Papieren Patroon HBO-Schakelprogramma 2004-2005
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT FACULTEIT CIVIELE TECHNIEK EN GEOWETENSCHAPPEN Stevinweg 1 2628 CN DELFT
1 juli 2004
2
3
Inhoudsopgave HBO-SCHAKELPROGRAMMA OPLEIDING CIVIELE TECHNIEK 2004-2005.................. 7 INSCHRIJVING EN TOELATING ................................................................................................... 8 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) ......................................................................... 11 AGENDA VOOR HET COLLEGEJAAR 2004/2005 .................................................................. 13 HBO-SCHAKELPROGRAMMA: DE VARIANTEN...................................................................... 15 HBO-SCHAKELPROGRAMMA VAKOMSCHRIJVINGEN........................................................ 21 MECHANICA, MATERIALEN EN CONSTRUCTIES.................................................................. 62 BOUWTECHNIEK & BOUWPROCES (BUILDING ENGINEERING)................................... 63 WATERBOUWKUNDE EN GEOTECHNIEK ................................................................................ 64 WATERMANAGEMENT ................................................................................................................... 65 TRANSPORT & PLANNING ........................................................................................................... 67 BOUWPROCESINNOVATIE .......................................................................................................... 68 BOUWINFORMATICA..................................................................................................................... 68 AFSTUDEERPROFILERING DUURZAME ONTWIKKELING ................................................ 69 AFSTUDEERVARIANT TECHNOLOGIE IN DUURZAME ONTWIKKELING (TIDO) ...... 70 TECHNISCHE UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDING (TULO) VAN TU DELFT.......... 71 VOORBEREIDING OP HET WISKUNDE VAK ANALYSE (WI1265HCT).......................... 73 CONSTRUCTIEMECHANICA, EERSTE CURSUSJAAR ........................................................... 74
4
5 Voorwoord Aan deze Papieren Patroon is veel zorg besteed maar het is een momentopname. Kijk voor de roosters op www.citg.tudelft.nl/iris en voor recente onderwijsinformatie op www.citg.tudelft.nl/dos. Drs. E. Touw Hoofd Dienst Onderwijs & Studentenzaken
6
7
HBO-Schakelprogramma Opleiding Civiele Techniek 2004-2005 HBO-schakelprogramma: uitgangspunten, schakelklas, masterdeel Voorbehoud Alle informatie onder voorbehoud van instemming door de Studentenraad CiTG.
Op het moment van schrijven van deze inleiding tot het Papieren Patroon is de besluitvorming over het HBO-schakelprogramma nog niet geheel afgerond. Omdat het Papieren Patroon, in het belang van de voorlichting aan de studenten, voor 1 juli gereed moest zijn is besloten deze tekst toch het licht te doen zien. Wijzigingen zullen op de website worden aangegeven (www.citg.tudelft.nl/dos), onder “nieuw curriculum” en “HBO-schakelprogramma 04-05.”
Terminologie:
HBO-schakelprogramma: De onderdelen die de HBO-studenten moeten inhalen uit de Bachelor CT, bestaande uit de schakelklas en het masterdeel. Schakelklas: het deel van het HBO-schakelprogramma dat buiten (“voor”) de Master gedaan moet worden. Masterdeel: het deel van het HBO-schakelprogramma dat in de Master is opgenomen.
Regulier programma Bachelor en Master Bachelor 3 jaar 180 ECTS
Master 2 jaar 120 ECTS
HBO programma + Master Schakelklas ½ jaar Masterdeel 28-32 ECTS 12-22 ECTS
Master 2 jaar 120 ECTS
Uitgangspunten De 1. 2. 3. 4. 5.
Masteropleiding Civil Engineering kent uit 5 Mastervarianten: Hydraulic and Geotechnical Engineering Water Management Structural Engineering Building Engineering Transport & Planning
•
Een HBO-Bachelor dient over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken om met succes een Mastervariant te kunnen voltooien. Een HBO-Bachelor dient te voldoen aan de eisen die door die Mastervariant worden gesteld om toegelaten te kunnen worden tot de Mastervariant. Bovendien dient de student te beschikken over een solide mathematisch-fysische basis, in principe de waarborg voor een academisch denkniveau. Een HBO-Bachelor wordt geacht kennis en vaardigheden van de inleidende werkveldvakken uit de Bachelor te beheersen, dan wel door zelfstudie te kunnen verwerven. Het HBO-schakelprogramma is toegankelijk voor op de Mastervarianten aansluitende HBObachelors (zie verder hieronder bij: inschrijving en toelating).
• • • •
Het HBO-schakelprogramma bestaat uit een schakelklas en een Masterdeel.
8 Schakelklas • De schakelklas bevat 28-32 ECTS. • De schakelklas verhelpt algemene deficiënties en brengt studenten op academisch niveau. • De schakelklas is in beginsel voor allen gelijk (Uitzondering: numerieke wiskunde). • Verdere kennis, door de Mastervarianten geëist, is in de Master ondergebracht. De opleiding gaat er van uit dat HBO-studenten de wiskunde beheersen op het ingangsniveau van het TU-wiskunde onderwijs, met dien verstande dat in het onderdeel Analyse 3 ECTS-punten zijn ingeruimd voor het ophalen van kennis.
Masterdeel • • • •
Resterende tekorten aan op de Mastervariant georiënteerde Bachelorvakken worden in het Masterdeel opgevuld. Dit resterende inhaalprogramma verschilt daarom per variant. De 11 ECTS van de stage en maximaal 8 ECTS van de vrije keuzeruimte uit de reguliere Master is voor de HBO-instroom aangewezen als inhaalruimte. Het Masterdeel bevat daarmee in beginsel maximaal 19 ECTS (Uitzondering: Waterbouwkunde). Het maakt deel uit van de Master van totaal 120 ECTS.
Samen met de 28-32 ECTS van de schakelklas kan het totale HBO-schakelprogramma in beginsel maximaal 51 ECTS bevatten (Uitzondering: WAT 54 ECTS).
Schakelklas èn Masterdeel • •
HBO-studenten mogen tegelijk vakken uit de schakelklas en de Master volgen (via een préMasterinschrijving). HBO-studenten mogen pas beginnen met het afstudeerwerk als de schakelklas met succes is doorlopen (en voldaan is aan de toelatingseisen tot het afstudeerwerk in de Master: art 17 Uitvoeringsregeling Masteropleiding CT).
Het wordt studenten echter sterk aangeraden zoveel als mogelijk de schakelklas te voltooien alvorens door te gaan met de variantgebonden Mastervakken. Zie voor details hieronder: HBO-schakelprogramma: de varianten
Inschrijving en toelating Toelating tot het HBO-schakelprogramma Het HBO-schakelprogramma is toegankelijk voor op de Mastervarianten aansluitende HBO-bachelors. De volgende categorieën worden onderscheiden:
HBO-bachelors met een HBO-opleiding Civiele Techniek.
Hebben toegang tot het HBO-schakelprogramma van elke Mastervariant.
HBO-bachelors met een HBO-opleiding Bouwkunde.
Hebben alleen toegang tot het HBO-schakelprogramma van de Mastervariant Building Engineering.
HBO-bachelors met een HBO-opleiding op het gebied van Watermanagement.
(zoals: milieukunde, milieutechniek, milieutechnologie, milieumanagement, land- en watermanagement, aquatische ecotechnologie) Hebben alleen toegang tot het HBO-schakelprogramma van de Mastervariant Watermanagement.
HBO-bachelors met een HBO-opleiding op het gebied van Verkeerskunde, of Transport en Planning. Hebben alleen toegang tot het HBO-schakelprogramma van de Mastervariant Transport & Planning.
HBO-bachelors met een andere dan de genoemde HBO-opleidingen.
Hebben geen toegang tot het HBO-schakelprogramma. Worden in beginsel ingeschaald in de Bachelor Civiele Techniek.
9 HBO-bachelors met een bovengenoemde HBO-opleiding die echter niet aansluit op de gewenste Mastervariant.
Hebben geen automatische toegang tot het HBO-schakelprogramma van de niet passende Mastervariant. Worden ingeschaald, uitgaande van de toelatingseisen van de Mastervariant, in het HBO-schakelprogramma van de Mastervariant van keuze, rekening houdend met tekortkomingen in kennis en vaardigheden (in de praktijk komt het neer op het doen van het betreffende HBOschakelprogramma plus een aantal vakken uit de BSc).
Directe toelating tot de Master HBO-studenten die het HBO-diploma behaald hebben in maximaal 4 jaar, met gemiddeld een 7,5 of hoger op de cijferlijst behorend bij het diploma, mogen de Examencommissie verzoeken direct tot een Mastervariant te worden toegelaten. De Examencommissie toetst daarbij ook op motivatie en beheersing van de Engelse taal. Directe toelating tot de Mastervariant zal uitzondering zijn. De Examencommissie kan onder andere besluiten de student: 1. Direct tot de Mastervariant toe te laten, zonder voorwaarden. 2. Direct tot de Mastervariant toe te laten, onder voorwaarden. 3. Toe te laten tot het HBO-schakelprogramma (schakelklas), al dan niet met vrijstellingen.
Inschrijving
HBO-schakelprogramma
Studenten die worden toegelaten tot het HBO-schakelprogramma dienen zich aan de TUDelft in te schrijven voor de Bachelor CT en krijgen na toelating tot het HBO-schakelprogramma en die Mastervariant, een pré-Masterinschrijving. Na het afronden van de schakelklas wordt de préMasterinschrijving omgezet in een Masterinschrijving. Het voltooien van de schakelklas geeft geen recht op het Bachelordiploma CT. Studenten dienen twee procedures te doorlopen: 1. Studenten moeten zich als student aan de TUDelft inschrijven bij de Centrale Studentenadministratie (CSA: Julianalaan 134, tel 015-2784249) 2. Studenten moeten zich daarnaast ook schriftelijk aanmelden bij de Examencommissie Civiele Techniek (Stevinweg 1; 2628 CN Delft). Onder overlegging van kopieën van diploma en cijferlijsten en vermelding van de Mastervariant van keuze. Nogmaals: bij de Centrale Studentenadministratie word je in eerste instantie ingeschreven voor de Bacheloropleiding. Pas nadat de examencommissie je heeft toegelaten voor een Mastervariant kun je je bij de CSA inschrijven als Pre-master.
Let wel: dit zijn twee aparte procedures die beide moeten worden doorlopen! Doe dit ruim voor september! En als je nog geen Mastervariant hebt kunnen kiezen?
Studenten met Bouwkunde-, Watermanagement- of Transport en Planning-vooropleidingen mogen (in beginsel) alleen de passende varianten in. Zij mogen niet kiezen. Studenten met een CT-vooropleiding mogen alle varianten in. Zij hoeven nog niet te kiezen! De keuze mag ook achteraf blijken.
Direct in de Master
Studenten die de Examencommissie verzoeken direct tot de Master te worden toegelaten kunnen zich pas na een desbetreffend besluit van de Examencommissie inschrijven voor de Master. Hen wordt aangeraden zich, hangende dat besluit, ook voor de Bachelor CT in te schrijven, op de wijze zoals hierboven beschreven.
Begeleiding
De begeleiding van de HBO-studenten bestaat uit de volgende elementen: • Een HBO-voorlichting op maandag 6 september (Zie het rooster op www.citg.tudelft.nl/dos). • Mentorgroepen.
10 Studenten krijgen, in groepen van ongeveer 10, een studentmentor en een docentmentor toegewezen. De mentoren zijn beschikbaar voor de studenten als vraagbaak, wegwijzer en aanspreekpunt. De groepen beslissen zelf wanneer ze bijeenkomen. De ervaring heeft geleerd dat deelname aan een mentorgroep belangrijke voordelen biedt! Een studieadviseur coördineert het HBO-schakelprogramma en het mentoraat. Hij of zij zal regelmatig met de mentoren overleggen. • Studieadviseur Alle studieadviseurs zijn op de gebruikelijke manier beschikbaar voor de studenten. Zij houden de studievoortgang van de studenten bij en roepen, indien nodig, studenten op voor een gesprek.
Overgangsregeling voor cohorten 02-03 en eerder Bij de invoering van de Bachelor-Masterstructuur en het toen aangepaste HBO-schakelprogramma is bepaald dat de HBO-studenten, die met de studie begonnen voor 1-09-2002, alleen moesten voldoen aan de eisen van het HBO-schakelprogramma 2002-2003. Hetzelfde principe werd gehanteerd bij de invoering van het HBO-schakelprogramma 2003-2004. De HBO-studenten die met de studie begonnen voor 1-09-2003 hoeven, indien zij daar voor kiezen, alleen te voldoen aan de eisen van het HBO-schakelprogramma 2003-2004. Er is echter op één punt een verschil: behaalde studiepunten die niet in het HBO-schakelprogramma van de gekozen mastervariant 2003-2004 passen, gaan verloren.
Keuze
HBO-studenten die met de studie begonnen zijn voor 1-09-2003 kunnen dus kiezen tussen: 1. Overstappen naar het HBO-schakelprogramma 2003-2004. 2. Afmaken van hun programma (= het HBO-programma 02-03!). Studenten uit cohorten 02-03 en eerder hebben de mogelijkheid het Bachelor-diploma CT te behalen. Dat diploma geeft toegang tot elke Mastervariant. Studenten uit cohort 03-04 en later en zij die overstappen hebben een (iets) lichter en gerichter programma dan eerdere cohorten. Dit programma geeft echter toegang tot maar één Mastervariant en geeft geen recht op het BSc-diploma. Voor de studenten die in het HBO-programma 02-03 blijven. De criteria voor toelating tot de Master, terwijl de Bachelor nog niet is behaald, staan vermeld in het OER Master CT (art 5). HBO-studenten mogen de Examencommissie verzoeken soepelheid te betrachten bij de toepassing van art 5 op grond van de zwaarte- en roosterproblemen van het HBO-programma in 2002-2003. Cohorten van 01-02 en eerder zijn in de Bachelor en Master ingeschreven vanwege de overgangsregelingen. Het cohort 02-03 blijft in de Bachelor CT ingeschreven totdat zij voldoen aan de eisen voor toelating tot de Master. Voor de studenten die overstappen naar het programma 03-04 Behaalde studiepunten, voor onderdelen die niet horen bij het nieuwe variantgebonden programma, gaan verloren. De reden hiervoor is eenvoudig: de Master (van het HBO-schakelprogramma) heeft te weinig ruimte om de behaalde studiepunten een plaats te bieden!
Cohorten 01-02 en eerder
Cohorten van voor 02-03 zijn al in de Bachelor en Master ingeschreven vanwege de overgangsregelingen. Zij hebben na de overstap alleen toegang tot één Mastervariant.
Cohort 02-03
Cohort 02-03 stapt over naar de schakelklas, met dezelfde Bachelorinschrijving, en naar de préMasterinschrijving. Na het succesvol doorlopen van de schakelklas wordt de pré-Masterinschrijving omgezet in een inschrijving voor de Master. Studenten die overstappen dienen dit schriftelijk te melden aan de Examencommissie, onder vermelding van de Mastervariant van keuze.
11
Onderwijs- en examenregeling (OER) De opleiding gaat ervan uit dat het studentenstatuut, de Onderwijs- en examenregeling (OER) met de daarbij behorende Uitvoeringsregeling en de Regels en richtlijnen van de examencommissie bij iedere student bekend zijn. Hierin zijn onder meer te vinden: • de formele regels voor het examenprogramma • toelatingseisen die voor sommige onderdelen gelden • zak- en slaagregelingen • regels voor beroep inzake tentamens of examens Het statuut, de regelingen en de richtlijnen zijn te vinden op de website www.citg.tudelft.nl/dos en in te zien bij de balie van de onderwijsadministratie.
12
13
Agenda voor het collegejaar 2004/2005 1e semester 6/9/2004 - 22/10 25/10-29/10 1/11 - 5/11 8/11 - 24/12 27/12 - 7/1 10/1/2005 - 14/1 17/1 - 4/2 2e semester 7/2/2005 - 24/3 (do) 29/3 (di) - 1/4 4/4 - 8/4 11/4 - 29/4 2/5 - 6/5 9/5 - 3/6 6/6 - 10/6 13/6 - 1/7
onderwijs roostervrij tentamens onderwijs kerstvakantie roostervrij tentamens
23/9 TACTIQ (sport- en speldag)
onderwijs roostervrij tentamens onderwijs meivakantie onderwijs roostervrij tentamens
25/3 Goede Vrijdag 28/3 Tweede Paasdag
18/8 (do) - 31/8 (wo) hertentamens
5/5 Bevrijdingsdag en Hemelvaart 16/5 Tweede Pinksterdag
14
15
HBO-schakelprogramma: de varianten Hieronder het overzicht van alle HBO-schakelprogramma’s.
NB: De roostering is onder voorbehoud. De 1. 2. 3. 4. 5.
Master opleiding Civil Engineering bestaat uit 5 Mastervarianten: Hydraulic and Geotechnical Engineering (Waterbouwkunde en Geotechniek; WAT) Watermanagement (WAM) Structural Engineering (Mechanica, Materialen en Constructies; MMC) Building Engineering (Bouwtechniek en Bouwproces; B&B) Transport & Planning (T&P)
Overzicht alle HBO-schakelprogramma’s met Schakelklas en Masterdeel. MSc-varianten → Schakelklas + Masterdeel ↓ HBO-wiskunde 21 ECTS: Schakel -klas 27-32 ECTS
Masterdeel
MMC
B&B
WAT
WAM
T&P
X
X
X
X
X
Analyse (12 ECTS) Differentiaalvergelijkingen + Lineaire Algebra (6 ECTS) Kansrekening (3 ECTS) Numerieke wiskunde* (4 ECTS)
X
Dynamica (4 ECTS)
X
X
X
X
X
Modelvorming (3 ECTS)
X
X
X
X
X
Totaal schakelprogramma
32
28
32
28
28
Vloeistofmechanica (6 ECTS) Constructiemechanica 3 (4 ECTS) Dynamica van systemen (3 ECTS)
X X
X X X
X
X X X
X X
X X
X X
X X
Overige Totaal Masterdeel
12
16
22
15
3103 12
Totaal Schakelklas + Masterdeel Totaal Schakelklas + Master
44 152
44 148
54 152
43 148
40 148
A-pakket vak** (4/5 ECTS) A-pakket-vak (4/5 ECTS)
X
Getallen = ECTS
* Numerieke wiskunde is alleen opgenomen voor die varianten waar het essentiële voorkennis is. ** A-pakketvakken: Reguliere studenten in de Bachelor moeten A-pakketvakken kiezen. Zie de schema’s hieronder bij de varianten voor de omschrijvingen.
16
Mastervariant Structural Engineering (Mechanica, Materialen en Constructies, MMC).
