SCHAKELPROGRAMMA SOCIOLOGIE
Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College Sociale Wetenschappen/Graduate School of Social Sciences Opleiding Sociologie, Bushuis Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Januari 2012 -1-
De brochure die nu voor u ligt, bevat informatie over onder meer het programma, de toelating en de kosten van het schakelprogramma Sociologie die wordt aangeboden door de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. De gegevens in deze gids zijn gebaseerd op hetgeen in oktober 2011 bekend was over de inrichting van de Sociologieopleiding. De (module)informatie in deze brochure wordt dan ook gegeven onder voorbehoud; men kan aan de inhoud van deze brochure geen rechten ontlenen. Het is goed mogelijk dat er nog wijzigingen plaatsvinden in het curriculum of de kosten. Aira Bagmeijer Margreet van der Ham Januari 2012 -2-
ALGEMENE INFORMATIE Het schakelprogramma Sociologie is een speciaal ontwikkeld programma voor hbo-afgestudeerden en degenen die een niet aan Sociologie verwante universitaire bachelor- of masteropleiding afgerond hebben en de master Sociologie willen volgen. In het schakelprogramma worden de kennis en vaardigheden eigengemaakt die voor het volgen van de master noodzakelijk zijn. Na afronding van alle vakken van het schakelprogramma ontvangt de student een toelatingsverklaring tot de master Sociologie. Na voltooiing van de master Sociologie krijgt men de masterbul en mag men de titel ‘Master of Science’ in Sociologie voeren.
Toelatingseisen premaster Sociologie voor studenten met een hbo-diploma
Met een hbo-bachelordiploma van een aan Sociologie verwante opleiding wordt u toegelaten tot het schakelprogramma Sociologie. Niet elk hbo-diploma geeft dus toegang tot het schakelprogramma! Met de volgende hbo-diploma’s wordt u direct toegelaten tot het schakelprogramma Sociologie: - Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) - Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) - Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) - Human Resource Management (HRM) / Personeel & Arbeid (P&A) - Lerarenopleiding Maatschappijleer (tweedegraads) - Journalistiek Hebt u een ander hbo-diploma, dan wordt uw aanmelding beoordeeld door de examencommissie Sociologie. Zij bepaalt of u op basis van uw vooropleiding en motivatie wordt toegelaten tot het schakelprogramma Sociologie.
Toelatingseisen premaster Sociologie voor studenten met een wo-diploma
Met een wo-bachelordiploma wordt u toegelaten tot het schakelprogramma Sociologie. Mogelijk krijgt u op basis van uw voorafgaande wo-bachelor vrijstelling voor (een deel van) het schakelprogramma Sociologie, bijvoorbeeld voor de methodologische vakken van het schakelprogramma, of wordt u toegelaten tot een verkort schakelprogramma. Voor meer informatie over het aanvragen van vrijstellingen en het verkorte schakelprogramma, kunt u contact opnemen met de studieadviseur Sociologie (Mw. drs. A.E.K. (Aira) Bagmeijer):
[email protected]. In verband met de toegenomen kosten voor schakelprogramma’s, raden wij studenten aan al tijdens hun bachelorstudie voor te sorteren op de toelating tot de master Sociologie. Dat kan bijvoorbeeld door een minor Sociologie van 30 studiepunten te volgen tijdens uw bacheloropleiding. Het is zelfs mogelijk het gehele schakelprogramma Sociologie reeds te volgen tijdens uw huidige wo-bachelorstudie. Indien u aan de UvA studeert, dient u zich aan te melden bij de studieadviseur Sociologie en in te schrijven voor de vakken van het schakelprogramma. Studeert u aan een andere universiteit dan dient u zich in te schrijven als bijvakstudent Sociologie aan de UvA. Indien u geïnteresseerd bent in het volgen van het schakelprogramma Sociologie tijdens uw bacheloropleiding, kunt u hierover contact op te nemen met de studieadviseur Sociologie:
[email protected].
Doorstroomminor Sociaalwetenschappelijkonderwijs HvA
Heeft u op de Hogeschool van Amsterdam de Doorstroomminor Sociaalwetenschappelijk Onderwijs gevolgd en uw diploma behaald? Dan wordt u toegelaten tot het schakelprogramma Sociologie -3-
en krijgt u 24EC of – als u het vak Sociologie van Beleid aan de UvA heeft behaald - 30EC vrijstelling. U dient bij uw aanmeldingsformulier een kopie van uw minorcertificaat te voegen, zodat de vrijstellingen kunnen worden ingevoerd door het secretariaat van de opleiding Sociologie.
Inschrijfvorm
Studenten die toegelaten worden tot het schakelprogramma Sociologie, worden ingeschreven als niet-regulier student. Het schakelonderwijs dat via het College Sociale Wetenschappen wordt aangeboden betreft contractonderwijs. U ontvangt een collegekaart waarop uw status als nietregulier staat vermeld. Schakelstudenten hebben recht op een UvAnetID (UvA-mail) en toegang tot faciliteiten, waaronder Blackboard, studieweb, computerfaciliteiten, studiezalen en de universiteitsbibliotheek. Let op: omdat het schakelprogramma Sociologie geen regulier onderwijsprogramma is en studenten als niet-regulier student staan ingeschreven, kunnen schakelstudenten zich niet bij de DUO/IB-groep aanmelden als student. Schakelstudenten hebben daarom geen recht op (evt.) studiefinanciering, een OV-chipkaart en/of een lening bij de DUO/IB-Groep. Zodra u het schakelprogramma Sociologie met succes heeft afgerond en start aan de master Sociologie, heeft u wel weer recht om u aan te melden bij de DUO/IB-Groep en kunt u dus aanspraak maken op (evt.) studiefinanciering, een OV-chipkaart en/of een lening bij de DUO/IB-Groep.
