Kbs de Liniedoorn
SCHOOLGIDS 2015-2016 1
Kbs De Liniedoorn
Spreekt de taal van ieder kind
1. KBS DE LINIEDOORN EN HAAR OMGEVING 7 1.1 Situering van de school 7 1.2 Schoolgrootte 7 1.3 Aanmelding en plaatsing van een kind op Kbs De Liniedoorn 7 1.4 Aanname nieuwe leerlingen 7 2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 9 2.1 Missie van Kbs De Liniedoorn 9 Onze kernwaarden: 2.2 Visie van de Kbs De Liniedoorn 9 2.3 De 5 sterren van Kbs De Liniedoorn 9 2.3.1 Kindcentrum 9 2.3.2 Onderwijstijd 10 2.3.3 Excellent presteren 11 2.3.4 E-learning 12 2.3.5 Talent ontwikkeling 13 2.4 Pedagogische visie 13 2.5 Visie op identiteit 15 2.6 Visie op maatschappelijke positionering 15 2.7 Visie op schoolorganisatie 15 3. DE ORGANISATIE SCHOOL EN BESTUUR 17 3.1 Inos 17 3.2 Waar inos voor staat 17 3.3 Organisatorische eenheid JSL scholen 18 3.3.1 De directeuren 18 3.3.2 De teamcoördinatoren (tc-er) 18 3.3.3 De interne begeleider (ib-er) 18 3.3.4 De bouwteams 20 3.3.5 De taakgroepen 20 3.3.6 De werkgroepen 20 3.3.7 De medezeggenschapsraad 21 4. GRENZELOOS LEREN EN HOE WERKEN WIJ 23 4.1 Werken in units 23
02 2
4.1.1 Unit 1 groep 1 en 2 23 4.1.2 Unit 2 groep 3 en 4 25 4.1.3 Unit 3 groep 5 en 6 25 4.1.4 Unit 4 groep 7 en 8 26 4.2 Kerndoelen 26 4.3 Specifieke aandachtsgebieden 28 4.3.1 ICT 28 4.3.2 Woordenschatonderwijs 28 4.4 Actief burgerschap 28 4.4.1 Sociaal emotionele ontwikkeling 29 4.5 Extra aanbod 29 4.5.1 Het taalatelier 29 4.5.2 Profijtklas 30 4.5.3 Combinatiefunctionaris sport 30 4.5.4 Playing for success 31 4.5.5 NAC junior street league 31 5 HOE VOLGEN WIJ DE ONTWIKKELING VAN UW KIND 35 5.1. Naar groep 1 35 5.2 Leerlingenzorg 35 5.3 Observaties en registratie 35 5.4 Het leerling-dossier 35 5.5 Methode gebonden toetsen 35 5.6 Niet methodegebonden toetsen 35 5.7 Scol 36 5.8 Onderwijskwaliteit 36 6. DE ZORG VOOR LEERLINGEN 39 6.1 Opbrengstgericht werken 39 6.2 Passend onderwijs 40 6.2.1 Zorgplicht 41 6.2.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP) 42 6.3 Stappen in de zorg 43
Zorgniveau 1 45 Zorgniveau 2 45 Zorgniveau 3 45 Zorgniveau 4 45 Zorgniveau 5 46 6.4 Commissie ondersteuningstoewijzing 46 6.5 Het speciaal onderwijs (so) 46 6.6 Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte 46 6.7 Doubleren of versneld overgaan 47 6.8 Ontwikkelingsperspectief 47 6.9 Dyslexieprotocol 47 6.10 Verrijking in de klas 48 6.11 Eureka! 48 6.12 Lichte ondersteuning 49 6.13 Partners in de zorg 50 6.13.1 Centrum voor jeugd en gezin 50 6.13.2 Zorg in en om de school 50 6.14 Jeugdgezondheidszorg door de GGD West-Brabant 50 6.15 Medicijnverstrekking en medisch handelen op school 52 6.16 Vervangingen via Matchpoint 53 7 DE OUDERS IN DE SCHOOL 55 7.1 Algemene uitgangspunten 55 7.2 De medezeggenschapsraad 55 7.3 De oudervereniging 55 7.4 Hulpouders 56 7.5 Spelinloop 56 7.6 Gast in de klas 57 7.7 Logo 3000 oudergroep 57 7.8 Luizencontrole 57 7.9 Het overleg tussen school en ouders 57 7.9.1 Het intakegesprek 57 7.9.2 De rapportbespreking 58
7.9.3 Kennismakingsavond begin nieuwe schooljaar 58 7.9.4 Huiswerkspreekuur en huiswerkinstructie 58 7.9.5 Adviesgesprek voortgezet onderwijs 60 7.10 Informatieverstrekking door de school 61 7.11 Informatievoorziening aan gescheiden ouders 61 8 REGELINGEN 63 8.1 De klachtenregeling 63 8.1.2 Zijn er nog meer mogelijkheden om Uw klacht te bespreken? 63 8.1.3 Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, 6 (seksueel) misbruik en geweld? 64 8.1.4 Als kinderen ergens mee zitten … 64 8.2 De schoolvertrouwenspersoon 64 8.3 De coördinator van het netwerk van Schoolvertrouwenspersonen: 65 8.4 Leerplicht, verzuim en verlof 66 8.4.1 Leerplicht en verlof buiten de schoolvakanties 66 8.4.2 Vakantieverlof 66 8.4.3 Verlof in geval van gewichtige omstandigheden 66 8.4.4 Geen redenen voor verlof 67 8.4.5 Het aanvragen van verlof buiten de schoolvakanties 67 8.4.6 Bezwaar en beroep 67 8.4.7 Ongeoorloofd verzuim 68 8.4.8 Externe hulpverlening onder schooltijd (waaronder Remedial Teaching) 68 8.5 Sponsoring 68 8.6 Veiligheidsbeleid 69 8.7 Toelating, verwijdering en schorsing 71 Kbs de Liniedoorn
Inhoud
03
Welkom bij Kbs De Liniedoorn een school met een 5 sterren onderwijsconcept Iedere ouder komt op een bepaald moment voor de keuze te staan om een basisschool te kiezen. In deze schoolgids beschrijven wij ons 5 sterren onderwijsconcept . Deze informatie geeft u inzicht in onze visie en werkwijze. Hiermee kunt u zelf bepalen in hoeverre onze school aansluit bij de ontwikkeling van uw kind en uw denkwijze over opvoeden en onderwijs. Om het pedagogische klimaat te ontdekken en echt de sfeer van onze school te proeven nodigen wij u van harte uit om onze school te bezoeken. Wij zijn trots op onze school en geven u graag een rondleiding, vooral tijdens schooluren. Bij deze kennismaking informeren we u graag over het 5 sterrenconcept, ons onderwijsaanbod en wat de school uw kind kan bieden en wat wij van u als ouder verwachten. Uiteraard met voldoende ruimte om vragen te stellen. Wij nodigen u van harte uit voor een oriënterend gesprek. Namens het team van Kbs De Liniedoorn Directeuren Mária Peeters en Antoinet Sommers
04
Welkom
5
05
Hoofdstuk 1
06
Omgeving
1
Kbs De Liniedoorn en haar omgeving 1.1 Situering van de school Op ongeveer 2 kilometer van het centrum van Breda ligt de wijk Doornbos. Kbs De Liniedoorn is gehuisvest in deze groene en ruim opgezette woonwijk. Het mooie U-vormige gebouw stamt uit 1963 en is recent volledig gerenoveerd. De lichte en ruime lokalen zijn gesitueerd rondom een grote centrale hal waar we graag gebruik van maken om gezamenlijke vieringen te organiseren. De school maakt graag gebruik van de mogelijkheden die de buurt en het centrum bieden, zoals de speelvelden, bibliotheek, diverse podia, parken en musea. De leerlingen van de school komen voornamelijk uit de wijk Doornbos en de aangrenzende wijk Liniekwartier. Kbs de Liniedoorn heeft een multiculturele populatie met ca. 12 verschillende nationaliteiten. Ongeveer 50 % van de ouders is vmbo/mbo/hbo opgeleid en 50% van de ouders is laag opgeleid. Meer dan 50% van de leerlingen heeft voorafgaand aan de basisschool de interne peuterspeelzaal De Linietuin van Kober bezocht.
7
1.2 Schoolgrootte Het huidige leerlingen aantal is 136. We streven ernaar om in de komende paar jaar door te groeien naar 160 leerlingen. Kbs De Liniedoorn heeft nu 7 groepen met gemiddeld 21 leerlingen. Bij een gerealiseerde groei willen we 8 groepen formeren met ongeveer 20 leerlingen. 1.3 Aanmelding en plaatsing van een kind op Kbs De Liniedoorn Voorafgaande aan de aanmelding van nieuwe leerlingen vindt een gesprek plaats met de ouders. U kunt hiervoor een afspraak maken met de onderbouwcoördinator van de school. Zij informeert u over de school en geeft u een rondleiding. Zij informeert de ouders over wat wij de kinderen kunnen bieden en wat wij van ouders verwachten. 1.4 Aanname nieuwe leerlingen Met het ondertekenen van het inschrijfformulier conformeren ouders zich aan de uitgangspunten van de school, inclusief alle regels en activiteiten van de school zoals vermeld in de schoolgids. Het instroombeleid staat beschreven in het protocol instroom, doorstroom en uitstroom. Dit protocol ligt ter inzage op school. Voor zij-instromers nemen we altijd contact op met de vorige school, waarna al dan niet tot plaatsing wordt besloten.
07
Hoofdstuk 2
08
Missie/visie
2
Waar de school voor staat 2.1 Missie van Kbs De Liniedoorn Kbs De Liniedoorn biedt 5 sterrenonderwijs waarbij iedereen de kans krijgt om te stralen
Betrokken - ambitieus - creatief en verbindend Een culturele school die sprankelt Onze kernwaarden: Betrokken: • We zetten in op actieve en betrokken leerlingen, medewerkers en ouders. Ambitieus: • We hebben hoge verwachtingen ten aanzien van leerlingen, medewerkers en ouders. • We werken opbrengstgericht aan een brede ontwikkeling van leerlingen en medewerkers. Creatief: • We streven ernaar om aan te sluiten bij de sterke kanten van de leerlingen, alle intelligenties verder te ontwikkelen en leerlingen bewust te maken van hun eigen unieke vermogens. • We ontwikkelen de creatieve denkvermogens van de leerlingen door een ruim aanbod. Verbindend: • We bieden thematisch onderwijs omdat leren zo meer in verbinding met elkaar wordt gebracht in een effectieve leeromgeving.
• •
We bieden een prettig, veilig werk- en leerklimaat voor leerlingen en medewerkers. We staan in verbinding met elkaar en stimuleren actief de samenwerking met ouders en anderen uit onze omgeving.
2.2 Visie van de Kbs De Liniedoorn Het sterrenschoolconcept is ontwikkeld door een landelijke denktank die het antwoord heeft gezocht op de volgende vraag: “Als we vandaag met een schone lei mogen beginnen, hoe zouden we het primair onderwijs er dan uit kunnen laten zien?” De conclusie is dat het hoog tijd is voor een vijf sterrenaanpak waarbij het totaalpakket van onderwijs en kinderopvang wordt aangeboden. Het team van Kbs De Liniedoorn heeft met het opstellen van de vernieuwde visie zich uitgesproken om zich verder te gaan ontwikkelen in de richting van een Sterrenschool. We hebben er bewust voor gekozen om alle 5 de sterren op te nemen in de uitgangspunten van het onderwijskundige aanbod. Uiteraard worden de sterren de komende jaren verder aangevuld en verrijkt in samenspraak met alle betrokkenen. 2.3 De 5 sterren van Kbs De Liniedoorn 2.3.1 Kindcentrum Het kindcentrum biedt kinderen van 2 tot 12 jaar van 8.00 uur tot 18.00 uur een sluitend dagarrangement. Binnen dit dagarrangement zijn er drie basisdiensten: • Kinderopvang (voor en na schooltijd, overblijven) • Voorschool (VVE peuterspeelzaal)
09
• Onderwijs (VVE vroegschool groep 1-2 en groep 3 t/ 8) Kinderen werken in deze drie basisdiensten aan dezelfde leerdoelen. De leerdoelen omvatten de volgende vijf leergebieden: cognitief, motorisch, sociaal, creatief en emotioneel. Voor een kind is het onderscheid tussen de basisdiensten zo onzichtbaar mogelijk, het is op deze locatie gewoon aan het leren.
2.3.2 Onderwijstijd We zijn een kindcentrum dat ouders de ruimte wil geven. De klanten staan voorop: de organisatie en de werknemers van de organisatie zijn dienstbaar aan de klanten. Dit vraagt om een nieuwe bezinning op wat de behoeftes zijn van ouders en leerlingen met betrekking tot de onderwijstijd en de invulling van het dagarrangement.
Wij vinden dit belangrijk en we onderhouden dan ook actief contact met de belanghebbenden zoals ouders, bedrijven in de buurt, buurtbewoners, het Voortgezet Onderwijs, zorg- en culturele instellingen en de gemeente. We willen nadrukkelijk vorm geven aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. De kinderopvang bestaat uit voorschoolse-, tussenschoolse en naschoolseopvang. Deze wordt in samenwerking met Kober georganiseerd. Op dit moment bieden we Voorschoolse educatie op de interne Peuterspeelzaal De Linietuin van Kober. We hebben een intensieve samenwerking op alle vijf de leergebieden. We hanteren dezelfde pedagogische visie, werken met dezelfde thematische VVE methode Piramide, besteden veel aandacht aan de woordenschatontwikkeling en organiseren samen activiteiten voor de kinderen en ouders. De vroegschoolse educatie start op de basisschool en geldt voor leerlingen Unit 1, dit zijn alle leerlingen in de groepen 1 en 2.
Het basisarrangement: Vanaf het schooljaar 2015-2016 krijgen alle kinderen 940 uur onderwijs per schooljaar. Na 8 jaar hebben alle kinderen zo minimaal 7520 uur onderwijs genoten.
Toekomst: In de nabije toekomst zullen we nog meer gaan samenwerken met de kinderopvang in de directe nabijheid van de school.
10
Het plusarrangement: Tevens willen we ouders in de gelegenheid stellen om meer onderwijstijd af te nemen voor leerlingen die hier behoefte aan hebben in overleg met school. Dit bestaat nu uit: Schakelklas, verlengde schooldag: Het Taalatelier. 80 uur extra onderwijs voor leerlingen uit de groepen 4/5/6 met een woordenschatachterstand. Profijtklas, 80 uur extra onderwijs voor leerlingen uit de groepen 7 en 8 gericht op begrijpend lezen en rekenen. Toekomst: Het flexibele deel: We willen in de toekomst leerlingen en ouders afhankelijk van de behoefte de gelegenheid bieden om een aantal vakantiedagen flexibel in te zetten. Dit vraagt om een vraaggestuurde benadering waarbij we rekening dienen te houden met de wetgeving. Op dit moment worden er in het land al experimenten uitgevoerd. Wij hopen vanaf schooljaar
Toekomst: We willen in de toekomst leerlingen en ouders afhankelijk van de behoefte de gelegenheid bieden om een aantal vakantiedagen flexibel in te zetten. Dit vraagt om een vraaggestuurde benadering waarbij we rekening dienen te houden met de wetgeving. Op dit moment worden er in het land al experimenten uitgevoerd. Wij zijn in afwachting van een mogelijke wetswijziging t.a.v. de schooltijden. Zodat er ruimte ontstaat om hier flexibeler mee om te gaan. 2.3.3 Excellent presteren We hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen, medewerkers en ouders. De primaire taak van het onderwijs is de overdracht van kennis, vaardigheden en attitudes. Primair ligt de focus op excellent taalrekenen leesonderwijs. Dit vraagt om een opbrengstgerichte manier van werken en denken. We willen het maximale uit onze leerlingen halen, waarbij we rekening houden met de mogelijkheden van de leerling.
Door moderne methodes te gebruiken die de kerndoelen dekken, de methodes worden volgens een opgesteld schema regelmatig vernieuwd. Nieuwe methodes voeren we in onder begeleiding van experts. Door ouders nadrukkelijk te betrekken bij de participatie van het leerproces middels huiswerk. We zijn er van overtuigd dat we alleen optimale resultaten kunnen behalen als we samenwerken en elkaar helpen. Door professionalisering van onze medewerkers. Een excellente school veronderstelt immers ook kwalitatief hoog opgeleide medewerkers. “De Leerkracht doet er toe “ en “Een leven lang leren” onderschrijven wij als team. Het scholingsbeleid verplicht medewerkers zich regelmatig te laten scholen in de basisvaardigheden of competenties vanuit de wet BIO. Toekomst:
We willen dit bereiken: Door een ruime hoeveelheid onderwijstijd in te plannen voor de basisvakken taal, rekenen, lezen en spelling. Bovendien is de onderwijstijd die we inplannen voor het taal- en rekenonderwijs afgestemd op onze leerling-populatie. Door gebruik te maken van een heldere zorgstructuur en werken we met het onderwijs continuüm. Hierover leest u meer in de volgende paragraaf. Door opbrengstgericht te werken op leerling-, groeps-, en schoolniveau met het project “leren van data”. Voor de basisvakken hebben we het ambitieniveau van de prestaties op school- en groepsniveau afgesproken, zodat we goed in staat zijn om onze resultaten te monitoren en daar waar nodig tijdig bij te sturen.
11
11
We zijn het Onderwijscontinuüm aan het in voeren voor de basisvakken. Het Onderwijscontinuüm is een instrument om datagestuurd en opbrengstgericht onderwijs effectief vorm te geven. Het onderwijsaanbod zal hiermee voor de basisvakken in de groepen gebaseerd zijn op drie niveaus. We willen het samenwerkend leren en het toepassen van coöperatieve werkvormen verder versterken. We willen de leerlingen bewust medeverantwoordelijk gaan maken voor hun eigen leerprestaties en de doelen die ze willen bereiken.
Brede ontwikkeling: Naast de basisvaardigheden voor taal en rekenen leren kinderen op school ook kennis, vaardigheden en attitudes op het gebied van Engels, oriëntatie op jezelf en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs. Deze brede ontwikkeling wordt verder ondersteund door een methode voor de sociale vaardigheden en een schrijfmethode. Wij starten dit jaar met het traject “Cultuureducatie met Kwaliteit” met de Cultuurwinkel Breda. De leerlijnen voor kunst en cultuureducatie komen de komende centraal te staan. “In een effectieve leeromgeving is niet de methode het uitgangspunt voor het leerproces, maar wordt op basis van leerdoelen en leerlijnen een leertraject opgezet, waarin de leerling en actieve rol vervult. In een dergelijke omgeving gelden als uitgangspunten: • Leerlingen kunnen zelf aan de slag • Er wordt gewerkt aan taken of opdrachten • Er zijn uitdagende leertaken • Leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag • Er is gelegenheid tot werken in kleine groepjes • Er zijn keuzemogelijkheden en is afwisseling in leertaken
12
Als er aan deze uitgangspunten is voldaan, is er sprake van een uitdagende en betekenisvolle authentieke leeromgeving.” Voor Unit 1 werken we thematisch en leerdoelgericht met de VVE methode Piramide en wordt deze uitdagende leeromgeving geboden door een afwisseling tussen het werken op het kleuterplein en in de groep. Voor Unit 2,3 en 4 zien we ook veel kansen om de wereldoriënterende vakken en de kunstzinnige oriëntatie te verbinden en vanuit thema’s aan te gaan bieden. We hebben ervoor gekozen om met IPC schoolbreed projectonderwijs in te voeren.
