SAMENWERKINGSCONVENANT Aanpak complexe multiprobleemgezinnen GEMEENTE NIEUWEGEIN
Gemeente Nieuwegein, januari 2013
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nieuwegein, vertegenwoordigd door de voorzitter van het College, F.T.J.M. Backhuijs, ter uitvoering van het Collegebesluit d.d. 5 maart 2013 en de convenantpartners die deelnemen aan de integrale uitvoeringsregie op complexe multiprobleemgezinnen
1) Politie district West Utrecht, vertegenwoordigd door mevrouw F. van Spaendonk, districtschef 2) Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Midden-Nederland, vertegenwoordigd door de heer M.AJ.M. Vuylsteke, Officier van Justitie 3) Stichting VitrasCMD, vertegenwoordigd door mevrouw A.A.M, van der Linden, bestuurder 4) MOvactor, vertegenwoordigd door de heer D. Duiker, directeur-bestuurd er 5) GGD Midden Nederland, vertegenwoordigd door de heer H. Kruisselbrink, directeur 6) Bureau Jeugdzorg Utrecht, regiokantoor Zuid/Nieuwegein, vertegenwoordigd door de heer P. Janssen, rayonmanager west 7) Stichting Mitros, vertegenwoordigd door mevrouw L. Marchesini-Franso, directeur wonen 8) Woningcorporatie Jutphaas Wonen Nieuwegein, vertegenwoordigd door mevrouw M. Zeeman, directeur 9) Woningcorporatie Portaal, vertegenwoordigd door de heer R.J. Spits, Manager Klant en Gebied 10) Raad voor de Kinderbescherming, vertegenwoordigd door mevrouw B. van der Leest, teamleider 1)Bovenschools Management Nieuwegein, vertegenwoordigd door mevrouw H.C. Boerma, bestuurder 12)Samenwerkingsverband Leerlingenzorg Voortgezet Onderwijs Zuid-Utrecht, vertegenwoordigd door de heer A.G. Popma, voorzitter bestuurscommissie 13) Werk en Inkomen Lekstroom, vertegenwoordigd door de heer R. Esser, directeur verder gezamenlijk te noemen "de Partijen" Overwegingen 1) Vanaf 2009 werkten bovengenoemde Partijen samen binnen de pilot Wisselgeld, een integrale aanpak voor multiprobleemgezinnen met een Roma achtergrond. Vanwege de positieve resultaten op gezinsniveau en in de ketensamenwerking besloot het college van B&W in 2011 tot voorzetting van de multiprobleemaanpak, mits er verbreding van de doelgroep plaats zou vinden. 2) Tijdens de evaluatie van de pilot Wisselgeld in 2012 spraken de convenantpartners zich uit voor verbreding van de doelgroep naar complexe multiprobleemgezinnen waarvoor een gecombineerde inzet van drang, dwang en zorg nodig is. 3) Vanwege de verbreding naar een aanpak voor complexe multiprobleemgezinnen is een nieuw convenant nodig waarin de bredere doelgroep en de aangepaste werkprocedure worden vastgelegd. Het oude convenant Wisselgeld liep op 31 december 2012 af.
4) Voor deze specifieke groep multiprqbleemgezinnen is een aanpak met duidelijke regie en sturing vanuit de gemeente cruciaal. De convenantpartners zijn echter gezamenlijk verantwoordelij : voor het succes van de ketensamenwerking. 5) De overige casuïstiek met betrekking tot multiprobleemgezinne vvordt door middel van zorg coördinatie binnen het Centrum Jeugd en Gezin opgepakt. 6) De aanpak van complexe multiprobleemgezinnen vindt zoveel mogelijk in afstemming plaats met andere lokale multidisciplinaire werkwijzen of overlegvormen, zoals de integrale aanpak woonoverlast en de groepsaanpak vanuit het wijkmanagement, het meldpunt zorg & overlast (ondergebracht bij de GGD Midden Nederland) en de gemeentelijke integrale aanpak schuldhulpverlening. 7) De aanpak van complexe multiprobleemgezinnen kan niet los worden gezien van de transities op de terreinen AWBZ, Jeugdzorg, passend onderwijs en Werk & Inkomen. De aanpak wordt daarom neergezet als een ontwikkelmodel, dat aangepast kan worden wanneer de uitvoeringspraktijk daar om vraagt. 8) Een keteninformatiesysteem ter ondersteuning van de regievoering is onontbeerlijk. 9) Knelpunten in de keten moeten voor iedereen zichtbaar worden gemaakt, opdat op bestuurlijk en/of managementniveau de juiste maatregelen kunnen worden getroffen 10)Uitgangspunt van alle Partijen is de eigen verantwoordelijkheid van ouders voor het oplossen van hun gezinsproblematiek.
Komen overeen: Artikel 1 . Algemene bepalingen In dit convenant wordt verstaan onder: 1.1 Partijen: organisaties/ instanties aangesloten bij de aanpak complexe multiprobleemgezinnen (allen hierboven genoemd). 1.2 Ovei eg: het overleg, zowel fysiek als virtueel' tussen Partijen met betrekking tot Betrokkenen. 1.3 MDO of Multi-Disciplinair Overleg: specifieke vorm van overleg waarbij verschillende Partijen zich op initiatief van de casusregisseur buigen over de aanpak van een of meerdere personen en/of gezinnen en daarvoor ook gegevens uitwisselen. 1.4. Casusreaïsseur: deze door de gemeente aangestelde persoon functioneert als een spin in het web, bij wie signalen worden neergelegd, en door wie signalen worden geregistreerd, geadresseerd, gecoördineerd en afgestemd met andere ketens. Hij/zij is verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van het plan van aanpak en het behalen van de doelstellingen in dit plan, 1.5.
1
Procesmanager: deze door de gemeente aangestelde persoon houdt overzicht over de aanpak van de complexe multiprobleemgezinnen. De procesmanager stuurt de casusregisseurs aan en heeft de laatste zeggenschap ir de weging van signalen, de accordering van de plannen van aanpak en de afsluiting van een ■ casus. H ij/zij ent alle i lokale en regionale) partijen die ingezet kunnen worden om deze gezinnen te ondersteunen of om in hun situatie in te grijpen. H ij/zij stimuleert structurele samenwerking en inf< atie-uitwi: seling tu< en deze partijen en draagt t j aan het oploss n van de knelpunten. H ij/zij heeft de
Telefonisch of per email
1.6.
1.7.
1.8.
