21
schone lucht heeft een prijs: maar wie gaat die betalen? Arend de Jong
Dat de uitstoot van broeikasgassen moet worden teruggedrongen om
opwarming van de aarde tegen te gaan lijdt geen twijfel meer. Maar hoe? De vrije markt schiet daarin op klassieke wijze tekort: ze biedt geen tegenwicht aan de gevolgen van het gedrag van mensen die uit eigenbelang handelen. De ‘onzichtbare hand’ van Adam Smith werkt alleen als ergens een prijs op staat, maar het gebruik van schone lucht is vooralsnog gratis.
De overheid grijpt wel in met ‘strafmaatregelen’ - emissierechten en -beperkingen, uitstootplafonds en accijnzen - maar dat heeft onvoldoende effect. De vraag is hoe het gebruik van onze schone lucht als normale bedrijfsactiviteit kan worden opgezet, met andere woorden als businesscase kan worden ‘binnengehaald’. Moeten bedrijven niet gewoon gaan betalen voor het gebruik van schone lucht?
economische modellen houden geen rekening met nieteconomische waarden Schone lucht is gratis en telt dus niet mee. De crux van een business case is dat een bedrijf tot eigen voordeel bronnen consumeert, bijvoorbeeld geld of arbeid. Schone lucht gebruiken of vervuilen heeft voor bedrijven geen financiële gevolgen en dus heeft lucht geen economische waarde. Strikt genomen is lucht daarom niet eens een bron. Minder lucht gebruiken en vervuilen levert een bedrijf geen
Business cases hebben
meestal een horizon van enkele jaren. Het zijn bij uitstek instrumenten voor de korte tot middellange termijn, want langetermijnfactoren zijn te moeilijk beheersbaar om erin mee te wegen. En dat terwijl de gevolgen van de uitstoot van broeikasgassen zich pas na tientallen jaren of langer doen gelden. Verminderen bedrijven hun uitstoot niet, dan ondervinden ze daar direct voordeel van. Eventuele langetermijnvoordelen kunnen aan bedrijven niet worden gegarandeerd. Het ontbreekt in de business cases dus aan een reden om de uitstoot te verminderen.
165
Arend de Jong
business case: visie op de korte termijn
Schone lucht heeft een prijs: maar wie gaat die betalen?
voordeel op. Dat levert een irreële business case op.
indirecte factoren mogelijk van invloed, maar vaak tweeslachtig Indirecte factoren kunnen de business case soms forceren, maar blijven als prikkel te zwak. Consumentengedrag zou bijvoorbeeld tot andere aankoopbeslissingen kunnen leiden, want de publieke opinie is gekant tegen broeikasgassen. Maar mensen blijken niet erg standvastig als ze in hun consumptiegedrag dreigen te worden aangetast. Toen hoge brandstofprijzen een bedreiging voor de levensstijl van Amerikaanse consumenten begonnen te vormen, bleken die niet bereid hun consumptiepatroon op te geven, maar riepen ze - als een junk die de schuld van zijn verslaving bij zijn dealer legt - ertoe op producenten van fossiele brandstoffen aan te pakken. Een nog perverser gevolg van de opwarming van de aarde is een mogelijke vermindering van de vraag naar brandstof voor verwarmingen: die drukt de brandstofprijzen, waar dan weer een averechtse prikkel van uitgaat om meer te verbruiken.
hoe werkt die business case dan in de praktijk?