Toekomst: • Het IPC-projectonderwijs wordt de komende jaren geïmplementeerd in de groepen 3 t/m 8. • Logo 3000 wordt voortgezet in groep 1/2. • In het schooljaar 2015-2016 wordt voor het derde en laatste jaar de Cultuureducatie met Kwaliteit in groep 1 t/m 8 geimplementeerd. 2.3.4 E-learning Wij leiden onze leerlingen op om in de toekomst op een zelfstandige manier hun rol in de maatschappij te kunnen gaan vervullen. Deze toekomst is een op kennis gerichte maatschappij die vraagt om een hoge mate van kennis en vaardigheden op het gebied van ICT, van zowel de leerkrachten als de leerlingen. Daarnaast denken we dat het goed inzetten van ICT de leertijd van de leerlingen kan verruimen.
reflectief, onderzoekend en creërend vermogen. Dat vergt veel van leerkrachten, van de kinderen zelf, hun ouders en de omgeving. Talentontwikkeling vraagt immers aandacht voor verschillen in aanleg en talent, dus oog voor de eigenheid van ieder individu. Maar het vraagt ook om de professionaliteit om deze eigenheid eerder als kansen dan als beperkingen te zien. We streven ernaar om aan te sluiten bij de sterke kanten van de leerlingen, alle intelligenties verder te ontwikkelen en leerlingen bewust te maken van hun eigen unieke vermogens. Tegemoet komen aan de verschillen tussen leerlingen en hun talentontwikkeling door leerlingen in de gelegenheid te stellen keuzes te maken met Toekomst: betrekking tot de verwerking van de leerstof. Een gevarieerd en • Ouders kunnen met een eigen inlogcode de vorderingen van hun kwalitatief hoogwaardig aanbod bieden, verzorgd door zowel interne kind inzien. als externe specialisten. We maken ruimschoots gebruik van externe • Rapporten worden automatisch gegenereerd in Parnassys. deskundigen om het aanbod te versterken o.a. door de inzet van de • Leerlingen leren omgaan met sociale media en leren bewust en kritisch om te gaan met de hoeveelheid informatie die verkrijgbaar combinatiefunctionaris sport en cultuur, de grote ontdekking op het gebied van kunst en cultuur, de kunstdag en “Het taalatelier”. is op internet. Onderwijs houdt dan mogelijk niet op na schooltijd, maar het zal mogelijk worden om 24 uur per dag te leren. De behoefte aan gerichte instructie door een leerkracht zal blijven bestaan, maar we zien wel mogelijkheden om de verwerking door de leerlingen gedifferentieerder en in een uitdagende leeromgeving plaats te laten vinden met ICT. In de groepen 1 t/m 8 is een digitaal schoolbord aanwezig. Er zijn ruime mogelijkheden op school voor leerlingen om gebruik te maken van computers. Vanaf schooljaar 2015-2016 gaan de groepen 5 t/m 8 voor het toepassen en oefenen van de leerstof tablets gebruiken.
2.3.5 Talent ontwikkeling Naast de ontwikkeling van de kerndoelen vinden we het belangrijk dat leerlingen de ruimte krijgen om hun eigen talenten te ontdekken en te kunnen ontwikkelen. Talenten zijn er in alle soorten en maten. Iedereen beschikt, bewust of onbewust, over een persoonlijke set aan talenten: goed zijn in talen of in rekenen, gemakkelijk machines kunnen bedienen, plannen kunnen tekenen, goed kunnen organiseren, enz. Het zijn allemaal talenten die mensen dagelijks aanwenden in hun beroep of in hun vrije tijd. Om elk talent te ontwikkelen, zijn maatwerk en differentiatie nodig. Met talentontwikkeling willen wij de creativiteit van kinderen vergroten. Wij werken aan 4 vermogens: het receptief,
13
Toekomst: We willen dat kinderen in samenwerking met andere partners de kans krijgen om minimaal drie uur bewegingsonderwijs te ontvangen per week. Dit totale aanbod zal zowel onder als buiten schooltijd worden gerealiseerd. 2.4 Pedagogische visie Ouders, onderwijs en opvang zijn partners in de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. We zijn ervan overtuigd dat dit het beste kan in een veilige omgeving, waar iedereen respect heeft voor elkaar en samenwerken met elkaar vanzelfsprekend is.
13
Ieder kind is uniek. We helpen kinderen hun zelfstandigheid, zelfredzaamheid en zelfvertrouwen te ontwikkelen. We willen een stimulerende leeromgeving bieden, waar kinderen op een actieve en betrokken wijze zich ontwikkelen en zich kunnen verwonderen. We hebben hoge verwachtingen en spreken deze uit. Daarbij rekening houdend met de talenten en mogelijkheden van onze kinderen.
Kinderen: • We leren kinderen hoe we met elkaar omgaan. • We houden rekening met de behoeften van het kind. • We benaderen kinderen op een positieve manier. • We spreken verwachtingen uit over de omgang met elkaar en het gedrag binnen de school. • We kennen onze voorbeeldfunctie en dragen deze uit naar de kinderen. • We uiten waarderingen en moedigen kinderen aan. • We gaan zuinig en zorgvuldig met spullen om. • We stimuleren onze kinderen tot zelfreflectie met als doel de zelfstandigheid en zelfredzaamheid te verhogen. • Met elkaar dragen wij de verantwoordelijkheid voor alle kinderen. • We streven naar een veilig pedagogisch klimaat waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen. • We reageren proactief op signalen die wij van kinderen ontvangen.
Ouders:
14
• We doen het samen en benoemen dat: delen van verantwoordelijkheid. • We informeren elkaar tijdig over bijzonderheden zowel op school als thuis. • We stellen ons gelijkwaardig en respectvol op. • We spreken de verwachtingen van en naar elkaar toe uit. • We verwachten dat ouders mogelijkheden om samen te werken
benutten o.a ouderavonden ouderbijeenkomsten en huiswerk instructies. • We houden ons aan de gemaakte afspraken, zo niet dan spreken we elkaar daar op aan. • We bieden de mogelijkheid om opvoedkundig(e) tips en of advies te krijgen of te horen. Bijvoorbeeld; bedtijd, ontbijt, tandenpoetsen, zelfredzaamheid, veters + jas, verzorging, op tijd op school, zorg voor broertjes en of zusjes, aandacht voor je kind en wat werkt thuis goed. • We versterken de band met ouders door o.a.: • Gast in de klas • Huisbezoeken • Uitstapjes • Talenten van ouders benutten • Hulp in de klas • Spelinloop
Collega’s: • We nemen professionele verantwoordelijkheid. • We komen gemaakte afspraken na. • We geven en ontvangen feedback op een manier die de kwaliteit verbetert. • We praten niet voor anderen en over anderen, maar met elkaar. • We denken oplossingsgericht. We denken in mogelijkheden. • We leveren allemaal een actieve bijdrage. • We bespreken zaken met de juiste persoon op de juiste plaats. • Collega’s ondersteunen we op een professionele manier. • We respecteren elkaars mening en of ideeën. • Genomen besluiten voeren we met een glimlach uit! • We maken gebruik van elkaars talenten. • We hebben vertrouwen in elkaars keuzes, kunnen en mogelijkheden.
2.5 Visie op identiteit Wij werken vanuit katholieke inspiraties. • De identiteit van de school is gericht op het leggen van verbindingen - de school heeft een schoolgemeenschap waarin sprake is van meerdere levensbeschouwingen, waarin deze levensbeschouwingen op verschillende persoonlijke wijzen gestalte krijgen. Vanuit haar identiteit verbindt zij deze levensbeschouwingen met elkaar. • De school geeft richting aan waarden - vanuit haar identiteit formuleert de school acht waarden die richting geven aan haar handelen en het onderwijs. De acht waarden zijn: naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering, authenticiteit en eigentijdse spiritualiteit. • Ieder kind ontwikkelt een persoonlijke identiteit – de school ondersteunt het kind bij het zoeken naar deze identiteit.
2.6 Visie op maatschappelijke positionering • Onderwijs is onze kerntaak - de school verzorgt onderwijs aan 4 tot 12 jarigen. De school is er niet alleen voor de overdracht van kennis. De school is een centrale schakel in een netwerk van instellingen die van betekenis zijn voor de ontwikkeling van het kind. De school is geen eiland, staat midden in de maatschappij. De school speelt in op nieuwe omstandigheden en gaat daar binnen het onderwijs mee om. • De school ontwikkelt zich tot een brede school - de school springt in op de behoefte aan een sluitende dagindeling voor kinderen van 0 tot 12 jaar. De ontwikkeling van kinderen is gediend met een samenhangend aanbod waarin opvang, educatie,
zorg en vrije tijd is opgenomen. Een brede school speelt in op de behoeften van de gebruikers met de zienswijze dat ieder kind een talent is. 2.7 Visie op schoolorganisatie Het uitgangspunt is dat de visie op leren van kinderen de visie op het leren van professionals in school en het leren van de bovenschoolse organisatie gelijksoortige processen zijn en op vergelijkbare principes gebaseerd zijn. De school werkt vanuit het principe dat we zowel individueel als gezamenlijk zelfverantwoordelijk zijn. Leerkrachten werken hiervoor in zelfverantwoordelijke teams. Deze zelfverantwoordelijkheid heeft als doel de betrokkenheid bij onderwijsontwikkelingen te vergroten en het verbeteren van de leerprocessen van zowel leerlingen als leerkrachten. Teams zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het vastgestelde schoolbeleid en zijn daarmee de bouwstenen van de schoolorganisatie. Teams werken resultaatgericht. De managementstructuur is zo plat mogelijk, buiten de directeuren functioneren er leerkrachten en leerkrachten met speciale taken (zoals: interne begeleider, teamcoördinator of specialist) en onderwijsondersteunende medewerkers.
15
Hoofdstuk 3
16
Organisatie
3
De organisatie school en bestuur 3.1 INOS Onze school is onderdeel van INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda. INOS is een vernieuwende, ambitieuze stichting voor Katholiek Onderwijs in de gemeente Breda (Breda, Effen, Prinsenbeek, Teteringen en Ulvenhout). INOS kent 25 basisscholen, 1 school voor Speciaal BasisOnderwijs en met ingang van 1 augustus 2015 1 school voor Speciaal Onderwijs en 1 school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs. Ongeveer 1200 medewerkers verzorgen onderwijs aan ruim 10.000 leerlingen. De organisatie wordt aangestuurd door een College van Bestuur en ondersteund door een eigen bestuursbureau. 3.2 Waar INOS voor staat INOS geeft je ontwikkeling kleur! Hier staan wij voor: Als katholieke organisatie met een maatschappelijke opdracht beseffen we hoe belangrijk het is om woorden betekenis te geven. Daarom zijn de volgende kernwaarden voor INOS van bijzondere betekenis: INOS is verbindend INOS wil verbindingen mogelijk maken op meerdere terreinen. Binnen en buiten de klas, binnen en buiten de school. De tijd waarin we leven vraagt om een voortdurende check of we elkaar goed zien, begrijpen en elkaar betrekken. Alles is in beweging en veel gebeurtenissen en processen hangen met elkaar samen. Zeker als je spreekt over leren en talent. Vaardigheden en inzichten die leerlingen opdoen in het ene gebied zijn vaak overdraagbaar op een ander gebied. Een verbindende
school neemt verantwoordelijkheid voor leren en ontwikkelen binnen en buiten de school en zoekt actief samenwerking met organisaties rondom de school. INOS is verantwoordelijk Verantwoordelijkheid kent meerdere facetten. Het gaat over regie nemen en eigen initiatief tonen. Het gaat over ruimte en vertrouwen geven. En het gaat over aanspreekbaar zijn en verantwoording willen afleggen. We stimuleren leerlingen om in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. We stimuleren respectvolle omgangsvormen, verantwoordelijkheid voelen voor elkaar en voor de natuur en het tonen van zorgzaamheid en medemenselijkheid. Ook het bevorderen van initiatief en leiderschap hoort bij verantwoordelijkheid nemen. Zelfverantwoordelijkheid vormt voor INOS de kern van de besturingsfilosofie. INOS is authentiek Als we zeggen dat INOS authentiek is, dan bedoelen we dat we allemaal anders zijn en dat we dat toejuichen. Verschillen mogen er zijn. Je eigen persoonlijkheid voegt iets toe aan het geheel, versterkt wat een ander tekort komt. Als je in staat bent om verder te kijken dan de plichten en normen, kun je kiezen voor wat echt belangrijk voor je is, kun je je verwonderen over het onverwachte en je laten beïnvloeden om er sterker van te worden. Dan haal je het beste in elkaar naar boven en bereik je waar je samen voor wil gaan. We willen leerlingen in ontwikkeling brengen tot zelfdenkende burgers met voldoende zelfreflectie. We willen graag dat de puurheid van het kind ook in de volwassenheid door blijft stralen, zodat je jezelf niet serieuzer neemt dan nodig is. Dat je relativeringsvermogen hebt en kunt spelen met de talenten die je gegeven zijn.
17
Naast de directie en het College van Bestuur houdt ook De Gemeenschappelijk Medezeggenschap Raad (GMR), de overkoepeling van de Medezeggenschapsraden van alle INOS-scholen, zich bezig met het beleid. Zij geeft instemming en advies aan schooloverstijgende maatregelen en beleid. Op school houdt de Medezeggenschapsraad (MR) zich bezig met specifiek beleid van de school. De MR bestaat uit ouders en teamleden. De directeuren kunnen bij de vergadering gevraagd worden om de leden van de MR van informatie en mogelijk advies te voorzien. De MR geeft haar advies of instemming over schoolgerelateerde zaken. Zowel MR als GMR adviseert gevraagd en ongevraagd de directie en het bestuur over bijvoorbeeld kwaliteitszorg, personeelsbeleid e.d. In vastgestelde situaties kan het bestuur of directie pas besluiten na instemming van de GMR of MR. 3.3 Organisatorische eenheid JSL scholen De basisscholen Kbs St. Joseph, Kbs de Spoorzoeker en Kbs de Liniedoorn vormen één organisatorische eenheid (JSL-basisscholen), die per augustus 2012 door een tweehoofdige directie geleid wordt, namelijk Mária Peeters en Antoinet Sommers. Zij hebben samen de eindverantwoordelijkheden van de drie JSL-scholen verdeeld. De scholen zijn opgedeeld in kleinere resultaatverantwoordelijke teams die gecoördineerd worden door teamcoördinatoren.
3.3.1 De directeuren De directeuren, Mária Peeters en Antoinet Sommers, zijn samen eindverantwoordelijk voor de drie basisscholen Kbs St. Joseph, Kbs De Spoorzoeker en Kbs De Liniedoorn. Zij zijn verantwoordelijk voor
18
het uitvoeren van het strategisch beleid van INOS en het uitvoeren van de beleidsvoornemens van het schoolplan. Daarnaast zijn zij de sturende kracht bij de dagelijkse gang van zaken. Regelmatig hebben ze overleg met de teamcoördinatoren (TCD-oveleg).
3.3.2 De teamcoördinatoren (TC-er) De teamcoördinator coördineert zowel de onderwijs-, als leerling- en leerkrachtgerelateerde zaken binnen de bouw. De Kbs De Liniedoorn kent twee bouwen, namelijk: De onderbouw, Unit 1 de groepen 1 / 2 en Unit 2 de groepen 3 en 4 TC-er Jolanda van der Korput De bovenbouw, Unit 3 de groepen 5 en 6 en Unit 4 de groepen 7 en 8 TC-er Mireille Willemen 3.3.3 De interne begeleider (IB-er) Op onze school is Sacha Kauffeld de IB-er. Zij is verantwoordelijk voor de uitvoering en de inzet van de zorg op Kbs De Liniedoorn. Zij begeleidt leerkrachten met betrekking tot de leerlingenzorg in de groep. Zij coördineert de zorgprocedure met de leerkrachten. De IB-er maakt deel uit van het intern en extern ondersteuningsteam. Het intern ondersteuningsteam Het intern ondersteuningsteam bestaat naast het TC-ers uit de Intern Begeleider. Hierin worden structureel alle zaken besproken met betrekking tot de leerresultaten, gedragsproblematiek en specifieke zorgsituaties. Ook stelt het intern zorgteam het beleid op ten aanzien van de zorgstructuur en neemt initiatieven tot vernieuwingen.
Schema organisatie Kbs De Liniedoorn De organisatie van de school
Interne Zorgteam
Management Team (TM) Kbs St. Joseph Kbs De Spoorzoeker
Twee directeuren met gedeelde eindverantwoordelijkheid
Medezeggenschapsraad (MR) (teamleden en ouders)
Teamcoördinator (TC) Unit 1 en 2
Teamcoördinator (TC) Unit 3 en 4
Groep 1-2-3-4
Groep 5-6-7-8
Groepsleerkrachten
Groepsleerkrachten
onderbouw
bovenbouw
Intern Begeleider (IB)
Gespecialiseerde leerkrachten en taakgroepen
Onderwijskundige / ondersteuners (leerkrachten en/of onderwijsassistentes) voor rugzak- en zorgleerlingen Congiërge, congiërge-plus en administratief medewerker Werkgroepen (teamleden en ouders)
19
19
Het extern zorgteam De IB-er wordt ondersteund door het extern zorgteam. Dit zorgteam bestaat naast de IB-er uit mensen met specifieke expertise, bijvoorbeeld een orthopedagoog/ psycholoog van Flexinos. Als niet meteen duidelijk is wat de oorzaak van een probleem is, bekijkt de IB-er welke expertise hierbij wenselijk is. Dat kan een observatie zijn door een deskundige uit het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs, bespreking in het zorgteam en/of een onderzoek. Wordt het een door school aangevraagd en betaald onderzoek, bijvoorbeeld naar het leervermogen van uw kind, dan kunt u dit niet weigeren. Wij handelen dan volgens de afspraken die we over de leerlingenzorg hebben vastgelegd. Het zorgteam beschrijft haar activiteiten in het strategisch meerjaren beleidsplan. Hiervoor wordt het zorgplan van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS) INOS en het onderwijsondersteuningsprofiel als leidraad genomen. Hierin wordt ook de ontwikkeling in de zorg richting Passend Onderwijs beschreven. 3.3.4 De bouwteams De school is verdeeld in twee bouwen: de onderbouw Unit 1 en 2 en groepen 1-2-3-4 en de bovenbouw Unit 3 en 4 en de groepen 5-6-7-8. Elk bouwteam is verantwoordelijk voor het geven van onderwijs aan leerlingen in hun bouw. Met elkaar maken de teamleden zich verantwoordelijk voor het uitvoeren van de ontwikkelingen die we hebben afgesproken. Het team vergadert ongeveer 1 maal in de 3 weken, de overleggen zijn afwisselend in afzonderlijke bouwen en met hele team. Naast de overleggen zijn er jaarlijks 5 tot 6 studiemomenten over nieuwe ontwikkelingen en werkvergaderingen.
