SCHOOLGIDS. kbs De Zonnewijzer SCHOOLJAAR De Zonnewijzer Samen Jezelf Worden

SCHOOLGIDS kbs De Zonnewijzer

SCHOOLJAAR 2014 – 2015

1

De Zonnewijzer…… Samen Jezelf Worden

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 : Hoofdstuk 2:

Woord vooraf Zakelijke gegevens Schoolgegevens Bestuur Team

Hoofdstuk 3:

Waar de school voor staat Visie

Hoofdstuk 4 :

Organisatie Visie burgerschap en sociale integratie Identiteit Lokale organisatie School organisatie Buitenschoolse en naschoolse activiteiten

Hoofdstuk 5:

Resultaten van ons onderwijs Resultaten Uitstroomprofiel

Hoofdstuk 6:

Zorg voor onze leerlingen Organisatie leerlingenzorg Passend onderwijs Externe expertise Orthotheek Meer begaafdheid

Hoofdstuk 7:

Contact tussen ouders en school Activiteiten thuis Activiteiten op school

Hoofdstuk 8:

ABC

2


Hoofdstuk 1: Woord vooraf

Voor Kinderen: Start je voor het eerst “op de grote school”? Of zoek je met je ouders een (andere) school? Dat is allemaal best spannend. Wij willen jou graag helpen om de school te leren kennen en om nieuwe vrienden te maken. Het is de bedoeling dat jij je snel thuis voelt op onze school. In deze gids vertellen wij een heleboel over de school. Misschien is het soms wat te moeilijk of wil je dingen weten of vragen die er niet in staan. Kom dan gerust een keertje langs om het te vragen. Juf Yvonne Voor ouders/verzorgers: U heeft de schoolgids van de Zonnewijzer in handen. In deze gids willen wij laten zien waar De Zonnewijzer voor staat. Op welke manier kinderen leren en de wijze waarop wij werken. De schoolgids geeft u een duidelijk overzicht van de school en kan als handig naslagwerk worden gehanteerd. Is deze schoolgids een eerste kennismaking met De Zonnewijzer, dan helpt het u misschien een verantwoorde keuze te maken voor een goede basisschool voor uw kind(eren). De basisschooltijd is een belangrijke tijd in het leven van uw kind. De keus voor de basisschool van uw kind(eren) is dus erg belangrijk. Scholen kunnen verschillen in onderwijsconcept, achtergrond, sfeer, kwaliteit en ook in resultaten. Een schoolkeuze is dus een zorgvuldige keuze en daarbij willen we u behulpzaam zijn. Wij wensen u veel leesplezier en wij hopen dat uw kind(eren) een fijne en leerzame tijd bij ons op school mag/mogen hebben. Met vriendelijke groet namens het team, Yvonne Geelhoed Directeur KBS De Zonnewijzer

3


Hoofdstuk 2: Zakelijke gegevens Basisschool de Zonnewijzer De Barrage 14 8252 GW Dronten Tel: 0321-337032 Directeur: Yvonne Geelhoed Telefoonnummer directeur: 06-41482503 e-mail: [email protected] website: www.kbszonnewijzer.nl Twitter: www.twitter.com/kbszonnewijzer of #kbszonnewijzer

Het bestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland-Veluwe. (SKO) Bezoekadres: Meentweg 14, 8224 BP Lelystad. Tel: 0320-225040 Postadres: Postbus 608, 8200AP Lelystad

Het team

4


De directeur

Yvonne Geelhoed (maandag, dinsdag, donderdag, vrijdagmorgen) De directeur vormt samen met de bouwcoördinatoren het managementteam. De directeur neemt deel aan netwerkbijeenkomsten (o.a. Weer Samen Naar School) en bijeenkomsten vanuit het bestuur. Verder volgt zij de ontwikkelingen die belangrijk zijn op beleidsgebied. Plaatsvervangend directeur:

Egon Stroop (maandag, woensdag, donderdag, vrijdag) Bij afwezigheid van de directeur neemt plaatsvervangend directeur Egon Stroop de taken waar. Hij is op dat moment het eerste aanspreekpunt voor de zaken op school. Intern begeleider :

Jan Wittekoek ( maandag, woensdag, donderdag, vrijdag) De intern begeleider is verantwoordelijk voor de vormgegeven zorg binnen de school. Dat betekent dat hij de begeleiding van leerlingen coördineert en waar nodig leerkracht ondersteunt en adviseert. Dit doet hij door regelmatig te observeren in de groep en door de leerlingen door te spreken met de leerkrachten tijdens de groepsbespreking. Hij participeert in een netwerk van het samenwerkingsverband PO2403 (Dronten - Lelystad) met alle scholen van de gemeente Dronten en diverse externe instanties die allen een deel van de ‘jeugdhulp’ voor hun rekening nemen.

5


Onderwijs Ondersteunend Personeel:

Ingrid Bergervoet ( woensdag, donderdag, vrijdagochtend) Onze administratief medewerker ondersteunt de directeur bij administratieve taken. Tevens ondersteunt zij de schoolorganisatie door diverse (huishoudelijke) taken uit te voeren. De groepsleerkrachten: De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs in de klas, vervullen allerlei organisatorische taken binnen de groep en denken mee over beleidsmatige zaken binnen de school. Er zijn fulltime en parttime leerkrachten. Bij duobanen is er veelvuldig overleg en worden er afspraken gemaakt over de werkverdeling. Op de Zonnewijzer zijn de volgende leerkrachten op de aangegeven dagen werkzaam: Groep 1/2:

Juf Annelies de Koning (maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdagmorgen) Groep 3/4:

Juf Marian Holtslag (maandag,dinsdag) en kindercoaching

Groep 3/4:

Juf Marieke Vos (woensdag, donderdag, vrijdagmorgen)

6


Groep 5/6:

Groep 5/6:

Meester Egon Stroop (maandag, woensdag, donderdag, vrijdag)

Meester Jan (dinsdag)

Groep 7:

Juf Joyce van Dijk (maandag, dinsdag, woensdag )

Groep 8:

Juf Esther. Zij volgt een master studie en zal deze uitvoeren in groep 7 op donderdag en vrijdag.

Groep 8:

Meester Alfred (maandag, dinsdag, woensdag)

Juf Marieke Neijenhuis ( donderdag, vrijdag)

7


Bouwcoördinatoren:

Juf Annelies coördinator onderbouw

Juf Joyce Coördinator bovenbouw

De bouwcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de onder- en bovenbouw als het gaat om de organisatie in algemene zin. Ze zijn medeverantwoordelijk voor de uitvoering van het onderwijsbeleid binnen de bouw. De bouwcoördinatoren bereiden de bouwvergaderingen voor en zijn verantwoordelijk voor de inhoud van deze overlegmomenten. Daarnaast zijn zij lid van het Management Team Overleg. ICT: Jan Wittekoek. I-coach Hij coördineert en ondersteunt het ICT-onderwijs op school. De medezeggenschapsraad (MR): Voorzitter: Raimond Kamps (ouder) Lid: Anton Cornelissen (ouder) Secretaris: Jan Wittekoek (team) Lid: Marieke Neijenhuis (team) De oudervereniging (OV): Voorzitter: Elske Harsevoord Secretaris: Jennifer Groot Penningmeester: Mirjam Kamps Lid: Daniëlle Grevelt Lid: Chantal Karssen Lid: François van Rooijen Lid: Yolanda Huurneman Lid: Mirjam Houweling Lid: Lianne Godee Lid: Jolien Grovestein

8


Hoofdstuk 3: Waar de school voor staat…. Op KBS de Zonnewijzer staat het kind centraal. Elk kind is uniek en mag er zijn. Wij bieden kinderen de mogelijkheid zichzelf te zijn en te leren. Alleen maar juist ook samen.

De Zonnewijzer……………Samen Jezelf Worden! Identiteit Als team van de Zonnewijzer bieden we de kinderen een veilige plek vanuit een Katholieke Kanjerovertuiging. Wij zijn een katholieke school waar het kind eigen grenzen kan verleggen en zich in rust en vrijheid kan ontplooien. Hierbij hanteren wij omgangsvormen en stellen we ons waarden en normen. Samen vieren we en samen leven we. Wij zijn een Kanjerschool waarbij wij de regels van de Kanjertraining consequent hanteren in samenspraak met ouders en externe partners waaronder de TSO.

Zelfstandigheid/veiligheid Kinderen leren door hun zelfstandigheid te vergroten. Dit leren ze op de Zonnewijzer door: Voordoen Samen doen Zelfstandig zijn. Zo leren ze hun kennis en vaardigheden te gebruiken om zichzelf te kunnen redden. Ze durven zichzelf afhankelijk op te stellen en hulp te vragen aan anderen. In onze heterogene groepen komt deze zelfstandigheid optimaal tot ontplooiing met gebruik van verschillende middelen en werkvormen waaronder instructietafel, blokjes en methoden. Wij stemmen ons onderwijs af op de verschillen die er tussen kinderen zijn. HGW (Handelings Gericht Werken) maakt deze verschillen mogelijk.

Kwaliteit Wij hebben oog voor het totale ontwikkelingsproces van het kind. Het ontwikkelen van kennis en vaardigheden maar ook de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Leerkrachten van de Zonnewijzer maken gebruik van het Activerende Directe Instructie-model (ADI-model) en werken vanuit het Handelings Gericht Werken(HGW). Ze geven zichzelf de opdracht de ontwikkeling van de aanwezige talenten van de kinderen optimaal te stimuleren. Hiertoe zijn wij als team een lerende organisatie en als individuen lerende personen. Een extra accent ligt op het gebruik van de moderne ICT- technieken. Wij ontwikkelen ons als school door mee te gaan met de huidige ICT technologie.

9


Creativiteit Wij ontwikkelen en stimuleren de kunst in kinderen en hechten veel waarde aan de culturele, creatieve en muzische vorming van kinderen. Techniek met al zijn facetten draagt hiertoe ook bij. Jezelf worden door (evt. samen) jezelf te laten zien aan anderen. Om bovenstaande te kunnen bereiken is een optimale samenwerking tussen leerkrachten en ouders onontbeerlijk. Vanuit het perspectief ouders als partner van de school geven wij inhoud. Te denken valt aan o.a. oudercontacten, activiteiten in werkgroepen, ondersteunende activiteiten, oudervereniging en medezeggenschapsraad Vanuit het schoolplan 2011-2015 zijn we aan de slag met de schoolontwikkeling. Voor het komend schooljaar, 2014-2015 , gaan we deze ontwikkeling verder vormgeven middels:

De parasol Kwaliteitszorg

Leerstofaanbod

Zorgstructuur

1. -Missie en visie is geïntegreerd in handelen 2. -Met het team de visie doornemen voor het nieuwe schoolplan -leerkrachten borgen nieuwe onderwijskundige processen, rekentuin en taalzee. 3 - IPB optimaliseren, gesprekkencyclus wordt verder ingericht -optimale persoonlijke ontwikkeling -Inzetten op coaching door IB

5/6. Actieteam 21e vaardigheden en ICT Implementeren portfolio en visie ontwikkelen 21e eeuwsw vaardigeheden waar ICT ook onder valt.

2 -alle leerkrachten nemen constructief deel in actieteam. -doelen worden opgenomen in GP en gericht op vaardigheidsgroei voor zowel groep als individueel.

5. -Differentiatie binnen de groepen wordt verder vormgegeven.

3 Inzetten op coaching IB en inhoudelijke werkvergaderingen plannen.

4. -Professionele schoolcultuur geoptimaliseerd, collegiale consultatie. -Team en zorgvergaderingen worden zodanig ingericht dat team met en van elkaar gaat leren.

6. Actieteam HGW, meervoudige intelligentie

6 -Teamleden worden gecoacht en krijgen begeleiding van IB dit goed vorm te geven. -ouders zijn geinformeerd over de protocollen, afspraken en regels. Deze zijn ter inzage op school -aanpassingen volgens adviezen van School aan Zet worden verwerkt en uitgewerkt. -nieuwe methode Engels wordt geevalueerd.

5. -Profilering: -ondernemen

6 -ICT is essentieel onderdeel van onderwijs.