NB: De roostering is onder voorbehoud. HBO-schakelprogramma: overzicht MMC Schakelklas + Masterdeel ↓ HBO-wiskunde 21 ECTS:
ECTS
Kwartaal
Schakelklas 32 ECTS
Analyse Differentiaal-vergelijkingen + Lineaire Algebra Kansrekening
12 6 3
1/2/4 1 /2 1
Numerieke wiskunde
4
3
Dynamica (1021)
4
2 3
Masterdeel
Modelvorming (1090)
3
Totaal schakelprogramma
32
Constructiemechanica 3 (2030) Dynamica van systemen (2022)
4 3
3 4
Constructiemechanica 4 (3109) Totaal Masterdeel
5 12
2
Totaal Schakelklas + Masterdeel
44
Overzicht per kwartaal MMC Kwartaal →
1
2
3
4
Schakelklas 32 ECTS
Analyse 1+2
Analyse 3
Analyse 4
Diff + lineair 1 Statistiek 12
Diff + lineair 2 Dynamica 10
Numerieke wiskunde Modelvorming 7
3
2030 (3121 en/of 3150) 11-15
2022
Totaal Masterdeel
Totaal
3109
12
15
6
In kwartaal 4 is ruimte voor Mastervakken. NB: 3150 en/of 3121 maken geen deel uit van het Masterdeel, wel van de variantgebonden verplichte vakken van MMC. Het is raadzaam aan het begin van de studie te overleggen met de Mastercoördinator MMC (ir. L.J.M. Houben, Stevin I kamer 1.28, telefoon 015 278 4917) en/of een studieadviseur over een meerjaren studieplanning en de invulling van de Mastervariant. Het overzicht van de Mastervariant vind je in het Papieren Patroon van de Masteropleiding.
17
Mastervariant Building Engineering (Bouwtechniek en Bouwproces; B&B)
NB: De roostering is onder voorbehoud. HBO-schakelprogramma: overzicht B&B Schakelklas + Masterdeel ↓
ECTS
Kwartaal
Analyse Differentiaal-vergelijkingen + Lineaire Algebra Kansrekening
12 6 3
1/2/4 1 /2 1
Dynamica (1021)
4
2
Modelvorming (1090)
3
3
Totaal schakelprogramma
28
Constructiemechanica 3 (2030) Dynamica van systemen (2022)
4 3
3 4
Constructies van Gebouwen (3211) Bouwfysica en Bouwtechniek (3221) Totaal Masterdeel
5 4 16
3 3
Totaal Schakelklas + Masterdeel
44
HBO-wiskunde 21 ECTS: Schakelklas 28 ECTS
Masterdeel
Overzicht per kwartaal B&B Kwartaal →
1
2
Schakelklas 28 ECTS
Analyse 1+2 Diff + lineair 1 Statistiek 12
Analyse 3 Diff + lineair 2 dynamica 10
Totaal Masterdeel
Totaal
(evt 3071)
12
10
3
4 Analyse 4
Modelvorming 3
3
2030 3211 3221 16
2022
6
In kwartaal 4 is ruimte voor Mastervakken. Het kan verstandig zijn 3071 (Ontwerpen van gebouwen) ook te volgen. Het is raadzaam aan het begin van de studie te overleggen met de Mastercoördinator B&B (ir. A. te Boveldt, kamer 4.18) en/of een studieadviseur over een meerjaren studieplanning en de invulling van de Mastervariant. Het overzicht van de Mastervariant vind je in het Papieren Patroon van de Master opleiding.
18
Mastervariant Hydraulic and Geotechnical Engineering (Waterbouwkunde en Geotechniek; WAT) NB: De roostering is onder voorbehoud.
HBO-schakelprogramma: overzicht WAT. Schakelklas + Masterdeel ↓
ECTS
Kwartaal
Analyse Differentiaal-vergelijkingen + Lineaire Algebra Kansrekening
12 6 3
1/2/4 1/2 1
Numerieke wiskunde
4
3
Dynamica (1021)
4
2
Modelvorming (1090)
3
3
Totaal schakelprogramma
32
Vloeistofmechanica (2100) Constructiemechanica 3 (2030) Dynamica van systemen (2022)
6 4 3
1 /2 3 4
Grondwatermechanica (3320) Stroming in Waterlopen (3310) Totaal Masterdeel
4 5 22
2 3
Totaal Schakelklas + Masterdeel
54
HBO-wiskunde 21 ECTS: schakelklas 32 ECTS
Masterdeel
Overzicht per kwartaal WAT Kwartaal →
1
2
3
4
Schakelklas 32 ECTS
Analyse 1+2
Analyse 3
Analyse 4
Totaal
Diff + lineair 1 Statistiek 12
Diff + lineair 2 Dynamica 10
Numerieke wiskunde Modelvorming 7
3
Masterdeel
2100
2100 3320
3340 2022
Totaal
15
17
2030 3310 3330 20
10
NB: 3330 (constructieve waterbouwkunde) en 3340 (rivierbouwkunde) maken geen deel uit van het Masterdeel, wel van variantgebonden verplichte vakken van WAT. Kwartaal 2 en 3 zijn erg zwaar. Het is verstandig in overleg met de Mastervariant coördinator niet alle vakken in het eerste studiejaar te doen. In kwartaal 4 zit enige ruimte voor een Mastervak. Het is raadzaam aan het begin van de studie te overleggen met de Mastercoördinator WAT (dr.ir. P. Visser, kamer 3.96) en/of een studieadviseur over een meerjaren studieplanning en de invulling van de Mastervariant. Het overzicht van de Mastervariant vind je in het Papieren Patroon van de Master opleiding.
19
Mastervariant Watermanagement (WAM).
NB: De roostering is onder voorbehoud. HBO-schakelprogramma: overzicht WAM Schakelklas + Masterdeel ↓
ECTS
Kwartaal
Analyse Differentiaal-vergelijkingen + Lineaire Algebra Kansrekening
12 6 3
1/2/4 1 /2 1
Dynamica (1021)
4
2
Modelvorming (1090)
3
3
Totaal schakelprogramma
28
Vloeistofmechanica (2100) Waterbeheersing (3410) Gezondheidstechniek (3420) Totaal Masterdeel
6 5 4 15
Totaal Schakelklas + Masterdeel
43
HBO-wiskunde 21 ECTS: Schakelklas max 27 ECTS
Masterdeel
1 /2 2 3
Overzicht per kwartaal WAM Kwartaal →
1
2
Schakelklas 19 sp
Analyse 1+2 Diff + lineair 1 Statistiek 12
Analyse 3 Diff + lineair 2 dynamica 10
2100 (3011 evt)
2100 3320 3410 22
Totaal Masterdeel
Totaal
15 (19)
3
4 Analyse 4
Modelvorming 3
3 (1310 evt)
3420 3310 12
3 (7)
HBO-bachelors met een HBO-opleiding op het gebied van Watermanagement (zoals: milieukunde, milieutechniek, milieutechnologie, milieumanagement, land- en watermanagement, aquatische ecotechnologie) komen in aanmerking voor een vrijstelling voor 3410 en 3420. 3310 (Stroming in waterlopen) en 3320 (Grondwatermechanica) maken geen deel uit van het Masterdeel, wel van variantgebonden verplichte vakken van WAM. Kwartaal 2 is te zwaar. Het is verstandig in overleg met de Mastervariant coördinator niet alle vakken in het eerste studiejaar te doen. Het kan verstandig zijn 1310 (Hydrologie) en 3011 (Inleiding Watermanagement) ook te volgen. In kwartaal 3 en 4 is ruimte voor vakken uit de Mastervariant. Het is raadzaam aan het begin van de studie te overleggen met de Mastercoördinator WAM (dr.ir. J de Koning, kamer 4.61) en/of een studieadviseur over een meerjaren studieplanning en de invulling van de Mastervariant. Het overzicht van de Mastervariant vind je in het Papieren Patroon van de Master opleiding.
20
Mastervariant Transport and Planning (T&P)
NB: De roostering is onder voorbehoud. HBO-schakelprogramma: overzicht T&P. Schakelklas + Masterdeel ↓ -→
ECTS
Kwartaal
Analyse Differentiaal-vergelijkingen + Lineaire Algebra Kansrekening
12 6 3
1/2/4 1 /2 1
Dynamica (1021)
4
2
Modelvorming (1090)
3
3
Totaal schakelprogramma
28
Oef. Ontwerp wegen en spoorwegen (3711) Ontwerp en constructie van stedelijke infrastructuur (3721)
4 5
2 3
Risico analyse (3103) Totaal Masterdeel
3 12
2
Totaal Schakelklas + Masterdeel
40
HBO-wiskunde 21 ECTS: Schakelklas 19 sp
Masterdeel
Overzicht per kwartaal T&P Kwartaal →
1
2
Schakelklas 19 sp
Analyse 1+2 Diff + lineair 1 Statistiek 12
Analyse 3 Diff + lineair 2 dynamica 10
12
3103 3711 17
totaal Masterdeel totaal
3
4 Analyse 4
modelvorming 3
3
3721 8
3
Kwartaal 2 is te zwaar. Het is verstandig in overleg met de Mastervariant coördinator niet alle vakken in eerste studiejaar te doen. In kwartaal 1, 3 en 4 is ruimte voor vakken van de Mastervariant. Het is raadzaam aan het begin van de studie te overleggen met de Mastercoördinator T&P (ir. P. Wiggenraad, kamer 5.47) en/of een studieadviseur over een meerjaren studieplanning en de invulling van de Mastervariant. Het overzicht van de Mastervariant vind je in het Papieren Patroon van de Master opleiding.
21
HBO-Schakelprogramma vakomschrijvingen
22
23
CT1021 Dynamica ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.2 docent Dr.ir. W.S.J. Uijttewaal contactpersoon voor studenten student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Vloeistofmechanica kamer: 2.91 tel: 015-2781953
impulsmomentbalans, kinetische energie van rotatie en translatie, krachten en momenten in bewegende constructies. Eulerse balansen voor stromende media: massatransport, -balans, impulsmoment, balans, wetten van Pascal, Archimedes en Bernoulli, hydrostatische krachten en eenvoudige hydrodynamische krachten op lichamen.
Doelstelling Kinematica: • •
Samenvatting • • • • •
kinematica van een deeltje: kromlijnige beweging, relatieve beweging, tangentiële en normale versnelling dynamica van deeltje: massa, impuls, kracht, energie, arbeid, impulsmoment, krachtmoment dynamica van stelsels van deeltjes: beweging van massamiddelpunt, behoudswetten eulerse balansen: massabalans, hydrostatica, impulsbalans, energiebalans kinematica en dynamica van starre lichamen: vlakke beweging, zuiver rollen, massamiddelpunt, rotatie, translatie, traagheidsmoment
•
Dynamica: •
•
•
Beschrijving Algemeen: schematiseren van mechanische problemen gebruikmakend van de balansvergelijkingen voor behoudbare grootheden als massa, impuls, impulsmoment en energie. Kinematica van een puntmassa: recht- en kromlijnige beweging, normale en tangentiële versnelling, relatieve translatie van assenstelsels en lichamen, rotatie om een as, relatieve beweging. Dynamica van puntmassa's: behoudswetten van impuls voor 1 of 2 deeltjes. Wisselwerkingskrachten van lineaire veren, gravitatie, droge wrijving, viskeuze wrijving, energie, arbeid vermogen, kinetische energie, potentiële energie, botsingen, stabiliteit. Kinematica en Dynamica van starre lichamen: translatie en rotatie, traagheidsmoment, krachtmoment,
het kunnen analyseren en berekenen van baanbeweging van een puntmassa langs een ruimtelijke kromme het kunnen analyseren en berekenen van ruimtelijke beweging van starre lichamen met inbegrip van zuiver rollen, rotatie om een vaste as en om het massamiddelpunt relatieve beweging bij onderlinge translatie en rotatie analyseren en berekenen
het kunnen formuleren, opstellen en toepassen van behouds- en balanswetten van massa, impuls, impulsmoment en energie voor een enkel deeltje, een stelsel van deeltjes en voor een star lichaam het kunnen onderscheiden van conservatieve en dissipatieve wisselwerkingen naar constitutie en energiehuishouding het kunnen toepassen van constitutieve vergelijkingen voor een veer, gravitatieve, droge wrijving, viskeuze wrijving en kwadratische weerstand
Eulerse Balansen: • •
het kunnen opstellen en toepassen van Eulerse balansen voor massa, impuls en energie het kunnen berekenen van hydrostatische en eenvoudige hydrodynamische krachten op lichamen
Cursustype • •
college oefening
Colleges: • uitleg van vakinhoud op hoofdlijnen • behandeling van toepassingen • demonstraties met fysische modellen
24 • motivering van de studenten • aanwijzingen geven voor zelfstudie, beantwoorden van vragen, organisatorische mededelingen. Oefeningen: De stof wordt verwerkt door zelfstudie en het maken van oefenvraagstukken. Ten behoeve hiervan wordt een aantal uitgewerkte voorbeeldvraagstukken en -tentamens aangeboden. Toetsen: Ter bevordering van de zelfwerkzaamheid wordt studenten de gelegenheid geboden hun kennis en vaardigheden tussentijds te toetsen aan de hand van niet-verplichte computertoetsen.
Toetsing Toegestane middelen Rekenmachine, 1 A4 met formules Toetsingsvorm • • •
Schriftelijk tentamen met open vragen Deeltentamen Oefententamen als computertoets
Beoordeling Bonus Door deelname aan twee facultatieve oefentoetsen kan het deeltentamencijfer met 1 punt worden opgehoogd, mits voor elk van deze twee toetsen minimaal 45% van het maximaal te behalen puntenaantal gescoord wordt. Berekening Eindcijfer wordt bepaald voor 2/3 uit het tentamencijfer en voor 1/3 uit het deeltentamen waarbij op beide onderdelen ten minste een 4,5 gescoord moet zijn. (NB: Voor omzwaaiers geldt het tentamencijfer als resultaat voor instellingsvak dynamica 3 ECTS).
Materialen dictaat/studieboek verplicht: 1. Mechanica voor Technici, Dynamica, R.C. Hibbeler, Academic Service 2. Aanvullend dictaat Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
CT1090 Modelvorming in de civiele techniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 docent Drs. R. Booij contactpersoon voor studenten Drs. R. Booij kamer: 0.10 tel: 84582 spreekuur/afspraak Drs. R. Booij kamer: 0.10 tel: 84582
Samenvatting Opstellen van kwantitatieve modellen voor eenvoudige civieltechnische problemen; controleren van dimensies, maken van verantwoorde verwaarlozingen, bepalen van globaal gedrag van systemen. Voorbeelden uit diverse deelgebieden van de civiele techniek.
Beschrijving Inleiding: waarom werkt de ingenieur met modellen (relatie tot ontwerpen); wat is een model? Typen van modellen; onderscheid black-box model en inzichtelijk model; keuze toestandsgrootheden; voorbeeld van een wiskundig model met grafische oplosmethode; belang van metingen. Balansvergelijkingen; begrippen flux en inhoud; dimensies; keuze voorraadgrootheid en balansgebied; enkele toepassingen. Eerste-orde systemen; problemen met één voorraadgrootheid en met één of meer tijdschalen, schatten van tijdschalen, vergelijken van termen, rationeel verwaarlozen, autonoom proces en respons op excitatie, toepassingen. Hogere-orde systemen; problemen met meer voorraadgrootheden, oscillatie, resonantie, toepassingen, b.v jager-prooi model.
25 Nagaan van modelprestaties; gevoeligheidsonderzoek, validatie, calibratie, verificatie, b.v. Rijn-alarm model.
Doelstelling
Weten wat modellen zijn, welke typen bestaan, hoe ze tot stand komen en waarvoor ze dienen. In staat zijn aan de hand van een gegeven vraagstelling een eenvoudig civiel-technisch systeem te analyseren, te vereenvoudigen en schematisch weer te geven. Kunnen opzetten van balansvergelijkingen en andere relaties tussen toestandgrootheden en daartoe kunnen onderscheiden van verschillende daarbij voorkomende grootheden zoals voorraad- en flux-grootheden. In staat zijn een model te controleren op dimensies, tekens en globaal gedrag en een attitude hebben ontwikkeld om zulke controles ook ongevraagd uit te voeren. Bekend zijn met de verschillende vormen van dynamisch gedrag van systemen en met de kenmerkende grootheden voor het gedrag van systemen (tijdschaal, respons, oscillatie, demping, enz.).
Cursustype • •
college werkcollege
Vakrelaties • • •
CT1090 maakt gebruik van CT1021 CT1090 maakt gebruik van CT1101 CT1090 maakt gebruik van WI1316CT
Toetsing
Toegestane middelen • •
Calculator Handboek
Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen + multiple choice)
Materialen studiehandleiding: • Modelvorming. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
overige materialen verplicht: •
Werkboek, handboek. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
overige materialen aanbevolen: •
Evt. aanvullingen, (uitgewerkte) vraagstukken. Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
26
CT2022 Dynamica van systemen ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 2.2 HBO-schakelprogramma, semester 2.2 docenten Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad A. Scarpas MSc begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
Samenvatting
Tijdsafhankelijk gedrag van dynamische tweede-orde systemen in de civiele techniek. Mechanische systemen zonder en met demping. Hydraulische systemen zonder en met weerstand. Eigenbeweging. Verschillende typen belasting (harmonische excitatie, stapbelasting, exponentiële belasting, impact/pulsbelasting). Mechanische systemen met twee graden van vrijheid zonder demping.
Beschrijving Mechanisch systeem met één graad van vrijheid, ongedempt. Opstellen bewegingsvergelijking, Eigenbeweging. Gedwongen beweging voor harmonische belasting, exponentiële belasting, stapbelasting en impact/pulsbelasting. In rekening brengen van beginvoorwaarden. Hydraulische systemen met één graad van vrijheid zonder weerstand. Eveneens eigenbeweging en gedwongen beweging. Mechanische systemen met demping. Zelfde cyclus van eigenbeweging en gedwongen beweging. Hydraulische systemen met weerstand. Weer zelfde cyclus van eigen beweging en gedwongen beweging. Korte kennismaking met andere mechanische en hydraulische systeemconfiguraties. Eersteorde systemen als limietgeval van tweede-orde systemen. Mechanische systemen met twee graden van vrijheid, zonder demping. Opstellen van
bewegingsvergelijkingen (massamatrix en stijfheidsmatrix). Bepalen van twee eigentrillingen met eigenperiode. Gedwongen respons ten gevolge van harmonische belastingen. Trillingsisolatie.