1.9.
bevoegdheid betrokken partijen aan te spreken op hun inzet en verantwoordelijkheid en het nakomen van afspraken. Procesondersteuner: deze door de gemeente aangestelde persoon verricht administratieve en organisatorische werkzaamheden voor het team van casusregisseurs en de procesmanager. De procesondersteuner heeft toegang tot diverse systemen voor onderzoek en bereidt dossiervorming voor. De procesondersteuner vult en beheert het keteninformatiesysteem en verzorgt de verslaglegging van de MDO's. De Stuur roep CMPG (complexe multiprobleemgezinnen"): de Stuurgroep bewaakt de uitvoering van het convenant. Alle convenantpartijen leveren 1 vertegenwoordiger in de Stuurgroep. De leden van de Stuurgroep zijn vertegenwoordigers op strategisch niveau namens de betrokken partijen. Managementoverleg CMPG: het managementoverleg vormt de schakel tussen het strategisch niveau en de uitvoering en bereidt de agenda van de stuurgroep voor. De deelnemers aan het managementoverleg zijn vertegenwoordigers vanuit het middenmanagement namens de betrokken partijen. 9 Leefgebieden: De problemen van multiprobleemgezinnen zijn in verschillende categorieën rn te delen, deze worden leefgebieden genoemd. De problemen van de meeste multiprobleemgezinnen bevinden zich in drie of meer leefgebieden. De 9 leefgebieden die in de aanpak CMPG worden onderscheiden zijn: gezin, gezondheid, scholing, werk, financiën, huisvesting, overlast, politie, justitie.
Artikel 2. Doel van de samenwerking •
•
Door middel van gecoördineerde en integrale interventies op gezinsniveau meer grip krijgen op hardnekkige problematiek en het mijden van zorg bij multiproblee ngezinr en in Nieuwegein. Door de inzet van een integrale uitvoeringsregie op multiprobleemgezinnen een vanuit de praktijk gestuurde bijdrage leveren aan algemene maatschappelijke thema's waaronder: -Bevorderen scholing & arbeid: participatie -ugdringen schooluitval -Toename zelfredzaamheid en sociaal vangnet -Bestrijding armoede en financiële problemen -Verminderen van huiselijk gewelc -Verminderen van overlast -Toename leefbaarheid en veiligheid, zowel binnenshuis als op straat.
Artikel 3 Ketenregie ,1,
3.2.
Uitgangspunt is ketenregie, dat wil zeggen dat een keten van onderling verbonden diensten en acties moet worden gecreëerd en versterkt, waardoor een integrale aanpak ontstaat en de problematiek effectiever en efficiënter wordt aangepakt. Samenwerking in deze keten betekent voor elke Partij dat de eigen visie en aanpak niet meer de enige uitgangspunten zijn. Hoewel er geen sprake is van een absolute p cht tot samenwerking, zijn de taken van partijen na keuze voor samenwerking evenwel niet vrijblijvend. Van de Partijen wordt verwacht dat
3.3. 3.4.
3.5.
zowel de diagnose als de gewenste aanpak vanuit verschillende invalshoeken plaatsvindt. De bevoegdheid van elke Partij om vanuit de eigen doelstelling en (wettelijke) taak uiteindelijk zelfstandig beslissingen te nemen, blijft. I- :t advies van andere Partijen wordt daarbij echter zwaar meegewogen. Deelnemers aan het MDO zijn gemachtigd door de eigen o janisatie. Ter plekke moeten afspraken kunnen worden gemaakt in het kader van het plan van aanpak. Structurele verschillen van inzie in het MDO betreffende de inhoudelijke afwegingen worden op management of bestuurlijk niveau aan de orde gesteld en gerapporteerd aan de Stuurgroep. De maatregelen die door het MDO worden opgesteld en onderdeel uitmaken van het plan van aanpak worden door de betrokken Partijen met voorrang uitgevoerd.
Artikel 4. Werkdefinitie en kenmerken van de doelgroep Het gemeentelijke regieteam wordt ingeschakeld als er bij Nieuwegeinse gezinnen sprake is van problematiek op drie of meer leef ebieden, in combinatie met: a. Onduidelijke of vastgi lopen regie binnen de keten en/of b. Noodzaak tot een gecombineerde inzet van zorg & drang en dwang en/of c. Bestuurlijke urgentie :n/of I. Onmachtigen (kinderen van niet-willende ouders).
Artikel 5. Gemeentelijk regieteam en werkproces 5.1. 5.2.
Het regieteam bestaat uit casusregisseurs, een procesmanager en een procesondersteuner. Het regieteam is ïn dienst van de gemeente. Het regieteam werkt volgens het door de betrokken Partijen vastgesteld werkproces, dat onderdeel uitmaakt van dit convenant (bijlage 1).
Artikel 6. Managementoverleg Het managementoverleg CMPG vormt de schakel tussen het strategisch niveau en de uitvoering en bereidt de agenda van de stuurgroep voo\ De deelnemers aan het managementoverleg zijn vertegenwoordigers vanuit het middenmanagement namens de betrokken partijen.
Artikel 7. Sturing en begeleiding 7.1.
7.2. 7.3. 7.4.
7.5.