Omvang en kosten van het schakelprogramma
De kosten van het schakelprogramma Sociologie 2012/2013 zijn afhankelijk van het aantal studiepunten dat gevolgd moet worden. Schakelprogramma’s van maximaal 30 studiepunten U betaalt hiervoor een vast bedrag ter hoogte van het tarief wettelijk collegegeld (studiejaar 2011/2012 € 1713,-, studiejaar 2012/2013 nog niet bekend). Hierin bestaan twee mogelijkheden: 1. Het schakelprogramma bestaat uit onderdelen die verspreid over het gehele studiejaar worden aangeboden (effectief studeert men dus deeltijd). De student wordt geacht het programma binnen dat studiejaar af te ronden. Als dat onverhoopt niet lukt, kan men zich opnieuw aanmelden voor het daarop volgende studiejaar. Men betaalt voor een dergelijke her-inschrijving een vast bedrag van € 70,- (met uitzondering van eventuele indexering) per nog te behalen studiepunt. 2. Het schakelprogramma bestaat uit onderdelen die geheel in één semester kunnen worden afgerond. De student wordt geacht het programma binnen het studiejaar waarin het onderwijs van het schakelprogramma staat geprogrammeerd af te ronden. Als dat onverhoopt niet lukt, kan men zich opnieuw aanmelden voor het daarop volgende studiejaar. Men betaalt voor een dergelijke her-inschrijving een vast bedrag van € 70,- (met uitzondering van eventuele indexering) per nog te behalen studiepunt. NB: Deficiëntiecursus M&T: De student betaalt hiervoor een vast bedrag ter hoogte van € 570,(met uitzondering van eventuele indexering). Het bedrag moet uiterlijk 1 juli, resp. 1 december zijn bijgeschreven op de rekening van de faculteit. Restitutie van (een deel) van het inschrijfgeld is niet mogelijk, ook als de student tussentijds afhaakt. Schakelprogamma’s van 31 tot maximaal 60 studiepunten: U betaalt hiervoor een vast bedrag van €70,- per studiepunt (prijspeil 2011-2012). Het totaal -4-
verschuldigde bedrag is dus afhankelijk van de exacte omvang van het schakelprogramma. Studenten met een hbo-diploma dienen 60EC te halen, en betalen hiervoor dus een vast bedrag van €4200,-. Het schakelprogramma bestaat uit onderdelen die over een geheel studiejaar zijn verspreid. U wordt geacht het programma binnen dat studiejaar af te ronden. Als dat onverhoopt niet lukt, moet u zich opnieuw aanmelden voor het daarop volgende studiejaar. U betaalt voor een dergelijke her-inschrijving een vast bedrag van €70,- (met uitzondering van eventuele indexering) per nog te behalen per studiepunt. De betaling van het collegegeld voor het schakelprogramma verloopt via de Centrale Studentenadministratie van de UvA. Als u tussentijds stopt met het schakelprogramma Sociologie is restitutie in principe niet mogelijk, tenzij u wegens omstandigheden niet in staat bent geweest om het onderwijs te volgen (ter beoordeling aan de onderwijsdirecteur). Meer informatie over de procedure rond de betaling van het collegegeld krijgt u na uw aanmelding voor het schakelprogramma.
Kosten master Sociologie
Voor Nederlandse studenten die na afronding van het schakelprogramma Sociologie starten aan de master Sociologie geldt het reguliere collegegeldtarief.
Kosten tweede bachelor- of masterdiploma
Voor Nederlandse studenten die na afronding van het schakelprogramma Sociologie starten aan de master Sociologie geldt het reguliere collegegeldtarief. Let op: studenten die al een masterdiploma hebben behaald en starten aan een tweede master betalen hiervoor het zogenaamde instellingstarief in plaats van het wettelijk collegegeld. Indien u reeds een master- of doctoraaldiploma heeft behaald en start aan het schakelprogramma Sociologie, moet u er dus rekening mee houden dat uw collegegeld tijdens het volgen van de master Sociologie aanzienlijk hoger kan zijn dan het reguliere collegegeldtarief. Aangezien studenten zich tijdens het schakelprogramma Sociologie inschrijven als contractstudent, gelden de regels over het tweede bachelor- of masterdiploma niet tijdens de periode dat zij het schakelprogramma Sociologie volgen.
Geldigheidsduur behaalde studieresultaten
De geldigheid van met goed gevolg afgeronde vakken binnen het schakelprogramma Sociologie bedraagt twee keer de nominale programmaduur, dus twee jaar voor de programma’s van een jaar en één jaar voor de programma’s van een half jaar (of minder). Binnen deze periode moet het gehele schakelprogramma zijn afgerond en een toelatingsbeschikking voor de master zijn afgegeven. Na verloop van deze periode vervallen eerder behaalde studieresultaten.
Voltijd en deeltijd Het schakelprogramma Sociologie wordt alleen aangeboden in voltijd. Vanaf studiejaar 2013/2014 wordt ook de master Sociologie alleen nog aangeboden in voltijd.
Studiebelasting Het schakelprogramma Sociologie wordt alleen in voltijdvorm aangeboden. Er is geen deeltijdvariant. De opleiding Sociologie is een dagopleiding, dat wil zeggen dat het onderwijs grotendeels overdag plaatsvindt. We proberen voor schakelstudenten een zo gunstig mogelijk rooster te maken, maar de roostertechnische mogelijkheden zijn echter beperkt! Als voltijd schakelstudent moet u rekening houden met een studiebelasting van 40 uur per week en een aanwezigheidsplicht van minimaal drie à vier dagen in de week. De maanden januari en juni worden -5-
gebruikt voor intensief onderwijs. Wanneer u een baan heeft die meer dan 16 uur per week in beslag neemt, wordt u dringend geadviseerd om niet te starten aan het schakelprogramma Sociologie. Ervaring leert dat de tijd die besteed moet worden aan contacturen, zelfstudie en reflectie binnen het schakelprogramma Sociologie niet onderschat moet worden. In het voorjaar 2012 worden de roosters vastgesteld voor het daarop volgende studiejaar. U kunt hierover vanaf juni 2012 informatie opvragen bij de studieadviseur Sociologie via e-mail:
[email protected].
Website
Op de website van de master Sociologie, http://www.student.uva.nl/msoc/ is veel relevante en recente informatie te vinden over de opleiding Sociologie. Wanneer u de opleiding daadwerkelijk gaat volgen, dient u de digitale Studiegids 2012-2013 van Sociologie te raadplegen. Hierin vindt u aanvullende en recentere informatie over de opleiding. De studiegids kunt u vinden op http://studiegids.uva.nl. De vakinschrijving voor het eerste semester vindt plaats tijdens de introductiedag in augustus. Wanneer u zich aanmeldt voor het schakelprogramma Sociologie ontvangt u hierover in de zomer aanvullende informatie.
