Samenwerkingsconvenant regiemodel [Naam model/gemeente]
[Naam gemeente], [datum]
Deelnemende partijen
Vertegenwoordigers
Gemeente [naam gemeente]
[Functie en naam ondertekenaar]
Politie [naam politieregio]
[Functie en naam ondertekenaar]
[Naam andere partij 1]
[Functie en naam ondertekenaar]
[Naam andere partij 2]
[Functie en naam ondertekenaar]
[Etc.]
[Etc.]
1
2
Samenwerkings-convenant regiemodel
Inhoud 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding convenant 5 1.2 Wat is een regiemodel? 5 1.3 Juridische grondslag 5 2 Reikwijdte regiemodel 7 2.1 Problematiek 7 2.2 Werkingsgebied 7 2.3 Looptijd 7 2.4 Partners 7 3 Proces en inzet regiemodel 9 3.1 Regie / verantwoordelijkheden 9 3.2 Inzet partijen 9 3.3 Drie elementen 10 3.3.1 Informatieverzameling en –analyse 10 3.3.2 Actieoverleg 11 3.3.3 Briefings 11 3.4 Minimumeisen toezichthouders 11 3.4.1 Formele vereisten 11 3.4.2 Functie, houding en gedrag 11 3.5 Bejegeningsprofiel 12 3.6 Evaluatie 14 3.7 Ondersteunende faciliteiten 14 4 Bekrachtiging regiemodel 15 5 Bijlagen 17 5.1 Verklaring van toetreding 17 5.2 Verklaring van uittreding 17 5.3 Werkingsgebied regiemodel 17 5.4 Inzetmodel 18 5.5 Besluit informatie-uitwisseling 19 5.6 Geheimhoudingsverklaring 21 5.7 Begrippenlijst 22
3
4
Samenwerkings-convenant regiemodel
1. Inleiding 1.1 Aanleiding convenant Op [datum] zijn [namen partijen] in een intentieverklaring overeengekomen te zullen samenwerken in een regiemodel om de veiligheid van personen en een ongestoord en rechtmatig gebruik van goederen en zaken in de gemeente [naam gemeente] te bevorderen. In dit Samenwerkingsconvenant zijn afspraken gemaakt over de reikwijdte en invulling van het regiemodel.
1.2 Wat is een regiemodel? In een regiemodel worden afspraken vastgelegd tussen verschillende partijen die gezamenlijk toezichthouden en handhaven. Het is een procesinstrument: een gestandaardiseerde werkwijze waarbij gericht wordt ingezet op basis van actuele informatie (informatie-gestuurd). Samenwerking in een regiemodel wordt ingevoerd als specifieke plekken kampen met zeer ernstige onveiligheidsproblematiek waardoor een slechte veiligheidssituatie ontstaat. Doel is om, door een tijdelijke intensivering van toezicht en handhaving, de slechte veiligheidssituatie terug te brengen naar een acceptabel niveau. Een regiemodel wordt ingezet voor een specifieke problematiek, op een specifieke plaats (‘hotspot’) en voor een bepaalde tijd.
1.3 Juridische achtergrond De burgemeester is belast met het handhaven van de openbare orde (art. 172 Gemeentewet). Hij heeft een algemene zorg voor de voorkoming van strafbare feiten, die invloed hebben op de orde en rust in de gemeentelijke samenleving. De burgemeester is bevoegd om met behulp van de politie overtredingen van wettelijke voorschriften op het gebied van de openbare orde te beletten of te beëindigen. Bovendien kan de burgemeester bij verstoring van de openbare orde of ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de noodzakelijke maatregelen nemen.1 De daadwerkelijke operationele handhaving van de openbare orde is door de burgemeester opgedragen aan de politie (art. 2 Politiewet). 5
1
Kamerstukken II 19403, nr. 10, p. 87-88.
Momenteel is een wetsvoorstel in behandeling om de regierol van gemeenten op het terrein van lokale veiligheid te verankeren c.q. nog meer te verstevigen.2 Op grond van dit wetsvoorstel wordt de gemeenteraad verplicht een integraal veiligheidsplan vast te stellen. Het integraal veiligheidsplan bevat prioriteiten, doelstellingen en hoofdlijnen van de aanpak. Het veiligheidsplan is het beleidsmatige kader voor onder andere de inzet van toezichthouders en de keuze voor handhavingsinstrumenten.3
6
2
3
Wetsvoorstel tot ‘Wijziging van de Gemeentewet in verband met de versteviging van de regierol van de gemeente ten aanzien van het lokaal veiligheidsbeleid’ (Kamerstukken II, 32 459). Zie bijvoorbeeld Kernbeleid Veiligheid – Handreiking voor gemeenten van de VNG, p. 59.
