Papieren Patroon programma BSc-opleiding 2004 – 2005
OPLEIDING CIVIELE TECHNIEK TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT FACULTEIT CIVIELE TECHNIEK EN GEOWETENSCHAPPEN Stevinweg 1 2628 CN DELFT 1 juli 2004
2
3
Inhoudsopgave VOORWOORD..........................................................................................................................................5 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) ..............................................................................7 AGENDA VOOR HET COLLEGEJAAR 2004/2005........................................................................9 ONDERWIJSADMINISTRATIE ........................................................................................................11 STUDIEADVISEUR...............................................................................................................................12 BACHELORPROGRAMMA CIVIELE TECHNIEK SEMESTERINDELING PROPEDEUSE 2004 – 2005 ..........................................................................................................................................17 OVERZICHT VERPLICHTE VAKKEN BSC-PROGRAMMA ........................................................19 KEUZEVAKKEN BACHELOR PROGRAMMA .................................................................................20 MASTERVARIANTEN...........................................................................................................................23 BOUWTECHNIEK & BOUWPROCES (BUILDING ENGINEERING) .....................................24 WATERBOUWKUNDE EN GEOTECHNIEK ...................................................................................25 WATERMANAGEMENT .......................................................................................................................26 TRANSPORT & PLANNING ...............................................................................................................28 BOUWPROCESINNOVATIE ..............................................................................................................29 BOUWINFORMATICA.........................................................................................................................29 AFSTUDEERPROFILERING DUURZAME ONTWIKKELING ...................................................30 AFSTUDEERVARIANT TECHNOLOGIE IN DUURZAME ONTWIKKELING (TIDO) ........31 TECHNISCHE UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDING (TULO) VAN TU DELFT ............32 TECHNISCHE UNIVERSITAIRE LERARENOPLEIDING (TULO) VAN TU DELFT ............32 UITLEG VAN HET ROOSTER.............................................................................................................33 VAKOVERZICHTEN PROPEDEUSE .................................................................................................35 VAKOVERZICHTEN TWEEDE JAAR................................................................................................61 VAKOVERZICHTEN DERDE JAAR...................................................................................................89
4
5 Voorwoord Aan deze Papieren Patroon is veel zorg besteed maar het is een momentopname. Kijk voor de roosters op www.citg.tudelft.nl/iris en voor recente onderwijsinformatie op www.citg.tudelft.nl/dos. Drs. E. Touw Hoofd Dienst Onderwijs & Studentenzaken
6
7
Onderwijs- en examenregeling (OER)
De opleiding gaat ervan uit dat het studentenstatuut, de Onderwijs- en examenregeling (OER) met de daarbij behorende Uitvoeringsregeling en de Regels en richtlijnen van de examencommissie bij iedere student bekend zijn. Hierin • • • •
zijn onder meer te vinden: de formele regels voor het examenprogramma toelatingseisen die voor sommige onderdelen gelden zak- en slaagregelingen regels voor beroep inzake tentamens of examens
Het statuut, de regelingen en de richtlijnen zijn te vinden op de website www.citg.tudelft.nl/dos en in te zien bij de balie van de onderwijsadministratie.
8
9
Agenda voor het collegejaar 2004/2005
1e semester 6/9/2004 - 22/10 25/10-29/10 1/11 - 5/11 8/11 - 24/12 27/12 - 7/1 10/1/2005 - 14/1 17/1 - 4/2 2e semester 7/2/2005 - 24/3 (do) 29/3 (di) - 1/4 4/4 - 8/4 11/4 - 29/4 2/5 - 6/5 9/5 - 3/6 6/6 - 10/6 13/6 - 1/7
onderwijs roostervrij tentamens onderwijs kerstvakantie roostervrij tentamens
23/9 TACTIQ (sport- en speldag)
onderwijs roostervrij tentamens onderwijs meivakantie onderwijs roostervrij tentamens
25/3 Goede Vrijdag 28/3 Tweede Paasdag
18/8 (do) - 31/8 (wo) hertentamens
5/5 Bevrijdingsdag en Hemelvaart 16/5 Tweede Pinksterdag
10
11 Onderwijsadministratie De Onderwijsadministratie houdt de studieresultaten bij van de studenten van de opleiding Civiele Techniek. De persoonlijke resultaten van alle tentamens en practica kan de student bekijken via Blackboard. De Onderwijsadministratie geeft telefonisch geen resultaten door. Bij de Onderwijsadministratie kun je een gewaarmerkte cijferlijst aanvragen als je die nodig hebt voor b.v. een sollicitatie. Dit gebeurt via intekening bij de Onderwijsadministratie, waarna je de lijst de volgende dag kunt afhalen. In verband met privacyregelingen kunnen cijferlijsten alleen door de student persoonlijk worden afgehaald (op vertoon van collegekaart). Ook kun je bij de Onderwijsadministratie allerlei formulieren krijgen, onder andere de formulieren voor het aanvragen van de examens, wijziging studiefinanciering en adreswijziging. Buiten de openingstijden vind je deze formulieren in de bakjes bij de TASkiosk naast de Onderwijsadministratie (kamer 2.71). De ingevulde formulieren kun je inleveren tijdens de openingstijden van de Onderwijsadministratie. Buiten de openingstijden kunnen de formulieren in de desbetreffende blauwe brievenbussen naast kamer 2.71 worden gedeponeerd. Voor verdere vragen kun je bij de balie van de Onderwijsadministratie (kamer 2.73) dagelijks terecht van 10.00 tot 12.00 uur en van 12.45 – 15.00 uur. De website van de Dienst Onderwijs en Studentenzaken biedt ook veel actuele informatie voor studenten. Hier is onder andere het meest recente tentamenrooster incl. wijzigingen en zaalindelingen (één week voor het tentamen) te vinden. De website kun je vinden onder www.citg.tudelft.nl/dos. Ook op de monitoren in de gangen vind je veel actuele informatie.
Opgeven voor tentamens Aanmelden voor de schriftelijke tentamens uit het tentamenrooster doe je door middel van het TentamenAanmeldSysteem (TAS). Je kunt je voor de tentamens aanmelden bij de TAS-kiosk op de 1e verdieping naast de Onderwijsadministratie, kamer 2.71. Aanmelden kan ook via de website www.citg.tudelft.nl/dos. Let op: de aanmelding voor de schriftelijke tentamens sluit 2 weken voor de tentamendatum. Daarna is inschrijven niet meer mogelijk!! Aanmelden voor tentamens voor andere opleidingen doe je op TAS bij de betreffende opleiding, dit geldt dus ook voor de verplichte wiskundevakken. Terugtrekken voor een tentamen doe je ook via het TAS-systeem. Verdere regelingen staan vermeld in de Regels van de examencommissie.
Opgeven voor Propedeuse en Bachelor Uiterlijk 6 weken voor het tijdstip waarop de uitslagvergadering voor de propedeuse en/of het bachelor plaats vindt, moet je je voor het examen aanmelden bij de Onderwijsadministratie (kamer 2.73). De sluitingsdatum voor het aanmelden staat ook in het CT-nieuws.
Tentamenrooster Het tentamenrooster voor de schriftelijke tentamens staat op de website. In het CT-nieuws, dat iedere week verschijnt, worden mededelingen opgenomen die voor de studie van belang zijn. Mocht je een nummer van het CT-nieuws niet ontvangen hebben, dan is dat op het secretariaat van Dienst Onderwijs en Studentenzaken (kamer 2.65) in beperkte oplage te verkrijgen. Op de website www.citg.tudelft.nl/dos zijn de tentamenroosters (incl. wijzigingen) en het CT-nieuws ook te lezen.
Het mentorsysteem Alle studenten die per 1 september als eerstejaarsstudent bij de opleiding staan ingeschreven, worden ingedeeld in een mentorgroep. Deze groep komt in de eerste helft van het cursusjaar wekelijks bijeen. Daarna ligt de frequentie wat lager. Studenten worden geacht hieraan deel te nemen. Doel van deze bijeenkomsten is o.a. om de student wegwijs te maken, steun te geven bij het opbouwen van een studieritme en hulp te bieden bij het ontwikkelen van een studeermethode en de aanpak van de studie.
12 Groepsindeling Bij de indeling van de mentorgroepen wordt de indeling aangehouden van de groepen bij het eerstejaarsproject CT1061. Sommige groepen ontstaan al in het Civiel Ontmoetingsweekend (COW) of tijdens de OWEE. Deze studenten tekenen dan als groep in voor het eerstejaarsproject. Uiteraard kun je ook individueel of met een klein groepje intekenen voor het projectonderwerp dat je het leukst vindt. De indeling van de mentorgroepen en de eerstejaarsprojectgroepen is ook de basis voor de inroostering voor tekenen en wiskunde. Het feit dat studenten elkaar steeds op die manier treffen en samenwerken, zorgt ervoor dat je sneller gewend raakt aan de gang van zaken bij Civiele Techniek.
Centrale Studentenadministratie TU Delft (CSA) Je kunt • • •
bij de CSA onder andere terecht voor (informatie over): Aanmelden en inschrijven voor een opleiding aan de TU Delft Betalen collegegeld via betaalautomaat Tweede inschrijvingen, omzwaaien naar een andere opleiding, staken of beëindigen van de inschrijving, restitutie collegegeld • Afstudeerfonds, Techniekfonds, Bestuursbeurs, tempo- of prestatiebeurs • Officiële verklaringen voor diverse instanties in het Nederlands, Engels, Duits en Frans m.b.t. collegegeld • Waarmerken van kopieën van diploma’s en cijferlijsten • Ondertekenen en stempelen van formulieren van diverse instanties • Duplicaat collegekaarten • Adreswijzigingen (kan ook bij de Onderwijsadministratie) • Wijzigingsformulieren voor de Informatie Beheer Groep (ook te verkrijgen bij de Onderwijsadministratie) • Verkoop TU-gids Voor vragen over studiefinanciering moet je je wenden tot een Steunpunt Studiefinanciering of het Studentenadviesbureau (STA*D).
De balie van de Centrale Studentenadministratie is gevestigd in het Bureau van de Universiteit, Julianalaan 134, kamer 0.004 en is geopend van maandag t/m vrijdag van 08.30 tot 16.45 uur. Telefoon 015 278 4249. E-mail adres:
[email protected]. Studieadviseur Als je problemen krijgt tijdens je studie, kun je altijd terecht bij de studieadviseur. Vaak kan deze je helpen bij het verbeteren van je studieaanpak, of misschien adviseren een studie te kiezen die beter bij je past. Ook voor persoonlijke en bijzondere omstandigheden die je studie nadelig beïnvloeden kun je bij de studieadviseur terecht. De studieadviseur geeft • Algemene inlichtingen over de studie Civiele Techniek • Hulp bij studieplanning en aanleren van studiemethodes of discipline, al dan niet in relatie met persoonlijke omstandigheden • Advies bij omzwaaien binnen of buiten de Technische Universiteit • Advies over bijvoorbeeld het kiezen van een afstudeerrichting • Registratie van studievertraging, en hulp bij het tijdelijk staken van de studie wegens bijzondere omstandigheden • Aanvragen van financiële steun bij studievertraging en het aanvragen van bestuursbeurzen • Overige studiegerelateerde problemen en vragen Afspraak met de studieadviseur en inloopspreekuur Voor algemene informatie of voor een afspraak met één van de studieadviseurs kun je contact opnemen met de secretarieel medewerker van de studieadviseurs, de heer M.G. Eikelenboom, kamer 2.65, telefoon 015 278 7436. In zeer dringende gevallen kan hij je direct met de studieadviseurs in contact brengen. Voor korte, informatieve vragen kun je ook terecht op het inloopspreekuur. Tijdstip: maandag t/m vrijdag van 12.45 – 13.30 uur. Plaats: loggia tegenover de Onderwijsadministratie (tussen kamer 2.72 en 2.74).
13 Studeren in het buitenland Een deel van je studie in het buitenland doen is goed mogelijk bij de opleiding Civiele Techniek. Er zijn verschillende samenwerkingsverbanden met andere universiteiten in Europa, die internationale uitwisseling vergemakkelijken. Studeren in het buitenland is een bijzondere ervaring. Het geeft je de mogelijkheid je talenkennis te verbreden en een ander studentenleven te leren kennen, net als de gewoonten en gebruiken van een ander land. Het is goed voor je persoonlijke ontwikkeling en je doet contacten op waar je later in je leven wat aan kunt hebben. Studeren in het buitenland betekent wel dat je veel moet regelen en flexibel moet zijn. Je hebt doorzettingsvermogen en geduld nodig. De voorbereidingen vergen meestal wel een half jaar of langer. We raden je aan je al een jaar van tevoren te oriënteren op de mogelijkheden. Kijk voor adressen in diverse landen op de site: www.citg.tudelft.nl/dos. Voor informatie over studiebeurzen kun je terecht bij mw. G. de Graaf, medewerkster internationalisering. Zij zit bij het Student Facility Centre (Julianalaan 134), waar je ook een brochure met veel praktische tips vindt. Voor meer informatie kun je contact opnemen met één van de studieadviseurs. Studenten Gezondheidszorg (SGZ) In de Studenten Gezondheidszorg (SGZ) zijn de studentenartsen ondergebracht. De SGZ is een zelfstandige organisatie, die preventieve geneeskundige zorg biedt aan studenten. De studentenartsen treden ook op als gewone huisartsen. De SGZ vind je in het SGZgezondheidscentrum aan de Surinamestraat 4, 2612 EA Delft, telefoon 015 212 1507. In het gezondheidscentrum zit ook een fysiotherapeut en een reguliere huisartspraktijk. Openingstijden: van 08.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17.00 uur. Bij de studentenartsen kun je terecht voor vaccinaties, keuringen en medische verklaringen. De artsen geven ook hulp en advies bij lichamelijke en geestelijke problemen die nadelig kunnen werken bij je studie.
14
Studium Generale Jaffalaan 5, kamers a3.370, a3.390 en a3.400 2628 BX Delft tel: 015-2785235
[email protected] www.sg.tudelft.nl Openingstijden: Ma, di, vr: 9.00-12.30 uur, do: 9.00-17.00 uur
Ben jij breed academisch gevormd? Goed nieuws! Ingenieurs staan midden in de maatschappij en zijn een belangrijke schakel in de motor van onze economie. Dagelijks hoor je de roep om ingenieurs als het gaat over Nederland Kennisland en onze Innovatie-economie. Het klinkt door bij discussies over meer bèta in de onderwijsprofielen of over de groeiende kloof tussen de aansluiting van vwo en universiteit. Het slaat allemaal direct op jou, onze student en aankomend ingenieur. Niks aan de hand zou je zeggen! Je zou gerust kunnen denken dat afgestudeerde ingenieurs in een gespreid bedje terechtkomen. Met nog een jaartje (of wat) studeren kun jij met je vakkennis de wereld gaan verbeteren... want de wereld zit immers op jou te wachten...!? Waar en toch ook niet waar! Beroepskansen genoeg inderdaad. Maar krijg je ook wat jij wilt? Je krijgt als aankomend Delfts ingenieur een fantastische opleiding aan de TU. Toch maakt het jou niet onbetwistbaar klaar voor de maatschappij en voor je toekomstige werkgever. Heb je bijvoorbeeld door dat veel maatschappelijke projecten van technische aard eerder aan de wetten der chaos beantwoorden dan aan die van de technische logica? Politiek, sentiment, actiegroepen, fraude, culturele verschillen, dat alles blijkt soms van veel groter belang dan wat jij geleerd hebt in je studie. Als ingenieur wordt er van je verwacht dat je in dat spanningsveld kunt opereren. Je bent straks dan ook meer in trek wanneer je aantoonbaar in staat bent over de grenzen van je eigen vakgebied heen te kijken, verbanden te leggen, netwerken te bouwen tussen mensen met een van jouw totaal verschillende achtergrond. Kennis van aanverwante vakgebieden, andere disciplines zoals geschiedenis, cultuur, emoties, de menselijke psyche, kunst en cultuur zijn onontbeerlijk. Je werkgever gaat er vanuit dat je die brede kennis op een academisch niveau hebt. En heb jij die kennis al? Ja? Verbazingwekkend knap, maar helaas vormen vakken die je dat aanleren steeds minder onderdeel van het curriculum van de TU. Bezuinigingen in het hoger onderwijs, academische concurrentie met het buitenland, efficiency, studierendementen, prestatiebeurzen, de noodzaak van bijbaantjes... Zeker, er zijn genoeg redenen aan te wijzen voor de uitholling van jouw brede academische vorming... Je kunt je er meteen bij neerleggen als je wilt, wel zo gemakkelijk. Maar wil jij dat? Ben jij al klaar voor de grote boze buitenwereld? Als het antwoord Nee is dan moet je misschien maar eens verder lezen. Gelukkig heeft de TU Delft net als alle universiteiten in Nederland een Bureau Studium Generale. Bij Studium Generale hoor je wat over de oudste en jongste ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, kunst, cultuur en maatschappij en word je de mogelijkheid geboden je horizon te verbreden en kennis te nemen van andere disciplines dan het eigen studieterrein. Uiteraard kan Studium Generale je niet alles leren en nemen we je geen tentamens af. Het is dus niet verplicht! Wij kunnen jou hooguit prikkelen en stimuleren om kennis te nemen van de enorme uitdagingen die er voor jou liggen. We kunnen je meenemen naar andere vakgebieden en je laten kennismaken met de frustraties en fascinaties van andere mensen. Je zult zelf ervaren of en hoe je die kennis kunt gebruiken. Wij doen in elk geval ons best om voor jou de beste sprekers naar Delft te halen die er zijn. Daarnaast mag je van kennis ook gewoon genieten en veel te genieten valt er! Ben je benieuwd naar de onderwerpen, naar de grote en de kleine vragen van het leven? Geïnteresseerd in leven en werk van bijvoorbeeld Einstein, Marilyn Monroe, Plato, Rembrandt,
15 Don Quichotte, Bach, Mohammed, Darwin of Kuifje? Wil je meer weten over kwantummechanica, westerns, de romantiek, Oosterse filosofie of postmodernisme? Wil je meedoen aan een workshop om je hersens te trainen? Nieuwsgierig naar grensverleggend onderzoek aan andere faculteiten van de TU Delft? Of ben je hard toe aan een cursus effectief bekvechten of creatief denken? Studium Generale is van diverse markten thuis! Bijna iedere maandagavond kun je in Speakers terecht voor de lezingenreeks ‘How to bluff your way into the secret life of everything you always wanted to know about’, waarin een persoon, een theorie, een thema of een tijdperk in de spotlights wordt gezet. Verder organiseert Studium Generale forumdiscussies, symposia, literaire bijeenkomsten, concerten, workshops, materialenreeksen, leesgroepen, tentoonstellingen en film- en theatervoorstellingen. De toegang van de programma's is meestal gratis en vaak ook toegankelijk voor belangstellenden van buiten de TU.
Zelf initiatieven? Om goed te kunnen inspelen op de interesses en behoeften van jou als student wil Studium Generale graag horen wat er bij jou speelt. Studium Generale werkt regelmatig samen met zowel individuele studenten als met studieverenigingen, TU-vakgroepen en instellingen en organisaties van buiten de universiteit. Heb jij een goed idee? Schroom niet, laat het ons weten!
Informatie Twee maal per jaar geeft Studium Generale een programmablad uit waarin alle activiteiten worden aangekondigd. Dit wordt verspreid over alle TU-gebouwen, maar is ook los verkrijgbaar. De makkelijkste manier om op de hoogte te blijven van onze programma's is door middel van een gratis abonnement. Stuur ons daarom nu een briefje of emailbericht met je naam, adres en emailadres. Ben jij klaar voor Studium Generale?
16
17 Bachelorprogramma Civiele Techniek semesterindeling propedeuse 2004 – 2005 Semester 1.1 ECTS Semester 1.2 ECTS Semester 2.1 WI1316CT Analyse 3 WI1316CT Analyse 3 WI1317CT Lineaire algebra CT1121 Duurzame 3 CT1021 Dynamica 4 CT1041 Constructiemechanica 2 ontwikkeling CT1031 Constructiemechanica CT1210 Organisatie van het 4 CT1130 Geo-informatie 3 1 bouwen CT1101 Introductie CT 3 CT1112 Technisch Tekenen 1 CT1090 Modelvorming CT1061 Integraal Ontwerpen CT1112 Technisch Tekenen 1 in de Civiele Techniek 3 CT1112 Technisch Tekenen Ontwerpproject 1 CT1061 Integraal Ontwerpen in de Civiele Techniek Ontwerpproject 1 Totaal 14 Totaal 14 Totaal
Semester 1.1 WI2253CT Differentiaalvergelijkingen voor CT CT2121 Experiment
4
CT2100 Vloeistofmechanica
3
CT2090 Grondmechanica CT2071 Ruimtelijke vervoersplanning
3
Bachelorprogramma Civiele Techniek semesterindeling 2e jaar Semester 1.2 ECTS Semester 2.1 WI3097TU Numerieke CT2031 Constructiemechanica 4 wiskunde 3 CT2121 Experiment 1 CT2051 Constructieleer 2A CT2122 Duurzame 3 CT2330 Funderingstechniek Bouwmaterialen en Experiment CT2100 Vloeistofmechanica 3
4
CT2090 Grondmechanica
15
CT2081 Inl. Computeronderst. 2 modelleren/program. voor Civiel Ingenieurs Totaal 15
Totaal
ECTS
1
ECTS 3 5
Semester 2.2 WI1317CT Lineaire algebra CT1102 Ruimtelijke ordening/bestuurskunde/ recht
ECTS 3 4
3
CT1052 Constructieleer 1A
2,5
3
CT1052 Constructieleer 1B
0,5
1
CT1310 Hydrologie 1
4
Totaal
14
3 18
Σ = 60 ECTS 4 4 3
3 CT2081 Inl. Computeronderst. modelleren/program. voor Civiel 2 Ingenieurs Totaal 13
Semester 2.2 CT2022 Dynamica van systemen CT2051 Constructieleer 2B
3
CT2320 Inleiding waterbouwkunde
4
CT2061 Integraal Ontwerpen in de CT; ontwerpproject 2
6
Totaal
16 Σ = 60
ECTS
3
18 Bachelorsprogramma Civiele Techniek semesterindeling 3e jaar Semester 1.1 ECTS Semester 1.2 ECTS WI3102CT Kansrekening en 3 WI3103CT Risicoanalyse 3 statistiek CT3051 Constructieleer 3A 3 CT3051 Constructieleer 3B 3 CT3041 Geometrisch en Constructief Ontwerp van 5 CT3053 De bouwcyclus 1 Wegen en Spoorwegen CT3071 Ontwerpen van CT3011 Watermanagement 4 5 gebouwen
A-vak: CT3711 Oef. geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorwegen A-vak: CT3109 Constructiemechanica 4 A-vak: CT3410 Waterbeheersing A-vak: CT3320 Grondwatermechanica, stroming en -transport
keuzevakken B Totaal
15
Semester 2.1
CT3061 Ontwerpproject 3
ECTS
Semester 2.2
ECTS
6
CT3000 BSc Eindwerk
9
A-vak: CT3211 Constructies van gebouwen 1
5
4
A-vak: CT3221 Bouwfysica & Bouwtechniek
4
5
A-vak: CT3121 Staalconstructies 2
4
5
A-vak: CT3150 Betonconstructies 2
4
4
A-vak: CT3310 Stromingen in waterlopen
5
4
A-vak: CT3420 Civiele Gezondheidstechniek A-vak: CT3721 Ontwerp Stedelijke Infrastructuur keuzevakken B
4 5 4
Keuzevakken B Totaal
4 13 Σ = 60
Let op!. Conform het OER BSc Civiele Techniek, uitvoeringsregeling artikel 10 mogen studenten pas aan derdejaars oefeningen, practica en tentamens deelnemen als zij de Propedeuse behaald hebben. Studenten die vinden dat zij door deze regel onevenredig getroffen worden, kunnen zich na overleg met de studieadviseur tot de Examencommissie wenden. Zij kunnen bij de Examencommissie een verzoek tot ontheffing indienen.
19 Overzicht verplichte vakken BSc-programma Vakcode CT1021 CT1031 CT1041 CT1052 CT1061 CT1090 CT1101 CT1102 CT1112 CT1121 CT1130 CT1210 CT1310 CT2022 CT2031 CT2051 CT2061 CT2071 CT2081 CT2090 CT2100 CT2121 CT2122 CT2320 CT2330 CT3000 CT3011 CT3041 CT3051 CT3053 CT3061 CT3071 WI1316CT WI1317CT WI2253CT WI3097TU WI3102CT WI3103CT
Omschrijving Dynamica Constructiemechanica 1 Constructiemechanica 2 Constructieleer 1 Integraal Ontwerpen in de Civiele Techniek Ontwerpproject 1 Modelvorming in de Civiele Techniek Introductie Civiele Techniek Inleiding Ruimtelijke Ordening, Bestuurkunde en Recht Technisch tekenen Duurzame Ontwikkeling Geo-informatie voor Civiel Technici Organisatie van het bouwen Hydrologie 1 Dynamica van systemen Constructiemechanica 3 Constructieleer 2 Integraal Ontwerpen in de Civiele Techniek; Ontwerpproject 2 Ruimtelijke vervoersplanning Inl. Computerondersteunend modelleren/programmeren voor Civiel Ingenieurs Grondmechanica Vloeistofmechanica Experiment Duurzame Bouwmaterialen Deel M (=CT2122) en Experiment (Deel E) Inleiding Waterbouwkunde Funderingstechniek BSc Eindwerk Watermanagement Geometrisch en Constructief Ontwerp van Wegen en Spoorwegen Constructieleer 3 De Bouwcyclus Ontwerpproject 3 Ontwerpen van Gebouwen Analyse Lineaire Algebra Differentiaalvergelijkingen voor Civiele Techniek Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen Kansrekening en Statistiek Risicoanalyse
20 Keuzevakken Bachelor programma Onderstaand vind je de lijst van keuzevakken van het Bachelor programma. Ter voorbereiding op de mastervariant moet de student een A-pakket kiezen van 9 ECTS. De overige 9 ECTS mag de student vullen met een eigen keuze uit de overige A-pakketvakken en de B-lijst. A-pakketten Mechanica, Materialen en Constructies CT3109 Constructiemechanica 4 Construeren (keuze uit CT3121 Staalconstructies 2 of CT3150 Betonconstructies 2)
4 ECTS
Bouwtechniek en Bouwproces CT3211 Constructies van gebouwen 1 CT3221 Bouwfysica & bouwtechniek
5 ECTS 4 ECTS
Waterbouwkunde en Geotechniek CT3310 Stroming in waterlopen CT3320 Grondwatermechanica, -stroming en –transport
5 ECTS 4 ECTS
Watermanagement CT3410 Waterbeheersing CT3420 Civiele gezondheidstechniek
5 ECTS 4 ECTS
Transport & Planning CT3711 Oefening geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorwegen CT3721 Ontwerp Stedelijke Infrastructuur
4 ECTS 5 ECTS
5 ECTS
21
B-Keuze CT3110 CT3111 CT3121 CT3150 CT3212 CT3330 CT3340 CT3740 CT3751 CT3910 CT3920 CT3930 CT3980 CT4010 CT4030 CT5560 TB9422 WM0211TU WM0212TU WM0213TU WM0401TU WM0720TU WM0729TU WM0771TU WM0801TU WM0908TU WM1101TU WM1102TU WM1103TU WM1104TU WM1106TU WM1108TU
Constructiemechanica 5: Elastostatica van slanke structuren Bouwweek Staalconstructies 2 Betonconstructies 2 Functie, gebouw en constructie Constructieve Waterbouw Rivierwaterbouwkunde Plan- en Projectevaluatie Stedelijke ontwikkeling, vervoersystemen en netwerken Wiskundige modellen en simulatie Grafische gegevensverwerking/CAD Civieltechnische Ruimtelijke Gegevensverwerking / GIS Voorbereiding en uitvoering van werken in de bouw(nijverheid) Economie Onderzoeksmethodologie Civiele Techniek in Ontwikkelingslanden Logistical management; a business perspective Professioneel presenteren voor technisch-commercieel ingenieurs Professioneel rapporteren voor technisch–commercieel ingenieurs Wetenschapsjournalistiek Geschiedenis van de techniek Ondernemingsrecht Contractenrecht Technisch milieurecht Inleiding veiligheidskunde Techniek en toekomst Upper-intermediate English Written English for technologists Frans voor gevorderden Frans voor vergevorderden Italiaans voor beginners Basiscursus Spaans
4 ECTS 2 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 4 ECTS 3 ECTS 4 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 3 ECTS 4 ECTS 4 ECTS
22
23 Mastervarianten Mechanica, Materialen en Constructies Mechanica, Materialen en Constructies vormen vanouds de grondslag en kern van het vakgebied van de civiel ingenieur. Samen met de materiaalkunde van beton, staal, hout en samengestelde materialen wordt de mechanica gebruikt bij het ontwerp en de uitvoering van vele uiteenlopende constructies die in de ‘droge’ en de ‘natte’ sector van de civiele techniek een toepassing vinden. Bij het afstuderen in de mastervariant Mechanica, Materialen en Constructies staan deze onderwerpen centraal. Afhankelijk van de belangstelling van de student kan daarbij het accent vallen op het functioneel of op het constructieve ontwerp, of op de uitvoering van een constructie. Ook kan het afstudeerwerk bestaan uit theoretisch of experimenteel onderzoek. Dit onderzoek kan een algemeen karakter hebben –bijvoorbeeld onderzoek naar een verschijnsel- dan wel gericht zijn op een bepaald type constructie, samenhangend met het functioneel ontwerp. Er zijn veel onderwerpen die naast kennis van mechanica en constructies ook kennis vragen van een ander gebied in de civiele techniek. In dat geval wordt met de desbetreffende groep samengewerkt. Dit is bijvoorbeeld het geval voor offshore technologie en funderingstechniek, die in samenwerking met de Waterbouwkunde worden verzorgd en het onderwerp draagconstructies dat ook bij de mastervariant Bouwtechniek & Bouwproces grote aandacht krijgt. Studenten die geïnteresseerd zijn in materialen en constructies voor infrastructurele voorzieningen kunnen als specialisatie Weg- en Railbouwkunde kiezen. De Weg- en Railbouwkunde richt zich vooral op het constructief ontwerpen en het uitvoeren, beheren en onderhouden van wegen, spoorwegen, vliegvelden, haventerreinen en dergelijke, alsmede op de constructieve en niet-constructieve vakgebieden die een belangrijke invloed op ontwerp en uitvoering kunnen hebben. MMC afstudeerders met een bijzondere affiniteit voor waterbouwkundige kunstwerken kunnen op deze onderwerpen afstuderen als ze kiezen voor de specialisatie Constructieve Waterbouwkunde. Het afstudeerwerk kan zowel breed als diepgaand van aard zijn en afgestudeerden vinden dan ook een werkkring op zeer uiteenlopende plaatsen en in zeer uiteenlopende functies (ontwerp, uitvoering, research, beheer en onderhoud) bij de overheid, ingenieursbureau’s, de aannemerij of onderzoeksgroepen. Inlichtingen Voor meer informatie over afstuderen bij Mechanica, Materialen en Constructies kun je terecht bij de coördinator, ir. L.J.M. Houben (Stevin I kamer 1.28, telefoon 015 278 4917). Betondispuut: kamer 5.06, telefoon 015 278 4769 E-mail:
[email protected] website : www.betondispuut.tudelft.nl
Mastervarianten
24 Bouwtechniek & Bouwproces (Building Engineering) De richting Bouwtechniek & Bouwproces houdt zich bezig met onderzoek, ontwerp en uitvoering bij de totstandkoming en het onderhoud van gebouwen. Waar bij bouwkundige opleidingen de architectuur, de ruimtelijke en materiële vormgeving van gebouwen voorop staat, legt Bouwtechniek & Bouwproces zich toe op de utilitaire aspecten van het bouwen. Begrippen als draagkracht, betrouwbaarheid, duurzaamheid, doelmatigheid, behaaglijkheid, maakbaarheid en haalbaarheid staan hierbij centraal. Op academisch niveau kunnen omgaan met deze begrippen vergt een gedegen kennis, inzicht en vaardigheid. Bijvoorbeeld van het functioneel ontwerpen van gebouwen, de bouwfysica, de draag- en afbouwconstructies, de toegepaste bouwmaterialen, de bouwkundige implicaties van de installatietechniek, de uitvoeringtechnieken en de bouworganisatie. Het studieprogramma van Bouwtechniek & Bouwproces bevat uiteenlopende vakken en oefeningen op genoemde terreinen. Daarnaast is uitdrukkelijk ruimte vrijgehouden voor vervolgvakken uit het programma van Mechanica, Materialen en Constructies. Samenwerking met Bouwkundestudenten wordt gestimuleerd. Tijdens het afstuderen vindt een toespitsing plaats op één of meer van de volgende aandachtsgebieden: • • • • • • • •
Functioneel ontwerpen Bouwfysica, installaties en milieu Draagconstructies Bijzondere constructies Bouwconstructies Bouwtechnologie Organisatie en uitvoeringstechniek Bouwinformatica
Van recente afstudeerwerken hangen posters rond de kamers 4.11 en 3.11. Inlichtingen Coördinator: Ir. A. te Boveldt, telefoon 015 278 4982, kamer 4.18. E-mail:
[email protected] Spreekuur: geen Studiegids: Handleiding Bouwtechniek & Bouwproces, verkrijgbaar bij het secretariaat, kamer 4.11 Dispuut Utiliteitsbouw (U-dispuut): kamer 4.10.2, telefoon 015 278 3042 E-mail:
[email protected] Website: www.udispuut.tudelft.nl
Mastervarianten
25
Waterbouwkunde en Geotechniek Waterbouwkunde en Geotechniek vormt een kerngebied van de civiele techniek en is gericht op een breed werkterrein. In de eindstudie wordt de mogelijkheid geboden om een keuze te maken uit een groot aantal aandachtsgebieden waaronder: • Geotechniekproblemen op het gebied van grondmechanica, grondwaterstroming en funderingstechniek. • Vloeistofmechanicaproblemen bij constructies, lange golven en getijden, windgolven, golfbelastingen, dichtheidsstromen, turbulentie, verspreiding van stoffen en sedimenttransport. • Waterbouwkunde met de onderverdeling naar deelgebieden als: o Kustwaterbouwkunde, waaronder kustmorfologie (bodemverandering onder de werking van stroom en golven, duinafslag, aanzanding en uitschuring van scheepvaartgeulen), kust- en oeverwerken, golfbrekers. o Havens en scheepvaartwegen: planning en ontwerp van havens (inclusief haveningangen en terminals) en binnenscheepvaartwegen (inclusief sluizen). o Rivierwaterbouwkunde, waarin sedimenttransport, rivierverbeteringen en hoogwaterbestrijding vallen. o Waterbouwkundige kunstwerken: ontwerp, uitvoering en beheer van dijken, dammen, sluizen, stuwen, tunnels, kademuren, steigers en waterkrachtwerken. In plaats van het zwaartepunt van de studie bij één aandachtsgebied te leggen, kan in overleg met de docenten de aandacht ook op een combinatie (of een grensgebied) worden gericht. Ook bestaan er combinatiemogelijkheden met Watermanagement en met Mechanica, Materialen en Constructies (zie bovendien interfacultaire richting Offshore Engineering). Studenten die in het bijzonder geïnteresseerd zijn in waterbouwkundige kunstwerken kunnen afstuderen in de variant Constructieve Waterbouwkunde. Binnen een aandachtsgebied kan ook een fundamenteel studieprogramma worden gekozen, gericht op theoretisch of experimenteel onderzoek. Het vakkenpakket is gericht op een brede inzetbaarheid. Een studiegids Waterbouwkunde en Geotechniek is af te halen bij het Waterbouwdispuut (kamer 2.79, telefoon 015 278 5437) of bij het sectiesecretariaat (kamer 3.91, telefoon 015 278 3345). Ook wordt informatie gegeven over het afstuderen in de Waterbouwkunde en Geotechniek in jaarlijkse bijeenkomsten. Voor uitgebreidere informatie over afstuderen bij Waterbouwkunde en Geotechniek kun je terecht bij de coördinator, dr.ir. P.J. Visser (kamer 3.96, telefoon 015 278 8005).