7. er worden per vakgebied sreefdoelen gesteld. -leerkrachten kunnen eigen streefdoelen benoemen. -Leerkrachten presenteren hun eigen resultaten aan elkaar -Doelen worden opgenomen in GP en gericht op vaardigheidsgroei voor zowel groep als individueel.

6. -I coach aanwezig op school -verbeteringstraject van School aan Zet

10


Leerlingen Op de Zonnewijzer zitten 100 leerlingen (teldatum 1-10-2013). Helaas veroorzaakt de vergrijzing in de wijk een terugloop van het aantal aanmeldingen voor de school. Eén van de speerpunten op school is de groei van het aantal leerlingen. Een schoolprofiel en een communicatieagenda geven vorm en inhoud aan de positie van de Zonnewijzer. In de praktijk betekent dit, dat het totale aantal leerlingen is afgenomen. Dit heeft gevolgen voor de samenstelling per groep en voor het aantal leerkrachten. In het schooljaar 2014-2015 zien wij een lichte groei bij de aanmeldingen van nieuwe kleuters. Trend leerlingaantallen:

2010-2011: 2011-2012: 2012-2013 2013-2014 2014-2015

1 oktobertelling: 141 128 119 100 93

De afname van het leerlingenaantal wordt veroorzaakt door:  stagnerend aanbod uit de wijk ( recessie).

11


Hoofdstuk 4 Organisatie Organisatie stichting: De Zonnewijzer valt onder SKO Flevoland Veluwe. Scholengroep Katholiek Onderwijs (SKO) Flevoland en Veluwe vormt het bevoegd gezag over 27 katholieke basisscholen in het primair onderwijs. Scholengroep SKO wordt bestuurd door een College van Bestuur (CvB). De omvang van het CvB is bepaald op twee leden: voorzitter van het CvB en lid van het CvB. Het CvB en de directies van de scholen kunnen beschikken over de expertise van een stafdienst. Het CvB houdt zich op hoofdlijnen bezig met het ontwikkelen, vaststellen en evalueren van het strategisch en operationeel beleid en met het beleid voor de normen en waarden en de levensbeschouwelijke identiteit van de stichting. Het CvB heeft tevens tot taak om nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen, projecten en activiteiten te initiëren en aan te sturen om hiermee de directeuren te ondersteunen bij het realiseren van pluriform en kwalitatief hoogstaand onderwijsaanbod. Het CvB legt vervolgens aan de Raad van Toezicht (RvT), het personeel, de ouders, de inspectie en de samenleving verantwoording af over de mate waarin de vastgestelde doelstellingen zijn gehaald en over de besteding van de middelen. In dit alles is het de taak van het CvB om de RvT en overige belanghebbenden goed en volledig te informeren. GMR 2.0 is de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. De GMR telt 12 leden met uit elk van de drie regio's binnen het werkgebied van de stichting (Almere, Lelystad/Dronten en de Veluwe) 4 gekozen leden waarvan 2 uit de oudergeleding en 2 uit de personeelsgeleding. Elk lid is verantwoordelijk voor een portefeuille en is daarnaast contactpersoon voor maximaal drie scholen. M.n. de communicatie met de achterban, de MR’s van de scholen, heeft alle aandacht. Waar in de medezeggenschapsraad op schoolniveau schoolse zaken worden besproken, in de GMR komen bovenschoolse zaken aan de orde.

Visie op burgerschap en sociale integratie: Bij de Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe draait alles om de leerlingen, om de kwaliteit van hun leven op school en om de vorming van een hecht fundament voor hun latere sociale en maatschappelijke leven. Elke school binnen onze stichting:  werkt aan de brede vorming van kinderen, groeiend in handelingsgericht werken;  zorgt voor een schoolklimaat waar opvoeding en onderwijs samengaan;  stelt respect en vertrouwen in elkaar centraal en werkt aan het vergroten van de veiligheid. Vanuit deze visie mogen onze kinderen in een veilige omgeving verschillend zijn, kritisch zijn en leren op een plezierige en verdraagzame manier met elkaar om te gaan en voor elkaar iets te betekenen. Waarden en normen worden in de school voorgeleefd en geoefend. De school als gemeenschap is ‘oefenplaats’. Het gaat om ervaringen in de school, waarbij leerlingen kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen opdoen die hen in staat stellen om deel uit te maken van de gemeenschap, en om het vermogen en de wil om actief mede vorm te geven aan die gemeenschap. Vanuit deze basis maken de kinderen kennis met andere gemeenschappen (wijk-dorp-kerk) en leren ook daarin te participeren. Gedurende hun schooltijd wordt de (leef)wereld van de kinderen steeds groter.

12


In feite is “burgerschap en sociale integratie” geen nieuwe taak. Onze scholen geven daar al lange tijd en op allerlei manieren vorm aan. Het vormt een integraal deel van onze pedagogische opdracht, van de sociale- en levensbeschouwelijke vorming. Doelen: Onderwijs draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en het rust kinderen toe voor deelname/meedoen in de samenleving. De volgende (kern)doelen (zie bijlage: toezicht kader actief burgerschap en sociale integratie) hebben betrekking op burgerschap en sociale integratie:  de leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.  de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.  de leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.  de leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.  de leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. De volgende doelen, die voor alle leergebieden van belang zijn, hebben eveneens betrekking op burgerschap en sociale integratie:  reflectie op eigen handelen  uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens  respectvol luisteren en kritiseren van anderen  ontwikkelen van zelfvertrouwen  respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg voor en waardering van de leefomgeving. Het vakgebied ”burgerschap en sociale integratie” is geïntegreerd in onze methode Trefwoord en in de Kanjertraining.

Identiteit: SKOFV-scholen vervullen een educatieve taak, die zij mede vervullen vanuit een stelsel van spirituele en morele waarden die hun bedding en voedingsbodem vinden in de katholieke traditie. Geïnspireerd door het leven van Jezus en hen die in zijn voetsporen zijn getreden, geeft de SKOFV op eigentijdse wijze vorm aan de overdracht van die waarden en normen, die in de christelijke traditie al eeuwenlang richtinggevend zijn. SKOFV-scholen profileren zich hiertoe op vier gebieden, te weten: 1. Gemeenschapsvorming 2. Vieren 3. Leren 4. Dienen

13


De katholieke grondslag impliceert dat we aandacht hebben voor álle leerlingen op de SKOFV-scholen. We houden rekening met verschillen tussen leerlingen en accepteren dat die verschillen er zijn. De katholieke grondslag houdt verder in dat we aandacht hebben voor “de mens als geheel”. Dat vindt zijn weerslag in het leerproces. Vanuit het katholieke geloof leren we de kinderen zorg te hebben voor elkaar, voor hun omgeving en elkaar te respecteren. Deze waarden laten we terugkomen in onze omgang met elkaar. Bij dit alles gaan we er vanuit dat de school een gemeenschap is die niet alleen bestaat uit leerlingen en leerkrachten. Ook ondersteunend personeel, ouders, stagiaires en andere betrokkenen maken deel uit van de gemeenschap die wij “school” noemen. De katholiek grondslag van de SKOFV- scholen sluit niet uit dat de school ook bezocht wordt door kinderen die niet katholiek zijn. Wel dienen de ouders bij inschrijving aan te geven dat ze de katholiek uitgangspunten respecteren. Door het ondertekenen van het inschrijfformulier wordt dit vastgelegd. Daarbij gaat het om christelijke feesten en gebeurtenissen die gebaseerd zijn op het kerkelijk jaar en die soms worden georganiseerd in samenwerking met de plaatselijk parochie. Uiteraard worden de kerkelijke feestdagen van de andere godsdiensten ook gerespecteerd. Binnen het gebied “geestelijke stromingen” komen die godsdiensten expliciet aan de orde zonder daarover te oordelen. Er werken ook niet katholiek leerkrachten op de SKOFV-scholen. Zij onderschrijven de algemeen christelijke uitgangspunten.

Lokale organisatie: ESAR In de gemeente Dronten is sinds september 2009 ESAR actief. ESAR staat voor Elektronisch Systeem Alle Risicojeugd. Een hulpverlener of leerkracht die zich zorgen maakt kan op basis van een aantal vastgestelde criteria een registratie in ESAR doen. Hierbij worden geen inhoudelijke gegevens over het kind geregistreerd. Alleen de zorg van de hulpverlener wordt geuit. Wanneer meerdere hulpverleners hetzelfde kind registreren krijgen zij een match en ontvangen de betrokken hulpverleners elkaars contactgegevens. Zo kunnen zij tot een gezamenlijke aanpak komen. ESAR is tot stand gekomen in opdracht van het ministerie van Jeugd en Gezin. Voor meer informatie kunt u kijken op www.verwijsindex.nl CJG Het Centrum Jeugd en Gezin is er voor ALLE kinderen, jongeren, opvoeders en gezinnen in Dronten. Bewoners van de gemeente Dronten kunnen met al hun vragen over opvoeding en opgroeien terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin in Dronten. Het CJG geeft kosteloos advies over het opgroeien en opvoeden van kinderen in alle leeftijden. Als het nodig is helpt het CJG bij het zoeken naar mensen of instanties die jou en je kind(eren) verder kunnen helpen. Je kunt er met alle vragen over kinderen en opvoeding terecht, zoals:  zwangerschap en bevalling  tienerzwangerschappen  peuters, kleuters, pubers  veilig internet  onderwijs  scheiding  stiefouders  verslaving Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van het CJG: www.cjgdronten.nl

14


Schoolorganisatie: Activiteiten groep 1 en 2: Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit de kring. De schooldag begint in de kring en hierin keren de kinderen ook steeds weer terug. Daarnaast wordt er gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken, op de gang, in de speelzaal en op het schoolplein. Als een kind net naar school gaat ligt de nadruk op het wennen aan school. Er is veel aandacht voor gewoontevorming, regelmaat en structuur. In groep 1 en 2 werken we vanuit thema’s die dicht bij de belevingswereld van de kinderen staan, bijvoorbeeld de seizoenen en de feesten. Er is in de kleutergroepen extra veel aandacht voor de taal/leesontwikkeling omdat dit de basis is voor heel veel ander leren. Vanuit deze gedachte heeft het horizontaal lezen in de kleuterbouw ook gestalte gekregen. Voorlezen, vertellen, taalspelletjes, kringgesprekken komen vijf keer per week minstens een half uur aan bod. Daarnaast werken we via de leerlijnen uit de methode Kleuterplein aan de tussendoelen van de beginnende geletterdheid. Ook komen rekenen en wiskunde op vele momenten en met diverse werkvormen aan de orde. De rekenvoorwaarden, waaronder hoeveelheidbegrippen, tellen, cijferkennis, ordenen e.d. worden aangeboden. Op deze manier werken we via de leerlijnen uit de activiteitenmap Rekenen en Wiskunde (Idee) aan de tussendoelen van de ontluikende gecijferdheid.

De verschillende leer- en vormingsgebieden komen spelenderwijs aan de orde. Wie speelt in de poppenhoek is ook bezig met taalontwikkeling. Wie speelt met blokken is ook bezig met hoeveelheden en wie op een vel papier de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Er zijn drie soorten bewegingslessen: 1. Lessen waarin gewerkt wordt met klein of groot gymmateriaal. 2. Spellessen waarin tikspelen, zangspelen en/of bewegen op muziek aan de orde komen. 3. Vrij spelen op het schoolplein. De groepen 1 en 2 spelen in het speellokaal. Hiervoor hebben de kinderen in ieder geval gymschoenen (zonder veters graag) nodig, voorzien van hun naam. De kleuters gebruiken de gymschoenen zeer geregeld, dus deze blijven op school. Ook is er in de kleuterklas aandacht voor de fijn motorische activiteiten; spelen met klei, zand en water, kralen rijgen, diverse tekenen schildermaterialen etc. In groep 1 en 2 worden begrippen als hoog/laag, hard/zacht, snel/langzaam geoefend door middel van spelletjes, liedjes, spreekteksten en dans. Ook wordt er regelmatig gebruik gemaakt van muziekinstrumenten. Naast de methode ‘Moet je doen’ worden er veel liedjes gezongen. In groep 1 is er veel gelegenheid om te experimenteren met materialen. Verder is er veel aandacht voor het welbevinden en de betrokkenheid van het kind bij de activiteiten in de klas. Vooral het leren samenspelen is daarbij erg belangrijk.

