Gynaecologie
Verzakking
Binnenkort gaat u naar het ziekenhuis voor de behandeling of operatie van uw verzakking. U heeft hierover mondeling informatie ontvangen van uw specialist. In deze folder kunt u dit nog eens nalezen. Informatie over uw opname in het ziekenhuis staat in het patiëntenmagazine Hofpoort Info. In de folder ‘Algehele of plaatselijke anesthesie bij een operatie’ vindt u informatie over narcose/plaatselijke verdoving en pijnbestrijding voor en na de operatie. U ontvangt een brief met uw opnamedatum, de plaats en de eventuele voorbereidingen. Wat is een verzakking? In de onderbuik bevinden zich onder andere wervelkolom de baarmoeder, de blaas en de endeldarm. baarmoeder Deze worden op hun plaats gehouden door steunweefsels, zoals banden en spieren. Deze blaas kunnen echter door verschillende oorzaken hun stevigheid verliezen, waardoor een verzakking kan ontstaan. Deze verzakking – die in medische termen een prolaps wordt genoemd – komt schaambeen meestal doordat de vrouw zwangerschappen en bevallingen doormaakt waarbij de spieren van anus endeldarm de buik en de bekkenbodem sterk uitrekken. vagina Andere oorzaken kunnen zijn: een te hoog lichaamsgewicht, moeilijke stoelgang (hard persen) of veel hoesten. Een verzakking hoeft geen klachten te geven. Niet zelden stelt de arts een verzakking pas vast bij een routine gynaecologisch onderzoek. Maar het kan zijn dat een verzakking vroeg of laat toch aanleiding geeft tot bepaalde klachten.
15108586
De verzakking van de baarmoeder De baarmoeder en de vagina ondergaan een zware druk tijdens zwangerschappen en bevallingen. De vagina wordt wat breder en de banden waaraan de baarmoeder is opgehangen worden slapper. Soms zelfs zodanig dat ze geen steun meer geven aan de baarmoeder. De verschijnselen die zich bij een verzakking voordoen zijn afhankelijk van de betrokken organen en de mate van verzakking. Meestal voelt de vrouw een drukkend gevoel in de onderbuik of tussen de benen nadat ze lang gestaan heeft. Ook komt vaak vermoeidheid voor en een zeurende pijn laag in de rug. De vrouw kan het gevoel hebben dat er ‘van onderen iets uithangt’. Problemen bij de geslachtsgemeenschap kunnen ook optreden bij een verzakking.
De verzakking van de blaas (cystocele) Deze komt nogal eens voor in combinatie met een verzakking van de baarmoeder. Als de blaas niet langer voldoende gesteund wordt door het omliggende weefsel, zal deze gaan zakken en tegen de voorwand van de schede drukken. Deze verzakking kan, doch hoeft geen klachten te geven. Hinderlijke klachten van een blaasverzakking kunnen zijn: drukgevoel op de blaas, vaak drang om te urineren, ongewild urineverlies (bij hoesten, lachten of persen) en frequente blaasontsteking. De verzakking van de endeldarm (rectocele) Deze geeft zelden aanleiding tot echt vervelende klachten. U kunt wel problemen hebben met de ontlasting. Als de endeldarm ernstig verzakt is, is een zwelling aan de uitgang van de schede te voelen. Wat is er aan de verzakking te doen? Behandeling is alleen nodig indien u last hebt van de verzakking. Er zijn verschillende mogelijkheden. Fysiotherapie Het doel van fysiotherapie is de storingen in het afsluitmechanisme van de urineblaas te verhelpen door training en versterking van de bekkenbodemspieren. • Bekkenbodemtraining • Bekkenbodemtraining met intravaginale kegeltjes • Bekkenbodemtraining d.m.v. elektrostimulatie resp. bio-feedback • Elektrostimulatie • Houdingstherapie • Gedragstherapie Bekkenbodemtraining Met name bij lichte stress-incontinentie schrijft uw arts u een bekkenbodemtraining onder leiding van een fysiotherapeut voor. Tijdens de training maakt u kennis met oefeningen waarmee u de bekkenbodemspieren bewust leert samentrekken en zo versterkt. Bekkenbodemtraining met intravaginale kegeltjes Intravaginale kegeltjes zijn conisch toelopende kegeltjes met een verschillend, oplopend gewicht. Het kegeltje wordt in de vagina gebracht en blijft daar zitten door het aanspannen van de bekkenbodemspieren. Net als bij een haltertraining gebruikt u bij een toenemende kracht van uw bekkenbodemspieren steeds zwaardere kegeltjes, totdat de bekkenbodem zo sterk is dat deze zijn natuurlijke functie weer kan uitoefenen. Bekkenbodemtraining door middel van elektrostimulatie respectievelijk Bio-feedback Bij elektrostimulatie worden de spieren van de bekkenbodem met elektrische impulsen geprikkeld, zodat deze gestimuleerd en versterkt wordt. Een Bio-feedbackapparaat geeft door middel van signalen de vorderingen weer van de training. Elektrostimulatie Dit is een passieve methode die eveneens bedoeld is voor het versterken van de bekkenbodemspieren. In de vagina wordt een soort plastic kaars ingebracht voorzien van elektroden die elektrische stroompjes afgeven. Deze stroompjes zijn afgestemd op de pathologie en de beoogde effecten. Elke sessie duurt ongeveer 15 minuten en na het bereiken van de eerste resultaten, na een beperkt aantal sessies, moet er worden gestopt met de elektrische stimulatie ten gunste van een actievere spiertraining. Een nieuwe benadering van elektrostimulatie is erop gericht de weefsels en slijmvliezen in de bekkenbodem te stimuleren door het opwekken van elektrische stroompjes.