-6-
OPBOUW VAN DE OPLEIDING
Modules en semesters Het schakelprogramma Sociologie (start: september 2012) is een schakelprogramma van 60 studiepunten, waarin deficiënties tussen de vooropleiding en de master Sociologie worden weggewerkt. Naast de algemene sociologiemodules Sociologische Theorie 3, Sociologische Theorie 4 en Sociologie van Beleid volgt de student de methodologische modules Methodologie, Armoede en Sociale Uitsluiting: Inleiding Statistiek, Kwantitatieve Analyse voor Schakelstudenten en Kwalitatieve Analyse voor Schakelstudenten. Ook wordt gekozen voor een Basismodule en een Verdiepingsmodule in één van de vijf afstudeerrichtingen van de opleiding Sociologie aan de UvA: Arbeid, Organisatie & Instituties; Burgerschap, Zorg & Beleid, Onderwijs, Levenslopen & Stratificatie; Cultuursociologie en Stadssociologie. Uiterlijk eind juni staat de studiegids van het schakelprogramma Sociologie online, en kunt u de vakbeschrijvingen van het schakelprogramma Sociologie lezen. De studiegids van het schakelprogramma Sociologie kunt u vinden op http://studiegids.uva.nl , vul bij zoek opleiding ‘Sociologie’ in en kies het schakelprogramma Sociologie. Per module bedraagt de studielast in totaal 12 of 6 studiepunten; 1 studiepunt staat gelijk aan 28 uur studietijd. Het studiejaar is ingedeeld in twee semesters van 15 weken waarin onderwijs wordt gegeven. Een semester is opgedeeld in drie blokken: Blok 1 – 6 weken onderwijs, gevolgd door collegevrije afrondingsweken (waarin tentamens worden afgenomen), Blok 2 – 6 weken onderwijs, gevolgd door collegevrije afrondingsweken (waarin tentamens worden afgenomen), Blok 3 – 3 weken intensief onderwijs, gevolgd door een collegevrije afrondingsweek. Voor een overzicht van de indeling in semesters voor het studiejaar 2012-2013 zie de academische kalender in deze gids.
Programmering PREMASTER - VOLTIJD, start september 2012 Semester 1 BLOK 1 Sociologische Theorie 3 (6 EC) Basismodule (6 EC) Semester 2 BLOK 4 Sociologische Theorie 4 (12 EC) Verdiepingsmodule (6 EC)
BLOK 2 Methodologie (6 EC) Sociologie v/h Beleid (6 EC) BLOK 5 Kwantitatieve analyse voor schakelstudenten (6EC)
BLOK 3 Armoede en sociale uitsluiting; inleiding statistiek (6 EC) BLOK 6 Kwalitatieve analyse voor schakelstudenten (6 EC)
Programmering SCHAKELPROGRAMMA – met afgeronde doorstroomminor, start september 2011 Semester 1 BLOK 1 Theorie 3 (6 EC) Basismodule (6 EC)
BLOK 2
BLOK 3
Sociologie v/h Beleid (6 EC) -7-
Semester 2 BLOK 4 Theorie 4 (12 EC) Verdiepingsmodule (6 EC)
BLOK 5
BLOK 6
-8-
Academische kalender 2012-2013 (onder voorbehoud) nr. week
nr. week studiejaar
36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
nr. week
nr. week studiejaar
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
18 19 20 21 22 23 24 25 26
35 36 37 38 39 40 41 42 43
1e semester 2012-2013 Blok 1
Tentamenweek Blok 2
Tentamenweek Kerstvakantie Kerstvakantie Blok 3
Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 Week 7 Week 8
Week 1 Week 2 Week 3 Week 4
ma t/m vr
3-sep 10-sep 17-sep 24-sep 1-okt 8-okt 15-okt 22-okt 29-okt 5-nov 12-nov 19-nov 26-nov 3-dec 10-dec 17-dec 24-dec 31-dec 7-jan 14-jan 21-jan 28-jan
2e semester 2011-2012 Blok 4
Tentamenweek Blok 5
Hertentamenweek blok 2 t/m 4
Tentamenweek Blok 6
7-sep 14-sep 21-sep 28-sep 5-okt 12-okt 19-okt 26-okt 2-nov 9-nov 16-nov 23-nov 30-nov 7-dec 14-dec 21-dec 28-dec 4-jan 11-jan 18-jan 25-jan 1-feb
ma t/m vr
Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5
4-feb 11-feb 18-feb 25-feb 4-mrt 11-mrt 18-mrt 25-mrt 1-apr 8-apr 15-apr 22-apr 29-apr
8-feb 15-feb 22-feb 1-mrt 8-mrt 15-mrt 22-mrt 29-mrt 5-apr 12-apr 19-apr 26-apr 3-mei
Week 6 Week 7 Week 8 Week 9 Week 1 Week 2 Week 3 Week 4
6-mei 13-mei 20-mei 27-mei 3-jun 10-jun 17-jun 24-jun
10-mei 17-mei 24-mei 31-mei 7-jun 14-jun 21-jun 28-jun
-9-
SPECIALISATIES SOCIOLOGIE
1. Arbeid, Organisatie & Instituties
De specialisatie Arbeid, Organisatie en Instituties (AO&I) brengt actuele ontwikkelingen en beleidsproblemen rond werk, organisatie, management, ‘corporate governance’, arbeidsmarkt, arbeidsverhoudingen, sociale zekerheid en onderwijs in beeld. Zij vergelijkt de huidige ontwikkelingen met het recente verleden en met ontwikkelingen elders in Europa en in de wereld en biedt een theoretisch kader voor de analyse van onderliggende problemen. Bovendien verschaft deze specialisatie mogelijkheden voor eigen empirisch onderzoek en draagt zij bij aan het probleemoplossend en organiserend vermogen van studenten. Organisaties zijn samenwerkingsverbanden die mensen in staat stellen iets te bereiken waartoe ze zonder samenwerking niet in staat zouden zijn. Waarop is dat samenwerken gebaseerd? Hoeveel interne of externe tegenwerking verdraagt een vereniging, spoorwegonderneming of kerk? Wat onderscheidt succesvolle van falende organisaties? Wat voor relaties onderhouden klanten, werknemers, bestuurders, burgers en actievoerders met organisaties? Wat is het gemeenschappelijke en onderscheidende van een familieclan, een kloosterorde, een vereniging, een club of een onderneming? Welke macht oefenen organisaties over ons uit? Wie of wat controleert de onderneming? Wie controleren de controleurs? Wat betekent internationalisering voor organisaties? We brengen een belangrijk deel van ons leven door in organisaties en met arbeid. Waarom werken we (zo hard)? Wat beïnvloedt de kwaliteit van de arbeid? Hoe belangrijk is beloning? Hoe belangrijk zijn collega's? Wat is goed ‘human resources management’? Hoe werkt de arbeidsmarkt? Waarom werken de meeste mensen in loondienst en laten ze de regeling van hun arbeidsvoorwaarden meestal over aan vakbonden? Welke verantwoordelijkheid heeft de overheid in het garanderen van sociale zekerheid, en wat is de rol van de sociale partners en individuele burgers? In welke mate kan marktwerking de gewenste effecten teweegbrengen in beleidsvelden zoals de sociale zekerheid, het onderwijs en de gezondheidszorg? Wat is de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt en wat voor gevolgen heeft die voor sociale ongelijkheid? Wat is de rol van het onderwijs in de verdeling van sociale posities? Op deze en andere vragen biedt de specialisatie AO&I antwoorden. Dit wordt gedaan met behulp van enkele theorieën, bijvoorbeeld over de gedragswetenschappelijke grondslagen van de organisatie, interne en externe arbeidsmarkten, en de interactie tussen werknemers en werkgevers op deze markten. Het belangrijkste wapen is het vergelijkend onderzoek van organisaties, (arbeids)markten en instituties. De sectie AO&I werkt nauw samen met de staf van het Amsterdams Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS) waarin naast sociologen ook psychologen, economen, juristen en sociaal-medici werkzaam zijn. Bij de ontwikkeling van de modules laat de sectie AO&I zich tevens bijstaan door adviezen van een brede kring van externe deskundigen, onder meer enkele bijzonder hoogleraren.