Mastervarianten
26
Watermanagement Water is als onderdeel van het milieu onmisbaar voor de mens en de natuur. Op vele plaatsen in de wereld wordt water meer en meer een schaars goed, omdat bij een stijgende behoefte de beschikbare hoeveelheid beperkt is of de kwaliteit te wensen overlaat. Daarnaast heeft men op veel plaatsen te maken met een teveel aan water dat overlast en schade veroorzaakt als het niet adequaat wordt afgevoerd. Watermanagement verzorgt onderwijs en verricht onderzoek op het gebied van de kwantiteit en kwaliteit van water. Het omvat drie specialisaties waarin kan worden afgestudeerd: • Hydrologie • Land- en waterbeheer • Gezondheidstechniek Het onderwijsprogramma van de specialisaties verschilt. Omdat iemand die bij Watermanagement afstudeert, in de beroepspraktijk met alle drie de specialisaties te maken krijgt, zijn in het Masterprogramma wel een aantal basisvakken gemeenschappelijk. Een bijzonder aspect van Watermanagement is de samenwerking met instanties en universiteiten in vele landen binnen en buiten Europa. Dit kan resulteren in stages en afstudeerprojecten in landen als Indonesië, Bangladesh, India, Thailand, Filippijnen, Kenia, Zambia, Mozambique, Nicaragua, Peru, Colombia, Argentinië, Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Watermanagement prijst zich verder gelukkig met het bestaan van een actief dispuut, dat excursies, lezingen en festiviteiten organiseert en het blad “Druppeltje” uitgeeft. Hydrologie Hydrologie richt zich op de beschrijving en kwantificering van watersystemen in de natuurlijke hydrologische kringloop. Zeeën en oceanen blijven daarbij buiten beschouwing. Het vakgebied voorziet in de voor de civiel ingenieur noodzakelijke kennis omtrent het ontstaan, het voorkomen, het gedrag en de eigenschappen van water. Het vakgebied hydrologie houdt zich bezig met oppervlakte- en grondwater. Daarbij komen met name de beschikbaarheid van water voor de mens en de beïnvloeding van de kwantiteit en kwaliteit door de mens aan de orde. Het ingrijpen door de mens wordt bekeken vanuit de criteria van het ecologisch inpasbaar handelen en duurzaamheid. Het vakgebied omvat ook het bodembeheer en de preventieve zorg voor de bodemkwaliteit. Dit wordt vanuit de gezondheidstechniek aangevuld met de technische aspecten van de bodemsanering. Het onderwijs bij de sectie hydrologie kan worden onderverdeeld in een viertal aandachtsgebieden: • Het gebruik van water voor menselijke behoeften: de beschikbaarheid van water, de winning van water en de effecten daarvan op milieu en de natuur. • Waterkwaliteitsbeheer: de beïnvloeding van de kwaliteit (bodemverontreiniging, eutrofiering, thermische verontreiniging, indringing van zout water), het gedrag en de verplaatsing van verontreinigingen. • Waterkwantiteitsbeheer: het beperken van overlast door te veel of te weinig water (overstromingen, verdroging, effecten van drainage). • De hydrologie als instrument bij integraal waterbeheer. Land- en waterbeheer Land- en waterbeheer richt zich op het ontwerpen, bouwen en beheren van waterbeheersingssystemen en de bijbehorende beheersorganisaties en op de lange termijn planning van toekomstige ontwikkelingen in het waterbeheer. Het vakgebied sluit aan bij de waterbouwkunde. Het accent bij land- en waterbeheer ligt op het plannen en het functioneel ontwerpen van een waterbeheersproject in al zijn facetten. Binnen het vakgebied zijn gespecialiseerde disciplines herkenbaar, namelijk irrigatie en drainage, polders en hoogwaterbescherming, stedelijk waterbeheer en integraal waterbeheer. Het onderwijs in het vakgebied land- en waterbeheer omvat de volgende aandachtsgebieden: • Beheersen van oppervlakte- en grondwater in stedelijke en landelijke gebieden ten behoeve van veiligheid, bruikbaarheid en bewoonbaarheid.
Mastervarianten
27 • • • • •
Systematiseren van ontwerpprocedures voor waterbeheerssystemen met de daarin voorkomende meet- en regelkunstwerken, bij irrigatie, drainage en polderstelsels. Ontwerpen van bestuursstrategieën en besturingsalgoritmen voor watersystemen en het optimaliseren van het waterbeheer. Efficiency van watergebruik in het ontwerpen van wateraanvoerstelsels, bij polder- en irrigatiesystemen. Planning en budgettering van onderhoud van waterbeheerssystemen. Integraal waterbeheer, met het accent op beleidsanalyse en beslissingsmethoden bij de planning van waterbeheer.
Gezondheidstechniek Civiele gezondheidstechniek houdt zich bezig met techniek op de grensvlakken van water, gezondheid en milieu. Dit splitst zich toe op de levering van water waaraan behoefte is en de afvoer van water dat overtollig is. Daarbij staat het ontwerpen, bouwen en beheren van installaties en systemen centraal. Het vakgebied bestrijkt de volgende aandachtsgebieden: • Openbare watervoorziening (drink-, industrie- en zwemwater): winning, berging, transport, zuivering, distributie, verwerking van reststoffen. • Stedelijke ontwatering en afwatering: inzameling van afvalwater en hemelwater, berging, transport. • Behandeling van huishoudelijk en industrieel afvalwater: zuivering, verwerking van reststoffen. • Algemene hygiëne en epidemiologie. Inlichtingen Verdere informatie met betrekking tot het onderwijs wordt gegeven door de afstudeercoördinator van Watermanagement: • Dr.ir. J. de Koning, kamer 4.59, telefoon 015 278 5274. Ook collegastudenten zijn graag bereid informatie te verschaffen: • Dispuut WMG, kamer 4.74, telefoon 015 278 4284. Secties zijn te benaderen via het secretariaat: • Hydrologie, kamer 4.79, telefoon 015 278 5074 en 015-2785080, mevr. M. Evertman en mevr. J.M. de Jong • Land- en waterbeheer, kamer 4.75, telefoon 015 278 1646, mevr. E.G. Rothfusz • Gezondheidstechniek, kamer 4.55, telefoon 015 278 3347, mevr. E. Ooms.
Mastervarianten
28 Transport & Planning De sectie Transport & Planning ontwikkelt kennis en kunde op het gebied van verkeer en ruimtelijke ontwikkeling, het ontwerp van wegen en spoorwegen, alsmede het management van vervoersystemen. Verkeer is afhankelijk van de beschikbaarheid en capaciteit van de verkeersvoorzieningen, de mobiliteitsbehoeftes van de mensen en de vraag naar en de consumptie van goederen. De docenten van de sectie verzorgen naast algemene en inleidende vakken voor het werkveld Transport binnen het Bachelorprogramma van Civiele Techniek de vakken van de Mastervariant Transport & Planning. Hierbij gaat het om de modellering van de ruimtelijke ontwikkelingen, activiteiten en verplaatsingen in netwerken, de afwikkeling van het verkeer op wegvakken en kruispunten, de toepassing van informatie- en communicatietechnologie voor het verkeers- en vervoermanagement, het ontwerp en de beheersing van systemen van openbaar vervoer en de evaluatie van de effecten van het verkeer op de economie, de weggebruikers, de omgeving en het milieu. In de beschikbare ruimte voor vrije keuzevakken kan een accent aan de richting worden gegeven, bijvoorbeeld infrastructuurplanning of verkeerskunde. Het onderzoeksprogramma van de sectie richt zich in het bijzonder op: • het ontwerp en de evaluatie van (multimodale) vervoernetwerken • de wisselwerking tussen de ruimtelijke en economische ontwikkeling en de capaciteit en benutting van de weginfrastructuur • de microscopische en macroscopische modellering van heterogene verkeersstromen op het hoofdwegennet, de aansluitingen en kruispunten • de theorieontwikkeling en microsimulatie van voetgangerstromen • innovatieve methoden voor verkeerswaarnemingen en verkeersinformatie • de effecten van dynamische systemen voor verkeersmanagement, routeinformatie en road pricing op het reizigersgedrag en de doorstroming in wegennetten • robuustheid en betrouwbaarheid van de weginfrastructuur • de analyse van de stabiliteit van dienstregelingen van lijnen van openbaar vervoer en de modellering van de vertragingsvoortplanting in netwerken. Ingenieurs Transport & Planning vinden werk bij de overheid (onder andere Ministerie van Verkeer & Waterstaat, Rijks- en Provinciale Waterstaten, Provinciale Planologische Diensten, Gemeentelijke Verkeersdiensten, Openbare Werken), openbaarvervoerbedrijven en transportbedrijven, onderzoekinstituten, adviesbureaus (binnenlandse en buitenlandse projecten) en de software-industrie. Bij deze werkgevers bekleden ze de functies van plannenmaker, ontwerper, onderzoeker, adviseur en, na een aantal jaren ervaring, van manager. Inlichtingen Voor meer informatie over afstuderen bij Transport & Planning kun je terecht bij de coördinator, ir. P.B.L. Wiggenraad (kamer 5.47,
[email protected], telefoon 015 278 4916).
Mastervarianten
29 Bouwprocesinnovatie Binnen alle mastervarianten komen vragen betreffende de inrichting van het ontwerpproces en het uitvoeringsproces aan de orde. De sectie Bouwprocessen geeft aan deze processen op twee manieren aandacht. Enerzijds vanuit haar verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijk deel van de opleiding en anderzijds als de verzorger van een speciaal afstudeerpad in alle vijf afstudeerrichtingen. De sectie Bouwprocessen houdt zich bezig met de ontwerp- en uitvoeringsaspecten op alle terreinen van de civiele techniek: • Het besturen van complexe ontwerpproblemen met nadruk op coördinatie. • Het besturen van realisatieprocessen van civieltechnische werken met nadruk op integratie van ontwerp en uitvoering. • Het ontwerpen van een bedrijfsorganisatie en bedrijfsproces waarin gebouwen en civieltechnische werken tot stand worden gebracht. • De manier waarop partijen met elkaar omgaan in termen van samenwerken, uitbesteden, aanbesteden en contractvorming. Zowel ten aanzien van het ontwerpproces als het uitvoeringsproces besteedt de sectie aandacht aan de methodologie (leer der methoden) als de methodiek (gereedschapskist). Naast inzicht in de theoretische achtergrond wordt ook aandacht besteedt aan praktische vaardigheden. Bouwinformatica Studenten met belangstelling voor informaticatoepassingen kunnen kiezen voor afstuderen bij bouwinformatica. Dat kan binnen elke afstudeerrichting. Bij de afstudeervakken ligt dan een stevig accent bij toegepaste informatica. Afstudeerders doen hun onderzoek- of ontwikkelingsproject bij een bedrijf. Zo wordt bedrijfservaring opgedaan en vindt scholing plaats in informatietechnologie. Afstudeeronderwerpen met informaticatoepassingen: Geografische informatiesystemen (GIS) modelintegratie, neuraal netwerk, expertsystemen/kennissystemen, beslissingsondersteunende systemen, productmodellen, computer aided design (CAD), parametrisch ontwerpen, enz. Voorbeelden van recent informatica-afstudeerwerk in de afstudeerrichtingen Bouwtechniek & Bouwproces en Mechanica, Materialen en Constructies: • kennissysteem voor ontwerpen van bruggen, • productmodellen voor gebouwen, • expertsysteem voor de analyse van bouwschades. Voor afstuderen binnen alle CT-afstudeerrichtingen stelt de sectie een vakkenlijst samen waarmee de student zijn/haar afstudeerpad kan invullen. Gedeeltelijk zal de sectie dit onderwijs zelf aanbieden, gedeeltelijk kan het serviceonderwijs van buiten de opleiding zijn. Inlichtingen Bouwprocesinnovatie: Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder, kamer 3.38, telefoon 015 27 84921 Ir. T.H.W. Horstmeier, kamer 3.48, telefoon 015 27 84904 Inlichtingen Bouwinformatica: Dr.ir. M.R. Beheshti, kamer 3,36, telefoon 015 27 84893
Mastervarianten
30 Afstudeerprofilering Duurzame Ontwikkeling Duurzame technologie wordt steeds belangrijker bij het ontwerpen, uitvoeren en beheren van civieltechnische objecten. Je kunt daarom vakken op het gebied van duurzaamheid in je afstudeerprogramma opnemen. Als je hieraan meer aandacht wilt besteden, kun je ook kiezen voor een afstudeervariant technologie in duurzame ontwikkeling. Je krijgt dan bij je MSc diploma een appendix (certificaat). Studenten die hiervoor belangstelling hebben, kunnen binnen alle afstudeerrichtingen van de opleiding Civiele Techniek en binnen de interfacultaire Offshore Engineering kiezen voor deze afstudeervariant. Je examenprogramma voor het ingenieursexamen moet dan aan de volgende eisen voldoen: • Deelgenomen hebben aan een colloquium duurzame ontwikkeling van tenminste 3 ECTS. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: ontwerpen, analyse en tools, algemeen’. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: ontwerpen, analyse en tools, disciplinair’. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: organisatie’. • Tenminste 3 ECTS besteed aan vakken uit het cluster ‘duurzaamheid: beleid en maatschappij’. • Je afstudeerwerk moet gericht zijn op duurzame ontwikkeling. De opleiding heeft twee referenten die kijken of de probleemstelling en de uitwerking daarvan voldoende geïntegreerd is in je afstudeerwerk. Deze referenten zijn prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks (kamer 6.37, telefoon 015 278 7439) en prof.dr.ir. C. van den Akker (kamer 4.77, telefoon 015 278 4974). De lijst van vakken op het gebied van duurzaamheid waaruit je in het kader van bovenstaande regeling een keuze kunt maken, vind je bij prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks. De overige ECTS besteed je aan onderdelen binnen je afstudeerrichting. Wanneer je overweegt om binnen je afstudeerrichting een accent te leggen op duurzaamheid (al dan niet in de vorm van de hierboven beschreven variant), kun je voor verdere informatie contact opnemen met dr.ir. A.L.A. Fraaij (kamer 6.44, telefoon 015 278 4974; e-mail:
[email protected]).
Mastervarianten
31 Afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling (TiDO) Graduation in Sustainable Development, (This text is available in English on http://www.odo.tudelft.nl/english/index.html) Sinds 1 september 2000 kunnen alle studenten van de TU Delft binnen hun eigen opleiding de afstudeervariant Technologie in Duurzame Ontwikkeling volgen. Studenten die de variant met goed gevolg hebben doorlopen, ontvangen een speciale appendix bij het doctoraaldiploma. De afstudeervariant zorgt voor zowel verbreding als verdieping van vaardigheden en kennis inzake Duurzame Ontwikkeling (DO) en technologie. De diepte wordt gewaarborgd door de afstudeeropdracht die gericht moet zijn op duurzame ontwikkeling. Studenten maken duurzame ontwikkeling tot centraal onderdeel van hun afstudeerwerk. Per opleiding beoordeelt een vakreferent DO vooraf én achteraf of duurzame ontwikkeling voldoende in onderzoeksvraag/probleemstelling en uitwerking is geïntegreerd. De verbreding van kennis wordt verkregen door het volgen van het verplichte vak Technology in Sustainable Development (wm0922TU) en een aantal keuzevakken in duurzame ontwikkeling. WM0922 bestaat uit 2 blokweken, en wordt in voor- en najaar aangeboden. Keuzevakken De student moet tenminste 11 ECTS uit op Duurzame Ontwikkeling georiënteerde keuzevakken behalen. Deze z.g. DO-vakken zijn ingedeeld in twee clusters: A. Ontwerp, analyse en tools B. Organisatie, beleid en maatschappij De volledige vakkenlijsten zijn te vinden op de internetsite www.odo.tudelft.nl. Projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling (ODO) De projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling ondersteunt alle faculteiten bij de daadwerkelijke integratie van duurzame ontwikkeling in het onderwijs en is ondergebracht bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Voor meer informatie kunt u kijken op de internetsite www.odo.tudelft.nl of contact opnemen met de projectgroep Onderwijs en Duurzame Ontwikkeling. Dr.ir. K.F. Mulder (
[email protected] / 2781043) Ir. C.F. Rammelt (
[email protected] / 2788440)
Mastervarianten
32 Technische Universitaire Lerarenopleiding (TULO) van TU Delft Onder het motto: “De ingenieur voor de klas” leidt de TULO eerstegraads docenten wiskunde, natuurkunde en scheikunde op. In hun lessen kunnen ingenieurs als geen ander aandacht schenken aan techniek en technologie. Met een eerstegraads lesbevoegdheid kun je in alle klassen van het voortgezet onderwijs lesgeven. Eerstegraads docenten zijn uitstekend thuis in hun vakgebied (ze hebben een ingenieurs- of doctoraaldiploma) en beschikken tegelijkertijd over een solide basis aan vakdidactische en onderwijskundige kennis en vaardigheden. Het leraarsberoep is bij uitstek geschikt voor wie kennis wil overdragen. De school en de leerlingen doen een beroep op je sociale vaardigheden en op je vakkennis. Het opleidingsprogramma De opleiding kent vier aandachtsgebieden: Vakdidactiek Hier leer je hoe je wiskunde, natuurkunde of scheikunde kunt overdragen aan leerlingen. Schoolpracticum Het schoolpracticum (de stage) omvat ongeveer de helft van het gehele opleidingsprogramma. Hier doe je onder begeleiding ervaring op met het geven van lessen en met het voorbereiden en evalueren ervan. Op de school waar je stage loopt zorgt een ervaren docent samen met een TULO docent voor de begeleiding. Onderwijskunde Onderwijskunde gaat over de theorie van het leren en onderwijzen, over het beroep van leraar en wat daar zoal bij komt kijken. Onderzoek en vrije ruimte De eerstegraads leraar leert systematisch te onderzoeken hoe hij de kwaliteit van het onderwijs kan verbeteren. Ook is er ruimte om je persoonlijke interessen verder uit te diepen. De lerarenopleiding heeft een omvang van 60 ECTS. De helft daarvan kun je tijdens je bachelor- of masterfase volgen. De invoering van de BaMa structuur heeft als gevolg dat een aparte master in het leven is geroepen voor de lerarenopleiding. De omvang is 120 ECTS. De helft van de opleiding is gericht op het beroep van leraar, de andere helft op vakinhoudelijke kennis van het schoolvak dat je wilt gaan doceren. Informeer bij de coördinator van de lerarenopleiding naar de details. Wie kunnen in de lerarenopleiding instromen? Het post-master deel van de opleiding is toegankelijk voor afgestudeerde ingenieurs wiskunde, natuurkunde of scheikunde. Wie in een andere richting is afgestudeerd en leraar wil worden, zal vóór toelating een aantal wiskunde-, natuurkunde- of scheikundevakken moeten volgen. Het is beperkt mogelijk de opleiding in deeltijd te volgen. In overleg kan het TULOprogramma van 60 ECTS worden uitgesmeerd over een periode van anderhalf of twee jaar. Colleges worden niet in de avonduren gegeven. Stages bij scholen voor voortgezet onderwijs vinden overdag plaats. Meer informatie op http://www.tulo.tudelft.nl of bij de coördinator van de TULO, Martin Jacobs (tel 015 2785594; e-mail
[email protected])
Mastervarianten
33 Uitleg van het rooster Het rooster bestaat uit 2 semesters, onderverdeeld in twee kwartalen van elk 10 weken. Aan het eind van ieder kwartaal is een tentamenperiode waarin in principe de vakken worden afgerond die in dat kwartaal gegeven zijn. De roosters zijn dit studiejaar niet in de Papieren Patroon opgenomen. Het gebouw Civiele Techniek wordt dit jaar ingrijpend verbouwd en we verwachten gedurende het studiejaar veel wijzigingen in de roosters. De roosters staan wel op de site van Civiele Techniek: www.citg.tudelft.nl/iris Vanaf een week voor het begin van ieder kwartaal staat het definitieve rooster van dat kwartaal op de site. Het definitieve rooster van kwartaal 1 (semester 1.1) kun je dus vanaf 28 augustus 2004 op de site vinden. De roosters die we al eerder op de site publiceren, kunnen je wel een goed beeld geven over de indeling van het kwartaal, maar daarop kunnen nog wijzigingen plaatsvinden. Voor de tentamens moet je je aanmelden via het TentamenAanmeldSysteem (TAS). Hoe dit precies moet, vind je elders in deze Papieren Patroon. Ieder kwartaal omvat ongeveer 15 ECTS. In januari, juni en augustus zijn er ook herkansingstentamens. Zie hiervoor het tentamenrooster op www.citg.tudelft.nl/dos. Op de volgende pagina’s vind je de vakoverzichten. De vakken worden aangeduid met twee letters, vier cijfers en soms nog twee letters. De eerste twee letters geven aan welke opleiding het vak verzorgt, het eerste cijfer staat voor het studiejaar waarin het vak thuishoort en de volgende drie cijfers geven een volgnummer aan. De laatste twee letters geven aan voor welke opleiding het vak gegeven wordt. De meeste vakken worden in de vorm van hoorcolleges gedoceerd. Deze colleges worden voor alle studenten van een jaar gelijktijdig gegeven in collegezalen. De zaal wordt in het rooster met een hoofdletter aangegeven. Het eerstejaarswiskundeonderwijs wordt gegeven in kleinere zalen in groepen van ongeveer 40 studenten. Verder zijn er nog een aantal programmaonderdelen die niet voor alle studenten tegelijk geroosterd kunnen worden. Studenten worden dan in groepen onderverdeeld. Deze groepen worden aangeduid met een kleine letter. In de OWEE-week of uiterlijk op de eerste dag van het studiejaar teken je in voor een ontwerpproject, samen met 8 à 10 andere studenten. Iedere groep heeft een eigen code. Wanneer je deze code eenmaal hebt, kun je vervolgens zien in welke groep je zit voor Tekenen, de mentorgroepen, de oefenmiddagen van Constructieleer en andere practica. Ook je indeling voor Wiskunde ligt hiermee vast. Mocht je je om wat voor reden dan ook niet in de OWEE-week of op de eerste dag van het studiejaar hebben ingetekend voor het ontwerpproject, dan moet je zo snel mogelijk contact opnemen met mevr. O. van Paassen, kamer 3.40 (telefoon 015 – 278 6636) of met de student-assistenten van het ontwerpproject , kamer 3.50 (telefoon 015 – 278 6336). Voor vragen over het rooster kun je terecht bij mevr. M. Roodenburg, kamer 2.57.
34
35
Vakoverzichten Propedeuse
36
37
CT1021 Dynamica ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.2 docent Dr.ir. W.S.J. Uijttewaal contactpersoon voor studenten student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Vloeistofmechanica kamer: 2.91 tel: 0152781953
Samenvatting • • • • •
kinematica van een deeltje: kromlijnige beweging, relatieve beweging, tangentiële en normale versnelling dynamica van deeltje: massa, impuls, kracht, energie, arbeid, impulsmoment, krachtmoment dynamica van stelsels van deeltjes: beweging van massamiddelpunt, behoudswetten eulerse balansen: massabalans, hydrostatica, impulsbalans, energiebalans kinematica en dynamica van starre lichamen: vlakke beweging, zuiver rollen, massamiddelpunt, rotatie, translatie, traagheidsmoment
lichamen: translatie en rotatie, traagheidsmoment, krachtmoment, impulsmomentbalans, kinetische energie van rotatie en translatie, krachten en momenten in bewegende constructies. Eulerse balansen voor stromende media: massatransport, -balans, impulsmoment, -balans, wetten van Pascal, Archimedes en Bernoulli, hydrostatische krachten en eenvoudige hydrodynamische krachten op lichamen.
Doelstelling Kinematica: • •
•
Dynamica: •
•
Beschrijving Algemeen: Schematiseren van mechanische problemen gebruikmakend van de balansvergelijkingen voor behoudbare grootheden als massa, impuls, impulsmoment en energie. Kinematica van een puntmassa: rechten kromlijnige beweging, normale en tangentiële versnelling, relatieve translatie van assenstelsels en lichamen, rotatie om een as, relatieve beweging. Dynamica van puntmassa's: behoudswetten van impuls voor 1 of 2 deeltjes. Wisselwerkingskrachten van lineaire veren, gravitatie, droge wrijving, viskeuze wrijving, energie, arbeid vermogen, kinetische energie, potentiële energie, botsingen, stabiliteit. Kinematica en Dynamica van starre
het kunnen analyseren en berekenen van baanbeweging van een puntmassa langs een ruimtelijke kromme het kunnen analyseren en berekenen van ruimtelijke beweging van starre lichamen met inbegrip van zuiver rollen, rotatie om een vaste as en om het massamiddelpunt relatieve beweging bij onderlinge translatie en rotatie analyseren en berekenen
•
het kunnen formuleren, opstellen en toepassen van behouds- en balanswetten van massa, impuls, impulsmoment en energie voor een enkel deeltje, een stelsel van deeltjes en voor een star lichaam het kunnen onderscheiden van conservatieve en dissipatieve wisselwerkingen naar constitutie en energiehuishouding het kunnen toepassen van constitutieve vergelijkingen voor een veer, gravitatieve, droge wrijving, viskeuze wrijving en kwadratische weerstand
Eulerse Balansen: • •
het kunnen opstellen en toepassen van Eulerse balansen voor massa, impuls en energie het kunnen berekenen van hydrostatische en eenvoudige hydrodynamische krachten op lichamen
38
Cursustype • •
college oefening
Colleges: • uitleg van vakinhoud op hoofdlijnen • behandeling van toepassingen • demonstraties met fysische modellen • motivering van de studenten • aanwijzingen geven voor zelfstudie, beantwoorden van vragen, organisatorische mededelingen. Oefeningen: De stof wordt verwerkt door zelfstudie en het maken van oefenvraagstukken. Ten behoeve hiervan wordt een aantal uitgewerkte voorbeeldvraagstukken en tentamens aangeboden. Toetsen: Ter bevordering van de zelfwerkzaamheid wordt studenten de gelegenheid geboden hun kennis en vaardigheden tussentijds te toetsen aan de hand van niet-verplichte computertoetsen.
Toetsing Toegestane middelen Rekenmachine, 1 A4 met formules Toetsingsvorm • • •
Schriftelijk tentamen met open vragen Deeltentamen Oefententamen als computertoets
Beoordeling Bonus Door deelname aan twee facultatieve oefentoetsen kan het deeltentamencijfer met 1 punt worden opgehoogd, mits voor elk van deze twee toetsen minimaal 45% van het maximaal te behalen puntenaantal gescoord wordt. Berekening Eindcijfer wordt bepaald voor 2/3 uit het tentamencijfer en voor 1/3 uit het deeltentamen waarbij op beide onderdelen ten minste een 4,5 gescoord moet zijn. (NB: Voor omzwaaiers geldt het tentamencijfer als resultaat voor instellingsvak dynamica 3 ECTS).
Materialen dictaat/studieboek verplicht: 1. Mechanica voor Technici, Dynamica, R.C. Hibbeler, Academic Service 2. Aanvullend dictaat Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
39
CT1031 Constructiemechanica 1 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docenten Ir. C. Hartsuijker Dr.ir. H. Askes contactpersoon voor studenten Dr.ir. H. Askes spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
11.
12. 13. 14. 15. 16.
Samenvatting Evenwichtsbetrekkingen; krachten en momenten in statisch bepaalde staafconstructies; virtuele arbeid.
Beschrijving 1. samenstellen en ontbinden van krachten, zowel analytisch als grafisch (krachtenveelhoek, werklijnenfiguur); moment van een kracht 2. statisch equivalente krachtensystemen; koppel 3. krachten- en momentenevenwicht 4. belastingen; schematisering en werkelijkheid 5. constructies; constructie-elementen; verbindingen; schematisering en werkelijkheid 6. vrijmaken; opleggingen/oplegreacties; verbindingen/verbindingskrachten (scharnierkrachten, snedekrachten) 7. oplegreacties en verbindingskrachten bij samengestelde constructies (zoals scharnierliggers, driescharnierspanten, geschoorde portalen, e.d.) 8. kinematisch bepaalde systemen (vorm/plaatsvaste constructies) en kinematisch onbepaalde systemen (mechanismen); statisch bepaalde/onbepaalde constructies, graad van statisch onbepaaldheid 9. vorm- en plaatsvastheid van eenvoudige ruimtelijke constructies 10. berekenen van staafkrachten in (vlakke) vakwerken: - uit het krachtenevenwicht van een vrijgemaakte knoop; - uit het krachten- en momentenevenwicht van
17. 18. 19.
een vrijgemaakt deel van het vakwerk (snedemethode) normaalkracht (N), dwarskracht (V) buigend moment (M) en wringend moment (Mw); definities, notaties en tekenafspraken evenwicht van een staafelementje; differentiaalbetrekkingen N-, V- en M-lijn voor rechte staven; vervormingstekens; relatie tussen M-lijn, V-lijn en verdeelde belasting karakteristieke vorm van N-, V- en M-lijn bij een puntlast, een gelijkmatig verdeelde belasting en een koppel N-, V- en M-lijn voor geknikte staven en staven in samengestelde constructies het krachtenspel aflezen uit gegeven N-, V- en M-lijn; controleren van het krachten- en momentenevenwicht van knooppunten kabel krachtpunt/krachtlijn; aanpassen constructievorm aan de krachtlijn het beginsel van virtuele arbeid (alternatieve formulering voor het evenwicht)
Doelstelling Aan het einde van deze module is de student(e) in staat de krachtsverdeling in statisch bepaalde (staaf)constructies te bepalen met behulp van zowel de evenwichtsbetrekkingen als het principe van virtuele arbeid.
Cursustype • • •
colstructie Computer Onderst. Zelfstudie toets
Toetsing Voorkennis Deelname aan de tentamens, voor zover direct aansluitend op de kwartalen waarin de desbetreffende vakken worden gedoceerd, is alleen toegestaan aan studenten die voor elke willekeurige groep van vier opeenvolgende blokken van COZopgaven ten minste 30% van het totaal aantal te behalen punten hebben gescoord, en voorts over alle blokken van COZopgaven gemiddeld tenminste 40% hebben gescoord. De verplichte COZ-score geldt alleen voor eerstejaars studenten, en dan alleen voor het tentamen direct aansluitend op het college.
40 Toegestane middelen (grafische) zakrekenmachine, schrijfgerei Toetsingsvorm • Schriftelijke tentamens, open vragen • Computertoets
Beoordeling Bonus Als het cijfer van het direct op het blok aansluitende tentamen 5 of hoger is wordt dit bij een gunstig toetsresultaat verhoogd door het cijfer van de toets hierin voor 30% mee te laten tellen. Het eindcijfer wordt dan: 0,7 x tentamencijfer + 0,1 x (cijfer toets 1 + cijfer toets 2 + cijfer toets 3). Berekening 0,7 x tentamencijfer + 0,1 x (cijfer toets 1 + cijfer toets 2 + cijfer toets 3).
Materialen
studiehandleiding: •
http://www.mechanics.citg.tudelft.nl/ ~studass Verkrijgbaar bij website.
dictaat/studieboek verplicht: •
Toegepaste Mechanica, deel 1Evenwicht, C. Hartsuijker, Academic Service, Schoonhoven, 1999, ISBN 90 395 0593 4.
Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins. overige materialen verplicht: •
COZ-b10A - Opgaven voor computer ondersteunde zelfstudie, C. Hartsuijker
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: • Oude tentamens met uitwerkingen. Verkrijgbaar bij: http://www.mechanics.citg.tudelft.nl/studass
CT1041 Constructiemechanica 2 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 docenten Dr.ir. H. Askes Ir. C. Hartsuijker contactpersoon voor studenten Dr.ir. H. Askes spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
Samenvatting Normaal- en schuifspanningsverdeling in homogene staven met symmetrische doorsnede; vervorming van staven; verplaatsingen in statisch bepaalde staafconstructies ten gevolge van extensie en buiging; elementaire wringing. Inleiding statisch onbepaalde constructies.
Beschrijving 1. spanningen en rekken; notaties en tekenafspraken; lineair-elastisch materiaalgedrag 2. berekenen van de snedekrachten als de spanningen zijn gegeven (statisch equivalente krachtensystemen); krachtpunt 3. het "vezelmodel" voor de op extensie en buiging belaste staaf; oppervlaktemomenten (oppervlakte, statisch moment, traagheidsmoment en traagheidsproduct) normaalkrachtencentrum; rekstijfheid; buigstijfheid; rek; kromming 4. schematisering van een staaf tot lijnelement; staafas 5. spanningsformules voor extensie en buiging 6. kinematische en constitutieve betrekkingen (evenwichtsbetrekkingen werden reeds behandeld); differentiaalvergelijkingen voor extensie en buiging; rand- en overgangsvoorwaarden 7. schuifkrachten in langsrichting ten gevolge van de dwarskracht
41
8. 9.
10. 11.
12.
(lijmverbindingen, deuvels, stiften, lassen) schuifspanningen in het vlak van de doorsnede ten gevolge van de dwarskracht schuifspanningen door wringing (dunwandige kokerdoorsneden - zgn. formule van Bredt -, massieve cirkelvormige doorsnede, dunwandige strip); dwarskrachtencentrum verplaatsing door extensie; relatief verplaatsingendiagram (Williot); toepassing bij eenvoudige vakwerken verplaatsing door buiging: - differentiaalvergelijking; - vergeet-mij-nietjes; - momentenvlakstellingen inleiding berekening statisch onbepaalde constructies
Toegestane middelen (grafische) zakrekenmachine, schrijfgerei Toetsingsvorm Tentamens: schriftelijk, open vragen
Beoordeling
Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
http://www.mechanics.citg.tudelft.nl/ ~studass
dictaat/studieboek verplicht: •
Doelstelling
Toegepaste Mechanica deel 2 Spanningen, vervormingen, verplaatsingen, C. Hartsuijker, Academic Service, Schoonhoven, 2000, ISBN 90395-0594-2 Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins.
Aan het einde van deze module is de student(e) in staat de spanningsverdeling in statisch bepaalde (staaf)constructies te bepalen ten gevolge van extensie, buiging met dwarskracht en elementaire gevallen van wringing. Verplaatsingen t.g.v. extensie en buiging voor statisch bepaalde en statisch onbepaalde (staaf)constructies kunnen worden bepaald. De krachtsverdeling in eenvoudige statisch onbepaalde constructies kan worden bepaald.
overige materialen verplicht:
Cursustype
overige materialen aanbevolen:
• •
colstructie Computer Onderst. Zelfstudie
Vakrelaties •
CT1041 maakt gebruik van CT1031
Toetsing Voorkennis Deelname aan de tentamens, voor zover direct aansluitend op de kwartalen waarin de desbetreffende vakken worden gedoceerd, is alleen toegestaan aan studenten die voor elke willekeurige groep van vier opeenvolgende blokken van COZ-opgaven ten minste 30% van het totaal aantal te behalen punten hebben gescoord, en voorts over alle blokken van COZ-opgaven gemiddeld tenminste 40% hebben gescoord. De verplichte COZ-score geldt alleen voor eerstejaars studenten, en dan alleen voor het tentamen direct aansluitend op het college.
