Addendum voor de eindgebruiker Fiery Network Controller voor DocuColor 242/252/260, versie 2.0 voor de DocuColor 242/252 en DocuColor 260 kopieermachines Dit document bevat informatie over de Fiery Network Controller voor DocuColor 242/252/ 260-software, versie 2.0. Dit document vormt een aanvulling op de gebruikersdocumentatie en beschrijft nieuwe softwareondersteuning, functies en bijgewerkte informatie. Voordat u de Fiery Network Controller voor DocuColor 242/252/260 met de software versie 2.0 gaat gebruiken, moet u een kopie maken van dit Addendum voor de eindgebruiker en elke gebruiker een exemplaar geven. O PMERKING : De term “Fiery” verwijst in dit document naar de Fiery Network Controller voor
DocuColor 242/252/260. De term kopieermachine verwijst naar de DocuColor 242/252 en DocuColor 260.
Aanraakscherm van de kopieermachine van de Fiery
Gebruik van het aanraakscherm van de kopieermachine van de Fiery De informatie in dit gedeelte is een aanvulling op de informatie in Configuratie en instellingen. Verscheidene functies zijn beschikbaar via het aanraakscherm van de kopieermachine van de Fiery door met de volgende tabs pagina’s te openen: • Hoofd: Geeft u de mogelijkheid om afdrukverbindingen te beheren. • Informatie: Toont de op de Fiery geïnstalleerde opties en geeft u de mogelijkheid om systeempagina’s en activiteitlogs af te drukken. Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie. O PMERKING : Opties van de kopieermachine worden niet getoond.
• Scan: Geeft u de mogelijkheid om scansjablonen te bewerken. Zie “Standaard scaninstellingen” op pagina 4 voor meer informatie. • Kalibreren: Geeft u de mogelijkheid om met ColorCal te kalibreren. Zie “Kalibreren met ColorCal” op pagina 13 voor meer informatie. • Instelling: Toegang krijgen tot de Setup-opties. Zie Configuratie en instellingen en “Setup” op pagina 21 voor meer informatie. O PMERKING : Het aanraakscherm van de kopieermachine van de Fiery heeft een
verversingssnelheid van 2-3 seconden. Hoofdpagina De hoofdpagina toont de wachtrijen Even geduld, Geblokkeerd, Afgedrukt en Beveiligd afdrukken. Als u als beheerder of operator aangemeld bent, kunt u taken in de wachtrijen Even geduld, Geblokkeerd en Afgedrukt afdrukken, afdrukken en blokkeren of verwijderen. U kunt ook het aantal af te drukken exemplaren wijzigen. De wachtrijen Beveiligd afdrukken zijn toegankelijk voor elke gebruiker die uit het printerstuurprogramma een beveiligde afdruktaak verzonden heeft. U kunt de functie Afdrukken onderbreken op elke taak toepassen.
Copyright 2007 © Electronics for Imaging, Inc.
Bestelnummer: 45061754 23 februari 2007
Pagina 2
Raadpleeg “Taken met beveiligd afdrukken” op pagina 12 voor meer informatie over Beveiligd afdrukken. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie het onderbreken van het afdrukken. De procedures voor de toegang tot en het gebruik van de functies op de hoofdpagina worden hierna beschreven. HET AANRAAKSCHERM
VAN DE KOPIEERMACHINE VAN DE FIERY BEREIKEN
1 Druk op het pictogram All Services (Alle diensten) rechts boven op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen) op het aanraakscherm van de kopieermachine.
De hoofdpagina wordt weergegeven. AFDRUKWACHTRIJEN
BEHEREN
1 Klik op de hoofdpagina op een tab om de overeenkomstige pagina te openen. 2 Om taken op de pagina’s Even geduld, Geblokkeerd en Afgedrukt te beheren, drukt u op Aanmelden op het aanraakscherm van de kopieermachine en meldt u zich aan als beheerder of operator. 3 Om door een wachtrij te bladeren, drukt u op de knoppen Eerst, Vorig, Volg. en Ltst. van het aanraakscherm van de kopieermachine. 4 Om een taak te verwijderen, drukt u op Verwijderen op het aanraakscherm van de kopieermachine naast de taak. 5 Om een taak af te drukken, drukt u op Afdrukken op het aanraakscherm van de kopieermachine naast de taak.
De pagina Afdrukken wordt geopend. 6 Op de pagina Afdrukken kunt u het aantal af te drukken exemplaren wijzigen door het aantal in het veld Exemplaren te typen. 7 Selecteer Afdrukken, Afdrukken en blokkeren of Annuleren. 8 Klik op Meer info op het aanraakscherm van de kopieermachine om de informatiepagina te openen. 9 Om een taak die afgedrukt wordt te onderbreken, drukt u op Afdrukken onderbreken op het aanraakscherm van de kopieermachine. 10 Druk op Afdrukken hervatten op het aanraakscherm van de kopieermachine wanneer u klaar bent om verder te gaan met afdrukken.
Pagina 3
Scannen vanaf de kopieermachine
Overzicht De informatie in dit gedeelte is een aanvulling op het hoofdstuk Scannen in Hulpprogramma’s. Scantaken worden gestart op het aanraakpaneel van de kopieermachine en ofwel opgeslagen in een postvak op de Fiery, zodat men ze op afstand kan opvragen, ofwel vanaf de Fiery verzonden met e-mail, Internet Fax, FTP of SMB. Scantaken kunnen uit een postvak worden opgevraagd met WebTools Documenten of de Remote Scan-toepassing. De Fiery heeft verschillende scenario’s voor het beginnen van scans: • Selecteer een van de standaard instellingen van de kopieermachine op de Fiery om uw taak te scannen en naar het gastpostvak te verzenden. Deze workflow is beschikbaar voor alle gebruikers. • Selecteer een van de drie standaard instellingen voor gastgebruikers op de kopieermachine, dupliceer de scaninstelling en wijzig ze. U kunt de bestemmingen wijzigen. Deze workflow is beschikbaar voor alle gebruikers. • Meld u als gastgebruiker aan bij WebTools en maak een nieuw sjabloon met Scaninstellingen door een van de drie sjablonen voor gastgebruikers aan te passen. U kunt het nieuwe sjabloon met Scaninstellingen daarna op het aanraakscherm van de kopieermachine selecteren. • Meld u als beheerder aan bij WebTools om alle sjablonen met Scaninstellingen en postvakken aan te maken en te beheren. Wanneer u zich als beheerder aanmeldt op de kopieermachine, kunt u ook de gebruikersnaam en het postvak van een sjabloon met Scaninstellingen wijzigen. De Scaninstellingen worden ingevoerd in WebTools Scaninstellingen. Er zijn verscheidene Scaninstellingen beschikaar. Sommige zijn vergrendeld, andere kunnen bewerkt worden. Zie “Standaard scaninstellingen” op pagina 4 voor meer informatie. U kunt op de kopieermachine sjablonen met Scaninstellingen aanmaken en bewerken op basis van de standaard scansjablonen voor gastgebruikers op gelijk welk sjabloon met Scaninstellingen dat een gebruiker in WebTools Scaninstellingen heeft aangemaakt. Zie “Scaninstellingen wijzigen op de kopieermachine” op pagina 5 voor meer informatie. Postvakken voor scantaken worden door gebruikers met beheerderstoegang aangemaakt in WebTools Configure Gebruikers en groepen. Beheerders maken deel uit van de groep “admin”. Gast en Operator zijn standaard groepen op de Fiery. Een postvak wordt aangemaakt door gebruikersnamen aan een groep met postvakrechten voor de Fiery toe te voegen. De beheerder kan ook gebruikers toevoegen uit een LDAP-adresboek. Beheerders kunnen bovendien scansjablonen verwijderen en gebruikersnamen voor een sjabloon met scaninstelllingen wijzigen. Beheerders kunnen alle postvakken in WebTools Documenten raadplegen en de naar postvakken verzonden scans beheren. O PMERKING : Om u als beheerder aan te melden bij WebTools Documenten en
Scaninstellingen, moet u de gebruikersnaam “admin” typen.
