Discussiestuk Grondmobiliteit - 2011
Schaalvergroting onder maatschappelijk vergrootglas
Discussiestuk Discussiestuk Schaalvergroting Schaalvergrotingonder onder maatsch maatschappelij appelijkk ve verg rgrootglas rootglas © © NAJK NAJK September September 2011 2011
Tom Tom de de Jong Jong
Meer Meer info inform rmatie? atie? St Stuur uur dan dan een een mailtj mailtjee naar naar post@najk
[email protected] .nl of of bel bel 0302769869 of kijk o p www.najk .nl! 030- 2769869 of kijk o p www.najk .nl!
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijk vergrootglas
Voorwoord Voor je ligt het NAJK-discussiestuk ‘Schaalvergroting onder maatschappelijk vergrootglas’. Met dit discussiestuk wil NAJK de maatschappelijke dialoog over schaalvergroting in de agrarische sector op de agenda van haar leden zetten. Hoewel de huidige maatschappelijke discussie met name over de veehouderij gaat, wil NAJK dit discussiestuk sectorbreed behandelen. In het discussiestuk komen de verschillende invalshoeken in de maatschappelijke dialoog aan bod. Hiervoor is de nodige informatie uit rapporten en het internet gehaald. Maar ook uit de gesprekken met onderstaande personen is input voor het discussiestuk gehaald: - Jan Klink MSc, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie - Koen van Bergen, sectormanager Veehouderij bij Rabobank Nederland - Nynke Rixt Jukema, NRJ architectuur Mede dankzij de input van deze experts verwachten we een discussiestuk te hebben neergezet, waar jullie goede standpunten voor NAJK uit kunnen ventileren om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke dialoog over schaalvergroting. Tom de Jong
Tom de Jong ©NAJK 2011
06-03-05-0826Tdj
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijk vergrootglas
Aanleiding De aanleiding voor het schrijven van dit discussiestuk is de toenemende discussie in de maatschappij over schaalvergroting in de agrarische sector. Wat is de aanleiding voor deze discussie? Hoe denkt de burger over agrarisch ondernemen? Wordt bedrijfsgroei aan grenzen gelegd? Hoe meng je je in deze discussie? Doel Het doel van dit discussiestuk is om jou als NAJK-lid te informeren over dit thema. Met dit discussiestuk wil NAJK jou gedegen achtergrondinformatie aanreiken om zo ook de discussie te kunnen voeren met collega-ondernemers of maatschappelijke actoren. Functie De functie van het discussiestuk is standpunten te kunnen vormen over het thema. Door het voeren van discussies in de provincie, kan NAJK met breed gedragen standpunten naar buiten treden richting politiek, maatschappelijke organisaties (NGO’s) en burgers. Werkwijze De werkwijze van een discussiestuk is als volgt. In een bestuursvergadering worden jaarlijks 3 onderwerpen gekozen die, naast het jaarthema, als onderwerp van een discussiestuk zullen functioneren. NAJK-medewerkers schrijven een discussiestuk over het betreffende onderwerp en stellen daarbij een lijst van stellingen samen. Het NAJK-bestuur, met afgevaardigden uit alle provinciale AJK’s, besluit vervolgens welke stellingen in de provincies en afdelingen bediscussieerd gaan worden. Door middel van het discussiestuk en de stellingen kunnen NAJK-leden in de provincie hun standpunten vormen. De provinciale afgevaardigden nemen deze standpunten mee in de NAJKbestuursvergadering, waar door middel van stemming de uiteindelijke standpunten worden ingenomen. Naar aanleiding van deze standpunten wordt door NAJK een persbericht geschreven. Daarnaast kan in een NAJK-bestuursvergadering aan het dagelijks bestuur de opdracht worden gegeven om naast het persbericht nog meer actie te ondernemen, zoals het schrijven van een brief aan een minister of staatssecretaris. Op deze manier kan NAJK de belangen behartigen van haar leden en krijgt ieder lid de kans om zijn of haar stem te laten horen.
Tom de Jong ©NAJK 2011
06-03-05-0826Tdj
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijk vergrootglas
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................. 2 Inleiding .............................................................................................. - 1 Hoofdstuk 1 - Schaalvergroting in cijfers ...................................................... - 2 1.1 Megabedrijven in cijfers ...................................................................................................................... - 2 -
Hoofdstuk 2 - Ontwikkelingen .................................................................... - 4 2.1 Redenen voor schaalvergroting .......................................................................................................... - 4 2.2 Ontwikkelingen in de sectoren ........................................................................................................... - 4 2.3 Schaalvergroting in de toekomst ........................................................................................................ - 5 2.4 Ruimtelijke ontwikkelingen................................................................................................................. - 5 2.5 Maatschappelijke ontwikkelingen ...................................................................................................... - 5 -
Hoofdstuk 3 - Pijnpunten in de discussie ...................................................... - 8 3.1 Volksgezondheid .................................................................................................................................... - 8 3.2 Dierenwelzijn ......................................................................................................................................... - 9 3.3 Milieu ..................................................................................................................................................... - 10 3.4 Landschap ............................................................................................................................................. - 10 -