De Stuurgroep CMPG bewaakt de uitvoering van het convenant, met name de methodiekontwikkeling en de effectiviteit van d Ï integrale samenwerkir en neemt passende maatregelen bij knelpunten binnen de samenwerking. De burgemeester is voorzitter van de stuurgroep, De gemeente draagt zorg voor het secretariaat van de stuurgroep. De I en van de Stuurgroep zijn vertegenwoordigers op strategisch niveau namens de betrokken partijen. Indien nodig forceert de Stuurgroep bij voorkor ïnde knelpunten een oplossing, waarbij het gezamenlijk maatschappelijk belang boven het belang van de individuele Partij gaat. Indien het Stuurgroepberaad geen voor alle betrokken Partijen bevredigend* oplossing oplevert, zal de voorzitter van de Stuurgroep ilatei aal dan wel plenair
overleg hebben met de hoogste leiding van de betrokken Partijen. De voorzitter zal de betreffende partner(s) aanspreken op zijn/hun verantwoordelijkheid en/of trachten te overtuigen van een oplossingmogelijkheid. De betrokken Partijen zorgen ervoor dat hun vertegenwoordiger bij dergelijke spoedgevallen bereikbaar is en prioriteit verleent aan het zoeken naar een oplossing. Als de betrokken Partijen, of één van hen, na zeven dagen van mening zijn/is dat deze inspanning nog steeds geen bevredigende oplossing opgeleverd heeft, dan is de voorzitter van de Stuurgroep bevoegd om binnen 24 uur een oplossing te bewerkstelligen. Artikel 8, Organisatorische Voorwaarden 8.1. De gemeente Nieuwegein laat in 2013 een digitaal keteninformatfesysteem ontwikkelen. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud en het applicatiebeheer. 8.2. De gemeente voorziet in de inzetbaarheid van de casusregisseurs, de administratieve ondersteuning en huisvesting van de casüsregisseurs. 8.3. De andere partijen stellen medewerkers in staat om met volmacht deel te nemen aan de multidisciplinaire overleggen, aan het managementoverleg en de Stuurgroep. Deze medewerkers onderschrijven de uitgangspunten van de ketenregie. Deelname geschiedt op kosten van de Partij. 8.4. De Partijen onderschrijven het belang van expertiseontwikkeling en kennisopbouw op het terrein van ketensamenwerking in relatie tot de doelgroep en hebben hiertoe een inspanningsverplichting. Artikel 9. Informatie-uitwisseling en privacy 9.1. De Partijen werken mee aan het uitwisselen van digitale informatie tussen hun eigen systeem en het systeem dat wordt gebruikt voor de gem sentelijke uitvoeringsregie op complexe multiprobleemgezinnen. De omschrijving en defini e van de uit te wisselen informatie wordt in onderling overleg bepaald en zo nodig voorgelegd aan de Stuurgroep. 9.2. Er wordt gebruik gemaakt van een te ontwikkelen keteninformatiesysteem, dat ter ondersteuning van de zorgcoördinatie aan Nieuwegeinse multiprobleemgezinnen wordt ingezet. 9.3. Voor de informatie-uitwisseling fungeert het Privacyreglement voor de aanpak van complexe multiprobleemgezinnen, dat deel uitmaakt van dit convenant (bijlage 2). Artikel 10. Communicatie 10.1. Elke Partij zorgt ervoor dat het convenant op een adequate manier intern bekend gemaakt wordt en dat alle direct betrokken medewerkers op de hoogte zijn van de strut lur, doelsti Hing en de werkwijze. 10.2. De gemeente is verantwoordelijk voor de externe communicatie. Artikel 1 1 . Looptijd convenant 11.1. let convenant en het bijbehorende privacyreglement zullen na ondertekening van de partijen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 in werking treden. 11.2. ;t convenant wordt aangegaan tot 1 januari '016.
Artikel 12. Tussentijdse evaluatie De aanpak complexe multiprobleemgezinnen wordt neergezet als een ontwikkelmode!, dat aangepast kan worden wanneer de uitvoeringspraktijk daar om vraagt. Hz 'erwege de looptijd van het convenant zal op initiatief van de gemeente een tussentijdse evaluatie plaatsvinden over het functioneren van de regievoering, de effectiviteit van de samenwerking en het privacyreglement. Op basis van deze evaluatie zijn tui entijdse bijstellingen mogelij c, gevoed door en met instemming van alle betrokken Partijen, daartoe geadviseerd door de Stuurgroep
Artikel 13. Toetreding nieuwe deelnemers Als tijdens de looptijd van dit convenant nieuwe partners zich aan willen sluiten geldt dat deelname mogelijk is als zij het convenant, en alles wat daaruit voortkomt, volledig en onvoorwaardelijk onderschrijven. Hierbij geldt als voorwaarde dat eerst consensus bestaat bij alle zittende Partijen over de toetreding van de nieuwe partner. Artikel 14. Tussentijdse aanpassing van het convenant De Partijen komen overeen dat tussentijdse aanpassing van dit convenant mogelijk is als er zich wijzigingen van omstandigheden voordoen, welke naar objectieve maatstaven gemeten een verdere ongewijzigde uitvoering van dit convenant niet langer verantwoord maakt. Aanpassingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Stuurgroep.
Ondertekening Aldus getekend; Plaats: Nieuwegein Datum: 12 maart 2013 Gemeente Nieuwegein
Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Midden-Nederland
Dhr. F.T.J.M. Backhuijs Burgemeester
Dhr M.A.J.M. Vuylsteke, Officier van Justitie
Stichting VitrasCMD mevrouw A.A.M. van der Linden /Bestuurder
-A
MOvactor Dhr. D. Duiker Directeur-Bestuurder
^1/
Bureau Jeugdzorg Utrecht Dhr. P. Janssen Rayojimanager West
Raad voor de Kinderbescherming
Politie Utrecht West i.o.
Mw. B. van der Leest
Mw. F. van Spaendonk
Teamleider
Districtschef,
Woningcorporatie Jutphaas Wonen
Stichting Mftros
Mw. M. Zeeman Directeur
Mw.L. Marchesini-Frans Directeur wonen
hÊm
Woningcorporatie Portaal Dhr, R. J. S lts ManagerXlant^en Gebied
ovehschools Management Nieuwegein M.W. H.C, Boerma bestuui er
Oé/^v^ SarnenwerkingSi/ierband LZVÖ Züïd-Utret* Dhr. A,G, Popma Voorzitter bestuurscornrnjssié
Bijlage ï
Het werk proces van het regieteam complexe multiprobleemgezinnen
1. Inle ding In deze notitie beschrijven we de verschillende fasen in het werkproces van het regieteam complexe multiprobleemgezinnen (regieteam CMPG). In paragraaf 2 gaan we per fase in op de taken van het regieteam. Maar eerst geven we in de inleiding enkele itgangspunten en karakteristieken van de aanpak complexe multiprobleemgezinnen weer. 1.1.
Doel van de aanpak
•
Door middel van gecoördineerde en integrale interventies op gezinsniveau meer grip krijgen op hardnekkige problematiek en het mijden van zorg bij multiprobleemgezinnen in Nieuwegein. <> Door de inzet van een integrale uitvoeringsregie op multiprobleemgezinnen een vanuit de praktijk gestuurde bijdrage leveren aan algemene maatschappelijke thema's waaronder: ■Bevorderen scholing & arbeidsparticipatie -Terugdringen schooluitval -Toename zelfredzaamheid en sociaal vangnet -Bestrijding armoede en financiële problemen -Verminderen van huiselijk gewei -Verminderen van overlast -Toename leefbaarheid en veiligheid, zowel binnenshuis als op straat. 1.2. Doelgroep Het gemeentelijke regieteam wordt ingeschakeld als er bij Nieuwegeinse gezinnen sprake is van problematiek op drie of meer leefgebieden, in combinatie met: a. Onduidelijke of vastgelopen regie in de keten en/of b. Noodzaak tot een gecombineerde inzet van zorg & drang en dwang en/of c. Bestuurlijke urgentie en/of d. Onmachtigen (kinderen van niet-willende ouders).
Het gemeentelijke regieteam CMPG maakt onderscheid in een gezinsgerichte en een persoonsgerichte aanpak (GGA resp. PGA). Over het algemeen richt het regieteam zich op het gehele gezinssysteem. Echter als blijkt dat slechts één gezinslid, a dan niet woonachtig op hetzelfde a res als haar/zijn gezinsgenoten, op minimaal 3 van de 9 leefgebieden problemen heeft, kan het regieteam ook een persoonsgerichte aanpak hanteren.
