daardoor ook vaker een boek pakken, verhogen ze spelenderwijs hun leestempo, de woordenschat en daarnaast ontwikkelen ze ook nog hun algemene kennis. Daarom is het van groot belang dat zij ook thuis veel lezen. Tijdens de Kinderboekenweek wordt er met een landelijk thema gewerkt. Daarnaast is er veel aandacht voor technisch lezen. Op beide locaties is een schoolbibliotheek aanwezig. Tevens brengen we ook een bezoek aan de gemeente-bibliotheek en krijgen we leeskisten te leen. Kinderen maken zo kennis met de bibliotheek en de wereld die leesboeken heet. Huiswerk Voor het leerproces van kinderen is het belangrijk dat ouders interesse tonen en weten waar hun kind mee bezig is. Vanaf groep 5 krijgen kinderen af en toe huiswerk mee. De hoeveelheid wordt tot groep 8 langzaam opgebouwd. Deze opbouw dient als voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs. Wij verwachten van ouders dat zij erop toezien dat hun kind het huiswerk maakt en op tijd op school inlevert. Wanneer kinderen hun huiswerk niet op tijd inleveren worden ouders gebeld en wordt het huiswerk alsnog na schooltijd gemaakt. Computers Elke groep beschikt over meerdere computers en tablets. Kinderen van de groepen 1 t/m 8 gaan zelfstandig aan de slag met programma’s ter ondersteuning van de leerstof. Een aantal van deze programma’s is ook via internet beschikbaar. Met name bij de bovenbouw wordt dit ingezet als digitaal huiswerk. Websites die hierbij gebruikt worden zijn o.a. www.bloon.nl, www.rekentuin.nl en www.nieuwsbegripxl.nl. Daarnaast zijn er andere links voor kinderen te vinden. Ook tekstverwerking krijgt aandacht op school. Zo worden boekverslagen en werkstukken door de kinderen op de computer gemaakt. Om de kinderen hierin meer vaardig te maken en ze om van elkaar te laten leren, worden bijv. taalopdrachten in 2-tallen op de computer uitgevoerd. De taalopdrachten bestaan onder andere uit: verhalen schrijven op de computer. De Vreedzame School/mediatoren Zoals we al eerder beschreven onder het kopje ‘visie van de school’ zijn veiligheid en respect twee belangrijke voorwaarden voor ons als school, voorwaarden om je prettig bij te voelen waardoor je optimaal kunt functioneren. Anders gezegd kinderen leren beter als dat in een omgeving is, waar respect is voor elkaar en voor anderen. Om dit nog beter voor elkaar te krijgen werken wij volgens het gedachtegoed van de Vreedzame School. Het mooie hiervan is dat er gericht aandacht besteed wordt aan het handelen en het gedrag van jezelf. We leren de kinderen dat er regels en afspraken zijn om goed met elkaar te communiceren. Deze vindt u dan ook in de school. We leren hen dat er soms maatregelen nodig zijn bij overtredingen, als het niet lukt om aan zich aan die afspraken te houden. Van de kinderen die zich niet volgens de afspraken van school gedragen, worden de ouders op school uitgenodigd om samen over het probleem te spreken en naar oplossingen te zoeken. Bij herhaalde gedragsproblemen kan een kind geschorst of verwijderd worden. Dit gebeurt in overleg met leerplicht, de schoolinspectie en het bestuur. Vanuit de Vreedzame School zijn er kinderen uit groep 7 en 8 die getraind worden om mediator te zijn. Zij hebben de rol om tijdens de pauzes in conflictsituaties tussen andere leerlingen, oplossingsgericht op te treden. Zodra een mediatie te moeilijk is, wordt de leerkracht erbij betrokken. Leerlingen van groep 7 en 8 kunnen ook deelnemen aan de Kinderraad. Hierbij wordt ingezet op democratisch burgerschap waarbij nagedacht wordt over kwesties die spelen in
14
de wijk. De Kinderraad bedenkt gezamenlijk oplossingen en acties als eigen bijdrage aan die oplossing. Gymnastiek Beweging is uitermate belangrijk voor de lichamelijke ontwikkeling, met name voor kleuters. Elke kleutergroep doet daarom dagelijks aan beweging. Dit gebeurt in het speellokaal en/of buiten op het plein. Op het plein kunnen ze vrij bewegen, rennen en springen. Om het plein staat een hek waardoor de kinderen veilig kunnen spelen. Voor de groepen 3 t/m 8 wordt gymnastiek gegeven door een vakleerkracht in een dichtbij gelegen gymzaal. Elke groep krijgt 2x per week gymnastiek, behalve de groepen die ook zwemmen. Zij krijgen naast 1x gymnastiek, ook 1x zwemles. Tijdens de gymles moet uw kind veilige kleding dragen: een makkelijk hemdje, broekje of sportkleding, géén sieraden of horloges, oorbellen enz. Gymschoenen zijn verplicht, zonder gymschoenen mag een kind niet gymmen. Ook dit heeft te maken met veiligheid en hygiëne. De leerlingen nemen hun gymspullen mee naar huis om te wassen. Kleuters moeten in de gymzaal ook gymschoentjes dragen, deze blijven op school. Schoolzwemmen Groep 4 doet mee met schoolzwemmen. Voor de zwemlessen gaan de kinderen naar zwembad ‘Den Hommel’. De zwemlessen vormen een noodzakelijk en verplicht onderdeel van het schoolprogramma. Uw kind heeft voor het zwemmen nodig: zwemkleding, handdoek. Wilt u ervoor zorgen dat uw kind makkelijke kleding aan heeft, zo kost het omkleden niet te veel tijd. Dit jaar krijgen de kinderen van groep 5 die nog geen diploma hebben gehaald, tot het einde van dit jaar (kerstvakantie)de gelegenheid om het diploma alsnog te behalen. In verband met de verantwoordelijkheid, is er altijd een leerkracht in het zwembad aanwezig die samen met de badmeester, intensief op uw kind let. Indien er, bijvoorbeeld vanwege ziekte, onvoldoende toezichthouders zijn gaat de zwemles niet door. De veiligheid van uw kind staat voorop. De kinderen worden gehaald en gebracht met een bus. Voor begeleiding onderweg en in de kleedkamers vragen wij ouders om mee te gaan. Sport Naast de reguliere gymlessen neemt de Kaleidoskoop deel aan een aantal sportieve activiteiten zoals het school voetbaltoernooi. Ook wordt jaarlijks een sportdag georganiseerd. Verkeer De school heeft ook een taak in veiligheid en verkeer. Verkeersveilig gedrag leren kinderen van hun ouders en op school. Verkeerservaring doen kinderen op door met hen te lopen en te fietsen. Voor onze verkeerslessen maken wij bij de groepen 4 t/m 8 gebruik van de verkeerskrant. Dit ter voorbereiding op het theoretisch examen in groep 7 en praktisch examen in groep 8. De kinderen moeten in groep 8 zelf fietsen in de wijk, volgens een vaste route die aangegeven is met bordjes. De route kan samen met de ouders geoefend worden. Kunst- en Cultuur- educatie De school neemt deel aan projecten die aangeboden worden door het UCK (Utrechts centrum voor de Kunsten) Denk bij deze projecten aan het bezoeken van musea, bioscoop of theater, bewegen op muziek, een gastles door een kunstenaar, etc….
15
Bovendien kunnen groepen zich afzonderlijk inschrijven voor het huren van leskisten of themakisten. Natuur-en milieu communicatie en educatie De afdeling van NMC van de gemeente Utrecht verzorgt projecten voor basisscholen. De school schrijft zich in voor natuur-eneducatieve activiteiten en deze worden in groepen uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is het bezoek aan de kinderboerderij in Transwijk. Schoolreis De bestemming van de schoolreis voor de groepen 1 t/m 7 kan per jaar verschillen. De afgelopen jaren werd gekozen voor een bezoek aan een pretpark, themapark of dierentuin. Op de schoolreis worden kinderen begeleid door leerkrachten en ouders. Groep 8 gaat elk jaar naar een schoolkamp. Vanzelfsprekend worden daar allerlei activiteiten georganiseerd en is er voldoende begeleiding aanwezig. Juist voor het schoolkamp geldt dat deze gezamenlijke activiteiten ‘het groepsgevoel’ in positieve zin bevordert. Het is dus van groot belang dat alle kinderen van groep 8 hieraan deelnemen. 3.4 Voor-en naschoolse opvang Sinds augustus 2007 zijn scholen wettelijk verplicht om voor- en naschoolse opvang voor kinderen te laten organiseren. De Utrechtse schoolbesturen streven er daarbij naar om samen te werken op wijkniveau met instellingen voor kinderopvang, welzijn, kunst en cultuur en sport. In onze wijk wordt de voor- en naschoolse opvang verzorgd door Kind en Co, op de locatie van de Anne Frankschool. De buitenschoolse opvang is de gehele week geopend en sluit aan bij de schooltijden. U kunt kiezen voor een contract met een eindtijd tot 17.30 of tot 18.30 uur. 3.5 Schoolveiligheidsplan Als obs de Kaleidoskoop proberen wij een zo veilig mogelijke omgeving voor ons personeel en onze leerlingen te creëren. Zo hebben wij een risico-inventarisatie uitgevoerd, waarin alle risico’s onderkend zijn. Op basis van deze risico-inventarisatie hebben wij een plan van aanpak gemaakt om knelpunten te verhelpen. Ook hebben wij een professionele bedrijfshulpverlening ingesteld om bij calamiteiten snel adequate hulp te kunnen bieden. Onderdelen van dit beleid zijn onder meer: Het ontruimingsplan Opleiding bedrijfshulpverleners Aanschaf van voldoende middelen (o.a. EHBO- en brandblusmiddelen) De jaarlijkse ontruimingsoefening Onze bedrijfshulpverleners dragen zorg voor: Preventieve maatregelen en controles Alarmeren en evacueren van mensen uit de school Het bestrijden van een beginnende brand Het geven van Eerste Hulp bij ongevallen Om deze taken goed te kunnen uitvoeren, volgen de BHV-ers jaarlijks een herhalingscursus en houden zij jaarlijks een ontruimingsoefening. Indien u vragen heeft over de BHV organisatie, dan kunt u deze stellen aan onze BHV coördinator Emine van Tuil. Het schoolveiligheidsplan ligt op school ter inzage.
