Voorwoord Dit jaarverslag geeft een terugblik op de ontwikkelingen van het Keizer Karel College in het schooljaar 2011-2012. Wat aanmeldingen en resultaten betreft was het een goed schooljaar voor het Keizer Karel College en de leerlingen. We zijn gestart met 10 brugklassen, net als de twee jaren daarvoor. Er hoefde niet geloot te worden, ook niet voor de twee technasium klassen. De examenleerlingen hebben het uitstekend gedaan. Het slagingspercentage van 5 Havo was 89% en van 6 Vwo 93%. In het totaal zijn er 231leerlingen met een diploma van school gegaan. Ook wat onderwijsontwikkelingen betreft was het een vruchtbaar jaar. We zijn aan het begin van het schooljaar gestart met de opzet van een nieuw schoolplan voor de periode 2012 tot 2016. Na twee studiebijeenkomsten met het onderwijzend personeel zijn we er in samenwerking met het Onderwijs Coördinaat en de Medezeggenschapsraad in geslaagd om in juni 2012 het nieuwe schoolplan gereed te hebben. Op het gebied van onderwijsontwikkeling en personeelsbeleid staan in dit Schoolplan 2012-2016 de belangrijkste ambities voor de komende vijf schooljaren. Het overzicht van activiteiten en ontwikkelingen in dit jaarverslag over 2011-2012 is verre van volledig. Veel van de kwaliteit van de school is af te lezen aan resultaten en harde gegevens. Een deel daarvan is opgenomen in dit jaarverslag. Toch zijn het de medewerkers en de leerlingen die dagelijks op school iets tot stand brengen dat niet volledig in een jaarverslag is weer te geven. In de lessen, tijdens activiteiten in en buiten de school vindt de kern van onze opdracht plaats, namelijk leerlingen een plezierige en vruchtbare schoolopleiding geven. Elisabeth Pels Rijcken bestuurder/rector
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................................................... 2 Bestuur en Toezicht Stichting Keizer Karel ................................................................................ 3 Personeel en personeelsbeleid ...................................................................................................... 4 Afdelingstructuur ........................................................................................................................... 6
Brugklas ................................................................................................................................................ 7 Tweede Leerjaar ................................................................................................................................. 8 Mentoruren ...................................................................................................................................... 8 Zorgcoördinaat ............................................................................................................................... 9 Decemberactiviteiten .................................................................................................................... 9 Excursies........................................................................................................................................... 9
Derde leerjaar.................................................................................................................................... 10 Profielkeuze ................................................................................................................................... 10 Hulplessen en Remedial teaching ........................................................................................... 11
Bovenbouw HAVO ............................................................................................................................ 11 4 HAVO............................................................................................................................................ 11 5 HAVO............................................................................................................................................ 12
Bovenbouw VWO .............................................................................................................................. 13 4 VWO .............................................................................................................................................. 13 5 VWO .............................................................................................................................................. 14 6 VWO .............................................................................................................................................. 15
Onderwijsontwikkeling................................................................................................................... 16 Taal- en rekenbeleid................................................................................................................... 18 Uitblinkers ...................................................................................................................................... 18 Het Gymnasium ............................................................................................................................ 19 Technasium.................................................................................................................................... 21
De school in cijfers .......................................................................................................................... 22 Opbrengstenkaart 2012 ............................................................................................................. 24 2
Bestuur en Toezicht Stichting Keizer Karel Met ingang van schooljaar 2011-2012 is in het kader van de wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur het bestuur en het toezicht van de school officieel gescheiden door nieuwe statuten van de Stichting Keizer Karel. Deze verandering heeft ook geleid tot aanpassing van het managementstatuut en de oprichting van een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. De beide rectoren van de twee scholen van de Stichting Keizer Karel, het KKC en het Alkwin Kollege, vormen samen een collegiaal bestuur en zijn Bevoegd Gezag van de Stichting. De Raad van Toezicht is geïnstalleerd en is samengesteld uit een aantal leden van het “oude” Bestuur. Tijdens het schooljaar zijn de profielen opgesteld voor de leden van de Raad van Toezicht en is een wervingsprocedure gestart. Deze werving heeft twee nieuwe leden opgeleverd voor de Raad van Toezicht, respectievelijk een lid met een financiële deskundigheid en een deskundigheid op het gebied van HRM. Hierdoor is met ingang van schooljaar 2012-2013 het aantal leden van de Raad van Toezicht uitgebreid naar 6. Lau de Ruiter, bestuurder/rector van het Alkwin Kollege, heeft aan het begin van het schooljaar 2011- 2012 zijn vertrek per 1 augustus 2012 aangekondigd. Om een opvolger te zoeken is een wervingsprocedure gestart voor een nieuwe bestuurder/rector. Deze procedure heeft ertoe geleid dat met ingang van 1 augustus 2012 Rob Dijkstra is benoemd tot bestuurder van de Stichting Keizer Karel en rector van het Alkwin Kollege. De Raad van Toezicht bestond in schooljaar 2011-2012 uit: J. van Dam, voorzitter P. H. Hoogenboom R. Oranje Mw. M.M.C.M. Oudshoorn Het College van Bestuur bestond in schooljaar 2011-2012 uit: L. de Ruijter Mw. E.C.J. Pels Rijcken
3
Personeel en personeelsbeleid Het team van schoolleiders en afdelingsleiders startte het schooljaar in een nieuwe samenstelling. Per 1 augustus 2011 is Elisabeth Pels Rijcken gestart als bestuurder/rector als opvolger van Pieter Veenboer en per 1 oktober 2011 is Mariska den Drijver gestart als afdelingsleider brugklas als opvolger van Patricia Wisse. Het team van docenten is gestart met vijf nieuwe collega‟s. Op 1 februari hebben we afscheid genomen van Tom Matena, die na 40 dienstjaren met pensioen is gegaan. Het team van oop-ers is gestart met één nieuwe collega op het secretariaat, Jacqueline Valkenburg. Op 1 juni 2012 hebben we afscheid genomen van Ans Hendriksen, die 28 jaar aan het secretariaat van de school verbonden is geweest. Aan het eind van het schooljaar hebben we afscheid genomen van Peter Fast, afdelingsleider Gymnasium/Technasium. Hij was 22 jaar aan de school verbonden.
