Schoolgids Drijberse weg PW Wijster. Telefoon (0593)

Schoolgids 2014-2015

Drijberse weg 2 9418 PW Wijster Telefoon (0593) 562 250 E-mail [email protected]

Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van de Zuiderenk. De school maakt deel uit van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Midden-Drenthe. In deze gids treft u informatie aan over de school en de stichting. Het geven van goed onderwijs is onze belangrijkste doelstelling. Voor optimaal onderwijs is een goede organisatie van belang. Over de organisatie kunt u in deze gids informatie vinden. We accepteren kinderen zoals ze zijn. Het kind staat bij ons centraal. Dat is de basis om aandachtig naar kinderen te kijken en te bepalen wat we kunnen toevoegen. Ons onderwijs is erop gericht: • Kinderen optimaal tot ontplooiing te laten komen; • Kinderen sociaal vaardig en weerbaar te maken; • Kinderen uiteindelijk optimaal toe te rusten richting het vervolgonderwijs. Wij willen dat ‘onze’ kinderen met een positief kritische houding en met vertrouwen in de toekomstige samenleving, hun weg vinden. Wij willen hiervoor optimale voorwaarden scheppen. Daarbij hebben we aandacht voor de vaardigheden, kennis en competenties die kinderen nodig hebben en de wijze waarop ze die kunnen verwerven. De betrokkenheid en inbreng van de ouders en anderen wordt hierbij ten volle benut, maar ook het principe ‘leren van en met elkaar’.

Bij onze stichting geven wij kleur aan kwaliteit. Wij kiezen voor de kwaliteit van het onderwijs, voor de kinderen en voor de mensen die het onderwijs verzorgen. Binnen de stichting OBOMD geven wij dan ook prioriteit aan drie thema’s: • Klanttevredenheid • Resultaatgerichtheid • Effectiviteit Deze drie thema’s zijn leidend in onze organisatie. De schoolgids wordt jaarlijks opgesteld. De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad heeft met de schoolgids ingestemd. Daarop heeft het bevoegd gezag de schoolgids vastgesteld. De inspectie toetst of de schoolgids voldoet aan de wettelijke voorschriften. We verwelkomen alle ouders die voor het eerst hun kind(eren) naar onze scholen brengen. Wij hopen dat u en uw kinderen zich snel thuis zullen voelen. Wij zetten ons er voor in uw kind(eren) een fijne basisschooltijd te geven. Wij zijn ons ervan bewust dat deze gids u slechts een indruk kan geven. Wij zijn vanzelfsprekend bereid u alle verdere informatie te verstrekken. U bent van harte welkom, met uw kind(eren) een kijkje te komen nemen in onze scholen. Ik wens u veel leesplezier met deze schoolgids.

Jos van Kimmenaede, Algemeen directeur stichting OBOMD


3

Inhoud Voorwoord

3

Een woord vooraf

11

Hoofdstuk 1 Een kennismaking met de Zuiderenk

13

1.1.

13

De Zuiderenk

Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat

14

2.1.

Onze visie

14

2.2.

Kwaliteitskaarten

15

Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs

16

3.1.

Organisatie

16

3.2.

Wat leert mijn kind op deze school

17

3.3.

Onze zorg voor uw kind

20

3.4.

Voortgezet onderwijs

21

Hoofdstuk 4 De ouders

22

4.1

Schoolkrant

22

4.2

Nieuwsbrief

22

4.3

Tussentijdse mededelingen

22

4.4

Informatieavonden

22

4.5

Kijkochtend

22

4.6

Contactavond

22

4.7

Ouders helpen op school

23

4.8

Medezeggenschap

23

4.9

Ouderraad

23

4.10

Verkeersouders

24

4.11

Vrijwillige ouderbijdrage

24

4.12

Overblijven op de Zuiderenk

24

4.13

Sponsoring

24

4.14

Klachtenregeling

24

Hoofdstuk 5 Schoolregels

25

5.1

Schoolregels

25

5.2

Klassenregels

25

5.3

Pleinregels

25


5

6

Hoofdstuk 6 Praktische zaken van A tot Z

26

6.1

Aanmelding nieuwe leerlingen

26

6.2

Bewegingsonderwijs

26

6.3

Brengen/halen

26

6.4

Eten in de pauze

26

6.5

Gescheiden ouders

26

6.6

Gevonden voorwerpen

26

6.7

Gymnastiek

27

6.8

Hoofdluis

27

6.9

Huiswerk

27

6.10

Jeugdtijdschriften

27

6.11

Kijkochtend

27

6.12.

Nablijven

28

6.13.

Pestprotocol

28

6.14.

Inzameling oud papier

28

6.15.

Vervoer kinderen

28

6.16.

Schoolplein

28

6.17.

Verjaardagen

28

6.18.

Verhuizing

28

6.19.

Verzekering

29

6.20.

Werkgroep

29

6.21.

Ziekte

29

Hoofdstuk 7 Schoolse en buitenschoolse activiteiten

30

7.1.

Sport

30

7.2.

Schoolreis

30

7.3.

Projecten

30

7.4.

Sinterklaas

30

7.5.

Kerstviering

30

7.6.

Laatste schooldag

30

Hoofdstuk 8 Actuele informatie schooljaar 2014-2015

33

8.1.

Urenverantwoording

33

8.2.

Vakanties schooljaar 2014-2105

34


Bijlage 1 OBOMD

37

1.1.

Stichting openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe

37

1.2.

Openbaar Onderwijs

37

1.3.

Directie en Managementteam

37

1.4.

Directiestructuur OBOMD

38

1.5.

Bestuur OBOMD

38

1.6.

Scholen

39

1.7.

Lifestyle

41

1.8.

Stichting tot steun aan de Stichting OBOMD

41

Bijlage 2 De zorg voor kinderen

42

2.1.

Aanmelding en plaatsing van nieuwe leerlingen

42

2.2.

Toelatingsbeleid

42

2.3.

Het leerlingvolgsysteem

43

2.4.

Het leerlingendossier

43

2.5.

Het afmelden van een leerling

43

2.6.

Onderwijskundig rapport

43

2.7.

Speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften

44

2.8.

Passend onderwijs en 1-zorgroute

45

2.9.

Leerlingen met een handicap: het rugzakje

45

2.10.

Dyslexie

46

2.11.

Begeleiding naar het voortgezet onderwijs

47

2.12.

Centrum voor Jeugd en Gezin

48

2.13.

De GGD voor leerlingen in het basisonderwijs

48

2.14.

Schoolmaatschappelijk werk

49

2.15.

Onderwijs aan zieke leerlingen

49

2.16.

Hoofdluis

49

2.17.

Richtlijn medicijnverstrekking en handelen

50

2.18.

Foto- en filmbeleid

50

2.19.

Veiligheidsbeleid

50

2.20.

Collectieve verzekering

51

2.21.

Richtlijn pesten

52

Bijlage 3 Waar staan we voor

53

3.1.

De kwaliteit van ons onderwijs

53

3.2.

Actief burgerschap en sociale integratie

54

3.3.

Godsdienstig of humanistisch vormings-onderwijs (GVO of HVO)

54

3.4.

Uitstroom en resultaten

55

3.5.

Het schoolklimaat

57


7

8

Bijlage 4 Regelingen in het onderwijs

58

4.1.

Leerplicht

58

4.2.

Ziekte

58

4.3.

Lesuitval

58

4.4.

Klachtenregeling

58

4.5.

Richtlijn schorsing en verwijdering

60

4.6.

Medezeggenschap

60

4.7.

Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad

60

4.8.

Overblijven op school

60

4.9.

Buitenschoolse opvang

61

4.10.

Sponsorbeleid

62

Bijlage 5 Personeel

64

5.1.

Het bestuursformatieplan

64

5.2.

De groepsleerkrachten

64

5.3.

Wijze van vervanging

64

5.4.

Taakbeleid

64


Schoolspecifiek gedeelte

Drijberse weg 2 9418 PW Wijster Telefoon: (0593) 562 250 Directie Tiny Veenbaas (Indien niet bereikbaar via school tel: 06-36490686) Indien u een gesprek wilt hebben met de directeur, is het aan te bevelen telefonisch of via mail een afspraak te maken. Coördinator

Lucas Tol

M.i.v. mei 2014 is de school administratieve dienst centraal gehuisvest in het bestuurskantoor, Hofstraat 18, Beilen. Vandaar uit worden ziekmeldingen naar de scholen verstuurd en wordt er, indien nodig, doorverbonden naar de leerkrachten. E-mail : website:


[email protected] www.zuiderenk.nl

9

10


Een woord vooraf Voor u ligt de schoolgids van obs Zuiderenk. Met deze schoolgids willen wij u graag informeren over hoe er in de school wordt gewerkt, welke doelen we hebben en welke activiteiten we daarbij ontplooien. In de schoolgids vindt u ook informatie over praktische zaken, zoals de schooltijden, vakantietijden, namen, adressen, enz. De schoolgids wordt uitgereikt aan nieuwe ouders en staat op de website. De medezeggenschapsraad van de Zuiderenk heeft ingestemd met de inhoud van deze schoolgids en vervolgens is de schoolgids vastgesteld door het bestuur van het openbaar onderwijs MiddenDrenthe. We hopen dat u in deze gids bruikbare informatie zult vinden en houden ons natuurlijk aanbevolen voor suggesties en commentaar.

Tiny Veenbaas


11

12


Hoofdstuk 1 Een kennismaking met de Zuiderenk 1.1.

De Zuiderenk

De Zuiderenk is een openbare basisschool die gevestigd is midden in het dorp Wijster. De Zuiderenk is één van 11 openbare basisscholen van de gemeente MiddenDrenthe. Al in het begin van de 19e eeuw was in Wijster een schoolgebouwtje aanwezig. Hier werd hoofdzakelijk les gegeven tijdens de wintermaanden. Dit schooltje bevond zich aan het Westeinde, de tegenwoordige Bruntingerweg. In 1838 werd het schooltje vervangen door nieuwbouw. Vanaf dat moment werd er het hele jaar les gegeven. Dit gebouwtje heeft als school dienst gedaan tot 1881 en werd daarna nog gebruikt als verenigingsgebouw, voordat het in 1924 werd afgebroken. In 1881 werd in Wijster een nieuwe openbare school gebouwd die ook door de kinderen uit Spier werd bezocht. Deze school werd in 1897 vergroot van twee naar vier klassen. Door de toename van het aantal leerlingen werd de school in 1962 nogmaals uitgebreid. Maar, omdat de school niet meer aan de eisen van die tijd voldeed, werd het gebouw gesloopt in 1976 en verrees in 1977 op dezelfde plek het huidige schoolgebouw. Vanwege de ligging bij de Zuideres kreeg de school bij de feestelijke opening de naam Zuiderenk.

De Zuiderenk heeft ongeveer 110 leerlingen. De Zuiderenk is een typische streekschool; onze leerlingen komen uit Wijster, het nabij gelegen Spier en uit de min of meer wijde omgeving. Aan de Zuiderenk werken 9 leerkrachten, een MIB-er (coördinator leerlingenzorg) en een school coördinator. Het schoolgebouw telt zes groepslokalen, een gemeenschapsruimte, een speellokaal, een personeelsruimte en sinds 2009 een nieuwe ruimte voor de leerlingenbegeleiding en directie. Een lokaal wordt gebruikt door de kinderopvang Aska. De school is in 2013 voorzien van een nieuw dak en is in 2014 opgefrist tot een eigentijds gebouw.

De gemeenschapsruimte wordt voor diverse activiteiten gebruikt, zoals crea, vieringen, ouderavonden en het overblijven in de middagpauze. Naast de school bevindt zich een groot speelterrein en enkele karakteristieke oude linde- en beukenbomen. Op het verharde deel van het speelterrein hebben we verschillende speeltoestellen en zandbakken. Direct naast het speelterrein hebben we een klein sportveldje van gras.


13

Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat 2.1.

Onze visie

Bouwen aan een adaptieve school (BAS) Op de Zuiderenk wordt adaptief onderwijs gegeven. Adaptief onderwijs wil zeggen, dat het onderwijs wordt afgestemd op het kind en dus ook op de verschillen tussen kinderen. Een kind kan zich beter ontwikkelen als er een veilige sfeer is op school en het zich gewaardeerd voelt door leerkrachten en klasgenoten. Kortom:

Samen worden we wijzer Wij bieden:  een goed en veilig pedagogisch klimaat  leerkrachten die meedenken vanuit nieuwe inzichten  verantwoorde methodes  onderwijs op maat Een goed en veilig pedagogisch klimaat Een goed en veilig pedagogisch klimaat bieden wij door een leeromgeving die stimulerend en uitdagend is voor de kinderen. De manier van communiceren tussen leerlingen en leerkrachten is hierbij erg belangrijk. Contactmomenten die door de kinderen als positief ervaren worden, bevorderen hun zelfvertrouwen en zelfrespect. Hierdoor kunnen ze weer beter omgaan met conflicten en meningsverschillen met anderen. Leerkrachten die meedenken vanuit nieuwe inzichten Het team heeft cursussen gevolgd voor het ‘Bouwen aan een adaptieve school”. Maar we blijven onze inzichten ontwikkelen. We toetsen onze adaptieve vorm van lesgeven aan de praktijk door regelmatig te evalueren en waar nodig verbeteringen aan te brengen. De leerkrachten werken goed samen en maken gebruik van elkaars sterke punten, waarbij we op de hoogte blijven van de nieuwe ontwikkelingen in het adaptief onderwijs. Een onderdeel daarvan is het zelfstandig werken van de kinderen met behulp van weektaken en samenwerkend leren. Dit ziet u terug in ons onderwijs.

14

Verantwoorde lesmethodes Wij gebruiken methodes die voldoen aan de wettelijk minimumeisen (kerndoelen). We kiezen voor methodes die uitdagend zijn voor kinderen en die ruimte bieden om rekening te houden met de verschillen tussen kinderen. Zodoende kunnen we namelijk ook verschillen aanbrengen in de instructietijd per kind. Bijna ieder jaar wordt er een methode vernieuwd om aan te sluiten bij de eisen van het moderne onderwijs. Onderwijs op maat Elk kind is verschillend, maar één ding hebben ze gemeen: elk kind wil graag succeservaringen op doen en het gevoel hebben dat hij/zij ‘het kan’ (competentie). Daar zorgen we voor door rekening te houden met de behoeftes en de mogelijkheden van de kinderen. Dit betekent in de praktijk:  Elk kind heeft niet evenveel uitleg nodig.  Elk kind hoeft niet dezelfde leerstof te hebben.  Dat we rekening houden met de individuele vaardigheden en talenten van uw kind. Het einddoel blijft echter voor elk kind overeind: het bereiken van kerndoelen. Alleen de weg er naartoe kan verschillend zijn. BAS onderwijs in de praktijk Hoe ziet ons BAS- onderwijs er in de praktijk uit?  In alle groepen wordt een dag rooster aangegeven.  We doen wekelijks aan “begeleid zelfstandig leren” en dit wordt geleidelijk uitgebreid naar drie ochtenden per week in de bovenbouw.  Leerkrachten lopen vaste rondes door de klas.  Kinderen leren met “uitgestelde aandacht” om te gaan.  Vanaf groep 3 verschilt de instructietijd per kind; kinderen die het meer nodig hebben, krijgen meer instructie dan kinderen die het goed op zichzelf kunnen.  Kinderen leren van elkaar door in tweetallen of tafelgroepjes te werken.  “Tutorleren”; kinderen begeleiden andere kinderen.  Voor alle kinderen gelden de zelfde plein-, school- en groepsregels.


2.2.

Kwaliteitskaarten

We werken met het kwaliteitsinstrument “Werken met Kwaliteitskaarten” (WMK). Dit is een kwaliteitszorgsysteem dat aansluit op ons BAS-onderwijs. Het doel is om onze onderwijskwaliteit te bewaken en te verbeteren. Een tweejaarlijkse ouderenquête is een onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem. De Zuiderenk is een “lerende” school, waarin we telkens proberen te leren van de ervaringen. Daarom evalueren we 4 keer per jaar de verschillende onderdelen van BAS om te proberen het systeem verder te verbeteren.

Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs 3.1.

Organisatie

De Zuiderenk heeft 9 leerkrachten en een administratief medewerkster. Naam

Groep

Bijzondere taken

Tiny Veenbaas

directie

Directietaken

Lucas Tol

schoolcoördinator

Bertha Abbing

1/2

MR

Gerla Posthumus

6/7

Coördinatie leesbevordering

Nanda Hunze

3/4

RECO ( rekencoördinator)

Daniëlle Bosma

3/4

TACO (taalcoördinator)

Susan Scholten

4/5

Lifestyle coördinator

Mariska Bruulsema

6/7

MR

Leonie Huser

4/5

MR coördinator hoogbegaafdheid

Johannes Everts

7/8

Lifestyle coördinator, preventiemedewerker

Marga van Houwelingen

1/2

Stagiaires De Zuiderenk heeft elk jaar één of twee studenten van de PABO in Assen of Meppel, of van een andere opleiding binnen het onderwijs. Deze stagiaires lopen op onze school stage voor het opdoen van praktische ervaring. De stagiair doorloopt een aantal groepen en voert diverse opdrachten uit. Een van de leerkrachten begeleidt de stagiair. We houden u via de nieuwsbrief op de hoogte van stagiaires. De inzet van de leerkrachten over de groepen in het schooljaar 2014-2015 is als volgt:

Ma Di Wo

Do Vr

groep 1 /2

groep 3/4

Groep 4/5

groep 6/7

groep 7/8

ochtend

Bertha

Nanda

Susan

Mariska

Gerla/Daniëlle

middag

Bertha

Nanda

Susan

Mariska

Gerla/Daniëlle

ochtend

Bertha

Nanda

Susan

Gerla

Johannes

middag

vrij

Nanda

Susan

Gerla

Johannes

ochtend

Bertha/ Marga

Daniëlle

Susan

Gerla/Mariska

Johannes

middag

vrij

vrij

vrij

vrij

vrij

ochtend

Bertha

Daniëlle

Leonie

Gerla

Johannes

middag

Bertha

Daniëlle

Leonie

Gerla

Johannes

ochtend

Bertha

Daniëlle

Leonie

Mariska

Johannes

middag

vrij

vrij

Leonie

Mariska

Johannes

Alle kinderen uit groep 1 en 2 zijn op dinsdag- en vrijdagmiddag extra vrij. Daarnaast hebben de kinderen van groep 3/4 de vrijdagmiddag extra vrij.