15


Voor kleuters in groep 2 geldt dit natuurlijk nog steeds. Maar nu komt alles toch wat gerichter aan bod. Ze gaan specifieker bezig met geleide opdrachten, met name gericht op voorbereidend lezen, -rekenen en schrijven. Zelfstandigheid wordt steeds belangrijker. Door uitgestelde aandacht wordt de kinderen geleerd langer achter elkaar zelfstandig te werken. Zowel de kinderen van groep 1 als de kinderen van groep 2 krijgen in de ochtend een verplicht werkje aangeboden. Door deze structuur maken de kinderen met alle verschillende materialen, hoeken en mogelijkheden kennis. In de middag is er ruimte voor vrij spel; de kinderen kiezen dan een werkje. Kinderen die op een bepaalde manier moeite hebben met de basisstof krijgen af en toe op een speelse wijze extra hulp, bijvoorbeeld door met de leerkracht een praatplaat te bekijken, de telrij te oefenen o.i.d. Dit gebeurt soms individueel, maar meestal in een groepje en altijd in overleg met ouders. Groep 3 tot en met 8: Lezen en taal/spelling: In groep 3 wordt officieel een start gemaakt met het leren lezen. Op speelse wijze en rekening houdend met de korte spanningsboog van de kinderen, wordt een begin gemaakt met lezen. Er wordt gewerkt met de nieuwste versie van “Veilig Leren Lezen”. In deze methode wordt veel rekening gehouden met verschillen tussen kinderen. Om rekening te houden met de mogelijkheden van ieder kind wordt na een groepsgericht instructiemoment ruimte gegeven om op eigen niveau de stof te verwerken (differentiatie). Hierbij wordt een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de leerlingen. In groep 4 t/m 8 werken we met de methodes “Taal in beeld” en “Spelling in beeld”. Het taalonderwijs is veelomvattend: De woordenschat wordt uitgebreid, er is aandacht voor het verwoorden van ideeën, voor spelling en voor luisteren naar anderen. Behalve schriftelijk taalgebruik houden de kinderen vanaf groep 5 ook een spreekbeurt en een boekbespreking. Lezen is de basis van communiceren. In groep 3 t/m 8 wordt er elke dag begonnen met horizontaal lezen; in een half uur ontvangen alle kinderen een leesinstructie die zij vervolgens zelfstandig verwerken. Het kan zijn dat uw kind extra instructie ontvangt in de vorm van Connect lezen of Ralfi lezen. Het accent ligt naast instructie op het maken van leeskilometers met veel leesplezier. In alle groepen wordt uiteraard ook regelmatig voorgelezen. In groep 5 t/m 8 werken we voor begrijpend en studerend lezen met de methode: “Lezen in beeld”. Deze methode biedt maximale mogelijkheden voor zelfstandig leren. Met lezen in beeld kunnen kinderen zelfstandig leren met verschillende verhalende en niet verhalende teksten. Tevens wordt er veel aandacht besteed aan woordenschat. Vanaf groep 6 leren de kinderen omgaan met studievaardigheden, eigentijdse ICT middelen. Kennis veroudert immers snel. Het belang van informatieverwerking neemt alleen maar toe. Het zijn vaardigheden die ook in het voortgezet onderwijs onmisbaar zijn. Binnen al deze verschillende methoden wordt er naast methodegebonden toetsen, twee keer per jaar een Cito-toets afgenomen. Rekenen: Op dit moment school werkt met de nieuwste methode “Pluspunt”. Deze methode heeft een evenwichtige afwisseling van leerkracht gebonden lessen en lessen zelfstandig werken. De methode is bijzonder geschikt om te gebruiken in heterogene groepen. Binnen de methode wordt het rekenonderwijs regelmatig getoetst, daarnaast wordt in elke groep twee keer per jaar een Cito-toets afgenomen.

16


Schrijven: In de groepen 1 t/m 8 wordt gewerkt met de methode “Pennenstreken”. Deze methode sluit namelijk perfect aan bij de methode “Veilig Leren Lezen” voor groep 3. Catechese: Wij zijn een katholieke school. Dit uit zich in de omgangsvormen die wij hanteren en in de waarden en normen die wij ons stellen. Voor het catecheseonderwijs gebruiken wij de methode Trefwoord. Naast Bijbelverhalen luisteren we ook naar spiegelverhalen. Alle kinderen zijn op onze school welkom, ongeacht geloof, cultuur of herkomst, en samen nemen we deel aan en respecteren we de katholieke tradities. Samen vieren op school of in de groep staat hierin centraal. Naast de catecheselessen besteden we ook aandacht aan de kerkelijke feesten en de gezinsvieringen. Kindercoaching: Op onze school is een kindercoach aanwezig. Zij zal in overleg met leerkracht/ouders kinderen begeleiden daar waar nodig is. Onze kindercoach is Juf Marian Holtslag. Ze heeft een eigen website www.kindercoachmarian.com. Wereldoriëntatie: Op heel veel momenten wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kinderen kennis bij over het heden (natuuronderwijs) en verleden (geschiedenis) van de aarde (aardrijkskunde). Dat gebeurt in aparte vakken, maar daarnaast ook vaak door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, werkstukjes e.d. Vanaf groep 3 wordt dit schooljaar in alle groepen de methoden Naut (natuuronderwijs), Meander (aardrijkskunde) en Brandaan (geschiedenis) geïmplementeerd. Deze drie methoden hebben een eenduidige manier van aanbieden en sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen. De methode is ontwikkeld vanuit hun natuurlijke verwonderen en leergierigheid waar het gaat om onze wereld. Als jonge wereldburgers maken ze kennis en leren ze omgaan met verschillende culturen. Kunstzinnige vorming en techniek: Hieronder verstaan we tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, drama, dansen en muziek. We maken gebruik van de methode “Moet je doen”. De lessen worden veelal gegeven in de eigen groep. Echter twee keer per jaar worden de lessen groeps-doorbroken gegeven tijdens de zogenaamde “ Kunst in Kids” middagen. Binnen deze kunst in kids lessen is techniek een vast onderdeel. Techniek zit in veel verschillende vakken verweven zoals rekenen, bouwen, taal, wereldoriëntatie enz. Door in de lessen extra aandacht te besteden aan het zelf doen / zelf bezig zijn met techniek, worden de kinderen zich bewust van wat techniek is. Voorbeelden van techniek op school zijn bouwen met lego, drijven-zinken, werken met magneten en een knikkerbaan maken van papier. Tijdens de kunst in kids weken krijgen ze drie achtereenvolgende weken les. Na die drie weken gaan ze, weer voor drie weken, een volgende activiteit volgen. Alle disciplines komen aan de orde. Deze “Kunst in Kids” middagen worden afgesloten met een tentoonstelling / presentatie voor de ouders.

17


Lichamelijke ontwikkeling: Regelmatig sporten en bewegen is gezond voor kinderen. Alle groepen gymmen naast de dagelijkse beweging in de pauze. Hiervoor maken we gebruik van de methode: “Bewegen-samen regelen”. De groepen 3 t/m 8 gaan gymmen in sporthal De Stal. Hygiëne vinden we hierbij erg belangrijk. Voor de gymlessen zijn gymschoenen en gymkleding dan ook vereist. Daarnaast is voeten wassen na de gymles voor groep 3 en 4 en douchen voor groep 5 t/m 8 verplicht. De kinderen hebben dus een handdoek nodig. Hieronder staat aangegeven op welke tijden de kinderen gym hebben en dus hun gymspullen bij zich moeten hebben. groep 1 / 2

wisselende tijden speellokaal (gymschoenen blijven op school)

De groepen 3 en 4 hebben nog een middagpauze van 15 minuten in plaats van een tweede gymles. In de zomermaanden kunnen deze pauzes ook geclusterd worden voor een extra buitengymles. Groep 7 Groep 5/6 Groep 3/4 Groep 8

maandag maandag maandag maandag

10.15 - 11.00 uur in de Stal 11.00 - 12.00 uur in de Stal 13.00 - 14.00 uur in de Stal 14.00 - 15.15 uur in de Stal

Groep 5/6 Groep 7 Groep 8

vrijdag vrijdag vrijdag

13.00-13.45 uur in de Stal 13.45-14.30 uur in de Stal 14.30-15.15 uur in de Stal

Engels: In groep 7 en 8 krijgen de kinderen drie kwartier per week Engels. De nadruk ligt op luisteren, begrijpen en spreken. We gebruiken hierbij de methode “Groove Me”. ICT-onderwijs: Computers zijn een belangrijk onderdeel in de school en de groepen. Alle computers op school zijn aangesloten op het netwerk (minimaal vier computers per groep). In alle klassen wordt gewerkt met diverse rekenen taalsoftware. Iedere groep heeft toegang tot het internet. We zetten de computer in als aanvulling en verrijking van de leerstof, maar ook om de kinderen te motiveren en extra oefening te bieden. Het gebruik van computers vormt een vast onderdeel van ons lesprogramma. Ook hebben we twee I-pads op school die we gebruiken. 21st century Skills: Onder invloed van technologie is de samenleving aanzienlijk veranderd. Om succesvol samen te werken en te leven zijn andere competenties nodig dan voorheen. Dit vraagt om anders leren. Zowel de inhoud als de werkwijze staan ter discussie. Wij onderzoeken hoe technologie ons leven en daarmee het leren beïnvloedt. De kernvraag is: wat en hoe moeten we leren om in de 21e eeuw succesvol te zijn? Hiervoor hebben kinderen bepaalde kennis en vaardigheden nodig. Wij vinden het belangrijk dat kinderen die vanuit het onderwijsaanbod meekrijgen. ICT is daarom een belangrijk onderdeel binnen onze schoolvisie. Eigentijds onderwijs op De Zonnewijzer.

18


Binnen de hedendaagse samenleving is de rol van ICT niet meer weg te denken. Onze school is een spiegel van deze samenleving. Om meer tijd te winnen en onze kinderen efficiënt te laten werken, maken wij geïntegreerd gebruik van ICT. Wij hebben in iedere leer- werkomgeving de beschikking over een digitaal schoolbord. Wij vinden dat dit middel niet als aanvulling moet worden gezien, maar geïntegreerd dient te zijn binnen het onderwijs dat wij aanbieden. Wij willen graag de school van de toekomst worden die volledig ICT geïntegreerd werkt. Binnen de hedendaagse samenleving is de rol van ICT niet meer weg te denken. Kinderen groeien op in een digitale wereld en vinden het gebruik van een computer of mobiel heel normaal. Er kan efficiënter worden gewerkt doordat wij de computer beter en structureel inzetten en daarom tijd besparen. Wij winnen kostbare tijd die wij willen inzetten om met de leerlingen in gesprek te gaan over wat hen beweegt. Leerlingen zijn opgegroeid met de computer en erg visueel ingesteld. Wij gebruiken moderne methodes, die vaak al meer ICT gericht zijn.

Onderwijspioniers. Leraren hebben veel ideeën over wat er beter kan op school. Maar het is niet altijd even gemakkelijk om die ideeën een plek te geven in het dagelijkse werk. Daarom biedt het programma Onderwijs Pioniers leraren de gelegenheid om eigen goede ideeën ook echt te realiseren. Met budget en met begeleiding. Een Pionierservaring geeft energie aan de leraar, energie aan de school en energie aan het onderwijs! Beter passend onderwijs door Serious Gaming. Vanaf begin december 2012 zijn wij met de hele school begonnen met Rekentuin. Tevens hadden we in oktober een primeur met Taalzee. Wij mochten als allereerste beginnen met Taalzee.

