Hallux Valgus
Hallux valgus (Vergroeiing van de grote teen) Een hallux valgus is een voetafwijking waarbij de grote teen (hallux) naar buiten wijst. waardoor het eerste middenvoetsbeentje naar binnen wordt geduwd. Door de scheefstand van de grote teen steekt het kopje van het eerste middenvoetsbeentje steeds meer uit. Dit veroorzaakt dan een “bobbel”, ook wel “bunion” genoemd, die meer of minder pijnlijk kan zijn vooral bij het dragen van schoeisel. Nauwe schoenen ter hoogte van de tenen en hoge hakken verslechteren de stand van de voorvoet en grote teen. Ook kan door de scheefstand van de grote teen de tweede teen als het ware verdrongen worden, waardoor, door de lokale druk, pijn ontstaat in de tweede teen. Ook een zogenaamde hamerteenmisvorming kan hierdoor worden veroorzaakt. Als het bot dat de grote teen en de voet met elkaar verbindt een grote bult heeft, kunt u een vergroeiing van de grote teen (hallux valgus) hebben. Het dragen van schoenen is altijd pijnlijk. Hoe groter de bult wordt, des te pijnlijker is het lopen. De grote teen buigt naar de tweede teen toe, of kan er zelfs onder komen te staan. De huid onder uw voet kan dikker en pijnlijker worden. De druk van de grote teen kan de tweede teen van zijn plaats duwen. Soms kan hij de derde teen zelfs overlappen. Bij een vergroeiing in een vergevorderd stadium ziet de voet er misvormd uit. Als de vergroeiing van de grote teen te ernstig wordt, kunnen problemen bij het lopen optreden. De pijn kan chronisch worden en gewrichtsontsteking kan het gevolg zijn.
Oorzaken De precieze oorzaak van het ontstaan van een hallux valgus is niet bekend. Waarschijnlijk spelen meerdere oorzaken een rol, zoals schoeisel, erfelijkheid en slapte van de gewrichtskapsels. Vrouwen ontwikkelen 10 maal vaker een hallux valgus dan mannen. De meeste klachten van een hallux valgus treden pas op na het 40e levensjaar.
Symptomen Klachten kunnen zijn: - Pijn en ontsteking over het bunion; - Toenemende zwelling; - Beperkte functie; - Problemen met schoenen; - Pijn in de voorvoet; - Problemen en pijn van de overige tenen.
Diagnose Bij onderzoek in stand is de bunion en scheefstand van de grote teen goed zichtbaar. Soms wordt de tweede teen door de grote teen weggedrukt en is er al een hamerteen ontstaan. Een enkele keer ontstaat er een gewrichtsontsteking en soms zelfs een ontwrichting aan de basis van de tweede teen. Ook kan er pijnlijke eeltvorming onder gewricht optreden. De functie van het basisgewricht van de grote teen kan soms bij forse afwijkingen beperkt zijn.
Op de röntgenfoto kan men exact beoordelen in hoeverre de grote teen uit zijn gelid staat en welke operatieve correctie moet worden verricht.
Behandeling De meeste mensen met een hallux valgus hebben weinig of geen klachten. Behandeling is dan uiteraard niet nodig. Preventief opereren, omdat de afwijking anders erger zou worden, is geen goede reden voor operatieve behandeling. Als de afwijking in de loop der jaren erger wordt, wat meestal het geval is, en als er wel klachten ontstaan zijn, kan altijd nog een operatieve behandeling verricht worden.
Conservatieve behandeling -
-
In principe hoeft een pijnlijke bunion alleen maar extra schoenruimte voor de voorvoet te krijgen. Druk op de bunion door het schoeisel verergert immers de zwelling van de slijmbeursontsteking en de pijn. De schoenen kunnen soms ook opgerekt worden; Een supplement (steunzool) ter verbetering van de voorvoet en ontlasting van de tweede teen; Tijdelijk gebruik van drukontlastende viltpleisters.
Operatieve behandeling Als de klachten van een patiënt niet verdwijnen na adequate conservatieve maatregelen kan een operatie worden overwogen. Pijn is de belangrijkste reden om te opereren. Meestal is de standsafwijking redelijk fors alvorens tot een operatie wordt overgegaan. Een operatie mag nooit alleen op basis van cosmetische argumenten worden uitgevoerd. Afhankelijk van de ernst van de hallux valgus zal een operatie worden voorgesteld door uw orthopedisch chirurg. Meer dan honderd verschillende methoden zijn voor de correctie van een hallux valgus ontwikkeld. Slechts een paar operaties, waarbij meestal het bot wordt doorgezaagd en in een betere stand wordt vastgezet, worden tegenwoordig met goede resultaten uitgevoerd. De operaties kunnen vaak in dagbehandeling en met regionale verdoving worden gedaan.