Aan het begin van schooljaar 2011-2012 was het team van medewerkers als volgt samengesteld:
4 schoolleiders
4 fte
6 afdelingsleiders
5,8 fte
126 leden OP
88,7fte
31 leden OOP
23,7fte
totaal
122,2 fte
In schooljaar 2011-2012 is een eerste opzet gemaakt voor integraal personeelsbeleid. De terreinen waarop inmiddels een begin is gemaakt zijn de volgende:
Missie en visie personeelsbeleid Het managementteam heeft twee trainingsbijeenkomsten gehad, waarop de visie op goed personeelsbeleid zijn besproken en de randvoorwaarden hiervoor zijn benoemd.
4
Teambuilding en scholing leidinggevenden Het managementteam heeft twee trainingsdagen gehad, waarop een begin is gemaakt met personeelsbeleid en teambuilding.
Begeleiding ziekteverzuim en Arbodienst De begeleiding lang ziekteverzuim is verbeterd en er wordt gezocht naar een Arbodienst die beter voldoet aan de kwaliteitseisen die er als Stichting zijn opgesteld.
Beleid ten aanzien van verlof Er is een regeling opgesteld voor (compensatie)verlof voor parttime docenten. Deze regeling is geïmplementeerd.
Ontwikkelingsgerichte gesprekken Er is een opzet gemaakt voor ontwikkelingsgerichte gesprekken en met ingang van schooljaar 2011-2012 wordt er door alle leden van het MT met zo mogelijk alle medewerkers elk jaar een gesprek gevoerd.
Opleiden in de school De school heeft een intentieverklaring ondertekend om als deelnemer van ROSA (Regionale Opleidingsschool Amstelland) in 2014 een certificaat opleidingsschool te behalen. In schooljaar 2011-2012 heeft een docent een training gevolgd voor schoolopleider en zijn er drie docenten opgeleid tot werkplekbegeleider.
Scholingsbeleid Er is een scholingsplan opgezet om te komen tot een inventarisatie van de scholingswensen voor 2012-2013. Op termijn zal er een meerjaren scholingsplan worden ontwikkeld.
P&O ondersteuning Er is een parttime medewerkster P&O aangesteld. In schooljaar 2012-2013 wordt op het gebied van personeelsadministratie en ziekteverzuimregistratie verbetering tot stand gebracht. Met behulp van de HRM instrumenten Foleta en Raetonline wordt de ondersteuning van de personeelsadministratie verder ontwikkeld. Er zijn personeelsdossier opgezet die voldoen aan de basis om bekwaamheidsdossiers te gaan bijhouden.
5
Afdelingstructuur In schooljaar 2010-2011 is besloten om de afdelingen zo in te richten dat er een meer verticale structuur zou ontstaan, waarmee in schooljaar 2011-2012 kon worden gestart. Daarnaast is afgesproken dat afdelingsleiders meer taken gaan krijgen op het gebied van onderwijsontwikkeling en personeelsbeleid. Het Onderwijs Coördinaat krijgt hiermee een taak die ondersteunend is aan de afdelingsteams. Ook is afgesproken om de teams in eerste instantie samen te stellen uit de mentoren van de afdeling en leerjaren. Afdelingsstructuur met ingang van 1 augustus 2011
6-vwo Afdelingsleider: Attie Gijsen Conrector: Marcel van Dijk 5-havo Bart Wesseling Conrector: Marcel van Dijk
5-vwo Afdelingsleider: Attie Gijsen Conrector: Marcel van Dijk
4-havo
4-atheneum
4-gymnasium+technasium
Bart Wesseling
Simon Vellinga
Peter Fast
Conrector:
Conrector: Nanda
Conrector: Nanda Marrenga-
Marcel van Dijk
Marrenga-Faber
Faber
3-havo
3-atheneum
3-gymnasium+technasium
Martin de Jong
Simon Vellinga
Peter Fast
Conrector: Marcel van Dijk
Conrector: Nanda
Conrector: Nanda Marrenga-
Marrenga-Faber
Faber
2-havo
2-atheneum
2-gymnasium+technasium
Martin de Jong
Simon Vellinga
Peter Fast
Conrector:
Conrector: Nanda
Conrector: Nanda Marrenga-
Marcel van Dijk
Marrenga-Faber
Faber
1-havo
1-havo/atheneum, 1-atheneum+ 1-gymnasium + 1-
Martin de Jong
technasium
Conrector:
Mariska den Drijver
Marcel van Dijk
Conrector: Nanda Marrenga-Faber
6
Brugklas Start We zijn het schooljaar 2011 – 2012 begonnen met 10 brugklassen (295 leerlingen), 2 technasiumklassen, 1 gymnasiumklas, 2 atheneumklassen, 3 havo/atheneumklassen en 2havoklassen.
Kennismaking Tijdens de eerste weken van het schooljaar zijn de nieuwe leerlingen vooral bezig met het wennen aan elkaar, de school, de verschillende leerkrachten en de eigen verantwoordelijkheid. Dit alles krijgt vorm tijdens de introductiedagen, het brugklaskamp en de studielessen, gegeven door de mentor. Mentoren hebben in deze beginperiode vooral aandacht voor de sociale vaardigheden van de nieuwe leerlingen. Later in het jaar komen ook de studievaardigheden aan de orde.
Veilig klimaat Leerlingen stellen samen met de mentor hun eigen omgangsregels op. Deze worden vastgelegd in een contract, dat door alle leerlingen ondertekend wordt. Elke leerling is verantwoordelijk voor wat er gebeurt in de klas, en heeft ook de plicht melding te maken van dingen die niet goed gaan. Hierdoor komen pesterijen sneller aan het licht en kan de mentor hier direct aandacht aan besteden, waardoor het aantal pestproblemen vermindert. In november wordt bij elke leerling een schoolvragenlijst afgenomen. Deze lijst inventariseert hoe de brugklasleerling individueel de eerste periode op de middelbare school heeft ervaren. Observaties van de mentor en resultaten van de vragenlijst leveren kandidaten op voor de faalangstreductietraining. De ouders van elke kandidaat worden tijdens een speciale ouderavond voorgelicht en de leerling beslist daarna zelf of hij of zij deel gaat nemen aan deze training. Deze training bestaat uit 12 lessen. Uit dit onderzoek kan ook naar voren komen dat leerlingen sociaal niet zo vaardig zijn. Ook voor deze leerlingen wordt een aparte training van 10 lessen verzorgd, de zg. SOVA training.