•
• •
COZ-b10B Opgaven voor computer ondersteunde zelfstudie, C. Hartsuijker, Dictaatnr. 210.467 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
oude tentamens met uitwerkingen http://www.mechanics.citg. tudelft.nl/~studass
42
CT1052 Constructieleer 1 ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 2.2 docenten Ir. Th.L.J. van Rij Prof.ir. L.A.G. Wagemans spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.11 tel: 015-2781573
Samenvatting (Her)kennen en benoemen van de gangbare constructie-elementen en constructiematerialen in bouwwerken. Het met civiele ogen leren kijken naar constructies. Basisprincipes van het construeren, bouwsystemen, schematiseren van belastingen, constructies, constructieelementen, constructiematerialen, analyse van de krachtsafdracht en berekeningen van eenvoudige constructies. Veiligheidsfilosofie en grenstoestanden.
Beschrijving Het vak omvat de volgende onderdelen: Colleges en practicum 1A en 1B. Colleges Belastingen. Soorten en ordening/definities. Vertalen van de echte belastingen naar de geschematiseerde. Windbelasting, vormvast en stabiel maken van eenvoudige constructies. Voorbeeldsommen (in BGT). Het vertalen van de echte materiaaleigenschappen naar de geschematiseerde. Bruikbaarheid en betrouwbaarheid van constructies. Veiligheidsfilosofie en grenstoestanden. Belastingfactoren en -combinaties. Belastingconfiguraties (voorbeeldsommen). Trek- en druklijnen en boogwerking.
Practicum 1A (6 middagen) Het oefenen van de collegestof met behulp van eenvoudige opgaven. Practicum 1B (circa 5 middagen) Laboratoriumpracticum waarbij het mechanisch gedrag van eenvoudige constructie-elementen beproefd wordt . Onderwerpen buiging, torsie, dwarskracht en knik. Beknopte rapportage van de beproeving op de middagen zelf.
Doelstelling
De student dient in staat te zijn civiel technische bouwwerken te kunnen herkennen, te benoemen en te decomponeren in: hoofd- en nevendraagconstructies, afbouw en installaties. Van de draagconstructie moeten de krachtswerking, toegepaste bouwmaterialen, constructiesysteem en bouwwijze herkend en benoemd kunnen worden. De student moet inzicht hebben verkregen in de relatie tussen de functie van een bouwwerk en de basisprincipes van het construeren/bouwen van civieltechnische constructies, constructiemechanica, materiaalkunde en mogelijke andere disciplines. Een eerste inzicht ontwikkelen ten aanzien van het construeren als onderdeel van het totale ontwerp- en bouwproces. De student zal de nodige basiskennis moeten bezitten van: op de constructie werkende belastingen, inleiding van de veiligheidsfilosofie, de constructiematerialen en hun toepassing in elementaire constructie-elementen. De student zal de nodige vaardigheden moeten hebben ontwikkeld om eenvoudige en in werkelijkheid waargenomen constructies in onderdelen te benoemen en deze te vertalen in een voor de mechanica toegankelijk rekenmodel, met de bijbehorende analyse van de krachtsafdracht. De student zal in staat moeten zijn om eenvoudige berekeningen te maken van die krachtsafdracht. De student moet dit met de relevante schetsen en
43 berekeningen in een duidelijke en logische rapportage kunnen presenteren.
Cursustype • •
college practicum
Toetsing
Voorkennis De tijdens het practicum 1A gemaakte opdrachten moeten voor het einde van semester 2.2 zijn afgerond. Het laboratoriumpracticum 1B moet voor het einde van semester 2.2 zijn afgerond. Alleen als de practica 1A en 1B als voldoende zijn beoordeeld krijgt het behaalde tentamencijfer geldigheid. Toegestane middelen Tekenmateriaal en een rekenmachine. Toetsingsvorm tentamen, schriftelijk (open vragen)
Beoordeling Bonus N.v.t. Berekening Cijfer tentamen 100%
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • • • •
Collegedictaat Infomap Oefenbundel(s) boek Basis Constructieleer, auteur H.P.M. van Abeelen. Redactie C.H. van Eldik. Uitgave stichting kennisoverdracht staalbouwkundig genootschap ISBN 9072830-25-3
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT1061 Integraal Ontwerpen in de Civiele Techniek Ontwerpproject 1 ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 1.2 en 2.1 docenten Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder Ir. F.A.M. Soons contactpersoon voor studenten secretariaat ontwerpprojecten van de sectie Bouwprocessen kamer: 3.42 tel: 0152784774
Samenvatting Het ontwerpproject 1 is gericht op de kennismaking van de student met een ontwerpmethodiek en -systematiek binnen de Bacheloropleiding. Ter ondersteuning van dit leerproces wordt de elementaire ontwerpcyclus verklaard. Ontwerpmethoden worden gebruikt om ideeën te ontwikkelen en het nut voor de opdrachtgever te evalueren. De ontwerpaspecten functionaliteit en omgeving staan centraal.
Beschrijving Integraal Ontwerpen in de Civiele Techniek, Ontwerpproject 1 is opgebouwd uit: • • •
theoriecolleges een excursie (practicum) een ontwerpopdracht (practicum)
Omdat veel civieltechnische ontwerpprocessen groepsprocessen zijn, waarin deelnemers vanuit verschillende betrokken organisaties en disciplines een bijdrage leveren, werken 8 à 10 studenten samen in een taakgerichte werkgroep aan een ontwerpopdracht waarin eveneens de vaardigheden communiceren en samenwerken getraind worden. Onderstaande collegeonderwerpen worden de student aangereikt ter ondersteuning van de zelfwerkzaamheid: • • •
Een begrippenkader voor de ontwerper Een introductie van waarden/kosten en nut/noodzaak De elementaire ontwerpcyclus
44 • • • • • • •
De analyse van het proces met zijn functies en relaties De synthese, hoe kom ik op ideeën Modelleren en simuleren Waarden en kosten van varianten De beslissing Ruimtelijke vormgeving Rapportage en visualisatie
Tijdens het ontwerpen worden oplossingen bedacht, beschreven en geschetst die tegemoet komen aan de wensen en behoeften van de gebruiker. Het is een creatief proces waarin de te nemen beslissingen worden voorafgegaan door een cyclisch proces. Het verkennen van de grenzen verondersteld dat de ontwerper ook buiten de oplossingsruimte durft te treden. Voortdurend zal hij/zij vaststellen of de bereikte resultaten voldoen aan behoeften en er adequate vooruitgang is geboekt. Functies worden vertaald in een vorm waarbij de aspecten functionaliteit en omgeving centraal staan. De ontwerpcyclus wordt ondersteund d.m.v. informatieonderwijs waarin methodieken worden aangereikt waarmee op een efficiënte wijze bestaande (digitale) informatie tijdens het gehele ontwerpproces kan worden benut. Een belangrijk onderdeel van deze ontwerpoefening is het leren werken in teamverband. Dit krijgt de aandacht d.m.v. een rollenspel onderling en met de begeleider/opdrachtgever. Het team communiceert tijdens de instructiemiddagen met de opdrachtgever/begeleider. De groep toont de voortgang van het ontwerpproces d.m.v. rapporteren, schetsen en technische tekeningen. Voorafgaand aan deze middagen hebben de studenten tijdens de zelfwerkzaamheid activiteiten verricht en de resultaten onderling gecoördineerd. Het resultaat wordt schriftelijk gerapporteerd aan de opdrachtgever en mondeling gepresenteerd aan de begeleiders en een jury samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkvelden der Civiele Techniek. Toetsing Per kwartaal worden de theoriecolleges schriftelijk getoetst met meerkeuzevragen (deelcijfer A). Het project(proces) wordt getoetst aan de hand van de (tussen)rapportages, de ontwerpcriteria, het plan van aanpak, de database en de eindpresentatie
(deelcijfer B). Het visualiseren wordt getoetst aan de hand van schetsen/technische tekeningen (deelcijfer C). Aanwezigheid tijdens excursie, instructiemiddagen en groepsbijeenkomsten is verplicht.
Doelstelling M.b.t. het analyseren van de opgave kan de student: • • •
de wensen en eisen van de klant/opdrachtgever vaststellen de randvoorwaarden, uitgangspunten en aannames vaststellen een proces- /functieanalyse en een interactiematrix opstellen
M.b.t. het vinden, uitwerken en beschrijven van concepten kan de student: •
• • •
de voor de opdracht relevante methodiek aanwenden om tot concepten te komen (afhankelijk van schaalniveau, type en dimensie) de kenmerken van de concepten formuleren en uitwerken de uit te voeren deelstudies formuleren bij het opstellen en uitwerken van de concepten relevante vakkennis definiëren en aanwenden
M.b.t. het evalueren kan de student: • •
• •
de kenmerken van concepten omschrijven aangeven hoe de voorkeur voor een concept samenhangt met de positie van een partij (“stakeholder”) in het maatschappelijke veld een Multi Criteria Evaluatie uitvoeren de bruikbaarheid van andere afwegingsmethodieken aangeven
M.b.t. het werken in een teamverband kan de student: • • • •
voorzitten en notuleren het functioneren van het team en de eigen rol daarin evalueren en bijsturen taken verdelen en de taakverdeling uitvoeren binnen een “intranet-achtige” omgeving opereren
45 M.b.t. het verwerken van (wetenschappelijke)informatie kan de student:
eindcijfer 5,0 te verbeteren naar een 6,0. De wijze waarop dit cijfer kan worden verbeterd, wordt per student vastgesteld.
• • •
Materialen
een database opstellen met zoektechnieken werken aangeven welk maatschappelijk (deel-) netwerk informatie (selectief) produceert en/of gebruikt
dictaat/studieboek verplicht: •
M.b.t. het weergeven van resultaten (mondeling en schriftelijk) kan de student: • • • •
een inhoudsopgave, inleiding en samenvatting opstellen beargumenteren welke onderdelen in een tekening worden vastgelegd handmatig een schets, tekening en technische tekening maken afgestemd op de doelgroep (de gebruiker) een acceptabele mondelinge presentatie geven
Cursustype • • • • •
college instructie werkcollege practicum toets
Vakrelaties • • •
CT1061 maakt gebruik van CT1101 CT1061 maakt gebruik van CT1112 CT1061 maakt gebruik van CT1121
Toetsing
Voorkennis Aanmelding als deelnemer van de werkgroep Toetsingsvorm • • •
tentamen, schriftelijk (multiple choice) presentatie, schriftelijk presentatie, mondeling
Beoordeling Berekening Berekening eindcijfer: D = 0,2A + 0,6 B + 0,2 C De deelcijfers (A, B en C) voor colleges, ontwerpproject en visualisatie moeten minimaal een 5,0 zijn. Het eindcijfer wordt vastgesteld als het gewogen gemiddelde van al deze beoordelingen. Iedere deelnemer krijgt binnen 4 weken na afloop van het ontwerpproject 1, één keer de kans het
“Integraal ontwerpen in de Civiele Techniek”, collegedictaat CT1061, Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder, oktober 2003
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Rapportagetechniek, schrijven voor lezers met weinig tijd. Elling, R. e.a. (2000), Groningen: Wolters-Noordhoff, 2e herziene druk
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Studiewijzer CT1061
Verkrijgbaar via de website van Blackboard. •
"Technisch Tekenen” collegedictaat CT1111
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: •
“Infomap” inclusief voorbeeldtekeningen, september 2004
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
46
CT1090 Modelvorming in de civiele techniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 docent Drs. R. Booij contactpersoon voor studenten Drs. R. Booij kamer: 0.10 tel: 84582 spreekuur/afspraak Drs. R. Booij kamer: 0.10 tel: 84582
Samenvatting Opstellen van kwantitatieve modellen voor eenvoudige civieltechnische problemen; controleren van dimensies, maken van verantwoorde verwaarlozingen, bepalen van globaal gedrag van systemen. Voorbeelden uit diverse deelgebieden van de civiele techniek.
Beschrijving Inleiding: waarom werkt de ingenieur met modellen (relatie tot ontwerpen); wat is een model? Typen van modellen; onderscheid black-box model en inzichtelijk model; keuze toestandsgrootheden; voorbeeld van een wiskundig model met grafische oplosmethode; belang van metingen. Balansvergelijkingen; begrippen flux en inhoud; dimensies; keuze voorraadgrootheid en balansgebied; enkele toepassingen. Eerste-orde systemen; problemen met één voorraadgrootheid en met één of meer tijdschalen, schatten van tijdschalen, vergelijken van termen, rationeel verwaarlozen, autonoom proces en respons op excitatie, toepassingen. Hogere-orde systemen; problemen met meer voorraadgrootheden, oscillatie, resonantie, toepassingen, b.v jager-prooi model.
Nagaan van modelprestaties; gevoeligheidsonderzoek, validatie, calibratie, verificatie, b.v. Rijn-alarm model.
Doelstelling
Weten wat modellen zijn, welke typen bestaan, hoe ze tot stand komen en waarvoor ze dienen. In staat zijn aan de hand van een gegeven vraagstelling een eenvoudig civiel-technisch systeem te analyseren, te vereenvoudigen en schematisch weer te geven. Kunnen opzetten van balansvergelijkingen en andere relaties tussen toestandgrootheden en daartoe kunnen onderscheiden van verschillende daarbij voorkomende grootheden zoals voorraaden flux-grootheden. In staat zijn een model te controleren op dimensies, tekens en globaal gedrag en een attitude hebben ontwikkeld om zulke controles ook ongevraagd uit te voeren. Bekend zijn met de verschillende vormen van dynamisch gedrag van systemen en met de kenmerkende grootheden voor het gedrag van systemen (tijdschaal, respons, oscillatie, demping, enz.).
Cursustype
• •
college werkcollege
Vakrelaties
• • •
CT1090 maakt gebruik van CT1021 CT1090 maakt gebruik van CT1101 CT1090 maakt gebruik van WI1316CT
Toetsing
Toegestane middelen • •
Calculator Handboek
Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen + multiple choice)
Materialen studiehandleiding: •
Modelvorming
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
47 overige materialen verplicht: •
Werkboek, handboek
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: • Evt. aanvullingen, (uitgewerkte) vraagstukken Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
CT1101 Introductie Civiele Techniek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docenten Prof.ir. F.M. Sanders gastdocenten contactpersoon voor studenten Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 5.53 tel: 84915 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting • • •
Omschrijving van de werkzaamheden van de civiel ingenieur Overzicht van de verschillende vakgebieden binnen de civiele techniek Toelichting op de functionele eisen, de vormgeving en de uitvoering van civieltechnische werken zoals polders, wegen, spoorwegen, vaarwegen, riolering, bouwrijp maken en waterbouwkundige constructies (bruggen, tunnels, sluizen, etc.)
Beschrijving • • • • • • • • • • •
Overzicht van het proces van ontwerp, uitwerking, aanbesteding, uitvoering en beheer van civiel-technische werken Inzicht in verhouding opdrachtgever, ontwerper, uitvoerder en belanghebbenden Taken, werkzaamheden en werkomgeving van de civiel ingenieur Noodzakelijke gegevens, plaatsbepaling, maatvoering en grondonderzoek t.b.v. het ontwerp Bouwrijp maken, bouwen in en op de grond Waterkerende en grondkerende constructies Polders en waterbeheerssystemen Wegen, spoorwegen en vaarwegen Waterbouwkundige constructies (duikers, sluizen, kademuren, etc) Vaste en beweegbare bruggen Ondergronds bouwen
48 Werkboek: aan de hand van een toe te wijzen onderwerp wordt een werkboek gemaakt met de volgende inhoud: • • • • •
inleiding (w.o. maatschappelijke betekenis CT) functionele aspecten technische aspecten uitvoering en kosten wat heb ik geleerd
•
Werkboek (in te leveren op de maandag van de witte week). Wanneer het werkboek niet op tijd is ingeleverd, wordt het schriftelijk tentamen niet beoordeeld.
Materialen dictaat/studieboek verplicht:
Doelstelling
• Dictaat van het vak CT1101 Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
•
overige materialen aanbevolen:
• •
•
verkrijgen van overzicht in het werkterrein van de civiel ingenieur verkrijgen van overzicht in de verschillende vakgebieden binnen de civiele techniek verkrijgen van inzicht en kennis omtrent de functies, vormgeving en uitvoering van civieltechnische en infrastructurele werken d.m.v. het maken van een werkboek inzicht krijgen in de maatschappelijke betekenis van de civiele techniek
Cursustype •
college
•
colleges: voordrachten door (gast)docenten rond de inhoud van het dictaat 1 excursie werkboek: studenten stellen in het kwartaal een werkboek samen, m.b.v. dictaat, cd-rom, internet, interviews etc. het werkboek moet op de maandag in de witte week worden ingeleverd.
• • •
Toetsing Voorkennis Deelname excursie Toetsingsvorm • •
beoordeling werkboek (het werkboek moet op de maandag van de witte week worden ingeleverd) tentamen, schriftelijk (multiple choice)
Beoordeling Berekening •
50% werkboek en 50% schriftelijk tentamen
• "Lexicon voor de Weg- en Waterbouw". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
49
CT1102 Inleiding Ruimtelijke Ordening, Bestuurkunde en Recht ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2 docenten Mr.dr. W. Wijting Ir. P. van Eck Prof.ir. F.M. Sanders contactpersoon voor studenten Ir. P. van Eck kamer: 5.63 tel: 84813 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting Wettelijk, bestuurlijk en planologisch kader en de besluitvormingsprocessen rond (inpassing, voorbereiding en uitvoering van) civieltechnische infrastructuursystemen en -projecten, met als doel kennis en inzicht te verschaffen in de achtergronden en juridisch/bestuurlijke instrumenten die een cruciale rol spelen bij het besluitvormingstraject dat een civieltechnisch (infrastructuur-)project of -systeem moet doorlopen van het allereerste idee tot aan de daadwerkelijke invoering.
Beschrijving Inleiding ruimtelijke ordening (13 uur) 1. Infrastructuurplanning en ruimte (ruimtebeslag en structurerende werking van infrastructuur) (1 uur) 2. Wat is ruimtelijke ordening (elementaire begrippen en hulpmiddelen van de planologische wetenschap) (1 uur) 3. De stad/lokaal niveau (wat is een stad, welke ruimtelijke processen spelen zich daar af, relaties met de civiele techniek, planologische concepten) (2 uur) 4. Gemeentelijke ruimtelijke planfiguren en juridisch/bestuurlijk kader (bouwvergunning, bestemmingsplan, structuurplan) (2 uur) 5. Het landelijk gebied/regionaal niveau (wat is het, welke ruimtelijk processen spelen zich daar af, specifieke relaties met de civiele techniek, planologische concepten) (1 uur) 6. Provinciale ruimtelijke planfiguren en juridisch/bestuurlijk kader (streekplan,
goedkeuringsbeleid bestemmingsplannen, intergemeentelijke samenwerking) (1 uur) 7. Integratie/nationaal niveau (noodzaak r.o. op nationaal niveau, hoofdlijnen van beleid, specifieke relaties met de civiele techniek verkeer & vervoer, water- en milieubeheer-, planologische concepten waaronder milieuzonering en gebiedsgericht beleid) (2 uur) 8. Nationale ruimtelijke planfiguren en juridisch/bestuurlijk kader (nota's ruimtelijke ordening, procedure planologische kernbeslissing) (1 uur) 9. Infrastructuurplanning op nationaal niveau (structuurschema's, afstemming sector- en facetbeleid, tracébeleid, tracéwet) (2 uur) Inleiding recht voor civiele techniek (8 uur) 1. Rechtsprincipes (essentie, soorten, wetgever en rechter, rechtssubjecten) (1 uur) 2. Beginselen staatsrecht (taken en bevoegdheden staatsorganen, wetgeving) (1 uur) 3. Beginselen privaatrecht, zakenrecht, ((on)roerende zaken, eigendom), verbintenissenrecht (overeenkomst, onrechtmatige daad, aansprakelijkheid i.h.b. t.a.v. planning, inrichting en beheer van civiele werken), rechtsvordering (3 uur) 4. Beginselen publiekrecht, bestuursrecht (besluiten/beschikkingen, betamelijkheidsregels, overdracht van bevoegdheden), rechtsbescherming (procedures, bestuursrechtspraak) ( 2 uur) 5. Inleiding Europees recht (organen, verhouding EU - Nederlands recht, EU regelgeving) (1 uur) Praktijkvoorbeeld (2 uur) Behandeling van een voorbeeld om de samenhang tussen het bovenstaande in een concreet besluitvormingsproces te adstrueren (bij voorkeur in de vorm van een werkcollege c.q. actoren(rollen)spel rond een actueel project, bijv. de HSL-Zuid). (P.m. de leerstukken rond de bestuurskunde zijn in bovenstaande onderdelen van de ruimtelijke ordening en het recht geïntegreerd.)
Cursustype
• •
college oefening
•
hoorcolleges: stof collegedictaat toelichten, adstrueren met kleine en
50
• •
• •
grotere voorbeelden, zicht op samenhangen en op de systematiek versterken rollenspel (zie onder praktijkvoorbeeld): om de betrokkenheid van de studenten te vergroten oefeningen: vijf bijeenkomsten waarbij de student met open boek een aantal vragen en opdrachten over de stof van de afgelopen week moet beantwoorden; bedoeld om de stof nadrukkelijk op een vroeger tijdstip (dan de tentamenvoorbereiding) onder de aandacht te brengen en daarmee mede de tijdbestedingspiek vlak voor het tentamen af te vlakken (kan bonus geven op het tentamencijfer) oefenvragenbundel; wordt beschikbaar gesteld om de studenten te wijzen op essentiële elementen uit de stof voorbeeldtentamen: wordt beschikbaar gesteld opdat de student zich een beeld van het tentamen kan vormen.
Toetsing Toetsingsvorm Tentamen + vijf facultatieve oefeningen (zie onder bonusregeling). Schriftelijk tentamen van 2 uur (60% meerkeuzevragen, 40% open vragen mede aan de hand van een krantenartikel).
Beoordeling Bonus Bij voldoende resultaat voor een oefening wordt een testimonium verstrekt; 4 of 5 testimonia geven recht op een ophoging van 0,5 van het "ruwe" tentamencijfer, terwijl die ophoging bij 2 of 3 testimonia 0,2 bedraagt; dit alles onder de voorwaarde dat het ruwe tentamencijfer ten minste 5,0 bedraagt (alleen geldig voor het tentamen direct aansluitend op het onderwijs, niet bij de herkansing(en)). Berekening Regulier
Materialen studiehandleiding: • Studiehandleiding Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat "Ruimtelijke Ordening". Verkrijgbaar bij de dictatenverkoop van Civiele Techniek. • Boek "Recht voor Ingenieurs" Verkrijgbaar bij dictatenverkoop TBM. overige materialen aanbevolen: • Oefenvragenbundel, voorbeeldtentamen. Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
51
CT1112 Technisch Tekenen
• •
ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.1, 1.2 en 2.1
•
docenten Ir. Th.L.J. van Rij Prof.ir. L.A.G. Wagemans begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. Th.L.J. van Rij kamer 3.06 tel: 81614 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.11 tel: 015-2781573
Samenvatting Het visualiseren/weergeven van civiel technische objecten d.m.v. technische tekeningen volgens de gangbare tekennormen en tekentechnieken. Het leren lezen van technische tekeningen. Het ontwikkelen van inzicht in het gebruik en doel van technische tekeningen in de vakken Constructieleer 1, 2, 3 en de (ontwerp)projecten.
Beschrijving
Inleidende colleges: • • •
•
leerdoelen Technisch Tekenen het gebruik en nut van technische tekeningen in de beroepspraktijk het gebruik en beoordeling van handtekeningen en CAD tekeningen in de vakken Constructieleer 1, 2, 3 en de Ontwerpprojecten 1, 2 en 3 civieltechnische constructies worden besproken
Practicum: • • • •
handtekenen ( 2D/3D) tekenvaardigheid (oog/handcoördinatie, rechte lijnen, ruimtelijk inzicht) doel/opbouw tekening (regelmaat, hulplijnen, verhoudingen, documenteren) NEN regels (lijndiktes, lijntypes, arceren, projectieleer, maatvoering, bijschriften, tekst)
CAD tekenen volgens NEN (2D/3D) vaardigheden AutoCAD (basis, uitbreiding commando’s, printen, blocks, designcenter, paper-/modelspace, tips&tricks) integratie opdrachten. De onderwerpen zijn afgestemd op het parallel lopende vak Constructieleer 1.
Doelstelling Vaardigheden verkrijgen in het weergeven van civieltechnische objecten in technische tekeningen, volgens de gangbare tekennormen. Kennis van civieltechnische constructies. Het met civiele ogen leren kijken met behulp van technische beelden. Het vast kunnen leggen/weergeven van ideeën in technische tekeningen, zodat die ook voor anderen duidelijk en eenduidig zijn. Het kunnen lezen van technische tekeningen. Het ontwikkelen van ruimtelijk inzicht en vormgevoel. Het ontwikkelen van inzicht in het gebruik van technische tekeningen als communicatie-, rapportage- en illustratiemiddel in het kader van ontwerpopdrachten. Het kunnen verwerken van schetsen en tekeningen in een rapportage.
Cursustype • •
practicum college
Toetsing Voorkennis Voorwaarden Elke tekenopdracht moet aan het einde van iedere practicummiddag voor 17.30 uur zijn ingeleverd. In de opvolgende collegeweek worden de tekeningen van commentaar voorzien en becijferd. Het cijfer voor iedere tekenopdracht moet groter of gelijk aan 5,0 zijn. Voor eventuele aanvullingen, correcties of vervangende opdrachten/tekeningen geldt het volgende: • Deze tekeningen van semester 1.1, 1.2 en 2.1 dienen op de eerste vrijdagmiddag van het daaropvolgende kwartaal 13.30 uur te zijn ingeleverd.
52 Toegestane middelen n.v.t. Toetsingsvorm Tekenopdracht(en)
Beoordeling
Berekening Het eindcijfer is een gewogen gemiddelde van de beoordeling van de geleverde tekenprestaties/opdrachten op de practicummiddagen. Het eindcijfer van het vak technisch tekenen wordt slechts eenmalig aan het eind van semester 2.1 doorgegeven aan de onderwijsadministratie.
Materialen
studiehandleiding: • Onderdeel van de map Technisch Tekenen. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: •
CT1121 Duurzame Ontwikkeling ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docent Prof.dr.ir. Ch. F. Hendriks
Samenvatting Dit college behandelt duurzame ontwikkeling in de bouw en civieltechnische werken. Behandeld worden: duurzaamheid via de begrippen “durability” en “sustainability”, degradatie van diverse bouwmaterialen, het meten van het milieu, energie, water, milieuvriendelijk bouwen, de nationale pakketten duurzaam bouwen.
Beschrijving
1. Wat is duurzaam bouwen? • • •
Map Technisch Tekenen
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Het benodigde materiaal staat vermeld in de map Technisch Tekenen.
•
Uitleg van het begrip duurzaamheid Uitleg durability en sustainability degradatie beton (zuren, carbonatatie, sulfaten, vorstdooi, roesten van wapeningsstaal, alkali-silica-reactie), metalen (corrosie en bescherming), hout (invloed UV-licht, schimmels, insecten en marineboorders), kunststoffen (UV licht en zuurstof, zuren, basen, temperatuur, vocht), bitumen (UV-licht, zuurstof, vocht) Welke milieuaspecten zijn van belang
2. Hoe kan men het milieu meten? • •
Met welke methoden kan men het milieu beschrijven Met welke methoden kan men meten en rekenen
3. Uitleg over de basisbeginselen van materiaalgebruik in de bouw 4. Uitleg over het aspect energie 5. Uitleg over het aspect water 6. Uitleg over het milieuvriendelijk bouwen van wegen en waterbouwkundige constructies 7. Wat zijn nationale pakketten duurzaam bouwen? Oefeningen:
53 •
•
gedurende 6 college-uren wordt groepsgewijs aan de hand van cases de collegestof uitgewerkt. De cases zijn verplicht en gelden als een tentamencijfer gedurende 1 middag wordt een basis LCA-oefening gedaan op niveau 1. Meedoen aan de oefening is verplicht en kan bij goed resultaat tot compensatie bij het tentamencijfer leiden
Doelstelling Na afloop van de cursus heeft de student op het niveau “level 1” inzicht in de begrippen degradatie van bouwmaterialen, durability en sustainability, milieumaten, basisbeginselen materiaalgebruik, water, milieuvriendelijk bouwen, nationale pakketten duurzaam bouwen.
Cursustype • case study • oefening • college Via opdrachten wordt de student uitgenodigd om actief over de stof na te denken.
Toetsing Toegestane middelen Aantekeningen. Het gaat om een open-boek tentamen. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen en verplichte cases
CT1130 Geo-informatie voor Civiel Technici ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docenten Dr.ir. M.J.P.M. Lemmens tel. 015-2781042 gastdocenten
Samenvatting
In het college wordt een overzicht geboden van het geo-informatieproces. De te behandelen stof omvat: geo-informatieinwinningstechnieken (hoogte-, richting- en afstandsmeting, GPS en fotogrammetrie/remote sensing, laseraltimetrie en hydrografie), opslagstructuren en GIS-analyse technieken. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan Digitale Hoogtemodellen. Ook worden de belangrijkste in Nederland verkrijgbare landsdekkende basisbestanden behandeld: GBKN, Top10Vecor en AHN.
Beschrijving Behandeld worden: •
Inleiding, voorbeelden Geoinformatie in de Civiele Techniek, Geoinformatieproces
•
GIS principes en componenten, fysische aspecten van de atmosfeer
•
Data structuren en Geo-informatie uit beeldmateriaal (1)
•
GIS analyse functies
•
NAP-hoogtesysteem en waterpassen
•
RD-referentiesysteem en tachymetrisch inwinnen en uitzetten
•
GPS principes, transformatie, gebruik voor inwinnen en uitzetten
•
Geo-informatie uit beeldmateriaal (2)
•
Geo-informatie uit beeldmateriaal (3) digitale hoogtemodellen (DHM)
Beoordeling Bonus Via cases Berekening Tentamencijfer + ophoging via cases
Materialen
dictaat/studieboek verplicht: •
Boek "Duurzaam Bouwen”
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
54 •
Geo-informatie m.b.v. Laseraltimetrie Geo-informatie van de natte omgeving
•
Geoinformatie bij Civieltechnische Projecten
•
Geoinformatie basisbestanden (GBK, AHN, TOP)
Practica: •
Landmeetkundige inwinning
•
GIS Practicum
CT1210 Organisatie van het bouwen ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 2.1 docenten Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder docenten uit alle secties spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Bouwprocessen kamer: 3.40 tel: 015-2786636
Cursustype • •
college practicum
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Samenvatting Kennisdeel: overzicht van de inrichting van het bouwproces; de partners in het bouwproces; het bouwproces in historisch perspectief; projectorganisatie en fasering; bedrijfsorganisatie van bouwbedrijven algemeen; de context van het bouwen: initiatiefase; de haalbaarheidsfase; de ontwerpfase; de voorbereidings- en uitvoeringsfase; het bestek; de aanbesteding; voorbeelden uit de praktijk; bijzondere contract- en aanbestedingsvormen; kwaliteitsmanagement in de bouw; bouwen in het buitenland. Vaardighedendeel: bedrijfsorganisatie van bouwbedrijven; zeven soorten planningen in de bouw; kosten en kostprijsbepaling in de bouw. Inzichtdeel: de organisatie van een uitvoerend bouwbedrijf; de bedrijfstak Bouw in Nederland.
Cursustype •
college
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, bestaande uit een combinatie van open vragen, multiple choice vragen en vraagstukken over (netwerk)planningsproblemen.
Beoordeling Berekening Voor het totale tentamen krijgt men één cijfer. Dit eindcijfer wordt bepaald door elk van de subdelen apart te becijferen. Elk subdeel krijgt een gewicht afhankelijk van
55 de moeilijkheidsgraad en het aantal van de geformuleerde vragen.
CT1310 Hydrologie 1
Materialen
ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2
•
docenten Ir. W.M. Luxemburg Prof.dr.ir. H.H.G. Savenije contactpersoon voor studenten Prof.dr.ir. H.H.G. Savenije kamer: 4.94 tel: 81433 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterhuishouding en Waterbeheer kamer: 4.79 tel: 0152785080
studiehandleiding: Studiehandleiding opgenomen in het dictaat.
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: •
Boek:"Management van het Bouwproces".
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Samenvatting
overige materialen verplicht:
•
•
•
Oefenopgaven netwerkplanning
Verkrijgbaar via website.
• •
• •
maatschappelijke relevantie van water en relatie met de civiele techniek kringloop van het water: begrippen, componenten en processen neerslag en verdamping: processen en typen, verdeling in ruimte en tijd afvoeren: oppervlakte afvoeren, infiltratie (verliezen), onverzadigde zone, grondwater (verzadigde zone), interacties reservoirs: oppervlaktewater en grondwater (functies, vorm, ontwerpcriteria) samenhang waterkwaliteit en kwantiteit
Beschrijving 1. De hydrologie van Nederland in historisch perspectief en de rol van de mens daarin (de vroege geschiedenis; waterbeheersing van af het begin van de 17e eeuw; grote werken) 2. Hydrologie van Nederland (geologie; neerslag en verdamping; oppervlaktewater; grondwater) 3. Functies van het water (scheepvaart; transport van stoffen; drinkwater; koelwatergebruik door de industrie; watervoorziening voor de landbouw; ecologie; water als energiebron) 4. De kringloop van het water (componenten en processen; waterbalansen; systeembenadering; modellen)
56 5. Neerslag (het neerslagproces; neerslagtypen; fundamentele begrippen m.b.t. de neerslag; neerslagmeeting; bewerking van neerslaggegevens; gebiedsgrootte-effect; neerslagnetwerken; neerslagvoorspellingen; neerslagkwaliteit) 6. Verdamping (interactie tussen landoppervlak en atmosfeer; praktische betekenis van verdamping; verdampingstypen; standaard verdampingswaarden; fysica van de verdamping; factoren die invloed uitoefenen op de verdamping; energiebalans; berekening van de openwater verdamping; voorbeeldberekening open water verdamping m.b.v. Penman; berekening van de evapotranspiratie; verdampingsmetingen; waterverlies t.g.v. verdamping) 7. Geohydrologie (inleiding; waterstroming in poreuze media; schematisatie van de bodem; massabalans van een grondvolume in de verzadigde zone; massabalans van een grondvolume met freatisch vlak; zoet en zout grondwater) 8. Water in de onverzadigde zone (inleiding; algemene vergelijking onverzadigde zone; de bodemvochtkarakteristiek; infiltratie; bodemvochtprofielen; infiltratiemodellen; infiltratiemeting) 9. Afvoerhydrologie basisbeginselen (afvoerprocessen; het neerslagoverschot; rivierafvoeren; jaarlijkse afvoeren; basisafvoer; hoogwatergolven; afvoerbare neerslag; het bergingsbeginsel; het looptijdbeginsel; het principe van de eenheidsafvoergolf 10. Reservoirs (algemeen; kenmerken van een reservoir, waterlevering; capaciteitsbepaling; reservoirs voor hoogwaterbestrijding; effecten van een reservoir, wateropslag in Nederland) 11. Milieuhydrologie 12. Monitoring van hydrologische systemen Tijdens het college wordt een aantal oefeningen c.q. problemen behandeld.
Doelstelling Het begrijpen van de samenhang in de hydrologische kringloop. Het doorzien van de fysische processen in de kringloop. De
processen kwantificeren m.b.v. fysische basiswetten. Grootschalige processen kwantificeren m.b.t. empirische relaties. Toepassing van rekenregels en rekenmethodieken op praktische problemen. Begrip van de samenhang tussen waarnemen (meten) en modelleren.
