Samenwerkingsconvenant tussen Ketenpartners inzake Veiligheidshuis district Bergen op Zoom
De ondertekenende partijen, de Ketenpartners,
Halt Zuid-West Nederland Bureau Jeugdzorg Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Roosendaal Gemeente Woensdrecht Gemeente Steenbergen Gemeente Moerdijk Gemeente Halderberge Gemeente Rucphen Novadic-Kentron Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Breda Politie Midden en West Brabant Raad voor de Kinderbescherming Slachtofferhulp Nederland Reclassering Nederland Juzt Dienst Justitiële Inrichtingen GGZ Westelijk Noord-Brabant MEE West-Brabant Stichting Mozaïk Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (Safegroup) Stadlander Traverse
verder te noemen het Veiligheidshuis, Besluiten tot voortzetting van de samenwerking in het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom, onder de volgende bepalingen
Pagina 1 van 29
1. Doelstelling van het Veiligheidshuis 1.1. Het Veiligheidhuis stelt zich ten doel vroegtijdig, snel, consequent, persoonsgericht, samenhangend en gelijktijdig reageren met als resultaatgebieden: 1.1.1. verbetering van de justitiële ketensturing gericht op het terugdringen van recidive van crimineel gedrag en adequate zorg aan slachtoffers; 1.1.2. versterking van de samenhang in de keten (preventie, opsporing, vervolging, berechting, executie en nazorg); 1.1.3. versterking van de afstemming tussen curatieve, preventieve, repressieve en correctieve maatregelen; 1.1.4. verhogen van de efficiëntie en effectiviteit van de (strafrechtelijke) interventies in samenwerking met lokaal bestuur; 1.1.5. vergroten van de zichtbaarheid en herkenbaarheid van justitie als geheel (op lokaal niveau) door middel van o.a. werkbare justitiële reacties; 1.1.6. vergroten van het inzicht in de veiligheidssituatie in het politiedistrict Bergen op Zoom; 1.1.7. te komen tot niet-vrijblijvende afspraken over te leveren prestaties en afstemming van werkprocessen, opdat de handhaving binnen de gegeven kaders maximaal doelmatig en doeltreffend verloopt, 1.1.8. waarbij partijen zich er bewust van zijn, dat voor realisering van de beoogde doelstellingen de partijen (wederzijds) afhankelijk zijn van de door partijen afzonderlijk hiertoe te verrichten inspanningen. 1.2. Het jaarplan geeft uitwerking aan de doelstellingen en voorziet deze van prestatiemaatstaven: 1.2.1. Het jaarplan geeft aan op welke doelgroepen de samenwerking zich richt en welke prioriteiten daarbij gelden. 1.2.2. Het jaarplan vertaalt de prestatiemaatstaven in concrete bijdragen van iedere partner. 1.3. De stuurgroep rapporteert tenminste jaarlijks aan de ketenpartners over de uitvoering van het jaarplan. 2. Werkwijze 2.1. Kenmerkend voor de werkwijze van het Veiligheidshuis is dat de ketenpartners zorg zullen dragen voor snelle, consequente en efficiënte behandeling van zaken door meer samenhang te bieden in de aanpak. 2.2. De werkwijze van het Veiligheidshuis is gebieds- en persoonsgericht en integraal volgens onderstaand model:
Preventie
2.3.
Opsporing
Vervolging
Berechting
Executie
Nazorg
Preventie
Belangrijk is dat de verbindingen tussen de verschillende onderdelen van de keten sluitend zijn. De Ketenpartners in het Veiligheidshuis zijn op hetzelfde moment bezig met de aanpak. Per doelgroep zijn scenario’s opgesteld die uitgangspunten bevatten voor een interventiemenu met de daarbij te hanteren werkwijzen. De scenario’s zijn vastgelegd in ketensluitende werkprocessen. Om de samenhang in de processen te waarborgen en een heldere aanpak naar daders en slachtoffers te waarborgen, worden scenario’s pas Pagina 2 van 29
uitgevoerd nadat in gezamenlijk overleg (casusoverleg) een scenario is vastgesteld en vastgelegd. De werkafspraken in het scenario worden gemonitord op voortgang, de vastgestelde prestatie-indicatoren en inhoudelijke afspraken door de manager veiligheidshuis. 3. Structuur 3.1. Stuurgroep 3.1.1. Samenstelling stuurgroep De stuurgroep bestaat uit een bestuurlijke vertegenwoordiger van elke ketenpartner. De manager veiligheidshuis is adviserend lid van de stuurgroep. 3.1.2. Taak stuurgroep a. De stuurgroep geeft sturing aan de werkwijze van het veiligheidshuis en de ketensamenwerking. Waar nodig worden ontwikkelclusters gevormd voor inhoudelijke uitwerking van thema’s. b. De stuurgroep stelt het jaarplan, inclusief begroting, en de rapportages over de uitvoering van het jaarplan vast. c. De stuurgroep beslist over uitwerking van eventuele verbeterpunten, die kunnen leiden tot het bijstellen van bedrijfsprocessen of inzet van mensen en middelen in het Veiligheidshuis. Deze uitwerking vindt plaats binnen de kaders die het kernteam aangeeft op basis van haar bevoegdheden voor personeel en financiën. 3.2. Manager Veiligheidshuis 3.2.1. De manager veiligheidshuis zorgt er voor dat de bedrijfsprocessen kunnen worden verricht. Over de voortgang en resultaten van de verrichtingen, vastgesteld aan de hand van het jaarplan, rapporteert de manager veiligheidshuis in het kernteam en de stuurgroep. In de rapportages worden ook analyses en adviezen opgenomen. 3.2.2. De werkzaamheden in het Veiligheidshuis vinden plaats onder aansturing en coördinatie van de manager veiligheidshuis. 3.2.3. Door middel van het creëren van randvoorwaarden, zoals een adequate communicatie, informatievoorziening en faciliteiten, draagt hij er zorg voor dat de verantwoordelijke partners binnen het Veiligheidshuis hun werk kunnen doen. De manager veiligheidshuis stuurt niet op de uitvoerende processen van de partners zelf, maar hij is wel de spil in het waarborgen van de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Daarom speelt hij een belangrijke rol in het vaststellen van het gewenste scenario door het faciliteren van het zogenaamde casusoverleg. 3.2.4. Aanvullend op de functiebeschrijving en procesbeschrijving beschikt de manager veiligheidshuis over de bevoegdheid tot het verstrekken van opdrachten aan binnen het Veiligheidshuis werkzame medewerkers van de Ketenpartners in het kader van de gemaakte afspraken in de stuurgroep. 3.2.5. De kerngroep sluit een detacheringsovereenkomst met de ketenpartner waar de manager veiligheidshuis in dienst is. 3.3. Kernteam 3.3.1. Samenstelling kernteam Het kernteam bestaat in ieder geval uit de Manager Veiligheidshuis met vertegenwoordiging van gemeenten en een vertegenwoordiging van het OM. De Pagina 3 van 29
stuurgroep kan vertegenwoordigers van andere ketenpartners in het kernteam benoemen. 3.3.2. Taak kernteam a. Het kernteam adviseert de stuurgroep over de instandhouding van het veiligheidshuis. Dit is de eerste verantwoordelijkheid van het kernteam. b. Het kernteam adviseert de stuurgroep over financiën en de inzet van personeel. Het kernteam stelt de conceptbegroting op en legt deze voor aan de stuurgroep. Het kernteam verzorgt namens het veiligheidshuis alle taken in de planning en controlcyclus. c. Het kernteam kan mandaat verlenen aan de manager veiligheidshuis voor uitvoering van de onder 3.3.2.b. genoemde taken. d. Het kernteam draagt zorg voor een adequate advisering van de manager veiligheidshuis en zonodig van de stuurgroep. e. Het kernteam vertaalt waar nodig het beleid van OM en gemeenten naar de ketensamenwerking in het veiligheidshuis. Waar nodig leidt dit tot voorstellen aan de stuurgroep of de manager veiligheidshuis. 3.4. Ketenpartners 3.4.1. Bij de samenwerking in het Veiligheidshuis blijven de eigen taken van de afzonderlijke leden nadrukkelijk onder de eigen verantwoordelijkheid van de afzonderlijke leden van de stuurgroep vallen. Voor de algemene functies in het veiligheidshuis is het kernteam bestuurlijk verantwoordelijk. 3.4.2. De Ketenpartners leveren gekwalificeerde personele inzet aan het Veiligheidshuis. Het uitgangspunt is dat de deelnemende ketenpartner verantwoordelijk blijft voor de uitvoering van een bepaald bedrijfsproces en de inrichting daarvan. Tegelijkertijd maakt de ketenpartner deel uit van de organisatie Veiligheidshuis en committeert zich aan de gezamenlijke doelstellingen van het Veiligheidshuis. 