Schadebepaling Een voorlopige inventarisatie 121005 Hieronder een aantal items die van belang zijn voor de bepaling van de geleden schade in het zeilschooldossier. 1. Inkomstenderving / stagnatie winst 2. Omzetstagnatie 3. Stagnatie groei bedrijfswaarde; verlies van goodwill 4. Stagnatie innovatieve ontwikkeling 5. Stagnatie door beperkte bedrijfsvoering 6. Waardedaling accommodatie, boten en inventaris door gebrekkig onderhoud (zie ook 15) 7. Schade door negatieve publiciteit 8. Schade door slechte aanblik 9. Schade door WSNP 10. Schade door gedwongen bedrijfsbeëindiging Sail Curaçao 11. Smartengeld persoonlijk leed 12. Ontstaan pensioengat 13. Onbetaalde uren Henk van Gent 14. Onbetaalde uren Mr M.J. van Dam 15. Schade door de onmogelijkheid om alles te onderhouden en geld daarvoor te reserveren 16. Schade doordat de gemeentelijke toezegging (splitsing terrein) in ’87 niet / niet op tijd afgehandeld bleek te zijn in ’92 en dus niet is nagekomen. Daardoor moest de halve zeilschool in 1997 verplaatst worden op pontons. Hierdoor ontstond directe en indirecte schade. 17. Imagoschade t.g.v. a. negatieve publiciteit Brute inval b. negatieve publiciteit rond handhaving c. negatieve publiciteit rond pontonkwestie d. negatieve publiciteit rond troep e. negatieve publiciteit door persberichten van de (deel)gemeente met de strekking dat het Zeilcentrum niet kon voortbestaan. 18. Schade door besluit wethouder Kombrink ’98 ten gunste van projectontwikkelaar Adboma en ten nadele van het Zeilcentrum. 19. Schade door het volgen besluit wethouder Kombrink ’98 door de deelgemeente 20. Schade door pariastatus (vanaf ’98) 21. Schade door stoppen Sportpas 22. Schade door stoppen Jeugdvakantiepaspoort 23. Schade door keuze van wethouder N. Janssens op 220202 om een 1-2tje met de deelgemeente aan te gaan, in plaats van een regeling te treffen over pontons en ‘de rest’ van het dossier. 24. Schade doordat de deelgemeente vanaf ’98 het Zeilcentrum tegenwerkt, zonder de belangen van het Zeilcentrum zelfs maar te wegen. 25. Directe schade door Brute Inval 111203 26. Indirecte schade door Brute Inval 111203 27. In het water vallen van een groot opgezette promotie campagne in het voorjaar van 2004 door dreiging met dwangsommen en het voornemen daartoe als genomen besluit in de publiciteit te brengen. 28. Schadelijke gevolgen door het opstellen van een ‘historisch overzicht’ (oktober 2003) dat 1
geen recht doet aan de feiten. 29. Schade door dwangsommen in combinatie met weigeren vergunning te verlengen door Deelgemeente 30. Schade door weigering Gemeente om de Brute Inval schade te vergoeden. 31. Toekomstschade/planschade indien een strandbadpaviljoen met zeilschool wordt gerealiseerd 32. Schade door het niet nakomen van de toezegging om Horeca voor het Zeilcentrum te regelen Een aantal posten worden hieronder nader uitgewerkt. De andere posten behoeven nog nadere uitwerking. Van sommige schadenummers is het mogelijk de schadelijke gevolgen eenvoudig te berekenen. De Brute Inval is daar een voorbeeld van. Ook bepaalde kosten (Mr M.J. van Dam, uren Henk van Gent) zijn goed te bepalen. Moeilijker te bepalen zijn andere schadeposten zoals: - imagoschade - directe derving inkomsten - indirecte derving inkomsten - genoegdoening als compensatie voor bijna 20 jaar tegenwerking in het zeilschooldossier - stagnatie van: - omzetgroei - winstgroei - bedrijfswaarde/goodwill - toekomst vooruitzicht - ontwikkeling - het elimineren van de imagoschade en het opvijzelen van het imago tot een niveau dat bereikt zou zijn als de opgaande lijn ’87- ’92 niet bruut onderbroken was. Concrete handvaten In 1985 was de omzet van zeilschool Rotterdam nog geen €30.000,-. Van 1986 tot 1992 steeg