Rekentuin en Taalzee: Alle kinderen op De Zonnewijzer hebben een eigen account op de Rekentuin en Taalzee In alle groepen wordt gewerkt met een digitaal schoolbord. Hiervoor zijn voor de vakken rekenen, taal, spelling, lezen en schrijven de software behorend bij de methode aanwezig. Elke groep heeft ook de beschikking over een webcam. Hiermee kan elk mogelijke foto of bladzijde op het bord geprojecteerd worden. Op deze manier kunnen we optimaal gebruik maken van de digitale schoolborden. Daarnaast is het grote voordeel van deze borden de grotere interactie die plaats vindt tussen de leerkracht en de leerlingen. In groep 1/2 hebben we gekozen voor de nieuwste ontwikkeling: het Touch screen bord. Dit is een digibord zonder beamer. Kinderen en leerkracht bedienen het bord met de vingers.

19


ICT-lokaal: In het schooljaar 2011-2012 is er in het kader van het vergroten van de ICT vaardigheden een computerlokaal ingericht. In het lokaal staan zoveel computers dat een hele groep in één keer gebruik kan maken van de ICT mogelijkheden. Dit ICT-proces is volop in ontwikkeling en zal de komende jaren verder worden uitgebreid o.a. ook middels socialmedia mogelijkheden. Sociaal emotionele ontwikkeling: Wij zijn een gecertificeerde Kanjerschool die tegen zinloos geweld is. Wij leren onze kinderen gebruik te maken van de kanjerregels uit de kanjertraining. Twee lieveheersbeestjestegels op het schoolplein laten zien dat wij als school tegen zinloos geweld zijn. De kanjertraining wordt ingezet voor de sociale emotionele ontwikkeling van de kinderen. Alle leerkrachten binnen de Zonnewijzer hebben een certificaat kanjertraining in huis. Vanaf groep 1 t/m 8 wordt er wekelijks gewerkt met deze leerlijn. Via de petjes (rood, wit, zwart en geel) wordt gedrag bespreekbaar gemaakt op basis van vertrouwen en respect. Naast een verhaallijn worden er oefeningen met de groep gedaan die gericht zijn op veiligheid, zelfvertrouwen en uiten binnen een groep. De leerkrachten vullen twee keer per jaar het leerlingvolgsysteem van de Kanjertraining in. Op school hanteren de kinderen de vijf kanjerregels:  Niemand speelt de baas  Niemand doet zielig  We lachen elkaar niet uit  We helpen elkaar  We vertrouwen elkaar Met de Kanjertraining streven wij naar de volgende doelen:  De leerkracht wordt gerespecteerd  Pestproblemen worden hanteerbaar/lossen zich op  Leerlingen durven zichzelf te zijn  Leerlingen voelen zich veilig  Leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken  Leerlingen kunnen hun gevoelens onder woorden brengen  Leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen Zelfstandig werken op de Zonnewijzer: De kinderen op onze school verwerven kennis en vaardigheden die functioneel zijn om zichzelf te kunnen redden. De lessen binnen de heterogene groepen 1/2, 3/4, 5/6, 7 en 8 zijn met een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 zo opgezet, dat leerlingen niet op elk moment vragen kunnen stellen aan de leerkracht (zgn. uitgestelde aandacht). Zo worden ze uitgenodigd om eerst zelf na te denken, Daarnaast zijn er nog mogelijkheden om te leren van klasgenoten en daar hun vraag neer te leggen. Om zelfstandigheid te bevorderen gebruiken we de volgende materialen: blokjes, instructietafel, timetimer, Activerende Directe Instructie(ADI)-model en hiervoor geschikte methoden. Kinderen leren zo met hun eigen emoties omgaan rondom het iets wel of niet kunnen, ze leren meer eigen verantwoordelijkheid te nemen en kunnen beter onderscheiden wanneer ze echt hulp nodig hebben, en wanneer ze het eigenlijk toch best zelf kunnen.

20


Buitenschools, naschools en activiteiten Schoolkamp: Leerlingen van groep 7 en 8 gaan drie dagen op kamp. Het schoolkamp is onderdeel van het lesprogramma en wordt o.a. voor de leerlingen georganiseerd om te kunnen werken aan sociaalemotionele vaardigheden. Sport en spel, verlies en winst, vreugde en verdriet, omgang met elkaar en overnachten buitenshuis zijn belangrijke leerdoelen. Uiteraard hebben we bij deze activiteit veel ouderhulp nodig. De leerkrachten benaderen daarvoor ouders. Om het kamp mogelijk te maken is een bijdrage per kampgaande leerling gewenst. Jaarlijks wordt die bijdrage vastgesteld en bekend gemaakt in de orde € 60,00 – 65,00. Omdat de kamplocatie ver van te voren geboekt moet worden, worden hiervoor kosten gemaakt. Daarom vindt geen restitutie van het betaalde kampgeld plaats bij annulering door ouders, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte. Is uw financiële draagkracht (tijdelijk, maar toch een aanzienlijke periode) minder groot, dan kunt u zich richten tot de directeur van de school. In samenspraak met de Oudervereniging kan besproken worden of een aangepaste regeling kan gelden. Mocht een leerling het schoolkamp niet bij kunnen wonen dan zal het regulier lesprogramma in een andere groep op school, door die betreffende leerling moeten worden gevolgd.

Culturele bezoekjes: In het kader van cultuureducatie bezoeken alle groepen jaarlijks de Meerpaal om te genieten van een voorstelling. Dit is een onderdeel van de kunstzinnige vorming van de kinderen. Wij zijn als school aangesloten bij de kunstroute van de Meerpaal. Dit houdt in dat de leerlingen gedurende de tijd dat zij bij ons op de basisschool vertoeven kennis maken met allerlei culturele activiteiten, georganiseerd door de Meerpaal. Aan het eind van de basisschool nemen zij een map mee naar huis waarin alle bezochte voorstellingen vermeld staan. Daarnaast worden er gedurende het schooljaar excursies gepland naar aanleiding van een project of wereldoriëntatiethema. Sportactiviteiten: Vanaf groep 5 nemen wij met alle groepen deel aan diverse sportactiviteiten. Een en ander wordt gecoördineerd door de sportcommissie. Daarin hebben een leerkracht en een aantal ouders zitting. Aan het begin van het schooljaar kunt u zich als ouder opgeven om te begeleiden tijdens één van deze sportactiviteiten.

21


Hoofdstuk 5: De resultaten van ons onderwijs Wij volgen de ontwikkeling van onze leerlingen op de voet. Dit doen we dagelijks tijdens het observeren in de klas en op het plein en analyseren van het gemaakte werk, maar ook op de lange termijn door middel van de afname van methodeafhankelijke en ethodeonafhankelijke toetsen. Door observaties, gesprekken, analyses en toetsresultaten weten we wat de onderwijsbehoeften van onze leerlingen zijn en hoe zij het best tot leren komen. Al deze gegevens samen vormen het leerlingvolgsysteem. De kinderen van groep 7 maken in de maand april de Cito-entreetoets. Deze toets is een tussentijdse toets voor leerlingen. Deze meet de kennis van leerlingen op het gebied van taal, rekenen, studievaardigheden en wereldoriëntatie. Van de uitslag ontvangt elke leerling een leerlingprofiel. De leerkracht en intern begeleider maken met deze gegevens een plan waarmee, waar mogelijk op groepsniveau en waar nodig op individueel niveau, de laatste verbeteronderwerpen aangepakt worden. Deze aanpak wordt vanzelfsprekend met de leerling besproken. U als ouders wordt in het eerste oudergesprek hierover geïnformeerd. Komend jaar doen de leerlingen van groep 8 voor het eerst mee aan de Centrale Eindtoets voor het basisonderwijs. Komend schooljaar zal deze plaatsvinden op 21, 22 en 23 april. Deze eindtoets is één van de hulpmiddelen om het eindadvies voor het voortgezet onderwijs te onderbouwen. Het advies van de basisschool wordt bepaald door observaties, het leerlingvolgsysteem van de hele basisschooltijd. De uitslag van de Cito-eindtoets vormt hierop een aanvulling. Daarnaast zal de leerkracht zijn waarnemingen over de werkhouding, interesses, ambities, zelfstandigheid en concentratie van de leerlingen hierin meenemen. Op grond van het advies van de school, wordt er door kind en ouders een keuze gemaakt ten aanzien van het voortgezet onderwijs. De Cito-eindtoets peilt vier onderdelen: taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie. Er kan een score behaald worden van 500 tot 550. De gemiddelde uitslag in Nederland ligt meestal tussen de 534 en 536. De scores van de Zonnewijzer van de afgelopen vier jaren zijn als volgt: 2011: 539,3

2012: 543,1

2013 : 533,5

2014: 534,6

De midden en de eindresultaten van de Cito toetsen worden twee keer per jaar geëvalueerd. De Inspectie van het Onderwijs vindt de resultaten van onze school ruim voldoende. Op www.onderwijsinspectie.nl kunt u de resultaten van het recente onderzoek nalezen. Uitstroom en nazorg Alle middelbare scholen houden ons op de hoogte van onze oud-leerlingen. Dit vinden wij erg interessant. Ook houden wij sinds kort een terugkomdag voor onze oud-leerlingen. Hier vragen wij de leerlingen wat ze van het voortgezet onderwijs vinden en welke dingen we kunnen verbeteren om de overgang naar het VO nog eenvoudiger te maken. Op deze manier kunnen wij bijdragen aan een soepele overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. Uitstroomprofiel van schooljaar 2013-2014 van 24 leerlingen: Traject VMBO-BL VMBO-KL VMBO-TL Aantal 1 2 6

TL/HAVO 3

HAVO 1

VWO 9

22


Hoofdstuk 6: Zorg voor onze leerlingen Organisatie van de leerlingenzorg: De intern begeleider heeft vanuit de directie verschillende taken in haar pakket gekregen. De directie stuurt aan, houdt toezicht en houdt de eindverantwoordelijkheid. Tot de taak van de intern begeleider hoort: - Het zorg dragen voor en coördineren en administreren van de leerlingenzorg en het leerlingvolgsysteem. - Ondersteunen en begeleiden van de leerkracht bij de zorg voor de individuele leerling. - Stimuleren van een planmatige aanpak van de leerlingenzorg in de school - Onderhouden van inhoudelijke externe contacten - Uitvoeren van directe werkzaamheden voor de individuele leerlingen - Ontwikkelen en stimuleren van veranderingen in de didactiek van het onderwijs. De voornaamste taak van de intern begeleider is het toezicht houden op de leerlingenzorg. Deze wordt vormgegeven op basis van het handelingsgericht werken. Deze werkwijze kent 4 fases: Waarnemen

Op basis van observaties, analyses en toets resultaten worden leerlingen met speciale onderwijsbehoeften gesignaleerd. Dit zijn leerlingen die extra ondersteuning (zowel begeleiding als uitdaging) nodig hebben op cognitief en/of cognitief vlak.

Begrijpen

De leerkracht formuleert in overleg met: intern begeleider, andere leerkrachten, ouders en leerling de onderwijsbehoeften van de leerling.

Plannen

Op basis van de onderwijsbehoeften kunnen leerlingen gegroepeerd worden op instructiebehoefte in een groepsplan en zodoende het onderwijs ontvangen wat het best bij hun onderwijsbehoeften past.

Realiseren

Dit betreft de uitvoering van het opgestelde groepsplan. In deze fase verzamelt de leerkracht zoveel mogelijk gegevens als input voor het volgende plan.