16


3.2.

Wat leert mijn kind op deze school

Onderbouw (groep 1 en 2) In groep 1 en 2 werken we aan de hand van thema’s die passen bij de leef- en belangstellingswereld van het jonge kind (bijvoorbeeld herfst, lente, vervoer, zomer). Alle ontwikkelingsgebieden worden betrokken bij het opdoen en verwerken van ervaringen. De ontwikkelingsgebieden die wij bij groep 1 en 2 volgen zijn: sociaal-emotionele ontwikkeling, spelontwikkeling, spraak- en taalontwikkeling, taal-denken, rekenen-denken, auditieve waarneming, visuele waarneming, ruimtelijke waarneming, gedrag in werk en spel en de grove en fijne motoriek. Door veelzijdig materiaal aan te bieden, kunnen de kinderen verschillende leerervaringen op doen en worden de ontwikkelingen op allerlei gebieden gestimuleerd. We bieden “geleide activiteiten” aan, zoals taalen rekenactiviteiten, bewegingslessen en muzikale vorming. Bij taal gebruiken we o.a. de methode Schatkist en voor rekenen Pluspunt. Voor bewegingsonderwijs gebruiken we de methode Bewegingsonderwijs in het speellokaal, waarbij kleutergym, spel en bewegen op muziek aan de orde komen. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen opdrachten die zij tijdens de werk les moeten maken. Halverwege groep 2 bieden wij speelse activiteiten aan, die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven. Voor schrijven maken wij gebruik van de methode Pennenstreken. De kinderen oefenen schrijfpatronen ter voorbereiding op het leren schrijven. We letten hierbij op de juiste schrijfhouding en pengreep. Zo worden de kinderen stapsgewijs voorbereid op de overgang naar groep 3. De kleuters werken met een planbord. Groep 3 en hoger Lezen In groep 3 leert uw kind lezen met de methode Veilig Leren Lezen. Vanaf groep 4 oefenen we vooral met voortgezet technisch lezen, waarbij leesbevordering en leesbeleving een belangrijke rol spelen. Naast technisch lezen wordt er ruime aandacht geschonken aan het begrijpend en studerend lezen. We gebruiken hiervoor de nieuwe methode Tekstverwerken en Leeslink. Hiermee leert uw kind omgaan met verschillende soorten teksten: sprookjes, krantenberichten, advertenties enzovoorts. Schoolgids 2014-2015

Dit geeft de kinderen inzicht in het doel van de verschillende soorten teksten, waarbij ook de verschillende leeshoudingen en leesstrategieën aan bod komen. Het Tutorleren is 4 keer per week een half uur en wordt gebruikt voor het vak lezen, spelling en rekenen. Schrijven Vanaf groep 3 krijgen de kinderen schrijfles. We gebruiken hiervoor de methode Pennenstreken. We willen de kinderen een duidelijk en vloeiend handschrift aanleren. We letten hierbij op de juiste schrijfhouding en een goede pengreep. Het maakt hiervoor niet uit of ze linkshandig of rechtshandig zijn. Alle kinderen krijgen halverwege groep 3 een goede pen waar ze de rest van hun schoolcarrière mee kunnen schrijven. In de hogere groepen bieden we steeds meer ruimte om een eigen handschrift te ontwikkelen. In die groepen bieden we ook andere schrijfwijzen aan, zoals het schrijven van blokletters. Nederlandse taal

In groep 3 zijn taal en lezen met elkaar geïntegreerd. Op dit moment gebruiken we vanaf groep 4 de methode Taal op maat, die bestaat uit een spellingsgedeelte en een taalgedeelte. Wij willen de kinderen foutloos leren schrijven door spellingsoefeningen en dictees te maken. Maar ook het spreken, het luisteren naar wat anderen zeggen en het antwoorden zijn belangrijk. We leren de kinderen om hun eigen mening onder woorden te brengen en om een kritische houding te hebben over de leerstof.

17

Engels In groep 7 en 8 krijgen de kinderen Engels. In het begin sluiten we vooral aan bij de kennis die de kinderen zelf al hebben door de televisie, dagelijks taalgebruik, enzovoorts. Daarna breiden we deze woordenschat uit door teksten op cd’s, liedjes, gesprekjes en spelletjes. Tevens gebruiken we de methode Groove me. We starten in het komende schooljaar met deze methode. Rekenen en wiskunde Voor rekenen gebruiken wij de methode Pluspunt. M.i.v. het schooljaar 2014-2015 maken we gebruik van de nieuwste versie: Pluspunt 3. In deze methode staat het realistisch rekenen centraal, dat wil zeggen dat de kinderen leren rekenen door het oplossen van praktische problemen die ze ook in het dagelijkse leven kunnen tegenkomen. Naast de basisstof, bieden we ook verrijkingsstof of herhalingsstof aan. Zodoende kunnen we rekening houden met de verschillen in aanleg en tempo. Voor de verrijkingsstof gebruiken we Plustaak, Rekentijgers en Kien.

Voor biologie in groep 3 en 4 gebruiken we het School- TV programma Huisje Boompje Beestje. Vanaf groep 5 gebruiken we de methode Wijzer door de Natuur. We hebben een ladekast op school waar we allerlei lesmateriaal uit gebruiken. Voor het natuuronderwijs draait onze school mee in het gemeentelijke netwerk Natuur- en milieueducatie. In dit provinciale netwerk worden natuurthema’s uitgewerkt en wordt materiaal ontwikkeld voor de ladekast. Het natuuronderwijs gaat zoveel mogelijk uit van de levende natuur. Veel informatie wordt door de kinderen buiten in de natuur verzameld of verwerkt. Het thema voor het komende schooljaar is ‘bos’.

Wereld oriënterende vakken Dit zijn de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuur, maatschappelijke verhoudingen en verkeer. In de onderbouw staan deze vakken niet op zichzelf. Daar werken we vooral in thema’s die dicht bij de belevingswereld van kinderen staan. Vanaf groep 5 worden deze wereld oriënterende vakken apart gegeven, hoewel we vaak verbanden leggen naar andere vakgebieden. Maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen en staatsinrichting zijn geïntegreerd in de vakken geschiedenis en aardrijkskunde. Bij het vak aardrijkskunde leren de kinderen Nederland, Europa en de werelddelen kennen. We besteden daarbij aandacht aan het leven en werken in die gebieden. Maar we staan ook stil bij de natuurkundige aspecten van de aardrijkskunde: continenten, vulkanen en gletsjers. We gebruiken de methode De Blauwe Planeet. Het vak geschiedenis leert stil te staan bij de eigen omgeving, bij de Nederlandse geschiedenis in het algemeen en bij geschiedkundige aspecten van andere delen van de wereld. We gebruiken de methode Speurtocht.

18

Verkeer in de groepen 3 en 4 wordt gegeven met de methode Klaar…over. Vanaf groep 5 gebruiken we de Verkeerskranten van 3VO. In de bovenbouw doen de kinderen dit schooljaar een theoretisch verkeersexamen. De kinderen van groep 8 krijgen lessen in jeugd-EHBO. Deze lessen worden afgesloten met een examen.


Sociale redzaamheid Voor sociaal-emotionele weerbaarheid maken wij gebruik van de methode Soemo kaarten. Deze methode wordt in alle groepen gebruikt en is er op gericht om samen met de kinderen te kijken naar alledaagse situaties, naar het herkennen van emoties en naar het zoeken naar oplossingen. Voorbeelden van onderwerpen uit deze methode zijn pesten, zelfbeeld en bang zijn. De leerlingen uit groep 6 krijgen jaarlijks een “rots en water“ training. In deze training wordt de weerbaarheid vergroot en wordt gewerkt aan de sociale contacten. In het schooljaar 2014-2015 starten we met PBS, “positive behavior support”. Dit is een lesprogramma voor sociaal emotionele vorming. Expressieactiviteiten Op de donderdagmiddag hebben we een “crea”-uur voor de groepen 3-8. Het crea-uur geven we in blokken van drie weken, waarbij we beurtelings diverse werkvormen aanbieden op het gebied van handvaardigheid, koken, techniek, en knutselen. De activiteiten worden gegeven door leerkrachten en ouders, waardoor het mogelijk is om met kleine groepen te werken met als doel: ● kinderen kennis te laten maken met verschillende vormen van creativiteit; ● activiteiten aan te bieden die alleen haalbaar zijn in kleine groepen ● leren om te gaan met verschillende technieken en gereedschappen’; ● sociale vaardigheden te ontwikkelen, omdat kinderen elkaar helpen en we in kleine groepen werken. 1

Zuiderenk doet mee aan het Kunstmenu , dat wordt aangeboden door Kunst en Cultuur Drenthe en het Instituut voor Creatieve Ontwikkeling (ICO) in Assen. Hierdoor kunnen we als school structureel en laagdrempelig aandacht besteden aan audiovisuele kunst, beeldende kunst, dans, drama, literatuur en muziek. De kinderen maken tijdens kunstontmoetingen kennis met professionele voorstellingen (dans, theater, muziek) en projecten in hun eigen omgeving en leren zich kunstzinnig te uiten. De kunstlessen worden gegeven door docenten van het ICO.

De leerkrachten van de Zuiderenk krijgen bijscholing in de verschillende kunstvakken door de specialisten van Kunst en Cultuur Drenthe. Elk jaar staat voor uw kind een ander kunstvorm centraal. U ziet op school zo nu en dan kunstenaars of docenten drama of muziek verschijnen. Zij geven lessen in het kader van Kunstmenu. Ook komen er voorstellingen op school, of de kinderen gaan naar een voorstelling op een andere school in de buurt. De kinderen van groep 8 doen weer mee aan de kunstschooldag op het ICO in Assen. GVO(Godsdienstonderwijs)/HVO (Humanistisch Vormend Onderwijs) Voor de kinderen in de groepen 7 en 8 is er de mogelijkheid om godsdienstlessen of HVO lessen te volgen. De lessen worden gegeven door speciaal hiervoor opgeleide externe leerkrachten. Het gaat hier om lessen van 45 minuten per week en het volgen van deze lessen is vrijwillig. De kinderen krijgen vóór de aanvang van het schooljaar informatiemateriaal mee naar huis. Daar zit ook een antwoordstrook bij, waarmee de ouders hun keuze kunnen aangeven. Om organisatorische reden, ligt de gemaakte keuze voor één jaar vast. De kinderen die geen godsdienstles / HVO-les volgen, krijgen vervangende taken van de leerkracht. Lichamelijke opvoeding Zie Gymnastiek en Schaatsen bij praktische punten A t/m Z. we maken gebruik van de nieuwe methode: Basislessen bewegingsonderwijs.

AMV (Algemene Muzikale Vorming) In groep 5 krijgen de leerlingen 30x een muziekles, door een muziekdocent gegeven. Kinderen leren noten lezen, blokfluiten en ze komen in aanraking met muziekstijlen.

1

Kunstmenu wordt gefinancierd door de provincie Drenthe, de gemeente Midden-Drenthe en de deelnemende scholen.


19

ICT De Informatie en Communicatie Technologie (ICT) speelt een grote rol in de huidige maatschappij. Op de Zuiderenk heeft de ICT ook een vaste plek gekregen, uiteraard vanuit pedagogische uitgangspunten. In het schooljaar 2014-2015 zullen alle digiborden worden vervangen door touchscreens. Daarnaast zullen er tablets worden aangeschaft en zullen in de komende jaren de huidige computers worden vervangen. De ICT-kerndoelen zijn: "De leerlingen maken verantwoord en doelbewust gebruik van communicatiemiddelen, waaronder de nieuwe media:  ze kunnen een tekst maken en bewerken met een tekstverwerkingsprogramma op de computer  ze weten globaal welke mogelijkheden (digitale) informatiemedia hebben  ze kunnen met behulp van een computer digitale leermiddelen gebruiken We onderscheiden vier verschillende situaties bij het gebruik van ICT door de kinderen op school: 1. het gebruiken van educatieve software die hoort bij de lesmethodes; 2. het gebruik van programma’s voor kinderen die moeite hebben met bepaalde vakken (bijvoorbeeld rekenen en spelling); 3. het gebruik van educatieve software en internet tijdens begeleid zelfstandig werken; 4. het gebruik van software en lesmateriaal ter bevordering van het leren omgaan met de computer (bijvoorbeeld het werken met Excel en Word). De kinderen van groep 1 t/m 8 komen wekelijks, zo niet dagelijks, in aanraking met ICT. Voor het leren omgaan met de computer gebruiken we in de onderbouw het programma “Toveren met de muis”. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen les in Windows, Word, Excel en PowerPoint. Stichting OBOMD heeft een nieuwe site ontwikkeld voor alle scholen. Daaronder valt ook de Zuiderenk. De oude site van de Zuiderenk is uit de lucht. Op deze website kunt u allerlei informatie vinden over de school. Ook zijn er foto’s te zien van bijzondere activiteiten. Op de foto’s zijn ook kinderen te zien. Ook uw kind kan hier bij zijn. U kunt voor alle activiteiten de kalender raadplegen op de website.

20

3.3.

Onze zorg voor uw kind

Leerlingvolgsysteem We gebruiken een leerlingvolgsysteem binnen ons administratiesysteem ParnasSys, om de ontwikkelingen van uw kind goed te kunnen volgen. Enkele malen per jaar nemen we CITO toetsen af in de groepen 1 t/m 8. Het zijn landelijke toetsen, waardoor we de vorderingen van de kinderen kunnen vergelijken met leeftijdsgenoten in Nederland. Dit systeem levert waardevolle informatie op over het kind. Het kan bijvoorbeeld laten zien wat een kind in een bepaalde periode heeft geleerd. We gebruiken het volgsysteem voor de vakken Taal voor kleuters, Rekenen voor kleuters, Technisch lezen, Begrijpend lezen, Spelling, Woordenschat en Rekenen en Wiskunde. Als het wat moeilijker gaat Er zijn kinderen die gedurende een korte of langere periode extra aandacht nodig hebben. Dat kunnen leerproblemen zijn of problemen van sociaal-emotionele aard. In dat geval bekijkt de eigen groepsleerkracht allereerst wat hij/zij daaraan kan doen. Komt de leerkracht er niet uit, dan wordt de interne begeleider (MIB-er Geesje Weggen) ingeschakeld. In enkele gevallen maken we dan een individueel handelingsplan. In dat plan staat het doel van de hulp, hoe en wanneer er extra hulp geboden wordt en de leermiddelen die worden gebruikt. Het handelingsplan wordt besproken met de ouders en door hen ondertekend. De extra hulp in de klas heeft het meeste leereffect. We halen de kinderen dan ook zo weinig mogelijk uit de klas. Het zittenblijven wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt alleen bij kinderen die de noodzakelijke voorwaarden missen om het onderwijs in de volgende groep met succes te kunnen volgen. We werken in de klas met groepsplannen. In het groepsplan kan de leerling op verschillende manieren de instructie krijgen. We definiëren drie instructiegroepen binnen het groepsplan. Instructie onafhankelijk houdt in dat de leerling na een korte instructie aan het werk gaat. Deze leerling kan goed zelfstandig werken en scoort goed op de toetsen. Instructie gevoelige groep houdt in dat de leerling de basisinstructie krijgt en de leerkracht de instructie door middel van het directe instructiemodel geeft. Instructie afhankelijke groep houdt in dat de leerling een extra instructie krijgt en deze instructie wordt veelal aan de instructietafel gegeven.


Leerlijn houdt in dat de leerling een eigen leerlijn heeft en een andere instructie dan de groep krijgt. Ouders zijn op de hoogte van de aanpak die bij hun kind past. Kinderen die meer aan kunnen Voor de leerlingen die meer uitdaging nodig hebben dan de reguliere methoden kunnen bieden, maken we gebruik van diverse materialen en methodieken. Sommigen leerlingen gaan versneld door de leerstof door middel van “compacten en verrijken” en krijgen daarnaast extra verdieping. We maken gebruik van de materialen van Levelwerk. Dit zijn aanvullende, uitdagende materialen. In incidentele gevallen wordt besloten een kind te versnellen, m.a.w. een groep over te laten slaan. Net als bij een doublure, is dit altijd na overleg met ouders. Wat gebeurt er als de school het niet meer aan kan? Binnen onze Stichting werken we met meerschoolse interne begeleiders. Zij zijn verantwoordelijk voor de leerlingenzorg binnen de school. Zij worden aangestuurd door de directeur leerlingenzorg. Bij dit team van MIBers en directeur leerlingenzorg hoort een orthopedagoog. Vanaf 1 augustus 2014 is de wet “Passend onderwijs “van kracht. In het algemene gedeelte van de schoolgids kunt u daarover meer informatie vinden. Logopedie De kinderen worden in groep 2 gescreend en vervolgens, wanneer dit nodig is, doorverwezen naar de logopedie praktijk in bijv. Beilen. Indien er vragen zijn over de spraak- en taalontwikkeling van uw kind, kunt u altijd contact opnemen met de betreffende leerkracht of de logopediste.