Remedial teaching Al enige jaren wordt bij alle brugklasleerlingen op onze school aan het begin van het schooljaar een landelijk genormeerde spellingstoets afgenomen. Leerlingen die bij dit dictee zeer zwak scoren hebben een spellingsachterstand en zij krijgen een spellingscursus. Enkele leerlingen die zowel bij technisch lezen als spellen zeer zwak scoren, worden voorgedragen voor een dyslexieonderzoek. Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met een in dyslexie gespecialiseerde 7
psycholoog van de Geldergroep. Hierdoor bedragen de kosten voor ouders nog geen kwart van die van een individueel onderzoek buiten de school. Iedere leerling van wie de school een dyslexieverklaring in het bezit heeft, krijgt direct een aantal faciliteiten: een vergroting van het proefwerk (indien gewenst), een verlenging van de proefwerktijd met 15 minuten. Deze faciliteiten lopen door tot en met het eindexamen. Tot en met de derde klas krijgen zij tevens elke week een les remedial
teaching, waaraan verder geen kosten verbonden zijn. Pestproject Elk jaar wordt er in het kader van het antipestbeleid van de school in november een project gehouden met als thema „pesten‟. Leerlingen krijgen een toneelvoorstelling te zien, waarna ze in klassenverband onder leiding van de toneelspelers een workshop in de klas volgen.
Kerstviering De leerlingen van de brugklassen organiseren een kerstdiner, onder begeleiding van de docenten levensbeschouwing. In groepjes bepalen zij, wie het heeft verdiend om eens extra in het zonnetje gezet te worden, door voor deze persoon te koken. De leerlingen zijn gastvrouw/heer en koken voor hun gasten. Bovendien verzorgen leerlingen ook de muzikale omlijsting en de technische faciliteiten.
Excursies Voor alle brugklassers zijn er drie activiteiten georganiseerd, één voor biologie (Naturalis), een gecombineerde opdracht voor de vakken science/biologie/ aardrijkskunde en klassieke talen. En alle leerlingen hebben een excursie voor het vak gescheidenis naar het Archeon gemaakt. Verder heeft elke brugklas met zijn eigen mentor een afsluitende activiteit aan het eind van het schooljaar.
Tweede Leerjaar In dit schooljaar bestond het tweede leerjaar uit 11 klassen (307 leerlingen): 3 havo, 4 atheneum, 2 gymnasium en 2 technasium. Mentoruren Een vast onderdeel dat op gezette tijden de mentorles invult is de studieles. De praktijk van de afgelopen jaren heeft geleerd dat de behoeftes van leerlingen aan studiebegeleiding erg verschillen per afdeling en ook per klas. Er is daarom besloten dat er niet één programma doorlopen wordt door alle tweede klassen. Via 8
klassengesprekken werd o.a. aandacht besteed aan (het voorkomen van) pesten. Aan de hand van cijfers uit magister besprak de mentor met leerlingen individueel hun resultaten.
Zorgcoördinaat De belangrijkste taak van de zorgcoördinatoren is ervoor zorgen dat leerlingen van wie de mentor en/of afdelingsleider vaststellen dat zij extra begeleiding nodig hebben, bij de juiste “zorginstantie” terechtkomen. De zorgcoördinator kan leerlingen zowel intern als extern doorverwijzen. Een aantal tweedeklassers is op deze wijze intern extra begeleid. In nauw overleg met het zorgcoördinaat hebben de tweede klassen de Gezondheidsvragenlijst van de GGD ingevuld. Aan de hand van de resultaten heeft de schoolverpleegkundige van de GGD enkele gesprekken met leerlingen gevoerd over hun welbevinden. Enkele tweedeklassers maakten gebruik van de mogelijkheid om de faalangstreductietraining te volgen. Een ander groep volgde lessen Remedial Teaching, waarmee ze bijna allemaal al in de brugklas waren gestart. Een beperkt aantal leerlingen voerde enkele gesprekken met de medewerker van bureau Jeugdzorg, Peter van der Broek.
Decemberactiviteiten In de week voor de Kerstvakantie werd de kerstmarkt georganiseerd. Tijdens de kerstmarkt werd geld ingezameld voor diverse goede doelen. Elke klas kon zelf een doel bepalen. Onder begeleiding van de docenten levensbeschouwing bedachten de leerlingen zelf manieren om geld bijeen te krijgen. De avond was zeer druk bezocht en er werd veel geld opgehaald voor de diverse goede doelen.
Excursies In januari zijn alle tweede klassen op excursie geweest naar NEMO in Amsterdam. Onder leiding van de docenten science werden in dit museum diverse natuurwetenschappelijke onderzoekjes gedaan. In mei hebben alle tweede klassen een vakoverstijgend project gehad over Amsterdam. Hierbij waren de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, Nederlands, tekenen en (voor het gymnasium) de klassieke talen betrokken. Het project bestond uit drie delen: voorbereiding tijdens de lessen aardrijkskunde en geschiedenis, een 9
excursiedag naar Amsterdam en een werkdag op school. Bij de excursie hebben we een bezoek gebracht aan het Amsterdam Museum, de Dungeon, informatie gehad over de noord-zuid-lijn, het Begijnhof, de Dam en Chinatown. Als eindresultaat hebben de leerlingen een reisgids gemaakt.