Cursustype • •
college oefening
Vakrelaties •
CT1310 maakt gebruik van CT1101
Toetsing Toegestane middelen Eén A-4 formuleblad Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Optelling van "gescoorde" percentages per tentamenonderdeel en deling door 100
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Handleiding bij het college. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Uitgewerkte tentamenopgaven. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
57
WI1316CT Analyse ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 1.1 en 1.2 docent Dr.ir. H.X. Lin contactpersoon voor studenten Dr.ir. H.X. Lin kamer: HB03.040 tel: 87229
Samenvatting Complexe getallen, differentiëren, integreren, eerste en tweede orde differentiaalvergelijkingen, functies van meerdere variabelen en partiële afgeleiden, meervoudig integreren, coördinatensystemen.
Beschrijving
De leerstof bij de leerdoelen is terug te vinden in James Stewart, Calculus, Early transcendentals 5th edition, Brooks/Cole, 1999, in de volgende paragrafen: Appendix G, handout complexe getallen, en Maple handleiding 3.6 3.11 4.2 5.3 5.5 7.1 7.5 7.6 7.8 9.1 9.2 9.3 9.4 9.6 14.4 14.5 14.6 14.7 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 15.7 15.8 15.9 17.1 17.2 17.3
Doelstelling
1. Complexe getallen kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen 2. Complexe getallen in het vlak kunnen tekenen 3. Complexen van de vorm a+bi naar r(cos v + isin v) en omgekeerd kunnen omzetten 4. Tweedegraads vergelijkingen met complexe wortels kunnen oplossen 5. De stelling van De Moivre kennen en kunnen gebruiken voor het bepalen van de n-de machtseenheidswortels 6. Met complexe e-machten kunnen werken en complexe getallen in de vorm r exp(iv) kunnen schrijven 7. De hoofdstelling van de algebra kennen en de reststelling kunnen toepassen 8. Kunnen uitleggen wat differentiëren inhoudt
9. Impliciet gegeven functies kunnen differentiëren en de vergelijking van de raaklijn aan de bijbehorende krommen kunnen opstellen 10. Orthogonale trajectorieën van families van krommen kunnen opstellen 11. Afgeleiden van (samenstellingen van) inverse goniometrische functies kunnen bepalen 12. De lineaire benadering van een functie kunnen bepalen en daarbij gebruik kunnen maken van de differentiaal-notatie 13. Kunnen uitleggen wat de middelwaardestelling inhoudt 14. Kunnen uitleggen wat integreren inhoudt en de hoofdstelling van de integraalrekening kennen 15. De substitutieregel voor het berekenen van integralen in eenvoudige gevallen kunnen gebruiken en daarbij gebruik kunnen maken van de differentiaal-notatie 16. De regel voor partiële integratie voor het berkenen van integralen in eenvoudige gevallen kunnen gebruiken en daarbij gebruik kunnen maken van de differentiaalnotatie 17. Integralen kunnen bepalen met behulp van tabellen en/of computeralgebra systemen 18. Convergentie van oneigenlijke integralen van beide soorten kunnen nagaan en deze in voorkomende gevallen kunnen berekenen 19. Een differentiaalvergelijking als een model voor een probleemsituatie kunnen interpreteren 20. Door substitutie kunnen controleren of een gegeven functie (of een collectie functies) een oplossing is van een gegeven differentiaalvergelijking 21. Uit het richtingsveld van een differentiaalvergelijking conclusies over gedrag van oplossingen kunnen afleiden 22. Voor differentiaalvergelijkingen van de vorm y'=f(x,y) met behulp van de regel van Euler benaderingen van oplossingen kunnen bepalen 23. Differentiaalvergelijkingen door middel van scheiding van variabelen kunnen oplossen 24. Eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen kunnen oplossen 25. Homogene lineaire tweede orde differentiaalvergelijkingen met constante coefficiënten kunnen oplossen 26. Inhomogene lineaire tweede orde differentiaalvergelijkingen met constante coefficiënten kunnen oplossen met behulp
58 van de methode van variatie van constanten 27. Bovenstaand type differentiaalvergelijkingen kunnen toepassen bij het modelleren van gedwongen trillingen en/of elektrische circuits 28. Met behulp van partiele afgeleides de vergelijking van raakvlakken aan oppervlakten bepalen 29. Met behulp van partiële afgeleides functies van meerdere variabelen lineariseren 30. Beschrijven van linearisaties met behulp van differentialen 31. Toepassen van de kettingregel bij het bepalen van partiële afgeleides 32. Gebruik maken van de kettingregel bij het bepalen van partiële afgeleides van impliciet gegeven functies 33. Bepalen van de richtingsafgeleide van een functie van meerdere variabelen in een gegeven richting 34. Gebruik maken bij het beschrijven van de richtingsafgeleide van de gradient-notatie en hiermee de richting bepalen waarin de afgeleide maximaal is 35. Bepalen van de vergelijking van een raakvlak aan een niveau-oppervlak 36. Bepalen van extreme waarden en zadelpunten van een functie van twee variabelen met behulp van de tweedeafgeleide-test (determinant van Hesse) 37. Bepalen van de extreme waarden van een functie van twee variabelen op een gesloten en begrensd gebied 38. Een probleem waarin Rieman-sommen voorkomen omzetten naar een probleem waarin meervoudige integratie voorkomt 39. Berekenen van meervoudige integralen door deze om te zetten in herhaalde integralen (Fubini) 40. Toepassen van meervoudige integralen bij het berekenen van volume, massa, massamiddelpunt en traagheidsmoment 41. Berekenen van in daarvoor geschikte situaties tweevoudige integralen door over te gaan op poolcoördinaten 42. Berekenen van in daarvoor geschikte situaties drievoudige integralen door over te gaan op bol- of cilindercoördinaten 43. Berekenen van meervoudige integralen door een geschikte coördinatentransformatie toe te passen 44. Bij het toepassen van coördinatentransformaties de bijbehorende jacobiaan berekenen
Cursustype •
colstructie
Toetsing Toetsingsvorm Na het eerste kwartaal wordt een (multiple choice) deeltentamen van 2 uur gehouden, waarbij de stof uit moduul 1 wordt getentamineerd. Aan het einde van het tweede kwartaal wordt een tweede deeltentamen (met open vragen) gehouden waarbij alle stof uit moduul 3 en een deel van moduul 1 wordt getentamineerd.
Beoordeling
Berekening 40% deeltentamen 1 + 60% deeltentamen 2, of herkansing over de gehele stof.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Calculus, Early Transcendentals, 5th edition, by James Stewart
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. overige materialen verplicht: • Handleiding Maple en syllabus Te downloaden van blackboard.
59
WI1317CT Lineaire Algebra ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 2.1 en 2.2 docent Dr. J. Vermeer tel.: 015-2785826
Samenvatting Kwartaal 3: stelsels Ax = b oplossen en lineaire structuur van Rn Kwartaal 4: eigenwaarden, eigenvectoren, spektraalstelling
Beschrijving Kwartaal 3: • • • • • • • • • • • • • • •
Lineaire vergelijkingen Vectorvergelijking Matrixvergelijking Lineaire combinaties Lineaire (on)afhankelijkheid Lineaire transformaties Matrices met hun operaties Inverse van een matrix Vectorruimtes Lineaire deelruimte Begrip 'basis' en 'basisstelling' Inwendig produkt Orthogonale projecties Gram Schmidt proces Kleinste kwadraten oplossing
Kwartaal 4: • • • • • • • • • •
Kolom-rij expansie van product twee matrices Methode Jacobi en Gauss-Seidel LU-decompositie Determinanten Eigenwaarden, eigenvectoren, eigenruimtes van een matrix Complexe eigenwaarden Discrete dynamische systemen Power methode en inverse powermethode Symmetrische matrices, spektraalstelling Kwadratische vormen
Doelstelling Het doel van het vak Lineaire Algebra is de student inzichten en practische rekenvaardigheden bij te brengen ten aanzien van de algebraische en numerieke aspecten van stelsels lineaire vergelijkingen. Trefwoorden hierbij zijn: matrixalgebra, vectorruimte en lineaire afbeeldingen. In het tweede deel van het vak komen in dit verband ook eigenwaarden en eigenvectoren ter sprake en als toepassing discrete dynamische systemen. Een student zal elementaire rekentechnieken zoals het vegen van een matrix en het bepalen van eigenwaarden en eigenvectoren moeten kunnen uitvoeren. Belangrijker is dat de student zich met deze begrippen een grondig inzicht verwerft in de eigenschappen van lineaire structuren en daarmee verbanden leert kennen waarin matrices een rol spelen. Het vak lineaire algebra zal een student helpen om later computerresultaten beter kwalitatief te kunnen voorspellen en beoordelen en zal hem of haar de terminologie geven om erover te kunnen communiceren.
Cursustype •
colstructie
Toetsing
Toegestane middelen Zakrekenmachine Toetsingsvorm 1. Ieder kwartaal 3 zijn er 3 quizzen, waaraan de student op vrijwillige basis mee kan doen. Iedere quiz zal bestaan uit een opgave. De quizzen zullen van te voren op college worden aangekondigd (dus niet op blackboard!). 2. Het tentamen bestaat uit 5 opgaven van 9 punten ieder met cijfer via de formule cijfer=1/5[5(gratis)+totaal aantal punten]. 3. De quizzen kunnen 40% van het tentamenresultaat bepalen, echter alleen voor studenten die alle zes quizzen gedaan hebben. De 40% wordt bepaald op de volgende manier: - Iedere quiz kan 0-1-2-3 punten opleveren. - Dit levert dus maximaal 18 quizpunten
60 op. - Op het tentamen mag de student zelf 3 van de 5 opgaven uitkiezen om te maken. - Dit levert maximaal 27 tentamenpunten. Het cijfer wordt dan berekend via de formule: cijfer=1/5[5(gratis)+ quizpunten + tentamenpunten] De quizzenregeling geldt alleen voor het tentamen in kwartaal 4 dat direct aansluit op de colstructies.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
“Lineair Algebra and its application” derde druk, dus NIET de tweede, ISBN 0-201-70970-8
61
Vakoverzichten Tweede jaar
62
63
CT2022 Dynamica van systemen ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 2.2 HBO-schakelprogramma, semester 2.2 docenten Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad A. Scarpas MSc begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
Samenvatting Tijdsafhankelijk gedrag van dynamische tweede-orde systemen in de civiele techniek. Mechanische systemen zonder en met demping. Hydraulische systemen zonder en met weerstand. Eigenbeweging. Verschillende typen belasting (harmonische excitatie, stapbelasting, exponentiële belasting, impact/pulsbelasting). Mechanische systemen met twee graden van vrijheid zonder demping.
Beschrijving
Mechanisch systeem met één graad van vrijheid, ongedempt. Opstellen bewegingsvergelijking, Eigenbeweging. Gedwongen beweging voor harmonische belasting, exponentiële belasting, stapbelasting en impact/pulsbelasting. In rekening brengen van beginvoorwaarden. Hydraulische systemen met één graad van vrijheid zonder weerstand. Eveneens eigenbeweging en gedwongen beweging. Mechanische systemen met demping. Zelfde cyclus van eigenbeweging en gedwongen beweging. Hydraulische systemen met weerstand. Weer zelfde cyclus van eigen beweging en gedwongen beweging. Korte kennismaking met andere mechanische en hydraulische systeemconfiguraties. Eerste-orde systemen als limietgeval van tweede-orde
systemen. Mechanische systemen met twee graden van vrijheid, zonder demping. Opstellen van bewegingsvergelijkingen (massamatrix en stijfheidsmatrix). Bepalen van twee eigentrillingen met eigenperiode. Gedwongen respons ten gevolge van harmonische belastingen. Trillingsisolatie.
Doelstelling In het vak leert de student dat mechanische en hydraulische systemen in de tijd een eigenbeweging kunnen uitvoeren met een bijbehorende eigenfrequentie en eigenperiode en/of gedwongen bewegingen als responsie op diverse typen belasting. Een belangrijk aspect is de grote overeenkomst in wiskundige formulering van de verschillende fysische systemen, ook bij gedwongen beweging. Alleen de tijdschaal is anders. Voorts wordt elke toekomstige civiel ingenieur zich ervan bewust dat (ook) civiel-technische systemen meer dan één vrijheidsgraad kunnen hebben en dus meer dan één trilvorm en meer dan één eigenperiode. Het leerdoel is het opstellen van de tweede-orde differentiaalvergelijking(en) voor een fysisch probleem, het oplossen van deze bewegingsvergelijking(en) en (vooral) het fysisch interpreteren van de berekeningsresultaten. Als de student dit beheerst kan hij/zij een aantal karakteristieke systemen en belastingstypen met bijbehorende responsie herkennen in de praktijk van de civiele techniek.
Cursustype
De onderwijsvorm is een mix van hoorcolleges, werkcolleges en toetsen. De keuze voor hoorcolleges is ingegeven door de wetenschap dat deze stof als moeilijk wordt ervaren. De student kan worden gewezen op de systematiek in de aanpak en hij/zij leert hoe door de vele wiskundige bewerkingen heen steeds moet worden gelet op de fysica in de processen. In de werkcolleges oefent de student de wijze van werken bij het modelleren en oplossen van problemen. Drie toetsen zijn ingebouwd om de student te stimuleren vanaf het begin van het college de stof te bestuderen. Met
64 deze toetsen kan de student een bonus halen.
overige materialen aanbevolen:
Vakrelaties
•
• • • • •
CT2022 CT2022 CT2022 CT2022 CT2022
maakt maakt maakt maakt maakt
gebruik gebruik gebruik gebruik gebruik
van van van van van
CT1021 CT1090 CT2031 WI1316CT WI2253CT
Toetsing
Toegestane middelen Op het tentamen wordt een blad uitgereikt met de belangrijkste formules die in de te toetsen stof een rol spelen. De student zelf neemt niets mee dan zijn rekenmachine. Toetsingsvorm Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Het bestaat uit open vragen over afleidingen en toepassingen. De toetsen worden op de computer afgenomen.
Beoordeling Bonus Met de drie toetsen kan een bonus worden behaald. Afhankelijk van de resultaten wordt een half of een heel punt toegevoegd aan het resultaat van het schriftelijk tentamen. Berekening Het eindcijfer is de som van het cijfer voor het schriftelijk tentamen en de bonus die wordt ontvangen voor het resultaat van de toetsen.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
"Dynamica van Systemen", J. Blaauwendraad
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Bundel met uitgewerkte opgaven en eerder gegeven tentamens
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Computerprogramma "Dycon"
Verkrijgbaar via website. dictaat/studieboek aanbevolen: •
M. Alonso en E.J. Finn: "Fundamentele natuurkunde, 1 mechanica"
•
R.C. Hibbeler: "Engineering Mechanics, DYNAMICS" en "Engineering Mechanics, DYNAMICS Study Pack"
Verkrijgbaar bij boekhandel/VSSD.
65
CT2031 Constructiemechanica 3 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 docenten Ir. J.W. Welleman Ir. C. Hartsuijker begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. J.W. Welleman kamer: 6.15 tel: 0152784856 student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
Samenvatting Algemene rekenmethoden voor statisch onbepaalde staafconstructies, zowel op basis van de krachtenmethode als de verplaatsingenmethode. Inleiding stabiliteit van het evenwicht.
Beschrijving Statisch onbepaalde constructies: Krachtenmethode: Keuze van het statisch bepaalde hoofdsysteem, statisch onbepaalde en vormveranderingsvoorwaarden. Toepassingen: Stijfheidsverschillen in constructies, steunpuntsverplaatsingen, temperatuursinvloeden. Verplaatsingenmethode: introductie en demo MatrixFrame, modelvorming m.b.v. staven en knopen, randvoorwaarden en belastingen, systematiek van de methode uitgelegd aan de hand van vakwerken en eenvoudige, op buiging belaste constructies, elementenbelastingen. Stabiliteit van het evenwicht: inleidende begrippen, plaatsvastheid en vormvastheid. Stabiliteit van het evenwicht, systemen met 1 vrijheidsgraad (starre staaf), systemen met 2 vrijheidsgraden (als opstap naar de buigzame staaf), de
buigzame staaf, Euler, statisch bepaalde drukstaven (2e orde D.V.), differentiaalvergelijking voor het algemene knikprobleem (4e orde D.V.), uitwerking van de D.V. tot basis-kinkgevallen, geschoorde en ongeschoorde staven, verende inklemmingen, initiële verplaatsing door scheefstand of belasting. Vergrotingsfactor, schijnbare stijfheid, instabiliteit door niet-lineair materiaalgedrag. Integrale aanpak van de volgende begrippen: 1e orde verplaatsing, 1e orde bezwijklast, kniklast, 2e orde verplaatsing, bezwijklast door instabiliteit.
Doelstelling Statisch onbepaalde constructies: Aan het einde van deze module is de student(e) in staat om statisch onbepaalde constructies te herkennen en hierin met behulp van de krachtenmethode de krachtsverdeling te bepalen. Daarnaast is hij/zij vertrouwd met de oplossingsstrategie van de verplaatsingsmethode en kan hij/zij deze toepassen op raamwerken en vakwerken. Met behulp van een oefening heeft de student laten zien hoe de resultaten van een computerberekening kritisch moeten worden geïnterpreteerd en hoe deze berekeningen met de hand kunnen worden gevalideerd. Stabiliteit van het evenwicht: Aan het einde van deze module is de student(e) is staat om de stabiliteit van het evenwicht van raamwerkstructuren met eenvoudige lastconfiguraties te onderzoeken. Daarbij is hij/zij vertrouwd met de invloed van tweede orde effecten en het effect van plastisch materiaalgedrag op de bezwijklast.
Cursustype • Computer Ondersteunende Zelfstudie • oefening • colstructie De student krijgt theorie en toepassingen uitgelegd in de vorm van een college/instructie, waarbij de student actief in de zaal mee moet doen. Door de COZ wordt de zelfstudie van de student bevorderd en zorgt voor een
66 gelijkmatige studielast over het kwartaal.
Toetsing Voorkennis Deelname aan het tentamen is voor studenten die voor de eerste keer deelnemen - voor zover dit direct aansluit op het kwartaal waarin het vak wordt gedoceerd - alleen toegestaan aan hen, die tenminste 40% van het aantal te behalen COZ-punten hebben gescoord. Voorts is deelname aan het tentamen alleen toegestaan aan studenten die de oefening hebben afgerond en deze binnen het overeengekomen tijdschema door de student-assistenten ter goedkeuring hebben laten paraferen. Toegestane middelen Een zakrekenmachine, grafische calculator is toegestaan Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
http://www.mechanics.citg.tudelft.nl/ -studass
Verkrijgbaar via de website van Blackboard. dictaat/studieboek verplicht: • • •
"Constructiemechanica 3, Statisch onbepaalde constructies". "Constructiemechanica 3, Stabiliteit van het evenwicht". "Constructiemechanica 3: MatrixOefening". Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT2051 Constructieleer 2 ECTS punten: 7 rooster: BSc-programma, semester 2.1 en 2.2 docenten Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Dr.ir. A.L.A. Fraaij Ir. A.M. Gresnigt Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen Prof.ir. L.A.G. Wagemans Prof.dr.ir. J.C. Walraven Ir. J.W. Welleman contactpersoon voor studenten Ir. P.C.J.M. de Theije kamer: 3.06.1 tel: 84616 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Staal- en Houtconstructies kamer: 3,31 tel: 0152781675 secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.11 tel: 015-2781573
Samenvatting
Dit vak geeft een inleiding in het ontwerpen en toetsen van elementaire constructie-elementen in de materialen staal, beton en hout. De volgende aspecten komen aan de orde: (I) Vormgeven, dimensioneren en detailleren Het ontwerpen van constructie-elementen en hun verbindingen. De volgende constructie-elementen komen aan de orde: liggers, trekstaven, kolommen, vakwerkliggers, bogen, hangen tuiconstructies, portalen, spanten. (II) Constructieve veiligheid Het toetsen van de constructieve veiligheid van bovengenoemde constructieelementen en hun verbindingen.
overige materialen aanbevolen: •
op blackboard kunnen de COZ-blokken worden gedownload.
Beschrijving College Constructieleer 2A: Constructief ontwerpen Ontwerpen/vormgeven van de belangrijke basis constructie-elementen zoals: trek- en drukstaaf, kolommen en buigliggers in staal, beton en hout, samengestelde liggers, vakwerkliggers.
67 Allen zowel statisch bepaald als doorgaand. Krachtswerking en vormgeving van 2D constructie-elementen zoals: bogen, hang- en tuiconstructies. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende stappen in het vormgevingsproces: Materiaal- en vormkeuze: Het op ontwerpniveau kiezen van het juiste materiaal, vorm en afgestemd op de beoogde functies en krachtsafdracht. Aanpassing van doorsnede en vormgeving langs staafas, aangepast aan de M- en Vlijn. Bepalen van (globaal) de juiste afmetingen: Het op ontwerpniveau bepalen van de benodigde afmetingen van eenvoudige ontwerpberekeningen. Het vormgeven van de details: Het op ontwerpniveau aangeven van de gewenste aansluitingen, opleggingen, verbindingen, sparingen, enz. afgestemd op de beoogde wijze van krachtsafdracht. Colleges Constructieleer 2B: Constructieve veiligheid Dit college is opgesplitst in drie delen, namelijk een deel staal-, een deel hout-, en een deel betonconstructies. De opzet van de delen komt overeen. Door rekenkundige toetsingsregels wordt de constructieve veiligheid van liggers en kolommen op stijfheid, sterkte en stabiliteit aangetoond. Tevens wordt de constructieve veiligheid van verbindingen getoetst. Practicum Bestaande uit: 1) Oefeningen a. oefeningen behorend bij college Constructieleer 2A b. oefening Materiaalkunde :"Failure Mode Analyse"; onderzoek naar de materiaalkeuze in relatie tot de degradatie van deze materialen c. oefeningen "staafwerkprogramma": in samenwerking met constructiemechanica worden hier oefeningen gedaan in het werken met een staafwerk programma (Matrix). Deze oefeningen worden daar waar mogelijk geïntegreerd met de onder a. genoemde oefeningen 2) De ontwerpopdracht Aansluitend aan de oefenmiddagen-serie
behorend bij de colleges constructieleer 2A dient met behulp van de tot dan verworven tools een draagconstructie ontworpen te worden, opgebouwd uit basiselementen. Deze draagconstructie dient in het daarna volgende kwartaal nader uitgewerkt, gedetailleerd en aan de constructieve veiligheid getoetst te worden, zoals aangeleerd bij 2B. Het ontwerp en de toetsing van het ontwerp dienen tenslotte met berekeningen en vooral (duidelijke) tekeningen te worden gerapporteerd.
Doelstelling College: hoorcolleges bij hoogleraren en docenten, bestuderen collegedictaten en leerboeken. Practicum: in groepen van 20 à 30 studenten zelfstandig onder begeleiding werken aan de opdrachten van het practicum. De onderwijsvorm van de middagen is een mengvorm van zelfwerkzaamheid op de oefenmiddagen (voornamelijk in semester 2.1 en consultancy middagen (voornamelijk in semester 2.2).
Cursustype • •
college practicum
Toetsing
Voorkennis Alle oefeningen van het practicum moeten met een voldoende zijn beoordeeld. Het resultaat voor de ontwerpopdracht van het practicum moet >=5,0 zijn. De oefenmiddagen behorend bij Constructieleer 2A worden als voldoende beoordeeld indien men de betreffende middag serieus gewerkt heeft om de gegeven opdrachten tot een goed einde te brengen. De oefeningen “materiaalkunde” en “staafwerkprogramma” worden ingenomen en individueel met voldoende/onvoldoende beoordeeld; indien onvoldoende heeft men éénmaal het recht op een nieuwe oefening. De eerste van de ontwerpopdrachten (de voorontwerpen) wordt tussentijds ingeleverd en beoordeeld; dit
68 tussenresultaat moet voldoende zijn (d.w.z.>=5,0) om hiermee het tweede deel (toetsing van de constructieve veiligheid) van de ontwerpopdracht in te kunnen gaan. Als het eerste deel onvoldoende is, krijgt men in een beperkte tijdsspanne de gelegenheid verbeteringen aan te brengen, voor men aan het tweede deel mag beginnen; is het eerste deel erg slecht (of zijn de verbeteringen nog niet voldoende), dan kan men volgend jaar weer mee doen met de nieuwe ontwerpopdracht. Na het tweede deel moet de totale ontwerpopdracht worden ingeleverd. Studenten, die vorig jaar slechts voor een deel van het practicum een voldoende resultaat behaald hebben, moeten in de eerste week van semester 2.1 contact opnemen (alléén via e-mail, melden wat je wel en niet hebt behaald) met Ing. P.C.J.M. de Theije (e-mail
[email protected]), indien ze vrijstelling denken te bekomen voor een deel van het practicum. Dit geldt ook voor studenten die een deel van dit vak moeten doen in het kader van een overgangsregeling. N.B. Het resultaat voor de ontwerpopdracht (mits >=5,0) is geldig tot en met het cursusjaar volgend op het jaar waarin het resultaat behaald is. Tentamenstof: Constructieleer 2A (ontwerpen) Constructieleer 2B (constructieve veiligheid) Toegestane middelen Constructieleer 2A: Informatiemap ACL, tekenmateriaal Constructieleer 2B: Betondeel: een A-4’tje, aan één zijde beschreven Staaldeel: komt op Blackboard
Beoordeling
Berekening 40% Deeltentamen Constructieleer 2A 40% Deeltentamen Constructieleer 2B 20% Ontwerpopdracht Voor alle onderdelen dient minimaal een 5,0 te zijn behaald
Materialen studiehandleiding: • De studiehandleiding(en) zal (zullen) op BlackBoard gepubliceerd worden. Overigens zullen alle van belang zijnde tijdstippen/ plaatsen/ aanvullingen/ wijzigingen/ voorwaarden/ inlever-, ophaaldata e.d. op BlackBoard gepubliceerd worden (dus niet in het Cnieuws). U dient daarom elke maandag op BlackBoard (bij CT2051A en/of CT2051B) te kijken of er nog van belang zijnde meldingen zijn. dictaat/studieboek verplicht: • • • • • • •
Diktaat Constructieleer 2A Constructieleer Basis, tweede druk 2001, H.P.M. van Abeelen (boek) Oefeningen en voorbeeldtentamens CT2051A Oefenbundel Constructieleer 2B (staal) Diktaat “Gewapend Beton CT2051B/CT3051B”, van prof.dr.ir. J.C.Walraven Overspannend Staal Basisboek Overspannend Staal Construeren (boek)
e.e.a. verkrijgbaar bij dictatenverkoop Civiele Techniek Voor constructieleer 2A en de ontwerpopdrachten: het materiaal van Technisch Tekenen. Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: • •
Constructieleer 2B: Overspannend Staal Profielen (boek) Overspannend Staal Voorbeelden.
Verkrijgbaar bij de dictatenverkoop Civiele Techniek. • Tijdschrift Bouwen met Staal, verkrijgbaar bij de vereniging Bouwen met Staal. • Tijdschrift Cement. Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
69
CT2061 Integraal Ontwerpen in de CT; ontwerpproject 2 ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 2.2 docenten Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder Ir. ing. J.P. Noppen gastdocenten contactpersoon voor studenten Ir. ing. J.P. Noppen kamer: 3.45 tel: 015 2786824 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Bouwprocessen kamer: 3.42 tel: 015-2784774
Samenvatting Groepen van ca. 10 studenten werken in stappen aan een ontwerpproject dat de gehele levenscyclus van een project doorloopt. Het totale ontwerpproject strekt zich uit over 9 kalenderweken. Daarbij wordt ondersteuning gegeven in de vorm van kennis, methodieken en trainingen.
Beschrijving Toelatingseisen Aan het ontwerpproject 2, CT2061, mag pas worden deelgenomen als de student het ontwerpproject 1, CT1061, met een resultaat >= 6 heeft afgerond. Groepen van ca. 10 studenten werken in stappen aan een ontwerpproject dat de gehele levenscyclus van een project doorloopt. Het totale ontwerpproject strekt zich uit over 9 kalenderweken. Daarbij wordt ondersteuning gegeven in de vorm van kennis, methodieken en trainingen.
Stap 1 (1 week): Initiatief
Deze (eerste) fase van het project houdt zich bezig met het bepalen van het doel van het systeem met de nadruk op de aspecten omgeving, functionaliteit en onderhoud. De groep onderzoekt wat de ontwerpopdracht inhoudt: wie is de opdrachtgever, wie zijn de geldschieters, enz. Men zoekt naar referentieprojecten en motiveert het waarom van de keuzes. Met welke specifieke partijen krijgt men gedurende de totale levenscyclus van het project wellicht te maken, wat is ieders
belang en wat voor middelen zou een ieder kunnen gebruiken om zijn of haar belang (of invloed) te vermeerderen. De groep inventariseert mogelijke, ongewenste gebeurtenissen (risico's) op technisch, financieel enz. terrein gedurende de totale levenscyclus. Onderzocht wordt op welke wijze waarde is toe te voegen aan het project die niet direct in geld is uit te drukken maar het plan wel meer acceptabel maakt.
Stap 2 (2 weken): Haalbaarheid
Deze fase behelst met name het bepalen van de functies binnen het systeem en het doel van de componenten met nog steeds de nadruk op de aspecten omgeving, functionaliteit en onderhoud. De groep definieert het systeem en stelt de functies (=doel van de componenten) vast binnen dat systeem. Ze bepaalt kosten en opbrengsten van het project met al haar componenten, en bepaalt met de NCW methode benodigde subsidies. De groep maakt vervolgens een overzicht van aannames, uitgangspunten en voorwaarden voor hun project. De noodzakelijke bouwactiviteiten worden geordend en een grof realisatieplan (balkenschema) wordt getekend. Een overzicht van nog te verzamelen gegevens wordt gegeven en toegelicht met gewenste, specialistische onderzoeken (formuleren en motiveren). Het resultaat van de initiatief- en haalbaarheidsfase wordt vastgelegd in een groepsrapport en besproken met de begeleider.
Stap 3 (1 week): Voorontwerp
Binnen deze fase worden door de groep de systeemvorm, de functies van de diverse componenten en het doel van de diverse elementen bepaald. De nadruk verschuift hierbij van de aspecten omgeving, functionaliteit en onderhoud naar de techniek en uitvoering. De groep stelt vast wat moet worden bewerkstelligd met welke componenten en leidt hieruit het doel af van de noodzakelijke elementen. Ze geeft aan waar de componenten worden gelokaliseerd, met hun globale afmetingen. De groep maakt een vergelijking van verschillende indelingen en kiest een uiteindelijke vorm van het totale systeem op grond van de functionele indeling, de ruimtelijke inpassing, de oppervlakten en het waterhuishoudingsysteem. Ze maakt plattegronden van het gehele systeem,
70 incl. ontsluiting. De daarvoor in aanmerking komende bouwelementen worden geselecteerd en enkele mogelijkheden voor bijbehorende draagconstructies worden geschetst.
Stap 4 (2 weken): ontwerp
Per subgroep wordt naar keuze één van de componenten ter uitwerking vastgesteld. Doel is het bepalen van de vorm van de gekozen component en de functies van de diverse elementen. De nadruk ligt nu grotendeels op de aspecten techniek en uitvoering. Eventuele detailgegevens worden versterkt. Per subgroep wordt voor de gekozen component een PvE opgesteld. Vervolgens wordt een definitief ontwerp gemaakt, rekening houdend met de kosten (waar niet gekwantificeerd kan worden dient een kwalitatieve vergelijking te worden gemaakt). Aspecten zoals duurzaamheid van het ontwerp, de belevingswaarde, de veiligheid, capaciteit en uitvoering, moeten voldoende aandacht krijgen. Schetsmatige ontwerptekeningen worden gemaakt; principedetails gegeven naast globale dimensionering van de component. Doorsneden, plattegrond, uitvoeringsplan moeten worden aangegeven in hoofdlijnen, zodat duidelijk wordt hoe één en ander functioneert en gebouwd wordt. Een beeld van de bouwvolgorde voor die component wordt geschetst. De groep bundelt al de resultaten in een plenair overleg met de begeleider en stelt één en ander bij. Het resultaat wordt vastgelegd in een deelrapport.
Stap 5 (1 week) : Detaillering
Per subgroep wordt voor het gekozen element op basis van constructieve, vloeistofmechanische of grondmechanische berekeningen/aannames/rekenregels een uitgewerkt ontwerp gemaakt (structuren, dimensionering en materiaalkeuzes) van het gekozen element. De nadruk ligt nu vrijwel volledig op de aspecten techniek en uitvoering. Peilen en afmetingen volgen uit stabiliteitsterkte en vormverandering. Een staat van hoeveelheden van de gekozen elementen binnen de beschouwde component wordt gegeven en een uitvoeringsbegroting gemaakt. Met behulp van schetsen, doorsneden en dergelijke met hoofdafmetingen, peilen, details, aansluitingen, enz. wordt het resultaat besproken met de begeleider.
Stap 6 (2 weken): Integratie en terugkoppeling
De resultaten van de subgroepen worden door de groep gecombineerd tot één product dat leidt tot het uiteindelijke ontwerp. Onderzocht wordt waar de componenten aanpassingen behoeven. Deelontwerpen worden eventueel aangepast. Tenslotte wordt met de begeleider een groepsevaluatie gemaakt van alle werkzaamheden tot nu toe op basis van risico's, kosten en tijd (planning) en de veranderingen gemotiveerd. Hierbij wordt teruggekeken naar de resultaten van de voorgaande stappen. Een onderbouwing en motivatie wordt gegeven van de geconstateerde veranderingen gedurende het ontwerpproces en opgenomen in de eindrapportage. De groep rondt af met een eindrapportage op A4-formaat in rapportvorm met inhoudsopgave, samenvatting, conclusies en aanbevelingen, lijst van figuren, tabellen en referenties.
Cursustype Bij iedere stap wordt het volgende stramien gehanteerd: 1. Verplicht hoorcollege van 2 uur, waarin de stof, de opdracht(en) en de producten worden aangereikt of teruggekoppeld. 2. Verplichte instructiebijeenkomst (4 uur) waarin de groep uitleg en instructie krijgt over de te hanteren methodieken. 3. Projectenwerk in de groep waarin de zaken worden uitgewerkt. Deze werkzaamheden worden begeleid door medewerkers en ondersteund via digitaal studiemateriaal. 4. Bijeenkomst in de groep met begeleider waarin beslissingen worden genomen.
Vakrelaties Voor CT1061 moet een cijfer ≥ 6 behaald zijn conform het OER-BSc, uitvoeringsregeling artikel 10. • • • •
CT2061 CT2061 CT2061 CT2061
maakt maakt maakt maakt
gebruik gebruik gebruik gebruik
van van van van
CT1102 CT1210 CT1061 CT2071
71
Toetsing Voorkennis Aanwezig geweest zijn bij instructies Toetsingsvorm Eindrapportage. De theoriecolleges worden getoetst door middel van Etude-toetsen (deelcijfer A), het project(proces) wordt getoetst a.d.h.v. de (tussen)rapportage(s) incl. de eindpresentatie (deelcijfer B). Het visualiseren wordt getoetst door middel van schetsen/technische tekeningen (deelcijfer C). Aanwezigheid tijdens instructiemiddagen en groepsbijeenkomsten is verplicht.