3.4.3. Ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen vindt binnen het Veiligheidshuis structureel en incidenteel overleg plaats. De personele inzet is mede bedoeld voor het voorbereiden en voeren van dit overleg, afstemming, coördinatie en de uitvoering van taken ten behoeve van de realisatie van de doelstellingen. 3.4.4. Het functieniveau van de door de Ketenpartner ingezette functionaris komt overeen met het niveau van een vergelijkbare functie binnen de eigen organisatie van de Ketenpartner. 3.4.5. De ingezette medewerker voldoet aan de eisen van opleiding, vaardigheden en ervaring om de werkzaamheden met een voldoende kwaliteit uit te kunnen voeren. De medewerkers in het Veiligheidshuis beschikken over de kernvaardigheden flexibiliteit, voortgangscontrole, creativiteit, omgevingsbewustzijn, en samenwerken. De Ketenpartner heeft de eerste verantwoordelijkheid ten aanzien van het screenen van de kwaliteiten voor functioneren in het Veiligheidshuis. 3.4.6. De Ketenpartner garandeert een ongestoorde inzet van de medewerkers. Ook gedurende de vakantieperiodes dienen de werkzaamheden voortgang te vinden. Bij ziekte of afwezigheid, langer dan vier weken zorgt de Ketenpartner voor vervanging van de medewerker. 3.4.7. Bij meningsverschillen of conflicten die de werkrelatie(s) in het Veiligheidshuis (kunnen) verstoren of bemoeilijken zal de manager veiligheidshuis in overleg met de Ketenpartner zoeken naar een oplossing. Pagina 4 van 29
4. Informatievoorziening 4.1. De Ketenpartner neemt de verantwoordelijkheid voor het verzamelen en aanleveren van relevante en actuele informatie ten behoeve van de activiteiten binnen het Veiligheidshuis. 4.2. Iedere ketenpartner is verantwoordelijk voor een goede overdracht van informatie van 18- naar 18+. 4.3. De Ketenpartners hebben de verantwoordelijkheid om, naast de samenwerking binnen het Veiligheidshuis, samen te werken met die instanties, die een rol (kunnen, moeten) spelen bij de aanpak van de gesignaleerde problemen en die niet vertegenwoordigd zijn in het Veiligheidshuis. 4.4. De ketenpartners streven naar het opzetten van één informatiesysteem en één administratie. 4.5. De ketenpartners zijn bij het uitwisselen van gegevens gehouden aan het Privacy convenant, dat is bijgevoegd bij het Convenant Veiligheidshuis. Overeenkomstig de geldende voorschriften wordt hiervan melding gedaan aan het College bescherming persoonsgegevens (Cbp). Informatie-uitwisseling met een andere organisatie dan de ketenpartners is alleen toegestaan, als deze organisatie schriftelijk instemt met het Privacy convenant. 5. Financiën 5.1. De dagelijkse verantwoordelijkheid voor de financiën waarmee het veiligheidshuis in stand wordt gehouden ligt bij het kernteam. 5.2. De gemeente Bergen op Zoom faciliteert het kernteam in deze taak, door als rechtspersoon op te treden bij het aanvragen, verkrijgen en verantwoorden van budgetten. 5.3. Het kernteam is bevoegd tot alle handelingen die verbonden zijn aan: a. de cyclus van planning en control, voor zover deze niet verzorgd worden door de gemeente Bergen op Zoom b. de verantwoordelijkheid naar subsidieverstrekkers. c. financiën en personeel met een algemene functie voor het veiligheidshuis. 5.4. Het kernteam doet jaarlijks een voorstel voor een begroting aan de stuurgroep. De stuurgroep stelt de jaarlijkse begroting vast. 5.5. Voor de financiële taken kan het kernteam mandaat verlenen aan de manager Veiligheidshuis. 5.6. De kosten voor huisvesting in het Veiligheidshuis worden naar rato van gereserveerde werkplek door de gemeente Bergen op Zoom aan de deelnemende partners in rekening gebracht. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks vooraf vastgesteld door het kernteam, binnen het kader van de vastgestelde begroting. 5.7. De Ketenpartners dragen zorg voor de financiering van de inzet van de eigen medewerkers. De kosten voor de verbinding van de automatisering alsmede de kosten voor de uitvoering van de eigen autonome werkprocessen blijven ook voor rekening van de individuele organisaties.
6. Rechtspositie 6.1. Personeel is in principe in dienst bij één van de partners. Zonodig kan detachering bij het veiligheidshuis geregeld worden binnen dat dienstverband. Pagina 5 van 29
6.2.
Bij enkele functies is benoeming bij een partner niet vanzelfsprekend. De gemeente Bergen op Zoom is door de ketenpartners gemachtigd om in deze gevallen afspraken met een onafhankelijke rechtspersoon te maken die het dienstverband verzorgt voor het veiligheidshuis.
7. Aansprakelijkheid 7.1. De medewerkers onthouden zich van gedragingen die het Veiligheidshuis schade kunnen toebrengen. 7.2. In overeenstemming met wettelijke bepalingen is de Ketenpartner aansprakelijk voor gedragingen van en schade veroorzaakt door de door de Ketenpartner ter beschikking gestelde medewerkers alsmede voor gedragingen van door de Ketenpartner voor de uitvoering van de activiteiten ingeschakelde derden. 7.3. De Ketenpartner vrijwaart het Veiligheidshuis tegen elke vordering van derden betreffende schade of inbreuk op enig recht, waaronder onder meer begrepen alle rechten van intellectuele eigendom en rechten voortvloeiend uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens, ongeacht wie de door het OM te verrichten werkzaamheden feitelijk heeft uitgevoerd. 8. Wijziging en beëindiging 8.1. Het kernteam is gerechtigd voor de algemene functies van het veiligheidshuis de functiebeschrijvingen waar nodig aan te passen. De manager veiligheidshuis heeft hierbij een adviserende rol. 8.2. De stuurgroep is gerechtigd werkprocessen aan te passen. Aanpassingen kunnen pas worden doorgevoerd na instemming van de ketenpartners. 8.3. In het geval dat er geschillen tussen ketenpartners ontstaan omtrent uitvoering van taken binnen het veiligheidshuis, of in geval van tussentijdse beëindiging is de volgende geschillenregeling van kracht: a. Het kernteam voert oplossingsgericht overleg met de betrokken ketenpartners. b. Als het overleg bedoeld bij a na beraad geen oplossing kan bieden, volgt een procedure met een commissie die bindend advies uitbrengt aan de betrokken partners. De commissie is als volgt samengesteld. De ketenpartners waartussen het verschil is ontstaan wijzen elk een deskundige aan. Deze deskundigen wijzen gezamenlijk een onafhankelijk voorzitter aan. 8.4. Bij wijziging van het convenant of ingrijpende beslissingen van vergelijkbare orde is overleg van alle ketenpartners nodig. In die situatie treedt de stuurgroep op in de rol van overlegforum tussen de partners van het convenant. 8.5. De Stuurgroep Veiligheidshuis kan het convenant opzeggen. Bij opzegging worden de lopende verplichtingen en de bijbehorende kosten per ketenpartner per deelgenomen werkplek verhaald. 8.6.1. Elke ketenpartner kan deelname in het convenant jaarlijks met ingang van 1 januari opzeggen. De opzegging dient uiterlijk op 30 juni van het voorafgaande jaar schriftelijk aan de overige ketenpartners te zijn meegedeeld. Bij opzegging zijn de lopende verplichtingen onverkort van toepassing tot de opzegging van kracht wordt. 9. Duur Het Convenant gaat in op 1 januari 2009 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Pagina 6 van 29
Toelichting bij Samenwerkingsconvenant tussen Ketenpartners inzake Veiligheidshuis Bergen op Zoom Algemeen Verbeteringen van formuleringen uit het lopende convenant, die niet leiden tot wezenlijke inhoudelijke wijziging van de bepaling zijn in deze toelichting niet opgenomen. Bij 1. Doelstelling van het Veiligheidshuis De formulering van de meeste doelen is overgenomen uit het conceptconvenant dat in het AJB in behandeling is. Deze formulering biedt een uitwerking van de doelen in het lopende convenant. Met 1.2. zijn de uitgewerkte doelstellingen uit het convenant gehaald. Via het jaarplan en de jaarrapporten (1.3.) is meer flexibiliteit mogelijk. Bij 2. Werkwijze Overgenomen uit lopende convenant. Bij 3. Structuur Het veiligheidshuis kent schematisch de volgende structuur. .