16
3.6 Overige informatie over schoolse zaken Pestprotocol Pesten is ongewenst gedrag. Als pestgedrag voorkomt op school dan hanteren wij het pestprotocol van ons bestuur. U kunt het protocol vinden op onze website: www.dekaleidoskoop.nl De Vreedzame School is benoemd als voorlopig goedgekeurde, veelbelovende preventief anti-pestprogramma. Logopedie Eind groep 2 is er een logopedische screening. De logopediste onderzoekt of uw kind extra hulp nodig heeft bij stemgebruik, spraak of taal. U hoort het eindresultaat van de groepsleerkracht. Wanneer nodig, kan uw kind in aanmerking komen voor logopedie. Dit wordt betaald vanuit de basisziektekosten verzekering. Aanmelding voor logopedie, gaat via de orthopedagoog van de school, Nienke van Dijk. Fysiotherapie Alle kinderen kunnen, indien nodig, betaald vanuit de basisziekte-kostenverzekering fysiotherapie krijgen op school of een andere locatie. Aanmelding voor deze extra service gaat via de orthopedagoog van de school, Nienke van Dijk. Schoolarts De kinderen van groep 2 en 7 worden opgeroepen om samen met de ouders de schoolarts te bezoeken. De schoolarts volgt niet alleen de lichamelijke ontwikkeling, maar ook de ontwikkeling in bredere zin. Ouders en kinderen kunnen er met vragen terecht. De schoolarts bespreekt de kinderen met de betreffende leerkracht. Op aanvraag van de school kunnen kinderen tussentijds worden opgeroepen. Tandarts Ook dit schooljaar zal de schooltandarts van Tandwiel weer twee keer per jaar de kindergebitten controleren en zo nodig behandelen. U hoeft er niets voor te betalen. Wel wordt aan de ouders gevraagd om toestemming te verlenen voor onderzoek en behandeling. De behandeling vindt plaats buiten de school. De kinderen worden met een bus opgehaald en teruggebracht naar school. U ontvangt op tijd bericht. Aanmeldingsformulieren kunt u krijgen bij de locatieleider. Buurtteam De gemeente is in Kanaleneiland-Zuid een Buurtteam Jeugd en Gezin gestart. Dit team bestaat uit professionele hulpverleners van verschillende organisaties in Utrecht met de bedoeling om gezinnen beter te kunnen helpen. Op onze school zijn dat Lian Raaijmakers en Juliette Beulen. Wanneer uw kind wil praten over pesten, problemen met andere kinderen of volwassenen of andere vragen heeft, kan hij of zij dit met Lian of Juliette bespreken. Wanneer u als ouders vragen heeft over de opvoeding, moeilijk lerende kinderen, echtscheiding, etc.... kunt u op school een afspraak maken met Lian (Columbuslaan) en Juliette (Marco Polo) Ook kunt u hen mailen of bellen: Tel. nummer Lian Raaijmakers: 06-10682162 Mailadres:
[email protected] Tel. nummer Juliette Beulen: 06-29793862 Mailadres:
[email protected] Jeugdgezondheid GG&GD De afdeling Jeugdgezondheidszorg nodigt alle kinderen van 0 tot 19 jaar uit op vaste momenten tijdens de schoolperiode. Op school vindt onderzoek plaats voor kinderen van
17
groep 2 en groep 7. Het onderzoek bestaat uit twee delen: De team assistent meet de lengte en het gewicht. Bij kinderen uit groep 2 wordt ook een ogen test gedaan. U hoeft hierbij niet aanwezig te zijn. Voor het tweede onderzoek ontvang u een uitnodiging. Besproken wordt met u de groei en de ontwikkeling van uw kind. Wanneer u vragen heeft over voeding, slapen, of gedrag kunt u dit altijd met hen bespreken. De jeugdarts ziet de kinderen van groep 2, de jeugdverpleegkundige ziet de kinderen uit groep 7. Een basisschool heeft een signaleringsfunctie wat betreft de zorg rond de ontwikkeling van leerlingen. Onze school werkt in geval van vermoeden van kindermishandeling met de richtlijnen van gemeente Utrecht en de Landelijke Verwijsindex (@Risk). (zie hieronder beschreven) Mochten er zorgen zijn over kinderen, dan zal dit eerst met de ouders worden besproken. Besloten kan worden een melding te doen bij ‘Bureau Jeugdzorg’ als de school merkt dat de ontwikkeling van een leerling ernstig wordt belemmerd. Dit wordt aan ouders gemeld. Sinds het najaar 2011 hanteert de gemeente Utrecht een protocol voor de aanpak van kindermishandeling. Dit protocol bevat richtlijnen voor wat scholen moeten doen bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Het protocol staat op de website http://onderwijsutrecht.handelingsprotocol.nl/ @Risk De Kaleidoskoop doet mee aan de ’Risico-signalering@Risk’. Dit is een digitaal systeem dat via (beveiligd) internet voor de Intern Begeleider toegankelijk is. Het doel van het systeem is dat professionele hulpverleners uit onderwijs, zorg, buurtwerk en veiligheid van de Gemeente Utrecht elkaar sneller weten te vinden als er zorgen zijn over een kind. Hoe werkt @Risk? Als een professionele hulpverlener op basis van het risico-profiel van zijn instelling besluit een signaal over een kind af te geven, is er slechts sprake van één betrokken instelling. Er hoeft geen afstemming plaats te vinden en de organisatie biedt de hulpverlening die zij nodig acht. Als hetzelfde kind op een later tijdstip door een tweede instelling gemeld wordt, dan krijgt de eerste instelling ook hierover een bericht en is er ‘een match’. Hierbij wordt geen inhoudelijke informatie verstrekt. Het gaat hierbij enkel om een een signaal, zodat beide instellingen van elkaar weten bij het kind te zijn betrokken. Zij nemen hierover dan contact met elkaar op. Voordat informatie over een kind gedeeld mag worden, hebben instellingen eerst toestemming van de ouders nodig. Werken met @Risk gaat vooral om samenwerking en afstemming. Als betrokken instellingen hun signalen via dit systeem registreren, kan er snel en efficiënt worden samengewerkt. Dit zal leiden tot snellere en gecoördineerde oplossingen voor de jongere en het gezin. Eén gezin, één plan, is het motto van @Risk.
18
4.
Passend onderwijs
4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school Kinderen kunnen vanaf hun 4de verjaardag naar school, vanaf 5 jaar zijn ze leerplichtig. De ouders van een nieuwe leerling krijgen bij de aanmelding of tijdens het informatiegesprek een rondleiding door de school en uitgebreide mondelinge informatie. Ouders kunnen vragen stellen over de school. Verder vinden wij het altijd erg fijn als het kind zelf mee komt om zijn of haar nieuwe school te bekijken. Voordat uw kind geplaatst wordt ontvangt u een intake-formulier. Dit formulier wordt samen met u doorgenomen. Wanneer uw kind extra begeleiding nodig heeft, wordt bekeken of de school dit ook kan bieden. Het is mogelijk dat externen benaderd worden voor aanvullende informatie. Dit gebeurt om duidelijk te krijgen of de school die zorg kan bieden die uw kind nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Wanneer u besluit uw kind aan te melden kan het kind vier weken voor haar of zijn verjaardag al 10 dagdelen op bezoek komen om kennis te maken en alvast te wennen aan de sfeer. Dit geldt alleen voor de kinderen die niet naar de Voorschool zijn geweest. De leerkracht van de groep waar uw kind geplaatst wordt maakt een wen-afspraak. U ontvangt dan meteen de kalender van de school waar alle belangrijke data en afspraken in staan. Wanneer uw kind op onze school wordt aangemeld en nog leerling is van een andere school, wordt er altijd eerst contact gezocht met de huidige school. Alle relevante gegevens van de leerling worden opgevraagd. Als daaruit blijkt dat uw kind extra begeleiding nodig heeft bekijken we samen of de Kaleidoskoop die extra zorg kan bieden. Wanneer duidelijk wordt dat de school niet de juiste begeleiding kan bieden, wordt er gezamenlijk gezocht naar een passende school. Het kind wordt pas op school ingeschreven als het bewijs van uitschrijving van de andere school ontvangen is. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Ontwikkeling van de kinderen, de leerlingenzorg, neemt een zeer belangrijke plaats in op de de Kaleidoskoop. Leerlingen hebben recht op een zo goed mogelijke onderwijsloopbaan. Om de kinderen goed te kunnen volgen is het van belang om precies te weten wat een kind beheerst. De vorderingen van kinderen worden op een systematische wijze geregistreerd. De vorderingen worden vooral bekeken in het licht van de eigen ontwikkeling van het kind. Wij vinden het belangrijk om aan te sluiten daar waar de ontwikkeling van een kind zich bevindt. Dit stelt eisen aan de leerkracht. De leerkracht dient duidelijk inzicht te hebben in de schoolprestaties, maar ook rekening te houden met het karakter van het kind. Wij volgen de ontwikkeling van kinderen o.a. met de observatiemethode ‘Flexon’ in de groepen 1/2. Dit instrument geeft een totaalbeeld van de ontwikkeling van kleuters. Naast de methode gebonden toetsen worden ook landelijk genormeerde toetsen afgenomen. Dit zijn de CITO-toetsen. Er zijn twee vaste CITO-afname momenten in het schooljaar. Deze zijn rond februari en juni. Dan worden er verschillende toetsen afgenomen. Aan het eind van groep 2 wordt de toets afgenomen en de rekentoets. Half groep 2 en eind groep 2 worden de toetsen ‘Taal voor Kleuters’ en ‘Rekenen voor kleuters’ afgenomen én de toets ‘Beginnende Geletterdheid’. Voor de groepen 3 t/m 8 worden de volgende vakken getoetst: spelling, begrijpend lezen, woordenschat, rekenen en technisch lezen. Ook in de midden- en bovenbouwgroepen blijven observaties belangrijk. Daarbij worden opvallende gegevens genoteerd en in leerlingdossiers vastgelegd. De toetsresultaten worden
19
ook met de kinderen besproken. Aan de hand van een grafiek wordt er met het kind gekeken naar sterke kanten en aandachtspunten. Wij vinden het erg belangrijk dat de kinderen zich bewust zijn van hun eigen kunnen. Zo krijgen zij inzicht in hun eigen groei- en leerproces! De toetsresultaten worden in het schoolrapport opgenomen. Voor een goed lopende leerlingenzorg zijn verschillende aspecten van belang. Een goede communicatie tussen de IB-er en de leerkracht, duidelijke procedures voor het volgen van het leerlingvolgsysteem, de periodieke leerlingenbesprekingen en de dossiervorming. De school heeft een goed zorgplan waarin de verschillende procedures en afspraken binnen de leerlingenzorg en de zorgstructuur op de Kaleidoskoop beschreven staan. De vorderingen van de leerlingen worden meerdere keren per jaar met de leerkracht en het hele team besproken. Daarnaast kunnen er ook tussentijdse besprekingen plaatsvinden. Dit schooljaar starten wij met het afnemen van de sociaal-emotionele leerlingvolgsysteem van ‘Zien’. 4.3
De ondersteuning van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften
4.3.1 De ondersteuning binnen onze school (sop) We gaan uit van handelingsgericht werken, dat betekent dat we doelgericht werken. De driehoek ‘ouders-kind-leerkracht’ staat bij ons dan ook centraal. Steeds wordt bekeken wat het kind nodig heeft en dit doen we samen met de ouders. We zoeken daarbij naar de mogelijkheden van elk kind. Er wordt niet alleen gekeken naar hoe het kind op school is, maar ook naar hoe uw kind zich in de thuissituatie gedraagt. De leerlingenzorg binnen onze school De leerlingenzorg neemt op de Kaleidoskoop een belangrijke plaats in. Leerlingen hebben recht op een zo goed mogelijke onderwijsloopbaan. Om de kinderen goed te kunnen volgen is het voor de school noodzakelijk om over de juiste gegevens van de kinderen te beschikken. Ons doel is zoveel mogelijk aansluiten bij de ontwikkeling van het kind. Zorgleerlingen zijn kinderen: Waarbij de ontwikkeling stagneert Die zich niet welbevinden Die geen betrokkenheid tonen Met ons schoolbeleid proberen wij er voor te zorgen dat onze leerlingen een ononderbroken leerproces doormaken. Bij de groepen 1/2 stellen we dat kinderen altijd overgaan, tenzij er opvallend grote belemmeringen zijn op sociaal-emotioneel gebied of bij de taal /spraak. Bij de overige groepen wordt doubleren alleen overwogen op grond van sociaal-emotionele redenen in combinatie met leerachterstanden. Er wordt dus goed gekeken of er een meerwaarde is. In ons zorgplan staat uitgebreid beschreven welke stappen er ondernomen worden als zich problemen bij een leerling voordoen op kennisniveau of bij leer- of gedragsproblemen. Wij werken vanuit de handelingsgerichte benadering. Hierbij staat de onderwijsbehoefte van de leerling centraal en wordt er doelgericht, systematisch en transparant gewerkt. Er wordt gekeken naar dit kind, uit dit gezin, in deze school, met deze leerkracht. Wij streven ernaar om de kinderen zoveel mogelijk binnen de groep te helpen. Wanneer een leerkracht een probleem signaleert, biedt deze in eerste instantie zelf hulp door middel van verlengde instructie. In tweede instantie kan de leerkracht die leerling, die in het bijzonder blijft opvallen, inbrengen in de groepsbespreking. Er wordt dan goed gekeken naar de onderwijsbehoefte van deze leerling. Dit kan betekenen dat er aanpassingen nodig zijn in de klassenorganisatie
20