Derde leerjaar
In dit schooljaar bestond het derde leerjaar uit 275 leerlingen, waarvan 74 havo, 116 vwo, 36 gymnasium en 46 technasiumleerlingen Profielkeuze Vanaf oktober 2011 stonden de studielessen in de 3e klas in het teken van het kiezen van een geschikt profiel voor de Tweede Fase. Aan de hand van de digitale keuzebegeleidingsmethode Keuzeweb, werden leerlingen hierop voorbereid. Met behulp van deze methode begeleidt de mentor de leerlingen in zijn of haar individuele keuzeproces. Centraal hierbij staat dat leerlingen inzicht verwerven in hun interesses en capaciteiten: “waar gaat mijn belangstelling naar uit?” en “wat zijn mijn zwakke en sterke kanten?”. Leerlingen krijgen bovendien de benodigde informatie over het vakkenaanbod op onze vervolgopleidingen en beroepen. Omdat deze methode digitaal is, kunnen ouders thuis het keuzeproces volgen. Ouders van leerlingen uit de 3e klas zijn op de ouderavond in november ingelicht over alle aspecten van de naderende (vernieuwde)Tweede Fase door de conrector, de decaan studie- en beroepskeuze, de mentoren en de afdelingsleider. Begin januari 2012 zijn vakdocenten begonnen met voorlichting te geven over de vorm en inhoud van hun vak in de Tweede Fase. Ook de nieuwe vakken zoals ANW, CKV, KCV, Informatica, Spaans, N,L&T en Management & Organisatie zijn toegelicht door de betrokken docenten. Om leerlingen kennis te laten maken met bestaande beroepen organiseerden we in februari de jaarlijkse Beroepenmarkt. Ze konden met hun vragen terecht bij vooraf gekozen beroepsbeoefenaars. Eind februari hebben alle leerlingen een profielkeuze projectdag gehad. Onder leiding van studenten van InHolland werd een verdieping aangebracht in het keuzeproces.
10
Na de krokusvakantie moesten alle 3e klassers een voorlopige keuze maken voor een van de 4 profielen en een vak in het vrije deel. Deze keuze is vervolgens half maart voorgelegd aan de docentenvergadering en voorzien van een positief of negatief advies. Dit advies, al dan niet met een eventuele alternatieve keuze, is door de mentor aan de leerling doorgegeven en in sommige gevallen met zijn of haar ouders besproken. Eind april is de definitieve keuze gemaakt.
Hulplessen en Remedial teaching Voor veel vakken volgen de leerlingen de aangeboden hulplessen. Een tiental leerlingen heeft de wekelijkse les RT gevolgd en mocht gebruik maken van de bestaande voorzieningen (vergroot proefwerk, meer tijd).
Bovenbouw HAVO 4 HAVO In 4 havo zijn we met 114 leerlingen begonnen. In dit schooljaar zijn er twee leerlingen ingestroomd, één leerling is overgestapt van 5vwo naar 4havo en één leerling is van een andere school ingestroomd. Van de uiteindelijke groep, 116 leerlingen groot, zijn er aan het eind van het schooljaar 96(83 %) bevorderd naar 5havo.
Andere wetenswaardigheden uit 4 havo schooljaar 2011-2012 Dit schooljaar zijn we op de in 2010-2011 ingeslagen weg doorgegaan. Dat wil zeggen met voor leerlingen een herkenbare en vertrouwde lespraktijk. Kenmerken: een kleine groep docenten, die waar mogelijk zowel in vier als in vijf havo dezelfde groep leerlingen lesgeeft. Ook is deze aanpak direct vanaf het begin geïntroduceerd aan de leerlingen. Tijdens de eerste mentorlessen werd duidelijk gemaakt wat zij van „de school‟ konden verwachten. Ook werd duidelijk gemaakt wat er van hen werd verwacht. Dit werd gepresenteerd aan de hand van onderstaande gedrag- en leerregels. Gedragsregels:
Dat je op tijd aanwezig bent.
Dat je voorbereid bent op de les die je gaat volgen.
Dat je je volgens de normale omgangsnormen gedraagt.
Dat je inzet toont in de les.
11
Leerregels:
Dat je, als je iets niet snapt, of als er iets niet lukt, altijd om hulp vraagt voor, tijdens of na de les.
Dat je in staat bent om zelfstandig door te werken als de docent je op het moment dat je een vraag hebt, nog even niet kan helpen. M.a.w.: dat je je roep om aandacht even uitstelt.
Dat je in staat bent enigszins vooruit te plannen.
Dat je altijd een poging doet om een vraag te beantwoorden - ook (vooral!) als het een moeilijkere denk-/inzichtvraag is. Een fout antwoord is niet zo erg, daarvan kun je leren. „Ik weet het niet‟ leidt nergens toe.
Achteraf moeten we concluderen dat de communicatie tussen leerlingen en docenten een pluspunt is te noemen maar het percentage leerlingen, dat niet is bevorderd, is hoger dan het voorgaande jaar (17% tegen 13%). Afgezet tegen de resultaten van de jaren daarvoor kunnen we nog steeds concluderen dat deze aanpak niet nadelig uitpakt. Uiteraard waren er ook nog oude en vertrouwde zaken. Zo zijn bijna alle leerlingen weer op stedenreis geweest in een stad in het buitenland (Londen, Praag, Istanbul of Barcelona). Aan het zogenaamde LOB (Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding) is het nodige gedaan door de decanen in samenwerking met de mentoren. Wederom bleek de vierdaagse stage het favoriete onderdeel. Daaraan is zeer enthousiast gewerkt.
5 HAVO In 5 havo zijn we met 93leerlingen begonnen, verdeeld over vier klassen. Een kleinere groep dan het jaar daarvoor (schooljaar 2010-2011 waren er 113 leerlingen in 5 havo). Het slagingspercentage was in 2012 89% (een stijging van zes procent in vergelijking met het jaar daarvoor).
