Schoolgids De Korenaer Rector Baptistlaan 2014-2015
Schoolgids De Korenaer Rector Baptistlaan 2014-2015
Inhoudsopgave 1
Voorwoord
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Missie en visie
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.10.1 3.11
Toelating en plaatsing van leerlingen
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Opbouw en inrichting van de school
Algemene uitgangspunt Het schoolbestuur Onze kernwaarden (en onze beelden daarbij) Onze missie......is voor hun toekomst Onze visie: elke dag in de praktijk
Uw kind aanmelden op school Hoe meldt u aan op de Korenaer? Wet Kwaliteit VSO Wet Passend Onderwijs Commissie van Begeleiding Ontwikkelingsperspectief Oudergesprekken ZorgAdviesTeam (ZAT) Diploma's en uitstroom Dyslexieprotocol Dyslexie en eindexamen Schoolspullen
Het onderwijs Huidige onderwijssituatie Onderwijsaanbod in relatie tot Kwaliteitswet VSO Het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs Uitstroom profiel Arbeid Actief Burgerschap Trajecten Doorstroom binnen de school
4 7 10 12 12 14 15 17 18 20 21 24 26 27 28 28 29 29 29 32 33 34 35 37 38 40 42 43 45
4.9 4.9.1 4.9.2
Stage Stage en transitie De stageplek
45 47 48
5 5.1
Het schoolteam
49 50
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Veiligheid in en rond de school
7 7.1
Schooltijden en speciale activiteiten
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9
Relatie school en ouders
9 9.1 9.2 9.3 9.4
Opbrengsten en uitstroom schooljaar 2013-2014
Functies en taken binnen het schoolteam
Schoolregels Schorsen in het SO Schorsing en verwijdering Kledingvoorschriften Veiligheidsplan Protocol jassen en tassen controle Protocol kindermishandeling Protocollen algemeen
Speciale activiteiten
Ouderparticipatie Overblijven Vrijwillige ouderbijdrage Schoolverzuim en verlof Klachtenregeling Recht op informatie Medezeggenschapsraad Ziekmelden Foto's
Geslaagden schooljaar 2013-2014 IVIO examens Geslaagden schooljaar 2013-2014 VMBO (T) examens Geslaagden overige examens Uitstroom en opbrengsten schooljaar 2012-2013
53 54 58 59 62 64 64 64 64 66 67 69 70 71 71 73 76 77 77 78 79 80 81 82 83 84
9.5
Bestendiging leerlingen
84
10 10.1 10.2
Schoolontwikkeling
86 87 89
11 11.1 11.2 11.3
Bijlagen
Evaluatie schooljaar 2013-2014 Ontwikkel punten schooljaar 2014-2015
GGD Informatie leerplicht Contactgegevens
90 91 93 94
1
::: 1 Voorwoord Beste ouders / verzorgers, Voor u ligt de nieuwe schoolgids voor het schooljaar 2014 – 2015. Met deze gids willen we de ouders, verzorgers en belangstellenden informeren over zaken betreffende De Korenaer. In de gids vindt u informatie over de toelating, het onderwijs, de specifieke leerlingenzorg en ook algemene informatie over het team, de contacten met ouder(s)/verzorger(s), de lestijden, de resultaten van ons onderwijs, huishoudelijke zaken etc. Een goed en regelmatig contact tussen ouder(s)/verzorger(s) en school vinden we zeer belangrijk. In deze gids wordt aangegeven dat een leer- en leefklimaat, gekenmerkt door wederzijds vertrouwen en een goede relatie, voor ons de ideale basis is voor een optimale ontwikkeling van uw zoon/dochter. Een goede vertrouwensrelatie tussen leerling en de mentor, tussen de leerlingen onderling en ook tussen school en ouder(s)/verzorger(s) geeft de leerling (weer) zelfvertrouwen en zelfwaardering en leidt tot positieve, succesvolle leerervaringen. We gaan ervan uit dat u als ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte bent van de inhoud van de schoolgids. Dit is van belang voor een goede samenwerking tussen de ouder(s)/verzorger(s), hulpverlener(s) en de school. Er kunnen in de loop van het schooljaar wijzigingen plaatsvinden. Wij houden u op de hoogte via brieven, ouderavonden en via de website: www.vso-de-korenaer.nl Als u suggesties of vragen heeft over de inhoud van deze schoolgids, aarzel dan niet om met school contact op te nemen. Namens de teamleden wens ik leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) een heel leerzaam en plezierig schooljaar toe. René van den Nieuwelaar Locatie directeur VSO de Korenaer (RB)
VOORWOORD
5
6
VOORWOORD
2
::: 2 Missie en visie De naam - de Aloysius Stichting - verwijst naar een rijke geschiedenis, waarin met grote vasthoudendheid onderwijsondersteuning en begeleiding werd en wordt geboden aan de meest kwetsbare kinderen. Ruim een eeuw lang al heeft de Aloysius Stichting verantwoordelijkheid genomen voor onderwijs aan leerlingen van 4 tot en met 23 jaar, die ernstige, complexe gedragsproblemen, psychiatrische problemen en/of leerproblemen ervaren. Mogelijkerwijs richt de Aloysius Stichting zich in de toekomt ook meer op jongeren tot 27 jaar in het kader van bijvoorbeeld arbeidstoeleiding en nazorg. Onze geschiedenis laat zien dat onze voorgangers onvoorwaardelijk betrokken waren bij jongeren. Zij lieten hun kracht effectief werken voor de zwakkeren, vanuit het idee dat mens-zijn het belangrijkste is. Zij vonden hun passie in de interactie met kinderen en jongeren. Respect en waardering waren toonaangevend in dat contact. Wat 120 jaar lang overeind is gebleven is de bereidheid om er te willen zijn voor sociaal-emotioneel zwakkere jongeren. Nog steeds wil de Aloysius Stichting vanuit wederzijdse betrokkenheid jongeren ondersteunen om zichzelf te kunnen zijn." De Aloysius Stichting biedt al vanaf 1891 onderwijs en zorg aan, zoals dat toen heette, kansarme kinderen en kinderen in achterstandsituaties. Tegenwoordig is de Aloysius Stichting een van de grotere toonaangevende organisaties in Nederland op het gebied van speciaal onderwijs. De Aloysius Stichting is er voor jongeren tussen 4 en 20 jaar met de zwaarste en meest complexe onderwijs- en opvoedingsproblemen. Beleidsmatig richt het bestuur van de Aloysius Stichting zich momenteel op de kernthema's: Kwaliteitszorg en Professionaliseren van de organisatie. De Aloysius Stichting biedt onderwijs en begeleiding aan kinderen van 4 tot en met 20 jaar die ernstige gedrag- en/of psychiatrische problemen ervaren
8
MISSIE EN VISIE
en/of laten zien. De Stichting heeft in Nederland 21 scholen, verdeeld over zestig locaties in 26 gemeenten. In totaal biedt zij onderwijs aan zo'n 3500 leerlingen. De Stichting biedt speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en onderwijs aan leerlingen in justitiiele jeugdinrichtingen. Er zijn ook een aantal scholen voor speciaal basisonderwijs voor kinderen met minder ernstige beperkingen, die wel extra zorg en aandacht nodig hebben. De Stichting brengt expertise ook in, in het regulier onderwijs, waar leerlingen en leerkrachten worden geadviseerd en ondersteund.. Meer over onze missie, visie en koers is te vinden op www.aloysiusstichting.nl .
MISSIE EN VISIE
9
2.1 Algemene uitgangspunt Onze school is onderdeel van de Aloysius Stichting. Het unieke kind en zijn talenten staan centraal bij Aloysius. Ons onderwijs is ontwikkelingsgericht. Iedere leerling krijgt op basis van zijn ontwikkelingsperspectief (afgekort OPP) een bijpassend onderwijsaanbod. We investeren in positieve ervaringen voor kinderen en jongeren en houden in ons onderwijs rekening met hun achtergrond, leefwereld en toekomstverwachtingen. Wij vinden dat leren inspirerend, uitdagend en eigentijds moet zijn. Het doel is uiteindelijk dat onze leerlingen zichzelf ontplooien en dat zij kunnen meedoen in onze samenleving. We trekken samen op met ouders en ketenpartners, zodat we een goed antwoord kunnen bieden op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Om daarop goed aan te kunnen sluiten, zorgen we dat we de leeropbrengsten in kaart hebben. Onze medewerkers zijn professionals die zich steeds blijven ontwikkelen. Zij werken vanuit de kernwaarden Kracht, Onvoorwaardelijkheid en Passie en laten die elke dag zien in de onderwijspraktijk. De Korenaer richt zich op jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar met ernstige en complexe gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Deze jongeren bieden wij onderwijs op maat in een veilige en uitdagende leeromgeving, rekening houdend met hun capaciteiten, mogelijkheden en beperkingen. We proberen tegemoet te komen aan de hulpvraag van de individuele leerling met als doel een nieuw en passend perspectief aan te bieden. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, zoeken wij steeds naar nauwe samenwerking met de ouder(s)/verzorger(s), het regulier onderwijs en ketenpartners. Met het van kracht worden per 1-8-2014 van de wet Passend Onderwijs is er een schoolondersteuningsprofiel opgesteld. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning De Korenaer kan bieden en welke ambities de school voor de toekomst heeft. Op basis van dit profiel wordt steeds geinventariseerd welke expertise
10
MISSIE EN VISIE
verder moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor scholing. Ouders en mentoren hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de medezeggenschapsraad. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u vinden op onze website.
MISSIE EN VISIE
11
2.2 Het schoolbestuur
Het schoolbestuur wordt gevormd door de Aloysius Stichting. Correspondentieadres: Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Postbus 98 2215 ZH Voorhout Meer informatie over de Aloysius Stichting is te vinden op: www.aloysiusstichting.nl Sector Zuid Het voedingsgebied voor de Aloysius Stichting sector Zuid is de regio Zuid-Oost Brabant en Limburg. De regio bestaat uit drie kerngebieden: - Stevensbeek-Boxmeer - Helmond-Deurne-Asten-Someren - Eindhoven-Valkenswaard-Veldhoven-Bladel Correspondentieadres : Sectorbureau Zuid Kerkstraat 3 6085 AX Horn tel: 0475 58 32 42
[email protected] Sectordirecteur : Jac Verstegen Mail:
[email protected] Ondersteunend Sectordirecteur: Peter Zegers Mail:
[email protected]
12
MISSIE EN VISIE
2.3 Onze kernwaarden (en onze beelden daarbij) "Wij delen drie kernwaarden binnen de Aloysius Stichting: kracht, onvoorwaardelijkheid en passie. Kracht is waarmee wij dagelijks ons werk doen. Beelden en omschrijvingen die hier voor ons bij horen zijn: leerlingen en medewerkers in hun kracht zetten, eigen kracht ontwikkelen, leerlingen krachtige persoonlijkheden laten worden, stevig in je schoenen staan en een krachtige leeromgeving. Wij zijn er onvoorwaardelijk voor onze leerlingen. Beelden en omschrijvingen die hier voor ons bij horen zijn: doorgaan waar anderen stoppen, loslaten als het goed gaat, blijven zoeken naar mogelijkheden, in goede en slechte tijden, elkaar nemen zoals iedereen is, onbaatzuchtigheid en ‘mag het een onsje meer zijn’? Wij doen ons werk met passie . Beelden en omschrijvingen die hier voor ons bij horen zijn: met je hart, energiek, plezier, gedrevenheid, samen met anderen en ons werk is de moeite waard."
MISSIE EN VISIE
13
2.4 Onze missie......is voor hun toekomst "Wij bereiden kinderen en jongeren voor op hun toekomstige plaats in onze samenleving. De Aloysius Stichting is er voor leerlingen van 4 tot en met 23 jaar, die ernstige, complexe gedragsproblemen, psychiatrische problemen en/of leerproblemen ervaren. Uitgangspunt in onze aanpak zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wij richten ons primair op leerlingen met de meest complexe gedragsproblemen en daarnaast op die leerlingen die kunnen profiteren van onze aanpak. Wij richten ons ook op de ouders van onze leerlingen en de partners in de jeugdhulpverlening. Wij bieden onze leerlingen een passend ontwikkelings- en opbrengstgericht onderwijsprogramma of begeleidingsprogramma (ambulante dienstverlening). Dat doen wij in een leeromgeving die de ontwikkelingsmogelijkheden optimaal stimuleert en die leerlingen tot hun recht laat komen. Wij stemmen onze werkwijze af met onze leerlingen, hun ouders en partners in het onderwijs en de jeugdhulpverlening. Ons aanbod is bovendien afgestemd op de leefwereld van onze leerlingen."
