Papieren Patroon programma BSc-opleiding 2003 – 2004
OPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT FACULTEIT CIVIELE TECHNIEK EN GEOWETENSCHAPPEN Stevinweg 1 2628 CN DELFT 1 juli 2003
2
3
Inhoudsopgave VOORWOORD ......................................................................................................................................5 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) ............................................................................7 AGENDA VOOR HET COLLEGEJAAR 2003/2004......................................................................9 ONDERWIJSADMINISTRATIE EN INFORMATIEVOORZIENING......................................11 STUDIEADVISEUR ...........................................................................................................................13 BACHELORPROGRAMMA KWARTAALINDELING PROPEDEUSE 2003 – 2004 ............15 OVERZICHT VERPLICHTE VAKKEN BSC-PROGRAMMA ......................................................17 KEUZEVAKKEN BACHELOR PROGRAMMA ...............................................................................18 MASTERVARIANTEN .......................................................................................................................21 BOUWTECHNIEK & BOUWPROCES ...........................................................................................22 WATERBOUWKUNDE EN GEOTECHNIEK ................................................................................23 OFFSHORE ENGINEERING............................................................................................................24 WATERMANAGEMENT ....................................................................................................................25 LAND- EN WATERBEHEER.............................................................................................................26 TRANSPORTATION AND PLANNING .........................................................................................27 TECHNISCHE UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDING (TULO) VAN TU DELFT ...........30 PROPEDEUSE.....................................................................................................................................31 UITLEG VAN HET ROOSTER..........................................................................................................33 VAKOVERZICHTEN PROPEDEUSE...............................................................................................47 TWEEDE JAAR....................................................................................................................................67 ROOSTER TWEEDE JAAR ...............................................................................................................69 VAKOVERZICHTEN TWEEDE JAAR .............................................................................................91 DERDE JAAR.....................................................................................................................................115 ROOSTERS DERDE JAAR ............................................................................................................117 VAKOVERZICHTEN DERDE JAAR ..............................................................................................127
4
5 Voorwoord Aan deze Papieren Patroon is veel zorg besteed maar het is een momentopname. Kijk voor de allerlaatste roosters en onderwijsinfo daarom altijd op www.citg.tudelft.nl Drs. E. Touw Hoofd Dienst Onderwijs & Studentenzaken CTGeo
6
7
Onderwijs- en examenregeling (OER) De opleiding gaat ervan uit dat het Studentenstatuut, de Onderwijs- en examenregeling (OER) met daarbij behorende Uitvoeringsregeling en de Regels en richtlijnen van de examencommissie bij iedere student bekend zijn. Hierin zijn onder meer te vinden: - de formele regels voor het studieprogramma - toelatingseisen die voor sommige onderdelen gelden - zak- en slaagregelingen - regels voor beroep inzake tentamens of examens Het statuut, de regelingen en de richtlijnen zijn te vinden op de website www.citg.tudelft.nl en in te zien bij de balie van de onderwijsadministratie. Ook zijn ze als bundel verkrijgbaar bij de dictatenverkoop.
8
9 Agenda voor het collegejaar 2003/2004 1e semester 1/9 – 17/10 20/10 – 24/10 27/10 – 31/10 3/11 – 19/12 22/12 – 2/1/04 5/1 – 23/1
Onderwijs Roostervrij Tentamens Onderwijs Roostervrij/Kerstvakantie Tentamens
2e semester 26/1 – 12/3 15/3 – 19/3 22/3 – 26/3 29/3 – 29/4 (do) 9/4 12/4 30/4 (vr) – 7/5 10/5 – 28/5 20/5 31/5 1/6 (di) – 4/6 7/6 – 25/6
Onderwijs Roostervrij Tentamens Onderwijs Goede Vrijdag Tweede Paasdag Meivakantie Onderwijs Hemelvaart Tweede Pinksterdag Roostervrij Tentamens
10
11 Onderwijsadministratie en informatievoorziening Onderwijsadministratie De Onderwijsadministratie houdt de studieresultaten bij van de studenten van de opleiding Civiele Techniek. Openingstijden. De Onderwijsadministratie bevindt zich in kamer 2.73 en is dagelijks geopend van 10.00 - 12.00 uur en van 12.45 - 15.00 uur. Uitslagen. De uitslagen van schriftelijke tentamens worden bekendgemaakt op Blackboard. Resultaten worden niet telefonisch doorgegeven. Cijferlijst. Het aanvragen van een cijferlijst is mogelijk via intekening bij de Onderwijsadministratie. De lijst kan de dag na intekening uitsluitend persoonlijk opgehaald worden op vertoon van je collegekaart. Dit in verband met privacyregelingen. De lijst is na aanvraag drie dagen beschikbaar. Formulieren. Bij de Onderwijsadministratie zijn diverse formulieren verkrijgbaar, bijvoorbeeld voor de aanvraag van examens, wijziging in studiefinanciering of wijziging in adresgegevens. Buiten openingstijden zijn de formulieren te vinden in de bakjes bij de TASkiosk naast de Onderwijsadministratie of op de website (kamer 2.17). Ingevulde formulieren kunnen tijdens openingstijden bij de Onderwijsadministratie ingeleverd worden. Buiten openingstijden kunnen ze in de blauwe brievenbussen in de loggia worden gedeponeerd. CT-nieuws. Het CT-nieuws is het officiële mededelingenblad van de opleiding Civiele Techniek. Het verschijnt wekelijks en bevat voor studenten zeer belangrijke informatie over bijvoorbeeld het verzetten van tentamens en colleges, inschrijvingen voor practica, excursies en dergelijke. Mededelingen in het CT-nieuws kunnen eerder getroffen regelingen (bijvoorbeeld uit de Papieren Patroon) herroepen. Het is daarom van groot belang dat je wekelijks het CT-nieuws leest. Het CT-nieuws wordt gestuurd naar het adres dat jij aan de Technische Universiteit als studieadres hebt opgegeven. Geef dus bij verhuizing je nieuwe adres zo snel mogelijk door. Je kunt dit doen door het invullen van een formulier bij de onderwijsadministratie. Website. Op de website van DIENST O&S (www.citg.tudelft.nl) is veel actuele informatie voor studenten te vinden. Onder meer het meest recente tentamenrooster, eventuele wijzigingen hierin en zaalindelingen vanaf één week voor het tentamen. Monitoren. Veel informatie is ook te vinden op de monitoren in de gangen. Opgeven voor tentamens Aanmelden voor de schriftelijke tentamens uit het tentamenrooster doe je door middel van het Tentamen Aanmeld Systeem (TAS). Dit systeem bevindt zich in de TAS-kiosk op de 1e verdieping naast de Onderwijsadministratie, kamer 2.71. Ook terugtrekken voor een tentamen doe je via het TAS-systeem. Wachtwoord. De eerste keer moet je je altijd aanmelden bij een TAS-kiosk, omdat je een wachtwoord moet aanmaken met je collegekaart. Daarna kun je je ook aanmelden via de Dienst O&S-website (www.citg.tudelft.nl). Sluitingsdatum. De aanmelding voor de schriftelijke tentamens sluit 2 weken voor de tentamendatum. Daarna is inschrijven niet meer mogelijk. Tentamens andere opleidingen. Aanmelden voor tentamens van andere opleidingen doe je bij de betreffende opleiding. Dit geldt dus ook voor de verplichte wiskundevakken. Calamiteiten Het kan gebeuren dat er onderweg iets misgaat wanneer je op weg bent naar een tentamen. Er kunnen onverwachte files zijn, een stroomstoring bij de Spoorwegen of iets anders buiten je schuld waardoor je veel te laat of helemaal niet op het tentamen kunt komen. Als je kunt opbellen, is het verstandig om direct contact op te nemen met het secretariaat van de Dienst Onderwijs en Studentenzaken (tel. 015 – 27874360 of met de onderwijsadministratie (tel. 015 – 2785445). Van daaruit wordt dan contact opgenomen met degenen die het tentamen afnemen en wordt er gezocht naar een oplossing. Houd er wel rekening mee dat dit natuurlijk alleen geldt wanneer er echt iets serieus aan de hand is en dat we ook niet alle gevallen voor een oplossing kunnen zorgen.
12 Studenten die door problemen onderweg te laat arriveren op het tentamen, moeten zich ook melden bij de surveillant. Die kan dan bekijken wat de verstandigste aanpak is. Bovenstaande regel geldt uiteraard alleen voor studenten die zich volgens de gebruikelijke procedures op tijd hebben aangemeld voor het tentamen. Opgeven voor Propedeuse en Bachelor-diploma’s Uiterlijk 6 weken voor het tijdstip waarop de uitslagvergadering voor de propedeuse en/of het bachelor plaatsvindt, moet je je voor het examen aanmelden bij de Onderwijsadministratie (kamer 2.73). De sluitingsdatum voor het aanmelden vind je in het CT-nieuws. Tentamenrooster Het tentamenrooster wordt in september met het blad CT-nieuws toegezonden en is te vinden op de website. Mentorgroepen Alle studenten die per 1 september als eerstejaarsstudent bij de opleiding staan ingeschreven, worden ingedeeld in een mentorgroep. De groepsindeling van de eerstejaarsprojecten vormt de basis voor alle activiteiten waarbij met kleinere groepen gewerkt wordt. Deze groep komt in de eerste helft van het cursusjaar wekelijks bijeen, daarna ligt de frequentie wat lager. Studenten worden geacht hieraan deel te nemen. Doel van deze bijeenkomsten is onder meer om de student wegwijs te maken, steun te geven bij het opbouwen van een studieritme en hulp te bieden bij de aanpak van de studie. Bij de indeling van de mentorgroepen worden de groepen van het eerstejaarsproject CT1061 aangehouden. De studenten in deze groepen, die vaak al in het Civiel Ontmoetingsweekend en de Owee ontstaan, geven er vaak de voorkeur aan om bij elkaar te blijven. Door deze indeling ontmoeten studenten elkaar ook bij andere gelegenheden dan de mentorbijeenkomsten. Centrale Studentenadministratie TU Delft (CSA) Je kunt bij de CSA onder meer terecht voor: • Aanmelden en inschrijven voor een opleiding aan de TU Delft • Betalen collegegeld via betaalautomaat • Tweede inschrijvingen, omzwaaien naar een andere opleiding, staken of beëindigen van de inschrijving, restitutie collegegeld • Afstudeerfonds, Techniekfonds, Bestuursbeurs, tempo- of prestatiebeurs • Officiële verklaringen voor diverse instanties in het Nederlands, Engels, Duits en Frans m.b.t. collegegeld • Waarmerken van kopieën van diploma’s en cijferlijsten • Ondertekenen en stempelen van formulieren van diverse instanties • Duplicaat collegekaarten • Adreswijzigingen (dit kan ook bij de Onderwijsadministratie) • Wijzigingsformulieren voor de Informatie Beheer Groep (ook te verkrijgen bij de Onderwijsadministratie) • Verkoop TU-gids De balie van de Centrale Studentenadministratie is gevestigd in het Bureau van de Universiteit, Julianalaan 134, kamer 0.004 en is geopend van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.45 uur. Telefoon 015 278 4249. E-mail adres:
[email protected].
13 Studieadviseur Als je problemen krijgt tijdens je studie, kun je altijd terecht bij de studieadviseur. Vaak kan deze je helpen bij het verbeteren van je studieaanpak, of misschien adviseren een studie te kiezen die beter bij je past. Ook voor persoonlijke en bijzondere omstandigheden die je studie nadelig beïnvloeden kun je bij de studieadviseur terecht. De studieadviseur geeft • Algemene inlichtingen over de studie Civiele Techniek • Hulp bij studieplanning en aanleren van studiemethodes of discipline, al dan niet in relatie met persoonlijke omstandigheden • Advies bij omzwaaien binnen of buiten de Technische Universiteit • Advies over bijvoorbeeld het kiezen van een afstudeerrichting • Registratie van studievertraging, en hulp bij het tijdelijk staken van de studie wegens bijzondere omstandigheden • Aanvragen van financiële steun bij studievertraging en het aanvragen van bestuursbeurzen • Overige studiegerelateerde problemen en vragen Afspraak met de studieadviseur en inloopspreekuur Voor algemene informatie of voor een afspraak met één van de studieadviseurs kun je contact opnemen met de secretarieel medewerker van de studieadviseurs, de heer M.G. Eikelenboom, kamer 2.65, telefoon 015 278 7436. In zeer dringende gevallen kan hij je direct met de studieadviseurs in contact brengen. Voor korte, informatieve vragen kun je ook terecht op het inloopspreekuur. Tijdstip: maandag t/m vrijdag van 12.45 – 13.30 uur. Plaats: loggia tegenover de Onderwijsadministratie (tussen kamer 2.72 en 2.74). Studeren in het buitenland Een deel van je studie in het buitenland doen is goed mogelijk bij de opleiding Civiele Techniek. Er zijn verschillende samenwerkingsverbanden met andere universiteiten in Europa, die een internationale uitwisseling vergemakkelijken. Studeren in het buitenland is een bijzondere ervaring. Het geeft je de mogelijkheid je talenkennis te verbreden en een ander studentenleven te leren kennen, net als de gewoonten en gebruiken van een ander land. Het is goed voor je persoonlijke ontwikkeling, en je doet contacten op waar je later in je leven wat aan kunt hebben. Studeren in het buitenland betekent wel dat je veel moet regelen en flexibel moet zijn. Je hebt doorzettingsvermogen en geduld nodig. De voorbereidingen vergen meestal wel een half jaar of langer. We raden je aan je al een jaar van tevoren te oriënteren op de mogelijkheden. Kijk voor adressen in diverse landen op de site: www.citg.tudelft.nl. Voor informatie over studiebeurzen kun je terecht bij mw. G. de Graaf, medewerkster internationalisering. Zij zit bij het Student Facility Centre (Julianalaan 134), waar je ook een brochure met veel praktische tips vindt. Voor meer informatie kun je contact opnemen met één van de studieadviseurs. Studenten Gezondheidszorg (SGZ) In de Studenten Gezondheidszorg (SGZ) zijn de studentenartsen ondergebracht. De SGZ is een zelfstandige organisatie, die preventieve geneeskundige zorg biedt aan studenten. De studentenartsen treden ook op als gewone huisartsen. De SGZ vind je in het SGZgezondheidscentrum aan de Surinamestraat 4, 2612EA Delft, telefoon 015 212 1507. In het gezondheidscentrum zit ook een fysiotherapeut en een reguliere huisartspraktijk. Openingstijden: van 08.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur. Bij de studentenartsen kun je terecht voor vaccinaties, keuringen en medische verklaringen. De artsen geven ook hulp en advies bij lichamelijke en geestelijke problemen die nadelig kunnen werken bij je studie
14 .
15 Bachelorprogramma Civiele Techniek kwartaalindeling propedeuse 2003 – 2004 Onderwijsperiode 1 ECTS Onderwijsperiode 2 ECTS Onderwijsperiode 3 WI1316CT Analyse 3 WI1316CT Analyse 3 WI1317CT Lineaire algebra CT1041Constructiemechanica CT1121 Duurzame 3 CT1021 Dynamica 1 4 ontwikkeling 2 (sterkteleer) CT1031 Constructiemechanica CT1210 Organisatie van het 4 CT1051 Constructieleer1A 0,5 1 (statica) bouwen CT1051 Constructieleer 1A 0,5 CT1130 Geo-informatie 3 CT1090 Modelvorming CT1101 Introductie CT 3 CT1111 Technisch Tekenen 1 CT1111 Tekenen CT1111 Tekenen 0,5 CT1061 Ontwerpproject 1 3 CT1061 Ontwerpproject 1 Totaal 14 Totaal 14,5 Totaal Bachelorprogramma Civiele Techniek kwartaalindeling 2e jaar WI3097CT Numerieke CT2031 Constructiemechanica 4 wiskunde 3
WI2253CT Differentiaalvergelijkingen
4
CT2121 Experiment
1
CT2100 Vloeistof-mechanica
3
CT2090 Grondmechanica CT2071 Ruimtelijke vervoersplanning
3
CT2122 Duurzame 3 Bouwmaterialen en Experiment CT2100 Vloeistof-mechanica 3
4
CT2090 Grondmechanica
3
15
CT2081 Informatica Totaal
2 15
Totaal
CT2121 Experiment
1
ECTS 3 5
ECTS 3 4
3
CT1051 Constructieleer 1B
2,5
3 0,5 3 17,5
CT1051 Constructieleer 1C CT1310 Hydrologie 1
0,5 4
Totaal
14 Σ = 60
4
CT2051 Constructieleer 2A
4
CT2330 Funderingstechniek
3
CT2081 Informatica Totaal
Onderwijsperiode 4 WI1317CT Lineaire algebra CT1102 Ruimtelijke ordening/bestuurskunde/ recht
2 13
CT2022 Dynamica van systemen CT2051 Constructieleer 2B Staal/hout/beton
3 3
CT2320 Inleiding waterbouwkunde
4
CT2061 Ontwerpproject 2
6
Totaal
16
Σ = 60 NB In de kwartaalroosters zijn de studiepunten vervangen door op hele cijfers afgeronde ECTS-punten. De feitelijke studielast van de vakken blijft in ieder geval komend jaar zoals in het studiejaar 2002-2003, dus overeenkomstig de oude studiepunten en de verdere invulling ervan conform art. 5 van het Studentenstatuut
16 Bachelorsprogramma Civiele Techniek kwartaalindeling 3e jaar Onderwijsperiode 1 WI3102CT Kansrekening /statistiek CT3051 Constructieleer 3A CT3041 Wegspoorwegontwerp CT3011 Inleiding watermanagement
en
ECTS
Onderwijsperiode 2
ECTS
3
WI3103CT Risicoanalyse
3
3
CT3051 Constructieleer 3B Staal/hout/beton
3
5
CT3053 De bouwcyclus
1
4
CT3071 Ontwerpen van gebouwen
5
A-vak: CT3711 Oef. Ontw. Wegen & Spoorwegen A-vak: CT3109 Constructiemechanica 4 A-vak: CT3410 Waterbeheersing A-vak: CT3320 Grondwatermech. en -stroming
keuzevakken B
4 5 5 4
ECTS
Onderwijsperiode 4
ECTS
CT3061 Ontwerpproject 3
6
CT3000 Eindwerk
9
A-vak: CT3211 Constructies van gebouwen A-vak: CT3221 Bouwfysica & Bouwtechniek A-vak: CT3121 Staalconstructies 2 A-vak: CT3150 Betonconstructies 2 A-vak: CT3310 Stromingen in waterlopen A-vak: CT3420 Civiele Gezondheidstechniek A-vak: CT3721 Ontw. & constr. v. sted. Infrastructuur keuzevakken B
5 4 4 4 5 4 5
4 13 Σ = 60 NB In de kwartaalroosters zijn de studiepunten vervangen door op hele cijfers afgeronde ECTS-punten. De feitelijke studielast van de vakken blijft in ieder geval komend jaar zoals in het studiejaar 2002-2003, dus overeenkomstig de oude studiepunten en de verdere invulling ervan conform art. 5 van het Studentenstatuut Totaal
15
4
Onderwijsperiode 3
4
Keuzevakken B Totaal
17 Overzicht verplichte vakken BSc-programma Vakcode CT1021 CT1031 CT1041 CT1051 CT1061 CT1090 CT1101 CT1102 CT1111 CT1121 CT1130 CT1210 CT1310 CT2022 CT2031 CT2051 CT2051 CT2061 CT2071 CT2081 CT2090 CT2100 CT2121 CT2122 CT2320 CT2330 CT3000 CT3011 CT3041 CT3051 CT3051 CT3053 CT3061 CT3071 WI1316CT WI1317CT WI2253CT WI3097CT WI3102CT WI3103CT
Omschrijving Dynamica Constructiemechanica 1 Constructiemechanica 2 Constructieleer 1 Ontwerpproject 1 Modelvorming Introductie Civiele Techniek Inl. Ruimtelijke ordening Technisch tekenen Duurzame Ontwikkeling Geo-informatie Organisatie van het bouwen Hydrologie 1 Dynamica van systemen Constructiemechanica 3 Constructieleer 2A Constructieleer 2B Ontwerpproject 2 Ruimtelijke en vervoersplanning Inleiding Computerondersteund modelleren (Informatica) Grondmechanica Vloeistofmechanica Experiment Duurzame Bouwmaterialen Inleiding Waterbouwkunde Funderingstechniek Bachelor eindwerk Inleiding Watermanagement Geometrisch en Constructief ontwerp Constructieleer 3A Constructieleer 3B De Bouwcyclus Ontwerpproject 3 Ontwerpen van Gebouwen/Building design Analyse Lineaire algebra Differentiaalvergelijkingen Nummerieke wiskunde Kansrekening/statistiek Risicoanalyse
18
Keuzevakken Bachelor programma Onderstaand vind je de lijst van keuzevakken van het Bachelor programma. Ter voorbereiding op de mastervariant moet de student een A-pakket kiezen van 9 ECTSpunten, afhankelijk van het gekozen pakket. Een deel van de resterende ECTS-punten mag de student vullen met een eigen keuze uit de overige A-pakketvakken en de B-lijst. A-pakketten Mechanica, Materialen en Constructies CT3109 constructiemechanica 4: elasticiteit, plasticiteit en bezwijken 5 ECTS Construeren (keuze uit CT3121 staalconstructies 2 of CT3150 betonconstructies 2) 4 ECTS Bouwtechniek en Bouwproces CT3211 constructies van gebouwen 1 5 ECTS CT3221 bouwfysica & bouwtechniek 4 ECTS Waterbouwkunde en Geotechniek CT3310 stroming in waterlopen 5 ECTS CT3320 grondwatermechanica en –stroming 4 ECTS Watermanagement CT3410 waterbeheersing 5 ECTS CT3420 civiele gezondheidstechniek 4 ECTS Infrastructuur CT3711 oefening geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorwegen 4 ECTS CT3721 ontwerp en constructie van stedelijke infrastructuur 5 ECTS
19
B-Keuze CT3110 CT3111 CT3121 CT3150 CT3212 CT3330 CT3340 CT3751 CT3910 CT3920 CT3930 CT3980 CT4010 CT4030 CT5560 TB9422 WM0211TU WM0212TU WM0213TU WM0401TU WM0720TU WM0729TU WM0771TU WM0801TU WM0908TU WM1101TU WM1102TU WM1103TU WM1104TU WM1106TU WM1108TU
constructiemechanica 5; elastostatica van slanke structuren 4 ECTS bouwweek 1 ECTS staalconstructies 2 4 ECTS betonconstructies 2 4 ECTS functie, gebouw en constructie 5 ECTS constructieve waterbouwkunde 4 ECTS rivierwaterbouwkunde 4 ECTS stadsontwikkeling, verkeersystemen en –netten 4 ECTS wiskundige modellen en simulatie 4 ECTS grafische gegevensverwerking/CAD 4 ECTS ruimtelijke gegevensverwerking/GIS 4 ECTS uitvoeringsmethodieken in bouw en civiele techniek 4 ECTS economie 4 ECTS onderzoekmethodologie 3 ECTS civiele techniek in ontwikkelingslanden 4 ECTS logistical management; a business perspective 2 sp professioneel presenteren voor technisch – commercieel ingenieurs 2 sp professioneel rapporteren voor technisch – commercieel ingenieurs 2 sp wetenschapsjournalistiek 2 sp geschiedenis van de techniek 2 sp ondernemingsrecht 2 sp contractenrecht 2 sp technisch milieurecht 2 sp inleiding veiligheidskunde 2 sp techniek en toekomst 2 sp upper-intermediate English 2 sp written English for technologists 2 sp Frans voor gevorderden 2 sp Frans voor vergevorderden 2 sp Italiaans voor beginners 3 sp basiscursus Spaans 3 sp
20
21 Mastervarianten Mechanica, Materialen en Constructies (Structural Engineering) Mechanica, Materialen en Constructies vormt de grondslag en kern van het vakgebied van de civiel ingenieur. Samen met de materiaalkunde van beton, staal, hout en samengestelde materialen wordt de mechanica gebruikt bij het ontwerp en de uitvoering van uiteenlopende constructies in de ‘droge’ en de ‘natte’ sector van de civiele techniek. Bij het afstuderen in de mastervariant Mechanica, Materialen en Constructies staan deze onderwerpen centraal. Je kunt je specialiseren in het functionele of het constructieve ontwerp, of in de uitvoering van een constructie. Ook kun je afstuderen op theoretisch of experimenteel onderzoek. Dit onderzoek kan een algemeen karakter hebben - bijvoorbeeld onderzoek naar een verschijnsel – maar ook gericht zijn op een bepaald type constructie, samenhangend met het functioneel ontwerp. Er zijn veel onderwerpen die naast kennis van mechanica en constructies ook deskundigheid vragen op ander civieltechnisch gebied. In dat geval wordt met de desbetreffende groep samengewerkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor Offshore Engineering en Funderingstechniek, die in samenwerking met Waterbouwkunde worden verzorgd. Het onderwerp Draagconstructies krijgt ook bij de mastervariant Bouwtechniek & Bouwproces grote aandacht. Studenten die geïnteresseerd zijn in verkeersbouwkundige onderwerpen kunnen als specialisatie Weg- en Railbouwkunde kiezen. De Weg- en Railbouwkunde richt zich vooral op het constructief ontwerpen, uitvoeren, beheren en onderhouden van wegen, spoorwegen, vliegvelden en haventerreinen.Ook de constructieve en niet-constructieve vakgebieden die invloed op ontwerp en uitvoering kunnen hebben, krijgen aandacht. Studenten Mechanica, Materialen en Constructies met een bijzondere affiniteit voor waterbouwkundige kunstwerken kunnen hierop afstuderen bij de specialisatie Constructieve Waterbouwkunde. Je kunt je afstudeerwerk zowel breed als diepgaand maken. Afgestudeerde Structural Engineers komen dan ook te werken op zeer uiteenlopende plaatsen en in zeer uiteenlopende functies. Bijvoorbeeld in het ontwerp, de uitvoering, research of beheer en onderhoud. Voorbeelden van werkgevers zijn de overheid, ingenieursbureaus, de aannemerij of onderzoeksgroepen.