Andere wetenswaardigheden uit 5 havo Dit jaar is het tweede jaar met zogenaamde havobeleid (zie hierboven: wetenswaardigheden uit 4havo). Tot onze spijt bleek het niet mogelijk om de groepen uit 4 havo voor de volle 100% te handhaven. Dat wil zeggen dezelfde groepen met de dezelfde docenten, mentoren en dergelijke. Dit werd veroorzaakt door het vertrek 12
van enkele docenten en door het noodgedwongen samenvoegen van enkele groepen. Uit de reacties kan worden afgeleid dat zowel docenten als leerlingen en ouders dit betreurden. Verder stond vanzelfsprekend jaar weer in het teken van het (centraal) examen. Ook bleek maar weer dat met name de inzet van de leerlingen van cruciaal belang is voor een goed resultaat. Een belangrijk aandachtspunt is dan ook hoe de leerlingen te motiveren om tijdig aan het werk te gaan. Het verschil tussen zakken en slagen blijkt nu eenmaal afhankelijk te kunnen zijn van tienden punten. Na een zeer geslaagd gala in december, werd het jaar, zoals gebruikelijk, afgesloten met een feestelijke, sfeervolle en geslaagde diploma-uitreiking. Eindconclusie: een redelijk positief jaar zowel wat sfeer betreft als het eindresultaat.
Bovenbouw VWO 4 VWO 4 vwo bestond uit 8 groepen (224) leerlingen, waarvan 147 atheneum, 32 gymnasium en 45 technasium leerlingen Elk jaar zijn er tal van bijzondere activiteiten in 4vwo. Sommige activiteiten keren jaarlijks terug, sommige zijn nieuw en/of in het bijzonder het noemen waard. Drie voorbeelden van activiteiten die jaarlijks terugkomen: 1. In het kader van de loopbaan oriëntatie was er ook in het voorjaar van 2012 weer de bedrijvenmiddag. Op deze middag hebben leerling zich even verplaatst in de rol van accountant, advocaat, arts, ingenieur en nog een aantal beroepen. Daarvoor werden zij enthousiast ontvangen door een bedrijf/instelling naar keuze. 2. In de lente was er de excursie naar Artis, waar leerlingen het gedrag van dieren in kaart hebben gebracht voor biologie of voor ANW in het planetarium een prachtige voorlichting hebben gekregen over het heelal. 3. In dezelfde periode hebben alle leerlingen deelgenomen aan een volleybal toernooi in The Beach, het volleybal centrum in Aalsmeer. Dit was een zeer geslaagd evenement. 13
5 VWO Dit jaar zijn we in 5vwo gestart met 179 leerlingen, van wie 38 gymnasiasten. Twaalf leerlingen zijn ingestroomd vanuit 5havo naar 5vwo.
LOB (Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding) In 5vwo wordt in de mentorlessen uitgebreid aandacht besteed aan oriëntatie op vervolgstudies. De nadruk ligt op het keuzeproces. Goed kiezen is moeilijk, er worden veel opleidingen aangeboden. Ook leggen universiteiten en hogescholen steeds meer druk op het keuzeproces omdat de financiën van opleidingsinstituten steeds meer gekoppeld worden aan het studiesucces van hun studenten. De marges voor „foute keuzes‟en studievertraging is dus klein. Het bezoek aan universiteiten wordt door de school aangemoedigd en ondersteund. Ook „meeloopdagen‟ worden gestimuleerd. Op een meeloopdag gaat een leerling een hele dag met een student van een bepaalde studie mee. Door zo‟n meeloopdag krijgt een leerling een goede indruk van een studie en informatie over het studentzijn.
STEDENREIZEN Ook dit jaar zijn de leerlingen in de tweede week van mei op reis geweest. Dit jaar waren de bestemmingen Barcelona, Istanbul, Londen, Praag, Toscane en Genève voor het atheneum. De leerlingen van het gymnasium konden kiezen uit een reis naar Rome of Griekenland. De reis naar Genève was een nieuwe bestemming speciaal voor leerlingen met een bèta-profiel ( Natuur en gezondheid of Natuur en Techniek). Op deze reis is een bezoek aan het CERN gebracht. Hier wordt belangrijk natuurkundig onderzoek gedaan met behulp van een deeltjesversneller. In de tentoonstellingen wordt duidelijk gemaakt welke deeltjes er voorkomen in het universum en hoe deeltjesversnellers werken. Ook heeft een onderzoeker hierover verteld en is er een rondleiding langs verschillende plekken van het CERN geweest. Enkele andere punten van de reis waren: met de téléphérique naar Mont Salève in de Alpen vanwaar een prachtig uitzicht is op het meer van Genève; een bezoek aan de oude stad van Genève; het natuurhistorisch museum; het gebouw van de Verenigde Naties (Palais des Nations).
14
6 VWO Schooljaar 2011-2012 zijn we gestart met 177 examenleerlingen, van wie 37 gymnasiumleerlingen. Ook zijn twee leerlingen, die gezakt waren, teruggekomen op het KKC.
Ieper Dit jaar voor de derde maal met alle eindexamenleerlingen begin oktober op excursie naar Ieper geweest.
Dulce et decorum est pro patria mori... Een excursie met 6VWO naar de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog Een project over de Eerste Wereldoorlog als onderdeel van het schoolexamen Engels? In eerste instantie opmerkelijk, maar de Great War was een dermate markant conflict voor de Britse maatschappij dat het niet kan ontbreken in de algemene kennis van de Britse geschiedenis en cultuur die onze leerlingen aangeboden krijgen. Aan de hand van Birdsong (1993), een roman van de Engelse schrijver Sebastian Faulks, waarin een jonge vrouw in 1978 meer probeert te weten te komen over de rol van haar grootvader tijdens de oorlog, worden leerlingen bekend gemaakt met de periode net voor en tijdens de oorlog. Wat waren de oorzaken van de oorlog? Wat was in eerste instantie de reactie van het Britse volk? Hoe veranderde met de tijd de houding ten opzichte van de oorlog? Hoe leefden de soldaten? Wat was hun achtergrond? Waar kwamen ze vandaan? Hoe groot was het aantal slachtoffers? Wat waren vaak de gevolgen voor de overlevenden? Wie waren de War Poets? Waarom vinden landen uit het Brits Gemenebest het nog steeds zo belangrijk om oorlogsslachtoffers te herdenken? Wat is de British Legion en waarom dragen niet alleen Britten maar ook Australiërs en Nieuw-Zeelanders op 11 november een klaproos? Naast Birdsong, gedichten uit de periode en verschillend beeld- en geluidsmateriaal in het Engels worden de gevolgen van (de) oorlog op indrukwekkende wijze duidelijk gemaakt door een bezoek aan de slagvelden rond Ieper en Passendale. 15
Omdat we de leerlingen willen stimuleren om na te denken over de gevolgen van oorlog in het algemeen, is een bezoek aan de Duitse militaire begraafplaats in het schema opgenomen. Hopelijk heeft de excursie de leerlingen niet alleen nieuwe woorden bijgebracht zoals trenchfeet, tummytucker of No Man‟s Land, maar ook een antwoord gegeven aan de leerling die zich bij de Langemarkt afvroeg waarom Duitse soldaten, die toch het land waren binnengevallen, in Belgische grond waren begraven.