14
MISSIE EN VISIE
2.5 Onze visie: elke dag in de praktijk Om aan te kunnen sluiten bij de missie van onze school en van de Aloysius Stichting hebben we onze visie en die van de Aloysius Stichting als uitgangspunt: Op school wordt gewerkt vanuit een gedeelde visie, die elke dag zichtbaar is voor leerlingen, hun ouders en onze partners. Bij de aanpak van de omgangsproblemen gaat De Korenaer uit van de volgende aspecten. Binnen het onderwijsaanbod erkennen en accepteren we de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. We gaan er dan ook vanuit dat iedereen vertrouwen heeft in het vermogen van deze jongeren om zich te kunnen ontwikkelen. In de ontwikkeling richten we ons op zowel didactisch, pedagogisch als sociaal-emotioneel vlak, zodat de jongere op termijn een passende plek weet te verwerven en te behouden op een reguliere (of andere) school of op de arbeidsmarkt. Zo kunnen zij uiteindelijk volledig of gedeeltelijk participeren in onze maatschappij. Dit vertrouwen moet niet alleen aanwezig zijn bij de medewerkers van school, maar ook bij ouder(s), verzorger(s), hulpverlener(s) en vanzelfsprekend bij de leerlingen zelf. Vertrouwen en perspectief zijn kernbegrippen die onlosmakelijk verbonden zijn met “de leerlingen serieus nemen”. Elke jongere wil immers leren. Onze leerlingen hebben vaak bijzondere en complexe hulpvragen die zich niet beperken tot het leren alleen, maar ook gericht op het omgaan met een stoornis. Vertrouwen hebben in de jongeren, hen perspectief bieden en serieus nemen zijn belangrijk voor hen om zich veilig te voelen. Het gevoel van veiligheid is belangrijk voor mensen om zich te kunnen ontwikkelen. Deze veiligheid is daarom nodig voor hen om zich te leren uiten op welke manier dan ook en om zich kwetsbaar op te stellen. Door gewenst gedrag te belonen en bekrachtigen leert de leerling bijvoorbeeld weer of meer vertrouwen te hebben in zichzelf, in zijn/haar omgeving en in het opnieuw contact leggen en/of onderhouden met leeftijdgenoten en volwassenen. Het bepalen van een realistisch en haalbaar perspectief of doel is hierbij erg belangrijk. Op basis van de wensen en verwachtingen van de jongere en zijn of haar directe omgeving proberen we een doel te stellen. De uitgangspunten hierbij zijn de mogelijkheden, onmogelijkheden en realistische toekomstverwachtingen van de leerling. Deze doelen worden
MISSIE EN VISIE
15
onderverdeeld in lange- en korte termijndoelen. Dit gebeurt in het ontwikkelingsperspectief, dat met alle betrokkenen wordt besproken en regelmatig wordt geëvalueerd en bijgesteld. Veiligheid hangt ook nauw samen met structuur aanbieden. Heldere en overzichtelijke structuur geven rust en voorspelbaarheid. We hebben daarom een vast lesrooster, de lessen worden gegeven door een beperkt aantal mentoren. Het leslokaal is opgeruimd en gestructureerd, en we streven naar een uitdagende leeromgeving. De leerling heeft een eigen plek met regels en afspraken binnen de groep en binnen de school. Deze regels hebben betrekking op hoe wij met elkaar willen omgaan en wat wel en wat niet geaccepteerd wordt. Structuur betekent ook: vereenvoudig situaties die voor de leerling complex en onduidelijk zijn zodanig, dat ze voor hen overzichtelijk en hanteerbaar worden. Dit gebeurt zowel in de klas, tijdens de pauze, als bij alle andere activiteiten. De vaste mentor van de leerling speelt hierbij een centrale rol.
16
MISSIE EN VISIE
3
::: 3 Toelating en plaatsing van leerlingen 3.1 Uw kind aanmelden op school Na 01-08-2014 zullen er geen indicaties meer worden afgegeven. Op deze datum is de wet Passend Onderwijs van kracht. Met de invoering van deze wet vervalt de landelijke indicatiestelling voor speciaal onderwijs en leerlinggebonden financiering (lgf). Vanaf deze datum hebben de besturen van de reguliere scholen een zorgplicht. Dat betekent dat zij voor alle jongeren die extra ondersteuning nodig hebben een passend onderwijsprogramma en begeleiding moeten bieden. Voor de leerlingen met een cluster 4 indicatie, die meer ondersteuning nodig hebben dan het regulier onderwijs kan bieden, hebben de besturen van de instellingen van cluster 4, een ondersteuningsplicht. Leerlingen waarvan de indicatie afliep per 31 juli 2014 en die ook na die datum aangewezen waren op Voortgezet Speciaal Onderwijs, zijn voor die datum geherindiceerd. Leerlingen die voldeden aan de - toen nog geldende landelijke - indicatiecriteria hebben een herindicatie gekregen voor de aansluitende periode. Zij kunnen op basis van die herindicatie ingeschreven blijven op onze school tot uiterlijk 1 augustus 2016. Leerlingen die op 1 augusutus 2014 staan ingeschreven bij ons op school (met een geldige indicatie) kunnen maximaal nog twee jaar in het speciaal onderwijs blijven. Volgens de uitgangspunten van de wet Passend Onderwijs kunt u zelf een school kiezen en aanmelden. Na aanmelding beoordeelt de school of zij aan de ondersteuningsvraag van uw zoon/dochter tegemoet kan komen (vanuit het school ondersteuningsprofiel). Kan dat niet, dan zoekt de school na overleg met u een betere plek. U dient uw zoon/dochter aan te melden 10 weken voor het begin van het schooljaar (1 augustus). U ontvangt 6 tot 10 weken na aanmelding van de school bericht of uw zoon/dochter is toegelaten. Heeft u tijdig aangemeld, maar hebt u op 1 augustus nog niets 18
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
gehoord, dan biedt de school vanaf 1 augustus een tijdelijke onderwijsplek aan. Indien plaatsing in het Voortgezet Speciaal Onderwijs gewenst is dient het Samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring af te geven. In deze verklaring wordt ook de duur van de plaatsing en de bekostigingscategorie opgenomen. Het Samenwerkingsverband Eindhoven, waaronder onze school valt, zal mogelijk in zijn aanmeldingsprocedure deze stappen gaan clusteren, waarbij mogelijk sprake zal zijn van één aanmeldpunt. Deze procedure is bij uitgave van de schoolgids nog niet bekend. Wij zullen u op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen.
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
19
3.2 Hoe meldt u aan op de Korenaer? Vanaf 01-08-2014 worden alle nieuwe leerlingen centraal geregistreerd op onze website www.aloysiusstichting.nl en de scholenwebsite. U vindt daar een link onder het kopje: registreren, die u rechtstreeks naar het registratieformulier voert. Heeft u nog geen toelaatbaarheidsverklaring tot het speciaal onderwijs (TLV), dan dient u deze eerst aan te vragen bij het samenwerkingsverband. Uw huidige school kan u hier meer informatie over geven. Uiteraard kunt u, geheel vrijblijvend, op de school van uw keuze informatie inwinnen. Na invulling van uw adresgegevens in het registratieformulier, worden de Aloysiusscholen in de omgeving van uw woonplaats getoond met een korte typering van het type onderwijs welke op die locatie gegeven wordt. Een uitgebreidere omschrijving vindt u in het ondersteuningsprofiel op de schoolwebsites. U kunt vervolgens uw voorkeur voor een school aangeven. U ontvangt een ontvangstbevestiging en een bericht naar welke school de registratie is doorgestuurd. De betreffende school zal de registratie verder afhandelen. De Commissie van Begeleiding (CvB) zal op grond van bestudering van de aanwezige gegevens beoordelen of de leerlingen toelaatbaar is binnen de kaders van het schoolondersteuningsprofiel. Anders wordt samen met u gezocht naar een andere, meer passende school. Heeft de CvB besloten te plaatsen, dan wordt er gekeken naar een passende groep. Daarop volgt een kennismaking met de directie, mentor en intern begeleider. In dat intakegesprek worden o.a. de dagelijkse gang van zaken, de regels en afspraken, het lesrooster en het gebruik van het digitale logboek en agenda besproken.
20
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
3.3 Wet Kwaliteit VSO Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs hebben als taak leerlingen te begeleiden naar een zelfstandig en zinvol volwassen leven. Onder invloed van de Wet Kwaliteit VSO worden bij het inrichten van toeleidende trajecten in toenemende mate eisen gesteld. Naast scholing en zorg krijgen de domeinen wonen, vrije tijd, burgerschap, maar vooral arbeid een prominente plaats in toeleidende trajecten. De Korenaer wil in dat kader alle leerlingen resultaatgericht, planmatig en op maat kunnen toeleiden naar arbeid, of vervolgonderwijs (zo nodig op maat naar dagbesteding bij de realisatie van de nieuwbouw) De Wet Kwaliteit VSO, die per 1 augustus 2013 van kracht is gegaan, gaat uit van 3 uitstroom-profielen: a) Vervolgonderwijs : Het onderwijs in dit uitstroomprofiel is gericht op het behalen van een regulier diploma VMBO, op doorstromen naar vervolgonderwijs (MBO, HBO, WO) of terugstroom van de leerling naar het regulier onderwijs. Het onderwijsprogramma in dit uitstroomprofiel sluit nauw aan op de kerndoelen en exameneisen die gelden voor het regulier voortgezet onderwijs. Naast het reguliere diploma vmbo kent De Korenaer ook uitstroom naar het vervolgonderwijs middels IVIO diplomering (in ontwikkeling zijn symbiosevorming rondom reguliere diploma VMBO B en implementatie staatsexamens Kaderberoepsgericht en Basisberoepsgericht) b) Arbeid : Het onderwijs in dit uitstroomprofiel is enerzijds gericht op een brede persoonlijke vorming en participatie in de samenleving en anderzijds op duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de arbeidsmarkt door uitstroom naar loonvormende arbeid in het (vrije) bedrijf of SW-verband, al dan niet ondersteund met een entreekwalificatie en/of (branchegerichte) certificaten. De kerndoelen voor dit uitstroomprofiel zijn vooral gericht op de
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
21
transitiegebieden werken, wonen, vrijetijdsbesteding en burgerschap. c) Dagbesteding : Het onderwijs binnen dit uitstroomprofiel richt zich op persoonlijke vorming en comptentieontwikkeling rond werk- en dagactiviteiten, wonen, vrijetijdsbesteding en burgerschap door uitstroom richting een vorm van arbeidsmatige, activiteitsgerichte of belevingsgerichte dagbesteding. De Korenaer zal op termijn mogelijk ook het uitstroomprofiel Dagbesteding aanbieden. Dit in samenhang met de realisatie van de nieuwbouw. Voor de verschillende uitstroomprofielen zijn leergebieden vastgesteld met bijbehorende kerndoelen waaraan de school met de leerlingen dient te werken. Voor alle profielen geldt, dat aandacht besteed moet worden aan leergebiedoverstijgende kerndoelen. Voor de profielen arbeid en dagbesteding wordt er ook gewerkt aan kerndoelen ter voorbereiding op arbeid en dagbesteding en algemene werkcompetenties. Vakken die aangeboden worden binnen de verschillende profielen zijn: •Nederlandse taal en communicatie; •Rekenen en wiskunde; •Mens, natuur en techniek (MNT); •Mens en Maatschappij (M&M); •Culturele oriëntatie en creatieve expressie; •Engels (profiel Arbeid en Vervolgonderwijs); •Bewegen en sport; •Voorbereiding op Dagbesteding; •Voorbereiding op Arbeid. Toezichtkader Inspectie Tegelijkertijd met deze wet heeft de Inspectie van het Onderwijs het toezichtkader aangepast dat gebruikt wordt bij de beoordeling van de kwaliteit van het so en vso. Daarbij staat de volgende vraag centraal: “Heeft de school voor de leerlingen een ontwikkelingsperspectief vastgesteld en kan de school zich verantwoorden over het eindresultaat in termen van de uitstroombestemming van de leerlingen?” In het nieuwe toezichtkader staan opbrengsten en ontwikkelingsperspectief dus centraal. Scholen moeten aan de hand van opbrengstgegevens verantwoorden dat ze het maximale uit hun leerlingen hebben gehaald. 22
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
23
3.4 Wet Passend Onderwijs In het schooljaar 2014-2015 gaat er veel veranderen. Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht gegaan. Schoolbesturen hebben zorgplicht gekregen en samenwerkingsverbanden krijgen het geld en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Vanaf 1 augustus 2014 wordt er niet meer gewerkt met het oude systeem voor indicatiestelling. Op www.passendonderwijs.nl staat steeds de actuele stand van zaken. Wat betekent de invoering van de Wet Passend Onderwijs voor u? Ouders moesten vaak zelf op zoek naar een passende onderwijsplek voor hun kind. Vanaf 1 augustus 2014 is dit veranderd. Scholen zijn dan verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit heet zorgplicht. Passende onderwijsplek Eerst wordt geprobeerd uw kind te plaatsen op de school van uw voorkeur. Kan dit niet, dan gaat de school met u op zoek naar een andere plek. De school moet rekening houden met de behoefte van uw kind, met uw voorkeuren en met de mogelijkheden van de school en van de regio. Alle schoolbesturen in hetzelfde gebied hebben met elkaar afspraken maken om passend onderwijs mogelijk te maken. Door deze regio-indeling krijgt uw kind zo dicht mogelijk bij huis passend onderwijs. Aanmelden voor passend onderwijs U meldt uw kind schriftelijk aan bij de school van uw voorkeur en geeft aan dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Dit moet minimaal 10 weken voordat het nieuwe schooljaar begint. Beslissing school De school heeft 6 weken om te bekijken of het uw kind kan toelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal 4 weken worden verlengd. Kan de school uw kind niet toelaten, dan moet het schoolbestuur in overleg met u een passende onderwijsplek op een andere school aanbieden.
