SCHOOL AT SEA – PEDAGOGISCHE ACHTERGROND School at Sea geeft leerlingen de kans om te ontdekken. Het ontdekken van de zee en het leven aan boord van een zeilschip. Het ontdekken van andere landen en hun bevolking, van zichzelf en van de anderen aan boord. Het doel van deze ontdekkingsreis is bij te dragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. Aan de groei van deze leerling tot een zelfbewust persoon, die met levenservaring en vertrouwen de wereld tegemoet treedt. School at Sea baseert zich op verschillende pedagogische en psychologische theorieën. In het hiernavolgende worden deze theorieën besproken, waarbij wordt aangegeven hoe ze zich verhouden tot het concept van School at Sea.
DE ONTWIKKELINGSFASEN VAN ADOLESCENTEN De methodiek van School at Sea houdt rekening met de ontwikkelingsfase van de leerlingen. Belangrijk is daarbij dat de leerlingen, jongeren in de leeftijd 15 tot 18 jaar, in hun adolescentie zitten. In deze fase maken jongeren veel ontwikkelingen door die onder te verdelen zijn in psychosociale ontwikkelingen (inzicht in zichzelf en anderen) en cognitieve ontwikkelingen (van het denken)1. Psychosociale Aspecten Ondanks dat er al eeuwen over de psychosociale ontwikkeling in de adolescentie wordt gedebatteerd, is er nog geen eenduidige theorie voor handen. Vooraanstaande onderzoekers binnen de adolescentiepsychologie, zoals Laurence Steinberg en Elizatbeth Chauffman, noemen vele aspecten2. Westenberg heeft deze samengevat in de vier volgende punten3: 1. Het vermogen om de eigen impulsen en emoties te controleren. 2. Ontwikkeling van autonomie in relaties met ouders en leeftijdsgenoten. 3. Toenemende capaciteit tot inleven in een ander en begrip hebben voor afwijkende standpunten. 4. Toenemende verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. Wat lange tijd miste aan de theorieën over de psychosociale ontwikkeling, is hoe die ontwikkeling verloopt. Onderzoek van Westenberg4 laat zien dat die te 1
e
Westenberg, P.M. (2008) De Jeugd van Tegenwoordig, diesoratie 433 dies natalis Universiteit Leiden. Leiden, 8 februari. 2 Steinberg, L. & Chauffman, E. (1996) Maturity of judgement in adolescence. Psychosocial factors in adolescent decision making. Law and Human Behavior. 20: 249-272. e 3 Westenberg, P.M. (2008) De Jeugd van Tegenwoordig, diesoratie 433 dies natalis Universiteit Leiden. Leiden, 8 februari. 4 Westenberg, P.M. e.a. (2000) Zinnenaanvullijst Curium (ZALC): Een instrument voor het meten van ego-ontwikkeling. Lisse: Swets & Zeitlinger. Westenberg, P.M. e.a. (2003) Sentence completion measurement of psychological maturity. In M.J. Hilsenroth & D.L. Segal (eds.), Personality Assessment (pp. 595-616). Volume 2 in
beschrijven is als schuivende panelen. De ontwikkeling is namelijk niet abrupt en verloopt niet voor alle jongeren in hetzelfde tempo. Westenberg onderscheidt vier panelen. Tot een jaar of 9 à 10 zijn kinderen nog echt kind; impulsief, aanhankelijk en afhankelijk, gericht op ouders en verzorgers voor instructie, sturing, verzorging en bescherming. 1. Het begin van de pubertijd kenmerkt zich doordat er focus komt op zelfredzaamheid en onaantastbaarheid; het zelfbeschermende paneel. 