Pagina 4
Standaard scaninstellingen Om een scan te beginnen op het aanraakscherm van de kopieermachine, selecteert u een sjabloon. De Fiery wordt geleverd met verscheidene standaard sjablonen met Scaninstellingen die u op het aanraakscherm van de kopieermachine kunt selecteren. Geblokkeerde standaard sjablonen die u niet kunt wijzigen zijn: • (ColorCal) • (bw) • (color) • (grayscale) Geblokkeerde gastsjablonen die u kunt bewerken zijn: • COLOR0GUEST • GRAYSCALE0GUEST • BW0GUEST U kunt een nieuw sjabloon maken dat op een van de standaard gastsjablonen gebaseerd is, door het op de kopieermachine te hernoemen en aan te passen, of door het in WebTools Scaninstellingen wijzigen. U kunt de bestemmingen wijzigen. U kunt de documentinstellingen wijzigen. O PMERKING : U kunt de instelling voor de kleurmodus niet wijzigen wanneer u een
scansjabloon aanmaakt dat op een van de standaard gastsjablonen van de Fiery gebaseerd is, of op een sjabloon dat u in WebTools Scaninstellingen hebt gemaakt. Raadpleeg de help van WebTools Scaninstellingen en “Scaninstellingen wijzigen in WebTools” op pagina 7 voor informatie over het instellen van scansjablonen. Raadpleeg de help van WebTools Configure voor informatie over het instellen van gebruikers en postvakken. Scannen met standaard scaninstellingen Wanneer u een scan begint op de kopieermachine, selecteert u een sjabloon met Scaninstellingen uit de lijst die op het aanraakscherm van de kopieermachine wordt weergegeven. EEN DOCUMENT SCANNEN VANAF DE KOPIEERMACHINE 1 Druk op het pictogram All Services (Alle diensten) rechts boven op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Druk op Network Scanning (Netwerkscannen). 3 Selecteer het sjabloon dat u wilt gebruiken.
Alle sjablonen met Scaninstellingen worden weergegeven.
Pagina 5
4 Selecteer desgewenst opties in het deelvenster Algemene instellingen en in de deelvensters Beeldkwaliteit, Opmaakaanpassing en Afdrukopmaak.
O PMERKING : U kunt de instellingen voor de kleurmodus niet wijzigen voor standaard sjablonen en voor sjablonen die van standaard sjablonen afgeleid zijn.
Wanneer u opties selecteert in de deelvensters Algemene instellingen, Beeldkwaliteit, Opmaakaanpassing en Afdrukopmaak, moet u op Opslaan klikken. Documentinstellingen die u op het aanraakscherm van de kopieermachine selecteert voor u een document scant, worden alleen opgeslagen en toegepast voor de huidige scan. Nadat de scan voltooid is, keren de instellingen terug naar de oorspronkelijke instellingen van het scansjabloon. Raadpleeg voor meer informatie over de documentinstellingen van de kopieermachine de documentatie van kopieermachine. 5 Druk op de groene knop Start aan de voorzijde van de kopieermachine. 6 Om uw scan op te vragen, gebruikt u Remote Scan of WebTools Documenten.
Het standaard postvak voor alle standaard scaninstellingen is gast. Scaninstellingen wijzigen op de kopieermachine Alle gebruikers kunnen de scaninstellingen voor gasten op de kopieermachine wijzigen. Wanneer u een scansjabloon kiest in de zone Web Applications (Webtoepassingen) van het aanraakscherm van de kopieermachine, kunt u het sjabloon hernoemen om een nieuw sjabloon te maken, waarna u in de scaninstellingen de bestemmingen kunt wijzigen. Wanneer u een standaard sjabloon als basis voor een nieuw sjabloon gebruikt, kunt u de scankleur van het oorspronkelijke sjabloon niet wijzigen. U moet dus het sjabloon dat u als basis gebruikt volgens de kleur kiezen: kleur, zwart-wit of grijswaarden. EEN SCANSJABLOON WIJZIGEN OP HET AANRAAKSCHERM
VAN DE KOPIEERMACHINE
1 Druk op het pictogram All Services (Alle diensten) rechts boven op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen). 3 Druk op het tabblad Scan (Scannen).
O PMERKING : Alleen scaninstellingen die eigendom zijn van gasten worden getoond.
“Eigendom van gasten” betekent dat de instellingen onder de gebruikersnaam “gast” aangemaakt zijn en dat de scans naar het gastpostvak verzonden worden. 4 Om u als beheerder aan te melden, klikt u op Aanmelden, selecteert u Beheerder en typt u het beheerderswachtwoord. 5 Selecteer een sjabloon met Scaninstellingen. 6 Om de ingestelde bestemming van een sjabloon te zien, drukt u op de twee pijltjes links van de naam van het scansjabloon.
De bestemmingen van het scansjabloon worden weergegeven.
Pagina 6
7 Om de documentinstellingen van het sjabloon te zien, drukt u op de pijl rechts boven van het venster.
De documentinstellingen worden weergegeven. 8 Klik op OK om terug te keren naar de pagina Scansjablonen. 9 Om een scansjabloon aan te maken, drukt u op de knop Edit (Bewerken) van het sjabloon dat u als basis wilt gebruiken. 10 Typ een nieuwe naam voor de scaninstellingen in het veld Naam.