2. Burgerschap, Zorg & Beleid De specialisatie Burgerschap, Zorg & Beleid (BZ&B) houdt zich bezig met vraagstukken van moderne verzorgingsstaten in historisch en internationaal perspectief: de gezondheidszorg, het onderwijs, het welzijnswerk, de sociale zekerheid, en allerlei bijzondere vormen van hulpverlening, zoals die aan asielzoekers. In de modules van deze specialisatie verwerven studenten sociologisch inzicht in de werking van verzorgingsinstellingen, de sociale verhoudingen daarbinnen, de relaties van deze instellingen met de wijdere omgeving en de veranderingen daarin. Aandacht wordt besteed aan de problemen en probleemdefinities van de cliënten van verzorging, aan de manieren waarop cliënten en verzorgers met elkaar en met verzorgingsproblemen omgaan, aan de werkwijze en organisatiepatronen van verzorgingsinstellingen, en aan de implicaties van dit alles voor de beleidsvoering van instellingen - 10 -
en het overheidsbeleid. Studenten leren verzorgingsarrangementen en verzorgingsproblemen systematisch te analyseren en te onderzoeken, en het uitvoerend werk en het sociale beleid kritisch te bekijken. De opleiding is gericht op de wetenschappelijke vorming van beroepsbeoefenaren die posities op de midden- en hogere niveaus (gaan) bekleden in uiteenlopende verzorgingsinstellingen, zoals ziekenhuizen, thuiszorgorganisaties, welzijnsstichtingen en onderwijsinstellingen. Ook is de specialisatie bedoeld voor functionarissen die op lokaal, regionaal of nationaal niveau in samenwerkingsverbanden en overkoepelende organisaties opereren en die betrokken zijn bij de inhoudelijke ontwikkeling van beleid op de voornaamste gebieden waar de overheid verzorgingsarrangementen in stand houdt. Dergelijke beroepsbeoefenaren moeten in staat zijn een bijdrage te leveren aan de afstemming van de werkwijze van verzorgingsinstellingen op veranderende verzorgingsproblemen en -behoeften. Zij moeten het beleid van de overheid kunnen vertalen naar de dagelijkse verzorgingspraktijk, en omgekeerd, problemen in de verzorgingspraktijk vertalen in beleidsvoorstellen en in beleidsverandering. Zij moeten in staat zijn beleidsontwikkelingen te ondersteunen met onderzoeksgegevens, deze kunnen vertalen in beleidsvoorstellen en bij kunnen dragen aan de implementatie daarvan.
3. Onderwijs, Stratificatie en Levenslopen
Ongelijkheden binnen en tussen samenlevingen staan centraal in de sociologie. Ongelijkheden doen zich voor in tal van levensgebieden, zoals het onderwijs, de arbeidsmarkt, de buurt, en het gezin. In deze specialisatie verdiept men zich in ongelijkheidsvraagstukken met een specifieke oriëntatie op drie deelgebieden: het onderwijs, de buurt waarin men woont, en de arbeidscarrière. Op elk van deze terreinen staan belangrijke sociologische vraagstukken centraal ten aanzien van de rol van sociaal milieu, etniciteit en gender. Vragen die centraal staan zijn onder andere: In hoeverre zijn sociaal milieu, etniciteit en gender van invloed op onderwijskansen van kinderen? Hoe kunnen we dit verklaren? In welke mate zijn buurten in Nederland gesegregeerd naar etniciteit en sociale klasse, en wat zijn de consequenties van deze segregatie? In hoeverre zijn er ongelijkheden tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt? Wat is de rol van sociale normen ten aanzien van het gezin hierin? Ook zoeken we in deze specialisatie de relatie met sociaal beleid. Welke beleidsmaatregelen zijn van invloed op ongelijkheden naar sociaal milieu, etniciteit en gender? Welke beleidsmaatregelen zouden ongelijkheden kunnen verminderen? In de basismodule raakt men bekend met centrale vragen, concepten, en theorieën ten aanzien van sociale ongelijkheid, en verwerft men gedegen kennis over sociale ongelijkheden in Nederland. In de verdiepingsmodules staan achtereenvolgens het onderwijs, de buurt, en de arbeidsmarkt centraal. De verdiepingsmodule “Onderwijs in vergelijkend perspectief” beschouwt het Nederlandse onderwijsstelsel in vergelijking met onderwijsstelsels in andere landen, en bespreekt verklaringen waarom onderwijsongelijkheid zo weinig afneemt in Westerse landen. De verdiepingsmodule “Divided Cities” handelt over de ruimtelijke segregatie die zich in moderne grote steden voordoet, en behandelt de rol van het onderwijs, armoede, etniciteit en sociale klasse in segregatievraagstukken. De verdiepingsmodule “Stratification, Work Careers and Gender” gaat specifiek in op geslachtsverschillen in beroepsloopbanen in verschillende landen, en behandelt de rol van het gezin in deze kwestie.