2. Tussen de 13 en 14 jaar, komt het conformistische paneel naar voren; het egocentrisme uit de vorige fase wordt ingeruild voor conformisme aan de peergroup. Wat anderen vinden, wordt net zo belangrijk als wat men zelf vindt. 3. Tijdens het 17 of 18e levensjaar komt het zelfbewuste paneel naar voren. Het conformisme van de vorige fase maakt plaats voor het eigen; eigen gevoelens, wensen en eigenschappen, ook als die verschillen van anderen in de omgeving. Er ontstaat een bewustzijn van het feit dat die verschillen tot conflicten kunnen leiden. 4. Het laatste paneel is het verantwoordelijke paneel. Het is moeilijk weer te geven rond welke leeftijd dit paneel naar voren komt, omdat de individuele verschillen groot zijn. De zelfobserverende houding maakt plaats voor zelfontplooiing en zelfverbetering. Een verschuiving dus van ‘wie ben ik’, naar ‘wie zou ik kunnen of moeten zijn’. De jonge volwassene neemt de verantwoordelijkheid voor de consequenties van het eigen gedrag. De psychosociale ontwikkeling loopt door tot het 24ste levensjaar en lijkt los te staan van lichamelijke en cognitieve ontwikkeling. Cognitieve Ontwikkeling Wanneer we kijken naar de cognitieve ontwikkeling (en daar zijn de onderzoekers het over het algemeen wel over eens), ontwikkelt zich in de eerste helft van de adolescentie een variëteit aan aspecten. Er is een enorme toename van kennis. Het werkgeheugen en de informatieverwerking verbetert zowel, wat betreft de efficiëntie als de capaciteit. Ruimtelijk inzicht verbetert en logisch redeneren komt op een hoger niveau. Daarnaast ontwikkelt zich een groter bewustzijn van het eigen denken en een toenemende capaciteit om het eigen leergedrag te sturen en controleren. Recent onderzoek5 laat zien waarom met name de ontwikkeling van de metacognitie, het sociale bewustzijn en het verantwoordelijkheidsgevoel langer doorlopen dan de puberteit. Dit heeft voornamelijk te maken met ontwikkeling van de hersenen, die we pas in actie kunnen bestuderen sinds de MRI scan zijn intrede heeft gedaan. Zo laat onderzoek6 zien dat het gedeelte van de hersenen dat betrokken is bij emoties, seksuele prikkelingen en stressgevoeligheid, ook M. Hersen, Comprehensive Handbook of Psychological Assessment. Hoboken, NJ: John Wiley & Sons. 5 Paus, T. (2005) Mapping brain maturation and cognitive development during adolecence. Trends in Neuroscience, 9, 61-68. 6 Crone, E. A. & Promotieonderzoek Linda van Leijenhorst (begeleiders: Evelien Crone en Michiel Westerberg). A neuro-cognitive analysis of decision-making: developmental changes and individual differences.
gekoppeld is aan gevoeligheid voor beloningen. Dat deel van de hersenen ontwikkelt zich eerder dan het gedeelte dat gevoelig is voor negatieve consequenties van gedrag. Dit verklaart dat het gedrag van tieners zoveel risicovoller wordt. De waargenomen kans op beloningen neemt enorm toe en ze hebben gewoonweg nog geen prikkel in hun hersenen die dit relativeert, dan wel in evenwicht brengt met de kans op negatieve gevolgen. Is opgroeien dan gewoon een kwestie van wachten? Nee. Onderzoek7 laat zien dat 50% genetisch is bepaald en 50% door omgevingsfactoren wordt beïnvloed. Het brein is trainbaar en de omgeving moet op het juiste moment de juiste prikkels aanbieden.
