Hallux valgus-operatie Operatie bij een afwijkende stand van de grote teen
Hallux valgus-operatie U heeft met uw orthopedisch chirurg afgesproken dat u binnenkort wordt opgenomen voor een operatie aan de grote teen (hallux valgus). U leest in deze brochure: • over de operatie aan de grote teen (hallux valgus); • over de anesthesie (verdoving of narcose); • wat er gebeurt voor, tijdens en na de operatie; • welke complicaties kunnen voorkomen tijdens of na de operatie. Deze brochure is bedoeld als samenvatting van wat uw arts u heeft verteld. Leest u alles nog eens rustig na. Als u vragen heeft over de operatie, belt u met de doktersassistente. Wat is hallux valgus? Hallux valgus is een afwijkende stand van de grote teen. Door deze afwijkende stand is er een knobbel ontstaan. De grote teen wijst naar buiten en de knobbel zit aan de binnenkant. Vooral door de druk van de schoen ontstaat er pijn in de knobbel. Bovendien is er vaak pijn in het gewricht doordat dit teveel belast wordt.
,
1
Meer dan de helft van de vrouwen in Nederland heeft een afwijkende stand van de grote teen. Deze vergroeiing is normaal gesproken te wijten aan het dragen van nauwe, te krappe schoenen en hoge hakken. Wat zijn de behandelingsmogelijkheden? Als u een hallux valgus heeft, draag dan ruime schoenen. Dat voorkomt druk en verlicht de ergste pijn. Vermijd schoenen met een smalle voorvoet en/of hoge hakken. Kies voor schoenen van zacht leer, zonder naden aan de kant van de knobbel. U kunt uw schoenen ook professioneel laten oprekken, beschermende kussentjes gebruiken of steunzolen en/of orthopedische schoenen dragen. Als bovengenoemde maatregelen onvoldoende helpen, is een operatie vaak de enige oplossing. Tijdens de operatie corrigeert de orthopeed de afwijkende stand van de grote teen. De teen staat dan weer goed, de pijn vermindert en er is weer ruimte voor de voet in de schoen. Een langdurige herstelperiode (ongeveer drie maanden) is normaal: er is vaak sprake van zwelling en stijfheid. Na de revalidatieperiode kunt u de voet weer normaal bewegen. Pre-operatief spreekuur (P.O.S.) Na het besluit tot een operatie gaat u naar de afdeling opname. Daar krijgt u een afspraak mee voor een gesprek met de verpleegkundige van het pre-operatief spreekuur (P.O.S.). Deze afspraak is ruim voor uw opname. Tijdens het gesprek met de verpleegkundige krijgt u informatie over nuchter blijven en medicijngebruik voor opname. Soms vindt er aanvullend onderzoek plaats, zoals bloedonderzoek en hartfilmpje.
,
2
Anesthesie (verdoving of narcose) De operatie vindt plaats onder regionale verdoving (ruggenprik) of algehele anesthesie (narcose). De anesthesist kan de regionale verdoving combineren met een slaapmiddel waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. U kunt uw voorkeur tijdens het pre-operatief spreekuur bespreken. Meer informatie vindt u in de brochure ‘Anesthesie’. Deze brochure heeft u van de afdeling opname ontvangen. Voorbereiding thuis Nuchter blijven Afhankelijk van het tijdstip van de operatie, moet u vanaf een bepaald moment nuchter blijven. U heeft hiervoor instructies gekregen tijdens het pre-operatief spreekuur. Elleboogkrukken lenen Na uw opname heeft u elleboogkrukken nodig. U kunt deze krukken met een geldig legitimatiebewijs lenen bij de thuiszorgwinkel. Meer informatie vindt u op: www.zuidzorg.nl/diensten/thuiszorgwinkel (‘servicepunten’). Vervoer Na opname kunt u niet zelf deelnemen aan het verkeer. Regel daarom van tevoren dat iemand u met de auto ophaalt. Voor de operatie Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich bij de receptie. Daar wordt u doorverwezen naar de afdeling dagbehandeling. Na ontvangst op de afdeling heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige. Tijdens dit gesprek krijgt u informatie over de afdeling en de operatie. De operatie Tijdens de operatie corrigeert de orthopeed de stand van uw teen. Een schroefje in het bot van uw teen zorgt ervoor dat de teen in de juiste stand blijft tijdens de genezing. Dit schroefje blijft in uw teen zitten, het hoeft niet verwijderd te worden. ,