Doelstelling In het vak leert de student dat mechanische en hydraulische systemen in de tijd een eigenbeweging kunnen uitvoeren met een bijbehorende eigenfrequentie en eigenperiode en/of gedwongen bewegingen als responsie op diverse typen belasting. Een belangrijk aspect is de grote overeenkomst in wiskundige formulering van de verschillende fysische systemen, ook bij gedwongen beweging. Alleen de tijdschaal is anders. Voorts wordt elke toekomstige civiel ingenieur zich ervan bewust dat (ook) civiel-technische systemen meer dan één vrijheidsgraad kunnen hebben en dus meer dan één trilvorm en meer dan één eigenperiode. Het leerdoel is het opstellen van de tweedeorde differentiaalvergelijking(en) voor een fysisch probleem, het oplossen van deze bewegingsvergelijking(en) en (vooral) het fysisch interpreteren van de berekeningsresultaten. Als de student dit beheerst kan hij/zij een aantal karakteristieke systemen en belastingstypen met bijbehorende responsie herkennen in de praktijk van de civiele techniek.
Cursustype De onderwijsvorm is een mix van hoorcolleges, werkcolleges en toetsen. De keuze voor hoorcolleges is ingegeven door de wetenschap dat deze stof als moeilijk wordt ervaren. De student kan worden gewezen op de systematiek in de aanpak en hij/zij leert hoe door de vele wiskundige bewerkingen heen steeds moet worden gelet op de fysica in de processen. In de werkcolleges oefent de student de wijze van werken bij het modelleren en oplossen van problemen. Drie toetsen zijn ingebouwd om de student te stimuleren vanaf het begin van het college de stof te bestuderen. Met deze toetsen kan de student een bonus halen.
Vakrelaties • • • •
CT2022 CT2022 CT2022 CT2022
maakt maakt maakt maakt
gebruik gebruik gebruik gebruik
van van van van
CT1021 CT1090 CT2031 WI1316CT
27 •
CT2022 maakt gebruik van WI2253CT
Toetsing Toegestane middelen Op het tentamen wordt een blad uitgereikt met de belangrijkste formules die in de te toetsen stof een rol spelen. De student zelf neemt niets mee dan zijn rekenmachine. Toetsingsvorm Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Het bestaat uit open vragen over afleidingen en toepassingen. De toetsen worden op de computer afgenomen.
Beoordeling Bonus Met de drie toetsen kan een bonus worden behaald. Afhankelijk van de resultaten wordt een half of een heel punt toegevoegd aan het resultaat van het schriftelijk tentamen. Berekening Het eindcijfer is de som van het cijfer voor het schriftelijk tentamen en de bonus die wordt ontvangen voor het resultaat van de toetsen.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
"Dynamica van Systemen", J. Blaauwendraad
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Bundel met uitgewerkte opgaven en eerder gegeven tentamens
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: •
Computerprogramma "Dycon"
Verkrijgbaar via website. dictaat/studieboek aanbevolen: M. Alonso en E.J. Finn: "Fundamentele natuurkunde, 1 mechanica"
R.C. Hibbeler: "Engineering Mechanics, DYNAMICS" en "Engineering Mechanics, DYNAMICS Study Pack" Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
28
CT2031 Constructiemechanica 3 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 docenten Ir. J.W. Welleman Ir. C. Hartsuijker begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. J.W. Welleman kamer: 6.15 tel: 0152784856 student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
Samenvatting Algemene rekenmethoden voor statisch onbepaalde staafconstructies, zowel op basis van de krachtenmethode als de verplaatsingenmethode. Inleiding stabiliteit van het evenwicht.
Beschrijving Statisch onbepaalde constructies: Krachtenmethode: Keuze van het statisch bepaalde hoofdsysteem, statisch onbepaalde en vormveranderingsvoorwaarden. Toepassingen: Stijfheidsverschillen in constructies, steunpuntsverplaatsingen, temperatuursinvloeden. Verplaatsingenmethode: introductie en demo MatrixFrame, modelvorming m.b.v. staven en knopen, randvoorwaarden en belastingen, systematiek van de methode uitgelegd aan de hand van vakwerken en eenvoudige, op buiging belaste constructies, elementenbelastingen. Stabiliteit van het evenwicht: inleidende begrippen, plaatsvastheid en vormvastheid. Stabiliteit v/h evenwicht, systemen met 1 vrijheidsgraad (starre staaf), systemen met 2 vrijheidsgraden (als opstap naar de buigzame staaf), de buigzame staaf, Euler, statisch
bepaalde drukstaven (2e orde D.V.), differentiaalvergelijking voor het algemene knikprobleem (4e orde D.V.), uitwerking van de D.V. tot basis-kinkgevallen, geschoorde en ongeschoorde staven, verende inklemmingen, initiële verplaatsing door scheefstand of belasting. Vergrotingsfactor, schijnbare stijfheid, instabiliteit door niet-lineair materiaalgedrag. Integrale aanpak van de volgende begrippen: 1e orde verplaatsing, 1e orde bezwijklast, kniklast, 2e orde verplaatsing, bezwijklast door instabiliteit.
Doelstelling
Statisch onbepaalde constructies: Aan het einde van deze module is de student(e) in staat om statisch onbepaalde constructies te herkennen en hierin met behulp van de krachtenmethode de krachtsverdeling te bepalen. Daarnaast is hij/zij vertrouwd met de oplossingsstrategie van de verplaatsingsmethode en kan hij/zij deze toepassen op raamwerken en vakwerken. Met behulp van een oefening heeft de student laten zien hoe de resultaten van een computerberekening kritisch moeten worden geïnterpreteerd en hoe deze berekeningen met de hand kunnen worden gevalideerd. Stabiliteit van het evenwicht: Aan het einde van deze module is de student(e) is staat om de stabiliteit van het evenwicht van raamwerkstructuren met eenvoudige lastconfiguraties te onderzoeken. Daarbij is hij/zij vertrouwd met de invloed van tweede orde effecten en het effect van plastisch materiaalgedrag op de bezwijklast.
Cursustype • • •
Computer Ondersteunende Zelfstudie oefening colstructie
De student krijgt theorie en toepassingen uitgelegd in de vorm van een college/instructie, waarbij de student actief in de zaal mee moet doen. Door de COZ wordt de zelfstudie van de student bevorderd en zorgt voor een gelijkmatige studielast over het kwartaal.
29
Toetsing Voorkennis Deelname aan het tentamen is voor studenten die voor de eerste keer deelnemen - voor zover dit direct aansluit op het kwartaal waarin het vak wordt gedoceerd - alleen toegestaan aan hen, die tenminste 40% van het aantal te behalen COZ-punten hebben gescoord. Voorts is deelname aan het tentamen alleen toegestaan aan studenten die de oefening hebben afgerond en deze binnen het overeengekomen tijdschema door de studentassistenten ter goedkeuring hebben laten paraferen. Toegestane middelen Een zakrekenmachine, grafische calculator is toegestaan Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
CT2100 Vloeistofmechanica
Beoordeling
Samenvatting
Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
http://www.mechanics.citg.tudelft.nl/studass
Verkrijgbaar via de website van Blackboard. dictaat/studieboek verplicht: •
•
•
"Constructiemechanica 3, Statisch onbepaalde constructies". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. "Constructiemechanica 3, Stabiliteit van het evenwicht". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. "Constructiemechanica 3: MatrixOefening". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
overige materialen aanbevolen: •
op blackboard kunnen de COZ-blokken worden gedownload.
ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 1.1 en 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.1 en 1.2 docent Prof.dr.ir. G.S. Stelling begeleider Ir. R.J. Labeur contactpersoon voor studenten Ir. R.J. Labeur kamer: 2.84 tel: 015-2785069 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Vloeistofmechanica kamer: 2.91 tel: 015-2781953
• Vloeistofeigenschappen; gelijkvormigheid; dimensieloze kentallen • Hydrostatica • Kinematica; snelheidsveld; volumestroom; meevoering; lokale en convectieve afgeleide; versnelling; volumebalans • Vergelijkingen van Euler langs de normaal, binormaal en stroomlijn (Bernoulli); toepassingen • Energieoverdracht in vloeistofstroming; energiebalans voor een stroombuis; toepassingen op snel veranderende stromen in gesloten en in open leidingen (profielveranderingen in pijpleidingen; hevels; pompen en turbines; overlaten en schuiven) • Impulsoverdracht in vloeistofstroming; impulsbalans voor een stroombuis; toepassing op snel veranderende stromen in gesloten leidingen (zie voorgaand punt) • Stroming rond starre lichamen; invloed viscositeit; grenslaagvorming en loslating; zog; stromingsweerstand; valsnelheid • Stroming in pijpleidingen; lokale verliezen; wandverliezen in laminaire en turbulente stroom; relatie tussen debiet en verval • Stroming in open waterlopen; kritische stroming; overlaten met gestuwde afvoer en met vrije afvoer; watersprong; weerstandformules voor eenparige stroming; geleidelijk variërende stroming met bijbehorende stuwkrommen.
30
Cursustype • • •
college practicum toets
Colleges: • • • • • •
organisatorische mededelingen uitleg vakinhoud op hoofdlijnen demonstraties met stroomgoot behandelen van toepassingen aanwijzingen geven voor zelfstudie beantwoorden van vragen
Toetsen: vijf COO-toetsen om gestructureerde en tijdige zelfstudie te bevorderen en voor terugkoppeling naar student over studievoortgang. Oefeningen: via vraagstukken (zelfstudie) Practicum: één practicum van 2 uur; metingen in groepen van 4 studenten; één verslag per 2 studenten wordt beoordeeld en besproken
Toetsing Voorkennis Practicum moet zijn gedaan en het verslag daarvan ingeleverd Toegestane middelen Zakrekenmachine Onbeschreven formuleblad Toetsingsvorm • •
5 COO-toetsen (niet verplicht) schriftelijk tentamen
Beoordeling Bonus via de COO-toetsen Berekening Eindcijfer wordt bepaald voor 2/3 uit tentamencijfer en voor 1/3 uit COO-toetsen onder de volgende voorwaarden:
• • •
Tentamen aansluitend aan het kwartaal Tentamencijfer ten minste een 4,5 Toetscijfer hoger dan het tentamencijfer
In alle andere gevallen is het eindcijfer gelijk aan het tentamencijfer.
Materialen studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: •
Handleiding practicum vloeistofmechanica
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Dictaat Vloeistofmechanica en Vraagstukkenbundel Vloeistofmechanica.
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
31
CT3011 Watermanagement ECTS punten: 4 rooster: BSc-proramma, semester 1.1 HBO-schakelproramma, semester 1.1 docenten Prof.ir. J.C. van Dijk Prof.ir. R. Brouwer contactpersoon voor studenten Ir. K.J. Breur kamer: 4.72 tel: 84909 Ir. J.Q.J.C. Verberk kamer: 4.61 tel: 81585 spreekuur/afspraak Ir. K.J. Breur kamer: 4.72 tel: 84909 Ir. J.Q.J.C. Verberk kamer: 4.61 tel: 81585 secretariaat van de sectie Gezondheidstechniek kamer: 4.55 tel: 015-2783347
• Afwatering: Functies en kenmerken van afwateringssystemen. Samenhang en verschillen tussen landelijke en stedelijke gebieden. Afwatering in hellende en vlakke gebieden. Polderinrichting. Ontwerp en inrichting van afwateringssystemen inclusief berging • Regionale wateraanvoer: typen behoeften van wateraanvoer. Waterbehoefte van de verschillende stedelijke en landelijke watergebruikers met de landbouw als de grootste gebruiker. Irrigatiemethodieken in Nederland en daarbuiten. Ontwerpcriteria, maatgevende aanvoer • Ontwerpen eenvoudige aan- en afvoersystemen: functies en kenmerken van aan- en afvoersystemen. Ontwerpcriteria voor aan- en afvoersystemen. Beginselen van ontwerp en inrichting van een watertransportsysteem met leidingen en meeten regelkunstwerken
Samenvatting
Gezondheidstechniek:
•
• Gezondheidstechniek en volksgezondheid: Introductie en besef via recente historische ontwikkelingen (ziektes, hygiënisten, vanaf 50er jaren vervuiling opppervlaktewater). Introductie epidemiologie • Internationaal perspectief: Europese Unie, voormalige Oostbloklanden, Afrika, Azië. Samenhang in waterketen (aanleg waterleiding maakt gebruik van spoeltoilet mogelijk, met bekende gevolgen....). Doorkijk naar praktijk van gezondheidstechnisch ingenieur in den vreemde • De waterketen: Termen en begrippen. Situatie in Nederland. Introductie van en toelichting op de alternatieven: (kleine) waterketen vanuit huishouden. Interacties in de waterketen tussen deelsystemen. Alternatieven: Waterbesparing, grijswater, urineafscheiding, grootschalig (centraal) versus kleinschalig (decentraal)
• • • •
Belang van watermanagement; waterbeheersing en gezondheidstechniek voor de samenleving; binnen en buiten Nederland Waterbeheersing: ontwatering en afwatering, regionale wateraanvoer, ontwerpen open aan- en afvoersystemen Gezondheidstechniek: gezondheidstechniek en volksgezondheid, de waterketen, waterverbruik, Drinkwatervoorziening, riolering, afvalwaterzuivering, interacties binnen de waterketen Integraal waterbeheer, belangenafweging en organisatorisch kader in het waterbeheer
Beschrijving
Algemeen: Grondslagen, achtergronden. Waterbeheersing en Gezondheidstechniek in Nederland. Bijzondere problemen in het buitenland. Waterbeheersing: • Ontwatering: processen in ontwateringsmethodieken in stedelijk en landelijk gebied, ondergronds en via oppervlakte. Ontwerpcriteria voor ondergrondse drainagesystemen, maatgevende afvoer. Ontwerpcriteria voor oppervlakteafwateringsystemen, maatgevende afvoer
Drinkwaterverbruik en -voorziening: Drinkwaterverbruik per persoon. Verbruikspatronen per huishouden, per wijk, per stad; Toelichting en piekfactoren. Organisatie drinkwatervoorziening: Hygiëne en kwaliteit, winning en zuivering, transport en distributie • Riolering: Afvalwaterproduktie per persoon en neerslag. Gemengde en gescheiden stelsels; consequenties voor afvoer van afvalwater. Afvoerdiagrammen, piekfaktoren
32 en rioolinfrastructuur. Organisatie rioolinfrastructuur • Afvalwaterzuivering: Afvalwater: hoeveelheden (piekfactoren) en samenstelling. Zuiveringsbehoefte; relatie met oppervlaktewaterkwaliteit. Basis lay-out afvalwaterzuiveringsinfrastructuur. Organisatie afvalwaterzuiveringsinfrastructuur • Integraal waterbeheer: Afweging van diverse belangen. Bestuurlijke en wettelijke kaders. Besluitvormingsprocessen
Materialen
Doelstelling
overige materialen verplicht:
De student is in staat eenvoudige waterbeheersingsproblemen te herkennen en te kwantificeren. Dit zowel voor problemen op het gebied van wateroverlast als watertekort. Na het vaststellen van de ontwerpcriteria kunnen eenvoudige civieltechnische oplossingen worden geïndentificeerd en ontworpen. De student kent het belang van de Gezondheidstechniek voor de volksgezondheid, de milieuhygiëne, de leefbaarheid en de kwaliteit van het omringende leefmilieu. Dit zowel voor de situatie in Nederland en daarbuiten als voor de situatie nu en in het verleden. De student heeft inzicht in de onderdelen van de gezondheidstechnische infrastructuur en de samenhang tussen deze onderdelen. De student is bekend met de belangen, bestuurlijke en wettelijke kaders en besluitvormingsprocessen die spelen in het veld van het watermanagement.
Cursustype •
college (met powerpointpresentaties voor illustratie van de stof)
Vakrelaties • • •
CT3011 maakt gebruik van CT1310 CT3011 maakt gebruik van van CT2090 CT3011 maakt gebruik van CT2100
Toetsing Voorkennis Zie gedetailleerde omschrijving Toegestane middelen rekenmachine, tekengerei Toetsingsvorm Schriftelijk
Beoordeling Berekening per onderdeel behaald/max. x 10 = cijfer
studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek en als pdf-file op blackboard.
• Powerpointpresentaties en oefententamens op blackboard.
33
CT3071 Ontwerpen van Gebouwen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.2 docenten Ir. H.R. de Boer Prof.ir. J.J.M. Cauberg Ir. A.C. van der Linden Ir. P.M.C. Scheers Prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vambersky contactpersoon voor studenten Ir. A.C. van der Linden kamer: 4.1 tel: 81332 Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
gebouwfunctie; economisch construeren en dimensioneren; voorbeelden van het constructief ontwerpen 5. Afbouwtechnisch ontwerpen: functionele en constructieve aspecten van uitwendige scheidingsconstructies; constructieve oplossingen en technische analyse van enige gevel- en daktype
Cursustype • •
Voor de delen bouwfysica (2.5 ECTS) en bouwtechnisch ontwerpen (1.25 ECTS): hoorcolleges Voor het deel bouwkundig ontwerpen (1.25 ECTS): hoorcollege, ontwerpopdracht.
Toetsing • •
Samenvatting
Verkenning gebouwensector binnen de opleiding civiele techniek. Inleiding in de bouwfysica van gebouwen en de gebouwde omgeving met betrekking tot de fenomenen warmte, vocht, geluid, licht, lucht, energiehuishouding en brandveiligheid. Bouwkundig ontwerpen. Constructief ontwerpen. Afbouwtechnisch ontwerpen.
Beschrijving 1. Verkenning gebouwensector: karakteristiek van de bouwwereld; positionering ten opzichte van de civiele techniek; beschrijving en verklaring diversiteit aan gebouwen; procesgang bij de totstandkoming van gebouwen; partijen en disciplines 2. Inleiding in de bouwfysica: basiskennis fysische aspecten van gebouwen alsmede de gebouwde omgeving in bredere zin met betrekking tot de fenomenen warmte, vocht, geluid, licht, lucht, energiehuishouding en brandveiligheid. Bouwfysisch en klimatologisch ontwerpen. Toepassingen 3. Bouwkundig ontwerpen: basisbegrippen van de architectuur; structuurbepalende elementen en middelen zoals vorm, maat, schaal, richting en materiaal; toepassingen 4. Constructief ontwerpen: overzicht van de mogelijke draagconstructie en constructiesystemen gerelateerd aan de
college oefening
Deel Bouwtechnisch ontwerpen: geen leerstof Deel Bouwfysica: alle leerstof, tabellen/diagrammen
Toetsingsvorm • • •
Computertoets (Etude) deel bouwfysica in week 10 Schriftelijk tentamen (toets) deel bouwtechnisch ontwerpen in week 5 Presentatie en beoordeling ontwerpopdracht deel bouwkundig ontwerpen eind week 8
Beoordeling Berekening Bouwfysica: .2,5 ECTS Bouwtechnisch ontwerpen: 1,25 ECTS Bouwkundig ontwerpen: 1,25 ECTS
Materialen studiehandleiding: • Studiehandleiding. Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie. dictaat/studieboek verplicht: • Dictaten: Ontwerpen van Gebouwen (drie delen): structuur, afbouwconstructies, inleiding bouwfysica • Boek: Bouwfysica
34 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3109 Constructiemechanica 4 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.2 MSc-programma, semester 1.2 docent Ir. J.W. Welleman begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. J.W. Welleman kamer: 6.15 tel: 0152784856 student-assistenten spreekuur/afspraak student-assistenten
Samenvatting
Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsneden, inleiding bezwijkanalyse en vloeicriteria.