SCHOOL AT SEA EN DE PSYCHOSOCIALE EN COGNITIEVE ONTWIKKELING: Voor alle aspecten in de psychosociale en cognitieve ontwikkeling van 15- tot 18jarigen is ruimte binnen het concept van School at Sea. De psychosociale aspecten: 1) Het vermogen om de eigen impulsen en emoties te controleren. a) De vele nieuwe situaties en verschillende rollen die deelnemers vervullen (naast scholier en kind nu ook kapitein, stuurman, kok, groepsleider etc.). maken dat de deelnemers zichzelf ontdekken. De nieuwe ervaringen maken dat de deelnemers inzicht krijgen in hun gedrag, capaciteiten en mogelijkheden en hun grenzen leren kennen. b) Het leven aan boord draagt tevens bij aan het accepteren van het eigen lichaam en effectief bewegen. Het continu in beweging zijn aan boord (aanpassen aan de bewegingen door de golven, klimmen in de masten en het zetten, trimmen en bergen van de zeilen) heeft een belangrijke functie voor het lichaamsbewustzijn. Het ontbreken van spiegels en media maken dat de nadruk op uiterlijk en kleding enorm vermindert. Dit draagt samen bij aan het ontdekken, accepteren en waarderen van het eigen lichaam. Uit onderzoek blijkt dat de ontwikkeling van het lichaamsbewustzijn een positieve invloed heeft op de persoonlijkheidsontwikkeling8. 2) Ontwikkeling van autonomie in relatie met ouders en leeftijdsgenoten. a) Er is contact met de ouders mogelijk, maar die is beperkt tot e-mail en telefoon als we aan land zijn. De deelnemers zullen daardoor loskomen van de dagelijkse sturing door de ouders/verzorgers thuis.
7
Crone, E. A. & van der Molen (2004). Development of decision-making in school-aged children and adolescents: Evidence from heart rate and skin conductance analysis. Child development, 78, 1288-1301. 8 Tamboer, J. W. I. (1985). Proefschrift VU. Mensenbeelden achter bewegingsbeelden: kinantropologische analyses vanuit het perspectief van de lichamelijke opvoeding. Haarlem: De Vriescheborg.
b) De reis draagt eraan bij dat de deelnemers opnieuw vrienden gaan maken aan boord. Aan boord is een beperkt aantal mensen aanwezig en op basis van de ervaringen die de leerlingen aan boord opdoen, ontstaan verschillende relaties met alle anderen aan boord (zoals vriend, wachtmaatje, medestander in politieke discussies). 3) Toenemende capaciteit tot inleven in een ander en begrip hebben voor afwijkende standpunten. a) Het schip is een gesloten systeem en de leerlingen kunnen niet weg. Dat betekent dat men meningsverschillen niet uit de weg kan gaan. Normen en waarden worden pas eigen als leerlingen er zelf voor kiezen. Het lange verblijf aan boord zorgt ervoor dat de normen en waarden telkens opnieuw afgestemd moeten worden. Dat gaat gepaard met discussies over de richting waarin deze zich ontwikkelen. De leerlingen krijgen ruimte om deze discussies te voeren en richtingen uit te proberen. De docenten en bemanning zullen de grenzen goed bewaken. b) De expedities aan de wal brengen de leerlingen in contact met andere culturen. De expedities worden bewust zo ingericht dat er intensief contact is, in de vorm van gezamenlijk leven dan wel activiteiten ondernemen zodat andere culturen niet alleen bekeken maar ook beleefd en ervaren worden. Hierdoor kan de leerling zijn eigen normen en waarden ontwikkelen. 4) Toenemende verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. a) De structuur aan boord van een schip is zodanig dat de deelnemers voor zichzelf en elkaar moeten zorgen. Het schip is een minimaatschappij waarin iedereen nodig is om het schip te laten varen. Daarnaast is voor de meeste taken een team nodig om die uit te voeren waardoor onderlinge afhankelijkheid ontstaat. b) De ultieme verantwoordelijkheid ligt in de fase waarin de leerlingen het schip daadwerkelijk overnemen. De rollen van kapitein, stuurman, kwartiermeester, bootsman en machinist worden door de leerlingen vervuld. De vaste bemanning grijpt tijdens de scheepsovername alleen in als de veiligheid in het geding komt. c) School at Sea heeft een andere manier van kijken naar succes. Niet alleen de gewenste resultaten worden geteld als succes maar ook de acties die ondernomen worden om dit resultaat te behalen. Als je durft te leren van fouten, is het resultaat niet bepalend voor succes. Ook nieuwe inzichten en de mogelijkheid om te corrigeren en te leren van een fout is dan een vorm van succes. Deze andere houding maakt dat leerlingen op een totaal nieuwe manier gaan leren en leven. Verantwoordelijkheid nemen wordt een tweede natuur. School at Sea draagt actief bij aan de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. 1. Competentiegericht onderwijs, waarbij sociale competenties en vakcompetenties onderscheiden worden.
