Samenvatting van de golfegels met een oefenexamen
Samenvatting golfregels Kennis van de golfregels is van groot belang bij golf. Niet alleen om het theorie examen met succes af te ronden maar ook tijdens het spelen. Je bent zelf de scheidsrechter en dient te handelen volgens de regels. De regels kunnen nadelig zijn in het geval strafslagen gerekend moeten worden maar er kan voordeel verkregen worden wanneer een speler zonder straf mag handelen. Kortom het is van groot belang dat de regels bekend zijn. De golfregels zijn lastig om te leren. Om het theorie deel van het GVB examen te kunnen halen worden vaak enkel de examenvragen uit het hoofd geleerd. Dit is niet voldoende om voldoende inzicht te verkrijgen om de regels in de baan juist toe te passen. Hier vindt je een samenvatting van de golfregels. Indien je deze pagina’s bestudeert kun je 80% van de golfregels toepassen. Ook voor het theorie examen geeft deze samenvatting voldoende inzicht om een groot deel van de examenvragen juist te kunnen beantwoorden. Indien je je wil voorbereiden op het theorie examen van het GVB examen raden wij je aan de samenvatting te leren en vervolgens de examenvragen te proberen. De regels die van toepassing zijn op de vragen die je fout beantwoordt, kun je vervolgens in detail bestuderen. Elke vier jaar worden de golfregels herzien. Per 1 januari 2012 zijn de volgende wijzigingen op de regels van toepassing. Ten opzichte van 2008-2011 zijn de regels voor de periode 2012-2015 slechts minimaal gewijzigd. Buiten enkele tekstuele wijzigingen en wijzigingen in met betrekking tot de amateurstatus van wedstrijdspelers zijn er enkele wijzingen die de van toepassing zijn op recreatieve spelers. Hier volgt een opsomming van de wijzigingen.
Regel 6-3a. De starttijd Voorheen werd een speler die te laat voor zijn starttijd kwam opdagen gediskwalificeerd. Deze regel is vanaf 1 januari 2012 iets verruimd. Wanneer een speler binnen vijf minuten toch afslaat krijgt hij slechts twee strafslagen bij strokeplay en verliest de eerste hole bij matchplay. Regel 13-4. Bal in de hindernis: Verboden acties Vanaf 2012 is het toegestaan een hindernis te verzorgen voordat de bal gespeeld wordt. Bijvoorbeeld het harken van het zand in een bunker. Het is echter niet toegestaan hierdoor een betere positie te verkrijgen. Het is een wijziging die enkel tot doel heeft spelers toe te staan de baan te verzorgen voordat gespeeld wordt. Regel 18-2b. Bewogen bal na adresseren De meest opvallende wijziging van de golfregels betreft regel 18-2b. Voorheen kreeg een speler een straf wanneer de bal bewoog na het adresseren van de bal. In de gewijzigde regels is een uitzondering toegevoegd. Indien het duidelijk is dat de speler de beweging niet heeft veroorzaakt volgt geen straf. Een voorbeeld is wanneer een bal op de green door harde wind verrolt. De bal dient van de nieuwe positie gespeeld te worden. Regel 20-7c. Spelen van een verkeerde plaats: Strokeplay Een extra notitie bij regel 20-7c is toegevoegd waarin beschreven wordt dat het een speler bij het spelen van een verkeerde positie in veel gevallen maximaal twee strafslagen krijgt. Ondank eventuele overtredingen die voor het spelen van de verkeerde positie begaan zijn.