24
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
Niet eens met beslissing school Als u en de school er samen niet uitkomen, kunt u gebruik maken van advies en ondersteuning van een onafhankelijke partij zoals een onderwijsconsulent. Wordt uw kind ongelijk behandeld op grond van handicap of chronische ziekte, dan kunt u om advies vragen bij de College voor de Rechten van de Mens. U kunt ook bezwaar maken bij het schoolbestuur of bij de landelijke geschillencommissie passend onderwijs. In het uiterste geval kunt u als ouders naar de rechter stappen. Ontwikkelingsperspectief voor uw kind Nadat uw kind tot de school is toegelaten, stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. Hierin staat welke extra begeleiding uw kind krijgt, welk eindniveau uw kind kan halen en welke extra ondersteuning en eventuele zorg nodig is. Als u het niet eens bent met het ontwikkelingsperspectief, kunt u hierover een oordeel vragen aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs.
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
25
3.5 Commissie van Begeleiding De Commissie van Begeleiding (CvB) bestaat uit de orthopedagoog, de intern begeleidster, de school maatschappelijkwerkster en de zorgcoördinator. De CvB ziet erop toe dat het schoolverloop, zoals dat in het ontwikkelingsperspectief van de leerling wordt gepland, beantwoordt aan de hulpvraag van de leerling en diens ouder(s)/verzorger(s). De CvB volgt daarbij de pedagogische en didactische ontwikkeling van elke leerling. Daarnaast ziet de commissie toe op de kwaliteit van onderwijs en begeleiding, vanaf intake tot de uitstroom. De Commissie van Begeleiding heeft als wettelijke taak: 1. te adviseren over het vaststellen en bijstellen van het ontwikkelingsperspectief; 2. het tenminst een keer per jaar evalueren van het ontwikkelingsperspectief en hiervan verslag te doen aan het bevoegd gezag; 3. te adviseren over terugplaatsing of overplaatsing van de leerling naar het voortgezet onderwijs; 4. het samenwerkingsverband te adviseren over de begeleiding van leerlingen op scholen.
26
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
3.6 Ontwikkelingsperspectief Voor iedere leerling wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. We kijken hierin naar de lange termijn. Wij vinden het belangrijk dat het voor de leerling duidelijk is dat het zijn toekomst betreft en dat het ook zijn verantwoordelijkheid is om daar aan te werken. Uiterlijk 6 weken na instroom in het vso wordt er voor de leerling een ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Het ontwikkelingsperspectief geeft de inschatting weer van de mogelijkheden van de leerling voor een langere periode. Het is als het ware ‘de stip aan de horizon’, waar de schoolloopbaan van de leerling naartoe leidt. Het zegt iets over het verwachte uitstroomniveau van een leerling. Door het instroomniveau en het verwachte uitstroomniveau te verbinden ontstaat een prognose of ontwikkelingslijn. Aan het ontwikkelingsperspectief zijn de onderstaande, minimale wettelijke eisen verbonden: 1. Voor een leerling in het voortgezet speciaal onderwijs bevat het ontwikkelingsperspectief ten minste informatie over naar welk vervolgonderwijs, naar welke soort arbeid of naar welke vorm van dagbesteding uitstroom van de leerling wordt verwacht en de onderbouwing daarvan. 2. De onderbouwing bevat ten minste een weergave van de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling. Bij de eerste vaststelling van het ontwikkelingsperspectief maken we gebruik van informatie van de toeleverende school, zoals daar zijn het onderwijskundig rapport, diagnostische informatie of een eerder opgesteld ontwikkelingsperspectief. Dit schooljaar starten ook alle leerlingen met een reken- en taaltoets. In de wet kwaliteit (v)so is vastgelegd dat de school waar de leerling vandaan komt – dus speciaal onderwijs, of speciaal basisonderwijs of regulier primair onderwijs – een onderbouwd advies uitbrengt, waarin plaatsing in het vso en/of een van de uitstroomprofielen wordt voorgesteld.
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
27
Minimaal één keer per jaar dient het ontwikkelingsperspectief met leerling en/of ouders geëvalueerd en, indien nodig, bijgesteld te worden. Hiervoor dient de eerder genoemde onderbouwing. De onderbouwing bestaat vooral uit de opbrengsten van het onderwijs, die door de school duidelijk in kaart zijn gebracht. Dit onderstreept het belang van opbrengstgericht werken. De opbrengsten binnen De Korenaer krijgen vorm binnen het leerlingvolgsysteem (onderwijsplanner).
3.7 Oudergesprekken Voor elke leerling wordt ieder jaar een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Daarin staan de belangrijkste handelingsdoelen vermeld en eventuele extra hulp die wordt geboden. Met ouders wordt na 6 weken dit ontwikkelingsperspectief besproken. Ouders tekenen dit ontwikkelingsperspectief en krijgen een kopie. Aan het eind van het schooljaar wordt het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd. Wanneer het ontwikkelingsperspectief wordt bijgesteld worden ouder(s)/verzorger(s) en de leerling uitgenodigd om de plannen te evalueren. De documenten worden dan met de leerling en ouder(s) / verzorger(s) aangepast. Uiteraard kunt u, indien u dat tussentijds nodig acht, altijd contact opnemen met de mentor van uw zoon/dochter.
3.8 ZorgAdviesTeam (ZAT) Het ZorgAdviesTeam (ZAT) is een breed overleg. Daarin heeft de CvB zitting, maar hier schuiven ook externe partners aan, zoals bijv. Bureau jeugdzorg, Centrum voor Jeugd en Gezin, MEE, GGD, GGZE, leerplicht en politie.
28
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
3.9 Diploma's en uitstroom De Korenaer mag volgens de huidige wetgeving niet diplomeren. Toch blijven we zoeken naar mogelijkheden om dit voor elkaar te krijgen. Voor leerlingen die de capaciteiten hebben en die qua gedrag en omgang met hun stoornis in staat worden geacht een diploma of deelcertificaat te behalen, bieden wij nu IVIO certificaten en het staatsexamen op VMBO T niveau aan. De uitstroommogelijkheden vanuit de drie leerwegen zijn: • Regulier onderwijs (voortgezet onderwijs en beroepsopleidingen zoals de ROC / Summa scholen, de Rooi Pannen en Helicon) • Andere school voor speciaal onderwijs • Reguliere arbeidsmarkt • Gesubsidieerde arbeidsmarkt • Dagbesteding
3.10 Dyslexieprotocol Ook op school hebben we te maken met leerlingen die dyslexie hebben. Deze leerlingen kunnen veelal hun capaciteiten niet optimaal benutten vanwege hun leesbeperking. Leerlingen met dyslexie dienen in staat gesteld te worden om leerprestaties te leveren die verwacht mogen worden op basis van hun cognitieve mogelijkheden. School draagt in een vroegtijdig stadium haar steentje bij aan de signalering van dyslexie. School zorgt voor een uitdagende leeromgeving, waarbij dyslectische leerlingen zich de leerstof zo goed mogelijk eigen kunnen maken, indien nodig door middel van compensatie en/of dispensatie. School raadt ouder(s)/verzorger(s) van dyslectische leerlingen aan om Kurzweil aan te schaffen als compensatie nodig is. De leerling dient zelf een laptop mee te brengen. De boeken worden door school ingescand, zodat de dyslectische leerling er digitaal mee kan werken. Dit geldt alleen voor leerlingen die een dyslexieverklaring kunnen overleggen.
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
29
3.10.1 Dyslexie en eindexamen Leerlingen die een vorm van dyslexie hebben, krijgen de mogelijkheid om gebruik te maken van een hulpmiddel tijdens het schriftelijk examen. DUO spreekt zijn voorkeur uit voor het computerprogramma Kurzweil (zonder woordenboek). Het is mogelijk om het examen te verlengen (30 tot 45 minuten) Het bovenstaande moet voor 1 december van het schooljaar aangevraagd worden bij de aanmelding DUO (met dyslexieverklaring van de kandidaat). Apart moeten ouders voor de Kerstvakantie van het schooljaar een schriftelijk verzoek indienen bij de directie voor: - Gebruik laptop (motoriek) + verklaring huisarts/fysiotherapeut - Gebruik laptop + Kurzweil / Daisyspeler.
30
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
31
3.11 Schoolspullen Tijdens de introductie krijgt de leerling een overzicht van schoolspullen die hij of zij voor eigen gebruik dient aan te schaffen. De lesboeken worden (eenmalig) verzorgd door school. De benodigdheden kunnen per groep verschillen. Voor de leerlingen die gymnastiek in hun lesprogramma hebben, geldt dat ze zaalschoenen en sportkleding nodig hebben. Er wordt aangeraden geen dure merkkleding en/of schoenen te kopen. De leerlingen zorgen zelf voor de volgende spullen: • Etui • Pennen • Potloden • Kleurpotloden • Gum • Usb-stick • Markeerstift • Geo-driehoek • Casio rekenmachine • Liniaal • Passer • Koptelefoon voor de I-PAD • Schriften • Gymbroek, gymshirt, handdoek en gymschoenen • Schoolagenda Bij de praktijkvakken zijn gesloten schoenen verplicht. Op de stagebedrijven geldt het kledingprotocol van het stagebedrijf. Bij het volgen van branche gerichte opleidingen / cursussen is een kledingpakket verplicht. U wordt hierover ingelicht als uw kind hiervoor kiest.
32
TOELATING EN PLAATSING VAN LEERLINGEN
4
::: 4 Opbouw en inrichting van de school 4.1 Het onderwijs Wij streven naar een pedagogisch klimaat dat aansluit bij de mogelijkheden en onmogelijkheden van onze leerlingen. Uitgangspunt is de goede relatie tussen mentor en leerling, de mentor is nabij, volgt de leerling om te ondersteunen en is voorspelbaar in zijn of haar handelen. Naast de aanpak op gedragsniveau besteedt de mentor aandacht aan het vormgeven van een didactisch klimaat waarin de leerlingen maximaal worden uitgedaagd en gestimuleerd. Daarbij wordt gekeken naar de individuele ontwikkeling en de gestelde leervraag van de leerling. Verder speelt de mentor in op het vergroten van de zelfstandigheid en het versterken van competentiebeleving. Dit houdt in dat naast aandacht voor de leerresultaten aandacht wordt besteed aan de leermotivatie, de taakbeleving, ervaren van autonomie en competentie en het omgaan met leerproblemen. Tijdens het doorlopen van de schooltijd staan de individuele hulpvragen van de leerling centraal. In het ontwikkelingsperspectief dat twee maal per jaar met u besproken wordt staan de doelen omschreven en op welke manier we daar mee aan het werk gaan. Daar staat ook het eventuele gebruik van b.v. geluidsdragers in. De Korenaer kent op de locatie Rector Baptistlaan twee uitstroomprofielen t.w. het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en het uitstroomprofiel Arbeid. Binnen deze uitstroomprofielen wordt verder gedifferentieerd naar didactisch niveau en problematiek/stoornis. De Commissie van Begeleiding heeft hierin een belangrijke rol. Na de aanmelding en het intakegesprek op basis van de verkregen informatie wordt een beslissing genomen over de plaatsing van een leerling in een uitstroomprofiel, een passende leerroute en een passende klas. Hierbij wordt rekening gehouden met de problematiek en/of stoornis, het didactisch niveau en de wensen van de leerling en zijn of haar ouder(s)/verzorger(s). Het gekozen uitstroomprofiel 34
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
en/of leerroute kunnen tijdens de schoolperiode op De Korenaer veranderen als dit beter blijkt voor de leerling. Aan het einde van de VSO‐onderwijsloopbaan ontvangt de leerling de wettelijk vereiste documenten, namelijk: • een (VO)diploma of IVIO certificering (in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs); • een VSO‐getuigschrift (in het uitstroomprofiel Arbeid); • een transitiedocument (overgangsdocument) (in het uitstroomprofiel Arbeid); • een onderwijskundig rapport (in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs).
4.2 Huidige onderwijssituatie De Korenaer is een cluster 4-school voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Leerlingen in de leeftijd van twaalf tot drieentwintig jaar ontvangen onderwijs op maat, rekening houdend met hun capaciteiten, mogelijkheden en beperkingen. Daarbij probeert de school tegemoet te komen aan de specifieke hulpvragen die de leerling stelt, met als doel de leerling een nieuw perspectief te bieden. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen wordt nauw samengewerkt met ouder(s)/verzorger(s), het regulier onderwijs en ketenpartners. Zoals eerder vermeld kent de Korenaer twee uitstroomprofielen. Het is mogelijk deze richtingen te combineren waarbij de aandacht op beide uitstroommogelijkheden ligt. De basis is altijd ‘Vraaggestuurd onderwijs’ waarbij steeds gekeken wordt naar de (leer)behoefte van de leerling zelf. Binnen beide uitstroomprofielen wordt verder gedifferentieerd naar didactisch niveau en problematiek/stoornis. De school telt op dit moment ongeveer 90 leerlingen. Grofweg 70% daarvan zit in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs, gericht op het behalen van een diploma en uitstroom richting vervolgonderwijs. Eveneens 30% van de leerlingen volgt een praktijkgerichte route, toewerkend naar arbeid.