Stuurgroep
3.a. Ontwikkel Clusters Manager Veiligheidshuis Dagelijkse Regie
Kernteam Inzet Personeel
Begroting P&C cyclus
Bij 3.1. Stuurgroep 3.1.1. Samenstelling stuurgroep Overgenomen uit het lopende convenant.
Pagina 7 van 29
3.1.2. Taak stuurgroep De omschrijving van de taken biedt een toespitsing van de oorspronkelijke begrippen: richten en inrichten. Bij 3.2. Manager Veiligheidshuis 3.2.1. Staat in het lopende convenant onder “stuurgroep” 3.2.2. t.m. 3.2.4. zijn overeenkomstig het lopende convenant. 3.2.5 is toegevoegd om onduidelijkheden over de aansturing van de ketenmanager weg te nemen. De inhoud van de detacheringovereenkomst biedt de mogelijkheid de gewenste verhoudingen te regelen. Bij 3.3. Kernteam Samenstelling kernteam Het kernteam bestaat in ieder geval uit vertegenwoordigers van OM en gemeenten. Taken kernteam De taken van het kernteam zijn in het lopende convenant niet geregeld. Informeel zijn deze taken door de agendacommissie opgepakt. Het kernteam biedt de ketenmanager een mogelijkheid tot directe consultatie met vertegenwoordigers van de beide regierollen. Daarnaast heeft het kernteam als eigent aak het doen van voorstellen die zorgen voor het in stand houden van het veiligheidshuis. Het veiligheidshuis kan niet bestaan uit alleen de bijdragen per werkplek. Vanuit hun regierollen zijn het OM en de gemeenten belangrijke financiers. De combinatie van de rollen van financier en regisseur biedt een goede basis voor het verzorgen van voorstellen aan de stuurgroep over financiën en personele inzet aan de stuurgroep. Bij 3.4. Ketenpartners Aan de tekst van het het lopende convenant. (3.4.2. t.m. 3.4.6.) is een algemene formulering toegevoegd in 3.4.1. Bij 3.4.7. is bewust geen rol voor de kernteam opgenomen. In principe zijn dit zaken van ketenpartners onderling. Bij 4. Informatievoorziening 4.1. t.m. 4.3. overeenkomstig het lopende convenant. 4.4. geeft een nieuwe streven weer, dat door de ketenpartners wordt ondersteund. 4.5.biedt de gewenste regeling van de privacy. Belangrijk is de cursieve toevoeging in dit artikel. Die toevoeging geeft aan hoe samenwerking mogelijk is met “derden”, d.w.z. met anderen dan de ketenpartners. Bij 5. Financiën Deze bepalingen zijn toegevoegd om tot een duidelijke rolverdeling te komen. De regeling van werkplekken bestaat in het lopende convenant ook reeds.
Pagina 8 van 29
Bij 6. Rechtspositie Bij enkele functies is benoeming in dienst van een partner niet vanzelfsprekend. Voor die situaties is bevestiging nodig van de gegroeide werkwijze, die door gemeente Bergen op Zoom wordt toegepast. Bij 7. Aansprakelijkheid Geheel overeenkomstig het lopende convenant. In de werkgroep is wel de vraag opgeworpen die onder N.B. staat: Is 7.3. als bepaling wel nodig gegeven hogere wet- en regelgeving? Bij 8. Wijziging en beëindiging De bevoegdheden in 8.1. en 8.2. liggen in het lopende convenant bij de stuurgroep. De kernteam heeft een directe taak naar de algemene functies binnen het veiligheidshuis. Het ligt dan in die lijn voor de hand om het kernteam een adviesrol te geven bij wijzigingen in de functiebeschrijvingen van die manager veiligheidshuis. Geschillen regeling met bindend advies De geschillen regeling in het lopende convenant beperkt zich tot het vragen van advies aan deskundigen. Het voorstel is om in het convenant ook zorg te dragen voor de gang van zaken na uitbrengen van dat advies. Voorstel is om die oplossing te bereiken met de procedure van een commissie van bindend advies. Bij 8 en 9: Looptijd en opzeggen. Het lopende convenant heeft een einddatum. Het nieuwe convenant is bedoeld om voor onbepaalde tijd aan te gaan. Dan is een duidelijke regeling nodig voor het opzeggen. Hierin voorzien artikelen 8.4. en 8.5. Oud 3.2.3. Overleg van ketenpartners > Naar slotbepalingen Het is wenselijk expliciet aan te geven hoe overleg plaats vindt over wijziging van het convenant of over ingrijpende beslissingen van vergelijkbare orde.
Pagina 9 van 29
PRIVACYCONVENANT VEILIGHEIDSHUIS DISTRICT BERGEN OP ZOOM
PARTIJEN: Partners binnen de samenwerkingsconvenant Politie Midden en West Brabant Raad voor de Kinderbescherming, Breda HALT Zuid-West Nederland Reclassering Nederland Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Roosendaal Gemeente Halderberge Gemeente Woensdrecht Gemeente Moerdijk Gemeente Steenbergen Gemeente Rucphen Bureau Jeugdzorg Novadic-Kentron Slachtofferhulp Nederland Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda Dienst Justitiële Inrichtingen GGZ Westelijk Noord-Brabant Juzt MEE West-Brabant Stichting Mozaïk Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (Safegroup) Traverse Stadlander Partners buiten de samenwerkingsconvenant Surplus Welzijn Safegroup (St. Valkenhorst) Belastingsdienst Palier De Viersprong Het DOK Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie GGD West-Brabant verder gezamenlijk te noemen “Partijen”
Pagina 10 van 29
NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING:
Partijen zijn allen betrokken bij het innovatief samenwerkingsverband het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom. De werkwijze van het Veiligheidshuis is erop gericht om vroegtijdig, snel, consequent, persoonsgericht, samenhangend en gelijktijdig te reageren met als resultaatgebieden: Het voorkomen en terugdringen van recidive overlast en criminaliteit Het verlenen van een passende zorg aan het slachtoffer Het zijn van een betrouwbaar informatieknooppunt voor partners in veiligheid. Partijen streven ernaar de werkzaamheden van ieder van hen op efficiënte en effectieve wijze op elkaar te laten aansluiten. Daarvoor is het nodig en gewenst onderling gegevens uit te wisselen. Partijen leggen de door hen afgesproken vorm en inhoud van de uitwisseling van gegevens en de daarbij behorende samenwerking in dit convenant vast en verbinden zich jegens elkaar om in overeenstemming met hetgeen in dit convenant is bepaald, te handelen. Partijen zijn zich ervan bewust dat zij bij het uitwisselen van gegevens gehouden zijn aan wet- en regelgeving met betrekking tot onder meer privacy en het beroepsgeheim en aan verplichtingen die voortvloeien uit beroepscodes; zij realiseren zich dat gezocht moet worden naar een evenwicht tussen het belang bij gegevensuitwisseling en het belang van de betrokkene bij zijn of haar persoonlijke levenssfeer. Bij het invullen van de samenwerking en de gegevensuitwisseling in het kader van het criminaliteitspreventiebeleid hebben partijen met al deze belangen rekening gehouden. Het besturingsconcept, de doelstelling en wijze van samenwerking binnen het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is vastgelegd in het Samenwerkings Convenant Veiligheidshuis district Bergen op Zoom. PARTIJEN VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN: I
ALGEMENE BEPALINGEN
1.