CT2071 Ruimtelijke vervoersplanning ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docenten Prof.ir. F.M. Sanders Prof.dr.ir. P.H.L. Bovy contactpersoon voor studenten Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 5.53 tel: 84915 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Beoordeling
Berekening Tentamencijfer is het gemiddelde van de cijfers voor A) eindrapport (voor 60%), B) voor het gemiddelde van 2 toetsen (voor 20%) en C) voor het gemiddelde van 2 tekeningen (20%). Voor onderdeel A en onderdeel B moet minimaal een 5 worden gehaald.
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: • •
Dictaat: "Inleiding Integraal ontwerpen". Referentiestandaard Tekenen
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Samenvatting Verklaren van verstedelijking en het ontstaan van vervoersbehoefte. Behandeling van het vraagstuk van locatiekeuze en het oplossen van de vervoersbehoefte. Inleiding op de ruimtelijke modellering en de verkeersmodellering. Behandelen van actuele ruimtelijke en vervoerskundige vraagstukken, waarbij wordt aangegeven op welke wijze deze met behulp van bestaande theorieën kunnen worden opgelost. Inleiding op het ontwerp van infrastructurele netwerken en de bijbehorende vervoersdiensten.
Beschrijving •
•
•
inleiding vakoverzicht; relaties met andere vakken; het vak in relatie tot de beroepspraktijk; verkeerskundige / vervoersplanoloog begrippen en definities: verkeer; vervoer; logistiek; allocatie; bereikbaarheid; mobiliteit; etc. NB: aan de hand van voorbeelden, casus, etc. basisbeginselen: menselijke activiteiten (aard, tijd, plaats); vestiging (allocatie van wonen, werken, voorzieningen); verplaatsingen (personen, goederen/stoffen, energie, informatie); infrastructurele netwerken; vervoerssystemen
72 •
•
•
•
•
•
•
historisch overzicht van grondgebruik, infrastructuur en vervoer: verstedelijking; wegen en vaarwegen; spoorwegen; metro, bus, shuttles; wisselwerking grondgebruik, infrastructuur en vervoerssystemen ruimtelijke vervoerssystemen; vraag/aanbod: personen (tijd, richting, motief, modaliteit, instelling, etc); verklarende grootheden die vraag bepalen (economie, demografie, maatschappelijke ontwikkelingen, etc.); goederen (idem.); aanbod ontwikkeling; wisselwerking vraag/aanbod; economische mechanismen (consumenten surplus) verplaatsingen: motief (afstand, tijdstip, reistijd, modaliteit, etc.); ritproductie van herkomstgebieden; ritattractie van bestemmingsverkeer; ritdistributie; herkomsten/bestemmingen; vervoerswijze keuze; route keuze; verkeersmodellering opbouw van infrastructurele netwerken: knopen (verbindingen, aansluitingen, etc); graph-theory; users/builders optimum; ontwerpprincipes; hiërarchie van netwerken; capaciteit van verbindingen en knopen; samengestelde/integrale netwerken netwerkanalyse: kwalitatieve en kwantitatieve kenmerken van netwerken; reistijden, reisafstanden, capaciteit; concurrentieverhoudingen tussen knopen; onderlinge vergelijking van netwerkconfiguratie; toepassing van netwerkanalyse bereikbaarheid: begripsomschrijving; definities; economisch en maatschappelijk belang van bereikbaarheid; maatvoering/kwantificering van bereikbaarheid; Plaatswaarde/vervoerswaarde van knopen; toelichting met behulp van cases ruimtelijke planning, allocatie en vestigingsgedrag: geschiktheidscriteria en grondgebruik; ruimtelijke planning; locatiekeuze investeerders, bedrijven en instellingen; vestigingsgedrag individuen; locatie/allocatie-
•
•
•
modellering; discrete choicemodellering; distributieplanologie beoordeling van veranderingen in grondgebruik, infrastructurele netwerken en vervoersdiensten: systeembegrenzing; criteria; effecten (ruimtelijk, vervoerskundig, milieutechnisch, economisch); kwantificering; voorbeelden/cases benutten en verbeteren van infrastructurele netwerken en vervoerssystemen: capaciteitsplanning; bottle necks; verkeersmanagement; reallocatie van functies; ketenmobiliteit; etc; voorbeelden en cases planningscyclus: probleemanalyse/beleidsanalyse; infrastructurele/verkeerskundige maatregelen; plan- en projectontwikkeling; effectanalyse/projectevaluatie; besluitvorming/implementatie
Cursustype • •
hoorcolleges werkcolleges: klassikaal uitwerken van oefeningen/vraagstukken
Toetsing
Toetsingsvorm • •
tentamen, schriftelijk (open vragen en multiple choice) opgaven
Beoordeling Berekening Cijfer schriftelijk tentamen
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
73
CT2081 Inl. Computeronderst. modelleren/program. voor Civiel Ingenieurs ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 en 2.1 docenten Dr.ir. E. Dado Ir. H. Boere contactpersoon voor studenten Dr.ir. E. Dado kamer: 3.25 tel: 84330
Samenvatting Inleiding tot het gebruik van computers in de verschillende CT domeinen. Computersystemen, computermodellen en toepassingen. Inleiding modelleer- en programmeermethoden voor de ontwikkeling van civieltechnische programmatuur. Aandacht wordt gegeven aan systematische aanpak en objectgeoriënteerde modelleermethoden/programmeertalen. Praktijkgerichte oefeningen.
• •
Begeleide practica: • • •
Doelstelling • •
Beschrijving
Stof: • • • •
ICT in de verschillende CT-domeinen Systemen en systeemtheorie De rol van modellen voor het beschrijven van systemen Software-ontwikkeling methodologie
Inleidende programmeeroefeningen GUI ontwerp UML-klasse diagrammen
Zelfstandig practicum: Zelfstandige oefening waarbij de student met datgene wat is behandeld in de colleges en tijdens de begeleide practica, zelfstandig een civieltechnisch probleem vertaalt naar een computermodel en dit implementeert.
• Het vak ‘Inleiding computerondersteund modelleren en programmeren voor civiel ingenieurs’ is bedoeld om studenten kennis te laten maken met het gebruik van ICT bij het oplossen van civieltechnische problemen. Van belang is het bijbrengen van kennis omtrent de mogelijke toepassingen van ICT in de verschillende CT-domeinen. Bovendien is het van belang dat studenten problemen in een CTdomein kunnen vertalen in een computermodel en deze kunnen implementeren met behulp van een programmeertaal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ‘state-of-the-art’ modelleertechnieken en objectgeoriënteerde programmeertalen.
Modelleermethoden en programmeertalen Object-georiënteerd modelleren en programmeren
• •
Kennis en inzicht verkrijgen in de rol van ICT in de verschillende CTdomeinen Het kunnen vertalen van een civieltechnisch probleem in een model dat door de computer kan worden omgezet in basiscode Beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om zelfstandig een computermodel te maken en dit te implementeren. Vaardigheid verkrijgen in het gebruik van een object-georiënteerde programmeertaal Vaardigheid verkrijgen in het mondeling en schriftelijk rapporteren
Cursustype • • •
college oefening practicum
Toetsing
Voorkennis Deelgenomen aan alle zaaloefeningen en een goedgekeurd verslag van de zelfstandige oefening. Toegestane middelen Niets Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (multiple choice)
74
Beoordeling Berekening Gelijk aan het tentamencijfer.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • • •
Inleiding computerondersteunend modelleren voor civiel ingenieurs Handleiding Java Handleiding UML.
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT2090 Grondmechanica ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 1.1 en 1.2 docenten Prof.dr.ir. F. Molenkamp Dr.ir. S. van Baars begeleider Ir. J.P. Oostveen contactpersoon voor studenten Ir. J.P. Oostveen kamer 0.09 tel: 85423 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Geo-engineering kamer: 0.13 tel: 015-2781880
Samenvatting
Classificatie, eigenschappen en parameters, doorlatendheid, stijfheid, sterkte. Spanningen en vervormingen. Stabiliteit en draagvermogen.
Beschrijving Colleges: Inleiding. Classificatie. Korrels, water, lucht. Spanningen in de grond. Spanningen in een gelaagde grond. Wet van Darcy. Doorlatendheid. Grondwaterstromingen. Vierkantennet. Bronbemaling. Spannings-rek-relaties. Tangent-moduli. Eendimensionale samendrukking. Consolidatie. Analytische oplossing. Numerieke oplossing. Bepaling consolidatieparameters. Seculair effect. Schuifsterkte. Triaxiaalproef. Schuifproef. Celproef. Waterspanningen. Ongedraineerde proeven. Spanningspaden. Elastische berekeningen. Boussinesq. De zon van Newmark. Flamant. Zettingsberekeningen. Horizontale gronddruk. Rankine. Coulomb. Tabellen voor horizontale gronddruk. Damwanden. Blum. Grenstoestanden in klei en in zand. Strokenfundering. Prandtl. Grenstheorema's. Brinch Hansen. Verticale ingraving. Oneindig talud. Glijvlakberekening. Terreinonderzoek. Modelonderzoek. Paalfundering. Oefeningen: consolidatieberekeningen, damwandberekeningen,
75 zettingsberekeningen, glijvlakberekeningen. Practicum: sondering, samendrukkingsproef, doorlatendheidproef, triaxiaalproef.
Doelstelling Basiskennis en basisprincipes van de Grondmechanica.
Cursustype
• •
college practicum
•
Computertoetsen
Toetsing Toetsingsvorm 7 computertoetsen, cijfer: T Schriftelijk tentamen, cijfer: X
Beoordeling Berekening Eindcijfer = (T+2*X)/3
CT2100 Vloeistofmechanica ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 1.1 en 1.2 HBO-schakelprogramma, semster 1.1 en 1.2 docent Prof.dr.ir. G.S. Stelling begeleider Ir. R.J. Labeur contactpersoon voor studenten Ir. R.J. Labeur kamer: 2.84 tel: 0152785069 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Vloeistofmechanica kamer: 2.91 tel: 0152781953
Samenvatting • • •
• •
•
•
•
Vloeistofeigenschappen; gelijkvormigheid; dimensieloze kentallen Hydrostatica Kinematica; snelheidsveld; volumestroom; meevoering; lokale en convectieve afgeleide; versnelling; volumebalans Vergelijkingen van Euler langs de normaal, binormaal en stroomlijn (Bernoulli); toepassingen Energieoverdracht in vloeistofstroming; energiebalans voor een stroombuis; toepassingen op snel veranderende stromen in gesloten en in open leidingen (profielveranderingen in pijpleidingen; hevels; pompen en turbines; overlaten en schuiven) Impulsoverdracht in vloeistofstroming; impulsbalans voor een stroombuis; toepassing op snel veranderende stromen in gesloten leidingen (zie voorgaand punt) Stroming rond starre lichamen; invloed viscositeit; grenslaagvorming en loslating; zog; stromingsweerstand; valsnelheid Stroming in pijpleidingen; lokale verliezen; wandverliezen in laminaire en turbulente stroom; relatie tussen debiet en verval
76 •
Stroming in open waterlopen; kritische stroming; overlaten met gestuwde afvoer en met vrije afvoer; watersprong; weerstandformules voor eenparige stroming; geleidelijk variërende stroming met bijbehorende stuwkrommen.
Cursustype • • •
college practicum toets
Colleges: • • • • • •
organisatorische mededelingen uitleg vakinhoud op hoofdlijnen demonstraties met stroomgoot behandelen van toepassingen aanwijzingen geven voor zelfstudie beantwoorden van vragen
Toetsen: vijf COO-toetsen om gestructureerde en tijdige zelfstudie te bevorderen en voor terugkoppeling naar student over studievoortgang. Oefeningen: via vraagstukken (zelfstudie) Practicum: één practicum van 2 uur; metingen in groepen van 4 studenten; één verslag per 2 studenten wordt beoordeeld en besproken
Toetsing Voorkennis Practicum moet zijn gedaan en het verslag daarvan ingeleverd Toegestane middelen Zakrekenmachine Onbeschreven formuleblad Toetsingsvorm • •
5 COO-toetsen (niet verplicht) schriftelijk tentamen
Beoordeling Bonus via de COO-toetsen Berekening Eindcijfer wordt bepaald voor 2/3 uit tentamencijfer en voor 1/3 uit COOtoetsen onder de volgende voorwaarden:
• • •
Tentamen aansluitend aan het kwartaal Tentamencijfer ten minste een 4,5 Toetscijfer hoger dan het tentamencijfer
In alle andere gevallen is het eindcijfer gelijk aan het tentamencijfer.
Materialen studiehandleiding: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: •
Handleiding practicum vloeistofmechanica
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Dictaat Vloeistofmechanica en Vraagstukkenbundel Vloeistofmechanica.
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
77
CT2121 Experiment ECTS punten: 2 rooster: BSc-programma, semester 1.1 en 1.2 Het Experiment start in september en loopt door t/m december docent Dr.ir. A.L.A. Fraaij begeleider docenten uit alle secties contactpersoon voor studenten Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974
Samenvatting In het experiment zal de student: •
•
•
Kennis maken met diverse meetinstrumenten. In het laboratorium wordt geoefend met deze meetinstrumenten en wordt er ingegaan op foutenvoortplanting in de diverse stadia van meten en op spreiding in meetresultaten Leren hoe een betonmengsel te berekenen en hoe beton te maken, verwerken en beproeven (destructief en niet-destructief) De opgedane kennis toepassen op een mechanicaprobleem, op diverse balken van de verschillende bouwmaterialen waarbij het belasting-doorbuiginggedrag wordt onderzocht en op 2 bitumensoorten (dit laatste in het wegenbouwlab).
Beschrijving In het experiment wordt de student de theorie van foutenvoortplanting en spreiding in meetresultaten aangereikt. De student maakt kennis met diverse instrumenten zoals: duimstok, schuifmaat, schroefmicrometer, rekstroken en peekelkast, digitale voltmeters, balansen, kwikthermometers, digitale temperatuurtasters, thermokoppels, meetklokjes, LVDT’s, Schmidthammer, geluidspulsapparatuur en houtvochtigheidsmeter. Ook maakt de student kennis met materiaalspecifieke meetapparatuur zoals apparatuur om de penetratie index van bitumen te bepalen, de zetmaat volgens Abrams bij beton, de
spreidmaat en de verdichtingsmaat en de 8-liter ketel om het luchtgehalte van verse beton te bepalen, de kerfslagapparatuur, hardheidsmeting volgens Vickers en Rockwell bij staal. Deze meetinstrumenten worden toegepast bij een aantal proeven zoals: de bepaling van de momentenlijn bij een buigproef, de bepaling van de Emodulus van een aluminiumlegering, de bepaling van de kruip van hout, het belasting-doorbuiging-gedrag van hout, beton en staal en de volumieke massa van een metaallegering. De student zal op invulformulieren laten zien dat hij inzicht heeft in de foutenvoortplanting in de diverse stadia van meten. Een aantal instrumenten moet gekalibreerd worden en de student zal een uitspraak moeten doen over de uiteindelijke meetfout bij de bepaling van de E-modulus. In een ander experiment leert de student een betonmengsel te berekenen, te maken en te beproeven op een niet-destructieve en op destructieve wijze. De student maakt tevens twee balken van beton (één ongewapend en één met wapeningsstaal). In het experiment van de sectie ConstructieMechanica past de student zijn kennis toe op een mechanica proefopzet waarbij met rekstroken aan een stalen frame metingen worden verricht. In totaal zijn er 8 experimenten verdeeld over 6 practicummiddagen. Verder is er in week 1 nog een introductiecollege en een ingangstoets. In het laatste deel onderzoekt de student het belasting doorbuigingsgedrag van beton, staal en hout.
Doelstelling De student moet na afloop van het experiment: •
• • •
Voor een nieuw uit te voeren experiment in staat zijn de foutenvoortplanting uit te werken en om kunnen gaan met het begrip spreiding in meetresultaten Zelfstandig een betonmengsel kunnen uitrekenen Zelfstandig op een niet-destructieve en destructieve wijze de sterkte van beton kunnen bepalen Met behulp van rekstroken metingen kunnen doen aan modellen van constructies
78 • • •
Zelfstandig de PI van bitumen kunnen bepalen Inzicht hebben in het belasting doorbuigingsgedrag van staal, hout, gewapend en ongewapend beton Kunnen omgaan met diverse meetinstrumenten
Cursustype • • •
Voorbereidend college (3 uur) Ingangstoets Experimenten in het laboratorium
Toetsing Voorkennis Experiment mag gedaan worden na voldoende resultaat ingangstoets. Toetsingsvorm • Multiple choice • Verslagen experimenten
Beoordeling
Berekening Gemiddelde becijfering invulbladen bij elk experiment; het experiment van de sectie ConstructieMechanica telt voor 1/4 deel mee in het eindcijfer
Materialen studiehandleiding: • Handleiding Experiment Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek verplicht: • Handleiding Experiment Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT2122 Duurzame Bouwmaterialen Deel M (=CT2122) en Experiment (Deel E) ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docenten Prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks Dr.ir. A.L.A. Fraaij begeleider Dr.ir. A.L.A. Fraaij student-assistenten contactpersoon voor studenten Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974 spreekuur/afspraak student-assistenten Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974
Samenvatting Behandeld worden de eigenschappen, gedrag en bruikbaarheid van materialen en er wordt verder ingegaan op het begrip duurzame bouwmaterialen. Aan de orde komen: het Bouwstoffenbesluit, immobilisatie, milieuwetgeving, energieprestatie en enige bouwfysische aspecten. Het deel Experiment (deel E) omvat 1 ECTS waar in het laboratorium ervaring wordt opgedaan met diverse meetinstrumenten. Centraal staat tevens de foutenvoortplanting in de diverse stadia van de metingen. Onderdelen van het experiment zijn: • • • •
berekenen en vervaardigen betonmengsels werken met diverse meetinstrumenten het gedrag van balken en samengestelde balken het bepalen van het s–e-diagram van warm- en koud gewalst staal
Beschrijving 1. Uitleg over eigenschappen, gedrag en bruikbaarheid van materialen •
Beton (uitleg: wat is/zijn cement, hulpstoffen, vulstoffen, toeslagmateriaal, rol van water, verwerkbaarheid, verdichting,
79
•
•
•
•
• • • •
•
nabehandeling, hydratatie, microstructuur cementsteen, vervorming in vers beton, verhard beton, plastische krimp, autogene krimp, droogkrimp, stijfheid, sterkte, kruip, gedrag bij brand) Staal (atomair/kristallijn niveau, ferriet, cementiet, perliet, austeniet, glijvlakken, dislocaties, Cottrelwolken, ijzer-koolstofdiagram, hardheid, Emodulus en uitzettingscoëfficiënt, spanning rek diagram bij warmgewalst en koud gewalst staal, vloeigrens, elastische en plastische vervorming, insnoering, verstevigingsgebied, 0,2% rekgrens, kruip, relaxatie, gedrag bij brand, inleiding lassen aan de hand van ijzer koolstofdiagram en heat affected zone, beknopte uitleg staalsoorten, beknopte uitleg roestvast staalsoorten, vermoeiing, verschil taaie en brosse breuk) Aluminium (diverse legeringen, codering legeringen, atomair/kristallijn niveau, E-modulus en uitzettingcoëfficiënt, spanningrekdiagrammen, invloed vervaardigingswijze, hardheid, vermoeiing) Hout (onderscheid naald- en loofhout, opbouw naald- en loofhout, celstructuur, cellulose, hemicellulose en lignine, orthotropie, vocht in celwand en in celholten, vochttransport, kernhout, spinthout, jaarringen, richtingafhankelijkheid van de diverse eigenschappen, stijfheid, sterkte, krimp en zwelling, imbibitiemaximum, kruip, invloed vochtgehalte) Metselwerk (stenen en elementen zoals baksteen, kalkzandsteen, cellenbeton, betonstenen, bindmiddelen, hulpstoffen, metselzand en lijmen) Gips Glas en keramische materialen (diverse eigenschappen, opbouw, samenstelling) Bodemmaterialen (zand, grind, klei en natuursteen) Asfalt (bitumina, mineraal aggregaat, vulstoffen, productie, invloed temperatuur, tijd, belastingsnelheid op vervorming) Kunststoffen en rubbers, coatings, verf en lijmen (uitleg opbouw
• • •
thermoplasten, thermoharders, elastomeren schuimen, eigenschappen, gedrag bij brand) Dak- en isolatiematerialen Natuurlijke materialen Materialen in de waterbouw
Oefeningen: Gedurende 3 college-uren wordt groepsgewijs aan de hand van 3 cases de collegestof uitgewerkt. De cases zijn verplicht en gelden als een tentamencijfer. 2. Wat zijn duurzame bouwmaterialen?
• • • • • • • • • • • • • • •
Historie van het gebruik van materialen Uitleg over eigenschapen van materialen in relatie tot toepassing in constructies Uitleg over veel gehanteerde begrippen Hoofdlijnen van de milieuwetgeving Voorspelen van de levensduur van materialen Uitleg voor modellen om de milieuvriendelijkheid van materialen vast te stellen Beschermen van bodem en water bij het gebruik van materialen Basisprincipes van het bouwstoffenbesluit Bodemverontreiniging Uitleg over bodembeschermende voorzieningen Wat is immobilisatie? Afgifte van straling uit materialen Welke invloeden hebben materialen op het binnenklimaat in woningen en gebouwen Energieprestatie van materialen en gebouwen Invloed van materialen bij damp-, vocht-, warmte- en geluidsisolatie
De onderdelen 1 en 2 leveren samen 2 ECTS op (= CT2122) 3. Onderdeel Experiment •
Betonoefening in het laboratorium: berekenen betonmengsel (met de hand en met een software programma). Het vervaardigen van het mengsel en het controleren van
80
• • • •
verwerkbaarheid, luchtgehalte en wcf. Het op niet-destructieve wijze controleren van luchtgehalte, Emodulus en de sterkte. Het op destructieve wijze controleren van de sterkte. Het onderzoeken hoe wapening het buiggedrag van een balk beïnvloedt. Het onderzoeken hoe tijdens de bepaling van de E-modulus van een balk belast op buiging zich gedraagt Het bepalen van de PI van een bitumen in het laboratorium (proef verzorgd door sectie Wegbouwkunde) De mechanicaproef van een raamwerk met rekstoffen De B-proef bij de diverse sectie's
Doelstelling De student zal na de cursus in staat moeten zijn te vertellen hoe een aantal belangrijk civieltechnische bouwmaterialen zijn opgebouwd, hoe ze te bewerken c.q. te verwerken zijn, wat hun belangrijkste eigenschappen zijn (inclusief de afhankelijkheid van de opbouw, be- en verwerking). De student zal aan de hand van de basisprincipes van het Bouwstoffenbesluit en zijn kennis van de hoofdlijnen van de milieuwetgeving en LCA's, berekeningen moeten kunnen maken t.a.v. de bruikbaarheid/geschiktheid van diverse bouwmaterialen.
Cursustype
• College • case study • Lab. Experiment (1 ECTS) (Ad.1 + Ad.2 samen 2 ECTS) Na uitleg in collegevorm over de theorie wordt de student uitgenodigd om aan de hand van cases de theorie te koppelen aan praktijkproblemen. Dit operationaliseringsproces moet leiden tot een beter inzicht in de materie.
Vakrelaties •
CT2122 maakt gebruik van CT1121
Toetsing
Voorkennis Cases gedaan Toegestane middelen Aantekeningen.
Toetsingsvorm • •
Open boek tentamen Open vragen
Beoordeling
Bonus Bij goede uitvoering cases Berekening (2 x deel M + 1 x deel E)/3
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
Studieboek
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Handouts
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
81
CT2320 Inleiding Waterbouwkunde ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docenten Prof.drs.ir. J.K. Vrijling Prof.dr.ir. M.J.F. Stive Ir.ing. K.G. Bezuyen Ir. T. van Meulen begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. T. van Meulen kamer: 3.94 tel: 015 2789454 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterbouwkunde kamer: 3.73 tel: 0152783345
Samenvatting Inleiding over plaats en doel van de waterbouwkunde. Het ontwerp en beoordeling van waterbouwkundige werken. Toepassing van vloeistofmechanica, hydrologie en grondmechanica. Transport van water via open en gesloten systemen; functioneel ontwerp van kustwerken t.b.v. regulering afvoer en waterstand. Stabiliteit van bodem- en oeververdedigingen. Transport over water en werken t.b.v. de scheepvaart. Bescherming tegen water langs zee en rivier, ontwerp van dijken.
Beschrijving
2) Toepassing van hydrologie, vloeistofmechanica en grondmechanica • •
•
3a) Transport van water via open en gesloten systemen • •
• •
•
•
•
•
•
Ontwerp open kanalen: verband tussen debiet, bodemverhang en wandruwheid en hydraulische straal Ontwerp gesloten leidingen: verband tussen verval, stroomsnelheid, wrijvingsverliezen en vertragingsverliezen; leidingkarakteristiek principe centrifugaalpomp, pompkarakteristiek gecombineerd met leidingkarakteristiek Waterslag en leidingbreuk
3b) Functioneel ontwerp kunstwerken t.b.v. transport van water en regulering; stabiliteitscriteria
1) Het ontwerp en beoordeling van waterbouwkundige werken Inleiding over plaats en doel van de waterbouwkunde Ontwerpen als proces met vooronderzoek en opstellen van programma van eisen en randvoorwaarden Generen van basisideeën en alternatieven. Afwegen alternatieven o.a. met behulp van probabilistische technieken en economische analyses.
Hydrologische aspecten: geïdealiseerde rivier, afvoerverloop, Qh kromme, afvoerduurlijn Vloeistofmechanica: continuïteit, Bernoulli en impulsbalans; Shieldsdiagram, sedimenttransport, erosie en aanzanding; hoogwaterstanden: astronomische getijden en windopzet, kans van optreden; golven op diep en ondiep water, orbitaalbeweging, shoaling, refractie en diffractie. Golfvoorspelling en overschrijdingskans significante golfhoogte Grondmechanische aspecten: zetting, afschuiving, opbarsten en zettingsvloeiing.
• • •
Regulering rivierbed; bandeling, baggeren, oever- en geulfixatie, bochtafsnijding Regulering waterafvoer: reservoirs voor irrigatie, waterkrachtproductie en hoogwaterbestrijding Regulering waterstanden: vaste en beweegbare stuwen Vormgeving dammen en stuwen, stabiliteitscriteria onderbouw stuwen voor afschuiven, kantelen en piping Afvoerformules overlaat en onderafvoer schuiven
82 4) Transport over water en werken t.b.v. de scheepvaart • •
• • • •
Scheepvaart als onderdeel van het logistieke proces Hydrodynamische aspecten van het varen: grenssnelheid, retourstroom, spiegeldaling, scheepsgolven en manoeuvreren Typen en afmetingen zeevaart en binnenvaart (CEMT-klassen) Ontwerp scheepvaartkanalen Los- en laadinrichtingen Principes constructies t.b.v. overwinnen verval: schutsluis, pente d'eau, scheepslift en hellend vlak; bepaling keuze; onderdelen schutsluis
5) Kusten en estuaria, dijken en oeverbescherming •
• • •
Kusten: gesloten zandige kust, langsen dwarstransport, effecten van duinen, golfbrekers, strandhoofden en strandmuren Estuaria: komberging en -lediging al of niet in combinatie met rivierafvoer, inleiding zout/zoet Dijken: algemene beschrijving, stabiliteit taluds, grondwaterstroming en kruinhoogtebepaling Oeverbescherming: golfaanval op bestorting (Hudson) en gezette steen, stroomaanval op talud, afdichting ondergrond: filters en bodembescherming
•
• •
• •
• •
Daarnaast heeft de student inzicht gekregen in: • •
Doelstelling Inzicht geven geven in de wijze waarop waterbouwkundige werken geschematiseerd kunnen worden om ze toegankelijk te maken voor simpele berekeningen die hun oorsprong vinden in de theoretische beschouwingen in de vloeistofmechanica, grondmechanica en hydrologie. De student moet in staat zijn om: • •
de formules voor uniforme stroming toe te passen bij gegeven ruwheidsparameters. het debiet te bepalen in een gesloten leiding bij gegeven verval en leidingconfiguratie met behulp van ontwerpdiagrammen.
het min. dwarsprofiel en het tracé van een scheepvaartkanaal te bepalen bij gegeven scheepsafmetingen en vaarsituatie de spiegeldaling, retoursnelheid en de grenssnelheid te bepalen bij gegeven afmetingen van schop en kanaal de significante golfhoogte en -periode te voorspellen bij gegeven windsnelheid, windbaan en windduur alsmede waterdiepte de golfoploop (z-2%) op een talud te bepalen bij gegeven golfhoogte en periode de windopzet in zeeën, meren en kanalen te bepalen bij gegeven windsnelheid, windduur en waterdiepte afhankelijk van de geometrie van het watergebied de kruinhoogte van een dijk te bepalen onder gegeven randvoorwaarden de stabiliteit t.a.v. draagkracht, afschuiving en piping te beoordelen van een gegeven onderbouw van een waterkering en randvoorwaarden voor waterstanden en grondeigenschappen.
de plaats van de waterbouwkunde in de civiele techniek en de relatie met de basiswetenschappen de ontwerpmethodologie van waterbouwkundige werken, waaronder de principes van het probabilistisch ontwerpen.
Cursustype • •
college oefening
Vakrelaties • • • • •
CT2320 CT2320 CT2320 CT2320 CT2320
bouwt maakt maakt maakt maakt
voort op CT1090 gebruik van CT2051 gebruik van CT2090 gebruik vanCT2100 gebruik van CT2121
Toetsing Toegestane middelen 2x A4 met eigen aantekeningen, een boekje met ontwerpgrafieken, zakrekenmachine
83 Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, waarbij een aantal opdrachten wordt uitgevoerd
CT2330 Funderingstechniek
Materialen
ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 2.1
•
docent Prof.ir. A.F. van Tol begeleider Ing. H.J. Everts Ir. J.P. Oostveen contactpersoon voor studenten Ing. H.J. Everts kamer: 0.10 tel: 015 2785478 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Geo-engineering kamer: 0.13 tel: 015-2781880
studiehandleiding: Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
Collegedictaat
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Tentamenbundel
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Boekje met ontwerpgrafieken
Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie. overige materialen aanbevolen: •
Abonnement op tijdschrift "Land en Water", uitgegeven door VNU Business Publications
Samenvatting In de hoorcolleges worden de technieken behandeld, die zijn gericht op het realiseren van funderingen, grondkerende constructies, bemalingen en grondverbeteringen. Het college omvat daartoe onderwerpen, zoals de voor het ontwerpen van funderingen vigerende geotechnische normen (inhoud en achtergronden), het interpreteren van het benodigde grondonderzoek, het dimensioneren van funderingen en verschillende funderingstechnieken en randvoorwaarden voor een goede uitvoering. Daarnaast worden kostenaspecten beschouwd. De collegestof wordt behandeld in het dictaat Funderingstechnieken (ontwerpaspecten) en Funderingstechnieken (uitvoeringsaspecten). Het college wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Ten behoeve van de voorbereiding van het tentamen zijn tentamens met uitwerkingen verzameld in een tentamenbundel, die verkrijgbaar is bij de dictatenverkoop.
Beschrijving Funderingsontwerp: Grondonderzoek: terreinonderzoek, sonderen en boren; interpretatie grondonderzoek; vaststellen geotechnische parameters; Paalfunderingen: paaltypen, berekening punt- en schachtdraagvermogen en
84 negatieve kleef; berekening zakking; Normen in de geotechniek: normen stelsel; prestatie eisen; veiligheidsconcept; partiële factoren; geotechnische categorieën; grondeigenschappen; toetsen paalfundering en staalfundering; ophoging, ontgraving, opbarsten; Grondkerende constructies: typen, materialen, belastingen, belasting- en/of materiaal factoren; klasse-indeling, grenstoestanden, gronddrukken, rekenmodellen, parameter bepaling; veiligheidsbeschouwing en stappenplan. Funderingstechnieken: Diepwanden, boorpalen, uitvoeringsaspecten, ontwerp en berekening kosten; Geschroefde palen, grondverdringende en niet grondverdringende, werkwijze, ontwerp, kosten; Grondwaterkerende schermen, werkwijze, kwaliteit, kosten; Injecteren: indeling; gedrag injectievloeistoffen: jetgrouten, chemische injecteren, comp. Grouting, werkwijzen, toepassingen, kwaliteit, ontwerp, berekeningen, ervaringen; Verankeringen: typen; injectieankers, werkwijze, injectiemortel, constructieve aspecten, corrosie: ontwerp, empirie, geschiktheids-, controleproeven, tijdafhankelijke gedrag, kruip, veiligheidsbeschouwing; Bevriezen van grond: werkwijze, ontwerp, toepassingen, kosten, praktijkvoorbeelden; Verdichten: principe, grenzen, werkwijzen diepteverdichting; trilnaalden, dynamische verdichten, ontwerp en berekening, kwaliteitscontrole, kosten, grindkolommen, kalk-cement kolommen, mix in place; Verticale drainage: doel, typen, werkwijze, ontwerp, kwaliteit; kosten, vacuüm consolidatie Bouwput bemaling: typen, toepassing.
Cursustype •
college
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen, combinatie open vragen en multiple choice
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • •
Dictaat “Het ontwerpen van funderingen” Uitgewerkte tentamenopgaven.
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. •
Boek: Funderingstechnieken.
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
85
WI2253CT Differentiaalvergelijkingen voor CT ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docenten Dr.ir. M. Keijzer Dr.ir. C. Korving contactpersoon voor studenten Dr.ir. M. Keijzer kamer: HB03.130 tel: 85803
Samenvatting
Inleiding reeksen, Taylorreeksen, Fourierreeksen. Stelsels eerste orde differentiaalvergelijkingen, niet-lineaire differentiaalvergelijkingen, partiële differentiaalvergelijkingen.
Beschrijving Inleiding reeksen (Stewart): - Rijen en reeksen: 11.1, 11.2 - Meetkundige reeks: 11.3 - Majoranten en minoranten: 11.4 - Taylorreeksen, binomiaalreeks, toepassingen van Taylorreeksen: 11.10, 11.11, 11.12 Herhaling Differentiaalvergelijkingen 1e jaar (Boyce&DiPrima): Hoofdstukken 1-4 Stelsels eerste orde lineaire differentiaalvergelijkingen (Boyce&DiPrima): - Inleiding: 7.1, (7.2), (7,3), 7.4 - Homogene lineaire stelsels met constante coëfficiënten: 7.5, 7.6, 7.8, 9.1 - Fundamentaalmatrix: 7.7 - Inhomogene stelsels: 7.9 Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen (Boyce&DiPrima) - Autonome stelsels en stabiliteit: 9.2 - Asymptotische stabiliteit en evenwichtspunten: 9.3 - Periodieke oplossingen en limit cycles: 9.7 - Chaos, strange attractors: 9.8, 2.12 Partiële differentiaalvergelijkingen (Boyce&DiPrima) - Randwaardeproblemen: 10.1 - Fourierreeksen, convergentie, sinusreeksen/cosinusreeksen: 10.2, 10.3,
10.4 - Warmtediffusievergelijking: appendix A van hoofdstuk 10, 10.5, 10.6 - Golfvergelijking: appendix B van hoofdstuk 10, 10.7 - Potentiaalvergelijking: 10.8
Cursustype Colstructie in 2 groepen van 100 studenten en een verplicht computerpracticum van een middag. Tijdens de computerpracticumsessie gebruikt de student de rekencapaciteit en de grafische mogelijkheden van een computer om inzicht te krijgen in de oplossingen van ingewikkeldere (stelsels) differentiaalvergelijkingen.