De leerlingenzorg verloopt langs een aantal niveaus. De eerste 3 niveaus 0, 1 en 2 krijgen vorm in het zojuist beschreven groepsplan: Zorgniveau 0 = Basisgroep Zorgniveau 1 = Incidentele zorg door eigen leerkracht Zorgniveau 2 = Interne zorg en externe consultatie Wanneer een leerling onvoldoende baat heeft bij ze zorg die wij intern kunnen bieden is het soms noodzakelijk externe zorg te organiseren. Op het moment dat de leerling gebruik maakt van externe zorg, wordt er een individueel handelingsplan opgesteld in overleg met de ouders, waarin doelen worden geformuleerd voor 1 specifieke leerling. De zorgniveaus die daarbij horen zijn de niveaus 3, 4 en 5: Zorgniveau 3 = Inroepen van externe zorg Zorgniveau 4 = Externe zorg Zorgniveau 5 = Verwijzing SBO

23


Passend onderwijs: In principe zijn alle kinderen, waarvan de ouders de grondslag onderschrijven, welkom op onze school. Scholen moeten vanaf 1 augustus 2014 een passende onderwijsplek geven aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit is natuurlijk geen makkelijke opgave. Wordt er een leerling met een specifiek onderwijsprogramma aangemeld, dan bekijken we of wij het onderwijs kunnen bieden die het kind vraagt. De ondersteuning die wij kunnen bieden staat in het schoolondersteuningsplan. Deze ligt ter inzage op school. Op het moment dat er leerlingen met een specifiek onderwijsaanbod van een andere school worden aangemeld, vindt telefonisch overleg plaats tussen beide directeuren. Dit gebeurt op initiatief van de ontvangende school. Daarna vindt er overleg plaats tussen beide interne begeleiders over de mate waarin extra zorg verleend moet worden. Hierna nemen de directeur en de interne begeleider een besluit over de aanname. Wordt het kind geplaatst dan is er overleg op leerkrachtniveau. Wij nemen de ontwikkeling richting passend onderwijs serieus en maken hierin belangrijke stappen. Passend onderwijs betekent dat de school kinderen met speciale zorg op kan nemen binnen het onderwijsaanbod. Zo kunnen kinderen die anders naar bijvoorbeeld het speciaal onderwijs zouden uitstromen zich handhaven in ons reguliere basisonderwijs. Jaarlijks bekijken we binnen welke kaders we de kinderen gepaste zorg kunnen aanbieden en welke kwaliteiten we hiervoor in huis hebben. Omdat scholen dit niet alleen kunnen, zijn alle scholen aangesloten bij een samenwerkingsverband. Als gevolg van de geografische uitgestrektheid van het gebied waarover de SKO scholen zijn verspreid, participeert de SKO in zes samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School. Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs werken daarin samen: • SLA-PO (Stichting Leerlingenzorg Almere Primair Onderwijs) • Interzuilair Samenwerkingsverband Dronten • Samenwerkingsverband Noord-Oost Veluwe • Federatief Samenwerkingsverband Oost-Veluwe • Interconfessioneel Samenwerkingsverband Lelystad In 2011 fuseerde dit samenwerkingsverband met het Openbaar/Bijzonder Neutraal Samenwerkingsverband Lelystad tot het Samenwerkingsverband WSNS Lelystad • Drieluik, Samenwerkingsverband WSNS Harderwijk Nu, 4 regio’s in ontwikkeling met Passend Onderwijs. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Interzuilair Samenwerkingsverband Dronten. Weer Samen Naar School (WSNS) ondersteunt samenwerkingsverbanden tussen basisscholen. Het doel hiervan is dat kinderen met gedrags- of leerproblemen zoveel mogelijk op gewone scholen les krijgen. Het gaat bijvoorbeeld om leerlingen met ADHD, dyslexie of autisme. Of om hoogbegaafde leerlingen die extra aandacht nodig hebben. De organisatie van Weer Samen Naar School is geregeld in regionale samenwerkingsverbanden. Zo’n samenwerkingsverband bestaat uit een aantal gewone basisscholen en 1 of meer scholen voor speciaal basisonderwijs. Ieder samenwerkingsverband heeft een Permanente Commissie Leerlingenzorg. Deze commissie beoordeelt of het nodig is om een leerling in het speciaal basisonderwijs te plaatsen. De samenwerkingsverbanden in WSNS worden in 2014 vervangen door samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Sinds 2005 wordt gewerkt aan de invoering van een nieuw, efficiënt en effectief stelsel voor extra onderwijsondersteuning: het Passend Onderwijs. Alle scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel opgesteld en SKO heeft een bestuursanalyse opgesteld.

24


Zorgplicht Een kernbegrip bij passend onderwijs is ‘zorgplicht’. Zorgplicht betekent dat de school samen met de ouders onderzoekt of de basisschool aan een leerling de passende ondersteuning kan bieden. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, heeft de school de opdracht om met de ouders naar een passende plaats te zoeken. Bekostiging De financiering van extra ondersteuning voor een leerling is na de invoering van de Wet Passend Onderwijs niet meer afhankelijk van een landelijke indicatie. De samenwerkingsverbanden ontvangen de beschikbare middelen voor extra ondersteuning. De (schoolbesturen binnen de) samenwerkingsverbanden verdelen vervolgens de middelen over de scholen waar de extra ondersteuning nodig is. Zo is er beter maatwerk mogelijk en kunnen de middelen zo veel mogelijk ten goede komen aan ondersteuning in de klas. Financieel kader Het nieuwe bekostigingssysteem passend onderwijs vervangt het bekostigingssysteem voor het (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) en de leerlinggebonden financiering (lgf). De manier waarop de middelen voor ‘lichte ondersteuning’ worden toegekend, blijft hetzelfde. In het primair onderwijs zijn dat de middelen voor ‘weer samen naar school’ (wsns).

Externe expertise: Als school staan wij met een aantal instanties in nauw contact. Het kan immers zo zijn dat wij deskundig advies nodig achten. Dit is na toestemming van ouders. Hulpinstanties met wie wij regelmatig contact hebben: 1. Orthopedagoog 2. Ondersteuningsteam 3. Logopedie 4. REC Flevoland 5. Ambulante begeleiding 6. Andere contacten 1. Orthopedagoog Samen met alle Katholieke scholen in Dronten hebben wij de beschikking over een orthopedagoog mevr. K. van Doesburg. Zij is onze leerlingbegeleidster en orthopedagoog waar wij met onderwijsvragen terecht kunnen. Regelmatig bespreken de intern begeleider en de leerling-begeleidster van de IJsselgroep leerlingen om de zorg zo optimaal mogelijk te laten verlopen. 2. Ondersteuningsteam: Het ondersteuningsteam is een multidisciplinair team waar de leerkrachten en de intern begeleider ondersteuning kunnen vragen aan een vast gezelschap bestaand uit: orthopedagoog, gedragswetenschapper, maatschappelijk werker en de zorgcoördinator van de GGD (gemeentelijke geneeskundige dienst). Dit overleg wordt vier keer per schooljaar gepland en wordt eventueel uitgebreid met andere deskundigen en ook de ouders. Het kunnen vragen zijn die met het leerproces te maken hebben, maar ook omtrent de ontwikkeling op gedragsgebied.

25


Op deze manier is het mogelijk om kinderen met problemen in de ontwikkeling in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen en waar nodig passende hulp te organiseren. Uiteraard worden de zorgen eerst met ouders besproken. De groepsleerkracht kan dan voorstellen de leerling te bespreken in het Zorgteamoverleg. Ouders moeten schriftelijk toestemming geven voor de bespreking van hun kind. Na de bespreking spreekt de groepsleerkracht het advies met de ouders door en de intern begeleider maakt een kort verslag van het overleg. Dit verslag gaat in het schooldossier van de leerling en wordt toegestuurd naar de zorgcoördinator (GGD dossier). 3. Logopedie: De logopediste neemt bij alle leerlingen rond hun vijfde verjaardag een logopedische screening af. Deze screening bestaat o.a. uit een kort gesprekje, het benoemen van plaatjes, het uitvoeren van enkele opdrachten met speelgoed en het nazeggen van woorden en zinnen. Tijdens de screening wordt gelet op:  Articulatie (uitspraak)  Mondelinge taal (woordenschat en zinsbouw)  Het taalbegrip (begrijpen van gesproken taal)  Het geheugen voor gesproken taal (opdrachten onthouden, zinnen nazeggen)  Gebruik van adem en stem  Het gehoor en het luisteren Ook wordt gelet op het mondgedrag van het kind. Na overleg met de groepsleerkracht wordt een overzicht gemaakt van het resultaat van de screening. Hierin wordt aangegeven of de leerling wel of geen logopedische ondersteuning nodig heeft. Deze ondersteuning kan bestaan uit: controle, nader onderzoek, logopedische begeleiding middels verwijzing naar een logopedist in de vrije vestiging. Dit overzicht wordt de ouders overhandigd. Ouders dienen een schriftelijke toestemming te geven voor de screening 4. REC-Flevoland: Op de Zonnewijzer maken wij gebruik van de diensten van het REC Flevoland. REC-Flevoland (regionaal expertise centrum) biedt begeleiding aan kinderen met een cluster 4 indicatie. Tot de taken van het REC behoort ook het vergroten van expertise rondom cluster 4 onderwijs. Als een leerling een ‘rugzak’ heeft toegewezen gekregen en in het reguliere basisonderwijs blijft krijgen we extra ondersteuning en begeleiding vanuit REC Flevoland in de vorm van AB (ambulante begeleiding). Een ambulant begeleider biedt deskundige ondersteuning aan ouders, leerkrachten en andere begeleiders. De begeleiding is gericht op het onderwijsproces en het kind staat hierbij centraal. Vanuit het REC maken wij ook gebruik van de PAB (preventieve ambulante begeleiding) Deze begeleiding is er vooral op gericht met ons mee te denken over hoe de zorg verbeterd zou kunnen worden. Deze begeleiding is kortdurend (2 tot 3 bijeenkomsten) en in samenwerking met ouders, leerkracht en Intern begeleider. 5. Ambulante begeleiding: Voor een leerling zonder rugzak kan ook een aanvraag gedaan worden voor ambulante begeleiding. De Driemaster school voor speciaal basisonderwijs, die specifieke kennis en vaardigheden heeft t.a.v. de problematiek van het kind, kan hulp bieden door de ambulant begeleider. Deze hulp is gericht op de vragen en mogelijkheden van de groepsleerkracht. Een aanvraag voor ambulante begeleiding moet schriftelijk worden ingediend bij de desbetreffende school. Ouders moeten de aanvraag ondertekenen. Een deel van het onderwijskundig rapport moet ingevuld worden. De aanvraag voor ambulante begeleiding wordt rechtstreeks naar de school voor speciaal basisschool gestuurd.

26


6. Andere contacten: - De Zonnewijzer staat open voor overleg met externe remedial teaching. Het is in het grootste belang van de leerling om samen een goede en eenduidige aanpak af te spreken. Er zijn contacten met de externe RT-er om te evalueren. - Kinderfysiotherapie. Soms is het nodig om samen met de kinderfysiotherapeut enkele overlegmomenten te plannen. Dit zal via ouders verlopen. Orthotheek: Op de Zonnewijzer is een in kaart gebrachte orthotheek aanwezig. In de orthotheek staan materialen voor onderzoek en remedial teaching. De orthotheek wordt beheerd en aangevuld door de intern begeleider. Dyslexieprotocol & Protocol Ernstige Rekenproblemen en Dyscalculie: Op de Zonnewijzer werken wij met protocollen vastgesteld vanuit het samenwerkingsverband Dronten of externe expertisecentra. De protocollen zijn op school beschikbaar. Meer begaafdheid: Op de Zonnewijzer willen wij goed onderwijs geven aan alle kinderen. Omdat we vinden dat al deze kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen is het belangrijk oog te hebben voor onderlinge verschillen. Het is daarbij van belang om aandacht te hebben voor (meer/hoog) begaafde kinderen ter voorkoming van demotivatie en het risico op onderpresteren. Meer begaafdheid in groep 1 - 2 : In groep 1 en 2 wordt veelal gewerkt aan de hand van thema’s. Om tot een goede inhoud van deze thema’s te komen wordt gebruik gemaakt van diverse bronnen. Voor leerlingen in groep 1 en 2 die meer aan kunnen wordt in de planning bewust rekening gehouden met een aanbod op maat. Op het planbord wordt aangegeven welke kleuters ander werk aangeboden krijgen. In het lokaal zijn hoeken, waarin veel met letters, woorden, teksten, hoeveelheden en getallen kan worden gewerkt, de zogenoemde rekenen taalhoeken. De leerkracht staat open voor het leren lezen, rekenen en schrijven. Meer begaafdheid in groep 3 t/m 8: In onze school werken we binnen heterogene groepen volgens het leerstofjaarklassensysteem. Binnen dit systeem willen we rekening houden met verschillen tussen leerlingen. In de praktijk betekent dit dat we vanaf groep 2 met leerlijnen voor verrijking en verbreding werken. In onze benadering van (hoog)begaafde leerlingen gaan we uit van het ‘envelopmodel’. Dit model gaat uit van een ‘driestromen aanpak’:  Het onderdeel ‘school’, waarin versnelling, compacten en verrijken aan bod komen  Het onderdeel ‘leerling’ waarin wordt ingegaan op verbreding, zoeken naar innerlijke motivatie en metacognitieve vaardigheden  Het onderdeel ‘overleg’, waarin het belang van een goede pedagogische kwaliteit aan bod komt Versnelling of vervroegde doorstroming: De mogelijkheid bestaat dat een kind vervroegd doorstroomt (versnelt), d.w.z. dat een klas wordt overgeslagen. Wij gaan hier niet in de eerste plaats van uit. Soms blijkt de voorsprong echter dusdanig te zijn, dat het zinloos is om niet te versnellen. Hier spelen echter verschillende aspecten mee: niet alleen cognitief, maar ook sociaal-emotioneel. Het blijft onze voorkeur om niet te versnellen, maar door compacten en verrijken het kind voldoende uitdaging te bieden.