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
35
Binnen de theoretische vorming wordt gebruik gemaakt van methodes zoals deze ook in het regulier onderwijs gebruikt worden. Voor doelgroepen van een lager cognitief niveau wordt gezocht naar een geschikte methode. Binnen het uitstroomprofiel Arbeid wordt gewerkt met de methode Deviant. Qua praktijk benut de school de mogelijkheden van ATC (Arbeidstrainingscentrum), externe stages en leerwerkcentra.
36
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
4.3 Onderwijsaanbod in relatie tot Kwaliteitswet VSO Op basis van de bestaande activiteiten, gekoppeld aan mogelijkheden, die op dit moment vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs ontstaan, ambieert De Korenaer een onderwijsaanbod van 2 profielen: 1. UITSTROOMPROFIEL VERVOLGONDERWIJS- gericht op het behalen van een volledig diploma vmbo tl (staatsexamen), IVIO certificering KSE 2,3,4, dan wel terugkeer naar het regulier onderwijs. Binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs biedt De Korenaer 3 leerroutes aan t.w. de leerroute VMBO TL en de leerroutes Basis en kaderberoepsgerichte leerweg. (met uitzondering van de praktijkvakken)
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
37
2. UITSTROOMPROFIEL ARBEID- gericht op een uitstroom naar (beschutte) betaalde arbeid, al dan niet ondersteund door een entreekwalificatie of theoretische en vakgerichte certificaten. Binnen het uitstroomprofiel Arbeid onderscheiden we de volgende leerroutes: de leerroute welke leidt tot arbeid in een regulier bedrijf met mogelijk landelijk erkende certificaten; de leerroute welke leidt tot arbeid in een regulier bedrijf zonder certificaten en de leerroute welke leidt tot (beschermde) arbeid in een sociale werkvoorziening.
4.4 Het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs Het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs biedt leerlingen een traject, gericht op het behalen van een diploma voortgezet onderwijs (VMBO TL) of op het behalen van IVIO certificaten. Afhankelijk van de verwijzing van de leerling kan het traject gericht zijn op volledig toeleiding naar een diploma binnen De Korenaer, of gericht zijn op terugleiding naar het regulier voortgezet onderwijs om aldaar het diploma te behalen. Binnen dit uitstroomprofiel wordt onderwijs verzorgd op basis van reguliere onderwijsmethodes in alle vakken. Diplomagerichte trajecten binnen De Korenaer worden in beginsel afgerond via staatsexamens en IVIO examens. Dat heeft gevolgen voor het aanbod. Immers de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen van het vmbo worden nu nog niet met een staatsexamen afgesloten (In het schooljaar 2014-2015 zullen we wel de mogelijkheden gaan onderzoeken). Derhalve richt het uitstroompofiel Vervolgonderwijs zich voor wat betreft de volledige trajecten op vmbo tl. Voor leerlingen die toch richting een bl of kl diploma willen gaan, zal De Korenaer trachten een aanbod te realiseren middels symbiose met het regulier voortgezet onderwijs. Dit laat onverlet, dat het wel mogelijk is voor leerlingen binnen De Korenaer de onderbouw VMBO op basisberoepsgericht of kaderberoepsgericht niveau volledig te volgen met afsluiting d.m.v. IVIO examens. Binnen de leerroutes in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs is een ‘schakelmoment’ benoemt, waar leerlingen kunnen kiezen, op basis van
38
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
gerealiseerde opbrengsten, hun optimale onderwijsroute vorm te geven: Als na 2 jaar onderbouw een theoretische leerweg niet de meest geschikte blijkt, kan gekozen worden voor doorstroom naar regulier vmbo bl/kl (in symbiose) of voor doorstroom naar een leerroute binnen het uitstroomprofiel Arbeid. Op basis van de wettelijke voorschriften kenen de leerroutes binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs binnen het VSO een vaste inhoud. Voor deze leerroutes gelden de reguliere kerndoelen onderbouw regulier voortgezet onderwijs binnen 7 leergebieden. Het betreft hier de leergebieden: Nederlands Engels Rekenen en wiskunde Mens en natuur (Biologie) Mens en maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer) Kunst en cultuur Bewegen en sport Naast de verplichte vakken moet binnen het VSO binnen alle profielen aan leergebiedoverstijgende aspecten worden gewerkt. Deze omvatten: Leren leren; Leren taak uitvoeren; Leren functioneren in sociale situaties; Ontwikkelen van persoonlijk toekomstperspectief (Deze leergebieden zijn binnen De Korenaer als leerlijnen opgenomen in het leerlingvolgsysteem)
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
39
4.5 Uitstroom profiel Arbeid De leerroutes binnen het uitstroomprofiel Arbeid geven invulling aan het wettelijk beschreven arbeidsmarktgericht profiel. Doel van dit profiel is een voorbereiding op en uitstroom van leerlingen richting een loonvormende positie op de vrije arbeidsmarkt, dan wel de beschermde arbeidsmarkt. Dit uitstroomprofiel leidt leerlingen richting werk in het vrije bedrijf of de Sociale Werkplaats; leerlingen streven in dit profiel naar het behalen van één of meer vakgerichte of theoretische certificaten. Op basis van de wettelijke voorschriften kenen de leerroutes binnen het uitstroomprofiel Arbeid binnen het VSO een vaste inhoud. Op de eerste plaats dient gewerkt te worden aan kerndoelen in 7 leergebieden:
40
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
Nederlands Engels Rekenen en wiskunde Mens, natuur en techniek Mens en maatschappij Culturele oriëntatie en creatieve expressie Bewegen en sport Naast de leergebieden moet binnen het vso binnen dit profiel aan leergebiedoverstijgende aspecten worden gewerkt. Deze omvatten: Leren leren; Leren taak uitvoeren; Leren functioneren in sociale situaties; Ontwikkelen van persoonlijk toekomstperspectief (Deze leergebieden zijn binnen De Korenaer als leerlijnen opgenomen in het leerlingvolgsysteem). Het laatste, maar zeker niet het minst belangrijkste, verplichte onderdeel betreft de voorbereiding op arbeid. In dit domein zijn verplichte kerndoelen benoemd op 4 terreinen: Werkexploratie; Loopbaansturing; Algemene competenties; Specifieke beroepsvaardigheden . De Leerroutes binnen het uitstroomprofiel Arbeid werken met een onderwijsprogramma van Deviant, verder is deze leerweg gericht op een aantal fases.De mentor is niet zozeer de persoon die leerstof overdraagt aan de leerling maar meer een coach die de leerling begeleidt en waar nodig stuurt richting een succesvolle inpassing. De fases richten zich op de oriëntatie richting arbeid. In de eerste fase vindt er een arbeidskundig onderzoek plaats. De volgende fase is een voorbereiding op arbeid. De basis beroepsvaardigheden worden verder getraind en uitgebreid zowel binnen als buiten de school. In de daarop volgende fase leren de leerlingen op school en tijdens de stage beroepsvaardigheden en een arbeidshouding aan. In de laatste fase wordt aandacht besteed aan de inpassing op de arbeidsmarkt en/of beroepsopleiding. Tijdens deze leerweg bieden we leerlingen de mogelijkheid aan om de lessen te volgen voor een diploma Veiligheid Checklist Aannemers (VCA). Dit certificaat is wat steeds meer bedrijven eisen. We bieden de VCA cursus aan OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
41
4.6 Actief Burgerschap Onze school besteedt aandacht aan actief burgerschap en sociale integratie. Leerlingen ontwikkelen de kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in onze samenleving. Wij gaan uit van drie basiswaarden: • democratie: iedere leerling leert zijn mening vormen, weet hoe onze democratie in elkaar steekt en hoe hij daarin kan deelnemen • participatie: iedere leerling weet hoe hij kan bijdragen aan zijn eigen leefomgeving en doet actief mee in de samenleving iedere leerling leert reflecteren op zichzelf en ontwikkelt een realistisch zelfbeeld Wij zien onze school als ‘oefenplaats’ voor burgerschap en integratie. Meer informatie over hoe wij in ons onderwijs aandacht besteden aan actief burgerschap en sociale integratie
42
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
4.7 Trajecten In het schema op de volgende pagina staat per leerroute en sectorkeuze het aanbod per vak vermeld. Naast de verplichte vakken volgt de leerling bij ons ook een verplichte stage en wordt er ruim aandacht besteed aan de leerlijnen en arbeidstoeleiding.
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
43
4.8 Doorstroom binnen de school Overgangsnorm: In leerjaar 1 en leerjaar 2 kan een leerling niet blijven zitten (mits de Commissie van Begeleiding anders beslist). De leerling volgt in deze leerjaren een basisarrangement. Vanaf het 3e leerjaar moet een leerling aan bepaalde eisen voldoen om over te gaan naar het volgende leerjaar. De leerling gaat over naar het volgende leerjaar als de puntenlijst aan de volgende eisen voldoet: o Als je eindcijfers een 6 of hoger zijn, of o Je hebt een 5 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt een 4 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, waarvan er ten minste een 7 of hoger is, of o Je hebt twee 5-en en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, waarvan er ten minste een 7 of hoger is. o Geen eindcijfer is 3 of lager Indien een leerling niet voldoet aan bovenstaande eisen, dan doubleert een leerling op hetzelfde onderwijsniveau of een leerling wordt overgeplaatst naar een leerjaar hoger van een lager onderwijsniveau.
4.9 Stage Arbeidsorienterende en arbeidsvoorbereidende stages zijn onderdeel van het onderwijsaanbod voor de eindgroepen binnen De Korenaer. Met de invoering van de wet Kwaliteit VSO zijn deze stageswettelijk verplicht voor de leerroutes in het uitstroomprofiel Arbeid. In deze wet wordt bepaald dat stagetijd als onderwijstijd dient te worden beschouwd. Leerlingen mogen stage lopen vanaf 14 jaar, met een maximum van 'ten hoogste 4 dagen van elke week van het schooljaar' (er moet voldaan worden aan de kerndoelen Voorbereiding op Arbeid). Er wordt rekening gehouden met de arbeidstijdenwet welke een maximum werktijd per leeftijdscategorie aangeeft.
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
45
Het doel van de stage is dat de leerlingen zich gaan oriënteren op hun mogelijkheden en interesses op het gebied van werk en/of dagbesteding. Daarnaast is stage een middel om te onderzoeken welke vaardigheden een leerling bezit of zich nog eigen moet maken en om naar de toekomst een bewustere keuze te kunnen maken in beroepskeuze. Het stagetraject wordt als volgt vormgegeven: Voor de leerroutes in het uitstroomprofiel Arbeid wordt binnen De Korenaer uitgegaan van een basisprogramma van 5 (Arbeid) jaren, onderverdeeld in 3 fases van in beginsel elk 2 jaar en laatste schooljaar 1 jaar., te weten: Fase 1: Oriëntatiefase (geen stages, maar praktische opdrachten op school en mogelijk excursies naar bedrijven). In deze fase wordt aandacht besteed aan Loopbaanorientatie. Fase 2: Beroepsvoorbereidingsfase (orienterende stages en mogelijk interne stages) Fase 3: Transitiefase (vooral arbeidsvoorbereidende stages en plaatsingsstages) In verband met de transitie aan het eind van de Korenaerperiode willen we de leerlingen al in het begin van deze periode (fase 1) kennis laten maken met stage/werk. Het blijkt steeds weer dat het erg moeilijk is voor onze leerlingen om te kiezen wat ze willen worden. Vaak speelt hierbij een rol dat de leerlingen niet weten wat er allemaal voor werk is, wat bij hen past of wat voor een vervolgopleiding nodig is. In leerjaar 1 willen we ouders uitnodigen die iets komen vertellen over hun werk en opleiding. Uiteraard wordt dit met lessen voorbesproken. In leerjaar 2 willen we dit gaan uitbreiden met een dag op het werk van de ouder mee te werken (uiteraard daar waar mogelijk). In leerjaar 3 (fase 2) gaan we een week maatschappelijke stage doen. Dan moeten de leerlingen zelf gaan zoeken naar een stageplek waar ze iets kunnen doen voor de maatschappij. Bv mee helpen in een bejaardenhuis, of een grootkeuken maaltijden voorbereiden voor mensen die niet kunnen koken vanwege hun handicap enz enz. Komen ze dan in leerjaar 4 (fase 2) dan gaan ze 1 dag op stage wat te maken zou kunnen gaan hebben met de richting die ze op willen gaan, studie of werk. En in leerjaar 5 is hier de uitbreiding van naar 2 dagen (fase 3), Binnen alle leerroutes wordt gewerkt met interne en/of externe stage. De 46
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
stage is een verplicht onderdeel van ons onderwijsprogramma. De leerlingen worden stap voor stap voorbereid op stage. Voor sommigen met tussenstappen. Bij het stagetraject hoort ook het oriënteren op een beroep en/of vervolgstudie. Studie en arbeid liggen in elkaars verlengde. Door deze manier van werken wordt de kans van slagen voor de jongere groter bij het beroeps- en/of vervolgonderwijs of op de arbeidsmarkt. We streven ernaar de stage zoveel mogelijk in de directe woonomgeving te laten plaatsvinden. We vragen u dan ook om zoveel mogelijk te helpen zoeken naar een geschikte plek. Mocht dat niet lukken zal ons stagebureau een plek gaan zoeken. Binnen het stagetraject heeft de school ook een Arbeids Trainings Centrum (ATC). In dit centrum is een klein groepje leerlingen onder begeleiding van een arbeidstrainer aan het werk. Er worden opdrachten van bedrijven binnengehaald die door de leerlingen moeten worden uitgevoerd. Zo leren ze zorgvuldig met materialen om te gaan en in opdracht en op tijd te werken. Er wordt gewerkt aan arbeid gerelateerde competenties. Het ATC is een goede voorbereiding op de externe stage. De leerlingen in de leerroutes in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs hebben in leerjaar 4 één dag stage (of ATC) op het rooster (maandag) en in het vijfde leerjaar twee dagen stage (of ATC) ingeroosterd (donderdag en vrijdag).