Beschrijving 1. Elasticiteit en vloeicriteria • • • • • • •
Algemene aanpak voor hoofdwaarden en hoofdrichtingen m.b.v. tensoren (voorbeeld: stijfheidstensor) Grafische methode: cirkel van Mohr Spanningstensor Rektensor Relatie tussen spanningen en rekken (isotroop materiaal) Integrale oefeningen m.b.v. de cirkel van Mohr op spanningen en rekken voor een homogene vlakspanningstoestand Bezwijkcriteria: begrippen als invarianten, isotrope spanning, deviatorspanning. Ruimtelijke voorstelling van deze begrippen. Vloeivoorwaarden van Tresca en Von Mises. Bezwijkcriteria van Rankine en Coulomb
2. Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsneden •
Inleiding, vervolg op de aanpak van het 1e jaar
35 • • • • •
Niet-symmetrische doorsneden Inhomogene doorsneden Bepalen van normaalspanningen en schuifspanningen in een doorsnede, toets aan de eerder geïntroduceerde vloeicriteria Kern van een willekeurige doorsnede Dwarskrachtencentrum van dunwandige doorsneden
3. Plasticiteit en bezwijkanalyse • • • • • •
Inleiding m.b.v. constructies op trek Elasticiteit en plasticiteit bij op buiging belaste staafconstructies Volplastisch moment: vormfactor, toepassingen op eenvoudige doorsneden Gedrag van de doorsnede Moment-krommingsrelatie: plastische zones, ideaal plastisch scharnier Constructiegedrag (bezwijkanalyse): bezwijkmechanismen, toepassingen op liggers en raamwerken
4. Invloedslijnen • •
Inleiding, begrippen en basisgereedschap en theoretische onderbouwing Invloedslijnen voor kracht- en verplaatsingsgrootheden voor zowel statisch bepaalde als statisch onbepaalde constructies
Doelstelling Elasticiteit en vloeicriteria: Aan het einde van deze module is de student in staat 2e orde tensoren te herkennen en de hiervoor geldende transformatieregels zowel analytisch als grafisch te kunnen toepassen op stijfheidstensoren, traagheidstensoren, rektensoren en spanningstensoren. Met behulp van dit gereedschap is de student(e) in staat om van een vlakspanningstoestand de hoofdspanningen en hoofdrichtingen te bepalen en deze spanningstoestand zowel analytisch als grafisch te toetsen aan de vloeicriteria van Tresca en Von Mises. Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsnede: Aan het eind van deze module is de student(e) in staat om van een niet-symmetrische en/of inhomogene doorsnede, belast op buiging en extensie, de normaal- en schuifspanningsverdeling te berekenen en kan deze toetsen aan de eerder genoemde vloeivoorwaarden. Ook kan de student de
vervormingen die door de genoemde belasting ontstaan bepalen. Tot slot is hij/zij in staat voor een dergelijke doorsnede de kern te bepalen. Inleiding bezwijkanalyse: Aan het einde van deze module is de student(e) in staat om met behulp van de bezwijkanalyse de bezwijklast te bepalen van eenvoudige ligger- en portaalconstructies. De student laat daarbij zien goed op de hoogte te zijn van de daarbij gebruikte theorema. Invloedslijnen: Aan het einde van deze module is de student(e) bekend met het begrip invloedslijn, de theorie basis die er aan ten grondslag ligt en kan hij/zij invloedslijnen bepalen van zowel statisch bepaalde als onbepaalde constructies.
Cursustype • colstructie De student krijgt theorie en toepassingen uitgelegd in de vorm van een college/instructie, waarbij de student actief in de zaal mee moet doen. Door opgaven op internet wordt de zelfstudie van de student gestimuleerd.
Vakrelaties • • • • •
CT3109 CT3109 CT3109 CT3109 CT3109
bouwt bouwt bouwt bouwt bouwt
voort voort voort voort voort
op op op op op
CT1031 CT1041 CT2031 WI1316CT WI3097TU
Toetsing Toegestane middelen Een zakrekenmachine, grafische calculator is toegestaan. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
CT3109
Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
36 dictaat/studieboek verplicht: • • • •
Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Elasticiteitsleer" Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Nietsymmetrische en inhomogene doorsneden" Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Plasticiteitsleer, bezwijkanalyse en symmetriebeschouwingen" Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Invloedslijnen" (te downloaden via BlackBoard)
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: •
Internet : sheets, extra oefen- en verrijkingsstof, educatieve software. Via BlackBoard of http://go.to/jw-welleman
Verkrijgbaar via de website van Blackboard
CT3121 Staalconstructies 2 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Ir. A.M. Gresnigt Prof.dr.ir. J. Wardenier contactpersoon voor studenten Ir.ing. R. Abspoel kamer: 4.28 tel: 85358 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.31 tel: 015-2781675
Samenvatting • • • • • •
Plastische berekening van liggers en raamwerken (bezwijkmechanismen) Stabiliteit (knik, torsieknik, kippen van liggers en krachtsinleidingen) Verbindingen (flexibele en gedeeltelijk sterke verbindingen, verbindingen met voorspanbouten) Buisconstructies (eigenschappen en toepassingen van buisprofielen, ontwerp en berekening van buisverbindingen) Inleiding vermoeiing van staalconstructies Inleiding brandveiligheid staalconstructies
Beschrijving Ontwerp van liggers en raamwerken volgens de plasticiteitsleer: • • •
Herverdeling van spanningen in de doorsnede Bezwijkmechanismen Toepassingen
Stabiliteit • • • • • • • •
Verschijningsvormen van instabiliteit Knik (centrisch en excentrisch) Kniklengte Torsiestabiliteit Niet-prismatische staven Samengestelde staven Staven in een vakwerkligger Kippen van liggers
37 • • •
Druk en buiging Torsieknik Krachtsinleidingen
Verbindingen • • •
Lassen en laskwaliteit Normaalkracht en dwarskrachtverbindingen Flexibele en gedeeltelijk sterke verbindingen Verbindingen met voorspanbouten en injectiebouten Inleiding brandveiligheid staalconstructies
CT3150 Betonconstructies 2 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1
Buisconstructies
docenten Ing. A. van der Marel Prof.dr.ir. J.C. Walraven C.B.M. Blom contactpersoon voor studenten Ing. A. van der Marel kamer 5.05 tel.: 015-2781354
• • •
Samenvatting
• •
Vormen van buisdoorsneden Eigenschappen van buisdoorsneden Toepassingen
Buisverbindingen, algemeen • • • •
Ontwerp Criteria voor toetsing Berekening (introductie) Ontwerptabellen
Statisch belaste buisverbindingen • • •
Ronde buisdoorsneden Rechthoekige buisdoorsneden Overige
Introductie Vermoeiing
Cursustype •
college
Toetsing Toegestane middelen pen, tekenattributen en rekenmachine Toetsingsvorm tentamen, schriftelijk
Beoordeling Berekening tentamencijfer is eindcijfer
Materialen overige materialen verplicht: • Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
Het dimensioneren van statisch bepaald voorgespannen constructies onder buiging en afschuiving. Behandeling van verschillende voorspantechnieken en detaillering. Oefening voorgespannen betonnen ligger. Dimensioneren van de voorspanning en controle tijdsafhankelijke spanningsverliezen en bezwijkveiligheid. Ontwerpen en dimensioneren van gebouwen. Met name de draagwerking van: Ongeschoorde raamwerken, geschoorde raamwerken en constructies volgens het gevelbuisprincipe. Ontwerpen en dimensioneren van geboorde tunnels. Uitvoering en detaillering. Berekening en tekening van een eenvoudige draagconstructie in gewapend beton. Controle van de resultaten m.b.v. het programma EuroCadCrete.
Beschrijving Het dimensioneren van statisch bepaald voorgespannen constructies onder buiging en afschuiving. Behandeling van verschillende voorspantechnieken en detaillering. Oefening voorgespannen betonnen ligger. Dimensioneren van de voorspanning en controle tijdsafhankelijke spanningsverliezen en bezwijkveiligheid. Ontwerpen en dimensioneren van gebouwen. Met name de draagwerking van: Ongeschoorde raamwerken, geschoorde raamwerken en constructies volgens het gevelbuisprincipe. Ontwerpen en dimensioneren van geboorde
38 tunnels. Uitvoering en detaillering. Oefening EuroCadCrete. Dimensionering van een eenvoudige draagconstructie in gewapend beton. Met behulp van het programma Matrix Frame een complete berekening van een doorgaande ligger maken. Berekening en tekening van de wapening. Controle van de berekening en tekening m.b.v. het programma EuroCadCrete.
Doelstelling Zelfstandig kunnen ontwerpen en dimensioneren van een voorgespannen betonconstructie voor verschillende voorspansystemen. Het ontwerpen en dimensioneren van een geboorde tunnel. Inzicht in de draagstructuren en stabiliteitsmogelijkheden van gebouwen.
Cursustype • • •
college oefening practicum
Vakrelaties • •
CT3150 bouwt voort op CT2051 CT3150 bouwt voort op CT3051
Toetsing Voorkennis Oefeningen gereed Toegestane middelen Eén A4 aan één zijde beschreven Toetsingsvorm computertoets
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: • studiehandleiding CT3150 Verkrijgbaar via de website van Blackboard. dictaat/studieboek verplicht: • • •
Boek “Voorgespannen Beton” Dictaat “Voorgespannen Beton”, voorbeelden Dictaat “Geboorde tunnels”
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • • • • • •
Handleiding EuroCadCrete Uittreksel NEN 6720 Uittreksel GTB tabellen Oefening Voorgespannen Beton Syllabus Gebouwen Voorbeeld berekening geboorde tunnel
Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
39
CT3211 Constructies van gebouwen 1 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vambersky Prof.dr.ir. J.C. Walraven Ir. A.W. Toma Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen Ir. J.G.M. Raadschelders begeleider Ir.ing. R. Abspoel contactpersoon voor studenten Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
vormgeving en de gebruiksfase. B. Constructiesystemen in beton, zowel ter plaatse gestort als geprefabriceerd. Elementen en verbindingen. Afdracht belastingen; stijfheid en stabiliteit. Funderingen. Uitvoeringstechnieken. C. Houtskeletbouw. Systeemtypen. Berekening en detaillering.
Cursustype •
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Volgt uit de beoordeling van het schriftelijk tentamen.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Samenvatting 1. Hallen en kappen a. Overzicht van de draagconstructieve mogelijkheden bij halvormige ruimten en kappen. Relatie met de ruimtelijke vormgeving en de gebruiksfunctie. Signalering van constructieve aandachtspunten zoals de stabiliteit tijdens de uitvoering en in het gebruiksstadium, de afdracht van belastingen en de problematiek van de dilataties. Praktijkvoorbeelden. b. Constructiesystemen in beton, zowel ter plaatse gestort als geprefabriceerd. Elementen en verbindingen. Afdracht belastingen; stijfheid en stabiliteit. Funderingen. Uitvoeringstechnieken. c. Constructies in staal. Vormen en kenmerken. Voorbeeld van een bedrijfgebouw. Constructieve opbouw. Raamwerken, geschoord en ongeschoord. Stabiliteit. Kraanbanen. Afbouw. Brandwerendheid. Fabricage en montage. Uitwerkingen. d. Soorten constructiehout, materiaaleigenschappen en gedrag. Ligger-, boog-, spant- en portaalsystemen. Elementen en verbindingen. Stijfheid en stabiliteit. Fabricagetechnieken. Praktijkvoorbeelden. 2. Woningbouw A. Overzicht van de draagconstructieve mogelijkheden. Relatie met de ruimtelijke
college
Gedetailleerde opgave van de te bestuderen stof wordt tijdens het college gegeven.
40
CT3221 Bouwfysica & Bouwtechniek
Beoordeling Berekening Evenredig naar aantal ECTS per onderdeel
ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1
Materialen
docenten Ir. H.R. de Boer Dr.ir. W.H. van der Spoel Prof.ir. J.J.M. Cauberg begeleider Ing. O.S.M. van Pinxteren Ir. P.M.C. Scheers contactpersoon voor studenten Ir. A.C. van der Linden kamer: 4.1 tel: 81332 Ir. H.R. de Boer kamer: 4.25 tel: 85482 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Samenvatting Deel bouwfysica: De betekenis van thermische kwaliteit, vochttechnisch gedrag, geluidisolatie, geluidadsorptie, ventilatie en licht voor uit- en inwendige scheidingsconstructies. Ontwerpoefeningen. Deel bouwtechniek: Materiaalkeuze, productie en uitvoering van diverse gevelconstructies. Kozijnconstructies in diverse materialen en hun aansluitingen. Vliesgevels. Ontwerpopdracht over twee gevels en bijbehorende aansluitingen voor een utilitair gebouw met gemengde functies.
Cursustype • • •
college oefening werkcollege
Toetsing Toetsingsvorm Bouwfysica: resultaat ontwerpoefening: bouwfysisch rapport (2 ECTS) Bouwtechniek: presentatie uitgewerkte ontwerpopdracht (2 ECTS)
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat CT3071: ontwerpen van gebouwen, deel “Inleiding Bouwfysica”
• Boek Bouwfysica, Thieme Meulenhoff Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. • Dictaat "Afbouwconstructies I en II Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Vier modulen: Basisbegrippen licht en daglichtberekening (Blackboard) Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
41
CT3310 Stroming in waterlopen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docent Ir. R.J. Labeur spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Vloeistofmechanica kamer: 2.91 tel: 015-2781953
Samenvatting Basisvergelijkingen voor tijdsafhankelijke stroming in open waterlopen en gesloten leidingen (1-D lange-golfvergelijkingen); classificatie en analyse van langegolfverschijnselen; hydrostatische drukverdeling, verhouding traagheidweerstand; elementaire golfvergelijking: oplossing en eigenschappen; translatiegolven: (partiële) terugkaatsing en vervorming, schokgolven; karakteristiekenmethode, beginen randvoorwaarden, sub- en superkritische stroming, drukgolven in gesloten leidingen (waterslag); systemen met discrete berging, traagheid en weerstand: kombergingsbenadering, sluitgat-benadering; harmonische golven: invloed weerstand op golfvoortplanting, oscillaties in een bekken (seiches), getijvoortplanting in een estuarium; hoogwatergolven op een rivier: hysterese, quasi-eenparige benadering, diffusiemodel; stroming bij kunstwerken: stroomfunctie, rotatie en snelheidspotentiaal, oplossing d.m.v. vierkantennet; transportprocessen in waterlopen: advectie, moleculaire en turbulente diffusie, dispersie, concentratieverloop bij continue en momentane lozingen.
Cursustype • •
college oefening
Toetsing
Voorkennis Deelname aan de oefeningen voorafgaande aan het tentamen is verplicht.
Toegestane middelen Een onbeschreven- door de docent ter beschikking gesteld- formuleblad Toetsingsvorm Tentamen, schriftelijk
Beoordeling Berekening Toetsen van het tentamenwerk aan vooraf opgestelde modelantwoorden; tentamencijfer vastgesteld op grond van vooraf vastgestelde criteria en gewichten. Tentamencijfer=eindcijfer.
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij het eerste college.
dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
42
CT3330 Constructieve Waterbouw ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1
gebruik makend van korte algemene ontwerpformules voor waterbouwkundige belastingen (wind, water, grond, scheepvaart, etc.) en materiaaleigenschappen (grond, beton, damwanden, etc.) zoals die in het handboek Constructieve Waterbouw zijn weergegeven.
Cursustype College met dias en COZ-toetsen.
Het vak is zowel een 3e jaarskeuzevak als 4de jaar verplicht vak voor waterbouwers die dit vak niet als 3e jaarsvak hebben gedaan.
Vakrelaties
docenten Prof.drs.ir. J.K. Vrijling Ir. W.F. Molenaar contactpersoon voor studenten Ir. W.F. Molenaar kamer: 3.75 tel: 015 2789447 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterbouwkunde kamer: 3.73 tel: 015-2783345
Toetsing
Samenvatting • Functioneel en constructief ontwerp van waterbouwkundige kunstwerken zoals: Brugpijlers, kunstmatige eilanden, golfbrekers, grondkerende constructies, kademuren & steigers, bouwputten en bouwkuipen, stormvloedkeringen, dammen, sluizen & stuwen, geboorde en gezonken tunnels, etc. • Ontwerpaspecten: functionele analyses, multidisciplinair ontwerpen, economische en kosten overwegingen, project en ‘levens’fasen • Hoe om te gaan met belastingen en materiaalsterkte: Grenstoestanden en bijbehorende belasting en materiaalfactoren, ontwerpbelastingen en belastingcombinaties, LRF-design en Working Stress-design. • Constructieve aspecten: Constructie in den droge of in den natte, in-situ of prefab bouw, bouwputten en –kuipen met of zonder bemaling • Sluizen
Doelstelling
Verwacht wordt dat de studenten in staat zijn van alle bekende waterbouwkundige kunstwerken, en vooral van een schutsluis, een globaal ontwerp kunnen maken dat functioneel voldoet en voldoende stijf en sterk is voor alle bouw- en gebruiksfasen, hierbij
• • • • •
CT3330 CT3330 CT3330 CT3330 CT3330
bouwt bouwt bouwt bouwt bouwt
voort voort voort voort voort
op op op op op
CT2090 CT2100 CT2320 CT2330 CT3310
Toegestane middelen Het "Handboek Constructieve Waterbouw" + pen + potlood + gum + lineaal + nietprogrammeerbare rekenmachine Toetsingsvorm Er is een combinatie van computertoetsen en een schriftelijke tentamen. Toegang tot het schriftelijk tentamen wordt alleen verkregen door het voltooien van ALLE computertoetsen, minstens 10 dagen voor het tentamen, met minimaal een gemiddeld cijfer 5. (Dus: ook de 5de toets moet worden doorlopen, ook als de eerste 4 toetsen hoge deelcijfers hebben opgeleverd!) (Het inloggen onder een ander studienummer dan je eigen studienummer is fraude en betekent minimaal uitsluiting van het tentamen)
Beoordeling Berekening Eindcijfer = 0,1 * afgerond gemiddelde (alle computertoetsen) + 0,9 * tentamencijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • • • •
Constructieve waterbouw, hoofddictaat Constructieve waterbouw, Sluizen Handboek Constructieve Waterbouw Tentamenbundel & Computertoetsopgaven
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
43 overige materialen aanbevolen: • Al deze informatie, samen met oude examens met uitwerkingen staan op internet: www.waterbouw.tudelft.nl (education -> vakken -> constructieve waterbouw- > examination) of rechtstreeks: http://www.waterbouw.tudelft.nl/public/CT333 0/index.htm Verkrijgbaar via website.
