Schoolgids c.n.b.s. De Wegwijzer 1

Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

1


2

Inhoudsopgave:

Ondertekeningformulier Inhoudsopgave Voorwoord 1. De school en het onderwijs 1.1 Missie/visie 1.2 Missie 1.2.1 Visie 1.3 Onze doelstelling zowel onderwijskundig als levensbeschouwelijk 1.4 Het klimaat op school/ sociale veiligheid 2. Het schoolgebouw 2.1 Het schoolgebouw 2.2 De bevolking in de buurt van de school 2.3 Brede schoolontwikkeling 2.4 Inrichting van het gebouw en omgeving 2.5 Verkeerssituatie om de school 3. Bestuursvorm 4. Organisatie van het onderwijs 4.1 De schoolorganisatie 4.2 Kindgericht werken 4.3 Volgen van de ontwikkeling van het kind op school 4.3.1 Werkbeoordeling 4.3.2 kleutervisie 4.3.3 toetsen 4.3.4 toetsrooster 4.3.5 Verslaglegging 4.3.6 Leerling-bespreking in het team 4.3.7 Leerling-bespreking met de ouders 4.4 Speciale zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, zorgparagraaf Zorgverbreding Weer Samen Naar School (WSNS) Passend onderwijs Commissie voor Arrangeren en Toewijzen (CAT) Zorgteam Samenhang met het afdelingsplanplan Kinderen met een handicap Sociaal –emotionele problemen Een jaar verlenging of juist een stapje verder Het meer- of hoogbegaafde kind Overgang kleuters Zorglijn (zie bijlage 2) 4.5 Begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs 4.5.1 Overdracht bao-vo 4.5.2 Toelating en nazorg 4.6 De samenstelling van het team 4.6.1 De groepsindeling 4.6.2 Vervanging en beleid bij het naar huis sturen van leerlingen 4.7 De vakgebieden 4.7.1 Godsdienstige vorming 4.7.2 Activiteiten voor de kinderen in de groepen 1 en 2 en de methoden 4.7.3 Groep 3t/m 8 en de methoden 4.7.4 Gebruikte methodes 4.8 Buitenschoolse activiteiten 5. Opvang nieuwe leerlingen 5.1 Wanneer voor het eerst naar school Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

3

6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.4.1 6.4.2 6.5 6.6 6.7 6.8 7. 7.1 7.2 7.2.1 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.4 8. 8.1 8.2 8.3 9. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 10. 10.1 10.2 10.3 10.4 11. 11.1 11.2 11.3 11.4 Bijlage 1

De school en de ouders Ouderparticipatie Informatievoorziening/contacten school – ouders De medezeggenschapsraad 0verblijfbeleid/tussenschoolse opvang B.S.O.(Buitenschoolse opvang) Brede school Schoolverzekeringen Klachten Sponsoring De leerplichtwet Kwaliteitszorg en ontwikkeling van het onderwijs Kwaliteitszorg Resultaten van de ontwikkeling van het onderwijs Opbrengsten Nieuwe ontwikkelingen in ons onderwijs Methodevernieuwing Adaptief onderwijs borgen en evalueren in ons onderwijs Differentiatie naar niveau en tempo Rooster alle leerjaren Regeling school- en vakantietijden Schooltijden op “De Wegwijzer” Vakanties en urenberekening Schoolverzuim Overige informatie Fruit eten Afvalprobleem Kleding Roken op het plein en in school Schoolbezoek Tot besluit Samenstelling medewerkers Samenstelling van het bestuur Samenstelling medezeggenschapsraad Samenstelling personeel basisschool Activiteitencommissie Externe contacten Contacten voor nascholing en hulp bij ernstige gedrags- en/of leerproblemen Schoolarts Schoolschoonmaak Logopedist Zorglijn


4

Voorwoord schoolgids 2015/2016

Geachte ouders, verzorgers en andere belangstellenden, Voor u ligt de nieuwe schoolgids van “De Wegwijzer.” In deze gids maakt u kennis met onze school. In de eerste plaats willen we u en uw kinderen welkom heten op onze school en we hopen natuurlijk dat u zich snel thuis zult voelen bij ons. Wij vinden het belangrijk dat uw kind, maar ook het personeel, werken met hoofd, hart en handen. In onze schoolgids proberen we dit te beschrijven. Een belangrijke voorwaarde om op een goede wijze het onderwijs aan uw kind te verzorgen is wederzijds vertrouwen. Zowel tussen u als ouder(s) en de school, als tussen uw kind en de leerkrachten. Daarnaast trachten wij met goed opgeleid personeel en moderne onderwijsmethoden de kwaliteit van het onderwijs aan uw kind steeds weer te verbeteren. We streven er naar, uw kind in alle opzichten te begeleiden op weg naar een volgende fase in zijn/haar leven, het is onze wens om de talenten van leerlingen te ontdekken en hen te begeleiden in hun groei tot zelfbewuste en verantwoordelijke mensen die in een steeds veranderende wereld willen blijven leren. Dat betekent dat niet alleen aandacht wordt besteed aan de leerresultaten, maar zeker ook aan de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind. In zorgteams wordt speciale deskundigheid benut om te komen tot aangepaste plannen indien kinderen, om welke reden dan ook, aandacht behoeven. Dat kan zijn omdat het kind meer mogelijkheden lijkt te hebben dan andere kinderen, of omdat juist aandacht moet worden besteed aan knelpunten in de cognitieve en/of sociaal emotionele ontwikkeling. We realiseren ons dat dit beschrijven nooit alles kan laten zien en wij willen u dan ook uitnodigen om de school te komen bekijken om de sfeer zelf te proeven. De basisschool is een stukje van het leven, van uw kinderen en van u. In 8 jaar vertrouwt u uw kind zo’n 7520 uur toe aan de zorg van de leerkrachten. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Scholen verschillen steeds meer in werkwijze, sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit, dat maakt het kiezen steeds moeilijker. Naast het lezen van de schoolgids en het bekijken van de school zijn wij uiteraard bereid om al uw vragen te beantwoorden en u te helpen om te komen tot een weloverwogen beslissing. We hopen op een goede samenwerking tussen de school en het gezin en tussen de ouders en de leerkrachten. Tenslotte zijn we samen bezig met de opvoeding van uw kinderen. De MR zal deze gids doornemen en na goedkeuring ondertekenen. Dat geldt zowel voor het deel dat namens de ouders daarin zitting heeft, als voor de personeelsleden die het onderwijzend personeel vertegenwoordigen. Zie daarvoor de laatste pagina. Elk jaar ontvangen alle ouders of verzorgers de nieuwe verkorte versie van de schoolgids na vaststelling van de MR en het bestuur. De volledige schoolgids is te downloaden van onze schoolsite www.cnbswegwijzer.nl. Naast de schoolgids liggen er op school diverse documenten ter inzage waar we ook in deze schoolgids naar verwijzen. We hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen.

Juli 2015


5

Lidy Tuin - directeur

1. 1.1

De school en het onderwijs Missie/visie

Eerst komt het wachten, het verheugen Dan komt het voorgevoel van, hoe-nu-verder Daarna het, hoe-nu-verder zelf Wees trots en geniet van het onderweg zijn Met dit motto zijn we het schooljaar 2014/2015 ingegaan en zo gaan we ook het schooljaar 2015/2016 in. Wat groei betreft, kun je het proces niet versnellen. Het enige wat je daarmee zou bereiken, zou afbreuk zijn. Dit geldt ook voor de groei en de ontwikkeling van onze kinderen en leerkrachten. We zijn de afgelopen jaren een nieuwe koers gaan uitzetten die leidend is voor de komende jaren. Het zal even duren voordat we de horizon bereiken en dat vraagt geduld en doorzettingsvermogen. En vooral het vermogen om onderweg te genieten van wat er allemaal gaat gebeuren en tot stand is gekomen. Ook de komende jaren willen we dit nog verder ontwikkelen door het op maat aanbieden van onderwijs (adaptief) en zorg. We willen opbrengstgericht werken, we maken trendanalyses en dwarsdoorsnedes van de opbrengsten, we controleren de vaardigheidsgroei van de individuele leerlingen, we maken groepsanalyses met behulp van het Cito LVS, we onderzoeken het instructie gedrag (didactisch handelen en het klassenmanagement) van de leerkrachten, we onderzoeken de methoden en voor het gehele kwaliteitsonderzoek gebruiken we de kwaliteitskaarten van Cees Bos (WMK) in samenwerking met “Weleducatief.” Deze activiteiten en onderzoeken, helpen ons een goed en gedegen beleid te maken voor de komende jaren op “de Wegwijzer.” Ons Concept: Modern maar traditioneel onderwijs met een leerstofjaarklassensysteem waarbinnen gedifferentieerd wordt. In enkele gevallen zoals bij begrijpend lezen en/of technisch lezen en de zaakvakken, werken we klasoverstijgend. Uit alle onderwijsrichtingen halen we het goede, rekening houdende met leerlingen, ouders, leerkrachten en milieu. Het is onze wens om de talenten van leerlingen te ontdekken en hen te begeleiden in hun groei tot zelfbewuste en verantwoordelijke mensen die in een steeds veranderende wereld willen blijven leren. Dat betekent dat niet alleen aandacht wordt besteed aan de leerresultaten, maar zeker ook aan de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. Want vanuit een veilige basis komt het kind tot ontwikkeling. Kortom een eigen concept vanuit verschillende richtingen. De instructie daarbij is effectief en gedifferentieerd (zie 1.2.1). De leerkrachten dragen hierbij de vaandels! C.N.B.S. “De Wegwijzer” is een Christelijke basisschool. Wij vinden dat de school een plek moet zijn waar kinderen, ouders en leerkrachten zich prettig voelen en zichzelf kunnen zijn, zich veilig en geborgen voelen, zich thuis voelen, vrijheid ervaren, verantwoordelijkheid dragen, een kritische houding ontwikkelen, zelfstandigheid vergroten en op basis van onze identiteit een christelijke levenshouding uitdragen. De sociaalemotionele ontwikkeling moet optimaal worden ontwikkeld. In de afgelopen periode hebben we hier veel aan gewerkt, door bijvoorbeeld het uitzoeken van nieuwe methoden, leerling-besprekingen, cursussen, enz. In overeenstemming met het zorgplan van het samenwerkingsverband rond “de prof. Waterinkschool” moeten we niet de leerling naar de zorg, maar de zorg naar de leerling brengen. Dit ter bevordering van het zelfvertrouwen. De school moet altijd een veilige plek zijn voor de kinderen. Het goede leefklimaat moet blijven en –waar nodig- verbeterd worden. Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten hebben wij de intentie om te voldoen aan de 58 herziene kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen van april 2006, ten aanzien van de vak- en vormingsgebieden en de leergebiedoverstijgende, als minimaal te bereiken doelstellingen aan het eind van het basisonderwijs. Ook willen we voldoen aan de wet "Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen," deze is op 1 augustus 2010 in werking getreden. Het referentiekader vormt de basis voor (aanpassing van) onze lesmethoden, leermiddelen en toetsen. Daardoor zal het ook uitgangspunt zijn bij het ontwerpen van taal- en rekenonderwijs binnen onze school. In de groepen 1 en 2 starten we dit jaar met een nieuw observatiesysteem (Dorr), deze twee groepen worden hiermee uitstekend gevolgd en de doorgaande lijn naar groep drie is hiermee gewaarborgd. We houden de plannen voor de toekomst nauwlettend in de gaten. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

6

1.2

Missie (zie ook concept)

1.2.1

Visiebeschrijving van de Christelijke Nationale School “De Wegwijzer”, Schuinesloot en de daaruit voortvloeiende onderwijskundige consequenties.

Onze voornemens m.b.t. de ontwikkeling van het onderwijskundige beleid gedurende de periode 2015-2016 zijn gebaseerd op:  de (ontwikkeling in de) samenstelling van onze leerlingenpopulatie  de interne en externe analyse  een analyse/zelfevaluatie van de leeropbrengsten (opbrengstgericht) d.m.v. ons leerlingvolgsysteem en Dorr.  een analyse van de uitkomsten van de Cito-eindtoets  een analyse/zelfevaluatie ten aanzien van veiligheidsbeleving en de sociaal/emotionele ontwikkeling door middel van de “Kanjertraining en Dorr.”  een analyse van gegevens uit het voortgezet-onderwijs  uitkomsten van recent inspectiebezoek  een eigen sterktezwakte analyse  een ouderenquête  onderlinge bezoeken in de klas  WMK kwaliteitskaarten en vragenlijsten: afgelopen jaren hebben we de kaart aanbod, actieve en zelfstandige rol leerlingen, kwaliteitszorg, didactisch handelen, rekenen en interne communicatie behandeld en uitgewerkt. Voor het schooljaar 2015-2016 is er in een schema uitgewerkt welke kaarten en vragenlijsten we in de toekomst gaan behandelen. Dit doen we in samenwerking met een andere éénpitterschool onder begeleiding van Weleducatief. Er zullen dus dit jaar nog meer kaarten volgen om onze kwaliteit te verbeteren dit in samenwerking met Weleducatief en de éénpitterschool.

De Wegwijzer kiest voor adaptief onderwijs. Onze visie komt voort uit de ideeën / theorie van Prof. L. Stevens. Stevens gaat ervan uit dat mensen vanaf hun eerste levensjaar streven naar competentie, relatie en autonomie. Wij stimuleren dit streven van kinderen op onze school door hen uit te dagen, te ondersteunen en vertrouwen te schenken. Denk hierbij aan de 21st Century Skills en de volgende vaardigheden: communicatie; ICT geletterdheid, sociale en/of culturele vaardigheden (incl. Burgerschap), creativiteit, kritisch denken, procesgericht denken en probleemoplosvaardigheden. Korte beschrijving van de adaptieve uitgangspunten: Voor het geven van Adaptief Onderwijs is het noodzakelijk dat verschillen tussen leerlingen als vanzelfsprekend worden gezien. Leerkrachten worden uitgedaagd om aan verschillen tegemoet te komen. Niet door ze op te heffen of te verkleinen, maar door alle kinderen onderwijs te geven, dat wat betreft vorm, inhoud en timing het best bij hun mogelijkheden en behoeften aansluit. Dit betekent niet dat er individueel onderwijs moet worden gegeven in onze adaptieve basisschool. Het betekent wel dat onderwijs zodanig aangepast dient te zijn dat ieder kind in staat gesteld wordt om op zijn/haar manier te leren en zich te ontwikkelen.  we willen de kinderen als kind zien en niet alleen als leerling  we willen werken aan totale ontwikkeling van kinderen (sociaal, emotioneel, creatief, lichamelijk, cognitief zie bovenstaande )  we willen de kinderen bewust maken van hun verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld om ons heen  we willen de kinderen een plaats bieden op basis van veiligheid en vertrouwen  we willen de kinderen leren eigen mogelijkheden en beperkingen te accepteren en die van anderen te respecteren en accepteren. Uitgangspunten van adaptief onderwijs: Een mens is pas in staat te leren als voldaan wordt aan de psychologische basisbehoeften:  relatie : je mag er bij horen, je doet ertoe, je wordt gewaardeerd (kind en leerkracht)  competentie: geloof en plezier in eigen kunnen  autonomie: iets zelf kunnen, verantwoordelijkheid dragen Om een optimale ontwikkeling tot stand te brengen zijn naast deze pedagogische aspecten ook onderwijskundige acties noodzakelijk. Adaptief onderwijs vereist meer of mindere aanpassingen van het onderwijs:  aanpassingen in de instructie,  klassenorganisatie  interactie. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

7

Kortom: in het professioneel handelen van de leerkracht. Voorwaarde hierbij is een pedagogisch klimaat waarin kinderen worden uitgedaagd om dingen uit te zoeken(21st….), vertrouwen krijgen van de leerkracht in de goede afloop en ondersteund worden bij wat ze nog niet op eigen kracht kunnen. De visie van De Wegwijzer wordt middels het model “adaptief onderwijs” aangegeven. Onderwijskundige elementen die onze school vormen door adaptief onderwijs: binnen het jaarklassensysteem. Zelfstandigheidbevordering van de leerlingen: Kern van ons onderwijs is de autonomie van de leerlingen. Middels deze autonomie van de leerlingen kan de leerkracht meer begeleidend onderwijs geven voor de leerlingen die dat nodig hebben. De zelfstandigheid van de leerlingen wordt expliciet aangeboden vanaf groep 1 op “De Wegwijzer”. Binnen de school worden dezelfde regels en afspraken gehanteerd om tot attitude van leerlingen te komen. ( hoewel we ons bewust zijn dat niet alle leerlingen dezelfde mate van attitude kunnen ontwikkelen) Binnen de school wordt gewerkt met uitgestelde aandacht > de leerlingen weten dat de leerkracht voor een bepaalde periode niet voor de leerling beschikbaar is. Deze uitgestelde aandacht willen we bereiken door de volgende regels en afspraken binnen de school te hanteren:  Gebruik van een teken .  Als de leerlingen tegen een probleem aanlopen, “ trainen” we de leerlingen om eerst zelf na te denken en een oplossing te vinden.  Als daar geen oplossing uit voort komt dan kan de leerling binnen zijn groep aan de buurman / buurvrouw om raad gaan vragen.  Als daar geen oplossing uit voort komt, dan kan de leerling de opgave waar hij / zij mee bezig is overslaan en aan een vervolgopdracht gaan beginnen.  Als daar geen oplossing uit voort komt dan kan de leerling terugvallen op keuzewerk binnen de klas.  ( = materiaal met een bepaalde doelstelling dan wel zinvolheid)  In de tussentijd is de leerkracht al een keer langs geweest om tijdens de hulpronde deze leerling te helpen ( zie ook verder)  Om deze attitude bij de leerlingen te trainen wordt er regelmatig een procesevaluatie met de hele groep of met individuele leerlingen gehouden, om de leerlingen te laten reflecteren op hun eigen gedrag. Instructiegedrag van de leerkracht. Door de autonomie van de leerlingen is het instructiegedrag van de leerkracht daar ook bij aangepast. We maken hierbij gebruik van een 12- stappenplan. Dit stappenplan is in iedere klas aanwezig. De verantwoordelijkheid voor het “ snappen” van de stof komt “ opklimmend” meer bij de leerlingen te liggen ( voor de leerlingen die dat aankunnen) Het instructiegedrag van de leerkracht kenmerkt zich o.a. door het 3-fasen-model (figuur 11). D.w.z. dat de leerkracht uitleg geeft aan de hele groep. Als een deel van de groep meent de opgaven, die gekoppeld is aan de instructie begrijpt, dan laat de leerkracht deze leerlingen “ los” en besteedt zijn / haar aandacht aan de groep die nog instructie van de leerkracht behoeft. Als de tweede groep meent aan te kunnen sluiten bij de grote groep, dan heeft de leerkracht de gelegenheid de kleine groep extra te instrueren.

Figuur 11 Fase 1 Fase 2

Fase 3

Fase 3 aan de instructietafel, die in elke groep structureel aanwezig is en structureel voor Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

8

“ zorg” wordt gebruikt. Naast het 3-fasen model hanteert de school het D.I.-model ( directe instructiemodel)  dagelijkse terugblik/doelen bespreken van de les  presentatie / lesgeven  begeleide inoefening  verwerking  periodieke terugblik  terugkoppeling/evalueren Waarbij de leerkracht zich bewust is dat het “begeleid inoefenen” het “beslispunt” is voor gedifferentieerde instructie. (zie figuur 12) Door de gedifferentieerde instructie is het noodzakelijk om ook de verwerking gedifferentieerd aan te bieden. ( Niet alle leerlingen hebben hetzelfde tempo en hetzelfde niveau. Zie ook verder onder Dag- en Weektaken) Bij het uitzoeken van nieuwe methoden wordt hier uitgebreid rekening mee gehouden. Stellen van open en gesloten vragen: De leerkrachten zijn zich ervan bewust dat hun kerntaak is: Denkactiviteiten bij leerlingen te stimuleren. De denkactiviteiten zijn te stimuleren door het stellen van de juiste vragen:  Open vragen die er voor zorgen dat er niet alleen een “ja” of een “ nee” komt, maar vragen die leerlingen aan het denken zetten. Deze vragen: hardop redeneren (modelen), verschillende gegevens met elkaar in verband brengen, een principe in een nieuwe situatie toepassen …..  Didactisch coachen van de leerkracht, de activiteit komt bij de leerling te liggen.  Gesloten vragen: er is maar een antwoord mogelijk: deze vragen doen een beroep op het geheugen of peilen de kennis van de leerlingen. De autonomie van de leerlingen willen we vooral tot uitdrukking brengen door te werken met Kies/Planbord en Dag en Week Taken (taaktijd) Bij de kleuters maken we gebruik van préteaching en réteaching (kleine kring)

Figuur 12 préteaching

Instructie en verwerking

réteaching

Kies/Planbord: De leerlingen in groep 1 en 2 werken met een kiesbord en een planbord/deeldagtaak, groep 3 werkt ook met een planbord/deeldagtaak, hetgeen inhoudt dat de leerlingen zelf kunnen bepalen welk werk zij wanneer willen maken. Op het planbord in de onderbouw (groep 1 en 2 ) wordt een onderscheid gemaakt tussen “ moetwerkjes” en “magwerkjes”. De leerlingen kunnen zelf bepalen welke werkjes ze gaan maken in de afgesproken periode. Administratief worden er stickers (kleuren van de dag) gebruikt door de leerlingen, zodat de leerkracht weet welke werkjes op welk moment gemaakt zijn. DWT (Taaktijd): de opbouw ziet er als volgt uit: In groep 3 wordt, verplichte opdrachten. Het planbord/deeldagtaak wordt het gehele jaar gebruik er wordt hier een onderscheid gemaakt tussen verplichte opdrachten en niet verplichte opdrachten . In de groepen 4 t/m 8 wordt er gewerkt met taaktijd. Op de weekplanning van elke groep staat wanneer de groep tijd heeft om het werk van de taakbrief te maken. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

9

Groep 4: 30-45

minuten

Groep 5: 45-60

minuten

Groep 6: 60-100 minuten Groep 7: 100-110 minuten Groep 8: 100-110 minuten Niveau: Elk kind ontvangt op zijn/haar eigen niveau een taakbrief. In het groepsplan staat op welk niveau elk kind werkt. Op de taakbrief staan de opdrachten die in de taaktijd gemaakt moeten worden. Er wordt gewerkt met: basisopdrachten, minder opdrachten, meer opdrachten, deze taken zijn verplicht. Op de taakbrief staan ook een aantal extra opdrachten, deze opdrachten hoeven niet af. Door middel van het aantal sterren kan het kind zien wat hij/zij moet maken. *

minder

**

basis

*** meer Evaluatie: Aan het eind van de week wordt een aantal taken geëvalueerd. Op de achterkant van de taakbrief vullen de kinderen de evaluatie in, de evaluatie wordt besproken met de leerkracht. Groep 4: evaluatie van één vak, na de kerstvakantie 2 vakken Groep 5: evaluatie van twee vakken, na de kerstvakantie 3 vakken Groep 6: evaluatie van drie vakken, na de kerstvakantie 4 vakken Groep 7: evaluatie van 4 vakken, na de kerstvakantie 5 vakken Groep 8: evaluatie van 4 vakken, na de kerstvakantie 5 vakken Regel van de week: Onderaan elke taakbrief staat een regel van de week. Tijdens de werkweek letten de kinderen extra goed op deze regel. Taaktijd is een planningsdocument dit is een voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Naast de minimumdoelstellingen, worden in het takensysteem ook extra werk aangeboden. Het extra werk kan bestaan uit methodegebonden en niet- methodegebonden materiaal > additioneel materiaal. Hierbij wordt waar nodig gebruik gemaakt van de methode compacten en verrijken van SLO om er in ieder geval voor te zorgen dat de minimumdoelstellingen wel behaald worden door de begaafde leerlingen. In de onderbouw wordt gebruik gemaakt van een moeilijke hoek/kast. Binnen dit takensysteem is er dus de mogelijkheid aanwezig om op inhoud en het tempo te differentiëren, zoals al eerder genoemd ook door het verantwoord compacten van de leerstof (ondertussen voldoen de meeste methoden al aan onze eisen). We gebruiken voor de kinderen die regelmatig in het niveau I zitten “de Pittige Plustorens”, voor de hoogbegaafden is er de plus klas “Manifesto,” van het samenwerkingsverband “Veld Vaart en Vecht.” Er is voor deze kinderen een leerkracht vrij geroosterd. De Wegwijzer heeft haar visie bepaald ten aanzien van het hoogbegaafde kind. (zie beleid abc map) Om de autonomie van de leerlingen te bevorderen wordt er binnen het didactisch handelen van de leerkracht aandacht besteed aan Coöperatief leren. De leidraad voor dit samenwerkend leren wordt gevonden in een grove indeling:  Coöperatief leren tijdens de instructie ( om de denkactiviteit van de leerlingen te vergroten).  Coöperatief leren tijdens de verwerking.  Coöperatief leren als didactische structuur.  Coöperatief leren als voorbereiding op een toets Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