of in het leerstof-aanbod (bijvoorbeeld andere materialen). Op de Kaleidoskoop wordt ook gebruik gemaakt van de volgende expertises om de zorg goed vorm te geven: Schakelklas: extra ondersteuning in groep 3 voor de taal zwakke leerlingen, gericht op de leerkrachtvaardigheden. Hierbij wordt gecoacht door Auris (cluster 2) en de taalcoördinator. Dyslexieprotocol: kinderen waarbij dyslexie is vastgesteld, hebben recht op voor hen ondersteunende activiteiten zoals toetsen voorlezen, verlengde leertijd voor het maken van toetsen, groot lettertype toetsen, etc..... Intern begeleider/ (orthopedagoog) De intern begeleider organiseert, coördineert en bewaakt de leerlingenzorg binnen de school. De IB-er ondersteunt collega's bij het uitvoeren van zorgverbredingactiviteiten en zorgt voor afstemming van deze activiteiten op schoolniveau. De Intern Begeleider voert gesprekken met leerkrachten en ziet er op toe dat gemaakte afspraken nageleefd worden. Daarnaast observeert de IB-er op verzoek van de leerkracht, kinderen tijdens de les. De IB-er heeft aandacht voor ontwikkeling en zelfsturing bij leerkrachten. Samen met het management-team wordt gezorgd voor een optimale afstemming met ouders. De leerkrachten zelf stemmen af met de ouders ten aanzien van de individuele ontwikkeling van de leerling. De intern begeleider adviseert bij het zorgbeleid. Daarnaast komt er een orthopedagoog van Zien in de klas, ééns per 2 á 3 weken op school om de IB-er te ondersteunen. Het kan ook zijn dat de school er voor kiest om (externe) hulp in te schakelen om bijvoorbeeld een onderzoek te laten doen, om advies te vragen of om een leerling bijvoorbeeld te te laten helpen door een logopedist of fysiotherapeut. De ouders worden op de hoogte gesteld van de stappen die genomen worden als zich bij hun kind een probleem voordoet. Mochten de problemen van het kind te complex zijn waardoor de school handelingsverlegen is, dan kan een verwijzing naar het speciaal (basis)onderwijs noodzakelijk zijn. Dit kan pas gebeuren als de zorgprocedure zorgvuldig gevolgd is. In het zorgplan staat een uitgebreide beschrijving van de organisatie rond de zorg. Als u dit wilt nalezen, kunt u het zorgplan inzien bij de directie. Meerbegaafde leerlingen Omdat wij ‘omgaan met verschillen’ hoog in het vaandel hebben staan, betekent dit ook dat er specifieke aandacht is voor kinderen die ‘meer kunnen’. Wij vinden het belangrijk om ook deze kinderen een op hun ontwikkeling aansluitend programma te bieden. We willen immers aansluiten bij de behoefte van de kinderen. Wij zijn met elkaar beleid aan het ontwikkelen hoe om te gaan met meerbegaafde kinderen in de school. Op de Kaleidoskoop begeleidt de intern begeleider de leerkracht in het proces rond verrijkende activiteiten met deze kinderen. Deze activiteiten worden in de klas uitgewerkt. Brede School Academie De BSA is bedoeld voor talentvolle kinderen uit groep 6, 7 en 8 en de brugklas van de deelnemende scholen. Het gaat om kinderen die het denkniveau en de werkhouding hebben om naar het HAVO of VWO kunnen, maar die door een taalachterstand hier toch moeite mee zullen hebben. Op de BSA krijgen zij de gelegenheid om te werken aan hun taalvaardigheid, zodat ze hun
21
talenten volop kunnen ontwikkelen. De BSA geeft les in woordenschat, begrijpend lezen en kennis van de wereld. Allemaal belangrijke vaardigheden, nodig voor een succesvolle schoolloopbaan. De lessen vinden plaats na schooltijd, op twee middagen van de week, in het gebouw van basisschool ‘Anne Frank’. Voor uitgebreide informatie, zie bijlage 1 4.3.2 Speciale ondersteuning binnen het Samenwerkingsverband Utrecht PO SPO Utrecht biedt zoveel mogelijk kinderen passend onderwijs op de basisschool in de buurt. Als de hulp van de school niet tot de gewenste resultaten leidt, dan kunnen school en ouders ondersteuning aanvragen bij het SWV Utrecht PO, bijvoorbeeld in de vorm van een arrangement. Wanneer de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van een leerling, en ook een ondersteuningsarrangement niet voldoende effect heeft of niet mogelijk is, doen ouders en school samen een aanvraag voor een plaatsing in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. SPO-scholen werken samen met de Luc Stevensschool voor sbo en de SO Herderscheeschool en SO Fier. Een aanvraag voor toelating wordt gedaan bij de Toelatingscommissie van het SWV Utrecht PO. Meer informatie vindt u op de website van het SWV: www.swvutrechtpo.nl/ouders. 4.3.3 Medisch handelen Het kan voorkomen dat uw kind extra medisch zorg nodig heeft. Als uw kind ziek wordt op school is het uitgangspunt dat het kind naar huis moet. Dat gebeurt uiteraard altijd na overleg met ouders. Ook wanneer het toedienen van medicijnen daaraan voorafgaand nodig is, zal dat in overleg met ouders (of bij afwezigheid van de ouders in overleg met de huisarts) gebeuren. Als uw kind regelmatig, bijvoorbeeld dagelijks, medicijnen nodig heeft, overlegt u dat met de leerkracht en/of directeur. Onze medewerkers mogen uitwendig en oraal medicijnen toedienen, ouders blijven verantwoordelijk voor de aanwezigheid en opgave van dosering van de medicijnen. U legt dat samen vast, zodat er geen misverstanden kunnen bestaan. Als uw kind andere medische zorg nodig heeft, zoals injecties of bloedafname, dan kunnen en mogen wij deze zorg niet bieden. Uiteraard verlenen wij wel onze medewerking als u dat zelf, of anderen door u aangewezen, tijdens schooltijden bij ons op school komt doen. Meer informatie hierover staat beschreven in het protocol ‘medische handelingen’ op scholen SPO Utrecht, welke op school ter inzage ligt. 4.4 Overgang naar een andere basisschool of Voortgezet Onderwijs Mocht u verhuizen dan zal de school de onderwijskundige gegevens naar de nieuwe basisschool sturen. De nieuwe school kan er voor kiezen met ons contact op te nemen voor meer informatie. Naast dit rapport worden ook de CITO-toets gegevens gestuurd. In verband met de overgang naar het Voortgezet Onderwijs zal de rapportage in groep 8 voor een deel op een andere manier verlopen. Om deze overgang van uw kind van groep 8 naar het voortgezet onderwijs goed te laten verlopen, is in Utrecht de POVO (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs) procedure ontwikkeld. Aan het begin van het schooljaar worden de ouders en leerlingen van groep 7 en 8 geïnformeerd over de POVO-procedure. Meer informatie vindt u op de website van de POVO-commissie: www.sterkvo.nl/povo.
22
5.
Het schoolteam
5.1 De inzet van personeel Het team op de Kaleidoskoop is een enthousiast en professioneel team, met hart voor het onderwijs en betrokkenheid bij de school. We werken samen aan het bieden van goed onderwijs voor uw kind. Hierbij ondersteunen we elkaar, moedigen we elkaar aan open te staan voor nieuwe uitgangspunten en zijn we ‘critical friend’ indien nodig. Op de Kaleidoskoop werken zowel full-timers als part-timers. De meeste werkzaamheden worden verricht in de groepen zelf. Daarnaast zijn de volgende functies op school aanwezig:
Conciërges VVE-coördinator/ coördinator onderbouw Coördinator middenbouw Coördinator bovenbouw Opleiders in de school Rekenspecialist Taalspecialist VVE-leerkrachten Groepsleerkrachten Vakleerkrachten gymnastiek Administratieve kracht Intern begeleider Locatieleider Adjunct directeur Directeur
In de informatiegids van de Kaleidoskoop (die u bij de start van het schooljaar ontvangt) treft u de samenstelling van het team aan, samen met de groepsindeling. Aan het eind van het schooljaar worden ouders middels een extra nieuwsbrief op de hoogte gebracht van de nieuwe groepsindeling voor het komende schooljaar. 5.2 Vervanging bij ziekte en afwezigheid van leerkrachten Wanneer een leerkracht ziek is, wordt geïnformeerd of er een beroep gedaan kan worden op de vervangingspool van het SPO. Dat lukt helaas niet altijd. In dat geval wordt de groep verdeeld: in kleine groepjes gaan de kinderen naar een andere groep en ze nemen dan hun eigen werk mee. Indien mogelijk valt een collega in die op dat moment de ruimte heeft om de groep op te vangen. Wij hebben daarnaast nog de volgende noodmaatregelen: We zetten stagiaires in die, afhankelijk van hun vorderingen, alleen of met z'n tweeën een groep gaan draaien. Er is dan altijd een leerkracht op de achtergrond aanwezig om bij te springen. Deze leerkracht draagt de verantwoordelijkheid. De studenten gaan niet met de groep naar gym of activiteiten buiten de speelplaats. Indien we besluiten een groep een dag naar huis te sturen, worden ouders daarover tijdig schriftelijk of telefonisch geïnformeerd. Het kan voorkomen dat een klas naar huis wordt gestuurd die van een leerkracht is die moet invallen in de groep van een zieke collega. We doen dat als de groep van de zieke leerkracht al twee keer naar huis is gestuurd. We sturen een groep nooit meer dan twee dagen per jaar naar huis.
23
5.3 Scholing van het team In het kader van kwaliteit wordt het team regelmatig geschoold, dit om de om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Het bijscholen gebeurt zoveel mogelijk in teamverband. Wij maken regelmatig gebruik van de CED-groep uit Rotterdam. Deze organisatie adviseert, begeleidt, ondersteunt, traint en coacht professionals die in het onderwijs werken. De studiedagen voor het team worden daarvoor gebruikt. De laatste jaren is o.a. gekozen voor deskundigheidsbevordering op het gebied van Het geven van instructie, op minimaal drie niveaus (borgen) Coöperatief leren (borgen) Begrijpend lezen en technisch lezen De Vreedzame School Sociaal-emotioneel LVS 21ste Century skills Professionele cultuur 5.4 Begeleiding en inzet van stagiaires van hogescholen Op bestuursniveau is afgesproken dat alle scholen van de SPO Utrecht stagiaires van de PABO/ ALPO begeleiden. Wij vinden het zelf ook belangrijk dat er goed opgeleide mensen in het onderwijs werkzaam zijn. Daarom kiest de Kaleidoskoop ervoor een aantal stagiaires te willen opleiden tot groepsleerkracht. Naast de stageplaatsen voor LIO-ers (Leraar in Opleiding) heeft de Kaleidoskoop ook stagiaires van het ROC (Regionaal Opleiding Centrum) die een opleiding volgen tot onderwijs-assistent. De groepsleerkrachten verzorgen de begeleiding en zijn samen met de directie eindverantwoordelijk.
24
6.
De ouders
6.1 De school en de ouders werken samen Wij hechten veel waarde aan een goede samenwerking tussen ouders en ons team. Ons uitgangspunt is dat goed onderwijs pas mogelijk is als aan deze voorwaarde wordt voldaan. Daarom doen wij ons best om wederzijds vertrouwen en respect tot stand te brengen tussen het schoolteam, de kinderen en de ouders / verzorgers. De schoolomgeving is natuurlijk anders dan thuis. Uw kind maakt deel uit van een groep en moet zich houden aan de regels die op school gelden. Dit is nodig om de organisatie van het onderwijs optimaal te laten verlopen. Maar regels en openheid kunnen goed samengaan, vinden wij. Als u behoefte heeft aan een gesprek, met een probleem zit of een vraag heeft, kunt u de teamleden en de directie aanspreken. De teamleden natuurlijk buiten de lesuren. Ook kunt u een afspraak maken. Wat wij in ieder geval niet willen is dat u met een probleem of een vraag rond blijft lopen. 6.2 Informatie aan de ouders over de school Informatieavonden Wij vinden het belangrijk dat ouders op de hoogte zijn van hetgeen hun kinderen leren op school. Niet alleen omdat ouders dan beter kunnen inhaken op de verhalen van de kinderen maar ook omdat bewezen is dat de leerprestaties van kinderen een stijgende lijn laten zien met de grote betrokkenheid van ouders bij het schoolse gebeuren. De school start het nieuwe jaar met een algemene ouderavond. Ouders worden hierbij geïnformeerd over algemene zaken in de school en kunnen kennismaken met de de nieuwe groep, het nieuwe lokaal en de leerkrachten. Op deze avond wordt u ook geïnformeerd over het leerstof aanbod met de daarbij behorende aandachtspunten. Overige informatiemomenten Elk schooljaar worden meerdere informatieavonden ingepland en een aantal koffieochtenden. We proberen elke koffieochtend een thema in te brengen, waarvan we denken dat ouders dit interessant vinden om over te praten. Daarnaast zijn er informatiemomenten die gaan over : Overstap De Vreedzame School De Voorleesvogel Woordenschat overdracht (LOGO 3000 en Nieuwsbegrip) Eten en drinken Wij kennen op onze school al enige jaren een fruitbeleid. Dat betekent dat de kinderen in de kleine pauze rond 10 uur verplicht fruit eten en water drinken, dus geen frisdranken of andere zoete dranken. Brood is voor tussen de middag. Traktaties: Als uw kind jarig is mag hij/ zij trakteren in de klas. Dan mag er wel een snoepje of zakje chips uitgedeeld worden. Nog beter is het wanneer u iets gezonds trakteert. Snoep is niet gezond, dus wanneer u daar toch voor kiest, houd het dan alstublieft heel klein! Wanneer de school een feest viert (sportdag, spelletjesdag, kinderfeest, schoolreis) zullen ook wij zoveel mogelijk gezonde alternatieven trakteren. Bij alles wat te eten aangeboden wordt aan kinderen, houden wij rekening met geloofsovertuiging en eetgewoonten.