Hoofdstuk 4 - De sector aan zet ............................................................... - 11 4.1 Grenzen aan groei? ............................................................................................................................. - 11 4.2 Verbond van Den Bosch ...................................................................................................................... - 11 4.3 Imago ..................................................................................................................................................... - 12 -
Stellingen ........................................................................................... - 13 Geraadpleegde bronnen ......................................................................... - 14 Bijlage 1: Conclusies uit rapport Alders ...................................................... - 15 -
Tom de Jong ©NAJK 2011
06-03-05-0826Tdj
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Inleiding Groeien zit agrarische ondernemers in het bloed. De agrarische ondernemingen in Nederland worden steeds groter. Deze ontwikkeling is al tientallen jaren gaande, maar gaat wel steeds sneller. Gemiddeld stopt elk jaar 3% van de boeren. In 2010 had Nederland nog 72.000 land- en tuinbouwbedrijven. Ondanks de afname van het aantal bedrijven blijft de oppervlakte landbouwgrond nagenoeg gelijk met bijna 2 miljoen hectare. Dit betekent dat grond van stoppers wordt overgenomen door uitbreidende boeren. De meeste agrarische bedrijven zijn gezinsbedrijven. In sectoren met productiebeperking nemen collega’s de productie van de stoppende boer over. Hierbij groeit dus wel de productie per bedrijf, maar op sectoraal niveau blijft de productie gelijk. In sectoren waar de productie niet aan een quotum gebonden is zien we juist dat de productie groeit. Deze trend van schaalvergroting wordt steeds meer onder de aandacht gebracht door maatschappelijke organisaties en politieke partijen. Bij de grotere veehouderijbedrijven wordt zelfs gesproken over het industriematig houden van dieren. Mensen beginnen zich zorgen te maken over de grote stallen die het landschap in hun ogen ontsieren. Verder leeft de angst dat de manier en de schaal waarop dieren gehouden worden risico’s met zich meebrengt voor de volksgezondheid, dierenwelzijn, natuur en landschap. Steeds vaker hoor je de opmerking of de huidige manier van vee houden wel de goede route naar de toekomst is. Hanneke van Ormondt van Stichting Wakker Dier: “....Er is zeker landelijk beleid nodig om de schaalvergroting in te perken, vanwege dierenwelzijn en dierziektes. Schaalvergroting is al 40 jaar een weg de verkeerde kant op. Schaalvergroting leidt nooit tot meer duurzaamheid, alleen tot lagere prijzen”. Bron: Binnenlands Bestuur
Ook de tuinbouwsector heeft dit jaar de keerzijde van schaalvergroting ervaren. Tuinbouwbedrijven specialiseren zich steeds meer en telen op grote schaal één of enkele gewassen. Nadat in Duitsland mensen ziek werden van de darmbacterie EHEC, werd naar komkommers, sla en tomaten gewezen als besmettingsbron. De consument liet deze producten in de schappen liggen, waardoor de tuinbouwers hun product niet meer konden afzetten. Ook de intensieve veehouderij is onderwerp van gesprek. Onlangs bezochten leden van de actiegroep Ongehoord onaangekondigd varkensstallen met het doel om allerlei ‘misstanden’ aan het licht te brengen. De actie is door de meeste mensen veroordeeld, maar er is wel een toon gezet. In hoofdstuk 1 van dit discussiestuk wordt de schaalvergroting in de Nederlandse landbouw in beeld gebracht. Hoofdstuk 2 gaat in op ontwikkelingen in de sector, maar ook ontwikkelingen rond de sector rond schaalvergroting. In hoofdstuk 3 wordt behandeld waarom de maatschappij tegen schaalvergroting aanhikt. Hoofdstuk 4 gaat in op de vraag wat de agrarische sector kan doen om een antwoord te geven op de maatschappelijke discussie.
Tom de Jong ©NAJK 2011
-1-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Hoofdstuk 1 - Schaalvergroting in cijfers Door de maatschappelijke discussie over schaalvergroting ontstaat het beeld dat er in Nederland over enkele jaren nog maar een klein aantal agrarische ondernemingen zullen zijn met een grote productie. Hoe snel gaat de schaalvergroting in Nederland? Wat is een megabedrijf en hoeveel zijn er? 1.1 Megabedrijven in cijfers In de discussie over schaalvergroting wordt gesproken over megabedrijven (meerdere locaties en/of meerdere diersoorten) of megastallen (grootte aantallen dieren op één locatie). Voor megabedrijven wordt een ondergrens gehanteerd van 500 NGE1. Bij megastallen ligt deze ondergrens op 300 NGE. Voor de beeldvorming zijn deze grenzen in onderstaande tabel 1 vertaald in een indicatieve bedrijfsomvang per sector. Tabel 1: Indicatieve omvang megastal per sector Diersoort
300 NGE
Akkerbouw (ha) Melkkoeien
500 NGE 340
250
425
Vleeskalveren
2.500
4.200
Fokvarkens
1.200
2.000
Vleesvarkens
7.500
12.000
Vleeskuikens
220.000
367.000
Leghennen
120.000
200.000
De bedrijfsomvang wordt uitgedrukt in Nederlandse grootte-eenheid (NGE). Deze economische omvang is gebaseerd op het verschil tussen opbrengsten en bijbehorende specifieke kosten.
Bron: Wageningen UR
Bovenstaande aantallen dieren per NGE-norm zijn geen statisch gegeven. In de loop van de jaren veranderen de NGE-normen. Van de glastuinbouw zijn helaas geen recente normen bekend. Indicatief is te noemen dat twaalf procent van het aantal (glas-)tuinbedrijven het stempel megabedrijf draagt. Zij nemen 44% van de productiecapaciteit binnen de (glas-)tuinbouw op zich.
