Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Samenvatting Intellectueel eigendomsrecht Jonathan Van Dooren
Gebruik met wetboek Indeling volgens inhoudstafel van cursus Prof. Vanhees
1
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Info over cursus • Boek à Cursus (enkel kennen wat tijdens de les wordt verteld) • Sinds 1/01/2015 à Alles in het Wetboek Economisch Recht • Mondeling examen à 2 vragen (vrij ruim) o 30 minuten voorbereidingstijd
Hoofdstuk 1: Inleiding
A. Wat zijn intellectuele eigendomsrechten?
Private Subjectieve rechten Extra-‐ patrimoniale rechten
Familierechten
Zakelijke rechten
Vorderingsrechten
Intellectuele eigendomsrechten
•
•
Persoonlijkheidsrechten
Patrimoniale rechten
Private subjectieve rechten à Rechten die ieder rechtssubject bezit en waarmee u de doelstellingen kan nastreven die u heeft o 2 categorieën à Patrimoniale en extra-‐patrimoniale rechten Extra-‐patrimoniale rechten o Maken geen deel uit van uw vermogen à Als u komt te overlijden verdwijnen sommige, andere blijven bestaan à Ze komen in elk geval niet in uw nalatenschap o Familierechten o Persoonlijkheidsrechten § Beschermen delen van u persoonlijkheid § Recht op fysieke integriteit § Recht op naam • Brantano à Jaren ‘90 lancering en men wil aandacht trekken à veel campagnes met Bv. namen bekende personen à Helmut Botti, Trendy van Wanten, Walter Grootlaars § Ook rechten die u vindt in het auteursrecht à Bv. Het recht op afbeelding à Men mag uw afbeelding niet zomaar gebruiken
2
Intellectueel eigendomsrecht
•
JVD
2014-‐2015
zonder uw toestemming (Luc Tuymans) à Belangrijk aspect à recht op afbeelding van Jean-‐Marie Dedecker § Soms zijn deze persoonlijkheidsrechten creaties van rechtspraak • Bv. Het recht op uw stemgeluid à zeer belangrijke zaak à Rocco Granata werd aangesproken door publiciteitsagentschap en vraagt of hij geen reclamespot wil inzingen à Onderhandelingen springen af à Reclamebureau spreekt stemmenimitator aan om met de stem van Rocco Granata de spot in te zingen à Roccco Granata begint procedure tegen bureau en zegt dat hij een recht op stem heeft à Rechter geeft hem gelijk à Recht op stemgeluid à Zonder toestemming mag u iemands stem niet gebruiken à Dit recht is sterker/belangrijker bij bekende mensen (specifiek stemgeluid) § Soms ook morele rechten die een stuk van uw persoonlijkheid beschermen • Bv. Fotograaf maakt foto en deze wordt gepubliceerd maar men snijdt er een stuk af à Dit is eigenlijk een inbreuk op een recht van de fotograaf • Bv. In Frankrijk na moordaanslagen à Bekende foto met politici voorop in een betoging in een orthodox Joodse krant o In de publicatie van de foto zijn alle vrouwen verdwenen (omwille van religieuze redenen) à Originele fotograaf kan zich hiertegen verzetten Patrimoniale rechten o U kan er vrij over beschikken o Bij overlijden komen die rechten in het vermogen van uw rechtsopvolgers o 3 subgroepen § Zakelijke rechten § Vorderingsrechten § Intellectuele rechten à Heerschappij over een creatie van de geest om derden te verbieden om uw creatie zonder uw toestemming te gebruiken • Intellectuele rechten niet exclusief bij patrimoniale rechten à ook sommige bij persoonlijkheidsrechten
3
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
B. Indeling van de intellectuele eigendomsrechten
Intellectuele eigendomsrechten Industriële eigendomsrechten
Merkenrecht
Tekeningen-‐ en modellenrecht
Octrooirecht
Kwekersrecht
Chipsrecht
Benamingen oosprong/ geogra`ische aanduidingen / herkomstaand uidingen
Handelsnaam
Gebruiksmode llen
Auteursrechten (sensu lato)
Auteursrecht (sensu stricto)
Naburige rechten
Computerprog ramma's
Databanken
•
Klassieke indeling in 2 subcategorieën o Auteursrechten § Auteursrecht à Algemene beschermingsvoorwaarde à In principe komt alles in aanmerking à Auteursrecht is vandaag niet enkel meer kunst en cultuur § Naburige rechten à Men beschermt prestaties die te maken hebben met auteursrechtelijke beschermde werken, maar die prestaties worden niet beschermd door het auteursrecht • Bv. Uitvoerend kunstenaar à Zanger/popgroep à Die gaan werken van letterkunde of kunst uitvoeren à Via deze naburige rechten wordt ook die prestatie beschermd en dat maakt het in de praktijk vaak gecompliceerd à U wil iets gebruiken à Dan is er eerst de bescherming op het lied, maar vervolgens wordt ook de zangprestatie beschermd § Computerprogramma’s • Octrooirecht niet uitgesloten § Databanken à Vaak enorme grote investeringen à Databanken zijn zeer eenvoudig te kopiëren • Bijkomend probleem à Databanken voldoen meestal niet aan de voorwaarden om auteursrechtelijke bescherming te krijgen want daar is in principe geen sprake van originaliteit • Bv. De telefoongidsen van Belgacom à Geen originaliteit want resultaat zal altijd hetzelfde zijn à Geen persoonlijke keuzes
4
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Industriële eigendomsrechten § Merkenrecht à Bv. Teken van Nike à Merk kan vele vormen aannemen § Tekeningen-‐ en modellenrecht à Veel overlapping met auteursrecht • Vooral bescherming van vormgeving à Belangrijk voor designmeubelen § Octrooirecht à Enkel voor technische zaken • In de praktijk zijn hier vooral wetenschappers mee bezig • Aanvragen octrooi à Men moet vakkennis hebben in dit gebied § Kwekersrecht à Plantjes en rassen beschermen • Geen aandacht in de cursus (zeer technisch) § Chipsrecht à Elektronische schakelingen beschermen • Geen aandacht in de cursus, wel belangrijk maar nog nooit een procedure geweest • Niet wereldwijd à Vooral USA à Instrument in handelspolitiek § Oorsprongsbenamingen • Deels beschermd door regels marktpraktijken • Geen aandacht in de cursus § Handelsnaam • Naam die u gebruikt als aanduiding van uw onderneming • Bv. Bakker Huygens (naam van bakkerij) • Onderscheiden van merken, maar kan wel samenvallen § Gebruiksmodellen à Halen niet de voorwaarden van het octrooirecht • Maar niet overal erkend in de EU (niet bij ons) • Geen aandacht in de cursus § Knowhow? à Geen intellectueel eigendomsrecht • Niet beschermd onder intellectuele eigendomsrechten • Dit is geheime kennis à Contractuele technieken gebruiken, maar niet onder dit regime! • Non-‐disclosure met werknemers en klanten • De Europese Commissie is wel een apart beschermingssysteem voor geheime kennis aan het ontwikkelen § Domeinnamen? à Geen intellectueel eigendomsrecht • Ook niet auteursrechtelijk beschermd • Je mag geen beschermde merken als domeinnamen registeren à Bv. Jij registreert ‘Nike.be’ en probeert deze domeinnaam te verkopen aan Nike à Dan wet domeinnamen die beschermt het deponeren van beschermde merken als domeinnaam (wet zit nu in WER)
5
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
C. Kenmerken van de intellectuele eigendomsrechten • Waarom aparte rechtscategorie? Niet onder zakenrecht à Is apart wegens een bepaald aantal kenmerken en bakent deze categorie af ten opzichte van de rest • Monopolierechten ßà Verbodsrechten o = Uitzondering op de basisregel van vrijheid van kopie o Intellectuele eigendomsrechten zijn monopolierechten à Iedereen wordt verboden om jouw creatie te gebruiken § Ook bij octrooien is dit zo à Voor jou een monopolie en voor al de rest een verbod • Aan éénieder tegenstelbaar o Vanuit hun wezen tegenstelbaar aan iedereen à Lijdt tot vreemde situaties à Beweerde inbreukmakers zeggen dat ze niet wisten dat het bestond en zijn ter goeder trouw (Speelt geen rol) à Het is beschermd dus voorzichtigheid moet er zijn bij gebruik • Begrensde rechten o è Wetgever geeft niet graag monopolie à Basis in rechtsstelsel is de vrijheid van kopie § Als men altijd gaat kopiëren is er geen innovatie à Daarom monopolie met tijdelijke opschorting recht van kopie! § Intellectuele eigendomsrechten zijn eilanden in een zee van vrijheid van kopie o Territorialiteit § Enkel in het land van aanvraag beschermd o Duur § Monopolie maar beperkt in de tijd • Octrooien 20 jaar • Auteursrecht is ook beperkt tot 70 jaar na overlijden auteur o Beschermingsvoorwaarden § Soms hoog, soms laag • Bij octrooien vrij hoog, bij auteursrecht vrij laag • Banale zaken wil men dus niet beschermen • Voorwerp à Creatie van de geest • Grote economische waarde o Ondernemingen à Vaak het meest waardevolle zijn hun intellectuele rechten à Bv. Coca cola, Apple (waardevol merk) § Bv. Onderneming die merk Perrier bezit à Het merk Perrier is zeer waardevol omdat mensen dat kopen omdat het Perrier is à Het merk straalt iets bepaald uit § Bv. farmaceutische industrie à UCB (uitsluitend Belgisch bedrijf) à geoctrooieerde medicamenten, je kan op de beurs van Brussel de waarde van het aandeel UCB volgen aan de hand van de octrooien die ze hebben à UCB heeft in de jaren ’90 enorm veel geld verdiend omdat ze een aantal octrooien hadden op producten
6
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(Bv. Zyrtec) die wereldwijd een topper waren (Blockbusters = medicamenten die meer dan een miljard opbrengen) à Aandeel werd zo waardevol dat men het in stukken knipte à Aandeel bleef stijgen à Einde jaren ‘90 kwam einde van het octrooi in zicht en beursbeweging volgde à Stijging aandelen stagneerde à Want einde octrooi = komst van generische geneesmiddelen • è Dus onderzoek naar nieuwe medicamenten à 2 bedrijven overgenomen (Iers en Zwitsers) met interessante octrooien die nog geen commercieel product hadden opgebracht à Dan commerciële producten ontwikkelen à Aandeel zal weer stijgen o Grote handel in intellectuele eigendomsrechten § Bv. Sector auteursrecht à Frankfurt à Boekenbeurs in auteurswereld die wereldbekend is à Niet zoals onze Antwerpse boekenbeurs à In Frankfurt gaat het ook om de verhandeling van rechten à Dan komen uitgevers van de hele wereld bij elkaar om te onderhandelen over verkoop, verfilming, licenties, … • Ook jaarlijkse Midem beurs (Cannes) à Handel in rechten op muziek/audiovisuele producten
Pas op • Bestaan via optreden wetgever o De intellectuele eigendomsrechten bestaan eigenlijk bij de gratie van een wettelijke regeling à Via optreden wetgever (ongeschreven intellectuele rechten bestaan niet) • Geen begrensde categorie o De wetgever kan altijd nieuwe intellectuele rechten in het leven roepen o Bv. Voor België à De laatste 20-‐25 jaar à Software, databanken, naburige rechten, chips à Zijn er allemaal bijgekomen D. Verschilpunten tussen Auteursrecht en industriële eigendomsrechten • è De verschilpunten zijn relatief geworden (vervagen) • Formaliteiten o Auteursrecht sensu lato verkrijg je sowieso o Voor industriële eigendomsrechten moet je iets aanvragen, deponeren o à Onderscheid vervaagt à Auteursrechten krijg je sowieso maar bij de industriële eigendomsrechten zijn er ondertussen ook een aantal rechten waarvoor je niets meer moet doen à Bv. Handelsnaam (door het enkele feite dat je de naam begint te gebruiken voor je zaak)
7
Intellectueel eigendomsrecht
2014-‐2015
•
Duur o Industriële eigendomsrechten à Kort o Auteursrecht à Lang o à Relativeren § Auteursrecht duurt over het algemeen lang (tot 70 jaar na overlijden auteur) § Industriële eigendomsrechten zijn veel korter • Octrooien max. 20 jaar • Tekeningen en modellen max. 25 jaar § Bv. Bij een merk (voor 10 jaar) maar is oneindig vernieuwbaar voor nieuwe periodes van 10 Jaar
•
De toegekende rechten o Bij industriële eigendomsrechten krijg je alleen vermogensrechten = Rechten om uw creatie te commercialiseren = Exploitatierechten o Auteursrechten à Ook vermogensrechten maar ook morele rechten § Morele rechten à Rechten waarmee je je persoonlijkheid veilig stelt (geen wijzigingen zonder toestemming) o à Relativeren § Bij databanken Bv. geen morele rechten, enkel exploitatierechten § Aan de andere kant verschijnen morele rechten soms bij de industriële eigendomsrechten (Bv. Bij octrooien à Het recht om vermeld te worden als uitvinder)
•
De beschermingsvoorwaarden (objectief ß à subjectief) o Auteursrecht zeer subjectief (een zekere discretionaire bevoegdheid van de rechter) § Rechter moet oordelen of iets origineel is o Industriële eigendomsrechten zijn objectief à Op basis van de feiten o è Maar nooit 100% iemand garanderen dat iets wordt beschermd onder het auteursrecht (rechter heeft beslissingsruimte) o è Bij octrooien beoordeelt een rechter in grote mate op basis van feiten (Bv. nieuwheid) o Merkenrecht à ‘Onderscheidend vermogen’ à zal de consument het merk herkennen en onderscheiden? § Bv. Speelgoedketen FUN à Het woord Fun werd gedeponeerd als merk door de speelgoedketen • Onafhankelijke speelgoedwinkel begint deze naam ook te gebruiken à Grote keten stuurt brief ‘stop hiermee, u heeft geen toestemming’ , maar de kleine winkel blijft het woord ‘Fun’ gebruiken à Zaak komt voor de rechter • Als er een procedure is à De merkhouder gaat de beweerde inbreukmaker dagvaarden à Eerste verdediging die men altijd zal moeten aanvoeren à Geen inbreuk omwille van het feit dat het recht op basis waarvan men wordt aangesproken niet deugt à Het recht moet nietig worden verklaard omdat het niet voldoet aan de
JVD
8
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
beschermingsvoorwaarden à ‘FUN’-‐merk deugt niet want dit is puur beschrijvend en dit kan men niet monopoliseren als merk à Als de rechter dat merk nietig verklaart is er geen recht meer en dan is het een vordering zonder voorwerp • In het merkenrecht kan de merkhouder altijd aantonen als hij een puur beschrijvend teken heeft dat hij toch het merk kan behouden als hij kan aantonen dat het merk ingeburgerd is à Ondanks beschrijvend teken zal de consument dit toch ervaren als merk à Subjectiviteit speelt dus een rol o 3 jonge vrouwelijke magistraten met kleine kinderen à Zij kennen de ‘FUN’ (sinterklaas, verjaardag, nieuwjaar) à FUN is goed ingeburgerd o Stel dat dezelfde zaak voor een kamer van 3 mannelijke magistraten goed in de ’60 zou komen à Misschien dat de heren het merk wel nietig verklaren (zij hebben geen kleine kinderen, komen niet in de ‘FUN’) § è Er is dus voor een stuk een subjectieve ondergrond § Bv. Rood merk van Louboutin à Merk nietig verklaard door rechter in Brussel (zeer onwaarschijnlijk) o è Als er subjectiviteit mogelijk is zal men dus zaken proberen te krijgen voor de rechter die een ruime invulling geeft § Bv. HvB Antwerpen heeft ruime opvatting over originaliteit terwijl HvB Gent vrij streng is •
Economische rol ß à Culturele rol o Volledig achterhaald § Auteursrecht à Bescherming kunst en cultuur § Industriële eigendomsrechten à Puur voor de industrie o Industriële eigendomsrechten à Nog steeds voor industrie o Bij auteursrechten is het culturele op de achtergrond geraakt à Het draait hier nu steeds om geld geld en nog eens geld o Jaren 80 zeer sporadisch rechtspraak over auteursrecht, nu zo goed als elke dag à Toont ook het economische aspect van het auteursrecht aan
E. De bescherming van 1 creatie door meerdere Intellectuele eigendomsrechten • Beginsel van cumulatie o Puur theoretisch juridisch interessant à Veel munitie bij een vordering o Mag dit? à Basisregel à De wetgeving op Intellectuele Eigendom gaat uit van cumulatie § Maar soms bevatten de rechten uitsluitingen (Bv. geen technische zaken)
9
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Problematiek van de kosten o Maar dit kost wel allemaal wat geld à Bv. Octrooi in zowel België als Frankrijk, Duitsland, VS à Bedrijven kunnen dat niet betalen o Ook bv. Multinationals kunnen niet onbelemmerd intellectuele rechten aanvragen § In de crisis à vele bedrijven hebben het aantal merken verminderd à Bv. van meerdere merken chips van dezelfde producent naar 1 merk want dat kost anders te veel geld o Bv. LEGO à Op de rand gestaan à Hebben niet het geld om alle nieuwe bouwblokjes te beschermen
F. Territorialiteit • Beginsel o Enkel in de landen waar je het aanvraagt à Bv. Merk gecreëerd (merken zijn bij ons sowieso BENELUX) à Maar je wil merk ook beschermd zien in Frankrijk , Duitsland en de VS à Overal aanvragen à Hoe ga je in al die verschillende landen de bescherming aanvragen? à Welke formaliteiten? • Oplossing o Nationale procedure doorlopen § In ieder land à Nationale procedure bij het merkenbureau à Dit gebeurt niet in de praktijk à 2 redenen • Administratieve rompslomp • Kost enorm veel geld (overal depottaks, verlengingstaks, …) o Internationale aanvraag § Wereldwijd enkele overeenkomsten à Men spreekt daar af dat voor intellectuele eigendomsrechten internationale aanvragen mogelijk zijn à Gebeurt zeer vaak à 1 aanvraag en daar duid je de landen aan waar je bescherming wil à Gevolg à Bij 1 internationale instantie en die instantie zendt je dossier dan naar alle aangeduide landen à Maar 1 aanvraag en dan komt de procedure overal op gang § Grote voordeel à Geen administratieve rompslomp en kostenbesparend o Communautaire I.E.-‐rechten § Binnen de EU à Houding van de EU ten opzichte van intellectuele eigendomsrechten à Ieder land heeft eigen nationale intellectuele eigendomsrechten à We laten de nationale intellectuele eigendomsrechten bestaan maar we gaan die harmoniseren (richtlijnen) à Gevolg à In ieder land wel nog steeds aanvragen en dat geldt enkel voor dat land § EU gaat stapje verder à Na harmonisatie van de nationale intellectuele eigendomsrechten een extra laag aanleggen à De gemeenschaps -‐ intellectuele eigendomsrechten • Bv. Benelux merk aanvragen, maar je kan ook gemeenschapsmerk aanvragen à Bestaat via een verordening à Resultaat à 1 aanvraag bij 1 bureau (het
10
Intellectueel eigendomsrecht
§
•
JVD
2014-‐2015
Europees merkenbureau) à Merk wordt toegekend à Dan krijg je ineens bescherming in de 28 lidstaten van de EU o Zeer gemakkelijk o è Grote kenmerk is eenheid à Je krijgt het voor alle lidstaten, maar als het ergens nietig wordt verklaard dan valt het merk voor elk land weg Enkel voor 4 categorieën van intellectueel rechten à Binnenkort ook voor octrooien
o è Men kan kiezen voor meerdere wegen Uitzondering: de communautaire uitputting o Zie later
G. Belangrijke verdragen • Typisch: Het bestaan van vele verdragen • Doelstelling verdragen (soms gecumuleerd) o Harmonisatie van de bescherming § Probleem à Zeer veel landen hebben IER maar de inhoud verschilt van land tot land à Bv. Aziatische landen hadden 20-‐25 jaar geleden allemaal een auteursrecht/octrooien/… à Maar we associëren deze regio nog steeds met kopiëren en namaak à Dit kwam omdat men op basis van die wetten amper bescherming kreeg à Amerikanen hebben enorm veel werk geleverd om dit te veranderen à Voor Amerikanen zijn intellectuele rechten het middel bij uitstek om handel te drijven à Via internationale overeenkomsten werd in Azië veel hervormd (geldt ook voor minimum bescherming) o Minimum niveau bescherming § 1 domein waar er bijna geen EU-‐Richtlijnen bestaan à Het octrooirecht à Dit was al wereldwijd geharmoniseerd door internationale overeenkomsten o Bescherming buitenlanders (afbouw reciprociteit) § Vraag à Kan Bv. een Fransman hier in België bescherming krijgen als er hier in België een inbreuk gebeurt op zijn recht Bv. Boek van Franse auteur dat ook beschermd wordt in België à Kan de Fransman dan op basis van de Belgische wetgeving voor de rechtbank in België komen klagen? • Wat de EU betreft geen probleem want non-‐ discriminatiebeginsel à Iedere EU onderdaan kan in de andere lidstaat de bescherming inroepen die de nationale onderdaan krijgt à HvJ EU à Phil Collins arrest à Zaak waar hij in Duitsland bescherming vroeg en men hem niet evenveel bescherming wou geven als een Duitser • Wat dan met een Amerikaan? à Bijna alle IER bevatten een beginsel van reciprociteit à Dit mag men niet toepassen binnen de EU