EINDEXAMEN De eindexamenleerlingen van dit jaar is de eerste lichting die geconfronteerd is met de strengere eindexamencriteria: gemiddeld een 5.5 voor het Centraal Examen. (Dus de vakken met alleen een schoolexamen, informatica, Spaans, wiskunde D en het combinatievak tellen niet mee bij deze eis.) Wij hielden ons hart vast voor de gevolgen, maar de leerlingen hebben zich deze strengere eis goed ter harte genomen: er is het hele jaar beter gestudeerd. Het hoogste gemiddelde voor het C.E. werd door een meisje gehaald: 9.2! Het tweede hoogste gemiddelde werd door een jongen behaald: een 8.8. Deze leerling had vijf vakken met een 10 op zijn eindlijst. De uiteindelijke examenresultaten, het percentage geslaagden, kwam overeen met vorig jaar.
Onderwijsontwikkeling In het schooljaar 2011-2012 is een start gemaakt met het structureel werken aan en denken over onderwijsontwikkeling. Voor het KKC zijn er in de afgelopen jaren drie urgenties duidelijk geworden: de urgentie vanuit docent en leerling, die vanuit het management team en die vanuit de politiek.
Docent en leerling De afgelopen schooljaren hebben door middel van een aantal enquêtes en studiemiddagen zowel leerlingen als docenten kunnen formuleren wat de verbeterpunten zijn in onderwijspraktijk. Daaruit kwam telkens weer naar voren dat de huidige onderwijspraktijk maakt dat leerlingen een deel van de leerlingen te afhankelijk is van de docent en te weinig verantwoordelijkheid neemt voor zijn of haar leerproces. Daarnaast is een veelgehoorde mening dat we onze leerlingen meer zouden kunnen leren, steviger zouden kunnen uitdagen, zodat de op zich al goede examencijfers en aardige doorstroom percentages nog weer verbeteren. Zo bestaat de urgentie vanuit leraar en leerling dus uit twee zaken: de breed gevoelde noodzaak om de motivatie en de eigen verantwoordelijkheid voor het leren te vergroten en de ambitie om leerlingen nog beter te laten presteren. 16
Management team Het huidige team van leidinggevenden, schoolleiding en afdelingsleiders, streeft ernaar van het KKC een lerende organisatie te maken, omdat zij er van overtuigd is dat dat het type organisatie is waarin mensen het plezierigst werken, en het gemakkelijkst tot presteren komen. Onderdeel hiervan is dat het MT het gesprek over onderwijs in alle geledingen wil stimuleren. Met drie onderwijsstudiedagen in schooljaar 2011-2012 is dat goed op gang gekomen.
Het ministerie van Onderwijs Het ministerie van onderwijs laat veel aan de scholen zelf over, maar legt ook op. Zo komt de eis dat scholen verbeteringen moet realiseren voor de kernvakken taal en rekenen van het ministerie. Ook het feit dat de inspectie expliciet gaat letten op hoe scholen bij het onderwijs rekening houden met verschillen tussen leerlingen, is een politieke beslissing geweest.
Onderwijsvisie Vanuit verschillende kanten is er dus een urgentie om het onderwijs te ontwikkelen. In plaats van deze urgentie te vertalen in ad hoc-ontwikkelingen die de ergste brandjes moeten blussen, heeft de schoolleiding er voor gekozen om ontwikkeling te stimuleren vanuit een visie op onderwijs. Die visie rust op drie pijlers, die vorig schooljaar uitgebreid besproken zijn: 1) stimuleren van prestaties, 2) vergroten zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van leerlingen en 3) reflectie als kern van het leerproces. Deze visie is leidend voor de komende periode en vastgelegd in het Schoolplan 2012-2016. Er is de ambitie uitgesproken dat de docenten zich de drie uitgangspunten eigen maken en experimenteren in hun lessen. De studiemiddag van 16 januari 2012 stond in het teken daarvan. Daarnaast zijn ook de secties aan het werk gegaan om de lesprogramma‟s onder de loep te leggen en deze aan te passen. De afdelingsleiders stimuleren de mentorenteams na te denken over hoe onderwijskundige begeleiding buiten de lessen aansluit bij de visie en leerlingen helpt binnen de lessen. De afdelingsleiders hebben met hun mentoren al flinke stappen gezet op weg naar een doorlopende leerlijn studievaardigheden voor de mentorlessen. Tenslotte gebeurt er ook het nodige op het niveau van de afdelingen: hoe ontwikkel je onderwijs dat recht doet aan de onderwijskundige visie van de school en daarbij specifiek rekening houdt met verschillen tussen havo-, atheneum- , gymnasium- en technasium leerlingen? Het havobeleid dat in 2008 is ingezet is een voorbeeld hiervan, net als de meer recente ontwikkelingen in de onderbouw van het gymnasium, waaronder een pilot met een heel nieuw vak, Denken & Doen, dat reflectie op het leren als vast onderdeel heeft. 17
Taal- en rekenbeleid Ter voorbereiding op de in de toekomst verplichte rekentoets hebben wij voorafgaand aan dit jaar aparte rekenlessen gegeven in de brugklassen. De kwaliteitsgelden zijn echter gestopt en wij hadden niet de mogelijkheid om deze extra rekenlessen te verzorgen, daarom hebben wij in de brugklassen dit jaar een uur rekenen ondergebracht bij het vak wiskunde. Wij zijn ons echter bewust dat het rekenen niet exclusief bij wiskunde zou moeten horen. Er zijn genoeg andere vakken waar het rekenen ook onderdeel van is. In de tweede en derde klassen hebben wij tweemaal een rekentoets afgenomen en daar een hulples aan verbonden. De rekencoördinatoren hebben de coördinatie en correctie hiervan op zich genomen. Er is in de gehele onderbouw en 4 vwo, waar een ochtend gerekend is aan het eind van het jaar, ook een codering o,v,g op het rapport gekomen voor rekenen. De leerlingen die aan het eind van het jaar een onvoldoende (o) op het rapport voor rekenen hebben gekregen, hebben in de zomervakantie een digitale taak meegekregen, de zgn. RekenAPK. De schoolleiding heeft aan het eind van het jaar het rekenbeleid voor het komend jaar opgesteld en gepubliceerd voor alle collega‟s. Het taalbeleid is dit jaar volledig ondergebracht bij het vak Nederlands.