4. Cultuursociologie In de specialisatie Cultuursociologie wordt een verscheidenheid van cultuurvormen op sociologische wijze benaderd. Het gaat daarbij zowel om cultuur in engere zin (met name de kunsten), als om 'populaire cultuur'. Onder dat laatste vallen bijvoorbeeld tv-kijken en sportbeoefening. In nog ruimere zin omvat 'cultuur' collectieve mentaliteiten en ideologieën, alledaagse kennis en stereotypen, morele opvattingen en gevoelens. De specialisatie beoogt bij te dragen tot intellectuele vorming, tot een brede eruditie en tot een - 11 -
wetenschappelijke habitus die in de uitoefening van diverse beroepsfuncties van waarde is. Daarbij gaat het niet louter om theoretische bespiegelingen, maar om het verwerven van een empirische oriëntatie, een gerichtheid op onderzoek en feitenverzameling. Naast een theoretische component bevatten de modules Cultuursociologie ook een belangrijke onderzoekscomponent; door middel van oefening en training worden vaardigheden geleerd die nodig zijn voor het zelfstandig verrichten van onderzoek en het rapporteren daarover. Een derde component is beleidsgericht; centraal staat hier de toepassing van wetenschappelijke kennis op praktijkproblemen. Deze drie componenten staan niet los van elkaar: telkens wordt aangegeven hoe theorieën door onderzoek getoetst kunnen worden, hoe onderzoek theorieën kan genereren en hoe beide vruchtbaar gemaakt kunnen worden voor beleid.
5. Stadssociologie Steden zijn niet alleen centra van macht en rijkdom, kunst en cultuur, ondernemerschap en sociale ontplooiing, maar tevens brandhaarden van criminaliteit, armoede, uitbuiting, vervuiling en sociale strijd. In steden, met hun omvangrijke en heterogene bevolking, treft men de extremen van het menselijk gedrag aan op een betrekkelijk klein oppervlak. Het is niet toevallig dat de bestudering van stedelijke samenlevingen en stedelijke verschijnselen een van de oudste specialismen binnen de sociologie is. De stad vormt een uniek laboratorium voor sociaal onderzoek, waar kennis gemaakt kan worden met de zeer verschillende sociale werelden die zich dicht naast elkaar bevinden. In een stad worden vertegenwoordigers van de meest uiteenlopende beroepen, klassen, inkomenscategorieën, huishoudingen, etnische groepen, nationaliteiten, culturen en subculturen met elkaar geconfronteerd. De stadssociologie is gericht op de aard en de achtergronden van deze confrontaties. De stedelijke openbaarheid is een centraal object van studie voor de Amsterdamse stadssociologie. Op welke manieren wordt daar gebruik van gemaakt? Hoe proberen bepaalde groeperingen deze openbare ruimte naar hun hand te zetten, of, om het in het jargon te zeggen, te ‘privatiseren’? Wat is de spanningsverhouding tussen de openbare sfeer en de privésfeer? In het verlengde hiervan ligt de belangstelling van de Amsterdamse stadssociologen voor de manier waarop mensen wonen in de stad en hoe de denkbeelden daarover in de loop der tijd veranderd zijn. Direct hiermee verbonden is de kwestie van de eigendomsverhoudingen: Wie bezit de (schaarse) grond in de stad en wie bezit de huizen? Hoe zijn de (machtige) woningcorporaties georganiseerd, wat is hun beleid en hoe hebben ze zich ontwikkeld in de loop der jaren? Hoe vergaat het degenen die geen onderdak hebben in het openbare gebied? Hoe slagen mensen erin zich op straat staande te houden? Steden zijn complexe en gelaagde samenlevingen en worden gekenmerkt door een sterke ruimtelijke differentiatie. De ene stadsbuurt heeft een ander karakter dan de andere – eveneens een onderwerp waar stadssociologen zich mee bezighouden. Als gevolg van de heterogeniteit van de stedelijke bevolking ontwikkelen zich ook ‘sociale enclaves' in steden. Hoe zit de wereld van straatrovers in elkaar, hoe die van de speculanten in onroerend goed? Welke betekenis wordt er aan de stedelijke morfologie gegeven door zwervers, drugsverslaafden of bankovervallers en welke door bewoners van chique buurten, beursspeculanten of bankdirecteuren? Zulke afzonderlijke studies worden tegen de achtergrond geplaatst van algemene stedelijke ontwikkelingen en verschillende soorten steden. Hoe is de industriële stad ontstaan uit de pre-industriële stad en wat zijn de kenmerken die de overgang markeren van de industriestad naar de global city? Vertegenwoordigers van de Amsterdamse stadssociologie hebben nauwe betrekkingen met vertegenwoordigers van allerlei plaatselijke instellingen (o.a. de Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling) en werken samen met vertegenwoordigers van andere disciplines die zich op het gebied van het stadsonderzoek begeven. Het onderzoek van docenten is ondergebracht in de - 12 -
Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR). De Amsterdamse stadssociologie kenmerkt zich door een historiserende benaderingswijze en een sterke belangstelling voor ´levensecht´ etnografisch onderzoek. Samen met Amsterdamse sociaal-geografen participeert de stadssociologie sinds 1990 in een langlopend onderwijsgebonden onderzoeksproject naar de veranderingen in Berlijn: Berlin im Umbruch. Sozialer und räumlicher Wandel. Het project is tot stand gekomen binnen het samenwerkingsverband tussen de afdelingen Sociologie en Sociale Geografie van de Universiteit van Amsterdam en de Humboldt-Universität in het voormalige Oost-Berlijn.
Arbeidsmarkt
Een afgestudeerd socioloog bezit gedegen onderzoeksvaardigheden, sociologische kennis en de capaciteit om zelfstandig complexe maatschappelijke problemen op een vernieuwende wijze in kaart te brengen en te verwoorden in (beleids-)adviezen en artikelen. Na afronding van de master Sociologie heeft de socioloog een scala aan mogelijkheden op de arbeidsmarkt. De master Sociologie leidt studenten niet op tot een duidelijk afgebakend beroep. Het veelzijdige karakter van de opleiding, waarin de student zelf bepaalde accenten aanbrengt, wordt weerspiegeld in het scala van organisaties en functies waarin sociologen werken. Zo komen sociologen terecht bij de overheid (Rijk, provincie, gemeente, stadsdeelraad, universiteit) als beleidsmedewerker, adviseur of onderzoeker, maar ook bij woningcorporaties, sociale diensten, personeelsdiensten, etc. Verder zijn sociologen te vinden in de journalistiek, bij particuliere onderzoeksbureaus en in het onderwijs.