11
Intellectueel eigendomsrecht
•
JVD
2014-‐2015
o Principe van reciprociteit = Een buitenlander geven we in België bescherming als een Belg in dat thuisland een gelijkwaardige bescherming kan krijgen (buitenlander = niet-‐EU onderdaan) à Zeer vervelend want stel dat een Afghaan een boek schrijft en er is een inbreuk in België à Dan moet rechter kijken wat Belgen krijgen van bescherming in Afghanistan o Via internationale overeenkomsten heeft men dit principe van reciprociteit afgebouwd à De nieuwe tegenhanger is assimilatie of nationale behandeling = Alle landen die lid zijn van deze overeenkomst zullen de onderdanen van de andere lidstaten bescherming geven op dezelfde manier als ze die geven aan de eigen onderdanen o Bv. Lambada (bekende muziek)à Komt uit Bolivia à Enorm succes hier in Europa à Boliviaanse componist komt er achter en klopt aan bij platenmaatschappij die dit had uitgegeven à Hij wil zijn opbrengsten als componist § Reciprociteit à Bolivia had toen nog geen auteurswet à Geen rechten § Wel in der minne geregeld (maar men stond juridisch volledig veilig, men had dit zelfs niet moeten doen) § Nu heeft Bolivia wel auteurswet mede door Bv. al die panfluitspelers o Centralisatie aanvraag § Zie later 2 categorieën verdragen o Algemene verdragen à Geldend voor meerdere IER o Specifieke verdragen à Geldend voor een specifiek IER
4 Algemene verdragen • Het WIPO/OMPI-‐Verdrag o 14 juli 1967 o Oprichting WIPO/OMPI (Genève) o Gespecialiseerde organisatie binnen VN § Geen dochter zoals UNICEF o Functionele organisatie (tot één activiteitsdomein beperkt) o Doel WIPO/OMPI § Bevordering intellectuele eigendom § Administratieve samenwerking tussen Unies bevorderen
12
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
o Functies WIPO/OMPI à Onder andere § Harmonisatie IER nastreven § Stimuleren sluiten overeenkomsten inzake IER § è Wat doen ze concreet? • Verdragen beheren en eventueel actualiseren o Meerdere versies/actualisering van Conventie van Bern o (Steeds kijken bij welke versie je land is aangesloten) o Registratie o Meer dan 175 landen Unieverdrag van Parijs o Betreft enkel industriële eigendom o Gesloten op 20 maart 1883 o In België: versie 14 juli 1967 § Zeer belangrijk voor België à Je kan die bepalingen als Belg rechtsreeks inroepen voor de rechter à Voor 1 materie belangrijk à De handelsnaam à Wij hebben geen nationale wetgeving op de handelsnaam à In dit verdrag is er een bepaling die de verplichting inhoudt om de handelsnaam te beschermen (in België dus afgedwongen via dit verdrag) o Meer dan 160 landen partij o Groepen bepalingen § Administratieve bepalingen § Grensoverschrijdende situaties (assimilatiebeginsel) § Vergemakkelijken en behoud I.E.R. • Bv. Recht van voorrang (Zie later) § Bepalingen materieel recht • Bv. Verplichting tot opnemen regels in nationale wetgeving TRIPS o 15 april 1994: overeenkomst tot oprichting WHO o TRIPS-‐Verdrag = bijlage § Geen zelfstandig verdrag à 1 van de verdragen die horen bij de WTO-‐overeenkomst o Ontstaansreden § Probleem namaak § Verhogen niveau bescherming • Vrij hoge standaarden § Verder harmoniseren • Alle IER worden geregeld à men legt ook minimumregels op aan de lidstaten, men probeert alles te harmoniseren maar op een hoger niveau dan het verdrag van Parijs § Effectieve handhaving o Behandeling vanuit hun handelsaspecten (I.E.R. op zich: WIPO/OMPI) o Meer dan 145 leden
13
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o TRIPS is niet gesloten in kader van WIPO § Waarom? à Via dit verdrag probeert men ook namaak te bestrijden § Klassieke verdragen binnen WIPO proberen te harmoniseren, maar geen bepalingen over bestrijding van namaak à Dit verdrag legt ook verplichtingen op aan de lidstaten à Men moet wetgeving voorzien om namaak te bestrijden § Bv. Veel kopiëren in China à Men kon zijn auteursrechten niet afdwingen à China treedt toe tot WIPO en is dus verplicht om ervoor te zorgen dat er rechten kunnen worden afgedwongen o Bepalingen inzake § Grensoverschrijdende situaties • (Bv. assimilatiebeginsel) • (Bv. meest begunstigingsbeginsel) § Regels inzake verhouding tot andere verdragen (geen afbreuk aan bestaande verplichtingen uit andere verdragen) o Geschillen tussen leden TRIPS-‐verdrag in verband met naleven verdrag à Geschillenregeling o è Trips is niet direct werkend à wel belangrijk voor Tripsconforme interpretatie § HvJ • Bepalingen niet direct werkend • Wat gebieden betreft waar EU nog niet optrad, en lidstaten bevoegd zijn, daar bepaalt lidstaat directe werking • België: Hof van Cassatie ontzegt directe werking
•
Berner conventie o Gesloten op 9 september 1886 o België partij bij versie 24 juli 1971 o Meer dan 150 lidstaten o Verschillende bepalingen § Administratieve bepalingen § Bepalingen voor internationale situaties (Bv. assimilatiebeginsel) § Bepalingen van materieel recht (minimum niveau bescherming) o è Tegenhanger van Unieverdrag van Parijs maar dan voor auteursrecht
H. Het Wetboek van Economisch Recht (WER) • Grote evolutie sinds 1/01/2015 à Invoering WER • Alle intellectuele eigendomswetten zijn verdwenen à Hele materie is opgenomen in het WER • Voor de praktijk is het momenteel zeer moeilijk à Versnipperd over verschillende boeken • Merken, modellen à blijven BENELUX-‐wetgeving à Niet in boek XI WER • BOEK XV à sanctionering • è Leek loopt verloren tussen de verschillende boeken
14
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 2: Auteursrecht & naburige rechten
Voorafgaande opmerkingen • Beschermde voorwerp o In eerste instantie over auteursrechten sensu strictu o Niet beperkt tot kunst en cultuur • Vangnet o à Rechters hebben altijd meer en meer voorwerpen aanvaard binnen het auteursrecht en daarom zo ruim o -‐> Men gaat het auteursrecht inroepen in ondergeschikte ord • Het auteursrecht speelt een zeer grote rol in het dagelijks leven A. Bronnen Nationaal • Vanaf 1 januari 2015 à WER Europees • Richtlijnen o Op Europees niveau zijn er 11 richtlijnen inzake auteursrecht o Dit komt omdat men in het auteursrecht kleine deelgebieden harmoniseert o 2 Richtlijnen zijn we op dit ogenblik aan het omzetten § Richtlijn verweesde werken • Vele auteursrechtelijke werken wil men gebruiken, maar kan men niet meer gebruiken omdat men niet weet wie de auteur is • Bv. VRT heeft een enorm archief, men heeft vaak gevraagd om succesvolle programma’s van vroeger nog eens uit te zenden, maar men weet vaak niet meer wie de medeauteurs zijn of wie de erfgenamen zijn, dus ze kunnen die werken niet exploiteren • Via deze richtlijn wil men het mogelijk maken dat bepaalde instanties werken waarvan men niet meer weten wie de auteur is toch de toelating om de werken te gebruiken (tegen de betaling van een vergoeding) § Richtlijn collectief beheer • Dit is een richtlijn die controle wil uitoefenen op beheersvennootschappen (Bv. Sabam) • In België worden deze vennootschappen al zeer streng gecontroleerd. Via een richtlijn wil men dit nog strenger maken, maar hieraan gaan we geen aandacht besteden • VWEU o Geen aandacht aan besteden
15
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Rechtspraak HvJ o Bijna iedere 2 weken komt er een arrest van het HvJ waarbij men een van de bepalingen van die richtlijnen uitlegt à Er is de laatste maanden zeer veel rechtspraak geweest over die richtlijnen o Rechtspraak HvJ is soms niet zo duidelijk à Wel wat kritiek à Mensen uit de praktijk hebben de indruk dat het hof de praktische consequenties niet inziet van die arresten
B. Het auteursrecht §1. Het beschermde voorwerp en de beschermingsvoorwaarden Wat beschermt het auteursrecht? • Werk van letterkunde of kunst o Geen definitie in het WER • In titel 5 van Boek XI WER enkele categorieën werken behandeld o è Louter exemplair o Zowel in titel 5 boek XI als in de Berner Conventie spreekt men over werken van letterkunde of kunst à Dit is een aanknopingspunt o Een ander aanknopingspunt is dat men in titel 5 soms spreekt over werken van letterkunde, over werken van beeldende kunst, over audiovisuele werken, … • Het is eigenlijk de rechtspraak die bepaald heeft wat er beschermd wordt à Deze is wereldwijd quasi identiek à Alle westerse landen hanteren dezelfde regels • Idee/gedachte/creatie à In de mate dat zij o (1) Een concrete vorm § Men moet het kunnen zien of horen § Worden geuren dan auteursrechtelijk beschermd? à Voorlopig geen rechtspraak • Franse HvC zegt dat men geuren niet kan beschermen, in Nederland zegt Hoge Raad dat dit wel kan • Grote probleem is een moeilijke objectieve waarneembaarheid o Muziek is altijd hetzelfde, geuren niet altijd à Geuren zijn niet stabiel o (2) Een originele vorm à Bestaat uit 2 componenten § Kan enkel voor menselijke creaties • Bv. Olifant die schildert maakt geen werk § Er moet echte originaliteit zijn à HvJ heeft geharmoniseerd wat hieronder dient te worden verstaan (zie hieronder)
16
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Er worden nergens ideeën en gedachten beschermd o Het auteursrecht beschermt nergens ter wereld het idee/gedachte/creatie op zich à Het auteursrecht geeft enkel bescherming aan de concrete en originele vorm. Het auteursrecht verhindert niet dat ideeën worden overgenomen. Ideeën zijn vrij o Bv. Foto van Britse fotograaf à Idee erachter is dat mensen wandelen in een straat, je kan het zien (zit een vorm in), er moet een originaliteit zijn (keuzes qua onderwerp, lichtinval, hoek waarvan gefotografeerd is) à Dus foto wordt beschermd want er is creatie van de mens en persoonlijke inbreng § In de praktijk worden alle foto’s auteursrechtelijk beschermd § Probleem met foto was dat op een bepaald ogenblik een multinational in sigaretten geïnteresseerd is in die foto binnen een campagne dat ze voeren want de middelste man is aan het roken à Fotograaf zegt dat ze die foto mogen gebruiken en men begint te onderhandelen over prijs van die foto à Maar fotograaf vroeg heel hoge prijs à Dus ze vragen aan bedrijfsfotograaf om mee aan tafel te komen zitten (en niet te zeggen dat hij fotograaf is), om die foto goed te bekijken en dan na te maken. Idee van mensen die in straat lopen is vrij, maar men heeft concrete vormelementen overgenomen. Het is zeker geen identieke foto, maar je vindt genoeg originele vormelementen terug om te zeggen dat het gaat om een inbreuk op het auteursrecht
•
Hof van Justitie à Arrest Painer
HvJ, 1 december 2011, zaak C-‐145/10 (Eva-‐Maria Painer t/ Standard Verlags GmbH)
o Painer was een fotografe die een foto had gemaakt van Natasha Kampur (Oostenrijks meisje dat ontvoerd is geweest en jaren heeft vastgezeten bij een kidnapper en pas na een aantal jaar is kunnen ontsnappen) à Painer had ooit een kinderfoto gemaakt van Natasha die was gebruikt binnen het kader van de opsporing, hierop had men ook verouderingstechnieken toegepast à De fotografe had hiertegen geprotesteerd omdat het ging om een verboden reproductie van haar foto o Vereist is ‘oorspronkelijkheid’ (= originaliteit) § Originaliteitsbegrip geharmoniseerd door het Hof à Controversieel à Geen enkele richtlijn die begrip originaliteit heeft geharmoniseerd à Harmonisatie via verscheidene arresten (Zaak Painer is belangrijkste) § Het Hof heeft toen ‘originaliteit’ uitgelegd à Werk is een eigen intellectuele schepping van de auteur o In die zin dat er sprake is van een eigen intellectuele schepping van de auteur § Een intellectuele schepping is een eigen schepping van de auteur wanneer zij de uitdrukking vormt van zijn persoonlijkheid, en dit is het geval wanneer de auteur bij het maken van het werk zijn creatieve bekwaamheden tot uiting heeft kunnen brengen door het maken van vrije en creatieve keuzes (=persoonlijke stempel)
17
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Door deze keuzes kan een auteur zijn werk ‘een persoonlijke noot’ geven o è Een werk moet bijgevolg een intellectuele schepping van de auteur zijn die zijn persoonlijkheid weerspiegelt en tot uiting komt door vrije creatieve keuzen bij de totstandkoming van zijn werk Hof van Cassatie à Sluit zich aan bij HvJ o Aan de basis ligt een aanwijsbare activiteit van de menselijke geest o Vorm draagt het stempel van de persoonlijkheid van de auteur Volgende aspecten zijn van geen belang (enkel originele en concrete vorm zijn belangrijk) o Artistieke waarde à Boek van Tom Lanoye is even hard beschermd als een vakantiefoto van Jan met de pet à Men gaat de rechter niet laten beslissen wat een artistiek belang heeft o Nieuwheid à Indien je de binnentuin fotografeert en je hebt een originele en concrete vorm à Maakt niet uit of er al duizend mensen dit ook al gefotografeerd zouden hebben o Lengte à Omvang à Masterproef in dezelfde mate beschermd als een simpele zin die men schrijft § Maar woord op zich kan men laten beschermen (als men maar een concreet en origineel idee heeft) o Genre à Maakt niet uit of het een kunst en cultuurvoorwerp is of dat het een gebruiksvoorwerp is (Bv. wasmachine) à Gevolg à Men moet met zeer veel rekening houden dat men niemand anders zijn concrete en originele vorm steelt o Voltooid zijn à Renaultfabriek heeft een heel grote grasvlakte voor de fabriek liggen, men wil daar een kunstwerk hebben. Men kiest een kunstwerk uit en artiest begint en voor basis gebruikt hij verschillende palen § Hij wil zijn eerste schijf uitbetaald zien, maar Renault zegt dat men enkel betaalt bij voltooiing! Contract springt af en nu staan er gewoon stomme palen en belt Renault een opruimfirma à Werknemer verraadt Renault en kunstenaar claimt inbreuk op auteursrecht (recht op integriteit) à Rechter zei dat een deel van het kunstwerk inderdaad al beschermd was o Strijdigheid met openbare orde en goede zeden à Filmpjes die pedofiel had gemaakt zijn auteursrechtelijk beschermd en wil men ze op zitting tonen à Eigenlijk inbreuk o Doel o De geleverde inspanning à Of je nu twee jaar aan een masterproef werkt of men fluit een nieuw deuntje (3 seconden) à Evenveel bescherming §
•
•
•
Auteursrecht beschermt zeer veel è Vangnet o Postuurtje in tuincentra beschermd o Ondergoed van Marlies Dekkers à Auteursrechtelijk beschermd o Chaise longue van Corbusier à Wereldwijd meeste procedures over o Gewone tuinstoelen ook beschermd
18
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Armbandjes van rekstof gemaakt à Hielden hun vorm maar wel zeer soepel à Hier geen bescherming omdat de namaker kon aantonen dat bandjes bestonden uit een aaneenschakeling van bestaande vissersknopen § De Nieuwheid was gewoon de stof waaruit ze werden gemaakt à Volgens prof niet voldoende o Pantoffelklompen niet beschermd à klompenvorm bestond al zeer lang, was niet origineel voor rechter
Uitzonderingen à Wereldwijd neemt men aan dat deze zaken niet auteursrechtelijk worden beschermd • Stijl o Men beschermt concrete vormgeving, deze specifieke schoen of broek, maar niet de stijl van deze broek of schoen § Bv. Cover van Antwerpenaar à Groene achtergrond door bomen, met rode streep boven. Vlaams Blok maakt folder met groene cover met rode band à Inbreuk? Neen want gewoon stijl overgenomen § Bv. ‘Ceci n’est pas une pipe’ van Magritte à Cover van Knack was eigenlijk gewoon met andere tekst à Inbreuk • Maar andere reclame ook wel tekst maar ook ander voorwerp à Geen vormelementen die fel op elkaar lijken à Gewoon stijlovername volgens prof • Officiële akten van de overheid o Overheid moet zeer ruim genomen worden (supranationaal, nationaal, internationale organisatie) o Officiële akte moet eng geïnterpreteerd worden à Vonnissen, arresten, wetgeving, voorbereidende teksten o 99% van wat geschreven stukken zijn van de overheid is geen officiële akte en wordt beschermd § Selectie van wetgeving en annotatie voor wetboeken à Wel bescherming o Wat wel beschermd wordt, is al het geld dat we gebruiken (uitdrukkelijke EU wetgeving à Ook vanuit standpunt valsmunterij) § Wel uitzonderingen onder bepaalde voorwaarden (chocolade muntjes of speelgoedgeld van Monopoly) • Geen ruimte voor persoonlijke inbreng o Daarom apart regime voor databanken à Want geen ruimte voor creativiteit à Ongeacht de persoon krijgt men hetzelfde resultaat, want ook maar beperkt aantal manieren om te ordenen § Indien op een manier die origineel is en niet voor de hand liggend à Dan wel bescherming • Vormgeving technisch bepaald o Dit moet onder het octrooirecht vallen, maar niet onder auteursrecht
19
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Probleemgebieden (veel procedures) • Woordenlijsten o Bv. Groene Boekje beschermd? à Ja, originaliteit zit in welke woorden we opnemen (keuze gemaakt) • Telefoonboek (wit / geel) o Witte gids niet beschermd, Gele gids wel (want foto’s en reclame hierin dus origineel) • Foto’s satelliet • Foto’s (pasfoto’s / röntgen) o Röntgenfoto à Wordt door machine gedaan, geen menselijke inbreng • Architectuur (plan / gebouw) o Architect heeft auteursrecht op de plannen als ook op de concrete realisatie à Veel procedures dat architecten zich verzetten zich tegen Bv. vergroten van een raam, … • Brieven • Titels boeken • Wetenschappelijke werken • Kunstwerken via nijverheidsprocédé • Kunstwerken in nijverheid • Werken gemaakt via computer è Onverminderde toepassing van uiteengezette regels in een digitale context §2. De beschermde personen Wie verkrijgt het auteursrecht? • Wie kan optreden tegen inbreuken? • Wie het auteursrecht verkrijgt is niet geharmoniseerd, ieder land (ook binnen EU) doet hiermee wat hij wil o In België à De effectieve maker (degene die het met zijn twee handen maakt), dus enkel fysieke personen § Men kan wel een vennootschap de verkrijger van de auteursrechten maken, maar enkel fysieke personen zijn mogelijke oorspronkelijke auteurs Basisregel • Auteur = Hij die het werk maakt • Auteur = Fysieke persoon • Werken gemaakt in opdracht o cf. Basisregel à Indien iemand de opdracht krijgt om een auteursrechtelijk beschermd werk te maken (aan een zelfstandige) à De uitvoerder van de opdracht wordt beschouwd als auteur, opdrachtgever krijgt niets à Indien de opdrachtgever dit wil, moet dit expliciet worden overgedragen in de aannemingsovereenkomst o Bv. RTBF geeft aan cineast de opdracht om een documentaire te maken (bedrag, duur, opleveringstermijn, onderwerp werd bepaald in de overeenkomst) maar er werd niets over rechten gezegd. Relatie tussen RTBF en cineast wordt slecht à De cineast neemt een advocaat en wil niet