CT3340 Rivierwaterbouwkunde ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2 MSc-programma, semester 2.2 HBO-programma, semester 2.2 docenten Prof.dr.ir. H.J. de Vriend Ir. H. Havinga Dr.ir. Z.B. Wang Dr.ir. P.J. Visser contactpersoon voor studenten Dr.ir. P.J. Visser kamer: 3.96 tel: 88005 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterbouwkunde kamer: 3.73 tel: 015-2783345
Samenvatting
Fenomenologie van rivieren (hydrologie, waterloopkunde, sedimentologie, ecologie), riviermetingen, gebruik van rivieren, waterafvoer, sedimenttransport, morfologische processen, ingrepen (kunstwerken, kribben, bochtafsnijdingen, baggeren, etc.), effecten ingrepen (stuwkrommen, morfologische effecten, ecologische effecten), ontwerp van ingrepen.
Cursus type • •
college colstructie
Toetsing Toetsingsvorm Tentamen, schriftelijk (open vragen)
Materialen studiehandleiding: •
Rivierwaterbouwkunde
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
44
CT3410 Waterbeheersing ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.2 MSc-programma, semester 1.2 HBO-programma, semester 1.2 docenten Dr. R.R.P. van Nooyen Ir. M.W. Ertsen Ir. K.J. Breur contactpersoon voor studenten Dr. R.R.P. van Nooyen kamer: 4.83 tel: 86503 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterhuishouding en Waterbeheer kamer: 4.75 tel: 015-2781646
Samenvatting 1. Ontwatering en drainage: drainage vergelijkingen stationair en dynamisch. Bodemeigenschappen en de relatie tot de waterbeheersing 2. Afwateringsstelsels: functies en kenmerken van afwateringssystemen. Ontwerpcriteria voor grootschalige afwateringssystemen inclusief hoogwaterbescherming. Lozingen met vrij verval of kunstmatig. Ontwerp en inrichting van afwateringssystemen en hoogwaterbescherming. Polderinrichting, samenhang tussen stad en platteland 3. Wateraanvoer: typen behoeften van wateraanvoer. Waterbehoefte van de verschillende stedelijke en landelijke watergebruikers met landbouw als de grootste gebruiker. Irrigatiemethodieken in Nederland en daarbuiten. Ontwerpcriteria, maatgevende afvoer 4. Wateraanvoerstelsels: inleiding functies en kenmerken van wateraanvoersystemen. Ontwerpcriteria voor wateraanvoer en distributie. Waterbronnen en watervang. Beginselen van ontwerp en inrichting van een wateraanvoersysteem met leidingen en regelkunstwerken 5. Dimensionering en ontwerp waterlopen en kunstwerken: toepassing van hydraulische begrippen. Keuze stationair en dynamisch rekenen. Inleiding in de samenhang tussen waterbeheersstrategieën met functionele criteria enerzijds en typen transportleidingen en typen regelkunstwerken
anderzijds. Beginselen van functies en toepassingen van reservoirs, dimensionering van transportleidingen en dimensionering van regelkunstwerken.
Beschrijving Centraal in het vak staan watersystemen zoals polderboezemsystemen, irrigatiesystemen, drainagesystemen en stedelijke watersystemen. Gericht op deze systemen worden behandeld: • Rekenen aan stationaire stroming, zowel uniform als stuwkromme. Aandacht voor aannamen en vereenvoudigingen. • Ontwerpen van de hydraulische afmetingen van kanalen. Verschillende methodes (regime-, morfologische-), rekening houdend met erosie en sedimentatie. Aandacht voor te kiezen ontwerpparameters als de breedte-diepte verhouding en de hydraulische ruwheid. • Werking van verschillende types kunstwerken, regelbare en niet-regelbare, onderlaten en overlaten, zandvang. Kennis van de mogelijkheden voor het dagelijks beheer (regelen) van het watersysteem. • Ontwerpen van de hydraulische afmetingen van kunstwerken. Daarbij uitgaan van ondermeer de invloed van het kunstwerk op de stroming in de kanalen. • De keuze van geschikte combinaties van kunstwerken in een watersysteem. Kennis van de relevantie van deze keuze voor de mogelijkheden van het watersysteem. • Begrijpen van de werking van bestaande watersystemen en inzicht in de wijze waarop dat functioneren in de gewenste richting kan worden aangepast. • De vraagstukken die samenhangen met het bepalen van wateraanvoer behoefte (irrigatie) en ontwerpcriteria voor waterafvoer (drainage). • De stroming in de bodem (met name de onverzadigde zone). Relevant voor wateraanvoer (vocht nalevering) en waterafvoer (berging in onverzadigde zone en grondwater). • De inrichting van watersystemen. Relevante overwegingen en de relatie tot eisen aan het watersysteem. In het college worden met regelmaat oefeningen uitgereikt en besproken.
45
Cursustype •
college
Toetsing Toegestane middelen Rekenmachine, tekengerei Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3420 Civiele Gezondheidstechniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1 docenten Prof.ir. J.C. van Dijk Prof.ir. J.H.J.M. van der Graaf Prof.ir. F.H.L.R. Clemens spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gezondheidstechniek kamer: 4.55 tel: 015-2783347
Samenvatting Het vak behandelt de ontwerpaspecten van gezondheidstechnische werken voor: • • •
drinkwaterbereiding riolering afvalwaterzuivering
Voor de drinkwaterbereiding worden de volgende onderdelen behandeld: • • • •
kwaliteitsaspecten drinkwater (hygiënische betrouwbaarheid, kwaliteitseisen) ontwerpaspecten productiemiddelen drinkwatervoorziening (ontwerpmethodieken) grondwater (winning, verontreiniging, zuivering, oevergrondwater) oppervlaktewater (winning, bekkens, verontreinigingen, zelfreiniging, zuivering, kunstmatige infiltratie)
Voor de riolering worden de volgende onderdelen behandeld: ontwerpgrondslagen en stelselkeuze • • • •
systeemonderdelen hydraulisch ontwerp uitvoeringsaspecten ontwerpoefening
Voor de afvalwaterbehandeling worden de volgende onderdelen behandeld: •
samenstelling afvalwater (influent, effluent)
46 • • •
fysisch-chemische zuiveringstechnieken biologische zuiveringstechnieken (aëroob, anaëroob) slibbehandeling en verwerking
Cursustype
Hoorcollege met Powerpointpresentaties en oefenopgaven via Blackboard. Leerstof wordt toegepast o.a. bij de BSc afstudeeropdracht.
Toetsing Voorkennis drinkwater, riolering, afvalwaterzuivering Tentamenstof: zie omschrijving van het vak Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen en multiple choice)
CT3711 Oef. geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorwegen ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 MSc-programma, semester 1.2 HBO-programma, semester 1.2 docenten Ir. L.J.M. Houben Ir. P. Wiggenraad contactpersoon voor studenten Ir. P. Wiggenraad kamer: 5.47 tel: 84916 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie
Beoordeling Berekening (per onderdeel behaald)/max. x 10 = eindcijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • •
Dictaat. Verkrijgbaar bij de dictatenverkoop van Civiele Techniek en via Blackboard; Uitgewerkte tentamenopgaven en Powerpointpresentaties. Verkrijgbaar via Blackboard.
Samenvatting
Verkeerstechnische dimensionering van autosnelweg, spoorlijn, stadsstraten met tramsporen, bepaling knooppunts-, aansluitings- en kruispuntvorm en locatie station/halte, ontwerp en Autocad-tekening van dwarsprofielen, verticale alignementen, horizontale alignementen met bogen en overgangsbogen en knooppunt en stations/haltevoorziening. Bepaling zettingen, hoogteligging, stabiliteit talud, verkeersbelasting, materiaaleigenschappen, constructiedikte, aanlegkosten wegconstructie, uitvoerings- en onderhoudsplan. Dimensionering spoorconstructie op basis van buigtrekspanning, doorbuiging, contactspanning en aanlegkosten.
Cursustype • •
instructie oefening
Vakrelaties •
CT3711 bouwt voort op CT3041
Toetsing Voor het mondeling tentamen: verslag ingeleverd, inclusief de verwerking van het commentaar op het concept-verslag; tekeningen ingeleverd.
47 Toetsingsvorm Beoordeling verslag en tekeningen; mondeling tentamen, met als hoofdaccent discussie over verslag en tekeningen.
Beoordeling
Berekening Eindcijfer wordt voor 50% bepaald door de beoordeling van verslag en tekeningen en voor 50% door de discussie over verslag en tekeningen.
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij de docent of op college.
CT3721 Ontwerp Stedelijke Infrastructuur ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1 docent Prof.ir. F.M. Sanders begeleider Prof.ir. F.M. Sanders contactpersoon voor studenten Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 5.53 tel: 84915 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting
In het vak dient de theoretische kennis van verkeer, ruimtelijke inrichting, grondmechanica, verkeersbouwkunde, stedelijk waterbeheer, afvalwateropvang en -afvoer, alsmede het ontwerpen en dimensioneren van infrastucturele kunstwerken te worden toegepast en onderling te worden afgestemd. De student maakt een integraal plan voor het bouw- en woonrijp maken van een stedelijke uitbreiding of een grootschalige stedelijke reconstructie. Het accent ligt vooral op kennistoepassing en integratie.
Beschrijving 1. Inleiding: introductie van begrippen en definities; omschrijving van het vak; positionering van het vakgebied binnen Civiele Techniek; doelstellingen van het vak; opbouw van dictaat en colleges. 2. Terrein- en bodemgesteldheid. 3. Stedenbouwkundige vormgeving van wijken, stadsdelen en bedrijfsterreinen: - ruimtelijke functionele analyse; - ruimtelijke programmering; - verkaveling; - etc. 4. Bereikbaarheid en modal split: - verkeerssoorten en modal split; - interne en externe ontsluiting; - ontsluitingsprincipes; - hoofdinfrastructuur; - wijk- en buurtinfrastructuur; - openbaar vervoer;
48 - langzaam verkeer. 5. Ontwerp en dimensionering weginfrastructuur openbaar vervoer en parkeren: - dimensionering dwarsprofielen; - afstemming boven- en ondergrondse infrastuctuur; - inrichting bouwstraten en afwikkeling werkverkeer; - planning van werkzaamheden; - uitvoeringsaspecten. 6. Afvalwateropvang en -afvoer, kwantitatieve en kwalitatieve aspecten: - principe oplossingen; - ontwerpbeginselen voor rioleringssystemen; - ontwerp en dimensionering; - afstemming op weginfrastructuur; - uitvoeringsaspecten. 7. Stedelijke water- en grondwaterhuishouding: - afstemming met omliggend waterhuishoudingsysteem; - verschillende stedelijke watersystemen; - drooglegging en drainage; - ophogen en zettingen. 8. Bouw- en woonrijp maken: - grondbalansen; - planning werkzaamheden; - uitvoeringsaspecten. 9. Infrastructurele kunstwerken: - eenvoudige betonnen bruggen; - betonnen duikers; - viaducten; - tunnels. 10. Planning en organisatie: - doorlooptijden; - kritiek pad; - planningmethoden en technieken; - projectorganisatie. 11. Grondexploitatie: - ruimtebalans; - kostenopbouw; - opbrengsten; - rente en inflatie; - eindwaarde berekening.
Cursustype • •
college oefening
Toetsing Voorkennis opdracht ingeleverd Toegestane middelen dictaat opdracht
Toetsingsvorm Tentamen, mondeling
Beoordeling Berekening 50% opdracht; 50% mondeling tentamen
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
In dictaat wordt literatuur vermeld.
49
CT3740 Plan- en
• •
toedeling van kosten en baten financiële, economische en sociale evaluatie onzekerheid bij de evaluatie
Projectevaluatie
•
ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1
c) Optimalisering van plannen en projecten – priorititeitstelling
docenten Dr.ir. R.J. Verhaeghe Prof.ir. A.A.J. Pols contactpersoon voor studenten Dr.ir. R.J. Verhaeghe kamer: 5.60 tel: 85067 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting Grondslagen voor evaluatie en toepassing op diverse types civieltechnische plannen en projecten. Overzicht evaluatiemethodes: kosteneffectiviteit, Baten/Kosten, multi-criteria. Schematisatie evaluatieproblemen. Waardering effecten (direct, indirect, external). Evaluatie milieucomponenten. Indirecte waardering. Financiële-, economische en sociale evaluatie. Optimalisatie van de samenstelling van projecten en plannen. Toepassingen: analyse van verschillende thema’s in evaluatie aan de hand van recente/actuele studies.
• • • • •
d) Toepassingen: analyse van diverse thema’s bij de evaluatie •
• •
• •
Beschrijving a) Evaluatieprincipes: basismethodologie • • • • •
overzicht van de ontwikkeling van evaluatiemethoden belang en noodzaak van plan- en projectevaluatie: voorbeelden kosteneffectiviteit multicriteriamethoden kosten/batenanalyse: schematisering van kosten en baten, tijdwaardering, contant maken, schaduwprijs, criteria, periode van terugbetaling, cost recovery
b) Evaluatie-effecten • • • •
potentiële problemen bij de schatting van effecten en prijzen waardering van effecten: directe en indirecte effecten, externe effecten indirecte economische waardering waardering van milieu-effecten
optimale toedeling/gebruik van input schaaleffecten relatie tussen investeringen en onderhoudskosten prioriteitstelling binnen een groep van projecten/plannen met een beperkt budget incremental analysis
•
evaluatie bij overstromings/drainageproblemen (kwantificering van onzekerheid; schadefunctie) regionale drinkwatervoorziening (ontwikkeling multisectorstrategie; capaciteitsplanning) evaluatie van opties voor hogesnelheidsvervoer in de VS (consumentensurplus; milieu-effecten; mogelijkheden van publiek-private samenwerking) evaluatie van de hogesnelheidslijn in Nederland (bereikbaarheid) overzicht van de evaluaties van de Betuweroute (langetermijnstrategie; internationale concurrentie) milieu en economie in de vervoersector (internalisering van externe effecten)
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
50
Grondbegrippen, complexe getallen, limieten en continuïteit, differentiaalrekening, integraalrekening, inleiding differentiaalvergelijkingen, reeksen, machtreeksen, vectorfuncties, functies van meerdere variabelen, meervoudige integralen.
Inleiding differentiaalvergelijkingen: par. 9.1, 9.2, 9.3, 9.4, 9.6 + par. 17.1, 17.2, 17.3 Deel 3 Reeksen: par. 11.1, 11.2, 11.3, 11.4, 11.5, 11.6, 11.8, 11.9, 11.10, 11.11 (machtreeksen, majorante-minorantekenmerk, convergentie, Taylorreeksen met toepassingen) Vectorfuncties: par. 13.1, 13.2, 13.3 (parametrisering, ruimtekromme, lijnintegraal) Functies van meerdere variabelen : par. 14.1, 14.2, 14.3, 14.4 (hoogtelijnen, continuïteit, partiële afgeleiden) Deel 4 Functies van meerdere variabelen: par. 14.5, 14.6, 14.7 (partiële afgeleiden, linearisering, kettingregels, gradiënt, impliciet differentiëren, extreme waarden) Meervoudige integralen: par. 15.1, 15.2, 15.3, 15.4, 15.5, 15.7, 12.7, 15.8, 15.9 (parametrisering, de stelling van Fubini, pool.cilinder- e3n bolcoördinaten, toepassingen, Jacobiaan)
Beschrijving
Doelstelling
WI1265HCT Analyse (voor HCT) ECTS punten: 8 rooster: Semester 1.1, 1.2 en 2.2 docent Drs. I.A.M. Goddijn contactpersoon voor studenten Drs. I.A.M. Goddijn kamer: HB04.240 tel: 86408
Samenvatting
De onderstaande indeling in paragrafen verwijst naar het verplichte studieboek “Calculus (earlytranscedentals)” van James Stewart (zie 11). Deel 1 Complexe getallen: appendix G (incl. het oplossen van algebraïsche vergelijkingen) (opm: er wordt een ‘handout” uitgedeeld over de complexe getallen en een beknopte Maplehandleiding). Grondbegrippen: appendices A, B, C, D + par. 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 3.9, 7.4 (ongelijkheden, 2e graads krommen, trigoniometrie, notaties, elementaire functies, inverse functies). Deel 2 Limieten en continuïteit: par. 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 2.8, 2.9 Differentiëren: par. 3.1, 3.2, 3.4, 3.5, 3.11, 4.1, 4.2, 4.3, 4.5 (regels, kettingregel, impliciet differentiëren, lineaire approximatie, Taylorpolynomen,middelwaardestelling, grafieken) Integraalrekening: par 5.2. 5.3, 5.5 + par. 7.1, 7.4, 7.5, 7.6, 7.8 (hoofdstelling, substitutieregel, partieel integreren)
De delen 2, 3 en 4 zijn respectievelijk gelijk aan de delen 1, 2 en 3 van het Delfts Instellings Pakket (idem de leerdoelen). Deel 1 is nodig om het beginniveau van het (DIP) te kunnen starten(zie 9) voor deze speciale groep studenten met een HBO-vooropleiding.
Toetsing Beoordeling Berekening Deel1: multiple choice, het gebruik van een tabel (uitgereikt) is toegestaan. Deel 2: open vragen, het gebruik van een tabel (uitgereikt) en bij het eindexamen VWO toegestane rekenmachine is toegestaan. Deel 3: open vragen, het gebruik van een tabel (uitgereikt) en bij het eindexamen VWO toegestane rekenmachine is toegestaan Deel 4: open vragen, het gebruik van een tabel (uitgereikt) en bij het eindexamen VWO toegestane rekenmachine is toegestaan Voor ieder van de vier deeltentamens dient minimaal cijfer 5 behaald te zijn; als hieraan voldaan is: rekenkundig gemiddelde met afronding naar boven, is eindcijfer.
51
Materialen dictaat/studieboek verplicht:
WI2254HCT
•
Differentiaalvergelijkingen en lineaire algebra
James Stewart – Calculus (early transcendentals), 5th ed. Brooks/Cole Publ. Co (2003), ISBN 0-534-27409-9.
overige materialen verplicht: •
Uitgewerkte tentamenopgaven, voorbeelden, etc.
ECTS punten: 6 rooster: HBO-programma, semester 1.1 en 1.2 docent Ir. P.C.W. van Beek
Samenvatting Blok 1:Stelsels lineaire vergelijkingen, algemene vectorruimten, lineaire afbeeldingen, matrix algebra, determinanten. Blok 2:Eigenwaardeproblemen, diagonalisatie van lineaire afbeeldingen, stelsel eerste orde lineaire en niet-lineaire differentiaalvergelijkingen, fasevlak.
Cursus type •
colstructie
Toetsing
Voorkennis Tentamen na elk kwartaal + 1 hertentamen per jaar Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, open vragen
Beoordeling Berekening 2 deelcijfers middelen, met afronding naar boven; cijfers 4 of lager worden niet meegeteld.
