Schoolgids OBS de Kring
Schooljaar 2014- 2015
1
Beste ouders/ verzorgers, Het schooljaar 2014 – 2015 is van start gegaan en daarom is het weer tijd voor een nieuwe schoolgids. Deze schoolgids vertelt u over onze visie en missie, over onze werkwijze en hoe wij de zorg voor leerlingen organiseren en vorm geven. Ook treft u praktische informatie aan over de schoolorganisatie, schoolafspraken, externe organisaties, lestijden, vakantie- en studiedagen, etc. Voor u belangrijke informatie om te weten waar de school voor gaat en staat. Wat mag u van de school verwachten en wat verwacht de school van u. Dit schooljaar gaan we, buiten de kwaliteit van ons onderwijs handhaven en waar mogelijk nog verbeteren, enthousiast en gemotiveerd aan de slag om de verhuizing van de Kring naar de locatie in Genhout voor te bereiden en uit te voeren. Met de collega’s van Genhout zullen we gezamenlijke studiedagen en vergaderingen organiseren die in het teken staan van “samengaan” en het kennismaken met concept, visie en cultuur van de Kring, maar ook waar nodig en wenselijk het goede van de Hubertusschool meenemen in dit traject. Met ons allen zien we dit met veel vertrouwen tegemoet. In de organisatie van dit schooljaar hebben we rekening gehouden met een lichte daling van het leerlingenaantal. Dat betekent dat we dit schooljaar met 5 groepen starten. Nieuw dit schooljaar is de methode voor technisch lezen in de groepen 4, 5 en 6 . We implementeren de methode Timboektoe, die ook in Genhout gebruikt wordt. Verder werken we komend jaar weer verder aan het verder ontwikkelen van het Handelingsgericht werken, met name werken met groepsplannen. Hier is volgend Schooljaar opnieuw teamscholing voor gepland. Schoolbreed zullen we de coöperatieve werkvormen verder ontwikkelen. Hier zijn we vorig schooljaar mee gestart en deze werkvormen willen we dit schooljaar verder oppakken en borgen. De methode IPC wordt verder geïmplementeerd, hier zijn studiedagen voor georganiseerd, samen met de collega’s van Genhout. Door het werken met moderne methodes, Speelplezier, Wereldspel en IPC, die passen bij ons Ontwikkelingsgericht Onderwijs, nemen we onze leerlingen mee en maken hun klaar voor het 21e eeuws leren o.a. kritisch denken, filosoferen, ontwerpend leren en samenwerkend leren. Samen met de kinderen gaan we weer voor een fijn, boeiend, uitdagend en leerzaam schooljaar. Ik wens iedereen dan ook een heel fijn schooljaar toe!
Lyan Schreurs-Storcken Directeur OBS de Kring.
2
Inhoudsopgave:
1. Obs de Kring 2. Stichting Kindante 3. Adressen 4. Onze school, doelen en uitgangspunten 5. Het onderwijs 6. De resultaten van ons onderwijs 7. Activiteiten 8. Ouders 9. Klachten en klachtenprocedure 10. Diverse regelingen 11. Toelating, verwijdering en schorsing 12. Jeugdgezondheidszorg GGDZuid Limburg 13. Centrum Jeugd en Gezin 14. Schoollogopedie Gemeente Beek 15. Leerplicht 16. Opvang, voor, tussen en naschoolse 17. Collectieve verzekeringen 18. Vrije dagen en vakanties 19. Urentabel
blz. 3 blz. 3 blz. 4 blz. 7 blz. 8 blz. 28 blz. 32 blz. 34 blz. 38 blz. 40 blz. 44 blz. 46 blz. 47 blz. 48 blz. 49 blz. 51 blz. 52 blz. 55 blz. 56
3
1.
OBS de Kring. De behoefte bij ouders in Beek aan openbaar onderwijs vormt de basis van het ontstaan van onze school in 1985. Na tijdelijke huisvesting in verschillende bestaande gebouwen, vond de school in 1991 haar plek in een nieuw gebouwd modern schoolgebouw aan De Stegen. Door de voorspoedige groei werd in 1998 het schoolgebouw uitgebreid. Het schoolgebouw heeft naast de groeps-lokalen en bergingen, 2 centrale hallen met computers, de school-bibliotheek en een podium, een speelzaal en een handenarbeidlokaal. In samenwerking met de Stichting Kinderopvang Beek wordt in een lokaal de voor- en naschoolse opvang verzorgd door ‘De Speelkring’. Voor het personeel zijn aparte ruimtes beschikbaar voor overleg. De Stichting Kindante (Leren leren, leren leven) is het bestuur van onze school en 44 andere scholen in de regio. Momenteel telt OBS de Kring 110 leerlingen. De toekomst van de Kring ziet er echter veelbelovend uit. Per 01-08- 2015 verhuizen we naar Genhout. De school in Genhout sluit en de Kring met bijhorende visie, concept en cultuur verhuizen naar deze mooie onderwijslocatie. De school zal, zoals het er nu uitziet, starten met ongeveer 155 leerlingen. Een super uitdaging om daar iets heel moois van te gaan maken.
2.
Stichting Kindante. Stichting Kindante bestuurt 40 scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Sittard-Geleen, Schinnen, Stein en Maasgouw. Verder ressorteren onder het bestuur 3 SBO scholen en 2 SO scholen (ZMOK en ZMLK). De scholen van stichting Kindante zijn katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder of openbaar op een manier die bij onze tijd past. Binnen de scholen van Kindante staat het kind voorop. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Kindante is een onderwijskundige organisatie waar alle talenten in onze scholen kansen krijgen, groot kunnen en mogen worden, waar eenieder ongeacht achtergrond of afkomst zich welkom, gekend en erkend weet in authenticiteit en autonomie. We bieden een omgeving die zich kenmerkt door veiligheid, uitdaging, plezier en transparantie en onderwijs dat boeit en uitdaagt en uit kinderen wil halen wat er in zit. Daar waar het moet en waar het ook kan, bieden we onderwijs op maat. Binnen ons onderwijs wordt het kind in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een kansrijke medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving”. Leren ‘leren’ en leren ‘leven’ is hierbij het motto. We willen niet alleen de kinderen maar ook hun ouders leren kennen omdat ze onze belangrijkste educatieve partners zijn. Binnen het bestuurlijk concept van Kindante is het belangrijk dat iedere school binnen de wijk waarin de school gelegen is, tezamen met ouders vorm geeft aan het eigen schoolprofiel. 4
Naast dat eigen gezicht van iedere school worden binnen Kindante onderwijskundige ontwikkelingen in gang gezet, waaraan alle scholen op een eigen manier en kijkend naar de schoolpopulatie vormgeven. Kindante-scholen willen kwaliteitsscholen zijn, waar de kinderen geprikkeld worden zich optimaal te ontwikkelen en nadrukkelijk ook de mogelijkheid krijgen zich veelzijdig en harmonisch te ontwikkelen. Over de bereikte resultaten en de mate waarin we hierin succesvol zijn leggen we intern en extern verantwoording af. Het College van Bestuur van Kindante bestaat uit: drs. Y. Prince en dhr. M. van den Eijnden. De voorzitter van de Raad van Toezicht is: mevr. C. Langen Het College van Bestuur en het bureau Kindante zijn gehuisvest op onderstaand adres: Arendstraat 10 6135 KT Sittard tel. 046 – 4363366 Het postadres is: Stichting Kindante, Postbus 5156, 6130 PD Sittard
3.
Adressen.
3.1
Namen en adressen teamleden: Lyan Schreurs-Storcken Directeur
[email protected] Suzanne Nijsten
[email protected] IB-er groep 1 t/m 8 Leerkracht Vooruitgroep Lid Managementteam en plaatsvervangend directeur Inez Cuypers
[email protected] Leerkracht groep 1-2 Yvonne Smith
[email protected] Leerkracht groep 1/2 Sandra Willemsen
[email protected] Leerkracht groep 3/4 5
Claudia Vranken
[email protected] Leerkracht groep 3/4 Leanda Raeven
[email protected] Leerkracht groep 5/6 Leonie de Rooy
[email protected] Leerkracht groep 5/6 Jork Schellings
[email protected] Leerkracht groep 7 Frank Holkamp
[email protected] Leerkracht groep 8 Susanne Crijns
[email protected] Administratief medewerkster René Marks
[email protected] Conciërge 3.2
Overige adressen: Voorzitter Medezeggenschapsraad Dhr. M. Gelissen Roebroekpad 11 6191 WK Beek 046-4376301
Oudervereniging
Inspectie van het onderwijs Kantoor Tilburg Spoorlaan 420 Postbus 88 5000 AB Tilburg 040 – 2197000 www.owinsp.nl
Bestuur Stichting Kindante Het College van Bestuur: drs. Y. Prince en dhr. M. van den Eijnden Vz. Raad van Toezicht: drs. N. Bollen Arendstraat 10 6135 KT Sittard 046–4363366 Postadres: Stichting Kindante, Postbus 5156, 6130 PD Sittard
PCL Beek-Geleen-Stein
GGD Zuid Limburg
[email protected] Rek.nr. 57.64.19.206 t.n.v. Oudervereniging OBS De Kring
6
Permanente Commissie Leerlingzorg Postbus 359 Eloystraat 1a 6160 AJ Geleen 046-4105736
Locatie Geleen Postbus 2022 6160 HA Geleen 046-8506666
[email protected] www.ggdzl.nl
Logopedist Mw. A. Canton Laathof 24 6191 GE Beek 046-4378606
Regionaal Bureau Leerplicht Westelijke Mijnstreek Postbus 18 Knooppunt 8 6130 AA Sittard 046-4777492
Klachtencommissie Gymzaal Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Op de Windhaspel 4 Postbus 85191 Beek 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 E-mail:
[email protected] Website: www.onderwijsgeschillen.nl
Directie Lyan Schreurs-Storcken Grote Tienden 36 6124 CA Grevenbicht 046-4856406
Bureau Jeugdzorg Marianne Lanno Bergerweg 100 6135 KD Sittard 088-0072940
Buitenschoolse opvang, postadres Stichting kinderopvang Ubbeltje
Tussenschoolse opvang, postadres Stichting kinderopvang Ubbeltje Op de Windhaspel 4a 6191 LC Beek 046-4373407
Op de Windhaspel 4a 6191 LC Beek 046-4373407 Peuterspeelzaal ‘t Eigenwijsje Op de Windhaspel 4a 6191 LC Beek 046-4373407
CJG Beek Van Sonsbeecklaan 3 6191 JL Beek 046--4373900
7
4.
Onze school, doelen en uitgangspunten. De Kring is een openbare school: dat betekent dat iedereen welkom is ongeacht godsdienst, levensbeschouwing of maatschappelijke opvattingen. Wij willen actief omgaan met die verschillen: wij willen een bijdrage leveren aan het leren omgaan met elkaar op basis van respect voor elkaars verschillen. Op onze school wordt geen godsdienstles gegeven, wel leren de kinderen over geestelijke stromingen, met name binnen onze wereldoriënterende methode IPC. Wel willen we ouders die prijs stellen op godsdienstonderwijs de gelegenheid geven dit voor hun kinderen op school te organiseren. De Kring is een lerende school: vanuit een gezamenlijke visie investeren we in een leerproces waarbij de leerkrachten elkaar ondersteunen en samenwerken. We beseffen dat onze school nooit “af” is en dat we voortdurend aandacht moeten hebben voor het verbeteren van onze kwaliteit. Ook voor de kinderen geldt dat ze nooit klaar zijn met leren: door de snel veranderende samenleving is het niet meer mogelijk om kinderen kant en klaar voor te bereiden op de maatschappij van morgen. We zullen ze de vaardigheden moeten leren om in een nog onbekende toekomst hun eigen kennis te verwerven. De Kring is ook een open school. Kinderen opvoeden en onderwijzen zien we als een taak die school en ouders in overleg moeten uitvoeren. Ouders zijn altijd welkom op school om te praten met en over hun kinderen. Middels rapporten en vorderingsgesprekken brengen we verslag uit over de vorderingen van de kinderen. Daarnaast willen we ouders over het onderwijs op school informeren middels contacten met de oudervereniging, informatieavonden en ons tweewekelijkse Infobulletin. Omdat we er prijs op stellen de mening van de ouders over de school te horen zijn ouders vertegenwoordigd in een ouderpanel dat 3x per jaar met de directie en twee teamleden overlegt over schoolzaken. Aan elk begin van het schooljaar wordt een oproep aan ouders gedaan om zich hiervoor op te geven. Opgeven kan bij de eigen leerkracht of bij Lyan Schreurs,
[email protected] Als school proberen wij een gemeenschap te zijn waarin voor iedereen een veilige plaats is en waar aandacht is voor het omgaan met elkaar. Los van de activiteiten in de klas, organiseren we daarom ook gezamenlijke activiteiten voor de hele school in de gemeenschapsruimte. Daarnaast zijn de leerlingen vertegenwoordigd in het leerlingenpanel dat maandelijks met de directie overlegt. De eigen aard van het individuele kind is voor ons natuurlijk ook een aandachtspunt. Wij zien het kind niet alleen in het licht van de volwassene die het ooit zal zijn maar ook als persoon zoals het nu is. Het accepteren en respecteren van verschillen tussen kinderen is een eerste stap op weg naar het gebruiken van die verschillen als uitgangspunt voor leren. Door gebruik te maken van verschillende werkvormen, met name ook de coöperatieve werkvormen, willen we kinderen aanspreken op hun sterke kanten, meervoudige intelligentie / talentontwikkeling. Daarbij is het uitgangspunt dat kinderen op veel verschillende manieren intelligent kunnen zijn: iedereen is slim op zijn/haar eigen manier. 8
Met het oog op de kwaliteit van ons onderwijs volgen we de prestaties van de kinderen met een leerlingvolgsysteem zodat we hun ontwikkeling goed kunnen volgen en ons onderwijs aanpassen. Indien nodig en mogelijk krijgen kinderen extra begeleiding in de klas. Als een kind extra zorg nodig heeft kan de hulp ingeroepen worden van externe deskundigen. Als leidraad voor de verdere ontwikkeling van ons onderwijs, hebben we gekozen voor het concept van ontwikkelingsgericht onderwijs, leren in de zone van de naaste ontwikkeling. Centrale thema’s zijn daarbij: werken in thema’s, leren in situaties die voor kinderen betekenisvol en realistisch zijn, doelgericht onderwijs, actieve leerlingen die spelen en onderzoeken, het recht doen aan verschillen tussen kinderen. In de groepen 1 en 2 werken we volgens de methode Speelplezier, in de groepen 3 en 4 met de methode Wereldspel en in de groepen 5 tot en met 8 met de methode IPC. De Wet op het primair onderwijs schrijft voor wàt uw kind op de basisschool moet kunnen leren. Dit wordt beschreven in de zogenaamde kerndoelen. Onze school streeft ernaar te voldoen aan deze kerndoelen.
5.
Het onderwijs.
5.1
Jaarplan, Schoolplan en Zorgplan van onze school: De ontwikkelingen die wij op korte termijn voorstaan zijn vastgelegd in het “Jaarplan 2014 -2015”, voor de langere termijn in het “Schoolplan 2012-2015”. In 2012 is het schoolplan voor een volgende periode van 3 jaren ontwikkeld en vastgesteld. Tijdens het komende schooljaar gaan we werken aan het ontwikkelen van een nieuw schoolplan, 2015- 2019. Alle genoemde documenten, evenals het “Zorgplan 20142015” van het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek liggen op school ter inzage. De genoemde documenten vragen instemming van de MR, respectievelijk van de GMR.