Definities
1.1
Veiligheidshuis: het samenwerkingsverband van Partijen in het kader van het terugdringen en voorkomen van criminaliteit en overlast in het politiedistrict Bergen op Zoom. Deelnemer: een partij die deelneemt in het Veiligheidshuis; Betrokkene: iedere natuurlijke persoon, verdacht van een strafbaar feit of die bij een van de deelnemers bekend is vanwege zorg/risicosignalen of doorstromer of die door een of meer van de deelnemers wordt aangemeld voor bespreking in het Overleg; Overleg: iedere bespreking / afstemming tussen deelnemers in het Veiligheidshuis met betrekking tot betrokkenen of diens wettelijke vertegenwoordiger; Bestand: de registratie of lijst van persoonsgegevens betreffende betrokkenen ten behoeve van het overleg;
1.2 1.3
1.4 1.5
Pagina 11 van 29
1.6 1.7
1.8
1.9
Verantwoordelijke: de Hoofdofficier van Justitie in het Arrondissement Breda; Beheerder: degene die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke belast is met de dagelijkse zorg voor de verwerking van persoonsgegevens in het bestand in de persoon van de manager van het Veiligheidshuis; Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van persoonsgegevens. Doorstromer: jongere die inmiddels de 18-jarige leeftijd heeft bereikt en in het justitieel casusoverleg jeugd is aangemerkt als minderjarige veelpleger en al dan niet aan de definitie van meerderjarige veelpleger voldoet;
II
SAMENWERKING
2.
Organisatievorm van de samenwerking
2.1
Het doel van de samenwerking tussen partijen is de werkzaamheden van partijen op efficiënte en effectieve wijze op elkaar te laten aansluiten teneinde een persoonsgerichte aanpak voor de betrokkene te realiseren. Partijen richten deze samenwerking in zoals weergegeven is in het jaarplan, terug te vinden in de beleidscyclus. Ten aanzien van de inrichting en organisatie wordt verwezen naar de projectbeschrijving Veiligheidshuis district Bergen op Zoom, welke ter inzage ligt bij het Veiligheidshuis.
2.2
3.
Het Overleg en het Bestand
3.1
De deelnemers wisselen in het overleg gegevens over de Betrokkenen uit. Zij handelen daarbij conform de bepalingen van dit convenant. Het Veiligheidshuis legt ten behoeve van de uitwisseling van informatie in het overleg een bestand aan. Zij handelt daarbij conform de bepalingen van het convenant. Onderstaande bestanden worden gebruikt: a. ICT ketendossier ten behoeve van doelgroep (jeugdige) veelplegers b. Informatie knooppunt Huiselijk Geweld ten behoeve van doelgroep plegers, slachtoffers en kinderen betrokken bij huiselijk geweld. c. JCO-support ten behoeve van de doelgroep Jeugd in een strafrechterlijk kader (Implementatie medio 2008) d. Bestand ten behoeve van Hulpverlenings Casus Overleg. Doelgroep jeugdigen tot 18 jaar met risico- en zorgsignalen.
3.2 3.3 3.4
4.
Geheimhoudingsplicht
4.1
Voor zover de deelnemers daartoe al niet verplicht zijn, leggen zij aan die medewerkers die inzage hebben in of – in overeenstemming met het bepaalde in dit convenant – op andere wijze persoonsgegevens verkrijgen uit het overleg en/of het bestand, een plicht tot geheimhouding op. Deze plicht strekt tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan de medewerkers kennis nemen, behoudens voor zover de Pagina 12 van 29
betrokkene toestemming geeft voor de gegevensuitwisseling of enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
4.2
Strafrechtelijke persoonsgegevens worden niet doorverstrekt tenzij daarvoor een rechtmatige verstrekkingsgrondslag èn een uitzondering op het verbod tot verwerking van bijzondere persoonsgegevens is aan te wijzen. Daarnaast wordt de Officier van Justitie geraadpleegd om te bezien of bij verdere verstrekking een eventuele strafvervolging gevaar loopt.
III
GEGEVENSUITWISSELING TUSSEN DEELNEMERS
5.
Doelbinding
5.1
Het overleg en het bestand hebben ten doel in gezamenlijkheid een persoonsgerichte aanpak af te spreken ter voorkoming of terugdringing van overlast of criminaliteit, handhaven openbare orde en het verlenen van passende zorg aan slachtoffers. De deelnemers verwerken de persoonsgegevens van de betrokkenen uitsluitend voor zover dat noodzakelijk is voor het doel of de doeleinden van het overleg en het bestand en in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke regelingen, waaronder in ieder geval begrepen de geheimhoudingsplichten die voor de deelnemers gelden. De deelnemers kunnen de uitgewisselde persoonsgegevens van de betrokkenen verder verwerken, uitsluitend voor zover die verdere verwerking verenigbaar is met het doel of de doeleinden van het overleg en het bestand en voor zover noodzakelijk voor de goede uitoefening van de taak van de desbetreffende deelnemer.
5.2
5.3
6.
Gegevens
6.1
De verstrekking aan en uitwisseling van persoonsgegevens in het overleg door de deelnemers vindt plaats met inachtneming van de voor iedere Deelnemer toepasselijke wettelijke regelingen. Tussen de deelnemers worden slechts persoonsgegevens uitgewisseld die noodzakelijk zijn voor een goede taakuitoefening van de ontvanger, In het bestand kunnen uitsluitend de volgende categorieën van persoonsgegevens betreffende de betrokkene worden vastgelegd en verwerkt:
6.2 6.3
a) b) c) d) e) f) g) h) i) j) k)
NAW-gegevens Aliassen Geboortegegevens Nationaliteit (B) Burgerlijke staat Foto van met name genoemde doelgroep (Harde Kern Jongeren/Veelplegers) (B) GBA-nummer en andere administratieve gegevens Strafvorderlijke gegevens (B) Gegevens omtrent de verblijfstatus Gegevens omtrent uitkering(en) Gegevens omtrent woonsituatie en gezinssituatie Pagina 13 van 29
l) Gegevens omtrent schoolsituatie m) Detentiegegevens (B) n) Door de Betrokkene zelf verstrekte gegevens die in relatie tot de doelstellingen genoemd in 5.1 van belang zijn o) Gegevens omtrent door de deelnemers genomen maatregelen ter uitvoering van de in 5.1 genoemde doelstellingen (scenario’s) p) Politiële gegevens (B) De gegevens die voorzien zijn van een B zijn bijzondere gegevens, als bedoeld in de Wbp. Voor de verwerking (waaronder verstrekking) daarvan dient een uitzonderingsgrond als genoemd in art. 18, 21, 22 of 23 Wbp aan de orde te zijn. De gegevens worden uitsluitend verwerkt door instanties die krachtens de Wet zijn belast met het strafrecht of krachtens de Wet politieregisters of Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens bevoegd zijn deze te verwerken. Eventuele gezondheids- en hulpverleningsgegevens worden verwerkt door daartoe in de wet aangewezen instanties of zijn noodzakelijk in aanvulling op de verwerking van de strafrechtelijke gegevens voor de doeleinden van deze gegevensverwerking. Gegevens omtrent nationaliteit en een eventuele foto worden uitsluitend opgenomen in noodzakelijke aanvulling op de strafrechtelijke of gezondheidsgegevens gelet de doeleinden van deze verwerking. Bh, Bm en Bp zijn strafrechtelijke gegevens als bedoeld in art. 22 Wbp . Bh en Bm vallen tevens onder de werking van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) en de daarop gebaseerde Aanwijzing Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens (Stct 2004, 223), die van toepassing is op de verstrekking van in het bestand opgeslagen strafvorderlijke gegevens van het OM aan het samenwerkingsverband. Bp vallen onder de Wpolr/Wpolg. Daarbij moeten de deelnemers worden beschouwd als “overige ontvangers” als bedoeld in de Wjsg. De aanwijzing Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens dient als leidraad voor het al dan niet mogen verstrekken van justitiële en strafvorderlijke gegevens aan de deelnemers. 7.