3.4.

Voortgezet onderwijs

In oktober/november nodigen wij de ouders van de leerlingen uit groep 8 uit voor een informatieavond over het voortgezet onderwijs en het schoolkeuzeadvies. Voor 1 maart krijgen de leerlingen uit groep 8 een advies voor het voortgezet onderwijs. Dit advies is gebaseerd op de toetsen van het leerlingvolgsysteem, de methode gebonden toetsen en de observaties van de leerkracht. De, vernieuwde, verplichte eindtoets is op 21, 22 en 23 april. Uit de resultaten komt een tweede advies voort, dat wordt vergeleken met het schooladvies. Het schooladvies is leidend voor plaatsing in het voortgezet onderwijs. Dit advies kan worden heroverwogen indien de uitslag van de eindtoets een ander beeld geeft. De heroverweging kan leiden tot een wijziging in het schooladvies. De kinderen kunnen open dagen van het voortgezet onderwijs bijwonen en een aantal lesuren meedraaien op de school waar zij naar toe zouden willen. Op deze wijze kunnen ze een beetje proeven van de sfeer in het voorgezet onderwijs. De middelbare scholen organiseren ook voorlichtingsbijeenkomsten die bedoeld zijn voor ouders en leerlingen. Gedurende de eerste jaren dat uw kind op het voortgezet onderwijs zit, wordt de Zuiderenk mondeling en schriftelijk op de hoogte gehouden van de vorderingen van oudleerlingen. De uitstroomgegevens van de afgelopen jaren zijn te vinden in de bijlagen.

Schoolmaatschappelijk werk Mevrouw Anja Mulder is schoolmaatschappelijk werkster van de Stichting Noordermaat. Contact gaat eerst via de ouders en pas daarna zijn er gesprekken met Anja en de leerling. Problemen die besproken kunnen worden zijn bijv. rouwverwerking, scheiding, enz. Ouders kunnen ook zelf contact zoeken. Anja komt 1 keer in de maand op vastgestelde tijden naar onze school.


21

Hoofdstuk 4 De ouders Het is belangrijk dat ouders betrokken zijn bij het functioneren van hun kind op school. De kinderen voelen zich beter thuis op school als er een goed contact is tussen ouders en school. Dit gebeurt op verschillende manieren. Wij informeren u over belangrijke gebeurtenissen op school, over regelingen op school en over hoe het gaat met uw kind op school. Wij stellen het op prijs als u ons op de hoogte houdt van belangrijke gebeurtenissen bij u thuis. Alleen samen kun we proberen om goed onderwijs vorm te geven.

4.4 Informatieavonden

4.1 Schoolkrant

4.5 Kijkochtend

De schoolkrant “de Papegaai” verschijnt drie maal per jaar: voor de Kerst, in april en voor de zomervakantie. De schoolkrant bevat mededelingen, artikelen over relevante onderwerpen en vooral verhalen, gedichten en tekeningen van de kinderen. Het schoolteam verzorgt de uitgave van de schoolkrant, maar de leerlingen leveren het grootste deel van de bijdragen. Wij stellen bijdragen van ouders ook zeer op prijs.

4.2 Nieuwsbrief Om de week geven wij een nieuwsbrief uit, waarmee we u willen informeren over de actuele situatie en de ontwikkelingen op school. In de nieuwsbrief worden ook korte verslagen opgenomen en worden aankondigingen gedaan van toekomstige gebeurtenissen (scholingen, vrije dagen, etc). De vergaderdata en informatie van de Ouderraad en de Medezeggenschapsraad worden in de nieuwsbrief gepubliceerd. De nieuwsbrief wordt digitaal verstuurd en komt ook op de website.

4.3 Tussentijdse mededelingen Tussentijdse mededelingen die voor u als ouder van belang zijn, geven wij via mail door of uw kind(-eren) krijgen een briefje mee.

22

Aan het begin van het schooljaar organiseren wij een informatieavond, waarmee we u kennis willen laten maken met de leerstof die uw kind in dat schooljaar aangeboden krijgt. De methodes waaruit wij werken komen daarbij aan de orde en de leermiddelen die we gebruiken. Verder gaan we in op het werken in combinatiegroepen en op de overstap naar het voortgezet onderwijs. De datum staat op de kalender.

Tijdens een kijkochtend kunnen de ouders samen met hun kind in de klas kijken, bijvoorbeeld naar werkjes die de kinderen hebben gemaakt. De kijkochtenden worden georganiseerd voor de groepen 1 t/m 3 (zie Praktische zaken van A tot Z).

4.6 Contactavond Wij nodigen u uit voor een oudergesprek aan de hand van rapporten, observatiegegevens of plotseling optredende leerof gedragsproblemen. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen nog geen rapport, maar in deze groepen worden wel observatieen registratielijsten bijgehouden. We volgen de sociale en cognitieve (kennis) ontwikkeling, taal en spraak, muziek, motoriek, spel en werkhouding. We gebruiken de criteria goed, voldoende, matig en zwak. De ouders van kinderen in groep 1 en 2 worden voor een gesprek uitgenodigd naar aanleiding van observatiegegevens. De kinderen van groep 3 tot en met 8 krijgen twee maal per jaar een rapport mee naar huis (maart en juni). Nadat de kinderen het rapport mee naar huis krijgen, nodigt de leerkracht u uit voor een gesprek. In november krijgen de kinderen geen rapport mee, maar is er wel een contactavond. Wij vinden contact belangrijk en willen dan ook graag met u in gesprek over het welbevinden en de resultaten van uw kind. Deze gesprekken duren 10 minuten. Bij leerof gedragsproblemen zal de groepsleerkracht contact met u opnemen voor het maken van een afspraak.


4.7 Ouders helpen op school Als betrekkelijk kleine school zijn we vaak op de hulp van ouders aangewezen. U kunt op vele manieren binnen de school behulpzaam zijn. Voorbeelden:  schoonmaakavond: drie keer per jaar maken we het speelgoed schoon. Hier maken vele handen licht werk, u wordt ingedeeld;  klusjes: soms is iets kapot wat dan weer gemaakt moet worden;  vervoer: hulp bij vervoer voor diverse activiteiten tijdens projecten;  sport- en speldagen: hulp bij coaching en de organisatie;  bibliotheek: uitlenen en opruimen;  oud papier: namens de Ouderraad wordt oud papier ingezameld. De opbrengst wordt door de Ouderraad beheerd en komt ten goede aan de leerlingen. Alle ouders helpen per toerbeurt bij het ophalen van het oud papier (zie ouderhulp in Praktische zaken).

4.8 Medezeggenschap Om ervoor te zorgen dat een school goed functioneert, worden dagelijks plannen gemaakt, beslissingen genomen en veranderingen doorgevoerd. Het beleid op de school is van belang voor zowel de leraren als de leerlingen en hun ouders. Daarom is er een inspraakorgaan, waarin zowel docenten als ouders deelnemen: de medezeggenschapsraad. Er is een medezeggenschapsraad (MR) van de Zuiderenk die zich bezig houdt met het beleid op de school zelf: de formatie, de organisatie rond de school, het schoolplan, de schoolgids en het vaststellen van de vrijwillige ouderbijdrage. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van OBOMD volgt het gemeentelijk beleid voor het openbaar onderwijs. Jannie Snoeijer zit sinds 2010 namens onze school in de GMR. In de MR van de Zuiderenk zitten drie leden namens het personeel en drie leden namens de ouders. De namen kunt u vinden op de kalender De directeur, Tiny Veenbaas, is aanwezig als adviserend lid. De MR heeft ongeveer vijf vergaderingen per jaar. De vergaderingen zijn in principe openbaar. De data voor de vergaderingen en eventuele besluiten worden bekendgemaakt in de nieuwsbrief en staan op de website.


Als u vragen hebt over het beleid van de school, kunt u die aan de voorzitter van de MR of aan een van de andere leden van de MR stellen. Deze vragen worden vervolgens op een vergadering besproken. Zowel de MR als de GMR heeft op bepaalde onderwerpen instemmings- en/of adviesrecht. De taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad zijn omschreven in een reglement. U kunt zich verkiesbaar stellen voor de oudergeleding van de medezeggenschapsraad van de Zuiderenk voor een termijn van drie jaar. Een van de leden van de MR van de Zuiderenk wordt afgevaardigd naar de Gemeentelijke Medezeggenschapsraad (GMR).

4.9 Ouderraad De ouderraad (OR) van de Zuiderenk is een organisatie van ouders die als doel heeft om de participatie van ouders bij het functioneren van de school te bevorderen. Anders dan bij de MR, heeft de ouderraad geen wettelijke basis. De OR op de Zuiderenk heeft 9 leden, die door en uit de ouders worden gekozen. De namen van de OR leden staan vermeld op de kalender. Taken van de OR:  ouderavonden organiseren  helpen bij de organisatie en de begeleiding van schoolreizen  helpen bij de organisatie van diverse schoolvieringen en buitenschoolse activiteiten De OR vergadert regelmatig en de vergaderingen zijn in principe openbaar. De data voor de vergaderingen en eventuele besluiten worden bekendgemaakt in de nieuwsbrief. Op de ouderavond in oktober wordt verslag gedaan van de activiteiten van het afgelopen schooljaar en wordt verantwoording afgelegd over het beheer van de financiën. Op deze ouderavond wordt ook het jaarverslag van de school toegelicht. In het schooljaar 2013-2014 is de gezamenlijke steunstichting van OBOMD opgericht. In deze stichting zijn alle scholen vertegenwoordigd en wordt de begroting voor de door ouders georganiseerde activiteiten goedgekeurd.

23

4.10 Verkeersouders

4.12 Overblijven op de Zuiderenk

De Zuiderenk heeft een “verkeersouder” die een brugfunctie heeft tussen ouders, school, gemeente, politie en 3VO over de verkeersveiligheid van de kinderen. De verkeersouder zet zich in voor:  verbetering van de verkeersveiligheid  betrekken van ouders bij de verbetering van de verkeersveiligheid  goed verkeersonderwijs en veilige schoolroutes De namen van de verkeersouders staan vermeld op de kalender.

Op 1 augustus 2006 is het schoolbestuur van Openbaar Onderwijs Midden-Drenthe verantwoordelijk geworden voor de tussenschoolse opvang (het overblijven) op de scholen. Het schoolbestuur heeft een brede werkgroep samengesteld met vertegenwoordigers namens de scholen en een externe deskundige van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven. De werkgroep heeft onderzocht hoe het goede uit de huidige opvang kan worden behouden en tegelijk de bestuurlijke verantwoordelijkheid op een goede wijze kan worden ingevuld. Dit heeft geleid tot het rapport ‘Tussenschoolse Opvang (overblijven op school)’ dat door het schoolbestuur op 20 juli 2006 is vastgesteld. Dit rapport ligt ter inzage in school. Op Zuiderenk kunnen de kinderen overblijven in de middagpauze. De kinderen nemen hiervoor zelf brood, drinken en/of fruit mee. Overblijven is mogelijk op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Door middel van het kopen van een strippenkaart, wordt de bijdrage vooraf betaald. De kosten bedragen € 1,00 per keer.

4.11 Vrijwillige ouderbijdrage De ouderraad van de Zuiderenk verzoekt u om een vrijwillige ouderbijdrage te betalen. De vrijwillige ouderbijdrage wordt gebruikt voor het betalen van diverse “extra” activiteiten, zoals schoolreizen, Sinterklaas- en kerstviering, afsluiting schooljaar en vergoedingen voor vervoer (bijvoorbeeld: schoolschaatsen). De medezeggenschapsraad (MR) heeft de vrijwillige ouderbijdrage vastgesteld op 50,euro per kind en per jaar. Dit is inclusief schoolreis voor groep 1 tot en met groep 6. Groep 7 en 8 betalen een hogere schoolreisbijdrage i.v.m. een meerdaagse schoolreis. Voor de kinderen die na 1 januari worden ingeschreven, is de bijdrage 37.50 euro (12.50 euro ouderbijdrage + 25 euro schoolreisbijdrage). Dit geldt niet voor de bovenbouw. U mag natuurlijk ook meer bijdragen. De Stichting van Zuiderenk valt onder de Steunstichting OBOMD. Wanneer uw kinderen de school verlaten hebben, kunt u donateur van onze school worden. Als donateur ontvangt u drie keer per jaar de schoolkrant. Alle leerlingen gaan met de bus op schoolreis en de schoolreis zit bij de ouderbijdrage in. Voor de meerdaagse schoolreis naar Texel met de groepen 7 en 8 wordt ook een extra bijdrage gevraagd van de ouders. Deze schoolreis is weer in 2015. Mocht deze bijdrage op financiële problemen stuiten, dan zijn er mogelijkheden om een beroep te doen op de gemeente voor bijzondere bijstand.

24

Kinderen die incidenteel overblijven, moeten uiterlijk voor acht uur ’s morgens worden aangemeld op de voicemail van het mobiele nummer 06-42455418. Het afmelden van kinderen dient ook via dit nummer te gebeuren. Contactpersoon: Laura Verouden (0629923515). Tijdens het overblijven zijn de kinderen en hun begeleiders vanuit de gemeente verzekerd.

4.13 Sponsoring Zie bijlage

4.14 Klachtenregeling Zie bijlage


Hoofdstuk 5 Schoolregels 5.1 Schoolregels Op onze school hebben we respect voor elkaar. Op onze school hoort iedereen erbij. Onze school is een plek waar we ons veilig voelen.

5.2 Klassenregels Een prettige sfeer in de klas begint bij jezelf: ...als je in de kring zit, luister je goed naar elkaar. ...als ieder aan het werk is, stoor je niet. ...als je in een groepje werkt, is goed samenwerken erg belangrijk. ...als het mag, help je een ander.

5.3 Pleinregels Houd het fijn op het plein: ...we spelen alleen waar het mag. ...we laten de natuur met rust. ...we houden ons plein netjes.


25

Hoofdstuk 6 Praktische zaken van A tot Z 6.1 Aanmelding nieuwe leerlingen Zie bijlage Als u uw kind bij onze school aanmeldt, is er een intakegesprek tussen de directeur en de ouder(s) en/of verzorger(s) van het kind. Tijdens dit gesprek informeren we u over de gang van zaken in de school en willen wij graag informatie over uw kind. Voor nieuwe gezinnen geven wij graag een rondleiding door de school. We geven dan de schoolgids en andere informatie mee, zodat u een beeld krijgt van de gang van zaken binnen onze school. U ontvangt van de directeur ook een inschrijfformulier. Met het inschrijfformulier geeft u aan dat u akkoord gaat met de op school geldende regels en afspraken. Op het intakeformulier vult u het sofinummer van uw kind in en daarbij willen we graag een kopie van een officieel document, waarop dit nummer ook te lezen is. Na ongeveer 3 weken volgt er een intakegesprek met de leerkracht en ouders/verzorgers. Kinderen die bijna vier jaar zijn, kunnen vier ochtenden meedraaien in groep 1. U kunt dit afspreken met de groepsleerkracht van groep 1. Deze ochtenden zijn bij voorkeur op maandag, dinsdag of donderdagmorgen. Als uw kind 4 jaar is geworden, is hij of zij dagelijks van harte welkom!

6.2 Bewegingsonderwijs Zie: Gymnastiek

6.3 Brengen/halen Onze school heeft 2 ingangen; een hoofdingang en een kleuteringang. Via de hoofdingang komen de kinderen van groep 3 t/m 8 binnen en via de kleuteringang komen de kinderen van groep 1 en 2 binnen. De kinderen van groep 1 en 2 kunnen vanaf 8.20 uur worden gebracht. ’s Middags kunnen de kinderen vanaf 13.05 uur worden gebracht.

26

De kinderen van groep 1 en 2 kunnen om 12.00 uur en om 15.15 uur bij de kleuteringang worden opgehaald. We willen wel dat de ouders de fietsen bij de fietsenstalling of buiten het hek neer zetten en hun kind lopend ophalen. Op deze manier kunnen de juffen overzicht houden en goed zien door wie de kinderen worden opgehaald.

6.4 Eten in de pauze Tijdens de pauze krijgen de kinderen de gelegenheid om het meegebrachte eten of fruit te eten. Wij zien het liefst dat de kinderen ‘gezond verantwoord’ eten, zoals fruit, komkommer e.d. meenemen. Wilt u de bakjes en drinkbekers voorzien van naam en alles meegeven in een stevige tas of rugzak? Nadat de kinderen in de pauze naar buiten zijn geweest, drinken ze in de klas hun drinken op.

6.5 Gescheiden ouders In het geval van gescheiden ouders, hanteren wij de volgende uitgangspunten: Voor wat betreft de informatievoorziening handelen wij volgens de bovenschools geldende richtlijn: “informatie aan gescheiden ouders”. Ouders geven aan hoe zij geïnformeerd willen worden over hun kind(eren). De richtlijn is te vinden op de website van de stichting OBOMD.

6.6 Gevonden voorwerpen Wij maken in de praktijk vaak mee dat er na schooltijd veel kledingstukken bij de kapstokken blijven liggen. Vaak zijn deze niet van naam voorzien. Deze ‘vergeten’ spullen geven een slordige indruk in de gang. Daarvoor hebben wij een ‘gevonden voorwerpendoos’ in het leven geroepen. Hierin worden alle gevonden voorwerpen verzameld. Deze doos heeft een vaste plek in de school. Hier kunnen leerlingen en ouders terecht wanneer zij kledingstukken kwijt zijn. De gevonden voorwerpen die niet zijn opgehaald, worden na 1 maand verwijderd.


