Schoolgids Scholengemeenschap De Korte Dreef. Korte Dreef NM Borculo. Postadres: Postbus AB Borculo

Schoolgids 2013 - 2014

Scholengemeenschap

De Korte Dreef Korte Dreef 1 7271 NM Borculo Postadres: Postbus 58 7270 AB Borculo T 0545-275656 E [email protected] I www.sotog.nl

Deze schoolgids bevat informatie bestemd voor ouders, verzorgers, voogden, plaatsende instanties en belangstellenden.

Schoolgids 2013 – 2014

2

Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014

VOORWOORD Deze schoolgids bevat informatie voor ouders, verzorgers, voogden en belangstellenden over de organisatie van het schooljaar 2013 – 2014, de inrichting van het onderwijs en de werkwijze binnen Scholengemeenschap De Korte Dreef. Sinds 1 augustus 1999 valt de school onder de Wet op de Expertise Centra. Onze expertise is om jongeren met een licht verstandelijke beperking, die thuis en/of op school in de problemen zijn geraakt, met een duidelijk gestructureerd onderwijsprogramma, in kleine klassen, nieuwe kansen en perspectief te geven. Ik verzoek u deze gids goed door te lezen en gedurende het schooljaar te bewaren. Indien u nog vragen hebt, neemt u dan contact met ons op. Eén van onze medewerkers zal u dan te woord staan. Indien gewenst kunt u ook vragen naar de heer Pol, locatiedirecteur van De Korte Dreef. Medewerkers, leerlingen en ouders/verzorgers wens ik bij deze een goed schooljaar 2013 – 2014 toe. Namens het team van Scholengemeenschap De Korte Dreef, H.J. Pol, Locatiedirecteur

Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014 3

2

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 3 INHOUDSOPGAVE 4 SCHOOLINFORMATIE DE KORTE DREEF doelstelling van de school Levensbeschouwing Onderwijskundige ontwikkelingen Organisatorische ontwikkelingen Voorwaarden voor toelating De plaatsing van jongeren wonend in een zorginstelling Opleidingsmogelijkheden

6 6 6 7 6 8 9 10

ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

11

Afdeling onderbouw - middenbouw Afdeling arbeid Project “1:1 klas”

11 11 12

SCHOOLSPECIFIEKE HULPVERLENING

14

COMMISSIE VOOR BEGELEIDING

14

LEERLING-DOSSIERS 15 RAPPORT, RAPPORTBESPREKING EN OUDERCONTACT Handelingsplan wordt ontwikkelingsperspectief ONDERWIJSTIJD, SCHOOLTIJD EN VAKANTIES De lestijden Schoolvakanties VERLOFREGELING LEERLINGEN Verzuimbeleid Ziekteverzuim GELDELIJKE BIJDRAGE OUDERS Werkkleding Examenkosten Sponsoring Schoolverzekering voor leerlingen

4

16 16 17 17 17 18 18 19 20 20 20 21 21


GEDRAGSCODE EN SCHOOLREGELS Time-out Duidelijk omschreven regels voor de leerlingen Regels voor schorsing en verwijdering Schoolreglement (met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken) Genotmiddelenreglement Alcohol en cannabis Sancties alcohol en cannabis Sancties overige drugs Controle Uitzonderingen Hulpverlening drugsproblematiek Medicijngebruik Kledingvoorschriften Regels voor het overblijven Regels voor het gebruik van schoolmaterialen WAT HEEFT UW ZOON/DOCHTER/PUPIL NODIG?

22 23 23 24 25 26 26 26 27 28 28 28 28 29 29 29 30

HUISWERK 30 BURGERSCHAPSVORMING 31 LEERLINGENVERVOER 32 Gedragsregels leerlingenvervoer PERSONEEL DE KORTE DREEF

32 34

SOTOG 36 DIVERSE INSTANTIES Inspectie speciaal onderwijs Vertrouwenspersoon en klachtencommissie Schoolarts DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD

37 37 37 37 38

De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr)

39

VRAGEN EN ANTWOORDEN PASSEND ONDERWIJS

40


SCHOOLINFORMATIE DE KORTE DREEF Doelstelling van de school Hulp bieden aan jongeren die thuis, op school en in de vrije tijd in de problemen zijn geraakt en daardoor in hun ontwikkeling worden bedreigd of belemmerd. We trachten dit te bereiken door het onderwijs zo in te richten dat er rekening wordt gehouden met de specifieke mogelijkheden en moeilijkheden van de jongeren. Wij geven aangepaste, individueel gerichte onderwijskundige hulp in kleine leergroepen van maximaal 9 leerlingen. Deze hulp houdt in:  Vaststellen en voorbereiden realistisch toekomstperspectief (stage, arbeid, scholing).  Weerbaar maken voor een vervolgtraject (o.a. lessen Sociale Vaardigheid).  Vergroten competenties en werken aan verbeterpunten (op praktische vaardigheden, gedrag op school, omgang met anderen).  Protectieve en belemmerende factoren van de jongeren in kaart brengen. De school acht onderwijs voor deze jongeren dermate belangrijk dat er naar gestreefd wordt, daar waar mogelijk, hen een opleiding of gedeelte van een opleiding te laten afronden met een certificaat (landelijk erkend KSEcertificaat) of branche-diploma. Per jongere wordt onderzocht wat het meest realistische toekomstperspectief is op het gebied van arbeid/scholing. Dit gebeurt o.a. door middel van arbeidsoriëntatie, arbeidstraining en stage. Veel van onze jongeren zullen doorstromen richting stage met jobcoach of begeleid werken, anderen komen nog in aanmerking voor een branchediploma of certificaat. Belangrijk bij bovenstaande doelstellingen en vaardigheden is, dat er rekening wordt gehouden met het individuele niveau en de mogelijkheden van de leerling. Kenmerkend voor de school is het bieden van veel structuur, duidelijkheid en vooral veiligheid. Het geven van onderwijs biedt daartoe goede mogelijkheden. Levensbeschouwing De school beoogt onderwijs te geven op interconfessionele grondslag. Er wordt geen specifiek levensbeschouwelijk godsdienstonderwijs gegeven. Met wensen van ouders en jongeren ten aanzien van de levensbeschouwing wordt zoveel mogelijk rekening gehouden. 5 6


Onderwijskundige ontwikkelingen Met betrekking tot de onderwijskundige inrichting kan gezegd worden dat er, vanaf de start van de school in januari 2005, al veel is gebeurd. De ontwikkeling is en blijft een continue proces tijdens het schooljaar 2013 – 2014. Tevens wordt er nieuw beleid geïnitieerd en geïmplementeerd. -

Structureel afdelingsoverleg schoolbreed Organisatie studie/schooldag t.b.v. teamscholing/-building Scholing van leerkrachten omtrent gedragsstoornissen en smart formuleren van ontwikkelingsperspectief Individuele scholing medewerkers Aanschaf diverse methodes gebaseerd op de nieuwste inzichten Professionalisering ICT binnen schoolorganisatie en onderwijsprogramma‟s Oriëntatie op het VMBO-pakket Time-out voorziening binnen de school Organisatie van stageprojecten binnen de school (schoolstage) Organisatie van de oriëntatie/stage/arbeidsperiode in de Bovenbouw Invoeren wettelijk verplichte wijze van toelaten van leerlingen. Dit middels de richtlijnen van het REC en de overheid / CVI Persoonsgerichte scholing gericht op de verandering in de schoolpraktijk/klas Opleiden nieuwe collega‟s middels instroomtrajecten en coach-trajecten Opleiden ambulant begeleiders in het kader van de LGF-wet Jaarlijkse scholing / training van onze bedrijfshulpverleners Opzetten en ontwikkelen van een onderwijsprogramma voor cluster 4 leerlingen met een verstandelijke beperking 1:1 voorziening.