LO
1.3. Eén gezin, één plan en één regisseur Voor versterking van de uitvoeringspraktijk rondom complexe multiprobleemgezinnen is een eenduidige werkwijze noodzakelijk. We hanteren het uitgangspunt: één gezin, één plan en één regisseur. Hieronder verstaan we dat voor één gezin, één eenduidig en SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden) geformuleerd plan van aanpak wordt gemaakt waarbij de regie in handen is van de casusregisseur. 1.4. Regie De casusregisseur voert onafhankelijk de uitvoeringsregie over de verschillende ketens. De casusregisseur verleent nooit zelf hulp. De casusregisseur stelt in samenspraak met de relevante ketenpartners een plan van aanpak op, volgt de voortgang en spreekt, ten behoeve van het gezin, alle ketenpartners aan op het uitvoeren van daarin vastgelegde afspraken. 1.5 Taken gemeentelijk regieteam Het regieteam voegt onderzoek en regie toe aan de bestaande inspanningen en verantwoordelijkheden van instellingen. De inzet is er niet op gericht om de taken van de bij het gezin betrokken professionals over te nemen. Het regieteam gaat naast de professionals staan en organiseert samen met hen een effectieve aanpak. Niet alle multi-problematiek wordt automatisch casuïstiek voor het gemeentelijke regieteam CMPG. Er zijn veel cliënten met meervoudige problemen die in de reguliere zorg- en hulpverlening goed geholpen worden, bijvoorbeeld door coördinatie van zorg. Het toevoegen van gemeentelijke regie is in die gevallen overbodig. De aanpak van complexe multiprobleemgezinnen vindt zoveel mogelijk in afstemming plaats met andere lokale multidisciplinaire werkwijzen of overlegvormen, zoals de integrale aanpak woonoverlast en de groepsaanpak vanuit het wijkmanagement, het meldpunt zorg & overlast (ondergebracht bij de GGD bidden Nederland) en de gemeentelijke integrale aanpak schuldhulpverlening Naast de hoofdtaken "onderzoek" en "regie" kan er in bijzondere gevallen of voor bijzondere doeleinden ook een beroep worden gec aan op het gemeentelijke regieteam CMPG, bijvoorbeeld: • als er voor het welslagen van de Nieuwegeinse groepsaanpak een plan van aanpak op individueel of gezinsniveau nodig is; • voor advisering of ondersteuning van professionals of keteninstellingen bij het organiseren van een sluitende aanpak rondom het gezin of het individu. Tot slot zorgt het regieteam er samen met de procesmanager en de programmamanager voor dat de al opgebouwde expertise rondom Roma bewaard blijft en verder wordt ontwikkeld. Hierdoor is het regieteam ook in staat om professionals en teninstelli gen te adviseren over Roma specifieke aangelegenheden en problematiek,
1.6. Escali tie Indien de casusregisseur er in de uitvoering met de betrokken partijen niet uitkomt, zal er gebruik gemaakt worden van een escalatiemodel. Dit model ziet er als volgt uit:
il
Bij operationele knelpunten zal de procesmanager optreden en zowel binnen de gemeentelijke organisatie als bij de convenantpartners de medewerkers op managementniveau aanspreken. Indien deze knelpunten op dit niveau niet tot gewenste oplossingen leiden, zal de programmamanager de knelpunten op bestuurs- of directieniveau bespreekbaar maken of de verantwoordelijke wethouder in stelling brengen. Indien dit niet tot oplossingen leidt is de burgemeester bevoegd om oplossingen te bewerkstelligen.
1.7. Registratiesysteem Ter ondersteuning van de regievoering is het gebruik van een digitaal keteninformatiesysteem noodzakelijk. De gemeente Nieuwegein laat in 2013 een digitaal keteninformatiesysteem ontwikkelen. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud en het applicatiebeheer. Binnen het keteninformatiesysteem worden op eenduidige wijze basisgegevens geregistreerd, die ingezet worden voor het monitoren van de voortgang binnen de aanpak. Het college van B&W van de gemeente Nieuwegein is (mede in het kader van de privacywetgeving) verantwoordelijk voor zorgvuldige bewerking en opslag van actieve en passieve dossiers binnen het registratiesysteem.
12
2.
Het werkproces
Het werkproces van de gemeentelijke aanpak complexe multiprobleemgezinnen bestaat uit vijf fasen: .1
1. 2. 3. 4. 5.
Aanmelding Analyse MDO en opstellen plan van aanpak Interventie en monitoren Afsluiting
Fase 1 : Aanmelding In de aanmeldingsfase ontvangt de casusregissour een melding of een vraag van een melder via een gestandaardiseerd aanmeldingsformulier. De inbrenger van het signaal brengt de cliënt op de hoogte dat zijn/haar problemen worden bes »roken met professionals van andere instellingen» Zolang er nog geen formele beslissing is genomen over het in behandeling nemen van de casus loor het regieteam blijft de signaalinbrenger verantwoordelijk voor de casus. Belangrijk dat de melding voldoet aan de volgende eisen: De persoon of h ;t gezin woont of verblijft 2 in < meente Nieuwegein. De persoon of het gezin heeft problemen of vertoont onregelmatigheden op minimaal 3 van de 9 zogenaamde leefgebieden. e prob emen gaan de mogelijkheden van de hulpverlening te boven, er wordt geen resultaat geboekt of er bestaat nog geen h pverleningstraject Bij ee melding door een instantie levert deze de NAW-gegevens indien de instantie deze redelijkerwijs kan achterhalen. De melder formuleert zijn/haar concrete vraag aan de casusregisseur. De casusregisseurs en procesmanager CMPG, beoordelen binnen vijf werkdagen de ingebrachte melding. Hierbij zijn 4 keuzemogelijkheden: 1. Bij spoed wordt onmiddellijk actie op gang gebracht, wanneer mogelijk langs reguliere paden. Eventueel wor een spoed-MDO belegd. Spoed in de zin van direct en onmiddellijk gevaar waarbij acuut actie vereist is, zal gemeld moeten worden bij de crisisdiensten. 2. Wanneer er sprake is van weliswaar ernstige zorgen, maar geen noodzaak tot onmiddellijke actie, besluit de casusregisseur in overleg met de procesmanager tot het op gang brengen van een informatieronde. 3. Er blijkt op basis van de ingebrachte infor natie dat het geen regieteam casuïstiek betreft. Beslissing wordt teruggekoppeld aan degene die het signaal eeft ngebrai:ht, wa arbij ev mtueel uitleg/ advies o t vervolc wordt egeven. 4. De aanm Iding voldoet niet aan de bovengenoemde eisen. De aanmelding wordt retour gestuurd naar de melder voor volledige informatie. Als een melding daadwer lijk in behandeling wordt genome i, worden de gegevens van de be cenen g streerd ii iet r gistratiesysteem. In overleg met de betrokkf n ketenpartners wordei de betrokkenen hiervan per brief door de casusreg sseur op de hoogte g ;steld.