25
Website Wij hebben een website, waarop u altijd de maandelijkse nieuwsbrief terug vindt en ook leuke foto’s van de kinderen bij activiteiten. Wij gaan er zonder tegenbericht van u vanuit dat van alle kinderen foto’s gemaakt mogen worden om binnen de school te gebruiken. Wanneer u bezwaar heeft als foto’s op de website komen of anderszins buiten de school, neem dan even contact op met de school. De nieuwsbrief Aan het eind van de maand ontvangt u een nieuwsbrief. Hierin staat alle informatie die u op de hoogte houdt over onderwerpen die in de school spelen. Er wordt een kalender aan toegevoegd met belangrijke data. De nieuwsbrief wordt meegegeven aan het oudste kind van het gezin. Begeleiding zwemmen Tijdens het zwemmen kunnen ouders de groep begeleiden. De leerkracht neemt zelf contact met u op. Dat betekent dat u medeverantwoordelijk bent voor een goed verloop van de zwemactiviteit en de reis. Deelname aan het schoolprogramma Alle kinderen die op de school zijn ingeschreven worden geacht deel te nemen aan het volledige schoolprogramma zoals dat wordt aangeboden. Ook deelname aan schoolreisjes, schoolzwemmen, schoolkamp groep 8 en excursies horen bij het schoolprogramma en zijn verplicht. Slechts in geval van ziekte of ernstige persoonlijke omstandigheden (huwelijk, overlijden, ernstige ziekte van familielid) wordt toestemming gegeven om niet deel te nemen. 6.3 Informatie en overleg over uw kind Afstemmingsgesprek Aan het begin van het schooljaar wordt een afstemmingsgesprek gevoerd. Dit is een gesprek waarin de ouder de leerkracht over het kind vertelt. Voor dit gesprek krijgt u een uitnodiging. Dit gesprek duurt ongeveer 15 minuten. Rapporten en tussenverslagen Uw kind krijgt 2x per jaar een tussenverslag en 2x een rapport. Het schooljaar is in 4 rapport-perioden verdeeld: 1e periode = tussenverslag, u wordt uitgenodigd voor een gesprek 2e periode = rapport met gesprek 3e periode = tussenverslag, u wordt uitgenodigd voor een gesprek 4e periode = rapport, indien wenselijk een gesprek, groep 8 heeft een RAAD formulier Schoolregels Wij zijn samen verantwoordelijk voor een rustige en veilige leeromgeving Wij respecteren elkaar en steunen elkaar Wij zorgen goed voor elkaar en elkaars spullen Overtreden van de schoolregels Als de schoolregels worden overtreden of als iemand zich niet aan de schoolregels houdt dan zal door of namens de schoolleiding een passende maatregel worden opgelegd. Bij herhaalde overtreding(en) wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld. Er kan een schorsing van twee, drie of (ten hoogste) vier dagen worden opgelegd.
26
Bij de derde schorsing van een leerling wordt een verwijderingsprocedure in gang gezet. De leerling kan niet langer op onze school blijven. Zowel leerkrachten als ouders als leerlingen dienen zich aan de, in ons land normale, algemeen geaccepteerde gedrags- en omgangsregels te houden. Op school ligt een protocol ‘calamiteiten’ met daarin de stappen die hierboven beschreven staan.
6.4 Inspraak: meedoen op school De Medezeggenschapsraad Op onze school is een Medezeggenschapsraad (MR) actief. Hierin zit naast personeel, ook een afvaardiging van de ouders, die door de ouders zelf gekozen is. De MR heeft advies- en instemmingsrecht op het beleid van de directie en de gang van zaken op school. Dat zijn bijvoorbeeld het schoolwerkplan, de begroting, beleidsnotities en de schoolgids. De bevoegdheden van de MR zijn wettelijk geregeld. De belangrijksten zijn: Instemmen met een besluit van de directie Het geven van advies gevraagd en ongevraagd aan de directie Verderop in deze gids vindt u de namen van de leden van de MR. Naast de MR op onze school bestaat er ook nog een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Dit is een overkoepelende MR voor alle basisscholen binnen de SPO die onder één bestuur vallen. Ook op dit niveau liggen de bevoegdheden wettelijk vast. De belangrijkste bevoegdheden zijn: Instemmen met een besluit van het schoolbestuur Het geven van advies gevraagd en ongevraagd aan de centrale directie De Ouderraad Op beide locaties is er een actieve ouderraad (OR) aanwezig. De ouderraad helpt bij het organiseren van diverse activiteiten zoals feesten, sportdag, schoolreis, excursies, etc.... De ouderraad is ook actief bezig met De Vreedzame Wijk 2.0. Dit is een sociaalpedagogische programma ter versterking van democratisch burgerschap bij kinderen en jongeren. Het richt zich vooral op het versterken van betrokkenheid van ouders en andere opvoeders bij de ontwikkeling van kinderen en jongeren in de buurt. De groepsleerkracht kan u vragen of u wilt ondersteunen bij een activiteit binnen of buiten de school. Uiteraard kunt u dit zelf ook kenbaar maken. We waarderen uw hulp enorm! 6.5 Ouderbijdrage Wij vragen ieder jaar een vrijwillige ouderbijdrage aan de ouders voor extra voorzieningen en activiteiten. Dit zijn activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren en dus niet door het ministerie worden betaald zoals: schoolreisje, feesten, vieringen en de afsluiting van het schooljaar. De hoogte van deze vrijwillige ouderbijdrage wordt ieder jaar met instemming van de medezeggenschapsraad vastgesteld. De ouderbijdrage is vrijwillig. Uiteraard hopen wij dat u de vrijwillige bijdrage wilt betalen, zodat de school extra voorzieningen en activiteiten kan realiseren en uw kind aan de extra activiteiten die de school organiseert kan meedoen. De ouderbijdrage bedraagt €35,- per schooljaar. Heeft u een U-pas? De ouderbijdrage wordt dan vergoed. Laat van uw pas een kopie maken bij de conciërge!! U kunt de ouderbijdrage overmaken op ING rekening 2235221 op naam van de Kaleidoskoop inzake de ouderraad o.v.v. de naam en groep van uw kind. Contant op school betalen mag ook.
27
6.6 Schoolverzekering Onze school heeft de volgende verzekering die voor u en uw kinderen van belang zijn: Een ongevallenverzekering die de financiële gevolgen dekt na een ongeval in school en tijdens het overblijven Een reisverzekering voor alle activiteiten die de school organiseert buiten het schoolgebouw Een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Bij schoolreizen en andere uitstapjes komt het soms voor dat ouders groepjes kinderen met de eigen auto vervoeren. Van belang is dat u dan een inzittendenverzekering heeft afgesloten. Het is voor de school namelijk niet mogelijk dat voor de ouders te doen. In voorkomende gevallen zullen wij U daarom altijd vragen of U een inzittendenverzekering heeft. Voor nadere informatie kunt u terecht bij de directeur van de school. 6.7. Foto en video opname Kinderen kunnen op school voor intern gebruik gefotografeerd of gefilmd worden. Dat kan bijvoorbeeld voor de website of voor de schoolkrant zijn. Ook worden er jaarlijks groepsfoto’s gemaakt. Als u bezwaar heeft tegen fotografie of film, dan kunt u dat melden bij de directie. Wanneer derden willen filmen of foto’s willen maken voor gebruik buiten school, wordt er altijd vooraf toestemming aan de betreffende ouders gevraagd. Beeldcoaching is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen en die structureel / incidenteel ingezet wordt op de Kaleidoskoop. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leraren te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek kan zowel ingezet worden bij vragen over leerlingenzorg, als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing. Er wordt gebruik gemaakt van een gespecialiseerde Beeldbegeleider (aangesloten bij de landelijke Beroepsvereniging voor Beeldbegeleiders, LBBB), die korte video-opnames maakt in de klas en dit vervolgens met de leraar nabespreekt. Net zo als dat bij andere begeleidings-functionarissen het geval is, hanteert de beeldbegeleider een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de beeldbegeleider en worden niet – zonder zijn/haar uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leraar – aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders / verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd. 6.7 Klachtenprocedure Klachten op school, hoe los je ze op? Soms vinden op school gebeurtenissen plaats waar ouders, leerlingen of personeelsleden problemen mee hebben. Een onafhankelijke klachtencommissie kan hier een uitspraak over doen. Op onze school is een contactpersoon aanwezig die de klager kan adviseren op welke wijze er het best met de klacht kan worden omgegaan. Het kan zijn dat de contactpersoon verwijst naar de vertrouwenspersoon of rechtstreeks naar de klachtencommissie. Contactpersoon voor onze school is Roline Vriesde.
28
Vertrouwenspersoon Het schoolbestuur heeft een externe vertrouwenspersoon voor ouders en voor personeel benoemd. Voor ouders is dat mevrouw Anneke de Klerk. Zij is bereikbaar per mail (
[email protected]) of telefonisch (06-53441601). Indien u prijs stelt op een mannelijke vertrouwenspersoon, kunt u dat bij haar kenbaar maken. De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij klachten en gaat onder andere na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Klachtenprocedure schoolbestuur Een klacht over iemand die betrokken is bij de school kan ook worden ingediend bij het bestuur of bij een Landelijke Klachtencommissie. Een klacht kan bij het bestuur worden ingediend (
[email protected]). U kunt uiteraard ook eerst telefonisch contact met ons bestuur opnemen (030-2652640). Ons schoolbestuur is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De Commissie onderzoekt de ingediende klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht. De Commissie kan in haar advies een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te nemen maatregelen. Op de website www.onderwijsgeschillen.nl/klachten vindt u meer informatie over onder meer de relevante regelgeving, de te doorlopen procedure bij de behandeling van klachten en de samenstelling van de Commissie.