1
De term NGE is inmiddels vervangen door de internationale norm voor bedrijfsomvang Standard Output (SO)
Tom de Jong ©NAJK 2011
-2-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
In dit hoofdstuk gaan we verder met de term megastal omdat de maatschappelijke discussie zich hier op richt. Daarbij is het interessant om te weten hoeveel megastallen er zijn in Nederland. In tabel 2 staat het aantal megastallen (> 300 NGE) weergegeven voor verschillende sectoren in de jaren 2005 en 2009. Tabel 2: Aantal megastallen per diersoort Diersoort
2005
2009
107
172
4
3
Fokvarkens
61
95
Vleesvarkens
12
19
184
289
Melkkoeien Vleeskalveren
Totaal Bron: Alterra
In het jaar 2009 waren er 289 stallen in Nederland met meer dan 300 NGE. In vergelijking met 2005 is dit een stijging van bijna 60%. Er is een sterke stijging van het aantal megastallen met koeien. Maar ook in de intensieve veehouderij is een stijging merkbaar. Uit het voorgaande blijkt dat schaalvergroting in de veehouderij in de afgelopen jaren is doorgegaan bij melkvee en fokvarkens.
Tom de Jong ©NAJK 2011
-3-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Hoofdstuk 2 - Ontwikkelingen 2.1 Redenen voor schaalvergroting Schaalvergroting zit de meeste ondernemers in de genen. Ondernemers willen de ruimte krijgen om hun bedrijf te ontwikkelen. Agrarische ondernemers hebben verschillende redenen om hun bedrijf te vergroten. Door aanscherping van wet- en regelgeving, moeten investeringen worden gedaan om de omgeving te ontzien (fijn stof, ammoniak, uitspoeling meststoffen). De kosten hiervan zijn vaak niet door te berekenen. Door de schaal van de productie te vergroten, kunnen de kosten van de investeringen worden opgevangen zonder dat de kostprijs van de productie stijgt. Vernieuwing, innovatie en automatisering zijn ook drijvende krachten achter schaalvergroting. Vaak kan hiermee de arbeidsproductiviteit mee worden verhoogd, wat mogelijkheden biedt voor vergroting van de productie. Steeds meer sectoren produceren voor de vrije markt. Dit betekent een grotere fluctuatie in productprijzen. Om het inkomen op peil te houden, moet je tegen een scherpere kostprijs boeren, die vaak valt te bereiken met schaalvergroting. Voldoende bedrijfsgrootte is ook van strategisch belang om de continuïteit van het bedrijf veilig te stellen en zo een goede basis te creëren voor een gezonde bedrijfsovername door de volgende generatie. Tijdsbesteding buiten het bedrijf wordt ook steeds belangrijker voor agrarische ondernemers. Door het bedrijf te vergroten, wordt het mogelijk om iemand in te huren of het bedrijf zelfs met meerdere personen rond te zetten. 2.2 Ontwikkelingen in de sectoren Met het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) zullen er verschuivingen gaan plaatsvinden tussen sectoren. Binnen de EU wordt gesproken over een flat-rate, waarbij het Nederlandse EU-geld over alle hectares wordt uitgesmeerd. Voor graan- en zetmeeltelers, maar ook melkveehouders, zal dit grote gevolgen hebben, omdat ze dan veel minder bedrijfstoeslag krijgen dan nu. De betreffende akkerbouwers zullen hier op moeten inspelen. Voor sommigen zal de toekomst in kennisintensieve gewassen zitten. Ook kan door de hoge olieprijs de vraag naar granen en oliezaden voor non-food toepassingen toenemen. Zoals het nu lijkt wordt in 2015 de melkquotering afgeschaft. Melkveehouders hoeven dan geen duur melkquotum meer te kopen om uit te breiden. Er wordt gesproken over schaalsprongen op sommige bedrijven van 200 tot 300%. Volgens de Rabobank is schaalvergroting noodzakelijk voor de melkveehouderij om de vaste kosten te verlagen. De Rabobank verwacht dat de Nederlandse melkplas tot het jaar 2020 met 20% groeit. Voorwaarde hierbij is dat er voldoende rendement op de bedrijven is en dat de duurzaamheidsparagraaf goed is ingevuld. Het areaal (glas-)tuinbouw zal naar verwachting de komende 10 jaar slechts licht groeien. De sterke concurrentie met het buitenland, de hoge energie- & arbeidskosten en de sterke marktmacht van retail zijn hier debet aan. De ondernemers zullen zich daarom waarschijnlijk meer richten op intensivering van het areaal, met de nadruk op het kwalitatief betere marktsegment. Ruimtelijk gezien zullen steeds meer (glas-)tuinbouwbedrijven worden geclusterd tot zogenaamde greenports.