2. De verschillende vakken worden gegeven binnen een toepasbare context: wiskunde voor de astronavigatie, biologie aan de hand van de zee, Spaans en Frans om te communiceren met locale bevolking in het Caribische gebied. 3. De schoolvakcompetenties zijn op het niveau van schooljaar 4 van VWO/Gymnasium. 4. De sociale competenties zijn gedeeltelijk bij de psychosociale ontwikkelingen besproken. Daarnaast krijgen de leerlingen inzicht in de verschillende leer- en communicatiestijlen, feedback geven en ontvangen, het motiveren van anderen en de verschillende leiderschapsstijlen. 5. Projectonderwijs, waarbij onderscheid gemaakt kan worden naar: a) Zeevaartgerelateerd zoals: navigatie, astronavigatie, speltheorieën, zeevaartrecht, oceanografie, meteorologie, klimatologie, geschiedenis zeevaart, rituele en gebruiken van de zeevaart. b) Landen en culturen: geografie, cultuur (kunst, literatuur etc.), flora en fauna, geschiedenis, politiek, taal, leren omgaan met vreemden. c) Leren leren. De leerlingen worden zelf verantwoordelijk gemaakt voor hun leerproces. Ze leren reflecteren op ervaringen die zij opdoen, activiteiten plannen, inzicht krijgen in eigen (contra)productief gedrag. School at Sea sluit met haar programma aan op de huidige visie in de maatschappij van een leven lang leren. Dit vormt het antwoord op de steeds sneller veranderende samenleving. Het beeld van een aantal jaren school en dan een vak uitoefenen, vaak bij dezelfde werkgever, is verouderd. In de huidige maatschappij past het beter om uit te gaan van een leven lang leren 9. School at Sea en het ervaringsleren passen daar goed bij. De leerlingen zullen gestimuleerd worden om nieuwe situaties flexibel, constructief en met vertrouwen tegemoet te treden. Deze kwaliteit zullen zij hun leven lang kunnen gebruiken.
OUTWARD BOUND/ ERVARINGSLEREN Ervaringsleren is niet nieuw. Confusius verwoorde het als volgt: ‘Tell me and I will forget, show me and I may remember, involve me and I will understand.’ 10 Kurt Hahn11 was in zijn tijd wel vernieuwend toen hij zijn plan voor nieuw onderwijs formuleerde. Hahn ontwikkelde zijn ideeën door te kijken naar de 9
Voor meer informatie: http://www.leonardodavinci.nl, geraadpleegd 3 augustus 2010. Morgan, K. (2008) Experiential Perspectives. In: Spector, J.M. e.a. Handbook of research on educational communications and technology. Taylor & Francis Group, pp. 33-39. 11 Hahn, K. (1960) Outward Bound. Adress at the annual meeting of the Outward Bound Trust. 20 juli. (digitale versie geraadpleegd 4 augustus 2010: http://www.kurthahn.org/writings/obt1960.pdf) Hahn, K. (1965) Adress at the Founding Day Ceremony of the Athenian School. Danville, California, 21 november. (digitale versie geraadpleegd 4 augustus 2010: http://www.kurthahn.org/writings/athens.pdf) 10
tekortkomingen in de ontwikkeling van jongeren in de jaren dertig van de vorige eeuw. Zijn ideeën zijn verder ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog en ook vandaag de dag nog bruikbaar. Hahn formuleerde zijn basisprincipes als reactie op de door hem geïdentificeerde sociale ziekten in de toenmalige samenleving. De ziekten die hij identificeerde zijn: 1. Afnemende lichamelijke fitheid door moderne manieren van transport (auto, lift etc). 2. Afnemend eigen initiatief door een toenemende houding van toeschouwer. 