27


Mocht versnelling onontkoombaar zijn, dan maken wij gebruik van de ‘Versnellingswenselijkheidslijst’ van het Centrum voor Begaafdheidonderzoek te Nijmegen. De beslissing voor een versnelling wordt in het zorgteam besproken en er wordt zo nodig een externe deskundige ingeschakeld. Compacten: Met compacten bedoelen we het indikken van de leerstof door al het overbodige weg te laten. Deze overbodige leerstof komt niet meer aan de orde. Een voorbeeld is de methodische eindtoetsen gebruiken als voortoets om na te gaan wat we het kind niet meer hoeven te leren. Een ander voorbeeld: bij rekenen maakt een leerling alleen het laatste rijtje sommen (vaak het moeilijkste). Het motto is: ‘geen overbodig werk doen’. Angst voor te grote stappen is niet nodig. (Hoog)begaafde kinderen leren graag met grote stappen. Bij het compacten van rekenen en taal maken we gebruik van de adviezen van SLO. Verrijken: Verrijken is een aanvulling op compacten. Het is een twee – eenheid en hoort bij elkaar. Met verrijkingsmaterialen kan worden gerealiseerd dat bij de leerling een beroep wordt gedaan op:  het zoeken naar antwoorden in een open vraagstelling  het zoeken naar meerdere oplossingsstrategieën, waarbij de eigen creativiteit een rol kan spelen  het werken op een hoog niveau in een hoog tempo Bij rekenen, taal en begrijpend lezen kan de verrijking meer gestructureerd en met meer afwisseling worden aangeboden. De leerkracht is en blijft verantwoordelijk voor de keuze van de ingedikte- en de verrijkingsstof. Hij bepaalt wat de leerling moet maken. Hij stelt de inhoud vast. Er hoort geen sprake te zijn van een vrijblijvend karakter. Kortom:  bewuste keuze van extra leerstof  op lessentabel / rooster  eist begeleiding  nakijken  eisen aan resultaat  feedback  beoordeling  op rapport Verbreden: De leerling krijgt de mogelijkheid om zelf kennis en vaardigheden op te doen aan de hand van in overleg gekozen onderwerpen en thema’s. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten:  het doel is zelfsturing  gericht op eigen interesse en motivatie  producent in plaats van consument  versterken van leerstrategieën  ontwikkelen van een leerattitude  het proces van leren  ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden

28


Bij verbreding gaat het om de nieuwsgierigheid van leerlingen en het doen van onderzoek om zo meer kennis op te doen. Wij maken hierbij gebruik van het online platform Acadin.nl, een digitale leeromgeving waarin kinderen en docenten elkaar treffen, feedback geven en prikkelen om net dat stapje extra te zetten.

Hoofdstuk 7: Contact tussen ouders en school Samenwerking tussen ouders en de leerkrachten is een basisvoorwaarde voor goed onderwijs. Door deelname van de ouders aan het schoolgebeuren (actief of passief) zijn er dingen mogelijk die anders voor de school moeilijker te realiseren zijn. Daarnaast is het prettig voor het kind, dat de ouders betrokken zijn bij het schoolgebeuren. Er zijn mogelijkheden voor ouders om thuis of op school mee te doen: Activiteiten thuis: Als ondersteuning bij de taalontwikkeling van uw kind kan worden genoemd voorlezen, verhaaltjes vertellen en taalspelletjes doen. Ook antwoorden geven op vragen naar het hoe en waarom van bepaalde zaken en het kind meenemen naar interessante plaatsen is ondersteunend. Door het kind te vragen naar het reilen en zeilen op school raakt u, maar ook uw kind, meer betrokken. Activiteiten op school: Ouders kunnen assisteren bij diverse activiteiten. B.v. bij creatieve vakken, vervoer bij excursies enz. In alle gevallen blijft de leerkracht eindverantwoordelijk. Aan het begin van het schooljaar wordt u als ouder hiervoor benaderd en kunt u zich opgeven te assisteren bij activiteiten. Halen en brengen: De deuren gaan 10 minuten voor aanvang van de lessen open. Om 8.35 uur en 12.50 uur gaat de eerste bel (1x kort) en is de leerkracht in de groep aanwezig. De leerlingen van groep 1 t/m 8 gaan dan (eventueel met hun ouders) naar binnen. Dit noemen we de "open inloop”. Om 8.40 uur en 12.55 uur gaat de tweede bel (1x lang) en moet iedereen naar binnen. Zo kunnen we om 8.45 uur en 13.00 uur met de les beginnen. Dus: Om 8.35 uur en 12.50 uur klinkt de bel (1 x kort) voor de open inloop Om 8.40 uur en 12.55 uur klinkt de bel (1 x lang) iedereen naar binnen Om 8.45 uur en 13.00 uur de les begint Informatieavond: Aan het begin van het schooljaar wordt er een algemene informatieavond gepland. De leerkracht van de kind(eren) vertelt hoe er het komend schooljaar in de klas van uw kind gewerkt wordt en wat er verwacht kan worden. Kijk/inloopavond: Eén á twee keer per jaar zijn alle kinderen samen met hun ouders/verzorgers in de vooravond welkom op school. De kinderen mogen zelf aan hun ouders en/of belangstellenden laten zien waar ze mee bezig zijn op school. Deze avond vindt plaats in een informele setting.

29


Rapporten: Twee maal per jaar, in januari en juli krijgen de leerlingen vanaf groep 2 een schriftelijk rapport mee. In maart/juli, nadat de CITO toetsen zijn afgenomen ontvangt u het CITO rapport waarop alle CITO uitslagen van de afgelopen periode staan vermeld. Deze kaart volgt de CITO-uitslagen van eind groep 1 tot groep 8. De leerlingen van groep 1 krijgen op het eind van het schooljaar een rapport mee als ze na de zomervakantie naar groep 2 gaan. 15-minutengesprekken: Drie keer per schooljaar staan er individueel oudergesprekken gepland om met de betreffende leerkracht over de vorderingen van uw kind te praten. Deze zogenaamde 15-minutengesprekken worden na schooltijd en op vaste avonden door de leerkracht gehouden. Tijdens de eerste oudergesprekken is er de mogelijkheid om met de leerkracht in gesprek te gaan. De tweede en derde oudergesprekken hebben een verplicht karakter. Tijdens deze gesprekken ontvangt u het CITO rapport en wordt het gewone rapport besproken. Voor de groepen 6 en 7 wordt tevens de uitslag van de entreetoetsen besproken. Tussendoor is er op maandag, na schooltijd, de mogelijkheid voor een gesprek met de leerkracht. Het is erg prettig als u daar van te voren een afspraak voor maakt. Er staan namelijk op maandagmiddag ook wel eens vergaderingen gepland. Zonnebrief: Eens in de veertien dagen wordt er een informatiebrief verstuurd, genaamd de Zonnebrief. Deze brief wordt digitaal verzonden. In het mededelingenbord en in de hal vindt u een aantal papieren versies. Wij houden u middels deze brief op de hoogte van de organisatorische en onderwijskundige ontwikkelingen op onze school. Schoolkrant: Drie keer per jaar verschijnt de schoolkrant “Het Zonnestraaltje”. Deze staat boordevol tekeningen, verhaaltjes e.d. gemaakt door de kinderen. Schooljaarkalender: Aan het eind van het schooljaar wordt de schoolkalender verstrekt met daarin activiteiten voor het komende schooljaar, de vakanties en vrije dagen. Ook staat hierin informatie die het handig is om bij de hand te hebben, zoals schooltijden, gymtijden, ziekmelden enz. Koffie-uurtje: Tijdens het koffie-uurtje kan onder het genot van een kopje koffie of thee informeel in gesprek worden gegaan met andere ouders en/of de directeur. Iedereen is van harte welkom met vragen of opmerkingen maar ook voor de sociale contacten. De koffie-uurtjes vinden maandelijks plaats op wisselende dagen van 8:45-9:45 uur. De precieze data staan vermeld in de jaarkalender. Klankbordgroep: Twee keer per jaar worden ouders uitgenodigd om samen met de school te praten over “schoolse” zaken. Voorbeelden hiervan zijn: ouderbetrokkenheid, pesten en identiteit. Voor dit schooljaar zullen de volgende thema’s aan bod komen: - Communicatie - Ouderbetrokkenheid/participatie We luisteren graag naar de mening van ouders. Als school bekijken we welke aanbevelingen we binnen ons onderwijs kunnen gebruiken.

30


Hoofdstuk 8: ABC Aanmelding: Na een oriëntatiegesprek waarbij de directeur informatie geeft en een rondleiding verzorgt in de school, kunnen ouders overgaan tot aanmelden. Middels het aanmeldingsformulier wordt de leerling ingeschreven. Het ondertekende (gele)formulier wordt in de leerling-administratie opgeborgen. Acht weken voordat het kind naar school komt worden ouders uitgenodigd voor een z.g. intake gesprek. Bij dit gesprek zijn ouders, de leerkracht en intern begeleider aanwezig. Doel van dit gesprek is om ouders de gelegenheid te geven de geschiedenis van hun kind te vertellen. Bij constatering van zorg wordt er een vervolg gesprek gepland. Zo kunnen wij als school optimaal preventief aansluiten bij de onderwijsbehoeftes van een kind. Vijf dagdelen mag het kind vervolgens in overleg met ouders en leerkracht komen wennen op school. Het overdrachtformulier van de voorschoolse opvang wordt ontvangen op school. De leerling telt pas mee op de eerste dag dat hij of zij vier jaar is. De leerplichtambtenaar van de gemeente controleert dit. Vanaf vier jaar mogen de leerlingen naar school, ze zijn dan direct leerplichtig. Wij vinden het van belang dat de leerling onderwijs volgt van vier t/m twaalf jaar. De V.V.E. (= voor en vroeg schoolse educatie) regeling wordt uitgevoerd door een werkgroep van onderwijsmensen binnen de gemeente Dronten en heeft ertoe bijgedragen, dat er een overdrachtformulier is t.b.v. peuters die van peuterspeelzaal of kinderdagverblijf naar de basisschool gaan. Dit wordt aan de ouders meegegeven voor de basisschool. Dit document willen wij graag inzien bij de aanmelding van een leerling. Aannamebeleid rugzakleerlingen: In principe zijn alle kinderen waarvan de ouders de grondslag onderschrijven, welkom op onze school. Wordt er een leerling met een specifiek onderwijsprogramma aangemeld, dan bekijken we of er plaats is voor die leerling en of wij het onderwijs kunnen bieden dat het kind vraagt. De school hanteert het schoolondersteuningsprofiel. Het schoolondersteuningsprofiel is op school ter inzage aanwezig. Afspraken: 1. Niet fietsen op de speelplaats en fietsen stallen in de betreffende fietsenrekken. 2. Kinderen niet te vroeg naar school sturen. Tien minuten voor aanvang van de les gaat de eerste bel. Vijf minuten voor schooltijd gaat de tweede bel. 3. De lessen beginnen op tijd: 8.45 uur en 13.00 uur. 4. In de school wordt niet gerend, gespeeld o.i.d. Ook niet door jongere broertjes en/of zusjes. 5. De deuren gaan 10 minuten voor aanvang van de lessen open. Leerlingen van de groepen 1 t/m 8 kunnen dan naar binnen. Dit noemen we een "open inloop". 6. De team- en bouwvergaderingen vinden plaats op verschillende dagen. 7. Elke maandag is er spreekuur. U kunt dan terecht bij de leerkracht van uw kind voor informatie. Wij vragen u wel van tevoren een afspraak te maken. 8. Ouders die leerlingen komen halen worden verzocht op het plein te wachten; de leerkrachten komen met de groep mee naar buiten. 9. Voor het begin van de schooltijd mag er op het schoolplein niet gevoetbald worden. 10. Vanaf groep 5 mogen de leerlingen, indien het gras droog is, op het grasveld aan het Toepad spelen. Er is toezicht bij het oversteken. 11. Geen huisdieren in de school. 12. Tijdens het speelkwartier is er toezicht door verschillende leerkrachten.