4.9.1 Stage en transitie Als school proberen wij de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op het leven na de schoolperiode. De overgang van de schoolse periode naar “het echte leven”, van school naar maatschappij, wordt Transitie genoemd. Transitie – wonen, opleiding/werken/dagbesteding en vrije tijd – zijn in de voorbereiding belangrijke peilers. Het gaat hierbij om sociale vaardigheden, werkhouding, werktempo, taakaanpak, verantwoordingen nemen, e.d. Om deze vaardigheden te kunnen oefenen bieden we de leerlingen naast de lessen: Stages. Bij de afsluiting van de onderwijsloopbaan ontvangen de leerlingen een transitiedocument (overgangsdocument). Het transitiedocument heeft als doel, de leerling bij verlaten van het VSO uitstroomprofiel arbeid een extra steun in de rug te geven bij hun vervolgstap naar de arbeidsmarkt. Het transitiedocument bevat informatie over kennis, vaardigheden, houding en de ondersteuningsbehoefte die de OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
47
leerling (na schoolverlaten) heeft.
4.9.2 De stageplek Het kennismaken van de leerling met zijn stageplek en de stagegever gaat onder begeleiding van de stagebegeleider. Tijdens zo’n eerste gesprek komen o.a. de werkzaamheden en de begeleiding op de werkplek aan de orde. Voordat de stage kan beginnen wordt door de stagegever, de stagebegeleider en de leerling een stageovereenkomst getekend met daarin een overzicht van verantwoordelijkheden, doelstellingen van de stage (aan welke competenties gaan we werken?), de periode waarin en de dagen waarop stage gelopen zal worden. Ook wordt de begin- en eindtijd van het werk of de dagbesteding afgesproken. Gedurende de gehele stageperiode houdt de stagebegeleider contact met de stagegever, de leerling, de mentor en daar waar nodig ook met de ouders van de stagiair. De stagebegeleider bezoekt meerdere malen (minimaal 3x per jaar) het stageadres en bespreekt het verloop van de stage met alle betrokkenen. Van het bezoek wordt een verslag gemaakt. Als blijkt dat de leerling voldoende capaciteiten heeft, wordt met medeweten van het UWV en in overleg met ouders en leerling een re-integratiebedrijf ingeschakeld voor de toeleiding naar regulier, betaald werk. We proberen uiteindelijk met alle gegevens, voortkomend uit het stagetraject, in overleg met de betrokkenen een eindplaatsing te realiseren. Door een passend stagetraject hopen we voor al onze leerlingen een geschikte vorm van werk, opleiding of dagbesteding te vinden.
48
OPBOUW EN INRICHTING VAN DE SCHOOL
5
::: 5 Het schoolteam 5.1 Functies en taken binnen het schoolteam Locatiedirecteur : Dhr. R. van den Nieuwelaar De locatiedirecteur is integraal verantwoordelijk voor een locatie, hij legt verantwoording af aan de sectordirecteur van sector Zuid. (Zorg)Coördinatie : Dhr. R. Kloppenburg De zorgcoördinator is voorzitter van de commissie van begeleiding en het zorgteam. De zorgcoördinator is belast met de zorginhoudelijke organisatie. Orthopedagoog: Mevr. A. Bouman Zij heeft een onderzoekstaak en een begeleidingstaak. Zij maakt o.a. een dossieranalyse, geeft handelingssuggesties en adviezen. Zij begeleidt het personeel van De Korenaer en incidenteel individuele leerlingen. Zij test leerlingen en is lid van de commissie van begeleiding en het zorgteam. Zij heeft zorg voor het welbevinden van onze leerlingen. Intern begeleid(st)er : Mevr. Y. van Oeffel en Dhr. M. Damen De intern begeleid(st)er ondersteunt en begeleidt de (groeps/vak)leerkrachten in hun dagelijkse handelen. Hij/Zij bewaakt de didactische en pedagogische processen en de voortgang daarvan. Daarnaast begeleidt en ondersteunt hij/zij leerlingen die extra zorg nodig hebben. De intern begeleid(st)er is lid van het zorgteam. Schoolmaatschappelijk werkster : Mevr. D. Nordt Begeleidt zowel leerlingen als ouder(s)/verzorger(s), als dit nodig is. Mentoren: Dhr. P. Bossong, Dhr. B. Berkers, Mevr. L. Sleegers, Mevr. E. Kurvers, Dhr. M. Pappers, Dhr. B. Zouhair. De mentor is de hele dag intensief bezig met de klas. Hij of zij verzorgt bijna alle lesactiviteiten en heeft contact met zijn of haar collegae en 50
HET SCHOOLTEAM
ouder(s)/verzorger(s) van de leerlingen uit de groep. De mentor is voor de leerlingen uit de groep en de ouder(s)/verzorger(s) het eerste aanspreekpunt. De mentor draagt zorg voor het opstellen en uitvoeren van de OPP's. In de voortgangsgesprekken wordt dit OPP besproken en ondertekend. Vakleerkrachten : Dhr. T. Wesenbeek, Dhr. H. van Wijk, Dhr. T. Wouters. Een vakleerkracht geeft aan diverse groepen les in één specifiek vak. De Korenaer kent voor de volgende vakken vakleerkrachten: sport en beweging, handvaardigheid, tekenen en techniek en Consumptieve techniek (koken). Leerkrachtondersteuner: Dhr. F. Kalf De leerkrachtondersteuner geeft lessen en voert taken uit onder verantwoordelijkheid van een leerkracht. Hij wordt ingezet in de praktijklessen, achtervang, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en levert bijdrage aan de schoolorganisatie. Stagebegeleider: Dhr. T. Vogels De stagebegeleider ondersteunt en begeleidt de leerling bij het verwerven van doelen, competenties en vaardigheden tijdens hun stage. Ook ondersteunt hij bij de aanvraag van een werkplek in een beschermde omgeving. Conciërge/TOA: Dhr. A.Otten Deze medewerker zorgt voor het onderhoud van het gebouw, voert huishoudelijke taken uit en voert kleine klussen of herstelwerkzaamheden uit in en buiten het schoolgebouw. Administratief medewerkster : Mevr. M. Houkes De administratief medewerkster ondersteunt de directie bij de administratieve werkzaamheden. Zij verzorgt bijvoorbeeld de leerlingenadministratie, ouderbijdrage, financiële administratie en de postverwerking.
HET SCHOOLTEAM
51
52
HET SCHOOLTEAM
6
::: 6 Veiligheid in en rond de school 6.1 Schoolregels Binnen onze school vinden wij veiligheid en een goede sfeer belangrijk. Daarom hebben wij de volgende schoolregels
We We We We We We
spreken correct Nederlands. gaan respectvol met elkaar en elkaars eigendommen om. zorgen voor rust en veiligheid. doen mee aan alle lessen en activiteiten. zorgen dat we onze spullen in orde hebben. komen op tijd.
1. We spreken correct Nederlands. • Op deze manier kunnen er geen misverstanden ontstaan. • Wij hanteren correct taalgebruik. 2. We gaan respectvol met elkaar en elkaars eigendommen om. 2.1. We houden rekening met elkaar. • Hierdoor worden ruzies voorkomen en kan iedereen in de school zich veilig voelen. • Kleding die racistische, discriminerende opdrukken hebben of op enige manier daarnaar verwijzen zijn verboden. • Aanstootgevende of kleding die opdrukken hebben over alcohol of drugs of op enige manier daarnaar verwijzen zijn verboden. (zie kleding protocol) • De leerkracht kan je wijzen op kleding die niet gepast wordt geacht. • We raken elkaar niet onnodig aan. - Bij een vechtpartij krijgt de leerling een Time-out, de betreffende leerling 54
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
zit voor die dag thuis met een huiswerkopdracht, vervolgens wordt er een gesprek met de leerling, ouder en directie gehouden voordat de leerling weer in de klas/school wordt toegelaten. • We gaan zuinig om met elkaars spullen, spullen die door toedoen van onze leerlingen stuk gaan worden altijd in rekening gebracht bij de ouders / verzorgers van de veroorzaker. 2.2 We praten beleefd met elkaar. • Leerlingen spreken elkaar aan bij de voornamen. • Medewerkers worden met Meneer/Mevrouw , gevolgd door de achternaam, aangesproken • We zijn eerlijk tegen elkaar. • We pesten elkaar niet. • We denken na voordat we iets zeggen. • Zo voorkomen we ruzies. 2.3 We luisteren naar elkaar • Ruzie lossen we pratend op, eventueel met hulp van een leerkracht. • We discrimineren niet. • We laten elkaar uitpraten. 3. We zorgen voor rust en veiligheid. 3.1. Voor schooltijd wachten de leerlingen op het schoolplein. • We veroorzaken geen overlast in de buurt. Leerkrachten houden toezicht. Bij een overtreding volgt een waarschuwing, eventueel vervolgd door een individueel gesprek of een sanctie. • Taxileerlingen lopen direct door naar het schoolplein en hebben geen toestemming om van school weg te gaan, ook niet voor -, of na schooltijd. • Fietsen, bromfietsen, scooters en snorfietsen worden alleen op de daarvoor aangewezen plaats geparkeerd. Brommen op het schoolplein is niet toegestaan. 3.2. We zorgen voor rust op de gang volgens de aanwijzingen van de medewerkers. • Op deze manier veroorzaken we geen overlast in de klassen. • Leerlingen mogen alleen in de kantoorruimtes komen als er een medewerker bij aanwezig is en als er toestemming verleend is. • De leerlingen mogen alleen de buitendeur open maken met toestemming van een medewerker. VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
55
• Het gebruiken, verhandelen of het in het bezit hebben van alcohol, drugs, of wapens is ten strengste verboden. • Zowel in bezit hebben van drugs, als het gebruiken, (vermoeden van) onder invloed zijn en/of verhandelen van drugs zijn op school ten strengste verboden.(drugs protocol) • Roken op het schoolplein wordt ontmoedigd. Alleen leerlingen ouder dan 16 jaar, waarvan de ouders/verzorgers schriftelijk toestemming hebben gegeven, mogen tijdens de pauze op de daarvoor aangewezen plaats roken. (Bij zwaarwegende redenen zal het CVB uitzonderingen op deze schoolregels maken, dit wordt vervolgens altijd in het individueel handelingsplan /OPP opgenomen) 3.3. Zelfstandig over de gang lopen doe je met een toestemmingsbriefje. 3.4. Tijdens de lessen staan alle privéapparaten (bv telefoon) uit. • Waardevolle spullen laat je thuis (school is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal). • Tijdens de lessen horen de jassen aan de kapstok te hangen. • Hoofddeksels mogen alleen tijdens de pauze worden gedragen. • Geluiddragende apparatuur wordt alleen gebruikt met toestemming van je mentor. • Telefoons worden, bij aanvang van de lesdag, altijd ingeleverd bij de mentor. - de telefoons worden door de mentor opgeborgen in een kluisje - school is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal! - de mentor kan gebruik maken van “Bring your one divice” • Bij overtreding wordt het mobiele telefoonprotocol gehanteerd en wordt de telefoon in bewaring genomen. 3.5. Eten en drinken. Op de Korenaer vinden wij gezonde voeding erg belangrijk. Wij gaan er van uit dat de leerlingen een gezonde lunch mee naar school nemen. • Cafeïnehoudende drank, sportdrank, frisdrank en energie/powerdrank, enz. is niet toegestaan op school. • Eten en drinken mag alleen tijdens de buitenpauze (niet op de gang)en in overleg tijdens de lesevaluatie.