De gebruikersnaam van alle scansjablonen die in Web Applications (Webtoepassingen) op het aanraakscherm van de kopieermachine worden getoond is gast. Gebruikers met gasttoegang kunnen deze naam niet wijzigen. Als u zich aanmeldt met beheerdersrechten, kunt u de gebruikersnaam wijzigen. Als beheerder kunt u ook de gebruikersnaam in WebTools Scaninstellingen wijzigen. O PMERKING : De naam van het nieuwe scansjabloon mag uitsluitend uit hoofdletters en cijfers bestaan. Kleine letters en bijzondere tekens zijn niet toegelaten. 11 U kunt een beschrijving typen in het veld Beschrijving. 12 Selecteer een van de volgende bestemmingen:
• Postvak: Geeft u de mogelijkheid om het scanbestand naar een postvak te verzenden dat u in WebTools Scaninstellingen geselecteerd hebt. U moet eerst het postvak instellen als een gebruiker van een groep met postvakrechten in WebTools Configure Gebruikers en groepen. De standaard postvakken zijn: admin, operator en guest. • E-mail: Geeft u de mogelijkheid om het scanbestand via e-mail te verzenden. In Instellingen bepaalt de beheerder de maximale toegelaten grootte van de bijlage. Als de grootte van de bijlage dit maximum overschrijdt, verzendt de Fiery de bijlage als een URL. Zie Configuratie en instellingen voor meer informatie. • Internet fax: Geeft u de mogelijkheid om het scanbestand via e-mail via een fax server naar een analoge faxmachine te verzenden. De scan wordt omgezet in het Internet Fax-formaat. Wanneer u een scan naar Internet Fax verzendt, typt u het adres in e-mailformaat. • FTP: Geeft u de mogelijkheid om het scanbestand naar een FTP-site te verzenden. Als de beheerder van de Fiery in Instellingen een Proxy-server ingeschakeld heeft, moet u de beheerder om het proxy-adres vragen. Het is mogelijk dat u een gebruikersnaam en een wachtwoord moet invoeren. Als het veld gebruikersnaam leeg is, kunt u anoniem aanmelden en moet u geen wachtwoord typen. • SMB: Geeft u de mogelijkheid om het scanbestand met SMB naar gelijk welke netwerkmap of computer op het netwerk te verzenden. Om met SMB een bestand te verzenden, moet u het domein, de computernaam (servernaam) en de gedeelde map voor de ontvangende computer kennen. U moet een gebruikersnaam en een wachtwoord invoeren. Als een
Pagina 7
wachtwoord vereist is maar niet wordt ingevoerd, krijgt u geen foutmelding maar wordt het scanbestand niet naar de bestemming verzonden. Het is mogelijk dat geen wachtwoord vereist was. Controleer bij uw netwerkbeheerder de aanmeldvereisten voor eventuele SMBverbindingen op uw netwerk. 13 Druk op Wijzigingen opslaan.
Het nieuwe scansjabloon dat u hebt gemaakt, verschijnt in de lijst van sjablonen. 14 Druk op het pictogram All Services (Alle diensten) rechts boven op het aanraakscherm van de kopieermachine.
Nadat u het nieuwe sjabloon op het aanraakscherm van de kopieermachine hebt gemaakt, kunt u documentinstellingen opgeven op het aanraakscherm van de kopieermachine en de scan beginnen. Scaninstellingen wijzigen in WebTools Wanneer u zich bij Scaninstellingen aanmeldt, kunt u alle scansjablonen bekijken die aan uw gebruikersnaam gekoppeld zijn. U moet postvakrechten hebben voor de Fiery en kunt alleen de scansjablonen wijzigen waarvoor u toegang hebt. De beheerder heeft volledig toegang tot alle scansjablonen. Bovendien kan de beheerder in Scaninstellingen nieuwe scansjablonen aanmaken en scansjablonen importeren en exporteren. De onderstaande procedure geldt voor alle gebruikers. SCANINSTELLINGEN
WIJZIGEN IN
WEBTOOLS
1 Start uw Internet-browser. 2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery. 3 Klik op de tab Scaninstellingen. 4 Meld u aan bij Scaninstellingen.
Om als gast aan te melden, hoeft u geen wachtwoord in te voeren. Om u als beheerder aan te melden, typt u “admin” in het veld Gebruikersnaam en typt u indien nodig het beheerderswachtwoord. 5 Selecteer het scansjabloon dat u wilt bewerken en klik op Bewerken. 6 Geef de volgende algemene instellingen voor uw scansjabloon op:
• Naam: Geef de naam die zal worden weergeven op het aanraakscherm van de kopieermachine en in de lijst Scaninstellingen. • Beschrijving: Typ een beschrijving van uw scansjabloon, zodat gebruikers het scansjabloon kunnen herkennen op het beginscherm voor het scannen van de print engine.
Pagina 8
• Gebruikersnaam: Geef de naam van de eigenaar van het scansjabloon op. Wanneer u zich aanmeldt op Scaninstellingen, worden alleen de scansjablonen weergegeven die overeenkomen met uw gebruikersnaam en uw aanmeldnaam. Deze optie kan alleen door een beheerder bewerkt worden. De beheerder kan gelijk welke gebruiker van de Fiery specificeren die postvakrechten heeft (met inbegrip van lokale gebruikers van de Fiery, LDAP-gebruikers en leden van LDAP-groepen die postvakrechten hebben). 7 Geef de opties voor scanbestemmingen voor uw scansjabloon op. 8 Geef de opties voor documentinstellingen voor uw scansjabloon op. 9 Geef de opties voor scanverbetering voor uw scansjabloon op. 10 Klik op Opslaan om uw scansjabloon op te slaan.
U moet minstens een scanbestemming opgeven om het scansjabloon te kunnen opslaan. 11 Klik op Annuleren om uw wijzigingen ongedaan te maken en terug te keren naar het hoofdvenster Scaninstellingen. 12 Klik op Terugzetten om wijzigingen die u aan het scansjabloon hebt aangebracht ongedaan te maken.
Scaninstellingen aanmaken in WebTools Met Scaninstellingen kunnen gebruikers met beheerderstoegang nieuwe scansjablonen in Scaninstellingen aanmaken en bestaande scansjablonen bewerken. Beheerders kunnen bovendien scansjablonen verwijderen en gebruikersnamen voor een sjabloon met scaninstelllingen wijzigen. EEN NIEUW SCANSJABLOON AANMAKEN IN WEBTOOLS 1 Start uw Internet-browser. 2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery. 3 Klik op de tab Scaninstellingen. 4 Meld u aan bij Scaninstellingen.
Om u als beheerder aan te melden, typt u “admin” in het veld Gebruikersnaam en typt u indien nodig het beheerderswachtwoord. 5 Klik op het pictogram New (Nieuw). 6 Geef de instellingen voor uw scansjabloon op. 7 Klik op Opslaan om uw scaninstellingen op te slaan.
Pagina 9
Scans opvragen U kunt met WebTools Documenten of Remote Scan scans uit een postvak opvragen. Raadpleeg de online Help van de respectieve hulpprogramma’s voor informatie over WebTools Documenten en Remote Scan.