2
Sommige partijen, of ketenpartners kunnen niet afwijken van hun wett( sr betreffende aanname of dienstverlening. Dat betekent dat zij niet betrokken kunnen worden bij d CMPG aanpak indien een persoon of gezin niet in het GBA geregistreerd staat 13
Fase 2: Analyse en informatieronde De casusregisseur /erzamelt informatie over het gezin of de persoon en gebruikt zijn netwerk om deze informatie te achterhalen. Een informatieverzoek moet binnen 5 werkdagen door iedereen middels een gestandaardiseerd antwoordformulier zijn eantwoord, ook als er niets te melden i;
De ■ ■ ■
casusregisseur verz amelt informatie over: Is de betrokkene bekend t i j overige ketenpartners? Wie is op dit moment betrokken bij deze casus? Wie heeft welke acties ondernomen en wat was daarvan het resultaat?
De informatie is noodzakelijk om goed te kunnen beoordelen welke aanpak (GGA of PGA) geschikt is. In het samenwerkingsconvenant is vastgelegd dat de partners deze informatie verstrekken en onder welke voorwaarden. Voor een goede informatie over de problematiek op de 9 leefgebieden, kan de casusregisseur beschikken over de volgende bronnen: ■ bestandsinformatie (GBA); registratie bij de politie, OM, woningcorporaties, Raad v o o r d e Kinderbescherming, Bureau Jeugdzorg, GGD-JGZ, Leerplicht, MOvactor, VitrasCMD (AMW en JGZ en Thuisbegeleiding), eventuele andere betrokkenen. « omgevingsinformatie (signalen uit de wijk of subjectieve info van een veldwerker, wijkmanagers, etc.) De casusregisseur ordent de ontvangen informatie aan de hand van de negen verschillende leefgebieden in een voorlopig Plan van Aanpak en legt dit stuk ter goedkeuring voor aan de procesmanai ir CMPG. Beslismoment: Aan de hand van de uitgebreide informatieronde neemt de casusregisseur i samenwerking met < procesmanager CMPG een beslissing over r t vervi Ig: > Optie 1 . doorverwij; :ing o Er blijkt op basis van de verzamelde informatie dat het geen regieteam casuïstiek betreft. o De ca; us wordt door de cas jsregisseur do )rverwezen naar de juiste gemeentelijke afdeling, ketenpartner of het CJG nidde ; een w ne overdracht en advies. De casusregisseur neemt contact op met de inbrenger van het signaal o erug te koppelen wat het vervolg is.
o
> Optie 2 . I n I ehai eling Op basis van de v rzamelde informatie blij ;t dat voor de casus intensieve regie door he : regieteam CMPG noodzakelijk is.
ïze geh
e fase neemt maximaal
10 M srkdagen in besla
Fase 3: MDO en opstellen plan v a n aanpa Na h afronden vai informatieror en het besluit tot opnemen van de casus worden de betrokken ketenpaitners iervan op de hoogte < esteld en won It er door de procesondersteuner een MDD (multidisciplinair overleg) gepland n it de uitvoeren professionals van a 2 betrokken ketenpartners en g ;meentelijke aft lingen. H et eerste v|DO vindt uiterlijk binnen 15 werkdagen na het aanvaarden van de casusregie aats. Onder voorzitterschap van de procesmanager CMPG zal er in dit eerste MDO getracht worden door de betrokken instellingen overeenstemming te bereiken over een plan van aanpak. H et is daar n van belang at de inste ingen hun professionals mandaat geven om t ; het besluiten te nemen 14
ventuele onjuistheden of lacunes in de informatie worden ter plekke aangepast of er worden afspmken gemaakt over t verkrijgen van aanvul ide i ifo. Met de deskundige partners die deelnemen aan het MDO wordt een analyse van de situatie van de casus gemaakt. De analyse omvat de volgende onderdelen: ■ systeemanalyse, eventueel dividuele analyse; ■ analyse van d wel/niet werkzame hulpverlening; ■ analyse van de positieve krachten binnen het individu en het systeem.; ■ analyse ^ an de zachte wijkinformatie; ■ nalyse ' an wettelijke mogelijkl eden voor zorg en drang en dwang; Op b sis van deze gedegen analyse wordt voor de betrokkenen op hoofdlijn lan van aanpak opgesteld waarin tot afspraak is gekomen voor verdere interventie door de ketenpartners richting het gezin of individu. H et plan van aanpc k wordt op proces vaste ;steld binnen dit overleg. Het verslag met daarin de actiepunten en het plan van aanpak vanuit het eerste MDO zal door de procesondersteune binnen 10 werkdagen worden uitgewerkt, in het systeem worden gehangen en worden toegestuurd aan alle betrokken professionals. Eventuele vervolg MDO's worden ingepland door de casusregisseur en zijn ook onder voorzitterschap var e casusregisseur. De verslaglegging van deze MDO's is de taak van de procesondersteuner. Fase 4 ; I n t e r v e n t u en monitoren Verantwoordelijkheden De casusregisseur is procesverantwoordelijk voor de uitvoering van het plan van aanpak. Dit plan bevat SMART geformu erde afspraken. De organisaties j i e betrokken zijn bij het ind vidu of gezin zijn inhoudelijk verantwoord e lij c voor hun eigen interventies (die onderdeel zijn van het plan van aanpak). Het monitoren van het traject is een van de kerntaken v n de casusregisseur. In het operationele veld is veel behoefte aan regie, doorzettingsmacht en een kwalitatieve monitoring op e resultaten van de interventie )at laatste geeft de casusregisseur zicht op hel roces en het resultaat van de interventie, De ■ ■ ■
casusregisseur monitort op b s v a n : ;igen analyse van de jatie; SMAR geformuleerde n :sultaten uit het plan van aanpak. Voortgangsrapportages van de betreffende uitvoeringsorganisatie(s) over de voortgang.