10



Coöperatief leren voor het inoefenen van tafels, woordenschatvorming, dictee (dictee voor twee)

Vormen van samenwerkend leren worden aangeboden middels de theorie van Kagan: “Structureel Coöperatief leren”. (zie opbouw in abc map) Door consequent het coöperatieve leren aan de leerlingen aan te bieden ( van de groepen 1 t/m 8, met een doorgaande lijn) zal er een attitude ontstaan, die het mogelijk maakt dat de leerling steeds meer zelf verantwoordelijk is voor zijn handelen > actief leren. Door de leerlingen meer zelf verantwoordelijk te maken, zal het voor de leerkracht meer mogelijk zijn begeleidend onderwijs toe te passen > onderwijs voor die leerlingen die dat nodig hebben. Naast het “meer verantwoordelijk maken van de leerlingen, zodat de leerkracht meer mogelijkheden heeft om begeleidend onderwijs te geven”, wordt er in coöperatief leren het didactisch arsenaal van de leerkracht uitgebreid, om het leerproces bij de leerlingen effectiever te maken. Klasseninrichting:  De klas is dusdanig ingericht dat de leerlingen de noodzakelijke materialen zelf kunnen halen cq kunnen bedienen.  De kasten zijn open > toegankelijk.  Niet alle materialen zijn op één plek opgesteld, maar logisch over het lokaal verspreid.  De klas is dusdanig ingericht dat de leerkracht de ruimte heeft om structureel de H.R.’n te lopen.  In het kader van zelf problemen oplossen en in het kader van samenwerkend leren zitten de leerlingen in groepen. Dit hangt overigens wel af van de groep op dat moment. De kinderen zitten in ieder geval met z’n tweeën bij elkaar en kunnen elkaar dus altijd raadplegen.  De leerlingen weten waar de te corrigeren materialen ingeleverd moeten worden.  In de groep is plaats voor een instructietafel ( zie ook onder instructiegedrag van de leerkracht)  De groepen zijn zo ingericht dat de leerkracht een instructietafel in de groep kan plaatsen en deze in de juiste zin van het woord kan gebruiken. Hulpronden: De leerkrachten zien het nut en de noodzaak in van het lopen van hulpronden:  De leerlingen “ controleren” op hun product.  De leerlingen begeleiden bij hun proces, feedback kunnen geven en didactisch coachen door het stellen van de juiste vragen en de kinderen laten verwoorden wat ze doen, modelen( zowel op individueel niveau als op groepsniveau)  Het peilen van de instructiebehoefte van de leerlingen. De hulpronden worden onderscheiden in een:  Startronde > kunnen alle leerlingen aan de slag met hun opdracht  Hulpronde om de instructiebehoefte bij de leerlingen te peilen.  Afsluitronde > hebben de leerlingen het werk goed gemaakt > de leerkracht laat een controlerende “blik” en over het werk gaan en geeft regelmatig feedback aan de leerling. Communicatie tussen de leerkracht en de leerling(en) Binnen elke groep ( m.u.v. de groepen 1 en 2) hebben de leerlingen een teken ( de “dobbelsteen”) waardoor de leerkracht kan zien of de betreffende leerling een probleem heeft en daarbij de leerkracht nodig heeft ( als deze leerkracht zijn / haar hulpronde loopt) Een teken kan zijn in groep 3 tot en met 8:  ? :ik heb de leerkracht nodig  Groen:ik werk lekker verder en ik heb geen hulp nodig, je mag me wat vragen.  Rood:ik werk lekker alleen en wil niet gestoord worden door de leerkracht en door mijn medeleerlingen. De leerkrachten werken met een rode en groene stip op het bord. Rood je mag me niet storen, groen je mag me weer alles vragen. In groep 1 en 2:  Rode stip: de juf mag niet gestoord worden, je mag in deze zelfstandig werken tijd niet iets anders kiezen, tenzij je Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

11

 

werkje af is, je mag wel een ander kind om hulp vragen, je mag naar de wc gaan wanneer je dat wil. Blauw: je mag niets anders kiezen. Groen: je mag weer kiezen en vragen aan de juf.

Om bovenstaande onderwijskundige principes te borgen in de praktijk, zal de directeur regelmatig in de plenaire vergaderingen tijd vrij maken om het een en ander te evalueren en te borgen. Bovendien zal de directeur haar collega’s in 2015-2016 faciliteren om onderlinge klassenbezoeken bij elkaar af te leggen ( aan de hand van een kijkwijzer gekoppeld aan een ontwikkelonderwerp). Uitgangspunt voor de onderlinge klassenbezoeken zijn de persoonlijke ontwikkelingsplannen en visie/beleid van de school De P.O.P.’s (WMK)zijn de kern van de innovatieve kracht van de school: elke leerkracht zal een persoonlijk ontwikkelingsplan opstellen, waarbij de individuele leerkracht met zichzelf afspreekt wat hij/zij moet gaan doen om in zijn onderwijskundig handelen aan te sluiten bij het geformuleerde schoolconcept. De P.O.P.’s (WMK)zullen - na het geformuleerde schoolconcept - ingeleverd worden bij het M.T., zodat de directeur:  Zicht heeft op de initiatieven die ondernomen worden om aan te sluiten bij de gewenste onderwijskundige situatie.  Welke collega’s aan “ elkaar gekoppeld” gaan worden om onderlinge klassenbezoeken bij elkaar af te leggen.  Weet welke activiteiten er centraal ondernomen moeten worden als er sprake is van een centraal “ probleem / aandachtspunt “. Op onze school streven we ernaar in de komende 4 jaar t.a.v. visie/missie het volgende te realiseren:  Coöperatief leren verder borgen en door ontwikkelen, een map aan leggen voor de ontwikkelde mogelijkheden en documentatie binnen de groepen.  Nieuwe methoden moeten voldoen aan voldoende differentiatiemogelijkheden, digitaal gebruikt kunnen worden inclusief het volgen van de leerling.  Tabletonderwijs invoeren om het onderwijs nog meer adaptief te maken door zelfcorrigerende kindvolgende programma’s met feedback aan te schaffen. In 2015-2016 visie ontwikkeling t.a.v. tablet onderwijs

1.3

Onze doelstelling zowel onderwijskundig als levensbeschouwelijk.



     

Zoals eerder vermeld, “De Wegwijzer” is een christelijke basisschool. Die visie bepaalt onze omgang met en kijk op het kind dat aan onze zorg is toevertrouwd. De Bijbel, het Woord van God, is dus richtinggevend en bepalend voor het denken en handelen in de school. Vanuit deze opdracht willen we vorm en inhoud geven aan onze school door: het accepteren van verschillen en uitgaan van elkaars mogelijkheden het ontwikkelen van zelfstandigheid het hebben van respect voor elkaar en voor de wereld om zich heen; het bieden van veiligheid het bieden van vertrouwen en zelfvertrouwen het blijven werken aan en ontwikkelen van het onderwijs.

Deze visie heeft consequenties voor het onderwijs op “De Wegwijzer”:  we willen de kinderen als kind zien en niet alleen als leerling  we willen werken aan totale ontwikkeling van kinderen (sociaal, emotioneel, creatief, lichamelijk, cognitief )  we willen de kinderen bewust maken van hun verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld om ons heen  we willen de kinderen een plaats bieden op basis van veiligheid en vertrouwen  we willen de kinderen leren eigen mogelijkheden en beperkingen te accepteren en die van anderen te respecteren en accepteren.

1.4

Het klimaat op school.

Het klimaat is veilig en structurerend, uitdagend en stimulerend. Op onze school wordt de hele dag, de hele week en het hele jaar druk geleerd en hard gewerkt. Dat kun je alleen maar goed doen, wanneer je je op school veilig voelt. Daarom proberen we, als kinderen, ouders en leerkrachten van “De Wegwijzer”, respectvol met elkaar om te gaan. We vinden het ook belangrijk, dat u zich als ouder bij ons op school thuis voelt we zijn een laagdrempelige school er is altijd ruimte om even te praten. In principe kunt u elke dag om 15.00 uur bij ons terecht om vragen te stellen of om over problemen te Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

12

praten. Een keer per week is er een spreekhalfuur voor ouders. Deze wordt gehouden op donderdag van 8.30 tot 9.00 uur met de directeur. Met eventuele vragen kunt u op dit tijdstip bij haar terecht (zonder afspraak). Verderop in de schoolgids leest u meer over contacten tussen de school en u als ouder. Sociale veiligheid: Dit is niet een kwestie van het op papier op orde hebben. Het is mensenwerk. Dat begint bij het met leerlingen en personeelsleden maken van regels voor sociaal verkeer en zich daar vervolgens naar te gedragen, dit wordt getoetst doormiddel van de WMK vragenlijsten voor leerkrachten maar ook voor ouders. Deze regels handhaven en bij overtredingen lik-op-stuk ingrijpen, liggen in het verlengde daarvan. Sociale veiligheid betekent ook aandacht en zorg voor elkaar, je gezien en gekend weten. Dit komt bij ons aan de orde in de jaargesprekken met leerkrachten. We zijn sinds 2014 een “Kanjerschool” en handelen volgens deze methode. Bij deze methode horen vragenlijsten die 2 keer per jaar ingevuld worden door leerkracht en leerling. Deze vragenlijsten worden geëvalueerd en geanalyseerd tijdens de leerlingbespreking en aan de hand daarvan worden er eventueel handelingsplannen of groepsplannen opgesteld. Vanaf groep 6 wordt er door de leerlingen een schoolvragenlijst ingevuld die mee gaat naar het vervolgonderwijs. Door de hele school proberen we ons aan afspraken en regels te houden die horen bij de “Kanjermethode.” Omdat we graag een Kanjerschool willen blijven scholen we ons weer in 2016.

2. 2.1

Het schoolgebouw Het schoolgebouw.

In 1915 is de vereniging opgericht en op 2 jan. 1917 werd de school geopend als 2- klassige school; in 1919 werd het 3e lokaal gebouwd en daarna in 1930 uitgebreid met een 4e lokaal. In 1950 werd de ‘Boshut’ gebouwd als 1-klassige (kleuterschool). Doordat beide scholen op één terrein en onder één bestuur stonden, was dit voor het vormen van een basisschool een positief punt. In 1986 is het 4e lokaal omgebouwd tot speelwerklokaal, zodat er van de ‘Boshut’ geen gebruik meer werd gemaakt als lokaliteit. In het schooljaar 2000/2001 vond een forse verbouwing plaats waardoor een 5 e en 6e lokaal in gebruik konden worden genomen. Daarnaast kwam er bij: een ruime personeelskamer, een directiekamer, een grote zolderruimte met een extra lokaal, een flink magazijn en een speciale ingang voor de groepen 1 en 2. Daarmee is groepensplitsing een stuk gemakkelijker geworden. Wij hebben waar mogelijk gekozen voor groepensplitsing om leerlingen extra zorg te geven. Op dit moment worden er door de gemeente en de huidige besturen in de gemeente Hardenberg een IHP (integraal huisvestingsplan) opgesteld. Daarin zijn wij in 2017 aan de beurt voor een upgrade of nieuwbouw. De huidige indeling en staat van de school voldoen niet meer aan de moderne hedendaagse onderwijsontwikkelingen en ons schoolconcept. Per augustus 2014 kreeg de peuterspeelzaal ook een plekje binnen onze school om de doorgaande lijn van peuter naar kleuter te vervolmaken.

2.2

De bevolking in de buurt van de school.

Onze school ligt in Schuinesloot (gem. Hardenberg), een rustige, landelijke buurtschap met goede woon- en speelgelegenheden. We trachten als bestuur en personeel levensblijheid en vertrouwen in de toekomst “uit te stralen” naar de kinderen en hun ouders. We proberen dan ook de kinderen een klimaat aan te bieden, waarin zij zich ongestoord, onbezorgd en veilig kunnen ontwikkelen en groeien. In onze schoolbevolking zijn diverse milieus vertegenwoordigd; met name ouders uit de bouwwereld, industrie en landbouw (de laatste groep wordt steeds kleiner). Het verenigingsleven, dat zich grotendeels afspeelt bij “Ons Trefpunt” bestaat uit: jeugdclubs, sportvereniging VAW , ouderensoos en allerlei cursussen. Buiten Schuinesloot zijn er mogelijkheden voor: zwemmen (in De Krim, Hardenberg en Dedemsvaart), judo (Slagharen), voetballen (Slagharen, Lutten, Kerkenveld), volleybal (Slagharen), tennissen (Slagharen), paardensport (Slagharen); er is een plattelandsbibliotheek in Slagharen. Veel van de kinderen zijn lid van een of meer van deze clubs. De verenigingen in Schuinesloot worden dikwijls betrokken bij buitenschoolse activiteiten b.v. op Koninginnedag, die op het schoolterrein plaatsvinden. Het trekt de belangstelling van veel bewoners.


13

2.3

Brede schoolontwikkeling.

2.4

Inrichting van het gebouw en omgeving.

In 2010 zijn we gestart met de ontwikkeling van een brede school dit in samenwerking met een coördinator, ingezet door de gemeente Hardenberg. Vanaf februari 2010 zijn er een aantal combinatiefunctionarissen aan het werk die gym, culturele, sociale en taal activiteiten verzorgen bij ons op school. Langzaam wordt het een en ander uitgebreid met naschoolse activiteiten en ontstaat er een samenwerking met de verenigingen in het dorp, GGD, kinderopvang, peuterspeelzaal enz.. (zie beleidsplan en nieuwsbrieven)

Onze basisschool is ondergebracht in één gebouw gevestigd op een ruim terrein. Het staat iets van de weg af, zodat van verkeerslawaai weinig hinder wordt ondervonden. Het terrein is op twee manieren bereikbaar: de oude ingang tussen de huisnummers 83 en 89 aan de Schuineslootweg. Maar deze wordt steeds minder gebruikt. Veiliger is de ingang aan de Lage Landweg langs ‘Ons Trefpunt’, waar vooral de kinderen uit het nieuwe uitbreidingsplan gebruik van maken. Op de royale pleinen is maximale speelruimte, waarbij ook gebruik kan worden gemaakt van een sportveldje dat bij de school hoort. Op het schoolterrein staat ook de gymnastiekzaal waarin bewegingsonderwijs wordt gegeven. Het terrein wordt omzoomd door bomen. Een gedeelte van het ‘schoolbos’ staat open voor de leerlingen om er heerlijk te kunnen spelen. Er staat speelmateriaal langs het plein: klim- en klautertoestellen en een pingpong tafel. ‘Ons Trefpunt’ is een multifunctioneel gebouw dat bestaat uit een verenigingsgedeelte dat eigendom is van de Geref. Kerk. Het verenigingswerk is Geref./Herv. De gymzaal is echter eigendom van de school.

2.5

Verkeerssituatie/veiligheid in en om de school.

De Schuineslootweg is een vrij rustige verkeersweg. Het dagelijkse verkeer beperkt zich tot voornamelijk lokaal verkeer en agrarische voertuigen. Alleen in de oogstperioden is het extra uitkijken voor de leerlingen. De jongste kinderen worden veelal door ouders gebracht tot op het plein. In 1994 is er een nieuwe weg aangelegd langs Ons Trefpunt vanuit het uitbreidingsplan zodat de kinderen daarvandaan niet via de Schuineslootweg naar school hoeven. Inmiddels is er door de gemeente Hardenberg een 30 km. zone ingevoerd binnen de bebouwde kom van Schuinesloot . Voor de ingang zijn afremhekken geplaatst zodat niet meer vanaf het schoolplein de weg op kan worden gefietst. Op de pleinen mag tijdens schooluren niet worden gefietst. Sinds het schooljaar 2004/2005 zijn er verkeersouders, die zorgen voor bewustwording van het kind en ouders, voor de verschillende verkeerssituaties door middel van tips, projecten etc. Aan ouders wordt dringend geadviseerd bij het afhalen van de kinderen te parkeren in de daarvoor bestemde vakken en niet voor de ingang waar het zicht dan totaal wordt belemmerd. Ook anderszins werken wij hard aan de veiligheid van uw kind. De afgelopen periode is veel tijd, aandacht en geld besteed aan de (brand)veiligheid van de schoolgebouwen. Inmiddels zijn de benodigde vergunningen verleend op basis van de meest recente voorschriften van de brandweer en de overheid. Ook de veiligheid van speeltoestellen heeft onze aandacht. Voorts zijn er 2 personeelsleden opgeleid tot “bedrijfshulpverlener.”

3.

Bestuursvorm

Onze school heeft een vereniging met leden, een bevoegd gezag bestaande uit 8 personen en één basisschool. Het bestuur is een bestuur gedeeltelijk op afstand en gedeeltelijk op hoofdlijnen en heeft een Bestuurlijk Toetsingskader vastgesteld. De onderwijskundige ontwikkeling van de scholen ligt bij de schoolleider. De ledenvergadering is het hoogste orgaan binnen de organisatie. Verder wordt het beleid van het bestuur en de school getoetst door de MR. Voor verdere informatie zie reglement en statuten. Tevens verantwoordt het bestuur zich op financieel niveau in het bestuurlijk jaarverslag. In dit jaarverslag legt het bestuur van Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel te Schuinesloot e.o. verantwoording af voor het door het bestuur gevoerde beleid. Op hoofdlijnen wordt in dit verslag ingegaan op het gevoerde algemene beleid van de organisatie en het beleid ter zake van de Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

14

scholen. Van het beleid omtrent de doelmatige besteding van de beschikbare middelen wordt in de jaarrekening gedetailleerd verantwoording afgelegd. De financiële verantwoording volgt uit de wettelijke bepalingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. De jaarstukken zijn vergezeld van een accountantsverklaring. Met dit jaarverslag verantwoordt het bevoegd gezag zich tevens voor het gevoerde beleid naar ouders, werknemers en medezeggenschapsraad. Het jaarverslag en de jaarrekening zijn vastgesteld op de vergadering van 18 juni 2015. Het verslag is opvraagbaar bij de directeur.

Adres:

CNBS DE WEGWIJZER Schuineslootweg 85 7777RJ Schuinesloot Tel: 0523-683035 www.cnbswegwijzer.nl

De directeur van de school werkt samen met directies van andere ‘eenpitters’ binnen de gemeente Hardenberg en met de scholen binnen het samenwerkingsverband WSNS waartoe de school behoort. Het leerlingenaantal van de school is de laatste jaren stabiel. Op 1 oktober 2014 telde de school 100 leerlingen, waarvan ongeveer 16% behoort tot de categorie ‘gewogen’ leerlingen. We verwachten dat het leerlingenaantal zoals in heel Hardenberg zal gaan krimpen komende jaren en onder de 100 zal blijven schommelen. Momenteel werkt de school gedeeltelijk met 5 groepen. Het bestuur van de Vereniging nodigt u, als ouders/ verzorgers van de kinderen van “De Wegwijzer” van harte uit lid te worden van de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van scholen met de Bijbel. Door lid te worden kunt u mede vorm geven aan het onderwijs op de school van uw kind. Kernactiviteiten: Het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig Christelijk basisonderwijs met aandacht voor het individuele kind, kortom adaptief onderwijs Jaarlijks wordt er een algemene ledenvergadering gehouden waar ouders eventuele voorstellen, ideeën en/of opmerkingen naar voren kunnen brengen. Het bestuur doet dan verslag van het afgelopen jaar in het bestuursjaarverslag (deze ligt het gehele jaar ter inzage op school). Ze doen verslag van het schoolgebeuren en tevens van wat zich in de schoolvereniging heeft voorgedaan. De financiële zijde wordt belicht en er kunnen vragen op dat gebied worden gesteld. Nieuwe bestuursleden worden voorgedragen en gekozen door de kiesgerechtigde leden. Men is kiesgerechtigd wanneer men lid is van de protestants-christelijke schoolvereniging. Wetgeving goed onderwijs goed bestuur (zie ook statuten) We proberen ons te houden aan de Principes voor goed bestuur van het primair onderwijs. De vereniging gaat uit van de door de PO-raad vastgestelde Code Goed Bestuur in het primair onderwijs van januari 2010 met een functionele scheiding. Dit houdt in dat er één orgaan is waarin personen zitten met een bestuursfunctie en personen met een toezichtfunctie. De taken van de toezichthouder zijn volgens deze code:

      



Vaststelling/goedkeuring begroting Vaststellen/goedkeuring jaarverslag (incl. bestuursverslag en jaarrekening) Vaststelling/goedkeuring strategisch beleid Aanwijzing accountant Inrichting bevoegd gezag Er is tenminste een goedkeuringsrecht ter zake van statutenwijziging Het vervullen van het werkgeverschap ter zake van de betaalde bestuurders (bij de vereniging is dit de directeur met volmacht of mandaat die feitelijke bestuurlijke taken uitoefent). Dit werkgeverschap houdt in ieder geval in: benoeming, schorsing, ontslag en beloning Klankbordfunctie

De toezichthouder richt zijn aandacht in ieder geval op:  De onderwijskwaliteit  Rechtmatig en integer bestuur Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

15

Rechtmatige verwerving, bestemming en aanwending van de middelen waarbij doelmatigheid van de laatste eveneens aan de orde is. Het dagelijks bestuur en de gemandateerde directeur zijn belast met de beleidsvoorbereiding en de uitvoering van beleid van de vereniging en de directeur is verantwoordelijk voor het onderwijs inhoudelijk proces en de dagelijkse leiding op school. Het algemeen bestuur oefent toezicht uit op het dagelijks bestuur en de directie, zij stellen vast en besluiten. De taken zijn neergelegd in het eerste lid van de artikelen 17c WPO, 28i WEC en 24 e1 WVO. 