2
De spelvormen De regels en vooral de straffen die toegekend worden zijn afhankelijk van de speelvorm die gekozen wordt. De regels erkennen twee speelvormen: strokeplay en matchplay. Strokeplay De slagen worden geteld en daarom dient elke hole uitgespeeld te worden. Aan het einde van de ronde wordt uw handicap verrekend met de behaalde score. De winnaar is diegene die het minst aantal slagen nodig had over de gespeelde holes. Matchplay Bij matchplay speelt u per hole tegen de andere spelers. Vooraf wordt bepaald te hoeveel slagen een speler, op basis van zijn handicap, mag gebruiken. De winnaar is de speler met het hoogste aantal gewonnen holes. Bij competitie is er geen handicap verrekening. Bij matchplay dient u uw bal op te pakken indien u de hole niet meer kunt winnen. Dit bevordert het speltempo. Bij strokeplay dient u elke hole tot het eind uit te spelen. Uitzondering is de vaak toegepaste strokeplay variant Stableford waarbij u punten krijg op basis van het aantal slagen. Indien u zoveel slagen nodig heeft dat u geen punten meer kunt halen dient u de bal op te pakken. De basis regels Er zijn een aantal basis regels die helpen de logica in de golfregels te herkennen. Deze regels betreffen het aantal strafslagen dat bij de score opgeteld dient te worden en het aantal stoklengtes dat bij het droppen gehanteerd mag worden. Indien bij strokeplay 2 strafslagen gegeven worden, betekent dat bij matchplay verlies van de hole. Maar let hier op de enige onderstaande uitzondering! Op de green de bal van de tegenstander raken kost u géén strafslag bij matchplay, maar bij strokeplay 2 strafslagen.
3
U krijgt geen strafslagen wanneer u: • geen regels overtreedt • geen invloed heeft op de situatie (bv het weer) • de regels van etiquette overtreedt (dit is hooguit niet netjes) Voorbeelden van situaties waarbij u geen straf oploopt zijn: • zand en pitchmarks op de green verwijderen • spikemarks verwijderen nadat iedereen heeft geput • op de green de bal opnemen en schoonmaken • iets verwijderen dat op de green onder de bal ligt • putts of chips oefenen bij de afslagplaats of op de green • van buiten de green een andere bal of de vlaggenstok raken • een te hoge score inleveren • wanneer de bal tegen de voet rolt bij het droppen • de bal van de tee afstoten bij het afslaan • een bal vervangen die kapot is (wel melden aan de marker) U mag zonder straf uw bal droppen of plaatsen (op de green) indien u belemmering ondervindt door de ligging van de bal of u uw swing niet kunt maken. U mag 1 stoklengte afstand hanteren wanneer u in de volgende situatie belandt: • uw bal belandt in een spoor van een gravend dier • de bal ligt in een tijdelijke plas water • uw bal ligt op de green en er ligt tijdelijk water tussen de bal en de hole • uw bal ligt bij grond in bewerking, aangegeven door blauwe paaltjes • uw bal ligt nabij jonge bomen die aangepaald zijn ter ondersteuning • u ondervindt belemmering in uw swing door een vast obstakel • uw bal ligt op een sproeikop of put • u heeft uw bal op een andere green geslagen • uw bal ligt in een pitchmark. Zowel op de green als daarbuiten.
4
U krijgt 1 strafslag wanneer u: Regels overtreedt waarbij geen opzet is het spel is of wanneer u de situatie had kunnen voorkomen. Voorbeelden van situaties waarbij u een straf van 1 strafslag oploopt: • U heeft de bal bewogen, u moet wel de bal terugplaatsen! • Identificeren van de bal zonder dit te melden • Schoonmaken van de bal buiten de green • De bal opnemen zonder te markeren op de green • Met de bal uzelf, uw materiaal of uw caddie raken (nieuwe regel) • Wanneer u een provisionele bal speelt wanneer u uw eerdere bal kwijt bent of buiten de baan geslagen heeft • In één slagbeweging de bal twee keer raken • U kunt in situaties komen waarin u de bal niet kan spelen. Om uit deze situatie te komen kunt u gebruik maken van 3 keuzes. Per situatie zijn één of meer van deze keuzes als oplossing beschikbaar: 1. U speelt een bal vanaf de plaats waarvandaan u de laatste bal sloeg. 