Materialen studiehandleiding: • •
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
52
WI3097TU Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-programma, semester 1.2 docent Dr.ir. C. Vuik begeleider Dr. P. Wilders
Samenvatting Dit is een introductie in de numerieke analyse. De onderwerpen die aan de orde komen zijn: introductie numerieke wiskunde, interpolatie, numeriek differentiëren, numerieke methoden voor beginwaarde problemen, numerieke metoden voor randwaarde problemen, numerieke integratie, niet-lineaire stelsels vergelijkingen.
Beschrijving Introductie numeriek wiskunde: Taylorpolynoom en restterm Grote O + rekenregels Definite absolute en relatieve fout Floating point getallen, afrondfout Interpolatie: Lineaire interpolatie formule, Lagrange interpolatie alleen wanneer de formule gegeven is moet deze toegepast kunnen worden. Restterm bij lineaire en Lagrange interpolatie Weten wat een spline is. Wanneer de formules gegeven zijn moet een kubische spline bepaald kunnen worden. Numerieke differentiatie: Voorwaartse, achterwaartse en centrale differentiatie voor de eerste orde afgeleide algemene formule af kunnen leiden voor eerste orde en hogere orde afgeleide afleiden van de afbreekfout en afrondfout Richardson foutschatting Beginwaarde problemen: Forward Euler, Backward Euler, Implicit Trapezoidal rule, Modified Euler Wanneer de formule gegeven is moet RK4 toegepast kunnen worden. expliciet en impliciet
Afleiden van afbreekfout Orde globale fout = orde afbreekfout, effect afrondfouten Vergelijken efficiënte verschillende numerieke methoden Stabiliteit, stabiele differentiaalvergelijking Testvergelijking, stabiliteit numerieke methode Afleiden versterkingsfactor Q(Hlambda), onderzoek wanneer IQ(hlambda)I1e Onderzoek stabiliteit algemene differentiaalvergelijking Stabiliteit numerieke methode voor algemene differentiaalvergelijking Als numerieke methode stabiel dan orde globale fout = orde afbreekfout, met bewijs voor de testvergelijking Numerieke methode kunnen toepassen op een stelsel differentiaalvergelijkingen Een hogere orde beginwaarde probleem om kunnen schrijven naar een stelsel Numerieke stabiliteit van een (algemeen) stelsel differentiaalvergelijkingen kunnen bepalen, toepassen van een stabiliteitsgebied Impliciete methoden geschikt om stijve stelsels op te lossen Randwaardeproblemen: Norm van een vector en de norm van een symmetrische matrix Konditiegetal van een stelsel vergelijkingen Stelling van Gershgorin kennen en kunnen toepassen Een algemene tweede orde differentiaalvergelijking kunnen discretizeren Het kunnen bepalen van de afbreekfout Verwerken van randvoorwaarde en opstellen stelsel Definitie stabiliteit, globale fout kennen. Als methode stabiel, dan orde afbreekfout is orde globale fout Verwerken van Neumann randvoorwaarde (+afbreekfout) en gebruik van een virtueel punt Niet-lineaire vergelijkingen: Bisectie en vaste punt methode kennen en kunnen toepassen Stopcriterium voor bisectie en een lineair convergent proces kunnen afleiden en toepassen Grafische convergentie van de vaste punt methode kunnen presenteren Newton Raphson methode kennen en kunnen toepassen (+grafische interpretatie), lokaal convergent Kwadratische convergentie kunnen afleiden Newton Raphson methode kunnen toepassen op een niet lineair stelsel Toepassing niet lineair randwaardeprobleem
53 Numerieke integratie: Rechthoeksregel en Trapezium regel kennen en kunnen toepassen Van beide methoden afbreekfout kunnen afleiden en afrondfouten verwerken Van beide methoden de gerepeteerde variant kunnen geven en de afbreekfout kunnen afleiden Toepassing: oneigenlijke integralen
Oefeningen:
Doelstelling
•
Introductie van numerieke methoden: interpolatie, integratie, bepalen van nulpunten. Hierbij wordt rekening gehouden met het effect van afrondfouten. De gegeven methoden moeten toegepast kunnen worden. Van een aantal methoden moet het gedrag geanalyseerd kunnen worden. Verder moet er een afgewogen keuze gemaakt kunnen worden van de verschillende methoden. Numerieke methoden voor beginwaarde problemen. Methoden van Euler, Heun en Runge Kutta. Locale en globale fout. Stabiliteit van numerieke integratie. Stelsels beginwaarde problemen. De gegeven methoden moeten toegepast kunnen worden. Van een aantal methoden moet het gedrag geanalyseerd kunnen worden. Dit geldt in het bijzonder voor het stabiliteitsgedrag. Verder moet er een afgewogen keuze gemaakt kunnen worden van de verschillende methoden. Numerieke methoden voor randwaarde problemen. Opstellen van het lineaire stelsel. Behandeling van verschillende typen randvoorwaarden. Locale en globale fout. Nietlineaire randwaarde problemen. De methode moet toegepast kunnen worden. Afleiden van locale en globale fout moet beheerst worden.
Cursus type • • •
college oefening practicum
Colleges: • • • • • •
uitleg vakinhoud op hoofdlijnen toelichting met behulp van voorbeelden motivering studenten aanwijzingen geven voor zelfstudie beantwoorden van vragen, voormaken van geselecteerde opgaven organisatorische mededelingen
• • •
zelfstudie via vraagstukken vraagstukken uit het boek, aanvullende vraagstukken worden uitgedeeld antwoorden worden gegeven op internet (soms uitwerkingen)
Practicum:
• • • •
het in de praktijk brengen van de aangeboden kennis opgaven hebben vaak een practische achtergrond verwerken van de theorie opgaven bouwen voort opde stof, vaak zijn er (geringe) uitbreidingen nodig samenwerken in groepjes is toegestaan
Blackboard: • •
er is extra informatie beschikbaar op internet pagina's van de docent Blackboard wordt onder andere gebruikt om de studenten naar de goede internet pagina's te leiden
Vakrelaties • •
WI3097TU maakt gebruik van WI1316CT WI3097TU maakt gebruik van WI1317CT
Toetsing Toegestane middelen zakrekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer (tentamen 3 ECTS, practicum 1 ECTS)
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij het eerste college.
dictaat/studieboek verplicht: •
•
Numerical Analysis (seventh edition) R.L. Burden and R.L. Faires Brooks/Cole Publishing Company, Pacific Grove, 2001 Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. Supplement bij Numerical Analysis, Burden and Faires
54 C. Vuik Verkrijgbaar bij het eerste college.
WI3102CT Kansrekening en Statistiek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.1 HBO-schakelprogramma, semester 1.1 docent Dr. J.A.M. van der Weide, ITS, Mekelweg 4, 06.130 tel.: 015-2787286
Samenvatting Basisbegrippen en modellen van de kansrekening, centrale limietstelling en wet van de grote aantallen, data analyse, statistische modelvorming, schattingstheorie en betrouwbaarheidsintervallen.
Beschrijving De leerstof wordt behandeld uit het lesmateriaal dat hoort bij het Instellingspakket KanStat. Dit materiaal is zo ingericht dat ieder hoofdstuk overeen komt met één lesuur. Aan de orde komen de hoofdstukken 1 tot en met 21 en hoofdstuk 23. Voor een opsomming van de onderwerpen verwijzen we naar KanStat. Van de studenten wordt verwacht dat ze zelf de oefeningen (exercises) aan het eind van de hoofdstukken maken. Het is niet voldoende om alleen de controlevragen (quick exercises) uit de tekst te bestuderen. Er zijn geen aparte oefencolleges, wel staan de antwoorden in de tekst.
Doelstelling Zie de opgaven in het lesmateriaal
Cursustype • •
college practicum
Toetsing Toegestane middelen Schrijfmateriaal en een eenvoudige, nietprogrammeerbare rekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen + multiple choice)
55
Materialen studiehandleiding: • KanStat: Probability and Statistics for the 21st century, Part I and II
56
57 Onderwijsadministratie De Onderwijsadministratie houdt de studieresultaten bij van de studenten van de opleiding Civiele Techniek. De persoonlijke resultaten van alle tentamens en practica kan de student bekijken via Blackboard. De Onderwijsadministratie geeft telefonisch geen resultaten door. Bij de Onderwijsadministratie kun je een gewaarmerkte cijferlijst aanvragen als je die nodig hebt voor b.v. een sollicitatie. Dit gebeurt via intekening bij de Onderwijsadministratie, waarna je de lijst de volgende dag kunt afhalen. In verband met privacyregelingen kunnen cijferlijsten alleen door de student persoonlijk worden afgehaald (op vertoon van collegekaart). Ook kun je bij de Onderwijsadministratie allerlei formulieren krijgen, onder andere de formulieren voor het aanvragen van de examens, wijziging studiefinanciering en adreswijziging. Buiten de openingstijden vind je deze formulieren in de bakjes bij de TASkiosk naast de Onderwijsadministratie (kamer 2.71). De ingevulde formulieren kun je inleveren tijdens de openingstijden van de Onderwijsadministratie. Buiten de openingstijden kunnen de formulieren in de desbetreffende blauwe brievenbussen naast kamer 2.71 worden gedeponeerd. Voor verdere vragen kun je bij de balie van de Onderwijsadministratie (kamer 2.73) dagelijks terecht van 10.00 tot 12.00 uur en van 12.45 – 15.00 uur. De website van de Dienst Onderwijs en Studentenzaken biedt ook veel actuele informatie voor studenten. Hier is onder andere het meest recente tentamenrooster incl. wijzigingen en zaalindelingen (één week voor het tentamen) te vinden. De website kun je vinden onder www.citg.tudelft.nl/dos. Ook op de monitoren in de gangen vind je veel actuele informatie.
Opgeven voor tentamens Aanmelden voor de schriftelijke tentamens uit het tentamenrooster doe je door middel van het TentamenAanmeldSysteem (TAS). Je kunt je voor de tentamens aanmelden bij de TAS-kiosk op de 1e verdieping naast de Onderwijsadministratie, kamer 2.71. Aanmelden kan ook via de website www.citg.tudelft.nl/dos. Let op: de aanmelding voor de schriftelijke tentamens sluit 2 weken voor de tentamendatum. Daarna is inschrijven niet meer mogelijk!! Aanmelden voor tentamens voor andere opleidingen doe je op TAS bij de betreffende opleiding, dit geldt dus ook voor de verplichte wiskundevakken. Terugtrekken voor een tentamen doe je ook via het TAS-systeem. Verdere regelingen staan vermeld in de Regels van de examencommissie.
Opgeven voor Propedeuse en Bachelor Uiterlijk 6 weken voor het tijdstip waarop de uitslagvergadering voor de propedeuse en/of het bachelor plaats vindt, moet je je voor het examen aanmelden bij de Onderwijsadministratie (kamer 2.73). De sluitingsdatum voor het aanmelden staat ook in het CT-nieuws.
Tentamenrooster Het tentamenrooster voor de schriftelijke tentamens staat op de website. In het CT-nieuws, dat iedere week verschijnt, worden mededelingen opgenomen die voor de studie van belang zijn. Mocht je een nummer van het CT-nieuws niet ontvangen hebben, dan is dat op het secretariaat van Dienst Onderwijs en Studentenzaken (kamer 2.65) in beperkte oplage te verkrijgen. Op de website www.citg.tudelft.nl/dos zijn de tentamenroosters (incl. wijzigingen) en het CT-nieuws ook te lezen.
Het mentorsysteem (niet voor HBO’ers) Alle studenten die per 1 september als eerstejaarsstudent bij de opleiding staan ingeschreven, worden ingedeeld in een mentorgroep. Deze groep komt in de eerste helft van het cursusjaar wekelijks bijeen. Daarna ligt de frequentie wat lager.
58 Studenten worden geacht hieraan deel te nemen. Doel van deze bijeenkomsten is o.a. om de student wegwijs te maken, steun te geven bij het opbouwen van een studieritme en hulp te bieden bij het ontwikkelen van een studeermethode en de aanpak van de studie.
Groepsindeling Bij de indeling van de mentorgroepen wordt de indeling aangehouden van de groepen bij het eerstejaarsproject CT1061. Sommige groepen ontstaan al in het Civiel Ontmoetingsweekend (COW) of tijdens de OWEE. Deze studenten tekenen dan als groep in voor het eerstejaarsproject. Uiteraard kun je ook individueel of met een klein groepje intekenen voor het projectonderwerp dat je het leukst vindt. De indeling van de mentorgroepen en de eerstejaarsprojectgroepen is ook de basis voor de inroostering voor tekenen en wiskunde. Het feit dat studenten elkaar steeds op die manier treffen en samenwerken, zorgt ervoor dat je sneller gewend raakt aan de gang van zaken bij Civiele Techniek.
Centrale Studentenadministratie TU Delft (CSA) Je • • • • • • • • • • •
kunt bij de CSA onder andere terecht voor (informatie over): Aanmelden en inschrijven voor een opleiding aan de TU Delft Betalen collegegeld via betaalautomaat Tweede inschrijvingen, omzwaaien naar een andere opleiding, staken of beëindigen van de inschrijving, restitutie collegegeld Afstudeerfonds, Techniekfonds, Bestuursbeurs, tempo- of prestatiebeurs Officiële verklaringen voor diverse instanties in het Nederlands, Engels, Duits en Frans m.b.t. collegegeld Waarmerken van kopieën van diploma’s en cijferlijsten Ondertekenen en stempelen van formulieren van diverse instanties Duplicaat collegekaarten Adreswijzigingen (kan ook bij de Onderwijsadministratie) Wijzigingsformulieren voor de Informatie Beheer Groep (ook te verkrijgen bij de Onderwijsadministratie) Verkoop TU-gids Voor vragen over studiefinanciering moet je je wenden tot een Steunpunt Studiefinanciering of het Studentenadviesbureau (STA*D).
De balie van de Centrale Studentenadministratie is gevestigd in het Bureau van de Universiteit, Julianalaan 134, kamer 0.004 en is geopend van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.45 uur. Telefoon 015 278 4249. E-mail adres:
[email protected]. Studieadviseur Als je problemen krijgt tijdens je studie, kun je altijd terecht bij de studieadviseur. Vaak kan deze je helpen bij het verbeteren van je studieaanpak, of misschien adviseren een studie te kiezen die beter bij je past. Ook voor persoonlijke en bijzondere omstandigheden die je studie nadelig beïnvloeden kun je bij de studieadviseur terecht. De studieadviseur geeft • Algemene inlichtingen over de studie Civiele Techniek • Hulp bij studieplanning en aanleren van studiemethodes of discipline, al dan niet in relatie met persoonlijke omstandigheden • Advies bij omzwaaien binnen of buiten de Technische Universiteit • Advies over bijvoorbeeld het kiezen van een afstudeerrichting • Registratie van studievertraging, en hulp bij het tijdelijk staken van de studie wegens bijzondere omstandigheden • Aanvragen van financiële steun bij studievertraging en het aanvragen van bestuursbeurzen • Overige studiegerelateerde problemen en vragen
59 Afspraak met de studieadviseur en inloopspreekuur Voor algemene informatie of voor een afspraak met één van de studieadviseurs kun je contact opnemen met de secretarieel medewerker van de studieadviseurs, de heer M.G. Eikelenboom, kamer 2.65, telefoon 015 278 7436. In zeer dringende gevallen kan hij je direct met de studieadviseurs in contact brengen. Voor korte, informatieve vragen kun je ook terecht op het inloopspreekuur. Tijdstip: maandag t/m vrijdag van 12.45 – 13.30 uur. Plaats: loggia tegenover de Onderwijsadministratie (tussen kamer 2.72 en 2.74). Studeren in het buitenland Een deel van je studie in het buitenland doen is goed mogelijk bij de opleiding Civiele Techniek. Er zijn verschillende samenwerkingsverbanden met andere universiteiten in Europa, die internationale uitwisseling vergemakkelijken. Studeren in het buitenland is een bijzondere ervaring. Het geeft je de mogelijkheid je talenkennis te verbreden en een ander studentenleven te leren kennen, net als de gewoonten en gebruiken van een ander land. Het is goed voor je persoonlijke ontwikkeling en je doet contacten op waar je later in je leven wat aan kunt hebben. Studeren in het buitenland betekent wel dat je veel moet regelen en flexibel moet zijn. Je hebt doorzettingsvermogen en geduld nodig. De voorbereidingen vergen meestal wel een half jaar of langer. We raden je aan je al een jaar van tevoren te oriënteren op de mogelijkheden. Kijk voor adressen in diverse landen op de site: www.citg.tudelft.nl/dos. Voor informatie over studiebeurzen kun je terecht bij mw. G. de Graaf, medewerkster internationalisering. Zij zit bij het Student Facility Centre (Julianalaan 134), waar je ook een brochure met veel praktische tips vindt. Voor meer informatie kun je contact opnemen met één van de studieadviseurs.
Studenten Gezondheidszorg (SGZ) In de Studenten Gezondheidszorg (SGZ) zijn de studentenartsen ondergebracht. De SGZ is een zelfstandige organisatie, die preventieve geneeskundige zorg biedt aan studenten. De studentenartsen treden ook op als gewone huisartsen. De SGZ vind je in het SGZgezondheidscentrum aan de Surinamestraat 4, 2612 EA Delft, telefoon 015 212 1507. In het gezondheidscentrum zit ook een fysiotherapeut en een reguliere huisartspraktijk. Openingstijden: van 08.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur. Bij de studentenartsen kun je terecht voor vaccinaties, keuringen en medische verklaringen. De artsen geven ook hulp en advies bij lichamelijke en geestelijke problemen die nadelig kunnen werken bij je studie.