20
Units Binnen de bouwteams zijn Units geformeerd van groepen waarbinnen veel met elkaar wordt samengewerkt. In Unit 1 groepen 1/2 is deze
samenwerking volledig door het werken in combinatiegroepen en het werken op het kleuterplein. In de units 2-3- en 4 werken we met IPC (International Primary Curriculum) waar wereldorientatie en kunstvakken thematisch worden aangeboden.
3.3.5 De taakgroepen De taakgroepen bestaan uit enkele teamleden en werken aan een vooropgestelde opdracht van één, soms twee jaar. Zij hebben als taak een ontwikkeling op een bepaald gebied te verkennen en voor te bereiden voor het team, bijvoorbeeld taakgroep IPC, taal en lezen, rekenen, ouderbetrokkenheid, ICT, identiteit en pedagogische visie enz. In de verschillende bouwen of in het team worden hun uitgewerkte voorstellen besproken om uiteindelijk tot een besluit te komen. 3.3.6 De werkgroepen De werkgroepen bestaan uit teamleden en (in sommige gevallen) ouders. Zij zorgen ervoor dat alle speciale activiteiten, die op school worden georganiseerd, goed kunnen plaatsvinden. Zo worden o.a. het Sinterklaasfeest, de sport- en speldagen, de paasviering, de kunstdag, de kerstviering en Carnaval voorbereid en uitgevoerd. 3.3.7 De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) - bestaande uit twee teamleden en twee ouders - adviseert de directie gevraagd en ongevraagd over het schoolbeleid. Ten aanzien van sommige zaken heeft de MR instemmingsrecht en kan de directie pas een besluit nemen na instemming van de MR. De MR vergadert zes keer per jaar, gedeeltelijk in het bijzijn van een van de directeuren van de organisatorische eenheid JSL.
21
De externe specialist geeftmuziekles op de kunstdag
21
Hoofdstuk 4
22
Werkwijze
4
Grenzeloos Leren en hoe werken wij De wereld om ons heen verandert snel. Het traditionele onderwijssysteem sluit niet meer aan bij de eisen die de hedendaagse maatschappij aan ons stelt. We willen kinderen de kans geven actief te leren, niet dwingen om passief te luisteren. Dit vereist een nieuwe pedagogische en didactische aanpak, waarbij wederzijds ontdekken, samen creëren en gebruikmaken van kennis en talent centraal komen te staan. Wij zijn er van overtuigd dat ‘Grenzeloos Leren’ het antwoord is op deze snelle verandering. Dit is dan ook een speerpunt van beleid geworden op alle INOS scholen. Wat is Grenzeloos Leren? Met Grenzeloos Leren hebben we het over: • leerlingen die willen blijven leren • het bieden van passende ondersteuning waar nodig • het stimuleren van een brede ontwikkeling van leerlingen • het geven van verantwoordelijkheid aan leerlingen over hun eigen leren • het weghalen van de grens tussen leren thuis en leren op school • het weghalen van de grenzen die we soms ervaren door de onderwijsmethodes die we gekozen hebben • Het weghalen van de grenzen tussen jaarklassen en –groepen of soms ook letterlijk tussen klaslokalen • het anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen, waarbij INOS vanuit haar visie bewuste keuzes maakt op het gebied van ICT, sociale media, wetenschap en techniek en andere onderwijsinnovaties.
Grenzeloos Leren staat voor een onderwijsproces, waarbij leerlingen (inter) actief construerend, sociaal en reflecterend leren. Hiermee verandert zowel de rol van de leerling als de rol van de leerkracht. De rol van de leerling verschuift van die van ‘kennisconsument’ naar die van ‘kennisproducent’. Dat heeft consequenties voor het leerproces van de leerlingen. De rol van de leerkracht wisselt tussen die van ‘instructiegever’ naar ‘begeleider’ en ‘coach’ van leerlingen die hun leerproces vormgeven. De leerkracht gaat samen met de leerlingen op ontdekkingstocht. Hierbij is het belangrijk dat er een onderlinge relatie van vertrouwen is, er aandacht voor de interesses en aspiraties van leerlingen is, en er ruimte is voor ‘leren leren’ en leren van elkaar. Alle scholen binnen INOS zijn op weg naar Grenzeloos Leren. Elke school volgt hierbij zijn eigen weg. Er zullen accentverschillen zijn met betrekking tot de verschillende aspecten zoals deze in de missie van INOS zijn verwoord: talenten begeleiden, zelfbewust en verantwoordelijk, en willen blijven leren. Op onze school zijn we met het 5 sterrenonderwijs al een aantal jaren grenzeloos aan het leren. In de toekomst willen we dit steeds verder uitbreiden, op korte termijn zal de ster “E-learning” veel aandacht krijgen. 4.1 Werken in Units Vanaf het schooljaar 2011-2012 wordt er op de Liniedoorn gewerkt in Units. Dit betekent dat er met 2 leerjaren intensiever wordt samengewerkt. De leerkrachten kunnen met deze werkwijze hun kwaliteiten inzetten voor 2 leerjaren. De kinderen krijgen zo een gevarieerder aanbod en meer (keuze)mogelijkheden.
4.1.1 Unit 1 groep 1 en 2 Op de peuterspeelzaal van Kober De Linietuin en Kbs De Liniedoorn (groep 1-2) wordt het “Piramide” programma gebruikt. Dit is een
23
boos verdrietig verlegen
24
Kleuterplein: • Beeldend: werktafel 6 kinderen. Kinderen krijgen een opdracht rondom het thema en bedenken zelf hoe zij die uitvoeren. Ze mogen hier best 2 of 3 dagen over doen. Elke week is er een nieuwe opdracht, hiervoor wordt instructie gegeven. • Drama: theaterzaal 3 kinderen. Materialen die rollenspel stimuleren, passend bij thema. • Architectuur: bouwplaats 2 kinderen, ontwerpen met blokken en ander materiaal. • Stilteplek: 2 kinderen, boek lezen of luisteren naar een verhaal op CD • Techniek: ontdekhoek 2 kinderen, techniekmaterialen waarmee iets ontdekt kan worden. • Digitale media: digihoek 2 kinderen computerprogramma’s die passen bij het thema. b.v. paint, Joep en Peer in het verkeer. • Keuken: 2 kinderen kunnen kleine gerechten bereiden. Op het kleuterplein vinden wij het belangrijk dat kinderen mogen kiezen hoe zij opdrachten verwerken. Als we al deze verschillende kinderen willen bedienen, moeten we zorg dragen voor een gevarieerde en leerrijke omgeving. We willen dat kinderen hun talenten ontdekken en verdiepen. Dit doen wij door te werken aan 4 vermogens: receptief, reflectief, onderzoekend en creërend. Hierdoor wordt creativiteit vergroot.
verliefd
Het gestructureerde aanbod, de eenduidige regels en rituelen/ symbolen in de hele onderbouw geven kinderen houvast. Hierdoor hoeven zij niet steeds opnieuw te wennen. De leidsters en leerkrachten werken naar volle tevredenheid met dit programma. Wij zoeken een balans tussen gericht aanbod en vrije situaties. Dit biedt kinderen een veilige omgeving waar zij zich optimaal kunnen ontplooien. In de kleutergroepen wordt naast Piramide veel aandacht besteed aan de woordenschatontwikkeling, de sociale emotionele ontwikkeling en het leren schrijven. In de ochtenden maken de kinderen gebruik van “Het kleuterplein”. Dit is een gedeelte van de hal dat speciaal is ingericht voor de kleuters om hier onder begeleiding van een onderwijsassistent te werken aan hun talenten. In de ochtend wordt de kleutergroep opgesplitst en de ene helft werkt op het kleuterplein en de andere helft werkt in de groep bij de leerkracht. De kleuters werken
een deel van de ochtend op het kleuterplein. Dit maakt het mogelijk voor de leerkracht om aan een kleine groep kinderen de Pre-teaching en het cursorisch werken aan te bieden. Pre-teaching: kinderen uit groep 1 worden voorbereid op de kringactiviteit in een kleine kring. Cursorisch werken: kinderen uit groep 1-2 krijgen extra begeleiding in een kleine kring. Hiervoor worden groepshandelingsplannen gebruikt.
blij
doorgaande lijn voor de 2 t/m 7 jarige kinderen op het gebied van taal, rekenen, ruimte/tijd en wereldoriëntatie. Piramide betekent in de praktijk: • We werken thematisch in een periode van 3 weken thema’s zijn o.a. water, verkeer en huis. • De peuterspeelzaal en de basisschool werken samen. • De dag begint met de inloop van een ½ uurtje (kinderen kiezen wat ze gaan doen) • Spelinloop met ouders (ouders spelen tijdens de inloop met hun kind) • Extra begeleiding voor alle kinderen die dat nodig hebben hebben, wordt gegeven door de leerkracht in de vorm van pre-teaching of cursorisch werken. • Jonge kinderen worden gevolgd met het Leerling Volg Systeem.
4.1.2 Unit 2 groep 3 en 4 In de ochtend krijgen de kinderen rekenen, lezen en taal aangeboden in hun eigen groep en op het leerplein is de mogelijkheid om dit te verwerken en te oefenen. Hierbij worden verschillende leerstijlen aangesproken. In de middag wordt er gewerkt rondom een gezamenlijk thema. Eén middag in de week krijgen de kinderen van groep 3 en 4 samen bewegingsonderwijs. Groep 3 In dit leerjaar staat het aanvankelijk lezen centraal. Via de methode Veilig Leren Lezen krijgen de kinderen de eerste beginselen van het lezen aangeboden. Hierbij zijn letterkennis, auditieve oefeningen, spelling en boekjes lezen belangrijke onderdelen. Ook zijn de kinderen veel bezig met rekenen uit de rekenmethode ”Pluspunt” en wordt er gebruik gemaakt van de didactiek van “met sprongen vooruit”. Veel aandacht is er voor getalbegrip, tellen en automatiseren tot 20. Er wordt ook een begin gemaakt met geld rekenen en blokkenbouwsels. In groep 3 bent u tot de kerstvakantie van harte welkom bij de spelinloop. Groep 4 De kinderen oefenen verder met technisch lezen en er komt steeds meer aandacht voor spelling. In de 2e helft van het jaar wordt er een begin gemaakt met begrijpend lezen. In de taalmethode staan oefeningen rond woordenschat, woord- en zinsbouw centraal. Bij het schrijven worden nu de hoofdletters aangeleerd. Het rekenen gaat verder met tellen, optellen, aftrekken t/m 100, en de tafeltjes tot en met 5. We leggen hierbij veel nadruk op handig rekenen met behulp van “met sprongen vooruit”. Er wordt een begin gemaakt met
25
de analoge en digitale klok en geld rekenen wordt verder uitgebreid. Vanaf groep 4 wordt er huiswerk meegegeven en bieden we verkeersonderwijs aan met de kranten van 3VO.
4.1.3 Unit 3 groep 5 en 6 Ook in groep 5 en 6 gebeurt het werken in de unit voornamelijk in de middag. Vanaf groep 5 werken de groepen gedurende het schooljaar met 5 thema’s, deze thema’s staan ongeveer 6 tot 8 weken centraal. Tijdens het thema komen de zaakvakken aan bod en de daarbij behorende woordwebben (woordenschatonderwijs). Met de creatieve vakken sluiten we daar zo veel mogelijk bij aan. De kinderen leren ook steeds meer vormen van presenteren. In groep 5 begint dat klein en met hulp van de leerkrachten. Groep 5 De kinderen werken in het getalgebied t/m 100 (hoofdbewerkingen en tafels t/m 10). Daarnaast worden de getallen t/m 1000 verkend (zowel het lezen als schrijven). Er vindt een uitbreiding van de klok plaats en de lengtematen. Een nieuwe vorm van rekenen is het cijferend optellen en aftrekken van getallen (onder elkaar). We proberen de snelheid van het lezen verder op te voeren, zodat alle kinderen een tekst vlot en op een leuke manier kunnen verklanken. Ook de andere aspecten van de Nederlandse taal (luisteren, spreken, spellen en stellen) krijgen een verdere uitbreiding. Alle kinderen starten in groep 5 met Nieuwsbegrip, dit is een actuele methode van begrijpend lezen. De onderwerpen kunnen daarom aansluiten bij wat er in het nieuws is. Wat betreft de wereldoriëntatie wordt er vanaf groep 5 gewerkt met ICP aan de doelen van aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en techniek.
25
Groep 6 We verkennen het rekenen met breuken. Van het hoofdrekenen t/m 100, evenals de tafels, wordt verwacht dat de kinderen deze beheersen. Hiernaast blijven we oefenen met het getalbegrip (benoemen en schrijven van getallen t/m 1.000.000) en waarde vaststelling van een cijfer in een getal. Er wordt een aanvang gemaakt met het cijferend vermenigvuldigen en delen. Natuurlijk komen in deze groep ook de nodige deelvaardigheden van de Nederlandse taal aan bod. Bij spelling wordt het aanbod uitgebreid met werkwoordspelling. 4.1.4 Unit 4 groep 7 en 8 In de groepen 7 en 8 komt het lesrooster in grote lijnen overeen met dat van groep 5 en 6. Er komt naast de vakken die ook al in groep 5 en 6 worden gegeven ook Engels op het rooster. Het werken in de Units gebeurt dan ook voornamelijk in de middagen, waarbij er met eigen thema’s van ICP wordt gewerkt. In de laatste twee leerjaren komt er steeds meer aandacht voor het presenteren. De leerlingen gaan tijdens de thema’s zelf een presentatie maken en presenteren die vervolgens in hun groep of in hun unit. Ook mogen de kinderen bij de creatieve verwerking keuzes maken. De kinderen krijgen ook wekelijks huiswerk mee als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Kinderen leren een agenda te hanteren en zelf hun huiswerk te plannen. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze een langere tijd zelfstandig aan een taak kunnen werken.
26
Groep 7 Naast de verdere verdieping van de rekenstof, zoals getal verkenning tot miljard, wordt er ook met de rekenmachine gewerkt. Procenten en breuken worden in samenhang aangeboden. Alle kinderen nemen deel aan de CITO-entreetoets. De uitslag vormt, samen met de resultaten van voorgaande jaren en de bevindingen van de leerkracht, de basis voor het voorlopige schoolkeuzeadvies. Dit voorlopige advies wordt aan het einde van het schooljaar met de ouders besproken. Medio april wordt het theoretisch verkeersexamen afgenomen. Het praktisch verkeersexamen wordt samen met nabijgelegen basisscholen georganiseerd. Groep 8 De leerlingen nemen deel het drempelonderzoek en aan de CITO-Eindtoets. De resultaten van deze toetsen, samen met de resultaten van voorgaande jaren en de bevindingen van de leerkracht vormen de basis voor het schoolkeuzeadvies. In dit laatste schooljaar gaan de kinderen op kamp en voeren aan het eind van het schooljaar een voorstelling op voor de eigen ouders en andere kinderen van de school. 4.2 Kerndoelen Als onderwijsinstelling heb je te maken met de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). De overheid stelt daarin doelen waaraan het basisonderwijs in Nederland moet voldoen. Dit zijn de kerndoelen. De leerinhouden die wij bieden op Kbs De Liniedoorn zijn in overeenstemming met de kerndoelen zoals vastgesteld in de Wet Primair Onderwijs.
Vak Methodes Vak
Methodes
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Doos vol gevoelens, SEO prikkels en kinderen en hun sociale talenten
Totaal programma, groep 1-2
Piramide Cito
Nederlandse taal
Taal op maat - Spelling op maat
Aanvankelijk technisch lezen
Veilig leren lezen (tweede maan versie)
Voortgezet technisch lezen
Estafette nieuw
Begrijpend lezen
Nieuwsbegrip XL
Rekenen
Pluspunt - groep 1 t/m 4 aangevuld met sprongen vooruit
Technisch schrijven
Schrijfdans groep 1/2 Pennenstreken groep 3 t/m 8
Aardrijkskunde
IPC
De blauwe planeet
Geschiedenis
IPC
Speurtocht
Natuuronderwijs/Techniek
IPC
Natuniek
Verkeer
Stap vooruit - Op voeten en fietsen - De Jeugdverkeerskrant
Engels
The team
Handvaardigheid
IPC
Handvaardigheid moet je doen
Muziek/dans/drama
IPC
Muziek moet je doen
Tekenen
IPC
Ontwikkelingslijn samengesteld door de school
Erfgoed
IPC
Gymnastiek
27
Ontwikkelingslijn samengesteld door de school
27
4.3 specifieke aandachtsgebieden 4.3.1 ICT Computers zijn steeds belangrijker in onze maatschappij. Om in te spelen op deze ontwikkeling en onze leerlingen alle kansen te bieden, willen wij ICT een belangrijke plaats in laten nemen in ons onderwijs. Acht lokalen van de school zijn uitgerust met een digitaal schoolbord en met twee tot drie computers in de klas tevens zijn er een aantal werkplekken op de gang ingericht. De computer wordt ingezet om kennis te oefenen, als informatiebron, om programma’s als Word en PowerPoint te leren gebruiken bij het maken van werkstukken. Tijdens de verwerkingsperiode van de reken- en taallessen gaan de groepen 5 t/m 8 vanaf het schooljaar 2015-2016 tablets gebruiken. De kinderen oefenen de leerstof op hun tablet (in plaats van in boeken en schriften). Ook wordt de leerstof op andere manieren toegepast. Groep 3 werkt met Veilig Leren Lezen op de computer. Ook worden remediërende softwareprogramma’s als Maatwerk gebruikt. Kinderen leven in een wereld van multimedia en moeten daarin ook opgevoed worden. In de bovenbouw staan we daarom regelmatig stil bij de mogelijkheden maar ook bij de gevaren. We vragen ouders hun kind goed te volgen en te begeleiden in het gebruik van de computer. Er is een internet protocol aanwezig. Onze school is ook op internet te vinden. Neemt u maar eens een kijkje op www.liniedoorn.nl
4.3.2 Woordenschatonderwijs Specifiek op onze school is het woordenschatonderwijs dat in alle groepen wordt toegepast.. Bij ieder nieuw thema (Piramide en IPC) worden er nieuwe woordwebben aangeboden. Tijdens het thema blijven de woordwebben ook zichtbaar in de groep hangen. Deze woorden worden gedurende 3 tot 4 weken ingeoefend voor ze weer
28
plaats maken voor nieuwe woordwebben. In Unit 1 kunnen ouders thuis digitaal de aangeboden woorden oefenen. 4.4 Actief burgerschap Actief burgerschap is een officieel kerndoel van het onderwijs op de basisschool. De omschrijving van actief burgerschap luidt: “De bereidheid en het vermogen deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren.” Onderdelen van actief burgerschap zijn waarden en normen en burgerschapsvorming. Wij zetten actief burgerschap niet als een vak op het lesrooster, maar zien actief burgerschap als een onderdeel van de zaakvakken, sociaal-emotionele vorming, begrijpend lezen en we hebben specifieke aandacht hiervoor in de thema’s van IPC die wij aanbieden. De kinderen leren zich betrokken te voelen bij en te participeren in de samenleving. Ons lesprogramma heeft ruime aanknopingspunten, tijd en aandacht voor dit thema. Binnen de wereldoriënterende vakken en levensbeschouwelijke vorming wordt structureel aandacht besteed aan onze staatsvorm, de grondrechten van alle burgers, het milieu en wat dat betekent voor ons gedrag. In de bovenbouw kijken we wekelijks het school tv-weekjournaal en bespreken de actualiteit. Kinderen vormen met elkaar een mening over actuele zaken. Debatteren, op een respectvolle wijze voor je mening opkomen, is hierbij ook een gebruikte werkvorm. De manier van omgaan met elkaar die wordt aangeleerd, wordt in alle vakken en in alle leerjaren doorgevoerd. Ieder jaar organiseert de school een actie voor een goed doel. Kinderen leren zich in te zetten voor een ander. Op school is een kwaliteitskaart actief burgerschap aanwezig. Een mooi voorbeeld van deze invulling vinden wij;
De Uitdaging Vanaf het school jaar 2012-2013 maken de kinderen van groep 7 kennis met “De Uitdaging” De Uitdaging is een bewezen concept dat kinderen in staat stelt om te participeren in de samenleving om hen heen. In 2005 won “De Uitdaging®” de Nationale Onderwijsprijs. Drie weken lang werkt een groepje aan de eigen uitdaging. Kinderen worden uitgedaagd om hun eigen wens te gaan realiseren. Zij worden hierbij begeleid door coaches. Coaching kan door de leerkracht, een stagiaire door opgeleide coaches uit het bedrijfsleven of wat steeds vaker gebeurt door ouders van de school of vrijwilligers uit de wijk. Wij kunnen hiermee starten door gratis gebruik te maken van opgeleide coaches van Alleewonen. Het is de bedoeling dat we in de komende drie jaar eigen vrijwilligers vinden die willen optreden als coach. Bij iedere vorm van coaching nemen de toekomstige coaches deel aan een coachingstraining van 1 dag. Deze training is specifiek gericht op coaching bij “De Uitdaging®”. Een aantal methodieken die in de afgelopen jaren beproefd zijn worden geïntroduceerd en geoefend. U kunt meer informatie vinden over De Uitdaging op http://www. deuitdaging.info Voor de school wordt ook een afzonderlijke digitale omgeving aangemaakt en de school ontvangt aan het einde van De Uitdaging een digitale nieuwsbrief die wij kunnen verzenden aan al onze relaties. In deze nieuwsbrief staan de Uitdagingen van de kinderen met foto’s vermeld.