De toezichthouder stelt een toezichtkader vast Het bestuur wil het protestants christelijk onderwijs in Schuinesloot behouden en heeft als doel te zorgen voor kwalitatief goed onderwijs. Het bestuur hanteert hiervoor een bestuurlijk toetsingskader. Daarin staan de 6 hoofditems waaraan de school moet werken. Tijdens de bestuursvergaderingen worden deze items systematisch besproken. 1.Onderwijs en kwaliteit 2.Personeel 3.Financiën 4.Huisvesting 5.Identiteit en communicatie 6.Maatschappelijke ontwikkelingen

4. Organisatie en zorg in ons onderwijs 4.1

De schoolorganisatie

Op groepsniveau wordt het leerstof-jaarklassensysteem gehanteerd, bij enkele vakken (begrijpend lezen en enkele zaakvakken) werken we klasoverstijgend. Binnen dit systeem wordt gedifferentieerd. De leerkrachten bieden de leerstof aan die bij uw kind past. Soms lukt dat niet, omdat problemen bij kinderen soms heel complex zijn of omdat de leerkrachten niet altijd optimaal kunnen inspelen op de individuele behoeften van kinderen vanwege b.v. de groepssamenstelling. “Onderwijs op maat” (adaptief onderwijs en passend onderwijs) ontwikkelen zich echter steeds verder bij ons op school. Kinderen met beperkingen of met meer mogelijkheden kunnen aangepaste leerstof aangeboden krijgen (zie protocollen op school). Meer kunt u hierover lezen in het hoofdstuk “Speciale zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.” (hoofdstuk 4.5 en 1.2)

4.2

Kindgericht werken

In ons onderwijs trachten we kindgericht te werken. Dat houdt in, dat we zoveel mogelijk aansluiten bij wat de kinderen bezighoudt, bij hun behoeften en ervaringen. Dat heeft tot gevolg dat cursorische onderdelen zoveel mogelijk gericht moeten zijn op toepassingen in het eigen bestaan en niet op feitenkennis zonder meer. We menen ook dat kinderen een aantal vaardigheden en een bepaalde hoeveelheid kennis nodig hebben. Zo komen we tot de mogelijkheid van gesloten of open onderwijs. Kinderen moeten kunnen leren van fouten, ze moeten zelfstandig leren werken en onderzoeken. Beide vormen (open/gesloten) moeten in ons onderwijs zichtbaar zijn. Hoe de verhouding is, is niet exact aan te geven. We willen met de kinderen op voet van gelijkwaardigheid omgaan; we maken met hen afspraken, waaraan we ons houden. Dat houdt in dat we ze moeten leren verantwoordelijkheid te dragen, niet alleen voor zaken die hen persoonlijk betreffen, maar ook t.o.v. andere mensen/zaken in de schoolgemeenschap. De kinderen moeten de gelegenheid hebben actief, onderzoekend bezig te zijn en te leren. Dit heeft tot gevolg, dat we vaak meer begeleidend dan leidend handelen en dat "leren" daarmee meer is dan "consumeren" (luisteren, opletten en nadoen wat is voorgedaan). Waar het vroeger de gewoonte was tijdens het aanleren en verwerken van de basisvaardigheden (lezen, rekenen en taal) de klas als geheel te zien, zijn nu de ontwikkelingen in het huidige onderwijs steeds meer afgestemd op de individuele behoeftes van elk kind. Op basis van deze gegevens is het niet meer vanzelfsprekend dat alle leerlingen dezelfde stof verwerken. Er zullen kinderen zijn die de basisleerstof doorwerken, maar ook leerlingen die meer of minder leerstof aankunnen, waarbij we dan de leerstof gaan compacten en verrijken. Vaak zullen de lessen gezamenlijk worden gestart tot de instructiebehoeftes uiteenlopen en er afzonderlijke groepjes gevormd worden die “juf of meester” opnieuw instrueert. Zo komt het voor dat er al kinderen bezig zijn met het “maken” van lesjes, terwijl groepjes kinderen of een enkel kind alleen nog hulp krijgt van de leerkracht aan de instructietafel. Door een goed Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer” 16

klassenmanagement We werken volgens (het Interactief Gedifferentieerd Directe Instructie model), proberen we alle kinderen tot hun recht te laten komen. Een van de werkvormen die we daarbij gebruiken is het “zelfstandig werken.” Daarbij leren de kinderen zelfstandig te werken aan taken, zodat er ruimte ontstaat voor de leerkracht om extra hulp te verlenen aan zorgkinderen. Kinderen in de groepen 1 en 2 wordt al geleerd keuzes te maken. Het leert zo zijn verplichte taak en z’n keuzetaak te plannen. Op deze manier leren kinderen zelfstandig hun werk te plannen m.a.w. ze dragen verantwoordelijkheid voor hun werk. (zie ook missie en visie)

4.3 4.3.1

Volgen van de ontwikkelingen van het kind op school. Werkbeoordeling

4.3.2

Kleutervisie:

In het onderwijs op “De Wegwijzer” staat het kind centraal. Om hem goed te kunnen begeleiden, volgen we zijn ontwikkeling op de diverse gebieden, Dit wordt bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Door dagelijks met een kind te werken, krijgt de leerkracht een goed beeld van zijn functioneren. Daarnaast is toetsing belangrijk: mede hierdoor kunnen problemen worden opgespoord en kan een objectieve beoordeling worden gemaakt. Op onze school hanteren we verschillende soorten toetsen, allemaal gericht op het zo goed en efficiënt mogelijk begeleiden van uw kind:

Borgingsdocument kleuters cnbs “de Wegwijzer” (wijziging/beleid aan het eind van het schooljaar 2015-2016 i.v.m. invoering Dorr, dit oude document wordt vervangen in het schooljaar 2015-2016) Visie: We hebben een mengvorm van programmagericht werken (met Dorr als uitgangspunt) en ontwikkelingsgericht, omdat in wordt gegaan op de verschillen per leerling, bijvoorbeeld extra zorg bij uitval en extra uitdaging bij bovengemiddelde kinderen. Af en toe ervaringsgerichte onderdelen wanneer de leerdoelen dit toelaten. Wat bieden we aan: Tussendoelen en Leerlijnen (T en L)/Dorr. In 10 activiteitenblokken worden de doelen/leerlijnen verdeeld. Elk blok beslaat 8 weken, ruwweg van vakantie tot vakantie. 5 blokken per schooljaar. Groep 1 blok 1 t/m 5 en groep 2 blok 6 t/m 10. De volgende ontwikkelingslijnen worden gevolgd:  Auditieve waarneming;  Ruimtelijke oriëntatie;  Visuele waarneming;  Taal-denken, taal-lezen;  Rekenen-denken;  Taal-communicatie;  Fijne motoriek;  Grove motoriek;  Sociaal-emotionele ontwikkeling, spelontwikkeling;  Werkhouding. De blokken worden methodisch aangevuld met de activiteiten uit de map fonemisch bewustzijn en de map gecijferd bewustzijn. Daarnaast behandelen we 4 keer per jaar een thema uit “Schatkist”. In elk seizoen behandelen we hieruit 1 thema. Bij dat thema kiezen we 2 ankerpunten die we puntsgewijs gaan volgen. De algemene werkvorm van waaruit we werken is het stappenplan VVO. Zo vaak mogelijk werken we een thema helemaal uit op deze manier. Bij de andere thema’s houden we dit stappenplan iets meer op de achtergrond erbij. In principe is het de bedoeling dat routines uit het VVO als de spannende doos, hoge doelen stellen en pré-teachen met taalzwakke kinderen altijd gebruikt worden voor de invulling van het onderwijsaanbod. Het is echter niet werkbaar dat altijd even uitgebreid te doen, vandaar; 4 keer per jaar uitgebreid. Ook maken we zoveel mogelijk gebruik van de werkvormen zoals we die hebben aangeleerd vanuit de cursus coöperatief leren. De werkvormen die we gebruiken zijn:  Zoek de valse;  Zoek iemand die;



Binnen/buitenkring.


17

We werken middels een jaarplan/Dorr die voor ons als leidraad zal dienen. We maken gebruik van verschillende losse methodieken en routines voor verschillende vakken, te weten:  De Kanjermethode/Dorr (sociaal-emotionele ontwikkeling);  Moet je doen/Dorr (muziek);  Fonemisch bewustzijn (oefenen met o.a. de doelen vanuit Dorr en een eventuele uitbreiding);  Werkmap gecijferd bewustzijn CPS  Trefwoord;  Lettermuur Schatkist;  Cijfermuur Schatkist;  Pennenstreken (voorbereidend schrijven);  Verteltafel;  Interactief voorlezen/begrijpend luisteren Tevens maken we gebruik van verschillende toetsinstrumenten:  Cito Rekenen;  Cito Taal;  Kleutervolgsysteem Dorr;  Sidi Protocol;  Letterkennis toets  Screening oudste kleuters t.a.v. risicofactoren voor leren lezen en spellen (dyslexieprotocol);



Observatielijst van de Kanjermethode

De vaste thema’s in de kleuterbouw zijn:  Kinderboekenweek;  Herfst;  Sint Maarten;  Sinterklaas;  Kerst;  Winter;  Pasen;  Lente;  Koninginnedag (in zekere mate);  Moederdag;  Vaderdag;  Zomer/vakantie. Verdere thema’s worden door de leerkrachten samen bedacht. Beide groepen werken in principe aan hetzelfde thema. Als de groepen de hele week gesplitst zijn is dat af en toe wel eens anders. Elke eerste donderdag van de maand is het speelgoeddag en mogen kinderen spelen met hun eigen meegebrachte speelgoed. Aan het begin van het jaar maken we van elke leerling een fotokaart die gebruikt kan worden als naschrijfkaart. Ook kan de kaart bij een werkje worden gelegd dat klaar is maar nog niet is gelabeld met naam. Of bij een bouwwerk of ander zelfbedacht werkstuk dat even tentoongesteld wordt. Hoe bieden we het aan: We hebben een vaste dagindeling. Organisatorisch:  Inloop met cognitieve activiteiten, gedifferentieerd;  Kring/godsdienst en vertellen (30 min);  Activiteit naar keuze: werken en spelen (60 min);  Fruit/voorlezen: onder het fruit eten een prentenboek voorlezen (15 min);  Buiten spelen (ongeveer 45 min);  Kringactiviteit (20 min);  Uit de kast kiezen (ongeveer 25 min). De activiteiten worden ondersteund door gebruik van het digibord, coöperatieve werkvormen en het werken in grote en kleine kring. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

18

Differentiatie: Tijdens activiteit naar keuze en uit de kast kiezen zelfstandig werken en dan kinderen individueel of in kleine groepjes verder of extra laten oefenen met de leerstof. Thematisch aanbod is te zien bij de jaarplanning en het aanbieden van de leerstof. De leeromgeving: De klas is ingericht rond het betreffende thema (thematafel, woordspin, woordenlijst van het thema, verteltafel). Daarnaast bevinden zich in het lokaal computers, kasten, hoeken. Er is een digibord en er kan gebruik worden gemaakt van de gymzaal. Spelhoeken zijn waar nodig verrijkt met materialen rond het thema. Tentoonstellen van gemaakte werkstukken passend bij thema en doelen: stempelmateriaal, stempelkaarten van het thema, woordje/kaartje, prentenboeken. Bewaking en controle: Toetsen; Citotoetsen taal letterkennis en rekenen; Leerlingvolgsysteem Dorr; Kleuterrisico-screening;  Observatie en registratie: opvallende leerlingen worden geobserveerd. Verder worden tussen de lessen door bevindingen t.a.v. doelen en ten opzichte van de ontwikkeling van het individuele kind genoteerd. Tussentijds eventueel op de observatiekaarten of anders in de persoonlijke logboeken van de leerlingen. Ook in de klassenmap achter tabblad “beredeneerd aanbod” wordt van alle leerlingen resultaten van de geoefende doelen genoteerd. Gemaakte taakjes worden beoordeeld met kleurtjes in de klassenmap (groen goed, oranje ruimvoldoende, geel voldoende en roze onvoldoende);  Registratie van de toetsen: computerprogramma cito, lijsten “Kanjermethode” invullen, zo ook sidiprotocol en dyslexieprotocol, screening logopediste, handelingsplannen. Per leerling wordt alles bewaard in de map“leerlinggegevens”. Planning+aantonen planning en activiteiten Figuur 14 (wijzigingen in de planningen voor het schooljaar 2015-2016, ivm de implementatie van Dorr, lees dus Dorr in plaats van OVK!!) Waar te vinden Maand/periode Groep 1 Groep 2 Augustus

OVK blok 1 van zwakke of


anderszins opvallende


kinderen nemen we de

kinderen nemen we de

observatiekaart af.

observatiekaart af.

Op de planken in de zgn natte hoek van lokaal 4 (groep 1).

Meteen beginnen met elke 2 weken een letter aanbieden en inoefenen. Tussendoelen beginnende geletterdheid zitten als bijlage in de map. September tot de

Idem

Idem

Thema herfst (schatkist).

Thema herfst (schatkist).

herfstvakantie


19

In de kast onder het bord in lokaal 5 (groep 2).

Oktober na de

OVK blok 2 voor ieder kind

OVK blok 7 voor ieder kind

herfstvakantie tot de

over deze periode

over deze periode

kerst.

observatiekaart 2 invullen

observatiekaart 7 invullen

Tussendoelen beginnende geletterdheid bekijken. Kinderboekenweek?

November

Kinderboekenweek?

Sidiprotocol invullen;

Sidiprotocol invullen voor

opvallende kinderen de

de tweede keer; evt.

observatiekaarten afnemen

Plusgroep herzien.

In de map “werken in de kleutergroep van de wegwijzer”.

en doortoetsen en kijken hoe ver ze komen. Vanaf daar instappen; de plusgroep is voorlopig gevormd. Thema Sint Maarten Thema Sinterklaas

Thema Sint Maarten Thema Sinterklaas

December

Januari

Observatiekaart 2 verder

Observatiekaart 7 verder

invullen

invullen

Thema Kerst

Thema Kerst





kinderen observatiekaart

kinderen observatiekaart

afnemen

afnemen

Even geen thema;

Even geen thema;

observatiekaart 2 helemaal

observatiekaart 7 even

afronden

helemaal afronden

Cito ordenen

Cito ordenen

Cito taal voor kleuters

Cito taal voor kleuters

Groep 1

Groep 2 Starten met schrijfonderwijs Vanaf nu elke week een letter aanbieden


20

Op de planken boven de zgn natte hoek in lokaal 4 (groep 1)

Tekening voor

Tekening voor

rapportboekje

rapportboekje

Kanjerlijst

Kanjerlijst

In de map van de methode

Invullen rapporten n.a.v.

Invullen rapporten n.a.v.

cito toetsuitslag de

cito toetsuitslag de

ingevulde observatiekaart

ingevulde observatiekaart

en de observatielijst van

en de observatielijst van

Groep 1 op planken natte hoek lokaal 4, groep 2 op planken boven wasbak in lokaal 5.

“kanjermethode”

“Kanjermethode” Dyslexieprotocol voor alle

Februari

leerlingen. Individueel af te nemen. Eventueel

Als bijlage in map “werken in de kleutergroep van de wegwijzer”.

handelingsplan opstellen voor kinderen die zwak scoren.

Maart

Thema Winter Schatkist

Thema Winter Schatkist

OVK blok 3 verder

OVK blok 8 verder

Na de voorjaarsvakantie

Na de voorjaarsvakantie

starten met OVK blok 4.

starten met OVK blok 9.

Aan het eind van de periode

Aan het eind van de periode

observatiekaart bij

observatiekaart bij

opvallende lln afnemen.

opvallende lln afnemen.

In maart/april thema lente

In maart/april thema lente

(schatkist) en Pasen (ligt

(schatkist) en Pasen (ligt

eraan wanneer het Pasen is

eraan wanneer het Pasen is

dit jaar).

dit jaar).

Een aantal kinderen wordt

Rond deze tijd screening

gescreend voor logopedie

logopedie voor de kinderen die in groep 1 niet zijn gescreend

April

Verder met blok 4 OVK


Verder met blok 9 OVK

21

In de kast onder het bord in lokaal 5

Thema Moederdag en

Thema Moederdag en

Koninginnedag

Koninginnedag Vanaf dat de vrijdagen afvallen gaan de kinderen van groep 2 regelmatig wennen in groep 3.

Mei

Juni

OVK blok 5. LET OP: korte

OVK blok 10. LET OP: korte

oefentijd vanwege invullen

oefentijd vanwege invullen

van het rapport en maken

van het rapport en maken

van de toetsen. Dit val

van de toetsen. Dit valt

allemaal binnen de tijd van

allemaal binnen de tijd van

OVK blok 5.

OVK blok 10.

Verder werken in blok 5

Verder werken in blok 10

OVK.

OVK.

Thema Vaderdag en thema

Thema Vaderdag en thema

zomer/vakantie (schatkist).

zomer/vakantie (schatkist).

Toets cito taal voor

Toets cito taal voor

kleuters

kleuters

Toets cito ordenen

Toets cito ordenen

Alle lln observatiekaart 5

Dyslexieprotocol voor alle

afnemen

leerlingen. Individueel af te nemen. Eindconclusie trekken. Alle lln observatiekaart 10 afnemen.

Tekening voor in het

Tekening voor in het

rapportboekje

rapportboekje

Kanjerlijst

kanjerlijst

Rapport mee

Rapport mee

We gebruiken notitiebladen per observatiekaart; zo kunnen we makkelijk afvinken of de doelen zijn bereikt. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 wordt er een nieuw leerlingvolgsysteem (Dorr)voor de kleuters ingevoerd! Op dit moment gaan we nog uit van het voorgaande programma. In de looptijd van dit schooljaar zullen er aanpassingen worden gedaan. (In Juni 2015 waren er 2 scholingen om het geheel goed op te kunnen zetten in de volgende jaren) Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer” 22

4.3.3

toetsen

N.a.v. de toetsuitslagen (Cito en methodegebonden toetsen) wordt indien nodig extra hulp geboden of een (groeps)handelingsplan opgesteld. Aan de hand van observaties worden er in de leerlingenmap korte aantekeningen gemaakt om zicht te houden op de vorderingen van de kinderen, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied. Relevante informatie over de leerlingen wordt vermeld in het LVS. Hier zijn ook de uitslagen van de Cito-toetsen te vinden. Hoe wordt er nog meer getoetst in de groepen 1 tot en met 8:  De “als – het – nodig – is” – toetsen: deze toetsen bieden we een kind aan, als we merken, dat er zich problemen voordoen. Zo kunnen we in de kleutergroepen dus via Dorr nagaan, of de ontwikkeling van een kind inderdaad niet zo soepel verloopt, als dat we graag hadden gewild. Soms wordt hierbij de hulp van externe diensten gevraagd.  De methode gebonden toetsen. Met deze toetsen wordt er onderzocht of de stof/de hoofdstukken die in een bepaalde periode aangeboden is/zijn, ook daadwerkelijk aangekomen is bij de leerling. Na onderzoek kan de leerkracht de leerling réteaching geven of bij de volgende instructie préteaching aanbieden. Daarna kan de leerkracht “weer”opdrachten aanbieden of bij de leerlingen waar gebleken is dat ze het heel goed doen verrijkingsopdrachten geven.  Met de toetsen van het zgn. “Leerlingvolgsysteem CITO,” al eerder genoemd bij de kleuters, deze worden door de hele basisschool heen gebruikt. Alle kinderen worden gevolgd met speciaal voor dit doeleinde gemaakte, methodeonafhankelijke landelijk geijkte toetsen (Cito). Met deze toetsen stellen we voor vakken, zoals lezen, spellen, begrijpend lezen, wereldoriëntatie en rekenen, twee keer per jaar vast, wat de vorderingen van het kind zijn. We krijgen daardoor een helder beeld van hoe het met zijn/haar individuele vorderingen gaat maar ook hoe het klassengemiddelde is en natuurlijk hoe we ten opzichte van het landelijk gemiddelde staan. Wanneer we merken, dat er problemen zijn, krijgt het kind of de groep –na eventueel nader onderzoek – gericht hulp.

Hierover leest u meer in volgende paragrafen.


23

4.3.4

Toetsrooster:

Toetskalender 2015-2016 Groep 1

Groep 2

Groep 3

Januari Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters (niet invoeren) Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, begrijpend lezen Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, begrijpend lezen Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, begrijpend lezen

Groep 4 Groep 5 Groep 6

Groep 7

Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, begrijpend lezen, saqi

Groep 8

Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, begrijpend lezen, saqi Tiat toets Nieuwsbegrip XL in november en mei Oktober Sidi 3 signaleringslijst. Formulier 1.B./1-2 voor kleuters 1.B./3-8 voor groep 3 t/m 8 Leerkracht digitaal invullen. Oktober/November

Groep 4 t/m 8

Groep 1 t/m 8

Groep 1 t/m 8

Groep 5 en 6: Kanjer vragenlijst Kanvas Leerlingen + leerkracht digitaal invullen.

  

4.3.5

Juni Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Leesvoorwaarden toets Rekenen, spelling woordenschat, DMT, AVI, begrijpends lezen (niet registr.) Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, begrijpend lezen Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, wereldoriëntatie kennisgeb. studievaardigheden Rekenen, spelling, woordenschat, DMT, AVI, wereldoriëntatie kennisgeb., studievaardigheden Wereldoriëntatie kennisgebieden

Mei Groep 1 t/m 4: Kanjervragenlijst Kanvas invullen door leerkracht Groep 5 en 6: Kanjervragenlijst Kanvas invullen door leerlingen + leerkracht. Groep 7 en 8: Kanjervragenlijst Kanvas invullen door leerl. + leerkr.

In april wordt de eindtoets voor groep 8 afgenomen De NIO toets (intelligentietoets) wordt in december of januari afgenomen Dyslexie/leesproblemen protocol het hele jaar door voor alle groepen.

Verslaglegging.

Elke leerkracht houdt de vorderingen van de leerlingen bij in de klassenmap en laptop. De IB-er (Interne Begeleider) verzamelt alle toetsgegevens en houdt van elk kind bij hoe zijn vorderingen zijn. Dit wordt een individueel leerlingvolgsysteem genoemd. Van ieder kind op “De Wegwijzer” is een dossier aanwezig. Daarin worden gedurende de hele basisschoolperiode alle belangrijke gegevens bewaard. Zo vindt u hier o.a. de toetsresultaten van het leerlingvolgsysteem terug. Deze worden ook digitaal opgeslagen. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

24

4.3.6

Leerling-bespreking in het team.

Na een periode van 6-8 weken, staat als vast punt op de agenda: leerling-bespreking. Dan wordt bekeken of leerlingen die extra hulp krijgen via R.T. of op andere wijze (bv. in eigen groep ->instructietafel, ré- of preteaching, achter de computer, extra hulp in andere klas, tweede leerweg en rugzakkinderen) vorderingen maken. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan wordt besproken hoe het anders kan. De leerlingen die iets meer kunnen worden ook besproken naar aanleiding van bepaalde toetsgegevens en het sidiprotocol (zie ook protocol meer en hoogbegaafden). Ook kunnen er tijdens deze vergadering nieuwe leerlingen worden ingebracht bij de rt-er en ib-er. De ib-er heeft voor elke leerling-bespreking, met elke leerkracht een gesprek over de kinderen uit diens groep. Twee keer per jaar (in januari en september) vindt een algemene leerling-bespreking plaats naar aanleiding van de afgenomen CITO e.a. toetsen. Mocht geconstateerd worden dat bepaalde kinderen erg opvallen of afwijken in leerprestatie of gedrag, dan doen we een beroep op de leerlingbegeleider van het Onderwijs Advies Centrum, /IJsselgroep mevr. Femke Faber-Heusinkveld. Deze observeert het kind, neemt tests af en brengt rapport uit aan leerkrachten en ouders/verzorgers met adviezen.

4.3.7

Leerlingbespreking met de ouders.