6.7 Gymnastiek

6.8 Hoofdluis

Groep 1 en 2 De groepen 1 en 2 krijgen gymles in het speellokaal. Tijdens deze lessen is geen gymkleding nodig. Voor hygiëne en veiligheid vragen wij echter wel dat de kinderen gemakkelijke gymschoentjes met profielzolen dragen (liefst geen veterschoenen). Wilt u de schoentjes voorzien van de naam van uw kind? Als het in het voorjaar en de zomer lekker weer is, gaan de kleuters buitenspelen met buitenspelmateriaal. Vanaf groep 3 gaan de kinderen naar de gymzaal.

Elk jaar wordt hoofdluis bij één of meer leerlingen gesignaleerd. Omdat hoofdluis erg gemakkelijk overdraagbaar is, vragen wij u met klem de school zo snel mogelijk te informeren als u hoofdluis bij uw kind ontdekt. Wij kunnen dan de andere ouders waarschuwen. Om hoofdluis in een vroeg stadium te signaleren en een grote uitbraak te voorkomen, is er op initiatief van enkele ouders een werkgroep van “kriebelmoeders” opgericht. Deze moeders controleren periodiek alle leerlingen op hoofdluis. Na de herfstvakantie, kerstvakantie en na de paasvakantie is er een hoofdluiscontrole.

Groep 3 t/m 8 De groepen 3 t/m 8 krijgen gymles in de sporthal. Groep 3 gaat lopend naar de sporthal, de hogere groepen gaan op de fiets. Tijdens de gymles is sportkleding verplicht. Deze kleding moet in een tas meegenomen worden. Wilt u in de lagere groepen de naam van uw kind in de kleding zetten, zodat er geen problemen ontstaan met het zoek raken van kleding? Schoeisel is niet verplicht, behalve wanneer uw kind last heeft van wratten of voetschimmel. Buitenschoenen en schoenen met afgevende zolen mogen niet in de gymzaal gedragen worden. Horloges en sieraden moeten af tijdens de gymles, omdat die blessures kunnen veroorzaken. Als het mooi weer is, wordt er op het veld gesport. Wilt u de leerkracht een berichtje geven als uw kind niet kan meedoen met de gymles? Zie ook: schaatsen. Gymrooster: Maandag Groep 7/8; Groep 4/5; Groep 3/4; Groep 6/7; Vrijdag Groep 4/5; Groep 3/4; Groep 6/7; Groep 7/8;

09.00-10.00 uur 11.00-12.00 uur 13.15-14.15 uur 14.15-15.15 uur

09.00-10.00 uur 11.00-12.00 uur 13.15-14.15 uur 14.15-15.15 uur

6.9 Huiswerk Vanaf groep 6 geven wij huiswerk mee aan de leerlingen. Dit is een voorbereiding op het voortgezet onderwijs en bovendien een steuntje in de rug voor de zwakkere leerling. Meestal gaat het hierbij om wereld oriënterende vakken en is het een voorbereiding op een schriftelijke overhoring (S.O). Op deze wijze raakt uw kind vertrouwd met ‘plannen en wennen’. Soms krijgen de kinderen oefenbladen mee naar huis. Dit valt niet onder huiswerk, omdat deze bladen niet worden nagekeken. In de groepen 7 en 8 houden de kinderen een spreekbeurt en schrijven ze een werkstuk over een geografisch of geschiedkundig onderwerp.

6.10 Jeugdtijdschriften Het is mogelijk om via school een abonnement te nemen op een jeugdtijdschrift. Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen hierover folders mee naar huis die worden aangeboden door de uitgevers. De school fungeert hierbij alleen als doorgeefluik: wij nemen een neutrale positie in over de wenselijkheid van de tijdschriften.

6.11 Kijkochtend Tijdens een kijkochtend kunnen de ouders samen met hun kind in de klas kijken, bijvoorbeeld naar werkjes die de kinderen hebben gemaakt. De kijkochtenden worden georganiseerd voor de groepen 1 t/m 3 op de donderdagochtend van 8.15 uur tot 8.30 uur.


27

6.12. Nablijven

6.16. Schoolplein

Na schooltijd kunnen kinderen die een achterstand hebben of extra uitleg nodig hebben, geholpen worden. Wij proberen dit zoveel mogelijk onder schooltijd te doen, maar het kan soms gebeuren dat hiervoor enige tijd na schooltijd nodig is. Het nablijven om ‘bij te spijkeren’ wordt zoveel mogelijk beperkt door problemen tijdens de les op te lossen, maar organisatorisch lukt dat niet altijd en heeft de volgende les voorrang. Indien uw kind om welke reden dan ook een keer moet nablijven, houden we een tijdslimiet aan tot maximaal 15.45 uur. Als het noodzakelijk is om langer na te blijven, neemt de leerkracht contact op met de ouders.

Voor de kinderen is het prettig dat ze gebruik kunnen maken van een gezellige en veilige speelplaats. Elke schooldag tijdens de morgenpauze houden twee leerkrachten toezicht op de spelende kinderen (pleinwacht). Onze pleincommissie heeft er veel tijd en moeite aan besteed om te zorgen dat er een veilig en aantrekkelijk schoolplein tot stand is gekomen. Om deze reden is het gebruik van skateboarden en skeelers tijdens de schooluren niet toegestaan. Het is tevens niet toegestaan om op het schoolplein te fietsen, ook voor ouders.

6.13. Pestprotocol

Uw kind mag trakteren als het jarig is. Soms zijn er kinderen die een bepaalde traktatie niet mogen hebben i.v.m. een allergie. Wilt u dit doorgeven aan de groepsleerkracht, zodat we hier rekening mee kunnen houden? Het komt nogal eens voor dat kinderen hun uitnodiging voor hun verjaardagsfeestje in de klas uitdelen. Voor de kinderen die niet uitgenodigd worden, is dat erg sneu. Wilt u ervoor zorgen dat de uitnodigingen buiten schooltijd uitgedeeld worden? De verjaardag van de leerkracht wordt ook met de kinderen in de groep gevierd. Op de kalender staat aangeven wanneer de verjaardagen worden gevierd.

We hebben een bovenschoolse pestrichtlijn. Hierin staat beschreven wat we doen wanneer er iemand gepest wordt. De richtlijn is te vinden op de website van OBOMD. In de klassen werken we met “Soemo kaarten”, een methode voor sociaal emotionele ontwikkeling. We volgen de sociaal emotionele met VISEON, een leerlingvolgsysteem van CITO.

6.14. Inzameling oud papier De oud papier inzameling voor de school wordt e uitgevoerd op de 2 zaterdag van de maand. Het oud-papier wordt opgehaald met perswagens: 1 in Wijster en 1 in Spier. De firma Jansen uit Coevorden zorgt voor de chauffeur. De school zorgt voor 2 vrijwilligers per persauto. De oud papier lijst staat vermeld op de kalender.

6.15. Vervoer kinderen

6.17. Verjaardagen

6.18. Verhuizing Wanneer een leerling onze school vroegtijdig verlaat door bijvoorbeeld een verhuizing, dan sturen wij een "bewijs van uitschrijving" naar de nieuwe school. We sturen de nieuwe school ook een onderwijskundig rapport (wettelijke verplichting) dat u voor verzending in kunt zien.

Kinderen tot 12 jaar dienen in principe achter in de auto vervoerd te worden. Vervoer maximaal zoveel kinderen op de achterbank als er gordels aanwezig zijn. Per 1 maart 2006 zijn de wettelijke regels voor het vervoer van kinderen strenger geworden. De basisregel is dat alle kinderen die kleiner dan 1,35 meter zowel voorin, als achter in de auto een geschikt en goedgekeurd kinderzitje of stoelverhoger moeten gebruiken. De gordels moeten gebruikt worden op de door de fabrikant voorgeschreven manier.

28


6.19. Verzekering

6.21. Ziekte

Het bestuur van OBOMD heeft voor haar leerkrachten een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De aansprakelijkheidsverzekering houdt in dat een leerkracht als verantwoordelijk persoon tijdens schooluren, schoolreizen e.d. tegen wettelijke aansprakelijkheid is verzekerd. Deze verzekering geldt ook voor overblijfouders, crea-ouders en leden van de ouderraad en de medezeggenschapsraad. Bovenstaande houdt niet in dat in voorkomende gevallen via uw wettelijke aansprakelijkheid geen beroep kan worden gedaan op uw W.A.-verzekering. Daarnaast heeft de OR een collectieve schoolongevallenverzekering afgesloten voor personeel en leerlingen. Deze verzekering is van kracht tijdens het gaan naar, het verblijf op en het komen van school, en voor datgene wat tijdens schoolverband gebeurt, zoals schoolreisjes e.d.

Wanneer uw kind wegens ziekte niet naar school kan, moet u dit ’s morgens tussen 08:00 en 08:30 uur melden. Doet u dit bij voorkeur mondeling of telefonisch. Het melden van afwezigheid vóór 8:30 is erg belangrijk; indien dit niet wordt gemeld, kunnen wij denken dat er iets is gebeurd op de weg naar de school! Elk verzuim zonder opgave van een geldige reden, is ongeoorloofd en melden we bij de leerplichtambtenaar. Wij vragen u dringend om de bezoeken aan de tandarts en periodieke controles door artsen zo te regelen dat deze buiten de schooltijden vallen. Als uw kind voor langere tijd ziek is, kan in overleg met de groepsleerkracht huiswerk worden meegegeven. Als uw kind langer dan tien dagen ziek thuis is of in het ziekenhuis ligt, neemt de groepsleerkracht contact met u op voor een bezoek. Ook bekijken wij dan de mogelijkheden om eventuele leerachterstanden te voorkomen.

6.20. Werkgroep Bij toerbeurt hebben twee leerlingen per klas uit de midden- en bovenbouw “werkgroep”. Dat betekent dat zij helpen met het verrichten van lichte schoonmaakklusjes, zoals het bord schoon vegen, planten water geven, stoelen recht zetten en schriften opruimen. Als kinderen “werkgroep” hebben zijn zij 10 tot 15 minuten langer op school.


29

Hoofdstuk 7 Schoolse en buitenschoolse activiteiten Elk jaar organiseren wij een aantal buitenschoolse activiteiten voor de kinderen (en soms ook voor de ouders):

7.1. Sport Vlak voor de zomer houden we een sportdag voor alle leerlingen, waarbij de kinderen van de groepen 3-8 een sportdiploma kunnen behalen. De Zuiderenk doet mee aan schoolhandbal- en voetbaltoernooien die in het voorjaar worden gehouden.

7.3. Projecten Elk jaar organiseren we een project waaraan alle groepen werken. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn: afval, vogels, sprookjes, uilen, boerderij en Wijster en omgeving. Er worden diverse excursies georganiseerd ter ondersteuning van lessen of van een project.

7.4. Sinterklaas Elk jaar komt Sinterklaas bij de groepen 1 t/m 4 in de klas en neemt voor ieder kind een presentje mee. Vanaf groep 5 trekken de kinderen lootjes met de leerkracht.

7.5. Kerstviering Ieder jaar vieren we met alle kinderen kerstfeest op school. Komend jaar organiseren we kerstfeest op donderdagavond 18 december 2014.

7.6. Laatste schooldag 7.2. Schoolreis

De laatste schooldag voor de zomervakantie sluiten wij af met een feestelijke ochtend.

Alle groepen tot en met groep 6 gaan elk jaar op schoolreis. De schoolreizen worden gehouden in de periode mei-juni. De groepen 7 en 8 maken één keer per twee jaar een vierdaagse educatieve schoolreis. De eerstvolgende meerdaagse schoolreis voor de groepen 7 en 8 is in 2015. Er is veel belangstelling om mee te gaan als begeleiding bij de schoolreizen. Daarom hebben we daarin een volgorde aangebracht. 1. Leerkrachten (soms zijn er voldoende leerkrachten en worden er geen ouders gevraagd) 2. Stagiaires (vaak is de schoolreisbegeleiding een opdracht voor stagiaires) 3. De groepsouder (s) 4. Eén of meerdere OR leden (de leerkracht geeft het aantal aan)

30


Hoofdstuk 8 Actuele informatie schooljaar 2014-2015 8.1. Urenverantwoording De schooltijden zijn van 8.30 uur tot 12.00 uur en van 13.15 uur tot 15.15 uur. Op woensdagmorgen gaan de kinderen tot 12.15 uur naar school en zijn ‘s middags vrij. De kinderen van groep 1 tot en met 4 hebben op vrijdagmiddag vrij. De kinderen uit groep 1 en 2 hebben ook nog vrij op dinsdagmiddag. Vak

Zintuigelijke en lichamelijke oefening Werken met ontwikkelingsmateriaal Lichamelijke oefening (incl. schaatsen, zwemmen) Nederlandse taal taal activiteiten technisch lezen/begrijpend lezen schrijven Rekenen en wiskunde Rekenactiviteiten

Groep 4 5

1

2

3

6

7

8

5.30 6.30

5.30 6.30

2:30

2:00

2:00

2:00

2:00

2:00

6.30

6.30

8:00 0:30 2:45

5:30 3:30 2:15

5:30 4:00 1:15

5:30 3:30 0:30

5:00 3:00

4:00 3:00

4:30 1:00

1:00

5:00

5:00

5:00

5:00

5:00

0:30

0:30

Engelse taal Wereldorientatie Aardrijkskunde Geschiedenis/staatsinrichting Kennis der natuur/biologie TV jeugdweekjournaal Sociale redzaamheid Verkeer EHBO Sociaal-emotionele vaardigheden Expressievakken Tekenen Muzikale vorming Crea-uur Vrije activiteiten

1:00

1:00

1:00 0:45 1:00

1:45 0:45 1:00

1:45 0:45 1:00 0:30

1:45 1:00 1:00 0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:15

0:15

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30

0:30 1:00 0:30

0.45

0.45

0:45 0:30 1:00

0:30 0:45 1:00

0:30 1:00 1:00 0:30

0:30 1:00 1:00 1:00

0:30 0:30 1:00 1:00

0:30 0:30 1:00 1:00

1:00

0:45

Vormingsonderwijs Pauze

1:15

1:15

1:15

1:15

1:15

1:15

1:15

Totaal aantal uren per week Aantal schoolweken Totaal aantal uren per jaar

21:45 39.4 857

21:45 23:45 23:45 39.4 39.4 39.4 857 936 936 3585

25:45 39.6 1019

25:45 25:45 39.6 39.6 1019 1019 4076

25:45 39.6 1019

1:15

Verzuim en verlof Kinderen die in Nederland wonen en onder de leerplichtwet vallen, moeten elke dag naar school. Kinderen zijn vanaf 5 jaar leerplichtig. In de leerplichtwet is geregeld wanneer verzuim van kinderen geoorloofd is en wanneer niet.


33

8.2. Vakanties schooljaar 2014-2105 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Koningsdag Meivakantie . Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie

13-10-2014 t/m 17-10-2014 22-12-2014 t/m 02-01-2015 23-02-2015 t/m 27-02-2015 03-04-2015 t/m 06-04-2015 27-04-2015 04-05-2015 t/m 15-05-2015 14-05-2015 t/m 15-05-2015 25-05-2015 06-07-2015 t/m 14-08-2015

Extra vrij: Vrijdagmiddag 19 december Vrijdagmiddag 3 juli 2015 Verlof buiten de reguliere schoolvakanties Zie bijlage

34


Bijlagen


35

36


Bijlage 1 OBOMD 1.1.

Stichting openbaar basisonderwijs MiddenDrenthe

Met ingang van 1 augustus 2008 is het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe een stichting geworden. Hierdoor is het openbaar onderwijs geheel losgekoppeld van de gemeente. Het bestuur van de stichting bestaat uit 6 bestuursleden. De stichting treedt op als bevoegd gezag van alle 11 openbare basisscholen in de gemeente Midden-Drenthe. Dit betekent dat ze zorg wil dragen voor een adequaat aanbod van kwalitatief goed onderwijs met aandacht voor o.a. alle kinderen, hun ouders, het gehele personeelsbestand, de financiële positie van de stichting, goede passende huisvesting en sterk onderwijskundig beleid. Bij onze stichting geven wij kleur aan kwaliteit, dat is onze missie! Wij kiezen voor de kwaliteit van het onderwijs, voor de kinderen en voor de mensen die het onderwijs verzorgen. Binnen de stichting geven wij dan ook prioriteit aan drie thema’s: 1. Klanttevredenheid 2. Resultaatgerichtheid 3. Effectiviteit Deze drie thema’s zijn leidend in onze organisatie. Om ons doel te bereiken zijn de bovenstaande thema’s belangrijk waardoor we onze visie kunnen en willen realiseren. De uitwerking hiervan is onderverdeeld in drie missiestatements:  Als personeel werken wij altijd aan een professionele cultuur voor onze kinderen en collegae.  Met ons onderwijs willen wij het verschil maken voor de kinderen en ouders.  Onze organisatie is onderscheidend, vernieuwend en resultaatgericht. De stichting openbaar basisonderwijs MiddenDrenthe wordt in de dagelijkse praktijk vertegenwoordigd door een algemeen directeur. Ondersteuning komt vanuit het bestuursbureau openbaar basisonderwijs.


Bezoekadres: Hofstraat 18, 9411 LB Beilen Telefoon: 0593 – 535 100 E-mail: [email protected] De gemeente heeft geen directe verantwoordelijkheid meer voor het openbaar basisonderwijs in Midden-Drenthe. Zij houdt zich nu alleen bezig met lokale onderwijsaangelegenheden voor al het onderwijs binnen de gemeente. Het toezicht op de handhaving van de leerplichtwet door de leerplichtambtenaar is hiervan een voorbeeld.