Impose installeren en inschakelen
Impose is een hulpprogramma (als optie verkrijgbaar) dat u opent vanuit Command WorkStation, Windows Edition. Met Impose kunt u: • Inslagfuncties toepassen op taken voor aangepast afdrukken, binden en bijsnijden • Inslagfuncties toepassen op taken met variabele gegevens • De ingeslagen taken opslaan als PDF-bestanden In de volgende secties wordt beschreven hoe u Impose moet installeren en inschakelen. Impose installeren De Impose-software wordt automatisch geïnstalleerd als u Command WorkStation, Windows Edition installeert vanaf de dvd User Software (Utilities). Het installatieprogramma voor alle hulpprogramma’s van de Fiery bevindt zich op de dvd User Software (Utilities). U kunt het installatieprogramma ook via het netwerk openen. Tijdens het installatieproces kiest u welke hulpprogramma’s u wilt installeren. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het installeren van software voor de Fiery van de dvd User Software (Utilities) of via het netwerk. Probeer Impose niet handmatig te installeren vanaf de dvd User Software (Utilities) (door setup.exe te starten vanuit de map Impose). Impose wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u Command WorkStation installeert. Als u Impose afzonderlijk installeert van Command WorkStation, kan dit onvoorspelbare resultaten opleveren. Om Impose op een client-werkstation te activeren, moet u: • De PDF-ondersteuningstoepassingen voor Impose installeren. De PDF-ondersteuningstoepassingen voor Impose omvatten Adobe Acrobat versie 8.0 en Enfocus PitStop Professional versie 7.0.3. O PMERKING : De cd PDF Support Applications wordt in het mediapakket voor Impose
geleverd. • Installeer de softwarebeveiligingssleutel (dongle) voor Impose op de juiste poort van het clientwerkstation.
Pagina 10
Als op het werkstation een dongle geïnstalleerd is, is Impose al ingeschakeld en gebruiksklaar. Raadpleeg de documentatie in het Impose-pakket als de dongle niet is geïnstalleerd. U kunt Impose zonder dongle in de demonstratiemodus gebruiken. In demonstratiemodus kunt u documenten inslaan en opslaan, maar krijgt alle afgedrukte uitvoer een watermerk met “Demo”. O PMERKING : De beveiligingssleutel (dongle) kan van het type parallelle poort of USB zijn.
Raadpleeg de documentatie in het Impose-pakket voor meer informatie. De PDF-ondersteuningstoepassingen installeren Als u Impose wilt gebruiken, moet u de PDF-ondersteuningstoepassingen (Adobe Acrobat en de Enfocus PitStop Professional-invoegtoepassing voor Adobe voor gebruik met Impose) installeren vanaf de cd met PDF-ondersteuningstoepassingen die bij uw Impose-pakket wordt geleverd. Impose wordt geïnstalleerd wanneer u Command WorkStation installeert. U bereikt het via Command WorkStation. O PMERKING : Als Acrobat na Command WorkStation wordt geïnstalleerd, kan het zijn dat u
Command WorkStation opnieuw moet starten om Impose te kunnen gebruiken. Volg de instructies bij uw Impose-pakket om de PDF-ondersteuningstoepassingen te installeren. Installeer de versie van Acrobat die bij uw Impose-pakket wordt geleverd en verwijder eventuele andere versies van Acrobat die op uw computer geïnstalleerd zijn. PDF-ONDERSTEUNINGSTOEPASSINGEN
INSTALLEREN
1 Verwijder alle versies van Acrobat die momenteel geïnstalleerd zijn op de computer.
• Sluit alle geopende toepassingen. • Volg de instructies in Windows voor het verwijderen van programma’s. Zorg ervoor dat u niet alleen de hoofdmap van de toepassing, maar ook de bijbehorende Acrobat-map, standaard C:\Program Files\Common Files\Adobe, verwijdert. (De precieze letter van het station kan verschillen volgens de computer.) 2 Start de computer opnieuw nadat u vroegere versies van Acrobat hebt verwijderd. 3 Sluit alle softwaretoepassingen die momenteel op de computer draaien. 4 Plaats de cd PDF Support Applications in het cd-rom of dvd-station. 5 Als het installatieprogramma niet automatisch wordt gestart, bladert u naar de locatie van het cd-rom- of dvd-station en dubbelklikt u op het pictogram PDF_Applications. 6 Wanneer het bericht wordt weergegeven dat u eraan herinnert alle toepassingen te sluiten, klikt u op Ja. 7 Controleer op het volgende installatiescherm of “Adobe Acrobat” en “PitStop” beide zijn geselecteerd en klik daarna op Volgende.
Het installatieprogramma begint met het kopiëren van softwarebestanden naar de computer en geeft voortgangsbalken weer. Wacht tot het kopiëren is voltooid.
Pagina 11
8 Wanneer het bericht wordt weergegeven met de melding dat de installatie met succes is voltooid, klikt u op Voltooien.
Als de meest recente versie van Command WorkStation reeds geïnstalleerd is op het werkstation, zijn alle functies van Impose nu beschikbaar. Als Command WorkStation nog niet geïnstalleerd is, moet u Command WorkStation, Windows Edition, installeren zoals beschreven in Hulpprogramma’s. De ondersteuningstoepassingen voor PDF gebruiken Om de ondersteuningstoepassingen voor PDF met Impose te gebruiken, hebt u een licentie voor Adobe Acrobat nodig. Zie de onderstaande procedure. ADOBE ACROBAT EN PITSTOP GEBRUIKEN 1 Start Adobe Acrobat. 2 Kies een taal voor de licentieovereenkomst. 3 Klik op Accepteren om de licentieovereenkomst te aanvaarden. 4 Klik op Afdrukken of Opslaan als u een exemplaar van de licentieovereenkomst wilt afdrukken of opslaan. 5 Klik op Download E-Licence (E-licentie downloaden) om de elektronische licentie te downloaden.
U hebt 30 dagen om de e-licentie te downloaden. Wij raden echter aan dat u de licentie downloadt wanneer u Acrobat voor het eerst gebruikt. Als u liever wacht, kunt u op Continue Grace Period (Grace period verlengen) klikken en aangeven wanneer u herinnerd wenst te worden om de e-licentie te downloaden. 6 In het dialoogvenster Register (Registreren) hebt u de keuze tussen Register Now (Nu registreren), Register Later (Later registreren) of Don’t Remind Me (Mij niet herinneren).
Wij raden aan om meteen te registreren. 7 In het venster Getting Started (Eerste kennismaking) kunt u op een pictogram klikken om meer te leren over het gebruik van Acrobat.
Als u niet telkens als u Acrobat start het venster Getting Started (Eerste kennismaking) wilt zien, selecteert u het selectievakje Niet weergeven bij opstarten. U kunt altijd Getting Started (Eerste kennismaking) selecteren in het Help-menu. 8 Klik op OK.