5.2
De organisatie: Volgens het leerstofjaarklassensysteem zijn leerlingen verdeeld over 8 groepen. De school is verdeeld in 2 bouwen: de onderbouw groep 1 t/m 4 en de bovenbouw groep 5 t/m 8. Op onze school is Suzanne Nijsten als intern begeleider werkzaam, die de leerkrachten ondersteunt en coacht in hun onderwijstaak. De interne begeleider vormt samen met de directeur het managementteam van de school. Dit team geeft sturing aan het kwaliteitsbeleid van de school. Suzanne Nijsten, is tevens plaatsvervangend directeur. De leerkracht is de eerstverantwoordelijke voor het functioneren van de groep en de leervorderingen van de kinderen. Met vragen en opmerkingen kunt u daar op de eerste plaats terecht. Naast het lesgeven heeft elke leerkracht nog een aantal andere taken die noodzakelijk zijn om de school te laten functioneren, zoals: bedrijfshulpverlener, coördinator van vieringen, contactpersoon, lid van de medezeggenschapsraad, enz.
9
Er is een parttime conciërge aanwezig voor schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden, daarnaast werkt een parttime administratieve kracht op school. De Kring maakt deel uit van het samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek, waar samen met alle andere basisscholen in deze regio wordt gewerkt aan het zo goed mogelijk begeleiden van alle kinderen die extra zorg nodig hebben. Raad van Toezicht Kindante Bureau
vGMR College van Bestuur
Stichting Kinderopvang Ubbeltje Buitenschoolse Opvang Tussenschoolse Opvang
Directieoverleg Kindante
Directeur Administratief medewerkster
Medezeggenschapsraad Managementteam
Intern Internbegeleider
begeleider
Oudervereniging
5.3
Team onderbouw Groep 1 t/m 4
Team bovenbouw Groep 5 t/m 8
Coördinatoren: -ict -lezen/taal -cultuur -ogo -vooruitgroep -verkeer -rekenen Contactpersoon Conciërge
Zorg voor kinderen: Het aanbieden van een zo goed mogelijk onderwijsaanbod voor alle kinderen is het doel van de school. Omdat kinderen nu eenmaal verschillen is het nodig om binnen dit leerstofjaarklassensysteem gedifferentieerd te werk te gaan. Snelle leerlingen hebben andere impulsen nodig dan langzamer lerende leerlingen. De leerkracht tracht deze impulsen te geven door het aanpassen van de instructie, de leerstof en/of de leertijd. In de praktijk leidt dit er bijv. toe dat het ene kind meer tijd, instructie of hulp van de leerkracht krijgt dan het andere.
10
5.4
Dyslexiesoftware Op onze school zijn we in het bezit van ClaroRead. ClaroRead wordt waar nodig in de bovenbouw aangeleerd en ingezet. ClaroRead valt onder de noemer dyslexiesoftware. Dyslexiesoftware is software die van uw computer een hulp voor mensen met dyslexie maakt. Zo kunnen alle teksten voorgelezen worden. Er kunnen teksten gedigitaliseerd worden. Maar ClaroRead zal ook helpen bij het maken van een tekst. Voor ClaroRead geldt dat alle tekst die digitaal is, voorgelezen kan worden. Dit kan in alle programma's op de computer. Uit onderzoek is gebleken dat teksten beter en makkelijker begrepen worden wanneer deze auditief worden aangeboden aan mensen met taalproblematiek. Mensen met problemen bij de automatisering van het lezen en/of de spelling (dyslexie) kunnen met behulp van ClaroRead actief meelezen en oefenen.
5.5
Het schoolklimaat: Het schoolklimaat heeft te maken met de wijze waarop wij als leerkrachten en kinderen met elkaar omgaan. Wij streven hierbij het volgende na: Leerkrachten bevorderen een veilige omgeving voor de kinderen. Hierbij denken we niet alleen aan veiligheid in materieel opzicht maar ook aan veiligheid in emotioneel opzicht. De leerkracht streeft goede relaties na tussen leerkracht en kind en tussen kinderen onderling. Dit door aandacht te geven aan een vaste structuur in de klas die een doorgaande lijn heeft in de hele school. Belonen doen we als het kan en ongewenst gedrag willen we ombuigen in gewenst gedrag. Leerkrachten motiveren kinderen door hen regelmatig te belonen. Liever positief gedrag belonen en bevestigen dan de nadruk leggen op negatief gedrag. Soms is het toch nodig om storend gedrag te corrigeren. De Kring hanteert hierbij de brievenprocedure. Hierbij proberen wij voor de leerkracht en de groep nogal storend gedrag via een opbouwende wijze te bespreken, te corrigeren en te sturen. Dit kan zich in het verloop van de procedure ook uiten in afspraken tussen leerling, leerkracht en ouder(s), verzorger(s), eventueel in een verder stadium ook met de schoolleiding. Onze kapstokregels: Deze regels vormen de basis voor onze gedragscode, met als bijlagen het pestprotocol en de brievenprocedure. Het zijn regels die voor ons allemaal gelden en die gaan over algemeen acceptabel gedrag. Gedrag dat helpt voor een goede, prettige en veilige sfeer in en om de school. Als ook écht iedereen meehelpt en zich probeert te houden aan deze kapstokregels, dan kunnen we dat op school ook merken. Zowel in de klas als tijdens het overblijven (TSO) en naschoolse opvang (BSO) wordt aan deze regels aandacht gegeven. Leerkrachten stimuleren kinderen en dagen hen uit om zich te ontwikkelen. Leerkrachten zijn daarbij alert op kinderen die bang zijn om te presteren of juist bang zijn om fouten te maken. Begrip en geduld zijn hierbij nodig. Het zorgen voor de juiste uitdaging is eveneens van belang én fouten maken mag natuurlijk. Door ze ook te bespreken leer je ervan.
5.6
Zorg voor het jonge kind: Kinderen die bij ons op school komen willen we goed volgen en begeleiden in hun ontwikkeling. Dat begint met een kennismakingsgesprek en een intakegesprek tussen ouders en directie. We krijgen ook informatie van de peuterspeelzaal. In het kader van de wet Passend Onderwijs zullen wij komend jaar een nieuw inschrijfformulier gaan ontwikkelen.
11
In de kleutergroepen werken, spelen en leren we volgens de methode en aanpak van “Speelplezier”, deze aanpak is ontwikkelingsgericht. Dat wil zeggen dat de leerkracht het kind systematisch observeert in de ontwikkeling op de verschillende ontwikkelingsgebieden, zoals spelgedrag, sociale vaardigheden, motoriek, rekenen en taal. In spelsituaties worden de kinderen vervolgens uitgedaagd om een volgende stap te zetten in hun ontwikkeling. In het “kind- groeiboek” wordt de ontwikkeling van het kind bijgehouden. Dit wordt met de ouders besproken. 5.7
Brede zorg: Voor de erg goede leerling, maar zeer zeker ook voor de zwakkere leerling moet de basisschool de basis kunnen leggen voor verdere ontwikkeling en opleiding. Dit noemen we zorgverbreding. Deze zorgverbreding dient onder meer te leiden tot minder verwijzingen van kinderen uit het basisonderwijs naar speciaal onderwijs. Hoe realiseren we deze doelstellingen? In eerste instantie is het de zorg van de leerkracht om de begeleiding van de kinderen af te stemmen op de mogelijkheden van het kind. Als de leerkracht behoefte heeft aan ondersteuning, dan wordt die geboden door de interne begeleider van de school: zij bespreekt met de leerkracht hoe de extra zorg die een kind in de groep nodig heeft gegeven kan worden. Dit kan worden vastgelegd in een handelingsplan (waarin voor een periode van enkele weken wordt aangegeven welke activiteiten er met een kind worden gedaan) of in een plan van aanpak. Een handelingsplan wordt altijd met ouders besproken en bij instemming door ouders, leerkracht en ib –er ondertekend. In het schooljaar 2014 – 2015 werken we in de groepen 1 t/ m 8 met de groepsplannen voor rekenen en in de groepen 3 t/m 8 voor technisch lezen. In groep 1 en 2 sluiten de groepsplannen aan bij Speeplezier (rekenen, taal en spel) Mocht dit niet leiden tot het gewenste resultaat dan kunnen externe deskundigen worden geconsulteerd: naar aanleiding van een hulpvraag kunnen zij advies geven voor de begeleiding van het kind. Een volgende stap kan zijn het aanvragen van een onderzoek voor het kind om oorzaken en oplossingen in kaart te brengen voor de aanpak op school. Hieruit kunnen adviezen voortkomen voor de leerkracht of een aanvraag voor ambulante begeleiding door externen voor het kind op school. Als blijkt dat de extra zorg die de school kan bieden niet voldoende is om een kind goed te kunnen begeleiden, dan kan worden overwogen om voor het kind een plek te zoeken op een speciale basisschool of een school voor speciaal onderwijs.
5.8
De 1-zorgroute. In de 1-zorgroute staat het handelingsgericht werken met groepsplannen vanuit het ontwikkelingsperspectief van elke leerling centraal, zowel op cognitief en didactisch gebied als op sociaal-emotioneel en pedagogisch niveau. •
De 1-zorgroute past helemaal in Passend Onderwijs en de Zorgplicht. Centraal in de 1- zorgroute staat dat passend onderwijs geboden wordt, waarin alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten.
•
De 1-zorgroute biedt de leerkracht praktische handvatten om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en biedt scholen de mogelijkheid om handelingsgericht werken een vaste plek te geven in de zorgstructuur van school.
12
•
Bij de 1-zorgroute wordt het werken met groepsplannen als insteek genomen om in de groep tegemoet te komen aan de verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen. Preventief en proactief worden in het groepsplan maatregelen genomen voor leerlingen die extra instructie, begeleiding of uitdaging nodig hebben.
•
Een doorgaande lijn bewerkstelligen in de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
De leerresultaten worden systematisch in kaart gebracht. Leerkrachten werken (aan de hand van leerlijnen) doelgericht en maken op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen expliciete keuzes ten aanzien van leerstof, werkvormen, aanpak en differentiatievormen.
Doel van 1-zorgroute is: • Dat leerkrachten in staat zijn om in hun groep het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. • Dat zij handelingsgericht werken en planmatig omgaan met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen. • De zorgstructuur binnen school transparant maakt en impulsen biedt om de kwaliteit van het onderwijs en de zorg in school te verbeteren.
13
•
Een goede aansluiting bewerkstelligen tussen de schoolinterne zorg en de schoolexterne zorg en daarbij samenwerking stimuleren tussen onderwijs en zorg in de regio.
In alle gevallen waarbij er sprake is van extra zorg voor kinderen zal dat met de ouders worden overlegd. Voor het betrekken van externe personen wordt de toestemming van de ouders gevraagd.
De Zorg is vastgelegd in het cascademodel: Niveau 1: Algemene preventieve zorg in de groep. De leerkracht geeft kwalitatief goed passend onderwijs aan een groep leerlingen en realiseert een positief werkklimaat. De algemene zorg heeft een preventieve functie. → Een leerling gaat naar zorgniveau 2, als de algemene zorg die op zorgniveau 1 geboden wordt voor deze leerling, op een specifiek gebied, niet toereikend is. Niveau 2: Extra zorg in de groep: De leerkracht besteedt extra zorg aan één of meerdere leerlingen die op grond van observatie / signaleringsgegevens de leerstof nog niet in voldoende mate beheersen of beduidend hoger scoren, of die gedragsmatig opvallen. De extra zorg heeft als functie de leerling(en) d.m.v. efficiënt klassenmanagement en planmatig werken terug te brengen naar zorgniveau 1. → Als de geboden hulp ontoereikend is, vraagt de leerkracht een gesprek aan met de intern begeleider. De leerkracht kan de leerling inbrengen in de leerlingenbespreking. Als de leerkracht weer vooruit kan blijft het kind in niveau 2 of het kan terug naar niveau 1. → Als alle vormen van interne hulp ontoereikend zijn, gaat de leerling naar niveau 3. Niveau 3: Speciale zorg in overleg met interne deskundigen en/of eventueel gebruik maken van consultatie van externe deskundigen: De leerkracht bespreekt de leerling met de interne begeleider en andere interne en/of externe deskundigen op consultatieve basis. Op basis van een analyse en een voorlopige diagnose van de systematisch verzamelde informatie stellen de betrokkenen samen een plan van aanpak op. De speciale zorg heeft als doel de leerling d.m.v. specifieke begeleiding terug te brengen naar zorgniveau 2 of 1. → Als de geboden hulp ontoereikend is, overlegt de leerkracht met de intern begeleider, of de leerling naar niveau 4 gaat of teruggaat naar niveau 2. Leerkracht en intern begeleider maken een voorstel t.a.v. het vervolgniveau en bespreken dit met betrokkenen. Op niveau 3 is sprake van een individueel handelingsplan, ondertekend door de ouders, leerkracht en ib-er. Niveau 4: Speciale, zorg in overleg met interne deskundigen, gebruik makend van deskundigheid van externe deskundigen in de vorm van een begeleidingstraject: De leerkracht bespreekt de leerling met de interne begeleider en andere interne en/of externe deskundigen en er wordt een coaching traject gestart, in de meeste gevallen met de ambulante begeleider van het speciaal basisonderwijs. Op basis van een analyse en een voorlopige diagnose van de systematisch verzamelde informatie stellen 14
de betrokkenen samen een plan van handelen op. De speciale zorg heeft als doel de leerlingen d.m.v. specifieke begeleiding terug te brengen naar zorgniveau 3. → Als de geboden hulp ontoereikend is overlegt de leerkracht met de intern begeleider of de leerling naar niveau 5 gaat of teruggaat naar niveau 3. Leerkracht en intern begeleider maken een voorstel t.a.v. het vervolgniveau en bespreken dit met betrokkenen en de leidinggevende. Op niveau 4 is sprake van een individueel plan van aanpak, ondertekend door de ouders, leerkracht en ib-er. Niveau 5: Externe ondersteuning of verwijzing: Vanuit niveau 4 kan een leerling: → Worden aangemeld voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs als aan de vulling van voorafgaande niveaus van zorg is voldaan.