Tom de Jong ©NAJK 2011
-4-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Varkenshouderij Koen van Bergen, sectormanager Veehouderij bij Rabobank Nederland, verwacht de komende jaren dat de totale varkensstapel in Nederland stabiel kan blijven op 12,4 miljoen dieren. Deze dieren zullen worden gehouden op steeds minder bedrijven. Verwachting is dat de specialisatiegraad, als gevolg van wetgeving en verdere professionalisering van de varkenshouderij, zal toenemen. Dit speelt met name in de vleesvarkenshouderij waar nu nog sprake is van grote versnippering. In 2008 werd een kwart van de vleesvarkens gehuisvest op een bedrijf met minder dan 1000 vleesvarkens. Verwachting is dat dit zal afnemen naar 10% in 2015. “Ook zullen melkveebedrijven, met een kleinere vleesvarkenstak, zich verder specialiseren in de melkveehouderij” aldus Van Bergen. Toch betekent dit alles volgens de Rabobank niet dat de blijvende vleesvarkensbedrijven gemiddeld enorm zullen groeien. De mogelijkheden tot schaalvergroting en het behoud van de varkensstapel in zijn huidige omvang zijn ook afhankelijk van het draagvlak in de maatschappij (licence to produce), de oplossing van het mineralenvraagstuk en ruimte voor landschappelijke inpassing. Voor de intensive veehouderij lijkt het daarom belangrijk om de komende jaren te blijven werken aan een positief imago. 2.3 Schaalvergroting in de toekomst Gaat de schaalvergroting in de toekomstig op dezelfde manier door? Zal over 10 jaar het aantal bedrijven in hetzelfde rappe tempo blijven dalen, waarbij de blijvers doorgroeien? Koen van Bergen voorziet dat deze ontwikkeling op een bepaald moment afvlakt. Er zal ergens een optimale omvang zijn. Uit berekeningen van het LEI blijkt dat een nog groter bedrijf niet perse kostendekkend hoeft te zijn. Verder is op een bepaald moment het aantal bedrijven zo gekrompen dat de overgebleven bedrijven of locaties in stand blijven. Wel kunnen deze bedrijven door anderen worden overgenomen. Bedrijfsovername zal in de toekomst een belangrijk aandachtspunt moeten blijven om ervoor te zorgen dat er voldoende ondernemers zijn voor het leiden van de agrarische bedrijven. 2.4 Ruimtelijke ontwikkelingen Relatief veel bedrijven liggen in of bij de EHS, een Nationaal Landschap of Natura 2000-gebied. Dit kan voor deze bedrijven een remmende werking hebben op de bedrijfsontwikkeling. Daarmee speelt het ruimtelijke ordeningsbeleid een duidelijke rol in schaalvergroting. Enkele jaren geleden is het RO-beleid gedecentraliseerd naar provincies en gemeentes. In veel provincies worden steeds vaker vraagtekens gezet bij de gewenste ontwikkelingen in de agrarische sector. Het ruimtelijke beleid is ook niet altijd consistent. Koen van Bergen geeft als voorbeeld dat in het kader van de reconstructiewet afspraken zijn gemaakt over landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). In deze LOG’s zou de landbouw de ruimte krijgen voor nieuwvestiging van verplaatsers uit de extensiveringsgebieden. De extensiveringsgebieden worden hiermee ontlast. In de huidige maatschappelijke discussie ontkomen helaas ook de LOG’s niet aan beperkingen. De verwervingsgebieden groeien, extensiveringsgebieden staan op hold en de LOG’s staan op slot. 2.5 Maatschappelijke ontwikkelingen Op verzoek van de Tweede Kamer heeft staatssecretaris Henk Bleker van EL&I in april 2011 een maatschappelijke dialoog over de schaalgrootte en toekomst van de veehouderij in Nederland opgestart. Geen enkele ontwikkeling is volgens Bleker vanzelfsprekend. “Er zitten goede kanten aan schaalvergroting, maar er komt een moment dat je je afvraagt of de samenleving het goed vindt dat die ontwikkeling steeds maar doorgaat”, aldus de staatssecretaris van EL&I. Tom de Jong ©NAJK 2011
-5-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
De maatschappelijke dialoog megastallen werd geleid door oud-politicus Hans Alders en bestond uit de volgende onderdelen: • Een inventarisatie naar de opvattingen van Nederlanders over megastallen. • Een discussie op internet. • Zes burgerpanels. • Een stakeholdersbijeenkomst met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, wetenschappers, provincies en gemeenten. • Gesprekken en overige contacten met vertegenwoordigers van verschillende organisaties in de sfeer van bedrijfsleven, dieren- en burgeractiegroepen en overheden op verschillende niveaus. Rapport ‘Opvattingen over megastallen’ Uit de inventarisatie van de opvattingen van de Nederlandse bevolking over megastallen komt onder andere naar voren dat de agrarische sector niet alleen negatieve gevoelens oproept. De zichtbaarheid van dieren in het landschap en de indruk dat er hard gewerkt wordt in de sector wordt gewaardeerd door de maatschappij. Negatieve associaties zijn vaak terug te voeren op het industriële karakter dat de sector in de ogen van veel burgers heeft. Dierenwelzijn, mogelijke risico’s voor de volksgezondheid, overlast en milieueisen zijn de voornaamste argumenten tegen schaalvergroting. Veehouders bijten terug in het rapport: “Geef ons randvoorwaarden waarbinnen we moeten opereren en laat ons alstublieft onze gang gaan.” Naast alle verwijten laat de samenleving ook een blijk van waardering zien: Het voortbestaan van de veehouderijsector staat niet ter discussie: Een meerderheid vindt dat Nederland een exportland van vlees en zuivelproducten moet blijven. Het grootste gedeelte van de respondenten geeft een voorkeur aan een duurzame veehouderij. Denk hierbij aan een scenario waarin schaalvergroting wordt toegestaan, maar wordt gekoppeld aan strenge regels op het gebied van landschappelijke inpassing, milieu, volksgezondheid en dierenwelzijn. De internetdialoog was opgedeeld in de thema’s: ondernemen, dier, mens, milieu, landschap. Deze thema’s werden losgelaten op 4 toekomstscenario’s: De concurrerende-, ketengestuurde-, overheidsgestuurde- en zorgzame-veehouderij. Tijdens deze internetdialoog hebben 3800 Nederlanders een inhoudelijke bijdrage gegeven. Volgens Jan Klink, werkzaam bij het ministerie EL&I, onderdeel economie en strategie, hebben vooral mensen uit de Randstad en Brabant aan de internetdialoog meegedaan. Dit zijn ook de regio’s waar de discussie over megastallen het meest speelt. Van mega naar beter Alders heeft de verkregen informatie uit de maatschappelijke dialoog gebundeld in het rapport ‘Van mega naar beter’. Hij concludeert dat de meeste mensen vinden dat de veehouderij in het landelijk gebied hoort. Deze keuze betekent wel dat de veehouderij in harmonie met haar buren moet leven. Een andere constatering is dat het voldoen aan wet- en regelgeving nog niet betekent dat er sprake is van maatschappelijke acceptatie. De maatschappelijke eisen voor een licence to operate gaan een stuk verder. Volgens Alders is de tijd van business as usual voorbij: de veehouderij moet veranderen. De grenzen van wat burgers van de sector accepteren zijn bereikt. Alders ziet hierbij een taak weggelegd voor de overheid. Deze moet zorgen voor een ‘stip aan de horizon’ waar naartoe wordt gewerkt. Dat betekent volgens Alders ook dat minder rekening moet worden gehouden met achterblijvers die de voortgang van veranderingen ophouden.