Vakrelaties • •
WI2253CT bouwt voort op WI1316CT WI2253CT bouwt voort op WI1317CT
Toetsing
Toegestane middelen Rekenmachine Toetsingsvorm • Schriftelijk tentamen (open vragen) • Practicum: af te laten tekenen invulformulier
Beoordeling Berekening Het tentamencijfer, daarnaast moet het practicum voltooid worden.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • James Stewart: Calculus, Early Transcendentials, 5th edition, Brooks/Cole, ISBN 0-534-27409-9 Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins. • W.E. Boyce & R.C. DiPrima: Elementary Differential Equations and Boundary Value Problems, J. Wiley & Sons, ISBN 0-471-31999-6 overige materialen verplicht: •
Practicumhandleiding wordt uitgereikt op practicum.
86 overige materialen aanbevolen: • •
Lijst met aanbevolen opgaven Proeftentamens
Op college uitgereikt en op blackboard.
WI3097TU Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docent Dr.ir. C. Vuik tel.: 015-2785530 begeleider Dr. P. Wilders tel.: 015-2787291
Samenvatting Dit is een introductie in de numerieke analyse. De onderwerpen die aan de orde komen zijn: introductie numerieke wiskunde, interpolatie, numeriek differentiëren, numerieke methoden voor beginwaarde problemen, numerieke methoden voor randwaarde problemen, numerieke integratie, niet-lineaire stelsels vergelijkingen.
Beschrijving Introductie numerieke wiskunde: Taylorpolynoom en restterm Grote O + rekenregels Definite absolute en relatieve fout Floating point getallen, afrondfout Interpolatie: Lineaire interpolatie formule, Lagrange interpolatie alleen wanneer de formule gegeven is moet deze toegepast kunnen worden. Restterm bij lineaire en Lagrange interpolatie. Weten wat een spline is. Wanneer de formules gegeven zijn moet een kubische spline bepaald kunnen worden. Numerieke differentiatie: Voorwaartse, achterwaartse en centrale differentiatie voor de eerste orde afgeleide. Algemene formule af kunnen leiden voor eerste orde en hogere orde afgeleide. Afleiden van de afbreekfout en afrondfout Richardson foutschatting Beginwaarde problemen: Forward Euler, Backward Euler, Implicit Trapezoidal rule, Modified Euler Wanneer de formule gegeven is moet RK4 toegepast kunnen worden.
87 Expliciet en impliciet. Afleiden van afbreekfout. Orde globale fout = orde afbreekfout, effect afrondfouten. Vergelijken efficiënte verschillende numerieke methoden. Stabiliteit, stabiele differentiaalvergelijking. Testvergelijking, stabiliteit numerieke methode. Afleiden versterkingsfactor Q(Hlambda), onderzoek wanneer IQ(hlambda)I1e. Onderzoek stabiliteit algemene differentiaalvergelijking. Stabiliteit numerieke methode voor algemene differentiaalvergelijking. Als numerieke methode stabiel dan orde globale fout = orde afbreekfout, met bewijs voor de testvergelijking. Numerieke methode kunnen toepassen op een stelsel differentiaalvergelijkingen. Een hogere orde beginwaarde probleem om kunnen schrijven naar een stelsel. Numerieke stabiliteit van een (algemeen) stelsel differentiaalvergelijkingen kunnen bepalen, toepassen van een stabiliteitsgebied. Impliciete methoden geschikt om stijve stelsels op te lossen. Randwaardeproblemen: Norm van een vector en de norm van een symmetrische matrix. Konditiegetal van een stelsel vergelijkingen. Stelling van Gershgorin kennen en kunnen toepassen. Een algemene tweede orde differentiaalvergelijking kunnen discretizeren. Het kunnen bepalen van de afbreekfout Verwerken van randvoorwaarde en opstellen stelsel. Definitie stabiliteit, globale fout kennen. Als methode stabiel, dan orde afbreekfout is orde globale fout. Verwerken van Neumann randvoorwaarde (+afbreekfout) en gebruik van een virtueel punt. Niet-lineaire vergelijkingen: Bisectie en vaste-punt-methode kennen en kunnen toepassen. Stopcriterium voor bisectie en een lineair convergent proces kunnen afleiden en toepassen. Grafische convergentie van de vaste punt methode kunnen presenteren. Newton Raphson methode kennen en kunnen toepassen (+grafische
interpretatie), lokaal convergent Kwadratische convergentie kunnen afleiden. Newton Raphson methode kunnen toepassen op een niet lineair stelsel. Toepassing niet lineair randwaardeprobleem. Numerieke integratie: Rechthoeksregel en Trapezium regel kennen en kunnen toepassen. Van beide methoden afbreekfout kunnen afleiden en afrondfouten verwerken. Van beide methoden de gerepeteerde variant kunnen geven en de afbreekfout kunnen afleiden. Toepassing: oneigenlijke integralen.
Doelstelling Introductie van numerieke methoden: interpolatie, integratie, bepalen van nulpunten. Hierbij wordt rekening gehouden met het effect van afrondfouten. De gegeven methoden moeten toegepast kunnen worden. Van een aantal methoden moet het gedrag geanalyseerd kunnen worden. Verder moet er een afgewogen keuze gemaakt kunnen worden van de verschillende methoden. Numerieke methoden voor beginwaarde problemen. Methoden van Euler, Heun en Runge Kutta. Locale en globale fout. Stabiliteit van numerieke integratie. Stelsels beginwaarde problemen. De gegeven methoden moeten toegepast kunnen worden. Van een aantal methoden moet het gedrag geanalyseerd kunnen worden. Dit geldt in het bijzonder voor het stabiliteitsgedrag. Verder moet er een afgewogen keuze gemaakt kunnen worden van de verschillende methoden. Numerieke methoden voor randwaarde problemen. Opstellen van het lineaire stelsel. Behandeling van verschillende typen randvoorwaarden. Locale en globale fout. Niet-lineaire randwaarde problemen. De methode moet toegepast kunnen worden. Afleiden van locale en globale fout moet beheerst worden.
Cursustype • • •
college oefening practicum
88 Colleges: • • • • • •
uitleg vakinhoud op hoofdlijnen toelichting met behulp van voorbeelden motivering studenten aanwijzingen geven voor zelfstudie beantwoorden van vragen, voormaken van geselecteerde opgaven organisatorische mededelingen
Materialen studiehandleiding: •
dictaat/studieboek verplicht: •
Oefeningen: • • •
zelfstudie via vraagstukken vraagstukken uit het boek, aanvullende vraagstukken worden uitgedeeld antwoorden worden gegeven op internet (soms uitwerkingen)
Practicum: • • • • •
het in de praktijk brengen van de aangeboden kennis opgaven hebben vaak een practische achtergrond verwerken van de theorie opgaven bouwen voort op de stof, vaak zijn er (geringe) uitbreidingen nodig samenwerken in groepjes is toegestaan
Blackboard: • •
er is extra informatie beschikbaar op internetpagina's van de docent Blackboard wordt onder andere gebruikt om de studenten naar de goede internetpagina's te leiden
Vakrelaties • •
WI3097CT bouwt voort op WI1316CT WI3097CT bouwt voort op WI1317CT
Toetsing Toegestane middelen zakrekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Eindcijfer = (tentamen 3 ECTS, practicum 1 ECTS)
Verkrijgbaar bij het eerste college.
Numerical Analysis (seventh edition) R.L. Burden and R.L. Faires Brooks/Cole Publishing Company, Pacific Grove, 2001
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. •
Supplement bij Numerical Analysis, Burden and Faires C. Vuik
Verkrijgbaar bij het eerste college.
89
Vakoverzichten Derde jaar
90
91
Let op!. Conform het OER BSc Civiele Techniek, uitvoeringsregeling artikel 10 mogen studenten pas aan derdejaars oefeningen, practica en tentamens deelnemen als zij de Propedeuse behaald hebben. Studenten die vinden dat zij door deze regel onevenredig getroffen worden, kunnen zich na overleg met de studieadviseur tot de Examencommissie wenden. Zij kunnen bij de Examencommissie een verzoek tot ontheffing indienen.
92
93
CT3000 BSc Eindwerk ECTS punten: 9 rooster: BSc-programma, semester 1.1, 1.2, 2.1 en 2.2 docenten Opleidingsdirecteur CT docenten uit alle secties contactpersoon voor studenten Ylva de Haan, kamer: 5.53 tel: 84915
Samenvatting Het BSc programma wordt afgerond met een eindwerk. Studenten kiezen een onderwerp uit in een bepaalde MSc-variant en met de tot dan toe opgedane kennis wordt het probleem onderzocht en uitgewerkt in een rapport. Het resultaat wordt mondeling gepresenteerd.
Beschrijving De BSc-fase van de opleiding Civiele Techniek wordt afgerond met een integrerend eindwerk. De student laat met dit eindwerk zien dat hij/zij met de opgedane basisvorming zelfstandig in staat is tot het formuleren, het onderzoeken en oplossen van een civieltechnische (open) vraagstelling op het passend niveau van een BSc-afgestudeerde. Van belang is dat de student laat zien dat hij/zij: •
•
•
•
inzicht heeft in de positie die de Civiele Techniek inneemt in de maatschappelijke context en de positie die de student zelf wil innemen in dit veld grondige kennis heeft van de basistechnieken in de Civiele techniek en de (theoretische) modelvorming en ontwerpaspecten die daaraan ten grondslag liggen. met de opgedane kennis in staat is om kennisleemten te exploreren en tot nieuwe/verbeterde technieken/modellen te komen vaardigheid heeft in het genereren van oplossingen en de (technische) beoordeling daarvan.
Het eindwerk wordt individueel beoordeeld en moet worden afgerond binnen één kwartaal. CT3000 is ingeroosterd in ieder kwartaal van het derde jaar. BSc-eindwerken worden aangeboden vanuit diverse werkvelden:
• • • •
Gebouwen Transport Structural Engineering Water
Deze eindwerken worden begeleid vanuit verschillende deelnemende secties. Om tot een onderwerpkeuze te komen wordt verwezen naar CT3000 op Blackboard. Hier is alle informatie over het BSc-eindwerk weergegeven. Per werkveld worden onderwerpen beschikbaar gesteld en is aangegeven wie de contactpersoon is.
Doelstelling Het eindwerk is een (individueel) project met een wekelijkse begeleiding vanuit de deelnemende secties dat wordt afgesloten met een schriftelijke rapportage in de vorm van een eindverslag en een mondelinge toelichting hierop in de vorm van een (powerpoint)presentatie. Daarnaast levert iedere student één powerpointsheet in volgens een standaard format (zie BlackBoard) die gebruikt wordt bij de uitreiking van de BSc-diploma’s. Tijdens de voortgang zijn er twee peilmomenten (startnotitie en tussenpeiling). Voor verdere informatie t.a.v. de planning en uitwerking van het eindwerk wordt verwezen naar Blackboard. AANMELDEN: Voor deze onderwijsmodule is aanmelding (via Blackboard) verplicht. Na verwerking van de aanmeldingen wordt in de week voor aanvang op Blackboard de lijst met studenten gepubliceerd die voldoen aan de toelatingseisen.
Cursustype Practicum
94
Vakrelaties De student moet conform het OER-BSc, uitvoeringsregeling artikel 10 tenminste 98 ECTS, waaronder CT3061, van het 2e en 3e studiejaar hebbben afgerond. Voor nominaal studerende studenten geldt dat tenminste 85 ECTS waaronder CT3061, moet zijn behaald.
CT3011 Watermanagement
Voorkennis
docenten Prof.ir. J.C. van Dijk Prof.ir. R. Brouwer contactpersoon voor studenten Ir. K.J. Breur kamer: 4.72 tel: 84909 Ir. J.Q.J.C. Verberk kamer: 4.61 tel: 81585 spreekuur/afspraak Ir. K.J. Breur kamer: 4.72 tel: 84909 Ir. J.Q.J.C. Verberk kamer: 4.61 tel: 81585 secretariaat van de sectie Gezondheidstechniek kamer: 4.55 tel: 0152783347
1. startnotitie goedgekeurd 2. tussenpeiling voldoende
Toetsingsvorm • •
presentatie, schriftelijk in de vorm van een eindverslag presentatie, mondeling
ECTS punten: 4 rooster: BSc-proramma, semester 1.1 HBO-schakelproramma, semester 1.1
Berekening Werkhouding 0,1; behaalde technische diepgang 0,3; bereikt resultaat 0,3; schriftelijke presentatie 0,2; mondelinge presentatie en zelfevaluatie 0,1;
Samenvatting •
Materialen
•
studiehandleiding:
•
• Alle informatie betreffende het BSceindwerk is beschikbaar via Course Documents en Course Information van CT3000 op Blackboard.
• •
Belang van watermanagement; waterbeheersing en gezondheidstechniek voor de samenleving; binnen en buiten Nederland Waterbeheersing: ontwatering en afwatering, regionale wateraanvoer, ontwerpen open aan- en afvoersystemen Gezondheidstechniek: gezondheidstechniek en volksgezondheid, de waterketen, waterverbruik, Drinkwatervoorziening, riolering, afvalwaterzuivering, interacties binnen de waterketen Integraal waterbeheer, belangenafweging en organisatorisch kader in het waterbeheer
Beschrijving Algemeen: Grondslagen, achtergronden. Waterbeheersing en Gezondheidstechniek in Nederland. Bijzondere problemen in het buitenland. Waterbeheersing: •
Ontwatering: processen in ontwateringsmethodieken in stedelijk en landelijk gebied, ondergronds en via oppervlakte. Ontwerpcriteria voor ondergrondse drainagesystemen, maatgevende afvoer. Ontwerpcriteria voor oppervlakteafwateringsystemen, maatgevende afvoer
95 •
•
•
Afwatering: Functies en kenmerken van afwateringssystemen. Samenhang en verschillen tussen landelijke en stedelijke gebieden. Afwatering in hellende en vlakke gebieden. Polderinrichting. Ontwerp en inrichting van afwateringssystemen inclusief berging Regionale wateraanvoer: typen behoeften van wateraanvoer. Waterbehoefte van de verschillende stedelijke en landelijke watergebruikers met de landbouw als de grootste gebruiker. Irrigatiemethodieken in Nederland en daarbuiten. Ontwerpcriteria, maatgevende aanvoer Ontwerpen eenvoudige aan- en afvoersystemen: functies en kenmerken van aan- en afvoersystemen. Ontwerpcriteria voor aan- en afvoersystemen. Beginselen van ontwerp en inrichting van een watertransportsysteem met leidingen en meet- en regelkunstwerken
Gezondheidstechniek: •
•
•
•
•
Gezondheidstechniek en volksgezondheid: Introductie en besef via recente historische ontwikkelingen (ziektes, hygiënisten, vanaf 50-er jaren vervuiling opppervlaktewater). Introductie epidemiologie Internationaal perspectief: Europese Unie, voormalige Oostbloklanden, Afrika, Azië. Samenhang in waterketen (aanleg waterleiding maakt gebruik van spoeltoilet mogelijk, met bekende gevolgen....). Doorkijk naar praktijk van gezondheidstechnisch ingenieur in den vreemde De waterketen: Termen en begrippen. Situatie in Nederland. Introductie van en toelichting op de alternatieven: (kleine) waterketen vanuit huishouden. Interacties in de waterketen tussen deelsystemen. Alternatieven: Waterbesparing, grijswater, urineafscheiding, grootschalig (centraal) versus kleinschalig (decentraal) Drinkwaterverbruik en -voorziening: Drinkwaterverbruik per persoon. Verbruikspatronen per huishouden, per wijk, per stad; Toelichting en piekfactoren. Organisatie drinkwatervoorziening: Hygiëne en kwaliteit, winning en zuivering, transport en distributie Riolering: Afvalwaterproduktie per persoon en neerslag. Gemengde en gescheiden stelsels; consequenties voor afvoer van afvalwater. Afvoerdiagrammen,
•
•
piekfaktoren en rioolinfrastructuur. Organisatie rioolinfrastructuur Afvalwaterzuivering: Afvalwater: hoeveelheden (piekfactoren) en samenstelling. Zuiveringsbehoefte; relatie met oppervlaktewaterkwaliteit. Basis layout afvalwaterzuiveringsinfrastructuur. Organisatie afvalwaterzuiveringsinfrastructuur Integraal waterbeheer: Afweging van diverse belangen. Bestuurlijke en wettelijke kaders. Besluitvormingsprocessen
Doelstelling De student is in staat eenvoudige waterbeheersingsproblemen te herkennen en te kwantificeren. Dit zowel voor problemen op het gebied van wateroverlast als watertekort. Na het vaststellen van de ontwerpcriteria kunnen eenvoudige civieltechnische oplossingen worden geïndentificeerd en ontworpen. De student kent het belang van de Gezondheidstechniek voor de volksgezondheid, de milieuhygiëne, de leefbaarheid en de kwaliteit van het omringende leefmilieu. Dit zowel voor de situatie in Nederland en daarbuiten als voor de situatie nu en in het verleden. De student heeft inzicht in de onderdelen van de gezondheidstechnische infrastructuur en de samenhang tussen deze onderdelen. De student is bekend met de belangen, bestuurlijke en wettelijke kaders en besluitvormingsprocessen die spelen in het veld van het watermanagement.
Cursustype •
college (met powerpointpresentaties voor illustratie van de stof)
Vakrelaties • • •
CT3011 maakt gebruik van CT1310 CT3011 maakt gebruik van CT2090 CT3011 maakt gebruik van CT2100
Toetsing Voorkennis Zie gedetailleerde omschrijving Toegestane middelen rekenmachine, tekengerei Toetsingsvorm Schriftelijk
Beoordeling Berekening per onderdeel behaald/max. x 10 = cijfer
96
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek en als pdf-file op blackboard.
overige materialen verplicht: •
Powerpointpresentaties en oefententamens op blackboard.
CT3041 Geometrisch en Constructief Ontwerp van Wegen en Spoorwegen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.1 docenten Prof.dr.ing. I.A. Hansen Prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar Prof.dr.ir. C. Esveld contactpersoon voor studenten Ir. P.B.L. Wiggenraad kamer: 5.47 tel: 84916 Ir. L.J.M. Houben kamer: 1.28 (CT-I) tel: 84917 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer 5.53 tel 015-2784915
Samenvatting Weg- en spoorwegcategorieën. Capaciteit en benuttingsgraad. Ontwerp van horizontaal en verticaal alignement en dwarsprofielen. Oplossingen voor knooppunten en aansluitingen. Wegoppervlakeigenschappen. Basisprincipes wiel/railtechniek. Classificatie van grond en aardebaanconstructies. Materiaalgedrag. Dimensionering van verhardingen. Boven- en onderbouwconstructies. Onderhoud, vernieuwing en nieuwbouw. Uitvoeringsaspecten.
Beschrijving Deel A: Inleiding en oriëntatie op het vakgebied; ontwerpfilosofieën en -richtlijnen; wegcategorieën; kenmerken van wegvoertuigen; capaciteit van wegen; afwikkelingsniveaus van verkeersstromen; verkeerstechnisch dimensioneren; zichtafstanden; geometrisch ontwerp van wegvakken; ontwerp kruispunten, knooppunten, aansluitingen en kruisingen; ontwerp hoofdwegen binnen de bebouwde kom; ontwerp fietsvoorzieningen; ontwerp parkeer- en stallingsvoorzieningen. Functie en problemen van stedelijke rondwegen, strategieën voor regionaal dynamisch verkeersmanagement, toeritdosering, verkeersregeling, rekening rijden, kilometerheffing.
97 Deel B: Spoorwegcategorieën; dynamica van treinen; capaciteit van spoorlijnen; geometrisch ontwerp van baanvakken; verkanting; kenmerken van spoorverbindingen; ontwerp stationssporen en perrons, ontwerp rangeerterreinen en goederenterminals. Deel C: Karakteristieken van de verkeersbelasting; wegoppervlak eigenschappen, vlakheid in relatie tot dynamische verkeersbelasting; textuur in relatie tot stroefheid en geluidproductie; geluidreducerende maatregelen; classificatie van grond; krimp, zwel en vochttransport; aardebaanconstructies, zettingen en stabiliteit van taluds; ontwatering; eigenschappen en gedrag onder herhaalde belasting van wegenbouwmaterialen als zand, ongebonden funderingen, asfalt en beton; dimensionering van asfalt-, beton- en elementenverhardingen; risicoaspecten; uitvoering van wegconstructies. Deel D: Spoorwegboven- en onderbouw; basisprincipes wiel/railinteractie; treinbelastingen, dynamische interactie spoorvoertuigen; temperatuurkrachten; langs- en dwarskrachten; brosse breuk; spoorconstructies (ballastspoor, ingegoten spoorconstructies, weg-rail-constructies); onderhoud, vernieuwing en nieuwbouw, spoorliggingsparameters, inspectie.
Doelstelling Met de in dit vak opgedane kennis en inzichten zijn de studenten in staat om een ruimtelijk, geometrisch en constructief ontwerp te maken voor weg- en railinfrastructuur.
Cursustype • •
college Computer Onderst. Zelfstudie
Vakrelaties •
CT3041 maakt gebruik van CT2090
Toetsing Toegestane middelen Collegedictaten, (geavanceerde) rekenmachine Toetsingsvorm Toets 1: Ruimtelijk/geometrisch ontwerpen d.w.z. CAI Road en CAI Rail.
Toets 2: Technisch/constructief ontwerpen d.w.z. CAI RoadStruc en CIA RailStruc. Schriftelijk tentamen over de gehele theorie
Beoordeling
Berekening Het eindcijfer wordt bepaald voor 70% uit het schriftelijk tentamen en voor 30% uit de toetsen, onder de volgende voorwaarden: - schriftelijk tentamen aansluitend aan het kwartaal; - schriftelijk tentamen ten minste 5; - toetscijfer hoger dan het schriftelijk tentamencijfer. In alle andere gevallen is het eindcijfer gelijk aan het cijfer voor het schriftelijk tentamen.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Engelstalig dictaat delen A, B, C en D. en verkrijgbaar bij secretariaat van de sectie Verkeersbouwkunde (laboratorium Stevin I) Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
98
CT3051 Constructieleer 3 ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 1.1 en 1.2 docenten Prof.ir. L.A.G. Wagemans Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Prof.dr.ir. J.C. Walraven Ir. A.M. Gresnigt Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen begeleider Ir. H.R. de Boer Ir. Th.L.J. van Rij Ir.ing. R. Abspoel Ir. J.G.M. Raadschelders Ir. W.J.M. Peperkamp Ir. A. te Boveldt Ir. P.C.J.M. de Theije contactpersoon voor studenten Dr. A. Romeijn kamer: 4.37 tel: 83705 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.11 tel: 015-2781573 secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.31 tel: 015-2781675
Samenvatting Het vak is een voortzetting van Constructieleer 2 (CT 2051). Het daar geleerde ontwerpen en toetsen van de elementaire, lineaire constructie-elementen wordt nu uitgebreid naar ruimtelijke draagconstructies voor eenvoudige bouwwerken. Deze ruimtelijke constructies worden opgebouwd uit die lineaire elementen. Extra aandacht voor: portalen, plaats- en vormvastheid, relatie met de fundering.
Beschrijving College Constructieleer 3A "Constructief ontwerpen" Draagsystemen/-structuren Van 2D elementen naar 3D constructies Draagsysteem en draagstructuur Inleiding ruimtelijke constructies Classificatie en wijze van krachtsafdracht Keuze van de elementen Vormvastheid, plaatsvastheid en stabiliteit Typen stabiliteitsvoorzieningen
Begrippen geschoord en ongeschoord Plaatsing stabiliteitsvoorzieningen Krimp, temperatuur, dilataties en zettingen Funderingen Overzicht funderingstypen Overdrachtconstructies tussen funderingselementen en hoofddraagconstructies Keuze van funderingstype Interactie fundering - bovenbouw Het constructief ontwerp De constructieve ontwerpopgave Ontwerpen versus probleem oplossen Relatie met andere disciplines (afbouw installaties) Het constructief uitgangspunten rapport De constructief ontwerper, ontwerpteam Het ontwerpproces en zijn fase De zes basiseisen voor een goed ontwerp Het maken van keuzes/afwegingen De wijze van presenteren van een ontwerp College Constructieleer 3B "Constructieve Veiligheid" Staal
Raamwerken
Classificatie van raamwerken Eerste-orde lineair-elastische krachtsverdeling Eerste-orde lineair-elastische verplaatsingen Aanpassing van de eerste-orde lineair elastische krachtsverdeling en verplaatsingen Toetsing op sterkte van het raamwerk Toetsing op stabiliteit van het raamwerk Toelichting op tweede-orde krachtsverdeling
Vakwerkliggers Inleiding Schematisering van de constructie en belasting Eerste-orde lineair-elastische krachtsverdeling Aanpassing van de eerste-orde lineairelastische krachtsverdeling Toetsing van de sterkte van vakwerkliggers Toetsing van de stabiliteit van vakwerkliggers
Rekenvoorbeelden
Hout Solid timber - Strenght classes Glued laminated timber - production and strenght classes Bending Columns Buckling lengths Joints with dowel-type fasteners-Theory
99 Bolted and dowelled joints I Beton
B-gedeelte Toetsing van de constructieve veiligheid van het gegenereerde voorontwerp
Platen dragend in één richting Platen dragend in twee richtingen, elasticiteitstheorie Gebruik van ontwerpdiagrammen
De studiehandleiding geeft gedetailleerde informatie over dit practicum.
Platen 1
Platen 2 Platen dragend in twee richtingen, evenwichtsmethode (strokenmethode) Vloeren met onderslagbalken. Vlakke plaatvloeren Belastingafdracht, afhankelijk van oplegcondities
Pons Ponsdraagvermogen Vergroting ponsdraagvermogen Niet cirkelvormige doorsneden Excentrische inleiding van krachten (combinatie moment/normaalkracht)
Beheersing scheurwijdte Aanhechting staal-beton Scheurontwikkeling (onvoltooid/voltooid scheurenpatroon) Controle op scheurwijdte conform TGB beton De invloed van krimp
Detailleren 1 Inleiding van geconcentreerde lasten Gedrongen liggers, console (vakwerkanalogie) Krachtsoverdracht in naar buiten en naar binnen draaiende hoeken van portalen Geïntegreerde drie dimensionale geschoorde constructies Paal-poer constructie Schematisering, belastingen, momenten- en dwarskrachten verdeling Veerkrachtsgevallen Het Practicum A-gedeelte Uitwerken van een ontwerpopdracht van een ruimtelijke constructie voor een gegeven functie met een gegeven Programma van Eisen Genereren van een constructief voorontwerp
Cursustype • •
college practicum
Toetsing
Voorkennis De practicummiddagen moeten gevolgd zijn. Het voorontwerp bij 3A moet met een voldoende beoordeeld zijn alvorens het bij 3B verder mag worden uitgewerkt. Het eindresultaat van het practicum moet ingeleverd zijn alvorens aan het schriftelijk tentamen Constructieleer 3B mag worden deelgenomen. N.B. Het resultaat van het practicum (>=5.0) is geldig tot en met het cursusjaar volgend op het jaar waarin het resultaat is behaald. Toegestane middelen Zakrekenmachine, schets- en tekengereedschap Toetsingsvorm • Constructieleer 3A: schriftelijk • Constructieleer 3B: schriftelijk / deels Etude Het resultaat van het practicum wordt gezamenlijk beoordeeld door docenten van CL 3A en CL 3B.
Beoordeling Berekening 20% Tentamen Constructieleer 3A 40% Tentamen Constructieleer 3B 40% Practicum Voor alle onderdelen moet minimaal een 5.0 zijn behaald.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • • • • •
Tekenbenodigheden van het 1e studiejaar Collegedictaat “Constructieleer 3A” Studiehandleiding practicum Basisboek over Spannend Staal Construeren Deel A; hout (nog nader in te vullen) Step-dictaten (Engels)
100 • • • • •
Beton (Collegedictaat gewapend beton) Studiemateriaal: Handleiding EuroCadCrete (berekening betonnen ligger, op basis VBC versie 1.11) Uittreksel uit NEN 6720-voorschriften Beton Uittreksel uit GBT-tabellen deel 2 Syllabus Gebouwen (boortunnels)
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. dictaat/studieboek aanbevolen: •
Tijdschrift Bouwen met Staal, cement en hout; Het houtblad. Verkrijgbaar bij de Vereniging Bouwen met Staal, De Betonvereniging, Centrum Hout.
CT3053 De Bouwcyclus ECTS punten: 1 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docent Prof.dr.ir. Ch.F. Hendriks begeleider Dr.ir. A.L.A. Fraaij contactpersoon voor studenten Dr.ir. A.L.A. Fraaij kamer: 6.44 tel: 84974 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Civieltechnische Materiaalkunde & Duurzaam Bouwen
Samenvatting Dit vak behandelt de gehele keten (van de "wieg tot het graf"). Aan de orde komen: hergebruik, gebruik van industriële reststoffen, bouwstoffenbesluit, uitvoeringsregelingen, monstername, partijkeuring, certificatie.
Beschrijving 1. Hergebruik en recycling (4 college-uren) • • • • • • • • • • • • • • •
Historie van het hergebruik Belangrijke begrippen Wat zijn primaire en secundaire materialen? Bouwen en slopen: de bouwcyclus Bewerkingsmethoden Basisbeginselen van het hergebruik Ketenbeheer Hergebruik in de wegenbouw Hergebruik in beton Hergebruik in metselwerk Hergebruik in gips Hergebruik in asfalt Hergebruik in metalen Hergebruik in hout Hergebruik in kunststoffen
2. Het gebruik van industriële reststoffen (2 college-uren) • • • •
Kolenreststoffen Reststoffen van afvalverbranding Diverse typen slakken Baggerspecie
3. Nadere uitleg over het bouwstoffenbesluit (5 college-uren)
101 • • • • • • • • •
Uitleg over het besluit Uitleg over de uitvoeringsregeling Meten en rekenen AP04: monsterneming en analyse Handhaving Partijkeuring Certificatie Juridische aspecten Praktijkvoorbeelden
Oefeningen: •
•
Gedurende 2 college-uren wordt groepsgewijs aan de hand van een case een bepaald onderdeel van de collegestof uitgewerkt. De case is verplicht en geldt als een tentamencijfer Gedurende 2 middagen wordt een LCA oefening (niveau 2) gegeven. De oefening is verplicht en geldt als een tentamencijfer
Doelstelling De student moet na afloop van deze cursus van een bepaald bouwmateriaal in een bouwdeel aan kunnen geven wat er met dat materiaal gedaan moet/kan worden na einde levensduur bouwdeel. Hij moet op operationeel niveau de formules uit het bouwstoffenbesluit en partijkeuring kunnen hanteren.
Cursustype • •
college oefening
Vakrelaties • •
CT3053 maakt gebruik van CT1121 CT3053 maakt gebruik van CT2122
Toetsing
Toegestane middelen Aantekeningen Toetsingsvorm Schriftelijk + oefeningen. Het vak zal in combinatie met het derdejaarsvak constructieleer getentamineerd worden.
Beoordeling Bonus Via cases/oefeningen Berekening Tentamenresultaat + bonus
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Boek: "De Bouwcyclus"
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
102
CT3061 Integraal Ontwerpen in de Civiele Techniek: Ontwerpproject 3 ECTS punten: 6 rooster: BSc-programma, semester 2.1 docent K.B. Braat MSc Ir.ing. J.P. Noppen Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder contactpersoon voor studenten Ir.ing. J.P. Noppen, kamer 3.45 tel: 86824
Samenvatting
In groepsverband wordt een voorontwerp van een civieltechnisch ontwerp uitgewerkt. Daarbij worden drie procesbenaderingen gevolgd: 1. het leveren van een individuele, monodisciplinaire bijdrage aan een multidisciplinair werkende subgroep; 2. het werken naar de principes van het interdisciplinair coördineren op raakvlakken; 3. het extra-disciplinair aansturen op centrale doelen. Bij de uitwerking dienen de initieel vastgestelde waarde (en daarvan afgeleid de prestatie) van het gehele systeem alsmede de kosten, beide gerekend over de gehele levenscyclus, gedurende het ontwerpwerk te worden beheerst en dus doorlopend gekwantificeerd. Daarvoor wordt een totaal model gemaakt dat het gedrag van het systeem in zijn omgeving beschrijft De ontwerpopgave zal met behulp van systeemtheoretische beginselen worden gedecomponeerd op een zodanige wijze dat de complexiteit wordt gereduceerd en continue coördinatie mogelijk wordt. Er worden semi-autonoom werkende subgroepen gevormd, waarbij de groep als geheel verantwoordelijk is voor het gedrag van het gehele systeem. Daarbij dienen de raakvlakken tussen de subgroepen te worden beschreven en te worden beheerst. Er wordt kwantitatief omgegaan met zeker-en onzekerheden, en kwaliteitsaspecten. Belastingen en de weerstand daartegen worden op systeemniveau bepaald en vertaald naar lagere schaalniveau's. Aandacht wordt besteed aan het kiezen van de systeemgrens en het definiëren van de relevante omgeving.
Doelstelling Aan het eind van het derdejaars ontwerpproject hebben studenten de volgende vaardigheden: Het modelleren: • De student is in staat het gedrag van een systeem te beschrijven • De student is in staat de input en output parameters te beschrijven • De student is in staat de stuurvariabelen te beschrijven • De student is in staat de systeemgrenzen te bepalen en de systeem omgeving te definiëren • De student is in staat complexiteit te kwalificeren en te kwantificeren. Het decomponeren: • De student is in staat om een systeem in elementen te decomponeren • De student is in staat een systeem op verschillende wijzen in deelsystemen uiteen te rafelen • De student is in staat het gedrag van deelsystemen te beschrijven • De student is in staat de relaties tussen deelsystemen te beschrijven • De student is zich bewust dat er voor verschillende fasen in de levenscyclus verschillende decompositiemethoden te bedenken zijn. Het coördineren sturen, borgen en overdragen: • • • • • • • • •
De student is in staat om een relatieschema te maken De student is in staat een stuurmatrix met de daarbij behorende bevoegdheden te maken De student is in staat een organogram te maken en er naar te handelen De student is zich bewust van zowel het werken in lijnfuncties als in staffuncties De student kan taken afbakenen in tijd, geld en menskracht met bijv. een CTR aanpak De student kan taakgericht samenwerken met studenten van andere disciplines De student is in staat de hoofdkenmerken van een project te onderkennen en uit te leggen De student is bekend met de principes van kwaliteitsmanagement De student kan een kwaliteitsplan opstellen en er naar werken.
103 Het gebruik van hulpmiddelen: De student kan de benodigde ICTgereedschappen inzetten in het ontwerpproces op de daarvoor geschikte momenten: • Bij het samenwerken / communiceren • Bij het presenteren / uitwisselen van resultaten • Bij het waarborgen / archiveren • Bij het typeren / zoeken • Bij het simuleren / systeemgedragbeschrijving
Cursus type Bij iedere stap wordt het volgende stramien gehanteerd: 1. Verplicht hoorcollege van 2 uur, waarin de stof, de opdracht(en) en de producten worden aangereikt of teruggekoppeld. 2. Verplichte instructiebijeenkomst (2 uur) in de groep met de begeleider waar terug-en vooruit wordt gekeken en uitleg en instructie wordt gegeven over de te hanteren methodieken. 3. Projectenwerk in de groep waarin de zaken worden uitgewerkt. Deze werkzaamheden ondersteund via digitaal studiemateriaal.