3. Gebrek aan zorg en vaardigheden door de afgenomen tradities van vakmanschap. 4. Afgenomen zelfdiscipline door bereikbaarheid van stimulerende en verdovende middelen. 5. Afgenomen compassie door de toegenomen haast in de toenmalige maatschappij. In 1974, toen Hahn overleed, waren dit nog steeds actuele uitgangspunten en we hoeven niet ver te kijken om de bovenstaande ‘ziektes’ ook in onze tijd te herkennen. We noemen obesitas, depressiviteit, game- en gokverslavingen, e.d.12. Hahn noemde vier basisprincipes om deze ‘ziektes’ te voorkomen. 1. Lichamelijke training. Een belangrijk uitgangspunt van Hahn is dat het trainen van het lichaam kan leiden tot een gezondere geest. In sport kun je steeds beter worden door te trainen en zo is het mogelijk uiteindelijk een doel te behalen dat in eerste instantie buiten je bereik leek te liggen. Hierdoor neemt het zelfvertrouwen enorm toe. Leren door lichamelijke training en leren van je tekortkomingen ofwel ‘creating power to overcome’. 2. Expedities. Expedities dienen verschillende doelen. Ten eerste bevredigen de jongeren zo hun drang tot onderzoeken. Verder zullen zij leren van de verschillende aspecten van een expeditie: het plannen, voorbereiden en het uitvoeren. Ze zullen leren dat deze taken vastberadenheid en initiatief vereisen. Expedities kunnen zowel in kleine groepen als alleen worden ondernomen. Het verblijven en overleven in de natuur zal bijdragen aan het zelfvertrouwen, uithoudingsvermogen en doorzettingsvermogen. Hahn geeft daarbij aan dat juist de ervaring van alleen zijn veel nieuwe inzichten oplevert. 12
Lemmens, J. S. (2010) Proefschrift UvA. Causes and consequences of pathological
gaming. Strauss, R. (1999) Childhood Obesity. Current problems in pediatrics. 29, 1. Derenvensky, J. Gupta, R. (2004) Gambling problems in youth: theoretival and applied perspectives. New York: Kluwer Academic/Plenum Publishers.
3. Projecten. Het werken aan projecten op het gebied van kunst, muziek, vakmanschap en onderzoek kan verborgen kwaliteiten en interesses aan het licht brengen. Het normale schoolwerk met de daaraan verbonden examens zijn een prima training die de kwaliteiten van de leerling zichtbaar maken. Echter, buitenschoolse projecten en activiteiten kunnen verborgen kwaliteiten naar boven halen en zijn derhalve volgens Hahn een noodzakelijke aanvulling op het normale onderwijs. 4. Service aan anderen. Hahn noemt drie manieren om jongeren voor je te winnen. De eerste is overtuigen, de tweede is verplichten en de derde aantrekken. Het inzien van de voordelen van dienstbaarheid en het belangeloos inzetten voor anderen, leer je pas door dat te ervaren. De bereidheid om de eerste stap te zetten komt wanneer je ervaart dat je nodig bent of wanneer er een beroep op je wordt gedaan. Er is veel onderzoek gedaan naar de resultaten van ervaringsleren. Onderzoek van Kolb13 laat zien dat om te kunnen leren van experimenten en ervaringen, de volgende stappen noodzakelijk zijn: 1. De leerling moet bereid zijn actief betrokken te zijn bij de ervaring; 2. De leerling moet kunnen reflecteren over de ervaring; 3. De leerling moet in staat zijn om de ervaring te analyseren en concepten te ontwikkelen over de ervaring; 4. De leerling moet over beslissings- en probleemoplossende vaardigheden beschikken om de nieuwe concepten te kunnen toepassen.
