Orthopedie Behandeling
Scheefstand van de grote teen (Halux valgus)
Patiëntenvoorlichting 040 ‐ 239 8413
[email protected] Ort/ Scheefstand van de grote teen (Hallux valgus)/03‐07‐2009
2
Inhoud
Mogelijke behandelingen Voorbereiding op de operatie en de opname Krukken De operatie Na de operatie Weer op de afdeling Weer naar huis Complicaties en risico’s Wanneer moet u contact opnemen? Leefregels Tot slot
5 5 5 6 8 8 8 9 9 10 10
3
Behandeling
Scheefstand van de grote teen (Hallux valgus) Deze folder geeft u uitleg over de hallux valgus. Dit is een scheef‐ stand van de grote teen, die vaak gepaard gaat met een ontstoken en gezwollen knobbel (bunion).
Een hallux valgus komt voor bij tien procent van de bevolking, vooral bij vrouwen. Door deze afwijking kunt u pijnklachten ervaren, moeite hebben met het kiezen van schoe‐ nen en vervormingen aan de voor‐ kant van de voet krijgen. De be‐ handeling is afhankelijk van hoe‐ veel last u heeft. De oorzaken van een hallux valgus zijn niet duidelijk, maar een aantal factoren zijn wel bekend. 4
Genetische factoren: een brede middelvoet of een lange grote teen zijn kenmerken die gevoe‐ lig zijn voor deze afwijking Het dragen van bepaalde soor‐ ten schoenen: hoge hakken, schoenen met een puntig uit‐ einde die de middelvoet sa‐ mendrukken. Leeftijd : het ouder worden veroorzaakt een loslating van vezelstructuren en een verbre‐ ding van de middelvoet.
Mogelijke behandelingen In het beginstadium kunt u druk‐ plekken aan de zijkant van de grote teen voorkomen door aangepaste schoenen te dragen die vooraan voldoende breed zijn. Viltjes en ringpleisters kunnen hierbij ook helpen. Er bestaan kleine spalken die de scheefstand van de grote teen tij‐ delijk corrigeren. Deze spalken kunnen niet in de schoenen worden gedragen. Doordat deze spalken alleen een tijdelijke correctie ge‐ ven, worden ze zeer zelden ge‐ bruikt. Bij patiënten die blijvend pijn heb‐ ben ondanks aangepast schoeisel, wordt er een operatie voorgesteld. Hierbij worden de botjes van de teen rechtgezet en vastgezet met een schroefje. De harde zwelling aan de binnenzijde van de voet (‘bunion’) wordt verwijderd. De techniek die hierbij wordt toege‐ past hangt af van de grootte van de afwijking en de orthopeed. De in‐ grepen gebeuren meestal onder regionale verdoving( een ruggeprik) of een algehele verdoving. Na de ingreep mag u aan het einde van de dag naar huis.
Bent u echter pas laat op de mid‐ dag geopereerd, dan moet u vaak één nacht in het ziekenhuis blijven.
Voorbereiding op de operatie en de opname
Preoperatieve screening: U krijgt een uitgebreid gesprek met de anesthesist over de soort verdoving die bij u wordt gebruikt. Voor de pijnstilling na de operatie wordt met u de mogelijkheid van een zogeheten ‘poplitea blok’ bespro‐ ken. Dit is een speciale vorm van verdoving die vooral bestemd is om de pijn onmiddellijk na de operatie (12‐24uur) te verminderen. Op de dag van de operatie komt u nuchter naar het ziekenhuis. Dit betekent dat u vanaf 24.00 uur de nacht vóór de operatie niets meer mag eten, drinken of roken.
Krukken U mag na deze ingreep niet meer op de voet staan, dus u moet ge‐ bruik maken van krukken. U kunt krukken lenen bij een thuiszorg‐ winkel.