29
4.4.1. Sociaal emotionele ontwikkeling Voor SEO maken we gebruik van verschillende bronnen die samen met activiteiten staan benoemt in onze waardenmatrix. Dit zijn de waarden waar wij aan werken: • Naastenliefde • Weerbaarheid • Gemeenschapszin • Tolerantie • Respect • Verwondering • Authenticiteit • Spiritualiteit 4.5 Extra aanbod 4.5.1 Het Taalatelier Het taalatelier is een variant van de verlengde schooldag schakelklas. Voor het taalatelier selecteren we kinderen uit de groepen 4, 5 en 6 met een taalachterstand. Deze groep van ongeveer 15 leerlingen ontvangt een extra onderwijsaanbod van 80 uur per jaar. De lessen worden gegeven door een leerkracht van de eigen school in samenwerking met gastdocenten van de Nieuwe Veste. Rondom thema’s die aansluiten bij de thema’s op school starten de lessen met een woordenschataanbod door de leerkracht van school. Daarna wordt de les verzorgd door een gastdocent van de Nieuwe Veste vanuit een kunstdiscipline. U moet hierbij denken aan o.a. muziek, drama, dans, beeldend, grafisch en media. Kinderen maken kennis met deze verschillende kunstdisciplines en ontdekken hun eigen talenten. Dit in nauwe samenwerking met ouders waarvan we verwachten dat zij thuis de woordjes oefenen met hun kind De ouders nodigen we regelmatig uit voor een afsluiting
29
waarbij zij kunnen genieten van het talent van hun kind. 4.5.2 Profijtklas In het schooljaar 2010-2011 is de Liniedoorn gestart met de Profijtklas. De Profijtklas is een initiatief van stichting Kinderpostzegels Nederland en FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Zij willen door middel van het project De Profijtklas een bijdrage leveren aan de talentontwikkeling van basisschoolleerlingen met een achterstand in taal en/of rekenen. Met de Profijtklas creëren we een doorgaande lijn van het Taalatelier in de middenbouw naar de profijtklas in de bovenbouw. Met de Profijtklas beogen we dat kinderen, mede door de extra leertijd die ze krijgen, beter gaan presteren. Tevens biedt het ze meer kansen op een hogere uitstroom naar het voortgezet onderwijs. De Profijtklas is een klas met ongeveer 15 kinderen die op woensdag middag van 13.00u tot 15.00u les krijgt. Een leerkracht van de school geeft les aan de Profijtklas. De vakken die aan bod komen zijn rekenen, begrijpend lezen en studerend lezen. Op de site van FORUM kunt u meer informatie lezen: www.forum.nl/profijtklas
4.5.3 Combinatiefunctionaris sport Vanaf schooljaar 2012-2013 is er in samenwerking met de gemeente een combinatiefunctionaris sport en cultuur werkzaam voor onze school. In samenwerking met de sportcoach worden de reguliere gymlessen verzorgd, daarnaast coördineert de sportcoach voor unit 2, 3 en 4 minimaal 10 extra sportlessen per schooljaar. Tevens worden er extra sportmomenten aangeboden na schooltijd. Meer informatie hierover kunt u lezen in de Info. De combinatiefunctionaris cultuur zal in het schooljaar 2015-2016 voor het 2e jaar actief zijn.
30
4.5.4 Playing for Success In januari 2011 is Teamplay@NAC gestart met het project Playing for Success Breda. De bakermat van dit unieke concept ligt in Engeland. Daar wordt het project al meer dan tien jaar succesvol uitgevoerd. Playing for Success is een naschools programma voor onderpresterende leerlingen in de leeftijd van 9 tot 23 jaar. Het zijn ‘gewone’ leerlingen die op school minder presteren dan ze kunnen. Bijvoorbeeld doordat ze niet gemotiveerd zijn of een negatief zelfbeeld hebben. Zij volgen gedurende tien weken eenmaal per week het programma in het Rat Verlegh Stadion. Voor dit project is een ruimte onder de eretribune van het Rat Verlegh Stadion ingericht als leercentrum.
Doelstellingen: • achterstand op het gebied van taal, rekenen en ICT verminderen; • vergroten van zelfvertrouwen, zelfbeeld en motivatie; • voorkomen en uiteindelijk verminderen van schooluitval; • PABO-studenten leren op een vernieuwende manier les te geven.
Uitdagende omgeving Playing for Success brengt leerlingen naar een uitdagende en inspirerende plek buiten de school, waar ze zoveel mogelijk positieve leerervaringen opdoen: het Rat Verlegh Stadion. Hier werken ze, samen met andere leerlingen, aan een programma dat gericht is op taal, rekenen en ICT met als doel het verminderen van leerachterstanden en het versterken van motivatie, zelfvertrouwen en zelfwaardering. De leerlingen zijn allemaal afkomstig van verschillende scholen en worden per groep van maximaal vijftien leerlingen begeleid door minstens vier begeleiders.
4.5.5.Nac Junior Street League Sinds het seizoen 2009-2010 hebben kinderen van de groepen 7 en 8 van Bredase basisscholen een eigen straatvoetbalcompetitie. De NAC Junior Street League draait net als de NAC Street League om meer dan alleen de sportieve prestaties. De wijkteams, samengesteld uit leerlingen van een basisschool met daaraan gekoppeld een BSO, kunnen punten verdienen door goed gedrag rondom wedstrijden, gastlessen, clinics en andere activiteiten.
Betere leerprestaties en zelfvertrouwen Het stadion, de sport en de ambiance van de professionele voetbalwereld dragen allemaal bij aan een omgeving die jongeren uitdaagt, stimuleert en prikkelt tot betere leerprestaties. Want als de leerlingen ontdekken dat ze wél kunnen leren en dat leren ook nog leuk is, nemen de schoolprestaties toe en hervinden ze hun zelfvertrouwen.
Voor de Liniedoorn betekent Playing for Success dat er per schooljaar 3 leerlingen voor een periode van 10 weken kunnen deelnemen. De lessen worden op maandag of dinsdagmiddag van 15.15 tot 18.00u gegeven. Voor meer informatie zie de website van www.portal.playingforsuccess.nl
Voetballen in de eigen wijk De wedstrijden van de NAC Junior Street League worden gespeeld op een trapveldje in de eigen wijk. Bij uitwedstrijden gaat het team op bezoek in een andere wijk. Er wordt gespeeld op wat de wijk te bieden heeft. De ene wijk heeft een mooi kunstgrasveldje zoals een Cruyff Court of een Breda Playground, een andere wijk speelt op gras of een asfaltveldje. De spelregels zijn van het veldje afhankelijk. Zo mag er op een veld met hekwerk gecaramboleerd worden en gaat op een
31
veldje zonder hekwerk de bal gewoon uit met een intrap tot gevolg. Afhankelijk van de omvang van het veld wordt er 5 tegen 5, 6 tegen 6 of 7 tegen 7 gespeeld.
Gastlessen in de klas Naast de wedstrijden worden er in de klas gastlessen gegeven over de wijk, voeding, pesten en groepsdruk. Samen met de maatschappelijke partners zijn er speciale gastlessen ontwikkeld voor de groepen 7 en 8 met bijbehorende NAC Junior Street League-werkboeken voor alle deelnemers. Ook zijn er afsprakenposters voor alle groepen beschikbaar waarmee de docenten afspraken kunnen maken met de leerlingen op het gebied van gezonde voeding (bijvoorbeeld verjaardagstraktaties), groepsdruk en de omgang met elkaar in de klas. Bonus-malusregeling Naast de wedstrijden en de gastlessen worden er tijdens de gymles ook clinics gegeven door jeugdtrainers van Teamplay@NAC en SoccerShowDown. Net als bij de NAC Street League wordt er bij de NAC Junior Street League gewerkt met het bonus-malussysteem. De teams kunnen naast hun sportieve prestaties extra punten verdienen door veel (positief) publiek mee te nemen naar wedstrijden, door positief gedrag rondom wedstrijden, door positief deel te nemen aan gastlessen en clinics en door vrije opdrachten. De vrije opdrachten kunnen bestaan uit een buurtbijdrage zoals zwerfafval opruimen, maar bijvoorbeeld ook door mee te doen aan het nationaal schoolontbijt. Alle vrije opdrachten worden vermeld op de teampagina’s van de NAC Junior Street League.
32
Doelstellingen: • bevorderen van sociale cohesie in de buurt en in de gemeente Breda in het algemeen; • grote betrokkenheid van ouders bij het project en daardoor ook bij de doelen van het project; • beperken van overgewicht bij jongeren in de leeftijd van negen tot elf jaar; • positief beïnvloeden van de leefstijl van kinderen in de leeftijd van negen tot elf jaar; • een verhoging van de sportparticipatie van de doelgroep. Voor de Liniedoorn wordt het schooljaar 2015-2016 het 6e jaar van deelname aan de NJSL. Voor meer informatie zie de website: www.nacjuniorstreetleague.nl
33
33
Hoofdstuk 5
34
Ontwikkeling
5
Hoe volgen wij de ontwikkeling van uw kind 5.1. Naar groep 1 De gemeente Breda vindt het belangrijk dat de doorgaande lijn van een leerling gewaarborgd is. Daarom zijn er afspraken gemaakt vanuit de gemeente met alle peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het programma “Naar groep 1” en wordt voor de overdracht een onderwijskundig rapport ingevuld. Zo kunnen we beter aansluiten op de ontwikkeling van uw kind. 5.2. Leerlingenzorg Wij begeleiden kinderen zo goed mogelijk en nemen maatregelen als de prestaties en het welbevinden van een kind achterblijven bij de verwachtingen. Dit geheel wordt de leerling-zorg genoemd. Voor de specifieke zorgstappen als het niet goed gaat of heel goed gaat met een kind verwijzen we u naar hoofdstuk 6. 5.3. Observaties en registratie Over het dagelijkse werk van uw kind leggen de leerkrachten veel vast en dit wordt geregistreerd in de groepsmap. Dit gebeurt door gerichteen werkobservaties waarbij gekeken wordt of een leerling bepaalde doelen beheerst, maar ook door het nakijken en het beoordelen van werk. Op basis van deze observaties en registraties past de leerkracht de les- en leeractiviteiten aan.
5.4. Het leerling-dossier Van ieder kind is er op school een leerling-dossier aanwezig. Hierin staan de zakelijke gegevens zoals naam, adres, geboortedatum etc. De resultaten die uw kind in alle jaren behaalt zijn hierin terug te vinden. Als er belangrijke gesprekken met ouders zijn doen we hiervan een gespreksverslag in het dossier. Tevens worden gegevens van speciale onderzoeken, handelingsplannen en eventueel verslagen van het zorgteam hierin opgeslagen. Het dossier van uw eigen kind kunt u inzien nadat u hiervoor een afspraak heeft gemaakt met de interne begeleider. We hanteren de privacy regels zoals deze zijn vastgelegd in de gedragscode van INOS. 5.5. Methode gebonden toetsen Methodegebonden toetsen zijn toetsen die we geven naar aanleiding van de lessen in de groep, ter afsluiting van een leerstofeenheid of hoofdstuk. Vaak staan ze in de handleiding van de methode en zijn ze door de uitgever samengesteld. Vaak zijn deze ook voorzien van een normering. B.v. als kinderen 80% van de leerstof goed heeft dan heeft het een voldoende. 5.6. Niet methodegebonden toetsen Niet methode gebonden toetsen zijn objectieve landelijk genormeerde toetsen die ons in de gelegenheid stellen om de resultaten van de leerlingen op individueel-, groeps- en schoolniveau te vergelijken met een landelijke norm. Jaarlijks wordt er een toetskalender voor
35
de niet methodegebonden toetsen opgesteld. Wij gebruiken daar voornamelijk Cito leerlingvolgsysteem toetsen voor. De resultaten van deze toetsen leggen we vast in het leerlingadministatiesysteem van Parnassys. Mede op basis van deze gegevens stellen we de groepsplannen op en worden kinderen ingedeeld op niveau bij de arrangementen voor de basisvakken taal, rekenen, lezen en spelling. Tweejaarlijks stellen we het rapport zelfevaluatie op om te bekijken of we op groeps- en schoolniveau presteren zoals we zouden willen. In het rapport van uw kind staan de resultaten die uw kind heeft behaald op deze toetsen. Deze niet methodegebonden toetsen worden, zoals voorgeschreven, afgenomen in de maanden januarifebruari en in mei-juni. Op het rapport wordt dat aangeduid met een letter M van midden en/of een E van eind, gevolgd door het nummer van een groep. E7 betekent bijvoorbeeld dat de toets afgenomen is op het eind van groep 7.
36
meetinstrument SCOL voor Primair Onderwijs valide en betrouwbaar is en voldoet aan alle kwaliteitseisen die de COTAN opstelt. De SCOL gebruiken we in samenhang met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Met de SCOL-scores brengen we de sociale competentie van de leerlingen systematisch in kaart. We gebruiken de Scol om: • de ontwikkeling van sociale competenties op klasse- of op schoolniveau planmatig aan te kunnen pakken. • leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben, snel op het spoor te zijn. In unit 1 wordt de observatielijst gedrag van CITO gebruikt.
Hieronder geven wij aan wat de betekenis is van de diverse letters. • Niveau A: behaald door 25% van de hoogst scorenden. • Niveau B: de 25% die net boven tot ruim boven het landelijk gemiddelde scoren. • Niveau C: de 25% die net onder het landelijk gemiddelde scoren. • Niveau D: de 15% die ruim onder het landelijk gemiddelde scoren. • Niveau E: de 10 % zwakst scorenden.
5.8 Onderwijskwaliteit Onderwijs Inspectie Alle scholen in Nederland staan onder controle van de Onderwijs Inspectie. Sinds augustus 2007 is het toezicht van de inspectie risicogericht. Dit betekent dat de inspectie per school jaarlijks onderzoekt of er risico’s zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie kijkt hiervoor naar: • Opbrengsten: zoals eindtoets basisonderwijs, examenresultaten, in-, door-, en uitstroomgegevens. • Signalen: onder meer klachten en (negatieve) berichtgevingen in de media. • Jaarstukken: onder meer de schoolgids en financiële stukken.
5.7 SCOL De Sociale Competentie ObservatieLijst (SCOL) is een leerlingvolgsysteem voor sociale competentie. De SCOL PO heeft een positieve beoordeling gekregen van de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN). Dit betekent dat het
Basistoezicht Als een school geen risico’s voor de kwaliteit van het onderwijs loopt en de wet- en regelgeving nakomt, krijgt ze zogenoemd basistoezicht. Deze informatie verschijnt op de Toezichtkaart. Er verschijnt geen rapport als de inspectie geen nader onderzoek heeft uitgevoerd.
Als de inspectie het nodig vond om een onderzoek uit te voeren, wordt een rapport opgesteld dat via de Toezichtkaart is te vinden. Kbs De Liniedoorn heeft het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs. Er vindt in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. In het laatste VVE inspectie onderzoek schrijft de inspectie o.a.:
Kwaliteitszorg Intern kijken we ook regelmatig naar de kwaliteit van ons onderwijs. We hanteren hiervoor de kwaliteitswijzer. Jaarlijks evalueren we hiermee een aantal aandachtsgebieden. Tevens stellen we twee keer per jaar het rapport zelfevaluatie op wat betrekking heeft op de tussen- en eindopbrengsten van ons onderwijs. Om de twee jaar houden we een breed tevredenheidonderzoek bij kinderen, leerkrachten, directie en ouders. De resultaten van deze informatie verwerken we in het meerjarig strategisch beleidsplan waarmee we structureel bezig zijn om ons onderwijs te verbeteren. Dit meerjarig strategisch beleidsplan ligt ter inzage op school bij de directie en wordt naar de Onderwijs Inspectie toegestuurd. De laatste eindopbrengsten van de Cito-eindtoets staan vermeld op de achterzijde van de kalender.
37
Hoofdstuk 6
38
De zorg
6
De zorg voor leerlingen Binnen onze school is er zorg voor ieder kind. We streven ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. We zoeken de mogelijkheden in een zodanig klassenmanagement dat door effectieve instructie, gebruik van een instructietafel en werken met dag- en weektaken er differentiatiemogelijkheden zijn zowel in leerstof, leertempo als leerweg. Van elke leerling op onze school volgen we de ontwikkeling door: • De dagelijkse beoordeling (het corrigeren van schriftelijk werk en observaties in de klas) • Methodegebonden toetsen af te nemen. Dit zijn toetsen die bij de methode horen en aangeven hoe de vorderingen van de kinderen zijn. • Het afnemen van landelijk genormeerde toetsen van het CITO • Het afnemen van vragenlijsten van het leerlingvolgsysteem SCOL (sociaal-emotionele ontwikkeling) Alle gegevens worden nauwkeurig geregistreerd, zowel individueel als groepsgewijs en slaan we op in een digitaal dossier. Per schooljaar zijn er voor iedere groep een aantal besprekingen gepland waarin we alle leerlingen en hun resultaten bespreken . 6.1 Opbrengstgericht werken In 2009 zijn we gestart met deelname aan het door INOS opgestarte project “leren van data”. Het project heeft ons handvatten gegeven om opbrengstgericht werken in de school vorm te geven.