- 13 -
MASTER SOCIOLOGIE Na afronding van het schakelprogramma Sociologie, mogen studenten starten aan de master Sociologie. De master Sociologie is een programma van 60 studiepunten. De master Sociologie bestaat uit de Nederlandstalige variant Algemene Sociologie en zes Engelstalige tracks, die vanaf studiejaar 2013/2014 alleen nog in voltijd te volgen zijn. Studenten met een afgerond schakelprogramma Sociologie, hebben direct toegang tot de Nederlandstalige variant Algemene Sociologie. Met aanvullende kennis en/of vakken, hebben premasterstudenten ook toegang tot de Engelstalige tracks. Houdt bij eventuele keuze voor één van de Engelstalige tracks rekening met het volgende: Studiejaar 2012/2013 worden onderstaande tracks aangeboden, het kan zijn dat in studiejaar 2013/2014 minder tracks worden aangeboden Indien u kiest voor een Engelstalige track, dient u de TOEFL- of de IETLS-test te behalen. Sommige Engelstalige tracks hebben toelatingseisen, waardoor u al bij de start van het schakelprogramma dient te kiezen voor een bepaalde basismodule. Heeft u interesse in één van de Engelstalige tracks, zoek dan van tevoren goed uit wat de toelatingseisen voor deze track zijn! Meer informatie over de master Sociologie (toelatingseisen tracks, taaltoetsen, programma etc.) kunt u vinden op de website van de Graduate School of Social Sciences: www.gsss.nl. Ook kunt u contact opnemen met de studieadviseur van de master Sociologie, Mw. M.S. (Marieke) van Leeuwen, via
[email protected]. Engelstalige tracks master Sociologie 1. Comparative Organisation and Labour Studies (COLS) The way that work is organised varies greatly around the world. Major and ongoing differences in work practices continue to occur between regions. The Master's programme in Comparative Organisation and Labour Studies takes a comparative approach to studying these differences. It covers economic, legal, psychological and sociological conceptions of employment relations between employers and employees, the organisation of work processes and the position of labour in the wider society. The programme also looks at the process of European integration and addresses issues of European economic and social policy-making and convergence in employment relations between countries 2. Social Problems and Social Policy The social problems plaguing today's urban centres require an integrative approach and collaboration between various parties, including social workers, care workers, the police, citizens' organisations and private business. Launching, developing, implementing, monitoring, evaluating and legitimating social policy and social projects are therefore important professional competencies these days. The problems and opportunities presented by urban settings demand an increasingly broad mix of academic and professional skills. The Master's programme in Social Policy and Social Work in Urban Areas is designed to equip tomorrow's leading social professionals, policy makers, researchers, public sector managers and advisers with the combination of insights and skills they will need. - 14 -
3. Cultural Sociology (CS) Cultural Sociology is a track of the Master's programme in Sociology. It deals with the study of culture both in the broad sense (lifestyles, mentalities, value orientations) and in the more specific sense of referring to cultural fields like the arts, popular music, and organized religion. Culture is approached sociologically as rooted in, emerging from and impacting on social (economic, political) relations and group processes. Moreover, culture is conceived in dynamic terms, and viewed in the context of social changes. The programme trains students in sociology, in particular cultural sociology, at a high academic level. The combination of empirical studies with theoretical reflection provides the intellectual tools and skills that students need to analyse and understand complex social and cultural issues. 4. Urban Sociology (US) Cities can be seen as birthplaces of social experiments and social change. They are characterized by a sizable and heterogeneous population, but also by the fact that social relations show higher levels of anonymity and that social problems and contrasts are more tangible than elsewhere. The spatial and social mobility of the urban population, the rise and fall of lifestyles and subcultures, and changing social relations between individuals and groups in urban settings become matters of serious political concern and so subjects of social scientific investigation. Cities are unique laboratories, a plethora of people, lifestyles and forms of human behaviour can be seen. Urban sociologists are interested, for instance, in how urbanites deal with public and private domains. They are also interested in how the fate of a diverse population is shaped by the institutional make-up of the city, and how they leave their mark on the urban environment. Urban Sociology is characterized by highly specific approaches, focusing on (qualitative) sociological-historical research and ethnography 5. Migration and Ethnic Studies (MES) The Master's programme in Migration and Ethnic Studies is a track of the Master's programme in Sociology. It deals with the different forms, causes and consequences of international migration. It gives particular attention to:
the impact of globalization the regulation of international migration by authorities at different levels the responses of international migrants to the changing opportunity structure
This programme addresses issues of immigrant incorporation, assimilation and diversity in various social fields, including the labour market, education, politics and religion. It discusses the issues confronting Amsterdam and the Netherlands following the murders of Pim Fortuyn and Theo van Gogh and the apparent rise of anti-immigrant sentiment and rigid assimilationist politics. The programme offers students an interdisciplinary approach to major contemporary concerns regarding migration, using the perspectives from a variety of scientific disciplines. The combination of empirical studies with theoretical reflection provides the intellectual tools and skills that students need to better analyse and deal with the complexities of migration in today's world. 6. Gender, Sexuality and Society (GSS) The programme Gender, Sexuality and Society is a track of the Master's programme in Sociology. Gender and Sexuality and Society are devoted to enhancing our understanding of the - 15 -
differences between certain groups of women and certain groups of men as well as between women and men in an era of globalisation and transnational migration. A range of distinctions among and between women and men are grounded in ethnic and religious identities, age categories, class, sexual orientation and access to political power. These distinctions result in different experiences and entitlements in civil society and citizenship. In this programme, structurally embedded norms concerning gender relations and sexual behaviour are addressed systematically, together with other analytical variables such as class, ethnicity, religion, age and political ideology. The MSc in Gender, Sexuality and Society offers students an interdisciplinary approach to some of the main concerns of our time. The Master's programme in Gender, Sexuality and Society benefits from its location both in the city of Amsterdam and at the UvA, a major centre for social science research. Amsterdam is notorious for its red light district, but the visibility of sex work in the city is just one of the many complex issues relating to gender and sexuality that get played out in the Netherlands' biggest urban centre.
