SARAJEVO kijk, ze lapt de ramen waar sinds de granaataanvallen zoveel stof op zit en ze kamt de poes die net als zij is afgevallen en ze stopt de gaten in de sokken van haar zoon maar ze stopt niet de oorlog ze kamt niet de straten uit op mannen met geweren ze lapt niet de ogen van ons die haar zien ploeteren maar niettemin negeren haar handen werken, werken maar oorlog is geen handwerk
GORAZDE het is voorbij
proslo je
als je een mens was
da si covjek
sloot ik je ogen
zatvorila bih ti oci
je had de stem van
imao si glas
radiozendamateurs
radio-amatera
het lichaam van
tijelo
heiïge luchtfoto's
nejasnih avionskih snimaka
en de hartslag van
i oktucaj srca
een reuzin
jedne orijasice
maar een gezicht
ali lice
had je niet
nisi imao
omdat zij die je beschoten
jer oni koji su na tebe pucali
en zij die je beschutten
i oni koji su te stitili
hun eigen gezicht
morali su spasiti
moesten redden
vlastito lice
25/26-4-1994
ANNO ANNE
Iedereen kende Anne het meisje dat niet buiten mocht en binnenshuis hartstochtelijk jaren hetzelfde speelde: verstoppertje, verstoppertje totdat ze werd gevonden
Maar wie herkende Anne anno '93 toen ze Zlata heette en jaren aan haar dagboek schreef waarin ze het leven spelde niet bij het raam, nooit bij het raam daar vielen de gewonden
Buiten waren Nazi's en de Papaks op de daken de jodenhaat, de rassenwaan de gekte en de wrake waren ook de camera's die alles registreerden voor de buitenwereld die er niets van leerde
STRAATTEKENING twee plasjes bloed door geen penseelpunt nog beroerd misschien waren ze aan het krijten boter kaas en eieren een hinkelbaan een huis toen de oorlog kwam die hun tekening kleurde de wereld nam er foto's van voordat de regen kwam die alles weg zou spoelen samen met de tranen Sarajevo 10-11-1993
VETERANENTRANEN pelgrims naar de dood op vlakten vol uitroeptekens achter hun eigen verbazing dat hún jeugd niet gestold is in bruine, vooroorlogse foto's en een pot Normandisch zand veteranentranen getuigen van het leven met ruggen krom als vraagtekens achter de zin en waanzin schuifelen ze langs de graven en leggen moeizaam kransen bijna al voor zichzelf veteranentranen langzaam gedood door het leven spellen ze de namen van hen die snel door de dood zijn vereeuwigd maar jaarlijks bloemen krijgen elk jaar een jaar te laat kransen zijn nooit op tijd
Kosova Balkan, land van blokken en wankele akkoorden Waar Oost en West hun bondgenoten blind en vierkant steunen afzijdigheid de status heeft van afvallig stof dat geruimd moet worden Waar vrijheid vogelvrijheid is van ongebonden volken zoals de Albanezen wier zelfstandig denken het evenwicht verstoort. niet eer we hun recht doen echter is de vrede rond
Boek Een kiertje in de schutting tussen mij en jou, de lezer Ik voel en schrijf, jij leest en voelt Of niet, maar we proberen de afstand te beslechten Zelfs als de stroom uitvalt en onze post blijft liggen zijn er nog altijd boeken om de leemten van onwetendheid en onbegrip te dichten Is er nog steeds papier met gedachten sterker dan het zwaarst geschut
Vrijheid
