Eindopdracht Introductie Mijn naam is Nelleke de Puit en ik volg de masteropleiding Nederlands aan de Hogeschool Utrecht jaar 1. Ik werk aan de lerarenopleiding Nederlands van de Hogeschool Rotterdam sinds februari 2000 en ik geef daar vooral vakdidactiek, taalbeheersing en NT2. Voor het vak ICT aan de HU hebben we de opdracht een lessenserie te ontwerpen en te plannen met daarin opgenomen een didactische toepassing van ICT bij het leren in onze lessen. Hieronder schets ik mijn zoektocht naar een geschikte uitvoeringsmogelijk voor deze opdracht in mijn werk, de uitvoering ervan en mijn reflectie erop. Waar? Na het lezen van de opdracht zoek ik naar een geschikte mogelijkheid voor een andere ICTtoepassing dan we op dit moment al doen. Ik heb door de structuur van onze opleiding, te maken met modules van 8 weken en ik wil liefst meteen starten met de opdracht en niet wachten tot een volgend blok. Door een wat moeizame start van het vak ICT op de HU hebben we niet heel veel tijd voor de uitvoering van de opdracht en ik wil de opdracht dit studiejaar afronden dus ik besluit een toepassing te kiezen bij één van de vakken die ik op dat moment ook daadwerkelijk geef. Dit overziend besluit ik tot de spannendste maar ook de lastigste mogelijkheid: we zijn in de aanvangsfase van het uitvoeren van een nieuwe module die nog niet echt uitontwikkeld is maar die we vanuit een idee werkende weg willen vormgeven en ontwikkelen, Nederlands in de bve II. Het vak Nederlands in de bve In het kader van de leerlijn vakdidactiek verzorgen wij al sinds jaren een module genaamd Nederlands in de bve. (beroeps- en volwasseneneducatie) De tweedegraadsopleiding geeft oa de bevoegdheid tot lesgeven in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) dat onderdeel is van de bve en dus ook tot het geven van het vak Nederlands in het mbo. Om twee redenen: het merendeel van de studenten van de lerarenopleiding is onbekend met het middelbaar beroepsonderwijs in het algemeen en met (de positie en inhoud van) het vak Nederlands daar in het bijzonder én het feit dat in de Kennisbasis Nederlands 1 nieuwe, strengere eisen met betrekking tot het vak Nederlands voor het middelbaar beroepsonderwijs zijn geformuleerd, hebben we vorig jaar besloten tot een uitbreiding van ons curriculum met een tweede module Nederlands in de bve II.
Doelen Nederlands in de bve I kennismaking Met de module Nederlands in de bve I hopen we vooral te bereiken dat de student bekend raakt met de bve als mogelijk toekomstig arbeidsgebied en met de inhoud, de rol en de aanpak van het vak Nederlands in dit werkveld. Gedurende deze cursus bezoekt de student een instelling voor de bve waar hij cursisten en docenten interviewt, lessen observeert en een specifieke sector (bv kappersopleiding, politieacademie, toneelschool, administratie ) aan nader onderzoek onderwerpt. Door de resultaten van onderzoek te presenteren aan de rest van de groep krijgt elke student een aardig beeld van een aantal beroepsrichtingen en dus ook een aantal toepassingen van het vak Nederlands.