Organisatorische ontwikkelingen De volgende ontwikkelingen lopen door de schooljaren: Actualiseren van de organisatiestructuur Technologische ontwikkeling: ICT Koersbepaling inzake samenwerking JHV en Onderwijs Participeren in samenwerkingsverbanden Uitbreiding aantal externe leerlingen (uit de regio) Huisvestingsbehoefte gerelateerd aan ontwikkelingen op het terrein en extern Voorlichtingstrajecten voor het gehele V.O. in de regio Achterhoek, Zutphen e.o. en een deel van Twente Voorlichtingstrajecten voor de Jeugdzorg Schakelklastrajecten voor PRO/cluster 3 leerlingen 6 Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014 7

Voorwaarden voor toelating Toegelaten kunnen worden jongens en meisjes vanaf ongeveer 12 jaar met een licht verstandelijke beperking en gedragsen/of aanpassingsstoornissen die zich manifesteren in de thuis-, school- of vrijetijdssituatie. De oorzaken van de gedragsstoornissen kunnen zeer uiteenlopend zijn. Grofweg kunnen we de volgende specifieke stoornissen aantreffen:  ADHD: kinderen met aandachtstekortstoornissen en hyperactief gedrag;  PDD-nos: kinderen met contactstoornissen;  Pedagogische verwaarlozing;  Hechtingsstoornissen;  Oppositioneel gedrag;  Affectieve verwaarlozing;  Sociaal-emotionele problematiek. Bijkomende lichamelijke (zintuiglijke) handicaps of ziekten kunnen een toelating onmogelijk maken, indien de school hier niet adequaat mee kan omgaan. Leerlingen kunnen op twee manieren worden aangemeld: 1. Jongeren die geplaatst worden op één van de zorginstellingen krijgen een intake met school, waarbij bekeken wordt wat een geschikt scholingsarbeidsprogramma voor de leerling is. Om dit goed in te kunnen schatten wordt altijd een volledig onderwijskundig rapport van de laatst bezochte school gevraagd (laatste actuele handelingsplan). 2. Voor leerlingen die thuis wonen, moet er, om tot de school te kunnen worden toegelaten, een compleet dossier aangeleverd worden aan de CVI (Commissie Voor Indicatie). Na het indicatiestellingtraject zal het bevoegd gezag over de toelating tot de school beslissen. Een cluster 4-indicatie is voorwaardelijk om tot school te kunnen worden toegelaten. Na aanmelding worden ouders, verzorgers en/of voogden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de locatiedirecteur en een lid van de commissie voor begeleiding. Indien beide partijen met elkaar verder willen, wordt het indicatietraject voor cluster 4 gestart. Om tot de school te kunnen worden toegelaten, moet er een compleet dossier aangeleverd worden aan de CVI (Commissie Voor Indicatie). De intakefunctionaris mevrouw M. Eskes zal het indicatietraject begeleiden. Bij een positieve beschikking wordt de aangemelde leerling door het bestuur toegelaten mits er plaats is op school. Bij een negatieve beschikking wordt een advies gegeven omtrent andere mogelijkheden. Herindicaties worden begeleid door mevrouw A. van Benthem. 7 8


De plaatsing van jongeren wonend in een zorginstelling Gedurende het schooljaar stromen jongeren in op de woongroepen en dus ook op De Korte Dreef. Leeftijd, leerniveau, motivatie en houding van de jongere zijn vanzelfsprekend factoren die meespelen bij de keuze van plaatsing in een klas. Voorwaarde voor plaatsing is het aanleveren van de meest recente didactische gegevens van de laatstgenoten school, een IQ- en gedragsbeschrijving. Daarbij wordt ook naar de gegevens van wettelijk vertegenwoordigers gevraagd. De jongere wordt voorgesteld aan de klassenmentor en de introductie in de nieuwe klas wordt besproken en gepland. Er wordt naar gestreefd een nieuwe leerling binnen een week na komst op de woongroep in een klas te plaatsen.

8 Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014 9

Opleidingsmogelijkheden 1.

Binnen VSO de Korte Dreef wordt getracht zoveel mogelijk aan te sluiten bij het niveau van de individuele leerling.

2.

Leerlingen kunnen deelnemen aan het moduleonderwijs op KSE (kwalificatie structuur educatie) -niveau 1, 2 en 3 en in uitzonderlijke gevallen op niveau 4. Het moduleonderwijs biedt jongeren de kans een (landelijk erkend) certificaat te behalen voor een of meer vakken (Rekenen, Nederlands, Engels, Aardrijkskunde en Geschiedenis) op één of meerdere KSEniveaus.

3.

Branchediploma‟s (AKA, KPC, V.C.A.)

4.

Ook zijn er mogelijkheden voor het behalen van specifieke diploma‟s of certificaten, zoals lasdiploma, trekker-rijbewijs, heftruck-diploma, bosmaaiercertificaat e.d.

5.

Behalve de officiële diploma‟s zijn er binnen de diverse leerlijnen „door de school ontwikkelde‟ bewijsschriften.

6.

Zijn de opleidingsmogelijkheden (voor een leerling) binnen de school onvoldoende, dan wordt hij/zij gestimuleerd en begeleid in de overstap naar een ROC of het VSO Klein Borculo waar op VMBO-niveau naar diplomering wordt toegewerkt.

Resultaten VSO De Korte Dreef schooljaar 2012 – 2013 Examen-onderdeel Aantal geslaagde leerlingen Nederlands KSE 1 40 Nederlands KSE 2 39 Nederlands KSE 4 1 Rekenen KSE 1 36 Rekenen KSE 2 11 Rekenen KSE 3 1 Engels KSE 1 31 Engels KSE 2 4 Aardrijkskunde KSE 2 1 Geschiedenis KSE 2 4 AKA-diploma 14 Heftruck-diploma 8 NIL1-lasdiploma 1 KPC-diploma onderhoud plantsoen 4

9 10


ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Afdeling Onderbouw - Middenbouw Het lesprogramma op de onderbouw bestaat voor ongeveer de helft uit praktijkvakken en voor de rest uit theorievakken. De groepsleerkracht of mentor van de klas verzorgt het theorieprogramma, waar naast de basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal, rekenen en engels) maatschappij, cultuur en arbeidsoriëntatie en sociale vaardigheden centraal staan en waarbij toegewerkt wordt naar theoretische KSE-certificaten. Het niveau van de eisen die aan de leerlingen gesteld worden, hangt af van het niveau van de individuele leerling, Het aanbod van de basisvaardigheden is vooral afhankelijk van het functioneringsniveau van de individuele leerling, zodat onderwijs op maat kan worden geboden. De verschillende praktijkvakken zijn, naast lichamelijke opvoeding: Groen, Horeca, Algemene Techniek, Handvaardigheid, Tekenen en ICT. Deze vakken geven de leerling de mogelijkheid zich te oriënteren binnen verschillende sectoren. Door praktisch bezig zijn, krijgt de leerling zicht op eigen mogelijkheden. Daarnaast leveren de praktijkvakken een bijdrage aan de zelfstandigheidvorming van de leerling. Binnen de onderbouw/middenbouw is de mogelijkheid voor leerlingen om een dagdeel “schoolstage” te lopen. De werkzaamheden bestaan uit eenvoudige huishoudelijke taken, die zelfstandig worden uitgevoerd. Een schoolstage kan ook inhouden dat de leerling meeloopt met de conciërge of de medewerkster huishoudelijke dienst. Afdeling Arbeid Vanaf ongeveer 17 jaar gaat een leerling naar de afdeling Arbeid, naar één van de werkplaatsen, waar een gerichte arbeidstoeleiding plaatsvindt. Bij Arbeid start iedere leerling met een individueel programma van oriëntatie en training. Bij Arbeid zijn er 5 werkplaatsen: Groen Hout Metaal Facilitair Horeca Voordat een leerling start met een stagevoorbereidingstraject, kan een assessment (stagegeschiktheidsonderzoek) worden afgenomen. 10 Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014 11

Voor leerlingen die het traject goed doorlopen, is er de mogelijkheid tot het volgen van een extern stage traject om te kijken in hoeverre de leerling in staat is loonvormende arbeid te verrichten. Stage levert een bijdrage aan de sociale redzaamheid en het trainen van een arbeidshouding en wordt gezien als een instrument dat gehanteerd wordt bij de toeleiding naar werk. Het team houdt zich bezig met de vloeiende overgang van school naar arbeid en/of vervolgonderwijs en/of dagbesteding. Project “1:1 klas” De 1:1 klas is een project dat vanuit een samenwerkingsovereenkomst tot stand is gekomen. De organisaties die het project hebben geïnitieerd zijn: - SOTOG (Onderwijsinstelling cluster 4) - TWOG (Onderwijsinstelling cluster 3) - Aveleijn (Zorginstelling) Wat houdt het project 1:1 klas in De 1:1 klas is een project waarbij leerlingen met een zeer intensieve ondersteuningsbehoefte in een onderwijszetting geplaatst kunnen worden. De ondersteuning wordt geboden vanuit onderwijs en jeugdhulpverlening. Doel Onderwijs realiseren voor jongeren met een zeer intensieve begeleidingsbehoefte, wanneer de “reguliere cluster 3/4 setting” niet kan voldoen aan deze onderwijsleerbehoeften. Duur van het project Het project is gestart op 1 mei 2013 en zal tenminste een jaar duren. Daarna wordt er geëvalueerd of een vervolg “haalbaar en betaalbaar” is. Aveleijn, TWOG, SOTOG en mogelijk andere instellingen investeren in het project. Missie Onderwijs bieden aan leerlingen die een verstandelijke beperking hebben en/of gedragsmatig nabijheid behoeven, waardoor de zelfredzaamheid van de leerling wordt vergroot. De didactiek is hierbij een middel. De pedagogiek is een ondersteunende methodiek, waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden van leerlingen in plaats van de onmogelijkheden. Kansen creëren We geven een „duw‟ in de goede richting, waarbij we uitgaan van talenten. De leerling krijgt de mogelijkheid om certificaten en diploma‟s te behalen.