60
Studium Generale Jaffalaan 5, kamers a3.370, a3.390 en a3.400 2628 BX Delft tel: 015-2785235
[email protected] www.sg.tudelft.nl Openingstijden: Ma, di, vr: 9.00-12.30 uur, do: 9.00-17.00 uur
Ben jij breed academisch gevormd? Goed nieuws! Ingenieurs staan midden in de maatschappij en zijn een belangrijke schakel in de motor van onze economie. Dagelijks hoor je de roep om ingenieurs als het gaat over Nederland Kennisland en onze Innovatie-economie. Het klinkt door bij discussies over meer bèta in de onderwijsprofielen of over de groeiende kloof tussen de aansluiting van vwo en universiteit. Het slaat allemaal direct op jou, onze student en aankomend ingenieur. Niks aan de hand zou je zeggen! Je zou gerust kunnen denken dat afgestudeerde ingenieurs in een gespreid bedje terechtkomen. Met nog een jaartje (of wat) studeren kun jij met je vakkennis de wereld gaan verbeteren... want de wereld zit immers op jou te wachten...!? Waar en toch ook niet waar! Beroepskansen genoeg inderdaad. Maar krijg je ook wat jij wilt? Je krijgt als aankomend Delfts ingenieur een fantastische opleiding aan de TU. Toch maakt het jou niet onbetwistbaar klaar voor de maatschappij en voor je toekomstige werkgever. Heb je bijvoorbeeld door dat veel maatschappelijke projecten van technische aard eerder aan de wetten der chaos beantwoorden dan aan die van de technische logica? Politiek, sentiment, actiegroepen, fraude, culturele verschillen, dat alles blijkt soms van veel groter belang dan wat jij geleerd hebt in je studie. Als ingenieur wordt er van je verwacht dat je in dat spanningsveld kunt opereren. Je bent straks dan ook meer in trek wanneer je aantoonbaar in staat bent over de grenzen van je eigen vakgebied heen te kijken, verbanden te leggen, netwerken te bouwen tussen mensen met een van jouw totaal verschillende achtergrond. Kennis van aanverwante vakgebieden, andere disciplines zoals geschiedenis, cultuur, emoties, de menselijke psyche, kunst en cultuur zijn onontbeerlijk. Je werkgever gaat er vanuit dat je die brede kennis op een academisch niveau hebt.
En heb jij die kennis al? Ja? Verbazingwekkend knap, maar helaas vormen vakken die je dat aanleren steeds minder onderdeel van het curriculum van de TU. Bezuinigingen in het hoger onderwijs, academische concurrentie met het buitenland, efficiency, studierendementen, prestatiebeurzen, de noodzaak van bijbaantjes... Zeker, er zijn genoeg redenen aan te wijzen voor de uitholling van jouw brede academische vorming... Je kunt je er meteen bij neerleggen als je wilt, wel zo gemakkelijk. Maar wil jij dat? Ben jij al klaar voor de grote boze buitenwereld? Als het antwoord Nee is dan moet je misschien maar eens verder lezen. Gelukkig heeft de TU Delft net als alle universiteiten in Nederland een Bureau Studium Generale.Bij Studium Generale hoor je wat over de oudste en jongste ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, kunst, cultuur en maatschappij en word je de mogelijkheid geboden je horizon te verbreden en kennis te nemen van andere disciplines dan het eigen studieterrein. Uiteraard kan Studium Generale je niet alles leren en nemen we je geen tentamens af. Het is dus niet verplicht! Wij kunnen jou hooguit prikkelen en stimuleren om kennis te nemen van de enorme uitdagingen die er voor jou liggen. We kunnen je meenemen naar andere vakgebieden en je laten kennismaken met de frustraties en fascinaties van andere mensen. Je zult zelf ervaren of en hoe je die kennis kunt gebruiken.
61 Wij doen in elk geval ons best om voor jou de beste sprekers naar Delft te halen die er zijn. Daarnaast mag je van kennis ook gewoon genieten en veel te genieten valt er! Ben je benieuwd naar de onderwerpen, naar de grote en de kleine vragen van het leven? Geïnteresseerd in leven en werk van bijvoorbeeld Einstein, Marilyn Monroe, Plato, Rembrandt, Don Quichotte, Bach, Mohammed, Darwin of Kuifje? Wil je meer weten over kwantummechanica, westerns, de romantiek, Oosterse filosofie of postmodernisme? Wil je meedoen aan een workshop om je hersens te trainen? Nieuwsgierig naar grensverleggend onderzoek aan andere faculteiten van de TU Delft? Of ben je hard toe aan een cursus effectief bekvechten of creatief denken? Studium Generale is van diverse markten thuis! Bijna iedere maandagavond kun je in Speakers terecht voor de lezingenreeks ‘How to bluff your way into the secret life of everything you always wanted to know about’, waarin een persoon, een theorie, een thema of een tijdperk in de spotlights wordt gezet. Verder organiseert Studium Generale forumdiscussies, symposia, literaire bijeenkomsten, concerten, workshops, materialenreeksen, leesgroepen, tentoonstellingen en film- en theatervoorstellingen. De toegang van de programma's is meestal gratis en vaak ook toegankelijk voor belangstellenden van buiten de TU.
Zelf initiatieven? Om goed te kunnen inspelen op de interesses en behoeften van jou als student wil Studium Generale graag horen wat er bij jou speelt. Studium Generale werkt regelmatig samen met zowel individuele studenten als met studieverenigingen, TU-vakgroepen en instellingen en organisaties van buiten de universiteit. Heb jij een goed idee? Schroom niet, laat het ons weten!
Informatie Twee maal per jaar geeft Studium Generale een programmablad uit waarin alle activiteiten worden aangekondigd. Dit wordt verspreid over alle TU-gebouwen, maar is ook los verkrijgbaar. De makkelijkste manier om op de hoogte te blijven van onze programma's is door middel van een gratis abonnement. Stuur ons daarom nu een briefje of emailbericht met je naam, adres en emailadres. Ben jij klaar voor Studium Generale?
62 Mastervarianten
Mechanica, Materialen en Constructies Mechanica, Materialen en Constructies vormen vanouds de grondslag en kern van het vakgebied van de civiel ingenieur. Samen met de materiaalkunde van beton, staal, hout en samengestelde materialen wordt de mechanica gebruikt bij het ontwerp en de uitvoering van vele uiteenlopende constructies die in de ‘droge’ en de ‘natte’ sector van de civiele techniek een toepassing vinden. Bij het afstuderen in de mastervariant Mechanica, Materialen en Constructies staan deze onderwerpen centraal. Afhankelijk van de belangstelling van de student kan daarbij het accent vallen op het functioneel of op het constructieve ontwerp, of op de uitvoering van een constructie. Ook kan het afstudeerwerk bestaan uit theoretisch of experimenteel onderzoek. Dit onderzoek kan een algemeen karakter hebben –bijvoorbeeld onderzoek naar een verschijnsel- dan wel gericht zijn op een bepaald type constructie, samenhangend met het functioneel ontwerp. Er zijn veel onderwerpen die naast kennis van mechanica en constructies ook kennis vragen van een ander gebied in de civiele techniek. In dat geval wordt met de desbetreffende groep samengewerkt. Dit is bijvoorbeeld het geval voor offshore technologie en funderingstechniek, die in samenwerking met de Waterbouwkunde worden verzorgd en het onderwerp draagconstructies dat ook bij de mastervariant Bouwtechniek & Bouwproces grote aandacht krijgt. Studenten die geïnteresseerd zijn in materialen en constructies voor infrastructurele voorzieningen kunnen als specialisatie Weg- en Railbouwkunde kiezen. De Weg- en Railbouwkunde richt zich vooral op het constructief ontwerpen en het uitvoeren, beheren en onderhouden van wegen, spoorwegen, vliegvelden, haventerreinen en dergelijke, alsmede op de constructieve en niet-constructieve vakgebieden die een belangrijke invloed op ontwerp en uitvoering kunnen hebben. MMC afstudeerders met een bijzondere affiniteit voor waterbouwkundige kunstwerken kunnen op deze onderwerpen afstuderen als ze kiezen voor de specialisatie Constructieve Waterbouwkunde. Het afstudeerwerk kan zowel breed als diepgaand van aard zijn en afgestudeerden vinden dan ook een werkkring op zeer uiteenlopende plaatsen en in zeer uiteenlopende functies (ontwerp, uitvoering, research, beheer en onderhoud) bij de overheid, ingenieursbureau’s, de aannemerij of onderzoeksgroepen. Inlichtingen Voor meer informatie over afstuderen bij Mechanica, Materialen en Constructies kun je terecht bij de coördinator, ir. L.J.M. Houben (Stevin I kamer 1.28, telefoon 015 278 4917). Betondispuut: kamer 5.06, telefoon 015 278 4769 E-mail:
[email protected] website : www.betondispuut.tudelft.nl
63
Bouwtechniek & Bouwproces (Building Engineering) De richting Bouwtechniek & Bouwproces houdt zich bezig met onderzoek, ontwerp en uitvoering bij de totstandkoming en het onderhoud van gebouwen. Waar bij bouwkundige opleidingen de architectuur, de ruimtelijke en materiële vormgeving van gebouwen voorop staat, legt Bouwtechniek & Bouwproces zich toe op de utilitaire aspecten van het bouwen. Begrippen als draagkracht, betrouwbaarheid, duurzaamheid, doelmatigheid, behaaglijkheid, maakbaarheid en haalbaarheid staan hierbij centraal. Op academisch niveau kunnen omgaan met deze begrippen vergt een gedegen kennis, inzicht en vaardigheid. Bijvoorbeeld van het functioneel ontwerpen van gebouwen, de bouwfysica, de draag- en afbouwconstructies, de toegepaste bouwmaterialen, de bouwkundige implicaties van de installatietechniek, de uitvoeringtechnieken en de bouworganisatie. Het studieprogramma van Bouwtechniek & Bouwproces bevat uiteenlopende vakken en oefeningen op genoemde terreinen. Daarnaast is uitdrukkelijk ruimte vrijgehouden voor vervolgvakken uit het programma van Mechanica, Materialen en Constructies. Samenwerking met Bouwkundestudenten wordt gestimuleerd. Tijdens het afstuderen vindt een toespitsing plaats op één of meer van de volgende aandachtsgebieden: • • • • • • • •
Functioneel ontwerpen Bouwfysica, installaties en milieu Draagconstructies Bijzondere constructies Bouwconstructies Bouwtechnologie Organisatie en uitvoeringstechniek Bouwinformatica
Van recente afstudeerwerken hangen posters rond de kamers 4.11 en 3.11. Inlichtingen Coördinator: Ir. A. te Boveldt, telefoon 015 278 4982, kamer 4.18. E-maill:
[email protected]. Spreekuur: geen Studiegids: Handleiding Bouwtechniek & Bouwproces, verkrijgbaar bij het secretariaat, kamer 4.11 Dispuut Utiliteitsbouw (U-dispuut): kamer 4.10.2, telefoon 015 278 3042 E-mail:
[email protected] Website : www.udispuut.tudelft.nl
64
Waterbouwkunde en Geotechniek Waterbouwkunde en Geotechniek vormt een kerngebied van de civiele techniek en is gericht op een breed werkterrein. In de eindstudie wordt de mogelijkheid geboden om een keuze te maken uit een groot aantal aandachtsgebieden waaronder: • Geotechniekproblemen op het gebied van grondmechanica, grondwaterstroming en funderingstechniek. • Vloeistofmechanicaproblemen bij constructies, lange golven en getijden, windgolven, golfbelastingen, dichtheidsstromen, turbulentie, verspreiding van stoffen en sedimenttransport. • Waterbouwkunde met de onderverdeling naar deelgebieden als: o Kustwaterbouwkunde, waaronder kustmorfologie (bodemverandering onder de werking van stroom en golven, duinafslag, aanzanding en uitschuring van scheepvaartgeulen), kust- en oeverwerken, golfbrekers. o Havens en scheepvaartwegen: planning en ontwerp van havens (inclusief haveningangen en terminals) en binnenscheepvaartwegen (inclusief sluizen). o Rivierwaterbouwkunde, waarin sedimenttransport, rivierverbeteringen en hoogwaterbestrijding vallen. o Waterbouwkundige kunstwerken: ontwerp, uitvoering en beheer van dijken, dammen, sluizen, stuwen, tunnels, kademuren, steigers en waterkrachtwerken. In plaats van het zwaartepunt van de studie bij één aandachtsgebied te leggen, kan in overleg met de docenten de aandacht ook op een combinatie (of een grensgebied) worden gericht. Ook bestaan er combinatiemogelijkheden met Watermanagement en met Mechanica, Materialen en Constructies (zie bovendien interfacultaire richting Offshore Engineering). Studenten die in het bijzonder geïnteresseerd zijn in waterbouwkundige kunstwerken kunnen afstuderen in de variant Constructieve Waterbouwkunde. Binnen een aandachtsgebied kan ook een fundamenteel studieprogramma worden gekozen, gericht op theoretisch of experimenteel onderzoek. Het vakkenpakket is gericht op een brede inzetbaarheid. Een studiegids Waterbouwkunde en Geotechniek is af te halen bij het Waterbouwdispuut (kamer 2.79, telefoon 015 278 5437) of bij het sectiesecretariaat (kamer 3.91, telefoon 015 278 3345). Ook wordt informatie gegeven over het afstuderen in de Waterbouwkunde en Geotechniek in jaarlijkse bijeenkomsten. Voor uitgebreidere informatie over afstuderen bij Waterbouwkunde en Geotechniek kun je terecht bij de coördinator, dr.ir. P.J. Visser (kamer 3.96, telefoon 015 278 8005).
65
Watermanagement Water is als onderdeel van het milieu onmisbaar voor de mens en de natuur. Op vele plaatsen in de wereld wordt water meer en meer een schaars goed, omdat bij een stijgende behoefte de beschikbare hoeveelheid beperkt is of de kwaliteit te wensen overlaat. Daarnaast heeft men op veel plaatsen te maken met een teveel aan water dat overlast en schade veroorzaakt als het niet adequaat wordt afgevoerd. Watermanagement verzorgt onderwijs en verricht onderzoek op het gebied van de kwantiteit en kwaliteit van water. Het omvat drie specialisaties waarin kan worden afgestudeerd: • Hydrologie • Land- en waterbeheer • Gezondheidstechniek Het onderwijsprogramma van de specialisaties verschilt. Omdat iemand die bij Watermanagement afstudeert, in de beroepspraktijk met alle drie de specialisaties te maken krijgt, zijn in het Masterprogramma wel een aantal basisvakken gemeenschappelijk. Een bijzonder aspect van Watermanagement is de samenwerking met instanties en universiteiten in vele landen binnen en buiten Europa. Dit kan resulteren in stages en afstudeerprojecten in landen als Indonesië, Bangladesh, India, Thailand, Filippijnen, Kenia, Zambia, Mozambique, Nicaragua, Peru, Colombia, Argentinië, Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Watermanagement prijst zich verder gelukkig met het bestaan van een actief dispuut, dat excursies, lezingen en festiviteiten organiseert en het blad “Druppeltje” uitgeeft.
Hydrologie
Hydrologie richt zich op de beschrijving en kwantificering van watersystemen in de natuurlijke hydrologische kringloop. Zeeën en oceanen blijven daarbij buiten beschouwing. Het vakgebied voorziet in de voor de civiel ingenieur noodzakelijke kennis omtrent het ontstaan, het voorkomen, het gedrag en de eigenschappen van water. Het vakgebied hydrologie houdt zich bezig met oppervlakte- en grondwater. Daarbij komen met name de beschikbaarheid van water voor de mens en de beïnvloeding van de kwantiteit en kwaliteit door de mens aan de orde. Het ingrijpen door de mens wordt bekeken vanuit de criteria van het ecologisch inpasbaar handelen en duurzaamheid. Het vakgebied omvat ook het bodembeheer en de preventieve zorg voor de bodemkwaliteit. Dit wordt vanuit de gezondheidstechniek aangevuld met de technische aspecten van de bodemsanering. Het onderwijs bij de sectie hydrologie kan worden onderverdeeld in een viertal aandachtsgebieden: • Het gebruik van water voor menselijke behoeften: de beschikbaarheid van water, de winning van water en de effecten daarvan op milieu en de natuur. • Waterkwaliteitsbeheer: de beïnvloeding van de kwaliteit (bodemverontreiniging, eutrofiering, thermische verontreiniging, indringing van zout water), het gedrag en de verplaatsing van verontreinigingen. • Waterkwantiteitsbeheer: het beperken van overlast door te veel of te weinig water (overstromingen, verdroging, effecten van drainage). • De hydrologie als instrument bij integraal waterbeheer.
Land- en waterbeheer
Land- en waterbeheer richt zich op het ontwerpen, bouwen en beheren van waterbeheersingssystemen en de bijbehorende beheersorganisaties en op de lange termijn planning van toekomstige ontwikkelingen in het waterbeheer. Het vakgebied sluit aan bij de waterbouwkunde. Het accent bij land- en waterbeheer ligt op het plannen en het functioneel ontwerpen van een waterbeheersproject in al zijn facetten. Binnen het vakgebied zijn gespecialiseerde disciplines herkenbaar, namelijk irrigatie en drainage, polders en hoogwaterbescherming, stedelijk waterbeheer en integraal waterbeheer. Het onderwijs in het vakgebied land- en waterbeheer omvat de volgende aandachtsgebieden: • Beheersen van oppervlakte- en grondwater in stedelijke en landelijke gebieden ten behoeve van veiligheid, bruikbaarheid en bewoonbaarheid.
66 • • • • •
Systematiseren van ontwerpprocedures voor waterbeheerssystemen met de daarin voorkomende meet- en regelkunstwerken, bij irrigatie, drainage en polderstelsels. Ontwerpen van bestuursstrategieën en besturingsalgoritmen voor watersystemen en het optimaliseren van het waterbeheer. Efficiency van watergebruik in het ontwerpen van wateraanvoerstelsels, bij polder- en irrigatiesystemen. Planning en budgettering van onderhoud van waterbeheerssystemen. Integraal waterbeheer, met het accent op beleidsanalyse en beslissingsmethoden bij de planning van waterbeheer.
Gezondheidstechniek
Civiele gezondheidstechniek houdt zich bezig met techniek op de grensvlakken van water, gezondheid en milieu. Dit splitst zich toe op de levering van water waaraan behoefte is en de afvoer van water dat overtollig is. Daarbij staat het ontwerpen, bouwen en beheren van installaties en systemen centraal. Het vakgebied bestrijkt de volgende aandachtsgebieden: • Openbare watervoorziening (drink-, industrie- en zwemwater): winning, berging, transport, zuivering, distributie, verwerking van reststoffen. • Stedelijke ontwatering en afwatering: inzameling van afvalwater en hemelwater, berging, transport. • Behandeling van huishoudelijk en industrieel afvalwater: zuivering, verwerking van reststoffen. • Algemene hygiëne en epidemiologie.
Inlichtingen
Verdere informatie met betrekking tot het onderwijs wordt gegeven door de afstudeercoördinator van Watermanagement: • Dr.ir. J. de Koning, kamer 4.59, telefoon 015 278 5274. Ook collegastudenten zijn graag bereid informatie te verschaffen: • Dispuut WMG, kamer 4.74, telefoon 015 278 4284. Secties zijn te benaderen via het secretariaat: • Hydrologie, kamer 4.79, telefoon 015 278 5074 en 015-2785080, mevr. M. Evertman en mevr. J.M. de Jong • Land- en waterbeheer, kamer 4.75, telefoon 015 278 1646, mevr. E.G. Rothfusz • Gezondheidstechniek, kamer 4.55, telefoon 015 278 3347, mevr. E. Ooms.