Vrijheid is een blad papier Leeg verleidt het ons door zijn onbeschreven ruimte tot spilzucht en excessen Maar vol maant het tot kalmte en bezinning over tekens op afzijdig wit Alleen de vrije leegte is onbeperkt voorradig Maar de volle vrijheid is altijd marginaal
Incrowd Drenkelingen die elkaar bij de schouders grijpen en mond tot mond beademen met de verschraalde lucht die exclusief van hen is
Boom Door 't raam zie ik je groeien in camouflagekleuren De knoppen aan je takken exploderen in slow motion Nemen de stad in stilte
Zes maanden zal ze leven in de schaduw van jouw kruin
Als ik je weer zie sterven zwaait de wind je vrolijk uit Grijs kruipt de stad te voorschijn om je zomerjas te ruimen Jij rust even uit
mei als de winter spookt in mei regent het bloesemblaadjes schepijsroze op de stoep en balt de zomer angstig haar nog gevouwen vuisten slechts even omdat leven het zacht van palmen is
ANG-ST
angst is een woord met weerhaakjes het hecht zich aan de huig en laat de tongen los met een listig st angst is besef van kwetsbaarheid dat, in schaamte strandend, noodzaakt te ontkennen dat er angst bestaat woord dat geen woord houdt is de angst als ze, zichzelf voorbij, uitmondt in agressie en de toekomst wreekt
slapeloosheid licht in de lucht klimt de zon in de lucht? ik wil 'm niet zien en toch kijk ik vlug naar de kier in het overgordijn buiten ritst een brommer de dag meedogenloos open gedwee sla ik de lakens weg de verloren nacht heeft gewonnen
sporen over 100 jaar ben ik een spoor in de modder een duimafdruk op een scherf in de grond een onleesgebaar geworden boek na de zoveelste spellingsvernieuwing geeft niet ik ben gegaan waar ik wilde heb glazen geleegd en ingegooid en groeide in mijn verhalen als de werkelijkheid niet voldeed ik gaf mijn ziel de sporen niet jullie die ik niet kende
Techniek Als de mensheid televisie en kunstmanen gekend had toen Jezus werd gekruisigd had iedereen op aarde het persoonlijk kunnen zien!
Soap Toen zij dat hij met hem, wist zij dat hij biseksueel was En toen hij dat zij met hem, wist hij dat zij niet monogaam was En toen ik dat zei wist jij dat ik liever een aardig boek las
Ruzie
als een geschilde appel toon ik je mijn verdriet schaamteloos verkleurend jij glanst onverstoorbaar maar binnen in je huist dezelfde machteloosheid eender zijn we, jij en ik maar ik krijg jou niet open en jij mij niet dicht
Nieuws Niet wat we nog niet wisten maar wat bevestigd wordt Niet wat te vermijden leek maar wat voldongen werd Niet wat dreigend naderde maar wat ons al passeerde is actualiteit
Geen gedreven zoeker maar een achtervolger van nieuws dat al vervluchtigt is de journalist
Ouderdom
Al tussen haakjes leeft ze Haar toegeroepen woorden vangt ze met twee apparaatjes De beelden door twee glazen die haar ogen vreemd vergroten Maar wie van ons vangt haar nu haar beenderen broos als dorre takjes zijn geworden haar stem een ademtochtje dat geen geluiden draagt haar vingers letters schaatsen die alleen zijzelf ontwart? Waarom laat levenswijsheid zich uitsluitend in met doden die haar niet verklappen zodat het leven louter een dwaze aanloop blijft?