Verstrekking van gegevens aan derden
7.1
De gegevens die zijn vastgelegd in het bestand worden uitsluitend aan deelnemers verstrekt. Iedere andere verstrekking vindt uitsluitend plaats a) met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene of diens wettelijke vertegenwoordiger; of b) wanneer de verstrekking aan een derde noodzakelijk is om aan een wettelijke verplichting te voldoen die rust op de desbetreffende deelnemer; of c) uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit en d) wanneer dit verenigbaar is met het oorspronkelijk doel of de doeleinden;
8.
Beveiliging en rechtstreekse toegang
8.1
De verantwoordelijke beveiligt de persoonsgegevens van de betrokkenen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hij treft daarvoor de nodige passende technische en organisatorische maatregelen. Die maatregelen betreffen onder meer, maar niet uitsluitend, maatregelen met betrekking tot de toegang tot persoonsgegevens, de lees- en schrijfbevoegdheden van de deelnemers en het vereiste niveau van beveiliging. Pagina 14 van 29
8.2
8.3 8.4
Rechtstreekse toegang hebben het Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda, de Manager en zijn secretariaat. Hiertoe worden zij door de verantwoordelijke schriftelijk geautoriseerd. De schriftelijke autorisatie strekt zich uit tot de bevoegdheid tot raadplegen, invoeren, wijzigen, verwijderen en vernietigen van gegevens. De verantwoordelijke kan incidenteel en uitsluitend ten behoeve van evaluatief onderzoek andere dan de in het tweede lid bedoelde personen schriftelijk autoriseren tot rechtstreekse toegang voor een door hem vooraf te bepalen periode.
9.
Bewaren en verwijderen van opgenomen persoonsgegevens
9.1
9.2
De persoonsgegevens in het bestand worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel of de doeleinden van het bestand. De persoonsgegevens in het bestand worden in ieder geval uit het bestand verwijderd en vernietigd vijf jaar nadat de desbetreffende betrokkene voor het laatst in het overleg is besproken. De persoonsgegevens in het bestand worden uitsluitend voor statistische of wetenschappelijke doeleinden langer dan vijf jaar bewaard. De verantwoordelijke beslist voor afloop van deze periode of de gegevens voor deze doeleinden langer worden bewaard. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat de gegevens uitsluitend voor deze doeleinden worden gebruikt en treft daartoe de nodige voorzieningen.
10.
Manager Veiligheidshuis
10.1
De Manager is onder verantwoordelijkheid en rechtstreeks gezag van de verantwoordelijke belast met de dagelijkse zorg voor de verwerking van persoonsgegevens in het bestand en voor het bewaren, verwijderen en verstrekken van gegevens betreffende het bestand. De Manager treft onder verantwoordelijkheid en rechtstreeks gezag van de verantwoordelijke de nodige voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de persoonsgegevens in het bestand.
10.2
IV
INFORMATIEVERSTREKKING AAN BETROKKENE
11.
Informatieplicht
11.1
Personen wiens gegevens verwerkt worden in het Veiligheidshuis worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De informatieplicht wordt opgeschort zover dit noodzakelijk is in het belang van: a) de veiligheid van de staat; b) de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten; c) gewichtige economische en financiële belangen van de staat of andere openbare lichamen; d) het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen onder b en c of e) de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen. Pagina 15 van 29
V
RECHTEN VAN DE BETROKKENE
12.
Rechten van de Betrokkene
12.1
12.6
De betrokkene kan aan de verantwoordelijke verzoeken a) informatie te verschaffen over de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens; b) inzage te geven in zijn of haar persoonsgegevens; en c) zijn of haar persoonsgegevens te corrigeren (verbeteren, aanvullen, verwijderen en/of afschermen). De betrokkene heeft verder het recht zich te verzetten (het recht van verzet) tegen verwerking van hem of haar betreffende persoonsgegevens, in verband met zijn of haar bijzondere persoonlijke omstandigheden. De betrokkene heeft het recht om op het moment van contact met een medewerker van een deelnemer te weten voor welke organisatie deze werkt. Wanneer de betrokkene het niet eens is met de gegevensuitwisseling tussen deelnemers, heeft de betrokkene het recht een schriftelijke klacht in te dienen bij de verantwoordelijke. De wijze waarop de betrokkene deze rechten kan uitoefenen is in de volgende bepalingen omschreven. Aan het uitoefenen van deze rechten zijn voor de Betrokkene geen kosten verbonden.
13.
Recht op inzage
13.1
De betrokkene of - indien deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, dan wel onder curatele is gesteld – diens wettelijk vertegenwoordiger, kan de verantwoordelijke, vrijelijk en met redelijke tussenpozen verzoeken hem mede te delen of en zo ja, welke op de betrokkene betrekking hebbende persoonsgegevens zijn opgenomen in het bestand. Een dergelijk verzoek kan, onder overlegging van een daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens betrokkene ook gedaan worden door diens raadsman of procureur. Een dergelijk verzoek kan, onder overlegging van een daartoe strekkende schriftelijke machtiging, namens betrokkene ook gedaan worden door een ander. Mededelingen aan een dergelijke gemachtigde vinden niet plaats indien aangenomen kan worden dat deze mede een zelfstandig belang heeft bij de mede te delen gegevens of indien tegen die ander ernstige bezwaren bestaan. Het verzoek dient schriftelijk te geschieden. Voordat aan het verzoek voldaan kan worden, dient verzoeker zich ter vaststelling van zijn identiteit te legitimeren. Als legitimatiebewijs worden uitsluitend geaccepteerd de in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht genoemde documenten. Binnen vier weken na binnenkomst van het verzoek deelt de verantwoordelijke de betrokkene schriftelijk mee of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt. Bij een positieve mededeling bevat die een volledig overzicht daarvan in begrijpelijke vorm, een omschrijving van het doel of de doeleinden van het bestand, de categorieën van gegevens die in het bestand worden vastgelegd en de ontvangers of categorieën van ontvangers, alsmede de beschikbare informatie over de herkomst van de gegevens. De verantwoordelijke kan weigeren aan een verzoek om inzage te voldoen, indien en voor zover dit noodzakelijk is in verband met:
12.2
12.3 12.4
12.5
13.2 13.3
13.4 13.5
13.6 13.7
13.8
Pagina 16 van 29
13.9
a) de veiligheid van de staat b) de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten c) gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen d) het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of e) de bescherming van betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen Een weigering op het verzoek wordt met redenen omkleed en schriftelijk aan verzoeker medegedeeld. Tevens wordt aangegeven op welke wijze tegen de beslissing kan worden opgekomen.
14.
Recht op correctie
14.1
De betrokkene richt zijn of haar verzoek om correctie aan de verantwoordelijke. De betrokkene geeft in het verzoek aan welke correcties hij of zij uitgevoerd wil zien. De verantwoordelijke voldoet zo spoedig mogelijk, maar uiterlijke binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, aan het verzoek indien en voor zover de persoonsgegevens betreffende de Betrokkene: a) feitelijk onjuist zijn b) voor het doel van het bestand onvolledig of niet ter zake dienend zijn, of c) anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat een beslissing tot verbetering, aanvulling, verwijdering en/of afscherming in ieder geval uiterlijk binnen vier weken na deze beslissing wordt uitgevoerd. De verantwoordelijke motiveert zijn beslissing om niet of niet geheel aan het verzoek te voldoen en bericht dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, aan de betrokkene. Dit bericht is schriftelijk.