- 16 -
VOORBEREIDING OP HET SCHAKELPROGRAMMA SOCIOLOGIE Er is geen bepaald vakkenpakket vereist als je start aan het schakelprogramma Sociologie, wel is een aantal (middelbare school)vakken gewenst. Het betreft de vakken Engels (omdat ongeveer de helft van de literatuur die men tijdens de opleiding moet bestuderen Engelstalig is), wiskunde (omdat er in de opleiding Sociologie veel onderzoeksvakken zitten waarin statistiek een grote rol speelt) en geschiedenis (omdat gebeurtenissen die bij het vak geschiedenis aan de orde komen doorgaans sociologisch van aard zijn en dit een goede basis geeft om maatschappelijke ontwikkelingen in de plaatsen). Mocht u op het gebied van een of meer van de bovenstaande vakken weinig vooropleiding hebben genoten, dan kunt u zich als volgt voorbereiden op het schakelprogramma:
Engels Lezen: Voor Engels wordt geadviseerd boeken en artikelen in de Engelse taal te lezen en stukken te vertalen. Hierbij is een ruim scala van keuzemogelijkheden voorhanden. Te denken valt aan het volgende:
het lezen en vertalen van artikelen die u interesseren uit bladen als de "International Literary Supplement", de "New York Review of Books", de "Times Literary Supplement" en de "London Review of Books"; het lezen van boeken en artikelen van schrijvers als de politieke essayist Noam Chomsky, de romancier en essayist George Orwell, de filosoof Bertrand Russell en de historicus E.J. Hobsbawm.
Geschiedenis Lezen: Module 13 (p. 320 t/m 353) uit "Memo, Geschiedenis voor de Tweede Fase, Basisboek VWO" (editie 1999), ISBN: 90-208-55298, (alleen nog gebruikte exemplaren, prijs gebruikt exemplaar ± €42,-), of "Memo, Geschiedenis voor de Tweede Fase, Basisboek VWO" (editie 2003), ISBN: 9020881272 (nieuwprijs: ± €60,-); zie http://www.vandijk.nl
Wiskunde Lezen: W.F. van Raaij, 1991, Geprogrammeerde Instructie Moderne Wiskunde, 3e druk, Overberg: Educatieve Uitgeverij Delta Press, ISBN: 90-667-4806-0, prijs ± € 32,- (prijs gebruikt exemplaar ± €22,-) NIET BESTUDEREN: paragraaf 4.2, paragraaf 6.4, paragraaf 8.4, hoofdstuk 9, hoofdstuk 10, paragraaf 14.2 t/m 14.5, paragraaf 15.3, hoofdstuk 16 en hoofdstuk 17. Het boek van Van Raaij is duidelijk en overzichtelijk en is speciaal geschreven voor studenten met weinig wiskunde in hun vooropleiding die sociologie of psychologie willen gaan studeren. Bij het boek wordt een oefenboek met vragen geleverd. Het boek is niet meer leverbaar in de meeste boekhandels, maar wel verkrijgbaar bij Van Dijk Studieboeken; zie http://www.vandijk.nl. Dr Stat Binnen de Sociale en andere wetenschappen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van statistische methoden en technieken voor het doen van wetenschappelijke uitspraken gebaseerd op steekproefgegevens. Het verwerven van statistische kennis is voor veel studenten een struikelblok. Tot op heden ontbrak het aan goede interactieve programma's om zelfstandig, of in - 17 -
combinatie met klassikaal onderwijs, kennis en inzicht te verwerven in de statistiek. Het recent ontwikkelde programma DrStat biedt die mogelijkheid. In de vorm van 24 zelfstandig te doorlopen interactieve modules, met adequate feed-back en oefenvragen, en eigentijds grafisch vormgegeven, wordt inzicht verschaft in de basisprincipes van de beschrijvende en inferentiële statistiek. Sinds kort is er naast de Nederlandse versie nu ook een Engelse versie beschikbaar. Beide versies zijn te vinden op http://www.drstat.net. Via deze site kunnen studenten en andere geïnteresseerden een account kopen met behulp van een creditcard of via paypal. Een account kan voor € 6,50 worden aangeschaft en blijft twee jaar geldig. De eerste module kan gratis worden bekeken, zodat een indruk van het programma kan worden verkregen. Het is belangrijk in een vroeg stadium te beginnen met bijlessen (bijvoorbeeld 4 weken na aanvang van de cursus, indien duidelijk wordt dat het vak moeilijk gevonden wordt). Bij een te late start is de slagingskans kleiner.
Specialisatie Voorts kunt u in voorbereiding op het schakelprogramma een of meer boeken van de literatuur van de basismodule van de specialisatie die u in het eerste semester gaat volgen, bestuderen. Vanaf juni 2012 kunt u via www.studiegids.uva.nl > zoek opleiding > schakelprogramma’s > [invullen] sociologie, de studiegids inzien waarin (een deel van) de literatuur per module vermeld staat. Hetzelfde geldt uiteraard voor de studenten die de master Sociologie gaan volgen, zij kunnen voorafgaand aan de studie een start maken met de literatuur van de specialisatiemodules in de master.
- 18 -
AANMELDINGSPROCEDURE EN NADERE INFORMATIE U meldt zich aan voor het schakelprogramma Sociologie middels het aanmeldformulier uit deze gids. Binnen vier weken na ontvangst van de formulieren krijgt u schriftelijk bericht van uw toelating of afwijzing. Alleen volledig ingevulde formulieren voorzien van alle bijlagen (diploma, cijferlijst, motivatie en kopie id-bewijs) worden in behandeling genomen. De deadline voor aanmelding voor het schakelprogramma Sociologie is 15 juni 2012. Let op: aanmeldformulieren die na deze datum binnenkomen, worden niet meer in behandeling genomen. Degenen die zich tijdig aangemeld hebben en worden toegelaten tot het schakelprogramma, ontvangen in de zomer nader bericht over de betaling, (vak)inschrijving, de introductiedag en (de start van) het onderwijs. De introductiedag van het schakelprogramma Sociologie vindt eind augustus plaats. Het academisch jaar 2012-2013 start op maandag 3 september 2012.