Met het opbrengstgericht werken willen we de kwaliteit van het onderwijs continu verbeteren, daarbij maken we gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem. Met het opbrengstgericht werken houden we als school onszelf een spiegel voor. Verloopt ons onderwijs goed? Wat moeten we bijstellen? Ieder half jaar, na een periode van toetsen, stellen we onze groepsplannen bij. Op schoolniveau stellen we regelmatig ons ambitieniveau vast. In het verlengde van het passend onderwijs en het opbrengst werken, heeft Kbs De Liniedoorn in 2011 de keuze gemaakt voor de invoering van het onderwijscontinuüm. Aan de hand van de resultaten en de behoeften van het kind stellen we per vakgebied een plan op groepsniveau samen, het groepsplan. Binnen het groepsplan zijn maximaal een viertal groepen te onderscheiden: • Het gevorderde arrangement, waarin de kinderen naast de methode verrijkings- en verdiepingsstof krijgen aangeboden. • Het basisarrangement, waarin de kinderen werken volgens de richtlijnen van de bepaalde methodes. • Het intensieve arrangement, waarin de kinderen naast de methode en een verlengde instructie, apart aan de instructietafel de minimale leerstof krijgen aangeboden. Sommige kinderen werken op één speciaal vak aan een eigen leerlijn. • Het zeer intensieve arrangement, waarin de kinderen naast de richtlijnen van de methode werken aan een eigen leerlijn op één of meerdere vakgebieden. Voor deze kinderen wordt vanaf groep 6 een ontwikkelingsperspectief gemaakt (OPP).
39
Met de start van het onderwijscontinuüm is gekozen voor de volgende vakgebieden: Rekenen in groep 2 Technisch lezen in groep 3-4 Begrijpend lezen in groep 5 t/m 8 In 2012 is het uitgebreid met: Taal in groep 1-2 Spelling in groep 3 t/m 8 En in 2014-2015 is het uitgebreid met: Rekenen in groep 3 t/m 8 In de komende schooljaren gaan we het onderwijscontinuüm met de bestaande groepsplannen voortzetten en tot slot nog uitbreiden met technisch lezen voor gr. 5 t/m 8, zodat er uiteindelijk voor alle groepen vanaf groep 2 een groepsplan is op het gebied van taal, rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling. 6.2 Passend onderwijs De meeste kinderen bewegen makkelijk en zien en horen goed. Maar er zijn ook kinderen die dat niet zo goed kunnen. Er zijn verschillen in mogelijkheden, in talent en vaardigheid. Kortom, elk kind is anders. En al die kinderen zitten samen op school. Scholen zetten zich in om tegemoet te komen aan verschillen tussen kinderen. Ze verzorgen passend onderwijs. Ze zorgen ervoor dat elk kind optimale onderwijskansen krijgt. Meer weten? Zie: Website Passend onderwijs: www.passendonderwijs.nl
40
Wie zorgen dat uw kind passend onderwijs krijgt? • U kiest de school die past bij uw kind, zo dicht mogelijk bij huis of soms iets verder weg. Elke school is anders. Scholen vertellen op hun website en in hun schoolgids wat de school van andere scholen onderscheidt, wat de school uw kind kan bieden. Dat is het schoolprofiel. U kent uw kind en u maakt een keuze. • De school zorgt dat uw kind het onderwijs en de zorg krijgt die het nodig heeft. Die zorg noemen we binnen passend onderwijs ‘ondersteuning’. Om uw kind passend onderwijs te geven werkt de school samen met u. Hoe de school de onderwijsondersteuning heeft georganiseerd, leest u in de schoolgids. • De school werkt ook samen met andere scholen en met instanties als de gemeente en Centra voor Jeugd & Gezin. Als dat nodig is, wordt gebruik gemaakt van ondersteuning door het speciaal basisonderwijs (SBO). Dan worden hulpmiddelen verstrekt. Of specialisten komen uw kind helpen of de leerkracht ondersteunen. Soms kan een school niet het onderwijs bieden dat past bij uw kind. Het bestuur van de school zoekt dan samen met u een andere school in de regio. Dat kan op een andere (reguliere) school zijn, in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Zo krijgt elk kind een passende onderwijsplek. Welke vormen van speciaal onderwijs vallen onder het passend onderwijs? Het speciaal onderwijs (SO) in Nederland is ingedeeld in vier groepen, zogenaamde clusters. SO-cluster 1: scholen voor kinderen met een visuele beperking SO-cluster 2: scholen voor kinderen met gehoor-, taal-, of spraakproblemen
SO-cluster 3: scholen voor kinderen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking en voor langdurige zieke kinderen SO-cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige psychiatrische stoornissen of gedragsproblemen. De clusters 3 en 4 vallen onder het samenwerkingsverband passend onderwijs van de regio. De clusters 1 en 2 zijn landelijk georganiseerd en leveren bijdragen aan het passend onderwijs in de regio. En dan is er nog het speciaal basisonderwijs (SBO). Dat wordt niet gerekend tot het speciaal onderwijs. Deze vorm van onderwijs valt onder het regulier basisonderwijs (BaO) en ook deze scholen maken deel uit van de Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs 30.03 Optimale Onderwijs Kans (OOK). Hoe hebben ouders medezeggenschap? Passend onderwijs is de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen, maar kan niet zonder een goede samenwerking met ouders. Op de school hebben ouders inspraak via de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Ook regionaal hebben ouders inspraak bij de vormgeving en inrichting van het passend onderwijs. Dat is geregeld via de ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR van ons samenwerkingsverband bestaat uit 12 leden: 6 ouders en 6 personeelsleden. Zij zijn door de MR’en van de deelnemende scholen gekozen in die OPR. Op de website van RVS Breda (zie: www.rsvbreda.nl) vindt u de meest recente informatie van de OPR.
41
6.2.1. Zorgplicht Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning Tot nu toe waren we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Op basis van handelingsverlegenheid van de school en kindkenmerken zijn tot 1 augustus 2014 besluiten genomen over verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs of de toekenning van een rugzakbekostiging als de leerling ondanks indicatie op de basisschool blijft. Sinds 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is dan niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft.
41
Positie van de ouders De invoering van de Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten: 1. De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; 2. De leerling gaat naar een andere basisschool; 3. De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; 4. De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; 5. De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende leerlingen of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Voor de eerste vier trajecten zijn wettelijk afspraken gemaakt over de positionering van ouders en kunnen ouders zich beroepen op een mogelijk geschil. Het traject met betrekking tot de aanmeldingen voor
42
toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool valt buiten de wettelijke bevoegdheden van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Met betrekking tot de eerste vier trajecten kunnen ouders sinds 1 augustus 2014 verschillende commissies benaderen: • Geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen, die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. • Bezwaaradviescommissie toelaatbaarheidsverklaring. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke bezwaaradviescommissie, waartoe ouders zich kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring. • Ouders behouden daarnaast de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling en om een beroep aan te tekenen bij de rechter.
6.2.2. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Iedere school stelt binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of in principe een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Ons schoolondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: • Een korte typering van de school
• De kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen. • De deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school) • De voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Het schoolondersteuningsprofiel is via de IB-er van onze school, Sacha Kauffeld, op te vragen en in te zien. Geldigheid huidige beschikkingen Leerlingen die op basis van een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg of een Commissie voor Indicatiestelling in het speciaal (basis)onderwijs verblijven, mogen daar het onderwijs genieten voor in ieder geval de duur van de beschikking. Voor leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is afgegeven zal tijdig een besluit moeten worden genomen over de best passende voorziening na afloop van die beschikking. Voor leerlingen die gebruik maken van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool gaat in de toekomst een en ander wijzigen. De huidige rugzak moet straks door het samenwerkingsverband worden omgezet in een arrangement binnen een passende voorziening. Volgens de wet zijn de huidige beschikkingen voor een rugzak vanaf 1 augustus 2014 niet meer geldig. Het bestuur van het samenwerkingsverband
43
heeft echter het besluit genomen dat tot het moment van omzetten van die rugzak in een arrangement de ambulante begeleiding en de begeleiding vanuit de basisschool voor het schooljaar 2014-2015 worden bekostigd. In de praktijk betekent dit dat het eerste schooljaar voor deze leerlingen in de ondersteuning niets hoeft te wijzigen. Nadat het arrangement is bepaald kan het zijn dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft dan nu vanuit de huidige rugzak kan worden gerealiseerd, maar het kan ook zijn dat deze behoefte kleiner is dan de huidig beschikbare middelen. Het samenwerkingsverband levert in die zin in de toekomst maatwerk. Meer informatie nodig? De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar 2014-2015 afgerond. De ontwikkelingen in ons samenwerkingsverband kunt u volgen via de website www.rsvbreda.nl. Daarop vindt u onder andere het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Daarin wordt het beleid van het samenwerkingsverband verwoord. Dan is er ook een aantal informatieve websites over ‘passend onderwijs’: • www.steunpuntpassendonderwijs.nl • www.passendonderwijs.nl • www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl • www.mensenrechten.nl • www.onderwijsconsulenten.nl • www.onderwijsgeschillen.nl 6.3 Stappen in de zorg Voor het volgen van een juiste en verantwoorde procedure met betrekking tot de kinderen die extra zorg nodig hebben, baseert onze school zich op de nota interne zorgstructuur basisschool zoals die door INOS is ontwikkeld.
43
44
6.3.1 Onze zorgstappen Zorgniveau 1 De extra zorg vindt plaats in de klas. Leerkrachten werken doelgericht en maken keuzes ten aanzien van de leerstof, werkvormen, aanpak en differentiatievormen. In het groepsplan leggen we vast hoe we aan de verschillende onderwijsbehoeften in de groep tegemoet kunnen komen. Zorgniveau 2 Als een kind onvoldoende profiteert van de aangeboden hulp, als de onderwijsbehoeften onduidelijk blijven of als er sprake is van ernstige problematiek kan worden besloten om het kind te bespreken in een leerlingbespreking met de IB-er. Samen met de IB-er wordt er informatie verzameld rond de problematiek en wordt er een traject gestart. Voor observaties wordt in een aantal gevallen de collegiale consultatiegever (CC-er) van het Speciaal Basisonderwijs (SBO) ingeschakeld. De leerlingenbespreking en observatie door IB-er of CC-er leiden tot een nieuw handelingsplan. Wanneer bespreking, observatie of de uitvoering van het handelingsplan te weinig resultaat opleveren, wordt de orthopedagoog van Flexinos ingeschakeld. Via een traject van HandelingsGerichte ProcesDiagnostiek (HGPD) wordt gekeken naar de mogelijkheden van de leerling. Als het niet lukt om een antwoord te krijgen op de begeleidingsvraag, kan het kind besproken worden in het zorgteam. Hiervoor vragen we geen toestemming van de ouders, omdat dit tot onze standaardzorg behoort. Het zorgteam bestaat uit de CC-er van het SBO, de orthopedagoog van Flexinos en de IB-er. De adviezen en vervolgstappen bespreken we met ouders en indien nodig maken we een nieuw handelingsplan. In deze fase start de school met het invullen van een groeidocument.Als het niet lukt om antwoord te krijgen op de begeleidingsvraag wordt de leerling besproken in het
intern ondersteuningsteam. Het intern ondersteuningsteam bestaat uit de directeur, de TC-ers en de IB-er. Zorgniveau 3 Wanneer het handelingsplan het gewenste resultaat bereikt heeft, kan het traject afgesloten worden. Wanneer er onvoldoende resultaat is, kan er in overleg met de orthopedagoog een nieuw handelingsplan opgesteld worden. De ontwikkelingen worden opnieuw bijgehouden in het groeidocument. Als er onduidelijkheden blijven kunnen we ervoor kiezen over te gaan tot onderzoek. We hebben op school testmogelijkheden tot onze beschikking. Vanwege een beperkt budget moet dit gebeuren op basis van prioriteit. Hiervoor vragen wij uw begrip. Voor een onderzoek dient u toestemming te geven. Zorgniveau 4 Na de terugkoppeling van de resultaten van het onderzoek vindt er tussen school en ouders overleg plaats hoe nu verder te handelen. Er zijn twee mogelijkheden: • Het onderwijs kan op de eigen school vervolgd worden. Binnen de school zal er, met name in het zorgteam ondersteuningsteam , overleg zijn wat er aangeboden kan worden. • De tweede mogelijkheid is, dat het kind niet op deze school verder kan, maar voor een goede verdere ontwikkeling aangewezen is op het speciaal basisonderwijs of op speciaal onderwijs. In dit geval, zullen wij, na overleg met ouders, het kind aanmelden bij het samenwerkingsverband.
45
Zorgniveau 5 Als de ouders na een onderzoek met een uitslag in de richting van een aanmelding bij het samenwerkingsverband daaraan niet wensen mee te werken, of in het geval dat zij geen gevolg willen geven aan de beschikking en hun kind niet willen aanmelden op een andere school, wordt het overleg met de ouders door de directie over genomen.
• cluster 4 voor kinderen met gedragsproblemen en zeer moeilijk lerende kinderen De scholen voor cluster 3 en 4 maken deel uit van het regionale samenwerkingsverband. Voor de clusters 1 en 2 zijn aparte instellingen ingericht die het onderwijs, de toelaatbaarheid en de ondersteuning verzorgen.
6.4 De Commissie toelaatbaarheidsverklaring (CTLV) Het regionale samenwerkingsverband, RSV Breda eo, Optimale Onderwijskansen, heeft een commissie toelaatbaarheidsverklaring. Deze commissie heeft de wettelijk verplichte taak te bepalen: • Of leerlingen met behulp van een beschikking, voorheen de zogenaamde rugzak, op een basisschool extra ondersteuning kunnen ontvangen. • Of leerlingen kunnen worden toegelaten tot het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO). Ouders en school stellen voor aanmelding bij de Commisssie voor Ondersteuningstoewijzing toelaatbaarheidsverklaring gezamenlijk een groeidocument op. Het ‘groeidocument’ is een hulpmiddel om de ondersteuningsvraag, de extra onderwijsbehoefte van uw kind goed in beeld te brengen. Centraal staan niet de beperkingen, maar juist de mogelijkheden van een leerling.
6.6 Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte zijn leerlingen die vanwege hun speciale behoefte een extra financiering toegewezen krijgen. Een onafhankelijke commissie, de commissie toelaatbaarheidsverklaring, oordeelt of het kind recht heeft op deze financiering. De CTLV geeft een arrangementsverklaring af wanneer de extra ondersteuning niet binnen de basisondersteuning van de school geboden kan worden.Ieder kind, met of zonder handicap, is in principe welkom op onze school. De afgelopen jaren, hebben we meerdere kinderen met een “rugzakje” begeleid uit, vooral vanuit de clusters 2, 3 en 4. De basisschool bekijkt of zij de specifieke zorg die het aangemelde kind nodig heeft, daadwerkelijk kan bieden. Met de toegewezen middelen kan de basisschool extra uren begeleiding realiseren en kan een collega uit het speciaal onderwijs van het betreffende cluster de basisschool ambulant begeleiden en ondersteunen. Voor de mogelijke plaatsbaarheid van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte heeft Kbs De Liniedoorn een procedure vastgesteld. De procedure ligt ter inzage op school. Sommige kinderen gaan na een tijdje alsnog naar een school voor speciaal onderwijs. Anderen blijven hun hele schoolloopbaan extra begeleiding krijgen. Dit kan ook gebeuren bij kinderen die vanuit het speciaal onderwijs terugkomen naar onze school.
6.5 Het Speciaal Onderwijs (SO) Het speciaal onderwijs is in vier clusters verdeeld, te weten: • cluster 1 voor blinde en slechtziende kinderen • cluster 2 voor dove kinderen en kinderen met spraak/ taalproblemen • cluster 3 voor lichamelijk gehandicapte en langdurig zieke kinderen
46
6.7 Doubleren of versneld overgaan Kinderen kunnen blijven zitten op onze school, maar ook versneld doorstromen is mogelijk. Het initiatief om een kind te laten doubleren of een klas over te laten slaan ligt normaal gesproken bij het ondersteuningsteam en de leerkracht. Het interne zorgteam ondersteuningsteam bestaat uit de directie, de intern begeleider en de teamcoördinatoren. Wij vinden hierin een intensief overleg met de ouders van groot belang. Wanneer er door ouders en school een verschil van mening ontstaat, is het uiteindelijk de directeur die het besluit neemt of een kind op onze school over gaat of blijft zitten. Zij laat zich hierbij leiden door de adviezen van de groepsleerkracht en het overleg van het intern zorgteam. Als criteria gelden niet alleen leerontwikkeling, maar ook de sociaal emotionele ontwikkeling. Soms zoeken we de oplossing voor bepaalde problematiek bij een kind niet alleen in extra zorg. We bieden het kind dan de mogelijkheid zich in zijn eigen tempo verder te laten rijpen / ontwikkelen. Dit is regelmatig het geval in groep 2. Het kan voorkomen dat, op grond van cognitieve en/of sociaal-emotionele gronden, beter vindt dat een kind het jaar nog een keer overdoet. Ook kan, met name in groep 2, ervoor gekozen worden dat een kind versneld doorgaat naar het volgende leerjaar. Ook dit gebeurt na zorgvuldig overleg. Natuurlijk kan het ook tussentijds gebeuren dat we na uitgebreid overleg met elkaar, besluiten een kind een jaar te laten doubleren of juist versneld over te laten gaan. We begeleiden het kind met zorg na deze stap. Kinderen die acht volledige jaren basisonderwijs hebben gevolgd mogen, in samenspraak met de ouders, na groep 7 doorstromen naar het voortgezet onderwijs. Met de ouders van kinderen die vanuit een andere basisschool aangemeld worden, doorlopen we de procedure voor zij-instromers. Wanneer een
47
kind van basisschool verandert, maken we voor de nieuwe school een onderwijskundig rapport waarvan ouders een kopie krijgen. De te nemen stappen bij doubleren of versneld doorgaan zijn vastgelegd in een protocol. U kunt dit protocol opvragen bij de TC-ers of de IB-er. 6.8 Ontwikkelingsperspectief Voor leerlingen die in het zeer intensieve arrangement werken (zie hoofdstuk 6.1.) stellen we vanaf groep 6 een ontwikkelingsperspectief op. Het ontwikkelingsperspectief is het verwachte uitstroomniveau van de leerling. Het geeft aan op welk niveau de leerling uitstroomt naar het voortgezet onderwijs. We zullen, indien nodig, dit ieder jaar bijstellen. Het ontwikkelingsperspectief baseren we op een aantal gegevens: de leermogelijkheden, de leerresultaten en de factoren die op een positieve of belemmerende manier de ontwikkeling beïnvloeden. Het ontwikkelingsperspectief is en blijft een inschatting. Het kind kan zich sneller of langzamer ontwikkelen, waardoor het perspectief weer verandert. In het ontwikkelingsperspectief wordt tevens de inhoudelijke uitwerking van de eigen leerlijn beschreven. De eigen leerlijn wordt ieder half jaar, na een toetsperiode, bijgesteld. 6.9 Dyslexieprotocol Vanaf 1 januari 2009 is het door een wetswijziging mogelijk dat leerlingen in aanmerking komen voor door de zorgverzekeraar vergoede diagnostiek en behandeling van dyslexie. Deze regeling geldt alleen voor leerlingen met een hardnekkig lees- en spellingprobleem, waarbij de zorg start / is gestart voor het 13de levensjaar en de school op basis van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie al de nodige extra begeleiding gaf. Op basis van de diagnostiek wordt bepaald of de lees- en spellingproblemen voldoende hardnekkig zijn en of de
47
leerling in aanmerking komt voor de vergoede behandeling. Als blijkt dat de problemen niet voldoende hardnekkig zijn wordt de diagnostiek wel vergoed, maar de behandeling niet. In het kort komt het erop neer dat: • Uit het leerlingvolgsysteem van de school moet blijken dat het kind problemen ervaart met lezen en spelling. • De school al extra begeleiding heeft geboden aan het kind op het gebied van lezen en spelling, maar de resultaten bleven uit. • De extra hulp/het onderzoek plaatsvond voor de dertiende verjaardag van het kind. • Een gespecialiseerde zorgverlener aan de hand van vastgestelde criteria de diagnose “ernstige dyslexie” stelde. Wanneer u meer wilt weten over de dyslexiezorg, kunt u kijken op www.steunpuntdyslexie.nl 6.10 Verrijking in de klas Op Kbs De Liniedoorn bieden we, als blijkt dat de leerling de leerstof op een goed niveau aankan, allereerst verrijking in de klas. Dit kan vanuit de methode, daarnaast passen we ook compacting toe. Daartoe maken we op basis van de gestelde leerdoelen een gerichte keuze uit de leerstof zodat het kind niet alles hoeft te maken. De resterende tijd werkt het kind aan een uitdagende opdracht vanuit de vakrichting of soms vakoverstijgend. Uiteraard stellen we ook bepaalde eisen aan dit werk en het wordt beoordeeld. Vaak zijn er meerdere kinderen die op deze manier aan het werk kunnen, zodat samenwerking mogelijk is. In sommige gevallen kan een kind gebaat zijn bij deelname aan Eureka, het bovenschoolse project voor hoogbegaafde kinderen.