20
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
dat de documentaire wordt uitgezonden à De ochtend van de uitzending belt de advocaat naar de RTBF, men wil niet dat men het uitzendt à Men heeft dan toch nog onderhandeld en betaald maar opnieuw problemen à Nieuwe procedure o Bv. Zaak over menu à In een Grieks restaurant vindt men een foto van wat men binnen kan eten. Maar Grieks restaurant had geen foto’s à Mensen wouden niet komen eten of binnen was men al vergeten wat men wou à Men laat foto’s nemen van menu en de rechten worden overgedragen voor foto’s in de lichtbak buiten § Maar nog altijd vergaten mensen wat ze zouden eten als men binnen was à Daarom ook in menu’s maar mocht niet à Procedure verloren door Grieks restaurant •
•
Werken gemaakt in uitvoering van een arbeidsovereenkomst of statuut o cf. Basisregel à In België altijd de werknemer/ambtenaar die auteur is en de rechten heeft à Als de werkgever de rechten wil, moet hij zich die rechten laten verlenen bij contract (anders dan in onze buurlanden) o Vaak niets geregeld o Zaak Spiessens § Iets oudere procedure à Chris Van den Durpel à Al zijn typetjes ontworpen ten tijde van zijn werk bij de VRT § Van den Durpel stapt over naar vt4 à Hij wil dat VRT geen van zijn typetjes nog gebruikt à In de arbeidsovereenkomst werd niets gezegd over het auteursrecht § à Alle rechten zitten bij Van den Durpel en hij mag dus met alle typetjes naar vt4 stappen en de VRT verbieden deze nog te gebruiken o Ambtenaar die als taak had het ontwerpen van een folder § Folder die ruim moest worden verspreid § Als de folder gedrukt wordt stapt de ambtenaar naar zijn overste en zegt dat het om een illegale reproductie gaat want de ambtenaar geeft geen toestemming § à In der minne geregeld è In veel omringende landen is er een vermoeden dat als de ambtenaar en werknemer iets doen à Dat het automatisch de overheid of werkgever is die de rechten heeft
2 Vermoedens (in boek XI) • Naam/letterwoord op werk of bij publieke mededeling o We vermoeden dat degene die genoemd wordt of wiens naam op het werk staat, dat die de auteur is o Weerlegbaar vermoeden à Echte auteur kan zich altijd bekend maken en het auteurschap opeisen o In de praktijk soms moeilijkheden in het verleden o Tegenwoordig clausule à ‘Ghost writers’ er contractueel toe verplichten dat ze zich niet zullen bekendmaken
21
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Anoniem werk of pseudoniem (waarbij niemand weet welke persoon erachter schuilgaat) o Ongekende auteur à Uitgever § Uitgever definiëren als diegene die het werk commercialiseert § Bv. Kleren van Zara, Esprit, … o Uitzondering op principe dat rechtspersonen geen auteur kunnen zijn o Ook hier zou de auteur zich kunnen bekendmaken à Maar ook contractueel opgelost Werken gemaakt door meerdere auteurs • Wie is als auteur te beschouwen à 2 situaties o Bv. U werkt met 4 samen voor een paper à U spreekt onderling af en elk schrijft een hoofdstuk à Hoofdstuk op zich beschermd dus u bent ook auteur van het werk o Bv. U werkt met 3 samen maar geen concrete afspraken over de verdeling van hoofdstukken à Eerste versie en herschreven door verschillende personen à Men kan niet zien wie wat gedaan heeft à Men is medeauteur • Ondeelbare werken o Werken waar u met meerdere personen aan werkt, maar niet kan zien wie wat gedaan heeft (Bv. de paper zonder concrete afspraken rond hoofdstukken) o Individuele bijdrage is niet te individualiseren o Regel à Als u die werken wil exploiteren moet iedereen zijn toestemming geven § Gevaar à 1 persoon kan alles blokkeren § Bij Blokkering van rechten maar 1 oplossing à Naar de rechter stappen voor een deblokkering van de rechten à Rechter zal beslissen hoe het werk in de toekomst geëxploiteerd zal worden (Vrij grote beslissingsvrijheid) o à Dus op voorhand afspreken dat iedereen akkoord gaat met de exploitatie o Men moet kunnen aantonen § ‘Zonder mijn bijdrage geen werk’ § ‘Zonder mijn bijdrage zou de vorm van het werk anders geweest zijn’ § à Zwaardere bewijslast § Zaak Spiessens • VRT à Van den Durpel is niet de enige auteur van de typetjes, ook andere personeelsleden hebben meegewerkt (Bv. Mensen van schmink, kleding, …) • VRT heeft nooit kunnen sterk maken dat inderdaad Bv. Zonder de schminkster de typetjes een andere vorm zouden hebben •
22
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Deelbare werken o Individuele bijdrage is duidelijk te individualiseren (Elk schrijft een hoofdstuk) o Regel à Dubbele gelaagdheid § Auteursrecht op uw individuele bijdrage § Auteursrecht op het geheel è Onverminderde toepassing van de uiteengezette regels in een digitale context •
23
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
§3. De verkrijging van auteursrechtelijke bescherming Hoe verkrijgt men het auteursrecht? • Niets doen à Enkele creatie doet auteursrecht ontstaan • Onverminderde toepassing in digitale context • Wettelijk depot à Niets te maken met auteursrecht o Verplichting voor bepaalde categorieën van werken om 1 exemplaar te deponeren bij de Koninklijke Bibliotheek van België o Niet deponeren betekende niet dat u het auteursrecht niet had • © o Copyright-‐teken o Correcte vermelding = © -‐ Eerste jaar van publicatie – naam van rechthebbende o Geen juridische waarde à Vooral als afschrikkingsmiddel gebruikt o Komt uit Amerika à Amerika had heel lang een eigen auteursrechtelijk systeem waar de vermelding van dit teken heel belangrijk was § Bij export naar de VS is het aanbrengen van dit teken nog steeds belangrijk à Bij een inbreuk kan je dan een hogere schadevergoeding vragen omdat de verweerder dan wordt geacht op de hoogte geweest te zijn van de auteursrechtelijke bescherming • Veiligheidstechnieken à Hoe bewijzen dat je eerst was? (belangrijk) o Notaris § Deponeren bij een notaris voor authentieke vaststelling à Werk onder gesloten omslag aangeboden aan de notaris (meestal gedigitaliseerd) § Bv. Vaak bij televisiespelletjes o Registratie bij overheid § U kan documenten deponeren bij de FOD Financiën (onderdeel registratie) § In de praktijk minder toegepast, wel goedkoper dan notaris o Idepot § Enorm veel gebruikt, bestaat sinds een aantal jaar § Overgenomen uit Frankrijk § Omstandigheden • Modellen-‐ en merkenrecht à Op BENELUX-‐niveau • Bij BBIE (Benelux Bureau Intellectueel Eigendom) waar u merken en modellen deponeert • Dit bureau heeft het Idepot ingevoerd à Mogelijkheid om creaties bij hen te deponeren op 2 manieren o Papieren depots § U koopt 2 enveloppen en steekt in iedere enveloppe hetzelfde en bezorgt deze aan het bureau à Men print op beide enveloppen een datum (een komt terug bij u, andere blijft bij het bureau) à Wel wat ongemakken in een digitale wereld
24
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Elektronisch Idepot § Via de website van het bureau à Elektronische bijlage § Zij voorzien uw bestand van een watermerk zodat ook het bestand een authentieke datum krijgt o Auteursverenigingen § Bv. SABAM § Je kan ook je werk deponeren bij auteursverenigingen, maar dit zijn geen overheidsorganisaties. Het zijn private organisaties waarvan de vennoten allemaal kunstenaars zijn (cineasten, schilders,..) dus als je je werk deponeert en ze stellen vast dat je een werk vandaag hebt gemaakt, kunnen ze geen authentieke datum geven. Het kan een element zijn in uw bewijsvoering, maar het heeft niet dezelfde kracht als de vorige 3 technieken
§4. De toegekende rechten Welke rechten bezit een auteur? • (1) Vermogensrechten è Geven u de mogelijkheid om uw creatie te exploiteren en inkomsten te genereren o Enkel de vermogensrechten zijn op Europees vlak geharmoniseerd • (2) Morele rechten è Proberen de band tussen een auteur en zijn werk te beschermen o Context à Vroeger werden enkel werken van kunst en cultuur beschermd o Nog niet geharmoniseerd, iedere lidstaat heeft zijn eigen systeem van morele rechten § Geen hinderpalen voor vrij verkeer en interne markt § Vooral door verschillende tradities op vlak van deze morele rechten • Binnen het auteursrecht zijn 2 systemen à Copyright-‐systeem, en systeem van droit d’auteur o In België (en ook Frankrijk, Nederland, Spanje) geldt het systeem van het droit d’auteur recht, voor ons staat de auteur centraal o In de copyright-‐landen staat het werk centraal à Bv. VS en Verenigd Koninkrijk à Zij hebben ook morele rechten, maar wel maar zeer beperkt • Volgrecht à Aparte categorie à Zie verder
25
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(1) Vermogensrechten Vermogensrechten bestaan uit 4 categorieën • Reproductierecht (Exclusief recht) o Reproductierecht sensu stricto o Distributierecht o Verhuur-‐ en uitleenrecht o Adaptatierecht o Vertaalrecht • Publiek mededelingsrecht (Exclusief recht) • Tentoonstellingsrecht à Enkel voor werken van beeldende kunst • Vergoedingsrechten Reproductierecht Reproductierecht sensu stricto • Wat is reproductie? o Op materiële drager à Een nieuwe materiële drager o Efemere (= verdwijnen na een tijd), louter technisch bepaalde reproducties in computers of netwerken tijdens transmissie § Bv. Browsing, caching, beeldscherm § Grote uitdaging voor auteursrecht à Gaan we die tijdelijke reproducties beschouwen als reproducties in de zin van auteursrecht of niet? à Belangrijke consequenties • Indien ja à Dan zou u niets meer mogen doen met uw computer à Einde digitale vrijheid • Indien nee à Voor rechthebbenden dan weer nadelig want dan kan men eindeloos gaan kopiëren • è Oplossing à Al die tijdelijke reproducties beschouwen als reproducties in de zin van het auteursrecht à Maar onmiddellijk een uitzondering voorzien dat al die reproducties die puur technisch zijn en geen economische waarde hebben vrijgesteld zijn à Aantal voorwaarden • Basisregel è Geen reproductie zonder toestemming (zelf reproduceren of laten reproduceren) • Van geen belang o Wijze reproduceren o Doel § Commercieel of privaat maakt niet uit § Wel voor sommige doeleinden een uitzondering ingebouwd o Geheel / gedeeltelijk o Permanent / tijdelijk o Direct / indirect (Bv. adaptatie) o Getrouw § Moet niet 100% hetzelfde zijn, maar beschermde elementen zijn herkenbaar § Bv. Niet-‐getrouwe reproductie van Kuifje (nagetekend, maar toch herkent iedereen kuifje)
26
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Voorbeelden o Zaak Unox (merk van Unilever voor onder andere soep) à Soepen meer in de belangstelling door reclamecampagne § Affiches in straatbeeld à Blik Unox met een soepkom waarin u de dampende soep ziet § Een werknemer van het reclamebureau gebruikte een design soepkom voor de affiche § Maar die soepkom was auteursrechtelijk beschermd en de ontwerper van de kom start een procedure voor reproductie zonder toestemming o Kuifje § Rechthebbenden zitten erg achter hun auteursrechten à Enorm veel rechtspraak § Bv. Raket van Kuifje nagebouwd met sinaasappels en citroenen à Ook verboden reproductie o Iemand gefotografeerd bij een kunstwerk (beeldhouwwerk in dit geval) à Reproductie van het beeldhouwwerk o iMac § Studentenkoeken à Met afbeelding van een computer die sterk lijkt op de computer van Apple § Verboden reproductie à Alle koeken van de markt halen o è Niet altijd makkelijk om uit te maken of iets een reproductie is of niet
Distributierecht • Recht om distributie van origineel of kopieën aan publiek, door verkoop of andere eigendomsoverdracht, toe te staan o Bv. Als uitgever niet enkel het recht vragen om het manuscript te reproduceren, maar ook het recht om deze te verkopen/in het verkeer te brengen • Opmerking à Distributie onder publiek door verkoop omvat hele reeks handelingen (vanaf sluiting verkoopovereenkomst tot uitvoering door levering) • Uitzondering à Communautaire uitputting o Gecreëerd door het HvJ à Als uw product met uw toestemming ergens in de EU in het verkeer wordt gebracht, moet dit kunnen circuleren tussen de lidstaten o Bv. Een beschermde DVD à Als een auteur u de toestemming geeft tot het in het verkeer brengen van exemplaren van die DVD (ze mogen verkocht worden) à Dan is het distributierecht uitgeput à Gevolg à Eens de DVD is verkocht heeft de auteur geen vat meer op de verdere distributie van deze DVD § Bv. U koopt een boek bij Fnac à Auteur die zegt dat u het boek niet verder mag verkopen à Dit zou de consument te zeer beperken à Exemplaar mag dus vrij verder circuleren o Zo kan men de opsplitsing van markten voorkomen à Want via het distributierecht zou men aan marktopsplitsing kunnen doen § Bv. Producent van DVD’s verkoopt deze in heel Europa à In België en in Griekenland à In Griekenland zijn deze DVD’s veel goedkoper à Er zal parallelhandel ontstaan à De
27
Intellectueel eigendomsrecht
o o o
o
JVD
2014-‐2015
parallelhandelaar zal hele voorraden in Griekenland opkopen en in België verkopen à Via dit distributierecht zou men dit kunnen voorkomen à EU zegt dat dit niet kan à Je kan niet verhinderen dat als je uw DVD’s verkoopt aan Griekenland, dat ze terug in België worden gebracht Door eerste verkoop of andere eigendomsoverdracht In EU/EER § Geldt Bv. Niet voor een exemplaar in het verkeer gebracht hierbuiten à Bv. In Rusland Van origineel of kopie § Dit geldt niet voor namaak Door auteur of met zijn toestemming
o Opmerking à Uitputting geldt enkel voor tastbare exemplaren (Bv. papieren boek, materiële DVD) § Grote probleem à Heel wat auteursrechtelijke werken worden nu digitaal verspreid • Bv. Muziek via de ITunes-‐store § Op dit ogenblik geldt de uitputting niet voor digitale inhoud • CD kopen in de Fnac mag u door uitputting daarna doorverkopen • Zelfde CD downloaden via internet à Dan mag u dat digitaal bestand niet verder verkopen
Bestemmingsrecht • Wat ? à Het recht om het lot van exemplaren van een werk te bepalen o Vrij theoretisch o Niet in Boek XI à Gecreëerd door het Hof van Cassatie o Weinig EU-‐landen kennen dit recht • Cassatie 1956 o Vinylplaten in jaren 50 à Van elke nummer 2 vinyl versies § Eerste versie voor de consument à “Bestemd voor private mededeling en mag alleen in private kring worden gespeeld” § Tweede versie à “Deze plaat is bestemd voor publieke mededeling” § De prijs was verschillend à Plaat voor de consument was stukken goedkoper à VRT, DJ’s moesten deze dure platen kopen § Op bepaald moment koopt de VRT de goedkopere platen voor consumenten § Cassatie à U kan bepalen wat er gebeurt met exemplaren van uw werk à Als er staat op een plaat “enkel voor private doeleinden” à Dan moet de eigenaar van de plaat dit respecteren • Via dit bestemmingsrecht zal men veelal distributiekanalen bepalen à De dag dat het HvJ zich hierover moet uitspreken à Een recht waarmee men eigenlijk markten kan opsplitsen à Dan zal dit recht waarschijnlijk verdwijnen
28
Intellectueel eigendomsrecht •
•
JVD
2014-‐2015
Bv. Zaak Heren van Zichem o Journalisten krijgen foto’s van de reeks à “Deze foto mag enkel gebruik worden om het programma aan te kondigen” o Een krant had dit gebruikt voor een spaaractie à Inbreuk op bestemmingsrecht Bv. Kalender o Foto’s van deze kalander worden gekleefd op spaanderplaat o Eigenlijk steeds een inbreuk op het bestemmingsrecht
Verhuur-‐ en uitleenrecht • Verhuren = Tijdelijk ter beschikking stellen tegen een vergoeding à Toestemming van auteur nodig o Vroeger videotheken o Verhuur van schilderijen • Uitlenen = Tijdelijk ter beschikking stellen zonder vergoeding door voor het publiek toegankelijke instellingen o Ook hier heeft de auteur een zekere controle o Uitzondering ingebouwd voor bibliotheken à Ze hoeven niet steeds opnieuw toestemming te vragen Adaptatierecht • Inhoud recht • Wat is adaptatie? à Een vorm van reproductie o Nemen beschermde elementen o Toevoegen eigen elementen • Soorten o Binnen zelfde genre § Bv. Een orkestratie van muziek o Naar ander genre § Bv. Een boek dat verfilmd wordt à Toestemming vragen aan de auteur van het boek • à Toestemming vragen voor zowel het maken van de adaptatie als het exploiteren van de adaptie Vertaalrecht • Inhoud recht (variant van adaptatierecht) • Wat is een vertaling? à Zeer letterlijk à Boek in Nederlands en omzetten in Frans • è Toestemming moet gegeven worden èn voor vertaling, èn voor het exploiteren van de vertaling • Probleemsituaties o Bv. Een Vlaams boek dat in het Russisch verschijnt à Vlaams boek eerst vertaald in het Frans en de Russische vertaling is gebaseerd op de Franse vertaling à Dan kan het voorkomen dat men voor de Russische vertaling toestemming nodig heeft van zowel de Vlaamse auteur, als de Franse vertaler (als de vertaling ook auteursrechtelijk beschermd is)
29
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Publiek mededelingsrecht Art. XI.165, §1, lid 4 WER à Alleen de auteur heeft het recht om zijn werk volgens ongeacht welk procedé aan het publiek mee te delen, met inbegrip van de beschikbaarstelling voor het publiek op zodanige wijze dat deze voor de leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn Publieke mededeling • = Het beschikbaar maken van een werk in een niet tastbare vorm voor het publiek, ongeacht het procedé o Bv. Het gaat om verveelvoudiging waarbij er wel een reproductie is, maar als Bv. De vertoning van de film stopt, blijft er niets meer over o Private mededelingen vallen hier niet onder § à Wanneer is iets privaat of publiek? • Twee onderdelen o (1) Publiek op-‐ of uitvoeringsrecht o (2) Publiek mededelingsrecht (1) Publiek op-‐ of uitvoeringsrecht • Wat is een op-‐ of uitvoering? à o Er moet direct contact zijn met de persoon die het werk op-‐ of uitvoert o Publiek is aanwezig op de plaats van op-‐ of uitvoering o Wijze van op-‐ of uitvoering speelt geen rol o Bv. Concert/toneelvoorstelling § Wat met situaties waarbij je een DJ hebt à DJ speelt muziek à Het publiek is aanwezig à HvJ moet zich hierover nog uitspreken • è Geen harmonisatie van dit op-‐ of uitvoeringsrecht o Iedere lidstaat bepaalt dus vrij de inhoud • Rechtspraak Hof van Cassatie bepaalt of op-‐ of uitvoering publiek is o Publiek = Daadwerkelijk openbaar en waarneembaar o Waarneembaar = Zichtbaar en/of hoorbaar o Openbaar § Toegangsprijs à Publiek moet een ticket kopen à Telkens u entreegeld betaalt is er een op-‐ of uitvoering § Kosteloos à Kijken naar • Familiekring (besloten karakter) à Bv. Iemand speelt een nummer op de gitaar op een familiefeest. Als dit feest in de tuin plaatsvindt en de buren luisteren mee à Publiek • Quasi-‐familiale kring à Intieme band van familiale of sociale aard (beperktheid) o Bv. Rusthuis waar een orkest speelt zonder toestemming en men krijgt factuur van SABAM à Rusthuis beweert dat dit een private opvoering is (feiten zeer belangrijk) à De bejaarden waren geen familie, maar woonden daar wel en zagen mekaar iedere dag en aten samen enz. Dan is er een quasi-‐ familiale band. Als dit orkest ’s middags had gespeeld