Pagina 12
Impose gebruiken Volledige instructies met betrekking tot het gebruik van Impose kunt u vinden in de Help bij Command WorkStation, Windows Edition. DE HELP BIJ IMPOSE OPENEN 1 Start Command WorkStation, Windows Edition 2 Kies Help in het menu Help. 3 Gebruik de deelvensters Inhoud, Index of Zoeken om naar de onderwerpen van Impose Help te gaan.
Taken met beveiligd afdrukken
Taken met beveiligd afdrukken opvragen op het aanraakscherm van de kopieermachine Met de functie Beveiligd afdrukken, kunt u gevoelige of vertrouwelijke taken alleen afdrukken wanneer u aanwezig bent bij de kopieermachine. Voor u een taak verzendt om af te drukken, moet u een wachtwoord typen in het veld Beveiligd Afdrukken van het printerstuurprogramma. Om uw beveiligde taak af te drukken, voert u het wachtwoord opnieuw in op het aanraakscherm van de kopieermachine, waarbij u als volgt te werk gaat: EEN BEVEILIGDE AFDRUKTAAK VERZENDEN 1 Selecteer in het printerstuurprogramma het pictogram Taakinformatie en blader naar Beveiligd Afdrukken. 2 Typ een wachtwoord in het veld Beveiligd afdrukken.
O PMERKING : Het wachtwoord mag uitsluitend uit alfanumerieke tekens (geen symbolen)
bestaan. 3 Typ waarden voor de andere velden zoals nodig en verzend uw taak naar de Fiery. 4 Klik op OK. 5 Klik op OK.
EEN BEVEILIGDE AFDRUKTAAK OPHALEN 1 Druk op de knop All Services (Alle diensten) op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen). 3 Selecteer Beveiligd afdrukken op de pagina Hoofd.
Het venster Wachtwoord voor beveiligde toegang wordt geopend. 4 Typ hetzelfde wachtwoord dat u in het veld Beveiligd afdrukken van het printerstuurprogramma hebt ingevoerd.
De taken die met het wachtwoord overeenstemmen worden weergegeven in het venster Aanmelden.
Pagina 13
5 Selecteer uw afdruktaak en kies Afdrukken of Verwijderen.
Na 45 seconden zonder activiteit keert het scherm terug naar de pagina Hoofd. Nadat het scherm teruggekeerd is naar de pagina Hoofd, moet u het wachtwoord voor beveiligde toegang opnieuw typen. 6 Selecteer het gewenste aantal exemplaren en daarna Afdrukken, Afdrukken en blokkeren of Annuleren.
Kalibreren met ColorCal
ColorCal stelt u in staat de Fiery te kalibreren zonder een bijkomende spectrofotometer of densitometer. In plaats daarvan gebruikt ColorCal de ingebouwde scanner van de kopieermachine om de tonerdensiteitwaarden te meten. O PMERKING : Voor de kalibratie met ColorCal hebt u de Kodak-grijswaardenstrip nodig. Deze
zit in het mediapakket voor de klant dat is meegeleverd met de Fiery. U hebt ook de Kodakgrijswaardenstrip en de Kodak-kleurvakkenstrip nodig om de scanner van de kopieermachine te kalibreren voor ColorCal. O PMERKING : Raadpleeg Afdrukken in kleur om ColorCal via het aanraakscherm van de
kopieermachinete gebruiken. KALIBREREN MET COLORWISE PRO TOOLS EN COLORCAL 1 Start ColorWise Pro Tools en klik op Calibrator. 2 Kies ColorCal in de vervolgkeuzelijst Meetmethode selecteren. 3 Kies een geschikte kalibratieset in het deelvenster Afdrukinstellingen controleren.
Als meer dan een optie wordt weergegeven, kiest u de gepaste kalibratieset voor het type van media dat u het vaakst gebruikt. O PMERKING : De kalibratie wordt pas van kracht als de kalibratieset is gekoppeld aan een of
meer uitvoerprofielen. De standaard kalibratieset is reeds gekoppeld aan het standaard uitvoerprofiel. U hoeft dus geen nieuwe koppelingen te maken. 4 Klik op Afdrukken in het deelvenster Meetpagina genereren. 5 Kies het paginatype.
Pagina 14
• ColorCal-meetpagina drukt willekeurig een van de 256 ColorCal-patronen af. • Eén patroon drukt een specifiek patroon af. Typ het patroonnummer in het veld Nummer kleurvlakpagina. Het Paginaformaat wordt automatisch ingesteld op LTR/A4. 6 Kies de invoerlade die u voor het afdrukken van de meetpagina wilt gebruiken. 7 Klik op Show Advance Options (Geavanceerde opties tonen) om het rasterscherm en het Glansniveau te selecteren. 8 Kies het Glansniveau om de meetpagina af te drukken.
Als u met een verbeterd glansniveau wilt afdrukken, kiest u Verbeterd. Kies in het andere geval Normaal. 9 Kies het raster voor het afdrukken van de meetpagina.
Als u met een raster van 200 lijnen geroteerd zult afdrukken, kiest u 200 lijnen. Kies in het andere geval 200 punten. 10 Selecteer Scaninstructies afdrukken als u naast de meetpagina ook de instructiepagina wilt afdrukken.
Wis deze optie als u de instructiepagina al hebt. 11 Selecteer Scannerkalibreringspagina afdrukken om de scannerkalibreringspagina af te drukken en de scanner te kalibreren voor u de Fiery kalibreert.
Als u deze optie wist, wordt alleen de ColorCal-meetpagina afgedrukt en wordt de scannerkalibreringspagina overgeslagen. Kalibreer altijd de scanner voor u de Fiery kalibreert. 12 Klik op Afdrukken.
Er wordt een bericht weergegeven dat de status van uw afdruktaak aangeeft. 13 Klik op OK om door te gaan.
Pagina 15
14 Neem de ColorCal-meetpagina (en de instructiepagina en de scannerkalibreringspagina, als u die geselecteerd hebt) uit de kopieermachine. 15 Ga naar stap 20 als u de scannerkalibrering overslaat. 16 Volg de instructies op de instructiepagina om de Kodak-grijswaardenstrip- en de ColorCalmeetpagina op het glas van de kopieermachine te leggen en de scan te beginnen. 17 Nadat de scan voltooid is, klikt u op Meting in het deelvenster Meting ophalen.
Er verschijnt een dialoogvenster met de boodschap dat u de scannerkalibreringspagina moet scannen voor u verder gaat.
18 Klik op Doorgaan om de scannerkalibratie te beginnen.
Wanneer het meetproces voltooid is, wordt het informatiedialoogvenster weergegeven.
19 Klik op Doorgaan om de scannerkalibratie te voltooien.
Er verschijnt een dialoogvenster met de boodschap dat u de meetpagina van ColorCal moet scannen voor u verder gaat.