Voorbeelden uit
de auto- en de verzekeringsindustrie illustreren dat er een averechtse prikkel van hun business cases uitgaat zolang er niets gebeurt. Zonder ingrijpen blijven beide sectoren alleen maar risicomijdend gedrag vertonen in plaats van kansen te creëren.
auto-industrie
Om ervoor te zorgen dat risicofactoren in business cases worden
verdisconteerd, moeten die risico’s niet alleen worden ingeschat, bedrijven moeten ook weten welke positieve keerzijde er aan die risico’s is verbonden. Oftewel: wat levert het bedrijven op als ze bijdragen aan uitstootvermindering? Het World Resources Institute heeft een basismodel ontwikkeld waarmee de gevolgen van emissiestandaards voor auto’s kunnen worden vastgesteld. Het schat risico’s én kansen voor bedrijven in, want meet ook de positieve gevolgen die regulering heeft op de business drivers van bedrijven. De auto-industrie, waarvan de producten verantwoordelijk zijn voor bijna 10 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, verzet zich tot nu toe tegen maatregelen omdat die negatieve gevolgen voor haar business case lijken te hebben. Het is een kapitaalintenseerd om zich te verzetten tegen maatregelen die ingrijpen in zijn business case. Zo lobbyt de European Automobile Manufacturers Association (ACEA) bij de Europese Unie tegen de invoer van strengere uitstootregels vanaf 2015. Ze beroept zich op economische problemen en pleit ervoor emissiedoelen in de pas te laten lopen met de ontwerp- en productiecycli van haar eigen sector. Daarmee pleit ze er in feite voor de wetgeving te laten leiden door haar eigen business case, en niet door maatschappelijke behoeften. Gesteund door ‘onafhankelijk’ (door haarzelf geïnitieerd!) onderzoek, heeft de ACEA bij herhaling
Andersson Elffers Felix | Jaarboek 2009
sieve industrie met lange ontwerp- en constructiecycli. De sector heeft zich goed georgani-
166
aangegeven dat andere maatregelen, zoals biobrandstoffen en een aangepaste rijstijl, de uitstoot effectiever terugdringen dan innovaties voor eigen rekening. Redenen om de uitstoot te verminderen door de processen en de producten van de sector te veranderen schieten geen wortel in de businesscase van de sector en de ACEA biedt met relatief groot succes weerstand tegen gedwongen veranderingen.
Figuur 1: Effecten van interventie op business drivers in auto-industrie Driver
Risico
Kans
Kostenstructuur
Hogere onderzoeks-, ontwerp-, ontwikkeling- en productiekosten in geval van luchtbeprijzing
Efficiëntere fabrikanten hebben groter kostenvoordeel
Merkwaarde
Achterstand in ontwikkeling schone technologie kan merk schaden
Beeld van pionier op het gebied van klimaatverandering kan merkvermogen verbeteren
Innovatie
Druk op innovatievermogen in geval van luchtbeprijzing
Voortouw in koolstofarme technologieën vertaalt zich in pioniersvoordeel
Productsegmentatie
Fabrikanten in koolstofintensieve marktsegmenten zien verkopen/winst dalen in geval van luchtbeprijzing
Fabrikanten die koolstofzuinige auto’s produceren zullen verkopen en winsten zien toenemen
Figuur 1 laat zien dat reële en verwachte risico’s goed zijn voor het creëren van kansen. Die kunnen een positieve invloed op de business case van autofabrikanten hebben en bijdragen aan strategieën voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Interventie, bijvoorbeeld door het beprijzen van kooldioxide, is van cruciaal belang om emissie-uitstoot te veranderen van een collectieve kwestie (iets om tegen te zijn) in een
De verzekeringsindustrie produceert zelf nauwelijks
broeikasgassen, maar voelt juist al geruime tijd de noodzaak die terug te dringen, want heeft daar met haar specifieke business case alle aanleiding toe. In 1973 zette Munich Re. het onderwerp klimaatverandering voor het eerst op de agenda. Al aan het einde van de jaren tachtig voerden Europese en Aziatische verzekeraars besprekingen met het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Verzekeringsbedrijven, vooral zij die verzekeringen tegen de effecten van natuurrampen en extreme weersomstandigheden aanbieden, worden rechtstreeks getroffen door de gevolgen van klimaatverandering. Waarschuwingen uit de sector vinden steun in berichten over grote verliezen
167
Arend de Jong
verzekeringsindustrie
Schone lucht heeft een prijs: maar wie gaat die betalen?
competitieve kwestie (iets om in te investeren).