fiets De wereld rond zijn we geweest Ik dromend en jij fluisterdraaiend op hetzelfde ritme Ik liet je wel miljoen maal staan maar vond je telkens weer Tot die vervloekte middag Nu zoek ik tussen trossen chroom in stallingen en rekken naar een glimp van jou Je staat er niet, bestaat niet meer werd al gedemonteerd in een obscure ruimte En doorverkocht aan mensen die een bel of zadel zochten Niet een herinnering Verdingd is de betekenis die je alleen voor mij had Verlinkt ons samengaan
De cynicus
hij lacht zich dood, de cynicus om een wereld die niet deugen wil zich niet verbeteren laat ook niet door hem de ziener die in zijn schik de ogen sluit om de verblinde mens doodernstig lacht de cynicus om zijn gestorven ik
Kapuq (Albanese muts) Zou de zaak waar ik dit mutsje kocht nog niet zijn geplunderd? De stad waarin het zaakje lag nog niet zijn ontvolkt? Het volk dat ik ontmoette ginds nog niet zijn gedood? De dood die er bezit van nam nog kiemen in zich dragen van een menswaardig leven? of Behoort het land de wormen toe die al de bodem zuiveren van Albanese sporen In donkere golven zie ik ze de mutsen wit als schuimkoppen over de grenzen komen Scènes uit 1912, '29, '99 wegens succes geprolongeerd door geesteszieke leiders
Kunst
stukjes hemel vang ik als ik in de diepte gravend schoonheid schep op aarde die niet vierkant gelaagd is maar raadselachtig rond waardoor hel en heerlijkheid ons mensen loeren draaien en kunst wordt ze te duiden
Sterren Roem, roem stuurde hij,'n jongetje zijn auto's door het zand Roem, roem accelereerde hij als man zijn aspiraties Roem, roem werd zijn geheime herrie om vooruit te komen Herrie van herkenning Herriekenning van de ster die galm tot glans omvormde maar lichtjaren van zijn publiek uiteindelijk stierf in stilte
Nieuwe Orde Tonen, granten, galen, maden bevolken onze wereld Alloch, autoch, immi, emi waarin mens en menselijkheid oplossen als in toverspreuken van de Nieuwe Orde Allochgalen, illegranten emitonen, autochmaden Geen oormerk nog, maar tóch gekoeioneerd al Voorbestemd voor een nomadisch leven Land in, land uit Stad in, stad uit Kamp in, kamp... uit?
Rebel ik erken, ik ben een tumultuant maar jij die mij sluw overmant met stilzwijgende hoon kan mij ook overstemmen wist je, ik mis je tegenstand ben jij die mij zo onderhand doodzwijgt soms stomgeslagen? en wie ben ik dan nog?
interpunctie ik wantrouw dubbele punten schrik terug voor uitroeptekens dierbaar is me echter het gracieuze boogje dat telkens het rechtlijnige aan de finish vangt zin tot onzin krullend en waarheden tot opties dat dogma's buigt en leugens strikt lief lusje in de taal wat moet ik zonder vraagtekens die mijn gedachten voeden waarover zou ik schrijven als mijn verbazing stierf in gewenning aan een orde die we beschaving noemen universele rechten voor een besloten kring 't is vol, deur dicht een hek erom, waarom waarom, waarom
Skyline Tot in de hemel reikten ze Symbolen van de vrije markt God kon ons horen bellen Tot twee gekaapte spotvogels Zich in de flanken boorden Giftige wolken werden die aan de torens krabden Waar honderden omlaag renden En strandden in het bladerdeeg Van evenveel etages Op 11 september in New York Veranderde de wereld Omdat terreur een omvang kreeg Die niet meer te bestrijden is Alleen nog te voorkomen
Grochtengardel
Vol aan 't woord verknochten Die driest en dapper zochten Naar oorspronk'lijke gedochten Is de grochtengardel De gardel van de schone konst Waar het altijd van gerochten gonst Waar water klotst en liefde bronst De bedding van een kind of vondst Zo is de grochtengardel
Maxima Uitrit, uitweg? 'n Beetje pech Ze is ook maar een mens, niet waar? Haar gips is wit, haar kneuzing blauw Haar haar is licht als dat van jou Misgun je haar 'n gouden kroon? Kijk in je mond: goud is gewoon En zwaai jijzelf niet af en toe? Wat minder vaak, wat minder moe Word redelijk,kom 'n Beetje dom Zijn we niet állen mensen? Gedenk het volk dat sprookjes eist Geen zwartomrande dodenlijst Was deze fee een zeemeermin geschubd en met gespleten vin Ze kon voor moeders op het plein een gids naar de vermisten zijn Maar lopend over het water van d'oceaan ontgaat 'r het zeemansgraf beneden Zolang, te lang geleden?