14.2
14.3
14.4
15.
Recht van verzet
15.1
De betrokkene kan bij de verantwoordelijke te allen tijde verzet aantekenen tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens in het bestand in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden. Binnen vier weken na ontvangst van het verzet beoordeelt de verantwoordelijke of dit verzet gerechtvaardigd is.
15.2
VI
WIJZIGINGEN, AANVULLINGEN, SLOTBEPALINGEN
16.
Wijzigingen en aanvullingen van het convenant
16.1
Wijzigingen in de doeleinden van de verwerkingen als bedoeld in dit convenant en wijzigingen in het gebruik en de wijze van verkrijging van de persoonsgegevens, dienen te leiden tot wijziging dan wel tot aanvulling van dit convenant. Wijzigingen en aanvullingen van dit convenant behoeven de instemming van alle partijen. De wijziging treedt één maand na vaststelling van de wijziging in werking.
16.2
Pagina 17 van 29
17.
Slotbepalingen
17.1
De verantwoordelijke draagt zorg voor de wettelijk verplichte aanmelding van de gegevensverwerking bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 Dit convenant ligt voor een ieder ter inzage bij het Veiligheidshuis te Bergen op Zoom.
17.2 17.3
Pagina 18 van 29
Bijlage I: Overzicht overleggen en bijbehorende doeleinden Partijen verwerken slechts gegevens in het overleg en het desbetreffende bestand bij dit overleg zoals genoemd in artikel 3.3 voor zover zij deelnemer zijn aan het desbetreffende overleg, tenzij op een later tijdstip anders overeengekomen. De gegevensverwerking voor deze doelgroepen is noodzakelijk in relatie tot de onderstaande doeleinden. Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom onderscheidt de onderstaande overleggen waarin de volgende partijen zitting hebben:
Justitieel casusoverleg Jeugd (JCO) Overleg in strafrechtelijk kader met betrekking tot jeugdigen in de leeftijd van 0-18 jaar Doeleinden: - het komen tot een passende reactie door de verschillende partijen op een strafbaar feit waarvan een jongere in de leeftijd van 12 tot 18 jaar verdacht wordt; - het realiseren van een kwalitatieve verbetering van de afdoeningsbeslissing doordat de voornaamste ketenpartners hun informatie over de jongere bijeenbrengen op grond waarvan de Officier van Justitie een afdoeningsbeslissing kan nemen; - het verkorten van de doorlooptijden en het bewaken van dit proces; - het verlenen van de door een jongere benodigde ondersteuning en hulpverlening om het (verder) afglijden naar een criminele carrière te voorkomen; Deelnemende partijen: Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda (Regie) Politie Midden en West Brabant Raad voor de Kinderbescherming Bureau Jeugdzorg
Pagina 19 van 29
Hulpverleningscasusoverleg (HCO) Overleg in hulpverleningskader met betrekking tot jeugdigen in de leeftijd van 0-18 jaar Doeleinden: - het komen tot een passend hulpverleningsaanbod voor een jeugdige wiens persoonlijke situatie hier aanleiding toe geeft; - het verlenen van de benodigde ondersteuning en hulpverlening aan risicojongeren en hun gezinnen ter preventie van jeugdcriminaliteit; - regievoering op multi-probleem gezinnen en overlastgevende jeugdgroepen; Deelnemende partijen: Politie Midden en West Brabant HCO coördinator (regie namens districtsgemeenten) Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Roosendaal Gemeente Steenbergen Gemeente Woensdrecht Gemeente Halderberge Gemeente Moerdijk Gemeente Rucphen Traverse Bureau Jeugdzorg Raad voor de Kinderbescherming GGZ Westelijk Noord-Brabant Juzt HALT Zuid-West Nederland MEE West-Brabant Slachtofferhulp Nederland Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Stadlander Strafoverleg Jeugd (SOJ) Overleg over Minderjarige veelplegers, SDAJ en Ernstige strafbare feiten jeugdigen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Definitie Minderjarige veelpleger: een jongere in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar die in het gehele criminele verleden meer dan 5 processen verbaal tegen zich zal opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar. Doeleinden: - het komen tot een passende reactie door de verschillende partijen op een strafbaar feit waarvan een jongere in de leeftijd van 12 tot 18 jaar verdacht wordt; - het realiseren van een kwalitatieve verbetering van de afdoeningsbeslissing doordat de voornaamste ketenpartners hun informatie over de jongere bijeenbrengen op grond waarvan de Officier van Justitie een afdoeningsbeslissing kan nemen; Pagina 20 van 29
-
de realisering van een goede handhaving van de openbare orde en daarmee de overlast veroorzaakt door een jeugdige veelpleger tot een minimum te beperken; het beter op elkaar aan laten sluiten van de fasen van opsporing, vervolging, detentie, nazorg en hulpverlening voor een jeugdige veelpleger; het komen tot een scenario-advies omtrent een verblijfsontzegging indien deze ontzegging na een drietal overtredingen in een daartoe door de Burgemeester aangewezen gebied kan worden opgelegd.
Deelnemende partijen: Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda (regie) Politie Midden en West Brabant Raad voor de Kinderbescherming, Breda Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Roosendaal Gemeente Woensdrecht Gemeente Steenbergen Gemeente Halderberge Gemeente Moerdijk Gemeente Rucphen Bureau Jeugdzorg (JR) Justitiële Jeugdinrichting (JJI) MEE West-Brabant Netwerk en Trajectberaad Er worden persoonsgebonden plannen van aanpak opgesteld tijdens het verblijf van de jongere in de Justitiële Jeugdinrichting tot en met de uitstroom uit detentie (nazorg uit detentie). Doeleinden: Doel van het trajectberaad is om voor een naadloze aansluiting te zorgen. Deelnemende partijen: Raad voor de Kinderbescherming, Breda (Regie) Bureau Jeugdzorg en Jeugdreclassering (JR) Justitiële Jeugdinrichting (JJI) Nazorgcoördinator districtsgemeenten Veelplegersoverleg (VPO) Veelpleger: Een persoon van 18 jaar of ouder die in het gehele criminele verleden meer dan 10 processenverbaal tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste 1 in het peiljaar. Zeer actieve veelplegers: Een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van 5 jaren (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt), meer dan 10 PV’s tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste 1 in het peiljaar en voldoet aan de Bredase rechtbankdefinitie: de verdachte van een strafbaar feit uit wiens uittreksel uit het documentatieregister blijkt, dat hij gedurende de laatste twee jaren is Pagina 21 van 29