Samenwerkings-convenant regiemodel
2. Reikwijdte regiemodel 2.1 Problematiek Het regiemodel [naam gemeente/model] heeft tot doel de volgende veiligheidsproblematiek aan te pakken: [bijv. vermogenscriminaliteit, zoals winkelovervallen, straatroof en zakkenrollerij] Partijen hebben de gezamenlijke ambitie om deze problematiek [evt. concreter benoemen of onderscheid aanbrengen tussen verschillende delicten] binnen een periode van [aantal maanden/ jaren] met [aantal] % te verminderen.
2.2 Werkingsgebied Dit regiemodel is van toepassing op [en/of ] rondom [omschrijving (winkel-)gebied, kaart bijvoegen in bijlage 5.3].
2.3 Looptijd Dit regiemodel gaat in op [datum] en heeft een looptijd tot [datum]. Het regiemodel wordt tussentijds geëvalueerd volgens de afspraken opgenomen in paragraaf 3.6. Op basis van de evaluatie wordt besloten of de looptijd van het regiemodel wordt verlengd.
2.4 Partners Zowel publieke als private partijen kunnen samenwerken in een regiemodel. Welke partners deelnemen, is afhankelijk van de aard en omvang van problematiek. In hoofdstuk 4 is de bekrachtiging van dit regiemodel door betrokkenen gerealiseerd. De actualiteit kan vragen dat partners toe- of uittreden tot het model. Dat kan met behulp van de formulieren opgenomen in de bijlagen 5.1 en 5.2. 7
8
Samenwerkings-convenant regiemodel
3. Proces en inzet regiemodel 3.1 Regie / verantwoordelijkheden Op basis van de beschreven juridische grondslag zijn de verantwoordelijkheden als volgt verdeeld: • Bestuurlijk heeft de gemeente de regie over het regiemodel (met een afgeleid mandaat van de bevoegdheid van de burgemeester). De gemeente [noemen verantwoordelijke persoon, bijv. ambtenaar OOV, wijkmanager, stadsmarinier, …] zorgt dan ook dat het regiemodel tot stand komt en zit het actieoverleg voor. • Op operationeel niveau ligt de algemene leiding bij de politie. De politie [concretiseren verantwoordelijke, bijv. wijkteamchef ] coördineert de afstemming van de dagelijkse werkzaamheden van de partners in het regiemodel en verzamelt en analyseert de beschikbare informatie.
3.2 Inzet partijen Doel van het regiemodel is de veiligheidssituatie verbeteren door de samenwerking tussen de verschillende partijen te versterken. De aard en omvang van de inzet van partijen (medewerkers die werkzaam zijn in de buitenruimte) wordt vastgelegd in een inzetmodel (zie bijlage 5.4). De samenwerking in het regiemodel is dus niet vrijblijvend: de inzet van de handhavers en toezichthouders is gegarandeerd doordat partijen bij dezen verklaren aan hun inspanningsverplichting te zullen voldoen. Het inzetmodel dient als basisrooster. Indien één van de deelnemende partijen te maken heeft met ernstige calamiteiten, waardoor het niet aan zijn inspanningsverplichting kan voldoen, stemt het af met [invullen persoon, bijvoorbeeld de voorzitter van het actieoverleg, of wellicht opschalen naar ander bestuurlijk gremium]. In dergelijke situaties zal de operationele leiding de inzet van andere partijen coördineren. [N.B. Er is een aantal rollen in het regiemodel te benoemen, waaronder regisseur, toezichthouders, handhavers en opsporing. De invulling wordt mede bepaald door de beschikbare capaciteit. In kleinere gemeenten zullen minder personen beschikbaar zijn dan in grotere gemeenten. Dit maakt de overleggen overzichtelijker, maar betekent wel dat sommige rollen wellicht door dezelfde personen vervuld moeten worden. Mogelijke invullingen van rollen zijn als volgt: • Regie: regisseur van het regiemodel. Voor de personele invulling hebben de grootste gemeenten de beschikking over gespecialiseerde ambtenaren, zgn. ‘stadsmariniers’, middelgrote gemeenten hebben aparte ambtenaren OOV en kleinere gemeenten moeten wellicht zelfs terugvallen op de burgemeester. • Toezicht: de uitvoerders van het toezicht. Hierbij geldt dat afhankelijk van de problematiek er verschillende uitvoerende diensten actief zijn op straat. De variëteit zal per gemeente verschillen • Handhaving: de handhaving ligt meestal in handen van politie en toezichthouders eventueel aangevuld met inzet van gemeentelijke diensten en woningcorporaties
9
• Opsporing: opsporing is vrijwel altijd een taak van politie en soms van BOA’s • Informatie: de informatieanalyse kan alleen de politie doen (i.v.m. WPG), de informatieverzameling zelf doen alle deelnemers van het regiemodel.]