College Sociale Wetenschappen en Graduate School of Social Sciences, opleiding Sociologie Bushuis, Kloveniersburgwal 48, 1012 CX Amsterdam
Onderwijsbalie Bushuis Onze onderwijsbalie in het Bushuis verstrekt informatie over de roosters, de inhoud van de modules, de inschrijving voor modules en tentamens, de aanwezigheid en spreekuren van docenten. Tevens kunnen studenten via de onderwijsbalie afspraken maken met de studieadviseur Sociologie. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 10.00 – 14.00 uur, tel. 020-525 4002 e-mail:
[email protected] (bachelor- en premasterstudenten) of
[email protected] (masterstudenten)
Onderwijssecretariaat Sociologie Bij het onderwijssecretariaat kunt u terecht voor vragen over de administratieve organisatie van de opleiding. Medewerkers bachelor en premaster: Mw. M.P. (Marlis) Schmitz en Dhr. drs. J. (Jurian) Glas Spreekuur: maandag t/m donderdag 10.00 - 12.00 uur, kamer F1.11C, tel. 020-525 2215 e-mail:
[email protected] Medewerker master: Mw. I. (Iris) Vuurmans e-mail:
[email protected]
Studieadviseur bachelor en premaster Sociologie Mw. drs. A.E.K. (Aira) Bagmeijer e-mail:
[email protected] Afsprakenspreekuur: dinsdag 10.00-12.00 uur Telefonisch spreekuur: woensdag 9.30 – 10.30 uur Inloopspreekuur woensdag 13 - 14 uur U kunt een afspraak maken via de onderwijsbalie : 020-525 4002
Studieadviseur master Sociologie
Mw. drs. M.S. (Marieke) van Leeuwen e-mail :
[email protected] Afsprakenspreekuur : woensdag 10.00-12.00 uur - 19 -
U kunt een afspraak maken via de onderwijsbalie : 020-525 3777
Opleidingscoördinator Sociologie Mw. drs. M.H. van der Ham
Service- en Informatiecentrum UvA Algemene informatie over studeren en de randvoorwaarden zoals inschrijving, collegegeld en studiefinanciering wordt gegeven door het Service-& Informatiecentrum van de Universiteit van Amsterdam, Binnengasthuisstraat 9, 1012 ZA Amsterdam, telefoon 020-525 8080, maandag t/m vrijdag 10.00 - 17.00 uur.
Websites
Studiegids: http://studiegids.uva.nl Mededelingensite premaster en master Sociologie: http://student.uva.nl/msoc/actueel.cfm College Sociale Wetenschappen: http://www.fmg.uva.nl/csw/nieuws.cfm Graduate School of Social Sciences: http://www.gsss.nl
- 20 -
AANMELDING SCHAKELPROGRAMMA SOCIOLOGIE 2012/2013 PERSOONSGEGEVENS Achternaam Voornamen (voluit) Roepnaam
man / vrouw *
Huisadres Postcode en plaats Telefoon privé Telefoon werk E-mailadres Geboortedatum Geboorteplaats Stond u eerder bij de UvA ingeschreven?
nee
ja, studentnummer:
SPECIALISATIE SOCIOLOGIE Geef aan welke specialisatie u zou willen volgen in het schakelprogramma Sociologie (meer dan 1 antwoord mogelijk)
Arbeid, Organisatie & Instituties Burgerschap, Zorg & Beleid Onderwijs, Stratificatie & Levenslopen Cultuursociologie Stadssociologie
VOOROPLEIDING Opleiding
Type opleiding
hbo-bachelor / hbo-master / doctoraal / w.o.-bachelor / w.o.-master
Instelling (naam en plaats) (te verwachten) datum afronding eventuele overige relevante diploma’s - 21 -
ONDERTEKENING Plaats Datum Handtekening
- 22 -
U dient bij dit formulier de volgende bescheiden te voegen:
kopieën van uw diploma(‘s) zoals vermeld onder VOOROPLEIDING, inclusief cijferlijst(en). Wanneer u uw diploma nog niet ontvangen heeft, dient u in elk geval een recente cijferlijst mee te sturen van uw opleiding, een overzicht van de nog te behalen modules en een kopie van uw propedeusediploma. Wanneer u al wel aan de verplichtingen van uw opleiding heeft voldaan maar het diploma zelf pas later ontvangt, dan dient u een verklaring van uw hboinstelling/universiteit bij te voegen, waarin vermeld wordt dat u aan alle verplichtingen heeft voldaan en wat de datum is waarop u het diploma daadwerkelijk zult ontvangen. Let op: houd er bij het verkrijgen van dit soort verklaringen rekening mee dat veel hbo-instellingen een zomersluiting kennen. Motivatiebrief voor deelname aan het schakelprogramma en de master Sociologie (maximaal 1 a4) kopie van paspoort/identiteitskaart recente pasfoto
U wordt verzocht dit formulier ingevuld en voorzien van bovenstaande stukken te retourneren aan: College Sociale Wetenschappen t.a.v. Onderwijssecretariaat Sociologie, kamer F1.11C Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Wij verzoeken u om, zodra u besloten heeft het schakelprogramma Sociologie te gaan volgen, dit deel van de aanmelding zo snel mogelijk in orde te brengen. U ontvangt van ons een ontvangstbevestiging dat uw aanmelding in goede orde is ontvangen. Binnen vier weken krijgt u vervolgens bericht of u op basis van uw vooropleiding kunt worden toegelaten tot de premaster danwel master Sociologie. Als u wordt toegelaten, ontvangt u tevens uitleg over de verdere inschrijvingsprocedure aan de Universiteit van Amsterdam. In de zomer ontvangt u vervolgens een introductiepakket met daarin o.a. informatie over de introductiedag Sociologie eind augustus 2012. Let op:
De uiterste inleverdatum van dit formulier is 15 juni 2012. Aanmeldingsformulieren die na deze datum binnenkomen worden niet meer in behandeling genomen. Door het aanmeldformulier en bijlagen in te leveren, bent u nog niet ingeschreven voor het schakelprogramma Sociologie. Nadat uw aanmelding is beoordeeld door de examencommissie Sociologie en u bent toegelaten tot het schakelprogramma, krijgt u meer informatie over hoe u zich definitief kunt aanmelden en inschrijven voor het schakelprogramma Sociologie. Heeft u nog vragen over het schakelprogramma en/of de inschrijfprocedure? Neem dan contact op met de studieadviseur Sociologie, via
[email protected].
- 23 -