20 Volg de instructies op de instructiepagina om de Kodak Gray Scale- en de ColorCalmeetpagina op het glas van de kopieermachine te leggen en de scan te beginnen.
Pagina 16
21 Klik op Doorgaan om de ColorCal-meting te beginnen.
Wanneer het meetproces voltooid is, wordt het dialoogvenster Meting weergegeven.
22 Klik op OK om de kalibratie te voltooien. 23 Klik op Doorgaan om de ColorCal-kalibratie toe te passen. 24 Klik op Gereed om Calibrator te sluiten.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Handmatig dubbelzijdig afdrukken met Lade 5 (handmatige invoer) of Lade 6 (Extra groot) Handmatig dubbelzijdig afdrukken wordt ondersteund met ofwel Lade 5 (handmatige invoer) of Lade 6 (Extra groot) als papierbron. Wanneer u een manuele dubbelzijdige taak afdrukt, vraagt de Fiery u om de vereiste manuele stappen uit te voeren en geeft hij boodschappen om u te helpen wanneer zich fouten voordoen. EEN MANUELE DUBBELZIJDIGE
TAAK AFDRUKKEN
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt. 2 Stel de afdrukopties als volgt in:
• Manueel dubbelzijdig = Manueel • Bedrukte zijde omlaag = Bedrukte zijde omhoog • Papierbron = Lade 5 (handmatige invoer) of Lade 6 (Extra groot) 3 Druk de taak af.
De even genummerde pagina’s worden afgedrukt. 4 Als u uit Lade 5 (handmatige invoer) afdrukt, moet u eventueel ongebruikt papier uit de lade verwijderen. 5 Let goed op hoe de pagina’s in de uitvoerlade georiënteerd zijn voordat u ze verwijdert.
Pagina 17
6 Draai de pagina’s zo om dat de bedrukte zijde naar omlaag ligt en plaats ze terug in dezelfde lade die u voor de eerste zijde hebt gebruikt.
Afhankelijk van de manier waarop u de pagina’s laadt, kunt u zijde 2 afdrukken met dezelfde oriëntatie als zijde 1 (Boven-Boven) of 180 graden gedraaid tegenover zijde 1 (Boven-Onder). Boven-Boven
Boven-Onder
Staand
2 1
2
1
Liggend
2 1
2
1
Om Boven-Boven af te drukken, plaatst u de pagina’s met dezelfde oriëntatie als in de uitvoerlade, behalve dat u ze met de gedrukte zijde naar omlaag plaatst. Als de pagina’s bijvoorbeeld ondersteboven lagen, met de bedrukte zijde naar omhoog, plaatst u ze ondersteboven met de bedrukte zijde naar omlaag. Draai de pagina’s niet. Laad ze in dezelfde richting (lange kant eerst of korte kant eerst) als bij het afdrukken van zijde 1. O PMERKING : De onderstaande afbeeldingen tonen pagina’s met de afdrukstand Staand
afgedrukt als LEF (lange kant eerst). Afdrukken met Boven-Boven
Opvangbak
Invoerlade
Pagina 18
Voor Boven-Onder afdrukken, draait u de pagina’s 180 graden en legt u ze met de bedrukte zijde naar omlaag. Afdrukken met Boven-Onder
Opvangbak
Invoerlade
7 Voor Lade 6 (Extra groot) drukt u op de Start-knop van het bedieningspaneel van de kopieermachine.
Lade 5 (handmatige invoer) detecteert dat de pagina’s geladen zijn. U hoeft dus niet op Start te drukken. De oneven genummerde pagina’s worden afgedrukt. O PMERKING : Voor taken die met Impose ingeslagen zijn, draait u de pagina’s altijd langs de
lange rand van de pagina. Berichten van de Fiery voor handmatig dubbelzijdig afdrukken Tijdens het manuele dubbelzijdige proces, geeft de Fiery boodschappen die u helpen om de taken uit te voeren. Deze boodschappen worden in de volgende tabel beschreven: Wanneer dit gebeurt
Wordt deze informatie gegeven
Afdrukken van zijde 1 uit Lade 6 is voltooid.
Afdrukken van zijde 1 is voltooid. Ga als volgt te werk om zijde 2 af te drukken:
Afdrukken van zijde 1 uit Lade 5 (handmatige invoer is voltooid).
Afdrukken van zijde 1 is voltooid. Ga als volgt te werk om zijde 2 af te drukken:
Opmerkingen
Als u niet het juiste aantal pagina’s laadt, vraagt de Fiery u om het juiste papierformaat en papiertype 1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. te laden. 2. Draai de uitvoer om en leg hem met de bedrukte zijde naar omlaag in Lade 6. Als u niet het juiste aantal pagina’ s laadt, vraagt de Fiery u om het juiste papierformaat en papiertype 1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. te laden. 2. Draai de uitvoer om en leg hem met de bedrukte zijde naar omlaag in Lade 5 (handmatige invoer).
Pagina 19
Wanneer dit gebeurt
Wordt deze informatie gegeven
Er is een papierstoring opgetreden tijdens het afdrukken van zijde 2 uit Lade 6.
1. Verwijder de uitvoer uit de uitvoerlade en leg hem opzij. Deze uitvoer zal later met andere uitvoer gecombineerd worden om een volledige stapel te maken. 2. Open Lade 6. 3. Verwijder de afgedrukte vellen uit Lade 6 en leg ze opzij. U zult later verzocht worden deze vellen opnieuw te laden. 4. Laad blanco vellen in Lade 6. 5. Sluit Lade 6.
Er is een papierstoring opgetreden tijdens het afdrukken van zijde 2 uit Lade 5 (handmatige invoer).
1. Verwijder de uitvoer uit de uitvoerlade en leg hem opzij. Deze uitvoer zal later met andere uitvoer gecombineerd worden om een volledige stapel te maken. 2. Verwijder de afgedrukte vellen uit Lade 5 (handmatige invoer) en leg ze opzij. U zult later verzocht worden deze vellen opnieuw te laden. 3. Laad blanco vellen in Lade 5 (handmatige invoer).
De pagina’s van zijde 2 die vanwege een papierstoring opnieuw moesten worden afgedrukt, zijn met succes afgedrukt uit Lade 6.
1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. 2. Draai de uitvoer om en leg hem op de afgedrukte vellen die u uit Lade 6 verwijderd hebt. 3. Open Lade 6. 4. Laad de volledige stapel in Lade 6, met de bedrukte zijde naar omlaag. 5. Sluit Lade 6. 6. Na het afdrukken verwijdert u de afdrukken uit de uitvoerlade en combineert u ze met de daarnet opzijgelegde stapel.
De pagina’s van zijde 2 die vanwege een papierstoring opnieuw moesten worden afgedrukt, zijn met succes afgedrukt uit Lade 5.