3.3 Drie elementen Het regiemodel kent drie elementen: 1. informatieverzameling en –analyse 2. het actieoverleg, waarin prioriteiten en inzet worden bepaald 3. briefings ter instructie van uitvoerders. 3.3.1 Informatieverzameling en –analyse De politie verzamelt en analyseert informatie bij alle betrokkenen bij het regiemodel. Deze informatie dient als input voor het actieoverleg. [nadere invulling: wie levert informatie aan, in welke vorm, met welke frequentie, etc.] [hierbij kan niet alleen worden gedacht aan registraties van de politie en gemeentelijke toezichthouders, maar ook bijv. aan input via particuliere beveiligers van winkelketens, input via Burgernet, cameratoezicht van andere partijen]
10
Voorwaarden informatie-uitwisseling • De vertegenwoordigers van participanten kunnen een voorbehoud maken over de aard, omvang en inhoud van de informatie die zij inbrengen. • De participanten maken in het overleg op basis van de ingebrachte informatie afspraken over de aanpak en inzet ten aanzien van de criminaliteit en overlast, waarbij elke participant zijn/haar eigen specifieke inzet pleegt, wat wordt vastgelegd in het regiemodel. • Politiegegevens worden slechts verstrekt aan medewerkers van de participanten die in het bezit zijn van een overlegde Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Bij de oordeelsvorming omtrent de afgifte van die verklaring wordt rekening gehouden met de werkzaamheden die vermeld zijn in dit convenant. • De uitgewisselde informatie heeft een vertrouwelijk karakter. In verband met de privacy van personen geldt een geheimhoudingsplicht voor alle betrokkenen met wie politiegegevens worden uitgewisseld.4 Een daartoe strekkende verklaring wordt door alle betrokkenen ondertekend (zie bijlage 5.6). • Er vindt tijdens het overleg geen verslaglegging plaats die in strijd is met de geldende regel- en wetgeving. Ook houdt geen der participanten en deelnemers een eigen verslaglegging bij over de informatie die door andere participanten en deelnemers tijdens het overleg wordt ingebracht. • De verstrekte informatie door participanten wordt, conform wettelijk voorschrift, na gebruik voor analyse en uitwisseling in het overleg, volledig vernietigd. • Participanten zullen in geval van problemen of geschillen bij de uitleg of uitvoering van deze overeenkomst zich tot het uiterste inspannen om in goed overleg tot overeenstemming ter zake te komen.
4
Onder politiegegevens wordt op grond van de Wet politiegegevens verstaan: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon dat in het kader van de uitoefening van de politietaak wordt verwerkt (art. 1 sub a).
Samenwerkings-convenant regiemodel
3.3.2 Actieoverleg In het actieoverleg wordt op basis van actuele, gemeenschappelijke informatie de inzet van mensen en middelen bepaald (wat en waar). De gemeente is verantwoordelijk voor de organisatie van het actieoverleg. Deelnemers zijn medewerkers van alle betrokkenen bij het regiemodel. Van belang is dat zij bij elk actieoverleg aanwezig zijn en het mandaat hebben om namens hun organisatie: • te beslissen over aard en omvang van de inzet (wie, waar, wanneer en omvang) • de werkwijze en optreden toe te spitsen op de situatie in het hotspotgebied. Het actieoverleg vindt [maandelijks tot tweewekelijks] plaats. 3.3.3 Briefings In de briefings worden uitvoerders geïnstrueerd met betrekking tot hun optreden en het aanleveren van informatie. De politie is verantwoordelijk voor de organisatie van de briefings. De briefings vinden [wekelijks tot dagelijks] plaats.