11 12


Respect De leerling wordt serieus genomen, waarbij we het belangrijk vinden dat iedereen elkaar in zijn waarde laat. Veiligheid Vanuit eerlijkheid en rechtvaardigheid krijgt de leerling een “nieuwe kans”. Door rust en structuur weet de leerling waar hij/zij aan toe is. Doelgroep Leerlingen vanaf 12 jaar tot circa 18 jaar met een licht verstandelijke beperking en/of gedragsen/of aanpassingsstoornissen die zich manifesteren in de thuis-, school- of vrijetijdssituatie. Huisvesting De 1:1 klas is gehuisvest op het terrein. Het betreft een overzichtelijke ruimte waar gewerkt wordt aan:  De AVO-vakken  De theorie en praktijklessen horeca, handvaardigheid, groen en algemene techniek  ICT


SCHOOLSPECIFIEKE HULPVERLENING De leerkrachten zijn geschoold in het omgaan met kinderen met gedrags-, aanpassings- en leerstoornissen. Het schoolteam is deskundig in het begeleiden van leerlingen met gedragsen leerproblemen. Onze eigen orthopedagoog, samen met het team van orthopedagogen van de Stichting, zorgt voor orthopedagogische begeleiding. Zij werkt nauw samen met de gedragswetenschappers van de zorginstellingen. Ook is er extra begeleiding door specialisten die aan de school verbonden zijn:  Logopediste, die stem-, spraak-, gehoor- en taalstoornissen behandelt;  Individuele didactische begeleiding.

COMMISSIE VOOR BEGELEIDING De commissie voor begeleiding bestaat uit de locatiedirectie, een maatschappelijk deskundige en de orthopedagoog. Na het afgeven van een beschikking door de commissie van indicatiestelling, plaatst zij de leerling in een bepaalde klas. Wanneer de leerling geplaatst is, houdt zij zich bezig met het begeleiden van de leerling. De maatschappelijk deskundige onderhoudt, in overleg met de mentor, contacten met de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling.

13 14


LEERLING-DOSSIERS Van elke leerling is er op school een dossier aanwezig met de gegevens van de commissie voor begeleiding en eventuele rapportage van externe deskundigen. Onderzoeksgegevens liggen op school ter inzage. Omdat wij zeer zorgvuldig met deze leerling-dossiers omgaan, hebben wij daarover een aantal afspraken, namelijk:  Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland en zijn schoollocaties bewegen zich op het terrein van informatiewisseling binnen de kaders van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.  Alleen medewerkers die beroepshalve te maken hebben met een leerling, hebben toegang tot het leerling-dossier. Het dossier is dus niet bestemd voor leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) of onbevoegden.  De leerling-dossiers worden bewaard in een afsluitbare kast in een afsluitbare ruimte.  Ouder(s)/verzorger(s) hebben recht op inzage in het leerling-dossier. Indien gewenst kunnen ouder(s)/verzorger(s) kopieën opvragen.  Het bijhouden en opzetten van het leerling-dossier gebeurt door de administratie, de leerkrachten, de didactisch medewerker of leden van de commissie voor begeleiding.  Er worden uit het leerling-dossier geen gegevens verstrekt aan derden zonder schriftelijke toestemming van ouders, verzorgers of voogden. Vijf jaar na de uitschrijfdatum wordt het leerling-dossier vernietigd.


RAPPORT, RAPPORTBESPREKING EN OUDERCONTACT Elke leerling ontvangt twee keer per jaar een schoolrapport. Naar aanleiding van het rapport worden de ouders/verzorgers schriftelijk uitgenodigd voor een bespreking van het rapport. Ook kan er altijd een afspraak worden gemaakt met medewerkers van school, als daartoe aanleiding bestaat. Tijdens het interdisciplinair overleg (I.O.) met de zorginstellingen wordt door school structureel gerapporteerd over de leervorderingen en het gedrag op school van de leerlingen die op de woongroepen verblijven. Naar aanleiding van de rapporten kunnen de Persoonlijk Begeleiders van de leerlingen een afspraak maken met de klassenmentor. Handelingsplan wordt ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelingsperspectief is een wettelijk document dat de school opstelt over leerlingen. In het oude systeem was er een handelingsplan voor leerlingen, dat nu wordt vervangen door het ontwikkelingsperspectief. Niet alleen de naam is anders, er zijn ook een paar verschillen tussen het oude handelingsplan en het nieuwe ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief kijkt, meer dan het handelingsplan, naar de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling op lange termijn. Er wordt gekeken naar de doelen aan het einde van de schoolloopbaan, om vervolgens te bepalen wat er nodig is om die doelen te bereiken. In het ontwikkelingsperspectief wordt ingeschat welke ontwikkelingsmogelijkheden een leerling heeft op langere termijn en welk eindniveau van de leerling verwacht kan worden. Het ontwikkelingsperspectief geeft aan welk onderwijsaanbod en welke ondersteuning de leerling nodig heeft om het te verwachten eindniveau te halen. Scholen moeten vanaf 1 augustus 2013 een ontwikkelingsperspectief vaststellen voor elke leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Het ontwikkelingsperspectief wordt tijdens de rapportbespreking besproken met de ouders en/of verzorgers en daarna opgestuurd ter ondertekening naar de wettelijke vertegenwoordiger van de leerling. Rapportuitreiking: e 7 maart 2014 1 rapport: e 17 juli 2014 2 rapport:

Rapportbespreking: 1e rapport: 5 maart 2014 (woensdagavond) e 2 rapport: 15 juli 2014 (dinsdagavond)

15 16


ONDERWIJSTIJD, SCHOOLTIJD EN VAKANTIES Per schooljaar wordt er minimaal 1000 uur les gegeven. In de ochtend is er een kwartier pauze. De middagpauze duurt 25 minuten. Tijdens de middagpauze blijven de leerlingen op school onder toezicht van surveillanten. De lestijden maandag

dinsdag

8.30 – 9.25 9.25 – 10.20

8.30 – 9.25 9.25 – 10.20

10.35 – 11.25 11.25 – 12.15

10.35 – 11.25 11.25 – 12.15

pauze 15 min

pauze 15 min

gr pauze 25 min

gr pauze 25 min

12.40 – 13.30 13.30 – 14.20 14.20 – 15.05

12.40 – 13.30 13.30 – 14.20 14.20 – 15.05

woensdag

8.30 – 9.15 9.15 – 10.00

pauze 15 min

10.15 – 11.00 11.00 – 11.45 11.45 – 12.30

donderdag

vrijdag

8.30 – 9.25 9.25 – 10.20

8.30 – 9.15 9.15 – 10.00

10.35 – 11.25 11.25 – 12.15

10.15 – 11.00 11.00 – 11.45 11.45 – 12.30

pauze 15 min

gr pauze 25 min

12.40 – 13.30 13.30 – 14.20 14.20 – 15.05

pauze 15 min

Schoolvakanties De schoolvakanties worden vastgesteld volgens de landelijke voorschriften die gelden voor de regio Midden-Nederland. De vakanties voor het schooljaar 2013 – 2014 zijn: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Carnavalsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie

21-10-2013 20-12-2013 17-02-2014 03-03-2014 18-04-2014 28-04-2014 29-05-2014 09-06-2014 21-07-2014

t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m

25-10-2013 03-01-2014 21-02-2014 04-03-2014 21-04-2014 09-05-2014 30-05-2014

t/m 29-08-2014


VERLOFREGELING LEERLINGEN Verzuimbeleid Ongeoorloofd verzuim wordt geregistreerd en er wordt melding gedaan bij de leerplichtambtenaar. Een aanvraag voor buitengewoon verlof dient officieel bij school te worden ingediend door de manager van de betreffende leefgroep als het gaat om leerlingen wonend in een zorginstelling. In geval van externe leerlingen moeten de ouders/verzorgers de aanvraag indienen. Reden aanvragen verlof Bezoek aan arts, tandarts, e.d.