Natuurlijk bent u als ouder welkom om met ons over uw kind te praten. Vooral als u thuis gemerkt heeft, dat uw kind ergens mee zit, is het belangrijk om daarover met ons contact op te nemen. Bovendien bieden wij u nog enkele mogelijkheden om specifiek over uw kind te praten:  Het intake gesprek thuis of op school, voor de kinderen die instromen in groep 1. De leerkracht maakt daarvoor een afspraak met u in de maand (de wenperiode) voor de 4e verjaardag. Voor groep 8 zal er een eindgesprek plaatsvinden voor het bespreken van de eindtoetsen en het daarbij horend eind-niveau.  De 10 minuten gesprekken: in januari en juni wordt er een rapport opgemaakt van de leerlingen. Als regel worden de rapporten tijdens de 10 minuten gesprekken besproken en uitgedeeld. In groep 2 ontvangen de kinderen in januari en juni een rapport. De kinderen van groep 1 krijgen nog geen rapport. Als leidraad voor de gesprekken hanteren we de rapporten, peilkaarten en eventuele toetsgegevens. Daarnaast zijn er nog twee momenten waarop ouders en leerkrachten contact met elkaar hebben. Deze 10 minutengesprekken zijn in november en maart. Maar ook tussendoor is er natuurlijk altijd een mogelijkheid om de leerkracht te spreken.  Het oudergesprek n.a.v. de extra hulp, die een kind nodig heeft: wanneer uw kind begeleid gaat worden door de I.B. – er/ R.T.-er, wordt u daarover natuurlijk geïnformeerd. Als de problemen rond uw kind de aandacht van buitenschoolse specialisten behoeft, bent u vanzelfsprekend al in een vroeg stadium gesprekspartner.

4.4

Speciale zorg voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.(zorgparagraaf)

Kinderen zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws. Alle kinderen verdienen de aandacht en zorg, maar zeker diegenen die moeite hebben met leren of die juist meer begaafd zijn. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en extra oefenstof. Wie goed kan leren krijgt uitdagender opdrachten. We proberen de leerlingen van verschillende niveaus zoveel mogelijk dezelfde aandacht te geven. Voor elke leerling met specifieke onderwijsbehoeften wordt een handelingsplan geschreven. Binnen het jaarklassensysteem waarmee we werken, wordt gedifferentieerd. De leerkrachten bieden de leerstof aan die bij uw kind past. Dat lukt niet altijd. Enerzijds omdat problemen bij kinderen soms heel complex zijn, anderzijds omdat de leerkrachten niet altijd optimaal kunnen inspelen op de individuele behoeften van kinderen vanwege de groepssamenstelling of andere redenen. ‘Onderwijs op maat’, adaptief onderwijs ontwikkelt zich steeds verder bij ons op school. Wanneer leerlingen van een andere school op De Wegwijzer komen, krijgen ze de ruimte om aan de nieuwe situatie te wennen. Na bestudering van het onderwijskundig rapport van de vorige school, aangevuld met eigen toetsen, bepalen we of het niveau van het kind en zetten we, indien nodig, gerichte hulp in.

Zorgverbreding/leerlingondersteuning op onze school en hulp bij leerproblemen De laatste jaren is zorgverbreding op de basisschool een belangrijk aandachtspunt geworden. Hieronder vindt u beschreven hoe wij de leerlingenzorg op onze school inhoud geven. De leerlingondersteuning op de basisscholen is er op gericht om, zoals het woord al zegt, extra ondersteuning te bieden aan kinderen die daarop zijn aangewezen. Dit kan voor een enkel vak zijn, maar kan ook voor meerdere vakken gelden. Ook kan het zijn dat kinderen op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling extra ondersteuning behoeven. Leerlingondersteuning is niet Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

25

enkel bedoeld voor kinderen die aan de onderkant uitvallen, maar ook kinderen die hoog (of meer-) begaafd zijn, hebben ondersteuning nodig. (Zie kopje CAT)

WSNS (Weer Samen Naar School) Onze school is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs ”Veld, Vaart & Vecht.“ Dit samenwerkingsverband bestaat uit vier afdelingen. De “Afdeling Coevorden-Hardenberg” wordt gevormd door de Christelijke basisscholen in de gemeente Coevorden en de Christelijke basisscholen in de gemeente Hardenberg. Doel van het samenwerkingsverband en de “Afdeling Coevorden-Hardenberg” is de ondersteuning zodanig te organiseren dat leerlingen, zolang dit mogelijk is, op hun eigen school kunnen blijven. Binnen het samenwerkingsverband is een doorgaande lijn in de ondersteuningsvoorzieningen ontwikkeld, waarbij kinderen zo goed mogelijk een ononderbroken ontwikkelingslijn kunnen doorlopen. De “Afdeling Coevorden- Hardenberg” stimuleert de daartoe al in gang gezette ontwikkeling waarbij scholen en de individuele leerkrachten steeds beter kunnen omgaan met verschillen in het leerniveau en de sociaal-emotionele ontwikkeling van met name die kinderen die extra ondersteuning behoeven. Ook kinderen die meer dan gemiddeld getalenteerd zijn, maar desondanks belemmeringen ondervinden in hun ontwikkeling krijgen de laatste jaren daarbij expliciet aandacht. Het zal duidelijk zijn dat de vertaling van de "grote lijn" per school verschillend is. Elke school ontwikkelt een eigen leercultuur (pedagogisch en didactisch) waarin de betrokken school zelf verantwoordelijk is voor de professionalisering en kwaliteitsverbetering. Binnen de “Afdeling Coevorden-Hardenberg” fungeert de Prof. Waterinkschool als een speciale onderwijsvoorziening voor leerlingen waarvoor binnen de eigen school de condities voor een goede afstemming op de onderwijsbehoeften onvoldoende zijn. Met ingang van het cursusjaar 2013-2014 is er bovendien in zowel Coevorden als Hardenberg een speciale deeltijd-voorziening (een dagdeel per week) voor excellente leerlingen. (Zie ook voor andere activiteiten van de Afdeling Coevorden-Hardenberg: http://www.veldvaartenvecht.nl/regio-s/hardenberg/organisatie-hardenberg ).

Passend onderwijs “Het bestuur van de school waar uw kind is ingeschreven of wordt aangemeld is verantwoordelijk voor een goed onderwijsaanbod ook wanneer uw kind is aangewezen op speciaal onderwijs.” Geen mens is het zelfde en ook als het op leren aankomt bestaan er grote verschillen. In onderwijs en opvoeding houden ouders en leraren meestal vanzelfsprekend rekening met die verschillen en stemmen zij als het even kan hun complimentjes, correcties, verwachtingen en doelen af op hun kind of de betreffende leerling. Ieder kind vraagt in onderwijs en opvoeding als het even kan “maatwerk” van de opvoeders. In de “gewone” school voor basisonderwijs betekent dit maatwerk bijvoorbeeld dat niet van alle leerlingen na acht jaar onderwijs verwacht mag worden dat zij dan even goed kunnen rekenen of lezen. Ook de wijze waarop leerlingen zich het rekenen en lezen eigen hebben gemaakt kan erg verschillen. De een heeft op onderdelen of de hele linie veel begeleiding of instructie nodig gehad en de ander leek het “aan te waaien”. Voor de meeste leerlingen lukt het de basisschool goed om rekening te houden met de wijze waarop kinderen leren. Soms echter vraagt een leerling om goed te kunnen leren zo’n gespecialiseerde ondersteuning en begeleiding dat deze in de basisschool niet meer geboden kan worden. In die gevallen is dat de ouders en leraren meestal ook in een vroeg stadium duidelijk en kan in onderling overleg besloten worden dat de school onvoldoende in huis heeft om een voldoende afstemming te bieden. Voor een onderwijsvorm waarin beter rekening gehouden kan worden met wat deze leerling nodig heeft kan dan verwezen worden naar bijvoorbeeld een “speciale school voor basisonderwijs” of een school voor “speciaal onderwijs”. Om in die gevallen te voorkomen dat de ouders en de school bij het zoeken naar een school die goed “past” bij deze leerling van het kastje naar de muur verwezen worden, heeft de minister het onderwijs (de scholen voor gewoon onderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs) de opdracht gegeven om hierover sluitende afspraken te maken. Nu de “wet op passend onderwijs” op 1 augustus 2014 van kracht is geworden, is het bestuur van het regulier onderwijs (deze wet geldt voor zowel basis- als voortgezet onderwijs) verplicht om voor iedere leerling die bij één van haar scholen (voor regulier onderwijs) staat ingeschreven of wordt aangemeld “passend onderwijs” te bieden. Wanneer dat niet lukt in de betreffende school, dan moet het bestuur een alternatief kunnen bieden waarin wel op een goede wijze maatwerk geleverd kan worden. In onze regio (Coevorden-Hardenberg, Mariënberg, Ommen en Slagharen) is deze wet voorbereid door de gezamenlijke besturen van basis en voortgezet onderwijs en de besturen van scholen die speciaal onderwijs in en buiten de regio aanbieden. In mei 2008 hebben zij hierover al een intentieverklaring ondertekend waarin zij verklaren samen te willen werken voor “passend onderwijs”. De besturen zijn hierin bovendien overeengekomen om het passend onderwijs zo “thuis-nabij” mogelijk te realiseren. Voor veel vormen van speciaal onderwijs moeten leerlingen nu nog iedere dag naar bijvoorbeeld Zwolle of Emmen reizen. In 2013-2014 is het nieuwe samenwerkingsverband “Veld, Vaart en Vecht” waarin de besturen van onze regio Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

26

samenwerken tot stand gebracht. De gezamenlijke besturen beschrijven in het “ondersteuningsplan” hoe zij vorm en inhoud zullen geven aan passend onderwijs. In het verlengde van de vroegere intentieverklaring betekent passend onderwijs voor het SWV Veld, Vaart & Vecht dus ondermeer dat leerlingen - waar het maar even kan - ook voor het speciaal onderwijs in de regio terecht moeten kunnen. De “ondersteuningsplanraad” (waarin de MR-en van alle besturen vertegenwoordigd zijn) en de betreffende gemeenten hebben met het ondersteuningsplan van “Veld, Vaart &Vecht” ingestemd. In het ondersteuningsplan wordt voor twee jaar beschreven welke afspraken over passend onderwijs gemaakt zijn, hoe voorkomen kan worden dat de ouders bij het zoeken naar een goede school van de ene naar de andere commissie verwezen worden, hoe het speciaal onderwijs zoveel mogelijk thuis nabij georganiseerd kan worden en hoe de ouders en leraren bij deze plannen betrokken worden. Ouders van leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen staan op basis van dit plan niet alleen in het zoeken naar een goede onderwijsvoorziening voor hun kind. Het bestuur van de school blijft - ook wanneer de school zelf het gewenste niet kan leveren - verantwoordelijk voor een goed passend alternatief. In het Afdelingsplan van onze “Afdeling Coevorden-Hardenberg” wordt de wijze waarop de ouders, de school en de afdeling daarbij als partners samenwerken nader geconcretiseerd. Zowel het “ondersteuningsplan” van het SWV Veld, Vaart & Vecht als het “Afdelingsplan” van de Afdeling Coevorden-Hardenberg staat op de website van het SWV Veld, Vaart & Vecht, http://www.veldvaartenvecht.nl.

Commissie voor Arrangeren en Toewijzen (CAT) Toewijzen: De CAT van de “Afdeling Coevorden-Hardenberg” is ondermeer verantwoordelijk voor een goede toewijzing van voorzieningen voor leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen. Behalve de school voor sbo van de afdeling (De Prof. Waterinkschool) kan dat ook een school voor so zijn. De ouders zijn in alle gevallen waarbij een andere school in aanmerking komt als “partner” betrokken bij een eventuele verwijzing. Vertegenwoordigers van de scholen voor s(b)o (expertise) maken deel uit van de CAT. Wanneer een beschikking van de CAT anders uitpakt dan de ouders goed lijkt dan kunnen zij binnen een termijn van zes weken bezwaar aantekenen tegen een door de CAT genomen beslissing. Adviseren: Vragen van school en ouders waarbij een gezamenlijke inzet van onderwijsondersteuning en jeugdzorg van belang is kunnen ook aan de CAT voorgelegd worden. Hiervoor maakt een vertegenwoordiger van het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente Coevorden of Hardenberg deel uit van de CAT. In het ouderformulier kunnen de ouders aangeven of zij bij deze CATbespreking aanwezig willen zijn. De bespreking in de CAT sluit aan op de ondersteuningsteams (eerder zorgteams) op schoolniveau zoals deze in alle scholen van onze afdeling functioneren. Arrangeren: Wanneer voor een goede afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling een bijzondere inspanning van de school wordt gevraagd (dat wil zeggen dat de basis-ondersteuning zoals deze beschreven is in het “schoolondersteuningsprofiel” daarin niet of onvoldoende voorziet, dan kan de school ook een verzoek om extra-ondersteuning indienen bij de CAT. Dit verzoek van de school aan de CAT is altijd voorzien van een advies van de adviseur leerlingenondersteuning (orthopedagoog) van de school. Verzoeken om extra-ondersteuning worden omdat de inhoudelijke afweging al op schoolniveau met ouders en team is voorbereid behandeld in de zgn. “smalle CAT”. In de “smalle CAT” wordt geen nadere inhoudelijke afweging gemaakt m.b.t. het plan zoals de school en de orthopedagoog dat nodig achten voor een goede afstemming, maar wordt beoordeeld of gegeven het “schoolondersteuningsprofiel” van de school extra-ondersteuning inderdaad noodzakelijk is. Om die reden maken een collegadirecteur en ib-er deel uit van deze “smalle CAT”. Opzet voor ondersteuning op onze school De leerlingondersteuning op de basisschool is een belangrijk aandachtspunten vormt onderdeel van het toetsingskader van de inspectie. Hieronder vindt u beschreven hoe wij de ondersteuning op onze school inhoud geven. De leerlingondersteuning op de basisscholen is er op gericht om, zoals het woord al zegt, extra ondersteuning te bieden aan kinderen die daarop zijn aangewezen. Dit kan voor van een enkel vak zijn, maar kan ook voor meerdere vakken gelden. Ook kan het zijn dat kinderen op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling extra ondersteuning behoeven. Leerlingondersteuning is niet enkel bedoeld voor kinderen die aan de onderkant uitvallen, maar ook kinderen die hoog (of meer-) begaafd zijn, hebben soms ondersteuning nodig. Voor leerlingen die in aanmerking komen voor de “deeltijdvoorziening excellente leerlingen” (in Coevorden of Hardenberg) wordt daarom ook altijd in de eigen school het onderwijs op hun specifieke onderwijsbehoefte afgestemd. Leerlingen die tegen die excellentie aan zitten maar niet in aanmerking komen voor deze deeltijdvoorziening, kunnen de lessen van de “Pittige Plus Torens” volgen, zo wordt ook voor hen het onderwijs op hun specifieke onderwijsbehoefte afgestemd. We hebben daar iemand voor vrijgeroosterd. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

27

Om alle kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen en hun niveau in kaart te brengen worden de leerlingen getoetst. Hiertoe hebben wij het CITO leerlingvolgsysteem ingevoerd. Dit leerlingvolgsysteem bestaat uit een aantal toetsen voor lezen, rekenen, spelling, wereld oriëntatie en sociaal emotionele vaardigheden. Volgens een toetskalender worden deze toetsen verspreid over het schooljaar afgenomen. We proberen zo nauwgezet mogelijk de ontwikkeling van de kinderen op de betreffende gebieden te volgen. De resultaten van de toetsen worden besproken met de betreffende leerkracht en de Interne Begeleider (IB-er). Tijdens dit gesprek wordt bekeken welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben, of wat we met de hele klas extra kunnen oefenen. Soms is het een schoolprobleem en wordt er, maar dan in teamverband, gekeken naar oplossingen op schoolniveau. Handelingsplannen die naar aanleiding van de analyse van de knelpunten worden opgesteld kunnen dus uitgevoerd worden op individueel niveau, dan wel klassen- of schoolniveau. Wanneer het om een individuele belemmering gaat kan het nodig blijken om een “individueel ontwikkelingsplan” (OPP) op te stellen. Wanneer een leerling op een of enkele vakken de einddoelen voor basis-onderwijs waarschijnlijk niet zal bereiken wordt er een OPP opgesteld. In een OPP dat altijd in overleg met de ouders wordt vastgesteld wordt gekeken welke onderwijsdoelen voor deze leerling prioriteit verdienen om een goede start in het vervolgonderwijs te kunnen maken. Gebeurt de aanpak buiten de groep dan noemen we dat Remedial Teaching (RT). Een ‘remedial teacher’ is dus een gespecialiseerde leerkracht die extra ondersteuning geeft aan kinderen die dit nodig hebben. We passen deze plannen gedurende 6 tot 8 weken toe en evalueren vervolgens weer de resultaten van de aanpak. Soms komt het voor dat we niet precies weten wat de oorzaak van de uitval is. In overleg met de Schoolbegeleidingsdienst (bv. de IJsselgroep) nemen we dan nog wat specifieke toetsen af en bepalen we welke ondersteuning het best geboden kan worden. Deze gesprekken met de IJsselgroep noemen we consultatiegesprekken. Hierover en over de toepassing van handelingsplannen worden ouders van de betreffende kinderen altijd door ons geïnformeerd. In enkele gevallen is het noodzakelijk dat de IJsselgroep een beperkt of een uitgebreid onderzoek gaat afnemen. Hiervoor vraagt de IJsselgroep altijd toestemming van de ouder(s) en voert de leerlingbegeleider soms voorafgaand aan het onderzoek een gesprek met de ouder(s). We hopen echter dat we door het leerlingvolgsysteem, de leerlingenbesprekingen en de consultatiegesprekken, het onderzoeken van kinderen door de IJsselgroep zoveel mogelijk kunnen beperken. Kan het kind het niveau van de groep niet volgen en is zittenblijven geen optie en verwijzing naar speciaal basisonderwijs niet aan de orde, dan is het mogelijk een kind op een zgn. tweede leerweg te zetten. Dat wil zeggen dat het kind dan losgekoppeld wordt van de reguliere reken-, taal- of leeslessen en deze op eigen niveau gaat volgen. Dit betekent, dat de einddoelen voor dit vak anders worden dan bij de overige leerlingen. Voor deze leerlingen wordt altijd een individueel “ontwikkelingsperspectief”(OPP) opgesteld.) Mocht na alle ondersteuning blijken dat het beter is om een kind toch te verwijzen naar een speciale school voor basisonderwijs, dan zal het kind eerst bij de CAT moeten worden aangemeld. De CAT beoordeelt of een leerling toelaatbaar is tot een speciale school voor basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Ook kinderen met een handicap worden soms op de basisschool toegelaten, mits de handicap dat toelaat en/of de school in staat is de gevraagde ondersteuning te bieden. Deze kinderen moeten namelijk vaak speciaal begeleid worden. Ondersteuningsteam Op alle basisscholen van de Afdeling Coevorden-Hardenberg is er met ingang van het cursusjaar 2010-2011 een ondersteuningsteam (bij de invoering heette dat het zorgteam). In het ondersteuningsteam worden vragen van school en/of ouders over de ontwikkeling van kinderen besproken. Daarbij hebben we het vooral om vragen rond gedrag en sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij een ondersteuningsteambespreking zijn altijd de IB-er en een CJG-medewerker (jeugdverpleegkundige of schoolmaatschappelijk werker) aanwezig. Vaak worden ook de ouders uitgenodigd voor de bespreking. Afhankelijk van wat de vraag is, zijn nog andere deskundigen aanwezig bij de bespreking, zoals bv. de orthopedagoog. Doel van de bespreking is om samen na te gaan wat er nodig is om er voor te zorgen dat het kind zich goed kan (blijven) ontwikkelen. Zo nodig zorgt de CJG-medewerker er na afloop voor dat voor ouders en/of kind snel de ondersteuning wordt geregeld die nodig is. Dat gebeurt natuurlijk altijd in nauw overleg met de ouders. Met de invoering van de jeugdwet hebben de gemeenten Coevorden en Hardenberg de ondersteuning vanuit het CJG in “gebiedsgebonden teams” georganiseerd. Voor de directe betrokkenheid in het ondersteuningsteam op schoolniveau heeft deze jeugdwet gelukkig geen nadelige consequenties. Wanneer de school een kind wil bespreken in het ondersteuningsteam wordt hier altijd vooraf schriftelijk toestemming voor gevraagd aan de ouders. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

28

Samenhang met het Afdelingsplan Zoals u al hebt kunnen lezen maakt onze school deel uit van de Afdeling Coevorden-Hardenberg van het SWV Veld, Vaart & Vecht. Een aantal directeuren van de deelnemende scholen vormen samen een stuurgroep en deze stelt jaarlijks een zogeheten Afdelingsplan voor de Afdeling Coevorden-Hardenberg op. In dit plan staat beschreven wat er binnen de Afdeling allemaal gedaan wordt voor de leerlingen die extra-ondersteuning behoeven en hoeveel geld de scholen hier voor krijgen. De afzonderlijke scholen stellen bovendien een eigen “schoolondersteuningsprofiel” op. Hierin beschrijft de school ondermeer de wijze waarop de ondersteuning in de school vorm en inhoud krijgt, welke “basis-ondersteuning” wordt geboden en hoe de “extraondersteuning” binnen de school wordt ingezet en welke de grenzen m.b.t. de afstemming binnen de school van toepassing zijn. Zowel het “Afdelingsplan” als het “Schoolondersteuningsprofiel” liggen voor belangstellenden op school ter inzage. Tevens kunt u deze downloaden via de website van het SWV Veld, Vaart & Vecht.

(nog geen link beschikbaar voor SOP)

Kinderen met een handicap Ons beleid is erop gericht om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. Dit hebben we binnen onze school op verschillende manieren vormgegeven, zoals een goed systeem voor ondersteuning, een positief pedagogisch klimaat en zelfstandig werken binnen de groepen en een passend leerstofaanbod. In principe zijn ook kinderen met een handicap welkom op onze school. Wij vinden dat elk kind in beginsel de mogelijkheid moet hebben om samen met de vriendjes en vriendinnetjes uit de eigen leefomgeving naar school te kunnen gaan De ondersteuning op onze basisschool is over het algemeen voldoende om bijna alle leerlingen op te vangen binnen de eigen school. Voor kinderen met een handicap is deze ondersteuning echter niet altijd toereikend. Hiervoor kan de school wanneer zij meent dat met extra-ondersteuning (een arrangement) een leerling wel binnen de school kan blijven “extra-ondersteuning” aanvragen bij de Commissie Arrangeren en Toewijzen (CAT). Bij elke aanmelding van een leerling met een handicap zullen we opnieuw de afweging maken of onze school met deze extra faciliteiten in staat zal zijn om de extra ondersteuning die dit kind nodig heeft te bieden. Als gedurende de schoolloopbaan wordt geconstateerd dat een leerling voor een arrangement in aanmerking komt, wordt ook de afweging gemaakt of onze school de extra ondersteuning die de leerling nodig heeft kan bieden. Bij deze afweging spelen de volgende factoren een rol: De omvang en de aard van de pedagogisch didactische behoefte van het aangemelde kind. De mogelijkheden van de school. (Die worden mede bepaald door bv: het aantal leerlingen dat is aangewezen op extraondersteuning dat we al begeleiden op onze school, de groepsgrootte, eventuele combinatiegroepen, toegankelijkheid van het schoolgebouw etc.) De mate waarin wij een beroep kunnen doen op specialistische hulp van de betrokken SO-school of andere externe instanties Onze school heeft de aanmeldingsprocedure van kinderen met een handicap vastgelegd in een protocol. Wanneer u uw kind wilt aanmelden op onze school kunt u contact opnemen met de directeur. Hij/zij zal u dan informeren over deze procedure.

Sociaal –emotionele problemen Niet altijd zijn problemen “leerproblemen”; ook het gedrag of gevoel van kinderen kan problemen geven. Zo kan er sprake zijn van faalangst, pesten, agressiviteit of “niet weerbaar zijn.” We proberen problemen op sociaal emotioneel gebied te signaleren door middel van gerichte observaties schoolvragenlijst en de “De Kanjerlijst”, door middel van overleg met collega’s die de groep het jaar ervoor hebben gehad, door bespreking van de kinderen in de leerlingbespreking en door gesprekken met de ouders b.v. tijdens een huisbezoek en door gesprekken met de kinderen zelf. Vervolgens vindt een bespreking met de R.T.-er/I.B.-er plaats en wordt gekeken hoe wij het kind zouden kunnen begeleiden en helpen. Tegelijkertijd wordt er contact gezocht met de ouders om samen te zoeken naar een oorzaak en hoe we kunnen werken aan een mogelijke oplossing. (zie ook het pestprotocol op school) Voor onderzoek van uw kind door externe instanties hebben we altijd uw toestemming nodig.