3.4 Minimumeisen toezichthouders 3.4.1 Formele vereisten Toezichthouders die deelnemen aan de briefings5 en niet werkzaam zijn als BOA of bij de politie dienen te beschikken over: • een Verklaring Omtrent Gedrag, waaruit blijkt dat er geen bezwaren zijn tegen het uitoefenen van het toezicht, of: • een toestemmingsbrief van de Minister van Veiligheid en Justitie gebaseerd op een screening in zin van art. 2 lid 1 van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties. 3.4.2 Functie, houding en gedrag Elke deelnemende organisatie heeft voor de medewerkers die participeren in het regiemodel eigen functiebeschrijvingen. Daarnaast gelden de volgende minimumeisen ten aanzien van houding en gedrag: [door deelnemers regiemodel gezamenlijk te bepalen]
11
5
Alleen personen met wie persoonsgebonden wordt uitgewisseld dienen aan deze formaliteiten te voldoen.
Minimumeisen voorbeeldgemeente (ontleend aan een regiemodel gericht op het tegengaan van overlast) “Ten aanzien van houding en gedrag geldt: • Actief en stringent aanspreken op gedrag; • Correcte en schone kleding/uniform dragen; • Zelfvertrouwen uitstralen, krachtig en geloofwaardig overkomen; • Gastvrije basishouding ten opzichte van bezoekers van de stad; • Assertief handelen bij incidenten; • Sterk communicatief én publieksvriendelijk zijn; • Oordelen naar feitelijk gedrag; • Gericht zijn op effectieve samenwerking met toezichthouders van verschillende organisaties, onder andere blijkend uit een respectvolle houding. De volgende zaken horen hier niet bij: • Eten, drinken en roken tijdens het toezicht; • Privé mobiel bellen tijdens het toezicht; • Met toezichthouders in groepen met elkaar kletsen; • Hangen of leunen tegen muurtjes, pilaren, bankjes, etc.”
3.5 Bejegeningsprofiel [door deelnemers regiemodel gezamenlijk te bepalen; afhankelijk van de problematiek, zo concreet mogelijk benoemen per doelgroep]
12
Samenwerkings-convenant regiemodel
Bejegeningsprofiel voorbeeldgemeente “Aangezien verschillende toezichthouders uit verschillende organisaties samenwerken, is het gewenst om eenduidig op te treden naar de doelgroepen. Consequent en preventief aanspreken op gedrag is belangrijk om verbetering te realiseren van de sociale veiligheid. Hiervoor is een bejegeningsprofiel opgesteld dat als uitgangspunt dient voor alle betrokken organisaties. Het uitgangspunt van de bejegening van de verschillende doelgroepen in het centrum is een preventieve bejegening. In het kader van het “Binnenstadsprogramma” wordt verwacht dat elke (semi-)overheidsfunctionaris, al dan niet in uniform, zich als een goed ambassadeur gedraagt. Dat houdt onder andere in het helpen bij het vinden van de weg, het uitdelen van plattegronden, etc. Specifieke doelgroepen zijn: zwervers, bedelaars, verslaafden, jongeren en het winkelend publiek/ toeristen. Per doelgroep geldt de volgende bejegening: Zwervers/bedelaars/verslaafden: worden bij het veroorzaken van overlast actief aangespoord om de overlast te staken. Door het actief aanspreken van de doelgroep wordt deze duidelijk in kaart gebracht middels persoonlijke dossiers. Gebruik wordt gemaakt van gebiedsontzeggingen. Via de reguliere kanalen worden mensen individueel naar de zorg toegeleid. Jongeren: met jongeren wordt actief de dialoog gezocht. Op basis van herkenning kan geprobeerd worden een stuk erkenning bij zowel jongeren als toezichthouders te bewerkstelligen. Insteek blijft, conform de huidige benadering van de politie, om de jeugd normen en waarden bij te brengen waarbij overwicht wordt getoond zonder weerstand of confrontatie op te roepen. Indien gewenst wordt het Jongerenwerk ingeschakeld. Winkelend publiek/toeristen/uitgaanspubliek: deze doelgroep wordt actief aangesproken als het gaat om informatie geven over het gebied en evenementen. Zij worden preventief aangesproken ter bewustwording van veiligheid en waar nodig aangesproken als zij overlast veroorzaken. Gouden regels voor de bejegening van alle doelgroepen zijn dat je een neutrale houding hebt richting alle doelgroepen en de doelgroepen actief aanspreekt. Daarnaast geef je het goede voorbeeld (qua optreden, uiterlijk, correcte kleding, etc.) en heb je respect voor andere culturen en nationaliteiten. Je bent onbevooroordeeld dus je beoordeelt naar feitelijk gedrag en je houdt altijd in gedachten dat je het visitekaartje van de stad bent.”