Inlichtingen Coördinator: ir. J.M.J. Spijkers, kamer 5.25, telefoon 015 278 4781 Spreekuur: donderdag van 14.15 uur tot 17.00 uur Studiegids: geen studiegids Betondispuut: kamer 5.06, telefoon 015 278 4769 E-mail:
[email protected] website : www.betondispuut.tudelft.nl
Mastervarianten
22 Bouwtechniek & Bouwproces (Building Engineering) De richting Bouwtechniek & Bouwproces houdt zich bezig met onderzoek, ontwerp en uitvoering bij de totstandkoming en het onderhoud van gebouwen. Waar bij bouwkundige opleidingen de architectuur, de ruimtelijke en materiele vormgeving van gebouwen voorop staat, legt Bouwtechniek & Bouwproces zich toe op de utilitaire aspecten van het bouwen. Begrippen als draagkracht, betrouwbaarheid, duurzaamheid, doelmatigheid, behaaglijkheid, maakbaarheid en haalbaarheid staan hierbij centraal. Op academisch niveau kunnen omgaan met deze begrippen vergt een gedegen kennis, inzicht en vaardigheid. Bijvoorbeeld van het functioneel ontwerpen van gebouwen, de bouwfysica, de draag- en afbouwconstructies, de toegepaste bouwmaterialen, de bouwkundige implicaties van de installatietechniek, de uitvoeringtechnieken en de bouworganisatie. Het studieprogramma van Bouwtechniek & Bouwproces bevat uiteenlopende vakken en oefeningen op genoemde terreinen. Daarnaast is uitdrukkelijk ruimte vrijgehouden voor vervolgvakken uit het programma van Mechanica, Materialen en Constructies. Samenwerking met Bouwkunde studenten wordt gestimuleerd. Tijdens het afstuderen vindt een toespitsing plaats op één of meer van de volgende aandachtsgebieden: • • • • • • • •
Functioneel ontwerpen Bouwfysica, installaties en milieu Draagconstructies Bijzondere constructies Bouwconstructies Bouwtechnologie Organisatie en uitvoeringstechniek Bouwinformatica
Van recente afstudeerwerken hangen posters rond de kamers 4.11 en 3.11. Inlichtingen Coördinator: Ir. A. te Boveldt, telefoon 015 278 4982, kamer 4.18. E-mail:
[email protected] Spreekuur: geen Studiegids: Handleiding Bouwtechniek & Bouwproces, verkrijgbaar bij het secretariaat, kamer 4.11 Dispuut Utiliteitsbouw (U-dispuut): kamer 4.10.2, telefoon 015 278 3042 E-mail:
[email protected] Website : www.udispuut.tudelft.nl
Mastervarianten
23
Waterbouwkunde en Geotechniek (Hydraulic and Geotechnical Engineering) Waterbouwkunde en Geotechniek vormt een kerngebied van de civiele techniek en is gericht op een breed werkterrein. Tijdens het afstuderen wordt de mogelijkheid geboden om een keuze te maken uit een groot aantal aandachtsgebieden, zoals: • • •
Geotechniekproblemen op het gebied van grondmechanica, grondwaterstroming en funderingstechniek Vloeistofmechanicaproblemen bij constructies, lange golven en getijden, windgolven, golfbelastingen, dichtheidsstromen, turbulentie, verspreiding van stoffen en sedimenttransport Waterbouwkunde met de onderverdeling naar deelgebieden als: o Kustwaterbouwkunde, waaronder kustmorfologie - bodemverandering onder de werking van stroom en golven, duinafslag, aanzanding en uitschuring van scheepvaartgeulen-, kust- en oeverwerken, golfbrekers o Offshore technologie: boorplatforms in zee, leggen en afdekken van pijpleidingen, verspreiding van olievlekken o Havens en scheepvaartwegen: planning en ontwerp van havens - inclusief haveningangen en terminals - en binnenscheepvaartwegen, inclusief sluizen o Rivierwaterbouwkunde, waarin sedimenttransport, rivierverbeteringen en hoogwaterbestrijding vallen o Waterbouwkundige kunstwerken: ontwerp, uitvoering en beheer van dijken, dammen, sluizen, stuwen, tunnels, kademuren, steigers en waterkrachtwerken
Binnen een aandachtsgebied kan ook een fundamenteel studieprogramma worden gekozen, gericht op theoretisch of experimenteel onderzoek. Het vakkenpakket is gericht op een brede inzetbaarheid. In plaats van het zwaartepunt van de studie bij één aandachtsgebied te leggen, kan in overleg met de docenten de aandacht ook op een combinatie of een grensgebied worden gericht. Er bestaan combinatiemogelijkheden met Water Management en met Mechanica, Materialen en Constructies. Zie ook de interfacultaire richting Offshore Engineering. Studenten die geïnteresseerd zijn in waterbouwkundige kunstwerken kunnen afstuderen in de variant Constructieve Waterbouwkunde. Inlichtingen Coördinator: dr.ir. P.J. Visser, kamer 3.96, telefoon 015 278 8005 Spreekuur: intekenen op de lijst bij kamer 3.96 Studiegids: af te halen bij het Waterbouwdispuut of bij het sectiesecretariaat, kamer 3.91, telefoon 015 278 3345 Extra informatie: informatie over het afstuderen in de Waterbouwkunde en Geotechniek wordt ook gegeven in jaarlijkse bijeenkomsten. De afstudeergids “Waterbouwkunde en Geotechniek"/"Graduation Guide Waterbouwkunde en Geotechniek" is te verkrijgen bij de coördinator Waterbouwdispuut: kamer 2.79, telefoon 015 278 5437 E-mail:
[email protected] Website: www.waterbouwdispuut.nl
Mastervarianten
24
Offshore Engineering Binnen de TU Delft is Offshore Engineering een interfacultair studieprogramma, aangeboden via verschillende opleidingen, waaronder Civiele Techniek. Offshore engineering is de technologie voor kunstmatige constructies voor een vaste locatie op, in of onder de zee, die gebruikt worden voor de winning van natuurlijke rijkdommen of als ondersteuning van een publieke voorziening. De technologie heeft dus te maken met ‘hardware’ in de ruimste zin. De omgeving van deze hardware en de toepassing ervan zijn daarbij van grote invloed. De belangrijkste toepassingen van offshore engineering houden verband met de opsporing en winning van olie of gas, zoals vaste of drijvende constructies en onderwaterinstallaties. De processen en werktuigen die daarvoor nodig zijn vormen een noodzakelijke ondersteuning, en zijn als zodanig een onderdeel maar geen doel van de opleiding. Een groot aantal andere kunstwerken ten behoeve van bijvoorbeeld het winnen van energie uit golven of oceaanwarmte, windenergie, offshore of diepzeeonderzoek bevatten ook toepassingen van offshorekennis. Andere maritieme zaken als koopvaardij en marine vallen buiten het offshorevakgebied. Werkomgeving De offshore-industrie is een internationale en betrekkelijk ‘jonge’ industrie, die zich in de laatste 50 jaar mondiaal heeft ontwikkeld. Bijna alle nieuwe offshore-ingenieurs gaan het bedrijfsleven in, slechts een klein aantal werkt in overheidsdienst. Dit in tegenstelling tot sommige andere afstudeerspecialisaties. Omdat de offshore-industrie zo ‘jong’ is, betekent dit vaak, dat voorkomende problemen nog nooit eerder zijn opgetreden. Dit vraagt van offshorewerknemers (en offshorestudenten!) een grote dosis vindingrijkheid en initiatief om problemen aan te pakken en op te lossen. Door haar internationale karakter gebruikt de offshore-industrie Engels als officiële taal. Werknemers worden over de hele wereld ingezet. Inlichtingen Coordinator: W.W. Massie, M.Sc. P.E, kamer 3.77, telefoon 015 278 4614, E-mail
[email protected] Spreekuur: nog niet bekend Studiegids: nog niet bekend Dispuut Offshore Engineering: kamer 2.74, telefoon 015 278 5260 E-mail:
[email protected] Website: www.dot.offshore.tudelft.nl
Mastervarianten
25
Watermanagement Water is onmisbaar voor mens en natuur. Tegelijkertijd kan water ook een bedreiging vormen. Bijvoorbeeld de rivier die drink- en irrigatiewater aanvoert, maar die in tijden met hoge waterstanden een bedreiging vormt. Water Management houdt zich net als Waterbouwkunde bezig met de kwantiteit van water en de daarvoor nodige ingenieurswerken, maar met minder nadruk op het construeren. Het accent ligt meer op het beheersen van de hoeveelheid water in gebieden, zoals een stad, een polder, een waterschap of een stroomgebied. Water Management toont hierbij een bredere blik, door beheersing niet te beperken tot oppervlaktewater, maar ook grondwater, neerslag en afvalwater in beschouwing te nemen. Daarnaast houdt Watermanagement zich bezig met de beheersing van de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Tenslotte bestrijkt deze variant ook nog eens de levering van water voor allerlei doeleinden. Water Management bestrijkt een breed spectrum van aspecten van kwantiteit en kwaliteit van water. Elk aspect is op zich een vakgebied. De vakgebieden zijn ondergebracht in drie secties.
Gezondheidstechniek Hydrologie Land- en waterbeheer
Gezondheidstechniek Civiele Gezondheidstechniek houdt zich bezig met techniek op de raakvlakken tussen water, gezondheid en milieu. Dit spitst zich toe op de volgende vakgebieden: Drinkwatervoorziening Waterleidingbedrijven leveren drinkwater en gebruikswater aan miljoenen huishoudens en duizenden bedrijven. Dit is van vitaal belang voor de volksgezondheid en draagt in belangrijke mate bij aan de welvaart. Het gaat om forse hoeveelheden; per jaar leveren de Nederlandse waterleidingbedrijven ongeveer 1,3 miljard kubieke meter drink- en gebruikswater. Riolering Het door waterleidingbedrijven geleverde water wordt door de afnemers voor allerlei doeleinden gebruikt. Na gebruik is het veelal vervuild en afvalwater geworden, dat een bedreiging vormt voor de volksgezondheid. Daarnaast hebben we te maken met neerslag. Als neerslag onvoldoende wordt afgevoerd, komen straten blank staan, lopen kelders vol en ontstaat overlast en schade. Door afvoer van afvalwater en neerslag met behulp van een uitgebreid ondergronds stelsel van riolen wordt dit zo veel mogelijk voorkomen. Uitgangspunt daarbij is dat het water, na zuivering, wordt teruggevoerd in de natuurlijke waterkringloop. Over het algemeen is dat oppervlaktewater. Behandeling van afvalwater Het door middel van rioolstelsels ingezamelde water moet worden behandeld (gezuiverd) om de kwaliteit van oppervlaktewater, als bron voor gebruikswater en als onderdeel van het milieu, voor nu en de toekomst veilig te stellen. Net als bij de (drink)watervoorziening gaat het om forse hoeveelheden. In Nederland wordt per jaar circa 1,8 miljard kubieke meter water afgevoerd naar en behandeld in openbare rioolwaterzuiveringsinrichtingen. Hydrologie Hydrologie richt zich op de beschrijving en kwantificering van watersystemen in de natuurlijke hydrologische kringloop. Zeeën en oceanen blijven daarbij buiten beschouwing. De sectie voorziet in de voor de civiel ingenieur noodzakelijke kennis omtrent het ontstaan, het voorkomen, het gedrag en de eigenschappen van water, en verzorgt het meer specialistische onderwijs voor de opleiding tot civiel-hydrologisch ingenieur. Hydrologie houdt zich bezig met oppervlakte- en grondwater. Daarbij komen met name de beschikbaarheid van water voor de mens en de beïnvloeding van de kwantiteit en kwaliteit door de mens aan de orde. Het ingrijpen door de mens wordt bekeken vanuit de criteria van
Mastervarianten
26 het ecologisch inpasbaar handelen en duurzaamheid. Aandachtsgebieden bij het onderwijs van de sectie Hydrologie zijn: Het gebruik van water De beschikbaarheid van water en de effecten van waterwinning op het milieu en de natuur. Wateroverlast door hoge rivierafvoeren Bedreigende situaties als gevolg van hoge waterstanden. Berekening van maatgevende afvoeren. Wateroverlast door hoge grondwaterstanden Verdrogingsbestrijding leidt plaatselijk tot wateroverlast in landbouwgebieden en stedelijke gebieden. Hydrologie van delta's Effecten van afvoerregimes op hydrologische processen in delta's. Lage afvoeren van rivieren Kwantitatieve en kwalitatieve analyse van afvoerproblemen in tijden van weinig neerslag. Verdrogingsproblemen door lage grondwaterstanden Kwantificering van nadelige gevolgen voor vegetatie en landbouw door lage grondwaterstanden. Milieu-hydrologie De processen die het voorkomen van verontreinigingen en zout water in grondwater en oppervlaktewater beïnvloeden. Waterkwantiteitsbeheer Samenspel tussen grond- en oppervlaktewater. Overlast- en schaarsteproblemen. Land- en waterbeheer Land- en Waterbeheer is gericht op het ontwerpen, bouwen en beheren van waterbeheerssystemen en de bijbehorende beheersorganisaties, en op de langetermijnplanning van het waterbeheer. Aandachtsgebieden van de sectie Land- en Waterbeheer zijn: Beheersen Het beheersen van grond- en oppervlaktewater in stedelijke en landelijke gebieden ten behoeve van veiligheid, bruikbaarheid, bewoonbaarheid en natuurbeheer. Ontwerpen Het systematiseren van ontwerpprocedures voor waterbeheerssystemen vanuit de functionele eisen met de bijbehorende meet- en regelkunstwerken, voor irrigatie-, drainage- en polderstelsels en in de stedelijke waterbeheersing. Sturen van water Het ontwerpen van strategieën en algoritmen voor de besturing van watersystemen en het optimaliseren van het waterbeheer m.b.v. de modernste automatiseringstechnieken. Onderhoud De planning en budgettering van onderhoud van waterbeheerssystemen. Integraal waterbeheer Accent op beleidsanalyse en beslissingsmethoden voor het plannen van gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer, uitgaande van de civieltechnische mogelijkheden en gelet op de juridische en bestuurlijke omgeving. Rekening houdend met vaak concurrerende belangen als veiligheid, scheepvaart, drink- en industriewatervoorziening, landbouw, menselijke bewoning en landschaps- en natuurwaarden. Inlichtingen Coördinator: dr.ir. J. de Koning, kamer 4.59, telefoon 015 278 5274, E-mail
[email protected] Spreekuur: intekenen op lijst bij secretariaat, kamer 4.75 Studiegids: te verkrijgen bij de sectiesecretariaten en het dispuut Dispuut Watermanagement: kamer 4.74, telefoon 015 278 4282 E-mail:
[email protected] Website: www.dispuutwatermanagement.nl
Mastervarianten
27 Transportation and Planning Binnen Transportation and Planning worden twee afstudeervarianten onderscheiden: • Infrastructuurplanning • Verkeerskunde Infrastructuurplanning omvat de voorbereiding, uitvoering en beheer van plannen en werken op het gebied van de civiele techniek in brede zin. Voorbereiding en uitvoering spelen zowel op projectniveau als op meer geïntegreerde niveaus. Het werk kan daardoor variëren van het ontwerpen van een sluis of de organisatie van de bouw van een afvalwaterzuivering, tot de planning van bodemsanering in een gebied of de voorbereiding van het bouwrijp maken van een nieuwe stadswijk. Bij beheer gaat het om het in stand houden van projecten of infrastructuursystemen. Bijvoorbeeld om de bedrijfsvoering en onderhoud van een gemaal of van een provinciaal wegennet. Beheer betekent ook leiding geven bij grote projecten of bij een bedrijf of overheidsinstantie. Verkeerskunde betreft het ontwerpen, de bouw en de instandhouding van civiele infrastructuur voor (land)verkeer, maar ook de planning en exploitatie van vervoersystemen die van die infrastructuur gebruik maken. Een verkeersingenieur vindt werk bij de overheid of semi-overheid: bijvoorbeeld bij Verkeer & Waterstaat, Rijks- en Provinciale Waterstaten, Provinciale Planologische Diensten, Gemeentelijke Verkeersdiensten, Openbare Werken, Openbare Vervoersbedrijven of onderzoeksinstituten. Daarnaast is het mogelijk een betrekking te vinden bij binnenlandse en buitenlandse projecten van adviesbureaus, de aannemerij en het bedrijfsleven, zoals in transportbedrijven of de software-industrie. De verkeerskunde richt zich vooral op: • De analyse en prognose van vervoerstromen en verplaatsingsgedrag • De functionele analyse en de structurering van verkeers(sub)systemen • Het ontwerp van de functionele vorm van de verkeersruimte, gebaseerd op kenmerken van voertuig- en bestuurdersgedrag en van het gedrag van overige weggebruikers • De planning en exploitatie en het beheer van vervoer- en verkeersvoorzieningen Ondergronds Bouwen Binnen Infrastructuur bestaat de mogelijkheid je te specialiseren in Ondergronds Bouwen. Inlichtingen: ir. G. Arends (afspraak via secretaresse, kamer 2.08, telefoon 015 278 1256). Inlichtingen Coördinator, ir. P.B.L. Wiggenraad, kamer 5.47, telefoon 015 278 4916 Spreekuur: onbekend Studiegids Infrastructuur: verkrijgbaar bij de coördinator en de secretariaten van desbetreffende secties Dispuut Verkeer: kamer 5.50, telefoon 015 278 3636 E-mail:
[email protected] Website: www.dispuutverkeer.nl Dispuut De Ondergrondse: kamer 2.06.2, telefoon 015 278 2778 E-mail:
[email protected] Website: www.ondergrondse.nl
Mastervarianten
28
Afstudeerprofilering Duurzame Ontwikkeling Duurzame technologie wordt steeds belangrijker bij het ontwerpen, uitvoeren en beheren van civieltechnische objecten. Je kunt daarom vakken op het gebied van duurzaamheid in je afstudeerprogramma opnemen. Als je hieraan meer aandacht wilt besteden, kun je ook kiezen voor de afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling. Je krijgt dan bij je ingenieursdiploma een appendix (certificaat). Studenten die hiervoor belangstelling hebben, kunnen binnen alle afstudeerrichtingen van de opleiding Civiele Techniek en binnen de interfacultaire Offshore Engineering kiezen voor deze afstudeervariant. Je examenprogramma voor het ingenieursexamen moet dan aan de volgende eisen voldoen: • Deelgenomen hebben aan een colloquium duurzame ontwikkeling van tenminste 2 studiepunten • Tenminste 2 studiepunten besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: ontwerpen, analyse en tools, algemeen’ • Tenminste 2 studiepunten besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: ontwerpen, analyse en tools, disciplinair’ • Tenminste 2 studiepunten besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: organisatie’ • Tenminste 2 studiepunten besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: beleid en maatschappij’ • Je afstudeerwerk moet gericht zijn op duurzame ontwikkeling De opleiding heeft twee referenten die kijken of de probleemstelling en de uitwerking daarvan voldoende geïntegreerd is in je afstudeerwerk. Deze referenten zijn prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks (kamer 6.37, telefoon 015 278 7439) en prof.dr.ir. C. van den Akker (kamer 4.77, telefoon 015 278 4974). De lijst van vakken op het gebied van duurzaamheid waaruit je in het kader van bovenstaande regeling een keuze kunt maken, vind je bij prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks. De overige studiepunten besteed je aan onderdelen binnen je afstudeerrichting. Inlichtingen
Coördinator: dr.ir. A.L.A. Fraaij (kamer 6.44, telefoon 015 278 4974).
Mastervarianten
29 Afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling (TiDO) Graduation in Sustainable Development, (This text is available in English on http://www.odo.tudelft.nl/english/index.html) Sinds 1 september 2000 kunnen alle studenten van de TU Delft binnen hun eigen opleiding de afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling volgen. Studenten die de variant met goed gevolg hebben doorlopen, ontvangen een speciale appendix bij het doctoraaldiploma. De afstudeervariant zorgt voor zowel verbreding als verdieping van vaardigheden en kennis inzake Duurzame Ontwikkeling (DO) en technologie. De diepte wordt gewaarborgd door de afstudeeropdracht die gericht moet zijn op duurzame ontwikkeling. Studenten maken duurzame ontwikkeling tot centraal onderdeel van hun afstudeerwerk. Per opleiding beoordeelt een vakreferent DO vooraf én achteraf of duurzame ontwikkeling voldoende in onderzoeksvraag/probleemstelling en uitwerking is geïntegreerd. De verbreding van kennis wordt verkregen door het volgen van het verplichte vak Technology in Sustainable Development (wm0922TU) en een aantal keuzevakken in duurzame ontwikkeling. WM0922 bestaat uit 2 blokweken, en wordt in voor- en najaar aangeboden. Keuzevakken De student moet tenminste 11 ECTS uit op Duurzame Ontwikkeling georiënteerde keuzevakken behalen. Deze z.g. DO-vakken zijn ingedeeld in twee clusters: A. Ontwerp, analyse en tools B. Organisatie, beleid en maatschappij De volledige vakkenlijsten zijn te vinden op de internet site www.odo.tudelft.nl. Projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling (ODO) De projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling ondersteunt alle faculteiten bij de daadwerkelijke integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs en is ondergebracht bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management Voor meer informatie kunt u kijken op de internet site www.odo.tudelft.nl of contact opnemen met de projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling. Dr.ir. K.F. Mulder (
[email protected] / 2781043) Ir. C.F. Rammelt (
[email protected] / 2788440)
Mastervarianten
30 Technische Universitaire Lerarenopleiding (TULO) van TU Delft Onder het motto: “De ingenieur voor de klas” leidt de TULO eerstegraads docenten wiskunde, natuurkunde en scheikunde op. In hun lessen kunnen ingenieurs als geen ander aandacht schenken aan techniek en technologie. Met een eerstegraads lesbevoegdheid kun je in alle klassen van het voortgezet onderwijs lesgeven. Eerstegraads docenten zijn uitstekend thuis in hun vakgebied (ze hebben een ingenieurs- of doctoraaldiploma) en beschikken tegelijkertijd over een solide basis aan vakdidactische en onderwijskundige kennis en vaardigheden. Het leraarsberoep is bij uitstek geschikt voor wie kennis wil overdragen. De school en de leerlingen doen een beroep op je sociale vaardigheden en op je vakkennis. Het opleidingsprogramma De opleiding kent vier aandachtsgebieden: Vakdidactiek Hier leer je hoe je wiskunde, natuurkunde of scheikunde kunt overdragen aan leerlingen. Schoolpracticum Het schoolpracticum (de stage) omvat ongeveer de helft van het gehele opleidingsprogramma. Hier doe je onder begeleiding ervaring op met het geven van lessen, en met het voorbereiden en evalueren ervan. Op de school waar je stage loopt zorgt een ervaren docent samen met een TULO docent voor de begeleiding. Onderwijskunde Onderwijskunde gaat over de theorie van het leren en onderwijzen, over het beroep van leraar en wat daar zoal bij komt kijken. Onderzoek en vrije ruimte De eerstegraads leraar leert systematisch te onderzoeken hoe hij de kwaliteit van het onderwijs kan verbeteren. Ook is er ruimte om je persoonlijke interessen verder uit te diepen. De opleiding heeft een omvang van 60 ECTS studiepunten. De helft daarvan kun je tijdens je bachelor- of masterfase volgen. Wie kunnen in de lerarenopleiding instromen? Het post-master deel van de opleiding is toegankelijk voor afgestudeerde ingenieurs wiskunde, natuurkunde of scheikunde. Wie in een andere richting is afgestudeerd en leraar wil worden, zal vóór toelating een aantal wiskunde, natuurkunde of scheikunde vakken moeten volgen. Het is beperkt mogelijk de opleiding in deeltijd te volgen. In overleg kan het TULOprogramma van 60 ECTS worden uitgesmeerd over een periode van anderhalf of twee jaar. Colleges worden niet in de avonduren gegeven. Stages bij scholen voor voortgezet onderwijs vinden overdag plaats. Meer informatie op http://www.tulo.tudelft.nl of bij de coördinator van de TULO, Martin Jacobs (tel 015 2785594; e-mail mailto:
[email protected]).
31
PROPEDEUSE
32
33 Uitleg van het rooster Het rooster bestaat uit vier kwartalen van elk 10 weken. Aan het eind van ieder kwartaal is een tentamenperiode waarin in principe de vakken worden afgerond die in dat kwartaal gegeven zijn. Voor de tentamens moet je je aanmelden via het TentamenAanmeldSysteem (TAS). Hoe dit precies moet, vind je elders in deze Papieren Patroon. Ieder kwartaal omvat ongeveer 15 ECTS-studiepunten. In januari, juni en augustus zijn er ook herkansingstentamens. Zie hiervoor het tentamenrooster op www.CiTG.tudelft.nl. Op de volgende bladzijden treft je per kwartaal de roosters aan. Voor de propedeuse en het tweede jaar is per week aangegeven welk vak wanneer gegeven wordt. In het derde jaar zijn alle weken hetzelfde. Afwijkingen op dit rooster worden door de docenten bekend gemaakt tijdens de colleges. De vakken worden aangeduid met twee letters, vier cijfers en soms nog twee letters. De eerste twee letters geven aan welke opleiding het vak verzorgt, het eerste cijfer staat voor het studiejaar waarin het vak thuishoort en de volgende drie cijfers geven een volgnummer aan. De laatste twee letters geven aan voor welke opleiding het vak gegeven wordt. De volledige naam en omschrijving van het vak vind je elders in deze Papieren Patroon. De meeste vakken worden in de vorm van hoorcolleges gedoceerd. Deze colleges worden voor alle studenten van een jaar gelijktijdig gegeven in collegezalen. De zaal wordt in het rooster met een hoofdletter aangegeven. Het eerstejaarswiskundeonderwijs wordt gegeven in kleinere zalen in groepen van ongeveer 40 studenten. Verder zijn er nog een aantal programmaonderdelen die niet voor alle studenten tegelijk geroosterd kunnen worden. Studenten worden dan in groepen onderverdeeld. Deze groepen worden aangeduid met een kleine letter. In de OWEE-week of uiterlijk op de eerste dag van het studiejaar teken je in voor een ontwerpproject, samen met 8 a 10 andere studenten. Iedere groep heeft een eigen code. Wanneer je deze code eenmaal hebt, kun je vervolgens zien in welke groep je zit voor Tekenen, de mentorgroepen, de oefenmiddagen van Constructieleer en andere practica. Ook je indeling voor Wiskunde ligt hiermee vast. Mocht je je om wat voor reden dan ook niet in de OWEE-week of op de eerste dag van het studiejaar hebben ingetekend voor het ontwerpproject, dan moet je zo snel mogelijk contact opnemen met mevr. O. van Paassen, kamer 3.40 (telefoon 015 – 278 6636) of met de student-assistenten van het ontwerpproject , kamer 3.50 (telefoon 015 – 278 6336). Voor vragen over het rooster kun je terecht bij mevr. M. Roodenburg, kamer 2.57.
34
35
Begin rooster 1.1
36
1.1
37
1.2
38
1.2
39
1.2
40
1.2
41
2.1
42
2.1
43
2.2
44
2.2
45
46
47
Vakoverzichten Propedeuse
48
49
CT1021 Dynamica ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Dr.ir. W.S.J. Uijttewaal contactpersoon voor studenten: student-assistenten spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting • • • • •
Kinematica van een deeltje: kromlijnige beweging, relatieve beweging, tangentiële en normale versnelling. Dynamica van deeltje: massa, impuls, kracht, energie, arbeid, impulsmoment, krachtmoment. Dynamica van stelsels van deeltjes: beweging van massamiddelpunt, behoudswetten. Eulerse balansen: massabalans, hydrostatica, impulsbalans, energiebalans. Kinematica en dynamica van starre lichamen: vlakke beweging, zuiver rollen, massamiddelpunt, rotatie, translatie, traagheidsmoment.
Beschrijving
Algemeen: Schematiseren van mechanische problemen gebruikmakend van de balansvergelijkingen voor behoudbare grootheden als massa, impuls, impulsmoment en energie. Kinematica van een puntmassa: Recht- en kromlijnige beweging, normale en tangentiële versnelling, relatieve translatie van assenstelsels en lichamen, rotatie om een as, relatieve beweging. Dynamica van puntmassa's: behoudswetten van impuls voor 1 of 2 deeltjes. Wisselwerkingskrachten van lineaire veren, gravitatie, droge wrijving, viskeuze wrijving, energie, arbeid vermogen, kinetische energie, potentiele energie, botsingen, stabiliteit. Kinematica en Dynamica van starre lichamen: translatie en rotatie, traagheidsmoment, krachtmoment, impulsmomentbalans, kinetische energie van rotatie en translatie, krachten en momenten in bewegende constructies. Eulerse balansen voor stromende media: Massatransport, -balans, impulsmoment, -
balans, wetten van Pascal, Archimedes en Bernoulli, hydrostatische krachten en eenvoudige hydrodynamische krachten op lichamen.
Doelstelling
Kinematica: • het kunnen analyseren en berekenen van baanbeweging van een puntmassa langs een ruimtelijke kromme • het kunnen analyseren en berekenen van ruimtelijke beweging van starre lichamen met inbegrip van zuiver rollen, rotatie om een vaste as en om het massamiddelpunt • relatieve beweging bij onderlinge translatie en rotatie analyseren en berekenen. Dynamica: • het kunnen formuleren, opstellen en toepassen van behouds- en balanswetten van massa, impuls, impulsmoment en energie voor een enkel deeltje, een stelsel van deeltjes en voor een star lichaam. • het kunnen onderscheiden van conservatieve en dissipatieve wisselwerkingen naar constitutie en energiehuishouding. • het kunnen toepassen van constitutieve vergelijkingen voor een veer, gravitatieve, droge wrijving, viskeuze wrijving en kwadratische weerstand. Eulerse Balansen: • het kunnen opstellen en toepassen van Eulerse balansen voor massa, impuls en energie. • het kunnen berekenen van hydrostatische en eenvoudige hydrodynamische krachten op lichamen.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • propedeuse • bachelor
Toetsing
Toegestane middelen Rekenmachine, 1 A4 met formules Toetsingsvorm • Schriftelijk tentamen met open vragen • Deeltentamen als computertoets • Oefententamen als computertoets
50
Beoordeling
bonus Middels deelname aan twee facultatieve oefentoetsen kan het deeltentamencijfer met 1 punt worden opgehoogd, mits voor elk van deze twee toetsen minimaal 45% van het maximaal te behalen puntenaantal gescoord wordt. Berekening Eindcijfer wordt bepaald voor 2/3 uit het tentamencijfer en voor 1/3 uit het deeltentamen waarbij op beide onderdelen ten minste een 4,5 gescoord moet zijn. (NB: Voor omzwaaiers geldt het tentamencijfer als resultaat voor instellingsvak dynamica 2 sp).
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Mechanica voor Technici, Dynamica, R.C. Hibbeler, Academic Service • Aanvullend dictaat Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
CT1031 Constructiemechanica 1 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 docent: Ir. C. Hartsuijker Ir. H. Askes contactpersoon voor studenten: Ir. H. Askes student-assistenten
Samenvatting
Evenwichtsbetrekkingen; krachten en momenten in statisch bepaalde staafconstructies; virtuele arbeid. De student krijgt theorie en toepassingen uitgelegd in de vorm van een college/instructie, waarbij de student actief in de zaal mee moet doen. Door de COZ wordt de zelfstudie van de student geprikkeld en een gelijkmatige studielast over de periode bevorderd.