2. U dropt een bal zover naar achter als u wilt. In de rechte lijn van de hole naar de plek waar de bal in de hindernis verdwenen is. 3. Op een afstand van twee stoklengte van de plaats waar de bal in de hindernis is verdwenen, niet dichter bij de hole Noot: Nooit dichter bij de hole droppen als waar de bal in een hindernis verdwenen is. In de volgende situaties mag u van deze keuze gebruik maken: • Indien u buiten de baan heeft gespeeld moet u keuze 1 toepassen (out of bounce, witte palen) • Bij een verloren bal mag u gebruik maken van keuze 1 • Een waterhindernis die is gemarkeerd door gele paaltjes mag ontweken worden door keuze 1, 2 of 3 toe te passen (meest voorkomende keuze is 2) • Bij een in de lengte van de baan gelegen laterale waterhindernis mag met keuze 1, 2 of 3 gedropt worden (meest voorkomende keuze is 3)
5
•
Bij een bal die onspeelbaar verklaard wordt door de speler mag keuze 1, 2 of 3 toegepast worden (meest voorkomende keuzes zijn 2 en 3)
U krijgt 2 strafslagen wanneer u: Een speler loopt 2 strafslagen bij strokeplay, en verlies van de hole bij matchplay, op wanneer er tegen de regels gehandeld wordt. Dit zijn situaties waarin een golfer weet dat hij of zij iets doet wat niet toegestaan is: • Het met de club raken van de ondergrond in een hindernis, behalve tijdens de slag. Het is ook niet toegestaan om in de achterzwaai de grond te raken. Hindernissen zijn bunkers of waterhindernissen, ook droge waterhindernissen. • Het raken van de vlaggenstok tijdens het putten • Het spelen van een verkeerde bal • Van de verkeerde afslagplaats spelen • Advies vragen/ geven aan andere spelers. Behalve m.b.t. afstanden • Het veranderen van de omgeving van de bal om een betere positie te krijgen. Het is ook niet toegestaan iets uit de bunker te verwijderen behalve de hark. Ook wegvegen van dauw op de green is een verbetering. • Het verwijderen van spikemarks mag alleen na het putten • Een hulpmiddel (bv uw tas) gebruiken om de speellijn aan te geven • Het onnodig ophouden van het spel Enige uitzondering die bij matchplay wel toegestaan is maar bij strokeplay niet: • Het raken van de bal van een medespeler op de green Diskwalificatie Een speler wordt gediskwalificeerd wanneer hij of zij de regels niet toepast: • Het niet of onjuist toepassen van de golfregels. Wanneer een medespeler instemt met het niet toepassen worden beide spelers gediskwalificeerd • Bij strokeplay wedstrijden oefenen op de wedstrijdbaan op een wedstrijddag • Zonder het corrigeren van een fout op de voorgaande hole afslaan op de volgende • Het inleveren van een te lage score 6
Oefen examen Tijdsduur van het examen is 60 minuten. Het is tijdens dit examen niet toegestaan gebruik te maken van het regelboekje. U moet het juiste antwoord aankruisen op het antwoordformulier. Bij iedere vraag is slechts 1 antwoord juist. Om te slagen moet u tenminste 15 vragen juist beantwoorden. Succes!
1. Als u alleen speelt a. heeft u dezelfde status als een twee-bal. b. moeten alle andere partijen u laten passeren. c. heeft u geen voorrangsrechten en moet u elke andere partij laten passeren.
2. STROKEPLAY. Uw bal ligt dichtbij de rand onspeelbaar in een bunker. U dropt de bal MET EEN STRAFSLAG binnen twee stoklengten van de plek waar u de bal lag, niet dichter bij de hole, maar BUITEN de bunker. Voordat u hebt geslagen maakt uw mede-competitor bezwaar. Wat zeggen de regels? a. U mag de bal opnieuw droppen binnen de bunker. U krijgt twee extra strafslagen. b. U hebt correct gehandeld. c. U mag de bal opnieuw droppen binnen de bunker. U krijgt geen extra straf. d. U mag de bal opnieuw droppen binnen de bunker. U krijgt een extra strafslag.
3. MATCHPLAY. Een speler denkt dat zijn bal misschien onbruikbaar is. Hij neemt zijn bal op zonder zijn tegenstander hierover in te lichten en hij merkt zijn bal niet. Hij besluit dat de bal niet onbruikbaar is en plaatst deze terug exact op de plaats waar deze was opgenomen. a. de speler verliest de hole. b. de speler krijgt een strafslag. c. de speler krijgt straf.