15
5.9
Passend Onderwijs en Schoolprofiel
Procedure van zorgtoewijzing SWV Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek
16
17
5.9.1
-
Passend Onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Schoolbesturen krijgen de gezamenlijke zorgplicht voor alle leerlingen uit hun regio. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en de school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden, of met de ouders een passende plek te zoeken. Uitgangspunten daarbij zijn: Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen. Kinderen gaan naar reguliere basisscholen en hebben een onderwijsplek nabij huis, tenzij speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs noodzakelijk is. Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters. De basis voor de gezamenlijke zorgplicht is het realiseren van kwalitatief goed onderwijs, waardoor alle talenten van leerlingen optimaal worden ontwikkeld om in de toekomst als zelfstandig en volwaardig burger in de maatschappij te kunnen functioneren. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen, maar richt zich in de praktijk vooral op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Hoe wordt dit georganiseerd? Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Voor onze school en schoolbestuur wordt gewerkt vanuit het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Westelijke Mijnstreek (SWV PO 31-04). www.swvpowestelijkemijnstreek.nl In haar ondersteuningsplan heeft het SWV beschreven hoe zij de komende jaren te werk wil gaan. Dit plan behoeft instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel. Ook wordt hierover met de betrokken gemeenten op overeenstemming gericht overleg gevoerd. In het SWV werken 9 schoolbesturen samen die het bevoegd gezag zijn van 50 basisscholen in de regio, 2 scholen voor speciaal basisonderwijs en 6 scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4). Deze besturen en scholen werken samen om passend onderwijs te verzorgen voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd uit de gemeenten Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Afstemming en samenwerking met jeugdhulp is hierbij erg belangrijk, in alle lagen van de keten. Dit geldt eveneens voor de afstemming met voorschoolse educatie en het voortgezet onderwijs. Door deze wijziging verdwijnt het eerdere systeem van toekenning van (extra) zorg. Het rugzakje verdwijnt, de WSNS-samenwerkingsverbanden en de regionale expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CVI) verdwijnt. Ook worden SBO-beschikkingen niet langer afgegeven door de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Het nieuwe SWV neemt deze taken over en ontvangt van het ministerie de middelen voor de extra ondersteuning en voor de organisatie van de toewijzing daarvan. Deze verschuiving van bekostiging verloopt via een overgangsregeling. Uitgangspunt in het SWV Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek is dat de 18
verantwoordelijkheden voor de inzet van extra ondersteuning, en daarmee ook de inzet van de extra middelen, zo dicht mogelijk bij het kind worden georganiseerd. Wat betekent dit voor kinderen met ondersteuningsbehoeften en voor kinderen die een rugzak hadden? Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel gemaakt, waarin ze beschrijft welke vorm(en) van ondersteuning ze zelf kan bieden. In de volgende paragraaf staat dit beschreven. Daarnaast kan de school een beroep doen op inzet van ondersteuning en expertise van buiten de school. Dit gebeurt in overleg met het eigen schoolbestuur, dat daarvoor middelen ontvangt vanuit het samenwerkingsverband. In principe krijgt uw kind de extra onderwijsondersteuning die het nodig heeft binnen, en onder verantwoordelijkheid van de eigen school. Voor de ouders is de leerkracht en de IB’er op school het eerste aanspreekpunt. Samen met u volgen zij de ontwikkeling van uw kind, en wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar opties buiten de school. In dat geval vindt allereerst een gesprek plaats met (onder meer) de ouders, waarbij gezamenlijk de mogelijkheden worden besproken. Om dit proces goed te begeleiden zet het samenwerkingsverband trajectbegeleiders in voor (groepen) van scholen. Deze bewaken dat processen zorgvuldig worden doorlopen. Een trajectbegeleider is aanwezig bij een gesprek met school en ouders wanneer de school een kind niet (meer) de nodige zorg en/of ondersteuning kan bieden, en bijvoorbeeld een verplaatsing van het kind naar een andere reguliere basisschool, naar speciaal basisonderwijs of naar speciaal onderwijs aan de orde is. Dit gesprek vindt plaats in het zogenaamde MDO (multidisciplinair overleg). In de uiteindelijke keuze hebben zowel de aanvragende school, de ouders en de plaatsende school een stem. Als een leerling naar het speciaal basisonderwijs of naar het speciaal onderwijs gaat, is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Het SWV geeft een TLV af op basis van de keuzes in het MDO en het advies van de trajectbegeleiding over de geboden ondersteuning in relatie tot de ondersteuningsbehoefte. De directeur van het samenwerkingsverband is wettelijk verplicht om bij het afgeven van een TLV voorafgaand deskundigenadvies in te winnen bij minimaal een GZ-psycholoog. Informatie Voor verdere informatie over Passend Onderwijs kunt u contact opnemen met de IB-er van school. Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het samenwerkingsverband; de school zal de site onder de aandacht brengen zodra deze in de lucht is, samen met de contactgegevens van het SWV. Algemene informatie over Passend Onderwijs kunt u vinden op een speciale site van het ministerie van Onderwijs: www.passendonderwijs.nl. en op www.steunpuntpassendonderwijs.nl, een site speciaal voor ouders.
19
5.9.2
Schoolondersteuningsprofiel Alle scholen stellen een schoolondersteuningsprofiel op. In het samenwerkingsverband is afgesproken dat het schoolondersteuningsprofiel in de vorm van een digitale database wordt opgesteld met de titel OnderwijsZorg en OntwikkelProfiel. Dit profiel wordt voor advies aan de MR voorgelegd. Dit document bestaat uit een inleiding waarin kort wordt omschreven wat de functie is en hoe het tot stand is gekomen. Daarna volgen een aantal algemene gegevens, een aantal kengetallen van de leerling populatie over de afgelopen drie schooljaren. Dit document is op school in te zien. Basisondersteuning De kern van het schoolondersteuningsprofiel wordt gevormd door een beschrijving van de basisondersteuning. De basisondersteuning is de ondersteuning c.q. de zorg die iedere school in het samenwerkingsverband moet kunnen bieden. Die basisondersteuning heeft in de eerste plaats betrekking op de basiskwaliteit zoals deze door de inspectie van het onderwijs is beschreven en vastgelegd en wordt gecontroleerd. Onze school heeft door de inspectie een basisarrangement toegekend gekregen, wat betekent dat wij voldoen aan de basiskwaliteit. Verder heeft de beschrijving van de basisondersteuning betrekking op allerlei preventieve en licht curatieve activiteiten zoals vroegtijdige signalering van leer- en gedragsproblemen, de zorg voor een veilig schoolklimaat, een aanbod voor leerlingen met ernstige reken- of leesproblemen (dyscalculie en dyslexie), een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie, een toegankelijk schoolgebouw met aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen en een protocol voor medische handelingen. Ook staat er in beschreven hoe de school planmatig en handelingsgericht werkt, met welke externe partners er wordt samengewerkt en welke expertise de school in huis heeft. In elk samenwerkingsverband kunnen specifieke afspraken gemaakt worden over het niveau van basisondersteuning waaraan de scholen moeten voldoen. In het samenwerkingsverband waarvan onze school deel uit maakt is dat ook gebeurd en is afgesproken dat alle scholen uiterlijk aan het einde van het cursusjaar 2017-2018 aan dat niveau van basisondersteuning moeten voldoen. Om dat te kunnen meten is een “maatlat” opgesteld die is samengesteld uit een veertiental zogenaamde ijkpunten. In september 2013 hebben we ons voor de eerste keer langs die maatlat gelegd. IJkpunten basisondersteuning De ijkpunten zijn onderverdeeld in vijf domeinen, te weten; domein opbrengsten, domein beleid, domein onderwijs, domein begeleiding en domein organisatie. De ijkpunten bestaan uit de indicatoren op het gebied van ondersteuning c.q. zorg van de inspectie, de indicatoren uit het referentiekader passend onderwijs en een aantal samenwerkings-specifieke indicatoren. Het totaal van de ijkpunten is weliswaar voldoende, maar op onderdelen is dat nog niet het geval. Soms gaat het daarbij om nieuwe eisen die voorheen niet golden zoals het opstellen van een voorlopig schooladvies voor alle leerlingen aan het eind van groep 6, terwijl dat nu in groep 8 gebeurt. Het gebruik maken van een digitaal instrument voor de overgang PO-VO en het opnemen van een samenvatting van het schoolondersteuningsprofiel in het schoolplan en de schoolgids. In andere gevallen gaat het echter om zaken die we nog moeten en willen optimaliseren zoals: 20
Domein Onderwijs: • De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten. • Opbrengst- en handelingsgericht werken • Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de noodzakelijke ondersteuning. Daarbij wordt ook met Jeugdzorg afgestemd. De school voert die ondersteuning planmatig uit. • De effecten van de basisondersteuning worden regelmatig geëvalueerd. • Handelingsbekwaamheid. • Het beroepsbekwaamheidsdossier van de personeelsleden is in ontwikkeling. Domein Organisatie: • De interne ondersteuningsstructuur • Het meer en gerichter toepassen van Handelingsgerichte Proces Diagnostiek Extra ondersteuning In het schoolondersteuningsprofiel dient ook beschreven te staan welke extra mogelijkheden de school heeft om een ondersteuningsaanbod aan te bieden aan leerlingen met bepaalde specifieke onderwijsbehoeften. Die kunnen liggen op het gebied van leer- en ontwikkelingsondersteuning, sociaal-emotionele en gedragsondersteuning, fysiek-medische ondersteuning en/of ondersteuning in de thuissituatie. Als school hebben wij de ambitie om extra ondersteuning te kunnen bieden aan de begeleiding van leerlingen met een ASS problematiek , ernstige rekenproblemen/dyscalculie . Hier zullen we in de komende jaren nog in moeten investeren. Grenzen aan de ondersteuningsmogelijkheden In het schoolondersteuningsprofiel dient de school ook aan te geven hoe het haar grenzen hanteert als het om de ondersteuningsmogelijkheden gaat. Natuurlijk zijn er aan de mogelijkheden van reguliere basisscholen grenzen als het gaat om de aanname van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zoals dat genoemd wordt. Vandaar dat wij als school nagedacht hebben over de grenzen van onze mogelijkheden en over de manier waarop we die grenzen gaan bewaken en handhaven. In het belang van de individuele leerling en de overige leerlingen, want die belangen staan voorop. Het is namelijk, volgens ons, niet in het belang van een leerling om op onze school geplaatst te worden of op onze school gehandhaafd te worden, terwijl wij niet (meer) aan de onderwijsbehoeften van die leerling kunnen voldoen. Omdat elk kind uniek is, zijn daar echter geen algemeen geldende maatstaven voor op te stellen. In het schoolondersteuningsprofiel hebben we criteria opgesteld die wij meenemen in de beslissing tot plaatsing van een leerling of tot handhaving van een leerling of niet. Ambities Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft tenslotte ook de ambities van de school op het gebied van de ondersteuning. Zoals al eerder aangegeven is onze basisondersteuning gemiddeld van een voldoende niveau, maar willen we dit op onderdelen nog verder versterken, aanscherpen, procedures en professioneel gedrag verder inslijpen en onze expertise op onderdelen (ASS en dyscalculie ) uitbreiden en verdiepen. In ons meerjarenplan staan allerlei activiteiten die we daartoe reeds ondernomen hebben en nog van plan zijn om uit te gaan voeren. En op het gebied van de extra ondersteuning gaan we de komende jaren investeren in professionalisering op het gebied van ASS en dyscalculie. Genoeg te doen dus en een prachtige uitdaging om 21
ons onderwijs nog passender te maken dan het nu al is. Officieel wordt passend onderwijs op 1 augustus 2014 ingevoerd, als school zijn we daar al veel langer mee bezig en hebben we in elke groep meerdere kinderen zitten met specifieke onderwijsbehoeften waaraan we zo goed mogelijk tegemoet komen en waar de leerkrachten zich met hart en ziel voor inzetten. 5.10
Weer Samen Naar School ( WSNS) en het zorgplan: Sinds augustus 1998 werken de scholen samen in een samenwerkingsverband. In een dergelijk samenwerkingsverband werken gewone basisscholen samen met speciale basisscholen. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek. Doel van dit samenwerkingsverband is om zoveel mogelijk leerlingen op een goede manier binnen de eigen basisschool onderwijs te geven. Alle scholen binnen het verband hebben samen een “zorgplan” opgesteld. In het zorgplan beschrijft het samenwerkingsverband het beleid dat het voert voor het realiseren van zorg op maat voor alle leerlingen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt. Deze afspraken, die zijn vastgelegd in het zorgplan, vormen voor onze school de basis voor het realiseren van de zorg voor onze leerlingen. Binnen het samenwerkingsverband maken onze interne begeleiders deel uit van een netwerk van interne begeleiders waarin ervaringen worden uitgewisseld betreffende de begeleiding van kinderen op school.
5.11
Extern zorgteam. Bij de begeleiding van kinderen op school, merken we dat er behalve leerproblemen bij kinderen ook andere problemen een rol kunnen spelen (gedrag, sociale weerbaarheid, opvoeding, omgeving, enz.). Om een kind en eventueel zijn of haar gezin hierin goed te kunnen begeleiden, is samenwerking en/of afstemming met andere instanties vaak van wezenlijk belang. We zijn dan ook blij dat we binnen onze school hiervoor een extern zorgteam hebben kunnen realiseren, waarin onze school nauw samenwerkt met instanties van welzijn en zorg. In dit zogenaamde extern zorgteam kunnen dus problemen van individuele kinderen of gezinnen besproken worden. Op afroep kunnen ook andere instanties deelnemen aan dit overleg (b.v. de wijkagent, de leerplichtambtenaar). Het extern zorgteam tracht door samenwerking en de bespreking van de problemen tot goede adviezen te komen, zonder dat daarmee de privacy van de betrokkenen in gevaar komt: er kan in eerste instantie voor gekozen worden om situaties anoniem te bespreken. Indien nodig wordt de ouders om toestemming gevraagd om het probleem in te brengen.
5.12
Onze school is aangesloten bij de Verwijsindex. Met ingang van 1 augustus 2010 zijn de Nederlandse gemeenten wettelijk verplicht om aan te sluiten op de landelijke Verwijsindex risicojongeren (VIR). De VIR brengt risicosignalen van professionals, zowel binnen gemeenten als over gemeentegrenzen heen, bij elkaar en informeert meldende professionals onderling over hun betrokkenheid bij jeugdigen in de leeftijd van 0-23 jaar. Met behulp van de VIR blijft de jongere in beeld, kunnen professionals signalen afgeven en hun activiteiten op elkaar afstemmen. De VIR wordt gevoed door regionale Verwijsindexen.
22
Alle basisscholen in de Westelijke Mijnstreek zijn sinds kort aangesloten. De Verwijsindex is een online hulpmiddel voor hulpverleners om snel met elkaar in contact te komen. Hulpverleners geven in de verwijsindex een signaal af wanneer zij vaststellen dat het opgroeien van het kind met enige zorg verloopt. Dit gebeurt aan de hand van landelijk bepaalde criteria. Het gaat enkel over het bericht DAT er zorgen zijn, in de verwijsindex staat niet WAT de zorg is. Als blijkt dat er minimaal nog een signaal over hetzelfde kind is afgegeven, dan ontstaat er een match tussen de meldende organisaties. Deze organisaties nemen contact met elkaar op ten behoeve van de gesignaleerde jeugdige. Doel van de Verwijsindex is door tijdig de hobbels in ontwikkeling naar volwassenheid te signaleren, eerder de betrokkenen in beeld te hebben en sneller eenduidigheid in handelen na te streven. Een sluitende aanpak, en niet langs elkaar heen werken, begint bij het van elkaar weten en vervolgens vooral samenwerken. De Verwijsindex is daarmee niets meer dan een ondersteunend instrument voor professionals om bij zorgen gemakkelijk met elkaar in contact te komen en onderling afspraken te maken betreffende de hulpverlening. Als de school een melding doet, wordt dat altijd met de ouders besproken. In de Westelijke Mijnstreek is afgesproken dat de kinderen die in het ZAT worden besproken zullen worden gemeld. De intern begeleider is voor onze school meldingsbevoegd. Er zullen pas gegevens worden uitgewisseld als de ouder daarmee instemt, dan wel wanneer er een situatie van dreiging ontstaat. Kinderen vanaf 12 jaar wordt ook om instemming gevraagd. Andere instanties die aan de Verwijsindex meedoen zijn o.a. de GGD, Orbis-JGZ, Huisartsen, Maatschappelijk Werk, het voortgezet onderwijs, de peuterspeelzalen, Bureau Jeugdzorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin. Op de website www.verwijsindex.tv/ouders vindt u meer informatie. 5.13
Combinatiegroepen: OBS de Kring ziet de formatie van combinatieklassen als een extra stimulans om van en met elkaar te leren; het biedt de mogelijkheid om coöperatief te werken en door het werken in verschillende instructieniveaus kan er nog meer aangesloten worden bij het niveau van de leerling(en). De creatieve/sportieve/sociaal-emotionele vakken dragen bij aan de vorming van groep als geheel. Wanneer de beschikbare formatie (het aantal leerkrachten dat werkzaam kan zijn in de groepen) onvoldoende aanwezig is om “enkele groepen” samen te stellen, zal gekozen worden voor combinatiegroepen. Dit zal zorgvuldig gebeuren. Hierbij zullen de volgende aandachtspunten waar mogelijk in acht worden genomen: • Het aantal leerlingen in de groep; • De plaatsing van de leerlingen gebeurt in overleg met leerkracht(en), intern begeleider(s) en de schoolleiding; • Er zal gekozen worden voor een hanteerbare combinatie (d.w.z. dat er gekeken wordt naar het liefst 2 opeenvolgende leerjaren, bv. groep 3-4 of groep 5-6); • Bij buitenschoolse activiteiten proberen we de groep ook als groep op te laten treden.