1.2.

Openbaar Onderwijs

Een openbare school houdt in dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen mensen op grond van hun geloof, culturele achtergrond, levensbeschouwing, inkomen, land van herkomst, maatschappelijke opvattingen of sekse. Op onze scholen is iedereen dus welkom. Verschillen in onze samenleving worden gezien als een verrijking voor het onderwijs. We streven er naar kinderen met verschillende achtergronden samen te brengen en te laten samenwerken, kortom een afspiegeling te zijn van de maatschappij waarin de leerlingen zich later ook moeten redden. Een belangrijk doel is kinderen te leren respect te hebben en in te zien dat mensen verschillend zijn, maar toch gelijkwaardig.

1.3.

Directie en Managementteam

Met ingang van het schooljaar 2012-2013 zijn de scholen van het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe over 3 clusters verdeeld. Alle directeuren vormen samen met de algemeen directeur het management team. algemeen directeur:

Jos van Kimmenaede

clusterdirecteuren:

Immy Rorije Tiny Veenbaas Dolf Dekker

37

1.4.

Directiestructuur OBOMD

Uitgangspunten: •

• •

De directeuren binnen het managementteam werken op basis van gelijkwaardigheid, vanuit ieders functie, rol, taak en verantwoordelijkheid; De clusterdirecteuren sturen de scholen binnen hun cluster aan; Bij voorkeur hebben alle scholen een aanspreekpunt (de oren en ogen van de school).

Managementteam

3 Clusterdirecteuren Aansturing scholen Verantwoordelijk voor het behouden van het basisarrangement van de scholen

3 scholen

1.5.

4 scholen

4 scholen

(cluster)directeur met bovenschoolse portefeuille(s) Verantwoordelijk voor de terreinen zorg, personeel en ICT daarmee voor de desbetreffende onderdelen binnen het inspectiekader

11 scholen

Bestuur OBOMD

Het bestuur van de stichting bestaat uit 6 bestuursleden  De heer J.H. de Wit (voorzitter)  De heer G. Hidding  De heer P. Vereijken  De heer J. Bruchhaus  De heer H. Tiemens  Mevrouw C. Hagesteijn

38


1.6.

Scholen

De clusterindeling van de scholen is als volgt: Cluster Immy Rorije: o

O.B.S. Harm Smeenge

Hofstraat 18 9411 LB Beilen 0593 522 615 [email protected] www.harmsmeenge.nl

o

O.B.S. ’t Hieker Nust

Westeinde 6 9415 PJ Hijken 0593 525 445 [email protected] www.basisschoolhijken.nl

o

O.B.S. De Bosvlinder

Bosweg 1 9414 BD Hooghalen 0593 592 317 [email protected] www.debosvlinder.nl

Cluster Tiny Veenbaas: o

O.B.S. G.A. de Ridder

’t Spiek 2 9411 KV Beilen 0593 522 030 [email protected] www.gaderidderschool.nl

o

O.B.S. De Wenteling

Schiphorsten 2 9437 TB Balinge 593 552 441 [email protected] www.dewenteling.net

o

O.B.S. Meester Siebering

Haarweg 27 7938 PS Nieuw Balinge 0528 321 355 [email protected] www.meestersieberingschool.nl

o

O.B.S. De Zuiderenk

Drijberseweg 2 9418 PW Wijster 0593 562 250 [email protected] www.zuiderenk.nl


39

Cluster Dolf Dekker: o

O.B.S. De Lindelaar

Westeinde 6 9430 AB Westerbork 0593 331 998 [email protected] www.delindelaar.nl

o

O.B.S. De Meenthe

Floralaan 1a 9421 NP Bovensmilde 0592 412 973 [email protected] www.de-meenthe.nl

o

O.B.S. Pieter van Thuyl

Prof. Dr. Obbinkstraat 3 9423 PR Hoogersmilde 0592 459 043 [email protected] www.pietervanthuyl.nl

o

O.B.S. Prinses Margriet

Prinses Margrietstraat 1 9422 EL Smilde 0592 412 302 [email protected] www.prinsesmargrietschoolsmilde.nl

Cluster Immy Rorije Zij stuurt de leerlingenzorg op alle scholen binnen OBOMD aan. Daarnaast heeft ze ook het taalbeleid in haar portefeuille. Cluster Tiny Veenbaas Zij houdt zich bezig met personeelszaken. Tevens is zij actief in individuele coaching trajecten en eventueel in team coaching trajecten. Cluster Dolf Dekker Daarnaast heeft hij ook het beleid m.b.t. ICT, informatie en communicatietechnologie, in zijn portefeuille.

Deze indeling is niet strikt, scherp of hard. Dit komt, omdat veel zaken meerdere portefeuilles raken, maar we willen graag werken met eigenaarschap en resultaatverantwoordelijkheid. Je werkt met elkaar naar het beste resultaat, maar er is wel iemand aanspreekbaar op de voortgang en het resultaat. Toch zijn er zaken die niet goed onder te brengen zijn bij een portefeuille. In dat geval kiezen wij er voor om dit weg te zetten in een tijdelijk of permanent actieteam. Al deze actieteams/kenniskringen werken en opereren onder verantwoordelijkheid van het Onderwijs expertise centrum (OEC). Het MT is daar de portefeuillehouder van. Op alle scholen wordt gezorgd voor een goede dagelijkse leiding en aansturing. Hiervoor zijn een aantal coördinatoren toegevoegd aan de diverse scholen.

40


1.7.

Lifestyle

Inleiding In een veranderend politiek landschap moeten scholen voortdurend keuzes maken hoe zij haar leerlingen het best voorbereiden op de toekomst. Naast de basisvaardigheden die door het CITO getoetst worden, komen de zgn. softskills weer meer en meer in de belangstelling te staan. Creatieve vaardigheden zijn waardevol om kinderen beter toe te rusten voor de beroepen van straks. Het ontwikkelen van die talenten krijgen daarom bij het openbaar onderwijs in Midden Drenthe een prominente rol. Lifestyle Het Lifestyle programma is een beredeneerd aanbod op zeven leerlijnen binnen de verplichte onderwijstijd. Docenten verzorgen dit programma ondersteund door het bovenschoolse Lifestyle team met de participatie van ouders. Gezamenlijk zorgen zij voor een attractief programma per leerjaar. Op elk van de onderstaande leerlijnen ontstaat er een beredeneerd aanbod.  kunst, cultuur en erfgoed  sport, educatie en welzijn  muziek en beeldende vorming  wetenschap en technologie  mediawijsheid en multimedia Lifestyleskills Middels een online instrument kunnen leerkrachten activiteiten en lessen invoeren op deze leerlijnen. Ook wordt gevraagd welke talenten worden aangesproken. In een oogopslag kan men vervolgens zien welke talenten er in de loop van 8 jaar aangesproken worden. Mede door dit inzicht leidt dat tot weloverwogen keuzes, waardoor een evenwichtig aanbod wordt gecreëerd.


Externe aanbieders Externe aanbieders kunnen hun aanbod via de zgn. Lifestyle-winkel bij de scholen aanbieden, waarna een leerkracht gemakkelijk met hen in contact kan komen. Ook is het mogelijk het aanbod van de andere scholen te bekijken ter inspiratie. Lifestyle voert daarnaast overleg met aanbieders uit de regio. De praktijk Het Lifestyle team werkt aan een beredeneerd lifestyle aanbod op alle scholen. Het Lifestyle-team verzorgt stichting brede evenementen zoals de Kinderboekenweek, kennismakingsdagen, schaatsen sportactiviteiten. Het Lifestyle team coördineert stages passend bij het aanbod. Lifestyle verzorgt weerbaarheidstrainingen op alle scholen. Preventief, maar ook als interventie bij groepen waarbij het nodig is. Lifestyle geeft vorm en inhoud aan landelijke projecten als cultuureducatie met kwaliteit, Jongeren op gezond gewicht en denkt na over een beredeneerd buitenspel aanbod samen met buurtspeelcoaches en de methode Beweegwijs.

Lifestyle werkt met passie aan talent!

1.8.

Stichting tot steun aan de Stichting OBOMD

De stichting heeft ten doel; a) Het bevorderen van de werkzaamheden van de functionerende openbare basisscholen in de gemeente Midden-Drenthe, waarbij de stichting zich conformeert aan het beleid op ouderparticipatie van de stichting Openbaar Basis Onderwijs Midden-Drenthe. b) Het verlenen van financiële steun aan de functionerende openbare basisscholen van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Midden-Drenthe. c) Het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

41

Bijlage 2 De zorg voor kinderen 2.1.

Aanmelding en plaatsing van nieuwe leerlingen

U kunt, alvorens een schoolkeuze te maken, een gesprek aanvragen bij de directie van school, het liefst tenminste twee maanden vóór uw kind vier jaar wordt, of op school komt. In dit gesprek kunnen wij u nader informeren over het beleid en de gang van zaken op school. Wat betreft de aanmelding van een leerling hanteert de school een procedure waarin twee contactmomenten aan de orde (kunnen) zijn:  Het informatiegesprek  De inschrijving Voordat uw kind vier jaar is en naar school mag, kunt u uw kind enkele dagdelen laten kennismaken in de groep. De desbetreffende leerkracht neemt contact met u op om een afspraak te maken. Op de eerste dag na de vierde verjaardag kan het kind naar school. Het is dan nog niet leerplichtig, dit geldt pas vanaf de vijfde verjaardag. De school kent geen selectie in de opname op grond van geloof, culturele achtergrond en sekse van kinderen.

2.2.

Toelatingsbeleid

Het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe verwelkomt graag (nieuwe) ouders met kinderen op een van haar 11 basisscholen. Wij streven ernaar alle kinderen toe te laten, maar willen dit wel zorgvuldig doen. Ons toelatingsbeleid hebben wij daarom beschreven in een richtlijn. Hieronder gaan wij nader in op een aantal punten uit die richtlijn. Zorgvuldige aanmeldingsprocedure: aansluiten bij uw kind Aanmelding van een kind op een van onze scholen dient zorgvuldig te gebeuren. Zorgvuldig, omdat het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe het onderwijs zoveel mogelijk wil afstemmen op de ontwikkelingsmogelijkheden van uw kind. Mocht er sprake zijn van een zorgbehoefte van uw kind, dan wordt in overleg met de ouders een passend arrangement aangeboden. De eerste stap zal een kennismakingsgesprek zijn. In veruit de meeste gevallen zal tijdens het kennismakingsgesprek blijken dat het kind geplaatst kan worden op de school waar de voorkeur van de ouders/verzorgers naar uit gaat. Als uit het kennismakingsgesprek echter blijkt, dat de ontwikkelingsmogelijkheden nog niet duidelijk zijn, dan is informatie van derden erg belangrijk. Het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe verwacht dan de medewerking van de ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers worden dan gevraagd alle relevante informatie over het kind aan de school te overhandigen. Ander advies Indien blijkt, dat de school van aanmelding van het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe niet aan de zorgbehoefte van uw kind kan voldoen, dan zal het bestuur proberen een zorgvuldig advies te geven over welke school waarschijnlijk wel bij uw kind past.

42


2.3.

Het leerlingvolgsysteem

Gedurende de tijd dat een kind bij ons op school zit, wordt zijn of haar ontwikkeling op verschillende manieren gevolgd. In de eerste plaats zijn er de dagelijkse observaties en wordt werk door de leerkracht nagekeken. Daarnaast gebruiken we een leerlingvolgsysteem, dat op een meer systematische wijze het gedrag en de prestaties van leerlingen registreert. Vanaf de kleutergroepen wordt er op vaste momenten getoetst. Naast toetsen die de gebruikte methodes bieden, hanteren we ook onafhankelijke toetsen, vooral die van het CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling). Resultaten worden vastgelegd in het volgsysteem op de computer. Zo krijgen we een beeld van hele groepen en van individuele leerlingen. Iedere leerkracht onderhoudt een groepsmap, waarin allerlei gegevens over de leerlingen worden genoteerd. Natuurlijk zijn dat de resultaten van de verschillende toetsen, maar het kan ook gaan om observaties en het verslag van gesprekken met ouders. Aan het eind van het schooljaar worden de gegevens ondergebracht in het leerlingendossier. Als leerlingen de school verlaten, blijven hun gegevens nog vijf jaar bewaard in een oud-leerlingarchief. Op verzoek kunnen ouders de documentatie van hun eigen kind inkijken. Als leerlingen de school verlaten, wordt een onderwijskundig rapport geschreven over de ontwikkeling van het kind. Dit verslag wordt door de ouders aan de nieuwe school gegeven. Steeds als een nieuwe leerkracht een groep overneemt, wordt belangrijke informatie door de oude leerkracht overgedragen. Dit gebeurt voorafgaand aan de eerste schooldag of in de eerste week dat het kind in de nieuwe groep zit. Ook in de loop van het schooljaar worden kinderen besproken. Een centrale rol hierin heeft de meerschoolse intern begeleider (MIBer). Zij bespreekt met alle leerkrachten, naast de sociaal-emotionele ontwikkeling, de resultaten van hele groepen en van individuele leerlingen. Ouders willen natuurlijk graag weten hoe het met hun kind gaat op school. Op verschillende manieren proberen we hen daarover te informeren.


2.4.

Het leerlingendossier

Het leerlingendossier is een map van leerlingen, waarin per leerling individuele gegevens worden bewaard. Eveneens bevat het leerlingendossier een beschrijving van eventuele problemen en oplossingen. Het leerlingendossier wordt bijvoorbeeld geraadpleegd bij een leerlingbespreking of bij aanmelden bij een externe deskundige. De informatie is vertrouwelijk en ligt in de school voor ouders ter inzage. De gegevens van de leerlingen worden vijf jaar na het verlaten van de school vernietigd. De inrichting van het dossier is voor alle kinderen uniform.

2.5.

Het afmelden van een leerling

Als uw kind, bijv. door een verhuizing, de school verlaat, moet u uw kind afmelden bij de directie. De directie neemt eerst telefonisch contact op met de directie van de nieuwe school, later volgt een schriftelijke uitwisseling van gegevens. Voor uw kind wordt een onderwijskundig rapport ingevuld dat meegaat naar de nieuwe school. Ouders van kinderen die een school voor voortgezet onderwijs gaan bezoeken (meestal kinderen in groep 8), dienen hun kind zelf aan te melden bij de nieuwe school.

2.6.

Onderwijskundig rapport

Als een leerling naar het voortgezet onderwijs of naar een andere basisschool gaat, is de school verplicht een onderwijskundig rapport in te vullen en op te sturen naar de nieuwe school. Hierop vult de school o.a. in hoe de ontwikkeling van de leerling tot dusver is geweest, welke methoden zijn gebruikt, enz.

43

2.7.

Speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften

Onze scholen maken deel uit van het samenwerkingsverband 22.01. Dit is samenwerkingsverband van de gemeente AA Hunze, Tynaarlo, Assen en Midden-Drenthe voor zowel christelijk als openbaar onderwijs. De scholen zijn in ontwikkeling naar 1zorgroute. Alle leerlingen maken deel uit van een groepsplan. Na een nauwkeurige analyse van de resultaten, het gedrag, de werkhouding en sociale componenten worden in een groepsoverzicht de onderwijsbehoeften van de leerlingen beschreven. Op grond van deze overzichten, worden de leerlingen in het groepsplan ingedeeld in subgroepen. De leerlingen verschillen in de mate van instructie en aanpak. In een cyclus van 4 maal per jaar worden de groepsplannen geëvalueerd en bijgesteld. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, hebben een individueel handelingsplan, of staan gedetailleerd beschreven in het groepsplan. Ook leerlingen die meer aankunnen worden zo veel mogelijk passend begeleid. Binnen de groepsplannen en taakbrieven wordt gedifferentieerd, kinderen die de leerstof goed beheersen, krijgen meer en moeilijker opdrachten aangeboden. In eerste instantie blijven de leerlingen die (meer) begaafd zijn bij hun groep en krijgen verbredings-en verdiepingsopdrachten. Als blijkt dat een kind nog meer uitdaging aan kan, wordt samen met de ouders gezocht naar een passende oplossing. Versnellen naar een hogere groep is dan een van de opties.

44

Mocht een handelings-/groepsplan onvoldoende resultaat opleveren, dan kan, altijd in overleg met, of na een onderzoek door een orthopedagoog of psycholoog besloten worden het kind op een aangepast niveau te laten werken. Er worden bij hoge uitzondering kinderen verwezen naar de speciale school voor basisonderwijs en het speciaal onderwijs. We willen alle kinderen de nodige zorg bieden. In uitzonderingsgevallen kan hiervan worden afgeweken. Over kinderen met speciale zorg wordt intensief overlegd met de ouders. Ouders zijn altijd op de hoogte van de stappen die worden ondernomen en zetten onder een handelingsplan een handtekening. Leerlingbesprekingen, analyses van de resultaten, oudergesprekken en besprekingen over de leerlingenzorg zijn aangepast aan de cycli van de groepsplannen. Onderzoek door externe deskundigen vindt altijd plaats met toestemming van de ouders.


2.8.