67
Transport & Planning De sectie Transport & Planning ontwikkelt kennis en kunde op het gebied van verkeer en ruimtelijke ontwikkeling, het ontwerp van wegen en spoorwegen, alsmede het management van vervoersystemen. Verkeer is afhankelijk van de beschikbaarheid en capaciteit van de verkeersvoorzieningen, de mobiliteitsbehoeftes van de mensen en de vraag naar en de consumptie van goederen. De docenten van de sectie verzorgen naast algemene en inleidende vakken voor het werkveld Transport binnen het Bachelorprogramma van Civiele Techniek de vakken van de Mastervariant Transport & Planning. Hierbij gaat het om de modellering van de ruimtelijke ontwikkelingen, activiteiten en verplaatsingen in netwerken, de afwikkeling van het verkeer op wegvakken en kruispunten, de toepassing van informatie- en communicatietechnologie voor het verkeers- en vervoermanagement, het ontwerp en de beheersing van systemen van openbaar vervoer en de evaluatie van de effecten van het verkeer op de economie, de weggebruikers, de omgeving en het milieu. In de beschikbare ruimte voor vrije keuzevakken kan een accent aan de richting worden gegeven, bijvoorbeeld infrastructuurplanning of verkeerskunde. Het onderzoeksprogramma van de sectie richt zich in het bijzonder op: • het ontwerp en de evaluatie van (multimodale) vervoernetwerken • de wisselwerking tussen de ruimtelijke en economische ontwikkeling en de capaciteit en benutting van de weginfrastructuur • de microscopische en macroscopische modellering van heterogene verkeersstromen op het hoofdwegennet, de aansluitingen en kruispunten • de theorieontwikkeling en microsimulatie van voetgangerstromen • innovatieve methoden voor verkeerswaarnemingen en verkeersinformatie • de effecten van dynamische systemen voor verkeersmanagement, routeinformatie en road pricing op het reizigersgedrag en de doorstroming in wegennetten • robuustheid en betrouwbaarheid van de weginfrastructuur • de analyse van de stabiliteit van dienstregelingen van lijnen van openbaar vervoer en de modellering van de vertragingsvoortplanting in netwerken. Ingenieurs Transport & Planning vinden werk bij de overheid (onder andere Ministerie van Verkeer & Waterstaat, Rijks- en Provinciale Waterstaten, Provinciale Planologische Diensten, Gemeentelijke Verkeersdiensten, Openbare Werken), openbaarvervoerbedrijven en transportbedrijven, onderzoekinstituten, adviesbureaus (binnenlandse en buitenlandse projecten) en de software-industrie. Bij deze werkgevers bekleden ze de functies van plannenmaker, ontwerper, onderzoeker, adviseur en, na een aantal jaren ervaring, van manager. Inlichtingen Voor meer informatie over afstuderen bij Transport & Planning kun je terecht bij de coördinator, ir. P.B.L. Wiggenraad (kamer 5.47,
[email protected], telefoon 015 278 4916).
68
Bouwprocesinnovatie Binnen alle mastervarianten komen vragen betreffende de inrichting van het ontwerpproces en het uitvoeringsproces aan de orde. De sectie Bouwprocessen geeft aan deze processen op twee manieren aandacht. Enerzijds vanuit haar verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijk deel van de opleiding en anderzijds als de verzorger van een speciaal afstudeerpad in alle vijf afstudeerrichtingen. De sectie Bouwprocessen houdt zich bezig met de ontwerp- en uitvoeringsaspecten op alle terreinen van de civiele techniek: • Het besturen van complexe ontwerpproblemen met nadruk op coördinatie. • Het besturen van realisatieprocessen van civieltechnische werken met nadruk op integratie van ontwerp en uitvoering. • Het ontwerpen van een bedrijfsorganisatie en bedrijfsproces waarin gebouwen en civieltechnische werken tot stand worden gebracht. • De manier waarop partijen met elkaar omgaan in termen van samenwerken, uitbesteden, aanbesteden en contractvorming. Zowel ten aanzien van het ontwerpproces als het uitvoeringsproces besteedt de sectie aandacht aan de methodologie (leer der methoden) als de methodiek (gereedschapskist). Naast inzicht in de theoretische achtergrond wordt ook aandacht besteedt aan praktische vaardigheden.
Bouwinformatica Studenten met belangstelling voor informaticatoepassingen kunnen kiezen voor afstuderen bij bouwinformatica. Dat kan binnen elke afstudeerrichting. Bij de afstudeervakken ligt dan een stevig accent bij toegepaste informatica. Afstudeerders doen hun onderzoek- of ontwikkelingsproject bij een bedrijf. Zo wordt bedrijfservaring opgedaan en vindt scholing plaats in informatietechnologie. Afstudeeronderwerpen met informaticatoepassingen: Geografische informatiesystemen (GIS) modelintegratie, neuraal netwerk, expertsystemen/kennissystemen, beslissingsondersteunende systemen, productmodellen, computer aided design (CAD), parametrisch ontwerpen, enz. Voorbeelden van recent informatica-afstudeerwerk in de afstudeerrichtingen Bouwtechniek & Bouwproces en Mechanica, Materialen en Constructies: • kennissysteem voor ontwerpen van bruggen, • productmodellen voor gebouwen, • expertsysteem voor de analyse van bouwschades. Voor afstuderen binnen alle CT-afstudeerrichtingen stelt de sectie een vakkenlijst samen waarmee de student zijn/haar afstudeerpad kan invullen. Gedeeltelijk zal de sectie dit onderwijs zelf aanbieden, gedeeltelijk kan het serviceonderwijs van buiten de opleiding zijn. Inlichtingen Bouwprocesinnovatie: Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder, kamer 3.38, telefoon 015 27 84921 Ir. T.H.W. Horstmeier, kamer 3.48, telefoon 015 27 84904 Inlichtingen Bouwinformatica: Dr.ir. M.R. Beheshti, kamer 3,36, telefoon 015 27 84893
69
Afstudeerprofilering Duurzame Ontwikkeling Duurzame technologie wordt steeds belangrijker bij het ontwerpen, uitvoeren en beheren van civieltechnische objecten. Je kunt daarom vakken op het gebied van duurzaamheid in je afstudeerprogramma opnemen. Als je hieraan meer aandacht wilt besteden, kun je ook kiezen voor een afstudeervariant technologie in duurzame ontwikkeling. Je krijgt dan bij je MSc diploma een appendix (certificaat). Studenten die hiervoor belangstelling hebben, kunnen binnen alle afstudeerrichtingen van de opleiding Civiele Techniek en binnen de interfacultaire Offshore Engineering kiezen voor deze afstudeervariant. Je examenprogramma voor het ingenieursexamen moet dan aan de volgende eisen voldoen: • Deelgenomen hebben aan een colloquium duurzame ontwikkeling van tenminste 3 ECTS. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: ontwerpen, analyse en tools, algemeen’. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: ontwerpen, analyse en tools, disciplinair’. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: organisatie’. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: beleid en maatschappij’. • Je afstudeerwerk moet gericht zijn op duurzame ontwikkeling. De opleiding heeft twee referenten die kijken of de probleemstelling en de uitwerking daarvan voldoende geïntegreerd is in je afstudeerwerk. Deze referenten zijn prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks (kamer 6.37, telefoon 015 278 7439) en prof.dr.ir. C. van den Akker (kamer 4.77, telefoon 015 278 4974). De lijst van vakken op het gebied van duurzaamheid waaruit je in het kader van bovenstaande regeling een keuze kunt maken, vind je bij prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks. De overige ECTS besteed je aan onderdelen binnen je afstudeerrichting. Wanneer je overweegt om binnen je afstudeerrichting een accent te leggen op duurzaamheid (al dan niet in de vorm van de hierboven beschreven variant), kun je voor verdere informatie contact opnemen met dr.ir. A.L.A. Fraaij (kamer 6.44, telefoon 015 278 4974; e-mail:
[email protected]).
70
Afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling (TiDO) Graduation in Sustainable Development, (This text is available in English on http://www.odo.tudelft.nl/english/index.html)
Sinds 1 september 2000 kunnen alle studenten van de TU Delft binnen hun eigen opleiding de afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling volgen. Studenten die de variant met goed gevolg hebben doorlopen, ontvangen een speciale appendix bij het doctoraaldiploma. De afstudeervariant zorgt voor zowel verbreding als verdieping van vaardigheden en kennis inzake Duurzame Ontwikkeling (DO) en technologie. De diepte wordt gewaarborgd door de afstudeeropdracht die gericht moet zijn op duurzame ontwikkeling. Studenten maken duurzame ontwikkeling tot centraal onderdeel van hun afstudeerwerk. Per opleiding beoordeelt een vakreferent DO vooraf én achteraf of duurzame ontwikkeling voldoende in onderzoeksvraag/probleemstelling en uitwerking is geïntegreerd. De verbreding van kennis wordt verkregen door het volgen van het verplichte vak Technology in Sustainable Development (wm0922TU) en een aantal keuzevakken in duurzame ontwikkeling. WM0922 bestaat uit 2 blokweken, en wordt in voor- en najaar aangeboden.
Keuzevakken
De student moet tenminste 11 ECTS uit op Duurzame Ontwikkeling georiënteerde keuzevakken behalen. Deze z.g. DO-vakken zijn ingedeeld in twee clusters: A. Ontwerp, analyse en tools B. Organisatie, beleid en maatschappij De volledige vakkenlijsten zijn te vinden op de internetsite www.odo.tudelft.nl.
Projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling (ODO)
De projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling ondersteunt alle faculteiten bij de daadwerkelijke integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs en is ondergebracht bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Voor meer informatie kunt u kijken op de internetsite www.odo.tudelft.nl of contact opnemen met de projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling. Dr.ir. K.F. Mulder (
[email protected] / 2781043) Ir. C.F. Rammelt (
[email protected] / 2788440)
71
Technische Universitaire Lerarenopleiding (TULO) van TU Delft Onder het motto: “De ingenieur voor de klas” leidt de TULO eerstegraads docenten wiskunde, natuurkunde en scheikunde op. In hun lessen kunnen ingenieurs als geen ander aandacht schenken aan techniek en technologie. Met een eerstegraads lesbevoegdheid kun je in alle klassen van het voortgezet onderwijs lesgeven. Eerstegraads docenten zijn uitstekend thuis in hun vakgebied (ze hebben een ingenieurs- of doctoraaldiploma) en beschikken tegelijkertijd over een solide basis aan vakdidactische en onderwijskundige kennis en vaardigheden. Het leraarsberoep is bij uitstek geschikt voor wie kennis wil overdragen. De school en de leerlingen doen een beroep op je sociale vaardigheden en op je vakkennis.
Het opleidingsprogramma De opleiding kent vier aandachtsgebieden: Vakdidactiek Hier leer je hoe je wiskunde, natuurkunde of scheikunde kunt overdragen aan leerlingen. Schoolpracticum Het schoolpracticum (de stage) omvat ongeveer de helft van het gehele opleidingsprogramma. Hier doe je onder begeleiding ervaring op met het geven van lessen en met het voorbereiden en evalueren ervan. Op de school waar je stage loopt zorgt een ervaren docent samen met een TULO docent voor de begeleiding. Onderwijskunde Onderwijskunde gaat over de theorie van het leren en onderwijzen, over het beroep van leraar en wat daar zoal bij komt kijken. Onderzoek en vrije ruimte De eerstegraads leraar leert systematisch te onderzoeken hoe hij de kwaliteit van het onderwijs kan verbeteren. Ook is er ruimte om je persoonlijke interessen verder uit te diepen. De lerarenopleiding heeft een omvang van 60 ECTS. De helft daarvan kun je tijdens je bachelor- of masterfase volgen. De invoering van de BaMa structuur heeft als gevolg dat een aparte master in het leven is geroepen voor de lerarenopleiding. De omvang is 120 ECTS. De helft van de opleiding is gericht op het beroep van leraar, de andere helft op vakinhoudelijke kennis van het schoolvak dat je wilt gaan doceren. Informeer bij de coördinator van de lerarenopleiding naar de details.
Wie kunnen in de lerarenopleiding instromen? Het post-master deel van de opleiding is toegankelijk voor afgestudeerde ingenieurs wiskunde, natuurkunde of scheikunde. Wie in een andere richting is afgestudeerd en leraar wil worden, zal vóór toelating een aantal wiskunde-, natuurkunde- of scheikundevakken moeten volgen. Het is beperkt mogelijk de opleiding in deeltijd te volgen. In overleg kan het TULOprogramma van 60 ECTS worden uitgesmeerd over een periode van anderhalf of twee jaar. Colleges worden niet in de avonduren gegeven. Stages bij scholen voor voortgezet onderwijs vinden overdag plaats. Meer informatie op http://www.tulo.tudelft.nl of bij de coördinator van de TULO, Martin Jacobs (tel 015 2785594; e-mail
[email protected])
72
73
VOORBEREIDING OP HET WISKUNDE VAK ANALYSE (WI1265HCT)
BIJLAGE 1
Het wiskundedeel van dit programma is bijzonder zwaar en omvat o.a. het belangrijke vak analyse (WI1265HCT). Ter voorbereiding op dit vak wordt studenten geadviseerd de volgende stof te bestuderen: Uit: Wiskunde voor het hoger onderwijs, deel 1, R. van Asselt e.a., uitg. Educaboek A0 Herhaling en verdieping van basiskennis en basisvaardigheden; A1 Functies en relaties; A2 Limieten en continuïteit; A3 Differentiaalrekening; A4 Toepassingen van de differentiaalrekening; A5 Integraalrekening. Indien de betreffende studenten niet voldoende tijd hebben om deze stof te bestuderen, wordt hen in ieder geval geadviseerd de wiskunde van de Hogeschool nog eens goed te bestuderen. Voor studenten die tevens een VWO-diploma hebben, geldt hetzelfde voor de stof van wiskunde-B.
74
Constructiemechanica, eerste cursusjaar
BIJLAGE 2
HBO-studenten die constructiemechanica 3 en 4 gaan doen (2031 en 3109) doen er verstandig aan onderstaande informatie te bestuderen Op de volgende pagina's vindt men informatie over zowel CT1031/CT1041 als CT2031/CT3109. Constructiemechanica 1 en 2, propedeuse (CT1031/CT1041) De leerstof van Constructiemechanica 1 en 2 wordt als voorkennis bekend verondersteld. Voor het opfrissen van deze kennis is de student zelf verantwoordelijk, voor de inhoud wordt verwezen naar de boeken Toegepaste Mechanica deel 1 en 2 van C. Hartsuijker. Algemene opmerkingen die hierbij nog van belang zijn voor de werkwijze op de TU zijn: •
•
•
Rekenfouten manifesteren zich vaak door niet realistische uitkomsten. De student moet altijd, ook wanneer daar niet expliciet om wordt gevraagd, controleberekeningen uitvoeren om de juistheid van de gevonden waarden te verifiëren. Onjuiste antwoorden worden, ook als ze het gevolg zijn van rekenfouten, of een tentamen als fout beoordeeld. De systematische en consistente notatie die aangehouden wordt kan afwijken van die men gewend was op het HBO. Nadrukkelijk wordt er hier op gewezen deze verschillen te bestuderen. Bestudeer hiervoor de definities van de snedekrachten uit hoofdstuk 10 van deel 1, de definities van de traagheidsmomenten uit hoofdstuk 3 van deel 2 en spanningsformules van paragraaf 4.4 uit deel 2. Behalve vaardigheid in het uitwerken van een berekening moet bij de student ook het inzicht in het gedrag van constructies worden ontwikkeld, zodat ellenlange (dus tijdrovende en als foutenbron fungerende) berekeningen voor eenvoudige gevallen kunnen worden vermeden.
Constructiemechanica 3, 2e jaar (CT2031) Vakbeschrijving: • Vervorming door buiging; - vergeet-mij-nietjes; - momentenvlakstellingen; - toepassingen bij statisch bepaalde constructies. • Berekening van statisch onbepaalde staafconstructies: - krachtenmethode; - hoekveranderingsvergelijkingen; - verplaatsingsmethoden (elementenmethode, element- en systeemstijfheidsmatrix bij vakwerken en raamwerken); • Inleiding stabiliteit van het evenwicht: - starre staafsystemen met één en twee vrijheidsgraden; - buigzame staven; - 2e orde effect en de invloed van niet-lineair materiaalgedrag.
75 Constructiemechanica 4, 3e jaar (CT3109) (keuzevak) Vakbeschrijving: •
•
•
Elasticiteitsleer en vloeivoorwaarden: stijfheidstensor; hoofdwaarden en invarianten; cirkel van Mohr. spanningstensor; vervormingstensor en rektensor; spanning-rek relaties; vloeivoorwaarden (Tresca en von Mises). Inleiding plasticiteitsleer en bezwijkanalyse: ontwikkeling van een volplastisch scharnier in een ligger; herverdeling van krachten; eenvoudige bezwijkmechanismen: rotatiecentrum van een constructiedeel; arbeidsvergelijking. Spanningsverdeling in en vervorming van staven met niet-symmetrische en inhomogene doorsneden: normaalspanning door extensie en buiging; normaalkrachtencentrum; schuifspanning door dwarskracht; dwaskrachtencentrum; vervorming door extensie en buiging; kern van een doorsnede.
COZ-Computer Ondersteunde Zelfstudie Het tweede jaarsvak Constructiemechanica 3 wordt ondersteund met een computer ondersteunde zelfstudie. HBO-instromers moeten zich opgeven in de COO-ruimte (zaal 1.01, eerste verdieping Civiele Techniek) om toegang te krijgen tot dit computersysteem. Om het vak grondig in de vingers te krijgen is het van groot belang dat onmiddellijk vanaf het begin regelmatig en voldoende tijd wordt uitgetrokken om de behandelde theorie te bestuderen en deze aan de hand van vraagstukken te oefenen. Hiertoe zijn de vraagstukkenbundels COZ samengesteld. Alle studenten maken dezelfde opgaven, maar met verschillende getallen. Deze getallen ontlenen zij aan een zgn. parameterlijst die bij toegang tot het systeem wordt samengesteld. De gegevens van de opgaven kunnen worden overgenomen van het beeldscherm en in de COZ-boeken worden genoteerd. Het wordt aanbevolen om vaste tijden te werken en in kleine groepjes van bijv. 4 personen (twee groepjes van 2): het van elkaar aanhoren en aan elkaar uitleggen van problemen betreffende de lesstof is uiterst leerzaam. Het is niet de bedoeling de opgaven achter de computer uit te werken. Daarvoor zijn in de COO-zaal te weinig pc's beschikbaar. Als de antwoorden vóór de in de studiehandleiding vermelde sluitingsdata worden ingetoetst kan men met de goede antwoorden punten scoren. Is het antwoord de eerste keer fout, dan krijgt men nog een tweede kans, die naar keuze meteen of later kan worden benut. N.B: Voor alle duidelijkheid zij opgemerkt dat * de COZ-opgaven veelal eenvoudiger zijn dan de tentamenopgaven; * de COZ-opgaven niet de volledige tentamenstof bestrijken.