Uitblinkers 2011-2012 was het derde jaar waarin wij een programma boden dat speciale aandacht geeft aan leerlingen die veel meer kunnen dan gemiddeld. De reden hiervoor is dat deze leerlingen niet voldoende uitgedaagd (kunnen?) worden in de gewone lessen. Het gevaar is dat zij daardoor motivatie verliezen en gaan onderpresteren. Het uitblinkersprogramma moet leerlingen de mogelijkheid bieden om met iets aan de slag te gaan dat ze uitdaagt en motiveert tijdens de eerste jaren op school. De eerste drie leerjaren zijn immers voor alle leerlingen gelijk ongeacht hun interesses. Concreet komt het er op neer dat de leerlingen die mee mogen doen (een test en een gesprek gaan aan het programma vooraf) een onderwerp bedenken waar ze zich gedurende dit schooljaar in gaan verdiepen. Dat mag alles zijn, zolang het maar niet iets is dat in de gewone lesstof aan bod komt. De leerlingen krijgen een begeleider toegewezen, die hen vooral bij het proces helpt: hoe plan je zoiets, waar vind je wat, 18
hoe vraag je vrij aan een docent, waarom lukt het niet? De deelnemende leerlingen mogen per week twee reguliere lessen missen. Zij houden in een logboek bij welke lessen dat zijn en wat ze tijdens die uren gedaan hebben. Aan het eind van het jaar is er een presentatiemiddag tijdens welke de leerlingen laten zien wat ze gedaan hebben en vertellen hoe het proces verlopen is. Het programma is zeker succesvol geweest voor een groot deel van de deelnemende leerlingen. De presentatiemiddag wees dat ook uit. Deze leerlingen hebben met plezier gewerkt en raakten er ook zeker door gemotiveerd. De knelpunten in het beleid lagen op drie vlakken. Allereerst in de begeleiding. Het is niet eenvoudig om dergelijke leerlingen uitsluitend in het proces te begeleiden en daarbij uit de rol als deskundige te stappen. De begeleiders hebben een cursus gevolgd waarin met name deze problematiek vaak aan de orde kwam. Het is vermoedelijk een houding die begeleiders zich in de komende jaren, vanuit ervaringen die ze opdoen, eigen gaan maken, zodat minder leerlingen hoeven uit te vallen. Het tweede probleem gaat om de acceptatie van het project binnen school. Zowel onder docenten als afdelingsleiders bestaat enige scepsis: werken deze leerlingen wel hard genoeg, wie controleert waar ze zijn, zijn ze wel zo slim, etc. Die kritische houding is begrijpelijk wanneer je bedenkt dat dit programma voor een deel een breuk is met de schoolse traditie dat elke leerling hetzelfde moet doen. Ook deze houding zal in de loop van de jaren, als de effecten bij de leerlingen zichtbaarder worden, wellicht versoepelen. Tot slot ervoeren de begeleiders het als een gemis dat de leerlingen niet wat vaker samen waren, zodat ze ervaringen konden delen (en zich niet al te uitzonderlijk hoefden te voelen). Dit punt is vrij gemakkelijk op te lossen: volgend jaar zullen er enkele van zulke bijeenkomsten georganiseerd worden.
Het Gymnasium In dit schooljaar heeft het Onderwijscoördinaat samen met de schoolleiding gewerkt aan de verdere profilering van het Gymnasium. Drie ontwikkelingen speelden daarbij een rol: de ontwikkeling van een geheel nieuw vak Denken & Doen, uitsluitend voor Gymnasiumleerlingen, de invoering van Cambridge Engels en de aandacht voor de Klassieke Talen. 1) Een aantal jaren geleden is ervoor gekozen een nieuw vak voor het Gymnasium te ontwikkelen: Denken & Doen. De reden hiervoor is dat we gymnasiumleerlingen iets willen bieden dat ze op andere scholen en bij andere vakken niet direct kunnen 19
vinden. Het plan was om een vak te maken dat leerlingen uitdaagt door ze te stimuleren op een vrijere manier te werken en na te denken. Het vak heeft een cultureel/filosofisch karakter gekregen en is daarmee meer voor de denkers dan de doeners. Het moet gymnasiumleerlingen het gevoel geven dat ze op hun plaats zijn. Er bestaat het idee om het vak na drie jaren onderbouw door te laten lopen in het examenvak Filosofie, zodat er een lesprogramma van 6 jaar ontstaat en dit onderdeel tot de vaste kern van het gymnasiumaanbod kan gaan behoren. Evaluatie van het vak Denken & Doen in het schooljaar 2012-2013 zal uitwijzen welke plek het vak in de toekomst krijgt in onder- en bovenbouw. Omdat een evaluatie moet uitwijzen hoe het door leerlingen wordt ontvangen is besloten dat het nog niet definitief wordt ingevoerd in 2011-2012. Het vak wordt als pilot gegeven in zowel het eerste als tweede leerjaar. We ziet genoeg potentie in het vak en er zijn lesbezoeken gedaan en enquêtes uitgezet onder ouders en leerlingen. De drie docenten die het vak ontwikkelen zullen aan het eind van het schooljaar 2012-2013 klaar zijn met de modules voor klas 1 tot en met 3. 2) Cambridge English, de tweede vernieuwing van het Gymnasium, is in september 2010 ingevoerd. De methode bestaat al en dus konden de docenten meteen gaan werken met het boek “English in Mind”. Het idee van de methode is dat Gymnasiumbrugklassers vanaf les 1 met een andere methode Engels werken dan op het reguliere vwo gebeurt. Tijdens de les wordt alleen maar Engels gesproken, en de stof die behandeld wordt, is van een hoger niveau. De leerlingen gaan sneller door de stof; zo snel dat ze in de derde klas hun Cambridge Certificate moeten kunnen halen. Om dit te kunnen bereiken hebben de Cambridgeleerlingen wel 1 uur meer Engels per week dan de vwo-leerlingen in het derde leerjaar. Met deze methode is Engels het eerste vak dat op het Gymnasium wezenlijk anders is dan in de andere klassen op het VWO, zelfs tot een geheel eigen boek, en de daarmee samenhangende toetsen, aan toe. Wellicht dat in de toekomst ook andere vakken stappen in die richting kunnen zetten. 3) De klassieke talen vormen het hart van het Gymnasium. Ook in het nieuwe profiel van het Gymnasium zal dat zo zijn. De sectie is nauw betrokken bij de nieuwe vakken en de uitgangspunten voor het profiel van het Gymnasium wordt in overleg met hen geformuleerd. Op de speciaal voor het gymnasium georganiseerde Gymnasiumavond is Cambridge Engels geïntroduceerd net als het vak Denken en Doen.