48
6.11 Eureka! Eureka! is het kenniscentrum voor meer- en hoogbegaafdheid voor de INOS-scholen en verleent de volgende diensten: Trajectbegeleiding Trajectbegeleiding heeft als doel passende begeleiding te zoeken voor leerlingen bij wie een vermoeden van hoogbegaafdheid bestaat. Bij het vermoeden van hoogbegaafdheid bij een leerling (gesignaleerd door ouders en/of school) kan de school de leerling aanmelden bij Eureka! Door middel van gesprekken met het kind, school en ouders, in samenhang met de schoolresultaten, wordt bekeken of Eureka! meerwaarde biedt en een leerling in aanmerking komt voor een proefperiode van drie maanden in de verrijkingsklas. Na drie maanden wordt besproken of deelname definitief wordt. Bovenschoolse verrijkingsklassen In de verrijkingsklas krijgen leerlingen de kans vaardigheden te leren als plannen, samenvatten, het toepassen van leerstrategieën, omgaan met succes en falen, doorzetten, samenwerken, etc. Dat doen ze o.a. door in projecten te werken. Ontdekkend en onderzoekend leren staat centraal. De projecten monden uit in een presentatie. De kinderen krijgen ook Spaanse les en technieklessen. Tevens is er veel gevarieerd verrijkingsmateriaal aanwezig. De sociaal-emotionele ontwikkeling neemt een belangrijke plaats in. Leerlingen filosoferen samen en natuurlijk is er ook ruimte voor creativiteit. De ontmoeting met ontwikkelingsgelijken is van groot belang; ze worden herkend en erkend! De kinderen komen één dagdeel per week bij elkaar in een voor hen speciaal ingerichte klas op Kbs De Werft. De groep bestaat uit maximaal 15 leerlingen en er is een onderverdeling gemaakt tussen leerlingen uit de groepen 1, 2 en 3, leerlingen uit de groepen 4, 5 en 6 en leerlingen uit de groepen 7 en 8.
Online kenniscentrum voor scholen en ouders (www.eurekabreda.nl) en Facebook De website van Eureka! biedt een kenniscentrum voor ouders en scholen. Hierop is een schat aan actuele informatie te vinden over hoogbegaafdheid. Tevens is Eureka! op Facebook te vinden. Eureka!Mobiel en Kleuterbegeleiding Eureka!Mobiel ondersteunt en adviseert leerkrachten in de eigen onderwijssituatie. Eureka!Mobiel helpt de scholen bij het opstellen van beleidsplannen en geeft adviezen ten aanzien van het aanpassen van het curriculum voor (meer- en) hoogbegaafde leerlingen. De Kleuterbegeleiding van Eureka! ondersteunt en begeleidt de leerkrachten van kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong op de scholen van INOS. Voorlichting aan o.a. schoolteams, op landelijke conferenties en aan ouders Met enige regelmaat worden voorlichtingsbijeenkomsten voor verschillende doelgroepen verzorgd. Ook wordt Eureka! geregeld uitgenodigd haar kennis en ervaring buiten INOS te presenteren. Coördineren van een Professionele Leergemeenschap Hoogbegaafdheid, INOS breed Om ervoor te zorgen dat de specifieke vakkennis over hoogbegaafdheid breed wordt gedeeld tussen leerkrachten van INOS, begeleidt Eureka! een INOS-brede leergemeenschap op dit gebied. Mocht u meer willen weten over Eureka! of vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de IB-er van onze school.
49
6.12. Lichte ondersteuning Kbs De Liniedoorn, Kbs De Spoorzoeker en Kbs St. Joseph, hierna te noemen (JSL), werken binnen het overkoepelend bestuur INOS als organisatorische eenheid. JSL heeft besloten de krachten te bundelen om de lichte ondersteuning voor de drie scholen samen vorm te geven. Het doel van de samenwerking is om te leren van elkaar en zoveel mogelijk kinderen te bereiken met extra ondersteuning. Het project wordt structureel opgenomen in de formatie en mogelijk gemaakt vanuit de lichte ondersteuningsgelden INOS en deels vanuit de eigen lumpsumfinanciering. JSL richt zich komend schooljaar op een drietal ondersteuningsgebieden, te weten: • Meerbegaafdheid • Beelddenken • Kinderen met een ontwikkelingsperspectief De kinderen die binnen één van de bovenstaande gebieden vallen, krijgen binnen de basisondersteuning van de de school een passend aanbod zo veel mogelijk in de klas. Wanneer het echter het basisaanbod in de klas overstijgt, kan het kind een aanbod buiten de groep gaan krijgen in een speciale klas, welke een aantal dagdelen per week op alle drie de JSL scholen gaan draaien. We hebben de volgende drie “klassen”: • Trajectklas voor leerlingen die meerbegaafd zijn • Beelddenkklas • Ondersteuning voor leerlingen met een ontwikkelingsperspectief
49
Ieder ondersteuningsgebied kent specifieke criteria. Als uw kind voldoet aan de criteria om buiten de groep in een trajectklas, beelddenkklas of ondersteuning ontwikkelingsperspectief deel te nemen, dan wordt met u contact opgenomen. Het beleid lichte ondersteuning is via de ib-er van onze school, Sacha Kauffeld, op te vragen en in te zien. 6.13 Flexinos Naast de samenwerking met Flexinos en het SBO werkt de Liniedoorn samen met onderstaande partners: 6.13.1 Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin Breda (CJG) is er om Bredase ouders en jeugdigen van 9 maanden tot 23 jaar te ondersteunen bij kleine en grote vragen over opvoeden en opgroeien. De school-CJG-er, Malika Ballaghmouch, is voor u en voor ons het aanspreekpunt. Malika adviseert en beantwoordt vragen over opvoeden en opgroeien die ouders stellen. Malika adviseert de school bij problemen die we signaleren bij gezinnen. Daarbij kunt u denken aan; • opvoedingsvragen • ontwikkeling van het kind • gedragsproblemen • informatie over hulpverlenende organisaties • zaken die van invloed kunnen zijn op het welzijn van het kind (echtscheiding, rouwverwerking, omgaan met pesten)
50
De informatie die bij het CJG terechtkomt wordt vertrouwelijk behandeld. Hulp kan alleen geboden worden als dit met ouders besproken is en zij hier toestemming voor geven. 6.13.2 Zorg In en Om de School De IB-er, de school CJG-er, de orthopedagoog van Flexinos en de CCer van het SBO vormen samen het ZIOS-team. Dit team komt bijeen wanneer de school het noodzakelijk vindt om in een breder overleg een leerling te bespreken. 6.14 Jeugdgezondheidszorg door de GGD West-Brabant Uw partner bij de gezonde groei en ontwikkeling van kinderen van 0 t/m 19 jaar. U wilt het beste voor uw kind: dat het gezond en gelukkig is, voor zichzelf opkomt en verstandige keuzes maakt. GGD West-Brabant helpt u daarbij zodat uw kind gezond en veilig opgroeit. Onder het motto ‘ieder kind in beeld’ zet de GGD West-Brabant zich dagelijks in met extra aandacht voor kinderen of gezinnen die dat nodig hebben. Publieke gezondheid Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD West-Brabant in uw gemeente verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 0 t/m 19 jaar. Wij zetten ons dagelijks in om eventuele gezondheidsproblemen en –risico’s zo snel mogelijk op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Samen met onze partners in het Centrum voor Jeugd en Gezin en in nauwe samenwerking met school, houden wij zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren in West-Brabant. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind.
Gezondheidsonderzoeken Dat zicht op de West-Brabantse gezondheidssituatie houden we onder andere via gezondheidsonderzoeken. Op de basisschool zien we alle kinderen van 5-6 jaar en van 10-11 jaar. In de tweede klas van het voorgezet onderwijs vindt het laatste gezondheidsonderzoek plaats. U hoort vooraf dat er een gezondheidsonderzoek plaatsvindt, hiervoor wordt uw kind uit de klas gehaald. De uitkomsten van ieder onderzoek sturen wij u per post toe. De resultaten noteren wij ook in het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg van uw zoon of dochter. Het kan zijn dat wij u en uw kind uitnodigen voor een vervolgafspraak op de GGD. In het kalenderjaar 2015 zien wij de kinderen geboren in 2004 en 2009 en in het kalenderjaar 2016 zien wij kinderen geboren in 2005 en 2010. Bij het gezondheidsonderzoek 5-6 jarigen ontvangen ouders een vragenlijst en bij het gezondheidsonderzoek 10-11 jarigen ontvangen zowel ouders als jongere apart een vragenlijst. Wat doen we tijdens het onderzoek? Het onderzoek vindt plaats op school of, indien uw school geen ruimte tot haar beschikking heeft, op de GGD. Vindt het onderzoek op school plaats, dan hoeft u hierbij niet aanwezig te zijn. Vindt het onderzoek op de GGD plaats, dan nodigen we u uit om samen met uw zoon of dochter om langs te komen. Voordat de onderzoeken beginnen op school, legt de medewerker van de Jeugdgezondheidszorg in de klas uit wat zij gaat doen. Tijdens het onderzoek controleert zij bij uw kind de lengte en het gewicht. Uw kind hoeft hiervoor alleen de schoenen uit te doen. Op 5/6 jarige leeftijd controleert zij ook het gehoor en de ogen. Als hier aanleiding toe is, controleert zij ook bij kinderen van 10/11 jaar het gehoor en/
of de ogen. Uw vragen en zorgen over de gezondheid en ontwikkeling van uw kind, die u eventueel heeft aangegeven op de vragenlijst of tijdens het onderzoek, bekijkt zij uiteraard ook. Indien nodig nemen we daarover contact met u op. Jeugdgezondheidszorg op school Op basisscholen en voortgezet onderwijs zijn wij onder andere op de verschillende manieren actief. Het aanbod per school verschilt en is afhankelijk van de afspraken met gemeenten. • Advies en ondersteuning aan ouders/verzorgers (en de leerkrachten) van leerlingen die vaak afwezig zijn of met school dreigen te stoppen. • Deelname aan Zorg- en adviesteams waarin de leerlingen besproken worden die extra zorg nodig hebben. • Voorlichting en advies over en periodieke controle van hygiëne, veiligheid en een goede ventilatie op school. • Verschillende activiteiten gericht op onder andere gezonde voeding, beweging, weerbaarheid en seksualiteit. • Advies en ondersteuning bij een ingrijpende gebeurtenis of een melding van ongewenst gedrag op uw school (extern vertrouwenspersoon). Inentingen GGD West Brabant voert in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het Rijksvaccinatieprogramma uit. Jaarlijks vaccineren wij kinderen tegen ernstige ziekten zoals bof, mazelen en rode hond (BMR), difterie, tetanus en polio (DTP) en baarmoederhalskanker. Meer informatie vindt u op: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/R/Rijksvaccinatieprogramma.
51
Gaat u op vakantie? Gezond op reis begint bij de GGD. Wij bieden inentingen en advies op maat over maatregelen tegen malaria en andere infectieziekten. Niet alleen in verre oorden, maar ook in landen dichter bij huis kunt u besmet raken met bijvoorbeeld buiktyfus, gele koorts of tuberculose. Meer informatie vindt u op: http://www. ggdreisvaccinaties.nl/. Hoofdluis Wilt u meer informatie over behandeling van hoofdluis, kunt u terecht op de website van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/H/ Hoofdluis. Contact Heeft u twijfels of zorgen over de groei en de ontwikkeling van uw kind? Of over zijn of haar gedrag thuis of op school? Dan staan de jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, verpleegkundig specialist en doktersassistenten van GGD West-Brabant voor u klaar. Sinds 2014 kunt u gebruik maken van Mijn Kind in Beeld, www.mkib. nl, u kunt de groeicurven van u kind in zien en u persoonlijke gegevens aanpassen. U heeft hiervoor een DigiD met SMS code nodig. Via MIKB kunt u ook uw vragen stellen. U kunt een telefonische of persoonlijke afspraak maken via het afsprakenbureau Jeugd en Gezin op telefoonnummer 076–528 2486. Meer informatie vindt u op www. ggdwestbrabant.nl/mijnkind 6.15 Medicijnverstrekking en medisch handelen op school Leraren op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van
52
een insectenbeet. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouder(s)/ verzorger(s) om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. Een enkele keer wordt medisch handelen van leraren gevraagd zoals het geven van sondevoeding of het geven van een injectie. Dit zijn handelingen die vallen onder de wet BIG. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden. Leraren begeven zich dan op een terrein waarvoor zij niet gekwalificeerd zijn. Met het oog op de gezondheid van het kind is het van groot belang dat zij in dergelijke situaties zorgvuldig handelen. Zij moeten daarbij over de vereiste bekwaamheid beschikken. Leraren en schoolleiding moeten zich realiseren dat, wanneer zij fouten maken of zich vergissen, zij voor medische handelingen aansprakelijk gesteld kunnen worden. Een leraar is niet deskundig genoeg om een juiste diagnose te stellen. De grootst mogelijke terughoudendheid is hier dan ook geboden. Uitgangspunt moet zijn dat een kind dat ziek is, naar huis moet. De schoolleiding zal, in geval van ziekte, altijd contact op moeten nemen met de ouders om te overleggen wat er dient te gebeuren. Het verstrekken van medicijnen op verzoek Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken B.V. pufjes voor astma, antibiotica, of zetpillen. Ouders kunnen aan schoolleiding en leerkracht vragen deze middelen te verstrekken. Schriftelijke toestemming van de ouders is hierbij noodzakelijk. Meestal gaat het niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden.
In uitzonderlijke gevallen zullen ouders aan schoolleiding en leraren vragen BIG - handelingen te verrichten. Te denken valt daarbij aan het geven van sondevoeding, het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje. De school is hier zeer terughoudend in. Bij voorkeur worden deze handelingen door de Stichting Thuiszorg of door de ouders zelf op school verricht. In sommige gevallen kan er sprake zijn van een PGB (persoonsgebonden budget). In situaties waarbij twijfels zijn over de correcte procedures raadpleegt de school deskundigen zoals de schoolarts of de verpleegkundigen van het Speciaal Onderwijs. Landelijk wordt een protocol ontwikkeld over dit onderwerp. Tot die tijd is het INOS-beleid:
Als een medewerker ziek wordt of verlof heeft, kan de school direct digitaal een aanvraag voor vervanging melden bij Matchpoint. De planners zoeken voor de aanvraag een passende waarnemer die kan zorgen dat het onderwijsproces van uw kind zo ononderbroken mogelijk doorgang vindt. Matchpoint is ook ‘de poort tot het werken bij INOS’ Goede vervangers kunnen bij gebleken geschiktheid doorstromen naar een passende functie op één van de INOS scholen. Belangstellenden die (tijdelijk) willen waarnemen op scholen van INOS worden van harte uitgenodigd zich aan te melden. Mocht u mensen kennen die de juiste opleiding hebben en die belangstelling hebben om bij INOS aan het werk te gaan, dan kunt u hen adviseren een kijkje te nemen op onze website www.inos.nl. Onder het kopje, werken bij INOS, vervanging is alle informatie terug te vinden.
“Niet, tenzij.” 6.16 Vervangingen via Matchpoint Matchpoint regelt binnen iedere school van INOS de vervanging bij afwezigheid en ziekte van groepsleerkrachten en onderwijsassistenten. Indien een leerkracht of onderwijsassistent (plotseling) afwezig is, zorgt Matchpoint direct voor een adequate vervanging. Matchpoint heeft de beschikking over een grote groep enthousiaste en competente waarnemers zodat, indien de leerkracht of assistent (tijdelijk) moet worden vervangen, de kinderen in goede handen zijn. De invallers worden vooraf gescreend op bevoegdheid, opleiding en competentie. U mag er op vertrouwen dat de waarnemers binnen INOS goede kwaliteit onderwijs leveren.
Matchpoint wordt georganiseerd vanuit het bestuursbureau van INOS, Haagweg 1 in Breda.
[email protected].