1
Voor meer informatie, zie http://www.leroweb.nl/docs/lero/kennisbasis_nederlands_engels_duits_frans_spaans_vo.pdf
Het vak Nederlands in de bve De student leert vooral zien dat het vak Nederlands, anders dan in het voortgezet onderwijs, altijd gericht is op de beroepspraktijk waarvoor de sector opleidt. Nederlands wordt in het mbo competentiegericht aangeboden en is altijd gelieerd aan het beroep waarvoor de mbo-er wordt opgeleid. Soms is het vak niet meer als zodanig herkenbaar en moet gezocht worden in de andere vakken of in onderdelen als Communicatie, Gesprekstechnieken, Solliciteren. Tegelijkertijd krijgt de student inzicht in de kwalificatiestructuur van de bve. Een belangrijk nevendoel daarbij is dat onze studenten van wie een groot deel werkt in het vmbo inzicht verwerft in het onderwijs waar hun leerlingen naar toe gaan. Deze eerste confrontatie met de bve ervaren studenten doorgaans als iets overbodigs tot het moment waarop ze daadwerkelijk kennismaken met de sector. Voltijdstudenten zien het werken in de bve als een toekomstige mogelijkheid, niet op korte termijn. De mbo-cursisten zijn ongeveer even oud en dat schrikt ze af, bij de deeltijdstudenten daarentegen zijn altijd mensen die besluiten in het mbo te gaan werken. Zonder uitzondering geven de studenten aan dat ze voorafgaand aan de module heel weinig beeld hadden van het mbo en de mogelijke arbeidsperspectieven aldaar. Een eenmalige kennismaking lijkt ons te summier, in de nabije toekomst zal het mbo een aantal aanpassingen invoeren met betrekking tot het vak Nederlands. De eisen worden strenger en het vak Nederlands krijgt weer een plek in de eindexamens; de niveau 4-opleidingen moeten de cursisten brengen tot niveau B1-B2. Op dit moment zijn de instellingen van het mbo heel hard aan het werk om hun taalbeleid bij te stellen. Dit is een uitgelezen moment om onze studenten niet alleen mee te laten kijken maar ook om ze mee te laten denken. Zo komen we tot de nieuwe module Nederlands in de bve II. Nederlands in de bve II. In de tweede module hebben we ons ten doel gesteld de student op een meer uitvoerende manier in contact te laten zijn met het vak Nederlands door hem een ontwikkelopdracht voor het mbo te laten uitvoeren. Studenten nemen contact op met een docent Nederlands in het mbo en gaan samen met hem of haar een opdracht formuleren die ze vervolgens in duo’s uitvoeren. De opdrachten behelzen het ontwerpen van lessen of lesonderdelen gekoppeld aan een specifieke beroepsrichting en een specifiek kwalificatieniveau (bv kappersopleiding niveau 4). De mbo-docent geeft zo helder mogelijk aan welk lesmateriaal nodig is en overlegt met twee studenten over de te bereiken leerdoelen, de vorm en inhoud, de didactische aanpak enzovoort. Tijdens de colleges gaan studentenduo’s met deze opdrachten aan de slag.2 ICT-toepassing Het mes snijdt aan twee kanten: de ict-opdracht die ik moet uitvoeren voor de HU, de nieuwe module die ik moet vormgeven voor de HR, ik besluit de twee te combineren en bezin me op de vorm, het nut, de doelen en (niet in de laatste plaats) op het tijdsbestek waarbinnen eea moet plaatsvinden. ICT-doelen: Studenten Werken in tweetallen en werken in één omgeving aan hun opdracht De duo’s vragen en geven advies aan andere daartoe geautoriseerde duo’s Derden, zoals bijvoorbeeld begeleiders uit het mbo, van de HR, mbo-cursisten volgen hun vorderingen en kunnen die ondersteunen, gebruiken ter inspiratie, voorzien van feed back
2
Zie https://nedbve.wikispaces.com, page 1 en 2
En al werkende ontstaat zo een digitale omgeving die een veelheid aan mbo-lesmaterialen voor het vak Nederlands bevat. Deze digitale ruimte biedt diverse mogelijkheden en kansen: het ontwikkelde materiaal blijft niet bij mij in de la liggen en is ook niet ter beschikking van slechts één mbo-docent maar kan, na goedkeuring, vrijgegeven worden voor gebruik door velen. Nieuwe studenten die de module gaan volgen kunnen op deze plek zien welk materiaal al ontwikkeld is (modeling) zij kunnen besluiten materiaal te ontwikkelen dat qua moeilijkheidsgraad net iets eenvoudiger is of juist een verdieping vormt op lessen die ze op de wiki aantreffen zodat geleidelijk aan lesmateriaal bestemd voor een langere lesperiode ontstaat. Een ander onverwacht voordeel van het bestaan van de wiki is dat er een plaats is waar de docenten en hun leidinggevenden van mbo en lerarenopleiding Nederlands elkaar ontmoeten: er ontstaat samenwerking die verdergaat dan het contact tussen mij en de coördinator van het mbo. Aanpak, uitvoering en reflectie Ik ben als volgt te werk gegaan: ik heb contact gezocht met de twee grote ROC’s die Rotterdam rijk is ROC Zadkine en het Albeda College. Na korte tijd