1. Verwijder de afdrukken van zijde 1 uit de uitvoerlade. 2. Draai de uitvoer om en leg hem op de afgedrukte vellen die u uit Lade 5 (handmatige invoer) verwijderd hebt. 3. Laad de volledige stapel in Lade 5 (handmatige invoer), met de bedrukte zijde naar omlaag. 4. Na het afdrukken verwijdert u de afdrukken uit de uitvoerlade en combineert u ze met de daarnet opzijgelegde stapel.
Opmerkingen
Pagina 20
Beperkte afdrukcapaciteit
Feature Activation (Functieactivering) op de DocuColor 260 Voor u afdrukt naar de DocuColor 260 moet u de functieactivering inschakelen. De functieactivering-kit bevat een dongle voor de activering en instructies voor de installatie van de dongle. Als de functieactivering niet ingeschakeld is en u een taak naar de DocuColor 260 verzendt, wordt een foutpagina afgedrukt die u vraagt om de functieactivering in te schakelen. Er wordt ook een startpagina afgedrukt en u kunt taken naar de DocuColor 260 verzenden, maar u hebt geen toegang tot alle functies van de DocuColor 260. Feature Activation (Functieactivering) controleren Om te controleren of de functieactivering ingeschakeld is, gaat u op een van de volgende manieren te werk: • Druk een configuratiepagina af en zoek het gedeelte BIOS Setup > Geïnstalleerde opties. Als Hot Folders als geïnstalleerd vermeld wordt, is de functieactivering voltooid. • Druk op de kopieermachine op All Services (Alle diensten) op het aanraakscherm van de kopieermachine, druk op Web Applications (Webtoepassingen) en klik op de tab Informatie. Als Hot Folders als een van de geïnstalleerde opties wordt vermeld, de functieactivering voltooid.
Hot Folder-filters
De filters voor Microsoft Office en de filter van PDF naar PS worden bij Hot Folders geleverd. Ze worden als volgt beschreven: • De Microsoft Office-filters gebruiken Met deze functie kunt u bepaalde bestandsindelingen van Microsoft Office omzetten in PostScript. De bestandsconversie vindt plaats op uw computer in Hot Folders, waardoor de bronnen van de Fiery worden gespaard. U kunt bestanden rechtstreeks afdrukken vanuit Hot Folders-filters zonder dat u de toepassing hoeft te starten waarin ze zijn gemaakt. De Microsoft Office-filters hebben geen configureerbare opties. U moet echter de volgende versies van elke toepassing hebben, en een PostScript-printer of Acrobat Distiller installeren om de bestanden naar PostScript-bestanden te converteren. – Microsoft Excel 2000 of later – Microsoft Publisher 2002 of later – Microsoft PowerPoint 2000 of later – Microsoft Word 2000 of later
Pagina 21
• De filter PDF naar PS gebruiken De filter PDF naar PS is standaard. De filter PDF naar PS accepteert PDF-bestanden (v1.2 tot v1.6) en voert PostScript-bestanden uit. De filter converteert PDF v1.2-bestanden naar PDF v1.6-bestanden en daarna naar PostScript Level 3-bestanden, voor hij ze naar de Fiery verstuurt. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor informatie over Hot Folders. Zie Hot Folders Help voor informatie over het gebruik van de Hot Folders-toepassing.
Setup
SLP-setup / Multicast Discovery Deze optie is in Instellingen beschikbaar via het aanraakscherm van de kopieermachine als SLP Setup (Service Location Protocol) en in WebTools Configure als Multicast Discovery. O PMERKING : Aangezien MultiCast Discovery de UDP-poort 427 (SLP) gebruikt, moet u deze
poort openen. Raadpleeg Configuratie en instellingen en de help van WebTools Configure voor informatie over het openen van IP-poorten en andere instellingsopties. SLP inschakelen / Multicast Discovery inschakelen Ja/Nee [Ja]
Om systemen op uw netwerk in staat te stellen om de Fiery automatisch te ontdekken, moet u Multicast Discovery inschakelen. Bereik
Voer het bereik in (een eenvoudige tekenreeks voor groeperingsdiensten) voor Multicast Discovery. O PMERKING : U mag in Bereik de volgende tekens niet gebruiken:
(),\!<=>~;*+ MAC-adressen beperken Configureer de Fiery om verbindingen met de Fiery via Ethernet te aanvaarden of te weigeren, afhankelijk van het Media Access Control-adres (MAC) van de afzender. MAC-ADRESFILTERING
OP HET AANRAAKSCHERM VAN DE KOPIEERMACHINE CONFIGUREREN
1 Druk op het pictogram All Services (Alle diensten) rechts boven op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen). 3 Druk op de tab Instellingen. 4 Druk op Netwerkinstellingen. 5 Druk op Poort.
Pagina 22
6 Kies het selectievakje MAC-adresfilter in het deelvenster Poortinstellingen om MACadresfilter op de Fiery in te schakelen. Als het selectievakje niet gekozen is, is de MAC-adresfilter op de Fiery uitgeschakeld. 7 Druk op Wijzigingen opslaan.
802.1x-authenticatie configureren 802.1x is een IEEE-standaard voor toegangscontrole op poortbasis, die alleen geauthenticeerde systemen toegang geeft tot het netwerk. 802.1x is gebaseerd op RFC 3748, het Extensible Authentication Protocol (EAP). Het beveiligt de data-linklaag. Wanneer 802.1x ingeschakeld is, gebruikt de Fiery een van de twee EAP-methoden om authenticatie te verkrijgen van een 802.1x-authenticatieserver (zoals een RADIUS-server), vaak via een intermediair toegangspunt (een authenticator). De Fiery vraagt deze authenticatie tijdens het opstarten of wanneer de Ethernetkabel afgekoppeld en weer aangesloten wordt. Als de Fiery met succes geauthenticeerd is, krijgt hij toegang tot het netwerk. 802.1X-AUTHENTICATIE CONFIGUREREN
OP HET AANRAAKSCHERM VAN DE KOPIEERMACHINE
1 Druk op het pictogram All Services (Alle diensten) rechts boven op het aanraakscherm van de kopieermachine. 2 Druk op Web Applications (Webtoepassingen). 3 Druk op de tab Instellingen. 4 Druk op Netwerkinstellingen. 5 Druk op 802.1x Setup. 6 Als u wilt dat de Fiery bij het verbinden met een netwerk authenticatie via 802.1x verzoekt, kiest u het selectievakje IEEE 802.1x-authenticatie inschakelen. 7 Selecteer in het menu EAP-type het EAP-type. 8 Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord in de respectieve velden.
De Fiery gebruikt deze informatie om authenticatie te vragen bij een 802.1xauthenticatieserver. 9 Als u PEAP-MSCHAPv2 als EAP-type hebt gekozen en wilt dat de Fiery een trusted root certificate gebruikt in de communicatie met de authenticatieserver, kiest u het selectievakje Servercertificaat valideren. 10 Druk op Wijzigingen opslaan.