Passend onderwijs en 1-zorgroute

De zorg voor leerlingen op de scholen staat volop in de aandacht. De onderwijsinspectie kijkt er uitgebreid naar tijdens de inspectiebezoeken op de scholen. Maar ook bij de landelijke politiek staat de leerlingenzorg volop in de aandacht. De Wet Passend onderwijs is 1 augustus 2014 in werking getreden. Onder de Wet krijgen scholen een zorgplicht, waardoor leerlingen een zo goed mogelijk passend onderwijsaanbod krijgen op de school van aanmelding. De scholen moeten schoolondersteuningsprofielen ontwikkelen. Op grond van deze profielen wordt binnen het samenwerkingsverband afspraken gemaakt over de verdeling van middelen en de geboden zorg aan leerlingen. De onderwijsinspectie zal toezicht houden op samenwerkingsverbandniveau. De 1-zorgroute houdt in dat scholen en alle betrokkenen bij de leerlingenzorg een herkenbare, eenduidige route ontwikkelen. Met de 1-zorgroute wil men niet alleen risicoleerlingen op een zo vroeg mogelijk tijdstip signaleren en zo onderwijsproblemen aanpakken, maar de onderwijsbehoeften van élk kind in kaart brengen. Deze onderwijsbehoeften zijn het uitgangspunt voor het samenstellen van het onderwijsaanbod in de vorm van een groepsplan. De 1-zorgroute leert leerkrachten hoe zij met de verschillen tussen leerlingen kunnen omgaan. Praten en denken vanuit onderwijsbehoeften, in plaats vanuit kind kenmerken. Onderwijsbehoeften formuleer je door aan te geven wat een kind nodig heeft om de volgende stap in zijn ontwikkeling te kunnen zetten. De 1-zorgroute streeft naar een verschuiving naar proactief denken en hanteert een werkwijze waarbij de leerkracht vooraf nadenkt over wat een kind nodig heeft om de gestelde doelen te bereiken. De route heeft betrekking op zowel de interne zorg op school, als de externe zorg buiten de school.


Kinderen verdienen een goede en passende onderwijsplek binnen de stichting, passend bij hun onderwijsbehoeftes. Als de stichting de onderwijsbehoeftes van een kind niet kan bieden op een van haar scholen, dan zoeken we een passende onderwijsplek voor dat kind. Door kennis en kunde te centraliseren willen wij effectiever werken, de kwaliteit verhogen en daarmee de deskundigheid verbeteren. Ook is het belangrijk dat zaken rond onder andere vroegsignalering en de hulp aan slimme kinderen een betere invulling krijgen.

2.9.

Leerlingen met een handicap: het rugzakje

Met een rugzakje naar een “gewone-schoolom-de-hoek”. Het rugzakje is met ingang van 1 augustus 2014 afgeschaft. Wel is er sprake van een overgangsregeling. Dit houdt in, dat kinderen met een rugzakje de komende periode een ondersteuning krijgen middels een passend arrangement. De deskundigheid die we nodig hebben voor het begeleiden van leerlingen met een rugzak worden gewaarborgd, omdat de stichting OBOMD zelf ambulante begeleiders in dienst heeft genomen. Samen met de onderwijsassistente, groepsleerkracht en MIB-er zorgen zij voor een passende zorg voor uw kind op de school. Vanaf 1 augustus 2003 is voor kinderen met een handicap het rugzakje in het onderwijs van start gegaan. Dit wordt ook wel leerling gebonden financiering (LGF) genoemd. Hiermee kunnen kinderen die een indicatie hebben voor speciaal onderwijs toch naar een reguliere school. Het rugzakje is alleen bestemd voor onderwijsactiviteiten. Voor vormen van aanvullende hulp kunnen ouders een persoonsgebonden budget aanvragen. Kinderen met een visuele handicap komen niet voor een rugzak in aanmerking. Voor meer info verwijzen wij u naar de MIB.

45

2.10. Dyslexie Uw kind heeft een dyslexieverklaring. Wat nu? Leerlingen met dyslexie hebben vaak hardnekkige problemen met lezen en/of spelling. Het is een stoornis die niet vanzelf over gaat en dat is al vervelend genoeg. Op onze school zetten we ons in om ook deze leerlingen optimaal te ondersteunen met als doel hun talenten maximaal te ontplooien. Maatwerk Geen mens is gelijk, en dat geldt ook voor dyslectici. Wij kijken daarom samen met u en op basis van de afgegeven dyslexieverklaring, eventueel in overleg met de behandelaar, wat wij kunnen betekenen voor uw kind. Afsprakenlijst per leerling We werken met een dyslexiekaart per leerling. In dit document staat beschreven in welke mate rekening moet worden gehouden met de dyslexie en welke faciliteiten daarbij horen. Zo is er voor iedereen, ouders, leerling en leerkracht, duidelijkheid. En dat is wel zo prettig. Kurzweil Het OBOMD, waar onze school onder valt, beschikt op alle locaties over het computerprogramma Kurzweil, de meest geavanceerde en meest gebruikte dyslexiesoftware voor alle vormen van dyslexie in alle schooltypen. Dit programma helpt leerlingen bij het scannen, lezen, spellen, schrijven en leren. Zij krijgen een eerlijke kans om hun talenten maximaal te ontplooien. Het plezier in leren neemt toe, leerlingen kunnen school en studie beter volhouden en de lees- en leerprestaties verbeteren. Het is mogelijk de schoollicentie Kurzweil thuis te gebruiken. Onze intern begeleider (IB’er) informeert u graag verder. Aangepaste (gesproken) schoolboeken Uiteraard zorgen wij, indien nodig, voor aangepaste (gesproken) schoolboeken. Hieraan zijn voor u geen kosten verbonden. Bepaald lesmateriaal wordt nog gescand. Wij stellen uw hulp hierbij erg op prijs.

Hulpmiddelen ICT-hulpmiddelen openen vaak de weg naar succes voor leerlingen met dyslexie. Wij raden u dan ook aan om de demonstratiedagen van Lexima te bezoeken. Voor meer informatie verwijzen we naar www.lexima.nl en www.leximaacademie.nl. Gevolgen transitie Jeugdzorg Met ingang van 1 januari 2015 wordt de jeugdzorg ondergebracht bij de gemeenten. De consequenties voor de dyslexiezorg zijn momenteel nog niet echt te overzien. In de loop van 2014 moet er meer duidelijkheid komen. Werkgroep dyslexie Er is een werkgroep dyslexie, waarin ouders en leerkrachten participeren. Danielle Louwes, moeder van een leerling met dyslexie, is vanuit de oudergeleding aanspreekpunt voor ouders. Vanuit de leerkrachten is Krista Roerink lid van de werkgroep. U kunt contact opnemen via Krista Roerink. Zij is bereikbaar op de Harm Smeengeschool (0593-522615) of via de email: [email protected]. Meer weten Uiteraard helpen ook onze intern begeleiders u graag verder. U kunt contact met hen opnemen via de scholen. Belangrijke websites Wij adviseren u onderstaande websites goed te bestuderen. Deze websites bieden u veel informatie over alles rondom dyslexie. www.steunpuntdyslexie.nl Kinderen met dyslexie hebben hardnekkige problemen met aanleren en vlot toepassen van lezen en spellen. Een vroege herkenning en gerichte aanpak zijn belangrijk. Het Steunpunt Dyslexie geeft uitgebreide informatie over kenmerken, oorzaken, gevolgen en over dyslexie op school, in de zorg en thuis.

Digitaal afnemen van Cito-toetsen Het is mogelijk de Cito-toetsen voor spelling, woordenschat en rekenen digitaal en inclusief auditieve ondersteuning af te nemen. Onze IB’er informeert u graag verder.

46


www.lexima.nl De producten van Lexima zijn 'technische maatjes' die helpen zelfstandig te lezen, teksten te begrijpen, beter te spellen, vreemde talen te leren, school vol te houden, met succes toetsen te maken en examen te doen. En dat brengt meer leesplezier, groter zelfvertrouwen, betere schoolprestaties en succes in het werk. www.dedicon.nl Dedicon helpt organisaties bij het aanbieden van informatie en lectuur op maat. Van gesproken kranten en brochures tot bladmuziek in braille en digitale schoolboeken voor dyslexiesoftware.

2.11. Begeleiding naar het voortgezet onderwijs De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen In de loop van hun laatste jaar op onze school gaan leerlingen zich samen met hun ouders oriënteren op de keuze voor een vervolgschool. Over de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs wordt informatie beschikbaar gesteld. Op informatieavonden worden ouders en kinderen geadviseerd om de voorlichtingsdagen van de verschillende scholen te bezoeken. De data worden gepubliceerd in de huis-aan-huisbladen en op posters die in onze school worden opgehangen. Leerlingen waarvoor we speciale begeleiding in het voortgezet onderwijs wenselijk achten, worden, na overleg met de ouders, aangemeld voor het leerwegondersteunend onderwijs, het LWOO. Deze aanmelding moet al voor 1 december plaatsvinden en de gesprekken met de ouders worden dan ook al in oktober/november gevoerd. Na aanmelding worden de leerlingen getest op een van de scholen voor voortgezet onderwijs. Vervolgens wordt advies gegeven over de vorm van onderwijs die voor de betreffende leerling het meest geschikt lijkt.

Cito Eindtoets Vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn basisscholen verplicht om bij al hun leerlingen in groep 8 een eindtoets af te nemen. Scholen voor voortgezet onderwijs mogen toelating vanaf dan niet meer laten afhangen van de uitkomst van de eindtoets. De school voor voortgezet onderwijs moet zich baseren op het schooladvies van de basisschool. In groep 8 geeft de basisschool advies over het soort middelbare school dat past bij uw kind. De school kijkt daarvoor onder andere naar leerprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de gehele basisschoolperiode. Vanaf 2015 is het schooladvies leidend bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Basisscholen moeten voor 1 maart een schriftelijk schooladvies geven aan elk kind.

Aanmelding bij een school voor voortgezet onderwijs Ouders worden geacht zelf hun kind bij de school van hun keuze aan te melden. Over de uiterste datum waarop dit moet gebeuren, wordt u door ons geïnformeerd. Leerlingen die zijn geplaatst, worden aan het eind van het schooljaar door hun nieuwe school uitgenodigd voor een kennismakingsochtend of –middag.


47

2.12. Centrum voor Jeugd en Gezin

2.13. De GGD voor leerlingen in het basisonderwijs

Centrum voor Jeugd en Gezin MiddenDrenthe ‘Mijn zoontje van 8 jaar weigert groente te eten. Wat kan ik hieraan doen?’ ‘Mijn dochter wil de hele middag gamen of tv kijken. Hoe zorg ik ervoor dat ze ook weer eens buiten gaat spelen?’ ‘Mijn zoon is erg onzeker en speelt nauwelijks met andere kinderen. Hoe ga ik hiermee om?’ ‘Ik heb het zo druk met werk en gezin, hoe vind ik tijd voor mezelf?’

De GGD jeugdgezondheidzorg, onderdeel van het Centrum voor Jeugd en Gezin, biedt scholen de volgende diensten aan voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school.

Heeft u ook wel eens een vraag over opgroeien en opvoeden? Bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kunnen alle inwoners van Midden-Drenthe terecht met vragen over opgroeien en opvoeden, voor advies, voorlichting en ondersteuning: aanstaande ouders, ouders, verzorgers, jongeren van 0-23 jaar, professionals, buren, opa’s en oma’s. Het CJG is er om makkelijk en snel een antwoord te vinden op vragen over opvoeden en opgroeien. Als het kan, krijgt u direct antwoord, advies of ondersteuning en anders helpt het CJG u meteen aan het juiste adres. Het CJG is niet helemaal nieuw: het is een samenwerkingsverband van bestaande organisaties die zich bezighouden met jeugd en opvoeden: Icare, GGD Drenthe, Noordermaat, Stichting Welzijn MiddenDrenthe en Bureau Jeugdzorg Drenthe. De jeugdarts, de jeugdverpleegkundige en het schoolmaatschappelijk werk zijn dus bijvoorbeeld ook onderdeel van het CJG en zij zijn de CJG-contactpersonen voor de school. Waar vindt u het CJG? U kunt het CJG mailen, bellen en bezoeken. En op de website van het CJG vindt u veel informatie en antwoord op veel gestelde vragen (www.cjgmiddendrenthe.nl). Ook kunt u vragen stellen via [email protected]. Op 0593 – 524136 is het CJG dag en nacht bereikbaar voor vragen en advies. Het CJG is gevestigd aan de Nassaukade 4 te Beilen. Hier kunt u op afspraak het CJG-spreekuur bezoeken. Graag tot ziens bij het CJG. CJG Midden-Drenthe Nassaukade 4, BEILEN 0593 - 524136 [email protected]

www.cjgmiddendrenthe.nl

48

Screening in groep 2 en 7 Alle leerlingen in groep 2 en 7 worden schriftelijk uitgenodigd voor een screening door de assistente jeugdgezondheidszorg. De ouders ontvangen hiervoor een uitnodiging met informatie en een vragenlijst. Blijkt uit de screening dat de leerling extra zorg nodig heeft of hebben de ouders aangegeven vragen te hebben, dan worden zij uitgenodigd op een spreekuur bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Ook een leerkracht of de intern begeleider kan, in overleg met de ouders, een kind aanmelden voor het spreekuur. De spreekuren zijn op school of in de buurt. Spreekuur Waarvoor naar een spreekuur? Wanneer er vragen zijn over bijvoorbeeld groei, ontwikkeling, gedrag, motoriek, horen en zien, dan kan dit met de jeugdarts worden besproken. De jeugdverpleegkundige kan helpen bij vragen rondom opvoeding, leefstijl, psychosociale problemen, pesten, faalangst, zindelijkheid en gezond gewicht. Wie houdt het spreekuur? De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige houden spreekuren op de school of een centrale plaats. Alle leerlingen en ook ouders kunnen een afspraak maken. Mentoren en intern begeleiders kunnen ook een leerling aanmelden voor het spreekuur, maar alleen als de ouders daarvoor toestemming hebben gegeven. Het zorgteam Op de meeste scholen werken professionals samen, zoals de intern begeleider, jeugdarts & jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werk. Zij ondersteunen school, leerling en ouders. Logopedie Op de meeste scholen wordt een logopedische screening aangeboden in groep 2 door een logopediste van GGD Drenthe. Kijk op www.ggddrenthe.nl/logopedie voor meer informatie over logopedie.


Afspraak maken? Een afspraak maken voor het spreekuur kan via onderstaand telefoonnummer of emailadres. Vermeld in de e-mail altijd de naam, de geboortedatum en de school van de leerling. 088-2460246 (ma-vr 08.00 - 16.00 uur) [email protected]. Vaccinaties De GGD biedt voor kinderen van 9 jaar een vaccinatie aan tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en een vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). Deze worden tegelijkertijd gegeven. Daarnaast krijgen alle meisjes, als ze 12 /13 jaar oud zijn, een oproep voor een vaccinatieserie tegen baarmoederhalskanker. Een oproep voor vaccinaties wordt naar het huisadres van de leerling gestuurd. In deze oproep staat aangegeven waar de vaccinatie gehaald kan worden, dit zal niet op school zijn.

2.14. Schoolmaatschappelijk werk Bij ons op school wordt ook schoolmaatschappelijk werk verzorgd. Het schoolmaatschappelijk werk geeft ondersteuning en vormt de brug tussen ouders, kinderen en school bij de volgende onderwerpen: hulp bij opvoedingsvragen, om daarmee de leerprestaties, gedrag en welbevinden van de kinderen te verbeteren; ondersteuning aan leerkrachten; met de school/leerkracht verhelderen wat de oorzaak is van het probleem van het kind op school; ouders begeleiden naar gespecialiseerde hulpverlening; bemiddelen tussen school, de leerkracht en het gezin, waarbij het kind centraal staat. Het maatschappelijk werk kent een beroepsgeheim, dit betekent dat er altijd met de ouders wordt besproken welke informatie doorgegeven mag worden aan derden. Ouders moeten daar toestemming voor geven. De aanmelding voor schoolmaatschappelijk werk loopt via de MIB-er.


2.15. Onderwijs aan zieke leerlingen Een kind heeft recht op onderwijs, ook als het ziek is. Wanneer een leerling langdurig ziek is, thuis of in het ziekenhuis, dan zorgt de school ervoor dat de leerling betrokken blijft bij het onderwijs. Een aangepast leerprogramma kan het kind de nodige afleiding geven en zal het contact tussen het kind en de school waarborgen. Ook wordt voorkomen dat de achterstand te groot wordt om na de ziekteperiode de draad weer op te pakken. Om de begeleiding van zieke leerlingen optimaal te realiseren, kan de school een beroep doen op de consulenten Onderwijs aan Zieke Leerlingen. Zij kunnen de leerkracht adviseren bij het aanpassen van de leerstof aan de mogelijkheden van het zieke kind. In overleg met de school en de ouders kan de consulent de leerling 1 à 2 keer in de week bezoeken en samen met de leerstof bezig zijn. Verder hebben de consulenten zicht op de aard en de consequenties van ziekten. Meer informatie over het project Onderwijs aan Zieke Leerlingen kunt u vinden op internet en www.ziezon.nl.

2.16. Hoofdluis Na iedere vakantie controleert een aantal daartoe door de GGD opgeleide ouders alle kinderen van de school op luizen. Indien er hoofdluis wordt geconstateerd, zal er contact worden opgenomen met de ouders. Wat kunt u zelf doen wanneer u ziet dat uw kind last heeft van hoofdluis: • Bij de drogist zijn verschillende middelen te verkrijgen. Voorbeelden hiervan zijn: “Paraspeciaal spray” en “Prioderm lotion”. De aanwijzingen op de verpakking vertellen u precies hoe u de luizen kunt behandelen. • Een stuk goedkoper en net zo effectief kan het gebruik van zeezout zijn. Op natte haren zeezout aanbrengen, omwikkelen met aluminiumfolie en een half uurtje laten intrekken. • Natuurlijk is het kammen met een fijne kam ook een uitstekend middel om luizen en eitjes te verwijderen. • Bij thuis constateren: contact opnemen met de hoofdluis coördinator.