OUTWARD BOUND & SCHOOL AT SEA De organisatie aan boord van de Tall Ships van School at Sea is gebaseerd op de vier elementen van Hahn14. Daarbij is wellicht het allerbelangrijkste dat leerlingen eigen verantwoordelijkheid krijgen. Dat geldt voor alle aspecten, variërend van het voorbereiden van de expedities aan de wal, tot en met de overname van het schip (waarbij de bemanning ingrijpt als de veiligheid in het geding is). Onderstaand wordt per element aangegeven hoe School at Sea daar invulling aan geeft. Lichamelijke training 13
Kolb, D.A. (1984) Experiential learning, experience as the source of learning and development. Prentice Hall. 14 Hahn, K. (1960) Outward Bound. Adress at the annual meeting of the Outward Bound Trust. 20 juli. (digitale versie geraadpleegd 4 augustus 2010: http://www.kurthahn.org/writings/obt1960.pdf) Hahn, K. (1965) Adress at the Founding Day Ceremony of the Athenian School. Danville, California, 21 november. (digitale versie geraadpleegd 4 augustus 2010: http://www.kurthahn.org/writings/athens.pdf)
De lichamelijke oefening bestaat aan boord uit een aantal verschillende aspecten. Voor zeilen zijn conditie, kracht en gezondheid erg belangrijk. Conditietraining zal bestaan uit ochtendgymnastiek aan boord om voor te bereiden op het lopen, fietsen en de duuroefening tijdens expedities. Kracht is nodig voor het zeilen: het zetten van de zeilen en het klimmen in de masten. Tot slot is er natuurlijk het aanpassen aan de verschillende bewegingen van het schip. Anders gezegd: nieuwe activiteiten gewaar worden en nieuwe gevoelens ontdekken. Ook belangrijk aan boord is gezonde voeding. De leerlingen zullen zelf eten klaarmaken zodat ze zien wat er in een gezonde maaltijd zit. Expedities School at Sea is in zijn geheel een expeditie maar deze zes maanden zijn voor de meeste leerlingen te lang om te overzien. Daarom zijn er verschillende kleinere expedities ingebouwd. Deze variëren van iets kleins, zoals met de bijboot naar de wal gaan, tot de grotere expedities. De leerlingen zullen zelf de gehele voorbereiding, planning en uitvoering organiseren bij het beklimmen van de berg Tide op Tenerife. Daar zullen ze in groepsverband overnachten, wat ze voorbereid op een andere uitdaging: het in je eentje overnachten in de natuur op de Azoren. Projecten School at Sea is zo georganiseerd, dat de leerlingen op alle deelterreinen aan projecten kunnen werken en zo hun talenten kunnen ontdekken. De deelterreinen zijn: − Schip- en scheepsonderhoud, schilderen, reparaties verrichten aan het tuigage en weerberichten verzorgen; − Leven aan boord. Inkopen doen en koken, roosters maken, overleg en inspraak organiseren maar ook kunst en theater maken om ervaringen over te dragen aan anderen. − Uitwisseling met andere culturen, informatie verzamelen over de landen die we bezoeken en hun bewoners, het bezoek voorbereiden en uitvoeren. Het verschil met de expedities is dat bij de expedities de ervaring met de natuur en het alleen zijn in de natuur centraal staan. Service aan anderen Bij School at Sea komt de dienstbaarheid zeer letterlijk terug. Op zee zijn alle schepen verplicht tot het verlenen van hulp aan andere schepen en hun opvarenden. Dat betekent dat er 24 uur per dag luisterwacht en uitkijk gehouden moet worden voor het geval een schip in nood is. Ook aan boord is men voor de veiligheid afhankelijk van elkaar. Elke dag wordt geoefend hoe te reageren in noodsituaties als: man over boord, schip zinkende, medische evacuatie. School at Sea past de stappen van Kolb toe15: concreet ervaren, waarnemen en overdenken, analyseren en abstract denken, actief experimenteren. Het is belangrijk deze vaardigheden zo vaak te trainen dat het automatismen worden, dat 15
Kolb, D.A. (1984) Experiential learning, experience as the source of learning and development. Prentice Hall.
de leerlingen ze internaliseren. Dat betekent dat elke ervaring geëvalueerd wordt waarbij de verschillende stappen doorlopen worden. Het resultaat is dat de leerlingen als vanzelf hun ervaringen gaan analyseren en gebruiken. De inhoud van wat geleerd wordt is even belangrijk als hoe er geleerd wordt.
Als je een schip wilt bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. In plaats daarvan, leer ze verlangen naar de enorme eindeloze zee – Antoine de St. Exupéry