53
Hoofdstuk 7
54
De ouders
7
De ouders in de school 7.1 Algemene uitgangspunten Op de Liniedoorn werken ouders en school op een dusdanige manier samen dat het welbevinden van kinderen wordt vergroot en het leerproces wordt gestimuleerd. Hierdoor hebben kinderen meer kans op een succesvolle schoolloopbaan. We gaan respectvol met elkaar om op basis van gelijkwaardigheid en uitgaande van de deskundigheid van ouders en leerkrachten. Er zijn informele en formele contactmomenten. • Er is informatie-uitwisseling over het kind door goede communicatie. Ouders en leerkrachten houden elkaar op de hoogte. • Ouders en school werken samen en ondersteunen elkaar bij de opvoeding en het leerproces. • Ouders en school werken samen bij de uitvoering van activiteiten. • Ouders maken kennis met onze school en het onderwijs. • Ouders denken en praten mee over het beleid. • Ouders worden uitgenodigd om met ons te vieren, er is een open klimaat, er zijn activiteiten voor informele en formele ontmoetingen. 7.2 De Medezeggenschapsraad Naast schoolbestuur en directie houdt ook de Medezeggenschapsraad (MR) zich bezig met het beleid van de school. Gevraagd en ongevraagd adviseert zij over onder meer kwaliteitszorg, veiligheid en schooltijden. Ten aanzien van sommige zaken kan pas een besluit worden genomen na instemming van de MR. De MR bestaat uit een oudergeleding en een lerarengeleding, met twee gekozen ouders en twee teamleden.
In geval van een vacature in de oudergeleding plaatsen we een oproep in onze INFO en kunnen nieuwe ouders zich aanmelden voor deelname aan de MR. De MR vergadert zes keer per jaar, gedeeltelijk in het bijzijn van een van de directeuren van Kbs De Liniedoorn. Alle ouders van leerlingen van Kbs De Liniedoorn kunnen vragen om bepaalde zaken tijdens deze vergadering te bespreken. De contactgegevens van de MR staan vermeld op de website van de school. www.liniedoorn.nl Wilt u meer informatie over onze MR, neem dan contact op met de voorzitter van de raad. De naam van de voorzitter staat vermeld op onze kalender. 7.3 De oudervereniging In het bestuur van de oudervereniging zitten enthousiaste ouders die er plezier in hebben om de activiteiten voor elkaar te krijgen; natuurlijk in nauwe samenwerking met het schoolteam. De oudervereniging vergadert minstens zes keer per schooljaar om de aankomende activiteiten te bespreken en de afgeronde activiteiten te evalueren. De commissieleden komen per activiteit zo vaak als nodig bij elkaar. Tussentijds is er vanzelfsprekend ook veelal contact tussen de leden om alle activiteiten tot een goed einde te brengen. De oudervereniging heeft als doelstelling: • Ouders / verzorgers betrekken bij activiteiten van school. • Onderwijzend personeel ondersteunen bij het verzorgen van die activiteiten. • Bevorderen en onderhouden van contacten tussen ouders / verzorgers en school. • Band ouders-school versterken door onder andere de
55
betrokkenheid van ouders te vergroten. • Dienen als aanspreekpunt voor ouders over alle (niet tot de onderwijstaak behorende) zaken, die zich op en rond de school voordoen. Tijdens de eerste vergadering in het nieuwe schooljaar bespreekt de oudervereniging wie contactpersoon is per activiteit. Er zijn meestal twee contactpersonen per activiteit. Omdat er elk schooljaar weer ouders uit het bestuur of commissie gaan, kunnen we altijd nieuwe ouders gebruiken. • Het assisteren bij vieringen zoals bv. Sinterklaas, Suikerfeest, Kerstmis, Carnaval, Pasen, sport- en spelletjesdag. • Het organiseren van het bezoek van de schoolfotograaf en de werkzaamheden die hierbij horen. • Aanschaf materialen zoals cadeautjes voor het Sinterklaasfeest, iets lekkers voor het Suikerfeest en voor activiteiten, • De oudervereniging legt eenmaal per jaar verantwoording af aan de ouders over haar activiteiten en het financiële beheer (waaraan de contributie is/wordt besteed) over de afgelopen/voor de komende periode. • Voor ieder kind wordt er een bedrag van 5,00 euro uit de ouderbijdrage afgedragen aan school voor de organisatie van de educatieve reis. Het bestuur van de oudervereniging (OV) bedenkt samen met de school allerlei activiteiten en helpt mee bij de organisatie en begeleiding ervan. Alle ouders met kinderen op onze school zijn in principe lid van de vereniging, tenzij zij nadrukkelijk te kennen hebben gegeven geen lid te willen zijn. Dit houdt vanzelfsprekend in dat men – zij het op vrijwillige
56
basis – ouderbijdrage verschuldigd is. De ouderbijdrage wordt jaarlijks in de algemene ledenvergadering vastgesteld. Voor schooljaar 2015-2016 is de ouderbijdrage vastgesteld op 25,00 euro. Jaarlijks wordt er in samenwerking met school een educatieve reis georganiseerd en in een jubileum jaar wordt er een schoolreis georganiseerd. De OV stelt een jaarverslag op, waarin ze o.a. verantwoording aflegt over het financiële beleid. Bij de inschrijving van uw kind wordt u geïnformeerd over de vrijwillige ouderbijdrage en wordt u gevraagd of dat u bereid bent om deze te betalen. Wij willen graag alle kinderen deze extra´s bieden en gaan er vanuit dat u bereid bent om jaarlijks deze ouderbijdrage tijdig te betalen. Stichting leergeld ondersteunt gezinnen waarvoor het niet haalbaar om aan deze financiële verplichtingen te voldoen. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met onze IB-er.
Voor meer informatie over de OV kunt u terecht bij de voorzitter van de vereniging. De naam van de voorzitter kunt u vinden op onze kalender. 7.4 Hulpouders Per jaar organiseren we veel activiteiten, waarbij de hulp van ouders gewenst of noodzakelijk is. Te denken valt aan begeleiding bij een sportdag, hulp bij een handvaardigheidles of vervoer en begeleiding bij een excursie. Helaas merken we de laatste tijd dat het moeilijker wordt om ouders te vinden die ons kunnen helpen. Zonder ouders zou het onmogelijk zijn om allerlei fijne, leuke en gezellige activiteiten doorgang te laten vinden. Blijft u ons helpen? 7.5 Spelinloop Elke donderdag is er in de groepen 1/2 van 8.30 tot 9.00 uur spelinloop mét ouders. U speelt dan met uw kind en u ziet uw kind bezig in de
groepssituatie. In de hal van de school kunt u zien welk thema er aan de orde is. De kinderen mogen m.b.t. dit thema materialen voor de ontdektafel meebrengen. Groep 3 heeft een spelinloop tot de kerstvakantie. 7.6 Gast in de klas Elk jaar in januari of februari organiseren we een week het project Gast in de klas. Alle ouders zijn dan in de gelegenheid een dagdeel in de groep(en) van hun kind (eren) mee te kijken. Zo kunnen de ouders zien hoe we werken en hoe bijvoorbeeld een bepaalde rekensom of een ander probleem uitgelegd wordt. Dit project is meestal één week, de datum hiervan is elk jaar op de kalender terug te vinden. De leerkrachten van iedere groep nodigen de ouders zelf uit. 7.7 Logo 3000 oudergroep Een groepje ouders krijgt van een leerkracht instructie over hoe ze thuis kunnen werken aan woordenschat. 7.8 Luizencontrole Er zijn een paar ouders die het telkens terugkerende luizenprobleem actief aanpakken. Na iedere schoolvakantie controleren zij alle kinderen op hoofdluis. Er is een procedure voor leerkrachten opgesteld over hoe te handelen bij geconstateerde luis in hun groep. Deze procedure is op te vragen bij de leerkracht van uw kind. 7.9 Het overleg tussen school en ouders In onze jaarplanning staan de volgende overlegmomenten: • Intakegesprekken voor ouders van nieuwe leerlingen. • 2 of 3 per jaar rapportbespreking (mede n.a.v. de rapporten). • Per groep een informatieavond aan het begin van het schooljaar
57
• • •
Het adviesgesprek over het vervolgonderwijs voor leerlingen uit groep 8. Het voorlopige adviesgesprek aan het einde van groep 7 Huiswerkinstructie
Als er iets bijzonders met uw kind aan de hand is, zullen wij tussentijds contact met u opnemen. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor de ouders: zit u ergens mee, hebt u iets belangrijks te vertellen, hebt u vragen over uw kind of het onderwijs in de groep: kom a.u.b. naar school! Het is wel raadzaam van te voren een afspraak te maken met de betreffende leerkracht.
7.9.1 Het intakegesprek Voorafgaande aan aanmelding van nieuwe leerlingen vindt een gesprek plaats met de ouders. Ouders worden geïnformeerd over de school, over wat wij de kinderen kunnen bieden en wat wij van ouders verwachten. Met het ondertekenen van het inschrijfformulier conformeren ouders zich aan de uitgangspunten van de school, inclusief alle regels en activiteiten van de school zoals vermeld in de schoolgids. Tijdens een intakegesprek worden de volgende punten nagelopen en besproken met ouders: • Ouders worden verzocht het BSN nummer van hun kind mee te nemen. (uitgegeven door de overheid). • Het INOS inschrijfformulier wordt ingevuld en ondertekend. • Gegevens over opleidingen worden zorgvuldig genoteerd. • Ouders krijgen de volgende schriftelijke informatie mee: - Schoolkalender - Schoolgids - Folder Piramide
57
- Folder Sterrenschool en ouderbetrokkenheid. - Folder Liniedoorn - Overblijven en BSO, eventueel peuterspeelzaal • Ouders krijgen een rondleiding in de school, de visie van de school wordt toegelicht, VVE wordt toegelicht en er is ruim de gelegenheid tot het stellen van vragen. • Nieuwe kleuters krijgen een presentje (prentenboekje). • Ouders maken kennis met de leidster-peuterspeelzaal of leerkracht. • Ouders krijgen een bevestiging: kopie inschrijfformulier. • Leraar krijgt een kopie van het aanmeldingsformulier. • Alle gegevens worden door gegeven aan de administratief medewerkster. • De leraar van groep 1-2 zal in het eerste jaar op huisbezoek gaan.
7.9.2 De rapportbespreking De kinderen van groep 2 tot en met groep 8 krijgen drie maal per jaar een rapport, meestal in november, maart en juni. De data staan op de schoolkalender. Dit rapport gaat met het kind mee naar huis en enkele dagen later worden de rapportgesprekken gepland. Voor dit gesprek krijgt u een schriftelijke uitnodiging met daarop vermeld de dag en de tijd waarop u op school verwacht wordt. Wanneer u meer kinderen op school heeft, dan krijgt u tussen elk gesprek een pauze van 10 minuten. Als uw zoon of dochter in groep 1 zit, krijgt u wel een uitnodiging voor een gesprek, maar wordt er nog geen rapport ingevuld. Voor kinderen die één of twee maanden op school zitten zal in overleg met de ouders een gesprek worden gepland. We willen u er met klem op wijzen dat deze uitnodiging niet vrijblijvend is, maar een verplichtend karakter heeft. Wij vinden de rapportbespreking over de vorderingen van uw kind met de ouders- verzorgers erg belangrijk. Mocht u op het aangegeven tijdstip niet aanwezig kunnen zijn, neemt u dan tijdig
58
contact op met de leerkracht van uw kind voor een vervangende afspraak. De laatste rapportbespreking is facultatief. Deze kan plaatsvinden op verzoek van de ouders of van de leerkracht. Een uitzondering hierop is groep 7, alle ouders van de leerlingen van deze groep krijgen een uitnodiging om tijdens dit gesprek een voorlopig advies te bespreken. Uiteraard is het voor zowel ouders als leerkrachten altijd mogelijk om buiten de rapportbespreking een formeel gesprek met elkaar te voeren. U kunt voor het maken van een dergelijke afspraak het best de leerkracht aanspreken na schooltijd.
7.9.3 Kennismakingsavond begin nieuwe schooljaar Aan het begin van elk nieuw schooljaar organiseren we een kennismakingsavond voor ouders. U kunt kennis maken met de leerkracht(en) van uw kind. De leerkracht vertelt over de werkwijze en de leerstof van de huidige groep. Wij verwachten zoveel mogelijk ouders deze avond te ontmoeten. 7.9.4 Huiswerk School en ouders zijn partners. Het effect van het onderwijs is groter als u thuis uw kind helpt en betrokken bent bij school. Hierom krijgt de leerling geleidelijk aan werk me naar huis. Unit 1: Logo 3000 U kunt participeren in het ouderbetrokkenheidstraject “Logo 3000”. Eenmaal per week krijgen ouders onder schooltijd instructie waarna zij thuis met hun kind gaan werken aan het vergroten van de woordenschat. Ouders die de instructie niet bijwonen, vragen wij ook, elke week, thuis te oefenen.
Op het kleuterplein
59
59
Unit 2, 3 en 4: Rekentuin en Nieuwsbegrip Vanaf unit 2 maken de kinderen huiswerk met Rekentuin, vanaf unit 3 komt daar ook Nieuwsbegrip bij. Tijdens de kennismakingsavond aan het begin van het schooljaar zal de leerkracht van uw kind hier meer over vertellen. Elke groep heeft zijn eigen afspraken over de hoeveelheid en het inlevermoment. Heeft u later in het schooljaar nog vragen, dan kunt u hiervoor terecht bij de leerkracht van uw kind. 7.9.5 Adviesgesprek voortgezet onderwijs De procedure met betrekking tot de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs zetten we op Kbs De Liniedoorn al in groep 7 in. Voorafgaande aan de CITO eindtoets in groep 8 wordt in groep 7 de entreetoets van CITO afgenomen. Deze toets geeft extra informatie over de beheersing van de leerstof en over het te verwachten eindresultaat in groep 8. Daarnaast kan de informatie vanuit de entreetoets van groep 7 gebruikt worden voor de planning van de leerstof in groep 8. Tijdens de laatste contactavond in groep 7 bespreken we niet alleen de resultaten van de entreetoets met u, maar komt de school ook met een zogenaamd voorlopig schooladvies voor het voortgezet onderwijs. Dit advies is gebaseerd op de resultaten van uw kind door zijn gehele schoolloopbaan heen en de persoonlijkheid van uw kind. Het voorlopige advies wordt niet automatisch overgenomen in groep 8. Bij alle kinderen wordt in groep 8 een drempelonderzoek uitgevoerd. Met het drempelonderzoek kunnen we vaststellen of uw kind in de toekomst in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Bij een aantal kinderen wordt indien nodig een extra schoolkeuzeonderzoek
60
uitgevoerd. Het definitieve schooladvies in groep 8 wordt gebaseerd op de gegevens van uw kind verkregen uit het leerlingvolgsysteem, het drempelonderzoek en het schoolkeuzeonderzoek. Maar ook de entreetoets, behaalde resultaten in de groep, werkhouding en omgang met de anderen zijn bepalend. Wij schrijven een onderwijskundig rapport dat bestemd is voor het voortgezet onderwijs. Ouders ontvangen een kopie van het rapport waarin het schooladvies is opgenomen. Na het adviesgesprek melden ouders hun kind tijdens een aanmeldingsavond in maart aan bij een van de scholen van het Voortgezet Onderwijs. Toelatingscommissies op de verschillende scholen voor V.O. beslissen uiteindelijk op grond van het schooladvies in het onderwijskundige rapport over toelating op een school. In april wordt de CITO-eindtoets afgenomen. Indien de leerling volgens de uitslag van de centrale eindtoets, beschikt over meer kennis en vaardigheden dan die waarop het schooladvies berust zal De Liniedoorn het schooladvies heroverwegen. Indien hierbij wordt afgeweken van de uitslag van de centrale eindtoets wordt dit gemotiveerd richting ouders en het V.O. U kunt gebruik maken van de open dagen van het voortgezet onderwijs. De data worden in december bekend gemaakt. Wij achten het van groot belang dat u samen met uw kind de scholen bezoekt. Met de diverse scholen bestaat een goed contact. Na aanmelding van uw kind bij het voortgezet onderwijs, neemt de VO-school contact met ons op, In de jaren nadien worden wij regelmatig op de hoogte gehouden van de resultaten van leerlingen.
7.10 Informatieverstrekking door de school Om ouders zo goed mogelijk op de hoogte te houden van alle ontwikkelingen en activiteiten op Kbs De Liniedoorn ontvangt u: • 1x per 4 jaar de schoolgids • 1x per jaar de kalender • 1x per 2 weken de Info 7.11 Informatievoorziening aan gescheiden ouders Een echtscheiding doormaken gaat vaak gepaard met een moeizame periode, waarin niet altijd duidelijk ligt hoe de zaken het best georganiseerd moeten worden. Duidelijk is vaak wel dat het kind bij één van de ouders gaat wonen en dat de andere ouder een omgangsregeling heeft met het kind. We spreken dan over een verzorgende en een niet verzorgende ouder. Sinds 1998 is er na een echtscheiding altijd sprake van gezamenlijk gezag. Wij willen u graag laten weten hoe de Liniedoorn omgaat met het verstrekken van informatie aan beide ouders.
61
Hierbij hebben we ons laten adviseren door een jurist van de Raad voor de Kinderbescherming. • Beide ouders hebben evenveel recht op schoolinformatie. • Het is de plicht van de verzorgende ouder om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die hun kind betreffen, dus ook alle verslagen door te geven over de ontwikkeling van hun kind. • Mocht dit door omstandigheden niet gebeuren, dan kan de niet verzorgende ouder altijd de school verzoeken om deze informatie te geven. De school moet die informatie verstrekken, maar daar zal altijd een verzoek aan vooraf moeten gaan. Daarnaast zal Kbs De Liniedoorn de verzorgende ouder daar altijd over inlichten. Als de verzorgende ouder daar problemen mee heeft is dat jammer, maar de informatie moet verstrekt worden. • De school is verplicht om twee aparte gesprekken te organiseren als beide ouders over hun kind willen komen praten, maar niet samen willen komen. Mocht u vragen hebben over deze regeling, dan kunt u altijd bij de directie terecht.
61
Hoofdstuk 8
62
Regelingen
8
Regelingen 8.1 De klachtenregeling Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden:
1) Eerst een gesprek met de leerkracht of de betrokken medewerker en/of de coördinator sociale veiligheid (nieuw in schooljaar 2015-2016) Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. De coördinator zal, volgens de nieuwe wet, in de loop van het schooljaar en na scholing het eerste aanspreekpunt worden. 2) De directeur van de school Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de directeur van de school. Hij (of zij) is verantwoordelijk voor de school. De directeur kan een beslissing nemen in een conflict. Op deze school zijn Mevr. Mária Peeters en Mevr. Antoinet Sommers beide directeur. 3) De school heeft een schoolvertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat
wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van een klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Hij (of zij) kan u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school is de vertrouwenspersoon: Juf Corinda.
4) Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513, 4800 DM Breda). In die brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al hebt gedaan om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing. 5) De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de gezamenlijke website van de geschillencommissies in het bijzonder onderwijs (www.gcbo.nl). 8.1.2 Zijn er nog meer mogelijkheden om uw klacht te bespreken? Er zijn nog een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad of oudervereniging De medezeggenschapsraad, of oudervereniging bespreekt geen
63
klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken.
De externe vertrouwenspersoon INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (06-52501975). Hij heeft een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke situaties. De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Postbus 7447, 4800 GK Breda, of: 076-5244477, of www.onderwijsinspectie.nl. De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf. 8.1.3 Zijn er bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld? Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik, of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOS-medewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie: 06-52501975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (0900-1113111). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie.