ontving ik een enthousiaste reactie van dhr Stephan Iske van ROC Zadkine3, hij coördineert de richting Welzijn en hij wil graag samenwerken. Hij benadert docenten en ik studenten. We bemiddelen op de achtergrond, de studenten leggen zelf contact met de mbo-docent en onderhandelen over de inhoud en de omvang van de opdracht. Tijdens de colleges vragen ze advies over de redelijkheid hiervan, hun aanpak, hoe het contact met hun mbodocent aan te pakken enzovoort. Door een gelukkig toeval, een ander vak is eerder afgelopen hebben we behoorlijk veel contacttijd, iets wat nu in deze toch wat experimentele aanpak goed van pas komt. De wiki Ondertussen maak ik de wiki, dit gaat me niet gemakkelijk af en ik ben er veel uren mee bezig. Ik besteed veel tijd aan het technische deel, e-mail met medestudenten (mn het interactieve deel bezorgt me hoofdbrekens) en aan de inhoud en indeling. Ook dit onderdeel ontwikkelt zich gaandeweg. Ik start met de eerste twee pagina’s (de links blijken te werken!!) en vraag me af hoe ik dan verder moet. Uiteindelijk kies ik ervoor elk duo een eigen page te geven met daarop hun ontwikkelde werk. Voornemen: in het vervolg start ik hiermee zodat de studenten ook het ‘work in progress’ kunnen opnemen en gaande de rit advies kunnen vragen en omgekeerd anderen kunnen adviseren of inspiratie opdoen bij het werk van anderen
Dan bedenk ik me dat het nu een statisch geheel is, ook Jeroen wijst me hierop (je hebt een wiki gemaakt maar er zijn maar twee deelnemers, jij en ik) Ik moet dus een aantal mensen koppelen aan de wiki, de studenten dus. Dat lukt uiteindelijk en dan doemt probleem twee op, de module loopt ten einde dus het interacteren met elkaar als bedoeld lukt niet meer simpelweg door tijdgebrek. Hoe dan? Ik besluit ieder duo te vragen om nog voor de afronding, het werk van één ander duo uitgebreid van feed back te voorzien. Ik doe dit nog net op tijd en zelfs op dit moment zijn er nog duo’s bezig met ‘discussion’. Voornemen: in volgende modules is deze opdracht vanaf het begin helder en heeft elk duo de taak en de luxe één ander duo te begeleiden en door hen begeleid te worden. Ik zal daartoe tijdstippen aanwijzen en de feed back sturen door aan te geven waarop zoal advies gevraagd en gegeven kan worden.
3
www.zadkine.nl
Het geheel is tot nu toe, zo besef ik, een hogeschoolaangelegenheid en de rol van het mbo blijft minimaal, in elk geval zijn zij geheel niet bij de wiki (en de mogelijkheden daarvan) betrokken. Ik ga opnieuw naar dhr Iske en stel hem voor de mbo-docenten meer te betrekken bij de ondersteuning en de beoordeling van de studenten. Hij is akkoord en zal eea inbrengen in de werkgroep Taal en Rekenen. Ik voeg aan de wiki twee pages toe met daarop feedbackformulieren4 voor begeleider en student. De formulieren zijn uiteraard bedoeld als leidraad en hoeven niet exact zo uitgevoerd worden. Voornemen: in een volgende module zal ik de begeleidende docenten meteen vanaf het begin van de samenwerking uitnodigen voor de wiki zodat ook zij gaandeweg kunnen bijsturen en ondersteunen en niet zoals nu via de e-mail of pas achteraf.
Iemand als dhr Iske die het taalbeleid van zijn afdeling coördineert en die veel inzicht heeft in rol en inhoud van het vak Nederlands in de verschillende beroepsrichtingen heeft nu een rol op de achtergrond. Ook hiervan bedenk ik dat dit niet wenselijk is, hij kan op allerlei fronten bijdragen. Hij kan zijn eigen docenten adviseren of ondersteunen en hij heeft ook de studenten veel te bieden op inhoud. (Hij geeft bijvoorbeeld aan dat één duo prachtig materiaal heeft gemaakt voor niveau A1 maar dat dit materiaal te moeilijk is voor dat niveau. Het is wel bruikbaar voor niveau A2. Dit type informatie is voor ons allen, niet werkzaam in het mbo, heel waardevol en toekomstige duo’s moeten deze informatie ook kunnen lezen!) Ik vraag hem alsnog de eindproducten van de studenten te becommentariëren via de wiki, hij zegt toe dit te zullen doen. Voornemen: in volgende modules wil ik alle belanghebbenden vragen en verplichten (aandringen op :}) deel te nemen aan de wiki door mee te lezen, documenten te leveren (Rapport Meijerink bijvoorcollege bijvoorbeeld) advies te geven of te vragen. Ik merk dat sommige ROC’s (Scheepvaart en Transportbijvoorbeeld) inmiddels ook belangstelling hebben, er is nl veel vraag naar geschikt lesmateriaal Nederlands en ik denk dat dit alleen kan in de vorm van samenwerking waarbij ieder zijn deel levert. Onze studenten zijn geen professionele ontwikkelaars en zij moeten de gelegenheid krijgen van deze module zoveel mogelijk te leren. Bekwame mbo-docenten kunnen hieraan bijdragen. Dus een heldere omschrijving van rollen en taken is dringend gewenst.