Beschrijving
Thema 1: evenwicht van statisch bepaalde (staaf)constructies 1. Samenstellen en ontbinden van krachten, zowel analytisch als grafisch (krachtenveelhoek, werklijnenfiguur); moment van een kracht. 2. Statisch equivalente krachtensystemen; koppel. 3. Krachten- en momentenevenwicht 4. Belastingen; schematisering en werkelijkheid. 5. Constructies; constructie-elementen; verbindingen; schematisering en werkelijkheid. 6. Vrijmaken; opleggingen/oplegreacties; verbindingen/verbindingskrachten (scharnierkrachten, snedekrachten). 7. Oplegreacties en verbindingskrachten bij samengestelde constructies (zoals scharnierliggers, driescharnierspanten, geschoorde portalen, e.d.). 8. Kinematisch bepaalde systemen (vorm/plaatsvaste constructies) en kinematisch onbepaalde systemen (mechanismen); statisch bepaalde/onbepaalde constructies, graad van statische onbepaaldheid. 9. Vorm- en plaatsvastheid van eenvoudige ruimtelijke constructies. Thema's II en III: snedekrachten in
51 statisch bepaalde (staaf)constructies en virtuele arbeid 1. Berekenen van staafkrachten in (vlakke) vakwerken: - uit het krachtenevenwicht van een vrijgemaakte knoop; - uit het krachten- en momentenevenwicht van een vrijgemaakt deel van het vakwerk (snedemethode); 2. Normaalkracht (N), dwarskracht (V), buigend moment(M) en wringend moment(Mw); definities, notaties en tekenafspraken. 3. Evenwicht van een staafelementje; differentiaalbetrekkingen. 4. N-, V-, M-lijn voor rechte staven; vervormingstekens; relatie tussen M-lijn, Vlijn en verdeelde belasting. 5. Karakteristieke vorm van N-, V-, M-lijn bij een puntlast, een gelijkmatig verdeelde belasting en een koppel. 6. N-, V-, en M-lijn voor geknikte staven en staven in samengestelde constructies. 7. Het krachtenspel aflezen uit gegeven N-, V-, M-lijn; controleren van het krachten- en momentenevenwicht van knooppunten. 8. Kabels; katrollen. 9. Krachtpunt/krachtlijn; aanpassen constructievorm aan de krachtlijn. 10. Het beginsel van virtuele arbeid (alternatieve formulering voor het evenwicht).
Doelstelling
De student krijgt theorie en toepassingen uitgelegd in de vorm van een college/instructie, waarbij de student actief in de zaal mee moet doen. Door de COZ wordt de zelfstudie van de student geprikkeld en een gelijkmatige studielast over de periode bevorderd.
Cursus type • colstructie • Computer Onderst. Zelfstudie
Studie fase • bachelor • propedeuse
Vakrelaties
• CT1031 is afhankelijk van CT1051 (gewenst)
Toetsing Voorkennis Deelname aan de tentamens, voor zover direct aansluitend op de blokperioden waarin de desbetreffende vakken worden
gedoceerd, is alleen toegestaan aan studenten die voor elke willekeurige groep van vier opeenvolgende blokken van COZopgaven ten minste 30% van het totaal aantal te behalen punten hebben gescoord, en voorts over alle blokken van COZopgaven gemiddeld ten minste 40% hebben gescoord. De verplichte COZ-score geldt alleen voor eerstejaars studenten, en dan alleen voor het tentamen direct aansluitend op het college. Toegestane middelen (grafische) zakrekenmachine, schrijfgerei. Toetsingsvorm Tentamens: schriftelijk, open vragen. TOZ: via computer.
Beoordeling
bonus Als het cijfer van het direct op het blok aansluitende tentamen 5 of hoger is wordt dit bij een gunstig toetsresultaat verhoogd door het cijfer van de toets hierin voor 30% mee te laten tellen. Berekening Eindcijfer is 0,7 x tentamencijfer + 0,1 x (cijfer toets 1 + cijfer toets 2 + cijfer toets 3)
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Toegepaste Mechanica, deel 1Evenwicht C. Hartsuijker, Academic Service, Schoonhoven, 1999, ISBN 90 395 0593 4. Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins. overige materialen verplicht: • COZ-b10A - Opgaven voor computer ondersteunde zelfstudie, C. Hartsuijker, dictatenverkoop Civiele Techniek, dict.nr. 210.468. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: • Oude tentamens met uitwerkingen. Verkrijgbaar bij: http://www.mechanics.citg.tudelft.nl/-studass
52
CT1041 Constructiemechanica 2 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Ir. H. Askes Ir. C. Hartsuijker contactpersoon voor studenten: Ir. H. Askes student-assistenten spreekuur/afspraak: student-assistenten
Samenvatting
Normaal- en schuifspanningsverdeling in homogene staven met symmetrische doorsnede; vervorming van staven; verplaatsingen in statisch bepaalde staafconstructies ten gevolge van extensie en buiging; elementaire wringing. Inleiding statisch onbepaalde constructies.
Beschrijving
Thema I: SPANNINGEN EN VERVORMINGEN in homogene staven met symmetrische doorsnede 1. spanningen en rekken; notaties en tekenafspraken; lineair-elastisch materiaalgedrag. 2. berekenen van de snedekrachten als de spanningen zijn gegeven (statisch equivalente krachtensystemen); krachtpunt. 3. het "vezelmodel" voor de op extensie en buiging belaste staaf; oppervlaktemomenten (oppervlakte, statisch moment, traagheidsmoment en traagheidsproduct); normaalkrachtencentrum; rekstijfheid; buigstijfheid; rek; kromming. 4. schematisering van een staaf tot lijnelement; staafas. 5. spanningsformules voor extensie en buiging. 6. kinematische en constitutieve betrekkingen (evenwichtsbetrekkingen werden reeds behandeld); differentiaalvergelijkingen voor extensie en buiging; rand- en overgangsvoorwaarden. 7. schuifkrachten in langsrichting ten gevolge van de dwarskracht (lijmverbindingen, deuvels, stiften, lassen). 8. schuifspanningen in het vlak van de doorsnede ten gevolge van de dwarskracht.
9. schuifspanningen door wringing (dunwandige kokerdoorsneden - zgn. formule van Bredt -, massieve cirkelvormige doorsnede, dunwandige strip); dwarskrachtencentrum. Thema II en III: VERPLAATSING bij statisch bepaalde (staaf)constructies inleiding STATISCH ONBEPAALDE CONSTRUCTIES 1. verplaatsing door extensie; relatief verplaatsingendiagram (Williot); toepassing bij eenvoudige vakwerken. 2. verplaatsing door buiging: - differentiaalvergelijking; toepassing bij rechte staven. - vergeet-mij-nietjes; toepassing bij rechte staven. - momentenvlakstellingen; toepassing bij rechte en geknikte staven en bij samengestelde constructies. 3. statisch onbepaalde constructies met verplaatsbare/niet-verplaatsbare knooppunten; schetsen van de M-lijn (zonder berekening!) voor constructies met niet-verplaatsbare knooppunten op grond van de te verwachten vervorming. 4. inleiding berekening statisch onbepaalde constructies: - inleiding krachtenmethode. - inleiding verplaatsingenmethode aan de hand van een op veren opgelegd star lichaam.
Doelstelling
Aan het einde van deze module is de student(e) in staat de spanningsverdeling in statisch bepaalde (staaf)constructies te bepalen ten gevolge van extensie, buiging met dwarskracht en elementaire gevallen van wringing. Verplaatsingen t.g.v. extensie en buiging voor statisch bepaalde en statisch onbepaalde (staaf)constructies kunnen worden bepaald. De krachtsverdeling in eenvoudige statisch onbepaalde constructies kan worden bepaald.
Studie fase • propedeuse • bachelor
Vakrelaties • CT1041 is afhankelijk van CT1031 (gewenst)
53
Toetsing
Voorkennis Deelname aan de tentamens, voor zover direct aansluitend op de blokperioden waarin de desbetreffende vakken worden gedoceerd, is alleen toegestaan aan studenten die voor elke willekeurige groep van vier opeenvolgende blokken van COZopgaven tenminste 30% van het totaal aantal te behalen punten hebben gescoord, en voorts over alle blokken van COZopgaven gemiddeld tenminste 40% hebben gescoord. De verplichte COZ-score geldt alleen voor eerstejaars studenten, en dan alleen voor het tentamen direct aansluitend op het college. Toegestane middelen (grafische) zakrekenmachine, schrijfgerei Toetsingsvorm Schriftelijke tentamens: open vragen
Beoordeling
Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • "Toegepaste Mechanica deel 2 Spanningen, vervormingen, verplaatsingen", C. Hartsuijker, Academic Service, Schoonhoven, 2000, ISBN 90-395-0594-2 Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins. overige materialen verplicht: • "COZ-b10B Opgaven voor computer ondersteunde zelfstudie", C. Hartsuijker, Dictaatnr. 210.467 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: • Tentamenopgaven b10B met antwoorden, C. Hartsuijker en C.F. Vrijman, nr. 210.013 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT1051 Constructieleer 1 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1, 2 en 4 docent Prof.ir. L.A.G. Wagemans contactpersoon voor studenten Ir. Th.L.J. van Rij spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie
Samenvatting
(Her)kennen en benoemen van de gangbare constructie-elementen en constructiematerialen in bouwwerken. Het met civiele ogen leren kijken naar constructies. Basisprincipes van het construeren, bouwsystemen, schematiseren van belastingen, constructies, constructieelementen, constructiematerialen, analyse van de krachtsafdracht en berekeningen van eenvoudige constructies. Veiligheidsfilosofie en grenstoestanden.
Beschrijving Het vak omvat de volgende onderdelen: Colleges 1A, 1B, practicum 1A, 1B en 1C. 1e en 2e onderwijsperiode Het onderdeel 1A wordt geïntegreerd met het practicum van het vak Technisch Tekenen (CT 1111). Colleges 1A -Inleiding constructieleer, relaties met andere vakken. Vertalen van een civiel technisch bouwwerk naar de onderdelen hoofd- en nevendraagconstructies, installaties en afbouw (voorbeelden). Relatie tussen kracht, vorm, functie en esthetica bij draagconstructies (voorbeelden). -Analyse/ontleding van eenvoudige constructies; hoe zit het in elkaar. Herkennen en benoemen van constructiematerialen, constructieelementen, constructiesystemen, verbindingen, opleggingen en bouwwijzen. Relatie met ConstructieMechanica (schematiseren) en de Materiaalkunde (mechanische en fysische eigenschappen van bouwmaterialen). -Schematiseren. Het vertalen van reële constructies, constructie-elementen en hun
54 opleggingen/aansluitingen naar valide mechanicaschema’s. -Introductie en instructie van de methode/aanpak van het “kijk-practicum”. Functie, vorm, krachtsafdracht, materiaal- , systeemkeuze en bouwwijze aan de hand van voorbeelden uit de Laagbouw. Eerste kennismaking met vakgebied “Gebouwen”. -Kennismaken met het werkveld “Gebouwen”. -Kennismaken met het werkveld Bruggen. Aandacht daarbij voor alle drie de constructiematerialen en relatie met de onderbouw (fundaties). Extra aandacht voor relatie tussen vormgeving en krachtswerking (M-lijnen). Practicum 1A (4 middagen) Drie middagen met het kijken naar en documenteren van civiel technische constructies in Delft en omgeving. Eén middag uitwerken van de verzamelde informatie in een werkstuk. Het tekenwerk in dit werkstuk wordt beschouwd als een oefening in de tekenvaardigheid, zoals die in de eerste periode is aangeleerd. Het zal ook daarop beoordeeld worden. 4e onderwijsperiode Colleges 1B -Belastingen. Soorten en ordening/definities. Vertalen van de echte belastingen naar de geschematiseerde. -Windbelasting, vormvast en stabiel maken van eenvoudige constructies. Voorbeeldsommen (in BGT). -Het vertalen van de echte materiaaleigenschappen naar de geschematiseerde. Bruikbaarheid en betrouwbaarheid van constructies. Veiligheidsfilosofie en grenstoestanden. -Belastingfactoren en -combinaties. -Belastingconfiguraties (voorbeeldsommen). -Inleiding kracht & vorm van college 1 en 2 uitdiepen. Trek- en druklijnen en boogwerking. Practicum 1B (6 middagen) Het oefenen van de collegestof 1B met behulp van eenvoudige opgaven. Practicum 1C (circa 5 middagen) Laboratoriumpracticum waarbij het mechanisch gedrag van eenvoudige constructie-elementen beproefd wordt . onderwerpen buiging, torsie, dwarskracht en knik. Beknopte rapportage van de beproeving op de middagen zelf.
Doelstelling
De student dient in staat te zijn civiel technische bouwwerken te kunnen herkennen, te benoemen en te decomponeren in: hoofd- en nevendraagconstructies, afbouw en installaties. Van de draagconstructie moet de krachtswerking, toegepaste bouwmaterialen, constructiesysteem en bouwwijze herkend en benoemd kunnen worden. De student moet inzicht hebben verkregen in de relatie tussen de functie van een bouwwerk en de basisprincipes van het construeren/bouwen van civieltechnische constructies, constructiemechanica, materiaalkunde en mogelijke andere disciplines. Een eerste inzicht ontwikkelen ten aanzien van het construeren als onderdeel van het totale ontwerp- en bouwproces. De student zal de nodige basiskennis moeten bezitten van: op de constructie werkende belastingen, inleiding van de veiligheidsfilosofie, de constructiematerialen en hun toepassing in elementaire constructie-elementen. De student zal de nodige vaardigheden moeten hebben ontwikkeld om eenvoudige en in werkelijkheid waargenomen constructies in onderdelen te benoemen en deze te vertalen in een voor de mechanica toegankelijk rekenmodel, met de bijbehorende analyse van de krachtsafdracht. De student zal in staat moeten zijn om eenvoudige berekeningen te kunnen maken van die krachtsafdracht. De student moet dit met de relevante schetsen en berekeningen in een duidelijke en logische rapportage kunnen presenteren.
Cursus type • college • practicum • college
Studie fase • bachelor
Toetsing
Voorkennis De practica moet gevolgd zijn. Het werkstuk van practicum 1A moet aan het eind van de tweede onderwijsperiode worden ingeleverd en wordt becijferd. De tijdens practicum 1B gemaakte opdrachten moetenvoor het einde
55 van de vierde onderwijsperiode zijn afgerond. Het laboratoriumpracticum 1C moet voor het einde van de vierde onderwijsperiode zijn afgerond. Alleen als de practica 1B en 1C als voldoende zijn beoordeeld krijgt het behaalde tentamencijfer geldigheid. Toegestane middelen Tekenmateriaal, rekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling
bonus niet van toepassing Berekening Deelcijfer tentamen 1B 80% Werkstuk practicum 1A 20% Proeven practicum 1Cvoldoende NBElk onderdeel moet minimaal groter of gelijk zijn dan een 5,0!
Materialen •
dictaat/studieboek verplicht: - Collegedictaat (nieuw) 1A en 1B - Infomap - Oefenbundel(s) - boek Basis Constructieleer Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht:
•
•
- Tekenmateriaal Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: Website ACL (nader in te vullen) Vakliteratuur voor bouw- en waterbouwkundigen (o.a. Verkrijgbaar bij website.
•
.
CT1090 Modelvorming in de civiele techniek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Drs. R. Booij contactpersoon voor studenten: Drs. R. Booij kamer: 0.10 tel: 84582
Samenvatting
Opstellen van kwantitatieve modellen voor eenvoudige civieltechnische problemen; controleren van dimensies, maken van verantwoorde verwaarlozingen, bepalen van globaal gedrag van systemen. Voorbeelden uit diverse deelgebieden van de civiele techniek.
Beschrijving Inleiding: waarom werkt de ingenieur met modellen (relatie tot ontwerpen); wat is een model? Typen van modellen; onderscheid black-box model en inzichtelijk model, causaliteit; keuze toestandsgrootheden; voorbeeld van een wiskundig model met grafische oplosmethode; belang van metingen. Balansvergelijkingen; begrippen flux en inhoud; dimensies; keuze voorraadgrootheid en balansgebied; enkele toepassingen. Eerste-orde systemen; problemen met één voorraadgrootheid en met één of meer tijdschalen, schatten van tijdschalen, vergelijken van termen, rationeel verwaarlozen, autonoom proces en respons op excitatie, toepassingen. Hogere-orde systemen; problemen met meer voorraadgrootheden, oscillatie, resonantie, toepassingen, b.v jager-prooi model. Nagaan van modelprestaties; gevoeligheidsonderzoek, validatie, calibratie, verificatie, b.v. Rijn-alarm model.
Doelstelling
Te weten wat modellen zijn, welke typen bestaan, hoe ze tot stand komen en waarvoor ze dienen. In staat zijn aan de hand van een gegeven vraagstelling een eenvoudig civieltechnisch systeem te analyseren, te vereenvoudigen en schematisch weer te geven.
56 Kunnen opzetten van balansvergelijkingen en andere relaties tussen toestandgrootheden, en daartoe kunnen onderscheiden van verschillende daarbij voorkomende grootheden zoals voorraad- en flux-grootheden. In staat zijn een model te controleren op dimensies, tekens en globaal gedrag en een attitude hebben ontwikkeld om zulke controles ook ongevraagd uit te voeren. Bekend zijn met de verschillende vormen van dynamisch gedrag van systemen en met de kenmerkende grootheden voor het gedrag van systemen (tijdschaal, respons, oscillatie, demping, enz.).
Cursus type • college • oefening • toets
Studie fase • bachelor
Toetsing Voorkennis Oefening hebben gedaan of individueel werkstuk hebben gemaakt. Toegestane middelen Calculator, vel met eigen aantekeningen, vraagbaak. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, half-om-half meerkeuzevragen en essayvragen.
Materialen studiehandleiding: • Modelvorming Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • College-handleiding met begrippen en enkele uitgewerkte toepassingen (30 tot 50 pagina's). • "Vraagbaak", concrete gegevens die bij opgaven van pas komen (30 tot 50 pagina's). • Problemenboek, bevat uit te werken opgaven en in te vullen formulieren voor resultaten (50 tot 80 pagina's). overige materialen verplicht: • werkboek, handboek Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen:
•
evt. aanvullingen, (uigewerkte) vraagstukken
Verkrijgbaar bij het eerste college. dictaat/studieboek aanbevolen: • Zie literatuurlijst. Verkrijgbaar bij de bibliotheek van Civiele Techniek.
57
CT1101 Introductie Civiele Techniek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 docent: Prof.ir. F.M. Sanders contactpersoon voor studenten: Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 2.09 tel: 81780 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
functies, vormgeving en uitvoering van civieltechnische en infrastructurele werken.
Cursus type • college
Studie fase • propedeuse • bachelor
Toetsing
Voorkennis Deelname excursie Toetsingsvorm - beoordeling werkboek - schriftelijk tentamen (multiple choice)
Beoordeling
- omschrijving van de werkzaamheden van de civiel ingenieur; - overzicht van de verschillende vakgebieden binnen de civiele techniek; - toelichting op de functionele eisen, de vormgeving en de uitvoering van civieltechnische werken zoals polders, wegen, spoorwegen, vaarwegen, riolering, bouwrijp maken en waterbouwkundige constructies (bruggen, tunnels, sluizen, etc.).
Berekening 50% werkboek en 50% schriftelijk tentamen
Beschrijving
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
- overzicht van het proces van ontwerp, uitwerking, aanbesteding, uitvoering en beheer van civieltechnische werken; - inzicht in verhouding opdrachtgever, ontwerper, uitvoerder en belanghebbenden; - taken, werkzaamheden en werkomgeving van de civiel ingenieur; - noodzakelijke gegevens, plaatsbepaling, maatvoering en grondonderzoek t.b.v. het ontwerp; - bouwrijp maken, bouwen in en op de grond; - waterkerende en grondkerende constructies; - polders en waterbeheerssystemen; - wegen, spoorwegen en vaarwegen; - waterbouwkundige constructies (duikers, sluizen, kademuren, etc); - vaste en beweegbare bruggen; - ondergronds bouwen.
Doelstelling
- verkrijgen van overzicht van het werkterrein van de civiel ingenieur; - verkrijgen van overzicht van de verschillende vakgebieden binnen de civiele techniek; - verkrijgen van inzicht en kennis omtrent de
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat van het vak CT1101 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: • "Lexicon voor de Weg en Waterbouw"
58 Vaardigheden AutoCAD (basis, uitbreiding commando’s, printen, blocks, designcenter, paper/modelspace, tips & tricks) Samenvatting NEN–regels Uitwerking documentatie. De onderwerpen zijn afgestemd op het parallel lopende vak Constructieleer 1A. 3e Onderwijsperiode • Practicum ( 4 middagen) o Integratie opdrachten. De onderwerpen zijn afgestemd op het parallel lopende vak Constructieleer 1A.
CT1111 Technisch tekenen ECTS punten: 2 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1, 2 en 3 docent: Prof.ir. L.A.G. Wagemans Ir. Th.L.J. van Rij begeleider: student-assistenten contactpersoon voor studenten: Ir. F.A.M. Soons spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting Het visualiseren/weergeven van civiel technische objecten d.m.v. technische tekeningen volgens de gangbare tekennormen en tekentechnieken. Het leren lezen van technische tekeningen. Het ontwikkelen van inzicht in het gebruik van technische tekeningen en het doel ervan, in de vakken Constructieleer 1,2,3 en de (ontwerp)projecten.
Beschrijving 1e Onderwijsperiode • Inleidend college o Leerdoelen Technisch Tekenen o Het gebruik en nut van technische tekeningen in de beroepspraktijk o Het gebruik en beoordeling van handtekeningen en CAD tekeningen in de vakken Constructieleer 1,2,3 en de Ontwerpprojecten 1,2,3. • Practicum (7 middagen) o Handtekenen ( 2D/3D) Tekenvaardigheid (ooghandcoördinatie, rechte lijnen, ruimtelijk inzicht) Doel/opbouw tekening (regelmaat, hulplijnen, verhoudingen, documenteren) NEN regels ( lijndiktes, lijntypes, arceren, projectieleer, maatvoering, bijschriften, tekst) De onderwerpen zijn afgestemd op het parallel lopende vak Constructieleer 1A. 2e Onderwijsperiode • Practicum (6 middagen) o CAD tekenen volgens NEN (2D/3D)
Doelstelling Vaardigheden verkrijgen in het kunnen weergeven van civiel technische objecten in technische tekeningen volgens de gangbare tekennormen. Het met civiele ogen leren kijken met behulp van technische beelden. Het vast kunnen leggen/weergeven van ideeën in technische tekeningen, zodat die ook voor anderen duidelijk en eenduidig zijn. Het kunnen lezen van technische tekeningen. Het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht en vormgevoel. Het ontwikkelen van inzicht in het gebruik van technische tekeningen als communicatie-, rapportage- en illustratiemiddel in het kader van ontwerpopdrachten. Het kunnen verwerken van schetsen en tekeningen in een rapportage.
Cursus type • practicum • college
Studie fase • propedeuse • bachelor
Toetsing
Voorkennis Elke tekenopdracht moet aan het einde van iedere practicummiddag voor 17.30 uur zijn ingeleverd. In de opvolgende collegeweek worden de tekeningen van commentaar voorzien en becijferd. Het cijfer voor iedere tekenopdracht moet groter of gelijk aan 5,0 zijn. Voor eventuele aanvullingen, correcties of
59 vervangende opdrachten/tekeningen geldt het volgende: • Gecorrigeerde tekeningen van de 1e en 2e onderwijsperiode dienen op de eerste vrijdagmiddag van de daaropvolgende onderwijsperiode voor 13.30 uur te zijn ingeleverd. • Gecorrigeerde integratieopdrachten van de 3e onderwijsperiode dienen op de vrijdagmiddag van de 5e collegeweek van deze onderwijsperiode voor 13.30 uur te zijn ingeleverd. Toetsingsvorm Tekenopdrachten
Beoordeling
Berekening Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van de beoordeling van de geleverde tekenprestaties/-opdrachten op de practicummiddagen. Het eindcijfer van het vak technisch tekenen wordt slechts eenmalig aan het eind van onderwijsperiode 3 doorgegeven aan de onderwijsadministratie. De cijfers voor de tekenopdrachten blijven geldig tot en met het volgende studiejaar (na eerste deelname).
Materialen
studiehandleiding: • Onderdeel van de map Technisch Tekenen. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Map Technisch Tekenen. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Het benodigde materiaal staat vermeld in de map Technisch Tekenen.
CT1121 Duurzame Ontwikkeling ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 docent: Prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks begeleider: Dr.ir. A.L.A. Fraaij contactpersoon voor studenten: Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974 spreekuur/afspraak: Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974
Samenvatting
Na afloop van de cursus heeft de student op het niveau "level 1" inzicht in de begrippen degradatie van bouwmaterialen, durability and sustainability, milieumaten, basisbeginselen materiaal gebruik, water, milieuvriendelijk bouwen, national pakketten duurzaam bouwen.
Beschrijving
1. Wat is duurzaam bouwen? (2 collegeuren)
- Uitleg van het begrip duurzaamheid; - Uitleg durability and sustainability (docent Hendriks); - Degradatie beton (zuren, carbonatatie, sulfaten, vorst-dooi, rosten van wapeningsstaal, alkali silica reactie), metalen (corrosie en bescherming), hout (invloed UV-licht, schimmels, insecten en marine boorders), kunststoffen (UV-licht en zuurstof, zuren, basen, temperatuur, vocht), bitumen (UV-licht, zuurstof, vocht) (collegestof op niveau 1, docent Fraaij/Bijen); - Welke milieuaspecten zijn van belang (docent Hendriks).
2. Hoe kan men het milieu meten? (2 college uren)
- Met welke methoden kan men het milieu beschrijven (docent Hendriks); - Met welke methoden kan men meten en rekenen (docent Hendriks) .
3. Uitleg over de basisbeginselen van materiaalgebruik in de bouw (2 college uren, docent Hendriks)
60 4. Uitleg over het aspect energie (1 college uur, docent Hendriks) 5. Uitleg over het aspect water (1 college uur, docent ..) 6. Uitleg over het milieuvriendelijk bouwen van wegen en waterbouwkundige constructies (2 college uren, docent ..) 7. Wat zijn nationale pakketten duurzaam bouwen? (2 college uren, docent Hendriks) Oefeningen:
- gedurende 6 college uren wordt groepsgewijs aan de hand van cases de collegestof uitgewerkt. De cases zijn verplicht en gelden als een tentamencijfer; - gedurende 1 middag wordt een basis LCA oefening gedaan op niveau 1. Meedoen aan de oefening is verplicht en kan bij goed resultaat tot compensatie bij het tentamencijfer leiden.
Over voor zelfstudie: 80 - 16 - 6 - 4 = 54 uur
Doelstelling Na afloop van de cusus heeft de student op het niveau "level 1" inzicht in de begrippen degradatie van bouwmaterialen, durability and sustainability, milieumaten, basisbeginselen materiaal gebruik, water, milieuvriendelijk bouwen, nationale pakketten duurzaam bouwen.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • propedeuse • bachelor
Toetsing Voorkennis Zie de gedetailleerde omschrijving Cases gedaan Toegestane middelen Aantekeningen Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen en verplichte cases
Beoordeling
bonus Via cases Berekening Tentamencjifer + ophoging via cases
Materialen
studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Boek "Duurzaam Bouwen” Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
61
Materialen CT1210 Organisatie van het bouwen
studiehandleiding: • Studiehandleiding opgenomen in het dictaat.
ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
begeleider: docenten uit alle secties student-assistenten spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
Kennis deel: Overzicht van de inrichting van het bouwproces; De partners in het bouwproces; Het bouwproces in historisch perspectief; Projectorganisatie en fasering; Bedrijfsorganisatie van bouwbedrijven algemeen; De context van het bouwen: initiatiefase; De definitiefase; De ontwerpfase; De voorbereidings- en uitvoeringsfase; Het bestek; De aanbesteding; Verloop van een B&U project; Verloop van een GWW project; Bijzondere contract en aanbestedingsvormen; Kwaliteitsmanagement in de bouw; Bouwen in het buitenland. Vaardigheden deel: Bedrijfsorganisatie van bouwbedrijven; zeven soorten planningen in de bouw; Kosten en kostprijsbepaling in de bouw. Inzicht deel: De organisatie van een uitvoerend bouwbedrijf. De bedrijfstak Bouw in Nederland.
Cursus type • college • werkcollege
Studie fase • bachelor
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, bestaande uit drie delen: circa 35 multiple choice vragen over feitelijkheden uit het dictaat (factor 0,5); een open vraag betreffende een actualiteit om inzicht te toetsen (factor 0,25); een vraagstuk over (netwerk)planningsprobleem (factor 0,25).