31


Buitenschoolse opvang: Ook de buitenschoolse opvang hebben wij geregeld met de Kinder Opvang Dronten. U kunt contact opnemen met de locatieleidster Manege Landmaten mevr. S. Ras, tel. 310142. Enkele groepen van de buitenschoolse opvang zijn in onze school gehuisvest. Op maandag, dinsdag en donderdag zal de school tot 18.00 uur open zijn voor de kinderen van de buitenschoolse opvang. Onderling zijn huisregels afgesproken en regelmatig vinden er overlegmomenten plaats. Calamiteiten: Op school is er een noodplan aanwezig in geval van calamiteiten. Er zijn geschoolde BHV-er aanwezig die regelmatig overleg hebben met de brandweer. Exitgesprekken: Aan het einde van het schooljaar plant de directeur een huisbezoek bij de ouders van de schoolverlaters. Met dit gesprek hoopt de school een duidelijk beeld te krijgen hoe het kind en de ouders de basisschool periode hebben ervaren. Feestweek: De laatste week van het schooljaar sluiten wij af met een zogenaamde Zonnewijzer-feestweek. Rondom een centraal thema worden in deze week allerlei activiteiten georganiseerd. Eens in de twee jaren gaan de kinderen tijdens deze week op schoolreisje. Gevonden voorwerpen: Spullen die op school achterblijven worden in de gevonden-voorwerpenbak gelegd. Deze bak staat onder de trap bij de achteringang. Met enige regelmaat wordt deze bak ‘geleegd’. Hiervan wordt eerst melding gemaakt in de Zonnebrief. De spullen kunnen dan gedurende de daarop volgende week worden opgehaald. Niet meegenomen spullen worden daarna weggebracht naar een inzamelingspunt voor oude kleding. Gevonden kostbaarheden en sleutels dienen te worden ingeleverd op school en kunnen worden opgehaald bij een leerkracht. Afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de G.G.D. Flevoland: Administratie bereikbaar: Van 09.00-16.00 uur tel. : 0320 – 285721 Bezoekadres: Installatieweg 34, 8251 KP Dronten De Jeugdgezondheidszorg heeft tot doel de gezondheid en ontwikkeling, zowel lichamelijk als psychosociaal, van alle kinderen en jongeren te beschermen, te bevorderen en te bewaken. In zowel groep 2 als in groep 7 voeren de jeugdverpleegkundigen van de afdeling JGZ een Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) uit. Indien mogelijk, vinden deze onderzoeken op de school plaats. Het doel van deze onderzoeken is het beoordelen van de gezondheidstoestand, de groei en ontwikkeling (zowel lichamelijk als psychosociaal) van uw kind. Ouders/verzorgers/jeugdigen kunnen zelf ook bij de afdeling Jeugdgezondheidszorg terecht voor vragen over de groei en ontwikkeling van hun kind/henzelf, maar ook voor vragen op het gebied van opvoeding, gedrag, verzorging en leefstijl (genotmiddelen, seksualiteit). De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Flevoland is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 08:30 uur tot 12:30 uur via telefoonnummer 088-0029920. Overige informatie over de diensten van de JGZ, maar ook een breed scala aan folders, is terug te vinden op de website: www.ggdflevoland.nl

32


Hoofdluis: Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. We zijn van mening dat zowel school als ouders een stuk verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Om het hoofdluisprobleem systematisch aan te pakken heeft de school een ouderwerkgroep ingesteld, die als taak heeft de eerste schooldag na iedere vakantie alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. Daarnaast hebben alle kinderen een luizenzak waarin de jas en tas zitten. Deze tas die als preventief middel wordt gehanteerd, wordt het hele jaar gebruikt. Het is de verantwoording van alle ouders om hun kinderen te controleren en zonodig te behandelen. Kindercoach: Op school is een kindercoach aanwezig die, in samenspraak met de leerkracht en/of ouders, gesprekken met de kinderen voert. www.kindercoachmarian.com. Klachtenregeling: Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding worden afgehandeld. Wat we als schoolteam belangrijk vinden is dat, als u vindt dat er iets mis is, zaken verkeerd geregeld worden, we ons niet aan afspraken houden, u deze punten met ons bespreekt. KOM NAAR ONS TOE en bespreek het (De juiste plek voor uw klachten is niet op het schoolplein of “ in de wandelgangen” te vinden). Leerlingen en ouders die open/of aanmerkingen hebben over wat er in de groep of in de klas gebeurt, gaan daarmee naar hun eigen leerkracht. Indien ze daar onvoldoende gehoor vinden en er geen goede oplossing komt, dan kunnen ze terecht bij de directeur. Voor open aanmerkingen over meer algemene schoolzaken kan men ook bij de directeur terecht. Door klachten kunnen problemen worden gesignaleerd en opgelost. Klachten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op begeleiding en beoordeling van de leerlingen, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, geweld en pesten. U kunt deze klachten bespreken met de groepsleerkracht of directie van de school. Ook kunt u de klachten kenbaar maken bij de contactpersonen van de school. Hij of zij zal u verder helpen. De contactpersonen zijn opgeleid om uw klachten op een juiste wijze te behandelen en u waar nodig door te verwijzen. Naast deze klachtenregeling heeft het bestuur voor alle aangesloten scholen een ondersteuningscontract afgesloten met het bureau Voorkoming Kindermishandeling (VKM). Zij ondersteunen de school en of klagende partij bij klachten omtrent ongewenst gedrag. De contactpersoon van de school zal u desgewenst in contact brengen met de vertrouwenspersoon van het bureau VKM. Ook kunt u rechtstreeks contact opnemen met het bureau VKM. Gegevens contactpersoon: Marian Holtslag (leerkracht) tel. 337032(school) of Ineke Dobbelaar (ouder) tel. 315871. Het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe heeft een interne klachtenregeling ingesteld. Middels de klachtenregeling kunt u als betrokkenen bezwaar aantekenen tegen gedragingen en beslissingen van het schoolbestuur, de directie of personeelsleden. Regelement interne klachtenregeling is op te vragen bij SKOFV.

33


Gegevens: Landelijke Klachtencommissie Katholiek Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Telefoonnummer van de geschillen- en bezwarencommissies voor het katholiek onderwijs: 070-3457097 (van 9.00 tot 12.00 uur) Telefoonnummer van de Landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs: 070-3925508 (van 9.00 tot 12.00 uur) GGD Flevoland Centraal postadres 1120 8200 BC Lelystad

Vertrouwensinspecteur voor het onderwijs: Advies en meldpunt vertrouwenszaken Tel. 0900 1113111 Hoe met klachten wordt omgegaan is opgenomen in de klachtenregeling. Deze ligt op school ter inzage, of kunt u vinden op de website van SKOFV: www.skofv.nl.

Maatregelen ten behoeve van een zo volledig mogelijke benutting van de onderwijstijd: Maatregelen ter voorkoming en bestrijding van lesuitval: Ziekmelding van leerkrachten vindt, liefst een dag van te voren, telefonisch plaats door de werknemer aan de directie. 1. Er wordt in eerste instantie getracht een vervanger voor de groep te krijgen. 2. Indien wel vervanging voor een andere groep mogelijk is, wordt dit bij toerbeurt door één van de overige teamleden verzorgd. 3. Indien er geen vervanger te krijgen is zorgt iemand die op dat moment ambulant is voor eerste opvang van de groep. 4. De groep wordt dan volgens rooster verdeeld over de groepen. Opmerking: Groepen 1/2 en 3/4 zijn uitgesloten van opdeling binnen de groepen. In voorkomend geval wordt een leerkracht van één van de andere groepen geplaatst in de onderbouw. Deze groep volgt dan deze procedure. 5. Als er op de dagen daarna nog steeds geen vervanger is, zal een andere groep vrij krijgen; de groepsleerkracht die dan vrij geroosterd is, neemt de groep zonder vervanger over. 6. In uiterste nood zal besloten worden de groep naar huis te sturen. 7. Leerlingen die niet naar huis kunnen, worden door ouders of een parallelgroep op school opgevangen. Bij afwezigheid van 1 of 2 dagen krijgen de leerlingen aan het begin van de les bericht van degene die de klas opvangt. Bij afwezigheid voor langere tijd worden de ouders middels een brief op de hoogte gesteld.

Medicijn protocol: Een medicijn protocol is aanwezig op school. Bij eventuele kleine medische handelingen of toedienen van medicatie moeten de ouders/verzorgers van de leerling een toestemmingsformulier tekenen.

34


Ongewenste omgangsvormen: Scholen hebben de verplichting de leerlingen en de medewerkers te beschermen tegen ongewenste gedrag. Hiermee wordt bedoeld dat er afspraken moeten worden gemaakt hoe de school hier op reageert, hoe het kan worden voorkomen en wat men doet als er zich een situatie voordoet. Naast de aandacht die onze school hier intern aan besteedt neemt het bestuur een abonnement af van de Hulpverleningsdienst Flevoland (HVDF), bureau Voorkoming Kindermishandeling (VKM) voor het inzetten van externe vertrouwenspersonen en ondersteuning van het team in voorkomende situaties. Onder ongewenste omgangsvormen wordt verstaan: seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, agressie en geweld tussen leerlingen onderling en leerlingen en leerkrachten/docenten of andere medewerkers binnen de school, zoals conciërges, stagiair(e)s, klassenassistenten, hulpouders etc. Welke stappen neemt de school?  Op school is ‘een contactpersoon ongewenste omgangsvormen’ benoemd waar leerlingen, ouders en medewerkers terecht kunnen indien zij te maken hebben met ongewenst gedrag/omgangsvormen  De contactpersoon zorgt voor de eerste opvang van de leerling en de ouders  De directeur wordt geïnformeerd en neemt zo nodig contact op met het bestuur en de vertrouwensinspecteur  De contactpersoon/directeur neemt, indien gewenst, contact op met bureau VKM  Gegevens contactpersoon: Marian Holtslag (leerkracht) tel. 337032(school) of Ineke Dobbelaar (ouder) tel. 315871. Wat mag u van de vertrouwenspersoon verwachten?  Het maken van een afspraak met de ouders en/of leerling  Ondersteuning van de leerling en ouders bij de ontstane situatie  Adviseren indien hulpverlening gewenst of noodzakelijk is  Helderheid verschaffen over de mogelijkheden en gevolgen van wel of geen aangifte doen bij de politie  Ondersteuning bieden indien de ouders/leerling een klacht wil indienen bij de klachtencommissie  Rapportage naar de directeur/contactpersoon en advisering ten aanzien van mogelijke vervolgstappen en preventieve maatregelen