29
7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school; kwaliteitszorg en resultaten 7.1 Kwaliteitszorg Onze school werkt systematisch aan kwaliteitszorg. Onder kwaliteitszorg verstaan we: activiteiten die er op gericht zijn om de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Met andere woorden: wat vinden wij goed onderwijs, wat zijn de eisen van de overheid, welke doelen stellen we, hoe zorgen we ervoor dat we kwaliteit leveren en hoe houden we de bereikte kwaliteit vast? Onze school werkt aan de ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en zorgt dat zaken die goed gaan, goed vastgelegd worden. Het afgelopen schooljaar is de focus gelegd op: Ingezette ontwikkeling OB: academisch taalgebruik, betekenisvolle samenwerken, kritische denken, mening geven, onderzoekende houding Doordacht lesgeven Begrijpend luisteren: start implementatie leerlijn Vreedzame wijk 2.0 verder vormgeven en borgen Zien PvA implementeren Groepsplannen met focus op onderwijsbehoeften
context,
Meerjarenplanning
In onderstaand schema is de meerjarenplanning van onze school voor 2015 - 2019 opgenomen: Thema
Doelstelling / actie
20152016
Kwaliteitsbeleid
Waarderingsonderzoek uitvoeren en evalueren Acties uitvoeren voortkomend uit waarderingsonderzoek
X
Doordacht lesgeven borgen Visie op onderwijs aan jonge kind vaststellen Methode kleuters uitzoeken Methode kleuters implementeren Borgen ingezette ontwikkeling OB: academisch taalgebruik, betekenisvolle context, samenwerken, kritische denken, mening geven, onderzoekende houding Schakelklas nieuw pva: co-teching Ws: logo 3000 gr 3 invoeren Ws/ ouderbetrokkenheid: bijeenkomsten voor ouders OB én BB (met woorden in de weer) organiseren BL: implementatie en borging leerlijn
x x
Onderwijsbeleid Algemeen Nederlandse taal
20162017
20172018
20182019
x
x
x
x
x
x
x x
x x
X X
x x
x x x
x x
x
X
x
x
x
X
30
BL: leerkrachtvaardigheid modelen implementeren Plan leesbevordering: bieb opzetten Plan leesbevordering uitvoeren Engelse taal Evaluatie Groove me en voortgang vaststellen Start Engels groep 6 Rekenen Methode gr 1-2 uitzoeken en invoeren Leerkrachtvaardigheid ’automatiseren’ versterken Onderzoek en invoeren additief rekenmateriaal (verbreding en verrijking) Oriëntatie op jezelf Groepsvorming versterken dmv en de wereld ‘gouden weken’ PvA DVS opstellen en uitvoeren Ped.tact scholing team Implementatie leerling mediatie procedure Wo gr 4 ‘alles in 1’ aanschaffen en invoeren 21st century skills Vreedzame wijk 2.0 verder vormgeven en borgen Bewegingsonderwijs Leerlijn gr 1-2 opstellen en implementeren Zorgbeleid
Beleid t.a.v. de schoolorganisatie
Personeelsbeleid
x
x
x x
x
X
x x
X
x
x x
x
x
x x x
x
x x x
X
x
x x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
X
x
x
x x
x x
x x
X
Jaarplan 2x per jaar evaluatie team x
x
x
X
x x x
x
Groepsplannen versterken: stim/bel factoren, prev/cur zorg Visie op zorg jaarlijks in team Gespreksvoering HGW lln en ouders Aandacht besteden aan werken met combigroepen Zien PvA implementeren Uitzoeken en implementeren leerlingvolgsysteem gr 1-2
Invoering schoolnetwerk Communicatie met ouders digitaliseren
x x
PvA verzuim Bekwaamheidsdossiers invoeren Professionele cultuur invoeren
x x x
X X
31
7.3 De resultaten van het onderwijs Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet en houden de gegevens van resultaten bij in een leerlingvolgsysteem. We gebruiken hiervoor het systeem met de naam ParnasSys. De leerlingen worden regelmatig getoetst met de zogenaamde methodegebonden toetsen. Daarnaast gebruiken we halfjaarlijks toetsen op het gebied van bijvoorbeeld rekenen/wiskunde, lezen en spelling. Dit zijn landelijk genormeerde toetsen van het CITO. Deze toetsen worden afgenomen volgens een planning die is vastgelegd in een toetskalender met bijbehorend toetsprotocol. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden de groepsplannen (het leerstofaanbod van de groepen, kleine groepjes of individuele leerlingen) op- of bijgesteld. 7.4 De resultaten nader bekeken. Resultaat eindtoets basisonderwijs CITO Hieronder ziet u een overzicht van de resultaten op de CITO eindtoets van de laatste drie jaar. In de beoordeling is rekening gehouden met specifieke schoolkenmerken (de leerlingpopulatie). Schooljaar
Schoolscore
2012 – 2013 2013 – 2014 2014 – 2015
524,9 525,6 536,2
Norm Inspectie van het Onderwijs Zie inspectierapport Idem Idem
Landelijk gemiddelde 529,6 529,6 534,9
De Cito-toets is dit schooljaar goed gemaakt. De verwijzingen naar het VO gebeurt tegenwoordig met name op basis van de resultaten van de laatste 3 schooljaren. De Cito is immers een moment opname. Bovendien is het advies van de leerkracht belangrijk. Dit schooljaar is de uitstroom naar het VO op grond van die gegevens (van het LOVS) dusdanig dat wij tevreden zijn. Uiteraard doen wij ons uiterste best om ervoor te zorgen dat elke leerling verwezen wordt naar een schoolniveau waar hij of zij het beste past. 7.5
De uitstroom naar het voortgezet onderwijs
Schooltype
20102011
20112012
20122013
20132014
20142015
V.S.O./LWOO-zorg
0
0
1
1
1
Internationale kopklas
1
3
2
0
0
Vmbo-k,vmbo-b, met LWOO Vmbo-k,
7
8
8
8
6
5
2
6
3
4
Vmbo-t/Havo Kansklas
8
5
8
10
11
Havo
3
10
5
4
3
Vwo
2
3
1
3
2
32
7.6 Tussentijdse resultaten Om een goed beeld te krijgen van de tussentijdse resultaten op de verschillende vakgebieden, zoals taal, rekenen/wiskunde en lezen, worden in alle leerjaren toetsen van het CITO (CITO volgsysteem primair onderwijs) afgenomen. Het betreft de toetsen die de Inspectie (jaarlijks) van iedere school betrekt in de eerste beoordeling of de basiskwaliteit van het onderwijs voldoende is. Het zijn de volgende toetsen die informatie geven op belangrijke momenten in de schoolloopbaan van de leerlingen: in de groepen drie en vier dienen de leerlingen op een zodanig niveau technisch te leren lezen dat zij met succes kunnen meedoen aan alle andere onderdelen van het onderwijs; in groep 4 staan de basisvaardigheden in het rekenonderwijs centraal. in groep 6 wordt de overstap gemaakt naar complexere, wiskundige vraagstukken. verder moet in groep 6 het niveau van begrijpend lezen voldoende hoog zijn met het oog op het onderwijs in de zaakvakken. Middentoets (januari 2015) Schooljaar 2014-2015
Eindtoets (juni 2015)
Technisch lezen groep 3
Schoolscore 25,4
Ondergrens 21
Schoolscore 40
Onder grens 33
Technisch lezen groep 4
52,8
48
63,5
56
Rekenen en wiskunde groep 4
149,3
151
173,9
169
Rekenen en wiskunde groep 6
87
79
90,8
84
28,8
26
-
-
Begrijpend lezen groep 6
De gemiddelde scores zijn voldoende indien ze op of boven de ondergrens in de bovenstaande tabel liggen. De scores van technisch lezen in de groepen 3 en 4 zijn goed. In het afgelopen schooljaar heeft daar dan ook de focus gelegen. Rekenen middengroep 4 is nog onder de inspectienorm. Aan het eind van groep 4 zijn deze resultaten echter sterk verbeterd. De resultaten voor rekenen en begrijpend lezen in groep 6 zijn goed. In zijn totaliteit zijn we tevreden over de scores van het afgelopen schooljaar.
33
8.
Samenwerking met andere instanties
8.1.
De school in de wijk De samenwerking met andere instellingen buiten de buurt, komt in deze schoolgids onder verschillende kopjes aan bod.
8.2.
Samenwerking met anderen buiten de wijk Ook de samenwerking met andere instellingen buiten de buurt, komt in deze schoolgids onder verschillende kopjes aan bod.
34
9.
School- en vakantietijden
9.1 De schooltijden De schooltijden op obs de Kaleidoskoop zijn volgens een continu rooster als volgt ingedeeld: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Groep 1-2-3-4 8.30 – 14.15 uur 8.30 – 14.15 uur 8.30 – 14.15 uur 8.30 – 14.15 uur 8.30 – 14.15 uur
Groep 5-6-7-8 8.30 – 15.00 uur 8.30 – 14.15 uur 8.30 – 14.15 uur 8.30 – 15.00 uur 8.30 – 14.15 uur
De schooldeur gaat om 8.20 uur open. Om 8.30 uur starten de lessen. Wij vinden het heel belangrijk dat uw kind op tijd in de klas aanwezig is! Wanneer u de leerkracht van uw kind wil spreken, kunt u alleen ná schooltijd een afspraak maken. Er zijn twee peutergroepen op de Columbuslaan en één op de Marco Polo. In de loop van het schooljaar zullen er op de Marco Polo twee groepen starten. Schooltijden van de voorschool zijn als volgt:
De ochtenden: Brengen tussen 08.45 uur – 09.00 uur; halen tussen 11.00 uur – 11.15 uur
De middagen: Brengen tussen 13.00 uur – 13.15 uur; halen tussen 15.15 – 15.30 uur
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Columbuslaan Ochtend Middag groep 1 Groep 2 Maria – Claudy Maria – Claudy groep 2 groep 1 Maria – Claudy Maria – Hedwig groep 1 Claudy – Hedwig groep 1 groep 2 Hedwig – Maria Claudy – Maria groep 2 Claudy – Maria
Marco Polo Ochtend
Middag groep 1 Rahime – Evelien groep 1 Rahime – Evelien
groep 1 Rahime – Evelien groep 1 Rahime – Evelien
9.2 Afmelden / ziekte Als uw kind ziek is of onder schooltijd ergens naar toe moet kan het niet op school komen. Wij verzoeken u de school hiervan op de hoogte te brengen. Wij verwachten van u dat u op dezelfde dag vóór 08.45 uur belt. U kunt vanaf 8.00 uur bellen naar: - locatie Columbuslaan: 030 - 2883643 - locatie Marco Polo: 030 - 2882440 Wanneer u niet belt, missen we uw kind en maken we ons ongerust. Elke ochtend loopt de conciërge een rondje en bij afwezigheid van uw kind, zonder bericht, neemt hij contact met u op om te vragen waarom uw kind niet op school is. Wij vragen u bezoeken aan dokters of specialisten zoveel mogelijk buiten schooltijd te
35
plannen. Als een kind ziek wordt onder schooltijd bellen we de ouders of verzorgers om te vragen het kind op te halen. We sturen de kinderen nooit zomaar naar huis. Als het nodig is, schakelen we zelf medische hulp in. Het is daarom van het grootste belang dat we uw juiste telefoonnummer op school hebben! 9.3. Verzuim Voor de ontwikkeling van uw kind is het belangrijk dat uw kind naar school gaat en niet verzuimt. Als een kind vier jaar is, dan mag het naar school. Vanaf het vijfde jaar is uw kind leerplichtig. Op school houden wij bij of een kind er ook altijd is. Wij vinden het prettig als u ons voor schooltijd even belt als uw kind niet naar school komt, bijvoorbeeld omdat het ziek is. Bij ongeoorloofd schoolverzuim zijn wij verplicht dit aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Utrecht door te geven. De gemeente Utrecht heeft leerplichtambtenaren aangesteld die controleren of u en onze school zich aan de leerplichtregels houdt. 9.4 Vakanties en vrije dagen e De 1 schooldag is maandag 24 augustus 2015. In het schooljaar 2015 - 2016 geldt het volgende vakantierooster. Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag Meivakantie Hemelvaartsdag Pinksteren Zomervakantie
periode za 17-10 t/m zo 25-10-2015 za 19-12-2015 t/m zo 03-01-2016 za 20-02 t/m zo 28-02-2016 ma 28-03-2016 wo 27-04-2016 ma 25-04 t/m zo 08-05-2016 Valt in de meivakantie op 5 mei ma 16-05-2016 za 09-07 t/m zo 21-08-2016
In de kalender die u aan het begin van het schooljaar ontvangt, ziet u welke dagen de kinderen vrij zijn in verband met studiedagen. 9.5 Verlof aanvragen Verlof buiten de schoolvakanties is wettelijk geregeld en wordt slechts bij zeer hoge uitzondering verleend. Verlof voor extra korte vakanties of bezoek aan het land van herkomst is wettelijk niet mogelijk. De afdeling leerplicht van de gemeente Utrecht houdt toezicht op de verlofregeling. Als u verlof wilt aanvragen dan moet u ruim van tevoren contact opnemen met de locatieleiders of de directeur. Zij/hij kan u dan precies vertellen wat er mogelijk is en hoe u verlof moet aanvragen. Op school is de volledige regeling ter inzage aanwezig. Opmerking Één van de regelingen is dat in uitzonderlijke gevallen extra vakantieverlof toegekend kan worden, dit gebeurt echter nóóit twee weken vóór en twee weken na de zomervakantie Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag de directeur dit niet geven. Het moet dan altijd aangevraagd worden bij de leerplichtambtenaar.