56
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
3.6. Na schooltijd blijf je niet rond school hangen, maar ga je naar huis. • Taxi leerlingen lopen direct naar hun taxi toe en mogen niet de wijk in lopen. 4. We doen mee aan alle lessen en activiteiten. 4.1. Als je, om wat voor reden dan ook, niet (geheel) mee kunt doen met de les, zorg je vooraf voor een briefje van je ouder(s)/verzorger(s). • De leerkracht beoordeelt de reden en houdt er eventueel rekening mee. 5. We zorgen dat we onze spullen in orde hebben. 5.1 Iedere dag heb je, je schoolspullen in orde: • Blauw/zwartschrijvende pennen, potlood, gum, agenda, Geo-driehoek, liniaal, rekenmachine. Bij praktijklessen (AT, Metaal, Hout, ATC & CT) zijn gesloten schoenen verplicht, op de stage wordt het kleding protocol van het stagebedrijf gehanteerd. Voor de lessen sport en bewegen is passende gymkleding, een handdoek en zijn zaalsportschoenen verplicht. 6. We komen op tijd. 6.1. De eerste zoemer gaat om 8.25 uur, dan gaat iedereen rustig naar binnen. • De leerkrachten zijn op het schoolplein, zij lopen met hun leerlingen naar de klas 6.2. Om 8.30 uur beginnen de lessen. • De buitendeur gaat dicht. Leerlingen die te laat zijn melden zich bij de conciërge, waar zij een te-laat-briefje krijgen. De tijd wordt genoteerd in de absentielijst. • Wanneer een leerling te laat komt, moet hij/zij de verloren tijd na schooltijd inhalen, dit met een maximum van een uur. Bij regelmatig te laat komen wordt de Leerplicht op de hoogte gesteld. Daarnaast wordt er met de leerling en ouder(s)/verzorger(s) in gesprek gegaan om te achterhalen wat de reden is van dit gedrag. 6.3. De lessen worden volgens rooster gevolgd. VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
57
• Afspraken met bijvoorbeeld tandarts, dokter vinden zoveel mogelijk buiten schooltijd plaats. Leerlingen zorgen tijdig voor een briefje of telefoontje van hun ouder(s)/verzorger(s). Als de leerling na de afspraak zonder tijdige melding naar school komt, worden de uren van afwezigheid als ongeoorloofd genoteerd. • Na de pauze kom je naar binnen als de zoemer is gegaan. • Als een leerling herhaaldelijk (te) laat binnen komt na de pauze, kan de leerkracht besluiten hem een te-laat-briefje te laten halen bij de conciërge.
Bij zwaarwegende redenen zal het CVB uitzonderingen op deze schoolregels maken, dit wordt vervolgens altijd in het individueel handelingsplan (OOP) opgenomen. Verder zijn de gemeentelijke bepalingen van toepassing. De directie blijft het recht houden om incidenteel veranderingen uit dit reglement door te voeren. Verder zijn de gemeentelijke veiligheidsbepalingen van toepassing . Team Rector Baptistlaan aug. 2014
6.2 Schorsen in het SO (V)SO-SCHOLEN MOGEN LEERLINGEN SCHORSEN [ 23 JUN 2014 LECSO ] Algemeen#wetgeving Vanaf 1 augustus 2014 biedt de Wet op de expertisecentra (v)so-scholen de mogelijkheid om leerlingen te schorsen. Op dit moment bestaat die mogelijkheid in de wet niet, waardoor de schorsing van een leerling een zaak tussen ouders en school is waar de inspectie officieel niet bij betrokken is. Dat gaat echter veranderen; nu schorsing in de wet wordt opgenomen, gaat de inspectie hierop toezien. Van scholen wordt verwacht dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. Veel scholen en besturen stellen daarom een schorsings- en verwijderingsprotocol op. In voorkomende gevallen toetst de rechter of dit protocol gevolgd is. In een protocol moet ook staan wie bevoegd is om tot schorsing te besluiten. Dat is in eerste instantie het bestuur, maar het
58
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
bestuur mag deze bevoegdheid mandateren aan bijvoorbeeld de schooldirecteur. Dit dient te zijn opgenomen in de schoolgids, omdat het ook voor ouders belangrijke informatie is. De school, in het bijzonder de leerkracht, dient in geval van schorsing te zorgen voor voortgang van het onderwijs aan de geschorste leerling. Dat betekent bijvoorbeeld dat er huiswerk wordt meegegeven en dat dit ook wordt beoordeeld en besproken met de leerling. De school zorgt er ook voor dat de contacten met de leerling en de ouders in de schorsingsperiode naar behoren worden onderhouden. Waar houdt de inspectie toezicht op? De inspectie toetst of de school en/of het bestuur zich aan de wet houdt. Dat betekent dat zij de volgende punten controleert: 1.Duurt de schorsing korter dan maximaal 5 schooldagen? 2.Zijn de procedures correct gevolgd (schriftelijk en met opgave van redenen, hoor- en wederhoor, voortgang van onderwijs)? De inspectie controleert dus niet of de school om de juiste redenen een leerling schorst. Daartoe is zij niet bevoegd. Schorsing melden via het ISDVolgens de nieuwe regels zijn scholen verplicht om schorsingen van langer dan één dag bij de inspectie te melden. Vanaf schooljaar 2014/2015 is er een meldingsformulier beschikbaar in het Internet Schooldossier (ISD) van uw school. U dient een schorsing met behulp van dit formulier bij de inspectie te melden.
6.3 Schorsing en verwijdering Voor schorsing en verwijdering van leerlingen is een duidelijke procedure op schrift gesteld, deze is te vinden op de site van De Korenaer. www.vso-de-kornaer.nl Uitgangspunt: schorsing en definitieve verwijdering van een leerling is een uitzonderlijke maatregel zowel gelet op de doelstelling van de school als op de positie van de leerling en de betreffende ouder(s)/verzorger(s). Daarom is het bij een negatieve escalatie en/of een ernstige vertrouwensbreuk, noodzakelijk dat zowel het bestuur als ouder(s)/verzorger(s), leerplicht en inspectie in de gelegenheid worden gesteld de ontwikkelingen te volgen. Dit
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
59
om de nodige maatregelen met begrip en verantwoordelijkheid te kunnen nemen.
60
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
61
6.4 Kledingvoorschriften Leerlingen, docenten en overige medewerkers . Als medewerkers van de Korenaer vervullen wij een voorbeeldfunctie voor onze leerlingen. Deze voorbeeldfunctie geldt voor zowel ons gedrag als onze kleding. Naast de voorbeeldfunctie voor onze leerlingen is er ook sprake van een representatieve component. Wij vertegenwoordigen onze school naar ouders, collega’s van andere scholen en anderen. Dit betekent dat wij passende kleding dragen. Het gaat in dit verband te ver om exact te beschrijven wat passend is. Er zijn een aantal basisprincipes die onze school onderschrijft: 1. Elk mens is uniek. 2. Elk mens heeft het recht op het ontwikkelen van een eigen identiteit. 3. Elk mens mag in zijn/haar omgeving cultuurvernieuwing en cultuurverschillen uitdragen. 4. Alle mensen werken aan een samenleving waarin rechtvaardig en constructief met verschillen en veranderingen omgegaan wordt. Deze uitgangspunten vormen de basis waarop afspraken over kleding op onze school gemaakt zijn: Kleding in het algemeen: Ten aanzien van alle mensen op onze school geldt: - Kleding mag niet seksueel uitdagend zijn. - Smerige of kapotte kleding wordt niet geaccepteerd; men wordt hierop uit hygiënisch oogpunt aangesproken. - Kleding en/of sieraden met seksueel getinte afbeeldingen of teksten wordt niet geaccepteerd, evenmin afbeeldingen of teksten die drugs gerelateerd zijn. - In de les worden geen jassen, bodywarmers, sjaals, handschoenen hoofddeksels enzovoorts gedragen. Deze worden in de tas gedaan of aan de kapstok opgehangen. ■Tijdens de praktijkvakken zijn gesloten schoenen verplicht.
62
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
■Op het stagebedrijf geldt het kledingvoorschrift van het stagebedrijf. Het dragen van geheel of gedeeltelijk gezichtsbedekkende kleding: Om reden van communicatie en identificatie is dit niet toegestaan. Leerkrachten en leerlingen moeten elkaar altijd kunnen herkennen. Anders is communicatie niet mogelijk, terwijl dat voor onze doelgroep juist zo belangrijk is. Deze aanwijzing geldt voor alle ruimtes binnen de school exclusief de gangen. Hoofddeksels in welke vorm dan ook mogen buiten wel gedragen worden, deze worden bij het betreden van de klas afgezet en weggelegd. Ook tijdens schoolgebonden activiteiten zoals uitstapjes en excursies worden hier afspraken over gemaakt. Medewerkers spreken leerlingen hier op aan. Het dragen van godsdienst- of levensbeschouwing gerelateerde kleding: - Dit is toegestaan op basis van de identiteit van de school. Het mag echter nooit een belemmering of excuus vormen voor het wel dan niet volgen van bepaalde lessen. Wat betreft hoofddeksels vragen we mensen zich te conformeren aan de regels die gelden voor gezichtsbedekkende kleding. Bij het overtreden van deze regels worden onze leerlingen aangesproken door de mentor. De mentor neemt schriftelijk of telefonisch contact op met de ouders / verzorgers met het verzoek hier rekening mee te houden. Bij een tweede overtreding wordt de leerling via de coördinator of zijn vervanger naar huis gestuurd om gepaste kleding aan te trekken. De verloren tijd dient na schooltijd ingehaald te worden. Indien het een medewerker van de korenaer betreft wordt hij/zij door de directie hier op aangesproken.
Bij alle gevallen waarbij discussie ontstaat zal de directie hierover beslissen.
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
63
6.5 Veiligheidsplan Voorgekomen incidenten op scholen in het verleden benadrukten de noodzaak van een goed en geborgd veiligheidsplan voor de school. Vanuit de overheid zijn hiervoor richtlijnen en regelgeving gekomen. De Korenaer Rector Baptistlaan heeft een integraal veiligheidsplan. Hierin zijn ook opgenomen de gedragscodes en protocollen omtrent b.v. verbale en fysieke agressie en grensoverschrijdend gedrag, pesten en discriminatie, seksuele intimidatie, kledingvoorschriften, middelengebruik en roken, strafbare feiten e.a. Elk jaar wordt het veiligheidsplan getoetst door de werkgroep en bureau Halt en wordt het veiligheidsplan besproken in het team. U kunt het integraal veiligheidsplan terugvinden op onze website.
6.6 Protocol jassen en tassen controle Op de Korenaer hanteren wij een protocol jassen en tassencontrole. Incidenteel wordt een leerling gevraagd om de inhoud van de zakken in de broek en of jas te laten zien. Tevens wordt gevraagd of de tas leeggemaakt kan worden om de inhoud te controleren. Dit protocol is gericht op perventie om het pedagogisch klimaat en daarmee het gevoel van veiligheid op school optimaal te houden. Hierover zijn afspraken gemaakt met onze wijkagent die tevens bij deze steekproeven aanwezig kan zijn.
6.7 Protocol kindermishandeling Het protocol Kindermishandeling kunt u vinden op onze website t.w. www.vso-de-korenaer.nl. Mevr. D. de Smit is de aandachtfunctionaris op het gebied van kindermishandeling binnen onze school.
64
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
6.8 Protocollen algemeen Voor de overige regels, afspraken en protocollen hanteren wij het beleid van de Aloysiusstichting. www.aloysiusstichting.nl
VEILIGHEID IN EN ROND DE SCHOOL
65
7
::: 7 Schooltijden en speciale activiteiten
Lestijden Maandag
8.30 uur tot 15.00 uur
Dinsdag
8.30 uur tot 15.00 uur
Woensdag
8.30 uur tot 13.00 uur
Donderdag
8.30 uur tot 15.00 uur
Vrijdag
8.30 uur tot 13.00 uur
De eerste schoolbel gaat om 8.25 uur. Om 8.30 uur horen de leerlingen binnen te zijn zodat de les kan beginnen
7.1 Speciale activiteiten Speciale activiteiten op onze school zijn een manier om te leren beter met elkaar om te gaan, aandacht te hebben voor anderen, iets te doen voor iemand anders. We maken er dan ook een hele gebeurtenis van als er wat te vieren valt. Ouders worden steeds vooraf uitvoerig geïnformeerd over het doel en het verloop van de voorbereiding voor zo’n activiteit. U bent dan beter in de gelegenheid om thuis vragen te beantwoorden van de kinderen en ze voor te bereiden. Dit schooljaar zullen er weer activiteiten georganiseerd worden rondom feestdagen als Sinterklaas, Kerstmis en Carnaval. Afhankelijk van de groep waarin de leerling zit worden er excursies naar bedrijven, musea of collega-scholen ondernomen.