Tom de Jong ©NAJK 2011
-6-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Op 23 september 2011 heeft Alders zijn rapport aangeboden aan Staatssecretaris Bleker. Hij heeft daarbij duidelijk gemaakt dat het een rapportage is van de maatschappelijke dialoog, geen advies. Daarmee heeft hij de bal bij Bleker gelegd. Naar verwachting komt Bleker in november met een eigen visie over de toekomst van de veehouderij in Nederland. De uitgebreide conclusies van Alders kun je lezen in bijlage 1. Voor uitgebreide informatie over de maatschappelijke dialoog kun je terecht op www.dialoogmegastallen.nl. Hier staat ook het complete rapport van Hans Alders.
Milieudefensie pruimt megastalrapport niet Nieuwe Oogst: 27 september 2011, 10.33 uur Milieudefensie is boos dat de discussie over megastallen niet meer gaat over de grootte van de stallen. Dat schrijft de organisatie in een reactie op het uitkomen van het rapport Van mega naar beter. 'De discussie op internet werd door het ministerie van EL&I gestructureerd op de thema's milieu, dieren, mensen, gezondheid en landschap. Het schaaldebat kreeg een bijrol. Ten onrechte', meent Milieudefensie. 'De vrienden van de intensieve veehouderij hebben hun knopen geteld', stelt de organisatie. 'Zij constateerden dat de weerzin van de bevolking tegen megastallen diep zit en niet overgaat.' Focus Zij hebben zich volgens Milieudefensie gerealiseerd dat er alleen ruimte voor de verdere ontwikkeling van de intensieve veehouderij behouden kan blijven, als de focus van het debat wordt verlegd. 'Daarom zijn zaken als dierenwelzijn, gezondheid en milieu als voorwaarden voor eventuele groeimogelijkheden gepresenteerd.' Het resultaat is verbluffend, stelt de verbolgen organisatie verder. 'Er klinkt sinds een paar maanden een koor van mensen met de boodschap dat schaalgrootte onvermijdelijk is en er niet toe doet.' Milieudefensie is het niet eens met het 'onvermijdelijk' dan wel 'irrelevant' verklaren van de schaalgrootte van de veehouderij. Grootte doet er volgens de organisatie wel degelijk toe.
Tom de Jong ©NAJK 2011
-7-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Hoofdstuk 3 - Pijnpunten in de discussie In de maatschappelijke discussie komen verschillende argumenten tegen schaalvergroting naar voren. Het gaat om aspecten als volkgezondheid, dierenwelzijn, milieu en effecten op het landschap. In dit hoofdstuk wordt hier dieper op ingegaan. 3.1 Volksgezondheid 3.1.1 Dierziekten Aan het eind van de vorige eeuw werd in Europa voor het eerst aandacht geschonken aan dierziekten die ook de gezondheid van mensen kunnen aantasten: de zoönosen. Bekende voorbeelden zijn BSE, Q-koorts, MKZ, vogelgriep en blauwtong. Maar ook de fijne stofproblematiek in de intensieve veehouderij, het antibioticagebruik in de veehouderij en de besmetting van mensen met de darmbacterie EHEC zijn voorbeelden van risico’s voor de volksgezondheid. Consumenten zijn de afgelopen twee decennia geconfronteerd met het feit dat zij ziek konden worden door het nuttigen van dierlijke producten van een verkeerde kwaliteit of door de nabije aanwezigheid van dieren. Hierdoor liep het imago van de veehouderijsector een enorme deuk op en stond het consumentenvertrouwen in dierlijke producten ernstig onder druk. Een mogelijk risico voor de volksgezondheid is al voldoende is om de beeldvorming te beïnvloeden. Het thema volksgezondheid speelt daarom ook een belangrijke rol in de huidige discussie over megastallen.
'Verbied geiten bij woongebieden' Nieuwe Oogst, maandag 29 augustus 2011, 15.36 uur De overheid moet zich opnieuw beraden over een verbod op het houden van schapen en geiten in de buurt van bewoonde gebieden. Dat vindt Kamerlid Marianne Thieme (PvdD). Thieme reageert op berichten dat de afgelopen jaren niet 4.000 maar zeker 40.000 mensen besmet zijn geraakt met Qkoorts. Dat zou afgeleid kunnen worden uit onderzoek van bloedmonsters door Sanquin Bloedvoorziening. Waarschuwen In schriftelijke vragen aan het kabinet dringt Thieme aan strengere maatregelen rond Q-koorts. Zo wil ze dat omwonenden van geiten- en schapenbedrijven en toeristen voortaan worden gewaarschuwd tegen het gevaar van Q-koorts. Voor de veehouders zou een ruim dekkende beroepsaansprakelijksverzekering ten aanzien van Q-koortsbesmettingen verplicht moeten worden, aldus het Kamerlid.