Een jaar verlenging of juist een stapje sneller Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft. Soms nemen we dan in overleg met de ouders het besluit om een kind een groep een jaar over te laten doen. Ook komt het voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken, de zgn. eigen leerlijn. Zo’n leerling haalt op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool, maar we stellen het aangepaste Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

29

programma zo op dat er aansluiting is bij een vorm van vervolgonderwijs, daarbij houden we de vaardigheidsgroei van de leerling nauwlettend in de gaten. Hierbij wordt gewerkt met een ontwikkelingsperspectief.

Het meer-, of hoog begaafde kind (excellente kinderen) Ook voor de kinderen die meer aankunnen heeft onze school een passend aanbod. Er wordt gewerkt met verrijkingsstof voor rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen. Naast de verrijkingsstof is er de mogelijkheid om deel te nemen aan “Manifesto”, de klas binnen het samenwerkingsverband “Vaart, Veld en Vecht” voor excellente leerlingen. Om deze plusklas te organiseren is er binnen ons samenwerkingsverband een werkgroep opgericht. Deze werkgroep heeft criteria opgesteld waaraan de kinderen moeten voldoen die in aanmerking komen voor de plusklas. De kinderen hebben bijvoorbeeld op begrijpend lezen en rekenen een voorsprong van minimaal anderhalf jaar en daarnaast wordt ook gekeken naar specifieke karaktereigenschappen en leerlingkenmerken. De ouders van kinderen die hiervoor in aanmerking komen, worden daarvan door de eigen school op de hoogte gebracht. Onze ib-er denkt en werkt mee in de werkgroep van deze klas en het onderwijs. In de plusklassen komen de kinderen iedere woensdagmorgen met gelijkgestemden bij elkaar. De plusklassen zijn gehuisvest in CBS De Bloemenhof in Hardenberg. Hier kunnen zij op hun niveau en met hun specifieke kwaliteiten werken aan geschikte projecten en thema’s. Op die manier worden ook deze kinderen uitgedaagd en gestimuleerd om te ‘leren leren’. De kinderen krijgen de mogelijkheid om op andere dagen op hun eigen school verder te werken aan de opdrachten die ze vanuit de plusklas krijgen. Kinderen van “de Wegwijzer” die niet voor deze klas in aanmerking komen, maar wel een duidelijke voorsprong hebben op verschillende leergebieden, werken met de “Pittige Plus Torens”. Voor het kunnen meedoen aan de “Pittige Plus Torens” zijn de volgende criteria opgesteld: 

De leerling moet de methode gebonden toetsen van rekenen, taal/spelling, en begrijpend lezen goed maken.



De Cito scores van rekenen, spelling en begrijpend lezen moeten op niveau I+, I of hoog II, gemaakt zijn.



De leerling moet een goede motivatie hebben.



De leerkracht moet van mening zijn dat de leerling een gedeelte van de reguliere lesstof kan missen.

Er wordt gewerkt met duidelijke doelen. Aan de resultaten worden hoge eisen gesteld en worden beoordeeld aan de hand van vooraf gestelde criteria.

Overgang kleuters We merken de laatste tijd dat er voor veel ouders onduidelijkheid is over de criteria die we hanteren bij de jongste groep1 leerlingen, herfstleerlingen van okt t/m dec, zowel bij overgang groep 1 naar 2 als van groep 2 naar 3. Onze criteria hierin zijn: Observaties van de juf Voor het volgen van de herfstkinderen wordt het leerlingvolgsysteem Dorr gebruikt. Alle ontwikkelingsgebieden komen hierbij aan de orde. Het meetinstrument voor sociale en emotionele ontwikkeling bij de “kanjermethode.” Deze wordt ingevuld voor deze herfstleerlingen en meegewogen in de beslissing. Cito toetsresultaten van januari en juni. Waarbij de juni resultaten meer doorslaggevend zijn dan die van januari. Liefst I en II scores. Aansluiting bij de groep; sluit het kind meer aan bij de leerlingen van groep 1 of bij de instromers. Aan ouders die dit betreft willen we zo vlot mogelijk duidelijk maken wat het beleid is rond deze herfstkinderen. De overgang zal in deze situatie wellicht pas laat bekend zijn. De overgang naar groep 2 betekent niet automatisch dat de overgang naar groep 3 dan ook vanzelfsprekend is. We bekijken het kind in groep 2 opnieuw heel goed en wederom zal de overgang misschien laat bekend zijn.


30

Voor kinderen die blijven, nemen we heel goed in overweging, wat we het kind denken te kunnen bieden met dat extra jaar in groep 1 of in groep 2. Aan het eind van het jaar gaan de groep 2 leerlingen 1 morgen naar de juf van groep 3. Zo kan de leerkracht van groep 3 ook nog kritisch naar alle en dus ook deze leerlingen kijken en zo ook het instapniveau bepalen van elke leerling. Dit alles past heel goed bij het adaptieve onderwijs dat we nastreven.

Zorglijn (zie bijlage 2) 4.5

Begeleiding van kinderen naar het voortgezet onderwijs.

De overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is voor kinderen en hun ouders een spannend moment. Daar mag best even bij stil worden gestaan. Aan de begeleiding van u en uw zoon of dochter willen we dan ook de nodige aandacht besteden. We doen dat op de volgende manier:

4.5.1

Overdracht bao-vo

Een goede overgang van bao naar vo is erg belangrijk. Elk jaar is er daarom twee keer overleg tussen de basisscholen en de scholen voor voortgezet onderwijs in Dedemsvaart, Ommen en Hardenberg. Er zijn afspraken gemaakt over de informatie die overgedragen wordt bij de aanmelding van uw kind bij een school voor voortgezet onderwijs. Uitgangspunt daarbij is dat alle kenmerken die belangrijk zijn voor het leren in beeld gebracht worden. Op basis daarvan wordt bekeken welk onderwijs het beste bij uw kind past. Alle scholen zijn het eens dat een paar cijfers van een toets niet voldoende zijn om een beslissing over vo-keuze te kunnen nemen. De afspraken die gemaakt zijn, garanderen dat er een goede afweging wordt gemaakt. Het gaat om De gegevens uit ons leerlingvolgsysteem die elk leerjaar ten minste twee keer doormiddel van citotoetsen worden afgenomen, dit betreft het technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De gegevens van een i.q.-test (NIO), die in groep 8 voor alle kinderen zal worden afgenomen. De test wordt afgenomen door de ‘schoolbegeleidingsdienst’, die daarbij ook een vo-advies geeft. Wij geven als basisschool ook een advies welk schooltype in het vo ons het beste lijkt voor uw kind. En natuurlijk is uw mening van belang.: ook u kunt uw gewenste vo-schooltype aangeven. Op deze manier hopen we te bereiken dat de juiste gegevens meteen bij het vo bekend zijn. Extra tests en toetsen op het vo zijn dan vaak niet meer nodig. Alleen bij twijfelgevallen zal het misschien nodig zijn nog eens een andere test of toets af te nemen in de aanmeldingsperiode of in het begin van leerjaar 1 op het vo. Voor kinderen in groep 8 en voor u als ouders/verzorgers betekent dit: In het najaar wordt door de schoolbegeleidingsdienst voor de gehele groep tegelijkertijd een i.q.-test afgenomen. Het tijdstip van afname van de toetsen van het leerlingvolgsysteem, kunt u aflezen in het schema. In februari/maart overleggen we met u over de vo-schoolkeuze en wordt het aanmeldingsformulier ingevuld. In de periode daarvoor zijn er de volgende voorlichtingsactiviteiten: 1. 2.

3. 4. 5. 6.

informatieavond gegeven door school in september de leerkracht van groep 8 zal zich een beeld vormen van de capaciteiten en mogelijkheden van uw kind in de periode augustus tot en met december. Daarna zullen de resultaten van het leerlingvolgsysteem en de intelligentietoets besproken worden met de ouders van de leerlingen uit groep 8 en ook met het voortgezet onderwijs. eventueel huisbezoek of gesprekken op school februari/maart open avonden voortgezet onderwijs in november/januari (hierover krijgt u uiteraard bericht) voorlichting door het voortgezet onderwijs bij ons op school in december/ januari kennismakingsochtend op de gekozen school voor voortgezet onderwijs in juni


31

Tevens krijgt uw kind, als voorbereiding op het voortgezet onderwijs, in dit laatste basisschooljaar regelmatig huiswerk mee. We willen de kinderen, door middel van een aantal wekelijkse opdrachten voor o.a. rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis en taal, laten oefenen in het omgaan met huiswerk. We houden daarbij goed in de gaten hoe de kinderen hun huiswerk maken; we kijken naar de tijdsindeling, de netheid en ordening en natuurlijk controleren we de gemaakte leerstof.

4.5.2

Toelating en nazorg.

4.6

De samenstelling van het team; taken van teamleden.

Nadat u, samen met uw kind, een school voor voortgezet onderwijs hebt uitgekozen, zullen bovenstaande adviezen door de betreffende school worden bekeken. Op basis van deze uitslagen zal de school beslissen, of uw kind wel of niet wordt toegelaten. In de loop van het eerste jaar op de nieuwe school bespreekt de vroegere leerkracht van uw kind met zijn nieuwe mentor hoe het – in alle opzichten – met hem gaat. Ook ontvangen we de resultaten van de eerste twee jaren van uw kind in het voortgezet onderwijs. We bespreken 1 keer per jaar deze gegevens om te toetsen of de kinderen op een goed niveau zijn ingestroomd en of de aansluiting goed is geweest. Voor de school is dit een mooie ijking om te zien waar de leerlingen in het vervolg onderwijs op kunnen stuiten, misschien kunnen we op deze manier ons onderwijs daarop aanpassen. De leerkracht van groep 8 denkt en werkt mee in de werkgroep rekenen voor de doorgaande lijn met het VO, ook voor taal zal een werkgroep ingericht worden om de doorgaande lijn te kunnen garanderen. Zo sluiten we de basisschoolperiode van uw kind op een goede manier af.

Binnen onze school werken allemaal parttimers. Het beleid is er op gericht dat we proberen niet meer dan twee groepsleerkrachten in een groep te plaatsen, al dan niet een combinatiegroep. Toch moeten we hier op bepaalde momenten van afwijken omdat het gewoon niet anders kan. Tevens probeert het bestuur de interne begeleider zodanig uit te roosteren, dat er voldoende tijd beschikbaar is om de daaraan gekoppelde werkzaamheden uit te voeren. Voor leerlingen met extra handicaps probeert het bestuur aanvullende formatie te verkrijgen. Ook voor de “Pittige plus torens” is een leerkracht op dinsdag vrijgeroosterd. Aan het eind/begin van ieder schooljaar verdelen we binnen het team in goed overleg de verschillende taken. Hierbij houden wij rekening met de capaciteiten en interesses van de teamleden. Zo zet de ene leerkracht zich in voor de Medezeggenschapsraad en de ander helpt bij culturele activiteiten.

Juf Henrike de Jonge:mr Juf Jacobien Kerkdijk: kinderen met een arrangement/mr Juf Ina Woertel: R.T. Dinsdagmorgen Juf Hanneke Soepenberg: bedrijfshulpverlening/vertrouwenspersoon/activiteitencommissie


32

Juf Charlotte Moddejongen: activiteitencommissie Meester Dirk-Jan Tempelman: bedrijfshulpverlening/ICT/mr/culturele activiteiten Juf Janneke Slot: I.B. ambulant op dinsdag, mr Juf Marianne Lubbers: activiteitencommissie

4.6.1

De groepsindeling

Om de groepen wat te verkleinen zodat de kinderen meer individuele aandacht krijgen, wordt elke mogelijkheid tot splitsing van die groepen gebruikt zolang de middelen het toe laten. We streven ernaar om het als volgt te doen in 2015/2016. De indeling tot Kerst onder voorbehoud:

Groep 1

Maandag Mo mi Charlotte Charlotte

Dinsdag Mo mi Charlotte Charlotte

Woensdag mo Marianne

Donderdag Mo mi Marianne Marianne

Vrijdag Mo Janneke

2

Charlotte

Charlotte

Charlotte

Charlotte

Marianne

Marianne

Marianne

Janneke

3

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

4

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Janneke

Janneke

Janneke

Henrike

5

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Jacobien

Hanneke

Hanneke

Jacobien

Jacobien

6

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Jacobien

Hanneke

Hanneke

Jacobien

Jacobien

7

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Charlotte

Charlotte

8

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Charlotte

Charlotte

mi

De indeling na kerst: Na Kerst, de laatste 6 vrijdagen juf Charlotte bij de kleuters en juf Jacobien de hele dag in 5/6.

Groep 1

Maandag Mo mi Charlotte Charlotte

Dinsdag Mo mi Charlotte Charlotte

Woensdag mo Marianne

Donderdag Mo mi Marianne Marianne

Vrijdag Mo mi Jacobien

2

Charlotte

Charlotte

Charlotte

Charlotte

Marianne

Marianne

Marianne

Jacobien

3

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

4

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Henrike

Janneke

Janneke

Henrike

5

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Janneke

Hanneke

Hanneke

Janneke

Jacobien

6

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Hanneke

Janneke

Hanneke

Hanneke

Janneke

Jacobien

7

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Charlotte

Charlotte

8

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Dirk-Jan

Charlotte

Charlotte

4.6.2

Vervanging en beleid bij het naar huis sturen van leerlingen.

Wat is er nodig om op schoolniveau een verantwoord beleid te kunnen voeren bij het naar huis sturen van leerlingen. We refereren aan de wettelijke uitgangspunten en geven verder de procedure aan die we volgen. De aansprakelijkheid van directie en schoolbestuur bij het naar huis sturen van leerlingen. Het naar huis sturen van leerlingen is een noodoplossing, die effectief wordt, wanneer andere mogelijkheden zijn uitgeput. Situatie 1: De directeur wordt kort voor of tijdens de schooldag geconfronteerd met een onvoorziene omstandigheid, die er toe leidt, dat niet voor alle groepen een leerkracht beschikbaar is. Hij zal dan bij voorkeur de volgende stappen zetten: is vervanging, intern of extern, noodzakelijk en mogelijk? Zo ja, dan zal de groep leerlingen hoogstens tijdelijk onder toezicht van Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

33

een collega van de afwezige leraar gedurende de (rest van de) schooldag moeten worden gesteld of worden verdeeld over de overige groepen tot de vervanger beschikbaar is. Is vervanging van de afwezige leraar gedurende de (rest van de) schooldag niet mogelijk, dan resten 2 oplossingen:  de leerlingen verdelen over de andere groepen  contact opnemen met de ouders met het verzoek hun kind op te halen. Omdat niet te verwachten valt, dat alle ouders in staat zijn of bereid zijn dat te doen, zal opvang van een aantal leerlingen noodzakelijk blijven. Als leerlingen niet opgehaald worden, maar na overleg alleen naar huis kunnen gaan, moet met de ouders worden afgesproken, dat telefonisch wordt bevestigd als het kind thuis is gearriveerd. Er wordt contact opgenomen met bestuur en inspectie, alvorens kinderen naar huis worden gestuurd. Situatie 2: De directie komt tijdens een schooldag op de hoogte van het feit, dat de volgende dag tenminste voor een groep geen leraar beschikbaar is en weet dat er geen in- of externe vervanger beschikbaar is. Er zijn dan 2 mogelijkheden:  er wordt besloten de kinderen te verdelen over de andere groepen;  er wordt besloten de ouders mee te delen, dat aan de leerlingen geen les kan worden gegeven. In het laatste geval zal (bij voorkeur ’s morgens) een brief worden meegegeven aan de leerlingen, waarin de ouders het besluit wordt meegedeeld en waarin de genoemde stappen worden uitgelegd. Wanneer bestuur en directie met de aan hun toevertrouwde leerlingen omgaan op de wijze die hiervoor is aangegeven, kunnen zij door ouders of verzorgers niet worden aangesproken op schade die door leerlingen wordt toegebracht aan derden. Inspectie en bestuur worden vooraf geïnformeerd over de calamiteit en de te kiezen oplossing.

4.7

De vakgebieden

4.7.1

Godsdienstige vorming.

De Wegwijzer is een protestants-christelijke school. Er worden godsdienstlessen gegeven die voldoen aan de statuten van de school die de identiteit van de school waarborgen. De leerstof en de werkwijze staan beschreven in het schoolplan. Er is wel een mogelijkheid voor kinderen communie lessen te volgen op de R.K. school in Slagharen, ter voorbereiding op de eerste communie. Bovenstaande kan en mag niet alleen een belijden met de mond zijn, maar we willen daadwerkelijk proberen de kinderen iets te laten zien van wat Jezus ons heeft voorgeleefd. Dagelijks proberen we hieraan vorm te geven in de groep, speciaal tot uitdrukking gebracht in lied, gebed en beleving van het Bijbelverhaal. Als leidraad gebruiken we de methode: “ Trefwoord.” Als school organiseren we 1 keer per jaar een kerk-schooldienst. Ook vieren we samen met de leerlingen het Kerstfeest en het Paasfeest.

4.7.2

Activiteiten voor de kinderen in de groepen 1 en 2 en de methoden

Vanaf de groepen 1 en 2 werken we aan de totaalontwikkeling van uw kind: we helpen hem/haar op allerlei gebieden zich te ontplooien en te groeien tot een compleet mens, aan wie in alle opzichten recht wordt gedaan. Deze ontwikkeling blijft ook in de midden- en bovenbouw ons uitgangspunt. We willen u puntsgewijs deze ontwikkelingsgebieden noemen: Taalontwikkeling: we hanteren vele activiteiten, zoals vertellen, poppenkast spelen, voorlezen en het leren van opzegversjes, om de kinderen vertrouwd én vaardig met taal te maken. Spelenderwijs verwerven ze zich zo een grote woordenschat, leren ze wat hen bezig houdt correct om te zetten in taal en oefenen zich het luisteren naar en begrijpen van taal van anderen. Ieder kind zal deze ontwikkeling in eigen tempo aanpakken. Om het beginnende leesproces te stimuleren zijn er voor de groepen 1 t/m 4 taalleeshoeken ontwikkeld waar de kinderen lekker met taal bezig kunnen zijn; lezen, luisteren, knippen, plakken, stempelen. We besteden dus veel aandacht aan de ontluikende geletterdheid. In de onderbouw leggen we de basis voor lezen, schrijven en rekenen. We scheppen voorwaarden (bieden tenminste 15 letters aan), bieden materialen aan en laten de kinderen deelnemen aan activiteiten, waarbij ze op deze gebieden zelf ontdekkend en zichzelf ontwikkelend bezig kunnen zijn. We gebruiken hierbij de methode “Schatkist”en hanteren het kleutervolgsysteem “Dorr” (in ontwikkeling, implementatie gedurende het schooljaar 2015-2016) om te voldoen aan de kerndoelen. We hebben het afgelopen jaar de leerlijnen van de onderbouw onderzocht om te komen tot een beredeneerd onderwijsaanbod vanuit tussendoelen en leerlijnen die voldoen aan de hedendaagse eisen. De onderbouwleerkrachten zijn geschoold in het beredeneerd werken vanuit doelen. Veel aandacht is besteed aan de rekenleerlijnen en woordenschatdidactiek. Op dit moment voeren we het kleutervolgsysteem “Dorr” in voor alle ontwikkelingsgebieden. Naast deze methoden wordt de drama methode “Speel je wijs” gebruikt, niet alleen voor het geven van dramalessen maar eigenlijk nog meer om de woordenschat van de kinderen op een speels/visuele manier te vergroten. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

34

Jaren is vastgehouden aan de gedachte dat kinderen in groep 3 (klas 1) moeten beginnen met leren lezen. In de praktijk is echter zo dat  sommige kinderen uit groep 1 en 2 zichzelf leren lezen  andere kinderen uit die groepen tot het zelf maken – met eigen letterkennis – van woorden komen  enkele kinderen op eigen kracht nog geen “actieve” letterkennis verwerven, maar al wel woorden kunnen namaken. Dit kan tot gevolg hebben dat het ene kind al kan lezen voor het in groep 3 komt en dat het andere kind zelfs nog geen behoefte voelt om te gaan lezen. We gaan dus uit van de kerndoelen en de tussendoelen van groep 1 en 2. Bij het jonge kind verdeeld over de dag zijn we dus bezig met:  Kwalitatief hoogwaardige taalactiviteiten op allerlei manieren  Fonemisch bewustzijn  Gecijferd bewustzijn, meten en meetkunde  Aandacht voor letterkennis  Interactief voorlezen en begrijpend luisteren Aan het eind van groep 2 screenen we de oudste kleuters t.a.v. risicofactoren voor leren lezen en spellen. Rekenen en Wiskunde: We gebruiken hierbij thema’s uit de nieuwe methode “Schatkist” en “Dorr.” Werken met ontwikkelingsmateriaal: Op verschillende manieren proberen we hier de basis te leggen voor het lezen, schrijven en rekenen in de toekomst. Zo leren we onze kleuters allerlei daarvoor nodige begrippen (denkt u bijvoorbeeld aan “rechts/ links” en “vooraan / achteraan” door ze daarmee te laten werken: we kleien, verven en weven bijvoorbeeld om ze heel concreet met deze begrippen kennis te laten maken. Bovendien bieden we de kinderen dit “leren door doen” ook aan via het “arbeid-naar-keuze-bord.” Daarmee maken ze zelf een keuze uit de vele hoeken (huishoek, bouwhoek, constructie) en het materiaal uit de kasten. Bewegingsactiviteiten: Ook hierbij laten we de kinderen “aan den lijve” ervaren, wat sommige begrippen (“op, onder, achter…”) inhouden. Hier leggen we de basis voor het abstracter begrijpen ervan. Bovendien geven we de kleuters alle ruimte om zich heerlijk te bewegen en zich spelenderwijs op het gebied van de grove motoriek verder te ontwikkelen. De kleuters spelen twee keer per dag: soms lekker vrij buiten, soms met wat meer structuur binnen. In de gymzaal geven we kleutergymnastiek met allerlei materialen én spellessen waarbij zang- en tikspelletjes centraal staan. Expressieactiviteiten: We bieden de kinderen alle mogelijkheden zich te uiten in taal, in muziek, in beweging en in materiaal als verf en klei. Ze maken kennis met talenten en beperkingen, zowel van zichzelf als van anderen. In de groepen 1 en 2 maken we dus gebruik van ontwikkelingslijnen uit Dorr. Het onderwijsaanbod wordt hierop samengesteld. Samenhang in het aanbod is daarbij belangrijk. Het beredeneerd aanbod moet in eerste instantie zijn toegespitst op de cognitieve gebieden (taal en wiskundige oriëntatie). De sociale/emotionele ontwikkeling en motoriek hoort ook bij de signalering in deze methode. Bij dit aanbod is het vroegtijdig signaleren belangrijk. We registreren wat we als onderwijsactiviteiten hebben aangeboden en wat wordt beheerst in het digitale systeem van “Dorr” en wat de kinderen beheersen (zie ook kleutervisie)

4.7.3

Groep 3 t/m 8 en de methoden:

We geven u per vak graag wat meer algemene informatie, de doelen en leerlijnen staan in de methoden beschreven: Taal: Mondelinge taalvaardigheid: Het onderwijs is er op gericht de spreekvaardigheid van de leerlingen te vergroten. De spreekvaardigheid moet kunnen worden toegepast in diverse gespreksvormen, waaronder drama. Deze lessen voor groep 1t/m8 worden gegeven uit de methode “Speel je wijs,” deze methode is er tevens op gericht om de woordenschat van de leerlingen te vergroten. Luisteren: Het onderwijs is er op gericht de luistervaardigheid van de leerlingen in verschillende gevarieerde situaties te vergroten. Leesvaardigheid:  Kan zich bij het lezen van een tekst een doel stellen en teksten in een redelijk tempo lezen en begrijpen  Kan zijn / haar manier van lezen aanpassen aan een door henzelf of door de leerkracht gesteld lezersdoel De methode voor technisch lezen: “Estafette” De methode voor begrijpend lezen: “Nieuwsbegrip” de actuele teksten worden ons online verschaft. Schrijfvaardigheid:  Kan zich een schrijfdoel stellen en de verschillende tekstsoorten schrijven Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

35

 Kan bij het schrijven van teksten verworven taalkennis en taalvaardigheden toepassen  Kan vlot een voor anderen leesbaar handschrift produceren  Kan aantekeningen maken om ervaringen, indrukken en gevoelens te ordenen Taalbeschouwing:  Weet dat luisteren, spreken, lezen en schrijven verschillende doelen kunnen hebben en kan deze onderscheiden en benoemen  Heeft kennis van het bestaan van verschillende talen en taalgemeenschappen in ons land  Kent een aantal taalkundige principes, regels en begrippen (bijv. onderwerp en persoonsvorm etc.)  Kan begrippen hanteren die het hem / haar mogelijk maken over taal te denken en te spreken (bijv. betekenis, beeldspraak, poëzie, drama etc.) Het onderwijs is erop gericht dat de leerlingen inzicht krijgen in de structuur van de taal, hun woordenschat vergroten, nieuwe begrippen leren, de onderlinge relaties leren kennen en invloeden en kenmerken kunnen herkennen die in een communicatieve situatie een rol spelen.  In groep 3 t/m 6 gebruiken we naast de methode ook nog de methodiek van José Schraven.  In groep 3 gecombineerd met veilig leren lezen.  Methode: (“Taal Actief” 2014-2015 ingevoerd) voor groep 4 t/m 8.  Naast de methode gebruiken we: “Ajodact” woordenschat, Remediërend materiaal, en verschillende computerprogramma’s om de woordenschat uit te breiden.(o.a. muiswerk woorden, ambrasoft, bloon) Stellen: De leerlingen moeten stelopdrachten met gevarieerde doelstellingen kunnen maken. De leerlingen moeten oog hebben voor de diverse waarden van al of niet door henzelf geschreven teksten. Spelling: De leerlingen moeten de spelling van de Nederlandse taal goed (min of meer foutloos) kunnen hanteren. Werkwoordspelling: Het correct kunnen schrijven van de verschillende werkwoordsvormen. Schrijven: In groep 2 beginnen we met het oefenen van allerlei “schrijfbewegingen” en we letten op de schrijfhouding en penhantering en de ligging van het schrift (voorbereidend schrijven). In groep 3 starten we met het schrijven van echte letters, die vervolgens als schrijfletter en aan elkaar geschreven worden. Het automatiseren en verfijnen van het schrijven gaat de volgende leerjaren door om uiteindelijk te resulteren in de vorming van een eigen handschrift. Methode: Pennenstreken. Studievaardigheden: Dit schooljaar beginnen we met de methode “Blits” voor studievaardigheden. Het is belangrijk dat leerlingen weten hoe ze met een werkstuk, leeropdracht, zoekopdracht enz. te werk moeten gaan. Deze methode helpt hun daarbij en is een goede aanvulling voor de doorgaande lijn naar het VO. Rekenen: Net als in uw schooltijd leren we de kinderen optellen en aftrekken en –in een later stadium- vermenigvuldigen en delen. We leggen echter wél andere accenten: ons huidige rekenonderwijs is er op gericht kinderen mee te laten denken en te zoeken naar oplossingen, waarbij ze ontdekken, dat er vaak meer strategieën mogelijk zijn. Uitgangspunten hierbij zijn voor kinderen herkenbare en concrete rekenproblemen en voorbeelden. Bovendien beschikken de kinderen over uiteenlopende oefenmaterialen zoals het rekenrekje en rekenprogramma’s op de computer. Methode: Rekenrijk vernieuwd in 2012 Wereldoriënterende vakken: Vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en verkeer herinnert u zich vast uit uw eigen schoolverleden. We vatten ze tegenwoordig samen onder de noemer “Wereldoriënterende vakken”, mede omdat we de grens tussen de verschillende vakgebieden vaak minder strak hanteren. Zo worden in de groepen 1 tot en met 3 de vakken aardrijkskunde en geschiedenis niet afzonderlijk gegeven. In deze groepen behandelen we onderwerpen, die jonge kinderen aanspreken en bieden we een eerste oriëntatie op de wereld om hen heen. Ook het verkeer en de natuur komen aan de orde. We geven u een indicatie: 

Aardrijkskunde: De aardrijkskunde is erop gericht, dat de leerlingen zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s, inzicht verwerven in de manier waarop natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden en zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Methode: “Hier en daar”


36

www.teleblik.nl (onderwijswebsite) 

Geschiedenis: In grote stappen gaan we door de geschiedenis, vanaf de oudheid tot de twintigste eeuw; Methode: “Een zee van tijd” (“Het ei van Columbus”) Deze methode wordt in 2015-2016 vervangen Vroeger en zo (N.O.T.) www.teleblik.nl (onderwijswebsite)



Natuuronderwijs en techniek: Door thematische lessen, door (school)televisieseries, door werken met projecten en door het maken van excursies willen we de kinderen bewust maken van hun verantwoordelijkheid voor de natuur; Methode: “NAUT” “Huisje, boompje, beestje” (N.O.T.), “Nieuws uit de natuur” (N.O.T.), www.teleblik.nl (onderwijswebsite) de onderwerpen die ons aangeboden worden van de stichting “Natuur en Milieu-educatie” en eigen thema’s. De groepen 5 t/m 8 brengen af en toe een werkochtend door in het “Lotterbos.”

Verkeer: We beogen met het verkeersonderwijs, dat kinderen zich als voetganger en fietser veilig in het verkeer kunnen gedragen. Als “proef op de som” doen de leerlingen in groep 7 mee aan het verkeersexamen. Hiernaast zorgen onze verkeersouders ervoor dat we ons bewust worden van het verkeer om ons heen d.m.v. projecten, tips en de jaarlijkse fietsenkeuring. Methode: Klaar over! We werken bij deze vakken niet uitsluitend volgens een methode, maar kiezen soms ook voor een projectmatige aanpak. Bovendien gebruiken we graag schooltelevisielessen en lesbrieven. Het medium internet zal een steeds grotere rol gaan spelen bij het verzamelen van informatie. De genoemde mogelijkheden zullen als middel dienen voor het actualiseren en moderniseren van ons onderwijs. 

Expressieactiviteiten: Zoals u inmiddels gelezen heeft, wordt er veel geleerd op “De Wegwijzer”. Toch zijn er ook nog andere manieren om iets te leren, bijvoorbeeld door:  met je handen bezig zijn: tekenen, schilderen, handvaardigheid; voor tekenen en handvaardigheid maken we gebruik van de methode:”Moet je doen.”  Je lekker uitleven in zingen en muziek maken; voor het onderdeel muziek maken we gebruik van de methode: “Moet je doen.” De lessen handvaardigheid/tekenen/techniek voor de kinderen van de groepen 5 t/m 8 worden op dinsdagmiddag van 13.45 uur tot 15.00 uur gegeven. Voor techniek gebruiken we “NAUT” als methode maar ook de methode voor handvaardigheid, ook bij “Nieuws uit de natuur” wordt er na elk programma een les techniek/natuur gegeven waar we in de klas mee aan de gang kunnen gaan. De leerkracht van groep 7 en 8 neemt deel aan een techniekgroep in de gemeente Hardenberg. Men heeft in deze groep veel contacten met bedrijven. De groepen 7 en 8 gaan dan ook op werkbezoek bij één van deze bedrijven. Elk jaar bezoeken we met elke groep een voorstelling in de Voorveghter te Hardenberg. Soms ligt de nadruk op muziek en instrumenten, soms meer op toneel, drama of mime. De ene keer is het meer kijken en luisteren, de andere keer ligt de nadruk op het meebeleven. De groepen 7 en 8 gaan eens per jaar naar het streekmuseum (cultureel erfgoed) te Slagharen, waar met lesbrieven wordt gewerkt. Om de twee jaar brengen diezelfde groepen een bezoek aan het museum Kröller Müller in het Nationaal Park De Hoge Veluwe en het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Studievaardigheden: voor studie vaardigheden gebruiken we dit jaar “Blits” in groep 5 t/m 8 Actief burgerschap en sociale integratie: burgerschapsvorming Ook onze school doet aan burgerschapsvorming. Misschien wel meer dan u denkt. De kinderen bij ons op school zijn jonge Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

37

burgers. Ook onze school is een democratische gemeenschap een samenleving in het klein, meningsverschillen, ruzies, pestgedrag, geweld, maar ook groepsvorming, sympathie, samenwerking en inspraak. Op school wordt de leerling gestimuleerd voor zijn mening uit te komen en die te onderbouwen met argumenten. Hij leert respect te hebben voor mensen die anders zijn of anders denken. Hij wordt zich bewust van zijn sociale plichten en rechten. Steeds vaker kan hij meedenken en beslissen over afspraken die zijn eigen leerproces of het onderwijs in de klas op school beïnvloeden. (We zijn een kanjerschool) Sinds februari 2006 zijn scholen verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Ouders zullen hier ook nauw bij betrokken zijn. De opvoeding thuis en op school moet zoveel mogelijk op een lijn liggen. Onze kinderen moeten voorbereid worden op het meedoen aan de Nederlandse samenleving. Hiervoor moeten ze het een en ander weten van de samenleving. Ze moeten ook van alles kunnen: een discussie voeren en onderlinge problemen zonder geweld op lossen. Maar wat misschien nog wel belangrijker is dat kinderen zich in willen zetten voor de wereld om hen heen. Iets willen doen voor een klasgenootje, de juf, meester of de school. Wie zich verantwoordelijk voelt voor de omgeving, zal er goed mee omgaan. Burgerschapsvorming is oefenen in burgerschap. Burgerschap leer je het beste in de praktijk, door op te treden als actieve, jonge burger. We kunnen eigenlijk wel zeggen dat Actief Burgerschap eigenlijk is geïntegreerd en verweven in veel vakken en methoden en tv programma’s. Ieder jaar wordt er een project besteed aan kansarme kinderen uit de hele wereld, er wordt een goed doel uitgezocht waar de kinderen van onze school iets voor inzamelen, bijvoorbeeld door verkoop van zelfgemaakte producten. Onze doelstelling is al uitgebreid beschreven in het bovenstaande stuk en de visie en missie van ons Christelijk onderwijs. Maar nog even benadrukken: Leerlingen moeten binnen de school heel actief bezig zijn, de school in en uit lopen, met elkaar op een goede manier aan het leren zijn. Met `een goede manier` bedoelen we dan zowel bezig zijn met kennis en inzicht verwerven, maar ook met attitudes ontwikkelen, zoals anderen helpen en bijdrage te leveren aan de democratie, de affectieve kant. We gebruiken hierbij:  Kanjermethode-> Als hoofdmethode actief burgerschap  de Godsdienstmethode  Samsam/tv programma’s NOT

Lichamelijke opvoeding: Voor de groepen 3 t/m 8 is het verplicht gymkleding te dragen. Voor 1 en 2 raden wij aan om in ieder geval turn- of gymschoenen mee te nemen i.v.m. voetwratten, eczeem, enz. Het is ook aan te bevelen dat uw kinderen dan gemakkelijk zittende kleding dragen, zodat ze zich vrijer kunnen bewegen. Bij slecht weer en gedurende de wintermaanden krijgen de kleuters gymles in de gymzaal, bij mooi weer spelen zij buiten. De gym-uren voor de verschillende groepen zijn: Gymrooster: Maandag Gymdocent 8.30-9.15 groep 1/2 9.30-10.15 V.A.W. 11.00-12.00 groep 3/4 13.00-13.45 groep 7/8 14.00-15.00 groep 5/6

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

9.00-9.45 groep 7/8 11.15-1200 groep 1/2

11.15-12.00 groep1/2

13.00-13.45 groep 3/4 14.15-15.00 groep 5/6

14.30-18.15 gymnastiek VAW

Sociale redzaamheid/Sociale veiligheid/ Emotionele ontwikkeling: Kanjermethode! Godsdienstmethode Trefwoord en tv programma’s NOT, deze methode voldoet aan de kerndoelen, de leerlingen worden tweejaarlijks bevraagd in de bovenbouw en voor de onderbouw wordt er twee keer een lijst ingevuld. Waarna er een bespreking plaats vindt en bij problemen actie wordt ondernomen met behulp van de methode of met externe inzet. We zijn op dit moment een “Kanjerschool.”  groep 1-2 de observatie-items uit DORR  groep 4-8 sociogram  groep 5-8 Kanvastlijsten leerkracht en leerling  groep 1-8 Kanjerlessen Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

38

 groep 7 en 8 schoolvragenlijst SAQI  WMK kaart sociale veiligheid leerkrachten en alles wat we verder nog doet aan interventies kanjertraining / aanpak en volgen van leerlingen op het gebied van s.e.o.. Doelen: zie methode Naut en de kanjertraining. Eigen onderwerpen, regelmatig een project bijvoorbeeld: ik lekker fit in samenwerking met de gemeente(bijv. voeding), kringgesprekken en N.O.T.-programma’s, Doen Denken Durven, Het project Lentekriebels van de GGD voor de hele school en een keer per jaar het project alcohol en drugs voor groep 7 en 8. Met de methode/ het project “Lentekriebels” van de GGD en de “Kanjertraining,” hebben we aandacht voor het onderwerp seksuele diversiteit (kerndoel 38) in de omgeving en binnen de school. De seksuele weerbaarheid en seksuele gezondheid, een veilig schoolklimaat, tolerantie en respect voor homoseksualiteit trachten we hiermee te vergroten. Een groot aantal jongeren hebben te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag. We willen graag dat de kinderen en ouders de school als een veilige plek ervaren, waar zij zichzelf kunnen zijn. Culturele vorming/cultureel erfgoed: Zie plan culturele vorming(gemeente Hardenberg), we ontvangen de subsidie voor culturele activiteiten, deze worden opgezet in samenwerking met de Gemeente Hardenberg. Op dit moment hebben we een combinatiefunctionaris cultuur in dienst vanuit de “Brede school” voor een paar jaar, zei richt zich dus op cultuur met daarin de speerpunten taal en sociale vorming, dit komt in projecten aan de orde. (bijv. het dramaproject “Speel je wijs”) met deze methode proberen we, in de groepen 5 t/m 8, door drama de woordenschat te vergroten, de drama speelt zich af rondom de betekenis van een woord en sluit aan bij onze taalmethode. In dit jaar voeren we de methode ook in voor groep 1 t/m 4

4.7.4

Gebruikte methodes nog even op een rijtje. o o o

Dorr Voorbereidend lezen Alle ontwikkelingsgebieden kleuters

o

Aanvankelijk lezen

o

Taal

o

Begrijpend en studerend lezen/luisteren

o o

Schrijven Rekenen

o o o o

Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs/techniek Muziek

o o o o

Verkeer Studievaardigheden Sociaal/Emotioneel/Actief burgerschap Leerlijn 38 oriëntatie op jezelf en de wereld

o o o o o

Handvaardigheid Drama Tekenen Godsdienst Engels


39

Beredeneerd aanbod Fonemisch bewustzijn/schatkist nieuw Schatkist nieuw, ook digitaal voor computer en digi-bord Voorloper aanvankelijk lezen Veilig leren lezen (Voortgezet) Technisch lezen Estafette groep 4 t/m7/ José Schraven Taal Actief nieuwste uitgave start 2014/ Schatkist/Dorr/Fonemisch bewustzijn Nieuwsbegrip met de toetsen/nieuwsbegrip XL/ Citohulpboek/prentenboeken->interactief voorlezen Pennenstreken Rekenrijk(nieuw)/schatkist/Dorr/ Gecijferd bewustzijn Kien, Automatiseren->Stenvert rekenbloks t/m 20/ tafelboeken Hier en daar Een zee van tijd / t.v. programma’s NOT Naut, t.v. programma’s NOT/teleac (in samenwerking met de muziekschool Scala) ontwikkelde methode waarin de SLO doe doelen (Tule) zijn opgenomen Klaar over! Blits Kanjermethode/Samsam/Trefwoord/Dorr Kanjermethode/Naut/Trefwoord/Samsam/lentekriebels G GGD/Dorr Moet je doen/Dorr Speel je wijs groep 1 t/m 8 Moet je doen/Dorr Trefwoord The Team

o o o

4.8

meer en hoogbegaafde kinderen Verschillende losse methoden Bewegingsonderwijs

De pittige plustorens/Dorr Voor de meer begaafde kinderen/de moeilijke kast “Beter bewegen met kleuters”, “Bewegen Alkema” Basislessen: W. van Gelderen, Hans Stroes

Buitenschoolse activiteiten.

Gelukkig gaan de kinderen met veel plezier naar “De Wegwijzer.” Om elkaar ook buiten dat harde werken goed te leren kennen, organiseren we allerlei extra-activiteiten tijdens en na schooltijd. We doen met de groepen 3 t/m 8 mee aan een sportdag. Groep 6 t/m 8 doet mee aan het Rabobank volleybaltoernooi. En natuurlijk ontbreken op onze school ook de schoolreisjes en de schoolkampen niet. Normaal gesproken gaan de groepen 1 t/m 4 jaarlijks op schoolreis. Op dit moment is nog niet bekend waarheen. De groepen 5 t/m 8 gaan op kamp. Ook activiteiten rondom de brede school worden buitenschools georganiseerd, bijv.: straattennis, straatvoetbal, een jeugdrevue, technieklessen, muzieklessen en schooljudo. Zie de brede school nieuwsbrief

5. Opvang nieuwe leerlingen. 5.1

Wanneer voor het eerst naar school ?

De leerplicht begint met 5 jaar, dit houdt in, dat u uw kind niet meer zo maar een dag thuis kunt houden. De mogelijkheid daarvoor bestaat nog wel, maar dit moet in overleg met de directeur gebeuren. Mochten er onoverkomelijke bezwaren zijn, dat uw 5-jarige een hele week naar school gaat, dan kunt u in overleg met de directeur daar ontheffing van krijgen. Zie daarvoor de rubriek leerplichtwet. Kinderen die 4 jaar worden, mogen een maand voor hun verjaardag iedere woensdagmorgen komen kijken in groep 1. Als u hebt besloten uw kind aan te melden als toekomstige leerling van “De Wegwijzer”, kunt u een afspraak maken met mw. L. Wolterink-Tuin ([email protected] of 0523-683053. U ontvangt dan de benodigde informatie en formulieren. Wanneer uw zoon of dochter drie jaar is, kan hij of zij worden ingeschreven als toekomstige leerling van De Wegwijzer. U wordt een aantal weken voordat uw kind 4 wordt, uitgenodigd door de juf van groep 1 voor een intake gesprek. Vanaf hun vierde verjaardag mogen kinderen naar school; pas vanaf vijf jaar vallen zij onder de leerplicht en “moeten” ze naar de basisschool om onderwijs te volgen. Ook later in de schoolcarrière wisselen kinderen, bijvoorbeeld door een verhuizing, soms van school. Bij deze wisseling van basisschool staat uw kind op school ingeschreven, zodra we het inschrijfformulier van u terug hebben gekregen én het uitschrijfformulier van de vorige basisschool hebben ontvangen. Natuurlijk bent u met uw kind, ter oriëntatie en later ter kennismaking, altijd van harte welkom op “De Wegwijzer.”

6. De school en de ouders. 6.1

Ouderparticipatie

Wij vinden het erg belangrijk, dat u zich als ouder of verzorger betrokken voelt bij onze school. Samen dragen we immers zorg voor uw kind. Deze betrokkenheid krijgt vorm in de ouderparticipatie, te vinden in medezeggenschapsraad, bestuur, activiteitencommissie, maar ook door het verlenen van hulp bij extra onderwijsactiviteiten. Zo doen we graag een beroep op u bij handenarbeid, verkeer, culturele activiteiten, sportdagen en grote schoonmaak. Ouderparticipatie zorgt ervoor dat we onze kinderen meer en vaak leukere onderwijsactiviteiten kunnen aanbieden. Bovendien vindt uw kind het prachtig u bezig te zien op zijn school.


40

6.2

Informatievoorziening / contacten school – ouders.

Als team van “De Wegwijzer” doen wij ons uiterste best om u als ouders zo goed mogelijk te informeren over alles wat zich in en rond onze school afspeelt. We gebruiken daarbij de volgende mogelijkheden:  Deze schoolgids, die regelmatig aan de actualiteit wordt aangepast, biedt u heel veel informatie over “De Wegwijzer.”  In de nieuwsbrief waarin we u maandelijks op de hoogte houden van de meest recente ontwikkelingen. (deze nieuwsbrief plaatsen we ook op de website)  Als u ons zoekt op de digitale snelweg, dus via internet, dan vindt u op http://www.cnbswegwijzer.nl onze website. Op deze site staan regelmatig foto’s, nieuwsbrieven, de schoolkrant, deze gids en andere wetenswaardigheden.  Via de schoolapp: Wij beschikken over een SchoolApp! Zoek in de Apple App Store of in de Google Play naar 'SchoolsUnited' en dan vindt u vervolgens 'SchoolApp.' Installeer deze app en vervolgens voert u eenmalig ons webadres in, te weten [www.cnbswegwijzer.nl]. Wilt u precies weten wat de SchoolApp kan, bekijk dan dit YouTube-filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=6FrGIYsHCgg Deze app is nog in ontwikkeling en proberen we gratis uit. Bij positieve reacties van u, zullen we de schoolApp aanhouden.  U bent van harte welkom om eens een ochtend bij uw kind op school te komen kijken. Vooraf kunt u een afspraak maken met de betreffende leerkracht(en).  Aan het begin van het schooljaar organiseren wij een informatieavond. De groepsleerkracht van uw kind zal u dan op de hoogte brengen van wat er dit schooljaar allemaal in de groep aan de orde komt.  Spreekhalfuur voor ouders. Iedere donderdag van 8.30 tot 9.00 uur, bij de directeur. (zonder afspraak).  Op andere plaatsen in deze gids leest u meer over – andere – contacten tussen school en ouders: de huisbezoeken, de tien – minuten – gesprekken n.a.v. het rapport en de informatieavond voor ouders van kinderen uit groep 8. Tenslotte benadrukken we hier graag, dat u met vragen en opmerkingen natuurlijk altijd op school welkom bent!

6.3

De medezeggenschapsraad.