23
5.14
Het Vooruit-project: “Op reis met talent” luidt de ondertitel van het Vooruit-project, het project meer- en hoogbegaafdheid binnen de scholen van Kindante. Wij zien als belangrijkste opdracht bij het onderwijs aan hoog- en meer begaafden om de leerlingen te leren leren in een veilige leeromgeving. We willen leerlingen blijven prikkelen in hun creatief denken en hen motiveren in hun persoonlijke prestatie en hun schoolprestatie. Meestal gebeurt dit in de eigen groep, ook op gezette tijden met ontwikkelingsgelijken. Met oog en aandacht voor de (soms specifieke) sociaalemotionele ontwikkeling van deze kinderen. Wij kiezen voor begeleiding binnen de eigen school, ingebed in de reguliere zorgstructuur. De school fungeert daarbij als de maatschappij in het klein met oog voor het verschil maar gericht op samen leren en samenleven. Criteria voor meer- en hoogbegaafdheid: • Weinig of geen behoefte aan uitleg/instructie; minimale instructie voor de nieuwe leerstof • Nauwelijks behoefte aan herhaling en weinig behoefte aan nieuwe oefenstof om zich nieuwe vaardigheden en kennis eigen te maken, minder tijd verwerking leerstof • Hoog werktempo en hoge mate van concentratie • Didactische voorsprong t.o.v. leerstofjaargenoten • Groot probleemoplossend vermogen, creatief In elk geval zal er met de ouders van betreffende leerlingen altijd gesproken worden wanneer we als school denken aan deelname aan dit project. Wanneer een leerling niet meer voldoet aan de criteria voor deelname aan de Vooruitgroep, wordt dit ook medegedeeld aan de ouders.
5.15
Speelplezier “Mijn spelen is leren”. Kleuters leren op een andere manier dan oudere kinderen. Iedereen is er inmiddels wel van overtuigd dat jonge kinderen al spelend moeten leren. Kinderen die spelen, zijn ontspannen, nieuwsgierig, betrokken, geconcentreerd en inventief, ze voelen zich competent. Spelende kinderen zijn voortdurend in ontwikkeling. Wij hebben daarom gekozen voor de totaal methodiek: Speelplezier. De Speelpleziervisie is dat kinderen taal, sociale en cognitieve vaardigheden leren door samen met andere kinderen te spelen o.l.v. meespelende, inspirerende, meer wetende, sensitieve, responsieve volwassenen. Speelplezier staat voor samen, volwassenen en kinderen, plezier beleven aan spel. Het programma Speelplezier beschrijft de praktijk van alledag voor de leerkrachten die samen met hun kinderen in vruchtbare interactie willen zijn in een inspirerende speel↔leeromgeving. De Speelplezier speel-leerthema’s beschrijven hoe, wat, wanneer en met wie zij een activiteit doen.
24
Speelplezier verzorgt een doorgaande lijn van de peutergroep t/m groep 2 van de basisschool. Kinderen die geen of weinig Nederlands spreken, kunnen, omdat het taalaanbod visueel ondersteund wordt, vanaf het begin gelijkwaardig meedoen en leren snel de taal. Speelplezier voor kleuters is zo opgezet dat het passend onderwijs biedt. Ook voor kinderen die in ontwikkeling vooruit zijn biedt Speelplezier extra aanbod. Doel van Speelplezier - het bevorderen van de totale ontwikkeling van jonge kinderen door middel van het stimuleren, begeleiden en verrijken van spelactiviteiten; - het voorkomen van taalachterstanden; - het bevorderen van een actieve betrokkenheid van de ouders bij het educatieve speelleerproces van hun kinderen; - het bevorderen van een inspirerende, sensitieve, responsieve houding van leidsters en leerkrachten t.a.v. de kinderen en hun ouders. De specifieke bedoelingen zijn: - uitbreiding van de woordenschat waaronder ook de taal-rekenbegrippen; - van het benoemen en beschrijven in korte zinnen naar het beschrijven en redeneren in zinnen met bijzinnen; - het bevorderen van de ontluikende en beginnende geletterdheid en gecijferdheid; - het bevorderen van de sociaal- emotionele ontwikkeling; - het bevorderen van de creatieve ontwikkeling; - het bevorderen van de motorische ontwikkeling. Een deels gestructureerd en deels open thematisch aanbod Speelplezier biedt met diverse speel-leerthema’s een aanbod van thematische rollenspelactiviteiten in samenhang met maken, praten, geletterdheid, rekenen en wiskunde. Als rode draad loopt er een door de volwassene voorgespeelde eenvoudige spelverhaallijn door de thema’s. De leerkracht begeleidt dagelijks een groepje kinderen in hun zone van naaste ontwikkeling bij een speel-leeractiviteit. Alle kinderen krijgen minimaal een keer per week begeleiding in een kleine groep. Beschreven wordt wat de leerkrachten en de kinderen doen en leerkrachten de kinderen kunnen prikkelen tot het zetten van ontwikkelingstappen. 5.16
Wereldspel In groep 3 en 4 werken we met Wereldspel. De voorloper van Wereldspel is Speelplezier bij groep 1/2. Bij Wereldspel werken en spelen de kinderen in een uitnodigende, georganiseerde speel-leeromgeving met vaste en wisselende hoeken rondom een thema. Een thema duurt 4 tot 5 weken en wisselt steeds. Enkele thema’s zijn: * Het dierenasiel. * De boswachter. *Dinosaurussen. * Ik was ridder en jij jonkvrouw. * Wat doe jij op die plant? We starten het thema altijd met een gespeelde introductie.
25
Daarna vindt er een verdieping van het thema plaats d.m.v. spelactiviteiten en gespreksactiviteiten. Elke week komen de volgende onderdelen aan bod: Voorbeeldspel (toneelspel door de leerkracht, evt. met hulp van leerlingen) Woordbeeldactiviteit (activiteit met woorden en letters) Gezamenlijk spel (samen toneelspelen) Klankspel (combinatie van zang, muziekinstrumenten en geluiden maken De kinderen spelen en werken 3 keer per week in de volgende hoeken: Het Atelier ( knutselen rondom het thema) De Bouwhoek ( bouwen met constructiemateriaal) Lees/schrijf/kwebbel hoek (allerlei activiteiten rondom lezen en schrijven) Spelletjeshoek ( leerzame spelletjes rondom het thema) Rollenspelhoek ( toneelspelen over het thema) Wisselende/extra hoeken ( rekenhoek, computerhoek, watertafel, poppenkast, verfbord en tekenbord) 5.17
IPC op de Kring: IPC (International Primary Curriculum) is een boeiend leerplan voor de zaakvakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkunde. Ook handvaardigheid, tekenen, ICT, techniek en muziek kunnen bij IPC aan bod komen. IPC is gebaseerd op de belangrijkste uitgangspunten voor goed onderwijs: • hersenvriendelijk leren, waaronder meervoudige intelligenties; • zelfontdekkend leren; • naast het onderwijzen van kennis is ook het leren van vaardigheden van belang; • het belang van internationaal begrip; • emotionele betrokkenheid; • de werking van het geheugen; • verschillende leerstijlen; • coöperatief leren. De opzet IPC houdt niet alleen rekening met hoe kinderen leren, ook maakt IPC kinderen bewust van de manieren van leren. Ieder mens, dus ook elk kind, heeft namelijk persoonlijke voorkeuren om zich iets eigen te maken. Daarnaast geeft IPC de kinderen inzicht in hun geheugen en strategieën die hen kunnen helpen om beter te leren. Gedurende een aantal weken leren de leerlingen hoe je een bepaald onderwerp op verschillende manieren kunt benaderen. Ze gaan onder begeleiding van de leerkracht op zoek naar de antwoorden van hun o.a. zelf geformuleerde leervragen. Dat kan individueel of in groepsverband. Elk kind krijgt daarbij veel ruimte voor een eigen inbreng. De projectmatige aanpak maakt de leerlingen meer zelfverantwoordelijk en enthousiast. De opbrengsten worden getoetst door middel van vaardigheidsdoelen en kennisdoelen. IPC beantwoordt volledig aan het onderwijsconcept van OBS de Kring, doordat er veel aandacht is voor de verschillende talenten en vaardigheden van kinderen en doordat er uitgegaan wordt van de verschillende intelligenties. Bovendien dragen de 26
duidelijk omschreven leerdoelen bij aan een zeer efficiënt leerproces. IPC voldoet hiermee ook aan de kerndoelen van het ministerie. IPC is te verdelen in leeftijdsniveaus (groep 5-6 en groep 7-8) die “mileposts” worden genoemd. Deze “mileposts” sluiten nauw aan op de ontwikkelingsfase en belevingswereld van het kind in de betreffende periode. Een “milepost” is verdeeld in units. In zo’n unit werken de kinderen een aantal weken aan een centraal thema. De activiteiten in zo’n thema zijn zo ontwikkeld dat aan de verschillende talenten en vaardigheden van de kinderen aandacht besteed kan worden. Elke unit begint met: • Het startpunt: Starten met een activiteit die kinderen enthousiast maakt en motiveert om aan deze unit te werken; • De kennisoogst: De kinderen geven antwoord op de vraag: “Wat weten we al van het onderwerp en wat willen we nog leren?” Het formuleren van de eigen leervragen. Kinderen activeren hun voorkennis en leggen dit vast; • De uitleg van het thema: De leerkracht informeert de leerlingen wat ze gaan leren aan de hand van de gegeven leerdoelen per vakgebied. De leerlingen hebben een overzicht van wat ze gaan leren, zodat ze in staat zijn beter nieuwe verbanden te leggen; • De activiteit: De lessen bestaan uit onderzoek- en verwerkingsactiviteiten. De leerlingen behalen de leerdoelen per vak, de persoonlijke doelen en de internationale doelen. • De afsluiting: De leerlingen krijgen de gelegenheid om hun werk te presenteren en te luisteren en te kijken naar het werk van een ander. Zodoende delen ze tevens kennis met elkaar. • Toetsing; er vindt toetsing plaats op kennis en vaardigheidsdoelen 5.18 Wetenschap en Techniek Wetenschap en Techniek biedt de kinderen de mogelijkheid hun natuurlijke nieuwsgierigheid richting te geven en draagt bij aan hun verdere ontwikkeling als mens midden in de samenleving. De school stelt de leerlingen in staat zich te ontwikkelen tot een kansrijke en gelijkwaardige medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving. Om dit te bereiken biedt zij de leerlingen een schoolomgeving die prikkelt tot het creatief durven aanpakken van een probleem of opdracht. Er worden verbanden gelegd tussen wetenschap, techniek en alle andere leerstofgebieden waarbij bewust vakkenverbinding tot stand wordt gebracht door middel van vakoverstijgend aanbod. Hierbij biedt samenwerking met externe instellingen, bedrijven en vakexperts duidelijke meerwaarde. Kinderen die de school verlaten hebben zijn zich ervan bewust dat wetenschap en techniek bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van de menselijke samenleving en ook dat de dagelijkse leefomgeving afhankelijk is van Wetenschap en Techniek. Ze hebben ervaren dat iets bedenken, maken en uitproberen voldoening geeft en dat samenwerking daarbij een meerwaarde kan hebben. Tevens leren de leerlingen oplossingsgericht te werken en ontwikkelen ze meerdere oplossingsstrategieën te gebruiken.
27
De activiteiten zijn gelieerd aan IPC, in ”milepost 2” voor de groepen 5 en 6 en in “milepost 3” voor de groepen 7 en 8. 5.19
Huiswerk op de Kring OBS de Kring heeft zich uitgesproken voor het meegeven van huiswerk. Wij vinden dat er sprake moet zijn van een verantwoorde verhouding tussen huiswerk en vrije tijd, want kinderen moeten vooral ook kunnen spelen. OBS de Kring kiest voor een geleidelijke opbouw van huiswerk. Van alle kinderen wordt wel eens gevraagd om iets voor school te doen, van het meenemen van herfstbladeren tot het maken van een opdrachtje. Vanaf groep 5 en zeker in groep 8 wordt huiswerk een meer serieuze zaak. Huiswerk moet niet verward worden met hulpwerk. Hulpwerk is werk dat op individuele basis aan de leerling wordt meegegeven. Soms kan dat het afmaken van een taak zijn en soms is dat het thuis extra oefenen van een bepaalde leerstof. Er zal altijd overleg met ouders zijn wanneer er hulpwerk wordt meegegeven. Hulpwerk kan worden meegegeven vanaf de onderbouw tot en met groep 8. In de groepen 5 tot en met 7 wordt op maandag huiswerk meegegeven en dit dient op vrijdag te worden ingeleverd. In groep 8 wordt middels de klapper op meerdere dagen per week huiswerk meegegeven, mede als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. De huiswerkopdrachten staan voor alle kinderen . Vanaf groep 5 wordt gebruik gemaakt van een agenda. Huiswerk is geen doel op zich. Wij geven geen huiswerk mee omdat de leertijd op school niet voldoende zou zijn. Er zijn andere redenen om proportioneel huiswerk mee te geven: Het is een middel om de zelfstandigheid van kinderen te bevorderen. • • Kinderen leren hun huiswerk te plannen binnen hun vrijetijdsbesteding, met hulp van de leerkracht. • Huiswerk draagt bij aan kennisvergroting en kennisverbreding. • Huiswerk heeft een positieve uitwerking op het ontwikkelen van een goede werk- en studiehouding. • Het is een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs. • De betrokkenheid van de ouder bij het leren van hun kind wordt vergroot, ouders wordt dan ook gevraagd de kinderen te ondersteunen en begeleiden.
5.20
De overgang naar het voortgezet onderwijs: In groep 8 vindt er overleg plaats tussen ouders en leerkracht gericht op het vinden van de juiste plek voor het kind in het voortgezet onderwijs. De ervaringen van school en ouders, de capaciteiten van het kind en de resultaten van het leerproces geven daar informatie over. De ouders worden door de school geïnformeerd over het voortgezet onderwijs. De school geeft een advies met betrekking tot de mogelijkheden van het kind. Aanmelding voor het voortgezet onderwijs gebeurt via de basisschool.
6.
De resultaten van ons onderwijs.
28
Om te kunnen beoordelen of ons onderwijs het effect heeft dat we beogen, maken we gebruik van verschillende toetsen. Allereerst worden de toetsen gebruikt die bij de door ons gebruikte lesmethodes horen. Daarmee kan de leerkracht enerzijds vaststellen of wij aansluiten bij de interesses en competenties van de leerlingen, anderzijds ook of de leerlingen de behandelde leerstof beheersen. Daarnaast hebben we een leerlingvolgsysteem van toetsen die door het CITO zijn ontworpen. Daarmee volgen we gedurende de gehele schoolloopbaan van 8 jaren de ontwikkeling van het kind. 6.1
Analyse tussen- en eindopbrengsten: De opbrengsten van ons onderwijs tot en met de midden afname in groep 8, die we volgen met het leerlingvolgsysteem, beoordelen we met de normen die de onderwijsinspectie daarvoor geeft. In januari/februari en in mei/juni analyseert het team met de IB-er en MT respectievelijk de tussenopbrengsten en eindopbrengsten op leerling-, groeps- en schoolniveau. Op ieder niveau willen wij de trends waarnemen en vervolgactiviteiten vaststellen
6.2
Afname Drempelonderzoek: Het Drempelonderzoek wordt gebruikt in plaats van de entreetoets en náást de CITO Eindtoets Basisonderwijs. OBS de Kring heeft er voor gekozen om het drempelonderzoek af te nemen in november van leerjaar 8 bij alle leerlingen. Zo hebben we naast de toetsgegevens uit ons Cito LeerlingVolgSysteem (LVS) en niet te vergeten de ervaringen die leerkrachten met een leerling hebben, een extra ijkpunt en zodoende voldoende zicht op welke vervolgschool het beste bij een leerling past.