30
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
als de familie er was geweest à Dan was het publiek geweest want dan bestond er geen quasi-‐familiale band o Bv. Garage met showroom, effectieve garage en kleine keuken à In dit keukentje werden CD’s gespeeld à Factuur SABAM à Maar bleek privaat te zijn omdat er een beperkte quasi-‐familiale band is (2) Publiek mededelingsrecht • Wel geharmoniseerd • Ruim opvatten • Publiek niet aanwezig op de plaats van de mededeling (niet aanwezig op de plaats van de oorsprong van de mededeling) o Bv. Radio en televisie-‐uitzendingen • Mededeling per draad, draadloos, via uitzending • Hieronder vallen ook interactieve doorgiften op aanvraag (on demand, pay per view enz.) • Bv. Radio, televisie, kabel, internet Is een mededeling nu publiek? à Wanneer moet je dus toestemming vragen? • Je moet een geïndividualiseerde beoordeling maken o Je kan dus in verschillende concrete situaties verschillende resultaten hebben • De rechter moet oordelen in globo o Alle feiten in ogenschouw nemen • Rekening houdend met meerdere niet autonome en onderling afhankelijke criteria o Je mag niet de criteria ieder op zich beoordelen, maar wel in onderling verband à Ze kunnen elkaar compenseren als het ene minder vervuld is maar het andere meer • De genoemde criteria kunnen met een zeer wisselende intensiteit een rol spelen in concrete situaties • Belangrijkste criteria o Het bestaan van een mededeling § Er is pas sprake van een mededeling bij een autonome interventie door een gebruiker van werken die met een volledige kennis van de gevolgen van zijn gedrag aan een eigen publiek toegang verschaft tot beschermde werken § Volgens HvJ is er sprake van een mededeling als aan deze definitie is voldaan. Hieruit kan je afleiden dat er pas sprake is van een mededeling als je dit bewust organiseert en ook weet wat de gevolgen zijn van uw gedraging • Bv. Prof zegt à voor het komende uur geen les, we luisteren naar de radio § Er kan zich een probleem voordoen à Oude zaak in België à Bij toepassing van dit criterium zou anders beslist zijn • Feiten: Uitbater van een bemand tankstation, in de winkel bij het tankstation zat altijd iemand, daarnaast was een keukentje waarin de bediende kon eten enz. De uitbater had
31
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
in de keuken achter het tankstation een radio opstaan en de venster stond open. Een werknemer van Sabam gaat tanken en gaat naar het winkeltje en als hij voor de deuren staat hoort hij muziek, maar binnen in de winkel was er geen muziek. Werknemer Sabam zegt: publieke mededeling. Uitbater zegt: dat was occasioneel, het was een warme dag, ik had gewoon het venster open gezet. Deze zaak komt tot bij Cassatie, die ook zegt dat het om een publieke mededeling gaat, want het is hoorbaar • ßà Als we nu naar huidige rehctspraak van HvJ kijken à In deze situatie geen publieke mededeling meer, want element van de bewustheid van de gevolgen ontbreekt. Maar de feiten van de zaak zullen nog steeds determinerend zijn § Andere zaak à Kapper aan straatkant, achter kapperszaak was de woonkamer van de kapper. Hij speelt geen muziek in zijn zaak, maar hij liet de deur openstaan tussen zijn zaak en woonkamer waar een radio speelde à Sabam doet controle en hoort muziek in de kapperszaak. Kapper zei dat hij net een tas koffie was gaan halen en de deur niet kon dichtdoen à Cassatie zei: publieke mededeling à Hier kan je al meer zeggen dat er geen sprake kan zijn van onbewustheid, hij zet bewust de deur open à Feiten kunnen er dus toe leiden dat de wijze waarop Cassatie beslist heeft, wel in overeenstemming is met definitie gegeven door HvJ o De aanwezigheid van publiek § De mededeling moet gericht zijn aan het publiek § Het moet gaan om een mededeling aan een onbepaald aantal potentiële personen waarvan de omvang vrij groot is à HvJ heeft beide begrippen uitgelegd • Onbepaald à Mededeling mag niet beperkt zijn tot specifieke individuen die tot een bepaalde private groep behoren • Omvang vrij groot à De minimis drempel – te klein of onbeduidend aantal personen valt hieronder niet • Wel rekening houden met cumulatieve gevolgen van beschikbaarstelling o Zaak over een hotel à Als je een kamer huurde had je de mogelijkheid tv te kijken. Uitbater zegt: “Om die tv’s te zetten moet ik geen toestemming vragen, ten eerste omdat de omvang van het publiek niet groot is (op een kamer zitten 1, 2 of 3 personen), omdat dat zo’n kleine groep is moet ik niet betalen” à HvJ zei: zo werkt het niet, je moet rekening houden met de cumulatieve gevolgen, in hotelkamer zitten tegelijkertijd maar 2 of 3 personen, maar na enkele dagen komt een volgende in die kamer enz. Ze zitten nooit allemaal tezelfdertijd in die kamer, maar eigenlijk zit er wel een vrij grote groep van personen.
32
Intellectueel eigendomsrecht
2014-‐2015
Om een mededeling te hebben moet het niet zo zijn dat ze allemaal op dezelfde moment kennis moeten nemen of op dezelfde plaats o Zaak over seksshop à Hier kon je allerlei producten kopen, maar je kon ook een video huren en ter plaatse in een cabine kijken. Op bepaald ogenblik krijgen zij een factuur van de Nederlandse Sabam, want: wat in cabines gebeurt is een publieke mededeling à Uitbater zegt: nee want daar zit telkens maar 1 persoon tegelijkertijd à Rechtbank zegt: rekening houden met het cumulatieve effect § Gebruikers moeten niet samen zijn in ruimte (Bv. hotelkamers) of in tijd (Bv. internet – on demand) • Als u kijkt naar radio en tv à Als VRT iets uitzendt is het een publieke mededeling, hoewel het publiek niet allemaal op eenzelfde plaats zit, ieder zit in zijn eigen woonkamer • On-‐demand-‐techniek ook publieke mededeling ondanks dat het op verschillende tijdstippen wordt bekeken o Invloed van het winstoogmerk § Geen noodzakelijke voorwaarde (2 andere wel), maar niet zonder belang à Als er een winstoogmerk is, is dit een grote indicatie dat de mededeling publiek is § Heeft ‘mededeler’ zich tot een bewust gekozen doelgroep van klanten gericht aan wie hij aldus een extra dienst verleent met de bedoeling er een bepaald voordeel uit te trekken. Is publiek op één of andere wijze ontvankelijk voor die mededeling en pikt ze deze niet toevallig op • Bv. Bij kapsalon wordt muziek opgezet, hier neemt men aan dat dit een winstoogmerk heeft omdat men een extra dienst aanbiedt (het aangenamer maken voor de klant) • Hetzelfde voor hotelzaken à Tv en radio in kamer à Je organiseert een publieke mededeling en je hebt een winstoogmerk, want klanten kijken ernaar of er radio/tv op de kamer is
•
JVD
Opmerking à Eenzelfde werk kan verschillende malen aan een specifiek publiek worden meegedeeld: telkens toestemming vragen als men nieuw publiek aanspreekt (dat auteur niet voor ogen had) o Situatie à Componist schrijft een klassiek stuk in 2015, het orkest speelt dat stuk. Dat orkest moet de toestemming vragen om dat stuk te mogen spelen. Als VRT dat stuk door het orkest gespeeld uitzendt is dat ook een publieke mededeling, maar ditmaal een publieke mededeling in zijn enge zin, ook zij moeten toestemming vragen aan de componist om dit te mogen doen. Hij moet twee maal toestemming geven, enerzijds aan het orkest, anderzijds aan de VRT. Die uitzending van de VRT wordt gecapteerd door een kabelaansluiting, kabelmaatschappijen pikken het signaal op van een zender, en die kabelmaatschappij moet dan ook toestemming vragen aan de componist om het uitzenden van de VRT door te mogen geven aan de klanten. Als dan in een café de tv opstaat en je 33
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
hoort het spelen van het orkest uitgezonden door de VRT en doorgegeven via de kabelmaatschappij à Dan moet het café ook toestemming vragen aan de componist. Telkens hij toestemming moet geven heeft hij recht op een vergoeding § Eerst toestemming aan orkest § Dan toestemming aan VRT § Dan toestemming aan kabelabonnees § Dan toestemming aan klanten in dat café
•
Geen publieke mededeling is het alleen maar ter beschikking stellen van fysieke installaties o Bv. Firma die tv komt installeren in het hotel organiseert geen publieke mededeling à Men stelt enkel het materiaal ter beschikking o Als je Bv. naar Fnac gaat à Televisiewand waar dingen op afspelen is wel een publieke mededeling
Voorbeelden publieke mededeling • Zaak HvJ in verband met tandarts à Italiaanse tandarts had radio aanstaan in zijn praktijk, hij krijgt een factuur omdat het een publieke mededeling is. Tandarts zegt: het is geen publieke mededeling. Iedereen dacht: dat is een publieke mededeling volgens de criteria à HvJ zegt: geen publieke mededeling want ze vonden dat er geen sprake was van een groot publiek en een onbepaald potentieel aantal luisteraars want tandarts heeft maar een klein (vast) cliënteel, dus geen grote groep personen, en het gaat om een afgebakende groep van personen (Volgens prof volledig verkeerd) Evolutie van mededelingen • Het kan altijd zo zijn dat een private mededeling evolueert naar een publieke mededeling • Bv. Cabrio à Dak is dicht en dan doe je het open à Kan gaan van privaat naar publiek o Hetzelfde voor je kot à Als je radio opzet en je zet je ramen open Van geen belang bij beoordeling publiek/privaat • Aard lokaal à Bv. Auditorium à Er kunnen perfect private mededelingen gebeuren, of publieke • Winstoogmerk (meewegen, maar niet doorslaggevend) à Cassatie à Als er winstoogmerk is, is het altijd een publieke op-‐ of uitvoering • Reclame à Als studentenorganisatie geen affiches/reclame maakt à Geen indicatie om te zeggen of mededeling publiek dan wel privaat is • Doel (liefdadigheid) • Middel uitvoering • Geheel/gedeeltelijk à Van zodra je elementen terughoort van het beschermde werk heb je een publieke mededeling • Op zelfde moment ontvangen • Publiek op zelfde plaats
34
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Met betrekking tot publieke mededelingen à Weinig controle (Bv. componist gaat niet aan iedere radiozender vragen of zijn muziek gespeeld gaat worden) • Rol auteursverenigingen o In België meer dan 20 auteursverenigingen à Organisaties zoals Sabam o Ze proberen om auteurs bij hun te laten aansluiten à Bv. Sabam is marktleider wat betreft popmuziek à Ze vragen tekst-‐ en muziekschrijvers zich aan te sluiten. Daarvoor krijgen de aangesloten leden 2 zaken in ruil § De componisten moeten niet meer zelf hun toestemming geven. Als men hun muziek wil gebruiken moet men dat aan Sabam vragen en zij beoordelen dan of ze al dan niet toestemming gaan geven § Ze gaan ook controles doen op het gebruik van werken en gaan inbreuken zoeken, als ze zo’n inbreuk vaststellen versturen ze een factuur met wat ze hadden moeten betalen en een extra bedrag omdat u geen toestemming hebt gevraagd o De auteursverenigingen zijn in principe nationaal georganiseerd. Hoewel men Bv. op een fuif niet enkel Vlaamse muziek afspeelt. Ze sluiten reciprociteitsovereenkomsten met andere auteursverenigingen § Bv. Sabam heeft wederkerigheidsovereenkomsten met organisaties over de hele wereld à Hierin zegt men tegen de buitenlandse vennootschap: “als u uw Amerikaans repertoire laat beheren door ons, dan mag u in Amerika ons repertoire beheren” § Door die vele overeenkomsten heeft Sabam een monopolie van de popmuziek, want alle buitenlandse vennootschappen die hun popmuziek beheren, hebben toestemming gegeven dat Sabam hun repertoire beheert à Inkomsten die hieruit voorvloeien zal je wel moeten doorstorten naar de buitenlandse vennootschappen o Voor België à Auteursverenigingen functioneren binnen een sterk juridisch kader, ze werken onder een zeer strenge juridische controle à Misbruiken zijn vaak niet meer mogelijk o Auteursverenigingen procederen ook voor kleine bedragen à Er is enorme concurrentie tussen die vennootschappen, ze willen naar hun leden toe de indruk geven dat ze altijd hun best doen om hun geld binnen te halen
35
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Tentoonstellingsrecht • Art. XI.173 WER à Vermogensrecht van de auteur, maar dit geldt enkel voor werken van grafische of beeldende kunst (schilderijen, beeldhoudwerk, glaswerk,…) à Als je zo’n werk van beeldende kunst koopt, dan mag je dat zonder toestemming publiek mededelen • 2 beperkingen o Als de auteur het je verboden heeft kan je dit niet doen (bij aankoop van schilderij moet je een overeenkomst sluiten dat het niet in het openbaar tentoon gesteld mag worden zonder toestemming van de auteur) o Je mag de morele rechten van de auteur niet aantasten tijdens de tentoonstelling (Bv. je organiseert een tentoonstelling over schilders die in WOII hebben gecollaboreerd met de Duitsers, je hangt daar een schilderij tussen van een schilder waarvan je zegt “ik meen dat hij dat ook gedaan heeft”, maar de schilder zegt “nee dat is niet waar”) Vergoedingsrechten • Rechten voor de auteur waar hij op zijn exclusieve rechten heeft moeten inboeten à Hij krijgt een vergoeding o Bv. Universiteit à Forfaitair (Elke student kopieert gemiddeld jaarlijks x hoeveelheid aan auteursrechtelijk beschermde werken) Kenmerken van de vermogensrechten Zonder formaliteit • De enkele creatie geeft u de rechten Duur (Zie Art. XI.166 WER) • 1 auteur à Je hebt heel je leven bescherming tot 70 jaar na overlijden • Meerdere auteurs à Als je met meerdere auteurs bent berekent men de termijn van 70 jaar in functie van de langstlevende auteur • Werken in delen, banden, nummers of afleveringen à Dan moet je kijken of de auteur bekend is o Auteur bekend à Bereken je voor ieder deel de beschermingsduur in functie van de auteur o Auteur onbekend à Dan geldt de bescherming tot 70 jaar na de eerste publicatie (men vertrekt vanaf 1 januari van het volgende jaar) • Anonieme werken of onder pseudoniem o Basisregel à Bescherming tot 70 jaar na eerste publicatie o Als iedereen weet wie er onder het pseudoniem schuilgaat à Regel tot 70 jaar na overlijden auteur o Niet toegankelijk binnen 70 jaar na totstandkoming § Deze werken moeten binnen 70 jaar na de totstandkoming openbaar gemaakt zijn • Postume werken o = Werken die voor het eerst verschijnen na het overlijden van de auteur o Als dit voor het eerst verschijnt na overlijden, en dit wordt bekend gemaakt binnen 70 jaar na overlijden à Dan past men termijn van 70 jaar na overlijden toe
36
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Als het werk slechts voor het eerst wordt uitgebracht als de auteur al meer dan 70 jaar dood is, dan heeft dit werk nog een beschermingstermijn van 25 jaar mits respectering van 2 limieten § Je krijgt enkel vermogensrechten (geen morele rechten omdat niemand deze nog kan handhaven) § De rechten komen toe aan de eigenaar van het werk, niet aan de erfgenamen. Als jij een schilderij van Rembrandt vindt, dan komen die rechten toe aan jou, niet aan de erfgenamen van Rembrandt
Vererfbaar • Als je komt te overlijden komen de rechten in uw nalatenschap terecht en ze worden eigendom van uw erfgenamen in die zin dat ze die rechten discretionair mogen uitoefenen Overdraagbaar + licentie Uitzonderingen op vermogensrechten (21) Algemeen • Richtlijn conforme interpretatie o De uitzonderingen op vlak van auteursrecht zijn niet geharmoniseerd in zijn geheel à Bepaalde deelgebieden heeft men wel geharmoniseerd § Bv. Reproductie § Bv. Publieke mededeling à Een deel is niet geharmoniseerd, een ander deel wel o De EU zegt à Als we het auteursrecht eenvormig willen maken moeten we ook de uitzonderingen harmoniseren. De Europese commissie heeft een voorstel van uitzonderingen gedaan die lidstaten nog mogen voorzien à Hierop is veel reactie gekomen omdat iedere lidstaat veel uitzonderingen had die ingegeven waren door traditie § Bv. in Duitsland was een uitzondering dat als je muziek gebruikt tijdens religieuze diensten, dat je daar geen toestemming voor moet vragen, dit omdat protestanten vroeger veel zongen, dit kennen we in België niet § Bv. Blinde mensen à Boeken moesten opgezet worden in braille of moest ingelezen worden, dit zijn reproducties, daarvoor moest je geen toestemming vragen o Alle lidstaten zijn gaan lobbyen à Daarom heeft de Europese Commissie een lijst opgemaakt van alle uitzonderingen die in alle lidstaten bestonden, deze richtlijn is van 2001 (Art. 5 richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij: wou auteursrecht aanpassen aan een digitale wereld) à Daarna heeft men tegen de lidstaten gezegd dat ze uit die lijst kiezen wat ze willen (= niet harmoniserend effect), je moet nog steeds kijken land per land welke uitzonderingen voorzien zijn in de auteurswetgeving o Er is 1 uitzondering die ze verplicht moesten voorzien à Technische reproducties op het internet en in uw computer o Harmoniserend effect à Als je een uitzondering uit de richtlijn neemt, wordt dat een gemeenschappelijk gemaakte uitzondering, die
37
Intellectueel eigendomsrecht
• •
•
• •
JVD
2014-‐2015
uitzondering moet uitgelegd worden op gemeenschappelijk niveau (communautaire uitlegging) De driestappentoets o In de richtlijn Werken die op geoorloofde wijze zijn openbaar gemaakt o Het merendeel van de uitzonderingen mag je enkel toepassen voor werken die op geoorloofde wijze openbaar zijn gemaakt à Tot voor kort bestonden 2 opvattingen over “werken op geoorloofde wijze openbaar maken” § 1e opvatting à Meerderheid + gevolgd in de rechtspraak à Als een auteur ooit beslist heeft om zijn werk vrij te geven à Dan mag iedereen die een werk op illegale wijze verkrijgt (Bv. Een muzieknummer via internet) dit op zijn Ipod zetten, zolang het maar gaat om privégebruik § 2e opvatting à Platenindustrie à Je moet een legaal exemplaar van het werk bezitten (dan mag je kopiëren voor private doeleinden) o HvJ deed uitspraak à Opvatting die verdedigd werd door platenindustrie is de juiste o Gevolg à Werk is op geoorloofde wijze openbaar gemaakt als je een werk hebt dat een originele bron heeft o Resultaat à § Vroeger kon je kopiëren wat je op het internet vond § Nu à als je op het internet iets vindt waarvan je niet weet dat de bron legaal is à Afblijven De uitzonderingen als verweermiddel o Een uitzondering kan men niet als recht inroepen à De parodiërende kan dus niet de originele auteur voor de rechter slepen op basis van een uitzondering De restrictieve interpretatie van de uitzonderingen Het dwingend karakter van de uitzonderingen o De uitzonderingen kunnen niet worden weggecontracteerd
(1) Het citaatrecht • Bijna alle landen voorzien dit recht • Citeren uit werk dat op geoorloofde wijze is openbaar gemaakt • Enkel voor welbepaalde doeleinden à Kritiek / polemiek / onderwijs / recensie/ wetenschappelijke werkzaamheden o Niet citeren voor commerciële doeleinden • Overeenkomstig eerlijke beroepsgebruiken • Beoogde doel moet wettigen • Bron + naamvermelding tenzij dit niet mogelijk blijkt • Vraag is hoeveel je mag citeren? à Men neemt aan dat een citaat altijd kort is