Pagina 23
Boekje afdrukken
Een boekje afdrukken vanuit Microsoft Word in Windows (PostScriptprinterstuurprogramma) Voor het afdrukken van boekjes moet een afwerkingseenheid geïnstalleerd zijn op de kopieermachine en moet de geïnstalleerde afwerkingseenheid geconfigureerd zijn in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukken uit Windows voor informatie over het configureren van installeerbare opties. Hierna wordt uitgelegd hoe u de juiste afdrukopties instelt voor het afdrukken van een Microsoft Word-document van het formaat 8,5x11 als boekje op het papierformaat 11x17, of voor het afdrukken van een A4-document als boekje op A3-papier, met het PostScriptprinterstuurprogramma voor Windows. O PMERKING : Als u meerdere exemplaren afdrukt van een boekje, moet u de optie Sorteren in
Microsoft Word uitschakelen. Als u dit niet doet, worden alle exemplaren afgedrukt als één boekje. EEN BOEKJE AFDRUKKEN IN MICROSOFT WORD MET HET WINDOWS POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA 1 Open het document in Microsoft Word. 2 Selecteer Bestand > Pagina-instelling. 3 Stel het papierformaat in op 8,5x11 SEF (A4 SEF) en de afdrukstand op Staand.
O PMERKING : Hierdoor kan de tekst op de pagina anders worden weergegeven. 4 Selecteer Bestand > Afdrukken, kies de Fiery als printer en klik vervolgens op Eigenschappen. 5 Selecteer in het tabblad Afdrukken, tab Media van de Fiery, de volgende instellingen: Paginaformaat: 8,5x11 SEF (A4 SEF) Afdrukformaat: 11x17 SF (A3 SEF) 6 Open de optiebalk Opmaak en kies de volgende instellingen: Afdrukstand: Staand Dubbelzijdig afdrukken: Boven-Boven Boekje maken: Door de rug geniet Inslagreductie: Schakel deze optie in 7 Open de optiebalk Afwerking en kies de volgende instellingen: Bedrukte zijde omlaag: Bedrukte zijde omhoog Vouwen enkele pagina: Enkele vouw Opvangbak: Boekjeslade
Pagina 24
8 Stel desgewenst een of meer van de volgende opties in onder de optiebalk Opmaak:
• Aanpassing voor opkruipen • Aanpassing voor centreren • Boekje maken: Achteromslag • Boekje maken: Vooromslag • Boekje maken: Bron voor omslagen 9 Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. 10 Stel het aantal exemplaren in. 11 Klik op OK om het afdrukken van de taak te starten.
Een PDF-document afdrukken als boekje in Windows (PCL-printerstuurprogramma) Voor het afdrukken van boekjes moet een afwerkingseenheid geïnstalleerd zijn op de kopieermachine en moet de geïnstalleerde afwerkingseenheid geconfigureerd zijn in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukken uit Windows voor informatie over het configureren van installeerbare opties. Hierna wordt uitgelegd hoe u de juiste afdrukopties instelt voor het afdrukken van een PDFdocument van het formaat 8,5x11 als boekje op het papierformaat 11x17, of voor het afdrukken van een A4-document als boekje op A3-papier, met het PCLprinterstuurprogramma voor Windows. EEN PDF-DOCUMENT AFDRUKKEN ALS EEN BOEKJE MET HET WINDOWS PCL-PRINTERSTUURPROGRAMMA 1 Open het document in Adobe Acrobat of Acrobat Reader. 2 Kies Bestand > Printerinstelling. 3 Stel het papierformaat in op 8,5x11 SEF (A4 SEF) en de afdrukstand op Staand. 4 Selecteer Bestand > Afdrukken, kies de Fiery als printer en klik vervolgens op Eigenschappen. 5 Selecteer in het tabblad Afdrukken, tab Media van de Fiery, de volgende instellingen: Paginaformaat: 8,5x11 SEF (A4 SEF) Afdrukformaat: 11x17 SEF (A3 SEF) 6 Open de optiebalk Opmaak en kies de volgende instellingen: Afdrukstand: Staand Dubbelzijdig afdrukken: Boven-Boven Boekje maken: Door de rug geniet
Pagina 25
7 Open de optiebalk Afwerking en kies de volgende instellingen: Bedrukte zijde omlaag: Bedrukte zijde omlaag Vouwen enkele pagina: Enkele vouw Opvangbak: Boekjeslade 8 Stel desgewenst een of meer van de volgende opties in onder de optiebalk Opmaak:
• Aanpassing voor opkruipen • Boekje maken: Achteromslag • Boekje maken: Vooromslag • Boekje maken: Bron voor omslagen 9 Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. 10 Stel het aantal exemplaren in. 11 Klik op OK om het afdrukken van de taak te starten.
Een boekje afdrukken vanuit Mac OS X v10.4 Voor het afdrukken van boekjes moet een afwerkingseenheid geïnstalleerd zijn op de kopieermachine en moet de geïnstalleerde afwerkingseenheid geconfigureerd zijn in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het configureren van installeerbare opties. Hierna wordt uitgelegd hoe u de juiste afdrukopties instelt voor het afdrukken van een document van het formaat 8,5x11 als boekje op het papierformaat 11x17, of voor het afdrukken van een A4-document als boekje op A3-papier, met het printerstuurprogramma voor Mac OS X v10.4. EEN BOEKJE AFDRUKKEN UIT MAC OS X V10.4 1 Open het document in zijn toepassing. 2 Kies Bestand > Pagina-instelling en selecteer Fiery als printer. 3 Stel het papierformaat in op 8,5x11 SEF (A4 SEF) en de afdrukstand op Staand. Klik op OK. 4 Kies Bestand > Druk af. 5 Kies de Fiery als uw printer en kies vervolgens Printerfuncties in de vervolgkeuzelijst. 6 Selecteer in het submenu Functiesets Media 5 en stel de afdrukgrootte in op 11x17 SEF (A3 SEF). 7 Selecteer in het submenu Functiesets Opmaak 1 en stel Dubbelzijdig in op Boven-Boven. 8 Selecteer in het submenu Functiesets Afwerking 2 en stel Vouwen enkele pagina in op Enkele pagina. 9 Selecteer in het submenu Functiesets Afwerking 3 en stel Bedrukte zijde omlaag in op Bedrukte zijde omhoog.
Pagina 26
10 Selecteer in het submenu Functiesets Opmaak 1 en stel Boekje maken in op Door de rug geniet. 11 Selecteer in het submenu Functiesets Opmaak 3 en schakel de optie Inslagreductie in. 12 Desgewenst kunt u een of meer van de volgende opties instellen:
• Aanpassing voor opkruipen • Aanpassing voor centreren • Achteromslag • Vooromslag • Bron voor omslagen 13 Klik op Druk af om het afdrukken van de taak te starten.