49

2.17. Richtlijn medicijnverstrekking en handelen Op school is een richtlijn aanwezig met betrekking tot medicijngebruik. Hierin staat onder andere omschreven dat leerkrachten niet aansprakelijk zijn voor het verstrekken van medicijnen en het uitvoeren van medische handelingen. Als het nodig is dat uw kind medicijnen krijgt toegediend tijdens schooltijd of dat er medische handelingen moeten worden verricht, moet dit in een richtlijn worden vastgelegd en ondertekend worden door de ouders/verzorgers. In de richtlijn staat om welke medicijnen het gaat, wanneer ze moeten worden toegediend en wat er gedaan moet worden als zich bijzondere situaties voordoen. Richtlijn medicijnverstrekking en handelen op de scholen aanwezig.

2.18. Foto- en filmbeleid Op onze scholen worden foto- en (incidenteel) filmopnames gemaakt van allerlei activiteiten. Door middel van deze opnames wordt op de website van de school een sfeerimpressie gegeven van deze activiteiten. Uiteraard waken wij er kritisch voor dat de beelden geen schade berokkenen aan onze leerlingen. Tenzij u anders aangeeft, gaan wij er van uit dat u akkoord bent met het plaatsen van deze opnames op de website van de school. In enkele gevallen wordt School Video Interactie Begeleiding of SVIB) op de scholen toegepast Beeldcoaching is een praktische manier van oplossingsgericht coachen, waarbij door microanalytisch te kijken naar video-opnames in de klas, de leerkracht/het team optimaal bewust wordt van eigen effectieve handelen. Door dit geslaagde gedrag vervolgens frequenter toe te passen zal het pedagogisch klimaat in de klas (interactie, klassenmanagement en didactiek/inhoud) snel verbeteren. Bij SVIB gaat het om professionalisering van de leraren en teams. De opnamen dienen louter voor intern gebruik.

2.19. Veiligheidsbeleid Op grond van weten regelgeving is het noodzakelijk dat het thema veiligheid beleidsmatig wordt ingevuld. Het openbaar basisonderwijs kent een bovenschools veiligheidsplan dat geldt voor alle openbare basisscholen in Midden-Drenthe. Dit schoolveiligheidsplan is opgezet om tot een verbetering van de veiligheid en het welbevinden van leerlingen en personeel in het onderwijs te komen. Dit schoolveiligheidsplan heeft betrekking op alle werknemers, maar ook op leerlingen en ouders of verzorgers en is gericht op veiligheid en de preventie van en het optreden na incidenten. Richtlijn Arboveiligheidsplan ligt op de school ter inzage.

Daarnaast heeft elke school een coördinator Facilitair (voorheen preventiemedewerker/ Arbo-coördinator geheten). De coördinator Facilitair is de persoon binnen de school die verantwoordelijk is voor de zaken die verplicht zijn vanuit de Arbowet. De coördinator Facilitair onderhoudt o.a. het contact met de Arbodienst en is betrokken bij het uitvoeren van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en het maken van een plan van aanpak. Hier ligt een nadrukkelijke relatie met het thema veiligheid. Vandaar dat de coördinator Facilitair een rol speelt in de nieuwe ontwikkelingen rondom veiligheidsbeleid.

Het is niet toegestaan foto´s of ander beeldend materiaal binnen het schoolgebouw te maken zonder toestemming van leerkrachten en directie van de school. Toestemming geldt alleen voor privégebruik en niet voor andere doeleinden, o.a. Social Media.

50


2.20. Collectieve verzekering De Stichting OBOMD heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking.

Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.

De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moet worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt dan ook niet door de school vergoed.


51

2.21. Richtlijn pesten De scholen beschikken over een richtlijn pesten. Daarin staan de stappen beschreven die worden ondernomen als er sprake is van pestgedrag. Pesten EINDPRODUCT:

Het aanpakken van pestgedrag

Leerling kan naar

Vertrouwenspersoon wijst de weg bemiddelt

Ouders kunnen naar

Leerkracht bemiddelt / lost op / verwijst door

Schoolcoördinator bemiddelt / lost op / verwijst door

Meerschoolse directeur bemiddelt / lost op / verwijst door

Algemeen directeur bemiddelt / lost op / verwijst door / schorst of verwijdert pester

Externe OBOMD bemiddelt / lost op / verwijst door

Landelijke klachtencommissie adviseert het schoolbestuur

52


Bijlage 3 Waar staan we voor 3.1.

De kwaliteit van ons onderwijs

De Stichting heeft gekozen voor het instrument Werken Met Kwaliteitskaarten (WMK) om vorm en inhoud te geven aan kwaliteitsbeleid. Dit houdt in dat de school haar eigen kwaliteit bewaakt en indien nodig verbeteringen aanbrengt.

Het is belangrijk dat de school de kwaliteit van het onderwijs bewaakt en daar waar nodig verbetert. De kwaliteit met betrekking tot de hiervoor genoemde onderwerpen wordt daarom regelmatig (cyclisch) getoetst aan de door school gestelde streefdoelen. In het schoolplan geeft de school aan welke verbeterpunten aan de orde zijn, op langere en korte termijn. In het jaarverslag brengt de school verslag uit van de ontwikkelingen met betrekking tot de gestelde verbeterpunten. Ook de onderwijsinspectie beoordeelt regelmatig de kwaliteit van het onderwijs door de school te bezoeken. Meer informatie over vorm, inhoud en werkwijze van de onderwijsinspectie met betrekking tot scholenbezoek alsmede inspectieverslagen zijn te raadplegen op de website van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl.

WMK gaat uit van de systematiek die bekend staat als de PDCA-cylus, de zogenaamde Demingcirkel. Op doelgerichte wijze ontwikkelen van de school en de medewerkers veronderstelt het systematisch nemen van de volgende stappen: • Plan (P): Vaststellen van de doelen van de school (en de medewerkers). • Do (D): De doelen in de praktijk realiseren. • Check (C): Controleren of de doelen in voldoende mate gerealiseerd worden. • Act (A): Wat goed gaat vasthouden (borgen) en verbeteringen realiseren. WMK koppelt kwaliteitszorg nadrukkelijk aan integraal personeelsbeleid. Daarbij richt kwaliteitszorg zich vooral op school(team)ontwikkeling en integraal personeelsbeleid op mensontwikkeling. Het één kan niet zonder het ander: school(team)ontwikkeling versterkt de ontwikkeling van de individuele werknemer en andersom.


53

3.2.

Actief burgerschap en sociale integratie

Wat is actief burgerschap? Het verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Wat is sociale integratie? Sociale integratie is deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Actief burgerschap en sociale integratie is in ons schoolbeleid verweven, het is geen vak dat op het lesrooster staat. De verschillende aspecten komen in verschillende vakken aan bod en zijn geïntegreerd in onze dagelijkse praktijk en schoolcultuur. Naast de lessen uit de methoden komt actief burgerschap en sociale integratie in o.a. de volgende onderdelen aan bod: • Deelname aan kunstmenu • Deelname aan het jaarlijkse NME project • Wij bieden de ouders de mogelijkheid om de kinderen deel te laten nemen aan humanistische vorming • In de lessen HVO wordt expliciet aandacht besteed aan burgerschap en sociale integratie • Projecten, diverse excursies • Vieringen en feesten zoals Sinterklaas en Kerst

3.3.

Godsdienstig of humanistisch vormingsonderwijs (GVO of HVO)

Levensvragen... Grote en kleine mensen stellen vragen. Sommige daarvan raken levensthema's als liefde, dood, identiteit, natuur, geloof, goed en kwaad. Levensvragen dus. We hebben er niet meteen een antwoord op. Zulke levensvragen spelen ook op school. Uw kind kan onder schooltijd leren nadenken en praten met klasgenoten over dit soort vragen. Dat gebeurt in het godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs. In de lessen GVO en HVO krijgt uw kind een taal, woorden, beelden en verhalen aangereikt, om levensvragen mee op te pakken en te leren zoeken naar eigen identiteit. Alle lessen sluiten naadloos aan bij het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de kernwaarden van het openbaar onderwijs. Binnen de stichting is HVO en GVO geregeld. Gewoon omdat u daar recht op heeft. Openbaar onderwijs, godsdienst en levensbeschouwing Op een openbare school is ieder kind welkom, welke godsdienst of levensbeschouwing het ook heeft. Het woord 'openbaar' betekent dat de school niet van één bepaalde godsdienst of levensovertuiging uitgaat. Maar er wordt wel aandacht besteed aan geloof en levensbeschouwing, want ook op een openbare school moet je leren omgaan en samenleven met elkaar. Kinderen met heel verschillende achtergronden en culturen zitten samen in de klas. Jaarlijks worden de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 in de gelegenheid gesteld lessen GVO of HVO te volgen. Een eigen kijk op het leven Veel ouders willen dat hun kinderen op school meer weten over godsdienst of levensbeschouwing en dan gaat het niet alleen om kennis. Ze willen dat hun kinderen een eigen kijk op het leven ontwikkelen. Dat ze ervaren wat geloof of een niet-religieuze levensovertuiging in het leven kan betekenen. En dat ze leren om deze te respecteren. Het godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs binnen de stichting wordt gegeven door protestantse en humanistische vakdocenten.

54


3.4.

Uitstroom en resultaten

Uitstroom De kinderen van onze school stromen uit naar verschillende scholen voor voortgezet onderwijs, verspreid over verschillende steden in Drenthe. Meestal in de nabijheid van de woonplaatsen van onze leerlingen.

HAVO 17,8

14

35,7

Hijken

17

76,4

5,9

G.A. De Ridder

44

20,5

31,8

13,6

13,6

Meester Siebering

13

15,4

53,8

23,1

7,7

De Wenteling

12

33,3

25,0

Zuiderenk

21

14,3

42,9

De Lindelaar

51

5,9

De Meenthe

17

Prinses Margriet

27

Pieter Van Thuyl

14

+lwoo

De Bosvlinder

Praktijk

45

20,0

8,3

3,9

25,9

Contacten tussen onze school en de scholen voor voortgezet onderwijs. Naast een schriftelijke rapportage wordt meestal ook in een persoonlijk gesprek met vertegenwoordigers van de verschillende scholen informatie gegeven over de leerlingen. Ook nadat leerlingen onze school hebben


VWO

VMBO-t/ HAVO 6,7

Harm Smeenge

HAVO/ VWO

VMBO b-g-k-t 33,3

School

Aantal lln.

VMBO b-g-k-t

Uitstroom naar het voortgezet onderwijs (procentueel) schooljaar 2013-2014

22,2

28,6

35,7 5,9

11,8

4,5

15,9

16,7

16,7

4,8

19,0

19,0

37,2

13,7

13,7

58,8

17,6

11,8

11,8

29,6

3,7

18,5

22,2

21,4

7,2

71,4

19,6

5,9

verlaten, is er contact. Wij registreren hoe het de leerlingen in het voortgezet onderwijs vergaat. Daarvoor gebruiken we de gegevens van de leerlingen die drie jaar geleden zijn uitgestroomd.

55

Resultaten (cito eindtoets)

Schoolscore

Ondergrens Inspectie

Harm Smeenge

535,1

532,5

535,2

536,7

535,8

535,8

De Bosvlinder

535,2

535,5

535,2

539,5

535,2

541,9

Hijken

535,1

538,3

535,2

538,6

534,0

534,4

G.A. De Ridder

535,1

536,1

534.6

533,9

534,8

533,3

Meester Siebering

534,3

535,4

531.3

532,3

531,2

536,0

533.9

536,4

533,9

528,4

scholen

De Wenteling

Schoolscore


ongewogen st. score

2014

ongewogen st. score

2013

Schoolscore

2012


Eindtoets

Zuiderenk

535,2

535,5

535,2

536,3

535,2

533,3

De Lindelaar

535,2

537,2

535.1

534,8

535,2

536,7

De Meenthe

535,1

530,1

535.1

536,3

535,2

532,9

Prinses Margriet

534,8

538,5

534.8

533,8

535,2

535,7

Pieter Van Thuyl

534,8

535,2

534.3

539,2

534,2

534,7

Plusaanbod Stichting OBOMD De leerlingen die een verdieping qua leerstof aankunnen, een hoge intelligentie hebben en behoefte hebben aan onderwijs met extra uitdaging, kunnen bij ons terecht. Stichting OBOMD organiseert ook in het schooljaar 2014-2015 een plusklas, bestemd voor leerlingen in groep 8.

De selectie voor deze plusgroep is streng, er wordt gekeken naar de Cito scores die minimaal op niveau I moeten zijn en naar de sociaal emotionele behoefte aan contact met gelijkgestemden. Mocht uw kind voor deze plusklas in aanmerking komen, dan krijgt u via de groepsleerkracht een aanmeldingsformulier mee naar huis om de keuze te maken om uw kind in te schrijven.

Plusklas groep 8 In samenwerking met het Nassaucollege wordt er ook dit schooljaar weer een plusklas voor groep 8 gestart. De plusklas vindt plaats op het Nassaucollege en wordt gegeven door leerkrachten van het Nassaucollege.

56


3.5.

Het schoolklimaat

De school streeft er naar om de kinderen zich thuis te laten voelen, zich geborgen te weten. Dan kan een kind zich het sterkst ontwikkelen. Met prestaties wordt relatief omgegaan. We vinden dat kinderen op school moeten presteren, maar zijn er van overtuigd dat prestaties voor ieder kind verschillend kunnen zijn. Ons doel is een voortdurende ontwikkeling van eigen kunnen. Zo lang mogelijk houden we de groep bij elkaar. Zittenblijven is niet altijd de oplossing. Aanpassen van de gestelde taken, verscheidenheid in de verwerking lijken ons een betere oplossing. Toch kan het soms voor een leerling beter zijn dat, na overleg, een jaar wordt overgedaan. Als u uw kind hoort praten over “niet naar school willen” trekken wij ons dat aan. Graag willen we de reden weten om te bekijken wat we hier aan kunnen doen. We denken, dat “graag naar school gaan” een eerste aanzet tot goed leren is.


57

Bijlage 4 Regelingen in het onderwijs 4.1.

Leerplicht

In Nederland heeft ieder kind recht op onderwijs dat bij zijn of haar mogelijkheden of beperkingen past. Naast een leerrecht bestaat er ook leerplicht. Kinderen die in Nederland wonen en onder de leerplichtwet vallen, moeten elke dag naar school. Kinderen zijn vanaf 5 jaar leerplichtig. In de leerplichtwet is geregeld wanneer verzuim van kinderen geoorloofd is en wanneer niet. Richtlijn leerplicht verzuim verlof op de school ter inzage.

4.2.

Ziekte

Als uw kind onverhoopt niet op school kan komen, omdat het ziek is of, omdat er andere ernstige omstandigheden een rol spelen, dan verwachten wij –waar mogelijk- dat u dit aan ons doorgeeft vóór de school begint. Bij besmettelijke ziektes zoals bijv. waterpokken, mazelen e.d. worden de protocollen van de GGD gevolgd. In geval een leerling langdurig ziek is, kan een beroep worden gedaan op de begeleiding voor zieke kinderen, dit wordt verzorgd door Timpaan onderwijsbegeleiding. Daarnaast zoekt de school, in overleg met de ouders, naar een passende oplossing. Richtlijn ziekteverzuim is uitgereikt.

4.3.

Lesuitval

Bij ziekte van een leerkracht proberen we een bevoegde vervanger te vinden. We proberen, zoveel als in ons vermogen ligt, lesuitval tegen te gaan. Soms lukt het niet een invaller te vinden. Het kan in incidentele gevallen voorkomen dat dan groepen moeten worden samengevoegd. Als het ook op langere termijn niet lukt een invaller te vinden, kunnen de leerlingen in uitzonderlijke gevallen vrij gegeven worden. U wordt daarvan altijd een dag van te voren d.m.v. een brief op de hoogte gesteld.

58

4.4.

Klachtenregeling

De stichting openbaar basisonderwijs MiddenDrenthe beschikt over een klachtenregeling. Hierin staat onder andere dat voor de afhandeling van klachten een vertrouwenspersoon is aangesteld en is aangesloten bij de “Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs”. De klachtenregeling ligt op de school ter inzage. Wat moet ik doen als ik een klacht heb over de school? Als u een klacht heeft over de school wordt u geadviseerd om de hiernavolgende stappen 1 t/m 6 te doorlopen. Stap 1: Groepsleerkracht Als u klachten heeft over de gang van zaken in de groep, kunt u dit het beste melden en bespreken met de betrokken groepsleerkracht. Stap 2: Coördinator locatie of bouw Als praten met de groepsleerkracht naar uw mening geen oplossing geeft of wanneer u een klacht heeft over de algemene gang van zaken op school, dan kunt u de coördinator locatie of bouw benaderen voor overleg. In veruit de meeste gevallen zal in onderling overleg tussen u en de coördinator locatie of bouw de klacht kunnen worden afgehandeld. De clusterdirecteur wordt te allen tijde geïnformeerd. Stap 3: Clusterdirecteur (tevens contactpersoon) In veruit de meeste gevallen zal in onderling overleg tussen u en de coördinator locatie of bouw de klacht worden afgehandeld. Mocht dit niet het geval zijn, is de clusterdirecteur bereid uw klacht te af te handelen. Als u niet tevreden bent over de afhandeling van de klacht, dan kan de clusterdirecteur als contactpersoon u doorverwijzen naar het schoolbestuur.