Op onze school is, als een kritisch volgend en positief meedenkend overlegorgaan, de medezeggenschapsraad (MR) actief, wat wettelijk verplicht is.  Daarin worden (volgens art.4) uit en door de ouders 3 leden gekozen en uit en door het personeel 3 personeelsleden.  Leden van het bestuur kunnen niet tevens lid zijn van de MR (art.5)  Wie mag kiezen? Personeelsleden die langer dan zes maanden aan de school zijn verbonden; ouders wier kind minstens een half jaar als leerling staat ingeschreven.  Wie mag gekozen worden? Personeelsleden die minstens een jaar aaneengesloten in de school werkzaam zijn; ouders, wier kind tenminste een jaar als leerling staat ingeschreven. (art.7)  De MR. komt tenminste 4 x per jaar bijeen, of vaker wanneer dat nodig geacht wordt door een der leden. De voorzitter bepaalt dan tijd en plaats. (art.14)  Mocht persoonlijk belang van een der leden in het geding zijn, kan de MR. besluiten bepaald persoon niet aan de vergadering deel te laten nemen. (art.15)  Het schoolbestuur moet de MR. tenminste twee maal per jaar de gelegenheid geven de algemene gang van zaken in de school met hen te bespreken; ook wanneer een lid uit de MR. daarom verzoekt. Wat doet de MR?  Ze bevordert openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school; ze waakt tegen discriminatie en bevordert de gelijke behandeling mannen en vrouwen. (art.24)  Ze kan advies uitbrengen over voorgenomen besluiten van het bestuur en dient in vele gevallen ook haar toestemming te geven met betrekking tot:  verandering van de grondslag van de vereniging;  vaststelling/wijziging activiteitenplan;  belangrijke wijzigingen in de werkzaamheden van de school;  fusie met andere school;  verandering duurzame samenwerking met andere instelling;  deelname aan onderwijskundig project/experiment;  wezenlijke verandering in schoolorganisatie;  benoeming of ontslag schoolleiding;  vaststelling/wijzigen van taakverdeling bij schoolleiding;  idem personeel; Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

41

   

6.4

verlofregeling; vakantie; voorzieningen t.b.v. leerlingen; beleid ondersteunende werkzaamheden ouders; nieuwbouw of verbouw school; e.d.

Overblijfbeleid/ tussenschoolse opvang.

Met de nieuwe wet (WPO, artikel 45) is vanaf schooljaar 1 augustus 2006, het schoolbestuur verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Het schoolbestuur hoeft daarmee nog niet de uitvoerder te zijn. Het overblijven op “De Wegwijzer” Op “De Wegwijzer” heeft dat de volgende vorm gevonden. De overblijf wordt georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bestuur met medewerking van een werkgroep uit het bestuur, directie, mr. en de ouders; de “werkgroep overblijf”. We zijn trots te kunnen zeggen dat op onze school op vier dagen (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) een hecht doortimmerd team van enthousiaste ouders klaar staat om de kinderen, die van de overblijf gebruik moeten maken, op te vangen. Zij verzorgen een kwalitatief hoogstaande opvang tegen een voor iedereen haalbare vergoeding. U wilt als ouders, zeker als uw kind voor de eerste keer komt, natuurlijk weten hoe dat in zijn werk gaat. Zo kunt u uw kind goed voorbereiden. Natuurlijk wilt u ook weten wat het kost, wie er voor de opvang verantwoordelijk is, enzovoort. Voor deze vragen, informatie en beleid kunt u terecht bij de overblijfcoördinatoren:

Mw. A van Oenen [email protected] Mw. I. Schlepers [email protected] financiële administratie Mw. G. Hekman [email protected] (Formulieren vindt u achter in het infoboekje)

6.4.1 BSO (Buitenschoolse opvang)

Het bestuur moet met ingang van 1 augustus 2007 een regeling treffen voor buitenschoolse opvang. Het schoolbestuur hoeft daarmee niet de uitvoerder te zijn maar heeft hierin slechts een makelaarsfunctie. Buitenschoolse opvang (BSO) is opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar voor en na schooltijd. Stichting “Welluswijs” verzorgt de buitenschoolse opvang voor veel scholen in de regio Hardenberg. Wanneer u voorschoolse opvang afneemt, brengt de bsoleidster de kinderen naar school. Voor de naschoolse opvang geldt dat de kinderen ’s middags van school gehaald worden en naar een opvanglocatie in de buurt gaan. Op deze locatie is een activiteitenprogramma opgezet waar kinderen aan deel kunnen nemen, daarbij komen aan de hand van thema’s diverse activiteiten aan bod. Van natuur- tot sport- en spelactiviteiten, van lees- tot knutselactiviteiten. Ouders kunnen kinderopvangtoeslag aanvragen voor BSO, wat betekent dat slechts een klein deel van de kosten zelf betaald dient te worden. Stichting “Welluswijs” biedt naast buitenschoolse opvang (4-13 jaar) ook dagopvang (0-4 jaar), peuterprogramma (2-4 jaar) en gastouderopvang aan in de regio Hardenberg. We hebben diverse locaties, ook in Schuinesloot is een locatie voor kinderopvang. Dankzij een intensief samenwerkingsverband is ook logopedie en fysiotherapie mogelijk. Stichting “Welluswijs” is ontstaan vanuit een fusie tussen Stichting “ProKind” Kinderopvang, Stichting “Peuterspeelzalen” Hardenberg e.o., Stichting “Peuterspeelzalen” Avereest en Gastouderbureau “Vechtdal.”

Contactpersoon: Ady Lammers, Clustermanager Tel: 0613765013 Mail: [email protected]

Voor informatie over de werkwijze, tijden enz. bij de Beestenboel in Schuinesloot, kunt u contact opnemen met Carla Rieks (0523 – 712205) of (0640942920), e-mail: [email protected], [email protected] Daphne Pullen tel: (0627511334), Schuineslootweg 76, Schuinesloot. Zij verzorgen: De gewone naschoolse opvang, Vakantie opvang, Voorschoolse opvang vanaf 07.00 uur, de naschoolse opvang tot Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

42

18.00 uur en Incidentele buitenschoolse opvang.

6.4.2

De Brede school

Na onderhandeling met de gemeente over de brede school, zijn er de volgende ontwikkelingen te melden: Per 1 februari 2010 hebben we een aantal combinatiefunctionarissen aangeboden gekregen van de gemeente Hardenberg. Deze functionarissen zijn in dienst van de gemeente Hardenberg. Het gaat om totaal ongeveer 18 uur binnen de school en buiten de school. Deze functionarissen zijn aangesteld om op gebied van cultuur, sport, taal en sociale/emotionele ontwikkeling iets te betekenen voor school maar ook voor het buitenschoolse activiteiten. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan samenwerking met VAW, kinderopvang en peuterspeelzaal, maar ook aan het opzetten van andere buitenschoolse activiteiten zoals muziek, drama enz.. Deze activiteiten waren eigenlijk bedoeld voor achterstandsscholen. Wij zitten net tegen deze grens aan maar mochten toch hierin participeren samen met de scholen uit Lutten en de Krim. Eigenlijk waren deze middelen bedoeld om de kinderen uit achterstandsgezinnen extra aandacht te geven op dit gebied. Wij mogen samen met de functionaris zelf bepalen hoe en voor wie we dit in gaan zetten. Er is tegen een kleine vergoeding een vakdocent via de brede school Gym (Ger van Dalfsen) bij ons aanwezig op school. Na de zomervakantie van 2010 heeft het geheel (samen met de vakleerkrachten cultuur, taal enz.) een vast plekje gekregen met duidelijke kaders en jaarplanningen binnen onze school. Inmiddels zijn de subsidies vanuit het rijk sterk verminderd, voor de toekomst zal er het een en ander gaan veranderen.

6.5

Schoolverzekeringen.

Het bestuur heeft voor zowel bestuursleden, personeel, leerlingen als ouders die in schoolverband werkzaamheden voor de school verrichten een W.A., schoolongevallen en bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Sedgewick James te Amsterdam, via de Besturenraad. Deze verzekering geldt een uur voor en na schooltijd of schoolactiviteit. Autoverzekeringen: ouders of vrijwilligers die meegaan als vervoerder naar bv. een culturele voorstelling of naar de kampeerboerderij dienen zich wel bewust te zijn van het soort inzittendenverzekering dat zij hebben afgesloten. U moet dat zelf regelen.

6.6

Klachten.

De meeste klachten kunnen simpel op schoolniveau worden opgelost. Meestal alleen door er over te praten met degenen die er mee te maken hebben: leerkrachten, bestuursleden, MR.-leden. Er zijn echter andere terreinen die belangrijker zijn en gevoeliger liggen. Daarvoor is zelfs een aparte procedure opgesteld van overheidswege hoe met deze klachten moet worden omgegaan. De bedoelde terreinen zijn: seksuele intimidatie agressie, geweld en pesten op school discriminatie -

kindermishandeling: De wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, stelt organisaties en individuele beroepsoefenaars verplicht om te gaan werken met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De meldcode is een praktisch stappenplan, waarin in vijf stappen beschreven wordt hoe te handelen wanneer huiselijk geweld of kindermishandeling wordt gesignaleerd. Uit onderzoek blijkt dat een professional die werkt met een meldcode drie keer zo vaak ingrijpt als een collega die geen meldcode gebruikt. De meldcode is van kracht vanaf 1 juni 2013. CNBS “de Wegwijzer” werkt met de meldcode zoals beschreven in het Protocol Kindermishandeling 2010, www.protocolkindermishandeling.nl in dit protocol staat omschreven hoe te handelen bij (vermoeden van) kindermishandeling. De aandachtsfunctionarissen zijn Lidy Wolterink en Janneke Slot. Het protocol is bij hen op te vragen.

-

sponsoring onderwijskundig beleid bestuursbeleid

Hebt u een klacht op een van deze terreinen, dan kunt u die (het liefst schriftelijk) indienen bij de school of schoolbestuur, of Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

43

bij de contactpersoon (Hanneke Dubbink), een volgende stap kan zijn een verzoek te richten aan de klachtencommissie. (informatie over de wetgeving en procedure van klachtenafhandeling is te bevragen bij de directeur van de school)

Adres Postbus 694 2270 AR Voorburg Telefoon: (070) 386 16 97 Fax: (070) 348 12 30 [email protected] Het secretariaat van de klachtencommissie is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 15.00 uur. Voor de website van de beroeps-, geschillen-, en bezwarencommissies klikt u naar: www.kringenrechtspraak.org De inspectie van het onderwijs heeft ons gevraagd het volgende in de schoolgids te vermelden; Met eventuele vragen aan de schoolinspectie kunt u terecht op het volgende adres Inspectie van het onderwijs, [email protected], www.onderwijsinspectie.nl. Vragen over onderwijs; 0800-8051 (gratis). Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-111 3 111 (lokaal tarief)

6.7

Sponsoring.

6.8

De leerplichtwet.

De school maakt tot op heden geen gebruik van de mogelijkheden van schoolsponsoring.

Per 1 aug. ’94 is deze wet op een aantal punten gewijzigd. De leerplichtambtenaar van deze gemeente wil ernaar streven dat alle scholen een eenduidige aanpak van het schoolverzuim naleven, maar ook de inspectie zal dit gaan controleren en wel door tellingen binnen de school. Op het jaarlijks telformulier zijn we verplicht het ongeoorloofd schoolverzuim te registreren. Daarom willen we u nog even uitleggen waar het precies om gaat. De centrale overheid heeft de verantwoordelijkheid t.a.v. de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 overgedragen aan de lokale overheid. Het toezicht op de naleving is opgedragen aan het college van burgemeesters en wethouders, dat op zijn beurt één of meer ambtenaren aanwijst voor de uitvoering van deze taak: de leerplichtambtenaar. Justitieel optreden: De leerplichtambtenaar (l.a.) heeft opsporingsbevoegdheid. Deze opsporingsbevoegdheid houdt o.a. in, dat de leerplichtambtenaar te allen tijde de leerplichtadministraties van scholen kan controleren, personen kan horen (ook wanneer deze personen buiten het ambtsgebied woon- of verblijfplaats hebben) en een proces-verbaal kan opmaken. De leerplichtambtenaar kan een proces-verbaal opmaken als de ouders er onvoldoende voor zorgen dat hun kind geregeld de school bezoekt. Een proces-verbaal kan worden opgemaakt zowel tegen ouders, het kind als ook tegen de directeur van de school. De leerplichtambtenaar stuurt het p.v. naar de Officier van Justitie. Bij ernstige verwaarlozing of bedreiging van de ontwikkeling der minderjarige jongere stuurt de l.a. een afschrift van het p.v. naar de Raad voor de Kinderbescherming. Uiteraard kan de l.a. ook contact opnemen met de raad voordat een p.v. wordt opgemaakt. 1.Algemeen: Vuistregel: De leerplichtwet 1969 gaat ervan uit dat een schooljaar loopt van 1 augustus tot 1 augustus van het jaar daarop volgend. De leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand volgende op de maand waarin de jongere de leeftijd van 5 jaar bereikt. Een jongere is volledig leerplichtig tot en met het schooljaar waarin deze 16 jaar is geworden of 12 leerjaren (8 jaar basis- en vier jaar voortgezet onderwijs) heeft gevolgd. De volledig leerplichtige jongere dient 5 dagen per week dagonderwijs te volgen. Een jongere is daarna nog één jaar (13 e Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

44

leerjaar) partieel leerplichtig d.w.z. t/m het schooljaar waarin deze 17 jaar is geworden. In dit schooljaar dient de jongere minimaal 2 dagen per week dag (vormings)onderwijs te volgen. 2. Vrijstellingenbeleid: Ouders kunnen zich in bijzondere omstandigheden beroepen op de vervangende leerplicht of op vrijstelling van de leerplicht. Het is dan de taak van de leerplichtambtenaar een onderzoek te (laten) doen naar en te adviseren en/of te beslissen over z’n aanvraag om vervangende leerplicht of vrijstelling van het geregeld schoolbezoek. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directeur. Wanneer u meer wilt weten over deze wet, kunt u vragen stellen op school of bellen met de l.a. van de Gemeente Hardenberg Contact: Leerplichtambtenaren Anne Knopper, Andy Veltink en Anne Hulzebosch Telefoonnummer: 0523 289 739 (741 of 719) E-mail: [email protected] / [email protected] of [email protected]

7. Kwaliteitszorg en ontwikkeling van het onderwijs 7.1

Kwaliteitszorg.

Net zoals in elke organisatie wil je graag weten hoe je het als organisatie doet. Dat geldt zeker voor een school. Vandaar dat we op basis van de Wet Onderwijs Toezicht (WOT) het afgelopen jaar zijn gestart met de ontwikkeling van een systeem van kwaliteitszorg met als uiteindelijk resultaat een ‘zelfevaluatiesysteem.’ We doen dit met behulp van de methode “Werken met kwaliteitskaarten: (van Gorcum). In dit systeem zal worden aangegeven hoe we op gezette tijden ons onderwijs en onze organisatie evalueren. Ook zullen we als team, op gezette tijden “onze school” onder de loep nemen met een “Sterktezwakte analyse.” Op basis van deze analyse wordt er een meerjaren veranderingsplan ontwikkeld. Het werken aan kwalitatief goed onderwijs heeft bij ons een hoge prioriteit. Daarnaast willen we verder gaan met de ontwikkeling van kwaliteitskaarten. We gaan beschrijven, vastleggen, hoe we bijvoorbeeld ons onderwijsaanbod inrichten, hoe we de school willen inrichten, hoe we omgaan met alle facetten van het onderwijs. Het is uiteindelijk de bedoeling dat alle facetten van het onderwijs op De Wegwijzer worden beschreven zodat we hebben vastgelegd waar we op aanspreekbaar zijn. In de toekomst willen we toewerken naar een 360° feedback-systeem ten aanzien van de kwaliteit van ons onderwijs.

7.2

Resultaten van de ontwikkeling van het onderwijs.

Resultaten van de ontwikkelingen van het onderwijs. Veel is er in de afgelopen jaren in en om het onderwijs op “De Wegwijzer” veranderd.  We hebben t.a.v. het volgen van de kinderen in groep 1 en 2 het volgsysteem Dorr in gebruik genomen, deze wordt in het schooljaar 2015-2016 geheel geïmplementeerd, daarnaast wordt de nieuwste methode van “Schatkist gebruikt.” Naar aanleiding van de Cito wordt er extra ingezet op rekenen  We werken nu met de nieuwste uitgave van Taalactief, met deze methode hopen we meer te kunnen differentiëren. De nieuwe methode heeft een betere doorgaande lijn en sluit aan bij de kerndoelen.  Afgelopen 2 jaar hebben we de digitale methode “Ambrasoft” in gebruik genomen, zoals het er nu uit ziet lijkt dit de juiste methode om de taalmethode nog meer adaptief te maken en nog meer te differentiëren . We gaan de komende jaren de mogelijkheid benutten om de methode ook thuis te kunnen gaan gebruiken.  De methode “Veilig leren lezen,” biedt veel mogelijkheden om te differentiëren. Het gebruik van de software voor computer en digibord biedt vele mogelijkheden. In het schooljaar 2015-2016 wordt deze methode vernieuwd.  T.a.v. het zelfstandig werken hebben we veel verbeteringen aangebracht. Wij willen in de komende jaren de ontwikkelingen actueel houden en opnieuw verbeteringen aanbrengen doormiddel van het coöperatief leren wat we hebben ingevoerd de afgelopen periode. Door videotrainingen en onderlinge klassenbezoeken borgen we de kwaliteit. Dit is beschreven en vastgelegd in een kwaliteitskaart. In de komende periode zullen we het coöperatief leren borgen doormiddel van een herhalingscursus.  Afgelopen jaren hebben we het directe instructiemodel onder de loep genomen. Komend jaar blijven we aandacht Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

45





 





 







 



 

besteden aan ons didactisch handelen in verband met het borgen van dit instructie model staat de kaart didactisch handelen om de twee jaar centraal. We werken met een nieuwe methode voor sociaal/emotionele (actief burgerschap)ontwikkeling, we merken dat deze voor kinderen, leerkrachten en ouders erg succesvol is. Borgen van dit instrument is nog steeds heel belangrijk. Om het gedrag van leerkrachten en kinderen (zo ook het pestgedrag te verminderen) aan te pakken zijn we dus begonnen met de “Kanjermethode.” We zijn op dit moment een kanjerschool en volgen met het hele team de herhalingscursussen. Naast aandacht voor de kinderen die moeite hebben met de materie, proberen we ook die kinderen die het allemaal gemakkelijk aankunnen, aandacht en uitdaging te geven door het compacten en verrijken van de lesstof. We hebben hierbij begeleiding gehad van een onderwijsadviesbureau. Bij de methode is dit inmiddels “Rekenrijk” succesvol ingevoerd in alle groepen. Bij de kleuters komt dat tot uiting in de moeilijke kast. De differentiatie bij rekenen is nu nog uitgebreider ook buiten de methode om. Vorig jaar hebben we een start gemaakt met rekenen. Voor taal is dit nu ook mogelijk. De aanschaf van de “Pittige plustorens” zal het aanbod voor de meer en hoogbegaafden verrijken. We gebruiken het Sidi 3 protocol voor hoogbegaafdheid, we merken dat we de leerlingen nu goed in beeld hebben en proberen hiermee ook het onderpresteren tegen te gaan. Ook het borgen van dit instrument is nog steeds heel belangrijk. Elke maand wordt er op de jaaragenda beschreven wat er moet gebeuren t.a.v. dit protocol. We hebben hard gewerkt om onze (klassen)organisatie verder te optimaliseren om het kind dat te bieden wat redelijkerwijs binnen onze vermogens ligt. Hiervoor zijn de eerste stappen in de afgelopen jaren al gezet. Voor de komende periode zal zorg gedragen worden voor bewaking en verbetering van deze ontwikkelingen. ICT (informatie en communicatie technologie). Ons streven om in elke klas 3 of meer computers te hebben, hebben we bereikt. In onze school is een goed functionerend netwerk opgezet. We zijn aangesloten op ‘kennisnet.’ In elke groep is gefaseerd een digitaal schoolbord aangeschaft. Voor het schooljaar 2015-2016 is ons speerpunt werken met tablets in de klas. We doen in de eerste helft van het jaar onderzoek en zullen in januari starten met het invoeren van de eerste tablets in de klas. De MR is druk bezig zich meer te profileren en de communicatie met het bestuur te verbeteren. De eindopbrengsten gemeten met de Cito Eindtoets Basisonderwijs liggen op het te verwachten niveau gelet op de samenstelling van de leerlingenpopulatie. Twee keer per jaar, vindt er een zelfevaluatie plaats op basis van resultaten van het leerlingvolgsysteem met daaraan gekoppeld een beleidsontwikkeling. De ib-er en de directeur doen onderzoek naar de resultaten en werken de gegevens verder uit voor de teamleden in de personeelsvergadering. Op deze manier worden ook de toetsen, onderzoeken en schoolvragenlijsten, voor veiligheid en sociaal/emotionele ontwikkeling, besproken en onderzocht om daarna een beleid op de uitkomsten te maken. Methodiek José Schraven, groepen 1,2,3,4,5,6,7 en 8, wordt nog summier gebruikt nu de nieuwe taalmethode is aangeschaft. De leerkrachten zijn wel op de hoogte en kunnen de regels ook toepassen als strategie bij de taalmethode. Ook hebben we aandacht voor visievorming, kwaliteitszorg en het werken aan verbeteractiviteiten die het team als prioriteit heeft gekozen. Dit zal worden beschreven en vastgelegd in een kwaliteitskaart. De directeur heeft jaarlijks een aantal bijeenkomsten met een onderwijsbegeleider (Gerda van der Wel) om de vooruitgang en nieuw op te pakken onderwerpen door te nemen. In het veranderingsplan worden de kwaliteitskaarten per jaar vastgelegd (zie plan). In dit schooljaar willen we verder in kaart brengen welke expertises iedere leerkracht bezit en daarvan gebruik gaan maken. Doormiddel van onderling klassenbezoek en scholing willen we onze competenties uitbreiden en verder ontwikkelen. Een leerkracht start in september met de master ib (intern begeleider) (Wet BIO) Naar aanleiding van de toetsen van M-schooljaar 2014-2015 is er een verbetertraject ingezet voor rekenen voor groep 4, 5 en 6 Het anderhalf jaar geleden ging het hele team op cursus voor begrijpend lezen samen met een aantal scholen uit de regio. Deze cursus werd verzorgd door “Expertis.” In oktober 2013 was er een observatiemoment in de klassen met daaraan gekoppeld een gesprek met leerkrachten en directeur. In maart 2014 is er een tussenevaluatie geweest met Expertis. We vonden de opbrengsten nog niet optimaal, er zijn daarom nog enig wijzigingen aangebracht in het beleidsplan. We hopen hiermee de opbrengsten van “de Wegwijzer” te verbeteren in 2015-2016. Ook spelling vraagt nog steeds veel aandacht, de komende periode wordt daar veel tijd op in gezet door dagelijks op een vast tijdstip in alle klassen spelling te oefenen, hierbij wordt het coöperatief leren ingezet, de woordrijen gaan mee naar huis en er wordt geoefend met Bloon. We hebben de ontwikkeling van de woordenschat grote prioriteit gegeven. In coöperatieve structuren hebben we de kinderen veel woorden uit de methode en de toetsen aangeboden. De resultaten zijn duidelijk zichtbaar. In de onderbouwgroepen 1,2 en 3 gaat het rekenen en wiskunde onderwijs in de groepen goed. De methode Rekenrijk


46

daagt uit en geeft goede differentiatiemogelijkheden door de ‘weer en meer sommen’, het routeboekje, en de F-lijn. Kinderen die nog meer aankunnen werken in “Kien”, of met de wiskunde methode van het voortgezet onderwijs. Dit gaat in overleg met het VO. Voor kinderen met rekenproblemen gebruiken we de methode “Alles telt.” In de groepen 4 t/m 6 waren de opbrengsten onvoldoende. Hiervoor zetten we een verbetertraject in met behulp van een extern bedrijf, naar aanleiding van de analyses die we hebben gemaakt en onderzocht wordt bekeken hoe we het traject ingaan.

7.2.1 Opbrengsten

Op De Wegwijzer hebben de leerlingen van groep 8 mee gedaan aan het NIO en CITO eindonderzoek. Daaruit kwamen de volgende gemiddelden.