de omzet van Zeilcentrum Henk van Gent tot €200.000,Als je dit doorberekent en je vermenigvuldigt de omzet iedere 6 jaar met 6,5 krijg je het volgende: Jaaromzet ’86- ’92 30x 6,5= € 200.000,’92- ’98 200x 6,5= € 1.300.000,’98- ’04 1.300x 6,5= € 8.450.000,’04- ’06 8.450x 6,5:3= €18.308.000.Een omzet van 18 miljoen euro voor een zeilschool? Lijkt mij ook erg hoog, maar wat is dan wél reëel? De lijn van de omzet stijging van ’86- ’92 is namelijk een feit. Zelfs indien de groei zou zijn getemperd, is duidelijk dat sprake is van een grote schade. K+V Als het haalbaarheidsonderzoek van K+V (’98) als uitgangspunt genomen wordt, is de volgende (geflatteerde) berekening te maken. Geflatteerd omdat juist tussen 1992 en 1997 het Zeilcentrum al erg te lijden heeft gehad. Bij K+V stijgt de omzet in 5 jaar per jaar met factor 2.3 (=2.75 in 6 jaar). Met deze factor zou de omzet zich als volgt gestegen zijn: a. ’92 € 200.000,-
2
b. ’92- ’98 c. ’98- ’04 d. ’04- ’06
€ 550.000,€ 1.512.000,€ 2.898.000,-
Op basis hiervan lijkt in ieder geval een omzet tussen 1- 3 miljoen een redelijk uitgangspunt voor de bepaling van de totale schade. Op basis van deze feiten kan het verlies aan bedrijfswaarde inclusief goodwill (en imagoschade) alsmede het verlies aan groei daarvan worden bepaald. Winststijging Om de stagnatie van de winst in beeld te brengen, zou een afgeleide van de mogelijke omzet gemaakt moeten worden, welke vergeleken moet worden met de situatie zoals die t.g.v. de handelswijze van de Gemeente is geweest. Derving van inkomen Op basis van een schatting van de omzet, indien de handelswijze van de Gemeente juist zou zijn geweest, is ook een schatting van de derving van inkomen te maken. Uren Mr M.J. van Dam Mr M.J. van Dam is sinds 1997 actief bij het zeilschooldossier betrokken. Zonder de bemoeienis van een raadsman van zijn kaliber, zou het Zeilcentrum al lang geleden de strijd verloren hebben. Juist ook omdat een openbaar, laagdrempelig Zeilcentrum door toedoen van de heer van Dam is behouden, is het billijk om de gemaakte uren alsnog aan de heer van Dam te vergoeden. Deze betreffen immers directe door mij geleden vermogensschade ten gevolge van de handelswijze van de Gemeente. Uren Henk van Gent Hieronder een overzicht van de tijd die ik aan het zeilschooldossier heb moeten besteden: ’90- ‘94 gemiddeld 5 uur per week= 1000 uur ’94- ’96 gemiddeld 10 uur per week= 1000 uur ’96- ’98 gemiddeld 15 uur per week= 1500 uur ’98- ’01 gemiddeld 20 uur per week= 3000 uur ’01- ’03 gemiddeld 25 uur per week= 2500 uur 2003 gemiddeld 30 uur per week= 1500 uur 2004 gemiddeld 40 uur per week= 2000 uur e 1 kw. 2005 gemiddeld 70 uur per week= 840 uur 2e kw 2005 gemiddeld 35 uur per week= 420 uur e 3 kw 2005 gemiddeld 50 uur per week= 600 uur 4e kw 2005 (verwacht) 640 uur Totaal 15.000 uur Wat is een redelijke uurvergoeding voor Henk van Gent? Niet alleen is hij opgeleid als leraar Lichamelijke Opvoeding, maar rijk aan bestuurlijke en bestuursrechtelijke ervaring. Daarnaast bedreven in het genereren van effectieve publiciteit voor het behoud van het Zeilcentrum. Een redelijke vergoeding (vergelijk met administrateur, computer, management) ligt tussen de €75,- en €100,- per uur. Dit betekent een schade welke kan worden begroot op een bedrag tussen de €1.125.000,en €1.500.000,-
3
15000 x € 75,- per uur= 15000 x €100,- per uur=
€1.125.000,€1.500.000,-