Bijwonen begrafenis of crematie van familielid t/m de 4e graad. Huwelijksplechtigheid van familielid t/m de 4e graad (inclusief 12½, 25, 40, 50, en 60 jarig huwelijks of dienstjubileum). Verhuizing. Afleggen van een rij- of brommerexamen. Vakantieverlof in schooltijd.

Religieuze feestdagen.

Regeling Bezoek aan dokter en tandarts wordt zoveel mogelijk buiten de lessen gepland. Als dit niet lukt, kan verlof worden aangevraagd, zo mogelijk minimaal twee dagen van te voren. Bij spoedeisend bezoek aan (tand)arts etc., dienen ouders/ verzorgers dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de locatiedirectie. In deze gevallen volstaat een telefoontje of briefje van de ouders/verzorgers aan de locatiedirectie. Maximaal een dag per gebeurtenis, schriftelijk aanvragen bij de locatiedirectie.

Maximaal een dag, schriftelijk aanvragen bij de locatiedirectie. Voor de benodigde tijd kan verlof worden verleend. Schriftelijk met kopie van de examenoproep aanvragen bij locatiedirectie. Uitsluitend voor kinderen van ouders met een beroep dat het onmogelijk maakt binnen de vastgestelde vakanties op vakantie te gaan. Verlof schriftelijk aanvragen bij de leerplichtambtenaar van uw gemeente en locatiedirectie. In overleg met locatiedirectie.

In overige gevallen, anders dan hierboven vermeld, wordt buiten de vakanties geen verlof verleend. 17 18


Een aanvraag voor extra schoolverlof wordt niet geaccepteerd als: U verlof aanvraagt voor een extra vakantie. U één of meerdere dagen eerder met vakantie wilt gaan of later terug wilt komen om financiële redenen (goedkoper buiten het seizoen; uw vakantie wordt door anderen betaald etc.). U files wilt vermijden of met anderen mee wilt rijden. U van buitenlandse afkomst bent en voor langere tijd uw land van herkomst wilt bezoeken. Ziekteverzuim Ziekteverzuim moet worden gemeld bij de school en wel „s morgens tussen 8.00 – 8.30 uur.


GELDELIJKE BIJDRAGE OUDERS Er zijn voor deelname aan het VSO-onderwijs in principe geen kosten verbonden. Voor te organiseren extra (buitenschoolse) activiteiten kan, in voorkomende situaties, een bijdrage van de ouders/verzorgers worden gevraagd. Werkkleding Kosten voor aanschaf van werkkleding (werkschoenen + overall) in geval van leerlingen die in het traject van arbeidstoeleiding zitten (16 jaar en ouder) kunnen voor rekening van de ouders/verzorgers komen. Dit is een standaardbedrag van € 75,- per leerling. School verzorgt de aanschaf van de werkkleding en zal een rekening toesturen. Examenkosten Deelname van onze leerlingen aan examens wordt niet vergoed door het ministerie. Het Voortgezet Speciaal Onderwijs valt namelijk onder de wetgeving van het Primair Onderwijs. De school is daarom helaas genoodzaakt om aan de ouders/verzorgers een bijdrage per examen te vragen. Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om (een deel van de) kosten terug te ontvangen via het aanvragen van een tegemoetkoming schoolkosten:  Ouders van leerlingen tot 18 jaar kunnen, afhankelijk van hun inkomen, in aanmerking komen voor een Tegemoetkoming Studiekosten van het Ministerie van Onderwijs.  Leerlingen van 18 jaar en ouder komen in aanmerking voor de Tegemoetkoming Scholieren, ongeacht het inkomen van hun ouders. Meer informatie kunt u vinden op de website van de DUO-IB-groep (www.ib-groep.nl). Ook gemeenten zijn onder bepaalde voorwaarden vaak bereid een bijdrage te leveren in de studiekosten. Via de Dienst Sociale Zaken van uw gemeente zijn formulieren op te vragen. Elke gemeente heeft een budget “Bijzondere Bijstand”. Wellicht wordt in uw gemeente dit budget aangewend voor tegemoetkoming in de schoolkosten. U kunt dit nagaan bij de Dienst Sociale Zaken van uw gemeente.

19 20


Sponsoring De school kent geen sponsors. Indien incidenteel giften worden ontvangen, zullen de gelden worden aangewend voor de aanschaf van leermiddelen of culturele uitstapjes van de leerlingen. Schoolverzekering voor leerlingen Alle leerlingen zijn via school verzekerd tegen ongevallen. Hiermee wordt bedoeld: lichamelijk letsel ontstaan tijdens de lesuren en gedurende de tijd dat zij onder toezicht staan van leerkrachten. Niet verzekerd is de schade waarvoor de leerling zélf aansprakelijk kan worden gesteld. Voor een WA-verzekering dienen de ouders/verzorgers zelf zorg te dragen.


GEDRAGSCODE EN SCHOOLREGELS Als school willen we bijdragen aan de veiligheid en het welzijn van onze leerlingen en medewerkers. Dat kan alleen wanneer de regels, die we hebben opgesteld, voor iedereen gelden. Het is dan ook noodzakelijk dat iedereen zich aan deze regels houdt, zodat de school haar belangrijkste functie zo goed mogelijk kan uitvoeren. De meeste leerlingen van onze school hebben een schoolloopbaan met vele teleurstellende ervaringen achter de rug. Zij ontwikkelden zich moeilijk door verschillende oorzaken. Het resultaat was dat er steeds weer problemen ontstonden met leerkrachten en/of medeleerlingen en/of de leerstof. Wij willen alle leerlingen helpen met het oplossen van die problemen. Daarvoor is het noodzakelijk dat er bepaalde regels en afspraken worden gemaakt over de manier waarop wij met elkaar omgaan. Uitgangspunt bij al die regels en afspraken is de gedragscode:

Op onze school bepalen volwassenen wat er gebeurt! De leerlingen doen wat de volwassenen vragen. Volwassenen zullen de leerlingen, rekening houdend met hun problematiek, op een pedagogisch verantwoorde manier benaderen. Volwassenen zullen leerlingen altijd respectvol behandelen, maar er moet wel gebeuren wat de volwassene vraagt. Dit zal gebeuren door leerlingen het (meerdere malen) te vragen. Daarbij wordt uitgelegd waarom er iets gedaan moet worden. Als leerlingen alsnog weigeren te doen wat de volwassene vraagt, zal in extreme gevallen een fysieke benadering niet uitgesloten zijn. Het voltallige schoolteam wordt structureel getraind in het (preventief) verantwoord fysiek ingrijpen. De veiligheid van medeleerlingen en schoolteam moet te allen tijde gewaarborgd zijn!

21 22


Time-out De klassenmentor of de leerling zelf kan aangeven dat een time-out gewenst is.    

In eerste instantie wordt de leerling aangesproken op zijn gedrag (competentiegericht). Vervolgens is er de mogelijkheid om op school een time-out te krijgen onder toezicht van een medewerker van school, gedurende een afgesproken tijd. Soms is het noodzakelijk om een leerling kort (dag, dagdeel) uit de lessituatie te halen om escalatie van problemen te voorkomen. Met de groepsleiding wordt het moment van terugkomen afgesproken. Bij externe leerlingen wordt contact gezocht met thuis wanneer escalatie dreigt.

Duidelijk omschreven regels voor de leerlingen Naast de beschreven gedragscode hebben wij uiteraard ook een schoolreglement waar regels in staan waaraan alle leerlingen zich moeten houden. Een belangrijk onderdeel van deze regels is de omgang met anderen. Veel van onze leerlingen hebben juist daar problemen mee. Zij gebruiken andere regels dan de maatschappij van hen verlangt. De gedragscode en de schoolregels dragen er toe bij dat het voor ons allemaal duidelijk wordt hoe wij ons moeten gedragen op VSO De Korte Dreef. Daarbij willen wij vooral de nadruk leggen op: Omgaan met anderen Wij hebben respect voor onze leerlingen. Wij willen ook met respect behandeld worden door de leerlingen. Ook vinden wij het erg belangrijk dat leerlingen elkaar respecteren en accepteren. Iedere leerling moet zich op onze school veilig voelen. Daarom treden wij op wanneer er sprake is van agressie, geweld, bedreigingen en pestgedrag. De sfeer Wij zijn voorstander van een open, gezellige sfeer op school, informeel wanneer dat kan en formeel wanneer dat moet. Dat kan alleen als de verhoudingen tussen volwassenen en leerlingen duidelijk zijn. Structuur, regelmaat en duidelijkheid Wij proberen de school zo in te richten dat het voor iedere leerling duidelijk is wat van hem /haar verwacht wordt.