Vakrelaties Voor CT2061 moet een cijfer ≥ 6 behaald zijn conform het OER-BSc, uitvoeringsregeling artikel 10. • • • • • • •
CT3061 CT3061 CT3061 CT3061 CT3061 CT3061 CT3061
maakt maakt maakt maakt maakt maakt maakt
gebruik gebruik gebruik gebruik gebruik gebruik gebruik
van van van van van van van
CT2061 CT2071 CT2320 CT3011 CT3041 CT3071 CT3410
Toetsing Voorkennis Aanwezig geweest zijn bij instructies is voorwaarde voor het verkrijgen van een eindcijfer. Tentamenstof: Dictaat en handleiding (optioneel) Toegestane middelen n.v.t. Toetsingsvorm Beoordeling opdracht / oefening / toets / rapport / presentatie
Beoordeling Bonus 1. Een aantal producten wordt van een cijfer voorzien. Groepsproducten krijgen een groepscijfer, deelproducten een individueel cijfer. De cijfers leveren samen het eindcijfer op voor iedere deelnemer. Iedere deelnemer krijgt één keer de kans een eindcijfer 5 te verbeteren naar een 6, binnen 4 weken na afloop van het ontwerpproject. 2. Voor een aantal kennisonderdelen, te weten ontwerpmethodieken en afwegingen, wordt getoetst of de deelnemers voldoende begrip hebben opgebouwd. Het resultaat wordt meegewogen in de beoordeling van de student. Deelnemers krijgen maximaal één herkansing voor alle toetsen. 3. De sectie houdt een (deels digitaal) dossier bij waarin hun deelbeoordelingen worden opgenomen, plus een overzicht van aanwezigheid van de studenten, en een overzicht van vervulde taken. Berekening Berekening eindcijfer: Tentamencijfer is het gewogen gemiddelde van het deelcijfer voor het eindrapport/presentatatie en het deelcijfer van de toetsen. Het individuele cijfer voor het eindrapport kan afwijken van het groepsscijfer. Het eindcijfer moet minimaal een 6 zijn.
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat: "System Engineering for Civil Engineers" Deels verkrijgbaar via Blackboard
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Referentiestandaard Tekenen
104
CT3071 Ontwerpen van Gebouwen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.2 docenten Ir. H.R. de Boer Prof.ir. J.J.M. Cauberg Ir. A.C. van der Linden Ir. P.M.C. Scheers Prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vambersky contactpersoon voor studenten Ir. A.C. van der Linden kamer: 4.1 tel: 81332 Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
Samenvatting
4. Constructief ontwerpen: overzicht van de mogelijke draagconstructie en constructiesystemen gerelateerd aan de gebouwfunctie; economisch construeren en dimensioneren; voorbeelden van het constructief ontwerpen 5. Afbouwtechnisch ontwerpen: functionele en constructieve aspecten van uitwendige scheidingsconstructies; constructieve oplossingen en technische analyse van enige gevel- en daktype
Cursustype • •
Voor de delen bouwfysica (2.5 ECTS) en bouwtechnisch ontwerpen (1.25 ECTS): hoorcolleges Voor het deel bouwkundig ontwerpen (1.25 ECTS): hoorcollege, ontwerpopdracht.
Toetsing •
Verkenning gebouwensector binnen de opleiding civiele techniek. Inleiding in de bouwfysica van gebouwen en de gebouwde omgeving met betrekking tot de fenomenen warmte, vocht, geluid, licht, lucht, energiehuishouding en brandveiligheid. Bouwkundig ontwerpen. Constructief ontwerpen. Afbouwtechnisch ontwerpen.
•
Beschrijving
•
1. Verkenning gebouwensector: karakteristiek van de bouwwereld; positionering ten opzichte van de civiele techniek; beschrijving en verklaring diversiteit aan gebouwen; procesgang bij de totstandkoming van gebouwen; partijen en disciplines 2. Inleiding in de bouwfysica: basiskennis fysische aspecten van gebouwen alsmede de gebouwde omgeving in bredere zin met betrekking tot de fenomenen warmte, vocht, geluid, licht, lucht, energiehuishouding en brandveiligheid. Bouwfysisch en klimatologisch ontwerpen. Toepassingen 3. Bouwkundig ontwerpen: basisbegrippen van de architectuur; structuurbepalende elementen en middelen zoals vorm, maat, schaal, richting en materiaal; toepassingen
college oefening
Deel Bouwtechnisch ontwerpen: geen leerstof Deel Bouwfysica: alle leerstof, tabellen/diagrammen
Toetsingsvorm • •
Computertoets (Etude) deel bouwfysica in week 10 Schriftelijk tentamen (toets) deel bouwtechnisch ontwerpen in week 5 Presentatie en beoordeling ontwerpopdracht deel bouwkundig ontwerpen eind week 8
Beoordeling Berekening Bouwfysica: .2.5 ECTS Bouwtechnisch ontwerpen: 1.25 ECTS Bouwkundig ontwerpen: 1.25 ECTS
Materialen
studiehandleiding: • Studiehandleiding. Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
105 dictaat/studieboek verplicht: •
•
Dictaten: Ontwerpen van Gebouwen (drie delen) - Structuur - Afbouwconstructies I - Inleiding bouwfysica Boek: Bouwfysica
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3109 Constructiemechanica 4 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.2 HBO-schakelprogramma, semester 1.2 MSc-programma, semester 1.2 docent Ir. J.W. Welleman begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. J.W. Welleman kamer: 6.15 tel: 0152784856 student-assistenten spreekuur/afspraak student-assistenten
Samenvatting Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsneden, inleiding bezwijkanalyse en vloeicriteria.
Beschrijving 1. Elasticiteit en vloeicriteria • • • • • • •
Algemene aanpak voor hoofdwaarden en hoofdrichtingen m.b.v. tensoren (voorbeeld: stijfheidstensor) Grafische methode: cirkel van Mohr Spanningstensor Rektensor Relatie tussen spanningen en rekken (isotroop materiaal) Integrale oefeningen m.b.v. de cirkel van Mohr op spanningen en rekken voor een homogene vlakspanningstoestand Bezwijkcriteria: begrippen als invarianten, isotrope spanning, deviatorspanning. Ruimtelijke voorstelling van deze begrippen. Vloeivoorwaarden van Tresca en Von Mises. Bezwijkcriteria van Rankine en Coulomb
2. Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsneden • • •
Inleiding, vervolg op de aanpak van het 1e jaar Niet-symmetrische doorsneden Inhomogene doorsneden
106 •
• •
Bepalen van normaalspanningen en schuifspanningen in een doorsnede, toets aan de eerder geïntroduceerde vloeicriteria Kern van een willekeurige doorsnede Dwarskrachtencentrum van dunwandige doorsneden
3. Plasticiteit en bezwijkanalyse • • • • • •
Inleiding m.b.v. constructies op trek Elasticiteit en plasticiteit bij op buiging belaste staafconstructies Volplastisch moment: vormfactor, toepassingen op eenvoudige doorsneden Gedrag van de doorsnede Moment-krommingsrelatie: plastische zones, ideaal plastisch scharnier Constructiegedrag (bezwijkanalyse): bezwijkmechanismen, toepassingen op liggers en raamwerken
4. Invloedslijnen • •
Inleiding, begrippen en basisgereedschap en theoretische onderbouwing Invloedslijnen voor kracht- en verplaatsingsgrootheden voor zowel statisch bepaalde als statisch onbepaalde constructies
Doelstelling Elasticiteit en vloeicriteria: Aan het einde van deze module is de student in staat 2e orde tensoren te herkennen en de hiervoor geldende transformatieregels zowel analytisch als grafisch te kunnen toepassen op stijfheidstensoren, traagheidstensoren, rektensoren en spanningstensoren. Met behulp van dit gereedschap is de student(e) in staat om van een vlakspanningstoestand de hoofdspanningen en hoofdrichtingen te bepalen en deze spanningstoestand zowel analytisch als grafisch te toetsen aan de vloeicriteria van Tresca en Von Mises. Niet-symmetrische en/of inhomogene doorsnede: Aan het eind van deze module is de student(e) in staat om van een niet-symmetrische en/of inhomogene doorsnede, belast op buiging en extensie, de normaal- en schuifspanningsverdeling te berekenen en kan deze toetsen aan de eerder genoemde vloeivoorwaarden. Ook kan de student de vervormingen die door de genoemde belasting ontstaan bepalen. Tot slot is hij/zij in staat
voor een dergelijke doorsnede de kern te bepalen. Inleiding bezwijkanalyse: Aan het einde van deze module is de student(e) in staat om met behulp van de bezwijkanalyse de bezwijklast te bepalen van eenvoudige ligger- en portaalconstructies. De student laat daarbij zien goed op de hoogte te zijn van de daarbij gebruikte theorema. Invloedslijnen: Aan het einde van deze module is de student(e) bekend met het begrip invloedslijn, de theorie basis die er aan ten grondslag ligt en kan hij/zij invloedslijnen bepalen van zowel statisch bepaalde als onbepaalde constructies.
Cursustype • colstructie De student krijgt theorie en toepassingen uitgelegd in de vorm van een college/instructie, waarbij de student actief in de zaal mee moet doen. Door opgaven op internet wordt de zelfstudie van de student gestimuleerd.
Vakrelaties • • • • •
CT3109 CT3109 CT3109 CT3109 CT3109
bouwt bouwt bouwt bouwt bouwt
voort voort voort voort voort
op op op op op
CT1031 CT1041 CT2031 WI1316CT WI3097TU
Toetsing
Toegestane middelen Een zakrekenmachine, grafische calculator is toegestaan. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen)
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
CT3109
Verkrijgbaar via de website van Blackboard. dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Elasticiteitsleer"
107 • • •
Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Nietsymmetrische en inhomogene doorsneden" Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Plasticiteitsleer, bezwijkanalyse en symmetriebeschouwingen" Dictaat: "ConstructieMechanica 4: Invloedslijnen" (te downloaden via BlackBoard)
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen aanbevolen: •
Internet: sheets, extra oefen- en verrijkingsstof, educatieve software. Via BlackBoard of http://go.to/jwwelleman
Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
CT3110 Constructiemechanica 5: Elastostatica van slanke structuren ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2 MSc-programma, semester 2.2 docenten Prof.dr.ir. J. Blaauwendraad Ir. J.M.J. Spijkers begeleider student-assistenten contactpersoon voor studenten Ir. J.M.J. Spijkers kamer: 5.25 tel: 84781 spreekuur/afspraak student-assistenten secretariaat van de sectie ConstructieMechanica kamer: 5.33 tel: 015-2783332
Samenvatting Modelleren van karakteristieke slanke structuren voor gebouwen, bruggen, wegen en spoorwegen, offshore en constructieve waterbouw; systemen met extensie, buiging, wringing, afschuiving, kabelwerking en verende ondersteuning; combinaties van deze vormen van draagwerking in hoge gebouwen, hangdaken, wegen en spoorwegen, hangbruggen, kraanbanen en bogen; algehele behandeling op basis van differentiaalvergelijkingen in een verplaatsingsmethode-aanpak.
Beschrijving Deel 1 Elementaire belastingsgevallen: Op rek (extensie) belaste staven; op afschuiving belaste liggers; op wringing belaste staven; op buiging en afschuiving belaste liggers; initieel rechte kabel. Deel 2 Continu verdeelde reacties: Elastische ondersteuning in combinatie met extensie, met afschuifligger, met kabel, met buigligger, toepassing op railbouw en randstoring in schalen en opslagtanks. Deel 3 Gecombineerde draagverwerking: Combinatie van kabelverwerking en buiging (parallelsysteem), idem met afschuifligger en buigligger; toepassing op bruggen, hoge gebouwen, risers, pijpleggen.
108
Deel 4 Gecombineerde draagwerking met gekromde elementen: Initieel gekromde kabel; hangdaken en hangbruggen.
Doelstelling De student leert veel voorkomende eendimensionale constructiesystemen uit het domein van gebouwen, civiele constructies en weg- en railbouwconstructies modelleren met behulp van differentiaalvergelijkingen en oefent het oplossen van deze DV's. Een belangrijk leerdoel is het herkennnen van karakteristieke lengten en oplossingstypen.
Vakrelaties • • • •
CT3110 CT3110 CT3110 CT3110
bouwt bouwt bouwt bouwt
voort voort voort voort
op op op op
CT1031 CT1041 CT2031 WI2253CT
Toetsing Voorkennis Acceptatie van ingeleverde oefening Toegestane middelen Alleen rekenmachine; waar nodig worden minder bekende formules bij het tentamen meegegeven. Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Alle onderdelen worden op dezelfde wijze beoordeeld (toetsen op inzicht); de oefening wordt behalve op inhoud ook op verslaglegging beoordeeld.
CT3111 Bouwweek ECTS punten: 2 rooster: Dit onderdeel vindt meestal plaats in de eerste week van juli docent Prof.ir. L.A.G. Wagemans begeleiders Medewerkers sectie student-assistenten spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.11 tel: 015-2781573
Samenvatting
Tijdens de bouwweek bezoeken de studenten een tweetal bouwwerken waar ze actief meewerken.
Beschrijving De bouwweek is een keuzevak uit het pakket B van de BSc opleiding. De bijbehorende ECTS-punten kunnen al verkregen worden in het eerste of tweede studiejaar. De bouwweek is geroosterd buiten het reguliere rooster, namelijk tijdens de eerste week van de zomervakantie.
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
Tijdens de bouwweek bezoeken de studenten in groepjes van twee een tweetal bouwprojecten. Twee dagen op een GWWproject en twee dagen op een betonbouwproject (bruggen, viaducten, tunnels, etc.). Op de laatste dag wordt er gerapporteerd en geëvalueerd. Voorafgaand aan deze week is er een praktijkdag “Harderwijkdag” met uitleg over de bouwpraktijk, veiligheid op de bouwplaats, instructies over de te bezoeken bouwplaatsen en kennismaken met groot materieel.
overige materialen verplicht:
Doelstelling
•
Uitgewerkte tentamenopgaven
•
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
•
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
A.L. Bouma: "Elastostatica van slanke structuren" (Boek)
Kennis maken met de echte bouwpraktijk van civieltechnische projecten. Aan den lijve ondervinden wat het betekent om iets te realiseren wat door civiel ingenieurs is bedacht en ontworpen.
109 • • •
Kennismaken met de bouwplaatsorganisatie van een civieltechnisch project. Kennismaken met bouwplaatsomstandigheden (o.a. arbo en veiligheid). Kennismaken met het gebruik van tekeningen op een civieltechnisch project.
Cursustype • veldwerk “Vertel het me ……..… en ik vergeet het”.
“Laat het me zien …… en ik onthoud het”. “Laat het me doen ….. en ik begrijp het”.
Toetsing Voorkennis Deelname verplicht Toetsingsvorm Rapportage / evaluatie
CT3121 Staalconstructies 2 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Prof.ir. F.S.K. Bijlaard Ir. A.M. Gresnigt Prof.dr.ir. J. Wardenier contactpersoon voor studenten Ir.ing. R. Abspoel kamer: 4.28 tel: 85358 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 3.31 tel: 015-2781675
Samenvatting • • • • • •
Plastische berekening van liggers en raamwerken (bezwijkmechanismen) Stabiliteit (knik, torsieknik, kippen van liggers en krachtsinleidingen) Verbindingen (flexibele en gedeeltelijk sterke verbindingen, verbindingen met voorspanbouten) Buisconstructies (eigenschappen en toepassingen van buisprofielen, ontwerp en berekening van buisverbindingen) Inleiding vermoeiing van staalconstructies Inleiding brandveiligheid staalconstructies
Beschrijving Ontwerp van liggers en raamwerken volgens de plasticiteitsleer: • • •
Herverdeling van spanningen in de doorsnede Bezwijkmechanismen Toepassingen
Stabiliteit • • • • • • • • •
Verschijningsvormen van instabiliteit Knik (centrisch en excentrisch) Kniklengte Torsiestabiliteit Niet-prismatische staven Samengestelde staven Staven in een vakwerkligger Kippen van liggers Druk en buiging
110 • •
Torsieknik Krachtsinleidingen
Verbindingen • • • • •
Lassen en laskwaliteit Normaalkracht en dwarskrachtverbindingen Flexibele en gedeeltelijk sterke verbindingen Verbindingen met voorspanbouten en injectiebouten Inleiding brandveiligheid staalconstructies
Buisconstructies • • •
Vormen van buisdoorsneden Eigenschappen van buisdoorsneden Toepassingen
Buisverbindingen, algemeen • • • •
Ontwerp Criteria voor toetsing Berekening (introductie) Ontwerptabellen
Statisch belaste buisverbindingen • • •
Ronde buisdoorsneden Rechthoekige buisdoorsneden Overige
Introductie Vermoeiing
Cursustype •
college
Toetsing
Toegestane middelen pen, tekenattributen en rekenmachine Toetsingsvorm tentamen, schriftelijk
Beoordeling Berekening tentamencijfer is eindcijfer
Materialen overige materialen verplicht: • Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
CT3150 Betonconstructies 2 ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Ing. A. van der Marel Prof.dr.ir. J.C. Walraven C.B.M. Blom contactpersoon voor studenten Ing. A. van der Marel kamer 5.05 tel.: 015-2781354
Samenvatting Het dimensioneren van statisch bepaald voorgespannen constructies onder buiging en afschuiving. Behandeling van verschillende voorspantechnieken en detaillering. Oefening voorgespannen betonnen ligger. Dimensioneren van de voorspanning en controle tijdsafhankelijke spanningsverliezen en bezwijkveiligheid. Ontwerpen en dimensioneren van gebouwen. Met name de draagwerking van: Ongeschoorde raamwerken, geschoorde raamwerken en constructies volgens het gevelbuisprincipe. Ontwerpen en dimensioneren van geboorde tunnels. Uitvoering en detaillering. Berekening en tekening van een eenvoudige draagconstructie in gewapend beton. Controle van de resultaten m.b.v. het programma EuroCadCrete.
Beschrijving Het dimensioneren van statisch bepaald voorgespannen constructies onder buiging en afschuiving. Behandeling van verschillende voorspantechnieken en detaillering. Oefening voorgespannen betonnen ligger. Dimensioneren van de voorspanning en controle tijdsafhankelijke spanningsverliezen en bezwijkveiligheid. Ontwerpen en dimensioneren van gebouwen. Met name de draagwerking van: Ongeschoorde raamwerken, geschoorde raamwerken en constructies volgens het gevelbuisprincipe. Ontwerpen en dimensioneren van geboorde
111 tunnels. Uitvoering en detaillering. Oefening EuroCadCrete. Dimensionering van een eenvoudige draagconstructie in gewapend beton. Met behulp van het programma Matrix Frame een complete berekening van een doorgaande ligger maken. Berekening en tekening van de wapening. Controle van de berekening en tekening m.b.v. het programma EuroCadCrete.
Doelstelling Zelfstandig kunnen ontwerpen en dimensioneren van een voorgespannen betonconstructie voor verschillende voorspansystemen. Het ontwerpen en dimensioneren van een geboorde tunnel. Inzicht in de draagstructuren en stabiliteitsmogelijkheden van gebouwen.
Cursustype • • •
college oefening practicum
Vakrelaties • •
CT3150 bouwt voort op CT2051 CT3150 bouwt voort op CT3051
Toetsing Voorkennis Oefeningen gereed Toegestane middelen Eén A4 aan één zijde beschreven Toetsingsvorm computertoets
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: • studiehandleiding CT3150 Verkrijgbaar via de website van Blackboard. dictaat/studieboek verplicht: • • •
Boek “Voorgespannen Beton” Dictaat “Voorgespannen Beton”, voorbeelden Dictaat “Geboorde tunnels”
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • • • • • •
Handleiding EuroCadCrete Uittreksel NEN 6720 Uittreksel GTB tabellen Oefening Voorgespannen Beton Syllabus Gebouwen Voorbeeld berekening geboorde tunnel
Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
112
CT3211 Constructies van gebouwen 1 ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Prof.dipl.-ing. J.N.J.A. Vambersky Prof.dr.ir. J.C. Walraven Ir. A.W. Toma Dr.ir. J.W.G. van de Kuilen Ir. J.G.M. Raadschelders begeleider Ir.ing. R. Abspoel contactpersoon voor studenten Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
B. Constructiesystemen in beton, zowel ter plaatse gestort als geprefabriceerd. Elementen en verbindingen. Afdracht belastingen; stijfheid en stabiliteit. Funderingen. Uitvoeringstechnieken. C. Houtskeletbouw. Systeemtypen. Berekening en detaillering.
Cursustype •
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Volgt uit de beoordeling van het schriftelijk tentamen.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Samenvatting 1. Hallen en kappen a. Overzicht van de draagconstructieve mogelijkheden bij halvormige ruimten en kappen. Relatie met de ruimtelijke vormgeving en de gebruiksfunctie. Signalering van constructieve aandachtspunten zoals de stabiliteit tijdens de uitvoering en in het gebruiksstadium, de afdracht van belastingen en de problematiek van de dilataties. Praktijkvoorbeelden. b. Constructiesystemen in beton, zowel ter plaatse gestort als geprefabriceerd. Elementen en verbindingen. Afdracht belastingen; stijfheid en stabiliteit. Funderingen. Uitvoeringstechnieken. c. Constructies in staal. Vormen en kenmerken. Voorbeeld van een bedrijfgebouw. Constructieve opbouw. Raamwerken, geschoord en ongeschoord. Stabiliteit. Kraanbanen. Afbouw. Brandwerendheid. Fabricage en montage. Uitwerkingen. d. Soorten constructiehout, materiaaleigenschappen en gedrag. Ligger-, boog-, spant- en portaalsystemen. Elementen en verbindingen. Stijfheid en stabiliteit. Fabricagetechnieken. Praktijkvoorbeelden. 2. Woningbouw A. Overzicht van de draagconstructieve mogelijkheden. Relatie met de ruimtelijke vormgeving en de gebruiksfase.
college
Gedetailleerde opgave van de te bestuderen stof wordt tijdens het college gegeven.
113
CT3212 Functie, gebouw en constructie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2 docent Prof.ir. J.J.M. Cauberg begeleider Ir. H.R. de Boer Ir. A. te Boveldt Ir. A.C. van der Linden contactpersoon voor studenten Ir. A. te Boveldt kamer: 4.18 tel: 84982 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
Samenvatting Bouwtechnische en bouwfysische thema's in relatie tot de functie, vorm en constructie van gebouwen en gebouwdelen. Selectie, weergave, behandeling en interpretatie van de in de literatuur en door observatie verzamelde informatie met betrekking tot het gekozen onderwerp. Keuze van een bijzondere gebouwfunctie (zoals sport, theater, industriële productie e.d.) met van daaruit toespitsing van de aandacht op punten als: binnenklimaat, brandveiligheid, hygiëne, akoestiek, ontwerp uitwendige scheidingsconstructies, draagconstructiesystemen enz. Wisselwerking met de overige ontwerpfactoren.
Cursustype •
werkcollege
Toetsing Toetsingsvorm Beoordeling gemeenschappelijk rapport alsmede de individuele bijdragen, tezamen met een mondelinge presentatie en verantwoording.
Beoordeling Berekening Gewogen gemiddelde van het gemeenschappelijke werk en de individuele bijdrage.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Te bestuderen stof in dictaten, boeken en tijdschriften wordt opgegeven in relatie tot de gestelde gebouwfunctie en de daarmee samenhangende studie-onderwerpen
114
CT3221 Bouwfysica & Bouwtechniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Ir. H.R. de Boer Dr.ir. W.H. van der Spoel Prof.ir. J.J.M. Cauberg begeleider Ing. O.S.M. van Pinxteren Ir. P.M.C. Scheers contactpersoon voor studenten Ir. A.C. van der Linden kamer: 4.1 tel: 81332 Ir. H.R. de Boer kamer: 4.25 tel: 85482 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gebouwen en Civieltechnische Constructies kamer: 4.11 tel: 015-2783174
Samenvatting Deel bouwfysica: De betekenis van thermische kwaliteit, vochttechnisch gedrag, geluidisolatie, geluidadsorptie, ventilatie en licht voor uit- en inwendige scheidingsconstructies. Ontwerpoefeningen. Deel bouwtechniek: Materiaalkeuze, productie en uitvoering van diverse gevelconstructies. Kozijnconstructies in diverse materialen en hun aansluitingen. Vliesgevels. Ontwerpopdracht over twee gevels en bijbehorende aansluitingen voor een utilitair gebouw met gemengde functies.
Cursustype • • •
college oefening werkcollege
Toetsing Toetsingsvorm Bouwfysica: resultaat ontwerpoefening: bouwfysisch rapport (2 ECTS) Bouwtechniek: presentatie uitgewerkte ontwerpopdracht (2 ECTS)
Beoordeling Berekening Evenredig naar aantal ECTS per onderdeel
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat CT3071: ontwerpen van gebouwen, deel “Inleiding Bouwfysica”
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. • Boek Bouwfysica, Thieme Meulenhoff Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. • Dictaat "Afbouwconstructies I en II Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: •
Vier modulen: Basisbegrippen licht en daglichtberekening (Blackboard)
Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
115
CT3310 Stroming in waterlopen ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 HBO-schakelprogramma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docent Ir. R.J. Labeur spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Vloeistofmechanica kamer: 2.91 tel: 015-2781953
Toetsingsvorm Tentamen, schriftelijk
Beoordeling Berekening Toetsen van het tentamenwerk aan vooraf opgestelde modelantwoorden; tentamencijfer vastgesteld op grond van vooraf vastgestelde criteria en gewichten. Tentamencijferis eindcijfer.
Materialen studiehandleiding: •
Samenvatting Basisvergelijkingen voor tijdsafhankelijke stroming in open waterlopen en gesloten leidingen (1-D lange-golfvergelijkingen); classificatie en analyse van langegolfverschijnselen; hydrostatische drukverdeling, verhouding traagheidweerstand; elementaire golfvergelijking: oplossing en eigenschappen; translatiegolven: (partiële) terugkaatsing en vervorming, schokgolven; karakteristiekenmethode, beginen randvoorwaarden, sub- en superkritische stroming, drukgolven in gesloten leidingen (waterslag); systemen met discrete berging, traagheid en weerstand: kombergingsbenadering, sluitgat-benadering; harmonische golven: invloed weerstand op golfvoortplanting, oscillaties in een bekken (seiches), getijvoortplanting in een estuarium; hoogwatergolven op een rivier: hysterese, quasi-eenparige benadering, diffusiemodel; stroming bij kunstwerken: stroomfunctie, rotatie en snelheidspotentiaal, oplossing d.m.v. vierkantennet; transportprocessen in waterlopen: advectie, moleculaire en turbulente diffusie, dispersie, concentratieverloop bij continue en momentane lozingen.
Cursustype • •
college oefening
Toetsing Voorkennis Deelname aan de oefeningen voorafgaande aan het tentamen is verplicht. Toegestane middelen Een onbeschreven -door de docent ter beschikking gesteld- formuleblad
Verkrijgbaar bij het eerste college.
dictaat/studieboek verplicht: •
Dictaat
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
116
CT3320 Grondwatermechanica, stroming en -transport ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docenten Prof.dr.ir. F.B.J. Barends Dr.ir. G.J.M. Uffink contactpersoon voor studenten secretariaat van de sectie Geotechniek kamer: 0.13 tel: 015-2781880 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Geo-engineering kamer: 0.13 tel: 015-2781880
Samenvatting Basistechnieken bij de evaluatie van grondwaterstroming en de krachtswerking ervan in dammen, dijken en golfbrekers; inleiding in transportprocessen van stoffen door grondwater bij waterwinning en grondwaterbeheer.
Beschrijving Het vak behandelt de principes van grondwatermechanica, -stroming en –transport. Het gedrag en de effecten van grondwater is van belang bij rivierwerken en kustdefensie, ontwatersystemen, landwinning, irrigatie en drainage van akkerland, en grondwaterwinning en -beheer. Het speelt een belangrijke rol bij de stabiliteit en het functioneren van funderingen, (spoor)weglichamen, ondergrondse constructies, bouwputten en taludhellingen. Ook bij het transport van stoffen in de grond onder dumpplaatsen, door bemesting en zoutwaterintrusie is de kennis van grondwaterbeweging essentieel. Het vak is verdeeld in de volgende onderdelen: • • • •
Basisprincipes van grondwaterstroming (stationair, 1D en 2D, instationair) introductie in transportprocessen van opgeloste stoffen door grondwater introductie in dijktechnologie introductie in coastal engineering
In het college worden handzame oplostechnieken gepresenteerd en worden methoden voor 2D problemen, numerieke modellen en ontwerp- en toetsmethodieken behandeld aan de hand van praktische situaties. Het examen wordt afgenomen met computertoetsen. De student kan de toetsen deels vooraf oefenen en zelfstudie verrichten via computer (website).
Doelstelling Het vak leert de student de basisvaardigheden om grondwaterbeweging en –effecten te bepalen en de kunde om situaties en modelberekeningen te beoordelen.
Cursustype • • • •
Computer Ondersteunende Zelfstudie college oefening(en) toets(en)
Vakrelaties • • • •
CT3320 CT3320 CT3320 CT3320
bouwt bouwt bouwt bouwt
voort voort voort voort
op op op op
CT1310 CT2090 CT2320 WI1316CT
Toetsing
Toegestane middelen Het collegedictaat en de syllabus (collegesheets) Toetsingsvorm Computertoets (4 onderdelen)
Beoordeling Berekening Gemiddelde van de afzonderlijke 4 computertoetsonderdelen (ieder minimaal 3.5 vereist)
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek. overige materialen verplicht: • Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
117
CT3330 Constructieve Waterbouw ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1 Het vak is zowel een 3e jaarskeuzevak als 4de jaar verplicht vak voor waterbouwers die dit vak niet als 3e jaarsvak hebben gedaan. docenten Prof.drs.ir. J.K. Vrijling Ir. W.F. Molenaar contactpersoon voor studenten Ir. W.F. Molenaar kamer: 3.75 tel: 015 2789447 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterbouwkunde kamer: 3.73 tel: 015-2783345
Samenvatting •
•
•
•
•
Functioneel en constructief ontwerp van waterbouwkundige kunstwerken zoals: Brugpijlers, kunstmatige eilanden, golfbrekers, grondkerende constructies, kademuren & steigers, bouwputten en bouwkuipen, stormvloedkeringen, dammen, sluizen & stuwen, geboorde en gezonken tunnels, etc. Ontwerpaspecten: functionele analyses, multidisciplinair ontwerpen, economische en kosten overwegingen, project en ‘levens’fasen Hoe om te gaan met belastingen en materiaalsterkte: Grenstoestanden en bijbehorende belasting en materiaalfactoren, ontwerpbelastingen en belastingcombinaties, LRF-design en Working Stress-design. Constructieve aspecten: Constructie in den droge of in den natte, in-situ of prefab bouw, bouwputten en –kuipen met of zonder bemaling Sluizen
Doelstelling Verwacht wordt dat de studenten in staat zijn van alle bekende waterbouwkundige kunstwerken, en vooral van een schutsluis, een globaal ontwerp kunnen maken dat functioneel voldoet en voldoende stijf en sterk is voor alle bouw- en gebruiksfasen, hierbij
gebruik makend van korte algemene ontwerpformules voor waterbouwkundige belastingen (wind, water, grond, scheepvaart, etc.) en materiaaleigenschappen (grond, beton, damwanden, etc.) zoals die in het handboek Constructieve Waterbouw zijn weergegeven.
Cursustype College met dias en COZ-toetsen.
Vakrelaties • • • • •
CT3330 CT3330 CT3330 CT3330 CT3330
bouwt bouwt bouwt bouwt bouwt
voort voort voort voort voort
op op op op op
CT2090 CT2100 CT2320 CT2330 CT3310
Toetsing Toegestane middelen Het "Handboek Constructieve Waterbouw" + pen + potlood + gum + lineaal + nietprogrammeerbare rekenmachine Toetsingsvorm Er is een combinatie van computertoetsen en een schriftelijke tentamen. Toegang tot het schriftelijk tentamen wordt alleen verkregen door het voltooien van ALLE computertoetsen, minstens 10 dagen voor het tentamen, met minimaal een gemiddeld cijfer 5. (Dus: ook de 5de toets moet worden doorlopen, ook als de eerste 4 toetsen hoge deelcijfers hebben opgeleverd!) (Het inloggen onder een ander studienummer dan je eigen studienummer is fraude en betekent minimaal uitsluiting van het tentamen)
Beoordeling
Berekening Eindcijfer = 0,1 * afgerond gemiddelde (alle computertoetsen) + 0,9 * tentamencijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • • • •
Constructieve waterbouw, hoofddictaat Constructieve waterbouw, Sluizen Handboek Constructieve Waterbouw Tentamenbundel & Computertoetsopgaven
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
118
overige materialen aanbevolen: •
Al deze informatie, samen met oude examens met uitwerkingen staan op internet: www.waterbouw.tudelft.nl (education -> vakken -> constructieve waterbouw- > examination) of rechtstreeks: http://www.waterbouw.tudelft.nl/public/C T3330/index.htm
Verkrijgbaar via website.
CT3340 Rivierwaterbouwkunde ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2 MSc-programma, semester 2.2 HBO-programma, semester 2.2 docenten Prof.dr.ir. H.J. de Vriend Ir. H. Havinga Dr.ir. Z.B. Wang Dr.ir. P.J. Visser contactpersoon voor studenten Dr.ir. P.J. Visser kamer: 3.96 tel: 88005 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterbouwkunde kamer: 3.73 tel: 015-2783345
Samenvatting Fenomenologie van rivieren (hydrologie, waterloopkunde, sedimentologie, ecologie), riviermetingen, gebruik van rivieren, waterafvoer, sedimenttransport, morfologische processen, ingrepen (kunstwerken, kribben, bochtafsnijdingen, baggeren, etc.), effecten ingrepen (stuwkrommen, morfologische effecten, ecologische effecten), ontwerp van ingrepen.
Cursus type • •
college colstructie
Toetsing Toetsingsvorm Tentamen, schriftelijk (open vragen)
Materialen studiehandleiding: •
Rivierwaterbouwkunde
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
119
CT3410 Waterbeheersing ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 1.2 MSc-programma, semester 1.2 HBO-programma, semester 1.2 docenten Dr. R.R.P. van Nooyen Ir. M.W. Ertsen Ir. K.J. Breur contactpersoon voor studenten Dr. R.R.P. van Nooyen kamer: 4.83 tel: 86503 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Waterhuishouding en Waterbeheer kamer: 4.75 tel: 015-2781646
Samenvatting 1. Ontwatering en drainage: drainage vergelijkingen stationair en dynamisch. Bodemeigenschappen en de relatie tot de waterbeheersing 2. Afwateringsstelsels: functies en kenmerken van afwateringssystemen. Ontwerpcriteria voor grootschalige afwateringssystemen inclusief hoogwaterbescherming. Lozingen met vrij verval of kunstmatig. Ontwerp en inrichting van afwateringssystemen en hoogwaterbescherming. Polderinrichting, samenhang tussen stad en platteland 3. Wateraanvoer: typen behoeften van wateraanvoer. Waterbehoefte van de verschillende stedelijke en landelijke watergebruikers met landbouw als de grootste gebruiker. Irrigatiemethodieken in Nederland en daarbuiten. Ontwerpcriteria, maatgevende afvoer 4. Wateraanvoerstelsels: inleiding functies en kenmerken van wateraanvoersystemen. Ontwerpcriteria voor wateraanvoer en distributie. Waterbronnen en watervang. Beginselen van ontwerp en inrichting van een wateraanvoersysteem met leidingen en regelkunstwerken 5. Dimensionering en ontwerp waterlopen en kunstwerken: toepassing van hydraulische begrippen. Keuze stationair en dynamisch rekenen. Inleiding in de samenhang tussen waterbeheersstrategieën met functionele criteria enerzijds en typen transportleidingen en typen regelkunstwerken anderzijds. Beginselen van functies en toepassingen van reservoirs, dimensionering
van transportleidingen en dimensionering van regelkunstwerken.