64
8.1.4 Als kinderen ergens mee zitten … Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis, of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersoon (op onze school is dat Juf Corinda). Zij wijzen eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp. 8.2 De schoolvertrouwenspersoon In deze klachtenregeling speelt de schoolvertrouwenspersoon een belangrijke rol in het opvangen van klachten. Het doel is ervoor te zorgen dat de betrokkene zijn/haar klacht op de juiste plaats bespreekbaar maakt, zodat een goede oplossing voor de klacht gezocht kan worden. De schoolvertrouwenspersoon zorgt ervoor dat: • alle geledingen binnen de school voldoende worden geïnformeerd over aanspreekpunten, procedures en bereikbaarheid rondom klachten; • ouders/leerlingen of personeelsleden met klachten opgevangen worden en advies krijgen over hoe om te gaan met de klacht. Daarbij zal de geldende klachtenregeling als uitgangspunt worden gehanteerd; • ouders/verzorgers worden geïnformeerd, indien de klager een leerling is. Daarbij verdient het de voorkeur dat de leerling instemt met het informeren van de ouders/verzorgers. Naarmate de leerling in leeftijd ouder is, weegt deze instemming zwaarder; • een bijdrage wordt geleverd aan de verbetering van het schoolklimaat door hierover gevraagd en ongevraagd adviezen te verstrekken aan de schooldirectie; • hij/zij deelneemt aan het INOS-netwerk van schoolvertrouwenspersonen.
• • • •
Randvoorwaarden:
65
De schoolvertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van wat hem in verband met de werkzaamheden als schoolvertrouwenspersoon ter kennis komt. Deze plicht geldt niet ten overstaan van het bevoegd gezag, de klager (of diens ouders), de externe vertrouwenspersoon, de klachtencommissie, gerechtelijke autoriteiten en artsen. De geheimhouding vervalt niet na het beëindigen van de taak als schoolvertrouwenspersoon. De schoolvertrouwenspersoon is voor de wijze van uitvoering van deze taak, daaronder niet begrepen het verstrekken van informatie over de inhoud van dossiers, uitsluitend verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag. De schoolvertrouwenspersoon kan uit hoofde van de uitoefening van deze taak niet uit zijn functie worden ontslagen, disciplinair gestraft of op andere wijze benadeeld worden. De directie van de school zorgt voor laagdrempelige bereikbaarheid en stelt de schoolvertrouwenspersoon in staat om binnen het taakbeleid van de school deze taken naar behoren te kunnen vervullen.
8.3 De coördinator van het netwerk van schoolvertrouwenspersonen: Vanuit het directeurenberaad van INOS krijgt een directeur de taak het INOS-netwerk van schoolvertrouwenspersonen aan te sturen. Tot deze taak behoren de volgende elementen: • Onderhouden van het INOS-netwerk van schoolvertrouwenspersonen. • Organiseren van scholing en intervisie voor de INOS schoolvertrouwenspersonen. • Gevraagd en ongevraagd adviseren aan directeurenberaad en CvB met betrekking tot deze klachtenregeling.
65
• Gevraagd en ongevraagd adviseren aan directeurenberaad en CvB met betrekking tot de verbetering van het INOS-klimaat. Jaarlijks rapporteren aan CvB en Directeurenberaad. 8.4 Leerplicht, verzuim en verlof Ieder kind heeft evenveel recht op onderwijs. De leerplichtwet verzekert het recht op onderwijs voor alle kinderen. De leerplicht van uw kind begint als uw kind vijf jaar wordt. De leerplicht is geregeld in de leerplichtwet. De gemeente moet erop toezien dat deze wet wordt uitgevoerd. Daarvoor zijn speciale leerplichtambtenaren aangesteld. De school heeft de plicht uw kind onderwijs te geven. U bent verplicht ervoor te zorgen dat uw kind naar school gaat. We vragen u dan ook om afspraken bij artsen en dergelijke zoveel mogelijk buiten schooltijd te plannen. Indien uw kind ziek is of om andere dringende redenen niet naar school kan moet u dit ’s ochtends tussen 8.15 u en 8.30 u melden bij de school. Wij registreren dagelijks of uw kind aanwezig is of niet. Ongeoorloofd verzuim of vermoedelijk ongeoorloofd verzuim moet door ons direct worden doorgegeven aan de leerplichtambtenaar. Deze zal vervolgens actie ondernemen.
8.4.1 Leerplicht en verlof buiten de schoolvakanties Sinds de herziening van de Leerplichtwet per 1 augustus 1994, is er het één en ander veranderd voor iedereen die met leerplicht te maken heeft. Zo zijn ook de regels voor verlof buiten de schoolvakanties aangepast. Extra verlof om bijvoorbeeld buiten het drukke seizoen op vakantie te gaan of om langer bij familie in het buitenland te kunnen blijven, is niet meer mogelijk. Hier vindt u alle informatie over extra verlof, hoe en bij wie u een aanvraag kunt indienen en wat u moet doen als u het met een genomen beslissing niet eens bent.
66
8.4.2 Vakantieverlof Alleen wanneer het vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan één maal per schooljaar door één van de directeuren vrij worden gegeven voor extra vakantie. Indien van toepassing moet u bij uw aanvraag een werkgeversverklaring voegen waaruit dit blijkt. Verder is het belangrijk om te weten dat • De aanvraag minimaal vier weken van te voren bij één van de teamcoördinatoren moet worden ingediend. Bij juf Jolanda voor de onderbouw en bij juf Mireille voor de bovenbouw. • De verlofperiode ten hoogste tien schooldagen mag duren. • De verlofperiode niet in de eerste twee weken van het schooljaar mag vallen. Vergeet niet om rekening te houden met de vakantiespreiding, waardoor de vakanties elk jaar op een ander tijdstip kunnen vallen. Het jaarlijkse vakantierooster kunt u krijgen op school. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling tijdens de vakantie ziek wordt en daardoor pas later op school kan terugkomen. U moet dit dan zo spoedig mogelijk melden aan één van de teamcoördinatoren en na terugkeer een doktersverklaring uit het bezochte land overleggen waaruit de periode en de aard van de ziekte blijken.
8.4.3 Verlof in geval van gewichtige omstandigheden • een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan plaatsvinden • verhuizing (ten hoogste één dag) • bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten in de
• • • •
tweede t/m derde graad (één of ten hoogste twee dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende): als u verlof aanvraagt voor een huwelijk moet u de uitnodiging of ander bewijs laten zien ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten t/m de derde graad (duur in overleg met de schoolleiding) overlijden van bloed-of aanverwanten in de eerste graad (ten hoogste vier dagen), van bloed- of aanverwanten in de tweede graad (ten hoogste twee dagen), van bloed- of aanverwanten in de derde of vierde graad (ten hoogste één dag) het 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5, 25-, 40-, 50-, en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (één dag) voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof
8.4.4 Geen redenen voor verlof • familiebezoek in het buitenland • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding • het ontbreken van andere boekingsmogelijkheden • een uitnodiging van vrienden of familie om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan • eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte • deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband • als kinderen uit uw gezin op een andere school zitten en al vrij hebben. Een aanvraag voor verlof in geval van gewichtige omstandigheden moet bij voorkeur een maand van te voren, of, als dit niet mogelijk is, uiterlijk twee dagen na ontstaan van de verhindering, bij één van de teamcoördinatoren worden ingeleverd.
67
8.4.5 Het aanvragen van verlof buiten de schoolvakanties Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de teamcoördinatoren. Op het formulier vindt u alle benodigde informatie. Tevens is er ruimte voor een eventuele werkgeversverklaring. De volledig ingevulde aanvraag kunt u inleveren bij de teamcoördinatoren. Over een verlofaanvraag voor tien schooldagen of minder beslist de schoolleiding. Als de aanvraag gewichtige omstandigheden (omstandigheden gelegen buiten de wil van leerling en ouders) van meer dan tien schooldagen betreft, wordt hij doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente. In de meeste gevallen zal deze zich door de schoolleiding laten adviseren alvorens een beslissing te nemen. Over het algemeen zal er sprake zijn van een medische of sociale indicatie en geldt dat een verklaring van een arts of sociale instantie noodzakelijk is waaruit blijkt dat verlof nodig is. 8.4.6 Bezwaar en beroep Als u het met een genomen beslissing niet eens bent, kunt u een bezwaarschrift indienen bij de schoolleiding (in geval van een verlofaanvraag voor tien schooldagen of minder) of bij de leerplichtambtenaar van uw woongemeente (in geval van een verlofaanvraag voor meer dan tien schooldagen). Deze neemt uw verzoek dan opnieuw in overweging en stelt u op de hoogte van de al dan niet herziene beslissing. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste het volgende bevatten: • naam en adres van de belanghebbende
67
• de dagtekening • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht • de gronden van het bezwaar • een volmacht, als het bezwaar niet door de belanghebbende maar, namens hem, door een ander wordt ingediend. Tegen de beslissing volgend op een bezwaarschrift kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank: Sector Bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda.
8.4.7 Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder dat daar toestemming voor is verleend door de schoolleiding of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De schoolleiding is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden, die proces-verbaal kan opmaken. Met vragen of opmerkingen kunt u terecht bij de schoolleiding of de leerplichtambtenaar van uw woongemeente. 8.4.8 Externe hulpverlening onder schooltijd (waaronder Remedial Teaching) In toenemende mate worden scholen geconfronteerd met verzoeken van ouder(s)/verzorger(s) om extra zorg (waaronder remedial teaching) voor hun kinderen te organiseren waarbij zij op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen. De school gaat bij het beslissen op een dergelijk verzoek uit van het wettelijke gegeven dat onderwijstijd besteedt moet worden aan onderwijs (en niet aan andere zaken). Daarom staat de school in beginsel afwijzend tegenover
68
verzoeken tot het (laten) verrichten van hulp (waaronder Remedial Teaching) door externe hulpverleners onder schooltijd (binnen of buiten het schoolgebouw). Zorg en begeleiding die op initiatief van ouders wordt aangevraagd en bekostigd, dient buiten schooltijd te worden verzorgd. Het is immers geen onderdeel van het onderwijsprogramma voor deze leerling. Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Dit ter beoordeling aan de directeur van de school. Voor noodzakelijke uitzonderingen kan de directeur verlof verlenen met een maximum van 10 dagen per schooljaar met een maximum van 50 lesuren in totaal. Hiervoor dient een verlofaanvraag te worden ingediend waarbij verwezen wordt naar de medische indicatie. In de praktijk komt dit er op neer dat een gedeelte van de behandeling onder schooltijd plaats zou kunnen vinden, Als de behandeling de maximumuren overschrijdt moet hiervoor toestemming worden gevraagd aan de leerplichtambtenaar. In het belang van het onderwijsproces van de leerling moeten de behandelingstijden zodanig zijn, dat de leerling geen instructietijd mist. De school kan geen verantwoordelijkheid nemen voor de externe hulp. 8.5 Sponsoring Het convenant ‘Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring’ geldt voor de periode 2015-2018. INOS voelt zich aan deze overeenkomst gebonden. Voor het convenant en toelichting zie: www.rijksoverheid.nl (zoek op ‘sponsoring in het primair onderwijs’). Relevante achtergrondinformatie: • Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die door
de sponsor worden verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor door de sponsor een tegenprestatie wordt verlangd. • Als er geen tegenprestatie is, is er sprake van een schenking. • De gehele medezeggenschapsraad heeft een instemmingsbevoegdheid over het aanvaarden van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, indien daarbij verplichtingen worden aangegaan waarmee leerlingen worden geconfronteerd. • Voor een beslissing over sponsoring dient binnen de schoolorganisatie en bij betrokken personen buiten de school draagvlak te zijn. Het moet altijd en voor iedereen duidelijk zijn dat er sprake is van sponsoring. • Sponsoring in het onderwijs moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Sponsoring mag dus niet de onderwijsinhoud beïnvloeden. • De vermelding van beeldmerken en (korte) reclameteksten op door de school gebruikte materialen, zijn geen sponsoring. Dit betreft bijvoorbeeld het logo van het computermerk op de PC’s in de klas, of de reclameslogan van de schoolboekenproducent in het lesboek. • Een klacht over de wijze waarop de school omgaat met reclame of sponsoring, kan volgens de klachtenregeling van INOS worden behandeld. Zie hiervoor elders in deze schoolgids. 8.6 Veiligheidsbeleid Veiligheidsbeleid op de scholen van INOS In scholen zijn veel mensen actief. Daarom dient de aandacht voor veiligheid hoog op de agenda te staan. Er is sprake van een aantal wettelijke kaders die scholen (en schoolbesturen) voorschrijven veiligheidsbeleid te voeren. Denk hierbij aan de Wet op het Primair
69
Onderwijs, de Arbowet en de wet Sociale Veiligheid. Deze wetgeving stelt kaders aan zowel de fysieke veiligheid in een gebouw, als aan de sociale veiligheid van kinderen en volwassenen die met elkaar leren en werken.
Veiligheidsplan Scholen moeten een veiligheidsplan hebben. Hieronder kan ook een pestprotocol vallen. In een veiligheidsplan staat bijvoorbeeld dat wapenbezit op school verboden is en hoe men dit controleert. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat, en hoe zij pesten probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. De nieuwe wet Sociale Veiligheid (juni 2015) Scholen zijn wettelijk verplicht om te zorgen voor een sociaal veilige omgeving. Een onderdeel van de wet is de aanstelling van een coördinator, die zich bezig houdt met het bijbehorende beleid en het eerste aanspreekpunt wordt. De directeur bespreekt dit met het team. In veel gevallen zal de Vertrouwenspersoon en/of de Interne Begeleider deze rol op zich kunnen nemen. Reeds in een eerder stadium heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW), samen met de Kinderombudsman, een plan van aanpak tegen pesten opgesteld. Hierin staat het volgende: Alle scholen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs worden opgeroepen om samen met de ouders blijvende aandacht te hebben voor het bestrijden van (cyber)pesten. Vinden gepeste kinderen en hun ouders op school geen gehoor? Dan kunnen zij in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman.
69
Met behulp van de “checklist voor een veilige school” van het landelijke kwaliteitsteam veiligheid is het INOS-brede veiligheidsbeleid geformuleerd. Daardoor is er sprake van een heldere taakverdeling tussen wat de individuele scholen doen op het gebied van veiligheid en wat op bestuursniveau voor de gezamenlijke scholen van INOS wordt gedaan. Enkele relevante elementen uit het INOS-brede veiligheidsbeleid: • Voldoende, geschoolde bedrijfshulpverleners op scholen; • Een medezeggenschapsraad op elke school; • Minimaal één schoolvertrouwenspersoon op elke school; • Een klachtenregeling; • Een door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning voor elk schoolgebouw; • Een actief netwerk met maatschappelijke zorginstellingen rondom de school; • Alle INOS-scholen zijn aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In dit systeem kan melding worden gedaan van zorgen om de leef- en leersituatie van een kind. In het geval dat meerdere hulpverleningsinstanties actief zijn in één gezin, wordt door dit signaleringssysteem een regievoerder van de gezamenlijke hulpverlening aangewezen. Voor meer informatie zie: www.zorgvoorjeugd.nu • Een gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen; • Een meldcode voor signalering van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling; • Alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag; • Het gebruik van een methode voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling op alle scholen; • Een gestructureerd plan voor onderhoud van schoolgebouwen op
70
het gebied van veiligheid; • Het stimuleren van het verkeersveiligheidslabel voor scholen. De scholen vullen deze INOS-brede activiteiten aan op een manier die past bij de eigen specifieke situatie. Daarbij is de Medezeggenschapsraad de gesprekspartner van de directie van de school. Scholen kunnen hierbij indien gewenst een beroep doen op de ondersteuning van het landelijke kwaliteitsteam veiligheid. Op onze school is op de volgende manier invulling gegeven aan dit veiligheidsbeleid: De volgende aspecten zijn al in deze schoolgids benoemd; de medezeggenschapsraad, de schoolvertrouwenspersoon, de klachtenregeling en de methode voor de sociale emotionele ontwikkeling. Aanvullend kunnen we aangeven dat we: • Om de twee jaar de Risico inventarisatie en Evaluatie (RI&E) invullen en een plan van aanpak maken. Dit plan van aanpak wordt besproken in het team en in de MR. • Om de twee jaar een vragenlijst sociale veiligheid afnemen bij de werknemers en de leerlingen. Deze worden besproken in het team en in de MR. • We jaarlijks een incidentenlijst opstellen en de directie monitort het aantal incidenten. • We beschikken over een gebruiksvergunning die door de brandweer is afgegeven. • De conciërge zorg draagt voor alle controles die horen bij de veiligheid van het schoolgebouw. Denk hierbij aan brandalarm, controles op brandblusmiddelen, voorraad ehbo- spullen, noodverlichting etc.
• • •
We beschikken over voldoende geschoolde BHV-ers op school, de conciërge is de hoofd bhv-er. Alle BHV-ers worden jaarlijks bijgeschoold. Jaarlijks houden we twee ontruimingsoefeningen. De school oriënteert zich op het verkeersveiligheidslabel.
8.7 Toelating, verwijdering en schorsing Sinds 1 augustus 2014 zijn er nieuwe regels over toelating, schorsing en verwijdering. Volgens de wet Passend Onderwijs geldt nu het volgende:
Toelating Nieuw is dat het bestuur de zorgplicht heeft om voor aangemelde leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijk onderwijsaanbod te doen. Een school die het aanmeldformulier als eerste school ontvangt, moet een zo passend mogelijk aanbod doen. Er moet een plek gevonden worden op een school waar de leerling ook daadwerkelijk geplaatst kan worden. Indien een school een leerling die extra ondersteuning nodig heeft weigert, is zij verplicht ervoor te zorgen dat deze leerling op een andere school terecht kan.
bestuur de onderwijsinspectie hiervan schriftelijk en met opgave van redenen op de hoogte.
Verwijdering Definitieve verwijdering van een leerling kan alleen wanneer het bestuur ervoor heeft gezorgd dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. De inspanningsverplichting om 8 weken naar een andere school te zoeken voordat besloten wordt te verwijderen, is komen te vervallen. Nieuw is ook hier de resultaatsverplichting om een andere school te vinden, voordat een leerling verwijderd kan worden. Geschillencommissie passend onderwijs Aan deze commissie kunnen ouders geschillen voorleggen over de weigering tot toelating van een kind dat extra ondersteuning nodig heeft, de vaststelling of wijziging van het ontwikkelingsperspectief en de verwijdering van elke leerling.
Schorsing Schorsing was tot 1 augustus 2014 niet wettelijk geregeld. Sinds 1 augustus gelden dezelfde regels als in het voortgezet onderwijs. Het bestuur kan, met opgave van redenen, een leerling voor een periode van ten hoogste één week kan schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. Indien sprake is van een schorsing voor een periode van langer dan één dag, brengt het
71
72
Tot ziens
73
73
Vormgeving: Vormvreters.nl
74 GRAFISCHE VORMGEVING
Kbs de Liniedoorn
Kbs De Liniedoorn
Baliëndijk 78 I 4816 GG Breda 076 - 587 2838 I
[email protected]