Beoordeling
Berekening Zie wijze van toetsen met factoren.
dictaat/studieboek verplicht: • Boek:"Management van het Bouwproces". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Oefenopgaven netwerkplanning Verkrijgbaar bij website.
62
CT1310 Hydrologie 1 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.dr.ir. C. van den Akker contactpersoon voor studenten: Prof.dr.ir. C. van den Akker kamer: 4.79 tel: 85080 spreekuur/afspraak: Prof.dr.ir. C. van den Akker kamer: 4.79 tel: 85080
Samenvatting
- Maatschappelijke relevantie van water en relatie met de civiele techniek; - Kringloop van het water: begrippen, componenten en processen; - Neerslag en verdamping: processen en typen, verdeling in ruimte en tijd; - Afvoeren: oppervlakte afvoeren, infiltratie (verliezen), onverzadigde zone, grondwater (verzadigde zone), interacties; - Reservoirs: oppervlaktewater en grondwater (functies, vorm, ontwerpcriteria); - Samenhang waterkwaliteit en kwantiteit.
Beschrijving
1. De hydrologie van Nederland in historisch perspectief en de rol van de mens daarin (de vroege geschiedenis; waterbeheersing van af het begin van de 17e eeuw; grote werken); 2. Hydrologie van Nederland (geologie; neerslag en verdamping; oppervlaktewater; grondwater); 3. Functies van het water (scheepvaart; transport van stoffen; drinkwater; koelwatergebruik door de industrie; watervoorziening voor de landbouw; ecologie; water als energiebron); 4. De kringloop van het water (componenten en processen; waterbalansen; systeembenadering; modellen); 5. Neerslag (het neerslagproces; neerslagtypen; fundamentele begrippen m.b.t. de neerslag; neerslagmeeting; bewerking van neerslaggegevens; gebiedsgrootte-effect; neerslagnetwerken; neerslagvoorspellingen; neerslagkwaliteit); 6. Verdamping (interactie tussen landoppervlak en atmosfeer; praktische
betekenis van verdamping; verdampingstypen; standaard verdampingswaarden; fysica van de verdamping; factoren die invloed uitoefenen op de verdamping; energiebalans; berekening van de open-water verdamping; voorbeeldberekening open water verdamping m.b.v. Penman; berekening van de evapotranspiratie; verdampingsmetingen; waterverleis t.g.v. verdamping); 7. Geohydrologie (inleiding; waterstroming in poreuze media; schematisatie van de bodem; massabalans van een grondvolume in de verzadigde zone; massabalans van een grondvolume met freatisch vlak; zoet en zout grondwater); 8. Water in de onverzadigde zone (inleiding; algemene vergelijking onverzadigde zone; de bodemvochtkarakteristiek; infiltratie; bodemvochtprofielen; infiltratiemodellen; infiltratiemeting); 9. Afvoerhydrologie basisbeginselen (afvoerprocessen; het neeslagoverschot; rivierafvoeren; jaarlijkse afvoeren; basisafvoer; hoogwatergolven; afvoerbare neerslag; het bergingsbeginsel; het looptijdbeginsel; het principe van de eenheidsafvoergolf; 10. Reservoirs (algemeen; kenmerken van een reservoir, waterlevering; capaciteitsbepaling; reservoirs voor hoogwaterbestrijding; effecten van een reservoir, wateropslag in Nederland); 11. Milieuhydrologie; 12. Monitoring van hydrologische systemen. Tijdens het college wordt een aantal oefeningen c.q. problemen behandeld en zo mogelijk actuele problemen.
Doelstelling
Het begrijpen van de samenhang in de hydrologische kringloop. Het doorzien van de fysische processen in de kringloop. De processen kwantificeren m.b.v. fysische basiswetten. Grootschalige processen kwantificeren m.b.t. empirische relaties. Toepassing van rekenregels en rekenmethodieken op praktische problemen. Begrip van de samenhang tussen waarnemen (meten) en modelleren.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • propedeuse
63 • bachelor
Vakrelaties • CT1310 is afhankelijk van CT1101 (gewenst) • CT1310 is afhankelijk van CT2100 (gewenst)
Toetsing Toegestane middelen Eén A-4 formuleblad Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Optelling van "gescoorde" percentages per tentamenonderdeel en deling door 100
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Handleiding bij het college. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Uitgewerkte tentamenopgaven. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
WI1316CT Analyse ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 en 2 docent: Dr.ir. H.X. Lin contactpersoon voor studenten: Dr.ir. H.X. Lin kamer: HB03.040 tel: 87229
Samenvatting Complexe getallen, differentiëren, integreren, eerste en tweede orde differentiaalvergelijkingen, functies van meerdere variabelen en partiële afgeleiden, meervoudig integreren, coördinatensystemen.
Beschrijving
De leerstof bij de leerdoelen is terug te vinden in James Stewart, Calculus, Early transcendentals 4th edition, Brooks/Cole, 1999, in de volgende paragrafen: Appendix G, handout complexe getallen, en Maple handleiding 3.6 3.11 4.2 5.3 5.5 7.1 7.5 7.6 7.8 9.1 9.2 9.3 9.4 9.6 14.4 14.5 14.6 14.7 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 15.7 15.8 15.9 17.1 17.2 17.3
Doelstelling 1. Complexe getallen kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen 2. Complexe getallen in het vlak kunnen tekenen 3. Complexen van de vorm a+bi naar r(cos v + isin v) en omgekeerd kunnen omzetten 4. Tweedegraads vergelijkingen met complexe wortels kunnen oplossen 5. De stelling van De Moivre kennen en kunnen gebruiken voor het bepalen van de n-de machtseenheidswortels 6. Met complexe e-machten kunnen werken en complexe getallen in de vorm r exp(iv) kunnen schrijven 7. De hoofdstelling van de algebra kennen en de reststelling kunnen toepassen 8. Kunnen uitleggen van differentieren inhoudt 9. Impliciet gegeven functies kunnen differentieren en de vergelijking van de raaklijn aan de bijbehorende krommen
64 kunnen opstellen 10. Orthogonale trajectorieen van families van krommen kunnen opstellen 11. Afgeleiden van (samenstellingen van) inverse goniometrische functies kunnen bepalen 12. De lineaire benadering van een functie kunnen bepalen en daarbij gebruik kunnen maken van de differentiaal-notatie 13. Kunnen uitleggen wat de middelwaardestelling inhoudt 14. Kunnen uitleggen wat integreren inhoudt en de hoofdstelling van de integraalrekening kennen 15. De substitutieregel voor het berekenen van integralen in eenvoudige gevallen kunnen gebruiken en daarbij gebruik kunnen maken van de differentiaal-notatie 16. De regel voor partiele integratie voor het berkenen van integralen in eenvoudige gevallen kunnen gebruiken en daarbij gebruik kunnen maken van de differentiaalnotatie 17. Integralen kunnen bepalen met behulp van tabellen en/of computeralgebra systemen 18. Convergentie van oneigenlijke integralen van beide soorten kunnen nagaan en deze in voorkomende gevallen kunnen berekenen 19. Een differentiaalvergelijking als een model voor een probleemsituatie kunnen interpreteren 20. Door substitutie kunnen controleren of een gegeven functie (of een collectie functies) een oplossing is van een gegeven differentiaalvergelijking 21. Uit het richtingsveld van een differentiaalvergelijking conclusies over gedrag van oplossingen kunnen afleiden 22. Voor differentiaalvergelijkingen van de vorm y'=f(x,y) met behulp van de regel van Euler benaderingen van oplossingen kunnen bepalen 23. Differentiaalvergelijkingen door middel van scheiding van variabelen kunnen oplossen 24. Eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen kunnen oplossen 25. Homogene lineaire tweede orde differentiaalvergelijkingen met constante coefficienten kunnen oplossen 26. Inhomogene lineaire tweede orde differentiaalvergelijkingen met constante coefficienten kunnen oplossen met behulp van de methode van variatie van constanten 27. Bovenstaand type differentiaalvergelijkingen kunnen toepassen
bij het modelleren van gedwongen trillingen en/of elektrische circuits 28. Kan met behulp van partiele afgeleides de vergelijking van raakvlakken aan oppervlakten bepalen 29. Kan met behulp van partiele afgeleides functies van meerdere variabelen lineariseren 30. Kan linearisaties met behulp van differentialen beschrijven 31. Kan bij het bepalen van partiele afgeleides de kettingregel toepassen 32. Kan bij het bepalen van partiele afgeleides van impliciet gegeven functies gebruik maken van de kettingregel 33. Kan de richtingsafgeleide van een functie van meerdere variabelen in een gegeven richting bepalen 34. Kan bij het beschrijven van de richtingsafgeleide gebruik maken van de gradient-notatie en kan hiermee de richting bepalen waarin de afgeleide maximaal is 35. Kan de vergelijking van een raakvlak aan een niveau-oppervlak bepalen 36. Kan extreme waarden en zadelpunten van een functie van twee variabelen met behulp van de tweede-afgeleide-test (determinant van Hesse) bepalen 37. Kan de extreme waarden van een functie van twee variabelen op een gesloten en begrensd gebied bepalen 38. Kan een probleem waarin Riemansommen voorkomen omzetten naar een probleem waarin meervoudige integratie voorkomt 39. Kan meervoudige integralen berekenen door deze om te zetten in herhaalde integralen (Fubini) 40. Kan meervoudige integralen toepassen bij het berekenen van volume, massa, massamiddelpunt en traagheidsmoment 41. Kan in daarvoor geschikte situaties tweevoudige integralen berekenen door over te gaan op poolcoordinaten 42. Kan in daarvoor geschikte sitauties drievoudige integralen berekenen door over te gaan op bol- of cilindercoordinaten 43. Kan meervoudige integralen berekenen door een geschikte coordinatentransformatie toe te passen 44. Kan bij het toepassen van coordinatentransformaties de bijbehorende jacobiaan berekenen
Cursus type • colstructie
Studie fase
65 • propedeuse • bachelor
Toetsing Toetsingsvorm Na het eerste kwartaal wordt een (multiple choice) deeltentamen van 2 uur gehouden, waarbij de stof uit moduul 1 wordt getentamineerd. Aan het einde van het tweede kwartaal wordt een tweede deeltentamen (met open vragen) gehouden waarbij alle stof uit moduul 3 en een deel van moduul 1 wordt getentamineerd.
Beoordeling Berekening 40% deeltentamen 1 + 60% deeltentamen 2
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Calculus, Early Transcendentals, 4th edition, by James Stewart Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. overige materialen verplicht: • Handleiding Maple
WI1317CT Lineaire Algebra ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 en 4 docent: Dr. J. Vermeer
Samenvatting
Kwartaal 3: stelsels Ax = 6 oplossen en lineaire structuur van Rn Kwartaal 4: eigenwaarden, eigenvectoren, spektraalstelling
Beschrijving
Kwartaal 3: - Lineaire vergelijkingen - Vectorvergelijking - Matrixvergelijking - Lineaire combinaties - Lineaire (on)afhankelijkheid - Lineaire transformaties - Matrices met hun operaties - Inverse van een matrix - Vectorruimtes - Lineaire deelruimte - Begrip 'basis' en 'basisstelling' - Inwendig produkt - Orthogonale projecties - Gram Schmidt proces - Kleinste kwadraten oplossing Kwartaal 4: - Kolom-rij expansie van product twee matrices - Methode Jacobi en Gauss-Seidel - LU-decompositie - Determinanten - Eigenwaarden, eigenvectoren, eigenruimtes van een matrix - Complexe eigenwaarden - Discrete dynamische systemen - Power methode en inverse powermethode - Symmetrische matrices, spektraalstelling - Kwadratische vormen - Singular value decompositie
Doelstelling
Het doel van de cursus Lineaire Algebra is de student inzichten en practische rekenvaardigheden bij te brengen ten aanzien van de algebraische en numerieke aspecten van stelsels lineaire vergelijkingen. Trefwoorden hierbij zijn: matrixalgebra, vectorruimte en lineaire afbeeldingen. In het
66 tweede deel van de cursus komen in dit verband ook eigenwaarden en eigenvectoren ter sprake en als toepassing discrete dynamische systemen. Een student zal elementaire rekentechnieken zoals het vegen van een matrix en het bepalen van eigenwaarden en eigenvectoren moeten kunnen uitvoeren. Belangrijker is dat de student zich met deze begrippen een grondig inzicht verwerft in de eigenschappen van lineaire structuren en daarmee verbanden leert kennen waarin matrices een rol spelen. De cursus lineaire algebra zal een student helpen om later computerresultaten beter kwalitatief te kunnen voorspellen en beoordelen, en zal hem of haar de terminologie geven om erover te kunnen communiceren.
Cursus type • colstructie
Studie fase • propedeuse • bachelor
Toetsing
Toegestane middelen Zakrekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling
bonus Is ieder jaar anders
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Lineair Algebra and its application
67
TWEEDE JAAR
68
69
Rooster Tweede Jaar
70
71
1.1
72
1.1
73
1.1
74
1.1
75
1.2
76
1.2
77
1.2
78
1.2
79
1.2
80
1.2
81
1.2
82
leeg
83
2.1
84
2.1
85
2.1
86
2.1
87
2.2
88
2.2
89
2.2
90 2.2
91
Vakoverzichten Tweede jaar
92
93
CT2022 Dynamica van systemen ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad A. Scarpas MSc begeleider: student-assistenten contactpersoon voor studenten: student-assistenten spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
Tijdsafhankelijk gedrag van dynamische tweede-orde systemen in de civiele techniek. Mechanische systemen zonder en met demping. Hydraulische systemen zonder en met weerstand. Eigenbeweging. Verschillende typen belasting (harmonische excitatie, stapbelasting, exponentiële belasting, impact/pulsbelasting). Mechanische systemen met twee graden van vrijheid zonder demping.
Beschrijving
Mechanisch systeem met één graad van vrijheid, ongedempt. Opstellen bewegingsvergelijking, Eigenbeweging. Gedwongen beweging voor harmonische belasting, exponentiële belasting, stapbelasting en impact/pulsbelasting. In rekening brengen van beginvoorwaarden. Hydraulische systemen met één graad van vrijheid zonder weerstand. Eveneens eigenbeweging en gedwongen beweging. Mechanische systemen met demping. Zelfde cyclus van eigenbeweging en gedwongen beweging. Hydraulische systemen met weerstand. Weer zelfde cyclus van eigen beweging en gedwongen beweging. Korte kennismaking met andere mechanische en hydraulische systeemconfiguraties. Eerste-orde systemen als limietgeval van tweede-orde systemen. Mechanische systemen met twee graden van vrijheid, zonder demping. Opstellen van bewegingsvergelijkingen (massamatrix en stijfheidsmatrix). Bepalen van twee
eigentrillingen met eigenperiode. Gedwongen respons ten gevolge van harmonische belastingen. Trillingsisolatie.
Doelstelling
In het vak wordt de student ermee vertrouwd gemaakt dat mechanische en hydraulische systemen in de tijd een eigenbeweging kunnen uitvoeren met een bijbehorende eigenfrequentie en eigenperiode en/of gedwongen bewegingen als responsie op diverse typen belasting. Een belangrijk aspect is de grote overeenkomst in wiskundige formulering van de verschillende fysische systemen, ook bij gedwongen beweging. Alleen de tijdschaal is anders. Voorts wordt elke toekomstige civiel ingenieur zich ervan bewust dat (ook) civieltechnische systemen meer dan één vrijheidsgraad kunnen hebben en dus meer dan één trilvorm en meer dan één eigenperiode. Het leerdoel is het opstellen van de tweede-orde differentiaalvergelijking(en) voor een fysisch probleem, het oplossen van deze bewegingsvergelijking(en) en (vooral) het fysisch interpreteren van de berekeningsresultaten. Als de student dit beheerst kan hij/zij een aantal karakteristieke systemen en belastingstypen met bijbehorende responsie herkennen in de praktijk van de civiele techniek.
Studie fase • bachelor
Vakrelaties • CT2022 (gewenst) • CT2022 (gewenst) • CT2022 (gewenst) • CT2022 (gewenst)
is afhankelijk van CT1031 is afhankelijk van CT1051 is afhankelijk van CT1090 is afhankelijk van WI1316CT
Toetsing Toegestane middelen Op het tentamen wordt een blad uitgereikt met de belangrijkste formules die in de te toetsen stof een rol spelen. De student zelf neemt niets mee dan zijn rekenmachine. Toetsingsvorm Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Het bestaat uit open vragen
94 over afleidingen en toepassingen. De toetsen worden op de computer afgenomen.
Beoordeling
bonus Met de drie toetsen kan een bonus worden behaald. Afhankelijk van de resultaten wordt een half of een heel punt toegevoegd aan het resultaat van het schriftelijk tentamen. Berekening Het eindcijfer is de som van het cijfer voor het schriftelijk tentamen en de bonus die wordt ontvangen voor het resultaat van de toetsen.
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • "Dynamica van Systemen", J. Blaauwendraad Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Bundel met uitgewerkte opgaven en eerder gegeven tentamens Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: • Computerprogramma "Dycon" Verkrijgbaar bij website. dictaat/studieboek aanbevolen: • M. Alonso en E.J. Finn: "Fundamentele natuurkunde, 1 mechanica" • R.C. Hibbeler: "Engineering Mechanics, DYNAMICS" en "Engineering Mechanics, DYNAMICS Study Pack" Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
CT2031 Constructiemechanica 3 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Ir. J.W. Welleman Ir. C. Hartsuijker begeleider: student-assistenten contactpersoon voor studenten: Ir. J.W. Welleman student-assistenten spreekuur/afspraak: student-assistenten
Samenvatting
Algemene rekenmethoden voor statisch onbepaalde staafconstructies, zowel op basis van de krachtenmethode als de verplaatsingsmethode. Inleiding stabiliteit van het evenwicht.
Beschrijving
Statisch onbepaalde constructies: - Krachtenmethode: - Keuze van het statisch bepaalde hoofdsysteem - Statisch onbepaalde en vormveranderingsvoorwaarden - Toepassingen: - Stijfheidsverschillen in constructies - Steunpuntsverplaatsingen - Temperatuursinvloeden - Verplaatsingenmethode: - Introductie en demo MatrixFrame - Modelvorming m.b.v. staven en knopen, randvoorwaarden en belastingen - Systematiek van de methode uitgelegd a.h.v. vakwerken en eenvoudige, op buiging belaste constructies - Elementenbelastingen Stabiliteit van het evenwicht: - Inleidende begrippen, plaatsvastheid en vormvastheid - Stabiliteit v/h evenwicht - Systemen met 1 vrijheidsgraad (starre staaf) - Systemen met 2 vrijheidsgraden (als opstap naar de buigzame staaf) - De buigzame staaf - Euler, statisch bepaalde drukstaven (2e
95 orde D.V.) - Differentiaalvergelijking voor het algemene knikprobleem (4e orde D.V.) - Uitwerking van de D.V. tot basiskinkgevallen - Geschoorde en ongeschoorde staven - Verende inklemmingen - Initiële verplaatsing door scheefstand of belasting - Vergrotingsfactor, schijnbare stijfheid - Instabiliteit door niet-lineaire materiaalgedrag - Integrale aanpak van de volgende begrippen = - 1e orde verplaatsing - 1e orde bezwijklast - kniklast - 2e orde verplaatsing - bezwijklast door instabiliteit
Doelstelling Statisch onbepaalde constructies: Aan het einde van deze module is de student(e) in staat om statisch onbepaalde constructies te herkennen en hierin met behulp van de krachtenmethode de krachtsverdeling te bepalen. Daarnaast is hij/zij vertrouwd met de oplossingsstrategie van de verplaatsingsmethode en kan hij/zij deze toepassen op raamwerken en vakwerken. Met behulp van een oefening heeft de student laten zien hoe de resultaten van een computerberekening kritisch moeten worden geïnterpreteerd en hoe deze berekeningen met de hand kunnen worden gevalideerd. Stabiliteit van het evenwicht: Aan het einde van deze module is de student(e) is staat om de stabiliteit van het evenwicht van raamwerkstructuren met eenvoudige lastconfiguraties te onderzoeken. Daarbij is hij/zij vertrouwd met de invloed van tweede orde effecten en het effect van plastisch materiaalgedrag op de bezwijklast.
Cursus type • Computer Onderst. Zelfstudie • oefening • colstructie
Studie fase • bachelor
Vakrelaties
• CT2031 is afhankelijk van CT1031
(gewenst) • CT2031 is afhankelijk van CT1041 (gewenst)
Toetsing
Voorkennis Deelname aan het tentamen is voor studenten die voor de eerste keer deelnemen - voor zover dit direct aansluit op de blokperiode waarin het vak wordt gedoceerd - alleen toegestaan aan hen, die tenminste 40% van het aantal te behalen COZ-punten hebben gescoord. Voorts is deelname aan het tentamen alleen toegestaan aan studenten die de oefening hebben afgerond en deze binnen het overeengekomen tijdschema door de student-assistenten ter goedkeuring hebben laten paraferen. Toegestane middelen Een zakrekenmachine, grafische calculator is toegestaan Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • "Constructiemechanica 3, Statisch onbepaalde constructies". • "Constructiemechanica 3, Stabiliteit van het evenwicht". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
"Eindige-elementenmethode voor staafconstructies", J. Blaauwendraad, ISBN 90-395-1585-9 (inclusief CDROM: MatrixFrame).
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. • •
"Constructiemechanica 3: COZopgaven". "Constructiemechanica 3: MatrixOefening".
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
96
CT2051 Constructieleer 2 ECTS punten: 7 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 en 4 docent: Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Dr.ir. A.L.A. Fraaij Ir. A.M. Gresnigt Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen Prof.ir. L.A.G. Wagemans Prof.dr.ir. J.C. Walraven Ir. J.W. Welleman contactpersoon voor studenten: Ir. R. Abspoel kamer: 4.28 tel: 85358 Ir. W.J.M. Peperkamp kamer: 5.03 tel: 84576 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
College Constructieleer 2A: constructief ontwerpen Vormgeven, dimensioneren en detailleren van: De belangrijke basis constructie-eisen zoals: trek- en drukstaaf, kolommen en buigliggers in staal, beton, en hout, samengestelde liggers, vakwerkliggers. Allen zowel statisch bepaald als doorgaand. Krachtswerking en vormgeving van 2D constructie-elementen: Zoals spanten, portalen, bogen, hang- en tuiconstructies. Hier wordt verstaan onder: Vormgeven: Het op ontwerpniveau kiezen van het juiste materiaal, vorm en afgestemd op de beoogde functies en krachtsafdracht. Aanpassing van doorsnede en vormgeving langs staafas, aangepast aan de M- en Vlijn. Dimensioneren: Het op ontwerpniveau bepalen van de benodigde afmetingen van eenvoudige ontwerpberekeningen. Detailleren Het op ontwerpniveau aangeven van de gewenste aansluitingen, opleggingen, verbindingen, sparingen, enz. afgestemd op de beoogde wijze van krachtsafdracht. Colleges Constructieleer 2B (constructieve veiligheid)
Dit college is opgesplitst in twee delen, namelijk een deel staaf- en houtconstructies en een deel betonconstructies. De opzet van beide delen komt overeen. Middels rekenkundige toetsingsregels wordt de constructieve veiligheid van liggers en kolommen op stijfheid, sterkte en stabiliteit aangetoond. Tevens worden van verbindingen mogelijke configuraties behandeld en toetsingsmethoden behandeld. Onderwerpen Beton: Onderwerpen Staal: Onderwerpen Hout: Practicum(bestaande uit): 1. Oefeningen a. oefeningen behorend bij college Constructieleer 2A b. oefening Materiaalkunde :"Failure Mode Analyse";onderzoek naar de materiaalkeuze in relatie tot de degredatie van deze materialen c. oefeningen "staafwerkprogramma": in samenwerking met constructiemechanica worden hier een eenvoudige oefeningen gedaan in het werken met een staafwerk programma (Matrix). Deze oefeningen worden daar waar mogelijk geïntegreerd met die van a. 2. Een ontwerpopdracht Bij deze opdracht wordt de college- en oefeningenstof geïntegreerd toegepast in een eenvoudig ontwerp. Het ontwerp betreft een ruimtelijke constructie (brug/steiger) opgebouwd uit basiselementen. Aan het eind van de middagenserie bij 2A dient met behulp van de dan geoefende constructie elementen een kleine draagconstructie ontworpen te worden. Deze draagconstructie dient daarna in de volgende onderwijsperiode nader gedetailleerd en aan de constructieve veiligehid getoetst te worden als aangeleerd bij 2B. Het ontwerp dient tenslotte volgens de "ACL-richtlijnen" te worden gerapporteerd met berekeningen en tekeningen.
Cursus type • college • practicum
Studie fase • bachelor
Toetsing
Voorkennis
97 De oefenmiddagen behorend bij Constructieleer 2A moeten gevolgd zijn. De daar gemaakte oefeningen en het voorontwerp van de ontwerpopdracht dienen voldoende te zijn beoordeeld. Het eind werkstuk van de ontwerpopdracht moet worden ingeleverd alvorens aan het schriftelijk deeltentamen Constructieleer 2B mag worden deelgenomen. N.B. Het resultaat voor de ontwerpopdracht (>=5,0) is geldig tot en met het cursusjaar volgend op het jaar waarin het resultaat behaald is. Bij een onvoldoende voor de ontwerpopdracht (<5,0) dient een nieuwe opdracht te worden uitgewerkt. Toegestane middelen Constructieleer 2A: Informatiemap ACL, tekenmateriaal Constructieleer 2B: niets Toetsingsvorm Collegestof: schriftelijk/deels Etude Oefenstof 2A: voldoende/onvoldoende
Beoordeling
Berekening 40% Deeltentamen Constructieleer 2A 40% Deeltentamen Constructieleer 2B 20% ontwerpopdracht Voor alle onderdelen dient minimaal een 5,0 te zijn behaald
Materialen studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Constructieleer 2A Basis Constructieleer (boek) Oefenbundel Constructieleer 2B (staal) Constructieleer 2B (beton) Overspannend Staal Basisboek (boek) Overspannend Staal Construeren (boek) Construtieleer 2A: Het Tekenmateriaal van Technisch Tekenen Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: • Tijdschrift Bouwen met Staal Verkrijgbaar bij de vereniging Bouwen met Staal. • Tijdschrift Cement. • Constructieleer 2B:
Overspannend Staal Profielen boek Overspannend Staal Voorbeelden. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
98
CT2061 Integraal Ontwerpen in de CT; ontwerpproject 2 ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder Ir. M.W. Ertsen Ir. ing. J.P. Noppen gastdocenten contactpersoon voor studenten: Ir. M.W. Ertsen Ir. ing. J.P. Noppen
Samenvatting TOELATINGSEISEN Aan het ontwerpproject 2, CT2060, mag pas worden deelgenomen als de student het ontwerpproject 1, CT1060, met een resultaat >= 6 heeft afgerond. AANBEVOLEN VOORKENNIS: CT1102 Inleiding ruimtelijke ordening, bestuurskunde en recht CC1210 Organisatie van het bouwen CT2071 Ruimtelijke en vervoersplanning Groepen van ca. 10 studenten werken in stappen aan een ontwerpproject die de gehele levenscyclus van een project doorloopt. Het totale ontwerpproject strekt zich uit over 9 kalenderweken. Daarbij wordt ondersteuning gegeven in de vorm van kennis, methodieken en trainingen.
Stap 1 (1 week): Initiatief
Deze (eerste) fase van het project houdt zich bezig met het bepalen van het doel van het systeem met de nadruk op de aspecten omgeving, functionaliteit en onderhoud. De groep onderzoekt wat de ontwerpopdracht inhoudt: wie is de opdrachtgever, wie zijn de geldschieters, enz. Men zoekt naar referentieprojecten en motiveert het waarom van de keuzes. Met welke specifieke partijen krijgt men gedurende de totale levenscyclus van het project wellicht te maken, wat is ieders belang en wat voor middelen zou een ieder kunnen gebruiken om zijn of haar belang (of invloed) te vermeerderen. De groep inventariseert mogelijke, ongewenste gebeurtenissen (risico's) op technisch, financieel enz. terrein
gedurende de totale levenscyclus. onderzocht wordt op welke wijze waarde is toe te voegen aan het project die niet direct in geld is uit te drukken maar het plan wel meer acceptabel maakt.
Stap 2 (2 weken): Haalbaarheid
Deze fase behelst met name het bepalen van de functies binnen het systeem en het doel van de componenten met nog steeds de nadruk op de aspecten omgeving, functionaliteit en onderhoud. De groep definieert het systeem en stelt de functies (=doel van de componenten) vast binnen dat systeem. Ze bepaalt kosten en opbrengsten van het project met al haar componenten, en bepaalt met de NCW methode benodigde subsidies. De groep maakt vervolgens een overzicht van aannames, uitgangspunten en voorwaarden voor hun project. De noodzakelijke bouwactiviteiten worden geordend en een grof realisatieplan (balkenschema) wordt getekend. Een overzicht van nog te veramelen gegevens wordt gegeven en toegelicht met gewenste, specialistische onderzoeken (formuleren en motiveren). Het resultaat van de initiatief- en haalbaarheidsfase wordt vastgelegd in een groepsrapport en besproken met de begeleider.