Cito NIO Cito NIO Cito NIO Cito NIO Cito NIO Cito Nio Cito Nio Cito Nio Cito Nio Cito

De Wegwijzer gemiddelde 541,2 106,2 538,7 103,9 535,4 110,9 540,7 100,25 534,6 99,11 533,8 94,2 534,4 104 538.1 96 536.4 101,4 536.5

Landelijk gemiddelde 534,5 535 535,1 535,6 535,2 535,3 535,3 534.8 534.6 534.8

jaar 2005/6 2006/7 2006/7 2007/8 2007/8 2008/9 2008/9 2009/10 2009/10 2010/2011 2010/2011 2011/2012 2011/2012 2012/2013 2012/2013 2013/2014 2013/2014 2014/2015 2014/2015

Aantal kinderen 5 van 5 18 17 15 13 9 9 12 12 11 10 17 14 14 13 10 10 13 13

De uitslagen van de Cito-toetsen behorende bij het leerlingvolgsysteem van juni 2015, waarbij De Wegwijzer de inspanningsverplichting op zich heeft genomen om de IV en V scores niet boven het landelijk gemiddelde uit te laten komen. Doel: I score 20% II score 20% III score 20% IV score 20% V score 20%


47

Rekenen voor kleuters

I II III IV V groepsgemiddelde I II III IV V groepsgemiddelde I II III IV V groepsgemiddelde I II III IV V groepsgemiddelde I II III IV V groepsgemiddelde Taal voor kleuters

groep 1 19 31 12 19 19 69,9 III 38 12 38 6 6 61,1 I

groep 2 23 23 23 15 15 90,5 II 15 23 31 23 8 67,3 III

groep 3

Drie Minuten Toets

7 64 29 27,5 V

Begrijpend lezen Spelling

Woordensc hat

I II III IV V groepsgemiddelde I II III IV V groepsgemiddelde I II III IV

7 29 36 14 14 114,0 III 50 21 29

Rekenen/ wiskunde

65,4 I+ 14 29 29 14 14 44,3 III

groep 4

groep 5

groep 6

groep 7

22 11 33 22 11 66,0 II 11

20 20

33 8

30 30 76,5 III

17 42 82,5 IV

38 25 19 6 12 101,6 I

10 40

8 50 17 8 17 138,2 II

38 19 6 19 19 141,3 II

33 17 8 33 8 84,0 II 17 8 17 42 17 88,2 V 8 33 8 25

25 12 31 12 19 93,6 II 19 31 6 31 12 107,1 II

11 11 67 7,9 V33 22 22 22 122,5 II 11 11 11 22 44 51,0 V11 22 67 49,9 V-

Studie vaardig heden


48

20 30 131,4 II 20 20 20 10 30 65,1 IV 10 30 20 40 80,6 III

25 12 31

groep 8

V

25 92,9 IV

groepsgemiddelde

31 101,0 V

Analyse analyse en conclusie: Naar aanleiding van de groepsgemiddelde vaardigheidsscores en de trendanalyse hebben we ons het volgende afgevraagd:  Is het klassenmanagement in orde  Is de instructie in orde  Hoe is de samenstelling van de groep  Werken we met de goede methode  Zijn er externe factoren die de groei beïnvloeden  Wat moet er veranderen (dit staat in ons beleidsplan voor het komend schooljaar en is opvraagbaar bij de directie) Uitstroom:

Uitstroom voortgezetonderwijs leerlingen vanaf 2001 Vmbo basis 2001/2002 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 2014/2015

2 2

Totaal

13

Vmbo basis lwoo

4 2

1 2

2 2 3 1

8

kader 3 4 5 1 4 4 3 1 2 3 6 2 1 4 43

Aantal leerlingen Per Per TL 2009 2009 TL/H H 3 2

3 4 3 1 1 2 1 4 7 3 34

7.3

Nieuwe ontwikkelingen in ons onderwijs.

7.3.1

Methodevernieuwing.

1 2

2 2

3 1

1

1 8

5

Havo/ VWO 5 9 7 4 8 5 4 3

VWO+

gymn

VSO

1

2

1 2 1

3 2 3 1 3

1

57

5

2

2 6

1

Totaal 13 18 12 9 19 13 10 9 12 11 17 14 10 13 180

In het cursusjaar 2015-2016 starten we met een nieuwe methode voor geschiedenis, deze methode wordt in zijn geheel ingevoerd, tijdens de vier plenaire vergaderingen gaan we evalueren. Het begrijpend lezen wordt ook op deze wijze geborgd en geëvalueerd. We hebben een aanvullend beleid bij de methode nieuwsbegrip en de Cito hulpboeken gemaakt. We maken tijd vrij in het rooster van de leerlingen die iets meer kunnen, om te werken met de “pittige plus torens” die we hebben aangeschaft in het schooljaar 2014-2015. Voor de opbrengsten van rekenen, volgen we schoolbreed een cursus bij “Weleducatief.” Voor studievaardigheden hebben we de methode “Blits”aangeschaft. ICT: Dit jaar gaan we onderzoek doen naar het gebruik van tablets in ons onderwijs en willen we dit ook gaan invoeren.

7.3.2

Adaptief onderwijs borgen en evalueren in ons onderwijs.

Zoals al eerder genoemd: De toepassing van het coöperatief gaan we verder implementeren, we gaan hiervoor schoolbreed op cursus en we zorgen voor borging van het directe instructiemodel. De kwaliteitskaarten/vragenlijsten van het WMK worden dit komende jaar in een beleidsplan gestructureerd afgehandeld. Dit Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

49

komt tot stand met behulp van een onderwijsadvies bureau.

7.3.3

Differentiatie naar niveau en tempo.

7.4

Rooster alle leerjaren.

Bij het bestuderen en aanschaffen van nieuwe methoden, gaan we er vanuit dat we kunnen differentiëren naar niveau en tempo, de methode moet dus passen bij het concept van “De Wegwijzer.”

Lesrooster alle groepen leerjaar

1

2

3

4

5

6

7

8

zintuiglijke oef.

195

165

verstandelijke ontw.

200

200 30

75

60

30

30

30

30

subtototaal per week

395

395

105

60

30

30

30

30

taalactiviteiten

125

125

195

15

45

45

45

45

75

75

75

40

40

40

40

40

270

220

190

190

190

190

280

300

300

300

300

30

zwemmen schrijven

begingesprek lezen opstel/dictee/ontleden methode ontwikkeling expressiemateriaal

90

90

200

200

onderwijs in eigen taal en cultuur subtotaal per week

490

490

540

555

575

575

575

575

rekenen/wiskunde

60

60

315

315

310

310

310

310

subtotaal per week

60

60

315

315

310

310

310

310

30

30

30

30

Engels subtotaal per week kennisgebieden en wereldoriëntatie

90

90

90

45

aardrijkskunde

45

45

45

45

geschiedenis

45

45

45

45

45

45

45

45

45

natuurkunde/biologie/techniek zaakvakken subtotaal per week

90

90

90

90

135

135

135

135

sociale redzaamheid/actief burgerschap

90

90

30

30

30

30

30

30

15

15

30

30

30

30

verkeer subtotaal per week

90

90

45

45

60

60

60

60

bevordering gezond gedrag

45

45

15

15

15

15

15

15

subtotaal per week

45

45

15

15

15

15

15

15

30

30

45

45

45

45

45

45

60

60

60

60

60

expressievakken bevordering taalgebruik tekenen muziek

90

90

60 45

45

45

45

45

45

subtotaal per week

90

90

150

150

180

180

150

150

godsdienst/levensbesch. Onderwijs

75

75

75

75

75

75

75

75

subtotaal per week

75

75

75

75

75

75

75

75

lich. oefening

90

90

90

90

90

90

90

90

subtotaal per week

90

90

90

90

90

90

90

90

Pauze

75

75

75

75

75

75

75

75

subtotaal per week

75

75

75

75

75

75

75

75

handvaardigheid


50

totaal per week in minuten

1425

1425

1425

1425

1545

1545

1545

1545

totaal aantal uren per week

23.45

23.45

23.45

23.45

25.45

25.45

25.45

25.45

8. Regeling school- en vakantie tijden. 8.1

Schooltijden op “De Wegwijzer.”

Onderbouw en bovenbouw:

’s morgens 08.30 uur - 12.00 uur ’s middags 13.00 uur - 15.00 uur Op woensdag gaan alle groepen door tot 12.15 uur. Schoolbegin: We stellen het op prijs dat de kinderen om 8.30 uur aanwezig zijn op school. Het is hinderlijk om de les te onderbreken voor een laatkomer.


51

8.2

Vakanties

De vakantiedagen behoeven nog de goedkeuring van de inspectie, de losse vrije dagen van de onderbouw kunnen in de loop van het schooljaar wijzigen!!!. De kalender op de site geeft de juiste datum aan!!! We proberen de wijzigingen op tijd te vermelden in de nieuwsbrief zodat u de eventuele opvang voor uw kinderen ook tijdig kunt regelen.


52

Vakantierooster schooljaar 2015 – 2016 voor cnbs de wegwijzer dgn. herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie paasvakantie Koningsdag meivakantie junivakantie pinksteren vrije middag gr1t/m4 vrije middag gr1t/m4 vrije middag gr1t/m4 vrije middag gr1t/m4 vrije middag gr1t/m4 vrije middag gr1t/m4 studiedag allen studiedag allen studiemiddag allen vrije morgen studiemorgen onderb studiemorgen onderb studiemorgen onderb studiemorgen onderb vrije dag vrije middag onderbouw vrij, kamp schoolreis zomervakantie

19-10 t/m 23-10 21-12 t/m 1-1 29-02 t/m 4-03 25-03 en 28-03 27 april woensdag 02-05 t/m 06-05 06-06 t/m 11-06 16-mei di 22-09-2015 di 24-11-2015 di 08-12-2015 di 02-02-2016 di 15-03-2016 di 12-04-2016 16-mrt-16

11-11-2015 13-1-2016 10-2-2016 18-5-2016 vr 15 juli 2016 11-7-2016 13,14 en 15 juni 2016 21-6-2016 18-07 t/m 26-08 aantal dagen/uren vakantie klokuren per week aantal weken klokuren per jaar schrikkeljaar bijtellen 30 sept vrijdag klokuren per jaar aantal uren vakantie jaartotaal klokuren verplicht aantal uren p.jr. marge uren

5 10 5 2 0,5 5 5 1 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 1 1 1 1 1 1 1

gr. 1 - 2 gr. 3 23,75 47,5 23,75 9 3,75 23,75 23,75 5,5 2 2 2 2 2 2 3,75

4 gr. 5 - 8 23,75 25,75 47,5 51,5 23,75 25,75 9 11 3,75 3,75 23,75 25,75 23,75 25,75 5,5 5,5 2 2 2 2 2 2 3,75 3,75

3,75 3,75 3,75 3,75

3,75 3,75 3,75 3,75

1 0,5 3

3,5 2 14,75

3,5 2 14,75

5,5

30

142,5

142,5

154,5

78

354,25

354,25

338,5

23,75 52 1235

23,75 52 1235

25,75 52 1339

3,5 1238,5 354,25 884,25 880 4,25

3,5 1238,5 354,25 884,25 880 4,25

5,5 1344,5 338,5 1006 1000 6

Verdeling van 880 uur per jaar in de onderbouw en minimaal 1000 uur in de bovenbouw mag afgeschaft. De verdeling van het aantal uren over de verschillende leerjaren is vrij in te vullen mits voldaan wordt aan de minimumonderwijstijd van 7520 uur over de hele basisschoolperiode.

8.3

Schoolverzuim.

Het kan natuurlijk gebeuren, dat uw kind ziek wordt. Heel graag willen we, dat u dit vóór schooltijd even aan ons meldt. U kunt bellen naar: 0523-683053. Dit kan tussen 8.15 en 8.30 uur, van 10.30 tot 10.45 uur en gedurende de middagpauze van 12.00 tot 13.00 uur of mailen naar [email protected] of [email protected] Ook kan het voorkomen, dat u één of meer dagen vrijaf wilt vragen voor uw kind. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

53

Lees voor meer informatie hoofdstuk 6.11 (leerplichtwet).

9. Overige informatie. 9.1

Fruit eten.

In de onderbouw wordt ’s morgens gezamenlijk fruit gegeten. Hiervoor kunt u dus uw kind ook het beste iets te drinken en fruit of een (verantwoord) koekje meegeven. Geen snoep! In alle overige groepen is om 10.25 uur gelegenheid een hapje te eten en/of drinken. Dat doen we binnen om het schoolplein vrij van afval te houden.

9.2

Afvalprobleem.

De grijze containers bij school zijn in een ommezien vol met lege pakjes drinken en ander verpakkingsmateriaal. Daarom verzoeken we uw kind drinken mee te geven in een flesje of afsluitbare beker. Dat geeft geen afval. Wilt u dat niet dan dient uw kind het lege pakje mee terug te nemen naar huis, naar de eigen afvalbak.

9.3

Kleding.

De leerlingen van de groepen 1 en 2 nemen geen gymkleren meer mee naar school. De gymschoenen nemen ze aan het begin van het schooljaar wel mee. Deze schoenen blijven op school. (wilt u zo nu en dan wel even controleren of de schoenen nog passen) De groepen 3 t/m 8 nemen elke dag hun tassen weer mee naar huis, zodat er in de gang na schooltijd niets meer aan de kapstokken hangt.

9.4

Roken op het plein en in school.

Het is verboden om op het plein en in de school te roken.

9.5

Schoolbezoek.

Het is een goede gewoonte geworden dat één of twee bestuursleden eens per maand een ochtend of middag een bezoek op school afleggen. Dit zowel voor het contact met het personeel, als ook om te kijken hoe het klassengebeuren is. We willen hier nog eens vermelden, dat hoewel de bestuursleden deze “verplichting” vrijwillig op zich hebben genomen, wij als personeel het ook waarderen, wanneer ouders ook eens een “werkbezoekje” zouden afleggen. U bent van harte welkom om een ochtend of middag mee te draaien in de groep van uw kind. U stoort ons echt niet in ons werk! U kunt hiervoor een afspraak maken met de groepsleerkracht van uw kind.

9.6

Tot besluit.

Voor vragen, waar u in dit boekje geen antwoord op vindt, kunt u altijd bij het bestuur en/of team terecht.

10. Samenstelling medewerkers. Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

54

10.1 samenstelling bestuur Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Lid: Lid: Lid: Lid: Lid: 10.2 Namens -

dhr. M. Welink, Schuineslootweg 41, 7777 RH Schuinesloot. (0523-683989) mw. S. van der Bij, Schuineslootweg 110a, 7777RD Schuinesloot (0523-683495) dhr. A. Pouls, Boekweitstraat 22, 7776BP Slagharen (0523-683059) Vacant dhr. J. Finkers, Rondweg 6, 7777SL Schuinesloot, (0523-683721) mw. M. Sanders, Schuineslootweg 59, 7777RH Schuinesloot (0523-685013) mw. T. Otten, De Luttergreppel 17, 7925 PP Linde. (0523-681912) dhr. M. Bakker, Troostenweg1c, 7777SN Schuinesloot (0625045058)

Samenstelling medezeggenschapsraad. de ouders: mw. I. Schlepers, Schuineslootweg 22, 7777RA Schuinesloot (0523-683351) mw. L. Bruins, Lutterveldweg 2, 7777 RL Schuinesloot (0523-683995) mw. A. Hilberdink, Schuineslootweg 23, 7777RG Schuinesloot (0523-685007)

Namens het personeel: mw. J. Slot, Wolfweg 3, 7777 RK Schuinesloot, [email protected] mw. J. Kerkdijk, Acasia 7, 7742RP Coevorden, [email protected] mw. H. de Jonge, Het Hoekje 4c 7913BC, [email protected] 10.3

Samenstelling personeel basisschool.

Mw. L.Tuin (directeur), Lutterveldweg 50, 7777 RL Schuinesloot (0523-683291/0653678692). [email protected]. Mw. J.Slot-de Jonge (groepsleerkracht en IB-er), Wolfweg 3, 7777 RK Schuinesloot (0523-682665), [email protected] Dhr. D.J. Tempelman (groepsleerkracht, plaatsvervangend directeur), Fort 38, 7924 RB Veeningen (0528-391242), [email protected] Mw. C.J.W. Moddejongen-Arkes, (groepsleerkracht), Poolster 6, 7782 ST De Krim (0524-571126), [email protected] Mw I.Woertel-Braakman (R.T.) , Wolfweg 26, 7777 RK Schuinesloot (0523-683267), [email protected] Mw. Lubbers-Visser, (groepsleerkracht) ’t Rak 25, 7761 GK Schoonebeek (0524-533354), [email protected] Mej. H. de Jonge, (groepsleerkracht), Het Hoekje 4c, 7913BC (0657806257), [email protected] Mw. H. Soepenberg-Dubbink, (groepsleerkracht), Tumelers 2, 7683 WL Den Ham (06-28425766), [email protected] Mej. J. Kerkdijk (groepsleerkracht), Acasia 7, 7742RP Coevorden (0657587060) 10.4

Activiteitencommissie.

Mw. A. Schonewille, Lutterveldweg 48, 7777RL Schuinesloot (0523-683695) Mw. A. Hofman, Schuineslootweg 65, 7777RJ Schuinesloot (0523-683901) Mw. J. Schlepers, Schuineslootweg 54ax, 7777RB Schuinesloot (0621560908) Mw. M Bakker, Lutterveldweg 7, 7777RM Schuinesloot (0613372011) Mw C. Moddejongen/mw. M.Lubbers, zijn contactpersonen voor school (0523-683053 [email protected] / [email protected]


55

11. Externe contacten. 11.1

Contacten voor nascholing en hulp bij ernstige gedrags- en/of leerproblemen

11.2

Schoolarts.

IJssel groep, Expertis, CPS, Weleducatief en nog vele andere instanties.

Onze school heeft te maken met de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio IJssel-Vecht. Rhijnvis Feithlaan 82, 8021 AN Zwolle (tel. 038-982670). De consultatiesbureaus zorgen ervoor dat enkele keren per jaar de dossiers van vierjarigen worden overgedragen aan de GGD, waardoor de zorg zonder onderbreking kan worden voortgezet. De volgende onderzoeken vinden plaats: In groep 2: preventief geneeskundig onderzoek door arts en assistente. In groep 6: een screening door de doktersassistente, gericht op groei, visus en kleurenzien. Aangevuld met een vragenlijst voor de ouders en een groepssignaleringslijst voor de leerkracht. Op basis van deze gegevens kan een leerling dan worden uitgenodigd door de verpleegkundige van het JGZ-team. Ook is er de schoolbrede signaleringslijst. Via deze lijst is het voor elke leerkracht mogelijk om zorgleerlingen aan te melden bij de Intern Begeleider. Deze IB-er kan deze leerlingen in het contact met de jeugdverpleegkundige bespreken, na eerst overleg met de ouders te hebben gehad. In het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs wordt gescreend aan de hand van een vragenlijst die door de leerling zelf wordt ingevuld. Daarna wordt op indicatie nader onderzoek verricht. De vragenlijst geeft ook zicht op problemen als alcohol- of drugsgebruik, gokverslaving. Zonodig kan actie worden ondernomen. De arts is mevr. H. Nijboer en de verpleegkundige is mevr. W. Spijker.

11.3

Schoolschoonmaak.

Het bestuur heeft een contract afgesloten met het schoonmaakbedrijf Klaas Harms (Vroomshoop.) In dienst van dit bedrijf is: Mw. G. Beuving

11.4

Logopedist.

Logopedie op school De Wegwijzer heeft samenwerkings- en kwaliteitsafspraken gemaakt met Connect logopedie, om logopedie op onze basisschool te organiseren. Waarom op de scholen? Door logopedische zorg op school te organiseren blijft uw kind in zijn/haar vertrouwde omgeving en mist hij/zij zo min mogelijk onderwijstijd. Daarnaast hebben de logopedisten van Connect intensief contact met de leerkracht en intern begeleider om de zorg voor uw kind nog beter af te stemmen. Zo maken wij samen de zorg effectiever en efficiënter. Connect logopedie op school Wanneer u logopedische ondersteuning voor uw kind wilt ontvangen, kan deze ondersteuning nu op school plaatsvinden. Dit kan betekenen dat u vragen heeft over uw kind of wilt dat uw kind logopedisch onderzocht wordt. Eventuele logopedische behandelingen hoeven niet meer plaats te vinden in de praktijk, maar kunnen ook op school (in een aparte behandelruimte net als in de praktijk) plaatsvinden. Dit kan onder schooltijd, maar ook na schooltijd. In overleg met u en school zoeken we de best passende mogelijkheid voor uw kind. Ouderbetrokkenheid Om een goede kwaliteit van zorg te garanderen bent u als ouder volledig betrokken bij de zorg voor uw kind en bent u bij minimaal de helft van de behandelingen aanwezig. Als ouder bent u ook verantwoordelijk voor het oefenen/herhalen van wat er in de logopedische behandeling wordt aangeboden. De behandelruimten zijn officiële dependances van de logopediepraktijk en hierdoor altijd toegankelijk voor u, ook tijdens de schoolvakanties. Als uw kind niet naar logopedie kan komen i.v.m. bijvoorbeeld ziekte, een schoolreisje, studiedag, etc, dan bent u als ouders verantwoordelijk voor de afstemming met de logopedist. Logopedie Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

56

De Connect logopedist kan ondersteuning bieden bij het leren spreken, begrijpen, vertellen en horen. Daarnaast leert uw kind nog andere vaardigheden, zoals eten, drinken en lezen. Op onze website www.connectlogopedie.nl kunt u meer lezen over deze onderwerpen. Praktisch Indien u gebruik wilt maken van de zorg bij Connect logopedie, dan kunt u zich (via de intern begeleider) bij ons aanmelden. Voor vergoeding is een verwijzing van de (huis)arts nodig. U kunt in overleg met de logopedist afstemmen of de logopedie het beste kan plaatsvinden onder of na schooltijd. Dit is afhankelijk van wat het beste is voor uw kind. Er vindt een vrijblijvende intake plaats om kennis te maken en uw vraag te bespreken. Vervolgens kunnen er spelenderwijs onderzoeken plaatsvinden. Aan de hand hiervan kan de logopedist advies geven over een eventueel vervolg. Met een verwijzing van uw (huis)arts wordt logopedie vergoed vanuit het basispakket. Samenwerkingspartners Naast Chrono werkt Connect logopedie ook samen met Welluswijs (kinderopvang), Carinova / GGD (consultatiebureau), Pento (audiologisch centrum), zorgverzekeraars en diverse partners in de eerste -en tweedelijns gezondheidszorg. Kwaliteit De logopedisten van Connect logopedie staan ingeschreven in het (basis)kwaliteitsregister paramedici en zijn lid van de NVLF. Elke Connect logopedist heeft een eigen specialisatie binnen de logopedie waarvoor hij of zij ingeschreven staat in verschillende landelijke registers. Door een optimale samenwerking tussen collega’s met de bijbehorende bij-/en nascholingstrajecten streven wij naar de best mogelijke kwalitatieve zorg voor uw kind. Hoe kunt u ons bereiken? Mocht u een vraag hebben dan kunt u vrijblijvend contact met ons opnemen. Natuurlijk geldt dit voor uw kinderen van alle leeftijden. U kunt ook een kijkje nemen op de website van Connect logopedie. U bent van harte welkom.

Connect Logopedie Tel: 038 - 420 20 10 Email: [email protected] Website: www.connectlogopedie.nl

Er zijn nog onderhandelingen bezig met de gemeente, de gemeente Hardenberg denkt de komende jaren te moeten bezuinigen op de logopediescreening.


57

bijlage 2 Schoolgids c.n.b.s. “De Wegwijzer”

58


59

Schoolgids c.n.b.s. De Wegwijzer 1

Recommend Documents