36
10. Namen en adressen 10.1 De Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht SPO Utrecht is het schoolbestuur van alle openbare basisscholen, de school voor speciaal basisonderwijs (Luc Stevensschool), de scholen voor Speciaal (voortgezet) onderwijs (Herderschêeschool, SO Fier en VSO Pelscollege) en de Internationale School in de gemeente Utrecht College van Bestuur: Thea Meijer (voorzitter) en Eric van Dorp Secretaris van het bestuur en de Raad van Toezicht: Ellen Groten Postadres: Postbus 9315, 3506 GH Utrecht Bezoekadres: Kaap Hoorndreef 36 te Utrecht Tel: 030 265 26 40 www.spoutrecht.nl 10.2 Medezeggenschapsraad Voorzitter: Marike Post Secretaris: Annabel Scholman Leerkracht geleding: Marieke Jonker, Marike Post, Annabel Scholman, Oudergeleding: Mevr. Azrouft , mevr. Masouti, dhr. Aybilou, mevr. Dogan, mevr. Demir 10.3 Ouderraad OR Columbuslaan: Hicran Demir, Desiree Mulder, Nadia Ouladahmed, Fatiha Sedouki, Soamicha Abdelmalaki, Saïda Laaraj, Soraya Lalouchi, Züleyha Aygun, Jammaa el Hammouchi Contact persoon van het team: Loes Zwart OR Marco Polo: Fatima el Hadri, Malika Masouti, Leila Azahaf, Hakima el Hadri, Hada Serghini, Mahjouba Arazouk, Najat Azrouft, Fouzia Aybilou, Saïda Kariouh. Contact persoon van het team: Esther Scheffer 10.4 Klachtcontactpersoon van onze school Roline Vriesde en Leonie Manne 10.5 Vertrouwenspersoon SPO Utrecht Anneke de Klerk Mailadres
[email protected] Telefoon 06-53441601 10.6
Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Voor algemene vragen over onderwijs kunt u terecht bij: 0800 – 8051 (gratis). Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief).
37
10.7 Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90 Email:
[email protected] Bezoekadres: Gebouw ‘Woudstede’ Zwarte Woud 2 3524 SJ Utrecht 10.8 Andere instanties (namen en adressen waar bereikbaar) Leerplicht gemeente Utrecht: Thessa van Zanten: 030-2862678 (06-12563947)
[email protected] Schoolarts: J. Smelt-Hazeleger, GG&GD Utrecht Logopediste: Praktijk voor logopedie Kanaleneiland; Hoofdlocatie: Eisenhowerlaan 60 3527 HJ Utrecht Gezondheidscentrum, Kanaleneiland: Bernadottelaan 6a; 3527 GB Utrecht 030 - 2946873 www.logopediekanaleneiland.nl Fysiotherapeut: Miranda Renders http://www.kinderfysio-renders.nl Voorschool: Spelenderwijs: Niasstraat 6c 3551WP Utrecht www.spelenderwijsutrecht.nl Afdeling Columbuslaan: Columbuslaan 40 ; 3526 EP Utrecht Afdeling Marco Polo: Afrikalaan 28 ; 3526 VN Utrecht BSO (Kind & CO): Anne Frankschool van Bijnkershoeklaan 280 3527XX Utrecht 030-2934564
38
Bijlage 1.
Passend onderwijs en het Schoolondersteuningsprofiel Kaleidoskoop. Samenwerken aan passend onderwijs binnen het bestuur op stedelijk niveau In het kader van de invoering van passend onderwijs werkte de SPO Utrecht de afgelopen jaren nauw samen met andere schoolbesturen, welzijnsinstellingen, de gemeente Utrecht en jeugdzorg aan een sluitende aanpak voor speciale ondersteuning. De PO-scholen van de SPO Utrecht werken vanaf 1 augustus 2014 samen met alle andere Utrechtse PO-scholen in het nieuwe Samenwerkingsverband Utrecht PO (brinnummer 17DZ). In het eerste Ondersteuningsplan (februari 2014) is de koers voor het Utrechtse ondersteuningsbeleid vastgelegd. Hierin staan onder meer de inzet van zorgmiddelen en de organisatie van de speciale ondersteuning voor leerlingen beschreven. Dit hoofdstuk omschrijft de basisondersteuning op de Utrechtse scholen en geeft een samenvatting van het specifieke schoolondersteuningsprofiel van onze school. Leerlingenzorg op de basisschool Algemeen In het SWV Utrecht PO is afgesproken dat alle Utrechtse basisscholen de ondersteuning aan kinderen leveren, zoals omschreven in de Standaard voor de Basisondersteuning (zie bijlage). De scholen ontvangen ook middelen van het Samenwerkingsverband om dit te realiseren. In deze paragraaf omschrijven wij hoe wij als school de basisondersteuning vormgeven. Een goed pedagogischdidactisch klimaat, een goed onderwijsaanbod en handelingsgericht werken vormen de pijlers van een goede ondersteuning van kinderen. Het bieden van onderwijs en ondersteuning aan leerlingen baseren wij op de 7 uitgangspunten van het handelingsgericht werken (HGW): 1. We denken, kijken, praten en handelen in termen van onderwijsbehoeften. 2. We gaan uit van een voortdurende samenwerking tussen de leerkracht, de leerling, ouders en eventuele begeleiders. 3. We richten ons op het benutten van kansen en positieve factoren en het zoeken naar mogelijkheden. 4. We werken vanuit een kader dat gebaseerd is op het systeemdenken: het één heeft invloed op het ander. 5. We werken handelingsgericht: gericht op het geven van haalbare en bruikbare adviezen. 6. We werken systematisch en transparant. 7. De leerkracht van de leerling staat centraal en is de sleutelfiguur t.a.v. de leerling en de ouders. In de standaard voor de basisondersteuning is daarnaast middels 7 referenties het stedelijke streefniveau afgesproken: 1. De school voert een helder beleid op het terrein van leerling-ondersteuning dat gebaseerd is op de zeven uitgangspunten van afstemming en de cyclus van handelingsgericht werken. 2. De school heeft in haar schoolondersteuningsprofiel vastgesteld hoe zij tegemoet komt aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. 3. De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur. 4. De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal gezien veilig. 5. De school hanteert effectieve (ortho-)pedagogische en (ortho-)didactische methoden en aanpakken. Het team werkt gericht aan haar handelingsbekwaamheid en competenties. 6. De school heeft een ondersteuningsteam en werkt effectief samen met ketenpartners en het
39
speciaal (basis)onderwijs. 7. De school zet in op een goede samenwerking met ouders conform de visie afstemming en handelingsgericht werken. De leerkracht is als professional de eerste verantwoordelijke voor goed onderwijs en een goede leerlingbegeleiding, gebaseerd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Op basis van het ontwikkelingsniveau van de leerlingen en de leerlijnen voor de verschillende vakken en vakgebieden, houden leerkrachten bij het geven van instructie en opdrachten tot verwerking rekening met de niveauverschillen tussen leerlingen volgens het directe instructie model. De klassenorganisatie draagt bij aan het bieden van mogelijkheden tot differentiatie. De intern begeleider vervult binnen de school een coördinerende en begeleidende rol op het gebied van de leerlingenzorg. Hiertoe ondersteunt deze de leerkrachten door het systematisch volgen van de leerlingen en het bespreken van de groepsoverzichten, groepsplannen en individuele leerlingbesprekingen aan de hand van een hulpvraag van de leerkracht. Vanuit de visie op handelingsgericht werken gaan we uit van een goede en structurele samenwerking tussen leerkracht, leerling, ouders en begeleiders om gezamenlijk gestelde en duidelijke doelen op het niveau van de leerling te kunnen bereiken. Door het systeemdenken gaan we er vanuit dat het één van invloed is op het ander. Daarom worden de ouders en de leerlingen zelf betrokken in het benoemen van de doelen en de onderwijsbehoeften. Wat heeft dit kind, met deze ouders, in deze klas met deze leerkracht nodig om doel x te bereiken? In het schema hieronder zien we de cyclus van handelingsgericht werken. Hier wordt duidelijk dat HGW een cyclisch karakter heeft en dat onze school op een systematische manier omgaat met verschillen tussen kinderen. Leerkrachten werken aan de hand van deze cyclus en volgen daarbij continu de volgende stappen: Waarnemen: Begrijpen: Plannen: Realiseren: Evalueren:
Relevante leerlinggegevens worden verzameld in een groepsoverzicht. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften worden gesignaleerd. Van alle kinderen worden algemene onderwijsbehoeften benoemd. Van een aantal leerlingen worden de specifieke onderwijsbehoeften benoemd. Opstellen van het groepsplan (per vakgebied): leerlingen die op een zelfde wijze met en van elkaar leren worden geclusterd in instructiegroepen. Het groepsplan wordt uitgevoerd. Toetsen worden afgenomen en er wordt gekeken of de gestelde doelen zijn behaald.
Hierna wordt de cyclus opnieuw doorlopen. Bij de overgang naar een volgende groep vindt er een overdracht plaats aan de hand van het groepsoverzicht en maakt de nieuwe leerkracht een nieuw groepsplan (per vakgebied) afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en aangepast aan de nieuwe (tussen)doelen die hij/zij met hen wil bereiken.
40
Wanneer de begeleiding op school niet toereikend is, wordt in overleg met de ouders andere expertise ingeschakeld. In dat geval kan er een beroep worden gedaan op het samenwerkingsverband (SWV Utrecht PO). Centraal staat de vraag wat het beste antwoord is op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Dat kan zijn het bieden van extra hulp voor de leerling (in de vorm van een arrangement) of bijvoorbeeld het ondersteunen van de groepsleerkracht bij het realiseren van een goede onderwijsleersituatie. Handelingsgericht werken op onze school Met het team is in april 2015 geanalyseerd in welke fase van handelingsgericht werken De Kaleidoskoop zich bevindt. We onderscheiden drie oriëntaties op zorg: de hulpverleningsfase, de alarmeringsfase en de afstemmingsfase. In het schema hieronder wordt zichtbaar waar de school zich bevindt, wat de gewenste situatie is en welke acties daartoe ondernomen kunnen worden.
41
Kenmerken van De Kaleidoskoop bij de 3 oriëntaties op zorg (hulpverlening, alarmering, afstemming) Geel: hier herkent het team de school het meest in, april 2015. Groen: hier willen we naartoe in de periode 2015-2019.
Onderdeel Systeem
Huidige situatie
Gewenste situatie
Alarmering
Afstemming
-
-
-
Methodes
differentiatie binnen leerstofjaarklassensysteem doelen voor de groep en de norm om deze voor alle kinderen haalbaar te maken LVS om uitvallers op te sporen
-
-
individuele ontwikkeling centraal doelen per kind, geen vaste norm, wel een gemiddeld ijkpunt LVS als hulpmiddel om resultaten te analyseren en interpreteren.
Alarmering
Afstemming
-
-
methoden als leidraad en uitgangspunt. Ook methoden en programma’s voor kinderen die moeite hebben de vast doelen te halen
methoden als instrument voor de leraar. Deze werkt met leerlijnen en kan verschillende bronnen en middelen inzetten om ontwikkeling van kinderen te stimuleren
Acties om de gewenste situatie te bereiken Borgen Doordacht lesgeven dmv jaarlijkse groepsbezoeken directie en collegiale consultatie mbv kijkwijzer. Kwaliteit van groepsplannen versterken dmv kennis vergroten van stimulerende/belemmerende factoren en onderwijsbehoefte.