6.2.1 Inhoud Drempelonderzoek: Bij het drempelonderzoek krijgen de leerlingen vijf toetsen op het gebied van technisch lezen, spelling, woordenschat, begrijpend lezen en rekenen. De behaalde scores worden vergeleken met scores van basisschoolleerlingen in de groepen 5 t/m 8. De individuele scores van leerlingen worden vergeleken met scores van havo/vwoleerlingen, praktijkschool - leerlingen en leerlingen in de vmbo- leerwegen; gemengdtheoretisch, basis- en kaderberoepsgericht, wel of niet met leerwegondersteuning.
6.3
Cito Eindtoets: Tenslotte wordt de Cito-eindtoets gebruikt om het effect van ons onderwijs en het niveau van het kind te bepalen. De resultaten van de Cito-eindtoets liggen over het algemeen rond het landelijk gemiddelde, passend bij de verwachte eindopbrengsten voor onze leerlingenpopulatie. Basistoets en Niveautoets; De Cito eindtoets bestaat sinds vorig jaar uit een Basis- en een Niveautoets. De Niveautoets is bestemd voor leerlingen met een leerachterstand op een of meer vakgebieden. Het betreft leerlingen die vrijwel zeker in aanmerking komen voor het leerwegondersteunend onderwijs of het praktijkonderwijs. De opgaven van de Niveautoets zijn aangepast aan het niveau van deze leerlingen. De overige leerlingen maken de Basistoets. Deze toets is bestemd voor leerlingen die uitstromen naar VMBO, HAVO en VWO.
29
In het Schoolrapport (zonder correctie) worden de gemiddelden van onze school vergeleken met de gemiddelden van alle deelnemende scholen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de kenmerken van onze school of onze leerlingen. Het schoolrapport correctie LG (correctie voor leerling-gewicht) geeft een vergelijking van onze schoolgemiddelden met dat van scholen die gelet op de sociaal-culturele achtergrond van onze leerlingen met onze school vergelijkbaar zijn. Het schoolrapport correctie LG en BL (correctie voor leerling-gewicht en Begrijpend lezen) corrigeert onze prestaties voor zowel het percentage leerlingen met een bepaald leerling-gewicht als de vaardigheid van onze leerlingen op begrijpend lezen als indicator voor de intelligentie van onze leerlingen.
Onderdeel Standaardscore 2014 standaardscore 2013 standaardscore 2012
schoolrapport zonder correctie 536,2
schoolrapport correctie LG 535,7
Schoolrapport correctie LG en BL 534,1
536,3
536,0
534,9
535,1
532,6
534,0
Onze 25 leerlingen van groep 8 van het schooljaar 2013-2014 gaan naar: VMBO Basis VMBO Kader VMBO Theoretisch HAVO VWO 6.4
2 4 7 8 4
Meer dan alleen toetsen: De kwaliteit van een school is meer dan een optelsom van toetsgegevens. Naast resultaten die kunnen worden gemeten met toetsen proberen wij kwaliteit te leveren met betrekking tot het zelfstandig kunnen werken, het kunnen plannen van werk, het zich verantwoordelijk voelen voor taken, het zich vrij voelen voor een groep, het tonen van wederzijds respect en gemeenschapszin. De samenwerking van onze school met andere basisscholen in het kader van Weer Samen Naar School (WSNS) is erop gericht zo veel mogelijk kinderen in het reguliere basisonderwijs te begeleiden, zodat verwijzing naar de Speciale scholen voor Basisonderwijs zo min mogelijk voor komt. Dit betekent dat wij als school ons aanbod, de begeleiding en het tempo moeten aanpassen aan de mogelijkheden van de kinderen. Het resultaat vinden we terug in een afname van kinderen die onze school moeten verlaten naar een speciale school. Naast al deze toetsen blijft voor ons de observatie door de leerkracht in de dagelijkse omgang met het kind een heel belangrijk middel om te kunnen bepalen of het goed gaat met een kind: toetsen meten immers niet of het zich prettig voelt op onze school.
30
Regelmatig vinden er evaluerende gesprekken plaats over de kwaliteit van ons onderwijs. Dit gebeurt tijdens de teamvergaderingen. Belangrijk hierbij is ook de mening van de ouders van de kinderen die onze school bezoeken. Als u op- of aanmerkingen heeft willen wij deze dan ook graag van u horen. Sinds enkele jaren werkt de school met een ouderpanel waarin een wisselende groep ouders drie keer per jaar in gesprek gaat met de schoolleiding over de gang van zaken op school. Ongeveer om de 4 jaar wordt ook een enquête gehouden onder ouders en leerlingen waarin zij hun mening kunnen geven over de kwaliteit van de school. Uit de laatste Enquête, afgenomen schooljaar 2013-2014, kwamen wij zeer goed uit de bus. De ouders gaven een rapportcijfer van 7,6en de kinderen zelfs een 8,6. De inspectie van het onderwijs toetst regelmatig de kwaliteit van scholen. De opmerkingen die in dat kader worden gemaakt zijn voor ons aandachtspunten bij de schoolontwikkeling. Het inspectierapport van alle scholen is via de website van de onderwijsinspectie in te zien. 6.5
De interne begeleiding: Op OBS De Kring is Suzanne Nijsten de ib- er. De ib-er is voor haar werkzaamheden gefaciliteerd, d.w.z. dat zij een deel van haar taken onder lestijd kan uitvoeren. Naast het ib-werk op school participeert de ib-er ook in het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek. De ib-ers van de Gemeente Beek komen regelmatig bij elkaar om te praten over hun werk en om elkaar te ondersteunen. Hierbij gebruiken ze onderwerpen en werkvormen die door de coördinatie van het samenwerkingsverband zijn aangegeven. In conferenties komen de ib-ers van het gehele samenwerkingsverband ook enkele malen per jaar bij elkaar. De taken van de ib-er op school zijn te verdelen in coachende en coördinerende taken.
6.5.1 Coaching: De coaching is vooral gericht op de leerkracht in zijn primaire taak: goed onderwijs geven. Hierbij kunnen de volgende taken onderscheiden worden: • Hulp bieden aan de leerkracht op diens vraag; leerkrachten die tegen knelpunten aanlopen bij het lesgeven, bijvoorbeeld bij de aanpak van nieuwe werkvormen zoals de weektaak, kunnen deze vraag neerleggen bij de ib-er. Er volgen dan gesprekken en eventueel een klassenbezoek. • Het houden van groepsbesprekingen, waarin vragen van leerkrachten ter sprake komen. Een groepsbespreking kan verschillende uitgangspunten hebben: de sociaal emotionele ontwikkeling van een groep, didactische prestaties, het uitproberen van een nieuwe werkvorm e.d. Groepsbesprekingen vinden op vastgestelde tijdstippen plaats tussen leerkracht en ib-er. • Coaching van leerkrachten naar aanleiding van klassenconsultaties en leerroutes. Leerkrachten gaan bij elkaar in de klas kijken naar aanleiding van een bepaalde hulpvraag die beschreven is in een leerroute. De ib-er bespreekt deze consultaties samen met de betreffende leerkrachten en helpt bij de uitvoering van de leerroute.
6.5.2 Coördinatie Coördinatie is gericht op de organisatie en structuur van de leerlingzorg en op de initiatie van nieuwe onderwijsontwikkelingen. Hierbij komen de volgende taken aan de orde: 31
• • • • • • • • • • • •
Onderhouden van de orthotheek Onderhouden van het leerling-dossier Het opstellen van een toetskalender Organisatie van klassenconsultaties en nabesprekingen Initiatieven nemen bij het invoeren van onderwijsvernieuwingen en werkvormen zoals meervoudige intelligentie en de weektaak Het signaleren en analyseren van sterke en zwakke punten in het onderwijs op school Informatie geven over het onderwijsaanbod aan ouders, bijvoorbeeld door ouderavonden Helpen bij het verzorgen van rapportages naar andere organisaties zoals de PCL, REC of andere scholen Bijwonen van gesprekken tussen leerkrachten en ouders en eventueel externe instanties (bijvoorbeeld intakegesprek na aanmelding op zorgniveau 4) Het volgen van het gebruik van Plan van Aanpak (PvA) en groepsplannen in de groepen Het jaarlijks in kaart brengen van de opbrengsten van ons onderwijs Overleg met managementteam
7.
Activiteiten.
7.1
Een overzicht van de activiteiten: Gedurende het schooljaar vinden er verschillende activiteiten plaats in de groepen, waarvan hieronder een aantal voorbeelden. Kennismaking met de Beekse sportverenigingen. Deze kennismaking wordt georganiseerd door de Sportraad Beek. Kinderen kunnen door middel van een proeftraining met een voor hen onbekende sport kennismaken. Jaarlijks gaan de kinderen in groep 8 een aantal weken op schaatsles in Geleen. Op dinsdag, tijdens het overblijven, kunnen de kinderen meedoen aan het schooldammen. Dit wordt begeleid door Theo Schippers en Marcel Eumelen, in samenwerking met de tussenschoolse opvang. Sinds februari 2013 hebben wij op onze school een eigen schoolbieb. Er wordt nauw samengewerkt met Biblionova. Hierbij krijgen wij hulp van een aantal enthousiaste ouders. Elk jaar besteden wij ruim aandacht aan de Kinderboekenweek. Ook doet onze school jaarlijks mee aan de Nationale Voorleeswedstrijd. De school neemt deel aan de sportolympiade en aan een jongens- en meisjes voetbaltoernooi.
32
Een schoolreisje wordt in samenwerking met de oudervereniging georganiseerd voor de kinderen van groep 1 tot en met 7. De kinderen van groep 8 gaan op schoolverlaterskamp. Het theoretisch verkeersexamen komt aan bod in groep 7. De kinderen van groep 7 nemen deel aan de praktische verkeersproef die in samenwerking met 3VO wordt georganiseerd. De voorbereiding voor de Eerste Heilige Communie en het Vormsel wordt door de pastoor verzorgd buiten de klas, voor kinderen waarvan de ouders hebben aangegeven daar prijs op te stellen. De school neemt deel aan het project “Kunstmenu” waarbinnen vanaf de kleutergroepen aandacht wordt gegeven aan culturele vorming. Beeldende kunst, muziek, bezoek aan theater, exposities en bibliotheek komen daarbij aan bod. Voor alle groepen vinden excursies in de naaste omgeving plaats, o.a. naar kastelen, musea en DSM. Deze activiteiten sluiten vaak aan bij de thema’s waar de leerlingen bij Speelplezier, Wereldspel of IPC mee werken.
De groepen van de Bovenbouw gaan elk jaar op excursie naar de Grensmaas voor het uitvoeren van opdrachten in de natuur. Obs de Kring heeft een stuk bos geadopteerd via IKL. De groepen 7 en 8 zijn verantwoordelijk voor het jaarlijks snoeiwerk in dit gebied. Op dodenherdenking is er speciale aandacht voor het lot van zigeuners in de concentratiekampen: onze school heeft een monument ter hunner gedachtenis geadopteerd. Dit monument is gelegen tegenover de school. Groep 7 loopt elk jaar de wandeling langs de oorlogsmonumenten in Beek. Aan maatschappelijk gangbare culturele en godsdienstige feesten wordt op gepaste wijze aandacht gegeven. Zo wordt er bij de viering van Kerstmis op school een gezamenlijk feestmaal georganiseerd in samenwerking met de oudervereniging. Het Carnavalsfeest wordt gevierd binnen de Beekse cultuur. Ook voor de viering van het Suikerfeest is er aandacht in de groep. Ook aan het Sinterklaasfeest wordt in alle groepen aandacht besteed. 7.2
Verkeerseducatie op school: Basisschoolleerlingen zijn kwetsbare verkeersdeelnemers. Als ze al kennis hebben van verkeersregels passen ze die kennis nog onvoldoende toe. Ze missen vaak verkeersinzicht en kunnen onvoldoende anticiperen op gevaarlijke situaties; door hun geringe lengte vallen ze vaak niet op in het verkeer en hebben ze zelf slecht zicht; hun gedrag is vaak onvoorspelbaar, zeker wanneer zij spelen. Basisschoolleerlingen staan echter nog open voor het aanleren en ontwikkelen van verkeersveilig gedrag. Het is dan ook belangrijk dat juist bij kinderen de kennis over
33
verkeer wordt bevorderd en dat hun praktische vaardigheden in het verkeer worden verbeterd. We kijken naar de verkeersdeelnemer, als individu hoe hij/zij reageert op het gedrag van anderen en hoe gaat hij/zij met het fenomeen verkeer en vervoer in maatschappelijk opzicht om. Kinderen en jongeren zijn risicogroepen. In deze leeftijdsklassen vallen de meeste slachtoffers. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het gebrek aan bovengenoemde vaardigheden. Vandaar dat wij op onze school verkeerseducatie zo belangrijk vinden. Verkeerslessen en praktische oefening van vaardigheden voor verkeersdeelname moeten de zelfredzaamheid van kinderen in hun directe schoolomgeving bevorderen. Om aan duurzame verkeersveiligheid gestalte te geven, is een gestructureerde, concrete aanpak met een breed draagvlak noodzakelijk. Wij hebben op onze school een werkgroep Verkeer die ondersteuning biedt bij verkeerseducatie. De werkgroep bestaat uit een verkeersouder en een verkeerscoördinator (leerkracht) Wij ondersteunen bij: • Praktische uitwerking campagnes VVN (Veilig verkeer Ned.) • Praktische verkeerslessen. • Opsporen verkeersproblemen op de dagelijkse school-thuisroute. • Informatie verzorgen via infobulletin over de campagnes van VVN. • Contact onderhouden met VVN en ROVL(Regionaal Orgaan Verkeer Limburg) • Contact onderhouden met ouders. Obs de Kring is een gekeurde labelschool volgens het ROVL (regionaal ondersteuningsbureau verkeersveiligheid) 7.3
Vrijstelling van activiteiten: We gaan er van uit dat alle leerlingen deelnemen aan de activiteiten die we onder schooltijd organiseren: we doen dit immers omdat we vinden dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van onze school. Bij uitzondering stellen we kinderen op verzoek van ouders/verzorgers vrij van deelname indien er onoverkomelijke bezwaren bestaan op grond van geloof, culturele achtergrond of de eigen identiteit van het kind. Ouders kunnen een mogelijke vrijstelling bespreken met de directeur: deze beslist of het verzoek wordt ingewilligd. Omdat er voor de betreffende leerling een alternatief programma uitgevoerd moet worden, vragen we ouders/verzorgers uiterlijk 1 maand voor de datum van de geplande activiteit (zie schoolkalender) de vrijstelling aan te vragen. Vrijstelling voor een activiteit betekent dus niet vrij van school.
8.
Ouders.
8.1
Betrokkenheid van ouders: Iedere ouder kan meehelpen om de school beter te laten draaien. Dit kan door praktisch hulp te bieden of door mee te praten en mee te beslissen over allerlei schoolzaken. U kunt deel uitmaken van de Oudervereniging, de Medezeggenschapsraad of het Ouderpanel. U kunt zich ook inzetten bij excursies, schoolfeesten, groepsactiviteiten, enz. 34
8.2
Medezeggenschapsraad in onze school: Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (MR) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. In de scholen van Kindante bestaat de medezeggenschapsraad alleen uit ouders en personeel. De omvang van de raad is afhankelijk van het aantal leerlingen op een school. Verkiezingen bepalen wie er mag meepraten en meebeslissen in de medezeggenschapsraad. Het bevoegd gezag stelt een medezeggenschapsreglement op. Hierin staat hoe de verkiezingen plaatsvinden.