Wat kan de opvoeder/leerling doen? Het beste is dat de leerling of de ouders direct naar de contactpersoon van de school gaan, maar er kunnen zich situaties voordoen waarbij dit niet de gewenste route is.  Ouders, leerlingen en medewerkers kunnen ook zelf contact opnemen met een vertrouwenspersoon van bureau VKM, telefoonnummer 0320 276211,  Tijdens dit gesprek worden afspraken gemaakt hoe verder te gaan met de gegeven situatie en omstandigheden.  Ook kunt u zich rechtstreeks wenden tot de vertrouwensinspecteur via het advies en meldpunt vertrouwenszaken, telefoonnummer 0900 1113111. Voor meer informatie over ongewenste omgangsvormen op school kunt u terecht op www.ppsi.nl

35


Ongevallenregistratie: De school houdt nauwkeurig een ongevallenregistratie bij. Onderwijstijd: Sinds 1 augustus 2006 hebben basisscholen meer ruimte om zelf de onderwijstijd in te delen. De onderwijstijd moet in het primair onderwijs aan de volgende normen voldoen:  Leerlingen moeten over 8 achtereenvolgende jaren in totaal 7520 uur onderwijs krijgen.  Vroeger mocht een schooldag niet langer dan 5,5 uur duren. Dat mag nu wel. Scholen moeten wel zorgen voor een evenwichtige verdeling van activiteiten over de dag.  Scholen mogen ervoor kiezen om leerlingen in alle schooljaren evenveel uren onderwijs te geven. Als scholen hiervoor kiezen, krijgen alle leerlingen minimaal 940 uur onderwijs per jaar.  Wanneer scholen er toch voor kiezen om leerlingen in de onderbouw minder uren les te geven, dan krijgen de leerlingen in de eerste 4 schooljaren gemiddeld 880 uur en in de laatste 4 schooljaren gemiddeld 940 uur per schooljaar. De overige 240 uren mag de school over de verschillende leerjaren verdelen. Vrijwillige ouderbijdrage: Voor allerlei activiteiten is geld nodig. Niet alle zaken kunnen door de school betaald worden. De oudervereniging neemt de kosten van een aantal activiteiten geheel of gedeeltelijk voor haar rekening. Daarom vraagt de oudervereniging jaarlijks aan de ouders om een vrijwillige bijdrage. Jaarlijks wordt in de algemene ledenvergadering van de oudervereniging vastgesteld over welk bedrag we spreken en aan welke activiteiten dit bedrag wordt besteed. Dit schooljaar is deze bijdrage € 25,00. De penningmeester doet hiertoe een voorstel dat gebaseerd is op een begroting. De oudervereniging beheert de gelden. Alle gelden zijn bedoeld voor activiteiten die de school niet uit de reguliere middelen kan bekostigen. De directeur en de oudervereniging hebben regelmatig overleg over de inzet van gelden. Jaarlijks zorgt de directeur voor een verantwoording via het jaarverslag en de penningmeester voor de financiële verantwoording. Wanneer de ouderbijdrage een financiële drempel vormt, kunt u de schoolleiding benaderen om samen naar de mogelijkheden te kijken.

Overblijfregeling: Vanaf 1 augustus 2007 hebben wij als school de verplichting het overblijven te regelen. Vanaf 2007 wordt het overblijven geregeld en georganiseerd door Kinder Opvang Dronten. Dit brengt de nodige wettelijke regels en verplichtingen met zich mee. Door het overblijven onder te brengen bij KOD voldoen wij aan de eisen en kunnen wij het waarborgen bij een rechtspersoon. Op school zijn informatiebrochures beschikbaar. De coördinator van het overblijven is Wendy Middelkoop. Zij is elke dag op school aanwezig van 11.45 – 13.15 uur. Daarnaast is zij via de mail bereikbaar: [email protected] Voor overige informatie kunt u contact opnemen met Sietske Ras Tel. 0321-310142 of bij KOD Tel. 0321-316266

36


Preventiemedewerker: De preventie medewerker op school is de directeur. Zij verricht ieder jaar een risico-inventarisatie en maakt daar een plan van aanpak op. Schoolfotograaf: Eens per jaar komt de schoolfotograaf. Alle kinderen en alle groepen gaan dan op de foto. U bent vrij om de foto’s te kopen. Schooltijden: De schooltijden van de Zonnewijzer zijn als volgt: Maandag: groep 1 t/m 8: 08.45-12.00 uur 13.00-15.15 uur Dinsdag: groep 1 t/m 8: 08.45-12.00 uur 13.00-15.15 uur Woensdag: groep 1 t/m 8: 08.45-12.30 uur Donderdag: groep 1 t/m 8: 08.45-12.00 uur 13.00-15.15 uur Vrijdag: groep 1 t/m 4: 08.45-12.00 uur Vrijdag: groep 5 t/m 8: 08.45-12.00 uur 13.00-15.15 uur Schoolverzekering voor leerlingen: Het bestuur van onze school, SKOFV, heeft een collectieve bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor al haar scholen, dus ook voor de Zonnewijzer. Schorsing: Schorsing van leerlingen komt alleen voor indien de leerling zodanig gedrag vertoont, dat het onderwijs hierdoor geschaad wordt. Indien er sprake zal zijn van schorsing, zal altijd overleg gepleegd worden met ouders en schoolbestuur. Schorsing wordt altijd schriftelijk meegedeeld aan de ouders. De periode van schorsing wordt aangegeven voor bepaalde tijd. Een kopie van deze mededeling gaat ook naar inspectie. Het volledige protocol ligt ter inzage op school. Sponsoring: Scholen kunnen zich laten sponsoren. Door sponsoring kunnen scholen financiële speelruimte creëren die zowel ten goede komt aan het onderwijs als aan allerlei nevenactiviteiten. Met dat geld kunnen allerlei activiteiten worden gedaan. Onze school staat hier positief tegenover. Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring willen omgaan, moet deze aan een aantal voorwaarden voldoen: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. • Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. • Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. • Speciale aandacht richten wij op sponsoruitingen in gesponsord lesmateriaal.

37


Bovengenoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, leerlingen en ouders en een aantal andere organisaties waaronder de consumentenbond hebben ondertekend. Dit convenant ligt op school ter inzage. Om de sponsoring op onze school in goede banen te leiden beschikt de school over een sponsorbeleidsplan. De voorwaarden waaraan alle sponsoractiviteiten die de school onderneemt voldoen, behoeven de goedkeuring van het bestuur en de instemming van onze medezeggenschapsraad. De activiteiten als zodanig worden door de directie vastgesteld na overleg met het leerkrachtenteam en onze oudervereniging. Ouders die klachten hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en niet akkoord gaan met de wederprestatie die aan de sponsoring verbonden is, bespreken dit met de directeur. De directeur kan indien hij niet tot overeenstemming komt met de ouders hen verwijzen naar het bevoegd gezag. Sponsoractiviteiten op onze school worden gecoördineerd door een commissie die bestaat uit: • de directeur van de school • leden van de oudervereniging Stagiair(e)s: Voor het voortgezet- en beroepsonderwijs hebben wij een aantal stageplaatsen beschikbaar, afhankelijk van duur, tijd en groep. De begeleiding van de stagiair(e) gebeurt door de leerkracht. Stagiair(e)s worden in verschillende groepen geplaatst. Wij streven ernaar maar één stagiair(e) tegelijk in de groep te plaatsen. Vanuit de Katholieke Pabo in Zwolle zijn er ook stagiaires. Zij zijn in opleiding voor leerkracht. In het laatste jaar heten zij: WPO student. Werk Plek Opleider. Het is de bedoeling dat zij naast een collega zelfstandig een groep draaien. Zij worden begeleid door een Begeleider Op Afstand (BOA).Dit is juf Marieke Vos. Theateruurtje: Eén keer per schooljaar verzorgen de kinderen van alle groepen een theateruurtje. Deze theateruurtjes staan vermeld in de jaarkalender en vinden plaats op woensdag van 11.45-12.30 uur. Wanneer de groep van uw kind aan de beurt is, bent u van harte welkom dit theateruurtje bij te wonen. Verjaardagen: Ieder kind mag zijn / haar verjaardag vieren en eventueel trakteren. We zien dit het liefst gebeuren in de vorm van een kaas- of fruit- traktatie: Lekker en gezond! De leerkracht is blij met dezelfde traktatie als de kinderen. Verder wordt er nog aandacht besteed aan de verjaardag door de jarige die dag in de groep extra in het zonnetje te zetten. De jarige mag ook de groepen rond om de felicitaties van de andere meesters en juffen in ontvangst te nemen. Groep 1-2: We vieren de verjaardag van vierjarigen niet in de nieuwe groep. Meestal voelen deze jonge kinderen zich nog niet zo vrij in de groep. Vanaf de vijfde verjaardag vieren wij wel feest en mogen ouders van kleuters het eerste half uurtje daarbij aanwezig zijn. Wij stellen het zeer op prijs dat uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes niet in de klas worden uitgedeeld. De leerkrachten vieren hun verjaardag met de eigen groep. De jarige juf / meester wordt door alle kinderen 's morgens op een ludieke wijze gefeliciteerd. Van tevoren wordt aan de betreffende groep een kleine bijdrage gevraagd voor een gezamenlijk cadeau aan de leerkracht.

38


Vakantieverlofregeling: Voor verlofaanvragen zijn er op school twee verschillende aanvraagformulieren: VERLOF VOOR GEWICHTIGE OMSTANDIGHEDEN VERLOF VOOR EXTRA VAKANTIE Het eerste verlof betreft aanvragen in de zin van verhuizing, huwelijk van bloedverwanten, jubileum, begrafenis, gezinsuitbreiding, sociale/medische indicatie. Het tweede verlof betreft aanvragen voor extra vakantie. Deze aanvraag behoort twee maanden van tevoren, voorzien van een werkgeversverklaring, te worden ingediend; verlof wordt maar éénmaal per schooljaar verleend. In de eerste twee weken van het schooljaar wordt extra verlof niet verleend. De gevraagde periode wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan een schoolvakantie; er is een maximum van 10 schooldagen. Wij melden uitdrukkelijk dat een verzoek om een dag eerder met vakantie te gaan niet wordt toegekend! De leerplichtambtenaar ziet toe dat de regeling wordt nageleefd. Vernielingen: Wordt door de leerlingen in of buiten de school iets vernield, dan spreken wij hen en eventueel hun ouders, daar (financieel) op aan. Verplichte onderwijstijd: Schooljaar 2014/2015 De wettelijke eisen voor de onderwijstijd bedraagt in het basisonderwijs minimaal 7520 uur over 8 schooljaren. Met tenminste 3520 uur in de eerste 4 schooljaren en 3760 in de laatste 4 schooljaren. De onderbouw en de bovenbouw gaan gemiddeld 940 uur naar school. Het vakantierooster van dit schooljaar is te vinden op de website van de school. Verwijdering: Verwijdering van leerling(en) van school is alleen in hoogst uitzonderlijke situaties mogelijk. Hierbij is ook overleg met ouders en schoolcommissie (stichting) noodzakelijk. Wij zullen altijd trachten het probleem bespreekbaar te maken en oplossingen te vinden. Verwijdering van leerling(en) kan niet eerder dan dat de verplichting is aangegaan om binnen zes weken een andere school te vinden, die bereid is de leerling in te schrijven in overleg met de ouders. Mocht dit niet lukken binnen deze termijn dan mag de leerling van school verwijderd worden met inachtneming dat een en ander ook aan de leerplichtambtenaar gemeld is. De ouder is dan zelf verantwoordelijk om de leerling bij een basisschool aan te melden omdat de leerling onder de leerplicht valt. Ziekmelding: Indien een leerling afwezig is, om welke reden dan ook, verwachten wij dat u dit zo tijdig mogelijk meedeelt aan de betreffende leerkracht. Telefonische meldingen ontvangen we graag vóór schooltijd. Ten slotte…… Wij stellen het erg op prijs dat u contact met ons opneemt wanneer er problemen, onduidelijkheden, vragen of klachten zijn. Leerkrachten zijn ook mensen die fouten kunnen maken en openheid kan veel misverstand voorkomen. Verder stellen wij het op prijs ook van ouders suggesties te ontvangen omtrent deze schoolgids. Wat mist U ? Is het duidelijk ? Meld het ons.

39


SCHOOLGIDS. kbs De Zonnewijzer SCHOOLJAAR De Zonnewijzer Samen Jezelf Worden

Recommend Documents