-
-
-
Hulp
Rol van leerkracht
Klassenorganisatie
Hulpverlening/alarmering
Alarmering
-
-
preventief en curatief
Afstemming
-
-
zorg binnen de klas groepsplannen i.p.v. individuele plannen
-
curatief handelingsplan: opheffen van een ‘tekort’ bij de leerling én aanpassen van leeromgeving
Hulpverlening
Afstemming
-
-
leerkracht en zijn/ haar klas
-
-
Alarmering -
Trainingen hgw gespreksvoering met kinderen en ouders
-
Werken met combinatiegroepen: afspraken maken over inhoud, aanpak en klassenmanagement Zelfstandig werken versterken en doorgaande lijn in aanbrengen
leerkracht wordt toegerust d.m.v. cursussen
Alarmering
Af stemming
-
-
klassikale instructie en individuele/ specialistische hulp
Kennis vergroten over curatieve en preventieve zorg Groepsplannen aanpassen op curatieve en preventieve zorg Visie op zorg jaarlijks in team bespreken
-
begeleiden van ontwikkeling leerkracht als professional staat centraal
Alarmering
verwijzen en hulp bieden leerkracht wordt toegerust d.m.v. cursussen
-
Kennis over leerlijnen, didactische aanpak en leerkrachtvaardigheden vergroten bij leerkrachten dmv bouwvergaderingen en studiedagen Jaarlijks een vakgebied centraal stellen. Groepsbezoek en nagesprek bij elke lkr, geanonimiseerde verwerking en bespreking in team, teambrede verbeteracties en/of individuele coaching. Uitzoeken en aanschaffen verrijkingsmateriaal.
variërende activiteiten en groepsgrootte -
Afstemming
klassikale instructie en werken met groepen kinderen (instructietafel) Rol van IB-er
Hulpverlening
Alarmering
-
-
gericht op kinderen toetsen en handelingsplannen maken
ondersteunen van de leerkracht bij uitvoeren van handelingsplannen
Alarmering
Afstemming
gericht op de klas
-
-
Coachen op begeleidingsbehoefte van de leerkracht Datamuur besprekingen voorbereiden, leiden en verwerken tot kwaliteitsdocument
gericht op de leerkracht coachen bij vormgeven en uitvoeren van onderwijs
42
Basisondersteuning bij ons op school (‘sterke basis’) Expertise in de school en protocollen Op school is een goed systeem van kwaliteitszorg. We hebben een samenhangend leerlingvolgsysteem, we geven effectieve instructies op verschillende niveaus. Dit betekent dat de eerste expertise in de groepen zit: leerkrachten zijn in staat om het leerstofaanbod af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen onder begeleiding van de intern begeleider. Het behoeft nog aandacht om het eigenaarschap van de leerkracht hierin te vergroten. Daarnaast is er in de school een intern begeleider die veel expertise in zich heeft: niet alleen als intern begeleider, maar ook als orthopedagoog en gedrag specialist. Daarnaast werken we samen met orthopedagogen van de CED groep. De samenwerking met andere ketenpartners als de GG&GD (schoolarts), buurtteam, logopedisten, is hierop een aanvulling en schakelen wij als school in wanneer nodig. De school heeft de volgende expertise in huis om zorg te dragen voor de basisondersteuning. Er zijn twee schoolopleiders die (startend) leerkrachten onderwijsinhoudelijk coachen. Daarnaast is er een VVE coördinator die de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool bewaakt, een taalspecialist en een leesspecialist. In groep 3 hebben wij tevens een schakelklas waarbij de nadruk ligt op taalleesontwikkeling. Het dyslexiebeleid sluit aan bij het protocol ‘Leesproblemen en Dyslexie’. Het beleid ten aanzien van dyscalculie moet verder aangescherpt worden. Wanneer er bij een kind sprake is van dyscalculie weten we de expertise te halen. Tevens stellen we ontwikkelingsperspectieven (OPP) op voor kinderen die een afwijkend onderwijsprogramma volgen en zich ontwikkelen binnen een eigen leerlijn. In de afgelopen jaren zijn wij de ouders steeds meer gaan betrekken bij de ontwikkeling van hun eigen kind. Wij zien ouders als grootste expert van hun kind. Komend schooljaar wordt ouders gevraagd hun visie te geven op hun kind middels startgesprekken in de eerste weken van het nieuwe schooljaar. Daarnaast worden ouders op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van hun kind en vragen we hen actief mee te denken wat te doen wanneer de ontwikkeling stagneert. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Het dagelijks werk (oefenstof) van de kinderen wordt tijdens of na de lessen gecontroleerd en besproken. Om te zien of de aangeboden stof beheerst wordt, vinden er regelmatig observaties en methodegebonden toetsen plaats. Na een toets wordt in veel gevallen in de aansluitende week herhalings- en/of verdiepingsstof aangeboden op basis van de behaalde resultaten. Eventueel wordt er extra instructie gegeven en meer/ander oefenmateriaal aangeboden om vaardigheden alsnog voldoende in te slijpen. Naast de zogenaamde methodegebonden toetsen maakt de school ook gebruik van landelijk genormeerde toetsen (CITO) om na te gaan of de gestelde doelen over langere termijn gehaald worden. Deze toetsen worden afgenomen volgens de toetskalender die jaarlijks wordt aangeleverd vanuit de SPO en vinden ieder schooljaar plaats in januari/februari en mei/juni. De resultaten van de landelijke toetsen worden centraal geregistreerd en geanalyseerd om ons onderwijs te evalueren en zo nodig aan te passen. Wij werken met het leerlingvolgsysteem Parnassys. De leerkrachten houden hierin alle resultaten en vorderingen van de kinderen bij en volgen hen hiermee in hun ontwikkeling. Binnen Parnassys werken wij met de module ‘Zien’. Hierin ligt de nadruk op het bepalen van de mate van sociaalemotioneel functioneren van het kind en de aanpak van eventuele ondersteuningsbehoeften. In de groepen 1/2 gaan wij ons oriënteren op een nieuw leerlingvolgsysteem specifiek voor kleuters. Deze keuze voor het systeem wordt nog gemaakt. De intern begeleider spreekt drie maal per jaar met de leerkrachten de kinderen door en is op de
43
hoogte van de inhoud van het groepsoverzicht en de groepshandelingsplannen. Daarnaast voert deze klassenbezoeken uit en begeleidt leerkrachten met hulpvragen rondom individuele leerlingen en vragen op het gebied van gelaagde instructies en handelingsgericht werken. De intern begeleider heeft een actieve rol bij eventuele verwijzing naar externe instanties zoals onderzoeksbureaus, schoolarts, logopediste, fysiotherapeut en het SWV. Daarnaast voert zij zelf ook diagnostisch onderzoek uit. Communicatie over de ontwikkeling Het verloop van de ontwikkeling van een kind en de aanpak worden op verschillende wijzen met ouders besproken en schriftelijk kenbaar gemaakt:
Startgesprek Komend schooljaar wordt in de eerste weken van het nieuwe schooljaar voor alle leerlingen uit de groepen 1 t/m 8 een startgesprek van 15 minuten ingepland. Tijdens het startgesprek vertellen ouders aan de leerkracht over hun kind; wat typeert het kind, hoe verloopt de ontwikkeling en wat zijn de behoeften? Een hulpmiddel bij dit gesprek is een brief met mogelijke vragen waar ouders zich mee kunnen voorbereiden.
Rapportage Het rapport dat gehanteerd wordt, geeft een overzicht van de vorderingen van het kind in zijn/haar ontwikkeling. Het in ontwikkeling zijnde kind staat hierbij centraal. Alle leerlingen krijgen twee keer per jaar een rapport, namelijk in januari en juni. In oktober en maart krijgen de ouders tussenverslagen mee.
Rapportgesprek Twee keer per jaar krijgen ouders de mogelijkheid om naar aanleiding van het rapport een rapportgesprek met de leerkracht(en) te voeren. Een gesprek duurt 10 minuten. In deze gesprekken ligt het accent op de resultaten uit het rapport. Tijdens de tussenverslagen is er ook de mogelijkheid voor ouders om de leerkracht te spreken. Vanaf groep 7 zullen deze gesprekken langzamerhand ook steeds meer in het teken van het voortgezet onderwijs (VO) gaan staan. Midden groep 7 krijgen ouders een voorlopig advies. Dit om ouders en kinderen in de gelegenheid te stellen zich in groep 7 al te oriënteren op een VO-school. Eind groep 7 krijgen ouders wederom een advies. In groep 8 komt er een adviesgesprek naar aanleiding van de CITO toetsen. Deze gesprekken worden na de eerste ronde CITO-toetsen in groep 8 gevoerd. Tijdens dit gesprek zal er een enkelvoudig advies gegeven worden met daarbij een advies voor een brugklastype. Na de centrale cito eindtoets zullen ouders nog uitgenodigd worden wanneer de score van de eindtoets hoger is dan het advies van de school.
Zorggesprekken Als er reden is ouders tussentijds te informeren over schoolprestaties en ontwikkeling van het kind, doen we dit in individuele gesprekken. Daarnaast wordt er tijdens de groepsbesprekingen met de intern begeleider altijd besproken of het wenselijk is een oudergesprek in te plannen. De intern begeleider kan bij zo’n gesprek aanwezig zijn, waar nodig. Ouders kunnen zelf ook een gesprek aanvragen als zij dit nodig achten. Aanpak als een kind meer dan basisondersteuning nodig heeft Het kan voor komen dat kinderen problemen ervaren op cognitief en/of sociaal-emotioneel gebied. Veelal hangen deze ook met elkaar samen. Als een kind niet lekker in zijn of haar vel zit, kunnen de leerprestaties afnemen. Maar ook kan het hebben van problemen met de leerstof van invloed zijn op het gedrag. Wanneer de school problemen op cognitief en/of op sociaal-emotioneel gebied signaleert, wordt er gekeken of speciale zorg noodzakelijk is. De signalering gebeurt door de leerkracht in de klas. Als het gaat om een klein probleem zal de leerkracht meteen inzetten op de aanpak ervan door middel van extra begeleiding of verlengde instructie. Als dit niet voldoende blijkt te zijn, stelt de
44
groepsleerkracht zelf, eventueel na overleg met de intern begeleider, een plan op om het kind te helpen. Dit plan wordt binnen de groep door de leerkracht zelf begeleid en met de ouders besproken. Als dit niet mocht baten, wordt samen met de intern begeleider gekeken welke mogelijkheden er dan zijn om een kind verder te helpen (bijvoorbeeld onderzoek door een orthopedagoog of een aanvraag voor extra ondersteuning en/of informatie bij het Samenwerkingsverband). Met behulp van een onderwijsondersteuningsarrangement wordt de school in staat gesteld om extra ondersteuning aan te trekken (in geld of in expertise) om een goed antwoord te kunnen geven op de ondersteuningsbehoefte(n) van een kind. Deze ondersteuning is altijd tijdelijk van aard. De groepsleerkracht houdt de eindverantwoordelijkheid over de vorderingen van de leerling en is voor de ouders het eerste aanspreekpunt. De leerkracht wordt hierin ondersteund door de intern begeleider. In alle gevallen zorgt de leerkracht ervoor dat ouders betrokken worden bij wat er in de klas gebeurt en op de hoogte zijn van de hulp die aan een kind geboden wordt. Het ‘makkelijk’ lerende kind heeft ook aandacht nodig. In de eerste plaats bieden de methoden van de school verdiepingsmogelijkheden. Ook kan besloten worden dat andere, aanvullende leerstof aangeboden gaat worden. Toelating leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte Toelating leerlingen met een basisondersteuningsbehoefte De groepsgrootte op De Kaleidoskoop is niet meer dan 25 leerlingen per groep. Dit in verband met onze pedagogische- en didactische visie. Vijfentwintig leerlingen zijn nog hanteerbaar voor een leerkracht. Alle kinderen worden gezien en kunnen begeleid worden in hun leerproces. Wanneer ouders van neven-instromers (leerlingen die al op een andere school les volgen) hun kind bij onze school aanmelden, maakt de directeur samen met de intern begeleider een afspraak met de ouders. In dit gesprek wordt gekeken waarom ouders een andere school zoeken en wat de mogelijkheden zijn op de Kaleidoskoop. Naar aanleiding van dit gesprek wordt contact gezocht met de school waar het kind nu op zit om van hen te horen hoe het met het kind gaat en met hen te bespreken wat de resultaten van het kind zijn uit het leerlingvolgsysteem. De intern begeleider coördineert de procedure. Zij brengt op basis van de verzamelde gegevens een advies tot wel of niet plaatsen uit aan de directeur. De directeur neemt binnen 8 weken een beslissing over de plaatsing. Toelating leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte die de basisondersteuning overstijgt Door de wet op het Passend Onderwijs heeft de eerste school waar de ouders hun kind aanmelden zorgplicht. Als blijkt dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft, is deze school verantwoordelijk voor het realiseren van passend onderwijs, al dan niet op een reguliere school. De Utrechtse schoolbesturen dragen gezamenlijk zorgplicht voor alle Utrechtse leerlingen. Zij achten het hun gezamenlijke verantwoordelijkheid om voor elk Utrechts kind een passend onderwijsaanbod te bieden. Dat kan op de school van aanmelding zijn of op een andere school c.q. voorziening binnen het SWV. Wanneer een kind wordt aangemeld waarbij het vermoeden bestaat of duidelijk is dat de extra ondersteuning de basisondersteuning overstijgt, dan benoemt de school dit bij de aanmelding. De school meldt ouders dat zij een onderzoek doen om na te gaan of de school aan de onderwijsbehoefte van de leerling kan voldoen. Uitgangspunten hierbij zijn: - het belang van het kind - de mogelijkheden van de school (in combinatie met het SWV en ketenpartners) om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Het onderzoek over de toelating mag niet meer dan 4 weken in beslag nemen. De directeur kan beslissen het kind toe te laten, tijdelijk toe te laten of niet toe te laten. Dit besluit wordt uiterlijk 2 weken na afronding van het onderzoek schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt. Als niet onmiddellijk duidelijk is of toelating succesvol kan zijn, kan worden besloten het kind voorlopig te plaatsen. Gedurende een vooraf bepaalde observatieperiode zal dan nader worden onderzocht of definitieve toelating mogelijk is, waarna een definitief besluit hierover door de directeur genomen wordt. Indien het kind niet wordt toegelaten, worden daarbij de redenen genoemd en dat het