De casusregisseur monitort gedurende de hele interventieperiode. Als de casusregisseur door eigen waarneming of door signalen uit het veld constateert dat :enpartners zich nie louden aan de afgesproken interventies of de interventie niet tot de afgesproken resultaten, informeert de casusregisseur de betreffende organisatie [s) of gemeentelijke afdeling(en) vordt de situatie gezamenlijk onderzocht en besproken. Di kan leiden tot een van de volgende acties: bijstellen van de SMART geformuleerde doelen; ■ bij5 2llen van d MART geformule rde afspraken; ■ bijstelling of b diging van de interventie; ■ ontkrachten van de waarneming en signal» De casusregisseur heeft de uiteindelijke regie over de uitvoering van het plan van aanpak en sft doorzettingsmacht over de te nemen interventies. De casusregisseur 'ormeert lie betrokken organisaties over de bevindinc an en het vervolg.
15
De casusregisseur kan gedurende heel deze fase besluit* n om een voo tgangs MDO in te plannen. Er zijn meen e aanl idingen voor een voort jangs MDO: o Er is een nieuwe situatie is ontstaan waarover afspraken gemaal:t moeten worden; o De afgesproken interventies leiden niet de gewenste resultaten, waardoor het PvA moet worden bijgesteld. Wanneer een van de betrokken ketenpartners constateert dat een voortgangs MDO wenselijk is, kan een gemotiveerd verzoek daartoe gedaan worden bij de casusregisseur. Indien de betrokken ketenpartner niet in staat is een voortgangs MDO bij te wonen zorgt hij/zij voor een vervanger. Fase 5 Afsluiting Een casus kan worden afgesloten zodra de doelen uit het plan van aanpak gerealiseerd zijn of wanneer verdere reguliere hulpverlening voldoende geborgd is. Deze beslissing wordt - al dan niet in een afsluitend MDO - genomen door de casusregisseur in samenwerking met de bij de cliënt betrokken professionals. •
• • •
• •
De casusregisseur heeft in samenwerking met de betrokken professionals getoetst en geconstateerd dat de doelstellingen uit het plar «an aanpak behaald zijn of dat de problematiek van dien aard is geworden dat deze regulier kan worden opgepakt of onder regit it O G kan worden gebracht. De casusregisseur schrijft een eindevaluatie/verslag. De casusregisseur legt de evaluatie voor aan de procesmanager. De procesmanager beoordeelt of de resultaten op proces zijn behaald en geeft goedkeuring aan de beslissing voor afsluiting. De verantwoordelijkheid voor de casus w ordt overgedrager aan de reguliere hulpverlening. De verantwoordelijke instantie wordt vastgelegd in het eindevaluatieverslag; dit wordt vast gelegd in het keteninformatiesysteem. Indien er vragen/zorgen zijn omtrent een casus of de problematiek opnieuw escaleert kan er met de contactpersoon op het evaluatieverslag contact worden opgenomen. De cliënt ontvangt een brief van het regieteam waarin wordt uitgelegd dat de bemoeienis is beëindigd. Na afsluiting van een traject blijven de gegevens van de betreffende personen nog v i j f j a a r opgeslagen in het registratiesysteem, zoals voorgeschreven in de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
16
Bijlage II Privacy reglement in het kader van de aanpak complexe multiprobleemgezinnen Nieuwegein 1. Inleiding De problematiek van gezinnen met meervoudige maatschappelijke problemen strekt zich uit over de leefdomeinen wonen, zorg en hulpverlening, veiligheid, onderwijs, werk en inkomen, gezondheid en welzijn. Binnen de aanpak complexe multiprobleemgezinnen wordt de gezinsproblematiek integraal benaderd en dat vraagt om een goede koppeling tussen de verschillende leefdomeinen. Om een goed beeld te krijgen van de complexe multiprobleemgezinnen is het noodzakelijk dat de samenwerking tussen de keten Onderwijs, Wonen, Veiligheid, Justitie en Zorg- en Dienstverlening wordt geoptimaliseerd. Hierbij speelt informatieuitwisseling een grote rol. Daarbij is wel zorgvuldigheid vereist met betrekking tot het uitwisselen van gegevens. Dit reglement is onderdeel van het samenwerkingsconvenant aanpak complexe multiprobleemgezinnen Nieuwegein. 2.
Overwegingen Overwegende dat alle Partijen zijn betrokken bij een integrale aanpak van complexe multiprobleemgezinnen in Nieuwegein Overwegende dat alle Partijen streven de werkzaamheden van de organisaties betrokken bij de integrale aanpak van deze complexe multiproblematiek op efficiënte en effectieve wijze bij elkaar aan te laten sluiten; Overwegende dat het hiervoor noodzakelijk en gewenst is onderling gegevens uit te wisselen; Overwegende dat Partijen zich ervan bewust zijn dat zij bij het uitwisselen van gegevens gehouden zijn aan de op hen van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Partijen realiseren zich hierbij dat gezocht moet worden naar een evenwicht tussen het belang van gegevensuitwisseling voor de aanpak van complexe multiproblematiek als onderdeel van de samenleving en het belang van betrokkenen bij de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer; Overwegende dat de Wet bescherming persoonsgegevens eisen stelt aan een zorgvuldige gegevensverwerking;
17
Komende volgende Partijen overeen,
2 . 1 . Partijen: Gemeente Nieuwegein Politie district West Utrecht Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Midden-Nederland GGD Midden Nederland MOvactor Stichting VitrasCMD Bureau Jeugdzorg Utrecht Zuid Woningcorporaties Mitros, Jutphaas, Portaal, Raad voor de Kinderbescherming Bovenschools Management Nieuwegein Samenwerkingsverband LZVO Zuid-Utrecht Werk en Inkomen Lekstroom verder gezamenlijk te noemen "Partijen". om samen te werken bij de aanpak complexe multiprobleemgezinnen in Nieuwegein met inachtneming van de in het bijzonder op hen van toepassing zijnde wet- en regelgeving. 3.
Definities
In dit reglement wordt verstaan onder: 3.1 3.2 3.3
3.4.
3.5.