3
De arts hecht uw voet meestal met oplosbare hechtingen. Deze hechtingen lossen na zes tot acht weken vanzelf op. Afhankelijk van het verloop tijdens de operatie kan de arts verschillende operatietechnieken toepassen. De ingreep duurt ongeveer 30-45 minuten. Na de operatie Na de operatie heeft u een infuus, om u voldoende vocht toe te kunnen dienen. Afhankelijk van het verloop tijdens de operatie heeft u een drukverband of gips om uw voet. Uw voet en tenen kunnen in het begin nog wat gezwollen en pijnlijk zijn. Om te voorkomen dat uw onderbeen heel dik wordt, is het voeteneind van uw bed verhoogd. Opnameduur U ligt op de afdeling dagbehandeling. Als alles goed gaat, mag u dezelfde dag weer naar huis. Adviezen voor thuis • Bij pijnklachten mag u thuis 3 á 4 maal daags 2 tabletten paracetamol 500 mgr. gebruiken. Eventuele andere pijnmedicatie gebruikt u volgens voorschrift arts. • Het is belangrijk dat u een dag na de operatie begint met het oefenen van uw voet en tenen. Draai geregeld rondjes met uw voet en wiebel met uw tenen, op geleide van de pijn. • Leg uw voet de eerste dagen zoveel mogelijk hoog. Dit helpt om de zwelling en gevoeligheid te verminderen. • Over het algemeen loopt u de eerste week na de operatie onbelast, met elleboog-krukken. U mag op uw hak steunen. Als u de verbandschoen hebt meegekregen mag u daarop lopen. • U mag de eerste week niet autorijden. • Een drukverband om uw voet blijft meestal drie tot zeven dagen zitten. Gips blijft in het algemeen veertien dagen zitten. • Uw voet mag tot die tijd niet nat worden. U mag daarom niet in bad. Wilt u douchen, doet u dan een plastic zak om het drukverband of gips en sluit de zak goed af.
,
4
•
•
• •
U krijgt een controle afspraak na 1 á 2 weken op de polikliniek (bij gips in combinatie met de gipsmeester). De orthopeed of doktersassistente verwijdert het drukverband en indien nodig de hechtingen. Heeft u gips dan wordt dit verwijderd door de gipsmeester. U krijgt een verbandschoen aangemeten (zie de foto’s op pagina 5). De daaropvolgende vier tot vijf weken loopt u met de verbandschoen. Door de verbandschoen komt de voorvoet niet op de grond, zodat deze niet of nauwelijks wordt belast. Het kan vaak nog zes tot acht weken duren voordat u weer een slanke voet heeft. Het duurt meestal zes tot twaalf weken voordat de voet weer mooi soepel beweegt.
verbandschoen
Werk en sport In overleg met de orthopeed of doktersassistente wordt gekeken wanneer u weer kunt gaan werken. Dit is afhankelijk van het soort werk dat u doet. Ook het moment waarop u weer kunt sporten, is afhankelijk van het type sport dat u beoefent.
,
5
Mogelijke complicaties Bij elke operatie kunnen complicaties optreden. Bij een operatie aan de grote teen komen die gelukkig zelden voor. Complicaties kunnen zijn: een nabloeding of ontsteking. Neem contact op met het ziekenhuis: • Als de hele voet dik wordt en/of meer pijn gaat doen. • Als het onderbeen, ondanks hoogleggen, opeens heel erg dik en pijnlijk wordt. • Als u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit tevoren goed mogelijk was. • Bij het ontstaan van koorts (boven 38,5°C). Belangrijke telefoonnummers Voor algemene of medische vragen, tijdens kantooruren: Doktersassistenten (040) 888 59 49 Bij ziekte/verhindering vóór opname: Polikliniek Orthopedisch Centrum Máxima
(040) 888 86 00
Bij complicaties na opname: • Tijdens kantooruren: Polikliniek Orthopedisch Centrum Máxima (040) 888 86 00 •
’s Avonds of in het weekend: Afdeling spoedeisende hulp, locatie Veldhoven
(040) 888 88 11
Notities Heeft u vragen over uw behandeling? We raden u aan ze hier op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet.
,
6
Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Locatie Eindhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90 052 5600 PD Eindhoven
Locatie Veldhoven: de Run 4600 Postbus 7777 5500 MB Veldhoven
De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. © MMC.220.217_10_11