13
3.6 Evaluatie Tijdens elk actieoverleg worden de resultaten van het regiemodel besproken. Dat wil zeggen: de ontwikkeling van de (aard en omvang van) de problematiek wordt vergeleken met de acties/ instructies zoals benoemd in de briefings. Op basis van deze analyse worden afspraken over prioriteiten en inzet bijgesteld indien nodig. Het algemene functioneren van het regiemodel en de afspraken van dit Samenwerkingsconvenant worden ten minste één maal per [bijv. half jaar of jaar] door de partijen bij dit convenant geëvalueerd. Deze evaluatie is kwalitatief van aard: centraal staat de vraag of partijen de samenwerking in de huidige vorm (nog) als effectief ervaren. Naar aanleiding van deze periodieke evaluatie moet de uitwerking van het model worden geactualiseerd.
3.7 Ondersteunende faciliteiten Iedere partij draagt de kosten van de eigen inzet. [In deze paragraaf kunnen aanvullend bijv. afspraken worden gemaakt over gebruik van (elkaars) technische hulpmiddelen, huisvestingskosten, etc.]
14
Samenwerkings-convenant regiemodel
4. Bekrachtiging regiemodel Elke instantie of partij die een toegevoegde waarde heeft voor het regiemodel kan hieraan deelnemen. De onderstaande partijen verklaren deel te nemen aan het regiemodel en invulling te geven aan de afspraken die in dit Samenwerkingsconvenant (en de daarbij behorende bijlagen) worden genoemd. Aldus overeengekomen en ondertekend in [naam gemeente] op [datum] Gemeente [naam gemeente] [Functie en naam ondertekenaar]
Politie [naam politieregio] [Functie en naam ondertekenaar]
[Naam andere partij 1] [Functie en naam ondertekenaar]
[Naam andere partij 2] [Functie en naam ondertekenaar]
15
[Etc.]
16
Samenwerkings-convenant regiemodel
5. Bijlagen 5.1 Verklaring van toetreding Hierbij verklaart ondergetekende partij zonder enig voorbehoud deel te nemen aan het regiemodel [naam regiemodel/gemeente] en zich te houden aan de afspraken zoals overeengekomen in dit Samenwerkingsconvenant en de daarbij behorende bijlagen d.d. [datum/ versie Samenwerkingsconvenant]. [Datum ondertekening] [Naam organisatie] [Naam vertegenwoordiger organisatie] [Bekrachtiging door kernpartijen regiemodel]
5.2 Verklaring van uittreding Hierbij verklaart ondergetekende partij zonder enig voorbehoud uit het regiemodel [naam regiemodel/gemeente] te stappen en niet meer gebonden te zijn aan de afspraken zoals overeengekomen in dit Samenwerkingsconvenant en de daarbij behorende bijlagen d.d. [datum/ versie Samenwerkingsconvenant].
[Datum ondertekening] [Naam organisatie] [Naam vertegenwoordiger organisatie] [Bekrachtiging door kernpartijen regiemodel]
5.3 Werkingsgebied regiemodel 17
[Kaart gebied invoegen waarop duidelijk is af te lezen op welk gebied het regiemodel van toepassing is]
5.4 Inzetmodel Inzetafspraken: [Voorbeeld; aanpassen en aanvullen met andere partijen] Partij
Inzet
Werkwijze/methode
Politie
Dagelijks van 07:00 – 18:00 uur 4 man wijkpolitie
Surveillerend in het winkelgebied
Dagelijks van 09:00 – 17:00 2 man wijkpolitie
Surveillerend in resterende deel van de wijk
Stadstoezicht …
Afspraak over werkwijze voorbeeldgemeente Toezicht wordt in koppels gehouden. Deze koppels lopen echter niet (zoals traditioneel) naast elkaar, maar met minimaal 100 meter afstand. Dat leidt tot meer zichtbaarheid en meer zicht.