Voor de inbreng van de lerarenopleiding geldt eigenlijk hetzelfde: ook deze is nu beperkt gebleven tot die van mijzelf plus wat welwillende belangstelling van een enkele collega en coördinator, mijn collega en vakgroepcoördinator dhr du Chatinier zegt toe alle producten te zullen bekijken en erop te zullen reageren. Ik heb inmiddels afgesproken dat, in het vervolg, minstens één collega meedenkt en mee ontwikkelt en zo nodig met mij de wiki beheert en onderhoudt. En niet onbelangrijk ik heb ontwikkeltijdgevraagd voor deze module die door de succesvolle samenwerking meer tijd vraagt dan ik vooraf heb ingeschat. Zo heeft ook het Scheepvaart en Transport College te Rotterdam contact opgenomen en gevraagd te kunnen deelnemen.
4
Zie hiervoor https://nedbve.wikispaces.com, pages feed backformulier docent en student
Reacties van studenten Ik was, om maximaal effect te hebben van de wiki, te laat ermee. Terwijl ik startte met de module maakte ik de wiki en dus kon ik nog niets aan de studenten laten zien. Ik heb ze nu op elkaar laten reageren in de les en via de e-mail, ook de contacten met de mbo-docenten liepen via de e-mail. Jammer maar tegelijkertijd een bewijs van de noodzaak tot het bestaan van een digitale ontmoetingsplek; de duo’s werkten nu solitair en zagen pas na afloop elkaars werk. Omdat aan het eind van het blok de wiki klaar was konden ze uiteindelijk toch alles van elkaar zien, ook de mbodocenten kunnen zes lessenseries zien (en misschien gebruiken) in plaats van één. De studenten zijn trots op hun werk en ik merk dat ‘publicatie’ ervan op een wiki stimuleert tot het vervolmaken van het lesmateriaal. Het idee dat hun materiaal door velen gezien en mogelijk gebruikt wordt leidt daartoe en maakt de opdracht ook zinvoller. Enkelen zijn niet van plan ooit in het mbo te gaan werken en vinden de ontwikkelopdracht op zich zinvol maar niet de doelgroep voor wie ze hebben moeten ontwikkelen. Studenten zijn er ook lang niet altijd positief over dat ze werk van anderen moeten becommentariëren: enerzijds is het lastig het werk van medestudenten te bekritiseren en anderzijds is het een lastige (lees moeilijke) klus. Mijn feed backformulier heb ik om die reden toegevoegd. Of het goed is zal nog moeten blijken. Al met al zijn de studenten van deze groep gematigd positief over de wiki en deze wijze van samenwerking wanneer ze uitgaan van hoe ze er zelf mee hebben kunnen werken. Ze vinden het wel een goede ontwikkeling wanneer de wiki vanaf dag één onderdeel van de module is. Dat hun ontwikkelwerk daadwerkelijk voor een groep van professionele mensen zichtbaar is ervaren ze als heel positief, het is nu veel meer dan een toets die je moet doen ter afsluiting van een vak. De commentaren van vakmensen voelen ze ook als een ‘echte’ waardering of kritiek. Hun reacties op elkaar zijn te lezen op de wiki. Conclusie Wanneer ik terugkijk op het onderdeel ict zoals we dat nu op de HU hebben gevolg ben ik behoorlijk tevreden. In alle eerlijkheid, ik zat er niet op te wachten omdat ik voorzag dat ik er veel tijd aan zou moeten besteden en omdat ICT niet direct mijn interesse heeft. Gaande de rit veranderde ik van idee omdat de toepassing die ik heb gekozen de wiki bij het vak Nederlands in de bve II steeds meer kansen en mogelijkheden bleek te bieden. Zo ben ik er bijvoorbeeld ontzettend tevreden over dat het werk van de studenten blijft bestaan en door veel mensen gebruikt kan worden. Anderen kunnen ervan leren en zich er door laten inspireren. Alle partijen (mbo-docenten, HR-docenten, coördinatoren, studenten, ROC’s) krijgen bovendien een eigen rol en verantwoordelijkheid, iets wat de samenwerking zeer ten goede blijkt te komen.