7
4. STROKEPLAY. U slaat op de afslagplaats per ongeluk voor uw beurt. Hoe moet u het spel vervolgen? a. U moet de hole uitspelen met de afgeslagen bal. U krijgt geen straf. b. U moet de hole uitspelen met de afgeslagen bal. U krijgt twee strafslagen. c. U moet opnieuw afslaan. U krijgt twee strafslagen. d. U moet opnieuw afslaan nadat uw mede-competitor heeft afgeslagen. U krijgt geen straf.
5. STROKEPLAY. U hebt uw bal door de baan onspeelbaar verklaard en besluit de bal met een strafslag te droppen binnen twee stoklengtes van de plek waar de bal lag. Voordat u de bal dropt, maakt u hem schoon. Wat zeggen de regels mbt het schoonmaken van de bal? a. U heeft correct gehandeld en krijgt geen straf. b. tijdens het spelen van een hole mag u door de baan uw bal niet schoonmaken. U krijgt twee strafslagen. c. tijdens het spelen van een hole mag u door de baan uw bal niet schoon maken. U krijgt een strafslag. 6. STROKEPLAY. Een speler heeft zijn bal op de afslagplaats opgeteed en stoot bij het adresseren per ongeluk de bal van de tee. Wat nu? a. de speler mag de bal zonder straf opnieuw opteëen b. de speler moet de bal terugplaatsen op de tee. Hij krijgt een strafslag c. de speler moet de bal spelen zoals hij ligt. Hij krijgt een strafslag d. de speler moet de bal spelen zoals hij ligt. Hij krijgt twee strafslagen. 7. STROKEPLAY. Uw bal ligt in de rough. Tijdens het zoeken trapt u per ongeluk op uw eigen bal die daardoor verrolt. Wat zeggen de regels? a. u moet de bal terugplaatsen en u krijgt een strafslag. b. u moet de bal spelen zoals hij ligt en krijgt geen straf. c. u moet de bal terugplaatsen en u krijgt geen straf. d. u moet de bal terugplaatsen en u krijgt twee strafslagen. e. u moet de bal spelen zoals hij ligt en krijgt een strafslag.
8
8. STROKEPLAY Uw bal ligt in grond in bewerking. U dropt de bal BUITEN de grond in bewerking. Vervolgens slaat u de bal. Tijdens de slag stond u echter met een voet in de grond in bewerking. Wat zeggen de regels? a. u wordt gediskwalificeerd. b. u hebt correct gehandeld. c. als u de bal buiten de grond in bewerking hebt gedropt, moet u daarna zowel met het innemen van uw stand als met uw swing niet meer belemmerd worden door de grond in bewerking. U hebt van een verkeerde plaats gespeeld en u krijgt twee strafslagen. d. Als u de bal buiten de grond in bewerking hebt gedropt, moet u daarna zwel met het innemen van uw stand als met uw swing niet meer belemmerd worden door grond in bewerking. U krijgt een strafslag.
9. Waar behoort u te gaan staan als uw tegenstander afslaat? a. op een plaats waar uw tegenstander met zijn rug naar u toe staat, zodat hij u niet kan zien. b. in het verlengde van zijn speellijn, achter de bal. c. tegenover uw tegenstander, een de andere kant van zijn speellijn maar niet dichterbij de hole.