Beschrijving
Centraal in het vak staan watersystemen zoals polderboezemsystemen, irrigatiesystemen, drainagesystemen en stedelijke watersystemen. Gericht op deze systemen worden behandeld: • •
•
•
•
•
•
•
•
Rekenen aan stationaire stroming, zowel uniform als stuwkromme. Aandacht voor aannamen en vereenvoudigingen. Ontwerpen van de hydraulische afmetingen van kanalen. Verschillende methodes (regime-, morfologische-), rekening houdend met erosie en sedimentatie. Aandacht voor te kiezen ontwerpparameters als de breedte-diepte verhouding en de hydraulische ruwheid. Werking van verschillende types kunstwerken, regelbare en niet-regelbare, onderlaten en overlaten, zandvang. Kennis van de mogelijkheden voor het dagelijks beheer (regelen) van het watersysteem. Ontwerpen van de hydraulische afmetingen van kunstwerken. Daarbij uitgaan van ondermeer de invloed van het kunstwerk op de stroming in de kanalen. De keuze van geschikte combinaties van kunstwerken in een watersysteem. Kennis van de relevantie van deze keuze voor de mogelijkheden van het watersysteem. Begrijpen van de werking van bestaande watersystemen en inzicht in de wijze waarop dat functioneren in de gewenste richting kan worden aangepast. De vraagstukken die samenhangen met het bepalen van wateraanvoer behoefte (irrigatie) en ontwerpcriteria voor waterafvoer (drainage). De stroming in de bodem (met name de onverzadigde zone). Relevant voor wateraanvoer (vocht nalevering) en waterafvoer (berging in onverzadigde zone en grondwater). De inrichting van watersystemen. Relevante overwegingen en de relatie tot eisen aan het watersysteem.
In het college worden met regelmaat oefeningen uitgereikt en besproken.
Cursustype •
college
120
Toetsing Toegestane middelen Rekenmachine, tekengerei Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen
Beoordeling Berekening Tentamencijfer is eindcijfer
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
CT3420 Civiele Gezondheidstechniek ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1 docenten Prof.ir. J.C. van Dijk Prof.ir. J.H.J.M. van der Graaf Prof.ir. F.H.L.R. Clemens spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Gezondheidstechniek kamer: 4.55 tel: 0152783347
Dictaat
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
Samenvatting Het vak behandelt de ontwerpaspecten van gezondheidstechnische werken voor: • • •
drinkwaterbereiding riolering afvalwaterzuivering
Voor de drinkwaterbereiding worden de volgende onderdelen behandeld: • • • •
kwaliteitsaspecten drinkwater (hygiënische betrouwbaarheid, kwaliteitseisen) ontwerpaspecten productiemiddelen drinkwatervoorziening (ontwerpmethodieken) grondwater (winning, verontreiniging, zuivering, oevergrondwater) oppervlaktewater (winning, bekkens, verontreinigingen, zelfreiniging, zuivering, kunstmatige infiltratie)
Voor de riolering worden de volgende onderdelen behandeld: • ontwerpgrondslagen en stelselkeuze • systeemonderdelen • hydraulisch ontwerp • uitvoeringsaspecten • ontwerpoefening Voor de afvalwaterbehandeling worden de volgende onderdelen behandeld: • •
samenstelling afvalwater (influent, effluent) fysisch-chemische zuiveringstechnieken
121 • •
biologische zuiveringstechnieken (aëroob, anaëroob) slibbehandeling en verwerking
Cursustype Hoorcollege met Powerpointpresentaties en oefenopgaven via Blackboard. Leerstof wordt toegepast o.a. bij de BSc afstudeeropdracht.
Toetsing Voorkennis drinkwater, riolering, afvalwaterzuivering Tentamenstof: zie omschrijving van het vak Toegestane middelen 1 A4 Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen en multiple choice)
Beoordeling Berekening (per onderdeel behaald)/max. x 10 = eindcijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Dictaat. Verkrijgbaar bij de dictatenverkoop van Civiele Techniek en via Blackboard; • Uitgewerkte tentamenopgaven en Powerpointpresentaties. Verkrijgbaar via Blackboard.
CT3711 Oef. geometrisch en constructief ontwerp van wegen en spoorwegen ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 MSc-programma, semester 1.2 HBO-programma, semester 1.2 docenten Ir. L.J.M. Houben Ir. P. Wiggenraad contactpersoon voor studenten Ir. P. Wiggenraad kamer: 5.47 tel: 84916 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie
Samenvatting Verkeerstechnische dimensionering van autosnelweg, spoorlijn, stadsstraten met tramsporen, bepaling knooppunts-, aansluitings- en kruispuntvorm en locatie station/halte, ontwerp en Autocad-tekening van dwarsprofielen, verticale alignementen, horizontale alignementen met bogen en overgangsbogen en knooppunt en stations/haltevoorziening. Bepaling zettingen, hoogteligging, stabiliteit talud, verkeersbelasting, materiaaleigenschappen, constructiedikte, aanlegkosten wegconstructie, uitvoerings- en onderhoudsplan. Dimensionering spoorconstructie op basis van buigtrekspanning, doorbuiging, contactspanning en aanlegkosten.
Cursustype • •
instructie oefening
Vakrelaties •
CT3711 bouwt voort op CT3041
Toetsing Voor het mondeling tentamen: verslag ingeleverd, inclusief de verwerking van het commentaar op het concept-verslag; tekeningen ingeleverd. Toetsingsvorm Beoordeling verslag en tekeningen; mondeling tentamen, met als hoofdaccent discussie over verslag en tekeningen.
122
Beoordeling Berekening Eindcijfer wordt voor 50% bepaald door de beoordeling van verslag en tekeningen en voor 50% door de discussie over verslag en tekeningen.
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij de docent of op college.
CT3721 Ontwerp Stedelijke Infrastructuur ECTS punten: 5 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1 docent Prof.ir. F.M. Sanders begeleider Prof.ir. F.M. Sanders contactpersoon voor studenten Prof.ir. F.M. Sanders kamer: 5.53 tel: 84915 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting
In het vak dient de theoretische kennis van verkeer, ruimtelijke inrichting, grondmechanica, verkeersbouwkunde, stedelijk waterbeheer, afvalwateropvang en afvoer, alsmede het ontwerpen en dimensioneren van infrastucturele kunstwerken te worden toegepast en onderling te worden afgestemd. De student maakt een integraal plan voor het bouw- en woonrijp maken van een stedelijke uitbreiding of een grootschalige stedelijke reconstructie. Het accent ligt vooral op kennistoepassing en integratie.
Beschrijving
1. Inleiding: introductie van begrippen en definities; omschrijving van het vak; positionering van het vakgebied binnen Civiele Techniek; doelstellingen van het vak; opbouw van dictaat en colleges. 2. Terrein- en bodemgesteldheid. 3. Stedenbouwkundige vormgeving van wijken, stadsdelen en bedrijfsterreinen: - ruimtelijke functionele analyse; - ruimtelijke programmering; - verkaveling; - etc. 4. Bereikbaarheid en modal split: - verkeerssoorten en modal split; - interne en externe ontsluiting; - ontsluitingsprincipes; - hoofdinfrastructuur; - wijk- en buurtinfrastructuur; - openbaar vervoer;
123 - langzaam verkeer. 5. Ontwerp en dimensionering weginfrastructuur openbaar vervoer en parkeren: - dimensionering dwarsprofielen; - afstemming boven- en ondergrondse infrastuctuur; - inrichting bouwstraten en afwikkeling werkverkeer; - planning van werkzaamheden; - uitvoeringsaspecten. 6. Afvalwateropvang en -afvoer, kwantitatieve en kwalitatieve aspecten: - principe oplossingen; - ontwerpbeginselen voor rioleringssystemen; - ontwerp en dimensionering; - afstemming op weginfrastructuur; - uitvoeringsaspecten. 7. Stedelijke water- en grondwaterhuishouding: - afstemming met omliggend waterhuishoudingsysteem; - verschillende stedelijke watersystemen; - drooglegging en drainage; - ophogen en zettingen. 8. Bouw- en woonrijp maken: - grondbalansen; - planning werkzaamheden; - uitvoeringsaspecten. 9. Infrastructurele kunstwerken: - eenvoudige betonnen bruggen; - betonnen duikers; - viaducten; - tunnels. 10. Planning en organisatie: - doorlooptijden; - kritiek pad; - planningmethoden en technieken; - projectorganisatie. 11. Grondexploitatie: - ruimtebalans; - kostenopbouw; - opbrengsten; - rente en inflatie; - eindwaarde berekening.
Cursustype • •
college oefening
Toetsing Voorkennis opdracht ingeleverd Toegestane middelen dictaat opdracht
Toetsingsvorm Tentamen, mondeling
Beoordeling Berekening 50% opdracht; 50% mondeling tentamen
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
dictaat/studieboek verplicht: •
In dictaat wordt literatuur vermeld.
124
CT3740 Plan- en Projectevaluatie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 HBO-programma, semester 2.1 docenten Dr.ir. R.J. Verhaeghe Prof.ir. A.A.J. Pols contactpersoon voor studenten Dr.ir. R.J. Verhaeghe kamer: 5.60 tel: 85067 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting
Grondslagen voor evaluatie en toepassing op diverse types civieltechnische plannen en projecten. Overzicht evaluatiemethodes: kosteneffectiviteit, baten/kosten, multi-criteria. Schematisatie evaluatieproblemen. Waardering effecten (direct, indirect, external). Evaluatie milieucomponenten. Indirecte waardering. Financiële-, economische en sociale evaluatie. Optimalisatie van de samenstelling van projecten en plannen. Toepassingen: analyse van verschillende thema’s in evaluatie aan de hand van recente/actuele studies.
Beschrijving
• •
c) Optimalisering van plannen en projecten – priorititeitstelling • • • • •
•
• •
• • •
• • • •
overzicht van de ontwikkeling van evaluatiemethoden belang en noodzaak van plan- en projectevaluatie: voorbeelden kosteneffectiviteit multicriteriamethoden kosten/batenanalyse: schematisering van kosten en baten, tijdwaardering, contant maken, schaduwprijs, criteria, periode van terugbetaling, cost recovery
b) Evaluatie-effecten • • • • •
potentiële problemen bij de schatting van effecten en prijzen waardering van effecten: directe en indirecte effecten, externe effecten indirecte economische waardering waardering van milieu-effecten toedeling van kosten en baten
optimale toedeling/gebruik van input schaaleffecten relatie tussen investeringen en onderhoudskosten prioriteitstelling binnen een groep van projecten/plannen met een beperkt budget incremental analysis
d) Toepassingen: analyse van diverse thema’s bij de evaluatie
a) Evaluatieprincipes: basismethodologie •
financiële, economische en sociale evaluatie onzekerheid bij de evaluatie
evaluatie bij overstromings/drainageproblemen (kwantificering van onzekerheid; schadefunctie) regionale drinkwatervoorziening (ontwikkeling multisectorstrategie; capaciteitsplanning) evaluatie van opties voor hogesnelheidsvervoer in de VS (consumentensurplus; milieu-effecten; mogelijkheden van publiek-private samenwerking) evaluatie van de hogesnelheidslijn in Nederland (bereikbaarheid) overzicht van de evaluaties van de Betuweroute (langetermijnstrategie; internationale concurrentie) milieu en economie in de vervoersector (internalisering van externe effecten)
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
125
CT3751 Stedelijke ontwikkeling, vervoersystemen en netwerken ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.2 MSc-programma, semester 2.2 docenten Ir. P. Wiggenraad Dr.ir. R. van Nes Ir. P.M. Schrijnen contactpersoon voor studenten Ir. P. Wiggenraad kamer: 5.47 tel: 84916 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
• •
• • •
Samenvatting Stad als systeem. Vervoersystemen. Relaties tussen stedelijke functies, tussen vervoervraag, vervoerdiensten en verkeerssysteem en tussen gebiedskarakteristieken en vervoer en verkeer. Vervoer- en verkeersnetwerken. Hiërarchie en schaalniveaus. Netwerkontwerp. Operationalisering van plannen. Casestudies toegespitst op deelonderwerpen zoals vervoerknopen, uitbreidingen en inrichting.
Beschrijving •
•
• •
•
Stad als systeem Relaties tussen stedelijke functies zoals wonen, werken en recreëren, verandering in de tijd. Vervoersystemen Relaties tussen vervoervraag, vervoerdiensten en verkeerssysteem. Relaties tussen gebiedskarakteristieken en vervoer en verkeer (productie/attractie, distributie, modal split, routekeuze). Eigenschappen van vervoer- en verkeersnetwerken. Historische ontwikkeling van de stad en de stedelijke vervoerssystemen. Relatie tussen stedelijke ontwikkeling en infrastructuur.Tuinsteden, CIAM, etc. Infrastructuur als sturend element en als afgeleide. Inertie van infrastructuur. Vervoer- en verkeersnetwerken Netwerkelementen. Beoordelingskader. Hiërarchie en schaalniveaus.
Netwerkontwerp per vervoersysteem Doelstellingen. Ontwerpvariabelen. Ontwerpaanpak. Combinatie/integratie van vervoersystemen. Multimodaal vervoer/samenhang van vervoersystemen. Combinatie van vervoersystemen in de schaarse stedelijke infrastructuur. Relatie vervoersysteem en stedelijke functies. Stedelijke functies als basis voor hiërarchie van vervoersystemen. Operationalisering van plannen Management, planvormen, financiën, publiek-private samenwerking. Casestudies, toegespitst op deelonderwerpen zoals vervoerknopen, uitbreidingen, inrichting. Voorbeelden: Stationslocaties Rotterdam CS, Kop van Zuid (Rotterdam), VINEX-locaties Vathorst of Leidsche Rijn, Houten, herstructurering Bijlmer, binnenstad Delft.
Doelstelling Kennis hebben van de samenstelling van de stedelijke gebieden, van opbouw en ontstaan van steden en netwerken, van omvang en spreiding van enkele van de stedelijke activiteiten en processen: sociaal, demografisch, economisch, cultureel. Kennis hebben van samenhang tussen activiteiten, communicatie en transport, van de samenhang tussen ruimtelijke spreiding van activiteiten en beschikbaarheid en gebruik van netwerken en transport, kennis hebben van historische ontwikkeling van vervoersystemen en netwerkpatronen. Kennis hebben van de begrippen uit projectmanagement. Vaardigheid om een vertaling te maken van verkeerskundige processen en stedelijke processen naar een programma voor een project. Vaardigheid in het opzetten van een projectplan.
Cursustype • • •
college oefening excursie
Toetsing Toetsingsvorm tentamen, schriftelijk (open vragen)
Beoordeling Berekening Cijfer schriftelijk tentamen
126
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • Informatie op college Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
CT3910 Wiskundige modellen en simulatie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docenten Dr. J. Cser gastdocenten contactpersoon voor studenten Dr. J. Cser kamer: 3.37 tel: 81854
Samenvatting Centraal in het vak staan de algemene principes van de wiskundige modelbouw en simulatie. Behandeld wordt de theorie en praktijk van de modelbouw en de rol van de systeemingenieur. Er is aandacht voor het systeemdenken, de keuzes in het systeemontwerp en de gevolgen van de keuzes. Verschillende voorbeelden van civieltechnische toepassingsterreinen van modellen en simulatietechnieken, zowel discreet als continu, worden behandeld. In de stof wordt een inleiding tot DSS en modelintegratie opgenomen. In de praktische oefening, die als basis voor het cijfer zal dienen, wordt een civiel probleem aangepakt, een (wiskundig) model gemaakt en geïmplementeerd. Na implementatie worden de resultaten geanalyseerd en geïnterpreteerd met medeneming van de grenzen en aannames gedurende het ontwerpproces.
Beschrijving Theorie, achtergronden en algemene aspecten: • • • • • • • •
modelcyclus/empirische cyclus abstractie/reductie systeemtheorie en besturingstheorie meet- en regeltechniek relatie systeem en model doel model en modelvorming methoden voor probleemstructurering bijdrage modelvorming/modelontwikkeling aan probleemoplossingsproces of vraagstelling
Toepassing van modellen: • •
probleemtypen en modeltypen gebruik van modellen in praktijksituaties
127 • • •
overdragen van modellen. Kennis van en vaardigheid in het omgaan met onzekerheden in het gehele modelvormingsproces en het interpreteren van modeluitkomsten in het licht van de (impliciete) aannames, keuzes, gekozen parameters, in- en uitvoer variabelen
tot stand brengen van modellen, faseringstechnieken operationele analyse, Operations Research plaats van de 'systems engineer' in het modelvormings- en simulatieproces
Simulatiemethodieken: • • • • • • •
tijdaspecten van systemen: discreet/continu principes analoge en discrete simulatie activity scanning; event scheduling; transaction flow; process interaction principes continue simulatie, continue systemen in een digitale omgeving numerieke methoden vergelijking verschillende simulatiemethodieken keuze van simulatiemethodiek in relatie tot het probleem
De oefening en de werkcolleges hebben betrekking op het volgende: • •
Gebruik van modellen: interpretatie gegevens; betrouwbaarheidsanalyse; gevoeligheidsanalyses; testen van model Uitvoering van een simulatie binnen het werkgebied van de civiel ingenieur, toegepast op een van de drie domeinen. De keuzes van de hulpmiddelen moeten bewust en beargumenteerd plaatshebben. Het gehele ontwikkeltraject wordt doorgelopen (van probleem via een (wiskundig) model naar werkende simulatie, gevolgd door interpretatie van gegevens en uitkomsten)
Cursustype • • • • •
college werkcollege oefening practicum scriptie
Vakrelaties •
CT3910 bouwt voort op CT2081
Toetsing Toetsingsvorm • • • • •
Mondeling tentamen Mondelinge presentatie Oefening(en) Opdracht(en) Scriptie
Beoordeling Berekening Cijfer CT3910 = (Cijfer scriptie + Cijfer rapporten + Cijfer mondeling tentamen) / 3 (alle deelcijfers moeten groter dan of gelijk aan een 5.0 te zijn)
Materialen studiehandleiding:
Doelstelling
•
•
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
•
•
Verdiepende kennismaking met de theorie van modelvorming en de toepassingen daarvan in de civiele praktijk In staat zijn van een gegeven civieltechnisch probleem de relevante eigenschappen te destilleren, en vervolgens op doeltreffende wijze een model van het systeem te kunnen opzetten Vaardigheden ontwikkelen om uit de bekende en/of aangeboden wiskundige gereedschapsset de meest geschikte middelen te kiezen en vervolgens toe te passen. Kennis van en vaardigheid in het werken met variabelen, parameters en het ontwerpen, ontwikkelen, testen, verifiëren, valideren en operationaliseren en
in dictaat CT3910.
dictaat/studieboek verplicht: •
dictaat CT3910: Wiskundige modellen en simulatie
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
128 overige materialen verplicht: •
aanvullend literatuur, lijst wordt bekend gemaakt tijdens college
Verkrijgbaar bij de bibliotheek van Civiele Techniek.
CT3920 Grafische gegevensverwerking/CAD ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docenten Dr.ir. E. Dado Dr.ir. M.R. Beheshti contactpersoon voor studenten Dr.ir. M.R. Beheshti kamer: 3.36 tel: 84893
Samenvatting Dit vak is een introductie tot de grafische gegevensverwerking met toepassingen in de civiele techniek. Dit college behandelt o.a. grafische representatie van wetenschappelijke gegevens (grafiek, charts, e.d.), geometrie en topologie, inleiding grafische gegevensopslag, geïntegreerd gebruik van CAD in ontwerp- en constructieproces, product data interchange, product modelling, product data technologie en parametrisch ontwerpen.
Beschrijving •
•
•
•
Colleges Inleiding computerondersteund ontwerpen; begrippenkennis en gereedschappen, m.n. grafiek, geometrie en topologie; grafische databases, intelligente CAD-systemen; koppeling ontwerpondersteunde systemen, zoals MCE, spreadsheets, databases, rekenmodules, GIS-systemen, etc. Werkcolleges Cases (multimedia/AV en computerbased representaties); discussies en bespreking CAC oefeningen van studenten; praktijkvoorbeelden Oefeningen Een algemene en een (door de student te kiezen) domeingerichte CAD-oefening (ontwerpopgave met uitwerking in JMDL, AutoLISP of VBA) Scriptie Een uitgebreid verslag van de oefening
N.B. Merk op dat hier met CAD Computerondersteunend Ontwerpen bedoeld wordt, en niet Computerondersteunend Tekenen.
129
Doelstelling
dictaat/studieboek verplicht:
•
•
• • • •
Het opbouwen van kennis van, verkrijgen van inzicht in, en het ontwikkelen van vaardigheden voor wat betreft grafische gegevenswerkingssystemen Inzicht verkrijgen in de plaats en functie van CAD in het ontwerpproces Het leren toepassen van CAD-systemen in het civieltechnisch ontwerpproces In kunnen brengen van eigen aanpassingen aan CAD-systemen t.b.v. routinematige ontwerptaken Inzicht hebben in de ontwikkeling van informatica hulpmiddelen in het civieltechnisch ontwerpproces
Cursustype • • • •
practicum college oefening scriptie
Vakrelaties •
CT3920 maakt gebruik van CT2081
Toetsing Voorkennis het behalen van een voldoende (cijfer 6) voor de oefeningen is de voorwaarde om een scriptie te mogen schrijven Toegestane middelen • •
Powerpointpresentatie van de oefeningen Scriptie (gedetailleerd rapport van de oefeningen conform de instructies)
Toetsingsvorm • •
Mondeling tentamen (individueel), beoordeling van de verplichte oefeningen en van de scriptie Mondelinge presentatie
Beoordeling Berekening 0,5 x oef + 0,5 x scriptie (ieder >= 5.0)
Materialen studiehandleiding: •
Verkrijgbaar via de website van Blackboard.
Het boek "Computer ondersteunend ontwerpen", door R. Beheshti en R. v.d. Looij, Uitgever Lemma, ISBN 90-5189897-5
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD. overige materialen verplicht: •
Powerpoints sheets van de colleges
Verkrijgbaar via de website van Blackboard. overige materialen aanbevolen: •
Computer programma's, verkrijgbaar via COO-netwerk
130
CT3930 Civieltechnische Ruimtelijke Gegevensverwerking / GIS ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 docenten Dr. J. Cser gastdocenten contactpersoon voor studenten Dr. J. Cser kamer: 3.37 tel: 81854
C. Oefeningen Een algemene en een (door de student te kiezen) domeingerichte GIS-oefening
Doelstelling •
•
•
Samenvatting Dit vak is een introductie tot de ruimtelijke gegevensverwerking met toepassingen in de civiele techniek. Dit college behandelt o.a. geometrie en topologie, geografische gegevens en gegevensopslag (opslag van vector en rasterstructuren), raster en vector manipulaties en interpolaties, gegevensniveaus, geografische informatiesystemen, modelvorming en integratie van GIS en wiskundige modellen. Voorbeelden en praktijkgerichte toepassingen en oefeningen maken integraal deel uit van het vak. Dit college bestaat uit een aantal hoorcolleges, werkcolleges, praktijkvoorbeelden en practica.
Beschrijving A. Colleges • Samenvatting benodigde kennis van GIS en grafische databases en modellen (korte introductie) • Computerondersteunde ruimtelijke informatiesystemen (GIS) • Toepassingen in de drie domeinen van de civiele techniek • Voordelen en beperkingen van GIS systemen in de civiele techniek • Kkoppeling GIS en (wiskundige) modellen • Nieuwe ontwikkelingen rondom GISsystemen in CT B. Werkcolleges • Cases (computer-based representaties) • Discussie studenten GIS-oefening • Bespreking GIS-oefening studenten • Praktijkvoorbeelden
Het opbouwen van kennis van, verkrijgen van inzicht in, en het ontwikkelen van vaardigheden voor wat betreft ruimtelijke informatiesystemen Het leren omgaan met en kunnen toepassen van GIS-systemen in de drie civieltechnische domeinen waarin ruimtelijke gegevens en de daarbij behorende modellen en datamanipulaties een belangrijke rol kunnen spelen Het zelfstandig kunnen gebruiken van GIS-systemen als hulpmiddel voor de civiele ingenieur
Cursustype • • • •
college oefening werkcollege practicum
Vakrelaties • •
CT3930 maakt gebruik van CT1130 CT3930 maakt gebruik van CT2081
Toetsing
Voorkennis zelfstandige oefening afronden en inleveren Toegestane middelen demo van de zelfstandige oefening Toetsingsvorm • Mondeling tentamen • Mondelinge prsentatie • Opdracht(en)
Beoordeling Berekening cijfers mondeling tentamen + presentatie + rapport)/3; elk onderdeel moet > 5.0 zijn
Materialen studiehandleiding: •
Handleiding CT3930
Verkrijgbaar bij het secretariaat van de sectie.
131 dictaat/studieboek verplicht: •
Delen van het boek: R. Laurini, D. Thompson: Fundamentals of Spatial Information Systems, ISBN0 12 438380 7; J. Raper: GIS Tutor, ISBN0 582 223810 2(dit boek is ook on-line beschikbaar op het netwerk)
Verkrijgbaar bij Boekhandel Prins. overige materialen verplicht: •
GEOCUBE (dit on-line boek is beschikbaar op het netwerk)
CT3980 Voorbereiding en uitvoering van werken in de bouw(nijverheid) ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 2.1 MSc-programma, semester 2.1 docenten Ir.ing. J.P. Noppen Prof.dr.ir. H.A.J. de Ridder contactpersoon voor studenten Ir.ing. J.P. Noppen kamer 3.45 tel: 0152786824
Verkrijgbaar via website.
Samenvatting Voorbereiden en uitvoeren van werken in de bouwnijverheid. Theoretische structuur van het bouwproces met een verwijzing naar standaardiseren van de communicatie. Ontwerpen van een uitvoeringsmethode aan de hand van de elementaire ontwerpcyclus. Verwerven van een opdracht, werkvoorbereiding, bouwplaatsorganisatie, -inrichting en –logistiek. Grondverzet, in situ bouw, prefabricage en assemblage. Bewaking/beheersing van de uitvoering met behulp van het TGKIO. Oplevering en nacalculatie. Maken van een viertal aan de bouwpraktijk ontleende oefeningen. Stof wordt alleen in het Nederlands aangeboden vanwege het specifieke karakter van het vak: de Nederlandse bouwwereld en -cultuur.
Beschrijving Het vak geeft inzicht in het voorbereiden en uitvoeren van werken in de bouwnijverheid. De theoretische structuur van het bouwproces wordt behandeld met een verwijzing naar het streven om in de praktijk de communicatie te standaardiseren. Er wordt ingegaan op het ontwerpen van een uitvoeringsmethode aan de hand van de stappen uit de elementaire ontwerpcyclus. De activiteiten die tot het verwerven van een opdracht leiden, worden toegelicht. Vervolgens komen de werkvoorbereiding, de bouwplaatsorganisatie, -inrichting en – logistiek aan de orde. Een aantal onderdelen van het vervaardigingproces zoals grondverzet, in situ bouw, prefabricage en assemblage, worden besproken. De bewaking/beheersing van de uitvoering met
132 behulp van het TGKIO model wordt toegelicht. Tot slot worden de oplevering en nacalculatie behandeld. Daarnaast worden vaardigheden verworven door het maken van een viertal aan de bouwpraktijk ontleende oefeningen: 1. Het maken van een bouwkostencalculatie (inschrijvingsbegroting) 2. Het opzetten van een werkplan tijdens de werkvoorbereiding 3. Het maken van een terreinplan (bouwplaatsorganisatie) 4. Het simuleren van bouwplaatsmanagement
Doelstelling Het verwerven van inzicht en kennis van de processen die een rol spelen in de fases van verwerving, uitvoering en afronding van bouwprojecten en civieltechnische werken in respectievelijk de B&U en GWW sector. Het leren verkennen van de bruikbaarheid en de inzetbaarheid van technieken door middel van oefeningen. De kennisaspecten zijn verantwoord in het collegedictaat. De vaardigheden worden aangeleerd tijdens de verplichte oefeningen.
Cursustype • •
oefening college
Vakrelaties • • • •
CT3980 CT3980 CT3980 CT3980
maakt maakt maakt maakt
gebruik gebruik gebruik gebruik
van van van van
CT1101 CT1210 CT2061 CT3061
Toetsing Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen en multiple choice), toets(en), oefening(en)
Beoordeling Berekening De resultaten van 4 oefeningen plus 2 x cijfer voor het schriftelijk tentamen, gedeeld door 6. Resultaat kennistoetsen ter afronding.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Voorbereiding en uitvoering in de bouw(nijverheid)
Verkrijgbaar bij dictaatverkoop Civiele Techniek.
133
CT4010 Economie ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, semester 1.1 MSc-programma, semester 1.1 docenten Dr.ir. R.J. Verhaeghe Prof.dr. A.H. Kleinknecht contactpersoon voor studenten Dr.ir. R.J. Verhaeghe kamer: 5.60 tel: 85067 spreekuur/afspraak secretariaat van de sectie Transport & Planning kamer: 5.53 tel: 015-2784915
Samenvatting Inleiding macro-economie, micro-economie, bedrijfseconomie en haalbaarheidstudies. Overzicht van openbare financiën, financiering infrastructuur, innovatie-economie en milieueconomie. Inleiding regionale en vervoereconomie, economische modellen en natural resource management. Praktijktoepassingen.
Beschrijving Algemeen: inleiding tot de verschillende disciplines in de economie. Nadruk op illustratie van de concepten en toepassingen. Macro-economie: nationaal inkomen, economische kringloop, conjunctuur en groei, rol van technologie; internationale economie: productiviteit, betalingsbalans en wisselkoers; geldtheorie en banken; Nederlandse economie: overheidstekort, corporatisme en loonmatiging; rol van sunk costs in economische evaluatie Micro-economie: consumentgedrag, producentengedrag, marktwerking, kostentypen, criteria voor efficiënt (economisch) handelen, productiefunctie, toepassingen Bedrijfseconomie: productierekening van een bedrijf (balans- en resultatenrekening), kostensoorten, verlies en winst, solvabiliteit, bezettingsgraad, current ratio
Haalbaarheidsanalyse: maatschappelijke en bedrijfseconomische kosten-batenanalyse, opstellen K/B-patroon, beoordeling investeringen, toepassingen Introductie/illustratie van een aantal specifieke onderwerpen: financiering van infrastructuur, milieu-economie, innovatie-economie, transporteconomie, economische modellen, resource management
Toetsing Toetsingsvorm tentamen, schriftelijk (multiple choice)
Beoordeling Berekening tentamencijfer is eindcijfer
Materialen dictaat/studieboek verplicht: •
Twee studieboeken en een diktaat/reader; de reader geeft een overzicht van de stof en bevat aanvullingen (bv publicaties) op het materiaal in de studieboeken; het diktaat bevat voorbeeld opgaven en tentamens
Verkrijgbaar bij boekhandel en VSSD.
134
CT5560 Civiele Techniek in Ontwikkelingslanden ECTS punten: 4 rooster: BSc-programma, keuzevak, semester 1.1 en 1.2 MSc-programma, semester 1.1 en 1.2 docenten Prof.ir. R. Brouwer Ir. M.W. Ertsen begeleider Ir. M.W. Ertsen contactpersoon voor studenten Ir. M.W. Ertsen tel: 015 2787423 Dit is een mastervak, het college wordt in het Engels gegeven! Samenvatting Based on working on exercises on project decision making and planning, the specific context of working abroad in general and in developing countries in particular is illustrated, with regard to socio-cultural aspects, planning and financing of projects, roles of (consulting) engineers and contractors, local materials, techniques and knowledge and environmental issues.
Beschrijving
The course contains three types of didactic components: •
• •
(Guest) lectures on specific subjects (including project cycle, organisations and cultural differences. Guest lecturers discuss their own (working) experience abroad or actual subjects Discussions, exercises and role-plays during lecture hours Individual and group exercises during selfstudy hours
There is no written or oral exam at the end of the course. As the actual content of the different components may show slight changes over the years, the interested student is directed to Blackboard to see the actual contents of the course in the respective year.
Doelstelling After the course, students are able: •
• •
•
•
Define projects in several phases of the project cycle (feasibility, identification, design and construction, evaluation, operational management) within their respective field of specialisation Explain how other than civil engineering disciplines can contribute to project activities abroad Distinguish different working environments for civil engineers abroad (management, design and construction, research, financing etcetera) Distinguish main organisations involved in development aid at national and international level in terms of their goals, financing policies and actions Recognise local working and living environments in socio-economic and technical terms
Cursustype • • •
discussie college oefening
Toetsing Voorkennis No prerequisites Toetsingsvorm There is no written or oral exam. Grading is based on active participation in discussions and exercises. The exercises are marked; the mean mark is the final mark.
Materialen
overige materialen verplicht: •
Materials to be used, including documentation, exercises and cases are made available on Blackboard. Links to other, recommended material are given too.
135
WI3102CT Kansrekening en Statistiek ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.1 HBO-schakelprogramma, semester 1.1 docent Dr. J.A.M. van der Weide, Mekelweg 4, 06.130 tel.: 015-2787286
Samenvatting Basisbegrippen en modellen van de kansrekening, centrale limietstelling en wet van de grote aantallen, data analyse, statistische modelvorming, schattingstheorie en betrouwbaarheidsintervallen.
Beschrijving De leerstof wordt behandeld uit het lesmateriaal dat hoort bij het Instellingspakket KanStat. Dit materiaal is zo ingericht dat ieder hoofdstuk overeen komt met één lesuur. Aan de orde komen de hoofdstukken 1 tot en met 21 en hoofdstuk 23. Voor een opsomming van de onderwerpen verwijzen we naar KanStat. Van de studenten wordt verwacht dat ze zelf de oefeningen (exercises) aan het eind van de hoofdstukken maken. Het is niet voldoende om alleen de controlevragen (quick exercises) uit de tekst te bestuderen. Er zijn geen aparte oefencolleges, wel staan de antwoorden in de tekst.
Doelstelling Zie de opgaven in het lesmateriaal
Cursustype • •
college practicum
Toetsing Toegestane middelen Schrijfmateriaal en een eenvoudige, nietprogrammeerbare rekenmachine Toetsingsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen + multiple choice)
Materialen studiehandleiding: •
KanStat: Probability and Statistics for the 21st century, Part I and II
136
WI3103CT Risicoanalyse ECTS punten: 3 rooster: BSc-programma, semester 1.2 docent Dr.ir. B.C.P. Kraan contactpersoon voor studenten Dr.ir. B.C.P. Kraan kamer: ET HB 06.040 tel: 87251 spreekuur/afspraak Dr.ir. B.C.P. Kraan kamer: ET HB 06.040 tel: 87251
Samenvatting •
• •
optimaliseringsproblemen: algemeen optimaliseringsprobleem, identificatie van typen problemen, complexiteit en randvoorwaarden, lineaire en kwadratische problemen, niet-lineaire optimalisering met nevenvoorwaarden; inleiding besliskunde: modelvorming, nutsen verliesfunctie, beslissingscriteria; inleiding risicoanalyse: betrouwbaarheid en beschikbaarheid, levensduurverdelingen, foutenbomen, betrouwbaarheid van systemen met afhankelijke componenten
Cursustype • •
college practicum
Toetsing Toegestane middelen een eenvoudige zakrekenmachine (niet programmeerbaar, zonder statistische functies), 1 A4-tje met eigen aantekeningen (beide kanten beschreven) Toetsingsvorm • •
Schriftelijk tentamen Verslag van practicum Lineaire Programmering
Beoordeling
Berekening Eindcijfer is tentamencijfer en een goedkeuring voor het practicum.
Materialen dictaat/studieboek verplicht: • dictaat wi3103CT Verkrijgbaar bij Repro, Mekelweg
137