5
Belangrijk is het om uw voeten voor de operatie goed schoon te maken. Hiermee verkleint u de kans op een infectie na de operatie. U kunt hiervoor zorgen door: Nagels: Uw nagels moeten kortgeknipt en schoon zijn. U dient nagellak te verwijderen. Wondjes: Het is belangrijk dat er geen wondjes op de voeten, tenen en langs de nagels bevinden. Als er wondjes zijn, is er kans op een infectie en kan de ope‐ ratie mogelijk niet doorgaan. Als u hierover twijfelt neem dan contact op met de polikli‐ niek Orthopedie, of meld dit aan de verpleegkundige op de verpleegafdeling. Voetenbadje: Vóór de operatie moet u uw voeten schoonmaken met wa‐ ter en gewone zeep waarbij u met een borsteltje de nagels goed schoon dient te maken. 6
Hierna is het belangrijk niet meer met blote voeten op de vloer te lopen of te staan. Draag tot die tijd sokken.
De operatie
Tijdens de operatie worden de bot‐ jes van uw teen rechtgezet ("een osteotomie"). Met een fijn zaagje en beiteltje wordt de harde zwel‐ ling aan de binnenzijde van de voet (‘bunion’) verwijderd. De techniek die hierbij wordt toegepast hangt af van de grootte van de afwijking. De meest gebruikte technieken zijn de "Chevron osteotomie" en de " Scarf osteotomie" van het middenvoets‐ been en de "Akin osteotomie" van het basiskootje, genoemd naar hun uitvinders. Met fijne pinnetjes of schroefjes worden de beentjes vastgezet tot ze genezen zijn in de juiste stand. De schroefjes kunnen blijven zitten tenzij ze last geven, maar dit komt bijna niet voor.
Chevron osteotomie Hierbij wordt een knobbel aan de basis van de grote teen verwijderd en de stand van de grote teen gecorrigeerd. De grote teen wordt doorgezaagd en vastgezet met een schroef. Scarf osteotomie Hierbij wordt eenderde deel van het kootje van de grote teen Z‐ vormig doorgezaagd en verplaatst zodat de teen rechter komt te staan. De botjes worden weer aan elkaar vastgemaakt met twee schroeven. Akin osteotomie In combinatie met de chevron‐ operatie of de basis‐ osteotomie wordt soms de akin‐techniek gebruikt. Hierbij wordt er een wigje gemaakt (en dus een deel verwijderd) in het basis‐ gewricht van de grote teen om zo de stand van de teen te corrigeren. Dit wordt weer vastgezet met een krammetje (soort nietje).
7
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uit‐ slaapkamer. Hier wordt u heel goed in de gaten gehouden: uw bloed‐ druk, polsslag en ademhaling wor‐ den regelmatig gecontroleerd. Na één tot twee uur, als u goed her‐ steld bent, gaat u weer terug naar uw kamer op de afdeling. Om na de operatie uw pijn te ver‐ minderen wordt meestal een popli‐ tea blok gegeven. Dit is een verdo‐ ving van de zenuw in de knieholte die naar de voet loopt, door een injectie. Deze verdoving geeft on‐ geveer 24 uur pijnstilling.
Weer op de afdeling
Op de afdeling controleren wij uw bloeddruk, hartslag en wond re‐ gelmatig. Het kan zijn dat u nog wat slaperig of suf bent. Sommige pati‐ enten voelen zich na de operatie misselijk en hebben geen zin in eten. In uw arm zit nog het infuus. U ligt op een zachte matras om de kans op doorliggen zo klein moge‐ lijk te houden. U mag in bed zowel op uw rug, als op uw linker‐ en rechterzijde liggen. 8
Na de operatie is een drukverband om de voet aangebracht. Dit moet twee weken blijven zitten. U mag gedurende de eerste twee weken niet op de voet gaan staan. U moet dus met krukken lopen. Hierna mag u gedurende de volgende vier we‐ ken met behulp van een speciale voorvoet ontlastende schoen (de Darco schoen) op de voet gaan staan en lopen. Soms is het makke‐ lijk voor het evenwicht te bewaren om de krukken te blijven gebruiken. Gedurende twee weken moet u een keer per dag 1000 mg vitamine C innemen. Dit wordt gedaan ter voorkoming van ‘dystrofie’. Dit is een aandoening waarbij uw bloed‐ vaten en zenuwen zodanig ge‐ stoord zijn na de operatie, dat deze roodheid en pijn veroorzaken.