38
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(2) Bloemlezingen • Kennen we al sinds 1994, maar nog geen enkele procedure hierover • Voor onderwijs dat niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreeft • Toestemming auteur nodig • Overlijden auteur à Geen toestemming maar billijke vergoeding overeen te komen of bepaald door rechter (komt dus eigenlijk op hetzelfde neer dan toestemming vragen want je moet onderhandelen met de erfgenamen) • Respect morele rechten (3) Tijdelijke/technische reproductiehandelingen • è Belangrijke uitzondering op het reproductierecht! Alle lidstaten moeten deze voorzien • Uitzondering wil toegang tot en het gebruik van beschermde werken mogelijk maken • Niet vereist dat werken op geoorloofde wijze zijn openbaar gemaakt • Aan het begin van de jaren 2000 heeft men ervoor geopteerd alle tijdelijke, technische reproducties op het internet en op computer onder het begrip “reproductie” te brengen à Via deze uitzondering heeft men al die reproducties vrijgesteld • Essentie à Zijn vrijgesteld à Tijdelijke digitale reproducties die eigen zijn aan de techniek van de werking van een computer en van de werking van het internet (zijn reproducties die technisch noodzakelijk zijn), wanneer die reproducties geen eigen economische betekenis hebben o Als ze een permanent karakter en economische betekenis hebben dan is er wel een probleem o Bv. Je gaat via provider op internet, als X surft op het internet en een website raadpleegt, dan wordt die opgeslagen op de server van uw provider voor enige tijd. Op zich is dat geen probleem à Maar als Bv. Telenet die website die u raadpleegt op haar server opgeslagen laat omdat dit hun aantrekkelijkheid verhoogt (want iemand anders die de website raadpleegt zal sneller op die site kunnen) zodat de volgende gebruiker makkelijker toegang heeft à Dan heeft dat langer opslaan op de server een economische betekenis, want je verhoogt er uw eigen economische waarde mee • 5 cumulatieve voorwaarden à Moeten vervuld zijn en moeten restrictief geïnterpreteerd worden (Niet van buiten kennen) o De reproductiehandeling moet tijdelijk zijn § = Ze verdwijnen na enige tijd o De reproductiehandeling moet van voorbijgaande of incidentele aard zijn à Dit zijn alternatieve voorwaarden § Voorbijgaande aard à De levensduur is beperkt tot wat noodzakelijk is voor goede werking technisch procedé, en de reproductie moet automatisch (zonder menselijke tussenkomst) gewist worden als functie is vervuld § Incidenteel à De reproductiehandeling is ten opzichte van het technisch procedé waarvan zij een onderdeel vormt niet autonoom en er wordt geen eigen doel mee nagestreefd
39
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o De reproductiehandeling moet een integraal en essentieel onderdeel vormen van een technisch procedé à 2 cumulatieve voorwaarden § De reproductiehandelingen worden volledig in het kader van het technisch procedé verricht, en § Ze zijn noodzakelijk: zonder die handelingen kan het technisch procedé niet correct en doeltreffend werken • Irrelevant dat procedé door gebruiker wordt op gang gebracht (technisch procedé kan menselijke tussenkomst vereisen) • Reproductiehandelingen kunnen aan het begin of einde van het procedé o Het enige doel van het technisch procedé mag zijn § De doorgifte in een netwerk tussen derden door een tussenpersoon • Bv. routing, caching of § Een rechtmatig gebruik van een werk of ander materiaal mogelijk maken (eindgebruik: lezen, beluisteren, browsen) • Rechtmatig = toegestaan door de rechthebbende of niet bij wet beperkt o Deze handelingen mogen geen zelfstandige economische waarde bezitten § Reproductiehandelingen mogen geen extra economisch voordeel generen dat verder gaat dan het voordeel gehaald uit bijv. het gebruik of de raadpleging van het werk
(4) Informatief citaatrecht • Reproductie / mededeling met oog op informatie o Je mag reproduceren of mededelen met het oog op informatie van korte fragmenten (ßà Citeren: hier staat het er echt bij) • Korte fragmenten • Integrale werken van beeldende kunst • Verslag over actuele gebeurtenissen (2 situaties) o Informatief à Het is een uitzondering die men toepast inzake actuele verslaggeving à Er is dus actuele verslaggeving over een auteursrechtelijk beschermd werk zelf (Journaal, krant, tijdschrift) à Bv. er gaat een tentoonstelling open, VRT journaal laat tijdens het verslag 1 of 2 werken zien van die tentoonstelling à Valt hieronder o Men brengt verslag uit over actuele gebeurtenissen, en je kan niet anders dan naar aanleiding van dat verslag auteursrechtelijk beschermde werken laten zien/horen à Bv. debat in Vlaams parlement, dat hangt vol met kunst. Als daar een debat plaatsvindt en in het journaal brengt men een verslag hierover, dan mag je dat auteursrechtelijk beschermd werk laten zien • Er moet rechtvaardiging vanuit oogpunt voorlichting • Bron, en dus onder andere naam auteur, moet worden vermeld tenzij onmogelijk • Opgepast à Je moet goed naar de feiten kijken! à Bv. als men een overzicht geeft van werken van een schilder naar aanleiding van een feit waarmee hij in het nieuws komt (maar dit feit gaat over iets totaal anders) à Dan moet je wel toestemming vragen
40
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(5) Beschermde werken op of in publiek toegankelijke plaatsen • Regel uit rechtspraak • Zaak à Gebouw in Bastogne in de vorm van een ster met namen van Amerikaanse staten à Als herdenking aan de vele Amerikanen in WOII à Veel toeristen à Veel mensen kochten postkaarten à Producent van postkaarten maakt een kaart van deze constructie o Producent wordt gedagvaard door de rechthebbende van de rechten op die constructie à Producent zegt dat hij niet in fout is want de constructie staat op het openbaar domein dus niet zo’n strikte regels o Rechter zegt à Openbaar of privaat domein doet er niet toe à Iedere reproductie is verboden ook al staat iets op het openbaar domein o Producent maakt tweede postkaart met omgeving van Bastogne à Bossen, velden en ook de constructie à Opnieuw procedure à Deze keer zegt de rechter opnieuw dat de regels onverminderd gelden op openbaar domein, maar als blijkt dat u een foto maakt van de omgeving en het kan niet anders dan dat de constructie er mee opstaat dan is er een uitzondering • è Steeds kijken wat de bedoeling is o Focus op het werk is niet toegestaan o De omgeving reproduceren en inzake de constructie kan het niet anders dat die erop staat dan is er een uitzondering • Nederlandse zaak à Interview met krant en foto van de geïnterviewde in het Vondelpark à Er staan ook beeldhouwwerken op à Rechthebbende dagvaardt krant à Rechter: focus lag wel op de beelden, men wou hem duidelijk bij die beelden fotograferen en dus had men toestemming moeten vragen (6) De kosteloze privé-‐uitvoering in de familiekring • à Staat hier niet echt juist (Zie vooral hierboven) • è Als je weet wat valt onder publieke of private uitzondering is het genoeg • Uitvoering = mededeling • Kosteloos • Familiekring o Echte familiekring: besloten karakter o Quasi familiaal à Beperkte omvang (7) De kosteloze uitvoering in het kader van schoolactiviteiten, die zowel binnen als buiten de gebouwen van de onderwijsinstelling kan plaatsvinden
41
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(8) Reprografie voor privé-‐gebruik naar papieren of soortgelijke drager • (Nog niet in werking) • Probleem à 2 wettelijke versies die goedgekeurd zijn door parlement à De ene is in werking getreden, de andere nog niet omdat er een aantal praktische problemen zijn (boek XI bevat toekomstige regel, maar die is nog niet in werking) • Essentie à Heeft betrekking op kopiëren in de bib o Uitzondering zoals ze nu geldt à Alles wat vastligt op papier à Je mag volledige artikelen kopiëren uit tijdschriften, werken van beeldende kunst ook. Van boeken mag je enkel korte fragmenten kopiëren à Als je dit doet voor bepaalde doeleinden (private doeleinden of zelfs wanneer je het doet voor professionele doeleinden) à Maar voorwaarde: kopie mag niet beginnen te circuleren o Naar toekomst toe à Je mag hetzelfde kopiëren als hiervoor (voor private-‐ of beroepsdoeleinden) à Maar kopie moet op papier. Wat ook de drager is van het werk, als u het kopieert op papier moet je betalen (Bv. je vindt iets op het internet en print dat uit: valt er ook onder) o Grote probleem à Men moet een lijst opmaken van alle toestellen waarop men een auteursrechtelijke taks gaat leggen § Parlementaire voorbereiding à Geen auteursrechten op pc’s leggen à Reden is puur politiek: mensen die minder middelen ter hunner beschikking hebben gaan we niet belasten met een extra taks waardoor ze moeilijker op het internet kunnen o Er is een vergoeding per gemaakte kopie en op de toestellen waarmee men kopieert • Reproductie op papier of soortgelijke drager (onder andere microfiches, transparanten) • Artikelen of werken beeldende kunst à Geheel of gedeeltelijk • Korte fragmenten uit andere werken • Via fotografische techniek of werkwijze met soortgelijk resultaat • Uitsluitend voor privé-‐gebruik (persoonlijk familiaal / intern professioneel gebruik) • Geen afbreuk aan normale exploitatie • Opmerking à Huidige regeling gaat uit van werken vastgelegd op grafische of soortgelijke drager (fotokopiëren / inscannen) (9) Reprografie voor onderwijs of wetenschappelijk onderzoek naar papieren of soortgelijke drager (nog niet in werking) • Enkele situaties die enkel hieronder vallen à Bv. cursus met kopies uit het Rechtskundig Weekblad dat niet door de prof geschreven is kan onder deze uitzondering vallen • Reproductie op papier of soortgelijke drager • Artikelen / werken van beeldende kunst (gedeeltelijk of integraal) • Korte fragmenten uit andere werken • Via fotografische techniek of werkwijze met soortgelijk resultaat • Ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek • Verantwoord door nagestreefde niet-‐winstgevende doelstelling • Geen afbreuk aan normale exploitatie werk • Bron (o.a. naam auteur) vermelden, tenzij dit niet mogelijk is
42
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Opmerking à Huidige regeling vertrekt van werken vastgelegd op grafische of soortgelijke dragers
(10) Reproductie voor onderwijs of wetenschappelijk onderzoek naar andere dan papieren drager • Deze sluit aan bij 9e uitzondering à Je kopieert voor onderwijs en onderzoek, maar deze uitzondering is al wel in werking getreden. Je mag volledige artikelen, volledige werken van beeldende kunst en korte fragmenten uit boeken kopiëren als het gebeurt voor wetenschappelijk onderzoek of onderwijs wanneer je kopieert naar een digitale drager (iets anders dan papier) à Bv. Je zet iets op een USB-‐stick of op harde schijf • Betreft reproductie naar eender welke drager, andere dan papier of soortgelijke drager o Artikelen / werken van beeldende kunst (gedeeltelijk of integraal) o Korte fragmenten uit andere werken o Ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek • Verantwoord door nagestreefde niet-‐winstgevende doelstelling • Geen afbreuk aan normale exploitatie werk • Bron (o.a. naam auteur) vermelden, tenzij dit niet mogelijk is (11) Mededeling voor onderwijs of wetenschappelijk onderzoek via gesloten netwerken • Essentie à Staat toe dat volledige werken ter beschikking worden gesteld via een gesloten netwerk • Mededeling van werken • Ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek • Door daartoe door overheid officieel erkende of opgerichte instellingen • Mededeling verantwoord door nagestreefde niet-‐winstgevende doelstelling • Mededeling vindt plaats in kader normale activiteiten instelling • Uitvoering mededeling enkel door gesloten transmissie-‐netwerken instelling (via bijv. login/instelling = netwerkbeheer + geeft toegang) o Bv. Minerva • Geen afbreuk aan normale exploitatie werk • Bron (o.a. naam auteur) moet worden vermeld tenzij onmogelijk) (12) De privé-‐kopie • Reproductie op eender welke drager andere dan papier of soortgelijke drager à Digitale drager dus • Reproductie van werken o Geldt enkel voor werken die op geoorloofde wijze openbaar zijn gemaakt • Geschiedt in familiekring en is daarvoor bestemd à Kopie mag niet circuleren • Bv. o Inscannen o Opslaan van internetbestanden op harde schijf of digitale drager o Downloaden muziek en videobestanden • Ook hier taks à Op dragers en op kopietoestellen
43
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(13) Parodie / karikatuur • HvJ, 3 september 2014, zaak C-‐201/13 (Johan Deckmyn t/ Vandersteen) o Alle rechtspraak tot voor deze datum mag u voor een stuk vergeten o Feiten à Vandersteen (tekenaar Suske en Wiske) à Het stripverhaal: de wilde weldoener à Lambik vliegt rond en strooit geld uit. Op bepaald ogenblik geeft het Vlaams Belang een kalender uit, op de cover van de kalender staat onderaan een vliegende figuur (Termont) deelt geld uit, met op de achtergrond allemaal gesluierde mensen à Erfgenamen van Willy Vandersteen treden op tegen verantwoordelijke uitgever van de kalender omdat het een verboden reproductie is à De uitgever (Deckmyn) zegt: toegestane reproductie want het is een parodie • Wezenlijke kenmerken van een parodie (cumulatief) o Een bestaand werk wordt nagebootst, maar met duidelijke verschillen met het bestaande werk o Er wordt aan humor gedaan of spot gedreven • Toepassing van de parodie-‐uitzondering moet een rechtvaardig evenwicht in acht nemen tussen enerzijds de belangen en rechten van de auteur, en anderzijds de vrije meningsuiting van de gebruiker van het beschermde werk die zich op de parodie-‐uitzondering beroept o Om na te gaan of de parodie dit rechtvaardig evenwicht in acht neemt moet met alle omstandigheden van het geval worden rekening gehouden o Een parodie mag geen discriminerende boodschap weergeven met het gevolg dat het beschermde werk met een dergelijke boodschap wordt geassocieerd • Een parodie van een werk kan o Om te lachen met het geparodieerde werk o Om te lachen met een bepaalde toestand of persoon o Niet à Bv. Nijntje à Tekening van Nijntje met bloedneus en voor een witte lijn zit “Nijntje, ieder een lijntje” (inzake cocaïne) à Rechter zou zeggen: dit is geen parodie à Tijdschrift mocht op de markt blijven maar cover moest gewijzigd worden (14) De kosteloze uitvoering op een publiek examen • Specifiek voor muziekscholen en conservatoria o Geldt niet voor de koningin Elisabeth wedstrijd à Gaat enkel om een prijs, geen diploma • Doel uitvoering is niet werk zelf maar beoordelen uitvoerder(s) • Doel à Verlenen diploma, getuigschrift of titel binnen een erkende onderwijsvorm
44
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(15) Reproductie door bibliotheken / musea / archieven • Reproductie beperkt tot een aantal kopieën • Doel à Bewaren cultureel en wetenschappelijk patrimonium (problematiek beschadigde of verouderde dragers) • Reproductie door o Voor het publiek toegankelijke bibliotheken o Musea o Archieven o à Streven geen direct of indirect economisch of commercieel voordeel na • Geen afbreuk aan normale exploitatie werk • Geen onredelijke schade aan wettige belangen auteur • Vervaardigde materialen blijven eigendom van de instellingen die zich ieder commercieel of winstgevend gebruik ervan ontzeggen • Auteur kan toegang tot materialen onder strikte inachtneming bewaring werk en tegen billijke vergoeding van het werk van de instelling (16) Mededeling door bibliotheken / instellingen / musea / archieven • Mogelijk voor deze instellingen om werken die ze hebben digitaal ter beschikking te stellen van bezoekers van de instelling (bib van rechtenfaculteit zou werken die ze hebben digitaal ter beschikking van studenten mogen stellen, boek moet je dan niet uit rek halen, maar kun je consulteren via een pc in de bibliotheek) o Doel à Vaak werken die kapot gaan omdat ze vaak worden geconsulteerd. Dan moet het mogelijk zijn dit digitaal ter beschikking te stellen. • Mededeling (met inbegrip van beschikbaarstelling) • Van niet te koop aangeboden of aan licentievoorwaarden onderworpen werken • Die deel uitmaken van verzamelingen van o Voor publiek toegankelijke bibliotheken o Wetenschappelijke-‐ en onderwijsinstellingen o Musea en archieven o à Streven direct of indirect economisch of commercieel doel na • Werken worden via speciale terminals in gebouwen van die instellingen voor onderzoek of privé-‐studie medegedeeld aan of beschikbaar gesteld voor individuele leden publiek o Bv. Consulteren boeken, films of andere werken via een computer (17) Tijdelijke opnamen door omroeporganisaties • Weten dat bestaat, voor de rest niets over weten • Toegestaan à Tijdelijke opnamen van werken, gemaakt door omroeporganisaties met hun eigen middelen, met inbegrip van middelen van een persoon die optreedt namens en onder verantwoordelijkheid van de omroeporganisaties, ten behoeve van hun eigen uitzendingen
45
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(18) Reproductie en publieke mededeling voor gehandicapten • Deze uitzondering kenden we vroeger niet à Deze uitzondering (omgeven door veel voorwaarden) maakt het mogelijk dat er voor mensen die een handicap hebben, zonder dat men toestemming moet vragen, een boek kan worden gereproduceerd (Bv. Mensen met een slecht zicht waarvoor men alles in het boek vergroot en in een ander lettertype zet) • Reproductie en mededeling aan publiek • Van werken • Ten behoeve van mensen met een handicap • Reproductie en publieke mededeling houdt rechtstreeks met die handicap verband en is van niet-‐commerciële aard • Er moet noodzakelijkheid zijn wegens de handicap • Geen afbreuk aan normale exploitatie werk • Geen onredelijke schade aan wettige belangen auteur • è Uitzondering is bedoeld voor mensen die door een handicap worden belemmerd van de werken zelf gebruik te maken • è Er moet bijzondere aandacht voor een toegankelijk formaat (groter formaat / brailleschrift) (19) Reproductie en publieke mededeling voor reclamedoeleinden voor openbare tentoonstellingen / openbare verkopen • Via deze uitzondering wil men het mogelijk maken dat mensen die openbare tentoonstellingen organiseren, en mensen die openbare verkopen organiseren, dat die reclame kunnen maken voor hun tentoonstelling en veilingen à Bv. Als in Gent een tentoonstelling plaatsvindt zie je overal in de stad affiches hangen • Deze uitzondering werkt enkel als de reproductie en publieke mededeling gebeurt voor reclamedoeleinden. Wat hier niet onder valt zijn andere reproducties die u maakt o Bv. tentoonstelling in museum à Je moet wel toestemming vragen voor affiches en kaarten die in de museumshop worden aangeboden, want dan is het niet meer voor reclamedoeleinden • Reproductie en publieke mededeling voor reclamedoeleinden o Openbare tentoonstellingen o Openbare verkopen van artistieke werken • Voor zover noodzakelijk voor de promotie van die gebeurtenissen • Met uitsluiting van enig ander commercieel gebruik • Bv. Veilingzalen en musea maken affiches of reclamebladen (on line of off line) in verband met verkopen of exposities