45
mogelijk is bezwaar te maken bij een toelatingscommissie. Indien de school de leerling niet toe laat, dient de school er zorg voor te dragen dat een andere school bereid is de leerling aan te nemen. De school probeert zo goed mogelijk te bepalen of er sprake is van een match tussen de onderwijsbehoefte van de leerling en de mogelijkheden van de school op de volgende gebieden: (ortho-)pedagogisch handelen (ortho-)didactisch handelen gevolgen voor het sociaal klimaat en de groep medeleerlingen benodigde kennis- en vaardigheden van de leerkrachten te bieden organisatie in de school en in de klas mogelijkheden van gebouw en benodigde materialen verwachting van de ontwikkeling van de leerling en het eindniveau dat bereikt kan worden een omschrijving van de extra expertise c.q. extra ondersteuning die nodig is om goed aan te sluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerling Aanmelding leerlingen met hele specifieke behoeften Op onze school staan wij open voor kinderen met een handicap of stoornis. Wij hebben op school leerlingen met stoornissen binnen het autistisch spectrum en leer- en gedragsstoornissen. Aanmelding: eerste gesprek Wanneer ouders een kind met een stoornis of beperking aanmelden bij de basisschool, nodigt de school de ouders in eerste instantie uit voor een oriënterend gesprek. In dit gesprek worden de ouders geïnformeerd over de gang van zaken en mogelijkheden binnen de school. De school wordt geïnformeerd over de mate van de beperking van het kind, de ontwikkeling tot dat moment en de verwachting voor de toekomst. Tijdens dit gesprek zal de school de ouders dringend wijzen op de noodzaak tot het aanvragen van een arrangement bij het Samenwerkingsverband, voor zover dit nog niet is gebeurd. De school zal de ouders ook vragen zich te oriënteren op andere scholen in de omgeving en op de scholen voor speciaal onderwijs. Dit heeft als doel: - Ouders kunnen een goede afweging maken van welke vorm van onderwijs zij geschikt achten - Bij afwijzing door de school zijn er alternatieven voorhanden Informatie inwinnen Naar aanleiding van het eerste gesprek gaat de intern begeleider informatie inwinnen over het kind om zich een beeld te vormen van het kind bij andere verzorgers of zorginstanties waar het kind mee te maken heeft. Dit kan bijvoorbeeld een observatie of gesprek zijn bij het (medisch) kinderdagverblijf waar het kind naar toe gaat. Met de verkregen informatie van de ouders en anderen stelt de school een eerste indruk van wat de school te bieden heeft op. Aanmeldingsgesprek Wanneer de ouders zich voldoende hebben georiënteerd en hebben besloten hun kind op De Kaleidoskoop te willen plaatsen, vindt een formeel aanmeldingsgesprek plaats. De school ontvangt het aanmeldingsformulier van de ouders. Ouders en school wisselen wederom informatie uit, waarbij nu de nadruk ligt op een duidelijke omschrijving van het kind, de mate van de beperking en de mogelijkheden die de school kan bieden. De aannameprocedure De directie neemt contact op met de ouders voor een gesprek waarbij de ouders een formulier voorlopige plaatsing tekenen waarop staat dat zij een tijdelijke plaatsing accepteren voordat wordt overgegaan tot formele plaatsing. Tijdelijke plaatsing Een nieuwe leerling met een arrangement mag net als andere kinderen een aantal dagdelen meedraaien om de groep, de gewoontes en regels en de nieuwe leerkracht te leren kennen. Daarna
46
gaat de proefplaatsing in en gaat het kind naar school op tijden die zijn afgesproken tussen de ouders en de leerkracht. Bij jonge kinderen zal het in eerste instantie gaan om drie ochtenden. Na verloop van tijd zal dat in samenspraak overgaan in meer dagdelen. In de proefperiode die volgt zal er contact zijn met de ambulant begeleider en worden de eerste begeleidingsplannen geschreven. In de laatste fase van de tijdelijke plaatsing (na 6 weken) komen de leerkracht en de intern begeleider bij elkaar om de ontwikkeling van het kind te evalueren. Is er sprake van ontwikkeling en zien alle personen mogelijkheden voor onderwijs binnen onze school voor het volgende leerjaar, dan zal het kind formeel geplaatst worden. Wanneer de school de benodigde onderwijsbehoeften niet kan bieden zoekt het schoolbestuur naar een onderwijssetting waar dit wel het geval is. Deze beslissing wordt besproken in een evaluatiegesprek waarbij de directeur, de leerkracht, de intern begeleider, de ambulant begeleider en de ouders aanwezig zijn. Formele plaatsing Wanneer het kind formeel geplaatst is ondertekenen de ouders nogmaals een formulier waarop zij aangeven akkoord te gaan met formele plaatsing en kennis geven op de hoogte te zijn van de jaarlijkse evaluatie waarbij een advies gegeven kan worden dat een andere onderwijsplek geschikter is. Dit advies wordt gegeven in een setting als hierboven beschreven. Een advies zal nooit uit de lucht komen vallen. Gedurende een schooljaar vinden er meerdere gesprekken plaats met ouders. Naast de korte gesprekjes met de leerkracht, vaak gebaseerd op praktische zaken, zijn er de geplande gesprekken over de ontwikkeling van het kind met de ambulant begeleider en intern begeleider. Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte (‘steun waar nodig’) Advies & Ondersteuning en Arrangementen vanuit het SWV Als bij aanmelding, of in een later stadium blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, kan de school een beroep doen op het SWV middels het inschakelen van ‘Advies & Ondersteuning’ of het aanvragen van een arrangement*. Om de aanwezige kennis en expertise van de SWV, WSNS en de REC’s te behouden en te bundelen heeft het SWV besloten een groot deel van deze expertise te bundelen in het Team Passend Onderwijs (TPO). De advisering en ondersteuning (A&O) van het TPO ondersteunt leerlingen, scholen en leerkrachten. Zij doen dat bijvoorbeeld door deel te nemen aan overleggen, advies te geven gericht op de leerling, de leerkracht en de intern begeleider en door het bieden van ondersteuning. Het gaat hierbij om advisering en ondersteuning binnen verschillende expertisevelden met in eerste instantie als doel een arrangementaanvraag te voorkomen. Als blijkt dat de aangeboden advisering en ondersteuning onvoldoende is gebleken kan vanuit ‘A&O’ worden doorgeschakeld naar ondersteuning in de arrangeerroute. In het ondersteuningsplan van het SWV Utrecht PO staat de precieze route naar extra ondersteuning beschreven. *Onder arrangement wordt verstaan: Extra onderwijsondersteuning op maat, met inzet van (bovenschoolse) voorzieningen, expertise en financiën. Een arrangement kan variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Een compleet arrangement bestaat uit vijf aspecten: De aanwezige deskundigheid binnen het team van leerkrachten. De aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling. De protocollen, aanpakken en methodieken en materialen die de school heeft. De mogelijkheden van een schoolgebouw. De samenwerkingsrelaties met onderwijs- en ketenpartners Leerlingen met een ontwikkelingsperspectief Basisscholen moeten voor alle leerlingen die extra ondersteuning krijgen die buiten de basisondersteuning valt (dus van het SWV of het speciaal onderwijs cluster 1 en 2) een ontwikkelingsperspectief opstellen. Wanneer een school een arrangement aanvraagt bij het SWV Utrecht PO maakt een ontwikkelingsperspectief deel uit van de aanvraag.
47
Een ontwikkelingsperspectief bevat in elk geval de te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan (stimulerende en belemmerende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces). Het ontwikkelingsperspectief wordt vastgesteld nadat hierover op overeenstemming gericht overleg met ouders is gevoerd. Als ouders het hier niet mee eens zijn, kunnen zij terecht bij de geschillencommissie voor ouders. De school evalueert het ontwikkelingsperspectief jaarlijks met de ouders en stelt het zo nodig bij. Voor leerlingen die op een eigen leerlijn werken wordt op de Kaleidoskoop eveneens gewerkt met een ontwikkelingsperspectief. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs, en daarmee ook op het ontwikkelingsperspectief. Scholen zijn verplicht in BRON te registreren wanneer een leerling een ontwikkelingsperspectief heeft. Speciaal (basis-)onderwijs (‘speciaal als het moet’) Wanneer de basisschool niet (meer) aan de onderwijsbehoeften van een leerling kan voldoen, kan het voorkomen dat plaatsing op een school voor speciaal (basis)onderwijs beter recht doet aan de behoefte van het kind. De school voert hierover overleg met de ouders en vraagt bij overeenstemming een toelaatbaarheidverklaring speciaal onderwijs (TLV) aan bij de commissie toelaatbaarheidverklaringen van het SWV Utrecht PO. Voor toekomstige plaatsing in het speciaal (basis-)onderwijs voor cluster 3 en 4* zijn er twee mogelijkheden: 1.
Speciaal basisonderwijs (SBO) Leerlingen met een algehele ontwikkelingsachterstand (minimaal IQ 55), leerlingen met sociaalemotionele problematiek waardoor een ernstige onderwijsachterstand is ontstaan of leerlingen met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel komen in aanmerking voor een ondersteuningsarrangement vanuit het samenwerkingsverband SWV Utrecht PO. In het ondersteuningsplan van het SWV PO Utrecht zijn de procedure en de criteria opgenomen.
2.
Speciaal onderwijs (SO) Wanneer er sprake is van een leerling met een lichamelijke of verstandelijke handicap, of leerlingen met psychiatrische problemen of ernstige gedragsproblemen, kan een leerling in aanmerking komen voor een ondersteuningsarrangement vanuit het speciaal onderwijs binnen het samenwerkingsverband. School en ouders doen samen een aanvraag voor plaatsing in het speciaal onderwijs (SO) bij het SWV Utrecht PO. In het ondersteuningsplan van het SWV Utrecht PO zijn de procedure en de criteria opgenomen.
Daarnaast zijn er nog specifieke mogelijkheden voor leerlingen die onder cluster 1 (kinderen met een visuele beperking) en cluster 2 (kinderen met een taalontwikkelingsstoornis) vallen. De wijzigingen omtrent Passend Onderwijs zijn voor deze clusters anders: zij gaan over op een landelijke systematiek. Leerlingen cluster 1 Binnen cluster 1 geldt het streven dat zoveel mogelijk leerlingen met een visuele beperking op reguliere scholen onderwijs volgen. Om dat te realiseren wordt door een cluster 1 organisatie aan reguliere scholen onderwijsondersteuning op maat gegeven: ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Daarnaast worden er nieuwe eigentijdse vormen van onderwijstoepassing geïntroduceerd (bijvoorbeeld het combineren van regulier en speciaal onderwijs). Ouders en scholen die een vermoeden hebben dat hun kind/leerling een visuele beperking heeft kunnen hun kind aanmelden bij Bartiméus of Visio. Op grond van de resultaten van onderzoek beoordeelt een Commissie van Onderzoek of de leerling, op basis van landelijke toelatingscriteria, recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking.
48
Leerlingen cluster 2 Onderwijs en Ambulante Begeleiding voor leerlingen in cluster 2 wordt binnen het SWV Utrecht PO verzorgd door een tweetal instellingen: Auris en Kentalis. Onderling hebben zij het werkgebied in Utrecht verdeeld. Na de herinrichting onderscheidt cluster 2 verschillende vormen van onderwijs en ondersteuning aan auditief en/of communicatief beperkte leerlingen. Deze vormen zijn onderverdeeld in drie hoofdvormen: intensief, medium en licht. Het onderwijsarrangement wordt gekoppeld aan kwaliteitsindicatoren die door cluster 2 zijn geformuleerd, geborgd en gemonitord op landelijk niveau. Vanuit het SWV Utrecht PO worden centrale ondersteuningsmogelijkheden vanuit deze clusters.
afspraken
gemaakt
over
de
49