Houdingstherapie Deze is gericht op vrouwen die last hebben van vervorming van de wervelkolom (dorsale kyfose of bolle borstkromming, of lordose of holle lendenkromming). De correctie van de houding vindt plaats onder leiding van een gespecialiseerd fysiotherapeut of een ander paramedicus. Gedragstherapie Deze therapie heeft als doel de plasgewoonten te wijzigen. De patiënte houdt in een schema haar vorderingen bij, tegelijk met de hoeveelheid vochtinname en het aantal urinelozingen in de loop van de dag. Een vaginale ring (pessarium) De ring wordt eigenlijk alleen nog maar geplaatst in afwachting van een ingreep – dus als voorlopige oplossing – of als de slechte gezondheid of de vergevorderde leeftijd van een vrouw een operatie niet mogelijk of wenselijk maakt. Een operatie Als de klachten erg hinderlijk zijn, is er aanleiding tot een operatie. Op wat voor wijze er wordt ingegrepen, hangt onder andere af van de aard en/of de ernst van de verzakking en de leeftijd van de vrouw. Als het gaat om een verzakking van de blaas en/of de endeldarm is het in de regel voldoende om de steunweefsels te herstellen en verstevigen. De verzakte organen worden langs vaginale weg op hun plaats gebracht. Deze operatie laat dus geen uitwendig zichtbare littekens achter. Indien er sprake is van een verzakking van de baarmoeder zijn er twee mogelijkheden: • Het verwijderen van de baarmoeder (langs vaginale weg) • Het inkorten van de steunbanden van de baarmoeder in combinatie met het verkorten van de baarmoederhals, die verlengd kan zijn bij een baarmoederverzakking. • Het terugbrengen van de baarmoeder op de originele positie door hechtingen te leggen tussen baarmoederhals en een stevige lichaamseigen band die tussen het staartbeen en zitbeen loopt (de zogenaamde sacrospinale fixatie). Voorbereiding op de operatie U heeft van te voren een gesprek op het preoperatief spreekuur met de anesthesist. Daar krijgt u naast algemene opname-informatie ook informatie over de narcose of andere vorm van verdoving en pijnbestrijding. U hoort ook vanaf welke tijdstip u niets meer mag eten en/ of drinken. Voordat u geopereerd wordt, zal bloedonderzoek worden verricht. Afhankelijk van uw leeftijd en algemene conditie worden tevens foto’s van hart en longen en een hartfilmpje gemaakt, dit gebeurt op de polikliniek. Medicatieoverzicht Neem altijd uw actueel medicatieoverzicht mee. Dit overzicht kunt u krijgen bij uw apotheek. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Meld dit dan vooraf aan uw specialist. Dit geldt voor alle geneesmiddelen die u gebruikt. Bepaalde medicijnen mag u voor de operatie niet meer slikken. Het gebruik van bloedverdunners zoals Sintrom (Acenocoumarol) of Marcoumar moet in overleg met de behandelend arts tijdelijk worden gestopt. Uw specialist bespreekt dit met u. Vervoer naar huis Regelt u vast iemand die u komt ophalen wanneer u naar huis mag. U mag niet zelf naar huis rijden. Op de dag van de operatie U meldt zich nuchter (niet eten en/of drinken) op de afgesproken tijd en plaats.