Na de verschillende affaires en dierziekten is het beeld bij veel consumenten ontstaan dat er in de agrarische sector iets grondig mis is. Zonder onderscheid te maken wordt dit beeld toegepast op vrijwel de gehele agrarische sector. Tal van dierenorganisaties hebben hier op ingespeeld. Organisaties als de Dierenbescherming, Wakker Dier, Varkens in Nood en Bont voor Dieren ontlenen hun bestaansrecht door expliciet te willen optreden tegen de ‘bio- of vee-industrie’. Bij veel mensen leeft de angst dat bij schaalvergroting ziekten eerder ontstaan en sneller kunnen toeslaan. Volgens het RIVM kan schaalvergroting er inderdaad toe leiden dat zoönosen meer gaan voorkomen. Deze bedreiging is te verminderen wanneer extra voorwaarden aan de schaalvergroting
Tom de Jong ©NAJK 2011
-8-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
worden gesteld. Hierbij moet men denken aan voldoende afstand tussen bedrijven, geen combinatie van varkens en kippen op één locatie en een minimaal gebruik van antibiotica. Gesloten bedrijven, die zoveel mogelijk van start tot slacht op één locatie werken, kunnen verspreiding van infectieziekten voorkomen. Ook is een goede tracering in de productieketen belangrijk. Mocht er toch wat mis zijn met een product dan kan snel worden nagegaan waar de oorzaak ligt en een mogelijk verdere verspreiding van het betreffende product worden voorkomen. Bij de EHEC-crisis van afgelopen voorjaar werd dankzij een goede tracering ook snel duidelijk dat de besmetting met de schadelijke darmbacterie niet kwam door onder meer komkommers. 3.2 Dierenwelzijn Met de oprichting van de Partij voor de Dieren is dierenwelzijn nadrukkelijk op de maatschappelijke agenda van de Nederlander gekomen. Bij dierenwelzijn wordt met name gekeken naar de intensieve veehouderij. Hieronder twee citaten: • Website van Wakker Dier: “Voor een varken maakt het niet veel uit of hij geboren wordt in een bedrijf met 500 of 5.000 varkens. Hij leeft nog steeds zes maanden lang op een minimale ruimte (0,8 – 1,0 m2) in een dichte stal. Maar als er brand of ziekte uitbreekt, zijn er wel ineens 5.000 varkens de dupe, in plaats van 'slechts' 500”. • PvdA-Kamerlid Tjeerd van Dekken over megastallen: “Mensen ergeren zich er steeds meer aan dat dieren niet meer buiten lopen, dat ze niet weten wat er precies binnen de muren van een megastal gebeurt. Ze zien vooral dat er steeds meer vlees wordt geproduceerd en via documentaires op televisie is hun duidelijk geworden dat de dieren lijden en dat pikken ze niet meer”. De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) heeft de conclusie getrokken dat het voor een varken of een kip het niet veel uitmaakt of het op een groot of een heel groot bedrijf gehouden wordt. De verzorging moet echter wel optimaal zijn. Grote bedrijven moeten transparant zijn en kunnen zich geen misstanden permitteren. Zij dienen daarbij te streven naar het hoogste ambitieniveau voor diergezondheid en dierenwelzijn: elke mogelijke verbetering moet doorgevoerd worden. Megagroot moet dus mega goed zijn. De dierenwelzijnsdiscussie heeft zich verbreedt naar de melkveehouderij. Weidegang van melkkoeien wordt belangrijk gevonden door de Nederlandse burger. In onderstaande tabel staat de weidegang in de jaren 2007 en 2010 weergegeven. Tabel 3: Weidegang melkkoeien in Nederland Jaar
Dag + nacht
Alleen overdag
Geen weidegang
2010
20
54
26
2007
23
57
20
Bron CBS
Tom de Jong ©NAJK 2011
-9-
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Uit tabel 3 is de tendens waar te nemen dat de Nederlandse melkkoe steeds vaker op stal blijft. Steeds minder melkveehouders weiden hun koeien dag en nacht of alleen overdag. Maatschappelijke organisaties verwachten ‘dat nog meer koeien de wei worden uitgejaagd’ als de melkquotering verdwijnt en een groeispurt van de melkveesector wordt verwacht. In Nieuwe Oogst verbaast Sjoerd van der Wouw van Wakker Dier zich erover dat de melkveesector zich dit laat gebeuren. “Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, denk je dan. Maar ondanks alle mooie woorden over imago en maatschappelijke acceptatie wijst alles erop dat de melkveehouderij de varkens en kippen achterna gaat”. 3.3 Milieu Alle veehouderijbedrijven moeten voldoen aan regels op het gebied van mestproductie en ammoniakuitstoot. Intensieve veehouderijbedrijven zijn daarnaast gehouden aan regels op het gebied van fijn stof en geur. De emissies worden teruggedrongen door het plaatsen van luchtwassers op de stallen in de intensieve veehouderij. Vanuit milieuoogpunt wordt vaak met argusogen naar schaalvergroting gekeken omdat de uitstoot van stoffen op die plek groter wordt. Bijkomende angst is dat dierrechten worden afgeschaft en de veestapel daardoor weer kan groeien. Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) heeft zich gebogen over de effecten van schaalvergroting op het milieu. Het MNP concludeerde dat het ontstaan van grote bedrijven in de intensieve veehouderij niet leidt tot meer aantasting van het milieu op nationale schaal. Milieunormen dwingen veehouders die aan schaalvergroting doen tot toepassing van luchtwassers, waardoor de nationale emissie zelfs licht zal dalen. Door het ontstaan van nieuwe bedrijven verdwijnen andere bedrijven in de buurt van natuurgebieden en woonkernen. In de naaste omgeving van nieuwe bedrijven nemen milieuhinder door geur en fijn stof, ammoniakdepositie op natuur en aantasting van het landschap wel toe. De voordelen zullen per saldo opwegen tegen de nadelen, mits de dierenaantallen gereguleerd blijven door beleid en oude stallen worden gesloopt 3.4 Landschap De burger wordt steeds kritischer op de bouw van stallen en bewaarloodsen die steeds langer en hoger worden. Aan architecte Nynke Rixt Jukema van NRJ-architectuur is de vraag voorgelegd hoe de agrarische sector hier op kan inspelen. Volgens Nynke Rixt is de grootte van het gebouw an sich niet het probleem, maar het feit dat het gebouw steeds meer opvalt in het landschap. Nynke Rixt: “Je ziet in Friesland dezelfde stal als in Brabant. De gebouwen zijn eentoniger geworden en roepen het beeld op van fabrieken in de ogen van de burger”. Ze adviseert daarom om meer rekening te houden met streekeigen kenmerken van gebouwen en erfbeplanting. De kracht van een boerderij is soberheid, hoe eenvoudiger hoe mooier: ‘Less is more’, aldus de van oorsprong boerendochter die is opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. Nynke Rixt vindt het jammer dat bij bouwplannen vaak een belangrijk detail wordt vergeten: ‘Bouw ik wel op de goede locatie?’ Het is de verwachting dat 1 op de 8 agrarische bedrijven blijft bestaan. Degene die wil bouwen vindt het logisch dat dit op het huidige bouwblok plaatsvindt. Maar misschien is de plek waar nu nog een collega-boer zonder opvolger zit wel een betere locatie. Je zit dan bijvoorbeeld verder van het dorp, natuurgebied of een weg. Bouwen doe je maar één keer en doe dat dan wel op de juiste plek.