Stap 3: (1 week): Voorontwerp
Binnen deze fase worden door de groep de systeemvorm, de functies van de diverse componenten en het doel van de diverse elementen bepaald. De nadruk verschuift hierbij van de aspecten omgeving, functionaliteit en onderhoud naar de techniek en uitvoering. De groep stelt vast wat moet worden bewerkstelligd met welke componenten en leidt hieruit af het doel van de noodzakelijke elementen. Ze geeft aan waar de componenten worden gelokaliseerd, met hun globale afmetingen. De groep maakt een vergelijking van verschillende indelingen en kiest een uiteindelijke vorm van het totale systeem op grond van de functionele indeling, de ruimtelijke inpassing, de oppervlakten en het waterhuishouding systeem. Ze maakt plattegronden van het gehele systeem, incl. ontsluiting. De daarvoor in aanmerking komende bouwelementen worden geselecteerd en enkele mogelijkheden voor bijbehorende draagconstructies worden geschetst.
Stap 4 (2 weken): ontwerp
99 Per subgroep wordt naar keuze één van de componenten ter uitwerking vastgesteld. Doel is het bepalen van de vorm van de gekozen component en de functies van de diverse elementen. De nadruk ligt nu grotendeels op de aspecten techniek en uitvoering. Eventuele detailgegevens worden versterkt. Per subgroep wordt voor de gekozen component een PvE opgesteld. Vervolgens wordt een definitief ontwerp gemaakt, rekening houdend met de kosten (waar niet gekwantificeerd kan worden dient een kwalitatieve vergelijking te worden gemaakt). Aspecten zoals duurzaamheid van het ontwerp, de belevingswaarde, de veiligheid, capaciteit en uitvoering, moeten voldoende aandacht krijgen. Schetsmatige ontwerptekeningen worden gemaakt; principedetails gegeven naast globale dimensionering van de component. Doorsneden, plattegrond, uitvoeringsplan moeten worden aangegeven in hoofdlijnen, zodat duidelijk wordt hoe één en ander functioneert en gebouwd wordt. Een beeld van de bouwvolgorde voor die component wordt geschetst. De groep bundelt al de resultaten in een plenair overleg met de begeleider en stelt één en ander bij. Het resultaat wordt vastgelegd in een deelrapport.
Stap 5 (1 week) : Detaillering
Per subgroep wordt voor het gekozen element op basis van constructieve, vloeistofmechanische of grondmechanische berekeningen/aannames/rekenregels een uitgewerkt ontwerp gemaakt (structuren, dimensionering en materiaalkeuzes) van het gekozen element. De nadruk ligt nu vrijwel volledig op de aspecten techniek en uitvoering. Peilen en afmetingen volgen uit stabiliteit sterkte en vormverandering. Een staat van hoeveelheden van de gekozen elementen binnen de beschouwde component wordt gegeven en een uitvoeringsbegroting gemaakt. Met behulp van schetsen, doorsneden en dergelijke met hoofdafmetingen, peilen, details, aansluitingen, enz. wordt het resultaat besproken met de begeleider.
stap 6 (2 weken): Integratie en terugkoppeling
De resultaten van de subgroepen worden door de groep gecombineerd tot één product dat leidt tot het uiteindelijke ontwerp. onderzocht wordt waar de
componenten aanpassingen behoeven. Deelontwerpen worden eventueel aangepast. Tenslotte wordt met de begeleider een groepsevaluatie gemaakt van alle werkzaamheden tot nu toe op basis van risico's, kosten en tijd (planning) en de veranderingen gemotiveerd. Hierbij wordt teruggekeken naar de resultaten van de voorgaande stappen. Een onderbouwing en motivatie wordt gegeven van de geconstateerde veranderingen gedurende het ontwerpproces en opgenomen in de eindrapportage. De groep rondt af met een eindrapportage op A4-formaat in rapportvorm met inhoudsopgave, samenvattiing, conclusies en aanbevelingen, lijst van figuren, tabellen en referenties.
Studie fase • bachelor
Toetsing
Voorkennis Aanwezig geweest zijn bij instructies Toetsingsvorm
Materialen
studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat: "Inleiding Integraal ontwerpen". • Referentiestandaard Tekenen. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
100
CT2071 Ruimtelijke en vervoersplanning ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 docent: Prof.ir. F.M. Sanders Prof.dr.ir. P.H.L. Bovy contactpersoon voor studenten: Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 2.09 tel: 81780 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting - Inleiding vakoverzicht; relaties met andere vakken; het vak in relatie tot de beroepspraktijk; verkeerskundige/vervoersplanoloog. - Begrippen en definities: verkeer; vervoer; logistiek; allocatie; bereikbaarheid; mobiliteit; etc. NB: aan de hand van voorbeelden, casus, etc. - basisbeginselen: Menselijke activiteiten (aard, tijd, plaats); vestiging (allocatie van wonen, werken, voorzieningen); verplaatsingen (personen, goederen/stoffen, energie, informatie); infrastructurele netwerken; vervoerssystemen. - historisch overzicht van grondgebruik, infrastructuur en vervoer: Verstedelijking; wegen en vaarwegen; spoorwegen; metro, bus, shuttles; wisselwerking grondgebruik, infrastructuur en vervoerssystemen. - Ruimtelijke vervoerssystemen; vraag/aanbod: Personen (tijd, richting, motief, modaliteit, instelling, etc); verklarende grootheden die vraag bepalen (economie, demografie, maatschappelijke ontwikkelingen, etc.); goederen (idem.); aanbod ontwikkeling; wisselwerking vraag/aanbod; economische mechanismen (consumenten surplus). - Verplaatsingen: Motief (afstand, tijdstip, reistijd, modaliteit, etc.); ritproductie van herkomstgebieden; ritattractie van bestemmingsverkeer; ritdistributie; herkomsten/bestemmingen; vervoerswijze keuze; route keuze; verkeersmodellering. -Opbouw van infrastructurele netwerken:
Knopen (verbindingen, aansluitingen, etc); graph-theory; users/builders optimum; ontwerpprincipes; hiërarchie van netwerken; capaciteit van verbindingen en knopen; samengestelde/integrale netwerken. - Netwerkanalyse: Kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken van netwerken; reistijden, reisafstanden, capaciteit; concurrentieverhoudingen tussen knopen; onderlinge vergelijking van netwerkconfiguratie; toepassing van netwerkanalyse. - Bereikbaarheid: begripsomschrijving; definities; economisch en maatschappelijk belang van bereikbaarheid; maatvoering/kwantificering van bereikbaarheid; Plaatswaarde/vervoerswaarde van knopen; toelichting met behulp van cases. - Ruimtelijke planning, allocatie en vestigingsgedrag: geschiktheidscriteria en grondgebruik; ruimtelijkeplanning; locatiekeuze investeerders, bedrijven en instellingen; vestigingsgedrag individuen; locatie/allocatie-modellering; discrete choice-modellering; distributieplanologie. - Beoordeling van veranderingen in grondgebruik, infrastructurele netwerken en vervoersdiensten: Systeembegrenzing; criteria; effecten (ruimtelijk, vervoerskundig, milieutechnisch, economisch); kwantificering; voorbeelden/cases. - Benutten en verbeteren van infrastructurele netwerken en vervoerssystemen: Capaciteitsplanning; bottlenecks; verkeersmanagement; reallocatie van functies; ketenmobiliteit; etc; voorbeelden en cases. - Planningscyclus: Probleemanalyse/beleidsanalyse; infrastructurele/verkeerskundige maatregelen; plan- en projectontwikkeling; effectanalyse/projectevaluatie; besluitvorming/implementatie.
Cursus type • college • werkcollege
Studie fase • bachelor
101
Toetsing
Toetsingsvorm
Beoordeling
Berekening Cijfer schriftelijk tentamen
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT2081 Inl. Computeronderst. modelleren en programmeren voor Civ. Ingenieurs ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 en 3 docent: Ir. E. Dado Ir. H. Boere begeleider: Ir. H. Boere Ir. E. Dado student-assistenten contactpersoon voor studenten: Ir. E. Dado kamer: 3.25 tel: 84330 spreekuur/afspraak: Ir. E. Dado kamer: 3.25 tel: 84330
Samenvatting Inleiding tot het gebruik van computers in de verschillende CT domeinen. Computer systemen, computer modellen en toepassingen. Inleiding modelleer- en programmeermethoden voor de ontwikkeling van civieltechnische programmatuur. Aandacht wordt gegeven aan een systematische aanpak en objectgeoriënteerde modelleermethoden/programmeertalen. Praktijkgerichte oefeningen.
Beschrijving
Het vak ‘inleiding computerondersteund modelleren voor civiel ingenieurs’ is bedoeld om studenten kennis te laten maken met het gebruik van ICT bij het oplossen van civieltechnische problemen. Van belang is het bijbrengen van kennis omtrent de mogelijke toepassingen van ICT in de verschillende CT domeinen. Bovendien is het van belang dat studenten problemen in een CT domein kunnen vertalen in een computermodel en deze kunnen implementeren met behulp van een programmeertaal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ‘state-of-the-art’ modelleertechnieken en objectgeoriënteerde programmeertalen. Lesstof: - ICT in de verschillende CT domeinen; - Systemen en systeemtheorie; - De rol van modellen voor het beschrijven
102 van systemen; - Software-ontwikkeling methodologie; - Modelleermethoden en programmeertalen; - Object-georiënteerd modeleren en programmeren. Geleide practica: - Inleidende programmeeroefeningen; - GUI ontwerp; - UML-klasse diagrammen; - Code generation en reverse engineering. Zelfstandig practicum: Zelfstandige oefening waarbij de student met datgene wat is behandeld in de colleges en tijdens de geleide practica, zelfstandig een civieltechnisch probleem vertaalt naar een computermodel en implementeert.
Doelstelling - Kennis en inzicht verkrijgen in de rol van ICT in de verschillende CT domeinen. - Het kunnen vertalen van een civieltechnische probleem in een model dat door de computer kan worden omgezet in basis code. - Beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig een computermodel te maken en deze te implementeren. - Vaardigheid verkrijgen in het gebruik van een object-georiënteerde programmeertaal. - Vaardigheid verkrijgen in het mondeling en schriftelijk rapporteren.
Studie fase • propedeuse • bachelor
Toetsing Voorkennis - Deelname aan de geleide practica (voldoende ingevuld en ingeleverd antwoordformulier). - Ingeleverd en goedgekeurd verslag van het zelfstandige practicum. - De resultaten van de geleide practica en het zelfstandige practicum blijven 1 jaar geldig. Indien men niet binnen 1 jaar het tentamen heeft afgerond, vervallen deze resultaten en dienen derhalve opnieuw gedaan te worden. Toegestane middelen Niets Toetsingsvorm
Schriftelijk tentamen
Beoordeling bonus Bonussen te behalen bij een aantal van de oefeningen in de geleide practica. Berekening Het cijfer wordt bepaald aan de hand van het cijfer voor schriftelijke tentamen en het zelfstandige practicum (eventueel verhoogd met een bonus).
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Inleiding computerondersteunend modelleren voor civiel ingenieurs. • Handleiding Java. • Handleiding UML. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • 1 stuks 3,5 inch floppy disk dictaat/studieboek aanbevolen: • Zie literatuurlijst in het collegedictaat. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
103
CT2090 Grondmechanica ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 en 2 docent: Prof.dr.ir. F. Molenkamp begeleider: Ir. J.P. Oostveen contactpersoon voor studenten: Ir. J.P. Oostveen spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
Practicum: sondering, samendrukkingsproef, doorlatendheidproef, triaxiaalproef.
Doelstelling
Basiskennis en basisprincipes van de Grondmechanica.
Cursus type • college • practicum
Studie fase • propedeuse • bachelor
Classificatie, eigenschappen en parameters, doorlatendheid, stijfheid, sterkte. Spanningen en vervormingen. Stabiliteit en draagvermogen.
Toetsing
Beschrijving
Beoordeling
Colleges: Inleiding. Classificatie. Korrels, water, lucht. Spanningen in de grond. Spanningen in een gelaagde grond. Wet van Darcy. Doorlatendheid. Grondwaterstromingen. Vierkantennet. Bronbemaling. Spannings-rek-relaties. Tangent-moduli. Eendimensionale samendrukking. Consolidatie. Analytische oplossing. Numerieke oplossing. Bepaling consolidatieparameters. Seculair effect. Schuifsterkte. Triaxiaalproef. Schuifproef. Celproef. Waterspanningen. Ongedraineerde proeven. Spanningspaden. Elastische berekeningen. Boussinesq. De zon van Newmark. Flamant. Zettingsberekeningen. Horizontale gronddruk. Rankine. Coulomb. Tabellen voor horizontale gronddruk. Damwanden. Blum. Grenstoestanden in klei en in zand. Strokenfundering. Prandtl. Grenstheorema's. Brinch Hansen. Verticale ingraving. Oneindig talud. Glijvlakberekening. Terreinonderzoek. Modelonderzoek. Paalfundering. Oefeningen: consolidatieberekeningen, damwandberekeningen, zettingsberekeningen, glijvlakberekeningen.
Toetsingsvorm 7 computertoetsen, cijfer: Schriftelijk tentamen, cijfer: Berekening Eindcijfer = (T+2*X)/3
T X
104
CT2100 Vloeistofmechanica ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 en 2 docent: Prof.dr.ir. G.S. Stelling begeleider: Ir. C. Verspuy contactpersoon voor studenten: Ir. C. Verspuy
Samenvatting
Vloeistofeigenschappen; gelijkvormigheid; dimensieloze kentallen Hydrostatica Kinematica; snelheidsveld; volumestroom; meevoering; lokale en convectieve afgeleide; versnelling; volumebalans Vergelijkingen van Euler langs de normaal, binormaal en stroomlijn (Bernoulli); toepassingen Energieoverdracht in vloeistofstroming; energiebalans voor een stroombuis; toepassingen op snel veranderende stromen in gesloten en in open leidingen (profielveranderingen in pijpleidingen; hevels; pompen en turbines; overlaten en schuiven) Impulsoverdracht in vloeistofstroming; impulsbalans voor een stroombuis; toepassing op snel veranderende stromen in gesloten leidingen (zie voorgaand punt) Stroming rond starre lichamen; invloed viscositeit; grenslaagvorming en loslating; zog; stromingsweerstand; valsnelheid Stroming in pijpleidingen; lokale verliezen; wandverliezen in laminaire en turbulente stroom; relatie tussen debiet en verval Stroming in open waterlopen; kritische stroming; overlaten met gestuwde afvoer en met vrije afvoer; watersprong; weerstandformules voor eenparige stroming; geleidelijk variërende stroming met bijbehorende stuwkrommen.
Cursus type • college • practicum • toets
Studie fase • bachelor
Toetsing
Voorkennis Practicum moet zijn gedaan en het verslag daarvan ingeleverd Toegestane middelen Zakrekenmachine Toetsingsvorm 5 COO-toetsen (niet verplicht) schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Eindcijfer wordt bepaald voor 2/3 uit tentamencijfer en voor 1/3 uit COOtoetsen onder de volgende voorwaarden: - Tentamen aansluitend aan de onderwijsperiode - Tentamencijfer ten minste een 4,5 - Toetscijfer hoger dan het tentamencijfer. In alle andere gevallen is het eindcijfer gelijk aan het tentamencijfer
Materialen
studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat vloeistofmechanica en vraagstukkenbundel vloeistofmechanica. • Handleiding practicum vloeistofmechanica. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
105
CT2121 Experiment ECTS punten: 2 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1, 2 docent: Dr.ir. A.L.A. Fraaij begeleider: docenten uit alle secties contactpersoon voor studenten: Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974 student-assistenten
Samenvatting
In het experiment zal de student: a. Kennis maken met diverse meetinstrumenten. Er wordt in het laboratorium geoefend met deze meetinstrumenten en er wordt ingegaan op foutvoortplanting in de diverse stadia van meten en op spreiding in meetresultaten. b. Leren hoe een betonmengsel te berekenen en hoe beton te maken, verwerken en beproeven (destructief en niet-destructief). c. De opgedane kennis toepassen op een mechanica probleem, op diverse balken van de verschillende bouwmaterialen waarbij het belasting doorbuiging gedrag wordt onderzocht en op 2 bitumensoorten.
Beschrijving In het experiment wordt de student de theorie van foutenvoortplanting en spreiding in meetresultaten aangereikt. De student maakt kennis met diverse instrumenten zoals: duimstok, schuifmaat, schroefmicrometer, rekstroken en PEEKELkast, digitale voltmeters, balansen, kwikthermometers, digitale temperatuurtasters, thermokoppels, meetklokjes, LVDT's, Schmidthammer, geluidspuls apparatuur en houtvochtigheidsmeter. Ook maakt de student kennis met materiaal specifieke meetapparatuur zoals apparatuur om de penetratie index van bitumen te bepalen, de zetmaat volgens Abrams bij beton, de spreidmaat en de verdichtingsmaat en de 8-liter ketel om het vochtgehalte van verse beton te bepalen, de kerfslagapparatuur, hardheidsmeting volgens Vickers en Rockwell bij staal. Deze meetinstrumenten worden toegepast bij een aantal proeven
zoals: de bepaling van de momentenlijn bij een buigproef, de bepaling van de Emodulus van een aluminiumlegering, de bepaling van de kruip van hout. het belasting doorbuiging gedrag van hout, beton en staal, en de volumieke massa van een metaal legering. De student zal op invulformulieren laten zien dat hij inzicht heeft in de fouten voortplanting in de diverse stadia van metalen. Een aantal instrumenten moet gecalibreerd worden en de student zal een uitspraak moeten doen over de uiteindelijke meetfout bij de bepaling van de E-modulus. In een ander experiment leert de student een betonmengsel te berekenen, te maken en te beproeven op een niet-destructieve wijze. De student maakt tevens twee balken van beton (één ongewapend en één met wapeningsstaal). In het experiment van de sectie ConstructieMechanica past de student zijn kennis toe op een mechanica proefopzet waarbij met rekstroken aan een stalen frame metingen worden verricht. In totaal zijn er 8 experimenten verdeeld over 6 practicumdagen. Verder is er in week 1 nog een introductiecollege en een ingangstoets.
Doelstelling
De student moet na afloop van het experiment: - Voor een nieuw uit te voeren experiment in staat zijn de foutenvoortplanting uit te werken en om kunnen gaan met het begrip spreiding in meetresultaten. - Zelfstandig een betonmengsel kunnen uitrekenen. - Zelfstandig op een niet-destructieve en destructieve wijze de sterkte van beton kunnen bepalen. - Met behulp van rekstroken metingen kunnen doen aan modellen van constructies. - Zelfstandig de PI van bitumen kunnen bepalen. - Inzicht hebben in het belasting doorbuiging gedrag van staal, hout, gewapend en ongewapend beton - Kunnen omgaan met diverse meetinstrumenten.
Cursus type • college • oefening
Studie fase
106 • propedeuse • bachelor
Toetsing Voorkennis Experiment mag gedaan worden na voldoende resultaat ingangstoets. Toetsingsvorm
Beoordeling Berekening Gemiddelde becijfering invulbladen bij elk experiment; het experiment van de sectie ConstructieMechanica telt voor 1/4 deel mee in het eindcijfer
Materialen
studiehandleiding: • Hoofdstuk 1 van de Handleiding Experiment dictaat/studieboek verplicht: • Handleiding Experiment Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT2122 Duurzame Bouwmaterialen en Experiment ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks Dr.ir. A.L.A. Fraaij begeleider: Dr.ir. A.L.A. Fraaij student-assistenten contactpersoon voor studenten: Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting Dit vak is naast "Duurzame ontwikkeling" een basisvak Materiaalkunde. Behandeld worden de eigenschappen, gedrag en bruikbaarheid van materialen en er wordt verder ingegaan op het begrip duurzame bouwmaterialen. Aan de orde komt het Bouwstoffenbesluit, immobilisatie, milieuwetgeving, energieprestatie en enige bouwfysische aspecten. Het deel Experiment (deel E) omvat 1 sp waar in het laboratorium ervaring wordt opgedaan met diverse meetinstrumenten. Centraal staat tevens de fouten voortplanting in de diverse stadia van de metingen. onderdelen van het experiment zijn: berekenen en vervaardigen betonmengels werken met diverse meetinstrumenten het gedrag van balken en samengestelde balken het bepalen van het s -e diagram van warm- en koud gewalst staal.
Beschrijving 1. Uitleg over eigenschappen, gedrag en bruikbaarheid van materialen (14 collegeuren, docent Fraaij/Bijen) • Beton (uitleg: wat is/zijn cement, hulpstoffen, vulstoffen, toeslagmateriaal, rol van water, verwerkbaarheid, verdichting, nabehandeling, hydratatie, microstructuur cementsteen, vervorming in vers beton, verhard beton, plastische krimp, autogene krimp, droogkrimp, stijfheid, sterkte,
107
•
•
•
•
• • • •
•
• •
kruip, gedrag bij brand) Staal (atomair/kristallijn niveau, ferriet, cementiet, perliet, austeniet, glijvlakken, dislocaties, Cottrelwolken, ijzer-koolstofdiagram, hardheid, Emodulus en uitzettingscoëfficiënt, spanning rek diagram bij warmgewalst en koud gewalst staal, vloeigrens, elastische en plastische vervorming, insnoering, verstevigingsgebied, 0,2% rekgrens, kruip, relaxatie, gedrag bij brand, inleiding lassen aan de hand van ijzer koolstofdiagram en heat affected zone, beknopte uitleg staalsoorten, beknopte uitleg roestvast staalsoorten, vermoeiing, verschil taaie en brosse breuk) Aluminium (diverse legeringen, codering legeringen, atomair/kristallijn niveau, E-modulus en uitzettingcoëfficiënt, spanningrekdiagrammen, invloed vervaardigingswijze, hardheid, vermoeiing) Hout (ondersheid naald- en loofhout, opbouw naald- en loofhout, celstructuur, cellulose, hemicellulose en lignine, orthotropie, vocht in celwand en in celholten, vochttransport, kernhout, spinthout, jaarringen, richtingafhankelijkheid van de diverse eigenschappen, stijfheid, sterkte, krimp en zwelling, imbibitiemaximum, kruip, invloed vochtgehalte) Metselwerk (stenen en elementen zoals baksteen, kalkzandsteen, cellenbeton, betonstenen, bindmiddelen, hulpstoffen, metselzand en lijmen) Gips Glas en keramische materialen (diverse eigenschappen, opbouw, samenstelling) Bodemmaterialen (zand, grind, klei en natuursteen) Asfalt (bitumina, mineraal aggregaat, vulstoffen, productie, invloed temperatuur, tijd, belastingsnelheid op vervorming) Kunststoffen en rubbers, coatings, verf en lijmen (uitleg opbouw thermoplasten, thermoharders, elastomeren schuimen, eigenschappen, gedrag bij brand) Dak- en isolatiematerialen Natuurlijke materialen
• Materialen in de waterbouw Oefeningen: • Gedurende 3 college uren wordt groepsgewijs aan de hand van cases de collegestof uitgewerkt. De cases zijn verplicht en gelden als een tentamencijfer. • Gedurende 40 uur wordt het Experiment gedaan: Materiaalkunde lab (betonoefening, bepaling Emodulus, lineaire uitzettingscoëfficiënt, volumieke massa en porositeit), Wegbouwkunde lab (bitumenproef), Mechanica lab (raamwerkproef met rekstoffen), diverse laboratoria van de secties (B-proef) 2. Wat zijn duurzame bouwmaterialen? • • • • • • • • • • • • • • •
(6 college uren, docent Hendriks)
Historie van het gebruik van materialen Uitleg over eigenschapen van materialen in relatie tot toepassing in constructies Uitleg over veel gehanteerde begrippen Hoofdlijnen van de milieuwetgeving Voorspelen van de levensduur van materialen Uitleg voor modellen om de mileuvriendelijkheid van materialen vast te stellen Beschermen van bodem en water bij het gebruik van materialen Basisprincipes van het bouwstoffenbesluit Bodemverontreiniging Uitleg over bodembeschermende voorzieningen Wat is immobilisatie? Afgifte van straling uit materialen Welke invloeden hebben materialen op het binnenklimaat in woningen en gebouwen Energieprestatie van materialen en gebouwen Invloed van materialen bij damp-, vocht-, warmte- en geluidsisolatie
3. Onderdeel Experiment • Betonoefening in het laboratorium berekenen betonmengsel (met de hand en met een software programma). Het vervaardigen van het mengsel en het controleren van verwerkbaarheid, luchtgehalte en wcf. Het op niet-destructieve wijze controleren van luchtgehalte, E-
108 modulus en de sterkte. Het op destructieve wijze controleren van de sterkte. Het onderzoeken van wapening het buiggedrag van een balk beïnvloedt. • Het onderzoeken hoe tijdens de bepaling van de E-modulus van een balk belast op buiging • Het bepalen van de PI van een bitumen in het laboratorium (proef verzorgd door sectie Wegbouwkunde) • De mechanica proef van een raamwerk met rekstoffen • De B-proef bij de diverse sectie NB: Er volgt hier nog een apart vakoverzicht van.
Doelstelling
De student zal na de cursus in staat moeten zijn te vertellen hoe een aantal belangrijk civieltechnische bouwmaterialen zijn opgebouwd, hoe ze te bewerken c.q. te verwerken zijn, wat hun belangrijkste eigenschappen zijn (inclusief de afhankelijkheid van de opbouw, be- en verwerking). De student zal aan de hand van de basisprincipes van het Bouwstoffenbesluit en zijn kennis van de hoofdlijnen van de milieuwetgeving en LCA's, berekeningen moeten kunnen maken t.a.v. de bruikbaarheid/geschiktheid van diverse bouwmaterialen.
Cursus type • college • case study
Studie fase • propedeuse • bachelor
Vakrelaties
• CT2122 is afhankelijk van CT1121 (gewenst)
Toetsing Voorkennis Cases gedaan Toegestane middelen Aantekeningen Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling
bonus Bij goede uitvoering cases Berekening (2 x deel M + 1 x deel E)/3
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Studieboek Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Handouts Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
109
CT2320 Inleiding Waterbouwkunde ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.drs.ir. J.K. Vrijling Prof.dr.ir. M.J.F. Stive Ir. K.G. Bezuyen Ir. T.J. Zitman begeleider: student-assistenten spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
Inleiding over plaats en doel van de waterbouwkunde. Het ontwerp en beoordeling van waterbouwkundige werken. Toepassing van vloeistofmechanica, hydrologie en grondmechanica. Transport van water via open en gesloten systemen; functioneel ontwerp van kustwerken t.b.v. regulering afvoer en waterstand. Stabiliteit van bodem- en oeververdedigingen. Transport over water en werken t.b.v. de scheepvaart. Bescherming tegen water langs zee en rivier, ontwerp van dijken.