als gevolg van natuurrampen. Lloyds of London schatte dat de wereldwijde verliezen als gevolg van dergelijke rampen van 46 miljard dollar in 2004 waren gestegen tot 83 miljard in 2005. De sector beschikt duidelijk over een bijzondere business case om broeikasgasemissies te verminderen, maar ze beschikt nauwelijks over de macht om er iets tegen te doen. Figuur 2: Effecten van interventie op business drivers in de verzekeringsbranche Driver
Risico
Kans
Kostenstructuur
Stijgende kosten voor claims, vaststelling schade en noodzakelijk onderzoek
Extra inkomsten: hogere prijzen, grotere verzekeringsgeneigdheid
Merkwaarde
Minder dekking en hogere prijzen kunnen imago/merkvermogen aantasten
Groter merkvermogen door bescherming van klanten tegen gevolgen van klimaatverandering
Innovatie
Innovatiecapaciteit beperkt door onver zekerbare risico’s, overgang van verze keringsmarkt naar publieke sector
Nieuwe joint ventures met publieke sector voor expertise, risico-inschatting en bestrijding gevolgen. Investeren in infrastructuur alternatieve energie
Product segmentatie
Minder productsegmentatie, want sommige terreinen worden onverzekerbaar
Collectieve verzekeringen om plaatse lijke belangen te dienen; rechts bijstandsverzekering voor directeuren en medewerkers, verzekeringen voor onderbreking bedrijfsvoering
Nadere analyse van de verzekeringssector laat zien dat de sector marktkansen verliest naarmate de risico’s toenemen. Worden er vaker steeds grotere claims ingediend, dan zijn de risico’s niet meer te verzekeren. Onbetaalbare premies (bijvoorbeeld voor wie zich in Florida tegen orkanen wil verzekeren) of de kosten van incidentele gebeurtenissen die Nederland) beperken de marktmogelijkheden. Daardoor wordt de verzekeringssector in de armen van de publieke sector gedreven. Interventie, hetzij door openbare autoriteiten risico’s te laten afdekken hetzij door collectieve verzekeringen af te sluiten - waardoor mensen die wonen in gebieden die kwetsbaar zijn voor orkanen of overstromingen daar in feite een prijs voor betalen - kan leiden tot innovaties in een sector die toch al sterk is gericht op risicobeperking.
Andersson Elffers Felix | Jaarboek 2009
de gezondheid van de verzekeringsmaatschappijen zelf bedreigen (overstromingen in
168
luchtbeprijzing: de nieuwe industriële revolutie?
Doordat er
geen prijs staat op het gebruik van schone lucht faalt de markt en ondervinden partijen nadeel van een economische transactie waarin ze zelf niet direct betrokken zijn. Door het ontbreken van zo’n prijs wordt dit zo belangrijke, gemeenschappelijke goed achteloos verspild. Bestaande maatregelen om broeikasgassen te reduceren zijn doorgaans ingericht als strafmaatregel: boetes, belastingen, emissierechten die teruglopen. Ze genereren daarmee hun eigen weerstand en oppositie. Terwijl juist innovatie en productontwikkeling nodig zijn om voor een structurele oplossing te zorgen. Ingrijpen door bedrijven te laten betalen voor het gebruik van schone lucht is de sleutel tot de oplossing: het kantelt de situatie. Het gebruik van schone lucht wordt een logisch en natuurlijk deel van de business case. De mate waarin het gebruik van schone lucht het beste (productie)alternatief is, wordt onderdeel van marktwerking, niet van lobby en richtingenstrijd. En de rekening wordt werkelijk bij de vervuiler gelegd. Het motiveert bedrijven om creatief te innoveren. Het creëert nieuwe, gunstige omstandigheden voor technologische veranderingen die bijdragen aan natuurlijke groei, zoals stoomkracht, de verbrandingsmotor en microprocessoren dat ooit
169
Arend de Jong
Schone lucht heeft een prijs: maar wie gaat die betalen?
deden.