Er blijven nog wel flink wat zaken over die ik in de toekomst zal moeten uitzoeken: Wie krijgt toegang tot welk deel van de wiki en hoe organiseer ik dat? Hoe zit het precies met auteursrechten, studenten putten deels uit bestaand lesmateriaal bij het ontwikkelen van hun lessen en mag dat zomaar op internet getoond worden? Niet alle docenten zijn goed in ontwikkelen (het formuleren van een ontwikkelopdracht) of het (vakinhoudelijk) begeleiden van studenten, hoe daarmee om te gaan? Alle partijen moeten hun deel leveren, het mag niet zo zijn dat een opleiding op een goedkope manier lesmateriaal laat ontwikkelen en daar zelf niets tegenoverstelt, we zullen dus uitgangspunten voor de samenwerking moeten formuleren die ook op de wiki gepubliceerd moeten worden. Is de wiki ook toegankelijk voor andere vakken dan Nederlands of wordt alles dan onbeheersbaar en kan ik daar maar beter van afzien? Hoe ga ik om met negatieve feed back voor studenten, komt die onverkort voor iedereen zichtbaar op de wiki? Ten aanzien van dit laatste punt: Ik heb nu als volgt besloten: ik heb alle mbo-docenten het feedbackformulier gestuurd en via dhr Iske geregeld dat ze het ingevuld zullen terugsturen, ik zal delen ervan (=dus mijn keuze) op de wiki zetten en ik wil er daarbij op toezien dat alleen opbouwende kritiek een plek krijgt want op dit moment is immers alles nog door iedereen te zien en te lezen. In de toekomst wil ik hier uitgangspunten voor formuleren en delen van de wiki kunnen afschermen. Kortom ik ben nog lang niet klaar met de wiki er is nog veel te bedenken en vorm te geven. Hij zal wel onderdeel blijven van deze module en mogelijk ga ik voor meer vakdidactische modules wiki’s starten. Tevens ga ik binnenkort overleggen met de ICT-medewerker van de HR over opname van mijn wiki in de elo van de opleiding. We werken met Natschool en ik kan onvoldoende inschatten wat de gevolgen, positief of negatief, daarvan zijn. Werkwijze We hebben op de HU drie colleges gehad en ik denk dat dat een heel aardige aanpak is gebleken. Het lijkt me overigens noodzakelijk om dit vak al halverwege blok 1 te introduceren. Dit geeft je de mogelijkheid om de ’23-dingen’ goed te bestuderen en zorgvuldiger te bekijken welke toepassing waar in je werk bruikbaar is. Voor mij was het voordeliger geweest als ik eerder aan de ontwikkeling van de wiki was begonnen maar tegelijkertijd vind ik het zelf niet erg om gaandeweg te ontwikkelen. Een aantal mogelijkheden en kansen had ik zelf niet vooraf kunnen bedenken. Soms blijkt een nadeel een voordeel. Maar omdat we daar niet op mogen gokken zou ik er toch de voorkeur aan geven meteen aan het begin van het jaar te starten. De e-mailbegeleiding door Jeroen vond ik prima, snel en doelmatig. Het onderdeel ICT heb ik ervaren als een zinvol en leerzaam deel van de masteropleiding en de flexibele houding van de docent daarbij als heel prettig en (dus daarom ook weer) leerzaam. Nelleke de Puit
Verloop: gaande de ontwikkeling van de module en wat leer ik ervan bijstelling of vervolg aanpak wiki: gebruiksmogelijkheden wiki/ opstartproblemen (bekendmaking ervan bij de studenten, start module en start aanmaak wiki/ behoefte aan kennis betreffende bevoegdheden (wie mag wat zien?)