46
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(20) Reproductie van uitzendingen door ziekenhuizen / gevangenissen / instellingen • Reproductie van uitzendingen à Bv. Kinderziekenhuis à Men neemt programma’s op van studio 100, en dan zetten ze een namiddag Bumba op voor een ziek kindje • Door erkende o Ziekenhuizen o Gevangenissen o Instellingen voor jeugd-‐ of gehandicaptenzorg • Instellingen mogen geen winstoogmerk nastreven • Reproductie is voorbehouden voor het exclusieve gebruik van de daar verblijvende natuurlijke personen (21) Redevoeringen • Vergaderingen vertegenwoordigende lichamen • Openbare terechtzittingen rechtscolleges • Politieke vergaderingen • Vrij reproduceren en publiek mededelen • Niet afzonderlijk uitgeven (richtlijn conform?) o Bv. Alle pleidooien van Jef Vermassen in een boek uitgeven zonder zijn toestemming à Dit mag niet Het dwingend karakter van de uitzonderingen • Art. XI.193 WER à De uitzonderingen zijn van dwingend recht De driestappentoets • Art. 5, 5 richtlijn 22 mei 2001 • Art. 9, lid 2 BC • Art. 13 TRIPS • è Bedoeling hiervan is dat als een uitzondering wordt toegepast, de toepassing van de uitzondering wordt getoetst aan die driestappentoets à Die toets bepaalt dus niet de inhoud van de uitzondering, maar kijkt wel of de toepassing van de uitzondering niet leidt tot toepassingen van de uitzondering die ongewenst zijn o à Preciseert de reikwijdte/de voorwaarden van de uitzonderingen o à Definieert niet de materiële inhoud van de uitzonderingen • Men wil voorkomen dat de uitzondering het recht volledig beperkt à Het mag niet zo zijn dat de uitzondering ertoe leidt dat het recht geen inhoud meer heeft • (1) De uitzonderingen mogen slechts in uitzonderlijke gevallen worden toegepast o = Enkel een uitzondering voor specifiek aangeduide gevallen • (2) Mits geen afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van werken of ander materiaal • (3) De wettige belangen van de rechthebbende niet duidelijk worden geschaad o Betreft een belang dat legitiem is en in overeenstemming met de finaliteit van het recht • è Het is een toets voor de wetgever + ook richtsnoer voor rechter
47
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Het volgrecht Algemeen • è Volgrecht is een vermogensrecht sui generis, omdat het een recht is dat maar geldt voor 1 categorie van werken (namelijk werken van grafische of beeldende kunst) • Merendeel van auteursrechtelijk beschermde werken wordt gereproduceerd door reproductie à Naarmate iemand een boek meer verkoopt krijgt hij meer inkomsten, auteurs van een film krijgen meer inkomsten als de film meer bekeken wordt à Bij auteurs van grafische of beeldende kunst: kunnen geen inkomsten verkrijgen uit auteursrecht. Ze verkopen het schilderij, krijgen een prijs voor materiële drager • Bv. Luc Tuymans à Als hij schilderij verkocht vroeger à Bepaalde prijs, maar is intussen 200 keer zo duur. Deze auteurs kunnen dus niet delen in de meerwaarde die uit hun werk gehaald wordt à Daarom werd een volgrecht ingevoerd • Als u een werk van grafisch en beeldende kunst hebt dat later met een meerwaarde wordt verkocht, dan kan u als auteur van het werk een stuk van de prijs opeisen (ook al bent u geen eigenaar meer) à Als koper merkt u dat niet want de verkoper rekent dat in zijn verkoopprijs Het volgrecht in boek XI • Omzetting richtlijn van 27 september 2001 o EU heeft dat recentelijk geharmoniseerd omdat er een aantal landen waren die geen volgrecht kenden. Verenigd Koninkrijk en Nederland kenden het niet à Gevolg: alle verkoop van moderne kunst vond net daar plaats. Als je daar een werk verkocht moest je geen volgrecht betalen, als je het in Brussel zou verkopen wel o Richtlijn à Alle landen van EU gaan volgrecht invoeren. Verenigd Koninkrijk en Nederland hebben zich verzet tegen de totstandkoming van die richtlijn, want hun positie als centrum van moderne kunst zou vergaan § Als tegenprestatie à Heel lange omzettingstermijn gekregen, maar intussen is volgrecht wel overal in de EU voorzien o De Europese Commissie zal een evaluatie maken, als hierdoor alle kunsthandel buiten de EU trekt (Bv. Zwitserland), dan kan het zijn dat het volgrecht afgeschaft wordt • Art. XI.175 t/m XI.178 WER o Nog niet in werking o Er moeten nieuwe uitvoeringsbesluiten komen waardoor de oude regels nog gelden o Het is wettelijk voorzien dat de nieuwe regels op 1 juli 2015 in werking treden, dus dit zijn de regels die we nu gaan zien (gaat ook effectief dan in werking treden)
48
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Wat is het en wanneer verschuldigd? (Wet) • Volgrecht verschuldigd bij elke doorverkoop van een oorspronkelijk kunstwerk waarbij actoren uit de professionele kunsthandel (zoals bijv. veilinghuizen, galeries of andere kunsthandelaars) betrokken zijn als verkoper, koper, of tussenpersoon • Slechts voor verkopen na eerste overdracht (bijv. schenking of verkoop) door auteur, maar voor iedere doorverkoop • è Volgrecht speelt dus in volgende situatie à Bv. schilderij gemaakt dat je verkoopt (materiële drager), als je dit verkoopt is er geen volgrecht want er is een verkoop waarbij auteur als verkoper de volledige verkoopprijs verkrijgt à Het volgrecht begint bij iedere verdere verkoop na die eerste verkoop van de auteur waarbij professionelen uit de kunsthandel betrokken zijn • Verschuldigd door verkoper • Volgrecht niet van toepassing op doorverkoop waarbij verkoper het werk minder dan drie jaar voor doorverkoop rechtstreeks van kunstenaar verkreeg en doorverkoopprijs maximaal 10.000 EUR bedraagt (bewijslast toepassingsvoorwaarden bij verkoper) • Geen volgrecht voor o Verkoop tussen particulieren o Verkoop particulier aan museum Voor welke werken verschuldigd? • Oorspronkelijk kunstwerk = elk werk van grafische of beeldende kunst dat auteursrechtelijk beschermd is (in art. XI.175, §1, lid 1 WER exemplatieve opsomming) • Geldt voor uniek exemplaar, maar ook als er meerdere exemplaren worden gemaakt, en zelfs voor die exemplaren (kopieën) o Het kan dat als de kopieën door de auteur zelf of in zijn opdracht in beperkte oplage zijn gemaakt à Dan kan het volgrecht ook gelden voor de kopieën (= feitelijke aangelegenheid) • Kopieën moeten door auteur zelf, of in zijn opdracht in beperkte oplage zijn vervaardigd. Zij zijn in de regel genummerd, gesigneerd of door auteur op andere wijze als authentiek gemerkt • Volgrecht geldt niet voor architectonische werken en cinematografische originelen, en in België ook niet voor oorspronkelijke handschriften van schrijvers en componisten (cf. parlementaire voorbereiding) o Bv. Architectonische werken à Als je een woning verkoopt moet je geen volgrecht betalen Berekening (zeer technisch à Enkel kennen wat in de wet staat) • Volgrecht wordt berekend op verkoopprijs, exclusief belasting. Verkoopprijs is de door koper te betalen prijs, inclusief kosten, honoraria enz., maar zonder belasting zoals BTW • Verschuldigd voor doorverkoop vanaf 2000 euro (Koning kan bedrag wijzigen, maar slechts tot max. 3000 euro) à Volgrecht speelt dus pas avanf 2000 euro • Bedrag volgrecht o 4% van deel verkoopprijs t/m 50.000 euro o 3% van deel verkoopprijs van 50.000,01 euro t/m 200.000 euro o 1% van deel verkoopprijs van 200.000,01 euro t/m 350.000 euro
49
Intellectueel eigendomsrecht
• •
JVD
2014-‐2015
o 0,5% van deel verkoopprijs van 350.000,01 euro t/m 500.000 euro o 0,25% van deel verkoopprijs boven 500.000 euro Volgrecht mag nooit hoger dan 12.500 euro Opgepast à Volgrecht moet berekend worden per afzonderlijk verkocht werk
Begunstigde volgrecht • De auteur, of zijn erfgenamen of andere rechtverkrijgende(n) • Pas op à Wederkerigheid voor niet E.U.-‐onderdanen o Bij verkopen buiten EU à Principe is wederkerigheid à Als je buiten EU moet kijken of er recht is op volgrecht moet je kijken of er in het land in kwestie volgrecht is à Als een Zwitser in Europa volgrecht wil opeisen gaan wij kijken à In Zwitserland krijgen wij geen volgrecht dus hij hier ook niet Onvervreemdbaar recht à Niet voor afstand vatbaar, zelfs niet op voorhand
50
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(2) Morele rechten Doel? • Europa geeft een minimum aan, maar lidstaten kunnen veel meer voorzien, dit hebben vele staten ook gedaan • Bedoeling van deze rechten is het beschermen van de persoonlijkheid van de auteur à Vandaag spelen ze een zeer grote rol en worden vaak ingeroepen in procedures • België heeft 3 morele rechten, sommige landen hebben er 4 Divulgatierecht Wat? • Iedere auteur heeft het recht te beslissen dat het werk klaar is èn om te beslissen of het werk openbaar gemaakt mag worden -‐-‐ Deze basisregel heeft juridische consequenties o (1) Zolang u uw werk niet openbaar hebt gemaakt als auteur is het niet voor beslag vatbaar, zowel het werk als de rechten hieraan verbonden § Bv. Auteur schrijft romans, heeft een nieuwe roman geschreven maar deze is niet openbaar, als hij schulden heeft mogen de schuldeisers op alles beslag leggen maar niet op het script dat nog niet openbaar is gemaakt o (2) Zolang uw werk niet openbaar is gemaakt zijn de uitzonderingen niet van toepassing à Niemand kan een uitzondering als verweer inroepen met betrekking tot een werk dat nog niet openbaar is gemaakt § Bv. Amerika à President Ford had zijn memoires geschreven, nog voordat hij ze had uitgegeven werd hier al uit geciteerd in Amerikaanse tijdschriften, dit zou in België niet kunnen à Het is nog niet openbaar dus je mag je niet beroepen op het citaatrecht o (3) Eens je je werk gedivulgeerd hebt, is het divulgatierecht uitgeput à Als je een manuscript hebt en je geeft het uit als boek kan je je niet meer verzetten tegen beslagbaarheid van het werk of de rechten Bv. • Schilderij in vuilnisemmer o Bekende Belgische schilder die een klein schilderijtje had geschilderd, het beantwoorde niet aan zijn eisen en hij gooit het in zijn vuilbak à Iemand heeft dat schilderijtje eruit gehaald en gaat ermee naar een galerijhouder die dat onmiddellijk herkent, hij hangt het in zijn galerij en biedt het te koop aan à De schilder komt daar achter à Hij zegt: ik heb het gemaakt maar nooit openbaar gemaakt, u mag het niet verkopen à Galerijhouder zegt: nee dat is mijn eigendom à Procedure: divulgatierecht: zolang schilder het niet openbaar maakt (weggooien duidt hier duidelijk op), mag u het niet openbaar maken à Galerijhouder moest het niet weggooien of vernietigen maar mocht het niet openbaar maken • Luc Tuymans o Op 1 van de muren in zijn oud atelier heeft hij ooit een schilderij gemaakt. Voor hij daar weggegaan is heeft hij de muur overschilderd. Er zijn nieuwe eigenaars gekomen, de buren zeiden à Vroeger woonde Luc Tuymans
51
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
hier, en hij heeft iets geschilderd ergens op een muur. Ze hebben via een bepaald middel de verf eraf kunnen halen, en nu is er terug iets zichtbaar van Tuymans zijn werk à Galerijhouder van Tuymans heeft zich verweerd à Hij wou het niet openbaar maken, dus u mag het ook niet. U mag het niet van de muur halen en verkopen, noch tentoonstellingen organiseren in dat vroeger atelier. Dus ook geen foto’s enz. Maar je moet het niet vernietigen Recht op erkenning vaderschap Wat? • è Het is het recht van de auteur om te eisen dat zijn of haar naam op zijn of haar werk staat à Als jij een paper schrijft kan je eisen dat uw naam op dat werk staat o Onder dit recht vallen ook nog ander prerogatieven à Het is een recht, geen plicht, dus u kan ook eisen dat uw werk anoniem verschijnt of met een fantasienaam • Met eigen naam • Anoniem of pseudoniem • Tegen valse naamtekening o = Iemand die zonder uw toestemming zijn/haar naam op uw werk aanbrengt Bv. à Boek / film / huizen • Aftiteling van films à Er was een periode dat de bioscoopuitbater de film afzette als hij gedaan was, nog voor de aftiteling à Sommige auteurs zeiden: recht op erkenning van vaderschap betekent dat je ook de volledige aftiteling moet laten zien. Dit is ook zo. Je kan dit niet oplossen door de aftiteling te snel door te laten draaien want dan kan je de auteur niet zien • Uitoefening van dit recht wordt soms getoetst aan misbruik van recht à Zaak in verband met iemand die huis gaat bouwen. Hij beroept zich op een architect, de relatie wordt stroever en stroever omdat de bouwheer telkens iets anders wou à Architect wou de bouwheer een loer draaien, en hij zegt eens het bijzondere gebouw af is dat hij recht heeft op erkenning van vaderschap. Hij wou dat zijn naam in grote letters op de gevel kwam o Rechter zei à Je kan inderdaad eisen dat uw naam op het gebouw staat, maar je mag geen misbruik van recht plegen. Hij kon wel eisen dat zijn naam erop stond, maar binnen de grenzen van wat redelijk is. Dus niet in grote letters. Kijk naar wat gebruikelijk is in de sector
52
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Recht op integriteit à Hierover zijn meeste procedures (en neemt ook jaar na jaar toe) Verzet tegen • Materiële wijzigingen o Bv. Je schrijft een artikel/noot, je laat dit publiceren door een tijdschrift, maar redactie daarvan verkort dit stuk of herschrijft stukken à Dit zijn materiële wijzigingen à Dit mag niet zonder uw toestemming o Bv. Het onderbreken van films of tv-‐programma’s door publiciteit à Je mag niet zonder toestemming knippen in films, je moet toestemming vragen om dat reclameblok erin te mogen zetten o Bv. Sommige auteurs hebben zich verzet tegen de inkleuring van een zwart-‐witfilm o Bv. Als je tv kijkt zie je overal op het scherm het logo van de omroep, er zijn procedures geweest waar auteurs van films zich verzetten tegen het afbeelden van het logo tijdens het uitzenden van de film omdat een stuk van de film niet meer zichtbaar is en er dus een materiële wijziging is • Materiële wijzigingen + Verraden geest werk indien eer en reputatie auteur aangetast o Over materiele wijzigingen kan men contracteren, maar over de aantasting van eer en reputatie van de auteur kan niets overeen gekomen worden o Verraden van de geest van het werk = Werk wordt geëxploiteerd in een andere context dan die bedoeld is door de auteur o Bv. In Wallonië à Extreem rechtse politicus die strafrechtelijk vervolgd wordt, een links-‐ georiënteerde Waalse krant bericht hierover. Na onderzoek beslist het parket niet te vervolgen. Diezelfde linkse krant bericht daarover dat hij vervolgd werd maar dat het dossier geseponeerd werd à Rechtse politicus knipt dat artikel uit en bewaart het voor de volgende verkiezingen. Hij neemt dat artikel op in zijn verkiezingsfolder en zegt: ook anders politiek-‐denkenden wijzen erop dat ik iemand ben met een onkreukbare reputatie à De journalist is in verweer gegaan en zei: u hebt de geest verraden van mijn werk en mijn eer en reputatie aangetast à Geest is verraden omdat artikel nu in een andere context wordt geëxploiteerd. Nu geef je een dimensie alsof journalist zegt dat hij een onkreukbare reputatie heeft + het lijkt of hij sympathiseert met de politicus
53
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Probleem • Recht op integriteit en werken van bouwkunst/werken van beeldende kunst • Vernietigen (privé ßà publiek) o à Vraag of vernietigen een materiële wijziging is waartegen je je kan verzetten? à In België moet je een onderscheid maken of het werk zich bevindt in uw privé sfeer dan wel in een publieke plaats § Private omgeving à Als je een schilderij thuis bezit dat je kapot klopt à Dat mag, je mag doen wat je wil o Bv. Zwembad à In de ruimte waar de zwemkom is was een fresco op de muur geschilderd. Maar door warmte en vochtigheid is die beginnen verkleuren en verf kwam los en er viel van alles af à Uitbater gaat op zoek naar de maker en vraagt of hij het kan laten herstellen à Schilder was al gestorven, erfgenamen zeggen dat hij iemand kan zoeken. Hij vindt iemand maar kost heel veel, hij gaat de fresco eraf halen en laat iemand anders een nieuw werk schilderen. Erfgenamen zeiden: u hebt het werk van onze vader vernietigd, dit is een materiële wijziging à Rechter zegt: zo werkt het niet. De morele rechten zijn niet absoluut want je komt in conflict met andere belangen § Recht auteur ßà Eigendomsrecht § Je moet gebouw kunnen exploiteren. Je moet uiteindelijk bij de oplossing een belangenafweging doen en kijken wat het zwaarst doorweegt à In deze concrete zaak (feiten bepalen altijd de uitkomst van de zaak) heeft rechter gekozen voor uitbater van het zwembad omdat je hem geen fout kan verwijten aangezien hij eerst wou herstellen maar dit te duur was o Nv. Brussel ambtenaren à Men wou kunst in gemeentehuis en zo lokale kunstenaars stimuleren à Schepencollege wou een volledige muur laten beschilderen door een lokale schilder, het was een abstract werk met heel felle kleuren. Een aantal ambtenaren zeiden dat ze onpasselijk werden als ze te lang in dat lokaal zaten à Dus college besliste de muur terug neutraal te overschilderen à Schilder kwam hier tegen op: je wist op voorhand wat er kwam, ik verzet mij ertegen dat je het vernietigt à Als dit zou voorkomen zou de rechter zeggen à Belang van de auteur primeert à Nu is men tot een akkoord gekomen dat er een doek voor werd gehangen • Wijzigen o à Vraag of je iets mag wijzigingen à Bv. grotere vensters in een huis plaatsen à Mag je dat zonder toestemming van de auteur? Hier zijn ook al heel wat zaken over geweest o Swiftgebouw à Gebouw leek op een modern kasteel, als je binnenkwam was er een grote inkomhal. Men had elektrische deuren geplaatst om daar binnen te kunnen. Je moet een motor hebben die de deuren bedient, deze zat boven het vals plafond, je zag de motor niet. De deuren vielen in panne, half het plafond moest dan worden afgebroken enz., dit koste heel wat werkuren. Op bepaald ogenblik zegt onderhoudsfirma dat ze deuren beter vervangen. Dit doen ze ook, maar nu laten ze motor uit vals plafond hangen. Ze gingen daar een kast rond bouwen om het wat esthetischer te maken. Architect begint procedure: doordat je iets door het plafond laat
54
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