Door het aantal jaren, het enorme aantal (vaak nachtelijke) werkuren loopt het eindbedrag op tot deze bedragen. De uren die door Mr M.J. van Dam zijn gemaakt en de door Henk van Gent bestede tijd zijn een noodzakelijk gevolg van het handelen van de Rotterdamse overheid. Komen tot een eindbedrag Op basis van het bovenstaande en andere documenten over de schadebepaling moeten we samen tot een eindbedrag voor de te vergoeden schade komen. De manier waarop de schade wordt vergoed cq wordt geëlimineerd en het creëren van een goed toekomstperspectief spelen hierin een grote rol. Nader te benoemen: - schade door stoppen Sail Curaçao - gevolgen van de WSNP ;zakelijk een ramp en persoonlijk (5 jaar postblokkade en onder curatele van een bewin dvoerder) een miserabele en deprimerende ervaring. -Smartengeld (bijna 20 jaar) persoonlijk leed: -Ontstaan pensioengat: -Onbetaalde uren Mr M.J. van Dam -Schade Brute inval; zie begroting in pleidooi Kort Geding mei 2005 -Sportpas / Jeugdvakantiepaspoort; zie ‘Evaluatie Sportpas’ Op de schade komt in mindering het d.m.v. een Kort Geding va de Gemeente ontvangen bedrag van € 30.000,-. Handreiking De schadelijke gevolgen zouden deels kunnen worden weggenomen door een opzet van financiële samenwerking in de toekomst. Mits dit op een redelijke en billijke wijze wordt ingevuld! - Het innen van een enorme schadeclaim is niet mijn streven. Mijn voorkeur is een totaaloplossing, waarbij het grootste deel van het gemeenschapsgeld dat vrijkomt voor de schadeclaim, weer aan de gemeenschap ten goede komt. - Ik zie meer in het herinvesteren van een aanzienlijk deel van dit schadebedrag in een goede, op de toekomst gerichte stadszeilschool accommodatie, die gericht is op de volgende generaties Rotterdammers. - Dat ik een redelijk inkomen en een redelijke pensioenvoorziening overhoud, lijkt me niet meer dan billijk. - Vanzelfsprekend zal een goede samenwerking met o.a. gemeentelijke diensten een belangrijke basis zijn om de stadszeilschool te kunnen exploiteren. Wat mij betreft zonder subsidie. Maar als je ziet wat er in Rotterdam allemaal gesubsidieerd wordt, en wat het
4
Zeilcentrum in vergelijking met sommige gesubsidieerde organisaties te bieden heeft (en ook daadwerkelijk biedt!), zoals in 2003 met de Sportpas, dan zou subsidie goed te verantwoorden zijn. - Dat ik mijn levenswerk de komende jaren graag op bovenstaande wijze wil afronden, spreekt voor zich. Investering nieuwbouw Wat rest is om het restant van het schadebedrag aan te wenden voor: - nieuwbouw - op de rails zetten van een nieuw, op de toekomst gericht Zeilcentrum: - marketing - imago opvijzelen - toeleveringsgaranties - ambtenarenkorting - scholen - sportpas - integratie projecten Toekomst Geef me 10 jaar om structuur op te zetten voor City Sailing Rotterdam. - Grote instroom - Goede vervolgmogelijkheden City Sailing Rotterdam - Goede doorstroommogelijkheden voor de Rotterdamse zeilverenigingen - Race & Relax - Family - Wedstrijdzeilen - Topzeilen - Zeezeilen - Instructeuropleiding - Wedstrijd trainers opleiding Zie schema’s R’MP + rest plannen v.a. 1996. En zo wint Rotterdam toch weer van Amsterdam! Amsterdam investeerde in 1975 ong. €2.000.000,- in het openbare, laagdrempelige, gemeentelijke Watersportcentrum Sloterplas. En daarna jaarlijks zo’n €250.000,Totaal bijna €10.000.000,- !!! Er staat in Amsterdam een schitterend Watersportcentrum en er maken veel mensen gebruik van. Zonder Amsterdam te kort te willen doen, kan geconstateerd worden dat het Zeilcentrum in Rotterdam (los van de accommodatie) haar tijd ver vooruit is met innovatieve, laagdrempelige concepten en samenstelling van de vloot. Als de schade vergoed is en er een nieuw City Sailing Centrum is gerealiseerd, staat Rotterdam bij een totaal besteed bedrag van €10.000.000,- op een dikke (inhoudelijke) winst ten opzichte van Amsterdam. Dat het de Gemeente Rotterdam geen €10.000.000,- kost, maar naar schatting tussen de €5.000.000,- en €7.000.000,-, levert Rotterdam ook nog een aanzienlijk financieel voordeel op!
5