8.2.1 Taken medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad praat mee over alles wat met de school te maken heeft. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de raad. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur van de school. Alle rechten van de medezeggenschapsraad staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De medezeggenschapsraad heeft zowel instemmingsrecht als adviesrecht; dit is vastgelegd in het MR-reglement van elke school. 8.2.2 Instemmingsrecht onderwijs Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel hebben instemmingsrecht over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. 8.2.3 Adviesrecht onderwijs In een aantal gevallen moeten het schoolbestuur en de directie advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over aanstelling van de schoolleiding of t.a.v. besluiten van het bestuur met betrekking tot personele aangelegenheden. Het schoolbestuur moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen. 8.2.4
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en GMR-platform. Omdat een aantal zaken voor alle scholen van toepassing zijn hebben de afzonderlijke MR-en een aantal taken en bevoegdheden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De leden van de GMR worden gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en zijn als personeelslid in dienst van Kindante of ouders die een kind hebben op één van onze Kindantescholen. Het aantal ouders en personeelsleden binnen de GMR is gelijk. Naast de formele Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor alle scholen bestaat er binnen Kindante ook een GMR-platform. De GMR voert overleg met het GMR-platform om zodoende de betrokkenheid en inspraakmogelijkheid vanuit alle MR-en te vergroten. Het GMR-platform bestaat uit afgevaardigden van de MR-en van de afzonderlijke scholen. In het GMR-platform zitten van elke school twee personen waarvan één namens de ouders en één namens het personeel. De GMR is het formele overlegorgaan met het College van Bestuur.
35
8.2.5 De leden van de Medezeggenschapsraad: De medezeggenschapsraad van onze school bestaat uit de volgende personen: • De oudergeleding: Maurice Gelissen en Susanne Leunissen • De personeelsgeleding: Claudia Vranken en Inez Cuypers. 8.3
De Oudervereniging (OV): Een keer per jaar is er een algemene ledenvergadering waarin inkomsten en uitgaven van de oudervereniging worden besproken en de jaarlijkse vrijwillige ouderbijdrage wordt dan vastgesteld. Voor schooljaar 2014-2015 is dit € 25,-, inclusief de schoolreis. Deze bijdrage mag ook in gedeeltes betaald worden. Neem hiervoor a.u.b. contact op met de penningmeester Monique Spierings. De Ouder vereniging organiseert, in samenwerking met het team diverse activiteiten. Ouders die deelnemen aan activiteiten op school zijn W.A.- verzekerd. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die door de oudervereniging aan de ouders/verzorgers wordt gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. Ouders worden lid van de oudervereniging en betalen contributie die ook wel “vrijwillige ouderbijdrage” wordt genoemd. Lid worden van een vereniging is vrijwillig, maar wie lid wordt moet wel de contributie betalen, net als bij de voetbalof tennisvereniging. De ouderbijdrage is bedoeld voor extra uitgaven die het schoolbestuur niet vergoed krijgt door de overheid. De vrijwillige bijdrage aan de oudervereniging wordt besteed aan het organiseren van allerlei activiteiten. Voor onze school zijn dit het carnavals-, Paas, sinterklaas- en Kerstfeest, het schoolreisje, enz. Deze activiteiten dragen allemaal bij aan de sfeer, gezelligheid en de saamhorigheid op school. Ondanks het vrijwillige karakter willen wij aan alle ouders vragen deze bijdrage te betalen zodat we deze activiteiten ook in de toekomst kunnen blijven organiseren en alle leerlingen van deze extra’s kunnen genieten. De stichting Leergeld van de gemeente Beek kan in financiële zin ondersteunend zijn. Bovendien kunnen ouders een ‘Cultuur- en Sportpas’ aanvragen bij de gemeente, nadat voldaan is aan een aantal voorwaarden (inkomensafhankelijk).
8.4
Contact met de school: Ouders kunnen altijd contact opnemen met de school. Onze school zal ook zelf de ouders regelmatig uitnodigen om te praten over hoe het gaat met hun kind op school. Zo hebben we jaarlijks een informatieavond aan het begin van ieder schooljaar. Ouders worden in november uitgenodigd voor een gesprek over de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind. Bovendien worden de ouders tenminste 2 x per jaar uitgenodigd voor een individueel gesprek over de vorderingen van hun kind. De school hecht veel waarde aan deze gesprekken en verwacht dan in elk geval een van de ouders/verzorgers. Natuurlijk kunnen ouders ook altijd zelf een afspraak maken voor een gesprek, bijvoorbeeld na schooltijd. U bent van harte welkom. Ouders kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van onze school door deel te nemen aan het ouderpanel. Tijdens de informatieavond in het begin van het 36
schooljaar worden er per groep 2 ouders gevraagd om deel te nemen. Drie keer per jaar worden deze ouders uitgenodigd voor een overleg met de directie en twee teamleden. Daarin kan gesproken worden over alle aspecten van de school. 1 à 2 maal per jaar organiseren we een algemene ouderavond waarop we met de ouders van gedachten willen wisselen over bepaalde thema’s van de schoolontwikkeling. In ons tweewekelijks infobulletin wordt u op de hoogte gesteld van allerlei actuele gebeurtenissen, wijzigingen e.d. Dit infobulletin verschijnt telkens via de site van de school. Het infobulletin kan ook naar uw e-mailadres gestuurd worden, u moet dit dan wel zelf kenbaar maken op school. Aanmelden hiervoor kan via de website van de school. (www.obsdekring.nl onder het kopje infobulletin) Ieder jaar wordt er een nieuwe schoolgids gemaakt. Deze wordt vanaf dit schooljaar niet meer als papieren versie aangereikt, maar in digitale vorm op de website van school geplaatst. We maken een aparte schoolkalender met belangrijke data en activiteiten, schoolvakanties en vrije dagen en belangrijke informatie. Deze wordt we in papieren versie aan het begin van het schooljaar uitgereikt aan alle oudste kinderen van het gezin. Ook via internet zijn wij als school te bereiken op onze eigen website. Naast o.a. onze schoolgids worden er ook werkstukjes van de kinderen en foto’s gepubliceerd van activiteiten die op onze school hebben plaatsgevonden. Zonder bericht van ouders gaan wij ervan uit dat werkstukjes en foto’s van leerlingen op onze website geplaatst mogen worden. U kunt ons vinden op het volgende adres: www.obsdekring.nl. Ons e-mailadres is:
[email protected] Bij vertrek naar een andere basisschool wordt er een onderwijskundig rapport gemaakt, de ouders ontvangen een kopie hiervan.
8.5
Informatieplicht van school aan ouders: Onze school wil graag alle ouders goed informeren over hun kind(eren). Ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind op school; dat is ook het uitgangspunt van onze school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Welke informatie beide ouders ontvangen is afhankelijk van de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. - Ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben krijgen steeds alle informatie over hun kind. Deze verstrekte informatie is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. -
Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. De informatie wordt aan één van hen of aan beide ouders gegeven maar is in alle gevallen voor beide ouders bestemd.
37
Voorwaarde is wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt dan in elk geval de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Alle informatie die redelijkerwijs alleen praktisch belang heeft voor de ouder bij wie het kind woont, wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt waar het kind op dat moment niet woont. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan.
•
Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. De ouder die geen gezag meer heeft over het kind heeft een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben deze ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden.
8.6
Wat wij van onze ouders verwachten: Ouders mogen, zoals u in deze schoolgids beschreven ziet staan, van ons als school het één en ander verwachten. Andersom verwachten wij ook het één en ander van onze ouders. Zo verwachten wij dat: • ouders hun kinderen op tijd naar school brengen. • ouders hun kinderen bij ziekte/afwezigheid afmelden voor 8.30 uur. • ouders naar ouderavonden komen. • ouders de vanuit school gegeven informatie, nieuwsbrieven e.d. lezen. • ouders aan hun kind laten blijken dat school belangrijk is. • ouders aandacht besteden aan de op school gebruikte kapstokregels. • de kinderen goed verzorgd naar school komen. Dit wil o.a. zeggen: - dat de kinderen goed uitgeslapen zijn. - dat de kinderen hun ontbijt hebben gehad. - dat de kinderen die overblijven een gezonde lunch mee naar school krijgen. Verder vinden wij dat ouders van ons als team mogen verwachten dat wij ons eerlijk, open en respectvol opstellen ten overstaan van de ouders van onze kinderen. Andersom verwachten wij dit ook van onze ouders.
38
9.
Klachten en klachtenprocedure. In het kader van de Kwaliteitswet heeft stichting Kindante een klachtenregeling vastgesteld, die op iedere school ter inzage ligt. Hiermee kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen – of het nalaten daarvan – van bijvoorbeeld het bestuur en het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de randvoorwaarden. Door de klachtenregeling ontvangt het College van Bestuur van Kindante en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Interne klachtenprocedure. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Over het algemeen is het wenselijk dat men een probleem eerst bespreekt met de eigen leerkracht. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende oplossing heeft gegeven, is een gesprek met de directie bij voorkeur de volgende stap. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan met een beroep doen op de klachtenregeling. Dit houdt in dat men de klacht in eerste instantie ter sprake kan brengen bij de interne vertrouwenspersoon van de school en als dit niet lukt bij de externe vertrouwenspersonen die door Kindante zijn aangesteld. De interne vertrouwenspersonen zijn op de hoogte van de mogelijke stappen die ondernomen kunnen worden om de ouder of leerling met een klacht te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. De interne vertrouwenspersonen beschikken over contactadressen en kunnen desgewenst begeleiding bieden of doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. De klachten worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld. Externe klachtenprocedure. Indien de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de op schrift gestelde klacht bij het College van Bestuur van Kindante of bij de Landelijke Klachtencommissie. Wordt een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie dan ontvangt Kindante hiervan altijd een kopie.
De interne vertrouwenspersonen van onze school zijn: • Yvonne Smith • Leonie Buckx De externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn: • Dhr. Math Haenen Burgemeester Luytenstraat 38, 6151 GG Munstergeleen 39
Tel 06 – 55182856 e-mail:
[email protected] • Dhr. Paul Baggen Poolsterstraat 19, 6133 VP Sittard Telefoon: 046-4431020 Email:
[email protected] Bereikbaarheid externe vertrouwenspersonen Indien een vertrouwenspersoon gedurende meerdere dagen telefonisch niet bereikbaar is, verzoeken wij u contact op te nemen met het bureau van Kindante, tel. 046-4363366, waar u wordt doorverwezen naar een van de andere vertrouwenspersonen, die de waarneming op zich heeft genomen.
Het adres van de Landelijke Klachtencommissie voor onze school is: Adres Landelijke Klachtencommissie: Kindante heeft zich voor alle geschillenregelingen aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Hieronder valt ook de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 E-mail:
[email protected] Website: www.onderwijsgeschillen.nl Meldpunt Vertrouwensinspecteur: Bij de onderwijsinspectie zijn eveneens vertrouwensinspecteurs aangesteld. De vertrouwensinspecteur vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie jegens andere leerlingen of personeelsleden. De vertrouwensinspecteur is te bereiken bij het Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie. Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie tel. 0900-1113111 9.4
Protocol van zorgtekort naar passende zorg: Helaas zijn kinderen ook slachtoffer van diverse vormen van kindermishandeling. Scholen zijn bij uitstek plaatsen waar mishandeling of zorgtekort gesignaleerd kunnen worden. Wij gebruiken een protocol dat structuur en handvatten geeft in het omgaan met een vermoeden van zorgtekort. Dit protocol is op school voor iedereen in te zien.
40
10. Diverse regelingen. 10.1
Aanmelden en starten op school: Het aanmelden verloopt via een afspraak met de directeur. Deze verzorgt de kennismaking met de school en schrijft het kind in. De ouders ontvangen een schoolkalender en worden in kennis gesteld van website en daarop staande informatie. De inschrijving wordt schriftelijk bevestigd. De school neemt contact op met de ouders voor het afspreken van gewenningsdagen. Na 6 weken volgt er een eerste vorderingsgesprek met de ouders.
10.2
Gymlessen: De gymlessen voor groep 1 en 2 worden gegeven in de speelzaal. De overige groepen krijgen gymles in de gymzaal Op de Windhaspel 4. In de gymzaal mogen geen gymschoenen met zwarte zolen worden gebruikt. De kinderen mogen als daar tijd voor is na het omkleden en voordat de groep de kleedruimte weer verlaat, iets fris drinken als ze dat hebben meegenomen.
10.3
Het schoolplein: Met de kinderen is afgesproken dat er op het schoolplein niet wordt gefietst. Van ouders verwachten we dat er geen honden op het schoolterrein komen.
10.4
Hoofdluis: De school kan een plaats zijn waar hoofdluis wordt overgebracht. Vandaar dat er een zorgvuldig beleid is om verspreiding tegen te gaan. Volgens een vaste procedure worden na elke schoolvakantie leerlingen en leerkrachten gecontroleerd door een vast team van geschoolde ouders, in nauwe samenwerking met de GGD. Wanneer hoofdluis wordt geconstateerd krijgen ouders hiervan telefonisch bericht en worden zij verzocht hun kind op te halen van school en direct te behandelen. Ook vindt er in dat geval na 2 weken een hercontrole plaats van de hele groep. Wanneer u niet wilt dat uw kind wordt gecontroleerd dan gelieve u dit schriftelijk op school kenbaar te maken. De coördinator van deze werkgroep is een lid van de oudervereniging en namens het team Leanda Raeven.
10.5
Inlooptijd: Het is ons streven om door middel van inlooptijd een rustige start van de dag te realiseren. De school is open vanaf 8.20 uur ‘s morgens en 13.05 uur ‘s middags. De kinderen mogen dan naar de klas lopen of buiten blijven spelen: op dit tijdstip is er toezicht op de speelplaats. Om 8.25 uur en om 13.10 uur gaat de bel en moeten alle kinderen naar hun klas. Alleen de kinderen van de leerkracht die toezicht heeft tot 8.30 uur en 13.15 uur, blijven bij hun juf/meester op de speelplaats. In alle groepen willen we op tijd beginnen met onze activiteiten en lessen, dus met klem verzoeken wij ouders om dekinderen op tijd inde klas tehebben. De kleuters en de ouders die de kleuters naar de klas brengen gebruiken de ingang aan de rechterzijde. Alleen de kinderen van de groep naast de hoofdingang gebruiken deze ingang. Alle andere kinderen gebruiken de ingang linksachter. De leerkrachten ontvangen de kinderen in de klas en beginnen om 8.30 uur en 13.15 uur met de activiteiten. De ouders van de kleuters kunnen hun kind tot in de klas brengen, van de ouders vanaf groep 3 verwachten wij dat zij de kinderen tot aan de deur van de klas begeleiden.
41
Tijdens de inlooptijd is het voor ouders mogelijk om de leerkracht even kort aan te spreken. Dit kan niet onder schooltijd, deze tijd moet de leerkracht er echt voor de kinderen zijn. Voor een uitgebreider gesprek vragen wij u de inlooptijd te gebruiken voor het maken van een afspraak. 10.6
Niet-zindelijke kleuters Het is voor de leerkrachten van de kleuters niet mogelijk om kinderen te verschonen als zij niet zindelijk zijn: zij zouden in dat geval hun groep te lang alleen moeten laten. Daarom vragen we in eerste instantie aan de ouders om hun kind te verschonen op school. Als dat niet mogelijk is blijven niet-leerplichtige kinderen thuis tot ze zindelijk zijn, tenzij er een duidelijke door specialisten aangetoonde afwijking is. Waar nodig leggen we in overleg met de ouders, contacten naar de schoolarts.
10.7
Ontruimingsplan: In elke klas van onze school is een ontruimingsplan aanwezig. Twee keer per jaar vindt er een ontruimingsoefening plaats.
10.8
Onze website en e-mail: In toenemende mate willen we gebruik maken van de mogelijkheden die internet ons biedt. Dat geldt voor onze website waarop we ouders informatie willen geven over de school en verslag willen doen van activiteiten die hebben plaatsgevonden. Dat geldt ook voor de kinderen voor het opzoeken van informatie op internet en het gebruik van een e-mailadres via de school. We streven ernaar dat dit zo veilig mogelijk gebeurt via een internetprotocol voor leerkrachten en kinderen. Mocht u niet akkoord gaan met het gebruik van internet en e-mail door uw kind of het plaatsen van groepsfoto’s waarop uw kind is te zien op onze website, dan vragen wij u dit aan te geven.