Na de operatie De kans op trombose (stolselvorming in het bloed) is na de operatie wat verhoogd. Om dit te voorkomen krijgt u een injectie onder de huid van het bovenbeen toegediend, tevens wordt u aangespoord zo vlot mogelijk uit bed te komen. Het infuus, ingebracht bij de narcose, wordt meestal 1 dag na de operatie verwijderd als u niet meer misselijk bent en normaal kunt drinken. Dan kunt u voorzichtig weer gaan eten. De eerste dagen na de operatie kan de buik wat opgeblazen zijn door gasvorming in de darm, dit verdwijnt meestal vanzelf. De dag na de operatie wordt uw bloed gecontroleerd en krijgt u, indien nodig, een bloedtransfusie via het aanwezige infuus. De vaginale tampon en blaaskatheter worden meestal na 24 uur verwijderd. Soms duurt het een aantal dagen voordat u in staat bent zelf te plassen en hierbij de blaas geheel te ledigen. Afhankelijk van de situatie krijgt u dan opnieuw voor een aantal dagen een katheter of u leert u zelf te katheteriseren. De eerste dagen na de operatie zijn het moeilijkst. Dit wordt veroorzaakt door de wondpijn en de narcose. Bij patiënten waarbij ook de achterwand van de schede hersteld is kunnen de hechtingen tussen de anus en de vagina soms een trekkend gevoel geven. Na een paar dagen verbetert uw toestand snel. Gewoonlijk kunt u na 2 of 3 dagen weer naar huis. U krijgt dan een recept voor zakjes vezels mee naar huis, zodat de ontlasting soepel is en u niet hoeft te persen voor de ontlasting; dit kan namelijk het operatie effect te niet doen. Ook in de toekomst is het belangrijk dat u niet gaat persen of hele zware dingen gaat tillen. Risico’s en complicaties Bij elke operatie, hoe klein ook, kunnen complicaties of bijeffecten optreden: • Bij een operatie is er altijd bloedverlies. Soms is daarom een bloedtransfusie nodig. • De algehele of plaatselijke verdoving (anesthesie) brengt risico’s met zich mee. Als u verder gezond bent, zijn deze risico’s klein. Na de operatie kunt u last hebben van duizeligheid, slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen, buik- en/of rugpijn. Deze klachten zijn vervelend maar niet ernstig. • Bij een operatie krijgt u meestal een katheter (slangetje) in de blaas die enige tijd blijft zitten. Soms ontstaat daardoor een blaasontsteking. Deze infectie is lastig en kan pijnlijk zijn, maar is goed te behandelen. Onderstaande complicaties komen zelden voor:
• Er kan een inwendige nabloeding optreden. Een bloeduitstorting kan het lichaam meestal zelf verwerken, maar het herstel duurt dan wat langer. Bij een ernstige nabloeding is soms een tweede operatie nodig. • Bij het opereren zelf kunnen complicaties optreden. De urinewegen of darmen kunnen beschadigd worden. Dit is goed te behandelen, maar het vraagt extra zorg en het herstel zal langer duren. • Bij elke operatie is er een risico op het ontstaan van een infectie of trombose (het ontstaan van stolsels in de bloedvaten). Leefregels thuis Eerste 2 weken: Gun u zelf voldoende rust. U mag: 1. de trap op voor het naar bed gaan 2. een half uur achtereen staan of lopen 3. tillen tot 2 kilo U mag niet: 1. bukken/rekken/strekken 2. boodschappen doen 3. huishoudelijk werk doen
2-4 weken: U mag: 1. licht huishoudelijk werk verrichten 2. een uur wandelen (geen hond aan de riem uitlaten) 3. tillen tot 5 kg 4-6 weken: U mag: 1. tillen tot 10 kg 2. fietsen 3. wandelen Na 6 weken: Normale activiteiten kunnen weer. U mag: 1. sporten (rustig beginnen en langzaam opbouwen) 2. alle werkzaamheden buitenshuis weer hervatten 3. gemeenschap hebben Autorijden Als zitten niet te pijnlijk is, mag u weer autorijden. Uw reactievermogen kan tijdelijk verminderd zijn. Gaat u daarom goed na of dit (weer) in orde is voordat u gaat autorijden. Overig Er kan in de eerste weken wat bloederige afscheiding zijn. Als er meer afscheiding is, kunt u twee keer per dag met de douche de buitenkant van de vagina schoonspoelen. Bij pijn kunt u zo nodig Paracetamol gebruiken tot maximaal 4x 1000 mg per dag. Direct na de operatie kunt u weer onder de douche. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding is gestopt en gebruik in deze periode geen tampons. De één herstelt sneller dan de ander. Soms is er een complicatie waardoor het langer duurt. Als u merkt dat bepaalde activiteiten nog vermoeiend zijn, kunt u beter een stapje terugdoen. Gun uw lichaam de tijd om te herstellen. De regels geven u een richtlijn. Contact opnemen Als u het vermoeden van een blaasontsteking hebt, kunt u contact opnemen met de huisarts. Als het plassen niet goed lukt, bij aanhoudende pijnklachten of als u ongerust bent, kunt u het beste met onze poli (kantooruren) of afdeling contact opnemen. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een recept mee voor de darmwerking. Het doel is dat u makkelijk naar het toilet gaat en tot minstens 3 maanden na de operatie een vlotte stoelgang heeft, zodat u niet hoeft te persen. U kunt zelf naar behoefte de dosering aanpassen. Drinkt u gemiddeld 2 liter per 24 uur. Hebt u voor de operatie bekkenfysiotherapie gehad, dan maakt u een afspraak voor 6 weken na de operatie. Controle afspraak poli U krijgt ongeveer 6 weken na de ingreep een afspraak met uw gynaecoloog. Er wordt gevraagd hoe het met u gaat, of de operatie geholpen heeft en of er problemen met het plassen en/of ontlasting zijn. Er wordt gekeken of de operatie en het herstel goed is gelukt. Vragen of problemen Heeft u na de operatie problemen of dringende vragen, dan kunt u op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur de polikliniek bellen T 0348 42 72 86. De eerste avond en nacht na thuiskomst na uw operatie belt u bij dringende problemen (hoge koorts, veel bloedverlies of niet meer kunnen uitplassen) de afdeling Gynaecologie T 0348 42 74 80. Daarna kunt u bij vragen contact opnemen met uw huisarts of tijdens avonden en weekenden met de Huisartsenpost T 0900 4701470.
Heeft u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen, stelt u deze dan aan uw gynaecoloog of belt u met de polikliniek Gynaecologie, T 0348 42 72 86. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.zuwehofpoort.nl; type bij zoeken gynaecologie Kosten In Nederland worden de meeste ziekenhuisbehandelingen rechtstreeks met de zorgverzekeraar afgehandeld. Niet alle ingrepen en behandelingen vallen onder het basispakket en daarbij heeft u een eigen risico. • Informeer altijd vooraf bij uw zorgverzekeraar of u voor een (volledige) vergoeding van uw behandeling in ons ziekenhuis in aanmerking komt. • Bent u onverzekerd dan krijgt u zelf de rekening van uw behandeling toegestuurd. • Voor de vergoeding van ziekenhuiszorg heeft u altijd een verwijzing nodig van uw huisarts of andere specialist. • Neem altijd uw legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) en uw verzekeringspas mee bij een bezoek aan het ziekenhuis. Meer informatie vindt u op www.zuwehofpoort.nl > kosten. Bronvermelding Deze brochure is afkomstig van de polikliniek Gynaecologie en samengesteld op basis van informatie van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Registratie Om te voldoen aan de eisen van de beroepsverenigingen en kwaliteitsregisters worden uw gegevens opgeslagen voor naslag en eventueel wetenschappelijk onderzoek. In het Hofpoort Ziekenhuis wordt gewerkt met een opting out-procedure. Dat wil zeggen, uw gegevens worden vertrouwelijk gebruikt, tenzij u kenbaar maakt, hieraan niet deel te willen nemen. Uw gezondheidsgegevens worden, volgens de geldende wetten en bepalingen, getoond aan en verwerkt door uw eigen arts en een wetenschappelijk comité. Uw gezondheidsgegevens worden verwerkt in het oogpunt van het register, voor additioneel wetenschappelijk onderzoek en voor de wetenschap in het algemeen, steeds rekening houdend met de medische en farmaceutische wetgevingen en wetgevingen in het algemeen. Uw persoonsgegevens worden gecodeerd met als doel uw privacy te beschermen. Uw arts zal een lijst bijhouden met de link tussen uw persoonsgegevens en de codering. Wetgevende overheden, leden van het Ethisch Comité en lokaal onderzoekspersoneel kunnen toegang hebben tot deze lijst met als doel uw gegevens te inspecteren en te bestuderen ter controle van de klinische en wetenschappelijke onderzoeksprocedures, in zoverre beschreven in de wet, en dit zonder de privacy in het gedrang te brengen. Indien de resultaten van het wetenschappelijk en klinisch onderzoek worden gepubliceerd zal ten allen tijde uw identiteit confidentieel blijven. U heeft het recht om toegang te vragen tot uw persoonlijke gegevens, via uw arts, en om verbeteringen toe te brengen aan de incorrecte gegevens. Uw recht tot toegang tot uw persoonlijke gegevens kan evenwel worden uitgesteld indien dit het gebruik van het register zou verstoren. Indien u uw toelating intrekt, kan de onderzoeker sommige van uw gezondheidsgegevens verder gebruiken indien dit is toegestaan door de wetgeving. Februari 2015
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Polanerbaan 2 3447 GN Woerden T 0348 42 79 11 I www.zuwehofpoort.nl