10. STROKEPLAY. Voordat u afslaat, hebt u bij het innemen van uw stand op de afslagplaats last van een teemerk. U verplaatst het teemerk, slaat de bal en plaatst het teemerk weer terug. Wat zeggen de Regels. a. het teemerk is geen los obstakel en had niet verplaatst mogen worden. U bent gediskwalificeerd. b. het teemerk is geen los obstakel en had niet verplaatst mogen worden. U krijgt een strafslag. c. u heeft juist gehandeld want het teemerk is een los obstakel. d. het teemerk is geen los obstakel en had niet verplaatst mogen worden. U krijgt twee strafslagen. 9
11. STROKEPLAY U wilt uw bal identificeren. Geheel volgens de Regels neemt u uw bal op en maakt de bal vervolgens helemaal schoon. Wat is juist? a. u mag uw bal alleen zover schoonmaken als nodig is om hem te identificeren. U krijgt een strafslag. b. u mag uw bal alleen zover schoonmaken als nodig is om hem te identificeren. U krijgt twee strafslagen. c. er is geen sprake van een overtreding van de Regels. 12. De bal van een speler ligt in een waterhindernis. De speler wil de bal spelen op de rechte lijn door de hole achter de waterhindernis en hij dropt de bal in een bunker en speelt deze. Krijgt de speler naast de strafslagen volgens de waterhindernisregel nog verdere strafslagen? a. de speler krijgt ook nog een strafslag voor het onjuist droppen van zijn bal b. er volgen verder geen strafslagen. c. de speler krijgt ook nog twee strafslagen voor het onjuist droppen van zijn bal. 13. Een uitgeslagen plag dient u terug te leggen a. zowel op de fairway als in de rough, maar niet op de afslagplaats. b. alleen op de fairway, dus niet in de rough of op de afslagplaats. c. zowel op de fairway, als in de rough, als op de afslagplaats. 14. STROKEPLAY Uw bal ligt op de green. U putt veel te hard en de bal dreigt de vlaggenstok te raken die achter de hole op de green ligt. Uw medecompetitor neemt echter ongevraagd de vlaggenstok op, zodat de bal ongestoord kan uitrollen. Wat zeggen de regels? a. zolang uw bal beweegt bent u verantwoordelijk voor alles wat met de vlaggenstok gebeurt. U krijgt twee strafslagen omdat een obstakel wordt opgepakt terwijl uw bal beweegt. b. u moet de bal spelen zoals deze ligt. Niemand krijgt straf. c. uw mede-competitor krijgt twee strafslagen voor het beïnvloeden van de beweging van uw bal. d. de slag moet niet geteld worden en u moet de slag opnieuw doen. Niemand krijgt straf. 10
15. Welke van de vier opties is een gat gemaakt door een greenkeeper zoals de Golfregels bedoelen? a. plantgat waarin een boom zal worden geplant. b. afvoergoot voor water. c. beluchtingsgat. d. wielspoor van een tractor of wagen van de greenkeeper.
16. MATCHPLAY Uw bal ligt op de green en u vraagt uw tegenstander om de vlaggenstok te bewaken. U put de bal in de hole, maar de bal raakt de vlaggenstok omdat uw tegenstander deze per ongeluk niet snel genoeg uit de hole neemt. Wat is juist? a. uw tegenstander maakt een fout en verliest daardoor de hole. b. u bent niet verantwoordelijk voor de handelingen van uw tegenstander. U krijgt geen straf. c. uw bal mag de vlaggenstok niet raken. U verliest de hole. d. uw tegenstander maakt een fout en krijgt een strafslag. 17. De grens van een waterhindernis behoort te worden gemarkeerd door a. blauwe palen. b. gele palen. c. witte palen. d. rode palen. 18. MATCHPLAY Uw bal ligt buiten een bunker tegen een hark. U neemt de hark voorzichtig weg, maar u beweegt daardoor per ongeluk de bal. Wat zeggen de regels? a. u moet de bal terugplaatsen en u krijgt een strafslag. b. u moet de bal terugplaatsen en u krijgt geen straf. c. u moet de bal spelen zoals hij ligt en krijgt een strafslag. d. u verliest de hole.
11
19. Een bal is verloren indien a. hij niet is gevonden of door de speler niet als zijn bal is geïdentificeerd binnen vijf minuten nadat de speler is begonnen met zoeken. b. hij door de speler niet is gevonden binnen vijf minuten nadat de speler de bal heeft geslagen. c. hij door de speler niet is gevonden binnen vier minuten nadat de speler is begonnen met zoeken. d. hij door de speler niet als zijn bal is geïdentificeerd binnen vijf minuten nadat de speler zijn bal heeft geslagen. 20. Speler A heeft EGA Handicap 25,0 en speelt een Stablefordwedstrijd. De speler krijgt 28 handicapslagen. Zijn bruto score is op de scorekaart afgedrukt. Bereken het aantal Stablefordpunten dat hij over 9 holes heeft behaald. a. 18 punten b. 19 punten c. 20 punten d. 21 punten e. 22 punten
Nr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Out
Par 4 5 4 3 4 3 5 4 4 36
Index 15 1 11 13 5 7 17 3 9
12
Bruto 4 8 4 4 7 3 5 5 7 47
Stblf.