Chevron-operatie De chevronoperatie kan een milde tot matige hallux valgus corrigeren. Ter hoogte van de hals van het kopje van het eerste middenvoetsbeentje wordt het bot in een V-vorm doorgezaagd. Vervolgens wordt het kopje richting de tweede teen opgeschoven en vastgezet. Hierdoor wordt de voorvoet minimaal 5 tot 8 mm smaller. Het grote voordeel van de chevronoperatie is dat patiënten snel, vaak binnen een week, hun voet op de hak weer kunnen belasten. Soms wordt de chevronprocedure gecombineerd met een Akin-operatie, waarbij ook het basiskootje wordt doorgezaagd en gecorrigeerd.
Basis-osteotomie (osteotomie betekent doorzagen van bot) van het eerste middenvoetsbeentje met correctie van de bunion. Bij deze operatie wordt een deel van de bunion verwijderd. Tegelijkertijd wordt ook het weefsel, dat te strak zit rondom het basisgewricht van de grote teen, gecorrigeerd. De grootste correctie wordt echter verkregen door de basis van het eerste middenvoetsbeentje door te zagen. Hierna wordt het beentje verplaatst naar het tweede middenvoetsbeentje en meestal gefixeerd met een schroef. Deze ingreep kan veel meer correctie geven dan een chevronoperatie.
Arthrodesis (gewricht vastzetten) van het basisgewricht van de hallux. Een arthrodesis wordt uitgevoerd bij ernstige vormen van hallux valgus. Meestal is er forse slijtage van het gewricht en is het gewricht pijnlijk. Door het gewricht met een plaatje en schroeven vast te zetten, kan behalve de pijn ook de stand goed behandeld worden. Patiënten hebben relatief weinig last van het vastgezette gewricht en kunnen hun voet weer krachtiger afzetten.
Na de operatie In het algemeen hebt u na de operatie een speciaal voetverband met een gipsspalk. Daarnaast wordt u voet direct na de operatie hoog gelegd op kussens om zoveel mogelijk zwelling van de voet te voorkomen. Bovendien krijgt u medicijnen om de zwelling te verminderen. Regelmatig wordt de bloedcirculatie, beweeglijkheid en het gevoel gecontroleerd. Door zwelling kan namelijk het verband te strak gaan zitten waardoor zenuwen en bloedvaten in de knel kunnen raken. Mocht u dit merken moet u dit direct laten weten. Meestal vinden ingrepen aan de voet in dagverpleging plaats. Een enkele keer is dit echter niet mogelijk door misselijkheid en/of pijn, zodat u beter een nachtje in het ziekenhuis blijft. De eerste 10 tot 14 dagen is het uitermate belangrijk om veel te rusten en de voet hoog te leggen om zwelling en wondproblemen te voorkomen. Door de rust en gipsimmobilisatie bestaat er een verhoogde kans op trombose. U krijgt daarom ook elke dag een injectie om trombose te voorkomen. In het algemeen mag u de eerste twee weken na de operatie de voet niet belasten. De fysiotherapeut leert u met krukken lopen. Wanneer het lopen goed gaat en de pijn voldoende onder controle is kunt u naar huis. Na ongeveer twee weken hebt u een controle afspraak voor de gispkamer gekregen. De spalk en het verband worden dan verwijderd. Als de wond goed is genezen kunnen dan de hechtingen worden verwijderd. Afhankelijk van de verrichte ingreep krijgt u dan een “loopgips” of speciale loopschoen, waarmee u enigszins kunt belasten. U wordt door de gipsmeester hierover geïnstrueerd. Na ongeveer 6 weken zal er een röntgenfoto worden gemaakt, krijgt u een elastische kous, en mag u in het algemeen weer gaan belasten bij voldoende genezing van het bot en wordt het pinnetje verwijderd. Het beste voert u dit geleidelijk op, afhankelijk van de reactie van uw voet. Wisselbaden, afwisselend warm en koud, kunnen het verdere herstel bevorderen. Ook mag u geleidelijk weer schoenen gaan dragen, naarmate uw voet dit verdraagt. Na enige tijd wordt u nog een keer gecontroleerd op de polikliniek. Afhankelijk van de verrichte ingreep en de vorm van uw voet is dan soms nog een zool- en/of schoenaanpassing nodig.
Complicaties Bij alle chirurgische ingrepen is er een kleine kans (+ 10%) kans op complicaties: - Infectie van de wond (meestal goed te behandelen); - Nabloeding; - trombose; - Soms ontstaat er een plekje met gevoelloosheid aan de voet door beschadiging of verkleving van een huidzenuw door de ingreep; - Een stijver gewricht; - Een pijnlijker gewricht; - Een onvoldoende (met later recidief van de afwijking) of overmatige correctie.
Tot slot Mocht u nog vragen hebben stel deze dan aan uw behandelend arts of de verpleegkundige orthopedie. Tel. Secretariaat orthopedie: 0599-654515 Tel. Refaja ziekenhuis: 0599-654654