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 10 -
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Hoofdstuk 4 - De sector aan zet 4.1 Grenzen aan groei? Van de Raden voor Leefomgeving en Infrastructuur komt het volgende advies aan de overheid: De invloed die het landbouwbedrijf heeft op het landschap, natuur, water, lucht of dierenwelzijn komt niet zozeer voort uit het verschil tussen gezins- of megabedrijf, maar wordt vooral bepaald door het verschil in bedrijfsvoering. De overheid moet daarom alle bedrijven ontwikkelingsruimte bieden, mits ze aan de maatschappelijke randvoorwaarden kunnen voldoen. In de visie van LTO Nederland betekent verduurzaming een bedrijfsvoering die voldoet aan de wettelijke regels en aansluit bij maatschappelijk draagvlak. Volgens LTO zijn de sector en de bedrijven te divers om grenzen te stellen aan de bedrijfsomvang. Ten aanzien van de veehouderij ziet LTO het zogenaamde ‘gezinsbedrijf plus’ als basis voor de omvang. Ook de Rabobank hanteert bij financieringsaanvragen geen norm voor maximale omvang van het bedrijf. Koen van Bergen: “Naast de bancaire toetsing, is het voor ons wel van belang hoe de ondernemer acteert in zijn omgeving. Hoe gaat hij om met maatschappelijke kwesties zoals dierenwelzijn, diergezondheid, antibioticagebruik, landschappelijke inpasbaarheid en geaccepteerd worden door de omgeving. Het totaalplaatje moet in balans zijn. We zullen niet zomaar zeggen “we financieren niet”, maar we proberen wel de ondernemer in beweging te brengen om samen te komen tot een duurzame veehouderij. Heel grote bedrijven zien wij nog niet zo snel gebeuren in Nederland. Wij geloven in een optimale omvang, waarin de ondernemer op zijn manier het meeste rendement en uit het bedrijf haalt en geaccepteerd blijft in zijn omgeving”. Ook LTO Nederland vindt dat er ruimte moet zijn voor grootschalige innovatieve bedrijfsconcepten. LTO is echter tegenstander van grootschalige bedrijven die ‘footloose’ gevestigd zijn. Dit zijn bedrijven die niet voldoen aan criteria voor een duurzame veehouderij en geen binding hebben met de fysieke en sociale omgeving. LTO vindt het niet acceptabel dat de maatschappelijke weerstand die grootschalige complexen oproepen de ontwikkelingsruimte aantast van de grotere groep ondernemers die kiest voor een duurzame groeistrategie. LTO Nederland vindt het belangrijk dat het RO-beleid bij provincies en gemeenten blijft. Ook gemeenten en provincies hebben aangegeven zelf te willen beslissen of megastallen inpasbaar zijn in hun gebied. Landelijke regels voor megastallen vinden zij onnodig en onwenselijk. 4.2 Verbond van Den Bosch In Noord-Brabant heeft de commissie Van Doorn in september een advies uitgebracht over de gewenste ontwikkeling van de gangbare veehouderij in Brabant. Conclusie was dat een duurzame vleesproductie de enige uitweg is voor de veehouderij om bestaansrecht te houden. Als sluitstuk heeft een brede groep partijen begin september jl. het ‘Verbond van Den Bosch’ ondertekend. De lat is hierbij hoog gelegd: Alle Nederlandse supermarktketens hebben in 2020 alleen nog duurzaam geproduceerd vlees in de schappen liggen. Deze intentieovereenkomst is de belangrijkste stok achter de deur om de veehouderijsector in Nederland vergaand te verduurzamen. ZLTO-voorman Hans Huijbers: “De Nederlandse veehouderij moet in 2020 een gezonde, veilige en gewaardeerde sector zijn die vlees produceert dat op alle fronten duurzamer is. Een zware kluif, maar wel een grote uitdaging”.