veroordeeld voor het plegen van tenminste zes vermogensdelicten, verdeeld over twee of meer vonnissen. Persoonsgebonden aanpak Justitiabelen (PGAJ) Een aantal factoren die van invloed zijn op de woon- en leefomgeving van mensen zijn onder andere de voorzieningen in de wijk waar ze wonen, de werkloosheid en de (mate van) criminaliteit. De laatste factor, de criminaliteit, kan behoorlijk lastgevend zijn. Deze overlast wordt vaak veroorzaakt door personen die bij politie en justitie zijn aangemerkt als veelpleger. Daarnaast zijn ook personen, die niet als veelpleger zijn aangemerkt, maar wel regelmatig politie- en/of justitie- contact hebben, van invloed op de leefbaarheid in een woonwijk. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die een alcohol- en/of drugsprobleem en/of een psychiatrische aandoening hebben en/of dakloos zijn. Ook in de gemeenten binnen et district Bergen op Zoom wordt deze overlast ervaren en is het gewenst deze overlast te verminderen/te beperken. Doeleinden samengevoegd VPO en PGAJ: - het beter op elkaar aan laten sluiten van de fasen van opsporing, vervolging, detentie, nazorg en hulpverlening - de realisering van een goede handhaving van de openbare orde en daarmee de overlast veroorzaakt door een veelpleger of doorstromer tot een minimum te beperken; - het in kaart brengen van de criminele carrière van een veelpleger of doorstromer in een dossier opdat de rechter een beter beeld krijgt van de persoon van de dader zodat een weloverwogen keuze voor de strafmaat kan worden gemaakt. - het verlenen van een op de persoongerichte nazorg; - het komen tot een scenario-advies omtrent een verblijfsontzegging indien deze ontzegging na een drietal overtredingen in een daartoe door de Burgemeester aangewezen gebied kan worden opgelegd. - de beide doelgroepen meer in te kunnen zetten op een effectieve aanpak tot het terugdringen van recidive; - de beide doelgroepen in te kunnen zetten op het preventieve traject. Deelnemende partijen: Politie Midden en West Brabant Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket Breda (regie) Dienst Justitiële Inrichtingen Reclassering Nederland Novadic-Kentron Verslavingsreclassering Novadic-Kentron Maatschappelijke Opvang Nazorgcoördinator namens districtsgemeenten GGZ Westelijk Noord Brabant MEE West-Brabant Stichting Mozaïk
Pagina 22 van 29
Huiselijk geweld overleg Veelplegersoverleg Nazorg start 2009creeningsoverleg Huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Met geweld wordt daarbij bedoeld iedere vorm van aantasting van de persoonlijke integriteit. Geweld kan lichamelijk geweld zijn alsmede geestelijk geweld of seksueel geweld. Bij huiselijk geweld zijn diverse personen betrokken; er is altijd sprake van een slachtoffer en een dader en soms zijn er ook nog kinderen aanwezig die ofwel zelf betrokken zijn bij dan wel getuige zijn van het huiselijk geweld. De samenwerking binnen de huiselijk geweldketen en de integrale aanpak van huiselijk geweld beoogt het geweld te signaleren, te stoppen, herhaling te voorkomen en hulp te bieden aan slachtoffers. Naast opsporing en vervolging van de dader is daarbij goede hulpverlening aan plegers cq. daders van huiselijk geweld van groot belang. Tijdig ingrijpen kan verdere mishandeling voorkomen. Sommige kinderen zien regelmatig dat hun ouders ruzie hebben en elkaar mishandelen. Ze komen in een loyaliteitsconflict en voelen zich niet veilig. Om deze reden is het noodzakelijk dat diverse instanties uit de justitiële en hulpverleningsketen betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld. Doeleinden: - het op elkaar aan laten sluiten van de activiteiten in de justitiële- en de hulpverleningsketen met betrekking tot daders, slachtoffers en (eventuele) kinderen die betrokken zijn bij huiselijk geweld; - preventie van huiselijk geweld; - de oplegging, uitvoering en handhaving van een huisverbod in het kader van huiselijk geweld; - de bescherming van jeugdigen die in aanraking komen met huiselijk geweld; Deelnemende partijen: Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (regie) Politie Midden en West Brabant Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda Reclassering Nederland Novadic-Kentron GGZ Westelijk Noord-Brabant Bureau Jeugdzorg Traverse Slachtofferhulp Nederland Stichting Valkenhorst MEE West-Brabant Surplus Welzijn Stichting Mozaïk Stadlander
Pagina 23 van 29
Casusoverleg Courage Om de recidive van drugsrunners/dealer en telers te verminderen is in juli 2007 het Courage casusoverleg gestart. In het Courage casusoverleg wordt elk dossier van iedere aangehouden verdachte besproken. Het Courage casusoverleg houdt in dat door de ketenpartners een gezamenlijk plan van aanpak wordt opgesteld, waarin na de aanhouding, naast de sanctie ook oog is voor het treffen van maatregelen1 om de recidive te verminderen. Bijgevolg moet dit leiden tot een afname van de drugsgerelateerde criminaliteit en de daarbij behorende overlast voor omwonenden. Doeleinden De aanhouding van een teler, dealer of runner is het startpunt. De werkwijze voorziet in twee stappen: Diagnose. In de diagnose worden cruciale vragen beantwoord als: - hoe groot is de kans op recidive en hoe groot is het gevaarsrisico voor anderen, de verdachte zelf of diens directe omgeving? - welke criminogene factoren spelen een rol; op welke leefgebieden is er bij de verdachte sprake van sterk aanwezige criminogene factoren? - hebben interventies bij de verdachte zin, staat hij ervoor open of kan hij hiertoe worden aangezet? Het opstellen en uitvoeren van het maatwerkplan. Afhankelijk van de criminogene factoren worden specifieke interventies en sancties toegepast. Deelnemende partijen: Politie Midden en West Brabant Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda Reclassering Nederland GGZ Westelijk Noord-Brabant Novadic-Kentron Belastingsdienst Gemeente Roosendaal Gemeente Bergen op Zoom Uitkeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) Traverse
1
Maatregelen die getroffen worden om de lengte, zwaarte en frequentie van de criminele carrière te beknotten
Pagina 24 van 29
Nazorgoverleg Gemeente leveren gezamenlijk een effectieve bijdrage in het terugdringen van recidive en overlast door de districtelijke organisatie van de nazorg na detentie. Door het vergroten van re-integratiemogelijkheden van de ex-gedetineerde burgers, met een sluitende optimale nazorg op de primaire leefgebieden; - huisvesting - inkomen/werk –inclusief scholing en dagbesteding - schulden - zorg - identiteitsbewijs Doeleinden: Het terugdringen van recidive en overlast door het vergroten van re-integratie mogelijkheden van (ex-) gedetineerde burgers middels een sluitende optimale nazorg op de primaire leefgebieden waardoor de ex-gedetineerde burger in een positief stabiele situatie komt na detentie. Deelnemende partijen: Nazorgcoördinator namens districtsgemeenten (regie) MEE West-Brabant Politie Midden en West Brabant Traverse Dienst Justitiële Inrichtingen Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Roosendaal Gemeente Steenbergen Gemeente Halderberge Gemeente Moerdijk Gemeente Woensdrecht Gemeente Rucphen GGZ Westelijk Noord-Brabant Novadic-Kentron Reclassering Nederland Stichting Mozaïk Stadlander ISD-overleg Stelselmatige dader: Idem als definitie zeer actieve veelpleger met als extra voorwaarden: - Verdacht van misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten; - Vijf jaar voorafgaand aan het gepleegde feit tenminste driemaal wegens misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot vrijheidsbenemende/-beperkende straf of maatregel, dan wel taakstraf die ook ten uitvoer zijn gelegd. Personen uit bovengenoemde doelgroep plegen veelvuldig strafbare feiten, volharden in hun crimineel gedrag en komen door dit gedrag stelselmatig in contact met Justitie. Zij vormen de Pagina 25 van 29