Beschrijving 1) Het ontwerp en beoordeling van waterbouwkundige werken: - Inleiding over plaats en doel van de waterbouwkunde - Ontwerpen als proces met vooronderzoek en opstellen van programma van eisen en randvoorwaarden - Generen van basisideeën en alternatieven. Afwegen alternatieven o.a. met behulp van probabilistische technieken en economische analyses 2) Toepassing van hydrologie, vloeistofmechanica en grondmechanica: - Hydrologische aspecten: geïdealiseerde rivier, afvoerverloop, Q-h kromme, afvoerduurlijn - Vloeistofmechanica: continuïteit, Bernoulli en impulsbalans; Shieldsdiagram, sedimenttransport, erosie en aanzanding; hoogwaterstanden: astronomische getijden en windopzet, kans van optreden;
golven op diep en ondiep water, orbitaalbeweging, shoaling, refractie en diffractie. Golfvoorspelling en overschrijdingskans significante golfhoogte - Grondmechanische aspecten: zetting, afschuiving, opbarsten en zettingsvloeiing. 3a) Transport van water via open en gesloten systemen: - ontwerp open kanalen: verband tussen debiet, bodemverhang en wandruwheid en hydraulische straal - ontwerp gesloten leidingen: verband tussen verval, stroomsnelheid, wrijvingsverliezen en vertragingsverliezen; leidingskarakteristiek - Principe centrifugaalpomp, pompkarakteristiek gecombineerd met leidingkarakteristiek - Waterslag en leidingbreuk 3b) Functioneel ontwerp kunstwerken t.b.v. transport van water en regulering; stabiliteitscriteria - Regulering rivierbed: bandeling, baggeren, oever- en geulfixatie, bochtafsnijding - Regulering waterafvoer: reservoirs voor irrigatie, waterkrachtproductie en hoogwaterbestrijding - Regulering waterstanden: vaste en beweegbare stuwen - Vormgeving dammen en stuwen, stabiliteitscriteria onderbouw stuwen voor afschuiven, kantelen en piping - Afvoerformules overlaat en onderafvoer schuiven 4) Transport over water en werken t.b.v. de scheepvaart - Scheepvaart als onderdeel van het logistieke proces - Hydrodynamische aspecten van het varen: grenssnelheid, retourstroom, spiegeldaling, scheepsgolven en manoeuvreren - Typen en afmetingen zeevaart en binnenvaart (CEMT-klassen) - Ontwerp scheepvaartkanalen - Los- en laadinrichtingen - Principes constructies t.b.v. onverwinnen verval: schutsluis, pente d'eau, scheepslift en hellend vlak; bepaling keuze; onderdelen schutsluis 5) Kusten en estuaria, dijken en oeverbescherming - Kusten: gesloten zandige kust, langs- en dwarstransport, effecten van duinen, golfbrekers, strandhoofden en strandmuren
110 - Estuaria: komberging en -lediging al of niet in combinatie met rivierafvoer, inleiding zout/zoet - Dijken: algemene beschrijving, stabiliteit taluds, grondwaterstroming en kruinhoogtebepaling - Oeverbescherming: golfaanval op bestorting (Hudson) en gezette steen, stroomaanval op talud, afdichting ondergrond: filters en bodembescherming
basiswetenschappen - de ontwerpmethodologie van waterbouwkundige werken, waaronder de principes van het probabilistisch ontwerpen
Doelstelling
• propedeuse • bachelor
De leerdoelen zijn er op gericht om inzicht te krijgen in de wijze waarop waterbouwkundige werken geschematiseerd kunnen worden om ze toegankelijk te maken voor simpele berekeningen die hun oorsprong vinden in de theoretische beschouwingen in de mechanica, vloeistofmechanica, grondmechanica en hydrologie. De student moet in staat zijn om: - de formules voor uniforme stroming toe te passen bij gegeven ruwheidsparameters - het debiet te bepalen in een gesloten leiding bij gegeven verval en leidingconfiguratie met behulp van ontwerpdiagrammen - het min. dwarsprofiel en het tracé van een scheepvaartkanaal te bepalen bij gegeven scheepsafmetingen en vaarsituatie - de spiegeldaling, retoursnelheid en de grenssnelheid te bepalen bij gegeven afmetingen van schop en kanaal - de significantie golfhoogte en -periode te voorspellen bij gegeven windsnelheid, windbaan en windduur alsmede waterdiepte - de golfoploop (z-2%) op een talud te bepalen bij gegeven golfhoogte en periode - de windopzet in zeeën, meren en kanalen te bepalen bij gegeven windsnelheid, windduur en waterdiepte afhankelijk van de geometrie van het watergebied - de kruinhoogte van een dijk te bepalen onder gegeven randvoorwaarden - de stabiliteit t.a.v. draagkracht, afschuiving en piping te beoordelen van een gegeven onderbouw van een waterkering en randvoorwaarden voor waterstanden en grondeigenschappen. Daarnaast heeft de student inzicht gekregen in: - de plaats van de waterbouwkunde in de civiele techniek en de relatie met de
Cursus type • college • oefening
Studie fase
Vakrelaties • CT2320 is afhankelijk (relatie volgens OER) • CT2320 is afhankelijk (gewenst) • CT2320 is afhankelijk (relatie volgens OER) • CT2320 is afhankelijk (gewenst) • CT2320 is afhankelijk (relatie volgens OER) • CT2320 is afhankelijk (relatie volgens OER) • CT2320 is afhankelijk (gewenst)
van CT1021 van CT1051 van CT1090 van CT2051 van CT2090 van CT2100 van CT2121
Toetsing Toegestane middelen 2x A4 met eigen aantekeningen, een boekje met ontwerpgrafieken, zakrekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, waarbij een aantal opdrachten wordt uitgevoerd
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
overige materialen verplicht: • Tentamenbundel Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Boekje met ontwerpgrafieken
Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie. overige materialen aanbevolen: • Abonnement op tijdschrift "Land en Water", uitgegeven door VNU Business Publications
111
CT2330 Funderingstechniek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.ir. A.F. van Tol begeleider: Ing. H.J. Everts Ir. J.P. Oostveen contactpersoon voor studenten: Ing. H.J. Everts
Beschrijving
Funderingsontwerp: Grondonderzoek: terreinonderzoek, sonderen en boren; interpretatie grondonderzoek; vaststellen geotechnische parameters; Paalfunderingen: paaltypen, berekening punt- en schachtdraagvermogen en negatieve kleef; berekening zakking; Normen in de geotechniek: normen stelsel; prestatie eisen; veiligheidsconcept; partiële factoren; geotechnische categorieën; grondeigenschappen; toetsen paalfundering en staalfundering; ophoging, ontgraving, opbarsten; Grondkerende constructies: typen, materialen, belastingen, belasting- en/of materiaal factoren; klasse-indeling, grenstoestanden, gronddrukken, rekenmodellen, parameter bepaling; veiligheidsbeschouwing en stappenplan. Funderingstechnieken: Diepwanden, boorpalen, uitvoeringsaspecten, ontwerp en berekening kosten; Geschroefde palen, grondverdringende en niet grondverdringende, werkwijze, ontwerp, kosten; Grondwaterkerende schermen, werkwijze, kwaliteit, kosten; Injecteren: indeling; gedrag injectievloeistoffen: jetgrouten, chemische injecteren, comp. Grouting, werkwijzen, toepassingen, kwaliteit, ontwerp, berekeningen, ervaringen; Verankeringen: typen; injectie ankers, werkwijze, injectie mortel, constructieve aspecten, corrosie: ontwerp, empirie, geschiktheids-, controleproeven, tijdafhankelijke gedrag, kruip, veiligheidsbeschouwing;
Bevriezen van grond: werkwijze, ontwerp, toepassingen, kosten, praktijk voorbeelden; Verdichten: principe, grenzen, werkwijzen diepteverdichting; trilnaalden, dynamische verdichten, ontwerp en berekening, kwaliteitscontrole, kosten, grindkolommen, kalk-cement kolommen, mix in place; Verticale drainage: doel, typen, werkwijze, ontwerp, kwaliteit; kosten, vacuüm consolidatie Bouwput bemaling: typen, toepassing.
Cursus type • college
Studie fase • bachelor
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, combinatie open vragen en multiple choice
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat: Het ontwerpen van funderingen •
Uitgewerkte tentamenopgaven.
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Boek: Funderingstechnieken.
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
112
WI2253CT Differentiaalvergelijkingen voor CT
- Warmtediffusievergelijking: appendix A van Hoofdstuk 10, 10.5, 10.6 - Golfvergelijking: appendix B van Hoofdstuk 10, 10.7 - Potentiaalvergelijking: 10.8
ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1
Studie fase
docent: Dr.ir. M. Keijzer Dr.ir. C. Korving contactpersoon voor studenten: Dr.ir. M. Keijzer kamer: HB03.130 tel: 85803
Vakrelaties
Samenvatting Inleiding reeksen, Taylorreeksen, Fourierreeksen. Stelsels eerste orde differentiaalvergelijkingen, niet-lineaire differentiaalvergelijkingen, partiële differentiaalvergelijkingen.
Beschrijving
Inleiding reeksen (Stewart): - Rijen en reeksen: 11.1, 11.2 - Meetkundige reeks: 11.3 - Majoranten en minoranten: 11.4 - Taylorreeksen, binomiaalreeks, toepassingen van Taylorreeksen: 11.10, 11.11, 11.12 Herhaling Differentiaalvergelijkingen 1e jaar (Boyce&DiPrima): Hoofdstukken 1-4 Stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen (Boyce&DiPrima): - Inleiding: 7.1, (7.2), (7,3), 7.4 - Homogene lineaire stelsels met constante coëfficiënten: 7.5, 7.6, 7.8, 9.1 - Fundamentaalmatrix: 7.7 - Inhomogene stelsels: 7.9 Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen (Boyce&DiPrima) - Autonome stelsels en stabiliteit: 9.2 - Asymptotische stabiliteit en evenwichtspunten: 9.3 - Periodieke oplossingen en limit cycles: 9.7 - Chaos, strange attractors: 9.8, 2.12 Partiële differentiaalvergelijkingen (Boyce&DiPrima) - Randwaardeproblemen: 10.1 - Fourierreeksen, convergentie, sinusreeksen/cosinusreeksen: 10.2, 10.3, 10.4
• propedeuse • bachelor
• WI2253CT is afhankelijk van WI1316CT (gewenst) • WI2253CT is afhankelijk van WI1317CT (gewenst)
Toetsing
Toegestane middelen Rekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen) Practicum: af te laten tekenen invulformulier
Beoordeling Berekening Het tentamencijfer indien het practicum voldoende gemaakt is.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • James Stewart: "Calculus, Early Transcendentials 4th edition", Brooks/Cole, ISBN 0-534-36298-2 • W.E. Boyce & R.C. DiPrima: "Elementary Differential Equations and Boundary Value Problems" 7th editon, J. Wiley & Sons, ISBN 0-471-31999-6 overige materialen verplicht: • Practicumhandleiding
113
WI3097CT Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Dr.ir. C. Vuik
Samenvatting
Dit is een introductie in de numerieke analyse. De onderwerpen die aan de orde komen zijn: introductie numerieke wiskunde, interpolatie, numeriek differentieren, numerieke methoden voor beginwaarde problemen, numerieke metoden voor randwaarde problemen, numerieke integratie, niet-lineaire stelsels vergelijkingen.
Beschrijving
Introductie numeriek wiskunde: Taylorpolynoom en restterm Grote O + rekenregels Definite absolute en relatieve fout Floating point getallen, afrondfout Interpolatie: Lineaire interpolatie formule, Lagrange interpolatie alleen wanneer de formule gegeven is moet deze toegepast kunnen worden. Restterm bij lineaire en Lagrange interpolatie Weten wat een spline is. Wanneer de formules gegeven zijn moet een kubische spline bepaald kunnen worden. Numerieke differentiatie: Voorwaartse, achterwaartse en centrale differentiatie voor de eerste orde afgeleide algemene formule af kunnen leiden voor eerste orde en hogere orde afgeleide afleiden van de afbreekfout en afrondfout Richardson foutschatting Beginwaarde problemen: Forward Euler, Backward Euler, Implicit Trapezoidal rule, Modified Euler Wanneer de formule gegeven is moet RK4 toegepast kunnen worden. expliciet en impliciet Afleiden van afbreekfout Orde globale fout = orde afbreekfout, effect afrondfouten Vergelijken efficiënte verschillende
numerieke methoden Stabiliteit, stabiele differentiaalvergelijking Testvergelijking, stabiliteit numerieke methode Afleiden versterkingsfactor Q(Hlambda), onderzoek wanneer IQ(hlambda)I1e Onderzoek stabiliteit algemene differentiaalvergelijking Stabiliteit numerieke methode voor algemene differentiaalvergelijking Als numerieke methode stabiel dan orde globale fout = orde afbreekfout, met bewijs voor de testvergelijking Numerieke methode kunnen toepassen op een stelsel differentiaalvergelijkingen Een hogere orde beginwaarde probleem om kunnen schrijven naar een stelsel Numerieke stabiliteit van een (algemeen) stelsel differentiaalvergelijkingen kunnen bepalen, toepassen van een stabiliteitsgebied Impliciete methoden geschikt om stijve stelsels op te lossen Randwaardeproblemen: Norm van een vector en de norm van een symmetrische matrix Konditiegetal van een stelsel vergelijkingen Stelling van Gershgorin kennen en kunnen toepassen Een algemene tweede orde differentiaalvergelijking kunnen discretizeren Het kunnen bepalen van de afbreekfout Verwerken van randvoorwaarde en opstellen stelsel Definitie stabiliteit, globale fout kennen. Als methode stabiel, dan orde afbreekfout is orde globale fout Verwerken van Neumann randvoorwaarde (+afbreekfout) en gebruik van een virtueel punt Niet-lineaire vergelijkingen: Bisectie en vaste punt methode kennen en kunnen toepassen Stopcriterium voor bisectie en een lineair convergent proces kunnen afleiden en toepassen Grafische convergentie van de vaste punt methode kunnen presenteren Newton Raphson methode kennen en kunnen toepassen (+grafische interpretatie), lokaal convergent Kwadratische convergentie kunnen afleiden Newton Raphson methode kunnen toepassen op een niet lineair stelsel
114 Toepassing niet lineair randwaardeprobleem Numerieke integratie: Rechthoeksregel en Trapezium regel kennen en kunnen toepassen Van beide methoden afbreekfout kunnen afleiden en afrondfouten verwerken Van beide methoden de gerepeteerde variant kunnen geven en de afbreekfout kunnen afleiden Toepassing: oneigenlijke integralen
Toetsing
Doelstelling
studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij het eerste college.
- Introductie van numerieke methoden: interpolatie, integratie, bepalen van nulpunten. Hierbij wordt rekening gehouden met het effect van afrondfouten. De gegeven methoden moeten toegepast kunnen worden. Van een aantal methoden moet het gedrag geanalyseerd kunnen worden. Verder moet er een afgewogen keuze gemaakt kunnen worden van de verschillende methoden. - Numerieke methoden voor beginwaarde problemen. Methoden van Euler, Heun en Runge Kutta. Locale en globale fout. Stabiliteit van numerieke integratie. Stelsels beginwaarde problemen. De gegeven methoden moeten toegepast kunnen worden. Van een aantal methoden moet het gedrag geanalyseerd kunnen worden. Dit geldt in het bijzonder voor het stabiliteitsgedrag. Verder moet er een afgewogen keuze gemaakt kunnen worden van de verschillende methoden. - Numerieke methoden voor randwaarde problemen. Opstellen van het lineaire stelsel. Behandeling van verschillende typen randvoorwaarden. Locale en globale fout. Niet-lineaire randwaarde problemen. De methode moet toegepast kunnen worden. Afleiden van locale en globale fout moet beheerst worden.
Cursus type • college • oefening • practicum
Studie fase • bachelor
Vakrelaties • WI3097CT is afhankelijk van WI1316CT (gewenst) • WI3097CT is afhankelijk van WI1317CT (gewenst)
Toegestane middelen zakrekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Het eindcijfer is gelijk aan het cijfer voor het tentamen
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Numerical Analysis (seventh edition) R.L. Burden and R.L. Faires Brooks/Cole Publishing Company, Pacific Grove, 2001 Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. •
Supplement bij Numerical Analysis, Burden and Faires C. Vuik
Verkrijgbaar bij het eerste college .
115
DERDE JAAR
116
117
Roosters Derde Jaar
118
119 1.1.
120 1.1.
121 1.2
122 1.2
123 2.1.
124 2.1
125 2.2.
126 2.2.
127
Vakoverzichten Derde jaar
128
129
CT3011 Watermanagement ECTS punten: 4 rooster: BSc-proramma, onderwijsperiode 1 docent: Prof.ir. J.C. van Dijk Prof.ir. R. Brouwer contactpersoon voor studenten: Ir. K.J. Breur kamer: 4.72 tel: 84909 Ir. J.Q.J.C. Verberk kamer: 4.61 tel: 81585 spreekuur/afspraak: Ir. K.J. Breur kamer: 4.72 tel: 84909 Ir. J.Q.J.C. Verberk kamer: 4.61 tel: 81585
Samenvatting - Belang van watermanagement; waterbeheersing en gezondheidstechniek voor de samenleving; binnen en buiten Nederland. - Waterbeheersing: ontwatering en afwatering, regionale wateraanvoer, ontwerpen open aanen afvoersystemen. - Gezondheidstechniek: gezondheidstechniek en volksgezondheid, de waterketen, waterverbruik, drinkwatervoorziening, riolering, afvalwaterzuivering, interacties binnen de waterketen - Integraal waterbeheer, belangenafweging en organisatorisch kader in het waterbeheer.
Beschrijving
Algemeen: Grondslagen, achtergronden. Waterbeheersing en Gezondheidstechniek in Nederland. Bijzondere problemen in het buitenland. Waterbeheersing: 1. Ontwatering: Processen in ontwateringsmethodieken in stedelijk en landelijk gebied, ondergronds en via oppervlakte. ontwerpcriteria voor ondergrondse drainagesystemen, maatgevende afvoer. ontwerpcriteria voor oppervlakteafwateringsystemen, maatgevende afvoer. 2. Afwatering: Functies en kenmerken van afwateringssystemen. Samenhang en verschillen tussen landelijke en stedelijke gebieden. Afwatering in hellende en vlakke gebieden. Polderinrichting. ontwerp en inrichting van afwateringssystemen inclusief berging. 3. Regionale wateraanvoer: Typen behoeften van wateraanvoer. Waterbehoefte van de verschillende stedelijke en landelijke
watergebruikers met de landbouw als de grootste gebruiker. Irrigatiemethodieken in Nederland en daarbuiten. ontwerpcriteria, maatgevende aanvoer. 4. Ontwerpen eenvoudige aan- en afvoersystemen: Functies en kenmerken van aan- en afvoersystemen. ontwerpcriteria voor aan- en afvoersystemen. Beginselen van ontwerp en inrichting van een watertransportsysteem met leidingen en meet- en regelkunstwerken. Gezondheidstechniek: 1. Gezondheidstechniek en volksgezondheid: Introductie en besef via recente historische ontwikkelingen (ziektes, hygiënisten, vanaf 50-er jaren vervuiling opppervlaktewater). Introductie epidemiologie. Internationaal perspectief: Europese Unie, voormalige Oostbloklanden, Afrika, Azië. Samenhang in waterketen (aanleg waterleiding maakt gebruik van spoeltoilet mogelijk, met bekende gevolgen....). Doorkijk naar praktijk van gezondheidstechnisch ingenieur in den vreemde. 2. De waterketen: Termen en begrippen. Situatie in Nederland. Introductie van en toelichting op de alternatieven: (kleine) waterketen vanuit huishouden. Interacties in de waterketen tussen deelsystemen. Waterbesparing, grijswater, urineafscheiding, grootschalig (centraal) versus kleinschalig (decentraal). 3. Drinkwaterverbruik en -voorziening: Drinkwaterverbruik per persoon. Verbruikspatronen per huishouden, per wijk, per stad; Toelichting en piekfactoren. Organisatie drinkwatervoorziening: Hygiëne en kwaliteit, winning en zuivering, transport en distributie. 4. Riolering: Afvalwaterproduktie per persoon en neerslag. Gemengde en gescheiden stelsels; consequenties voor afvoer van afvalwater. Afvoerdiagrammen, piekfaktoren en rioolinfrastructuur. Organisatie rioolinfrastructuur. 5. Afvalwaterzuivering: Afvalwater: hoeveelheden (piekfactoren) en samenstelling. Zuiveringsbehoefte; relatie met oppervlaktewaterkwaliteit. Basis lay-out awzi. Organisatie afvalwateringzuiveringsinfrastructuur. Integraal waterbeheer: Afweging van diverse belangen. Bestuurlijke en wettelijke kaders. Besluitvormingsprocessen.
Doelstelling
130 De student is in staat eenvoudige waterbeheersingsproblemen te herkennen en te kwantificeren. Dit zowel voor problemen op het gebied van wateroverlast als watertekort. Na het vaststellen van de ontwerpcriteria kunnen eenvoudige civieltechnische oplossingen worden geïndentificeerd en ontworpen. De student kent het belang van de Gezondheidstechniek voor de volksgezondheid, de milieuhygiëne, de leefbaarheid en de kwaliteit van het omringende leefmilieu. Dit zowel voor de situatie in Nederland en daarbuiten als voor de situatie nu en in het verleden. De student heeft inzicht in de onderdelen van de gezondheidstechnische infrastructuur en de samenhang tussen deze onderdelen. De student is bekend met de belangen, bestuurlijke en wettelijke kaders en besluitvormingsprocessen die spelen in het veld van het watermanagement.
CT3041 Geometrisch en Constructief Ontwerp van Wegen en Spoorwegen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1
Cursus type
docent: Prof.dr.ir. I.A. Hansen Prof.dr. J.H. van Zuylen Prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar Prof.dr.ir. C. Esveld contactpersoon voor studenten: Ir. P. Wiggenraad kamer: 5.47 tel: 84916 Ir. L.J.M. Houben Ir. D. Westland kamer: 5.60 tel: 84032 Ir. G. van der Werf kamer: 3.09 CT-IV tel: 82304 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Studie fase
Samenvatting
• college
• bachelor
Vakrelaties
• CT3011 is afhankelijk van CT1310 (gewenst) • CT3011 is afhankelijk van CT2090 (gewenst) • CT3011 is afhankelijk van CT2100 (gewenst)
Toetsing Voorkennis Zie gedetailleerde omschrijving Toegestane middelen rekenmachine, tekengerei Toetsingsvorm Schriftelijk
Beoordeling
Berekening per onderdeel behaald/max. x 10 = cijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • en als pdf-file op blackboard Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Powerpointpresentaties en oefententamens op blackboard
Deel A: Filosofieën ten aanzien van functioneel en geometrisch ontwerp van wegen. Wegcategorieën. Wegcapaciteit en benuttingsgraad. ontwerpcriteria en ontwerpvariabelen. ontwerp van horizontaal en vertikaal alignement en dwarsprofielen. Oplossingen voor kruispunten, knooppunten en aansluitingen. Fietsvoorzieningen. Parkeervoorzieningen. Verkeersmanagement. Stedelijke rondwegen. Verkeersregeling. Filebestrijding. Deel B: Spoorwegcatergorieën. Treindynamica. Spoorlijncapaciteit. Geometrisch ontwerp van baanvakken. Verkanting. Spoorverbindingen en -kruisingen. ontwerp rangeerterreinen en goederenterminals. Deel C: Wegoppervlakeigenschappen, vlakheid, stroefheid, geluid. Classificatie van grond, aardebaanconstructies. Gedrag wegenbouwmaterialen (ongebonden, stabilisaties, asfalt, beton) onder dynamische verkeersbelasting. Dimensionering van asfalt-, beton- en elementverhardingen. Uitvoeringsaspecten. Deel D: Basisprincipes wiel/railtechniek. Treinbelastingen. Interactie spoorweg -
131 voertuig. Temperatuureffecten. Boven- en onderbouwconstructies. onderhoud, vernieuwing en nieuwbouw. Uitvoeringsaspecten.
Beschrijving
Deel A: Inleiding en oriëntatie op het vakgebied; ontwerpfilosofieen en -richtlijnen; wegcategorieën; kenmerken van wegvoertuigen; capaciteit van wegen; afwikkelingsniveaus van verkeersstromen; verkeerstechnisch dimensioneren; zichtafstanden; geometrisch ontwerp van wegvakken; ontwerp kruispunten, knooppunten, aansluitingen en kruisingen; ontwerp hoofdwegen binnen de bebouwde kom; ontwerp fietsvoorzieningen; ontwerp parkeer- en stallingsvoorzieningen. Functie en problemen van stedelijke rondwegen, stategieën voor regionaal dynamisch verkeersmanagement, toeritdosering, verkeersregeling, rekening rijden, kilometerheffing. Deel B: Spoorwegcategorieën; dynamica van treinen; capaciteit van spoorlijnen; geometrisch ontwerp van baanvakken; verkanting; kenmerken van spoorverbindingen; ontwerp stationssporen en perrons, ontwerp rangeerterreinen en goederenterminals. Deel C: Karakteristieken van de verkeersbelasting; wegoppervlak eigenschappen, vlakheid in relatie tot dynamische verkeersbelasting; textuur in relatie tot stroefheid en geluidproductie; geluidreducerende maatregelen; classificatie van grond; krimp, zwel en vochttransport; aardebaanconstructies, zettingen en stabiliteit van taluds; ontwatering; eigenschappen en gedrag onder herhaalde belasting van wegenbouwmaterialen als zand, ongebonden funderingen, asfalt en beton; dimensionering van asfalt-, beton- en elementenverhardingen; risico aspecten; uitvoering van wegconstructies. Deel D: Spoorwegboven- en onderbouw; basisprincipes wiel/railinteractie; treinbelastingen, dynamische interactie spoorvoertuigen; temperatuurkrachten; langs- en dwarskrachten; brosse breuk; spoorconstructies (ballastspoor, ingegoten spoorconstructies, weg - rail constructies);
onderhoud, vernieuwing en nieuwbouw, spoorliggingsparameters, inspectie.
Doelstelling Met de in dit vak opgedane kennis en vaardigheden zijn de studenten in staat om een ruimtelijk, geometrisch en constructief ontwerp te maken voor weg- en railinfrastructuur.
Cursus type
• college • Computer Onderst. Zelfstudie
Studie fase • propedeuse • bachelor
Vakrelaties • CT3041 is afhankelijk van CT2090 (gewenst)
Toetsing
Toegestane middelen Collegedictaten, (geavanceerde) rekenmachine Toetsingsvorm Toets 1: Ruimtelijk/geometrisch ontwerpen d.w.z. CAI Road en CAI Rail. Toets 2: Technisch/constructief ontwerpen d.w.z. CAI RoadStruc en CIA RailStruc. Schriftelijk tentamen over de gehele theorie
Beoordeling
Berekening Het eindcijfer wordt bepaald voor 70% uit het schriftelijk tentamen en voor 30% uit de toetsen, onder de volgende voorwaarden: - schriftelijk tentamen aansluitend aan de onderwijsperiode; - schriftelijk tentamen tenminste 5; - toetscijfer hoger dan het schriftelijk tentamencijfer. In alle andere gevallen is het eindcijfer gelijk aan het cijfer voor het schriftelijk tentamen.
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Engelstalig dictaat delen A, B, C en D. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
132
CT3051 Constructieleer 3 ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 en 2 docent: Prof.ir. L.A.G. Wagemans Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Prof.dr.ir. J.C. Walraven Ir. A.M. Gresnigt Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen begeleider: Ir. F.A.M. Soons Ir. Th.L.J. van Rij Ir. R. Abspoel Ir. J.G.M. Raadschelders Ir. W.J.M. Peperkamp gastdocenten Ir. P.C.J.M. de Theije contactpersoon voor studenten: Ir. F.A.M. Soons Ir. R. Abspoel kamer: 4.28 tel: 85358 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
College Constructieleer 3A "Constructief ontwerpen" Draagsystemen/-structuren Inleiding CL 3 Toepassen van lijnvormige en gebogen elementen en eenvoudige gestapelde constructies Krachtsafdracht (hoe worden belastingen afgedragen bij diverse systemen) Classificatie van constructies overeenkomstig de krachtafdracht (systemen) Keuzeaspecten van constructiesystemen Lijnvormige en ruimtelijke structuren (neutrale, lineaire, radiale structuren en eenvoudig ontwerp probleem) Vormvastheid, plaatsvastheid en stabiliteit Eisen welke worden gesteld aan de stabiliteitsvoorzieningen (opnemen horizontale belasting) Mogelijke stabiliteitsvoorzieningen (spanten, portalen, schijven, windverbanden, kernen, stijve hoekverbindingen) Mogelijke stabiliteitsvoorzieningen en plaatsing hiervan Vervorming (krimp, dilataties, zettingen) Vaststelling randvoorwaarden voor de eerste en tweede orde berekening (geschoord/ongeschoord) Eenvoudig ontwerp probleem
Funderingen Funderingen, paalfunderingen, fundering op staal Invloed op de hoofddraagconstructie Overdrachtsconstructies tussen funderingselement en hoofddraagconstructie (poeren, balkroosters, keldervloeren en wanden, strokenfundering) Het constructief ontwerp Inleiding Constructieve ontwerpopgave, analyse van de opgave, opstellen CUR Ontwerpattitude versus probleem oplossen. De ontwerper. Het ontwerpproces, faseringen, constructieve concepten in realiteit tot: functie, vorm, krachtswerking, esthetica, afbouw en installaties Voorbeelden van ontwerpen uit de praktijk en/of vorige jaren Voordrachten door gastconstructeurs uit de praktijk Het opstellen van eisen/criteria. De 6 basiseisen Het maken van keuzes, voorbeelden, eenvoudig ontwerp probleem, cyclisch proces Wijze van presenteren van een constructief ontwerp: eisen aan tekeningen en berekeningen Uitwerking/ voorbeelden van tentamenvragen (theorie en ontwerp) College Constructieleer 3B "Constructieve Veiligheid" Staal Raamwerkgedrag (sterkte/stijfheid/stabiliteit incl. Eulerse knik) Vakwerken (sterkte/stijfheid/stabiliteit) Hout Inleiding stabiliteit (liggers, kolommen/stabiliteitsverbanden) Inleiding verbindingen (stiftvormige verbindingen) Beton Platen - Platen dragend in een richting - Platen dragend in twee richtingen: behandeling volgens de elasticiteitstheorie Praktisch gebruik van ontwerpdiagrammen - Platen dragend in twee richtingen: behandeling volgens de evenwichtsmethode (strippenmethode) - Vloeren met onderslagbalken van vlakke plaat vloeren - Het belastinggeval pons Wringing in betonconstructies - Evenwichtswringing en compatibiliteitswringing. Wapenen met de
133 vakwerktheorie. - Behandeling van enige practische gevallen Dimensioneren van dragende constructies uit de U-bouw - Combinaties van kolommen, balken en vloeren in een gebouw en hun aansluitingen. Tekenen Dimensioneren van dragende constructies uit de waterbouw - Caissons, keerwanden, aquaduct. Tekenen Het Practicum Het volledige practicum bestaat uit het uitwerken van een ontwerpopdracht van een ruimtelijke constructie voor een gegeven functie met een gegeven PvE (eenvoudig gebouw o.i.d.). Allereerst wordt een constructief voorontwerp gegenereerd, wat vervolgens op constructieve veiligheid wordt getoetst en uiteindelijk uitgewerkt in de vereiste tekeningen en berekeningen.