Strafbare feiten Indien er sprake is van strafbare feiten (Wetboek van Strafrecht), schakelt de school altijd de politie in. Daarnaast wordt er, indien nodig, door de school en/of betrokken medewerker aangifte gedaan om de strafvervolging te starten. Indien een leerling van school slachtoffer is van strafbare feiten, gepleegd door een medeleerling, ondersteunt de school het slachtoffer bij het doen van aangifte. Iedereen is anders De school neemt haar verantwoordelijkheid ten aanzien van het creëren van een prettig pedagogisch klimaat zeer serieus. Dat betekent dat wij respectvol omgaan met verschillen tussen mensen. Als uitgangspunt hanteren wij hiervoor dat ieder mens recht heeft op een gelijke behandeling ongeacht sekse, ras, seksuele voorkeur, godsdienst, leeftijd en handicap. Personen (leerlingen en personeelsleden) die zich ongelijk behandeld voelen, kunnen via de geldende regeling hun klachten kenbaar maken. Regels voor schorsing en verwijdering Ondanks alle goede afspraken en bedoelingen kan het wel eens fout lopen. Het ingewikkelde van ons werk is dat iedere leerling zijn/haar eigen aanpak nodig heeft. Dit maakt het moeilijk om een éénduidige manier van aanpak te omschrijven. Daarnaast is het een gegeven dat de leerlingen op onze school hun omgeving vaak naar hun hand proberen te zetten. Dit kan leiden tot situaties waarin een leerling ten koste van anderen zijn/haar macht probeert te laten gelden of uit te breiden. Schorsing of verwijdering van leerlingen komt in de praktijk niet vaak voor, maar reden voor een schorsing of verwijdering kan zijn:  voortdurend grensverleggend storend gedrag van de leerling;  bedreigend gedrag van de ouders;  gedrag dat een onevenredig deel van de schoolorganisatie opeist;  dat de mogelijkheden van de school in de begeleiding van de leerling zijn uitgeput. Het College van Bestuur hecht waarde aan een veilige school voor leerlingen en medewerkers. Fysieke agressie naar medewerkers kan dan ook leiden tot definitieve verwijdering van school. Dit geldt ook voor fysieke agressie naar medeleerlingen. Van schorsing of verwijdering wordt door het bevoegd gezag bericht gedaan aan ouders, verzorgers of voogden en inspectie. De school heeft een inspanningsverplichting van acht weken om een verwijderde leerling elders op een school geplaatst te krijgen.

23 24


Schoolreglement (met betrekking tot de dagelijkse gang van zaken) Als we de school voor iedereen zo leefbaar mogelijk willen houden, zullen we ons aan een aantal regels moeten houden. Bovendien moeten we als school aan bepaalde wettelijke eisen voldoen.  De lessen moeten op tijd beginnen. Bij de bel gaan we met de mentor naar het lokaal, zodat de lessen direct kunnen beginnen.  Op school wordt op een nette manier met elkaar en elkaars spullen omgegaan.  We zorgen er samen voor dat het in ons gebouw rustig, veilig en netjes is.  Voor de gymlessen is sportkleding verplicht. Ook een tas waarin de sportkleding kan worden meegenomen is verplicht. Als je de gymlessen niet kan meedoen, moet je een briefje van de ouders/verzorger meenemen, waaruit blijkt dát en waarom je niet kunt meedoen.  Eten, drinken en roken is alleen tijdens de pauzes toegestaan. Het gebruik van alcohol en drugs is op school wettelijk niet toegestaan (zie genotmiddelenreglement).  In de ochtendpauze krijgen de leerlingen drinken dat door school verstrekt wordt. Een versnapering zal vanuit de woongroep of van thuis moeten worden meegenomen.  Toestemming om naar de woongroep of naar huis te gaan wordt alleen door de locatiedirectie of de orthopedagoog gegeven.  Je hebt alleen spullen bij je, die je gebruikt/nodig hebt tijdens de lessen.  Mobiele telefoons/mp3-spelers/i-pods mogen tijdens schooltijd (inclusief de pauze) niet worden meegenomen. In voorkomende situaties kan het apparaat in beslag worden genomen en na overleg aan de ouders/verzorgers teruggegeven. De school is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal van telefoons e.d.  Breng geen waardevolle spullen mee naar school. De school is niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor vermiste spullen. Uitlenen of verkopen van eigen spullen is niet geoorloofd.  Gokken en/of handel om geld of goederen in welke vorm dan ook is verboden op school.  Voor leerlingen van de woongroepen op het terrein, is het niet toegestaan met brommer of fiets naar school te komen; externe leerlingen dienen hierover overleg te plegen met de locatiedirectie.  Bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten is er een opvangrooster. De opvangleerkracht bepaalt de invulling van de opvangles, waarbij gestreefd wordt naar handhaving van het gebruikelijke rooster.  Het is verboden zonder toestemming foto‟s, films en of geluidsopnamen te maken van medeleerlingen of personeel. Dit in verband met de privacy van de betrokkenen.  Worden er schoolactiviteiten gefotografeerd (bijv. voor de website van school) dan kan een leerling altijd aangeven dat de foto niet gebruikt mag worden. 24 Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014 25

Genotmiddelenreglement De school heeft als uitgangspunt dat het gebruik van alcohol en/of drugs de veiligheid op school ernstig in gevaar brengt. De gebruiker(ster) heeft een ernstig probleem dat behandeling vereist. De gebruiker(ster) brengt zichzelf en anderen in gevaar door de gevolgen van dit drugsgebruik. De school zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen en de gebruiker(ster), medeleerlingen en medewerkers tegen de gevolgen van het omgaan met drugs moeten beschermen. Bij drugshandel door leerlingen zal de school ook moeten optreden om medeleerlingen te beschermen, omdat de school de veiligheid van de leerlingen moet kunnen garanderen. In alle zaken waar het gaat om gebruik, handel of vermoeden van handel in drugs zal de school direct de politie inschakelen. Alcohol en cannabis Het in bezit hebben, verhandelen of gebruiken van hier niet met name genoemde wettelijk verboden stoffen is op school niet toegestaan.  Op school is het voor een leerling verboden onder invloed van drugs te zijn. De school kan niet verantwoordelijk zijn voor de gevolgen voor de leerling en/of school indien er sprake is van het onder invloed van drugs zijn.  Het is niet toegestaan om middelen in bezit te hebben, te verhandelen of te gebruiken met als doel de werking van een genotmiddel na te streven (bijv. het verhandelen van medicatie). De genoemde regels gelden voor de dagelijkse gang van zaken op school. 

Sancties alcohol en cannabis Wanneer een leerling de regels overtreedt, krijgt deze leerling direct een time-out voor die dag. De locatiedirectie is verantwoordelijk voor het in kennis stellen van ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers. Bij terugkeer volgt een gesprek met de locatiedirectie. Bij herhaling van de overtreding volgt wederom een time-out. Ook nu is het de verantwoordelijkheid van de locatiedirectie de ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers op de hoogte te stellen. De ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers worden verzocht bij het terugkeergesprek op school aanwezig te zijn. In het gesprek wordt nagegaan of het drugsgebruik een probleem vormt voor de leerling. Het advies tot het zoeken van hulp kan een vervolg zijn.