Flankerende maatregelen: [Voorbeeld; aanpassen en aanvullen met andere partijen] Partij
Maatregel
Gemeente
Plaatsing extra straatverlichting in winkelgebied
Politie
Snelle inzet van politie in geval van nood van andere toezichthouders/handhavers
… 18
Samenwerkings-convenant regiemodel
5.5 Besluit informatie-uitwisseling Besluit informatie-uitwisseling politie [naam regio] in het kader van het samenwerkingsverband m.b.t. het regiemodel [naam model/gemeente] in de zin van artikel 20 Wet politiegegevens Inleiding De politie [naam regio] neemt deel aan het samenwerkingsverband regiemodel [naam regiemodel]. De partijen van dit samenwerkingsverband hebben een Samenwerkingsconvenant opgesteld op [datum]. Dit Besluit informatie-uitwisseling regelt de wijze waarop de politie [naam regio] politiegegevens verstrekt aan de partijen die deelnemen aan het samenwerkingsverband. De korpsbeheerder6 van de politie [naam regio] besluit op grond van artikel 20 Wet politiegegevens en in overeenstemming met: • de hoofdofficier van Justitie van het arrondissement [naam] voor zover het de verstrekking van gegevens betreft die verwerking in het kader van de opsporing van strafbare feiten, en • de burgemeester van de gemeente [naam gemeente], voor zover het de verstrekking van gegevens betreft die worden verstrekt in het kader van de handhaving van de openbare orde • tot het verstrekken van politiegegevens aan partijen betrokken bij het samenwerkingsverband, voor zover aan partijen niet reeds, gebaseerd op andere artikelen uit de Wet politiegegevens, politiegegevens kunnen worden verstrekt. Doel Het doel van de gegevensverstrekking van het onderhavige samenwerkingsverband is [in/rondom] [omschrijving locatie] het voorkomen en opsporen van strafbare feiten; in het bijzonder vermogensdelicten. [evt. uit te breiden met: • het handhaven van de openbare orde, in het bijzonder … • het uitoefenen van toezicht op de naleving van regelgeving, in het bijzonder …] Zwaarwegend maatschappelijk belang [Zo concreet mogelijk toelichten waarom uitwisseling van gegevens met het oog op een zwaarwegend belang noodzakelijk is. Voorbeeld van een redenering: • het regiegebied (bijv. winkelgebied) is een centraal punt in de gemeente, waar dagelijkse veel personen passeren en dat dient als visitekaartje van de gemeente • er vindt geregeld vermogenscriminaliteit plaats (zoals overvallen, straatroof, zakkenrollerij) • al lange tijd wordt er door de politie intensief gesurveilleerd • in toenemende mate wordt samengewerkt met relevante partners om de problemen het hoofd te kunnen bieden • gezien recente ontwikkelingen is een intensieve samenwerking noodzakelijk]
6
Te actualiseren na in werking treding van de Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 201x.
19
Gezien de maatschappelijke functie van [naam regiegebied] is de veiligheid in [naam regiegebied] daarom aan te merken als een zwaarwegend belang, waaraan de samenwerkingspartners een waardevolle bijdrage leveren. Om die samenwerking effectief te laten zijn, is verstrekking van bepaalde politiegegevens aan de partijen noodzakelijk. Wijze van verstrekking De informatieverstrekking in het kader van het regiemodel vindt als volgt plaats: • Ten behoeve van een effectieve aanpak van de criminaliteit en de inzet ter preventie en opsporing daarvan, stemmen participanten met elkaar af in een “actieoverleg”. • Ten behoeve van een effectieve operationele uitvoering vinden er tussen de uitvoeringsmedewerkers van de betrokken participanten periodieke “briefings” plaats. • Ter realisatie van de meest toepasselijke aanpak, inzet en operationele uitvoering wisselen participanten met elkaar relevante informatie uit. • De gegevens van natuurlijke personen worden pas uitgewisseld indien dit noodzakelijk is ter bestrijding en/of voorkoming van strafbare feiten, in het bijzonder vermogensdelicten, waarbij de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit worden toegepast. Politiegegevens worden slechts verstrekt door of namens: [zo concreet mogelijk invullen wie, bijv. de operationeel coördinator van het regiemodel en bijv. de wijkagent van het gebied]. Verstrekking geschiedt aan: [zo concreet mogelijk invullen wie, afhankelijk van welke partners in welke mate betrokken zijn bij het regiemodel]. Uit te wisselen gegevens In het kader van dit