hangen: materiële wijziging en geest van het werk is geschonden. Mooie ruime hal oogde helemaal anders. Hier koos rechter voor belangen van Swift à Eigendomsrecht primeert boven auteursrecht. Feiten zijn altijd heel belangrijk! Swift had altijd zeer zorgvuldig gehandeld en kon ook aantonen dat de inkomhal niet meer zoveel gebruik werd als in de beginjaren o 2 huizen à 2 identieke gevels die gekenmerkt werden door zeer kleine vensters en ze stonden vlak aan de stoep, de voordeur stond iets verder zodanig dat je een inkomhalletje had aan de buitenkant. Op een bepaald ogenblik worden die 2 huizen die eigendom waren van 1 persoon, afzonderlijk verkocht à Het koppel dat huis 1 koopt begint met vensters te vergroten, en voordeur wordt tegen de straat gezet. Koppel 2 wou vooral intern wijzigingen aanbrengen (muren eruit halen enz). Ze gaan op zoek naar de plannen om te zien wat de draagmuren zijn en wat niet. Zo kwam de architect op de hoogte van de wijzigingen van het eerste gebouw en bracht het eerste koppel voor de rechter door een inbreuk op zijn recht van integriteit à Rechter ging belangen afwegen en koos opnieuw voor eigenaar van het gebouw want het is een huis voor bewoning, voor een jong koppel is ruimte maximaliseren belangrijk Geen recht op inkeer meer ! (niet kennen) Kenmerken morele rechten Onvervreemdbaar • Je kan de rechten niet zomaar overdragen à Je kan niet zegegn “hier is mijn recht op integriteit, doe ermee wat je wil” of “hier is mijn recht op vaderschap, teken maar wat je wil” Niet voor afstand vatbaar • Je kan je er niet contractueel toe verbinden om je rechten nooit uit te oefenen • Ondanks het feit dat ze onvervreemdbaar en niet voor afstand vatbaar zijn kan je er wel over contracteren à Je kan enkel concrete vormen van uitoefening contractueel vastleggen, dan weet je als auteur waartoe je je verbindt à Bv. recht op erkenning van vaderschap: je kan in contract afspreken dat exploitant van uw werk de naam van een derde daarop zal zetten à Je kan daarmee akkoord gaan, maar dan weet je als auteur waartoe je je verbindt. Je kan afspreken welke wijzigingen aangebracht mogen worden enz. + ongeacht wat je contractueel overeenkomt kan je je altijd verzetten als je eer en reputatie worden aangetast Gelden ten opzichte van éénieder Gaan niet over door overlijden • Gaan niet over door overlijden à Vermogensrechten gaan allemaal naar uw erfgenamen, zij kunnen doen wat ze willen (boeken verder uitgeven of niet) ßà Morele rechten gaan niet over, dus dit betekent dat ze niet in de nalatenschap komen van de erfgenamen. Ze blijven even lang bestaan als de vermogensrechten, ze blijven tot 70 jaar na het overlijden bestaan. Na het overlijden gaan de erfgenamen die rechten niet bezitten, maar ze mogen ze wel uitoefenen in naam van de auteur à Ze worden geen discretionaire rechten voor
55
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
de erfgenamen, maar ze kunnen ze wel uitoefenen zoals de auteur gewenst zou hebben. Je moet als erfgenaam dan bewijzen dat de wijze waarop u optreedt strookt met de wil van de auteur à Dit is de reden waarom zeer veel auteurs een testament opmaken waarin ze aangeven op welke wijze de morele rechten na hun overlijden mogen uitgeoefend worden. (Bv. striptekenaars: Jev Neve heeft zeer gedetailleerd in zijn testament gezet in welke omgeving zijn figuurtjes mogen functioneren, Bv. nooit in een omgeving van geweld, drugs, erotiek,… en hoe de figuurtjes mogen evolueren qua kleding en taalgebruik)
Duur • Tot 70 jaar na overlijden
56
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
§5. Auteurscontracten è Hoe de auteur zijn rechten kan commercialiseren en hoe hij auteurscontracten kan sluiten, hier gaat het dus over contracten rond vermogensrechten (eventueel ook voor morele rechten als je heel precies aangeeft waartoe je je als auteur verbindt, maar in auteurscontracten zullen meestal clausules worden opgenomen die ook betrekking hebben op morele rechten, maar regels die we nu gaan zien zijn vooral geschreven voor contracten gericht op vermogensrechten) Algemeen • Wat? à Contracten over vermogensrechten • Hoe beschikken over vermogensrechten à 2 manieren o Overdracht à Vergelijken met koop-‐verkoop, maar is juridisch niet helemaal hetzelfde § Gevolg is dat de rechten uit uw vermogen verdwijnen en terecht komen in het vermogen van de auteursrechthebbende à Dit komt in de praktijk zeer vaak voor § Voordeel is dat de verkrijger in een sterke positie komt te zitten omdat hij als nieuwe eigenaar alle middelen heeft om op te treden tegen een inbreuk § Deze overgedragen rechten krijg je altijd voor het ganse territorium (Bv. ganse Belgische grondgebied, niet enkel voor Bv. provincie Antwerpen). Je kan het eventueel wel opsplitsen per land § Bij overdracht draag je uw rechten in principe over voor de volledige beschermings-‐ en bestaansduur van die rechten o Licentie à Komt in praktijk ook zeer vaak voor à Dit kan je vergelijken met een huur-‐verhuur § Een licentie is een juridische figuur waarbij je als auteur de rechten behoudt maar je geeft een gebruiksrecht aan iemand. Grote voordeel is dat je via een licentie het gebruik van uw werk aan meer voorwaarden kan verbinden dan bij overdracht à Bv. je kan binnen een land een licentie verlenen voor meer beperkte territoria (Bv. toneelauteur kan recht om toneelwerk op te voeren geven aan een bepaald gezelschap voor provincie West-‐ Vlaanderen, en aan een ander gezelschap voor provincie Oost-‐ Vlaanderen ) § Je kan een licentie in tijd beperken (Bv. recht gebruiken gedurende 5 komende maanden) § Bij een licentie kan je ook een exclusieve licentie (u mag mijn werk gebruiken en u bent de enige, ook ikzelf ga dit werk niet meer exploiteren op die manier) en niet-‐exclusieve (u mag mijn werk gebruiken, maar weet dat er nog velen zijn naast u die het werk op dezelfde manier mogen exploiteren) licentie verlenen § Voor iemand die de rechten verkrijgt is dit soms minder interessant omdat het moeilijker is om op te treden tegen inbreuken à Dit betekent niet dat overdracht te verkiezen is boven een licentie, het kan Bv. voldoende zijn dat je een licentie/ gebruiksrecht hebt voor de avond dat je bepaalde muziek of een bepaald computerprogramma gebruikt
57
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
De voorziene regels in de Auteurswet à Boek XI à Veel bepalingen in verband met sluiten van auteurscontracten en contracteren over vermogensrechten à Je kan 3 groepen van regels onderscheiden o Algemene regels o Arbeidsrelatie/opdracht o Specifieke contracten (minder belangrijk voor deze cursus)
Auteursrechtcontracten in het algemeen • Voor welke situatie à Iemand maakt iets, waarna er iemand geïnteresseerd is in wat die ander heeft gemaakt en die rechten wil bekomen à Auteur maakt volledig zelfstandig een werk Bv. een foto, en iemand vraagt om de foto te mogen gebruiken. Dan ga je deze regels moeten toepassen • Voor contracten door een auteur met een medecontractant o Deze regels moeten enkel worden toegepast indien de werkelijke auteur zelf partij is o Bv. Auteur verleent rechten aan reclame-‐agentschap, als het agentschap die rechten op haar beurt nog eens verleent aan iemand anders moet je deze regels niet toepassen à Ratio: men wil via deze regels een auteur beschermen omdat die veelal in een zwakke positie zit. In een verdere relatie is het vaak degene die de rechten verkoopt die in een sterkere positie zit • Voor overdrachten en licenties • Voorziene regels o Een geschrift à Niet vereist § Auteurscontract kan bestaan zonder geschrift, maar in de praktijk moet je altijd geschrift opstellen omdat (1) je anders geen bewijs kan voeren ten aanzien van de auteur dat je auteursrechten hebt gekregen, dan met een schriftelijk stuk; (2) in dat geschrift moeten een aantal zaken staan die voorafgaand moeten worden afgesproken, dus je kan quasi niet anders dan dit opstellen § Auteur zelf mag alle bewijsmiddelen gebruiken uit burgerlijk recht of handelsrecht o Contractueel bepalen van de omvang van de verleende rechten § Specifiëringsplicht à Je moet zeer nauwkeurig de exploitatiewijzen in het contract vermelden, in verband waarmee gecontracteerd wordt à Bv. Je hebt foto gemaakt: “ik geef het recht om die foto te exploiteren in een krant op een papieren vorm” § Je moet concrete wijzen van exploitatie opsommen, wat niet is opgesomd wordt niet verleend. Je mag niet gewoon zeggen “hierbij wordt het auteursrecht overgedragen” § Keerzijde à Zeer uitgebreid contract, want vaak lange opsomming van verleende exploitatiewijzen o De restrictieve interpretatie § Materieel voorwerp à Als je een materieel voorwerp van iemand krijgt, heb je geen enkel recht hebt à Bv. je zoekt een exploitant die uw geschrift gaat exploiteren en je geeft uw manuscript, door het enkele geven van het werk (materiele drager) zal diegene die het krijgt nog geen enkel recht hebben à Is logisch à Als je in
58
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Fnac een boek koopt heb je geen enkel recht, je mag niet met het werk zelf iets doen § Auteurscontracten à Restrictieve interpretatie van de auteurscontracten houdt in dat als er ooit discussie komt over de inhoud van het contract (Bv. juridische begrippen die hierin worden gebruikt), dat het contract altijd geïnterpreteerd wordt in het voordeel van de auteur en in het nadeel van zijn contractspartner o De vergoeding van de auteur § Per exploitatiewijze moet je aangeven wat een auteur krijgt als tegenprestatie/vergoeding § Geen vergoeding • Wet vereist niet dat je voor elke exploitatiewijze een vergoeding voorziet, maar dit moet je dan wel aangeven! • Praktijk à Auteur kan nog steeds zijn rechten kwijt zijn zonder er in ruil iets voor te ontvangen, maar hij weet het op voorhand want hij moet per exploitatiewijze iets krijgen § Wel een vergoeding • Dan moet je dit aangeven, maar ook dan zwijgt de auteurswet betreffende hoe hoog de vergoeding moet zijn à Er zijn 2 soorten vergoedingen • Forfaitaire vergoeding à Je verleent recht en krijgt een bepaald bedrag • Proportionele vergoeding à Dit wordt aan omzet gekoppeld (Bv. per verkocht exemplaar krijg je 2 euro) • à Je kan deze 2 combineren à Je krijgt 2.000 euro, en daarbovenop krijg je per verkocht exemplaar nog een vergoeding van 2 euro • à Hoe hoog een vergoeding is bepaal je zelf o De exploitatieplicht § Degene die de rechten krijgt moet die rechten exploiteren à Men wou vermijden dat grote filmhuizen Bv. rechten op manuscripten opkopen om die gewoon van de markt te halen zodat een concurrent die niet zou kunnen verfilmen à Wetgever bepaalt dat diegene die de rechten bekomt, die moet exploiteren overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken § Maar niemand weet wat deze eerlijke beroeps-‐gebruikten zijn à Bepaalde rechtsleer zegt: bestaande gebruiken, maar deze zijn meestal bepaald door de sterkste contractspartij, dus klopt niet ßà Andere rechtsleer zegt dat je moet kijken naar het doel van het contract à Bv. X neemt een foto en bezorgt die aan persagentschap, dan is het de bedoeling die foto te exploiteren. Andere contracten kunnen er toe leiden dat het werk niet geëxploiteerd wordt. Dit moet je geval per geval bekijken (doelstelling is niet bereikt als men wil vermijden dat werken ooit geëxploiteerd worden)
59
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o De duur en geografische ruimte § Per exploitatiewijze moet je aangeven voor hoelang en voor welke geografische ruimte (België, Nederland, EU, hele wereld, stad Gent,…) de rechten verleend worden o Toekomstige werken à 2 voorwaarden § Genre vermelden à In het contract moet de aard van de toekomstige werken bepaald worden § Beperkte tijd à Men neemt aan dat 2-‐3 jaar beperkt is, maar 10 jaar niet à Dit moet feitelijk bepaald worden o Toekomstige exploitatievormen § Er komen vaak nieuwe wijzen van exploitatie bij (Bv. digitale exploitatie is nu heel belangrijk voor de muziek) à Hiertoe kan je geen rechten verlenen § Je kan niet nu contracteren over wijzen van exploiteren die we nu nog niet kennen à Dit is zeer vervelend voor exploitanten, want als er nieuwe wijzen komen moet je opnieuw een contract sluiten § Kranten hebben dit ooit meegemaakt, vroeger dachten ze enkel aan papieren uitgaven, maar toen kwam de mogelijkheid om digitaal uit te geven à Kranten gingen artikelen van freelance journalisten inscannen en publiceren zonder een contract hierover met die journalisten, in contract stond enkel iets over papier, op moment van sluiting kon je nog niets zeggen over digitale versies, dus je kon hierover nog geen regeling sluiten
Auteursrechtelijk beschermde werken gemaakt in uitvoering van een arbeidsovereenkomst of statuut • Toepassingsgebied regeling o In uitvoering van • Uitgangspunt regeling o Wie is auteur à Werknemer/ambtenaar • Verlening van rechten overdracht en licentie o Werknemer heeft altijd rechten. Als de werkgever rechten wil bekomen moet hij zien dat de werknemer die rechten overdraagt of verleent à Er is dus een contract vereist o Regels gelden zowel voor het geval dat werkgever zich rechten laat overdragen, dan wel een licentie verkrijgt (meestal zal werkgever overdracht willen • Overdracht moet uitdrukkelijk o Regeling moet ook schriftelijk worden vastgelegd à Dit gebeurt veelal in de individuele arbeidsovereenkomst. Het kan eventueel ook in een afzonderlijke overeenkomst als in arbeidsovereenkomst niets staat over de auteursrechten • Algemene clausules o Duidelijke clausules (restrictieve interpretatie) o Versoepeling voor relatie werkgever-‐werknemer à Men mag werken met algemene clausules, niet alle wijzen van exploitatie moeten opgesomd worden. Er zullen clausules staan dat de werknemer zijn volledig reproductierecht of volledig publiek mededelingsrecht overdraagt of alle vermogensrechten à Dit mag voor zover die clausules duidelijk zijn. Want
60
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
•
•
•
•
JVD
2014-‐2015
ook hier geldt de regel der restrictieve interpretatie ten voordele van de auteur (zijnde de werknemer) Toekomstige exploitatievormen à Mogelijk onder 2 voorwaarden o Uitdrukkelijk à “Auteur verleent de huidige en toekomstige reproductierecht” o Aandeel in de winst à Werknemer moet een aandeel in de winst krijgen § Maar dit is moeilijk, want hoe kan je het aandeel in de winst nu al bepalen als men de exploitatievorm nog niet kent. In praktijk zegt men à Als er een nieuwe wijze van exploiteren zich voordoet, krijg je een in het contract forfaitair bepaald bedrag Toekomstige werken o Tussen Werkgever en werknemer kan er zonder enige beperking gecontracteerd worden over toekomstige werken van de werknemer tijdens de arbeidsrelatie (alles wat de werknemer doet tijdens de arbeidsovereenkomst) Exploitatieplicht o In relatie werkgever-‐werknemer bestaat geen plicht tot exploitatie à De werkgever beslist vrij wat hij doet met de creaties van de werknemer à Werknemer kan niet eisen dat de werkgever het werk exploiteert Vergoedingsplicht o Werknemer heeft naast zijn loon geen recht op een bijkomende vergoeding. Het loon op zich volstaat à De werkgever kan wel iets meer geven naar zijn eigen keuze Duur en geografische ruimte o Moet in deze relatie niet à Maar in praktijk doet men dit toch: “volledige bestaansduur en volledige wereld” Collectieve overeenkomst o Het moet mogelijk zijn dat een individuele arbeidsovereenkomst zegt: Je krijgt auteursrecht op alles wat ik doe als werknemer o Maar het moet mogelijk zijn dat de modaliteiten van de verlening van rechten (toekomstige exploitatiewijze, duur, geografische ruimte,…) dat die geregeld worden in een specifieke collectieve (arbeids)overeenkomst
Auteursrechtelijk beschermde werken gemaakt in opdracht • Uitgangspunt regeling o Je moet een aannemingsovereenkomst opstellen en je moet aangeven wat er met de auteursrechten gebeurt à De auteur is de uitvoerder van de opdracht, als de opdrachtgever iets wil bekomen moet hij zich deze rechten contractueel laten geven • Toepassingsgebied regeling à Als volgende 4 voorwaarden cumulatief vervuld zijn à Regels toepassen die gelden tussen werkgever en werknemer (en dus soepeler zijn) ßà Als 1 van de voorwaarden niet os vervuld dan geldt de algemene regeling o Licentie of overdracht o Uitdrukkelijk voorzien o Activiteit opdrachtgever in reclamewereld of in niet-‐culturele sector o Werk is bestemd voor activiteit opdrachtgever
61
Intellectueel eigendomsrecht
•
• • • • • • •
JVD
2014-‐2015
o Bv. reclamebureau A moet een reclamecampagne ontwerpen voor bedrijf B. Men heeft nood aan een bepaalde foto, men zegt tegen bekende fotograaf welk beeld ze willen en vragen de rechten op dat beeld. Dan zijn de 4 voorwaarden vervuld à Want in aannemingsovereenkomst zal uitdrukkelijk voorzien zijn dat de fotograaf rechten in licentie geeft of overdraagt. Het reclamebureau is opdrachtgever en heeft een activiteit in reclamewereld, en de foto die gemaakt wordt is bestemd voor de activiteit van opdrachtgever omdat hij de foto gaat gebruiken in de reclamecampagne à Dus dan pas je regels werkgever-‐werknemer toe o Bv. advocatenkantoor verhuist en men gaat naar een mooi pand, men vraagt een schilder om een schilderij te maken voor in de inkom à Reclamebureau maakt foto van schilderij in de hal om foto op de website te plaatsen. Dan moet je rechten hebben op schilderij. Eerste 2 voorwaarden zullen vervuld zijn, advocatenbureau dat opdracht geeft heeft activiteit in niet-‐culturele sector, maar schilderij is niet bestemd voor beroepsactiviteit van opdrachtgever, zijnde advocatenkantoor, aangezien ze niet in kunst handelen à Hier moet je de eerste categorie regels toepassen Overdracht moet uitdrukkelijk o Duidelijke clausules o (restrictieve interpretatie) Algemene clausules Toekomstige exploitatievormen Mogelijk o Uitdrukkelijk Toekomstige werken Exploitatieplicht Vergoedingsplicht Duur Geografisch ruimte
Contracten over morele rechten • Morele rechten o Divulgatierecht o Recht op erkenning vaderschap o Recht op integriteit • Kenmerken o Onvervreemdbaar o Niet voor afstand vatbaar
62
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
De regels inzake specifieke auteurscontracten • Uitgavecontract o (Regels niet kennen) • Opvoeringscontract o (Regels niet kennen) • Audiovisueel adaptatiecontract o (Regels niet kennen) o Als je boek wil verfilmen en uitgeven à 2 contracten nodig! • Audiovisueel productiecontract o (Regels niet kennen) o Is in praktijk een belangrijk contract à Contracten gesloten met betrekking tot maken van films (audiovisuele werken: tv-‐reeksen enz.) o Een groot probleem à Bij audiovisuele werken zijn vaak heel veel auteurs, als je dan een contract sluit en je vergeet iemand à Probleem want product kan niet geëxploiteerd worden (schrijver scenario, schrijver teksten, regisseur, cameraman, verantwoordelijke schmink, verantwoordelijke kleding, verantwoordelijke regie,…) o à Men heeft daarom een vermoeden van overdracht ingebouwd als je meewerkt aan een audiovisuele productie. Dit dus om producenten veilig te stellen §6. Bijzondere regels voor bepaalde categorieën van werken Audiovisuele werken • Bijzondere regeling à Waarom? à Voor audiovisuele werken zijn specifieke regels (niet bij muziek of geschreven werken) omdat je een aantal problemen hebt o Vele medewerkers à Vraag is steeds wie van die medewerkers auteur is (Bv. gemaakte film: regisseur, schrijver script, schrijver dialogen, regisseur, monteur, ondertitelaar, degene die affiche maakt,… dan moet je bepalen wie al dan niet auteur is van het werk) o Morele rechten à Soms werken mensen mee aan een audiovisuele werk, en tijdens de totstandkoming daarvan zeggen ze dat iets niet mag gebeuren en zo kunnen ze de exploitatie blokkeren à Bv. regisseur gaat tijdens helft van productie weg en zegt dat ze niets mogen doen met wat de voorbije 7 maanden is gemaakt o Duur à Tot 70 jaar na langstlevende auteur à Je moet achterhalen wanneer de laatste persoon sterft, ook hier heeft men een oplossing voor gezocht • Wat is een audiovisueel werk o è Audiovisueel werk is een geheel van bewegende beelden waarin een opeenvolging van beelden zit achter elkaar à Er moet geen geluid bij zitten (kan ook getekend zijn) o Beelden en/of geluid o Opeenvolgende beelden o Bewegende beelden (compositie)