25 26


Blijft de leerling de regels overtreden dan volgt een schorsing (individueel bepaald) en kan hulpverlening als voorwaarde gesteld worden voor terugkeer op school. Bij een schorsing worden naast de ouders/verzorgers/ wettelijk vertegenwoordigers ook de schoolinspectie en de leerplichtambtenaar geïnformeerd. In de periode dat de leerling niet op school is (door schorsing) biedt de school schoolwerk aan en kijkt dit na. Bij terugkeer op school volgt ook nu weer een gesprek met de locatiedirectie waarbij de ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers aanwezig zijn. In dit gesprek worden bindende afspraken gemaakt en op papier vastgelegd. Sancties overige drugs Wanneer een leerling de regels over (hard)drugs overtreedt, krijgt deze direct een schorsing. In een gesprek tussen betrokkene en schoolleiding wordt het traject, afhankelijk van het probleem/de problematiek, bepaald en eventueel de schorsing opgeheven. De locatiedirectie is verantwoordelijk voor het in kennis stellen van ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers. Tevens worden de inspectie, leerplichtambtenaar en de politie door school op de hoogte gesteld. De leerling die (hard)drugs gebruikt/in bezit heeft/verhandelt, wordt in principe verwijderd van school. Echter, indien de leerling een programma volgt of heeft gevolgd via een aanbieder verslavingszorg (Grift – Tactus) of andere adequate zorg ontvangt, waarbij de uitkomst of het perspectief is dat de leerling zichzelf en zijn/haar schoolomgeving niet in gevaar brengt, kan de leerling eventueel terugkeren op school. Dit ter beoordeling van het College van Bestuur. In de periode dat de leerling niet op school is, i.v.m. het zorgtraject, het politieonderzoek e.d., biedt de school schoolwerk aan en kijkt dit na. Bij terugkeer op school volgt ook nu weer een instroomgesprek met de locatiedirectie waarbij ook de ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers aanwezig zijn. In dit gesprek worden bindende afspraken gemaakt en op papier vastgelegd.


Controle Als de locatiedirectie sterke vermoedens heeft van drugshandel, kan besloten worden om periodiek controles uit te voeren. Leerlingen worden dan gecontroleerd op het bezit van drugs. Als zij drugs in hun bezit hebben, wordt hiervan melding gemaakt bij de politie. Ook nu stelt de school ouders/ verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers op de hoogte. De leerling krijgt direct een time-out of een schorsing afhankelijk van de ernst van de overtreding. In de periode dat de leerling niet op school is (door schorsing) biedt de school schoolwerk aan en kijkt dit na. De ouders/verzorgers/wettelijk vertegenwoordigers worden verzocht bij het terugkeergesprek op school aanwezig te zijn. Uitzonderingen Aangezien wij een school voor speciaal onderwijs zijn, is het goed mogelijk dat van de regels afgeweken wordt. Dit geschiedt altijd in afstemming met de locatiedirectie. Hulpverlening drugsproblematiek Onder hulpverlening verstaan wij passende hulp voor het onderliggende probleem. De school zal hier altijd een adviserende en verwijzende rol vervullen. Op school is het uitgebreide genotmiddelenprotocol in te zien. Medicijngebruik Paracetamol wordt enkel na overleg met de orthopedagoog of de adjunctdirecteur uitgereikt en maximaal twee maal per dag aan dezelfde leerling. De leerling neemt de paracetamol in, in bijzijn van de verstrekker. Bij frequent gebruik worden de ouders/verzorgers geïnformeerd zodat zij met hun kind een arts kunnen raadplegen. Voor overige medicijnen dient de verstrekker zich te houden aan de afspraken die met ouders gemaakt zijn. Op school is er de mogelijkheid dat leerlingen hun medicatieverstrekking laten verzorgen door de klassenmentor en/of adjunct-directeur. Dit in overleg met ouders/verzorgers. Wij pleiten hiervoor omdat dan inzichtelijk en controleerbaar is hoeveel en welke medicatie aanwezig is in school.

27 28


Kledingvoorschriften De leerling is vrij in de keuze van zijn/haar uiterlijk. Toch hanteert school een aantal stelregels waaraan moet worden voldaan. Het gaat om de volgende regels:  Het is verboden kleding te dragen die kan worden uitgelegd als racistisch of anderszins discriminerend of provocerend.  In de praktijklokalen worden de geldende voorschriften op het gebied van veiligheid en hygiëne in acht genomen. De aanwezige praktijkleerkracht zal leerlingen verzoeken werkkleding te dragen en eventuele sieraden tijdelijk af te doen.  De gekozen kleding mag geen belemmering vormen voor het onderhouden van oogcontact tussen leerkracht en leerling. Het dragen van hoofddeksels is tijdens de lessen niet toegestaan.  Indien een leerling in “aanstootgevende” kleding (kleding die te veel van het lichaam onbedekt laat) naar school komt, kan de locatiedirectie of orthopedagoog de leerling verzoeken zich te gaan omkleden of gebruik te maken van een door de school beschikbaar gesteld kledingstuk. Regels voor het overblijven   

Alle leerlingen blijven op school in de pauzes. Overblijvers zijn gedurende de gehele pauze op het schoolterrein en volgen de aanwijzingen op van de surveillanten. Op de eerste dag van het schooljaar wordt meegedeeld welke regels er gelden voor het overblijven. Roken in het schoolgebouw is niet toegestaan.

Regels voor het gebruik van schoolmaterialen  

 

Iedereen is verantwoordelijk voor de in bruikleen gegeven schoolspullen. Vermiste of beschadigde spullen moeten worden betaald. Elke leerling is medeverantwoordelijk voor het gebouw, meubilair, de inventaris en schoolomgeving. Een nette omgeving werkt prettiger. Niemand zit op tafels of met de benen op stoelen of tafels. Leerlingen komen alleen met toestemming van de leerkracht aan verwarming, zonwering en gordijnen. Ook gaan we op een verantwoorde manier om met computers in het lokaal. Moedwillig aangerichte schade moet worden vergoed. Het is niet toegestaan om op school messen, dikke viltstiften en/of spuitbussen bij zich te hebben. Deze spullen worden steeds ingenomen en niet teruggegeven. (Gym)Tassen mogen tijdens de pauzes en gymlessen in het lokaal geplaatst worden.


WAT HEEFT UW ZOON/DOCHTER/PUPIL NODIG? Voor een goede start in het nieuwe schooljaar is het verplicht dat uw zoon of dochter de volgende spullen aanschaft en bij zich heeft:  Gymspullen: schoenen, broek en shirt.  Tas, waarin de gymspullen vervoerd kunnen worden. We verwachten dat, als het schooljaar 2013 - 2014 voor uw kind begint, deze schoolspullen aangeschaft zijn.

HUISWERK Er zal zeer sporadisch huiswerk meegegeven worden. De klassenmentor zal, in samenspraak met ouders/verzorgers, bepalen óf en in welke mate huiswerk gewenst is. De klassenmentor zal dit steeds volgen en begeleiden.

29 30


BURGERSCHAPSVORMING Als school werken we aan de vorming van leerlingen tot betrokken burgers. In 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen. Ook Scholengemeenschap De Korte Dreef wil zijn bijdrage leveren aan deze ontwikkeling, daarbij wel lettend op het speciale “karakter” van onze leerlingen. Als school besteden we dan ook aandacht aan: 

Het aanleren van sociale gedragscodes door op een respectvolle manier samen te leven in school (zie elders in schoolgids). Dit komt dagelijks tot uiting in hoe wij als volwassenen met leerlingen omgaan en hoe wij willen dat leerlingen met elkaar omgaan.



Scholengemeenschap De Korte Dreef is een multiculturele school. Alle religies, maatschappelijke stromingen en culturele minderheden zijn op onze school vertegenwoordigd. Respect voor elkaars opvattingen en begrip voor elkaars culturele achtergrond achten we van groot belang. Tijdens mentorgesprekken en maatschappijleerlessen komen dergelijke onderwerpen aan bod en worden deze bespreekbaar gemaakt. Ook tijdens andere lessen of lessituaties, waarbij de docent het nodig acht, zal hier aandacht aan besteed worden.



Door het trainen van sociale vaardigheden, leren we onze leerlingen kennis en inzicht te verwerven in hun eigen sociale omgang, zodat ze zich bewust kunnen ontwikkelen als Europees/wereldburger.



Van leerlingen verwachten we dat zij meedoen in school, meepraten en initiatieven aandragen om zodoende ook zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun ontwikkeling.



Tijdens de lessen geschiedenis en maatschappijleer komt het begrip democratie naar voren. Hierdoor leren onze leerlingen hoe onze maatschappij bestuurlijk is ingericht.

Als u onze schoolgids leest, zult u merken dat burgerschapskunde een rode draad is in ons dagelijks denken en doen.