10.9
Schooltijden: Het is mogelijk om een kleuter minimaal 5 dagen of dagdelen te laten wennen op school. Dit gebeurt in overleg met de leerkracht van groep 1 en 2, vanaf de leeftijd van 3 jaar en 8 maanden. De lestijden zijn als volgt: • Groep 1 t/m 4: Maandag ,dinsdag en donderdag van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.15 tot 15.15 uur Woensdag van 08.300 tot 12.30 uur Vrijdag van 08.300 tot 12.00 uur (De groepen 1, 2, 3 en 4 hebben op vrijdagmiddag geen les.
• Groep 5 tot en met 8: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 08.30 tot 12.00uur en van 13.15 uur tot 15.15 uur Woensdag van 08.30 tot 12.00 uur Elke groep heeft tijdens de ochtend een kwartier pauze.
42
5 Minuten voor aanvang van de lessen luidt de schoolbel en gaan de kinderen naar binnen. Zie inlooptijd. De ouders van de kinderen in groep 1 en 2 kunnen hun kind naar binnen brengen vanaf 8.20 uur en 13.05 uur; contact met de leerkracht is dan ook mogelijk. 10.10 Sponsoring: Voor de school zijn alle extra inkomsten een welkome aanvulling op het budget. We staan dan ook positief ten opzichte van sponsoring voor zover dat geen verplichtingen geeft die onverenigbaar zijn met onze onderwijskundige en opvoedkundige taak. Beleid met betrekking tot sponsoring wordt door ons bestuur bovenschools ontwikkeld. In afwachting daarvan handelen we in overeenstemming met het landelijk “convenant sponsoring”. 10.11 Stagiaires: Omdat we vinden dat we als school een bijdrage moeten leveren aan de opleiding van toekomstige collega’s, bieden we aan verschillende opleidingen stageplaatsen aan. 10.12 Trakteren/snoepen: Als kinderen jarig zijn, mogen zij op OBS de Kring trakteren op een gezonde, eenvoudige traktatie. Voor leuke en afwisselende suggesties kunt u altijd contact opnemen met de leerkracht van uw kind. 10.13 Vaderdag en Moederdag: Op OBS de Kring besteden we aandacht aan de viering van Vaderdag en Moederdag in de vorm van een gedichtje, verhaaltje en / of tekening. Deze activiteit voeren we uit als een stel- of tekenopdracht. 10.14 Vervanging: Helaas komt het nog regelmatig voor dat het bij ziekte/afwezigheid van een collega moeilijk is om een vervanger/ster te vinden. Gelukkig heeft dat er nooit toe geleid dat er een groep thuis moest blijven. Onderstaande procedure geeft aan hoe we op school omgaan met mogelijke problemen die bij het zoeken naar vervanging kunnen ontstaan. Bij plotselinge afwezigheid van een leerkracht zoekt de school zo spoedig mogelijk vervanging. Kindante heeft hiervoor een vervangerspool die door het bestuurskantoor wordt georganiseerd. Als het niet lukt op tijd vervanging te regelen, wordt de groep de eerste dag opgevangen door een collega die op dat moment geen eigen groep heeft. Als er geen collega beschikbaar is wordt de groep opgesplitst en verdeeld over andere groepen. Als er aan het eind van de dag nog geen vervanging beschikbaar is voor de volgende dag, wordt de ouders gevraagd hun kind de volgende dag thuis op te vangen. Een groep wordt maximaal 2 dagen thuis opgevangen. Indien noodzakelijk wordt vervolgens een andere groep maximaal 2 dagen thuis opgevangen. Natuurlijk wordt er voortdurend verder gezocht om zo spoedig mogelijk vervanging te regelen. 10.15 Vervoer van kinderen: We gaan regelmatig op stap met de kinderen en zijn dan blij dat er ouders bereid zijn met hun auto kinderen te vervoeren. We vragen aan die ouders om vooraf een vervoersprotocol te ondertekenen waarbij ze akkoord gaan met een aantal voorwaarden betreffende de veiligheid. Indien u niet wilt dat uw kind onder deze voorwaarden wordt vervoerd, vragen wij u dit kenbaar te maken. 43
10.16 WOOZ: De wet Ondersteuning Onderwijs Zieke leerlingen (WOOZ) is bedoeld om scholen te helpen ervoor te zorgen dat het leerproces van leerlingen die ziek zijn, zo goed mogelijk doorgang kan vinden, zodat de leerachterstanden tot een minimum worden beperkt. De wet regelt het recht op ondersteuning van alle scholen die onderwijs verzorgen aan leerlingen die ziek zijn. Er kan ondersteuning door scholen worden aangevraagd voor: • thuisonderwijs voor kinderen die ziek thuis zijn • ziekenhuisonderwijs bij verblijf aldaar • ondersteuning op school van de leerkracht. 10.17 Ziekmelden: Indien uw kind ziek is vragen wij u dit voor 8.30 uur aan ons door te geven, tel 0464280275. Als uw kind wegens ziekte of om een andere reden niet naar buiten mag in de pauze, of niet mee mag doen met de gymles verwachten wij daar ook een mededeling van. 10.18 Kapstokregels: Om te voorkomen dat kinderen worden geconfronteerd met een eindeloze reeks regels waaraan ze zich moeten houden, maken we gebruik van 5 kapstokregels. Deze regels zijn voor alle groepen identiek en kunnen worden gebruikt om het gedrag van kinderen aan de orde te stellen. Deze 5 regels gaan over 5 domeinen: 1. Omgaan met elkaar: Ruzie, slaan en schoppen, helpt een vriendschap naar de knoppen. 2. Omgaan met materialen: Wij zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen. 3. Aanwezigheid op school: Binnen zijn we voor leren en spel, rennen doen we buiten wel. 4. Omgang met jezelf, lichamelijk en geestelijk: Voor jezelf moet je goed zorgen, niet alleen vandaag maar ook voor morgen. 5. Omgaan met anderen: Laat zien dat je om elkaar geeft, dus ook tegen bezoekers op school doe je beleefd. Uitgaande van de 5 kapstokregels hebben we op school, in overleg met leerlingen, ouders en team, een gedragscode vastgesteld. Aan deze gedragscode is een pestprotocol en een brievenprocedure gekoppeld. Deze documenten zijn ook geplaatst op de site van de school. Ook in het schooljaar 2014-2015 zullen we expliciet aandacht besteden aan het sociaal emotionele/ pedagogische klimaat, waarbij bovenstaande regels regelmatig en centraal onder de aandacht worden gebracht. 10.19 Het vernielen van schoolspullen: Het komt soms voor dat kinderen niet altijd even zorgvuldig met de ter beschikking gestelde materialen omspringen. De materialen zijn duur en moeten voor een lange periode mee. Wij praten hier met de kinderen ook over. Kunt u dat ook doen? Moedwillig vernielde materialen etc. zullen we in rekening brengen bij de ouders. 10.20 Mobieltjes en i pods op school: Nog steeds zijn er kinderen met i pods en mobiele telefoontjes op school. Het meenemen van deze apparaatjes is niet toegestaan. De school is ook niet aansprakelijk voor beschadiging, verlies of diefstal. 44
Het gebruik van een mobieltje op school is niet toegestaan, tenzij de ouders in overleg met de leerkracht/directeur hebben aangegeven dat hun kind bereikbaar moet zijn (bijvoorbeeld tijdens een schoolreisje of schoolverlatersdagen). Moet uw kind naar huis bellen, dan kan er altijd gebruik gemaakt worden van de telefoon van de school. Mobieltjes die mee naar school worden genomen, worden bij de leerkracht ingeleverd ineen daarvoor bestemde la of bakje en aan het einde van de dag kunnen de leerlingen hun telefoon weer mee naar huis nemen. Ook hier is de school niet verantwoordelijk voor beschadiging, verlies of diefstal.
11. Toelating, verwijdering en schorsing. Uitgangspunt van de scholen van Kindante is de keuzevrijheid van de ouders. Zij zoeken de school die het beste aansluit bij hun kind en bij hun eigen opvattingen. Onze school behoort tot Stichting Kindante en is een openbare school. Bij de toelating van leerlingen zal geen onderscheid worden gemaakt op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Vanaf 1 augustus 2014 wordt de Wet Passend Onderwijs van kracht. Ingaande deze Datum heeft elke school/bestuur een zorgplicht. Indien de school bij aanmelding niet de noodzakelijke ondersteuning kan geven op basis van de hulpvragen van het kind is de school/bestuur verplicht een andere passende plek te zoeken. Bij aanmelding hebben de ouders wel de plicht om alle relevante en juiste informatie te verstrekken of dienen ouders toestemming te geven dat de school informatie kan opvragen aan derden. Daarnaast kan de school ten behoeve van het vaststellen van de onderwijsbehoeften van het kind de ouders verzoeken eerst aanvullend onderzoek te laten verrichten. Bij de invoering van Passend Onderwijs dienen alle kinderen een passende plek te krijgen binnen de totale zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in de regio. Voorkomen moet worden, dat de leerling nergens terecht kan en thuis komt te zitten. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. (zie elders in deze schoolgids). De school dient het besluit om een leerling niet toe te laten schriftelijk met redenen omkleed aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen tegen dat besluit bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar indienen, binnen zes weken na de beslissing. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen en moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. Daarna zouden de ouders nog een beroep kunnen doen op de burgerlijke rechter.
45
11.1 Verwijdering van de basisschool
• •
Het bevoegd gezag kan overgaan tot verwijdering als: de school niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen; er sprake is van ernstig wangedrag van de leerling en/of de ouders. De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en directeur van de school. De school heeft de plicht gedurende 8 weken te zoeken naar een andere school, die bereid is de leerling toe te laten.
1. 2.
3. 4. 5. 6.
Onderstaande procedureregels zijn van toepassing: De ouders worden gehoord over het voornemen tot verwijdering; Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot verwijdering schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen. Er moet een gemotiveerd schriftelijk besluit zijn waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bezwaar in te dienen bij het bevoegd gezag; De ouders kunnen binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen; Het bevoegd gezag is verplicht om de ouders te horen over het bezwaarschrift; Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen; Het bevoegd gezag meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond aan de Inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar. Zo nodig wordt ook Jeugdzorg geïnformeerd.
11.2 Schorsing van leerlingen
1. 2. 3.
4. 5. 6.
Schorsing valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De volgende zorgvuldigheidseisen zijn belangrijk: Het bevoegd gezag kan de leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd (maximaal 5 dagen); De schorsing vindt eerst plaats na overleg met de leerling, ouders en groepsleerkracht; Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen; De directeur is gemandateerd namens het bevoegd gezag deze brief te ondertekenen nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met het domein onderwijs; De school stelt de leerling in staat, door het opgeven van huiswerk, de leerstof bij te houden en zo te voorkomen dat deze achterstand oploopt; Voordat de leerling terugkeert naar school vindt altijd een gesprek plaats met de ouders en zo mogelijk de leerling. Na afloop van dit gesprek worden gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd; Het bevoegd gezag stelt de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen daarvoor. Zo nodig wordt ook de jeugdzorg geïnformeerd.
46
12. Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 19 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaalemotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG. De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg. Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht. Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Contact Brigitte Knops, doktersassistente Team JGZ CJG Beek E:
[email protected] T:088-4582207 / 06-46313197 www.ggdzl.nl/jeugdgezondheidszorg
47
13. Centrum Jeugd en Gezin Onzekerheid, pesten, problemen op school of met vriendjes, belonen en straffen… Vragen over opgroeien of opvoeden? Kom naar het Centrum voor Jeugd en Gezin! Je kindertijd is de mooiste tijd van je leven zeggen ze. Dat kan best waar zijn, maar toch is het zelfs voor kinderen niet altijd rozengeur en maneschijn. En ook ouders komen onvermijdelijk te staan voor vragen die te maken hebben met het opgroeien en opvoeden van hun kinderen. Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin Westelijke Mijnstreek kunnen jongeren en ouders terecht met alle kleine en grote vragen die spelen in een gezin Kinderen en jongeren tot en met 23 jaar Volwassenen lijken soms te vergeten dat je als kind onzeker kunt zijn over je uiterlijk, over je gedrag, over verliefdheid of pesten en noem maar op. Dat je met vragen zit die je aan vriendjes, ouders of onderwijzers niet durft stellen. Dat je ook heel praktische vragen kunt hebben, bijvoorbeeld over de regels thuis of over zakgeld. Met al die vragen kun je terecht in het CJG bij jou in de buurt. Er is ook een wisselend programma van trainingen en cursussen waar je iets aan kunt hebben, bijvoorbeeld Weerbaarheid of Sociale Vaardigheden. Ouders Als je vragen hebt over het opgroeien en opvoeden van je kind kan het CJG helpen. Denk aan vragen over problemen op school of met vriendjes, pesten, belonen en straffen, zakgeld, pubergedrag en àlle andere onderwerpen (relatie, financiën, etc.) waar gezinnen mee te maken kunnen krijgen. Het is de normaalste zaak van de wereld dat je met zulke vragen naar het CJG gaat. Je wilt immers dat je kind opgroeit tot een gezonde en evenwichtige volwassene en het CJG kan je daarbij ondersteunen. Het CJG is de spil in het uitgebreide netwerk van instellingen die zich bezighouden met de opvoeding, de gezondheid en het welzijn van je kind. Er is bovendien een uitgebreid programma van activiteiten als themabijeenkomsten en cursussen. Goed advies en snelle hulp In het CJG Westelijke Mijnstreek bundelen we de krachten van deskundigen op het gebied van opvoeden en opgroeien in jeugdgebiedsteams bestaande uit professionals als de jeugdarts. Sociaal pedagogisch medewerker, maatschappelijk werk en MEE consulent. (De andere functies kunt u op onze website terugvinden onder gebiedsteams) Het gebiedsgericht werken is een methodiek waarbij we gezamenlijk willen zorgen voor korte lijnen en snelle antwoorden op uw hulpvraag. U als gezin bent leidend in uw eigen hulpvraag en onze professionals gaan u ondersteunen hier zelf en eventueel met behulp van uw omgeving mee om te gaan. Het CJG Westelijke Mijnstreek is een netwerkorganisatie waarin de GGD ZuidLimburg, Partners in Welzijn, MEE Zuid-Limburg, Bureau Jeugdzorg Limburg en Orbis Jeugdgezondheidszorg samenwerken. Verder werkt het CJG samen met het 48
onderwijs, Veiligheidshuis, specialiseerde zorg, zelfstandige zorgaanbieders, de gemeente en andere netwerkpartners. Door de intensieve samenwerking is het mogelijk om snel gepaste en samenhangende hulp te bieden. Er is altijd een CJG in de buurt. Ouders, verzorgers, kinderen en jongeren tot en met 23 jaar kunnen zonder afspraak binnen lopen. Daarnaast is het CJG ook een adviescentrum voor alle professionals en vrijwilligers die betrokken zijn bij opvoeden, opgroeien en ontplooien. Je bent welkom zonder afspraak, (zie voor adressen www.cjg-wm.nl) maar wil je zeker zijn dat er iemand is die je direct te woord kan staan, neem dan eerst even telefonisch of via de mail contact op. Vanaf nu kun je ook voor al je vragen terecht op onze website (www.cjg-wm.nl) waar onze digitale assistente je helpt met je vragen, je direct je vraag kunt opzoeken en contact kunt leggen met de juiste hulpverlener. Ook kun je onze gratis opvoedapp op de gsm installeren (zoek op CJG Westelijke Mijnstreek in de store) Wij kijken samen mee naar de beste aanpak voor je vraag.