3
Partijen: organisaties/ instanties aangesloten bij de aanpak complexe multiprobleemgezinnen (allen hierboven genoemd). Overleg: het overleg, zowel fysiek als virtueel 3 tussen Partijen met betrekking tot Betrokkenen. MDO of Multi-Disciplinair Overleg: specifieke vorm van overleg waarbij verschillende Partijen zich op initiatief van de casusregisseur buigen over de aanpak van een of meerdere personen en/of gezinnen en daarvoor ook gegevens uitwisselen. Casusreaisseur: deze door de gemeente aangestelde persoon functioneert als een spin in het web, bij wie signalen worden neergelegd, en door wie signalen worden geregistreerd, geadresseerd, gecoördineerd en afgestemd met andere ketens. Hij/zij is verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van het plan van aanpak en het behalen van de doelstellingen in dit plan. Procesmanaaer: deze door de gemeente aangestelde persoon houdt overzicht over de aanpak van de complexe multiprobleemgezinnen. De procesmanager stuurt het regieteam aan en heeft de laatste zeggenschap in de weging van
Telefonisch of per email 18
3.7
signalen, de accordering van de plannen van aanpak en de afsluiting v a n een casus. Hij/zij kent alle (lokale en regionale] partijen die ingezet kunnen worden om deze gezinnen te ondersteunen of om in hun situatie in te < en. Hij/zij stimuleert structurele samenwerking en informatie-uitwisseling tussen deze partijen en draagt bij aan het oplossen van de knelpunten. Hij/zij heeft de evoegdheid be -okken \ rtijen aan te spreken op ïun inzet en verantwoordelijkheid en het nakomen van afspraken. Procesondersteuner: deze door de gemeente aangestelde persoon verricht idministratieve en organisatorische werkzaamheden voor het team van casusregisseurs en de procesmanager. De procesondersteuner heeft toegang tot diverse systemen voor onderzoek en bereidt dossiervorming voor. De procesondersteuner vult en beheert liet keteninformatiesysteem en verzorgt de verslaglegging van de MDO's. Betrokkene: degene wiens persoonsgegevens inzake de aanpak complexe
3.8
Verantwoorc elijke: het Collec e van Burg<
3.6.
multiprobii emgezinnen wo Jen verwerkt. eester en Wethouders van de
gemeente N euwegein. 3.9.
Persoonsgegeven: Elk gegeven betreffende een geïdentificeerd : of identificeerbare natuurlijke persoon.
3.1(
Verwerking van persoonsgegevens: elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreïi ng of enige andere vorm van terbeschikkingste ling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van persoo nsgeg eve n s.
3.11
ibren en van <
i casus: Melding maken bij de casusreqisseur van een situatie
waarover de meldende organisatie zich zorgen maakt en die voldoet aan de cri eria, zoals vermeldt in de beschrijving van het werkproces (bijlage 1 van het samenwerkingsconvenant).
4.
Doelbinding
De gegevensuitwisseling en de aanleg en het beheer van een Registratie van Betrokkene is noodzakelijk voor de doelen van de aanpak complexe multiprobleemgezinnen in Nieuwegein: •
Door middel van gecoördineerde en integrale interventies op gezinsniveau meer grip krijgen op hardnekkige problematiek en het mijden van zorg.
•
Door de inzel van een integrale uitvoeringsregie op probleemgezinnen een vanuit de praktijk gestuurde bijdrage leveren aan andere algemene maatschappelijke thema's waaronder: -
Bevorderen scholing arbeidsparticipatie Terugdringen schooluitval Toename zelfredzaamheid en sociaal vangnet Bestrijden armoede en financiële problemen Verminderen van huiselijk geweld 19
- Verminderen van overlast - Toename leefbaarheid en veiligheid, zowel binnenshuis als op straat.
Persoonsgegever s worden niet verder verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de » doeleinden waarvoor ze zijn verkregen (Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 9, lid 1). 5.
Geheimhoudingsplicht
Voor zover de Partijen daartoe niet al verplicht zijn, leggen zij aan die medewerkers die inzage hebben of - in overeenstemming met het bepaalde ïn dit Convenant - op andere wijze persoonsgegevens verkrijgen uit de aanpak complexe multiprobleemgezinnen, een plicht tot geheimhouding op. Deze plicht strekt tot geheimhouding van de persoonsgegevens waarvan de medewerkers kennis nemen, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit. Strafrechtelijke persoonsgegevens worden niet (verder) verstrekt dan na toestemming van de Officier van Justitie. 6.
Het Overleg en de Registratie
6.1
De Partijen wisselen in het Overleg gegevens over de Betrokkenen uit. Zij handelen daarbij conform de bepalingen van het Samenwerkingsconvenant en de eventuele op hen rustende geheimhoudingsverplichtingen krachtens de wet en de professionele normen van de medewerkers van de desbetreffende Partij. Dit kan betekenen dat deze medewerkers een casus slechts anoniem kunnen inbrengen of uitsluitend persoonsgebonden informatie over mensen ontvangen in plaats van leze ook in te brengen. Zij zullen deze informatie dan kunnen gebruik n in de hulp - en dienstverlening die door deze Partij aan de mensen wordt geboden.
6.2
De casusregisseur legt ten behoeve van de uitwisseling van gegevens door Partijen een Registratie aan, Hij handelt daarbij conform de bepalingen van het Samenwerkingsconvenant.
7.
Ge geve
M
De Partijen wisselen uitsluitend persoonsgegevens uit die rechtmatig en in
.2.
7.3
overeenstemming met de toepasselijke wettelijke regelingen zijn verwerkt en op grond van de op hen van toepassing zijnde wet- en 'egelgeving mogen worden uitgewisselc Er wordt gebruik gemaakt van een digitaal keteninformat esysteem dat in de loop van 2013 ter ondersteuning van de zorgcoördinatie aan Nieuwegeinse gezinnen wordt ingezet Dit keteninformatiesysteem wordt ter goedkeuring aan het College Bescherming Persoonsgegevens v )orgelegd. In dit keteninformatiesyteem worden uitsluitend persoonsgegevens betreffende de Betrokkene vastgelegd en verwerkt die gerelateerd zijn aan risico's of problematiek van Betrokkene en andere leden van het gezin op de volgende leefgebieden: gezin, gezondheid, huisvesting, school, werk, financiën, overlast, politie en justitie. 20
8.
Verantwoordelij k e gegevensuitwisseling
De Verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens van de Betrokkene is het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nieuwegein. De Verantwoordelijke is formeel-juridisch verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens (gegevens uit verschillende dossiers van betrokken Partijen). Uiteraard is elke Partij verantwoordelijk voor de verwerking van de v eigen' gegevens. Dat wil zeggen: Bureau Jeugdzorg t lijft verantwoordelijk voor eigen dossiers, en zo ook de politie enzovoort. H ier gaat het om gegevens die ten gunste van het doel samen komen. 9.
Beveiliging en rechtstreek se toegang
9.1
De Verantwoordelijke beveiligt de persoonsgegevens van de Betrokkenen tegen verlies of enige vorm van onrechtmatig*; verwerking. De verantwoordelijke treft daarvoor de nodige passende technische en organisatorische maatregelen. Die maatregelen betreffen onder meer maar niet uitsluitend maatregelen met betrekking tot de toegang tot persoonsgegevens, de lees- en schrijfbevoegdheden van de Partijen en het vereiste niveau van beveiliging.
9.2
Alleen het personeel dat onder leiding van de Verantwoordelijke staat, namelijk de leden van het gemeentelijke regieteam, hebben toegang tot de Registratie.