LEERLINGENVERVOER Voor het vervoer van en naar school moet de Gemeente een vergoeding geven. Leerlingen uit de regio komen in aanmerking voor dagelijks vervoer, de leerlingen van de zorginstellingen voor weekend- en vakantievervoer. De vergoeding voor vervoer moet door de ouders, voogden of verzorgers worden aangevraagd bij de afdeling onderwijs van de Gemeente. Indien de Gemeente advies vraagt aan de Commissie voor Begeleiding, dan wordt dit door de locatiedirecteur van de school gegeven. Het leerlingenvervoer is een zaak tussen de Gemeente enerzijds en ouders/ verzorgers of voogden anderzijds. Er hoeft door de ouders/verzorgers geen eigen bijdrage te worden betaald. Gedragsregels leerlingenvervoer Leerlingen, die om welke reden dan ook naar school worden gebracht met de taxi, dus met aangepast vervoer, zijn passagiers. Zij dienen zich dus ook te gedragen als „normale‟ passagiers. Verbaal of fysiek wangedrag tegenover chauffeur of medepassagiers is nooit acceptabel. De school heeft in overleg met de mensen van het vervoer het volgende beleid uitgestippeld, te hanteren in voorkomende situaties: A    

Onacceptabel gedrag: Niet op tijd klaarstaan voor vervoer ‟s ochtends of ‟s middags. Niet luisteren naar aanwijzingen van de chauffeur, bijvoorbeeld over welke zitplaats, gebruik van gordels, eten/drinken/roken in de taxi. Schelden op de chauffeur, medepassagiers of mensen op straat. Fysiek geweld tegen chauffeur of medepassagiers.

31 32


B

Plan van actie:

1.

Mondelinge waarschuwing in de taxi en melding hiervan bij aankomst op de plaats van bestemming bij ouders/verzorgers of dhr. W. Hummelink (leerlingen- en vervoerscoördinator).

2.

Officiële mondelinge waarschuwing in de taxi en melding hiervan bij aankomst, gevolgd door een schriftelijke melding bij ouders/verzorgers (kopie naar school, vervoersbedrijf en gemeente).

3.

Schorsing voor bepaalde tijd uit de taxi, bijvoorbeeld 1 dag, 2 dagen of 1 week. Melding hiervan bij dhr. W. Hummelink en schriftelijke melding bij ouders/verzorgers (kopie naar school, vervoersbedrijf en gemeente).

4.

Schorsing voor onbepaalde tijd uit de taxi (bericht naar ouders/ verzorgers, school, vervoersbedrijf en gemeente). Opheffen van de schorsing kan slechts nadat partijen rond de tafel hebben gezeten en een oplossing hebben besproken.

N.B. Volgens de wet op de leerplicht zijn ouders/verzorgers verplicht ervoor zorg te dragen dat hun kind de school bezoekt. Bij schorsing door de vervoerder zullen ouders/verzorgers zelf vervoer moeten regelen. De kosten hiervan zijn voor eigen rekening. C

Aanspreekpunt bij probleemsituaties:

Vervoerscoördinator:

Dhr. W. Hummelink Adjunct-directeur S.G. De Korte Dreef Korte Dreef 1 7271 NM Borculo tel. 0545 – 27 56 56

Geregeld is er ook contact met Arriva (openbaar vervoer). Problemen in trein of bus worden opgelost in overleg met Arriva volgens de regels die gelden voor het openbaar vervoer in Nederland.


PERSONEEL DE KORTE DREEF Functie

Naam

Locatiedirecteur

Dhr. Herman Pol

Adjunct-directeur

Dhr. Wijnand Hummelink

Orthopedagoog

Mevr. Annemiek Gerbers

Mentoren: Mentor Onderbouwklas

Mevr. Rieke Peters

Mentor Onderbouwklas

Mevr. Laura Niemeijer


Dhr. Niek Roode


Dhr. Thomas Helmers


Dhr. Jeroen ten Lande


Dhr. Peter Reuvers


Dhr. Rick Meijeringh


Mevr. Jeanet Belterman


Dhr. Marco van Bree

Mentor Arbeidklas

Dhr. Hugo Ruiken

Mentor Arbeidklas

Dhr. Mark Kampman

Mentor Arbeidklas

Dhr. Leo de Jong

Mentor Arbeidklas

Dhr. Stijn Steentjes

Mentor Arbeidklas

Dhr. Wilco Jansen

Mentor Onderbouw-/Arbeidklas

Mevr. Femke Dijkman

Mentor Onderbouw-/Arbeidklas

Mevr. Evelien Beskers

Leraarondersteuners: Arbeid

Dhr. Dick Zwiers

Arbeid

Dhr. Rob van Hal

Arbeid

Dhr. Ramon Barkel

Arbeid

Dhr. Gerrit van Koningsveld

Arbeid

Dhr. Martin Lensink

33 34


1:1 klas: Mentor

Dhr. Luc Glandrup

Agogisch medewerker

Mevr. Anouk Overbeek

Leraarondersteuner

Dhr. Jasper Koerselman

Vakdocenten: Vakdocent Horeca

Dhr. Aloys Duis

Vakdocent Groen

Dhr. Erik Kleinluchtenbeld

Vakdocent Algemene Techniek

Dhr. Hendri Weenk

Vakdocent Handvaardigheid

Mevr. Cynthia Tiekstra

Vakdocent Lichamelijke Opvoeding

Dhr. Jeroen Brockötter

Onderwijs Ondersteunend Personeel: Logopedie

Mevr. Yvonne van Kernebeek

Administratie

Mevr. Tiny Flierman

Conciërge

Dhr. Harry Ligtenbarg

Huishoudelijke Dienst

Mevr. Hannie Sprukkelhorst


Mevr. Wilma Klein-Gunnewiek


Mevr. Marieke Molendijk


34

SOTOG Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland (SOTOG) heeft scholen voor kinderen met ernstige problemen in het gedrag, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. Scholengemeenschap De Korte Dreef is onderdeel van de Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland. De Korte Dreef is een Cluster 4 school in de categorie VSO-ZMOK-LVG. Het bevoegd gezag van de school berust bij het College van Bestuur van de Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland (SOTOG). De Stichting maakt deel uit van het Regionaal Expertise Centrum (REC) Oost Nederland (www.recoost.nl). College van Bestuur Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland Postbus 58 7270 AB Borculo F.P.J. de Vries, voorzitter College van Bestuur De dagelijkse leiding De dagelijkse leiding van Scholengemeenschap De Korte Dreef berust bij: H.J. Pol, locatiedirecteur De Korte Dreef W. Hummelink, adjunct-directeur De Korte Dreef De medewerkers zijn op school te bereiken onder nummer 0545-275656

35 36


DIVERSE INSTANTIES Inspectie Speciaal Onderwijs De school valt onder de Inspectie Speciaal Onderwijs: Inspectie van het onderwijs E [email protected] I www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs:

tel. 0800 – 8051

Meldpunt vertrouwensinspecteurs: tel. 0900 – 111 3 111 Vertrouwenspersoon en klachtencommissie Van rechtswege is het verplicht op school een vertrouwenspersoon aan te wijzen bij wie medewerkers en leerlingen (of namens hen ouders, verzorgers of voogden) zich met problemen kunnen melden. Ook is er een klachtencommissie ingesteld. Het modelreglement vertrouwenspersoon en klachtencommissie ligt op school ter inzage. Jaarlijks rapporteren de vertrouwenspersoon en klachtencommissie aan het bestuur over de in behandeling genomen klachten. Klachtencommissie:

Klachtencommissie van het Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag tel. 070 – 392 55 08

Vertrouwenspersoon:

Mevr. J.G.E. van Rijn tel. 06 – 53 75 55 37

Vertrouwenspersoon:

locatie De Korte Dreef: Mevr. A. Gerbers

Schoolarts Alle leerlingen van onze school kunnen een algemeen onderzoek krijgen door mw. Kelly (schoolarts). Mocht u hier vragen of opmerkingen over hebben, gelieve contact op te nemen met de school (mevr. Gerbers, orthopedagoog). Mevr. K. Kelly, jeugdarts G.G.D. Gelre-IJssel, GTT Doetinchem T 0314 – 32 12 60 I www.ggdgelre-ijssel.nl 36 Schoolgids De Korte Dreef 2013-2014 37

DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD De medezeggenschapsraad (MR) is een orgaan voor inspraak. Het is haar taak ervoor te zorgen dat iedereen in staat wordt gesteld zijn belangen naar voren te brengen, toe te lichten en te verdedigen. Het is ook haar taak om een klimaat te scheppen van openheid, openbaarheid en onderling overleg. Het gaat de MR uiteindelijk maar om één ding: het reilen en zeilen van de school. Onder de MR 01QH VSO van SOTOG vallen de volgende scholen en/of dagvoorzieningen: VSO Klein Borculo, VSO Isselborgh, VSO de Korte Dreef, VSO de Veenlanden, Pactum Lochem en de Horizon te Doetinchem. Deze worden vertegenwoordigd door een lid in de raad of middels een persoon die dient als aanspreekpunt op de desbetreffende school. Het wettelijk voorgeschreven medezeggenschapsreglement dient als leidraad voor de MR. Het MR reglement ligt op school ter inzage. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u de MR ook mailen: [email protected] Oudervertegenwoordiging:

Personeelsvertegenwoordiging: Voorzitter: Secretaris: Lid: Adviserend lid:

Mevr. J. van Huet Dhr. H. Stam Dhr. J. Veldman Vacature Dhr. E. Hunter / Dhr. T. Helmers Mevr. M. Eskes Mevr. M. Otte Dhr. P.H.M. Timmermans Mevr. A. Jacobs

37 38


De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR is een orgaan voor inspraak op bovenschools niveau. Als er zaken geregeld worden voor een aantal scholen tegelijk, in het geval van de Stichting speciaal onderwijs Twente en Oost Gelderland, is het handig als de medezeggenschap ook centraal geregeld is. In de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zitten vertegenwoordigers van alle scholen die zijn aangesloten bij de stichting SOTOG. De GMR overlegt met het College van Bestuur van SOTOG. Samenstelling GMR: namens VSO Klein Borculo namens VSO De Isselborgh namens Elimschool/de Wissel

Mevr. M. Otte Mevr. B. Harmsen Mevr. M. Moll

oudergeleding VSO Klein Borculo oudergeleding Elimschool/de Wissel oudergeleding De Isselborgh

Mevr. J. van Huet Mevr. A. Geels Dhr. A. Draper


VRAGEN EN ANTWOORDEN PASSEND ONDERWIJS De invoering van passend onderwijs roept nog veel vragen op. Hebben ouders nog de vrije keuze voor een school? Hoe zit het precies met de bekostiging? Op de website van passend onderwijs (www.passendonderwijs.nl) vindt u de antwoorden op veel gestelde vragen. Hierbij een selectie van veel gestelde vragen en antwoorden. Wat is passend onderwijs? Goed onderwijs voor alle leerlingen, ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Voor de meeste kinderen is het reguliere onderwijs de beste plek, want dat biedt de beste voorbereiding op een vervolgopleiding, meedoen in de samenleving en zelfredzaamheid. Als het echt nodig is, kunnen kinderen naar het speciaal onderwijs. De ontwikkeling van het kind en de ondersteuning die het daarbij nodig heeft, vormt in het regulier en speciaal onderwijs het uitgangspunt. Ouders worden bij de keuze nauw betrokken. Wordt het speciaal onderwijs opgeheven? Nee, het speciaal onderwijs blijft ook na de invoering van passend onderwijs bestaan. Net als nu, is er ruimte om de huidige 70.000 plaatsen in het speciaal onderwijs in stand te houden. Hoe is passend onderwijs georganiseerd? Met passend onderwijs wordt de organisatie en de bekostiging van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben veranderd. Zo krijgen de scholen de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen die worden aangemeld een zo passend mogelijke plek te bieden. Dit kan een plek zijn op de eigen school of een plek op een andere school die het kind beter kan ondersteunen. Ouders worden daarbij nauw betrokken. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede plek te kunnen bieden, gaan reguliere en speciale scholen regionaal samenwerken in een SWV. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Komen er straks niet te veel leerlingen met een zware ondersteuningsbehoefte in een gewone klas? Passend onderwijs betekent niet dat alle leerlingen naar het reguliere onderwijs gaan. Het speciaal onderwijs blijft immers gewoon bestaan voor leerlingen die specialistische ondersteuning nodig hebben. De reguliere en speciale scholen binnen het samenwerkingsverband maken afspraken over de extra ondersteuning aan leerlingen en over welke leerlingen geplaatst kunnen worden in het speciaal onderwijs. Dit gebeurt in nauw overleg met ouders. Kinderen die nu in het speciaal onderwijs zitten, hoeven bij de invoering van passend onderwijs ook niet van de ene op de andere dag over te stappen naar een gewone school. Er blijft ruimte om de huidige 70.000 plaatsen in het speciaal onderwijs te houden. De inzet is echter wel dat het 39 40


aantal leerlingen in het speciaal onderwijs niet verder groeit, doordat meer kinderen passend onderwijs krijgen op een reguliere school. Hebben ouders nog wel inspraak? Ouders en school kennen het kind. Daarom is goed samenspel tussen hen belangrijk als het om de beste plek voor het kind gaat. Ouders kiezen altijd zelf de school waarop ze hun kind aanmelden. Als het kind niet op die school terecht kan is de school verantwoordelijk om een andere passende plek aan te bieden. Dat gebeurt in nauw overleg met de ouders. Ouders hebben dus een belangrijke stem in dat proces. Bij verschil van mening met de school kunnen ouders bezwaar indienen bij de school, hun klacht voorleggen aan een landelijke geschillencommissie, een onderwijsconsulent om bemiddeling vragen of naar de rechter gaan. Ouders waarvan het kind al op school zit kunnen via medezeggenschap invloed uitoefenen op het profiel van de school (welke ondersteuning een school wel of niet kan bieden aan kinderen). Daarnaast krijgen ouders en leraren ook medezeggenschap op het beleid en de inzet van de middelen van het samenwerkingsverband Tot 1 augustus 2014 worden indicaties afgegeven voor (v)so door de Commissie voor de indicatiestelling (CvI). Blijft deze indicatie ook na 1 augustus 2014 geldig? Met de invoering van passend onderwijs, per 1 augustus 2014, krijgen scholen een zorgplicht. Op basis daarvan moeten zij voor alle leerlingen een passend onderwijsprogramma bieden. De landelijke indicatiestelling voor (v)so en de rugzakken vervalt. In plaats hiervan beoordeelt het samenwerkingsverband per 1 augustus 2014 of een kind mag worden toegelaten tot het (v)so. In de wet is een overgangsregeling opgenomen. Leerlingen die op 1 augustus 2014 in het (v)so staan ingeschreven, mogen daar nog maximaal 2 jaar blijven. De samenwerkingsverbanden moeten in die 2 jaar beoordelen of speciaal onderwijs nog steeds het best passende aanbod is (als dit zo is blijft de leerling in het speciaal onderwijs), of dat er mogelijkheden zijn om de leerling met extra begeleiding in te schrijven op een reguliere school. Wanneer de leerling na het eerste jaar van het so naar het vso gaat, moet volgens de nieuwe systematiek een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven door het samenwerkingsverband waar de leerling woont. Regionale expertisecentra (rec‟s), samenwerkingsverbanden en scholen kunnen ouders informeren over de wijzigingen per 1 augustus 2014. Moeten leerlingen in het (V)SO nog geherindiceerd worden? Leerlingen waarvan de indicatie afloop voor 1 augustus 2014 en ook na die datum nog zijn aangewezen op (voortgezet) Speciaal Onderwijs, moeten voor 1 augustus 2014 geherindiceerd worden. Leerlingen die voldoen aan de huidige indicatiecriteria krijgen een herindicatie voor de aansluitende periode.


Moeten rugzakleerlingen geherindiceerd worden? Herindiceren van leerlingen met LGF, waarvan de indicatie per 31 juli 2014 afloopt, voor de periode na 1augustus 2014 is in principe niet nodig tenzij de leerling overstapt naar het (V)SO. De school heeft vanaf die datum zorgplicht om een passend mogelijk aanbod te bieden. Mag ik na 31 juli 2014 mijn kind nog aanmelden bij het (v)so? Vanaf 1 augustus 2014 wordt de zorgplicht ingevoerd. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun voorkeur. Dat kan ook een school voor (V)SO zijn. Indien plaatsing in het (V)SO gewenst is, dient de school waar het kind is aangemeld een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aan te vragen bij het samenwerkingsverband (SWV). In deze verklaring word ook de duur van de plaatsing en de bekostigingscategorie opgenomen.

Welke regels zijn van toepassing bij een plaatsing in schooljaar 20142015? Indien de leerling per 1 augustus 2014 onderwijs wil gaan volgen in het (v)so, moet er wel tijdig een indicatie worden aangevraagd. Plaatsing per 1 augustus 2014 kan alleen wanneer dede toelatingsbeslissing voor die datum is 1 augustus 2014 kan alleen wanneer toelatingsbeslissing voor die datum genomen. Nieuwe aanvragen gaan vanaf 1 augustus 2014 viavia dede samenis genomen. Nieuwe aanvragen gaan vanaf 1 augustus 2014 samenwerkingsverbanden passend onderwijs

41 42



44


Schoolgids Scholengemeenschap De Korte Dreef. Korte Dreef NM Borculo. Postadres: Postbus AB Borculo

Recommend Documents