14. Schoollogopedie Gemeente Beek. Onze school wordt regelmatig bezocht door de logopediste van de Schoollogopedie Gemeente Beek, Annelies Canton. De werkzaamheden van de schoollogopediste omvatten het volgende: • Screening van de oudste kleuters: hiervan krijgen de ouders van tevoren bericht. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten en vindt plaats op school; de kleuter wordt hiervoor uit de klas gehaald. Er wordt gekeken naar de taalontwikkeling, articulatie, afwijkende mondgewoonten, gehoor, auditieve functies, stem en stotteren. • Controle-onderzoeken: indien de logopediste het nodig vindt zal het kind een maal per jaar gecontroleerd worden. Dit betreft kinderen uit de groepen 3 t/m 8. • Onderzoeken op aanvraag: dit zijn korte onderzoeken naar een specifiek probleem, die kunnen worden aangevraagd door leerkracht en ouders. Met een formulier, in te vullen bij de leerkracht, geven de ouders toestemming voor het onderzoek. • De uitslag: van de screening, controleonderzoeken en onderzoeken op aanvraag wordt na afloop schriftelijk aan de ouders meegedeeld en met de leerkracht van het kind besproken. • Het is mogelijk dat de ouders door de logopediste worden uitgenodigd voor een gesprek: Dit kan zijn een adviserend dan wel een verwijzend gesprek. Een verwijzend gesprek betekent dat de schoollogopediste adviseert om met het kind naar een particulier gevestigd logopedist te gaan voor onderzoek en/of behandeling; de schoollogopediste zal de ouders uitleg geven over de te volgen procedure. Logopedische behandeling vindt niet plaats op school. • Met vragen: al of niet naar aanleiding van een onderzoek, kunnen ouders terecht tijdens het telefonisch spreekuur op MAANDAG (schooldagen) van 18.00 uur tot 19.00 uur, tel. 046 – 4378606.
49
15. Leerplicht. Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen aan moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/verzorgers en legt aan iedere ouder/verzorger twee verplichtingen op : 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school is ingeschreven; deze begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt. 2. De verplichting, er na inschrijving voor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, deze begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen.
De leerplichtwet richt zich ook tot de jongeren. Jongeren vanaf 12 jaar zijn ook zelf verplicht zorg te dragen voor een correct schoolbezoek. Volledige leerplicht Het kind is volledig leerplichtig tot aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen volledige leerplicht meer heeft na het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Voor een leerling die een groep op de basisschool overslaat telt zijn basisschooltijd Voor de berekening van de leerplichtperiode toch voor acht jaar. 15.1 Kwalificatieplicht Na de volledige leerplicht geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent, dat het kind naar school moet tot zijn/haar 18e verjaardag. Het kind hoeft dan niet meer alle dagen naar school, maar kan ook gedeeltelijk werken en gedeeltelijk naar school gaan. Als het kind eerder dan zijn/haar 18e verjaardag een diploma HAVO, VWO of MBO niveau 2 haalt, heeft hij/zij een startkwalificatie en is hij/zij niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel. Het kan voorkomen dat een kind de school niet kan bezoeken, dat is b.v. het geval bij ziekte, schoolsluiting of het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Ook kent de wet vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden en bestaan er duidelijke regels voor extra vakantieverlof. 15.2 Verlof wegens gewichtige omstandigheden: In geval van gewichtige omstandigheden kan verlof worden verleend. Ouders moeten hiervoor een aanvraag indienen bij de directeur van de school. Onder gewichtige omstandigheden worden omstandigheden verstaan waarop leerling en ouders geen invloed hebben, zoals bijvoorbeeld: 50
• • • •
Het voldoen aan een wettelijke verplichting; Begrafenis; Huwelijk; Een 25-,40- en 50-jarig ambtsjubileum van ouders; Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden tot en met 10 dagen is ter beoordeling van de directeur. Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden langer dan 10 schooldagen is ter beoordeling van de leerplichtambtenaar. Extra vakantie wordt niet als gewichtige omstandigheid aangemerkt. Indien geen verlof wordt verleend door de directeur of de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen.
15.3 Vakantieverlof: Buiten de schoolvakantie mag geen (extra) vakantieverlof verleend worden, tenzij de specifieke aard van het beroep ouders ertoe dwingt buiten alle schoolvakanties op vakantie te gaan. Deze specifieke aard van het beroep moet kunnen worden aangetoond. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: • Het verlof mag niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar en mag niet langer duren dan 10 schooldagen; • Het verlof kan slecht één keer per schooljaar worden verleend; • De aanvraag moet ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend. Ook hierbij geldt dat indien geen verlof wordt verleend door de locatiedirecteur u een bezwaarschrift kunt indienen. Ouders/verzorgers kunnen hun vierjarig kind op een basisschool laten inschrijven. Zij zijn dan vervolgens verplicht ervoor te zorgen dat het kind de school regelmatig bezoekt zodra het op de basisschool kan plaats nemen. M.a.w. ze zijn niet verplicht het kind te laten inschrijven maar als het kind voor het vijfde jaar is ingeschreven is het wel de bedoeling dat ze ervoor zorgen dat het de school ook regelmatig bezoekt. De directeur van de school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ook als een kind de school voortijdig verlaat dient de leerplichtambtenaar daarvan in kennis gesteld te worden. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door ouders/verzorgers en leerlingen is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. Zij wijzen één of meerdere leerplichtambtenaren aan die dit toezicht uitvoeren. Wanneer ouders/verzorgers en jongeren vanaf 12 jaar, de leerplichtwet niet naleven, kan de leerplichtambtenaar vanuit zijn bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Het niet nakomen van de verplichtingen is strafbaar gesteld. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door de scholen is opgedragen aan de Inspectie voor het Onderwijs, die hierin vaak samenwerken met leerplichtambtenaren. 15.4 Melding afwezigheid: Ouders hebben de plicht om afwezigheid van hun kind te melden bij de school. Indien ouders hierbij in gebreke blijven wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim. 51
16. Opvang, voor-, tussen- en naschools. 16.1
TSO kinderopvang Ubbeltje. Vanaf 12 maart 2012 verzorgt Kinderopvang Ubbeltje de TSO (Tussen Schoolse Opvang) bij OBS de Kring. Wij bieden de mogelijkheid uw kind tussen de middag, van 12.00 tot 13.00 uur, op te laten vangen door een vast team van pedagogische medewerkers van Stichting Kinderopvang Ubbeltje. De opvang vindt dus plaats op professionele basis. Kinderopvang Ubbeltje organiseert het personeel, de begeleiding van de kinderen, de coördinatie hiervan en de inning van de betalingen De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de kinderen op een veilige en pedagogische verantwoorde manier de pauze doorbrengen. Er wordt in groepen gegeten zodat rust en overzicht gegarandeerd zijn. Per groep kinderen zal een pedagogische medewerker aanwezig zijn die verantwoordelijk is voor de begeleiding. Nadat de kinderen hun zelf meegebrachte lunchpakket hebben genuttigd, is er nog ruimte voor ontspanning en spel. Ouders betalen voor het overblijven van hun kind € 2,75 per keer. Er is ook de mogelijkheid uw kind incidenteel over te laten blijven. U kunt dan een strippenkaart kopen voor € 30,00 Het reglement tussenschoolse opvang (TSO) ligt ter inzage op school. De gedragscode van de school (met daarbij het pestprotocol en de brievenprocedure), zijn ook van toepassing ten aanzien van de tussenschoolse opvang.
16.2
Informatie: Voor informatie over de TSO en aanmelding kunt u terecht bij Susanne Muytjens van Stichting Kinderopvang Ubbeltje. Susanne Muytjens is te bereiken via telefoonnummer 046-4373407 of per email
[email protected] De coördinator TSO is Bianca Ahsmann, zij is op maandag, dinsdag en donderdag aanwezig tussen 11.45 en 13.15 uur en telefonisch bereikbaar op 06- 28768290 (ook voor ziekmelding per sms).
16.3
Voor- en naschoolse opvang: Vijf dagen per week verzorgt Stichting Kinderopvang Ubbeltje de voorschools – en Buitenschoolse opvang. Tussen 7.30 en 8.30 uur kunnen de kinderen op de hoofdlocatie (Op de Windhaspel 4a) opgevangen worden en van daaruit naar de school worden gebracht. Na school worden de kinderen opgevangen op de hoofdlocatie bij BSO Abeltje. Om 15.15 uur staat er een pedagogisch medewerker klaar om samen met de kinderen naar de hoofdlocatie te lopen. Na binnenkomst wordt er aan tafel gegaan voor een kort rust/eetmoment. Daarna gaan de kinderen eerst onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers naar buiten om te spelen. Buiten is er genoeg materiaal aanwezig voor buitenspel. De pedagogisch 52
medewerkers houden toezicht en spelen mee met de kinderen. Na het buiten spelen kunnen kinderen naar binnen en kiezen in welke groep ze gaan spelen. Kinderen kunnen dan deel gaan nemen aan een aangeboden activiteit of kiezen voor vrij spel. Gedurende het jaar wordt in samenwerking met NJoy van de gemeente Beek naschoolse activiteiten georganiseerd. Dit kunnen sport, muziek of andere soort van activiteiten zijn. Huiswerk maken Kinderen hebben de mogelijkheid hun huiswerk te maken, indien wenselijk onder begeleiding van een pedagogisch medewerker. Er wordt een plek geboden waar kinderen ongestoord kunnen werken. Buitenschoolse opvang in de schoolvakanties In de schoolvakanties bieden we voor de kinderen van de verschillende BSO’s, vakantieopvang aan op de hoofdlocatie bij BSO Abeltje. Openingstijden in de schoolvakantie; 8.00 tot 18.00 uur. Ouders kunnen incidenteel vakantieopvang nemen of kiezen voor 6, 9 of 12 weken per jaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Susanne Muytjens van Stichting Kinderopvang Ubbeltje, 046- 4373404 of zie de website van AStichting Kinderopvang Ubbeltje; www.ubbeltje.nl
17. De Collectieve Verzekeringen voor leerlingen van Stichting Kindante, leren leren, leren leven. Stichting Kindante heeft voor alle leerlingen van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten, die we hieronder graag nader toelichten. 17.1 De Aansprakelijkheidsverzekering: Stichting Kindante heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), zolang zij onder toezicht staan van de school. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijv. niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van Stichting Kindante dekt in de zin van nalatig handelen dan wel verwijtbaar handelen voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een schade niet onder de schoolpolis thuishoort, maar gemeld moet worden bij de eigen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van Stichting Kindante e.e.a. met de ouders verder worden afgestemd. (*) Leerlingen en personeelsleden zijn alle bij Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren t.b.v. Kindante. 17.2 De Collectieve Ongevallenverzekering: Alle leerlingen en personeelsleden (*) van de scholen zoals deze vallen onder Stichting Kindante zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallenpolis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens 53
reizen en excursies en ook tijdens het stagelopen, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur vóór en één uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: 1) Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval € 50.000,2) Bij overlijden als gevolg van een ongeval € 5.000,3) Geneeskundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering € 2.500,4) Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering € 2.500,5) Materiële dekking schade aan bril, kleding, eigen studiemateriaal als gevolg van een ongeval € 125,De rubriek "Ongevallen met blijvende invaliditeit" is voor iedere leerling heel belangrijk omdat jongeren bij een blijvende invaliditeit alleen maar aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG regeling (WAO voor Jongeren) Rubriek 3), 4) en 5) Hierbij gaat het om een aanvullende dekking, wat betekent dat geen vergoeding wordt verleend wanneer deze schade op een andere polis verhaald kan worden. Vanzelfsprekend is onze verzekeringsmakelaar, Meeús Assurantiën BV, bereid hierbij de helpende hand te bieden. Essentieel bij alle genoemde elementen is de definitie wanneer er sprake is van een ongeval: “een gebeurtenis waarbij een verzekerde plotseling wordt getroffen door een van buiten af op hem inwerkend geweld, waardoor hem in één ogenblik lichamelijk letsel wordt toegebracht, mits aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen.” Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een 24 uurs dekking gedurende 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn op school speciale aanvraagformulieren te verkrijgen. *) Leerlingen en personeelsleden zijn bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij onder autoriteit resp. verantwoordelijkheid van de directie van Kindante op reis resp. met excursie gaan. Naast deze Collectieve Ongevallen en aansprakelijkheidsverzekering heeft Stichting Kindante ook gezorgd voor een verzekering van de bagage tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn eveneens onder deze polis meeverzekerd. 17.3 Tussenschoolse opvang Scholen die tussenschoolse opvang onder eigen beheer hebben georganiseerd:
54
In die gevallen dat het overblijven wordt verzorgd (toezicht en begeleiding) door de school, berust de verantwoordelijkheid alsdan ook bij de school. De genoemde Kindanteverzekeringen Aansprakelijkheid en collectieve ongevallenverzekering zijn dan van toepassing. Scholen die tussenschoolse opvang hebben uitbesteed aan derden: Bij scholen die het toezicht en de begeleiding bij overblijven hebben uitbesteed aan een andere vereniging of stichting, ligt voor de gebeurtenissen -waarbij sprake is van enig verwijtbaar handelen dan wel nalaten van de personeelsleden van de stichtingtijdens dit overblijven de verantwoordelijkheid bij die betreffende vereniging of stichting. De aansprakelijkheidsverzekering van Kindante is derhalve in deze situatie niet van toepassing. De toelichting in dit schrijven is natuurlijk een uittreksel van de belangrijkste gegevens en hier kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Wie precies de voorwaarden en verdere regels wil weten kan daarvoor binnen de school inzage krijgen in de betreffende polisvoorwaarden maar bellen met de schoolverzekeraar kan natuurlijk ook. Dat is Meeús Assurantiën te Den Haag. Het telefoonnummer is 0703028544. U kunt dan vragen naar de relatiebeheerder Robert Jan Donker of de accountmanager Saskia Knegtmans.
55
18. Vrije dagen en vakanties: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Bovenbouw vrijdagmiddag Zomervakantie
18 t/m 26 oktober 2014. 20 december 2014 t/m 4 januari 2015. 14 februari t/m 22 februari 2015. 6 april 2015 25 april t/m 10 mei 2015. 14 en 15 mei 2015. 25 mei 2015. 17 juli 2015. 18 juli t/m 30 augustus 2015.
Studiemiddagen team ( hele school) Maandagmiddag 6 oktober 2014 Donderdagmiddag 22 januari 2015 Maandagmiddag 25 maart 2015 Woensdag 1 april 2015 Woensdag 10 juni 2015 Woensdag 15 juli 2015 Studiedag Onderbouw (groep 1 t/m 4) Vrijdag 12 september 2014
Urenverantwoording schooljaar 14 -15 Beschikbaar aantal lesuren: Af vakanties en vrije dagen
1356 354
Resteert: Verplicht:
1012 1000,0
Reserve:
2
1252 329,5 922,5 880 42,5
56
19. Urentabel 2014-2015. Verdeling van de tijd over de vak- en vormingsgebieden in uren en minuten per week. Vakgebied zintuiglijke - lichamelijke oefening schrijven taal lezen rekenen engels speelplezier – wereldspel – IPC - wereldoriëntatie - expressie - school tv - taal - rekenen - speelwerkles - gezond gedrag - spreekbeurt - soc. redzaamheid verkeer - ICT pauze totaal
Groep 1 2 6.00 6.00
2.25 2.25 0.50 4.75 1.00 5.00
1.00 1.25 24
2.25 2.25 0.50 4.75 1.00 5.00
1.00 1.25 24
3 2.50 2.00 4.50 3.00 4.50
4 2.50 0.75 5.00 2.50 5.50
5 2.00 1.25 5.50 2.50 5.50
6 2.00 1.00 5.50 2.50 5.50
7 2.00 0.50 5.50 2.25 5.00 1.00
8 2.00 0.25 6.00 2.25 5.00 1.00
3.00 2.75 0.50
3.00 3.00 0.50
4.25 2.00 0.50
4.25 2.00 0.50
4.25 2.00 0.50
4.25 2.00 0.50
0.50 0.25 0.50
0.50 0.25 0.75
0.50 0.25 1.00
0.50 0.25 0.50
1.25 26
1.25 26
1.25 26
1.25 26
1.25 24
1.25 24
57
58