vaste klanten -in een draaideurproces- van politie, justitie, gemeentelijke diensten en zorginstellingen. De criminaliteit door deze doelgroepen veroorzaakt - ondermeer door de veelheid waarin gepleegd- doorgaans grote overlast voor burgers en bedrijven. Daarbij tast deze criminaliteit en overlast de leefbaarheid in de woongebieden ernstig aan. Meerderjarige Stelselmatige daders kunnen de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders krijgen opgelegd. Doel van deze ISD- maatregel is de maatschappij beveiligen door te voorkomen dat veelplegers gedurende een zekere periode (maximaal 2 jaar) weer strafbare feiten plegen. Daarnaast biedt de maatregel de mogelijkheid tot gedragsbeïnvloeding om de kans op recidive te verkleinen. Is er sprake van verslaving eventueel in samenhang met psychische problematiek, dan kan deze problematiek worden aangepakt. Doorstromer: Jongere die inmiddels de 18-jarige leeftijd heeft bereikt en in het justitieel casusoverleg jeugd is aangemerkt als jeugdige veelpleger en al dan niet aan de definitie van meerderjarige veelpleger voldoet. Ondanks dat doorstromers nog niet voldoen aan het vereiste van het aantal delicten in de veelpleger definitie kan ook een gewezen jeugdige veelpleger worden besproken in het justitieel casusoverleg veelplegers bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd aangezien de verwachting is dat hij bij het bereiken van deze leeftijd niet zal stoppen met het plegen van delicten. Om een dergelijke doorstromer niet uit het oog verliezen en reeds beschikbare gegevens niet verloren te laten gaan, kunnen op grond van dit convenant die gegevens worden overgedragen welke noodzakelijk zijn voor de verdere vaststelling van zijn persoonsgerichte aanpak. Het ISD-overleg onderscheidt daarbij 5 categorieën, nl.; - potentiële cliënten - voorwaardelijke ISD - ISD-intramurale fase - ISD-extramurale fase - Einde ISD-maatregel Doeleinden: Het volgen van cliënten die veroordeeld zijn tot een ISD- maatregel waarbij de screening van begin tot het einde van de maatregel wordt gevolgd zowel intramuraal als extramuraal met als doel recidive te voorkomen en het bieden van passende zorg na detentie. uit de met passende zorg. Deelnemende partijen: Nazorgcoördinator namens districtsgemeenten (regie) Dienst Justitiële Inrichtingen Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Roosendaal Gemeente Halderberge Gemeente Moerdijk Gemeente Steenbergen Pagina 26 van 29
Gemeente Woensdrecht Gemeente Rucphen GGZ Westelijk Noord-Brabant Stichting Mozaïk Novadic-Kentron Reclassering Nederland
Leerplicht Casusoverleg (LCO) Met ingang van 1 augustus 2007 is de kwalificatieplicht van kracht geworden. Dit houdt in dat jongeren leerplichtig zijn tot en met het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Daarna zijn jongeren tot 18 jaar kwalificatie plichtig. In het leerplichtcasusoverleg worden jongeren besproken die schoolverzuim hebben gepleegd daarbij wordt gekeken naar een straf op maat en persoonsgerichte hulpverlening. Doeleinden: Het terugdringen van schoolverzuim. Deelnemende partijen: Openbaar Ministerie (Regie) MEE West-Brabant Gemeente Halderberge Gemeente Moerdijk Gemeente Roosendaal Gemeente Woensdrecht Gemeente Steenbergen Gemeente Rucphen Halt Zuid- West Nederland Bureau Jeugdzorg Raad voor de Kinderbescherming
Bestuurlijke Informatie Justitiabelen (BIJ-overleg) Het BIJ-overleg informeert de burgemeester over de terugkeer van een delinquent van een ernstig gewelds- en/of zedenmisdrijf naar de gemeente. Doeleinden: Doel is het beschermen van de openbare orde en veiligheid en het tegengaan van maatschappelijke onrust. De burgemeesters hebben zich uitgesproken dat alle gemeenten deel gaan nemen aan het BIJproject uit dit district. De individuele gemeenten zullen zich daar zelf voor moeten aanmelden. De in dit document opgestelde werkwijze is het uitgangspunt voor de werkwijze in de andere gemeenten van het district. JustID informeert de gemeente en het KLPD over de terugkeer van een ernstige geweldsen/of zedendelinquent. Zij stellen daarvoor de BSN, naam, waarschijnlijke adres, Pagina 27 van 29
geboortedatum en datum verlofmachtiging/verlof/beëindiging, het gepleegde delict, de bijzondere voorwaarden bij verlofmachtiging/verlof/ beëindiging, en het parketnummer beschikbaar. Deze informatie wordt verstrekt (per aangetekende post én per mail) aan de door de gemeente opgegeven gemandateerde (namens de burgemeester). De gemandateerde informeren per direct de districtelijke voorzitter van het BIJ-overleg in het Veiligheidshuis. De melding wordt 3 maanden voor de invrijheidstelling verzonden naar de gemeenten. Ook TBS’ers vallen onder dit regime (nog niet alle TBS-klinieken doen mee met deze pilot). Deelnemende partijen: Nazorgcoördinator districtsgemeenten (regie) Gemandateerde van de gemeente van herkomst Politie Midden en West Brabant Reclassering Nederland Novadic-Kentron Reclassering Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Breda GGZ Westelijk Noord Brabant Eventueel (op afroep): Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdzorg, Sociale Dienst, woningbouwvereniging en Stichting Mozaïk.
Forensisch Psychiatrisch Netwerk (FPN) Doeleinden: Het doel van het Forensisch Psychiatrisch Netwerk is het vaststellen van scenario’s door middel van een persoonsgebonden aanpak in een multidisciplinair overleg. De deelnemende organisaties werken samen om adequater en efficiënter hulp op basis van een 24/7 inzetbaarheid te kunnen bieden aan mensen die op meerdere terreinen tegelijk problemen hebben, waarbij de nadruk ligt op de psychiatrische problematiek. Doelgroep: De doelgroep is forensisch psychiatrische patiënten, die justitiële contacten hebben of in het verleden hebben gehad en overlast veroorzaken en/of duidelijk onmachtig zijn invulling te geven aan een maatschappelijk geaccepteerd (zelfstandig) leven. Het kan gaan om zowel minderjarigen als meerderjarigen. Criteria: De criteria zijn: - er moet sprake zijn van forensische problematiek en/of grensoverschrijdend gedrag; en/of - er moet sprake zijn van psychiatrisch problematiek of van psychiatrische problematiek in samenhang met verslavingsproblematiek; en/of - er moet een vraag/blokkade zijn ontstaan in de reeds bestaande hulpverlening of aanpak.
Pagina 28 van 29
Deelnemende partijen: Nazorgcoördinator namens districtsgemeenten Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Openbaar Ministerie (afhankelijk van de zaken ev. ook de BOPZ OvJ) Politie Midden en West Brabant Reclassering Nederland GGZ Westelijk Noord-Brabant Stichting Mozaïk Novadic-Kentron Reclassering Novadic-Kentron Verslavingszorg Op afroep is de aanwezigheid gewenst van MEE, Raad voor de Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, DJI (Dienst Justitiële Inrichtingen). Dit is het geval wanneer er voor deze organisaties relevante casussen besproken worden. Seksueel Geweld (SG) Doeleinden: De aanpak van Seksueel Geweld in regio West-Brabant heeft de volgende doelstelling: ‘Met een platform van experts vroegtijdig (preventief) en gezamenlijk een afgestemd scenario maken op het gebied van strafrecht en zorg, waardoor een zorgvuldig en weloverwogen scenario komt en systeemgericht professionele hulp aan slachtoffer, pleger, kind(eren) en overige betrokkenen goed wordt gecoördineerd en snel en efficiënt wordt ingezet, zodat een contraproductieve aanpak van Seksueel Geweld voorkomen wordt en seksueel misbruik van het kind of (licht) verstandelijke beperkte volwassene stopt’. Doelgroep: De doelgroep voor de aanpak van Seksueel Geweld ligt in eerste instantie bij de meest kwetsbaren in de samenleving, namelijk de minderjarigen en de (licht) verstandelijke beperkte volwassenen. Tevens ligt de focus op de maatschappelijke onrust. Indien nodig vindt er afstemming plaats met het PSHi-team (Psychosociale Hulpverlening bij ingrijpende gebeurtenissen) van GGD West-Brabant. Gedurende de verdere ontwikkeling van de aanpak Seksueel Geweld regio West Brabant zal onderzocht worden of de aanpak zich alleen beperkt tot bovenstaande doelgroep of dat verdere uitbreiding van de doelgroep gewenst is, zoals volwassenen zonder beperking en/of verstandelijke mensen met een IQ onder de 55. Deelnemende partijen: Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (regie) Politie Midden en West Brabant Bureau Jeugdzorg GGZ Westelijk Noord-Brabant MEE West-Brabant Traverse Surplus Welzijn Het DOK Pagina 29 van 29