SCHOOLTIJDEN EN SPECIALE ACTIVITEITEN
67
Van de groepsactiviteiten en vieringen maken we foto’s die geplaatst worden op de website. Als u bezwaar heeft tegen plaatsing van foto(s) van uw zoon / dochter in onze schoolgids of op onze website (vso-de-korenaer.nl) dan horen we dit graag van u. Vakantierooster schooljaar 2013/2014
68
Start schooljaar (start gesprekken)
25 augustus 2014
Studiedag medewerkers
29 september 2014
Herfstvakantie
20 t/m 24 oktober 2014
Studiedag medewerkers
21 november 2014
Studiedag medewerkers
19 december 2014
Kerstvakantie
22 december 2014 t/m 2 januari 2015
Studiedag medewerkers
27 januari 2015
Voorjaarsvakantie
16 t/m 20 februari 2015
Studiedag medewerkers
13 maart 2015
Goede Vrijdag
3 april 2015
2e Paasdag
6 april 2015
Studiedag medewerkers
17 april 2015
Meivakantie
27 april t/m 8 mei 2015
Hemelvaart
14 & 15 mei 2015
Pinksteren
25 mei 2015
Juni Break
15 t/m 19 juni 2015
Zomer vakantie
20 juli t/m 28 augustus 2015
SCHOOLTIJDEN EN SPECIALE ACTIVITEITEN
8
::: 8 Relatie school en ouders 8.1 Ouderparticipatie Als school vinden wij een goed contact met ouder(s)/verzorger(s) erg belangrijk. We delen immers samen de zorg voor de opvoeding en ontwikkeling van de jongere. Goede afspraken en weten wat we van elkaar kunnen verwachten zijn dan ook belangrijk. In het begin van het nieuwe schooljaar kunt u kennismaken met de nieuwe mentor. In deze periode wordt u ook uitgenodigd om samen met de mentor en/of intern begeleider het ontwikkelingsperspectief (OPP) van uw zoon of dochter te bespreken. Tijdens dit gesprek plant u samen de doelen voor de korte en de lange termijn. Voor of na schooltijd zijn de mentoren aanwezig om u te woord te staan. Meestal zal dat, gezien de geografische afstand, telefonisch, per e-mail of op afspraak zijn. U kunt ook zelf contact opnemen bij vragen over opvoeding, problemen of als u zich zorgen maakt over de ontwikkeling van uw zoon of dochter. Zonodig kan worden doorverwezen naar hulpverlenende instanties. Ouderavonden: Een aantal weken na de start van het schooljaar organiseert de school een algemene ouderinformatieavond. U krijgt dan verdere uitleg over de gang van zaken op school. U wordt dan bijgepraat over de zaken die in de loop van het komende schooljaar gaan gebeuren. Denk daar onder andere bij aan de plannen rondom Passend Onderwijs, de rapportages, diplomering, door- en uitstroommogelijkheden. Daarnaast kunt in de loop van het schooljaar ook themagebonden avonden verwachten. Daar krijgt u tijdig, via een brief of website, een uitnodiging voor.
70
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
8.2 Overblijven De leerlingen van De Korenaer blijven over. Leerlingen dienen zelf voor eten en drinken te zorgen(onze voorkeur gaat uit naar gezonde en verantwoorde voeding). De lunch mag gebruikt worden in de pauze. Leerlingen mogen onder schooltijd, dus ook in de pauze, omwille van de veiligheid het schoolterrein niet verlaten. Om de bovenbouwleerlingen beter voor te bereiden op de vervolgschool wordt hier mogelijk anders mee omgegaan door de bovenbouw mentoren van uw kind.
8.3 Vrijwillige ouderbijdrage Het onderwijs aan leerplichtige leerlingen is gratis. Toch vragen de meeste scholen een vrijwillige ouderbijdrage om bepaalde extra activiteiten te kunnen betalen die niet door de gemeente of het rijk worden vergoed. U kunt hierbij denken aan: overblijven, schooluitjes, feesten zoals Sinterklaas, Kerst en Carnaval, sportdagen, bedrijfsbezoeken, excursies voor bijvoorbeeld maatschappelijke oriëntatie (MO), activiteiten in de consumptieve sfeer zoals koken en het volgen van branche gerichte cursussen of certificering. We willen er duidelijk op wijzen dat deze bijdrage geen invloed heeft op de toelating van de leerling, noch op de zorg die we besteden aan onze jongeren. De school is verplicht een overeenkomst te sluiten met de ouder(s)/verzorger(s) over de vrijwillige bijdrage voor deze extra activiteiten. Wanneer u besluit de bijdrage of een gedeelte ervan niet te betalen, dan kan de school besluiten om de leerling niet te laten deelnemen aan de betreffende activiteit. Er zal dan een vervangend programma aangeboden worden. De overeenkomst ‘vrijwillige ouderbijdrage’ wordt in het begin van het schooljaar aan u uitgereikt. Onze school maakt onderscheid in vaste schoolkosten en schoolkosten voor buitenles of extra activiteiten. De vaste schoolkosten gelden voor iedereen. Deze kosten zijn gerelateerd aan de inzet van mentoren als surveillanten tijdens de pauze. Uit de buitenles of extra activiteiten kunt u een keuze maken.
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
71
De vaste schoolkosten voor de leerjaren 1 t/m 3 bedragen 80 euro. Voor de leerjaren 4 en 5 bedragen deze kosten 60 euro. 'De leerjaren 4 en 5 zijn minder op school i.v.m. hun verplichte stage'. Ook voor de buitenles of extra activiteiten wordt onderscheidt gemaakt tussen de leerjaren 1 t/m 3 en de leerjaren 4 en 5. Voor de leerjaren 1 t/m 3 geldt: Bijdrage kook- en technieklessen 45 euro; bijdrage overige activiteiten 40 euro. Voor de leerjaren 4 en 5 geldt: bijdrage voor de schoolactiviteiten van 40 euro. De bijdrage voor de kook- en technieklessen vervalt omdat de leerlingen hun praktijkervaring opdoen op de verplichte stage. Voor de leerlingen die in hun OPP het uitstroomprofiel ‘consumptieve technieken’, ‘hout of metaal’ hebben staan en die kiezen voor de branche gerichte cursus op hun vakgebied (in ontwikkeling) wordt wel een bijdrage gevraagd. De hoogte van het bedrag wordt momenteel nog berekend.
72
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
8.4 Schoolverzuim en verlof Bij veel ouder(s)/verzorger(s) bestaat onduidelijkheid over het aanvragen van verlof bij allerlei gelegenheden. Daardoor kunnen vervelende situaties ontstaan tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. Dit willen we graag voorkomen. Het is voor u van belang te weten dat alle regelingen op het gebied van verlof niet door de school zijn vastgesteld. Het zijn algemene regels die vastgesteld zijn in de leerplichtwet. De school moet zich aan deze regels houden. De afdeling leerplicht van de gemeente treedt op als controlerende en corrigerende partij. Welke situaties maken scholen mee • Ouder(s)/verzorger(s) hebben een vakantie geboekt. De vliegtickets zijn besteld, de papieren zijn binnen en daarna wordt gevraagd of het mogelijk is dat hun kind vrij krijgt. • De vakantie is al geregeld en een paar weken van tevoren krijgt de school de mededeling dat het kind gedurende een aantal dagen niet aanwezig zal zijn. • De leerling kan met een vriendinnetje en haar ouder(s)/verzorger(s) mee op vakantie. De vakantietijden zijn echter niet gelijk. Dit betekent dat de leerling een paar dagen later op school komt. De ouder(s)/verzorger(s) doen een beroep op school om deze vakantie voor hun zoon of dochter mogelijk te maken. De hiervoor genoemde situaties veroorzaken vaak een gespannen verhouding tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. Met de volgende informatie en regelgeving omtrent verlof hopen wij u volledig te informeren over wanneer de school wel of geen verlof mag verlenen. In welke situaties mag een school een leerling verlof geven: Voor het vervullen van godsdienstige of levensbeschouwelijke verplichtingen. Dit moet echter vooraf tijdig gemeld worden aan de directeur van de school. Voorwaarden: • Per verplichting kan de leerling één dag vrij krijgen • De verplichting moet minimaal 2 dagen van tevoren gemeld worden Als wegens de specifieke aard van het beroep van één van de
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
73
ouder(s)/verzorger(s) vakantie tijdens één van de schoolvakanties niet mogelijk is. Voorwaarden: • De directeur mag hiervoor de leerling éénmaal per jaar vrij geven • Bij de aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep blijkt • De aanvraag moet minstens acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend • De verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan • De verlofperiode mag niet vallen in de laatste week en niet in de eerste twee weken van het schooljaar • De betrokken ouder(s)/verzorger(s) moeten zelf aan de vakantie deelnemen • Er mag maar éénmaal per jaar om dezelfde reden verlof worden verleend; dus niet tweemaal één week. Andere omstandigheden die in aanmerking komen voor verlof, los van bovenstaande: • Bijwonen van een huwelijk van bloed-of aanverwanten en vieringen van een 12 ½ , 25-, 40- of 50-jarig jubileum van bloed- of aanverwanten. • Bij verhuizing van het gezin • Bij overlijden en ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten Verlofaanvragen bij bovenstaande situaties worden altijd individueel beoordeeld. Dit geldt meestal ook voor de duur van de verlofaanvraag, bijvoorbeeld bij een ernstige ziekte van een familielid. Er kunnen ook andere omstandigheden zijn waarbij u verlof wilt aanvragen. De algemene regel hierbij is dat verlof wordt verleend als een kennelijk onredelijke situatie voorkomen kan worden. Het zijn vaak omstandigheden die buiten de wil en invloed van leerling en/of ouders/verzorgers liggen. Welke situaties komen niet in aanmerking voor verlof • Familiebezoek in het buitenland. • Vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden. • Vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding. • Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met te verwachten verkeersdrukte. • Verlof wegens vakantie van vriendjes/vriendinnetjes. 74
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
• Verlof omdat andere kinderen uit het gezin vrij zijn. • Uitnodiging van familie of vrienden buiten de normale vakantietijd Indienen aanvraag Aanvraagformulieren voor verlof kunt u downloaden via de website van de school . VSO-de-Korenaer.nl U levert de volledig ingevulde aanvraag in bij de directeur van de school. Hij/zij neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als de aanvraag betrekking heeft op een periode van meer dan 10 schooldagen, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de gemeente. Deze neemt vervolgens een besluit. Bij afwijzing kunt u altijd schriftelijk bezwaar aantekenen bij de persoon die het besluit heeft genomen. U krijgt altijd de gelegenheid uw bezwaar mondeling toe te lichten. Tot slot De directeur van de school is verplicht elk ongeoorloofd verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. Deze beslist welke maatregelen worden genomen. Tips • Vraag verlof altijd zo tijdig mogelijk aan • Overleg bij eventuele twijfel vooraf met de directeur van de school • De school streeft altijd naar een voor alle partijen redelijke oplossing Informatie over vakantieverlof is ook verkrijgbaar bij de gemeente, afdeling leerplicht.
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
75
8.5 Klachtenregeling Waar gewerkt wordt ontstaan wel eens misverstanden of worden fouten gemaakt. Dat is bij ons op school niet anders. Hieronder staan de te volgen stappen: • Ouder(s)/verzorger(s) wenden zich tot de mentor om dergelijke zaken te bespreken. Samen kunnen we vervolgens naar een goede oplossing zoeken. Vanzelfsprekend staat kwaliteitsverbetering hierbij voorop en moet de herhaling van de klacht worden voorkomen. • Mocht u, om welke reden dan ook, niet tevreden zijn over de afhandeling van uw vragen en/of bezwaren door de mentor, dan verwijzen wij u naar de schooldirectie. Zij heeft de taak dit soort zaken in overleg met ouder(s)/verzorger(s), mentoren en eventuele andere betrokkenen op te lossen. • Indien de klacht ook daarna niet naar tevredenheid is afgehandeld, kunt u contact opnemen met de speciale contactpersonen van de school: Debby Nordt (
[email protected]) De contactpersoon kan u ondersteunen in de procedure en/of verwijzen naar een van de vertrouwenspersonen van de stichting. • Indien deze stap evenmin tot een aanvaardbaar resultaat leidt of een oplossing in de school gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, kunt u een officiële klacht indienen volgens de klachtenregeling van de Katholieke Bond Onderwijs (KBO). Deze regeling is alleen van toepassing als u nergens anders met uw klacht terecht kunt. In overleg met de contactpersoon en/of vertrouwenspersoon legt u de klacht schriftelijk vast. Deze kunt u dan indienen bij de klachtencommissie KBO Noord-Nederland, Postbus 823224, 2508EH Den Haag, waarbij de Aloysius Stichting is aangesloten. De stichting hanteert het model voor klachtenregeling zoals dat is opgesteld door de Bond Katholieke besturen Onderwijs (KBO).
76
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
8.6 Recht op informatie Alle ouder(s)/verzorger(s) hebben in principe recht op informatie. Dit geldt ook voor ouder(s)/verzorger(s) die gescheiden zijn. Soms is maar één ouder/verzorger belast met het ouderlijk gezag. De ouder/verzorger met het ouderlijk gezag heeft in dat geval de verplichting om de andere ouder/verzorger op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die de jongere betreffen. Als in de communicatie tussen ouder(s) of verzorger(s) storingen ontstaan, kan de ouder/verzorger die niet belast is met het gezag om informatie vragen. De informatie die wij dan verstrekken is beperkt. Het betreft in zulke gevallen alleen informatie over schoolvorderingen en de sociaal-emotionele ontwikkelingen op school.