Weer naar huis
Meestal kunt u na een dag het zie‐ kenhuis weer verlaten. U krijgt dan de volgende papieren mee: Een controleafspraak op de polikliniek Orthopedie bij de Nurse Practitioner, twee weken later. Deze verwijdert de hech‐ tingen en bespreekt met u de nabehandeling.
Een controleafspraak met de orthopeed, ongeveer zes we‐ ken na de operatie.
Complicaties en risico’s
Infecties Er kan een infectie ontstaan. Bij een infectie krijgt u pijn en roodheid van de wond en temperatuur ver‐ hoging. De kans hierop is echter erg klein. Trombose en longembolie Omdat u tijdens en vlak na de ope‐ ratie veel stil ligt in bed en dus minder loopt, kan er trombose ontstaan. Bij trombose ontstaan er bloedstolsels in de bloedvaten. Als bloedstolsels een bloedvat afslui‐ ten, ontstaat een embolie. Het weefsel dat door dit bloedvat wordt voorzien van zuurstof, krijgt dan te weinig bloed. Hierdoor kan schade aan dat weefsel ontstaan. In het ziekenhuis krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose. Nabloedingen zwelling Er kan een nabloeding en zwelling optreden. Daarom is het belangrijk de eerste twee weken uw voet goed hoog te houden en zoveel mogelijk te rusten. Zwelling van de voet, kan zeker drie tot zes maan‐
den aanhouden. Dit is normaal en verdwijnt spontaan. Zenuwletsel Er kan een huidzenuw beschadigd raken omdat er sneden in de huid worden gemaakt. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd van‐ zelf, soms zijn ze blijvend. Niet vastgroeien van het bot Soms is het mogelijk dat de botui‐ teinden niet goed vastgroeien dit heet een ‘nonunion’ (het bot is niet goed geheeld). Patiënten die roken hebben een verhoogd risico hierop, daarom wordt geadviseerd te stop‐ pen met roken.
Wanneer moet u contact opnemen?
U dient contact op te nemen met de polikliniek Orthopedie, als een van de onderstaande problemen ontstaan. In overleg met uw be‐ handelend arts wordt dan bekeken wat er eventueel moet gebeuren: Als de wond gaat lekken; Als de wond rood of dik wordt en/of meer pijn gaat doen;
9
Als u temperatuur verhoging krijgt boven de 38 graden Cel‐ sius en zich daarbij niet goed voelt.
U kunt de polikliniek Orthopedie tijdens kantooruren bereiken via telefoonnummer 040‐ 239 7180. Daarbuiten moet u in bovenstaan‐ de gevallen contact opnemen met de spoedpost.
Leefregels
Het is belangrijk dat u zich de eer‐ ste twee weken aan de volgende leefregels houdt, tenzij uw arts dit anders met u heeft afgesproken. U mag de eerste twee weken niet op de geopereerde voet staan. U mag alleen lopen met behulp van de krukken die u zelf regelt en meeneemt naar het ziekenhuis. U heeft van de afdeling een zogeheten ‘Darcoschoen’ mee‐ gekregen. U mag deze pas twee weken na de operatie gaan dragen. Deze ‘darcoschoen’ moet u gedurende vier weken gebruiken als u staat of loopt. Als u dat prettig vindt, mag u daar de krukken bij gebruiken. Deze schoen neemt u mee als u op controle komt na twee we‐ ken. 10
Wondverzorging: De wond moet de eerste twee weken droog blijven. Na twee weken worden uw hechtingen verwij‐ derd op de polikiniek Orthope‐ die, tijdens de controleafspraak met de nurse practitioner. Houdt u aan de gebruiksvoor‐ schriften voor de pijnstilling die u meekrijgt vanuit de afdeling U mag niet fietsen/ autorijden gedurende de eerste zes we‐ ken na de operatie. Dagelijkse werkzaamheden: zittend werk is toegestaan na twee weken. Lopend werk is toegestaan na zes weken.
Tot slot Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen over de operatie en behandeling? Aarzel dan niet om te bellen naar de receptie van de poli‐ kliniek Orthopedie 040‐239 7180. Dit nummer kunt u eveneens (tijdig) bellen als u om dringende redenen uw afspraak niet kunt nakomen. Voor verdere informatie kunt u ook de volgende websites bekijken: www.catharinaziekenhuis.nl www.orthopaedie.nl
.
11