besluit mogen politiegegevens worden verstrekt die op grond van de artikelen 8 en 13 van de Wet politiegegevens worden verwerkt voor de dagelijkse politietaak. Slechts die gegevens worden uitgewisseld die nodig zijn voor een effectieve inzet van participanten en voor een adequate aanpak van criminaliteit in het kader van het regiemodel. Het gaat daarbij om de volgende informatie: • personalia van (mogelijke) daders van strafbare feiten die in het regiegebied [naam gebied] actief zijn • exacte locatie van plaatsen of panden waar criminaliteit wordt gepleegd • kentekens van voertuigen die betrokken zijn bij criminaliteit. [Evt. aanpassen/concretiseren n.a.v. omschrijving doel onder punt 2. Ook indien bijv. gebruik wordt gemaakt van camerabeelden kunnen de signalementen en gedragskenmerken die hieraan worden ontleend in de opsomming worden opgenomen.] 20
De door de politie verstrekte gegevens mogen door de ontvangende partij worden gebruikt voor de taken en doeleinden zoals deze voortvloeien uit het regiemodel en voor zover deze op de veiligheid betrekking hebben. Voorwaarden Vanwege het vertrouwelijke karakter van politiegegevens, draagt op grond van artikel 7 lid 2 Wet politiegegevens ook de ontvanger van politiegegevens een geheimhoudingsplicht. De ontvanger is gehouden om maatregelen te nemen teneinde verstrekte politiegegevens niet ter kennis te doen komen van onbevoegden. Doorverstrekking van politiegegevens vindt slechts plaats voor zover wet- en regelgeving daartoe verplichten of voor zover dat voortvloeit uit het doel van dit besluit. Samenwerkings-convenant regiemodel
Looptijd Dit besluit treedt in werking na ondertekening door de korpsbeheerder van de politie [naam politieregio]. Dit besluit is geldig tot [datum], de datum waarop het regiemodel afloopt [zoals afgesproken in het Samenwerkingsconvenant]. De korpsbeheerder is bevoegd om dit besluit in te trekken op ieder moment dat het zwaarwegend algemeen belang in de zin van artikel 20 Wet politiegegevens niet meer aanwezig wordt geacht. Aldus besloten en ondertekend in [naam gemeente] op [datum]
[Naam] Korpsbeheerder politie [naam politieregio]
5.6 Geheimhoudingsverklaring7 Ik [naam] Geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] Bevestig hierbij, dat mij, heden, de uitdrukkelijke verplichting is opgelegd, de zaken, waarvan ik door mijn ambt en in relatie tot het opgestelde Samenwerkingsconvenant in het kader van het regiemodel [naam regiemodel/gemeente], kennis draag en die mij als geheim zijn toevertrouwd of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet begrijpen, niet te openbaren aan anderen dan aan hen, aan wie ik volgens de wet of ambtshalve tot mededeling verplicht ben. Een gelijkluidend afschrift is mij verstrekt. In titel XVII onder het hoofd “schending van geheimen” luidt het eerste lid van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht: “Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.” [Plaatsnaam, datum ondertekening]
7
Te ondertekenen door alle deelnemers van het actieoverleg en de deelnemers van de briefings indien daar politiegegevens (gegevens herleidbaar op personen) worden gedeeld.
21
5.7 Begrippenlijst Actieoverleg
Bijeenkomst waarin op basis van actuele, gemeenschappelijke informatie de inzet van mensen en middelen wordt bepaald
Besluit informatie-uitwisseling
Besluit van de korpsbeheerder van de politie in de zin van artikel 20 Wet politiegegevens, dat het mogelijk maakt dat politiegegevens worden verstrekt aan partijen betrokken bij het regiemodel
BOA
Buitengewoon opsporingsambtenaar: een ambtenaar die op grond van artikel 142 Wetboek van Strafvordering (specifieke) opsporingsbevoegdheden toegekend heeft gekregen (bijv. parkeerwachters, milieu-inspecteurs, leerplichtambtenaren)
Briefing
Bijeenkomst, georganiseerd door de politie, waarin uitvoerders worden geïnstrueerd met betrekking tot hun optreden en aanleveren van informatie
Politiegegevens
Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon dat in het kader van de uitoefening van de politietaak wordt verwerkt (art. 1 sub a Wet politiegegevens)
Toezichthouder
Een persoon die bij of krachtens wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift (art. 5:11 Awb) (N.B. Een toezichthouder is vaak ook aangewezen als opsporingsambtenaar).
22
Samenwerkings-convenant regiemodel