10
Bewaren en v e r w i j d e r e n van opgenomen persoonsgegevens
De persoonsgec
ns worden niet langer bewaard da
de doeleinden van de verv diens p
ïoodzakelijk is voor het doel of
king. De moment n van verwijdering van de Betrokkene en
oonsgegevens uit het registratiesysteem zijn:
■
het moment va
overlijden, of
■
zodra het traject positief ten iinde is gebracht. Concreet betekent dit dat het momen van resultaat t
is als de instantie de jeoogde resultaten uit het plan
van aanpak bereikt heeft, of ■
bij inw
|ing van een verzoet
it verwijdering van Betrokkene
met gezag/voogd indien het iaat om een jonger* jongere
leeftijd van 12 jaar heefl
een redelijke waardering vai zijn bel< 1. 11.1
ereik
an een ouder
jnger dan 12 jaar of indien
niet in staat kan worden g
cht tot
:er zake).
De casusregisseur De casusregisseur is belast met de dagelijkse zorg voor de verwerking van persoonsgegevens.
11.2
De casusregisseur treft de nodige voorzieningen ter bevordering van de juistheid en volledigheid van de persoonsgegevens.
11.3
De casusregisseur heeft geheimhoudingsplicht jegens de gegevens die de Partijen verstrekken.
21
12.
Informatieplicht
12.1
De casusregisseur verstrekt de volgende informatie schriftelijk aan de
Betrokkene: ■
De doeleinden van het MDO
■
De identiteit van de verantwoordelijke.
12.2
Deze informatie wordt verstrekt vóór het moment waarop de casusregisseur de persoonsgegevens die in het registratiesysteem vastgelegd kunnen worden, van Jetrokkene verkrijgt.
12.3
Indien een casusregi: seur de persoonsgegevens buiten de f etrokkene om verkrijgt, informeert hij de Betrokkene op het moment van eerste vastlegging van de persoonsgegevens verstrekt door een Partij. n aanvulling op het vorenstaande wordt een betrokkene niet geinformeerd indien sprake is van een uitzonderingssituatie als genoemd in artikel 43 van het Wbp.
12.4
De casusregisseur wijst de Betrokkene bij
; informatieverstrekking op de
mogelijkheden van rechtsbescherming en toezicht en op de rol daarin van het College Bescherming Persoonsgegevens. 12.5
Indien de Betrokkene minderjarig is en de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, wordt ook de wettelijk vertegenwoordiger geïnformeerd,
13
Rechten van de Betrok k ene
13.1
De Betrokkene heeft het recht te verzoeken om inzage in het gebruik van diens persoonsgegevens, te verzoeken om aanvulling, correctie of verwijdering van die gegevens en het recht op verzet tegen het gebruik van zijn gegevens. Deze rechten zijn geregeld in de artikelen 35, 36 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens.
13.2
Verzoeken kunnen worden ingediend door Betrokkene. Of van een ouder(s) met gezag/voogd indien h : gaat om een jongere jonger dan 12 jaar of indien de jongere de leeftijd van 12 jaar he
Dereikt en niet in staat kan worden geacht
tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Desgevraagd (dus nadrukkelijk op verzoek van) kan ;ian d ; ouder(s)/voogd, indien de iongere jonger is dan 16 jaar, inzage worden verstrekt, indien het belang van de jongere zich daarentegen niet verzet. 13.3
H et verzoek om inzage kan worden geweigerd indien noodzakelijk voor go< de uitvoering van de politietaak of ter bescherming van gewichtige belangen van derden. Dit voor zover het gegevens betreft die afkomstig zijn uit enig Politieregister.
13.4 H et recht op aanvulling, verbetering of verwijdering van gegevens kan worden gedaan indien de gegevens feitelijk onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. 13.5
Verzet tegen verwerking van persoonsgegevens kan plaatsvinden in verband met ijzondere persoonlijke omstandigheden van de jongere.
22
13.6
Verzoeken kunnen worden ingediend bij het College van B&W van de geme nte Nieuwegein, Voor zover het verzoek om inzage in het dossier zich richt op politiegegevens zal het college hiervoor toestemming vragen aan de politie.
13.7
Binnen vier weken moet een besluit op dergelijke verzoeken worden genomen. Besluiten in d t kader zijn een besluit in de zin van de algemene wet bestuursrecht, waartegen dus bezwaar ingevolge die wet mogelijk is.
14
Gegevensuitwisseling zonder toestemming
14.1
Weigert de Betr kkene of de wettelijk vertegenwoordiger toestemming te geven voor de verstrekking van informatie ten behoeve van het overleg, of kan deze toestemming, in ' irband met de bescherming van de belangen van de Betrokkene, niet worden gevraagd, dan kan de casusregisseur toch informatie aan andere meldingsbevoegden in het overleg verstrekken indien: • de risico's naar zijn inschatting ernstig zijn, en • verstrekking van persoonsgegevens van de Betrokkene in het overleg naar zijn oordeel noodzakelijk is voor een tijdige en effectieve aanpak gericht op het wegnemen of terugbrengen van de ernstige risico's en de daarmee verband houdende ernstige belemmeringen.
14.2
Indien de casusregisseur meent dat hij zonder toestemming van de Betrokkene en/of zijn wettelijk vetegenwoordiger informatie in het overleg dient te verstrekken, pleegt hij, alvorens hierover een besluit te nemen, overleg met de procesmanager.
14.3
Besluit de casusregisseur om op grond van lid 1 persoonsgegevens over de Betrokkene te verstrekken zonder toestemming, dan draagt de casusregisseur er zorg voor dat de Betrokkene en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger hierover zo spoedig als de situatie toelaat, wordt geïnformeerd.
14.4
De casusregisseur tekent in zijn dossier aan op welke datum hij toestemming heeft gevraagd en van wie hij deze al dan niet heeft verkregen. Besluit hij om zonder toestemming gegevens te verstrekken, dan tekent hij aan welke feiten en omstandigheden tot zijn besk : hebben geleid en welke functionaris hij hierover heeft geraadpleegd.
15
Wijzigingen en aanvullingen van het reglement Wijzigingen in de doeleinden van de gegevensverwerkingen als bedoeld in dit reglement en wijzigingen in het gebruik en de wijze van verkrijging van de persoonsgegevens, dienen te leiden tot wijziging dan wel aanvulling van dit reglement. De wijziging treedt één maand na vaststelling van de wijziging in werking
23
Bijlage I I I : Uitbreiding convenantpartners Aldus getekend: Plaats: Nieuwegein Datum: 14 april 2014
Werk en Inkomen Lekstroom (WIL) Dhr. R. Esser Directeur
24