Cursus type • college • practicum
Studie fase • bachelor
Toetsing
Voorkennis De practicum middagen moeten gevolgd zijn. Het voorontwerp bij 3A moet met een voldoende beoordeeld zijn alvorens het bij 3B verder mag worden uitgewerkt. Het eindresultaat van het practicum moet ingeleverd zijn alvorens aan het schriftelijk tentamen Constructieleer 3B mag worden deelgenomen. N.B. Het resultaat van het practicum (>=5.0) is geldig tot en met het cursusjaar volgend op het jaar waarin het resultaat is behaald. Toegestane middelen Zakrekenmachine, schets- en tekengereedschap Toetsingsvorm - Constructieleer 3A: schriftelijk - Constructieleer 3B: Schriftelijk / deels Etude Het resultaat van het practicum wordt gezamenlijk beoordeeld door docenten van CL 3A en CL 3B.
Beoordeling
Berekening 20% Tentamen Constructieleer 3A 40% Tentamen Constructieleer 3B 40% Practicum Voor alle onderdelen moet minimaal een 5.0 zijn behaald.
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Tekenbenodigheden van het 1e studiejaar; Reader Constructieleer 1/2/3 • Basisboek over Spannend Staal • Construeren Deel A; hout (nog nader in te vullen) • Step-dictaten (Engels) • Beton (Collegedictaat gewapend beton); Studiemateriaal: Handleiding EuroCadCrete (berekening betonnen ligger, op basis VBC versie 1.11) • Uittreksel uit NEN 6720-voorschriften Beton, Uittreksel uit GBT-tabellen deel 2; Syllabus Gebouwen (boortunnels) Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: • Tijdschrift Bouwen met Staal, cement en Hout; Het houtblad. Verkrijgbaar bij de Vereniging Bouwen met Staal, De Betonvereniging, Centrum Hout.
134
CT3053 De Bouwcyclus ECTS punten: 1 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks begeleider: Dr.ir. A.L.A. Fraaij contactpersoon voor studenten: Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
Dit vak behandelt de gehele keten (van de "wieg tot het graf"). Aan de orde komen: hergebruik, gebruik van industriële reststoffen, bouwstoffenbesluit, uitvoeringsregelingen, monstername, partijkeuring, certificatie.
Beschrijving 1. • • •
Hergebruik en recycling (4 college uren) Historie van het hergebruik Belangrijke begrippen Wat zijn primaire en secundaire materialen? • Bouwen en slopen: de bouwcyclus • Bewerkingsmethoden • Basisbeginselen van het hergebruik • Ketenbeheer • Hergebruik in de wegenbouw • Hergebruik in beton • Hergebruik in metselwerk • Hergebruik in gips • Hergebruik in asfalt • Hergebruik in metalen • Hergebruik in hout • Hergebruik in kunststoffen 2. Het gebruik van industriële reststoffen (2 college uren) • Kolenreststoffen • Reststoffen van afvalverbranding • Diverse typen slakken • Baggerspecie • 3. Nadere uitleg over het bouwstoffenbesluit (5 college uren) • Uitleg over het besluit • Uitleg over de uitvoeringsregeling • Meten en rekenen • AP04: monsterneming en analyse • Handhaving • Partijkeuring • Certificatie • Juridische aspecten
•
Praktijkvoorbeelden
Oefeningen: - Gedurende 2 college uren wordt groepsgewijs aan de hand van een case een bepaald onderdeel van de collegestof uitgewerkt. De case is verplicht en geldt als een tentamencijfer. - Gedurende 2 middagen wordt een LCA oefening (niveau 2) gegeven. De oefening is verplicht en geldt als een tentamencijfer.
Doelstelling
De student moet na afloop van deze cursus van een bepaald bouwmateriaal in een bouwdeel aan kunnen geven wat er met dat materiaal gedaan moet/kan worden na einde levensduur bouwdeel. Hij moet op operationeel niveau de formules uit het bouwstoffenbesluit en partijkeuring kunnen hanteren.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • propedeuse • bachelor
Vakrelaties
• CT3053 is afhankelijk van CT1121 (gewenst)
Toetsing
Toegestane middelen Aantekeningen Toetsingsvorm Schriftelijk + oefeningen
Beoordeling
bonus Via cases/oefeningen Berekening Tentamenresultaat + bonus
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Boek: "De Bouwcyclus" Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
135
CT3071 Ontwerpen van Gebouwen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Ir. H.R. de Boer Prof.ir. J.J.M. Cauberg Ir. A.C. van der Linden Ir. P.M.C. Scheers Prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vambersky contactpersoon voor studenten: Ir. A.C. van der Linden kamer: 4.1 tel: 81332 Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982
Geen leerstof Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen deel bouwfysica in week 10 Schriftelijk tentamen (toets) deel bouwtechnisch ontwerpen in week 5 Presentatie en beoordeling ontwerpopdracht deel bouwkundig ontwerpen eind week 8
Beoordeling Berekening Bouwfysica: 2 sp Bouwtechnisch ontwerpen: 1 sp Bouwkundig ontwerpen: 1 sp
Materialen studiehandleiding: • Studiehandleiding. Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
Beschrijving
1. Verkenning gebouwensector: karakteristiek van de bouwwereld; positionering ten opzichte van de civiele techniek; beschrijving en verklaring diversiteit aan gebouwen; procesgang bij de totstandkoming van gebouwen; partijen en disciplines. 2. Inleiding in de bouwfysica: basiskennis fysische aspecten van gebouwen alsmede de gebouwde omgeving in bredere zin met betrekking tot de fenomenen warmte, vocht, geluid, licht, lucht, energiehuishouding en brandveiligheid. Bouwfysisch en klimatologisch ontwerpen. Toepassingen. 3. Bouwkundig ontwerpen: basisbegrippen van de architectuur; structuurbepalende elementen en middelen zoals vorm, maat, schaal, richting en materiaal; toepassingen. 4. Constructief ontwerpen: overzicht van de mogelijke draagconstructie en constructiesystemen gerelateerd aan de gebouwfunctie; economisch construeren en dimensioneren; voorbeelden van het constructief ontwerpen. 5. Afbouwtechnisch ontwerpen: functionele en constructieve aspecten van uitwendige scheidingsconstructies; constructieve oplossingen en technische analyse van enige gevel- en daktypen.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • bachelor • keuzevak
Toetsing Toegestane middelen
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaten: - Ontwerpen van Gebouwen - Structuur - Afbouwconstructies I - Inleiding bouwfysica • Boek: - Bouwfysica. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
136
CT3109 ConstructieMechanica 4: Elasticiteit, Plasticiteit en Bezwijken ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 MSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Ir. C. Hartsuijker Ir. J.W. Welleman begeleider: student-assistenten contactpersoon voor studenten: Ir. J.W. Welleman student-assistenten spreekuur/afspraak: student-assistenten
Samenvatting Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsneden, inleiding bezwijkanalyse en vloeicriteria.
Beschrijving Elasticiteit en vloeicriteria: • Algemene aanpak voor hoofdwaarden en hoofdrichtingen m.b.v. tensoren; • Voorbeeld: Stijfheidstensor; • Grafische methode: cirkel van Mohr; • Spanningstensor; • Rektensor; • Relatie tussen spanningen en rekken (isotroop materiaal); • Integrale oefeningen m.b.v. de cirkel van Mohr op spanningen en rekken voor een homogene vlakspanningstoestand; • Bezwijkcriteria: - Begrippen als invarianten, isotrope spanning, deviatorspanning - Ruimtelijke voorstelling van deze begrippen - Vloeiwaarden van Tresca en von Mises - Bezwijkcriteria van Rankine en Coulomb. Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsneden: • Inleiding, vervolg op de aanpak van het 1e jaar; • Niet-symmetrische doorsneden; • Inhomogene doorsneden; • Bepalen van normaalspanningen en schuifspanningen in een doorsnede, toets aan de eerder geintroduceerde vloeicriteria; • Kern van de doorsnede.
Plasticiteit en bezwijkanalyse: • Inleiding m.b.v. constructies op trek; • Elasticiteit en plasticiteit bij op buiging belaste staafconstructies; • Volplastisch moment: - Vormfactor; - Toepassingen op eenvoudige doorsneden. • Gedrag van de doorsnede; • Moment-krommingsrelatie: - Plastische zones; - Ideaal plastisch scharnier. • Constructiegedrag (bezwijkanalyse): - Bezwijkmechanismen; - Toepassingen op liggers en raamwerken. Invloedslijnen: • Inleiding, begrippen en basisgereedschappen; • Invloedslijnen voor kracht- en verplaatsingsgrootheden voor zowel statisch bepaalde als statisch onbepaalde constructies.
Doelstelling Elasticiteit en vloeicriteria: Aan het einde van deze module is de student in staat 2e orde tensoren te herkennen en de hiervoor geldende transformatieregels zowel analytisch als grafisch te kunnen toepassen op stijfheidstensoren, traagheidstensoren, rektensoren en spanningstensoren. Met behulp van dit gereedschap is de student(e) in staat om van een vlakspanningstoestand de hoofdspanningen en hoofdrichtingen te bepalen en deze spanningstoestand zowel analytisch als grafisch te toetsen aan de vloeicriteria van Tresca en von Mises. Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsnede: Aan het eind van deze module is de student(e) in staat om van een nietsymmetrische en/of inhomogene doorsnede, belast op buiging en extensie, de normaal- en schuifspanningsverdeling te berekenen en kan deze toetsen aan de eerder genoemde vloeivoorwaarden. Ook kan de student de vervormingen die door de genoemde belasting ontstaan bepalen. Tot slot is hij/zij in staat voor een dergelijke doorsnede de kern te bepalen. Inleiding bezwijkanalyse: Aan het einde van deze module is de student(e) in staat om met behulp van de bezwijkanalyse de bezwijklast te bepalen van eenvoudige ligger- en portaalconstructies. De student laat daarbij zien goed op de hoogte te zijn van de daarbij gebruikte theorema.
137
Cursus type • colstructie
Studie fase • bachelor • master
Vakrelaties • CT3109 (gewenst) • CT3109 (gewenst) • CT3109 (gewenst) • CT3109 (gewenst) • CT3109 (gewenst)
is afhankelijk van CT1031 is afhankelijk van CT1041 is afhankelijk van CT2031 is afhankelijk van WI1316CT is afhankelijk van WI3097CT
Toetsing
Toegestane middelen Een zakrekenmachine, grafische calculator is toegestaan. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling
Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Elasticiteitsleer" • Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Nietsymmetrische en inhomogene doorsneden", plu.nr. 346 • Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Plasticiteitsleer, bezwijkanalyse en symmetriebeschouwingen" • Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Invloedslijnen" Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: • Internet: sheets, extra oefen- en verrijkingsstof op http://go.to/jwwelleman Verkrijgbaar bij website.
CT3110 Constructiemechanica 5: Elastostatica van slanke structuren ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 MSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad Ir. J.M.J. Spijkers begeleider: student-assistenten contactpersoon voor studenten: Ir. J.M.J. Spijkers kamer: 5.25 tel: 84781 spreekuur/afspraak: student-assistenten
Samenvatting Modelleren van karakteristieke slanke structuren voor gebouwen, bruggen, wegen en spoorwegen, offshore en constructieve waterbouw; systemen met extensie, buiging, wringing, afschuiving, kabelwerking en verende ondersteuning; combinaties van deze vormen van draagwerking in hoge gebouwen, hangdaken, wegen en spoorwegen, hangbruggen, kraanbanen en bogen; algehele behandeling op basis van differentiaalvergelijkingen in een verplaatsingsmethode-aanpak.
Beschrijving
Deel 1 Elementaire belastingsgevallen: Op rek (extensie) belaste staven; op afschuiving belaste liggers; op wringing belaste staven; op buiging en afschuiving belaste liggers; intieel rechte kabel. Deel 2 Continu verdeelde reacties: Elastische ondersteuning in combinatie met extensie, met afschuifligger, met kabel, met buigligger, toepassing op railbouw en randstoring in schalen en opslagtanks. Deel 3 Gecombineerde draagverwerking: Combinatie van kabelverwerking en buiging (parallelsysteem), idem met afschuifligger en buigligger; toepassing op bruggen, hoge gebouwen, risers, pijpleggen. Deel 4 Gecombineerde draagwerking met gekromde elementen: Initieel gekromde kabel; hangdaken en hangbruggen.
138
Doelstelling
De student leert veel voorkomende eendimensionale constructiesystemen uit het domein van gebouwen, civiele constructies en weg- en railbouwconstructies modelleren met behulp van differentiaalvergelijkingen en oefent het oplossen van deze DV's. Een belangrijk leerdoel is het herkennen van karakteristieke lengten en oplossingstypen.
Studie fase • bachelor • master
Vakrelaties • CT3110 (gewenst) • CT3110 (gewenst) • CT3110 (gewenst) • CT3110 (gewenst)
is afhankelijk van CT1031 is afhankelijk van CT1041 is afhankelijk van CT2031 is afhankelijk van WI2253CT
Toetsing Voorkennis Acceptatievan ingeleverde oefening Toegestane middelen Alleen rekenmachine; waar nodig worden minder bekende formules bij het tentamen meegegeven. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Alle onderdelen worden op dezelfde wijze beoordeeld (toetsen op inzicht); de oefening wordt behalve op inhoud ook op verslaglegging beoordeeld.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • A.L. Bouma: "Elastostatica van slanke structuren" (Boek) Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. overige materialen verplicht: • Uitgewerkte tentamenopgaven Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3121 Staalconstructies 2 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Ir. A.M. Gresnigt Prof.dr.ir. J. Wardenier contactpersoon voor studenten: Ir. R. Abspoel kamer: 4.28 tel: 85358 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting Plastische berekening in liggers en raamwerken - Herverdeling van spanningen over de doorsneden - Bezwijkmechanismen - Toepassing Stabiliteit - Vormen van instabiliteit - Knikken (centrisch en excentrisch) - Kniklengte - Torsiestabiliteit - Niet-prismatische staven - Samengestelde staven - Staven in vakwerken - Kippen van liggers - Druk en buiging - Torsieknikstabiliteit - Krachtsinleiding Verbindingen - Flexibele verbindingen - Voorgespannen verbindingen Buisconstructies
Buisconstructies
- Soorten buisprofielen - Eigenschappen buisprofielen - Toepassingen
Buisverbindingen Algemeen
-
Ontwerpen Beoordelingscriteria Berekening (introductie) Ontwerptabellen
Buisverbindingen statisch - Ronde buizen - Rechthoekige buizen - Overig
Cursus type • college
139
Studie fase • bachelor • master
Toetsing
Toegestane middelen Schrijf- en tekengerei, rekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling
Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Collegedictaat "(Over)spannend Staal Construeren” Deel A en B
CT3150 Betonconstructies 2 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Ing. A. van der Marel Prof.dr.ir. J.C. Walraven begeleider: Ing. A. van der Marel contactpersoon voor studenten: Prof.dr.ir. J.C. Walraven kamer: 5.09 tel: 85452
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Beschrijving
overige materialen verplicht: • Tentamenbundel
diverse voorspantechnieken, dimensioneren van volledig voorgespannen constructies onder buiging en afschuiving, ontwerpen en dimensioneren van diverse draagconstructies: dimensionering van raamwerken, verstijfde draagconstructies, funderingstypen, dilatatievoegen, geboorde tunnels, uitvoering en kostenaspecten: voorbeelden van uitvoerbaarheid; kostenfactoren en invloed daarvan op het ontwerp;
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: • Tijdschrift "Bouwen met Staal" Verkrijgbaar bij Bouwen met Staal te Rotterdam
Voorgespannen beton:
Euro CadCrete oefening:
Berekening van een eenvoudige draagconstructie, opgebouwd uit kolommen, balken, en platen. Controle van de resultaten m.b.v. het programma Euro CadCrete. Alvorens aan het computerpracticum deel te kunnen nemen dient de opgave gereed te zijn.
Oefening voorgespannen beton:
Oefening in het dimensioneren van een statisch bepaalde voorgespannen ligger.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • bachelor • keuzevak • master
Toetsing
Voorkennis oefening voorgespannen beton afgerond Toegestane middelen 1 A4 met eigen aantekeningen (enkelzijdig) Toetsingsvorm computertentamen
Beoordeling
140 Berekening eindcijfer is cijfer van het tentamen als de oefening EuroCadCrete en de voorgespannen beton oefening is afgerond
Materialen
studiehandleiding: • studiehandleiding. Verkrijgbaar bij het eerste college. dictaat/studieboek verplicht: • Boek 'Voorgespannen Beton' van prof.dr.ir. J.C. Walraven en ir. J.C. Galjaard • Dictaat 'Voorgespannen Beton, voorbeelden' van ing. F.L. Lindhout • Dictaat 'Geboorde tunnels met betonnen segmenten', dr.ir. A.G. Kooiman, dr.ir. C. van der Veen m.m.v. C.B.M. Blom • Handleiding EuroCadCrete Berekening betonnen ligger op basis van VBC. Versie 1.11 • Uittreksel uit NEN 6720. • Voorschriften Beton (benodigd voor de oefening EuroCadCrete) • Uittreksel uit GTB-tabellen deel 2 (benodigd voor de oefening EuroCadCrete) • Oefening voorgespannen beton CT3150, behorende bij het college • Betonconstructies 2. Ing. A.P. van der Marel • Syllabus Gebouwen • Voorbeeld berekening geboorde tunnel door dr.ir. C. van der Veen dictaat/studieboek aanbevolen: • Dictaat 'Ontwerpen van Betonconstructies' van ing. J.P. Straman
CT3211 Constructies van gebouwen 1 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vambersky Prof.dr.ir. J.C. Walraven Prof.ir. J.W.B. Stark Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen begeleider: Ir. R. Abspoel Ir. W.J.M. Peperkamp contactpersoon voor studenten: Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982
Samenvatting
1. Hallen en kappen. a. Overzicht van de draagconstructieve mogelijkheden bij halvormige ruimten en kappen. Relatie met de ruimtelijke vormgeving en de gebruiksfunctie. Signalering van constructieve aandachtspunten zoals de stabiliteit tijdens de uitvoering en in het gebruiksstadium, de afdracht van belastingen en de problematiek van de dilataties. Praktijkvoorbeelden. b. Constructiesystemen in beton, zowel ter plaatse gestort als geprefabriceerd. Elementen en verbindingen. Afdracht belastingen; stijfheid en stabiliteit. Funderingen. Uitvoeringstechnieken. c. Constructies in staal. Vormen en kenmerken. Voorbeeld van een bedrijfgebouw. Constructieve opbouw. Raamwerken, geschoord en ongeschoord. Stabiliteit. Kraanbanen. Afbouw. Brandwerendheid. Fabricage en montage. Uitwerkingen. d. Soorten constructiehout, materiaaleigenschappen en gedrag. Ligger-, boog-, spant- en portaalsystemen. Elementen en verbindingen. Stijfheid en stabiliteit. Fabricagetechnieken. 2. Woningbouw. A. Overzicht van de draagconstructieve mogelijkheden. Relatie met de ruimtelijke vormgeving en de gebruiksfase. B. Constructiesystemen in beton, zowel ter plaatse gestort als geprefabriceerd. Elementen en verbindingen. Afdracht belastingen; stijfheid en stabiliteit. Funderingen. Uitvoeringstechnieken.
141 C. Hout- en staalskeletbouw. Systeemtypen. Berekening en detaillering.
Cursus type • college
Studie fase • bachelor • master
Toetsing
Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Volgt uit de beoordeling van het schriftelijk tentamen.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Delen van collegedictaten en studieboeken (gedetailleerde opgave van de te bestuderen stof wordt tijdens het college gegeven); Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3212 Functie, gebouw en constructie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.ir. J.J.M. Cauberg begeleider: Ir. H.R. de Boer Ir. A. te Boveldt Ir. A.C. van der Linden contactpersoon voor studenten: Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982
Samenvatting Bestudering bouwtechnische thema's in relatie tot de functie, vorm en constructie van gebouwen en gebouwdelen. Selectie, weergave, behandeling en interpretatie van de in de literatuur en door observatie verzamelde informatie met betrekking tot het gekozen onderwerp. Keuze van een bijzondere gebouwfunctie (zoals sport, theater, industriële productie e.d.) met van daaruit toespitsing van de aandacht op punten als: binnenklimaat, brandveiligheid, hygiëne, akoestiek, ontwerp uitwendige scheidingsconstructies, draagconstructiesystemen enz. Wisselwerking met de overige ontwerpfactoren.
Cursus type •
werkcollege
Toetsing Toetsingsvorm Beoordeling gemeenschappelijk rapport alsmede de individuele bijdragen, tezamen met een mondelinge presentatie en verantwoording.
Beoordeling
Berekening Gewogen gemiddelde van het gemeenschappelijke werk en de individuele bijdrage.
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Te bestuderen stof in dictaten, boeken en tijdschriften wordt opgegeven in relatie tot de gestelde gebouwfunctie en de daarmee samenhangende studie-onderwerpen
142
CT3221 Bouwfysica & Bouwtechniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.ir. J.J.M. Cauberg Ir. H.R. de Boer begeleider: Ing. O.S.M. van Pinxteren Ir. P.M.C. Scheers contactpersoon voor studenten: Ir. A.C. van der Linden kamer: 4.1 tel: 81332 Ir. H.R. de Boer kamer: 4.25 tel: 85482
Samenvatting Deel bouwfysica:
De betekenis van thermische kwaliteit, vochttechnisch gedrag, geluidisolatie, geluidadsorptie, ventilatie en licht voor uit- en inwendige scheidingsconstructies. ontwerpoefeningen.
Deel bouwtechniek:
Materiaalkeuze, productie en uitvoering van diverse gevelconstructies. Kozijnconstructies in diverse materialen en hun aansluitingen. Platte daken meer in detail. Binnenwandconstructies. ontwerpopdracht met betrekking tot enkele inen uitwendige scheidingsconstructies voor een gegeven utilitair gebouw met gemengde functies.
Cursus type • college • oefening • werkcollege
Studie fase • master • bachelor
Toetsing Toetsingsvorm Bouwfysica: resultaat ontwerpoefeningen (0,5 sp) en schriftelijk tentamen ( 1 sp) Bouwtechniek: presentatie uitgewerkte ontwerpopdracht (1,5 sp)
Beoordeling
Berekening Evenredig naar aantal studiepunten per onderdeel
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Reader "Afbouwconstructies I en II (gedeeltelijk). Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
143
CT3310 Stroming in waterlopen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.dr.ir. J.A. Battjes Ir. C. Verspuy contactpersoon voor studenten: Ir. C. Verspuy
Samenvatting
Overzicht van het vak; niet-stationaire stroming in open waterlopen en gesloten leidingen; transport van meegevoerde stoffen; basisvergelijkingen; classificatie en analyse van langegolfverschijnselen (translatiegolven, havenoscilaties, getijden, hoogwatergolven); relatieve grootte van de weerstand en traagheid; rol van de tijdschaal hierin; elementaire golfvergelijking; oplossing bij willekeurige begintoestand; harmonische oplossingen voor lopende en staande golven; translatiegolven: relatie debiet-waterstand; terugkaatsing; vervorming; integratie m.b.v. karakteristieken; toepassen op open en gesloten leidingen; systemen met discrete berging, weerstand en/of traagheid; kombergings- en starre kolombenadering; linearisering kwadratisch harmonische golven; invloed weerstand op demping en voortplantingssnelheid; reflectie; opslingering; hoogwatergolven; verwaarlozing traagheid (quasi-statische benadering); oplossingen; functies van regelwerken; stroming bij constructies; quasi-stationaire benadering; potentiaaltheorie; berekening snelheden en drukken m.b.v. vierkantennet; transport van meegevoerde stoffen in open waterlopen; advectie, diffusie, dispersie; schatting van coëfficiënten; oplossingen voor instantane en constante lozingen.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • master • bachelor
Toetsing
Voorkennis Deelname aan de oefeningen voorafgaande aan het tentamen is verplicht.
Toegestane middelen Een onbeschreven-door de docent ter beschikking gesteld- formuleblad Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling
Berekening Toetsen van het tentamenwerk aan vooraf opgestelde modelantwoorden; tentamencijfer vastgesteld op grond van vooraf vastgestelde criteria en gewichten. Tentamencijfer=eindcijfer.
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij het eerste college.
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
144
CT3330 Constructieve Waterbouw ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 Het vak is zowel een 3e jaarskeuzevak als 4de jaar verplicht vak voor waterbouwers die dit vak niet als 3e jaarsvak hebben gedaan. docent: Dr.ir. S. van Baars Prof.drs.ir. J.K. Vrijling contactpersoon voor studenten: Dr.ir. S. van Baars kamer: 3.72 tel: 85471
Samenvatting - Functioneel ontwerp van waterbouwkundige kustwerken - ontwerp- en uitvoeringsaspecten - ontwerpmodellen voor belastingen en sterktes - Functionele en constructieve ontwerp van kunstwerken zoals: kunstmatige eilanden, steigers, stormvloedkeringen, dammen, sluizen, kelders en geboorde en gezonken tunnels - In-situ en prefab bouwwijze - Bouwputten met of zonder bemaling
Beschrijving
Inleiding constructieve waterbouw: Overzicht van verschillende functies van waterbouwkundige constructies (kunstmatige eilanden, golfbrekers, meerpalen, remmingwerken, steigers, kademuren, stuwen, stormvloedkeringen, keersluizen, scheepsliften, geboorde en gezonken tunnels, droogdokken, U-polder, V-polder). Ontwerpaspecten: Integraal ontwerpen, economische optimalisatie versus kostenminimalisatie, bouwfase, gebruiksfase en eindfase. Functionaliteit als leidend ontwerpbeginsel. Uitvoeringsmethoden: Bouwen boven water, bouwen in bouwput of bouwkuip in het water, bouwen in bouwput of bouwkuip op het land, ter plaatse storten of prefabriceren, grootschalige prefabricage (caissons, tunnels), combinatie van methoden, klassieke bouwput met bemaling, bouwkuip met bemaling, gewichtsvloer, vloer met trekpalen of ankers, boren van tunnels.
Belastingen: Troskrachten, afmeren, wind, stroming, golven (golfloop, golfoverslag, golfbelasting), getij, ijs, temperatuur, zettingen, aardbevingen, grondwater (bronbemaling), piping/onderloopsheid, gronddruk, etc. Materialen: Overzicht van belasting- en sterktemodellen, algemene principes van grenstoestand ULS, SLS, Grondstijfheid (Koppejan: zetting en consolidatie), grondsterkte (Mohr-Coulomb, Fellensius, Bishop, Rankine), funderings op staal (Brinch Hansen) Deelconstructies: Palen (belasting: druk, trek, horizontaal, groep), wanden (damwand, combiwand), ankers, onderwaterbeton, schuiven en deuren. Sluizen: Afvoer spuisluis, stuw, vulling schutsluis, schutverlies, scheepvaarteisen t.a.v. diepgang en breedte, schutfrequentie, profiel van vrije ruimte. Voorbeelden: Kademuur (Willemskade), boortunnel (Heinenoord of Westerschelde) Alle informatie kan op internet in het Engels worden gevonden: http://www.waterbouw.tudelft.nl/public/CT33 30/index.htm Alle buitenlandse studenten die dit vak willen volgen, kunnen contact opnemen met de volgende docent:
[email protected]
Doelstelling
Verwacht wordt dat de studenten in staat zijn van alle bekende waterbouwkundige kunstwerken, en vooral van een schutsluis, een globaal ontwerp te maken dat functioneel voldoet en voldoende stijf en sterk is voor alle bouw- en gebruiksfasen, hierbij gebruik maken van korte algemene ontwerpformules voor waterbouwkundige belastingen (wind, water, grond, scheepvaart, etc.) en materiaaleigenschappen (grond, beton, damwanden, etc) zoals die in het handboek Constructieve Waterbouw zijn weergegeven.