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 11 -
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
4.3 Imago Volgens Jan Klink van EL&I is transparantie essentieel. “De burgers weten niet meer hoe het er aan toe gaat op een boerenbedrijf en creëren daardoor een eigen beeld. Door de staldeuren open te zetten, kunnen burgers zien wat er gebeurt op een boerenbedrijf. Dit geldt niet alleen voor intensieve veehouders maar ook voor melkveehouders”. Weidegang is volgens EL&I een belangrijke aankleding van het landschap. Steeds vaker worden de melkkoeien jaarrond op stal gehouden. Koen van Bergen van de Rabobank: “Vanuit de sector kunnen we het technisch geweldig goed onderbouwen dat een koe het in de stal net zo goed kan hebben als buiten. Bij beweiding gaat het echter om de beleving van de maatschappij. De koe in de wei is niet voor iedere melkveehouder een optie. Partieel beweiden kan ook een goede bijdrage leveren aan het imago van de melkveehouderij. LTO Melkveehouderij ziet dit ook en zegt dat weidegang bovenaan hun agenda staat. ’Naar 2020 toe is weidegang het middel om maatschappelijk geaccepteerd te blijven’. Volgens LTO ligt de bal bij de zuivelindustrie om weidegang te stimuleren met een substantiële plus op de melkprijs. Ook ziet LTO mogelijkheden voor een toeslag in het nieuwe GLB. Visie NAJK Volgens NAJK moet schaalvergroting plaatsvinden op de plaatsen waar er plek voor is, denk hierbij aan dunbevolkte gebieden of bedrijventerreinen. Om als boer sterk te staan naar ons goedgebekte publiek is het belangrijk om onze bedrijven open te stellen voor burgers. Door een transparante bedrijfsvoering kunnen burgers zien wat er gebeurt op een boerenbedrijf. Vertel je liefde en passie voor het vak en houd de Nederlandse samenleving eens een spiegel voor: Wie zorgt ervoor dat de groeiende bevolking wordt voorzien in hun behoefte naar voedsel? Welke sector is nummer één op de wereld op het gebied van kennis en innovatie? En waar op de wereld wordt het meest effectief voedsel geproduceerd? Juist, dat doen wij. Ook Jan Klink van EL&I benadrukt dat het belangrijk is om als sector ook je eigen verhaal te vertellen. “Houd als sector de Nederlandse samenleving ook eens de spiegel voor wat je voor Nederland betekent. Nederland heeft elk jaar een handelsoverschot van circa 40 miljard. Hiervan draagt de agrarische handel circa 25 miljard aan bij. Dit is mede te danken aan innovatieve agro multinationals, zoals Friesland Campina, FloraHolland, Vion en Lely. Verder behoort de Nederlandse agrarische sector tot de top van de wereld op het gebied van kennis en innovatie. De gouden driehoek (onderzoek/onderwijs, overheid en bedrijfsleven) is zelfs een voorbeeld voor andere economische sectoren in Nederland.
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 12 -
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Stellingen
1. Het voorkomen van ziekten en de verspreiding ervan moet bovenaan de agenda van de agrarische ondernemer komen te staan. 2. Voedselveiligheid is gewaarborgd bij schaalvergroting. 3. Om maatschappelijk draagvlak te houden, moeten grenzen worden gesteld aan de omvang van agrarische bedrijven. 4. Weidegang moet worden gestimuleerd door: (meerdere opties mogelijk) a) De zuivelfabrieken met een goede plus op de melkprijs. b) Een weidepremie in het nieuwe GLB. c) Regelgeving door de overheid. 5. Jonge boeren en tuinders kiezen op de automatische pilot voor schaalvergroting. 6. Landschappelijke inpassing van gebouwen moet meer aandacht van de agrarische ondernemer krijgen, ongeacht het prijskaartje dat eraan hangt. 7. Vergunningverlening moet landelijk worden aangestuurd om gelijke wetgeving te krijgen. 8. Intensieve en grondgebonden bedrijven moeten bij vergunningaanvragen op dezelfde manier beoordeeld worden. 9. Maatschappelijke organisaties moeten bij vergunningaanvragen betrokken worden.
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 13 -
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Geraadpleegde bronnen Literatuur Dieter Verhue, Valerie Vieira, Bart Koenen, Rogier van Kalmthout, Opvattingen over megastallen, Amsterdam, mei 2011, Veldkamp, projectnummer: 5583 Harold van der Meulen, Kees de Bont, Herman Agricola, Peter van Horne, Robert Hoste, Anita van der Knijff, Ferry Leenstra, Ruud van der Meer, Annelise de Smet, Schaalvergroting in de land- en tuinbouw, Den Haag, februari 2011, LEI onderdeel van Wageningen UR, Rapport 2010-094 Hans Alders, Van Mega naar beter, Den Haag, september 2011, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Rabobank Nederland, Anders Melken, 82597-09-2009 Rabobank Nederland, Groeien met grenzen, 14076-10-2009 Buitenbeentjes en boegbeelden, Amersfoort, januari 2006, Raad voor het landelijk gebied, publicatie RLG 06/1 G.C. van ’t Klooster, Visienotitie Schaalontwikkeling voor verduurzaming bedrijven, 19 april 2011, LTO Nederland Tom de Jong, Discussiestuk bedrijfsontwikkeling in vogelvlucht, Utrecht, januari 2010, NAJK Machiel Kommers, Discussiestuk Volkgezondheid en dierenwelzijn, Utrecht, september 2010, NAJK Milieukundige en landschappelijke aspecten van megabedrijven in de intensieve veehouderij, Milieuen Natuurplanbureau, Bilthoven, februari 2008, MNP-publicatienummer 500139003
Websites www.nieuweoogst.nu www.AGD.nl www.dialoogmegastallen.nl www.binnenlandsbestuur.nl www.wakkerdier.nl www.rijksoverheid.nl www.rivm.nl (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu www.GGD.nl www.RDA.nl (Raad voor Dierenaangelegenheden) www.pbl.nl (Planbureau voor leefomgeving)
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 14 -
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Bijlage 1: Conclusies uit rapport Alders
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 15 -
Discussiestuk Schaalvergroting onder maatschappelijke vergrootglas
Tom de Jong ©NAJK 2011
- 16 -