8.7 Medezeggenschapsraad De naam zegt het al: meedenken en meebeslissen. De MR is een vertegenwoordiging van personeel en ouder(s)/verzorger(s) die zich bezighoudt met het reilen en zeilen, de ontwikkeling en het beleid van onze school. Naast een toetsende taak biedt de MR alle partijen de mogelijkheid betrokken te worden bij het hele schoolgebeuren. Tevens brengt de MR gevraagd en ongevraagd advies uit en geeft zij instemming aan voorgenomen besluiten die direct met het beleid te maken hebben zoals: het formatiebeleid, het financiële beleid, het onderwijsbeleid, REC-aangelegenheden en het overleg met het bevoegd gezag. De MR vergadert ongeveer zes keer per jaar. De notulen van deze openbare vergaderingen zijn op elke locatie in te zien. Verder is een lid van de MR actief betrokken bij de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), waar overleg gevoerd wordt met alle scholen van de Aloysius Stichting. Mocht u als ouder(s)/verzorger(s) interesse of vragen hebben over bestuurlijke schoolzaken kunt u die inbrengen via een van de MR-leden. Voor de locatie Strausslaan is dat Erik van Iersel. (
[email protected]) Leden van de MR :
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
77
Voorzitter, Paul van de Rijt, locatie Deurne Secretaris, Erik Pieter van Iersel, locatie Strausslaan Eindhoven Plv. secretaris, Tim Vos, locatie Helmond Leden (personeel), Rene Kloppenburg, locatie Rector Baptistlaan Eindhoven. Lucienne van Heugten, locatie Strausslaan Eindhoven Corrie Mentink, locatie Strausslaan Eindhoven Leden (ouders), Jack Swinkels, locatie Strausslaan Eindhoven Monique van de Kruis, locatie Strausslaan Eindhoven Anja Jonkergouw, locatie Deurne Namens bevoegd gezag, Peter Zegers, bovenschools directielid Voor nieuwe MR-leden worden verkiezingen uitgeschreven. U kun zich als ouder(s)/verzorger(s) daarvoor opgeven bij de school waar uw zoon of dochter zit.
Leden van de MR: Tim Vos, locatie Helmond Erik van Iersel, locatie Strausslaan René Kloppenburg, locatie Rector Baptistlaan. Ruud van Gogh, locatie Stevensbeek Voor nieuwe MR-leden worden verkiezingen uitgeschreven. U kun zich als ouder(s)/verzorger(s) daarvoor opgeven bij de school waar uw zoon of dochter zit.
8.8 Ziekmelden Als uw zoon of dochter onverwachts de school door ziekte niet kan bezoeken, vragen wij u om ons daarvan vóór half negen op de hoogte te stellen. Dit om te voorkomen dat wij onze lessen moeten onderbreken om na te gaan waar leerlingen zich ophouden. U vindt het waarschijnlijk ook
78
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
een geruststellende gedachte, dat wij dit in de gaten houden. Bij absentie geeft u dit ook door aan de taxichauffeur. Indien uw zoon of dochter een stage heeft ook het stagebedrijf op de hoogte stellen.
8.9 Foto's De Korenaer gebruikt foto’s van leerlingen ter illustratie van de schoolgids en op de website (www.vso-de-korenaer.nl). De school vraagt bij aanmelding van een leerling of het toegestaan is dat foto’s van hen in de schoolgids of op de website gebruikt mogen worden. Ouder(s)/verzorger(s) die bezwaar hebben tegen het gebruik van foto(’s) van hun kind, kunnen dit schriftelijk kenbaar maken bij de school. Er zullen dan geen foto(’s) van hun kind in de schoolgids of op de website verwerkt worden.
RELATIE SCHOOL EN OUDERS
79
9
::: 9 Opbrengsten en uitstroom schooljaar 2013-2014 9.1 Geslaagden schooljaar 2013-2014 IVIO examens
KSE 1 / <1F Nederlands
1
100%
Rekenen/wiskunde
-
---
Engels
2
100%
Sleutel diploma('s)
2
KSE 2 / 1F Nederlands
13
92 %
Rekenen / Wiskunde
9
90 %
Engels
13
100 %
Sleutel diploma's
8
KSE 3 / 2F
OPBRENGSTEN EN UITSTROOM SCHOOLJAAR 2013-2014
81
Nederlands
9
90 %
Rekenen / Wiskunde
8
100 %
Engels
7
88 %
aantal sleutel diploma('s)
4
9.2 Geslaagden schooljaar 2013-2014 VMBO (T) examens
82
Certificaten VMBO T
schooljaar 12/13 Slagingspercentage/aantal
schooljaar 13 / 14
Nederlands
83% / 5
100% / 4
Engels
33% / 1
100% / 4
Wiskunde
75% / 3
67% / 2
Aardrijkskunde
89% / 8
60% / 3
Geschiedenis
66% / 2
80% / 4
Biologie
100% / 6
100% / 5
Maatschappijleer 1
100% / 7
100% / 5
Maatschappijleer 2
100% / 6
100% / 5
Sector werkstuk
100% / 6
100% / 3
Totaal behaalde certificaten
44
37
Diploma VMBO T
5
3
OPBRENGSTEN EN UITSTROOM SCHOOLJAAR 2013-2014
9.3 Geslaagden overige examens
Aantal leerlingen op examen VCA
schooljaar 2012 / 2013 schooljaar 2013 / 2014 percentage geslaagd percentage geslaagd aantal diploma's
7 leerlingen
100% 7 geslaagd
80 % 4 geslaagd
OPBRENGSTEN EN UITSTROOM SCHOOLJAAR 2013-2014
83
9.4 Uitstroom en opbrengsten schooljaar 2012-2013 Gegevens op basis van overzicht van 01-07-2014 Uitstroom
aantal schooljaar 2012 / 2013
aantal schooljaar 2014 / 2015
Naar voortgezet en beroeps onderwijs
18 leerlingen
13
Naar speciaal onderwijs
6 leerlingen
3
Naar arbeid
0 leerlingen
7
Naar dagbesteding
1 leerling
-
Gesloten plaatsing
5
praktijkonderwijs
1
Overig / onbekend
1 leerling privé opleiding 2 leerlingen zorgverlening
-
voor exacte gegevens zijn onze bestendigingsgegevens op te vragen bij de directie
9.5 Bestendiging leerlingen Bestendiging leerlingen De Korenaer volgt de leerlingen nog twee jaar nadat zij zijn uitgeschreven. Dit heeft te maken met de wettelijke kaders waaraan de school moet voldoen maar ook omdat de school wil weten of leerlingen goed op hun plek zitten. De school/werkgever/dagbestedingcentrum waar de leerling naar toe is gegaan ontvangt een telefoontje met het verzoek om informatie. Is de leerling niet meer op de school, bij de werkgever of op het dagbestedingcentrum dan ontvangen de ouders een telefoontje.
84
OPBRENGSTEN EN UITSTROOM SCHOOLJAAR 2013-2014
Om dit proces te vereenvoudigen heeft Aloysius Stichting een zogenaamde bestendigingmonitor ontwikkeld. De monitor zorgt voor een uniforme werkwijze voor alle scholen en zal in het schooljaar 2014-2015 voor het eerst worden ingezet. De Korenaer fungeert momenteel als Pilotschool en heeft de voorlopige eerste resultaten ingezien.
OPBRENGSTEN EN UITSTROOM SCHOOLJAAR 2013-2014
85
10
::: 10 Schoolontwikkeling 10.1 Evaluatie schooljaar 2013-2014 In dit hoofdstuk wordt omschreven welke doelen onze school zich voorgaand schooljaar heeft gesteld. Uiteraard worden de doelen geëvalueerd. De doelen is een concretisering van de hoofdlijnennotitie ‘op expeditie’ en ‘de Koers’ van de Aloysius Stichting.
Onderwijs en leerlingen • Het ontwikkelen van een arbeidstraining centrum (ATC) is gerealiseerd • Het implementeren van de kwaliteitswet is gerealiseerd en krijgt komens schooljaar verder vorm • Ieder kind heeft een Ontwikkel perspectief (OPP) • Leerlingen worden meer gestimuleerd om zelfstandig te handelen en denken. • Invoering van de AMN toetsing en opname van resultaten in het leerling volgsysteem is gerealiseerd HRM • Leerkracht competenties zijn uitgebreid dmv interne en externe trainingen. • Het ziekte verzuim is sterk teruggedrongen • Elke medewerker heeft aandacht om handelingsgericht en ontwikkelingsgericht te werken Bedrijfsvoering • De Korenaer is ingericht volgens de eisen van de Kwaliteitswet • De Korenaer werkt opbrengstgericht. • Het primaire proces staat gedeeltelijk beschreven. • De korenaer is financieel in control SCHOOLONTWIKKELING
87
Voor een uitgebreide verslaglegging van de ontwikkelpunten en bijbehorende evaluatie verwijzen wij u naar het jaarplan van de Korenaer.
88
SCHOOLONTWIKKELING
10.2 Ontwikkel punten schooljaar 2014-2015 Ontwikkelpunten schooljaar 2014/2015
Onderwijs en leerlingen • De Korenaer is toonaangevend specialist voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte en ouders en partners zien dat ook zo. • De kwaliteitswet is verder gerealiseed en geimplemneteerd • Ieder kind heeft een Ontwikkel perspectief (OPP) • De Korenaer heeft zijn Ecologische visie verder ingevoerd • De Korenaer is een expertiscentrum in en voor de regio en werkt nouw samen met netwerkpartners HRM • Binnen de Korenaer is de interne communicatie professioneel georganiseerd • Binnen de Korenaer hebben alle medewerkers een inspirerende en krachtige leer en werkomgeving • Elke medewerker werkt vanuit de basishouding handelingsgericht en ontwikkelingsgericht Bedrijfsvoering • De Korenaer is ingericht volgens de eisen van de Kwaliteitswet • De Korenaer werkt opbrengstgericht. • Het primaire proces staat beschreven • De korenaer is financieel in control Voor een uitgebreide verslaglegging van de ontwikkelpunten verwijzen wij u naar het jaarplan van de Korenaer.
SCHOOLONTWIKKELING
89
11
::: 11 Bijlagen 11.1 GGD Jeugdgezondheidszorg, een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, assistente en een preventiemedewerker. We leggen kort uit wat dit team voor ouders, verzorgers en leerlingen kan betekenen. Antwoord op vragen Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Past dit gedrag bij mijn kind? Opvoedtwijfels? Voor dit soort vragen kunnen u en uw zoon of dochter terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij geven advies en bekijken samen met u en uw kind of verder onderzoek nodig is. Contactmoment Tijdens de middelbare schoolperiode komt uw kind regelmatig in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij besteden aandacht aan de lichamelijke, psychische en sociale gezondheid van uw kind. Ze stellen vragen over onder andere medicijngebruik, leefstijl, schoolverzuim en het contact met anderen. U kunt hierbij aanwezig zijn Spreekuur geslachtsziekten en seksualiteit (Sense) Jongeren tot 25 jaar kunnen met hun vragen over onder andere seksualiteit, anticonceptie, zwangerschap, geslachtsziekten (soa's) en aids, gratis en anoniem, terecht bij het Sense spreekuur van de GGD. De spreekuren vinden plaats bij de BIJLAGEN
91
GGD in Eindhoven of Helmond en zijn op afspraak. Het telefoonnummer is 0900 3696 969. De website www.sense.info geeft informatie over seksualiteit en soa's. Gezonde school De GGD helpt bij het realiseren van een veilige, gezonde en hygiënische school. Bijvoorbeeld door het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Ook doet de GGD op verzoek metingen en adviseert over een gezond leefklimaat. Over de GGD Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. Zij zetten zich in om eventuele gezondheidsproblemen en -risico’s op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder meer via gezondheidsonderzoeken houdt de GGD (in samenwerking met de school) zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind. De GGD gaat zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. De GGD is partner in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Heeft u vragen? Stuur een e-mail naar:
[email protected] (Vermeld altijd de vooren achternaam en geboortedatum van uw kind) Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag: 9.00 - 11.00 uur en 14.00 - 15.00 uur. Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders
92
BIJLAGEN
11.2 Informatie leerplicht Geachte ouder(s)/ verzorger(s), (Ongeoorloofd) verzuim komt op alle scholen voor, zo ook op de Korenaer. De school neemt hiervoor maatregelen en de gemiste tijd dient te worden ingehaald na schooltijd. Als het verzuim, ondanks de door school genomen maatregelen, doorgaat, meldt school dit bij Bureau Leerplicht. Vanaf de leeftijd van 12 jaar zijn niet alleen de ouders, maar is ook de jongere zelf verantwoordelijk voor het naar school gaan. De Leerplichtwet kent drie soorten verzuim: 1. Luxe verzuim is op vakantie gaan onder schooltijd zonder toestemming van de schooldirecteur. Ook eerder vertrekken of later terugkomen van vakantie is luxe verzuim 2. Absoluut verzuim is verzuim dat optreedt als ouders hun kind op geen enkele school hebben ingeschreven. Als dit de ouders te verwijten is, wordt er tegen hen een proces-verbaal opgemaakt. 3. Relatief verzuim ontstaat als de jongere spijbelt of wanneer hij door de ouders onrechtmatig thuis wordt gehouden. Ook te laat komen is relatief verzuim. Bij een melding van verzuim kan Bureau Leerplicht verschillende acties ondernemen, waaronder gesprekken voeren met leerlingen, ouders en school, een HALT-straf opleggen, proces-verbaal opmaken tegen de jongere en/of de ouder(s)/verzorger(s), ouders)/verzorger(s) en leerlingen verwijzen naar de hulpverlening. Bij vragen over leerplicht kunt u contact opnemen met Bureau Leerplicht van de gemeente Eindhoven. Telefoon: 040-2382726 E-mail:
[email protected]
BIJLAGEN
93
11.3 Contactgegevens VSO de Korenaer, locatie Rector Baptistlaan 21 5643 MR Eindhoven Telefoonnummers/ e-mailadressen Tel.: 040-2485042 Dhr. R. van den Nieuwelaar: 06-24531314
[email protected] [email protected] www.aloysiusstichting.nl www.vso-de-korenaer.nl
94
BIJLAGEN
BIJLAGEN
95