20
Technasium In het schooljaar 2011-2012 is er in totaal 44 uur O&O gegeven in klas 1 tot en met 4 vwo. Het Technasium wordt gecoördineerd door twee technatoren. Zij zijn verantwoordelijk voor organisatie van de afdeling, de contacten met (nieuwe) opdrachtgevers en het ( in samenspraak met de overige O&O docenten) ontwikkelen van een evenwichtig onderwijsprogramma. Ieder project wordt door de technatoren zelf ontwikkeld en geschreven. Naast de technatoren zijn er nog drie O&O docenten en een technisch onderwijsassistent. Er kunnen jaarlijks maximaal 60 leerlingen ( = 2 klassen) instromen. Leerlingen kunnen zich aanmelden met een vwo-advies en een bijbehorende cito-score ( 545 en hoger). Bij alle leerlingen die zich aanmelden voor het eerste leerjaar wordt een geschiktheidsonderzoek afgenomen. Het profiel van een technasium leerling wordt steeds duidelijker. Het geschiktheidsonderzoek wordt dan ook jaarlijks aangepast en verbeterd. Hierbij worden de volgende vaardigheden beoordeeld: rekenvaardigheden, motivatie, samenwerken en creatief vermogen/originaliteit. Van de 46 leerlingen in het vierde leerjaar zijn er aan het eind van het schooljaar 41 leerlingen doorgestroomd naar leerjaar 5-technasium. [T] vwo
[T] vwo
jongens
Meisjes
1
39
20
2
29
30
3
30
16
4
30
16
Leerjaar
Er wordt veel tijd geïnvesteerd in het opbouwen van een bedrijvennetwerk. Om ervoor te zorgen dat het overzicht niet verdwijnt, zijn de technatoren bezig met het opzetten van een database met opdrachtgevers. Met alle hogescholen en universiteiten in de buurt zijn contacten gelegd. De komende jaren zal hiervoor binnen het netwerk ook meer aandacht komen. Voor de meesterproef vwo zal voldoende ondersteuning vanuit het Hoger Onderwijs worden gezocht. Naast alle bedrijfsbezoeken gekoppeld aan de projecten worden er verschillende activiteiten voor de technasium leerlingen georganiseerd. Zo hebben zij deelgenomen aan de Eurekacup en de technasium Top-award. De jonge academie on wheels en de discovery truck hebben de school bezocht en de 3e klas van het technasium heeft een bezoek gebracht aan de TU-Delft. 21
De school in cijfers Aantal personeelsleden in fte's 2008 4 6 97 25
schoolleiding afdelingsleiders op oop
2009 4 6 91 25
2010 4 6 90,6 23
2011 4 5,8 88,7 23,7
2012 4 5 90 22,3
140 120 100
oop
80
op
60
afdelingsleiders
40
schoolleiding
20 0 1-jan-08
1-jan-09
1-jan-10
1-jan-11
1-jan-12
Aantal leerlingen 2008 1601 37
leerlingen op school vavo-leerlingen
2009 1666 32
2010 1685 27
2011 1665 50
2012 1674 27
1720 1700 1680 1660 1640
vavo-leerlingen
1620
leerlingen op school
1600 1580 1560 1540 1-jan-08
1-jan-09
1-jan-10
1-jan-11
1-jan-12
22
Aantal lessen 2008 2020
aantal lessen
2009 2122
2010 2122
2011 2071
2012 2065
2140 2120 2100 2080 2060 2040 2020 2000 1980 1960 1-jan-08
1-jan-09
1-jan-10
1-jan-11
1-jan-12
Aantal uren niet lestaken 2008 11067 3343 8109 3795 26314
leerlingbegeleiding onderwijsontwikkeling organisatie en beheer overigen
2009 10651 2283 7885 3740 24559
2010 8955 2448 8199 8234 27836
2011 10514 2214 10218 3094 26040
2012 13267 2146 4150 2238 21801
30000 25000 overigen
20000
organisatie en beheer
15000
onderwijsontwikkeling leerlingbegeleiding
10000 5000 0 1-jan-08
1-jan-09
1-jan-10
1-jan-11
1-jan-12
23
Opbrengstenkaart 2012
Keizer Karel College Amstelveen
Keizer Karel College El egast 5 1185 AA Amstelveen
HAVO, VWO 1664 leerlingen
1664 l eer l i n gen , waar van : - 36% i n de eer ste twee l eer j ar en - 17% HAVO van af l eer j aar 3 - 47% VWO van af l eer j aar 3
1 vesti gi n g
24