Cursus type
• college • Computer Onderst. Zelfstudie
Studie fase • master
145 • bachelor
Vakrelaties • CT3330 (gewenst) • CT3330 (gewenst) • CT3330 (gewenst) • CT3330 (gewenst)
is afhankelijk van CT2090 is afhankelijk van CT2100 is afhankelijk van CT2330 is afhankelijk van CT3011
Toetsing
Toegestane middelen Het "Handboek Constructieve Waterbouw" + pen + potlood + lineaal + nietprogrammeerbare rekenmachine Toetsingsvorm Er is een combinatie van computertoetsen en een schriftelijk tentamen. Toegang tot het schriftelijk tentamen wordt alleen verkregen door het voltooien van ALLE computertoetsen, minstens 10 dagen voor het tentamen, met minimaal een gemiddeld cijfer 5 (dus ook de 5de toets moet worden doorlopen, ook als de eerste 4 toetsen hoge deelcijfers hebben opgeleverd). (Het inloggen onder een ander studienummer als je eigen studienummer is FRAUDE en betekent minimaal uitsluiting van het tentamen).
Beoordeling
Berekening Eindcijfer = 0,1 * afgerond gemiddelde (alle computertoetsen) + 0,9 * tentamencijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Constructieve waterbouw, hoofddictaat • Constructieve waterbouw, sluizen • Handboek Constructieve Waterbouw • Tentamenbundel & • Computertoetsopgaven.
CT3340 Rivierwaterbouwkunde ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 MSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Prof.dr.ir. H.J. de Vriend Ir. H. Havinga Dr.ir. Z.B. Wang contactpersoon voor studenten: Dr.ir. P.J. Visser kamer: 3.96 tel: 88005
Samenvatting
Fenomenologie van rivieren (hydologie, waterloopkunde, sedimentologie, ecologie), riviermetingen, gebruik van rivieren, waterafvoer, sedimenttransport, morfologische processen, ingrepen (kunstwerken, kribben, bochtafsnijdingen, baggeren, etc.) effecten ingrepen (stuwkrommen, morfologische effecten, ecologische effecten), ontwerpen ingrepen.
Cursus type • college • colstructie
Studie fase • keuzevak • bachelor • master
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Materialen studiehandleiding: • Rivierwaterbouwkunde Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
146
CT3410 Waterbeheersing ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 MSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Prof.ir. R. Brouwer begeleider: Ir. P. Ankum contactpersoon voor studenten: Ir. P. Ankum kamer: 4.71 tel: 84677 spreekuur/afspraak: Ir. P. Ankum kamer: 4.71 tel: 84677
Samenvatting 1. Ontwatering en drainage: Drainage vergelijkingen stationair en dynamisch. Bodemeigenschappen en de relatie tot de waterbeheersing. 2. Afwateringsstelsels: Functies en kenmerken van afwateringssystemen. Ontwerpcriteria voor grootschalige afwateringssystemen inclusief hoogwaterbescherming. Lozingen met vrij verval of kunstmatig. ontwerp en inrichting van afwateringssystemen en hoogwaterbescherming. Polderinrichting, samenhang tussen stad en platteland. 3. Wateraanvoer: Typen behoeften van wateraanvoer. Waterbehoefte van de verschillende stedelijke en landelijke watergebruikers met landbouw als de grootste gebruiker. Irrigatiemethodieken in Nederland en daarbuiten. Ontwerpcriteria, maatgevende afvoer. 4. Wateraanvoerstelsels: Inleiding functies en kenmerken van wateraanvoersystemen. ontwerpcriteria voor wateraanvoer en distributie. Waterbronnen en watervang. Beginselen van ontwerp en inrichting van een wateraanvoersysteem met leidingen en regelkunstwerken. 5. Dimensionering en ontwerp waterlopen en kunstwerken:Toepassing van hydraulische begrippen. Keuze stationair en dynamisch rekenen. Inleiding in de samenhang tussen waterbeheersstrategieën met functionele criteria enerzijds, en typen transportleidingen en typen regelkunstwerken anderzijds. Beginselen van functies en toepassingen van reservoirs, dimensionering van transportleidingen en dimensionering van regelkunstwerken.
Cursus type • college
Studie fase • bachelor • master
Toetsing Toegestane middelen Rekenmachine, tekengerei Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: • Voorbeelden tentamenopgaven Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
147
CT3420 Civiele Gezondheidstechniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.ir. J.C. van Dijk Prof.ir. J.H.J.M. van der Graaf Prof.dr.ir. F.H.L.R. Clemens
Samenvatting
Het vak behandelt de ontwerpaspecten van gezondheidstechnische werken voor: - drinkwaterbereiding; - riolering; - afvalwaterzuivering. Voor de drinkwaterbereiding worden de volgende onderdelen behandeld: - kwaliteitsaspecten drinkwater (hygiënische betrouwbaarheid, kwaliteitseisen) - ontwerpaspecten productiemiddelen drinkwatervoorziening (ontwerpmethodieken) - grondwater (winning, verontreiniging, zuivering, oevergrondwater) - oppervlaktewater (winning, bekkens, verontreinigingen, zelfreiniging, zuivering, kunstmatige infiltratie) Voor de riolering worden de volgende onderdelen behandeld: - ontwerpgrondslagen en stelselkeuze - systeemonderdelen - hydraulisch ontwerp - uitvoeringsaspecten - ontwerpoefening Voor de afvalwaterbehandeling worden de volgende onderdelen behandeld: - samenstelling afvalwater (influent, effluent) - fysisch-chemische zuiveringstechnieken - biologische zuiveringstechnieken (aëroob, anaëroob) - slibbehandeling en verwerking.
Studie fase • bachelor • master
Toetsing Voorkennis drinkwater, riolering, afvalwaterzuivering Tentamenstof: zie omschrijving van het vak Toegestane middelen 1 A4 Toetsingsvorm
Schriftelijk tentamen (open vragen en multiple choice)
Beoordeling Berekening (per onderdeel behaald)/max. x 10 = eindcijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat. Verkrijgbaar bij de dictatenverkoop van Civiele Techniek en via Blackboard; •
Uitgewerkte tentamenopgaven en Powerpointpresentaties.
Verkrijgbaar via Blackboard. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
148
CT3711 Oefening geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorw ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 MSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Prof.dr.ir. I.A. Hansen Prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar Prof.dr.ir. C. Esveld contactpersoon voor studenten: Ir. D. Westland kamer: 5.60 tel: 84032 Ir. P. Wiggenraad kamer: 5.47 tel: 84916 Ir. L.J.M. Houben Ir. G. van der Werf kamer: 3.09 CT-IV tel: 82304 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
Deel A en B: Verkeerstechnische dimensionering van weg en railllijn, bepaling knooppunts-, aansluitings- en kruispuntvorm en locatie station/halte, ontwerp en Autocadtekening van dwarsprofielen, verticale alignementen, horizontale alignementen met bogen en overgangsbogen en knooppunt en stations/haltevoorziening. Deel C: Bepaling zettingen, hoogteligging, stabiliteit talud, verkeersbelasting, materiaaleigenschappen, constructiedikte, aanlegkosten wegconstructie, uitvoerings- en onderhoudsplan. Deel D: Dimensionering spoorconstructie op basis van buigtrekspanning, doorbuiging, contactspanning en aanlegkosten.
Cursus type • instructie • oefening
Studie fase • bachelor • master
Toetsing Voorkennis Voor het mondeling tentamen: verslag ingeleverd, inclusief de verwerking van het commentaar op het concept-verslag; tekeningen ingeleverd. Toetsingsvorm
Beoordeling verslag en tekeningen; mondeling tentamen, met als hoofdaccent discussie over verslag en tekeningen.
Beoordeling
Berekening Eindcijfer wordt voor 50% bepaald door de beoordeling van verslag en tekeningen en voor 50% door de discussie over verslag en tekeningen.
Materialen
studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
149
CT3721 Ontwerp Stedelijk Infrastructuur ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Prof.ir. F.M. Sanders begeleider: Prof.ir. F.M. Sanders contactpersoon voor studenten: Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 2.09 tel: 81780 spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting
In het vak dient de theoretische kennis van verkeer, ruimtelijke inrichring, grondmechanica, verkeersbouwkunde, stedelijk waterbeheer, afvalwateropvang en afvoer, alsmede het ontwerpen en dimensioneren van infrastucturele kunstwerken te worden toegepast en onderling te worden afgestemd. De student maakt een integraal plan voor het bouw- en woonrijp maken van een stedelijke uitbreiding of een grootschalige stedelijke reconstructie. Het accent ligt vooral op kennistoepassing en integratie.
Beschrijving 1. Inleiding: introductie van begrippen en definities; omschrijving van het vak; positionering van het vakgebied binnen Civiele Techniek; doelstellingen van het vak; opbouw van dictaat en colleges. 2. Terrein- en bodemgesteldheid. 3. Stedenbouwkundige vormgeving van wijken, stadsdelen en bedrijfsterreinen: - ruimtelijke functionele analyse; - ruimtelijke programmering; - verkaveling; - etc. 4. Bereikbaarheid en modal split: - verkeerssoorten en modal split; - interne en externe ontsluiting; - ontsluitingsprincipes; - hoofdinfrastructuur; - wijk- en buurtinfrastructuur; - openbaar vervoer; - langzaam verkeer. 5. ontwerp en dimensionering weginfrastructur openbaar vervoer en parkeren: - dimensionering dwarsprofielen ;
- afstemming boven- en ondergrondse infrastuctuur; - inrichting bouwstraten en afwikkeling werkverkeer; - planning van werkzaamheden; - uitvoeringsaspecten. 6. Afvalwateropvang en -afvoer, kwantitatieve en kwalitatieve aspecten: - principe oplossingen; - ontwerpbeginselen voor rioleringssystemen; - ontwerp en dimensionering; - afstemming op weginfrastructuur; - uitvoeringsaspecten. 7. Stedelijke water- en grondwaterhuishouding: - afstemming met omliggend waterhuishoudingsysteem; - verschillende stedelijke watersystemen; - drooglegging en drainage; - ophogen en zettingen. 8. Bouw- en woonrijp maken: - grondbalansen; - planning werkzaamheden; - uitvoeringsaspecten. 9. Infrastructurele kunstwerken: - eenvoudige betonnen bruggen; - betonnen duikers; - viaducten; - tunnels. 10. Planning en organisatie: - doorlooptijden; - kritiek pad; - planningmethoden en technieken; - projectorganisatie. 11. Grondexploitatie: - ruimtebalans; - kostenopbouw; - opbrengsten; - rente en inflatie; - eindwaarde berekening.
Cursus type • college • oefening
Studie fase • bachelor • master
Toetsing Voorkennis werkopdracht ingeleverd Toegestane middelen dictaat werkopdracht Toetsingsvorm Mondeling tentamen
Beoordeling
150 Berekening 50% werkopdracht; 50% mondeling tentamen
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: • In dictaat wordt literatuur vermeld. overige materialen verplicht: • Dictaten bouwrijp maken en riolering. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3740 Plan- en Project Evaluatie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Dr.ir. R.J. Verhaeghe Prof.ir. A.A.J. Pols contactpersoon voor studenten: Dr.ir. R.J. Verhaeghe kamer: 2.05 tel: 83401
Samenvatting
Grondslagen voor evaluatie en toepassing op diverse types civieltechnische plannen en projecten. Overzicht evaluatiemethodes : kosten effectiviteit, Baten/Kosten, multicriteria. Schematisatie evaluatie problemen. Waardering effecten (direct, indirect, external). Evaluatie milieu componenten. Indirecte waardering. Financiele-, economische- en sociale evaluatie. Optimalisatie van de samenstelling van projecten en plannen. Toepassingen: analyse van verschillende thema’s in evaluatie aan de hand van recente/actuele studies.
Studie fase • •
bachelor master
Toetsing
Toetsingsvorm
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
151
CT3751 Stedelijke ontwikkeling, vervoersystemen en netwerken ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 MSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Drs. W. Ruiter Dr.ir. R. van Nes contactpersoon voor studenten: Dr.ir. R. van Nes kamer: 5.64 tel: 84611
Beschrijving - Stad als systeem Relaties tussen stedelijke functies zoals wonen, werken en recreëren, verandering over de tijd. - Vervoersyteem Relaties tussen de vervoersvraag, vervoersdiensten en verkeerssysteem. Relaties tussen gebiedskarakteristieken en vervoer en verkeer (productie/attractie, distributie, modal split, routekeuze). Eigenschappen van vervoer en verkeersnetwerken. - Historische ontwikkeling van de stad en de stedelijke vervoerssystemen - Relatie tussen stedelijke ontwikkeling en infrastructuur Tuinsteden, CIAM, etc. Infrastructuur als sturend element en als afgeleide. Inertie van infrastructuur - Strategieën voor stedelijke ontwikkeling Stadsvernieuwing, stedelijk beheer, stedelijke vernieuwing, grote stedenbeleid, VINEX - Vervoer- en verkeersnetwerken Netwerkelementen. Beoordelingskader. Hiërarchie en schaalniveaus. - Netwerkontwerp per vervoersysteem Doelstellingen. ontwerpvariabelen. ontwerpaanpak. - Combinatie/integratie van vervoersystemen Multimodaal vervoer/samenhang van vervoersystemen. Combinatie van vervoersystemen in de schaarse stedelijke infrastructuur. - Relatie vervoersysteem en stedelijke functies Stedelijke functies als basis voor hiërarchie van vervoersystemen. - Operationalisering van plannen Management, planvormen, financiën, plubiekprivate samenwerking. - Case studies Toegespitst op deelonderwerpen zoals
vervoerknopen, uitbreidingen, inrichting enzovoort. Voorbeelden: Stationslocaties rotterdam CS of Den Haag CS, Kop van Zuid (Rotterdam) VINEX-locaties Vathorst of Leidsche Rijn, Houten, herstructurering: Bijlmer, binnenstad Delft of Groningen.
Studie fase • • •
bachelor keuzevak master
Toetsing Voorkennis Ingeleverd werkstuk Toetsingsvorm Werkstuk met mondeling tentamen
Beoordeling Berekening Cijfer mondeling tentamen
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
152
CT3910 Wiskundige modellen en simulatie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Dr.ir. J. Cser gastdocenten begeleider: Dr.ir. J. Cser contactpersoon voor studenten: Dr.ir. J. Cser kamer: 3.37 tel: 81854 spreekuur/afspraak: Dr.ir. J. Cser kamer: 3.37 tel: 81854
Beschrijving
Algemene principes van de wiskundige modelbouw en simulatie; theorie en praktijk van de modelbouw en rol van de systeemingenieur; aandacht voor systeemdenken, de keuzes in het systeemontwerp en de gevolgen daarvan; voorbeelden van civieltechnische toepassingsterreinen van modellen en simulatietechnieken, zowel discreet als continu. Practische oefening: maken en complementeren van (wiskundig) model van een civieltechnisch probleem; analyse en interpretatie van de resultaten van het model met medeneming van de grenzen en aannames gedurende het ontwerpproces. Theorie, achtergronden en algemene aspecten: modelcyclus/empirische cyclus, abstractie/reductie, systeem- en een besturingstheorie, meet- en regeltechniek/cybernetica, relatie systeem en model, doel model en modelvorming, methoden voor probleemstructurering, bijdrage modelvorming/ontwikkeling aan probleemoplossingsproces of vraagstelling, wiskundige methoden en technieken uit de operations research. Toepassing van modellen: Probleem- en modeltypen gebruik van modellen in praktijksituaties, operationele analyse; plaats van de 'systems engineer' in het modelvormings- en simulatieproces. Simulatie: tijdaspecten van systemen; discreet/continu, principes discrete simulatie: activity scanning; event scheduling; transaction flow; procesinteract, principes continu simulatie: analoog; digitaal; numerieke methoden,
vergelijking verschillende simulatietechnieken/methodes. Keuze van simulatiemethodiek in relatie tot het probleem, praktijkvoorbeelden/toepassingen. Oefeningen en werkcolleges: gebruik van modellen: interpretatie gegevens; betrouwbaarheidsanalyse; gevoeligheidsanalyse; testen van model; uitvoering van een simulatie binnen het werkgebied van de civiel-ingenieur, met bewuste en beargumenteerde keuze van de hulpmiddelen; doorlopen van het gehele ontwikkeltraject [van probleem via een (wiskundig] model naar werkende simulatie, gevolgd door interpretatie van gegevens en uitkomsten]; oefenen van wiskundige O.R.technieken Actuele informatie over vak, inhoud, oefeningen, inschrijving, rooster, etc. vindt op http://cti.ct.tudelft.nl
Cursus type college werkcollege
Studie fase keuzevak bachelor
Toetsing Voorkennis Voorwaarde: alle deelcijfers >=5.0 Toetsingsvorm Beoordeling van rapportage en bespreking daarvan plus theoretische achtergrondkennis.
Beoordeling
Berekening (rapp. 1 + rapp.2 + eindbespreking/theorie)/3
Materialen studiehandleiding: Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Leeslijst
153
CT3920 Grafische gegevensverwerking/CAD ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 4 docent: Dr.ir. M.R. Beheshti
Beschrijving Introductie tot de grafische gegevensverwerking met toepassingen in de civiele techniek: o.a. grafische representatie van wetenschappelijke gegevens (grafiek, charts, etc.) geometrie en topologie, inleiding grafische gegevensopslag, geïntegreerd gebruik van CAD in ontwerp- en productieproces, product data interchange; voorbeelden, praktijkgerichte toepassingen en toekomstige ontwikkelingen als CAD in relatie met eindige elementen modellen, CAD in relatie met expertsystemen en AIontwikkelingen. Collleges: inleiding computerondersteund ontwerpen; begrippenkennis en gereedschappen, m.n. grafiek, geometrie en topologie; grafische databases, intelligente CAD-systemen; koppeling ontwerpondersteunde systemen, zoals MCE, spreadsheets, databases, rekenmodules, GIS-systemen, etc. werkcolleges: cases (multimedia/AV en computerbased representaties); discussies en bespreking CADoefeningen van studenten; praktijkvoorbeelden. oefeningen: een algemene en een (door de student te kiezen) domeingerichte CAD-oefening (ontwerpopgave met uitwerking in JMDL, AutoLISP of VBA); scriptie: een uitgebreid verslag van de oefening. N.B. merk op dat hier met CAD Computer ondersteund ontwerpen bedoeld wordt en niet Computer ondersteund Tekenen. Actuele informatie over vak, inhoud, oefeningen, inschrijving, rooster, etc. vindt je op http://cti.ct.tudelft.nl/CTif3920.html
Cursus type • • •
college oefening scriptie
Studie fase bachelor
Toetsing
Voorkennis het behalen van een voldoende (cijfer 6) voor de oefeningen is de voorwaarde om een scriptie te mogen schrijven Toetsingsvorm beoordeling van verplichte oefeningen en van de scriptie
Beoordeling
Berekening 0,5 x oef + 0,5 x scriptie (ieder >= 5.0) NB Scriptie dient binnen het blok afgerond te zijn
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Het boek "Computer o-ndersteund o-ntwerpen", door R. Beheshti en R. v.d. Looij, Uitgever Lemma, ISBN 90-5189897-5 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
154
CT3930 Ruimtelijke gegevensverwerking/GIS ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 docent: Ir. H. Boere gastdocenten begeleiders: Dr.ir. M.R. Beheshti contactpersonen voor studenten: Dr.ir. M.R. Beheshti kamer: 2.05 tel: 83401 spreekuur/afspraak: Dr.ir. M.R. Beheshti kamer: 2.05 tel: 83401
Beschrijving
Introductie tot de ruimtelijke gegevensverwerking met toepassingen in de civiele techniek: geometrie en topologie, geografische gegevens en gegevensopslag (opslag van vector en raster structuren), raster manipulaties en interpolaties, hybride en fractale modellen, gegevens niveaus, geografische informatiesystemen, modelvorming en integratie van GIS en wiskundige modellen. Voorbeelden, praktijkgerichte toepassingen en oefeningen als integraal deel van het vak. Colleges: samenvatting benodigde kennis van grafische databases en modellen (korte introductie); computerondersteunende ruimtelijke informatiesystemen (GIS); toepassingen van GIS-systemen in de drie civieltechnische domeinen; voordelen en beperkingen van GISsystemen in de civiele techniek; koppeling GIS en wiskundige modellen; nieuwe ontwikkelingen rondom GIS-systemen in de civiele techniek; Werkcolleges: Cases (multimedia/AV en computerbased representaties); discussies en bespreking van GIS-oefeningen van studenten; praktijkvoorbeelden; Oefeningen: Een algemene en een (door de student te kiezen) domeingerichte GIS-oefening; Scriptie: een uitgebreid verslag van de oefening Actuele informatie over vak, inhoud, oefeningen, insvhrijving, rooster, etc. vind je op http://cti.ct.tudelft.nl/CTif3930.html
Cursus type
college oefening scriptie
Studie fase bachelor keuzevak
Toetsing
Voorkennis - oefening (wordt individueel mondeling besproken) - scriptie (beoordeling scriptie) - tentamen (mondeling) Tentamenstof: op het netwerk aanwezig (online studiemateriaal): - GISTutor - GeoCube - De stof uit het boek 'Fundamentals of Spatial Information System' door C.R. Laurini en D. Thompson (zie handleiding voor wat betreft de hoofdstukken). Toetsingsvorm Mondeling tentamen, een verplichte oefening (individueel) en een scriptie
Beoordeling
Berekening 0,5 (oef+scriptie) en 0,5 mondeling tentamen (ieder hoger dan een 5,0) N.B. In principe wordt de scriptie binnen de blokperiode afgerond.
Materialen studiehandleiding: • Handleiding IDRISI. Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie. dictaat/studieboek verplicht: • Het boek 'Fundamentals of Spatial Information Systems' C.R. Laurini en D. Thompson, (een beperkt aantal boeken is aanwezig in de studieruimte van de CTbibliotheek). Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins. •
GISTutor (dit o-nline boek is beschikbaar op het netwerk).
Verkrijgbaar bij website. •
GeoCube (dit on-line boek is beschikbaar op het netwerk).
Verkrijgbaar bij website.
155
CT3980 Uitvoeringsmethodieken in Bouw en Civiele Techniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 3 MSc-programma, onderwijsperiode 3 docent praktijk gastdocenten begeleider: student-assistenten spreekuur/afspraak: secretariaat van de sectie
Samenvatting Het verwerven van vaardigheden door het werken met de te behandelen collegestof in een zestal aan de bouwpraktijk ontleende oefeningen in de volgende modules: 1. Inleiding betreffende algemene productie planningsmethoden in de bouw. Decompositie van het uitvoeringsproces en benoeming uitvoeringspartners. Toepassing met inleiding planningsmethoden met balkenschema's. Ontwerp van serieproductie processen. Principes van inzet bouwplaatspersoneel (labour allocation). 2. Algemene inleiding over cyclusplanning met praktische toepassingen met het gebruik van prefab, elementen in de (woning)bouw. 3. Calculatie bouwkosten en opzet uitvoeringsplanning met behulp van in de uitvoerende bouw veel gebruikte computerprogrammatuur. Tevens technieken van het crashen van netwerkplanningen. 4. Werkvoorbereiding. Het doen van een aanbieding of inschrijving voor een klein project. Opzet inschrijvingsbegroting, bepaling van ABK, AK en W+R, opzet uitvoeringsplanning, contractering van onderaannemers en toeleveranciers. 5. Werkvoorbereiding en bouwplaatsmanagement met bouwplaatsinrichting, bouwplaatslogisiek en kraantijd berekeningen. 6. Opzet en aanbieding van een project in het buitenland. Financieel management rond projecten, risicobepaling en -management, baxterformules en cashflow berekeningen. Aanbestedingsvormen, tender voorbereiding.
Studie fase • bachelor • master
Toetsing
Voorkennis Het maken van 5 oefeningen. Het maken van 5 kennistoetsen. Toetsingsvorm Mondeling tentamen bestaande uit twee onderdelen: 1. Nabespreking van de ingeleverde oefeningen bundel. 2. Open vragen over de in het collegedictaat aangeboden theorie
Beoordeling
Berekening Gemiddelde van het resultaat van 5 oefeningen plus 2 x cijfer voor het mondeling tentamen, gedeeld door 7. Resultaat kennistoetsen ter afronding.
Materialen
studiehandleiding: • Studiehandleiding opgenomen in dictaat dictaat/studieboek verplicht: • Collegedictaat "Uitvoeringsmethodieken in Bouwen en Civiele Techniek" Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
156
CT4010 Economie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 MSc-programma, onderwijsperiode 1 docent: Dr.ir. R.J. Verhaeghe Prof.dr. A.H. Kleinknecht contactpersoon voor studenten: Dr.ir. R.J. Verhaeghe kamer: 2.05 tel: 83401
Samenvatting
Inleiding macro-economie, micro-economie, bedrijfseconomie en haalbaarheidstudies. Overzicht van openbare financien, financiering infrastructuur, innovatie economie en milieu economie. Inleiding regionale- en vervoerseconomie, economische modellen, en natural resource management. Praktijk toepassingen.
Beschrijving Algemeen: inleiding tot de verschillende disciplines in de economie. Nadruk op illustratie van de concepten en toepassingen Macro-economie: nationaal inkomen, economische kringloop, conjunctuur en groei, rol van technologie; internationale economie: productiviteit, betalingsbalans, en wisselkoers; geldtheorie en banken; Nederlandse economie: overheidstekort, corporatisme en loonmatiging; rol van sunk costs in economische evaluatie; Micro-economie: consumentgedrag, producentengedrag, marktwerking, kostentypen, criteria voor efficient (economisch)handelen, productiefunctie, toepassingen Bedrijfseconomie: productierekening van een bedrijf (balans- en resultatenrekening), kostensoorten, verlies en winst, solvabiliteit, bezettingsgraad, current ratio Haalbaarheidsanalyse: maatschappelijke en bedrijfs-economische kosten-baten analyse, opstellen K/B patroon, beoordeling investeringen, toepassingen Introductie/illustratie van een aantal specifieke onderwerpen: financiering van infrastructuur, milieu-economie, innovatie-economie, transport economie, economische modellen, resource management
Studie fase • master • bachelor
Toetsing
Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (Multiple choice)
Beoordeling
Berekening tentamencijfer is eindcijfer
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • Twee studieboeken en een diktaat/reader; de reader geeft een overzicht van de stof en bevat aanvullingen (bv publicaties) op het materiaal in de studieboeken; het diktaat bevat voorbeeld opgaven en tentamens Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
157
WI3102CT Kansrekening en Statistiek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 1 docent: Dr. J.A.M. van der Weide
Samenvatting
Basisbegrippen en modellen van de kansrekening, centrale limietstelling en wet van de grote aantallen, data analyse, statistische modelvorming, schattingstheorie en betrouwbaarheidsintervallen.
Beschrijving
De leerstof wordt behandeld uit het lesmateriaal dat hoort bij het Instellingspakket KanStat. Dit materiaal is zo ingericht dat ieder hoofdstuk overeen komt met één lesuur. Aan de orde komen de hoofdstukken 1 tot en met 21 en hoofdstuk 23. Voor een opsomming van de onderwerpen verwijzen we naar KanStat. Van de studenten wordt verwacht dat ze zelfde oefeningen (exercises) aan het eind van de hoofdstukken maken. Het is niet voldoende om alleen de controle vragen (quick exercisie) uit de tekst te bestuderen. Er zijn geen aparte oefencolleges, wel staan de antwoorden in de tekst.
WI3103CT Risico analyse ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, onderwijsperiode 2 docent: Dr. M. Brumsen Dr.ir. K.F. Mulder
Samenvatting - optimaliseringsproblemen: algemeen optimaliseringsprobleem, identificatie van typen problemen, complexiteit en randvoorwaarden, lineaire en kwadratische problemen, niet lineaire optimalisering met nevenvoorwaarden; - inleiding besliskunde: modelvorming, nutsen verliesfunctie, beslissingscriteria; - inleiding risicoanalyse: betrouwbaarheid en beschikbaarheid, levensduurverdelingen, foutenboemen, betrouwbaarheid van systemen met afhankelijke componenten.
Cursus type • college • practicum
Studie fase • bachelor
Toetsing
• HBO-programma • bachelor
Toegestane middelen een eenvoudige zakrekenmachine (niet programmeerbaar, zonder statistische functies), 1 A4-tje met eigen aantekeningen (beide kanten beschreven) Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen + multiple choise) Verslag van practicum OR
Toetsing
Beoordeling
Cursus type • college • practicum
Studie fase
Toegestane middelen Schrijfmateriaal en een eenvoudige, nietprogrammeerbare rekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen + multiple choice)
Materialen
studiehandleiding: •
KanStat: Probability and Statistics for the 21st century, Part I and II
Berekening eindcijfer is tentamencijfer
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: • dictaat wi3103CT Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
158