Stap 4: Algemeen directeur U kunt schriftelijk en ondertekend en binnen een jaar na het gebeuren een klacht indienen bij de algemeen directeur. De algemeen directeur kan besluiten de klacht zelf af te handelen. Hiervan is sprake wanneer de algemeen directeur van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Mocht dit na een enkel gesprek niet lukken, dan verwijst de algemeen directeur u door naar de vertrouwenspersoon. De algemeen directeur heeft de beschikking over twee vertrouwenspersonen: • een vertrouwenspersoon voor klachten van onderwijsinhoudelijke en organisatorische aard over de school van uw kind(eren); • een vertrouwenspersoon voor klachten inzake seksuele intimidatie, belaging, agressie, geweld en pesten. Indien de algemeen directeur bij het bestuderen van de klacht van mening is dat de klacht niet op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld, dan verwijst de algemeen directeur u direct door naar de vertrouwenspersoon. Stap 5: Vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon neemt kennis van uw klacht en gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Ingeval u van mening blijft dat uw klacht onvoldoende is afgehandeld, dan kan de vertrouwenspersoon u desgewenst begeleiden bij de indiening van uw klacht bij de klachtencommissie. Stap 6: Landelijke Klachtencommissie Als u uw klacht bij de Landelijke Klachtencommissie indient, dan betekent dit dat uw klacht aan een onafhankelijke commissie, bestaande uit 3 leden, wordt voorgelegd. De klacht kan schriftelijk worden afgedaan of door middel van een hoorzitting waarin de klager en de aangeklaagde in de gelegenheid worden gesteld het woord te voeren. De Landelijke Klachtencommissie komt uiteindelijk met een advies, met daarin een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht. Over dit advies doet de algemeen directeur mededeling aan de klager en de aangeklaagde. Tevens beoordeelt de algemeen directeur of er naar aanleiding van het advies maatregelen moeten worden genomen en zo ja, welke. Voor een meer uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het reglement van de Landelijke Klachtencommissie.


Vertrouwenspersoon: OBOMD heeft de beschikking over twee vertrouwenspersonen:  Een vertrouwenspersoon voor klachten van onderwijsinhoudelijke en organisatorische aard over de school van uw kind(eren), mevrouw D. de Boer is hiervoor aangesteld. Mevrouw de Boer is, na verwijzing door de Algemeen Directeur, bereikbaar via telefoonnummer 0620554927  Een vertrouwenspersoon voor klachten inzake seksuele intimidatie, belaging, agressie, geweld en pesten. Hiervoor hebben wij op afroepbasis een contract afgesloten met de GGD. De jeugdarts van de GGD, waarop u in voorkomende gevallen een beroep kan doen, is dhr. G. Helder. Zijn e-mail adres is [email protected] en hij is bereikbaar via tel. 0592-306317. Adres: Mien Ruysweg 1, 9408 KA Assen Klachten over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld kunnen ook gemeld worden bij de Inspectie van het onderwijs:  Vertrouwensinspecteurs voor Nederland De vertrouwensinspecteurs zijn alle werkdagen tijdens kantooruren (08.0017.00 uur) bereikbaar op het nummer: 0900 111 3 111 (lokaal tarief).  De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs wordt in stand gehouden door Onderwijsgeschillen. De Commissie is voortgekomen uit een samenvoeging van de vanaf 1998 functionerende Landelijke Klachtencommissies voor het PO en VO en sinds 1 februari 2011 de Landelijke Klachtencommissie voor de beroeps- en volwasseneneducatie. Ook de voormalige klachtencommissie HBO is hier ondergebracht. De bevoegdheid van deze Commissie strekt zich uit tot klachten uit het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs. De Commissie staat open voor het gehele onderwijsveld, van basis tot hoger onderwijs, zowel openbaar als bijzonder (confessioneel en algemeen). Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon:

030 - 280 95 90

E-mail: [email protected] Website: http://www.onderwijsgeschillen.nl

59

4.5.

Richtlijn schorsing en verwijdering

4.7.

Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad

Wanneer sprake is van een ernstige verstoring van de rust of veiligheid op onze school door een leerling, kan hem/haar op grond van artikel 40 van de wet op het Primair Onderwijs de toegang tijdelijk (in beginsel maximaal 5 dagen) worden ontzegd. Men spreekt dan van schorsing. Een schorsing van een leerling wordt door de directeur gemeld aan de stichting openbaar basisonderwijs MiddenDrenthe en de leerplichtambtenaar van de gemeente Midden-Drenthe en de Onderwijsinspectie, alleen ingeval bij schorsing van meer dan 1 dag. De directeur of het bevoegd gezag informeert de leerling en de ouders in ieder geval schriftelijk over: • de reden en duur van de schorsing • de mogelijkheid van bezwaar • de manier, waarop dit bezwaar kenbaar gemaakt moet worden

Alle openbare basisscholen binnen de gemeente Midden-Drenthe vallen onder het bevoegd gezag van het bestuur Openbaar Onderwijs Gemeente Midden-Drenthe. De algemeen directeur biedt jaarlijks een aantal documenten aan met een bovenschools karakter waarover men volgens het medezeggenschaps-reglement advies– dan wel instemmingsrecht heeft. Zowel de MR– als de GMR-vergaderingen zijn openbaar.

Wanneer er geen verbetering of bereidwilligheid volgt, kan worden overgegaan tot de procedure van verwijdering van de betreffende leerling. De algemeen directeur beslist namens de stichting over de verwijdering van leerlingen. De schoolleiding moet dan aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes hebben gezocht naar verwijzingsmogelijkheden naar een andere school. Ouders kunnen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht binnen zes weken bezwaar aantekenen bij de stichting openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe. Een beslissing op een bezwaarschrift moet binnen vier weken worden genomen.

Richtlijn Overblijven ligt op de school ter inzage

4.8.

Overblijven op school

Bestuurlijk beleid ten aanzien van het overblijven. Het bestuur is wettelijk verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang (het overblijven) op de openbare basisscholen in Midden-Drenthe.

Richtlijn schorsing en verwijdering ligt op de school ter inzage.

4.6.

Medezeggenschap

Medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad van de school bestaat uit 2(3) ouders en 2(3) leerkrachten. De personeels-/oudergeleding heeft tot taak om over beleidszaken advies of instemming te geven. Deze adviesen instemmingsbevoegdheid staat omschreven in het MR-regelement. De directeur is aanwezig bij de vergaderingen als vertegenwoordiger van het bestuur, op uitnodiging van de MR. De 2(3) ouders/verzorgers worden door en uit de ouders/verzorgers gekozen volgens het regelement op de MR. De samenstelling van de MR kunt u lezen op het bijgevoegd blad.

60


4.9.

Buitenschoolse opvang

Net als alle basisscholen in Nederland draagt vanaf 1 augustus 2007 het openbaar basisonderwijs Midden-Drenthe zorg voor de organisatie van kinderopvang in de zin van de Wet Kinderopvang, op schooldagen, gedurende de voor- en naschoolse periode, tussen 7.30 uur en 18.30 uur, indien een of meer ouders hierom vragen. Het doel is opvangvoorzieningen voor ouders en kinderen toegankelijker te maken. Opvang voor het openbare basisonderwijs in Midden-Drenthe. Voor de scholen van het openbaar basisonderwijs heeft het bestuur afspraken gemaakt met twee kinderopvangorganisaties. Afhankelijk van de mogelijkheden op school en in de omgeving zal de kinderopvang plaatsvinden op school of op een nadere locatie in de buurt. Uw kind kunt u via deze organisaties aanmelden voor de BSO. 1. Met ingang van 1 augustus 2007 zijn alle basisscholen wettelijk verplicht om de mogelijkheid te bieden tot kinderopvang voor en na schooltijd als daar bij de ouders behoefte aan bestaat. De scholen hebben de uitvoering hiervan uitbesteed aan kinderopvangorganisaties. OBOMD heeft recentelijk centraal gekozen voor intensieve samenwerking met ASKA voor de voor- en naschoolse opvang van de leerlingen. De Algemene Stichting Kinderopvang Assen/Midden-Drenthe (ASKA) is een kinderopvangorganisatie met diverse locaties voor buitenschoolse opvang en kinderdagopvang in Assen en Midden Drenthe. ASKA vangt kinderen op voor aanvang van de school, na schooltijd, op margedagen en in vakanties. In Midden Drenthe vindt dit plaats op de locaties: kindercentrum de Boemerang in Beilen, kindercentrum de Sprong in Smilde en buitenschoolse opvang de Vaart in Hoogersmilde. ASKA verzorgt ook in Westerbork, Wijster en Beilen, resp. vanuit obs de Lindelaar, obs Zuiderenk en de scholen obs Harm Smeenge/obs G.A. de Ridder buitenschoolse opvang. Doelstelling van de ASKA is het verzorgen van goede en plezierige opvang voor de kinderen en het faciliteren van ouders bij het combineren van werken zorgtaken. Er worden bijvoorbeeld dagelijks activiteiten op het gebied van sport, natuur, techniek, drama, koken, creatief en cultuur georganiseerd, waaraan uw kinderen kunnen deelnemen.


In Smilde, Westerbork en Beilen wordt daarnaast de mogelijkheid geboden om, gedurende de opvang, een warme maaltijd te eten en/of de kinderen naar (sport)clubs te brengen, als ze tijdens de BSO-uren training of les hebben. Om de doorgaande lijn van kinderdagverblijf naar school en ook van school naar buitenschoolse opvang te versterken zijn Openbaar Onderwijs Midden-Drenthe en ASKA een samenwerking aangegaan om uiteindelijk te komen tot volledig op elkaar afgestemde dagprogramma’s voor de kinderen en optimale dienstverlening voor de ouders, vanuit integrale kindcentra. Op school ligt een uitgebreide brochure van de ASKA voor u klaar met daarin alle informatie over de verschillende opvangmogelijkheden, de locatie, de openingstijden, de activiteiten, het vervoer e.d. Ook voor kinderopvang van 0 tot 4 jaar kunt u terecht bij ASKA op de kinderdagverblijven van de Sprong in Smilde of de Iemenheuv in Beilen. Op de kinderdagverblijfgroepen krijgen de kinderen alle ruimte om zich spelenderwijs te ontwikkelen in een vertrouwde omgeving met leeftijdgenootjes. Mocht u gebruik willen maken van de buitenschoolse opvang of kinderdagopvang, dan kunt u uitgebreide informatie vinden op de website www.aska.nl of rechtstreeks contact opnemen met de ASKA. U kunt de ASKA bereiken onder nummer: 0592 301 993. Natuurlijk kunt u ook eerst even een kijkje nemen bij de locatie: • Kindercentrum de Boemerang, Eursingerweg 3 in Beilen, tel. 0593 543534 • Kindercentrum de Sprong, Hoofdweg 24 in Smilde, tel. 0592 420987 • BSO de Lindelaar, Westeinde 6 in Westerbork 0593 331998 • Kinderdagverblijf de Iemenheuv, Reigerlaan 10 in Beilen 0593 526692

61

2. KidsCasa, (voorheen SKCN), verzorgt voor ons in Midden-Drenthe gastouders. Op plekken waar geen kinderopvang op locatie wordt aangeboden, kan een gastouder enkele kinderen wel opvangen. In Nieuw-Balinge en Hooghalen zijn gastouders van Kids Casa actief. Voor informatie en vragen kan men terecht via de website: www.kidscasa.nl. 3. Na schooltijd kunnen kinderen in Bovensmilde bij Pinokkio terecht voor buitenschoolse opvang (BSO). Voor informatie en vragen kan men terecht via de website: www.pinokkio.nu. Wat zijn de kosten voor de BSO? De kosten van de kinderopvang zijn afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. De overheid betaalt mee aan buitenschoolse opvang en de hele dagopvang door middel van een vergoeding van de Belastingdienst. De hoogte van deze vergoeding is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. De bijdrage van de werkgever wordt tevens vergoed via de belastingdienst. Deze werkgeversbijdrage is 1/6 deel per werkgever. Indien u in uw gezinssituatie met twee werkgevers te maken heeft, ontvangt u 2 x 1/6 deel is 1/3 deel werkgeversbijdrage. De Gemeente Midden-Drenthe betaalt in sommige gevallen ook een deel van de kosten (bijvoorbeeld voor alleenstaande ouders die studeren). Indien u meer informatie wilt over de kosten van buitenschoolse opvang en kinderopvang, dan kunt u contact opnemen met stichting Prokino, KidsCasa of Pinokkio. Op de websites van beide organisaties kunt u hierover informatie vinden. Voor informatie over de kinderopvangtoeslag kunt u kijken op de site van de belasting: www.toeslagen.nl of u kunt contact opnemen met de belastingtelefoon 0800 – 0543.

62

4.10. Sponsorbeleid Inleiding Scholen kunnen te maken krijgen met bedrijven die hen willen sponsoren. Dat kan een uitkomst zijn om extraatjes van te betalen, maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Leerlingen zijn een kwetsbare groep. Ze zijn makkelijk te beïnvloeden. Het is dus belangrijk dat sponsoring zorgvuldig gebeurt. Voorbeelden van sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, nietonderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt in schoolverband. Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld het noemen van de sponsor in de schoolkrant of een opdruk op T-shirts. Voorbeelden van sponsoring zijn: • Gesponsorde materialen, zoals boekjes, video’s, folders, posters en spellen. • Gratis producten die winkels of bedrijven uitdelen aan leerlingen of ouders. • Gesponsorde activiteiten, zoals schoolfeesten, sportdagen, schoolzwemmen en schoolreisjes. • Sponsoring van het schoolgebouw, bijvoorbeeld een leslokaal, de inrichting, computerapparatuur of cateringactiviteiten. • Schenkingen, waar geen tegenprestatie tegenover staat, vallen dus niet onder het begrip sponsoring. Terughoudend beleid ten aanzien van sponsoring De stichting voert ten aanzien van sponsoring een terughoudend beleid. Reden daartoe is, dat de verwachting bestaat dat sponsoring zou kunnen leiden tot toenemende concurrentie tussen scholen. Hoewel dit enerzijds een kwaliteitsimpuls tot gevolg zou kunnen hebben, bestaat anderzijds het gevaar dat een aantal scholen als gevolg van sponsoring meer financiële middelen tot hun beschikking heeft dan andere scholen, waardoor de verschillen tussen scholen dusdanig groot worden, dat de kwaliteit voor onderwijs voor bepaalde groepen leerlingen ter discussie komt te staan en het gevaar van elitair onderwijs (opnieuw) dreigt. Profilering van scholen, met sponsoring als middel, kan gunstige effecten hebben, maar dit moet binnen een kader plaatsvinden waarbij verschillen tussen scholen niet te groot mag worden. Het kan zijn dat een school in principe niet afwijzend tegenover sponsoring staat en ook bereid is een tegenprestatie te leveren voor de uit sponsoring verkregen middelen.


Wel hanteren we daarbij de volgende belangrijke uitgangspunten: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de school. • Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de leerlingen. • Sponsoring moet in overeenstemming zijn met fatsoensnormen. • Sponsoring mag niet ten koste gaan van de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen. • Sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden, noch in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. • Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van middelen die door sponsoring verkregen zijn.


Instemming MR Het ouderdeel van de medezeggenschapsraad moet instemmen met sponsoring als daaruit voor de school verplichtingen voortvloeien waarmee de leerlingen worden geconfronteerd. Wanneer het sponsorbeleid gevolgen heeft voor het personeel, moet ook het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad ermee instemmen.

63

Bijlage 5 Personeel 5.1.

Het bestuursformatieplan

Dit plan wordt jaarlijks in samenwerking met de openbare basisscholen door de stichting opgesteld. Het beschrijft voornamelijk welke leerkrachten op welke scholen zijn aangesteld en voor hoeveel uren. Tevens bevat het formatieplan leerling-prognoses, met de bedoeling zicht te houden op de ontwikkeling van de leerlingenaantallen voor de komende jaren. Deze gegevens vormen voor het bestuur de basis voor het personeelsbeleid, in overleg met de directies en de medezeggenschapsraden van de betrokken scholen.

5.2.

5.4.

Taakbeleid

Binnen de school vervullen leerkrachten ook de taken die niet rechtstreeks te maken hebben met het lesgeven. In de toedeling en verdeling van taken zal stichting Openbaar Basisonderwijs Midden Drenthe (OBOMD) een zo evenredig mogelijke spreiding van de werkzaamheden over het jaar bevorderen. Het accent ligt hierbij op de doelmatigheid, om zowel het beheersen van de taakbelasting van het individuele personeelslid te kunnen verwezenlijken als het kunnen voldoen aan de opdracht een zo goed mogelijk onderwijsaanbod te verzorgen.

De groepsleerkrachten

Soms werken leerkrachten op een school in deeltijd. Dit betekent dat de zorg voor de groep is verdeeld tussen twee duo-partners. Zij overleggen en hebben de werkwijze op elkaar afgestemd, zodat er zo veel mogelijk sprake is van een doorgaande lijn. De namen van de leerkrachten staan vermeld in het informatieblad bij de schoolgids 20142015.

5.3.

Wijze van vervanging

Voor de vervanging bij ziekte en verlof maken we gebruik van de invallers van de lijst van Openbaar Onderwijs Midden Drenthe. Het is vaak lastig een invaller te vinden. Als het niet lukt een invaller te vinden, wordt een groep (meestal de kleinste) opgesplitst en verdeeld onder de andere leerkrachten. Slechts in uiterste noodzaak zullen we kinderen naar huis sturen. Daarvan wordt u van te voren op de hoogte gesteld. Ieder jaar wordt er een invalplan gemaakt en besproken in het team.

64


Schoolgids Drijberse weg PW Wijster. Telefoon (0593)

Recommend Documents