63
Intellectueel eigendomsrecht • •
• •
JVD
2014-‐2015
Diamontage? à Geen audiovisueel werk want je hebt niet zo’n opeenvolging als in een audiovisueel werk en niet dezelfde snelheid Videospelletjes? à Bestaan deels uit een audiovisueel werk, maar ook deels uit een onderliggend computerprogramma Teletekst? à Geen audiovisueel werk want de beweging is te beperkt Krant op CD-‐ROM à Geen audiovisueel werk
•
Wie is auteur? o Hoofdregisseur § Hoofdregisseur is altijd auteur van een werk à Dit is degene die verantwoordelijk is voor de artistieke totstandkoming van het gehele werk. In film vaak meerdere regisseurs à Iemand voor het geheel, iemand voor het in beeld brengen van vechtscènes of voor een ander deel van de film, dan ben je geen hoofdregisseur o Mensen die tot het werk als geheel bijdroegen § Iedereen die kan aantonen dat hij een bijdrage heeft geleverd tot het gehele werk is auteur o Vermoeden juris tantum § Wetgever heeft weerlegbaar vermoeden ingevoerd voor een aantal personen van wie men aanneemt dat ze bijgedragen hebben tot het geheel à Er kunnen dus nog anderen zijn en het kan ook dat sommigen uit de opsomming geen medeauteur zijn § Scenarioschrijver, Bewerker, Tekstschrijver, Grafische ontwerper animatie, Componist van de filmmuziek o Auteurs van een oorspronkelijk werk? § Ingeval van een remake à Bv. Vlaamse en Amerikaanse versie van De Loft. Vraag is of auteurs van de Vlaamse versie ook medeauteurs zijn van de Amerikaanse à Je bent enkel auteur van de andere versie indien je bijdrage in de remake wordt gebruikt
•
Problemen o (Actrices en acteurs worden beschermd op basis van een systeem van naburige rechten) o Decorbouwer à Hangt af van de feiten à Veel of weinig gebouwd decor o Kostuumontwerper à Hangt af van de feiten à Bij kostuumdrama zeker en vast o Maker van de affiche en ondertitelaar à Beschouwt men nooit als auteur o Monteur en cameraman à Meestal mensen die men beschouwt als medeauteur à Maar je hebt ook cameramensen die slechts voor een bepaald deel meewerken, dan zijn ze geen auteur van het geheel
•
Duur à Tot 70 jaar na overlijden van degen die het langst leeft van deze 4 personen o Hoofdregisseur, scenarioschrijver, tekstschrijver, componist filmmuziek
64
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Probleem morele rechten o Niet afwerken bijdrage § Auteurs van een audiovisueel werk willen of kunnen niet meer verder doen à Men wil voorkomen dat wat reeds gemaakt is, geblokkeerd wordt. Als u medeauteur bent en u kan uw bijdrage niet meer afwerken (Bv. ziekte/dood/niet meer willen/…) moet u als auteur van die bijdrage aanvaarden dat uw bijdrage toch gebruikt wordt voor de voltooiing van het audiovisueel werk o Gelden van morele rechten na voltooiing audiovisueel werk § Als u auteur bent van een audiovisueel werk , kan u uw rechten pas doen gelden na de voltooiing van het werk, zo kan het werk tijdens de totstandkoming niet geblokkeerd worden à Voltooiing is het moment van de final cut wanneer regisseur met producent afspreekt dat de film vanaf een bepaald moment volledig klaar is à Vanaf dat moment kan iedere auteur zijn morele rechten uitoefenen
Portretten • à Dit gaat over het gebruik van iemands afbeelding • Wat is een portret? o Aanvankelijk was dit de afbeelding van iemands hoofd dat werd afgebeeld of geschilderd à In de loop der jaren kon het het hoofd en de romp zijn, daarna kon het ook de volledige afbeelding van iemand zijn o Nu zegt men à Een portret kan zelfs de afbeelding van iemand zijn zonder dat het gezicht echt zichtbaar is, maar waardoor je de persoon wel onmiddellijk herkent (Bv. Jean-‐Luc Dehaene had een specifieke lichaamsbouw, je kon zelfs spreken van een portret als hij gefotografeerd werd van zijn zijkant) à Dus als iemand een specifieke lichaamsbouw of -‐ houding heeft kan er ook sprake zijn van een portret • Auteur + eigenaar • Toestemming geportretteerde (Overlijden à 20 jaar) o Als je een portret hebt en je wilt dat gebruiken moet je altijd toestemming vragen aan de geportretteerde zolang hij leeft à Als hij reeds overleden is moet je gedurende 20 jaar de toestemming nog vragen aan de erfgenamen (dit moet je vragen zowel voor reproducties als voor publieke mededelingen) • Hoe toestemming geven o In sommige situaties aanvaardt men dat impliciet toestemming wordt gegeven (Bv. mensen die in de uitoefening van hun functie gefotografeerd worden, Bv. mannequin) tot het gebruik van het portret gelet op de functie die men vervult o Maar je mag het portret niet gebruiken voor andere doeleinden à Ooit procedure waarbij mannequin glimlachte op foto, die afbeelding werd een beetje aangepast en werd later gebruikt in een reclamecampagne voor pillen tegen maag-‐ en darmklachten à Hiervoor moet je een andere toestemming vragen, de toestemming is enkel gegeven voor het tonen van de kledij o Bv. Je begeeft je op openbare plaatsen of neemt deel aan publieke manifestaties à Als je naar Werchter gaat kan het goed zijn dat er een
65
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
foto wordt gemaakt van de weide waar je opstaat, daar kan je u niet tegen verzetten omdat je u op het publieke domein begeeft o Bv. In begin van het jaar is het telkens bal van de ambtenaar, een federale ambtenaar had teveel gedronken en was aan zijn vrouwelijke collega gaan hangen à De VRT maakt ieder jaar verslag over dit bal, op de beelden zag je die ambtenaar hangen. Hij belde naar de VRT en zei “op basis van mijn portretrecht verzet ik mij ertegen dat u vanavond de beelden waarop ik sta uitzendt” à VRT zei: dat kan je niet eisen want is een publieke manifestatie, ze konden dat perfect uitzenden Personen in publieke belangstelling o Deze regel geldt ook voor mensen die een publiek leven leiden en een publieke functie vervullen à Afbeeldingen die genomen worden in uitoefening van die publieke functie en gebruikt worden ter illustratie van die publieke functie (zoals politici bij een persconferentie) à Ze kunnen zich wel verzetten als hun foto voor iets anders wordt gebruikt o Bv. Vroegere premier van Israël en Jassar Arafat konden mekaar niet uitstaan, maar VRT had ooit een foto gecomprimeerd waarop ze mekaar een kus gaven à Dat is het portretrecht met de voeten treden. Foto’s zijn genomen tijdens publieke functies, maar je gebruikt ze voor andere doeleinden Bv. Zaak Cools o André Cools (ooit partijvoorzitter van PS) werd neergeschoten voor zijn appartement, foto met politie naast lijk, fotograaf maakt hier een foto van die gepubliceerd wordt. Erfgenamen hebben zich hier niet tegen verzet, maar krant waarvoor fotograaf werkte begint een publiciteitscampagne om te zeggen ‘als er iets gebeurt, zijn we erbij’; en ze gebruikten deze foto à De erfgenamen beginnen een procedure en baseren dit gedeeltelijk op portretrecht. Rechter zegt dat er geen sprake is van een portret want hoe hij op de foto ligt is geen typische houding van Cools
66
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
C. De naburige rechten Verhouding van de naburige rechten ten opzichte van het auteursrecht • De naburige rechten (dit zijn rechten naburig aan het auteursrecht) worden ook geregeld in titel 5 van boek XI, waar de auteursrechten worden behandeld à Deze rechten staan naast het auteursrecht zoals we het nu gezien hebben • Men beschermt ook prestaties van mensen die verwant zijn aan auteursrechtelijk beschermde creaties en waarvan men vindt dat deze ook beschermingswaardig zijn à Bv. Acteurs kunnen hiervan genieten, ze hebben geen auteursrecht • Maar à Je hebt ook een aantal prestaties die men niet gaat beschermen door auteursrecht omdat er geen originaliteit in ligt, hoewel personen wel een investering doen die beschermd dient te worden • In België à 4 houders van naburige rechten o Uitvoerende kunstenaars o Producenten van fonogrammen (platenmaatschappijen) o Producenten van eerste vastleggingen van films (productiehuizen die audiovisuele producten maken) o Omroeporganisaties (VRT, VTM, Vier,…) • Systeem van auteursrecht en van naburige rechten zijn 2 autonome volwaardige beschermingssystemen à Acteurs en zangers krijgen bescherming voor hun acteer-‐ of zangprestatie. Maar als je een optreden wil uitzenden, is het niet omdat je auteursrechten hebt op de muziek of de tekst die de avond gezongen wordt, dat je geen toestemming moet vragen aan de zangers om het optreden uit te mogen zenden Uitvoerende kunstenaars • Fysieke personen o Je moet toestemming vragen aan de auteursrechthebbenden (Bv. aan Sabam), maar ook aan degenen die naburige rechten hebben (vergoeding voor de zangprestatie) à Conventie van Rome bepaalt wat dit is, namelijk fysieke personen • Wat je moet doen om uitvoerend kunstenaar te zijn? à Je moet werken van letterkunde of kunst op-‐ of uitvoeren, waarbij het irrelevant is dat dit werk beschermd is (geweest) à Acteren, zingen, musiceren, enz. of anderszins werk van letterkunde of kunst op-‐ of uitvoeren • Ook variété-‐ en circusartiesten o Men vond dat zij ook bescherming moesten krijgen, hoewel ze geen werk van letterkunde of kunst uitvoeren (maar Bv. balletdansers voeren wel een vooropgezet werk van letterkunde of kunst op, die vallen er ook onder) • 2 categorieën worden uitgesloten o Aanvullende kunstenaars à De prestatie is ondergeschikt (Bv. achtergrondfiguren, zoals figuren die in café zaten bij FC De Kampioenen, buiten de hoofdpersonages) à Dit is soms moeilijk uit te maken, Bv. iemand in orkest moet maar 1x op de trommel slaan à Kan dat je dit niet hoort, dan is het een bijkomstige prestatie, maar als die drum net op een zeer spannend moment is à Wel belangrijk en geen bijkomstige prestatie o Sportlui à Geen werk van letterkunde of kunst
67
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Rechten • è Ze krijgen morele rechten en vermogensrechten • Vermogensrechten o Reproductierecht (zelfde inhoud als bij auteursrecht) § Vastlegging § Reproductie § Verspreiding o Publiek mededelingsrecht (zelfde inhoud als bij auteursrecht) § Opmerking toestemming ensemble live voorstelling (Art. 37) o Kenmerken van de vermogensrechten (identiek aan auteursrecht) § Roerende rechten § Vererfbaar § Geheel of gedeeltelijk overdraagbaar § Licentieverlening o Duur (wijkt af van auteursrecht) § Duur is hier veel korter dan in auteursrecht! § Basisregel duur à 50 jaar vanaf • Prestatie • Openbaarmaking (publicatie of mededeling) van de vastlegging van de uitvoering § Sinds 1 januari 2015 à Bijkomende regel voor het vastleggen van uitvoeringen op een fonogram (CD) (zangprestaties en prestaties van muzikanten) • Zij hebben in principe bescherming tot 50 jaar na de prestatie à Als ze wordt vastgelegd op fonogram en ze wordt openbaargemaakt, eindigt de bescherming tot 70 jaar na de openbaarmaking van die fonogram à Dus extra beschermingstermijn van 20 jaar à Reden waarom men dit enkel aan muzikanten geeft is gewoon door het lobbywerk van platenindustrie • Men heeft het verlengd omdat men langer leeft, ook zangers en muzikanten die van de inkomsten leven uit wat ze ooit gedaan hebben (Bv. Beatles) à Na 50 jaar droogt uw inkomstenstroom op, maar men bleef wel langer leven • Morele rechten o Morele rechten zijn beperkter als in auteursrecht à Je krijgt geen divulgatierecht (om te beslissen over openbaarmaking) o è De 2 morele rechten die je krijgt zijn veel beperkter qua inhoud o Recht op vaderschap § Naamsvermelding overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken • Bv. orkest met 50 mensen à Niet iedere muzikant kan eisen dat zijn naam op de cover van de CD staat § Verzet tegen onjuiste toeschrijving • Je kan je wel verzetten tegen onjuiste toeschrijving als iemand ten onrechte zijn naam op uw prestatie zet
68
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Recht op integriteit § Je kan je als uitvoerend kunstenaar verzetten tegen materiële wijzigingen en tegen verraden van geest van het werk, maar je moet in beide situaties aantonen dat uw eer en reputatie zijn aangetast è Enkel verzet als gevaar eer of reputatie § Bv. Shirley Bassey (zangeres) neemt een nummer op waarbij ze een duet zingy met een Franse acteur Alain Delong à Dit nummer was een groot succes in Frankrijk. De platenmaatschappij wou het ook uitbrengen in de Benelux, maar probleem was dat Alain Delong, uitgezonderd in Wallonië, niet gekend was in die gebieden à Ze gingen Alain Delong technisch van de plaat afhalen en vervangen door een Amerikaan die speelde in de bekende reeks Dynasty and Dallas zonder het raadplegen van Shirley Bassey. De Amerikaan was buiten gegooid bij de productie van Dynasty, Shirley wou niet geassocieerd worden met zijn gedrag, dus begon een procedure tegen de platenmaatschappij omdat haar recht op integriteit was aangetast waardoor haar eer en reputatie is aangetast door het alcoholgebruik van de Amerikaan à Rechter ging hierin mee o Kenmerken van de morele rechten (zelfde als bij auteursrecht) § Duur § Onvervreemdbaar § Niet voor afstand vatbaar § Na overlijden Contracten over vermogensrechten • è Uitvoerend kunstenaars kunnen contracteren over hun prestatie. Deze regels zijn veel eenvoudiger • Uitvoerend kunstenaar werk niet in opdracht of krachtens arbeidsovereenkomst, maar heeft een prestatie tot stand gebracht en verleent de rechten aan iemand anders (Bv. je speelt een nummer en een platenmaatschappij zegt dat ze die rechten willen hebben) • Geschrift (Niet voor geldigheid, maar om bewijsredenen) • Interpretatie à Als overeenkomst onduidelijk is interpreteert men in het voordeel van de uitvoerende kunstenaar en in het nadeel van de andere contractspartij à Maar hier geen specifiëringsplicht • Exploiteren overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken • Toekomstige prestaties à Bv. Platenmaatschappij zegt à Als je nog eens zingt, moet dit ook bij ons à Beperkt in tijd en je moet genre van prestaties aangeven waarover gecontracteerd wordt
69
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Prestaties van werknemers • Uitvoerende kunstenaar = werknemer o Bv. VRT heeft met heel veel acteurs arbeidsovereenkomsten • Als prestatie in uitvoering arbeidsovereenkomst o Uitdrukkelijk voorzien o Schriftelijk o Restrictieve interpretatie o Collectieve overeenkomst à Modaliteiten kunnen geregeld worden in een collectieve overeenkomst Prestaties in opdracht • Uitvoerende kunstenaar = uitvoerder opdracht • 4 voorwaarden (net zoals bij auteursrecht) à Als ze vervuld zijn past men de soepelere regels in relatie werkgever-‐werknemer toe, zoniet de algemene regels o Prestatie in uitvoering opdracht o Overdracht uitdrukkelijk o Activiteit opdrachtgever à Niet-‐culturele sector of reclamewereld o Prestatie voor activiteit opdrachtgever • Volgende regels o Schriftelijk o Restrictieve interpretatie Producenten van fonogrammen en van de eerste vastlegging van films • Uitvoerende kunstenaars hebben een eigen inbreng, maar de volgenden geeft men bescherming omdat men hun investering wil beschermen à Producenten van fonogrammen, producenten van films en omroeporganisaties • Producenten van fonogrammen o Fysiek persoon-‐ of rechtspersoon à Dit zijn in hoofdzaak platenmaatschappijen. Men beschermt hen voor het vaststellen van geluiden. (ßà Uitvoerende kunstenaars enkel fysiek) o Financiële en andere verantwoordelijkheid voor onderneming die geluiden vastlegt à Om gekwalificeerd te worden moet je financiële en andere verantwoordelijkheid dragen voor het vastleggen van geluiden o Geluid moet niet beschermd o Geluid § Niet geïsoleerd § Moet reeks geluiden o Niet alleen eerste vastlegging • Producenten van de eerste vastlegging van films o Fysiek persoon of rechtspersoon o Financiële en andere verantwoordelijkheid voor eerste vastlegging film o Film § Beeldsequenties § Moet niet beschermd zijn à Bv. VRT of VTM brengt op einde van wielerseizoen een DVD uit met hoogtepunten van dat seizoen. Dan krijg je daarvoor bescherming § Al dan niet met geluid
70
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Rechten o Alleen vermogensrechten (zelfde inhoud als bij auteursrecht) § Reproductierecht • Vastlegging • Reproductie • Verspreiding • Verhuur en uitlening § Publiek mededelingsrecht à Zeer ruim o Kenmerken van de vermogensrechten (zelfde als bij auteursrecht) § Roerende rechten § Overdraagbaar § Licentie (geen contractuele regels) • Duur (verschillend) o Producenten fonogrammen § Tot 50 jaar na vastlegging § Binnen deze termijn op geoorloofde wijze gepubliceerd à Verval 70 jaar na dit feit § Binnen deze termijn geen geoorloofde publicatie, maar wel geoorloofde publieke mededeling à Verval 70 jaar na eerste geoorloofde publieke mededeling o Producenten eerste vastlegging van films § Tot 50 jaar na vastlegging § Binnen deze 50 jaar op geoorloofde wijze gepubliceerd of aan het publiek meegedeeld à Verval 50 jaar na eerste feit Gemeenschappelijke bepalingen betreffende de uitvoerende kunstenaars en de producenten • Beperking van rechten van producenten en uitvoerende kunstenaars • Voorwaarde: op geoorloofde wijze gereproduceerd en uitzending via omroep à VRT zal geen toestemming meer moeten vragen om het cd’tje te gebruiken à Geen toestemming meer vragen maar u betaalt ervoor = de billijke vergoeding, vergoeding voor het gebruik van de prestatie van uitvoerende kunstenaars • Mogelijk o Openbare uitvoering (als niet voor voorstelling en geen toegangsgeld gevraagd) o Uitzending via omroep • Toekomst 1 factuur à Sabam en billijke vergoeding samen Omroeporganisaties • Fysieke persoon of rechtspersoon (VRT, VTM, Vier, lokale radiostations) • Verantwoordelijkheid voor financiering en organisatie van uitzendingen • Moeten niet zelf technische middelen voor uitzending bezitten • Openbare of particuliere organisaties • Uitzending moet niet auteursrechtelijk beschermd zijn of beschermde werken bevatten o Bv. VRT zendt voetbal-‐ of tennismatch uit, op die match zit geen auteursrecht, maar als omroep krijg je voor het enkele uitzenden wel •
71
Intellectueel eigendomsrecht
• • •
• •
•
JVD
2014-‐2015
bescherming à Dit betekent dat als zij het uitzenden, anderen zonder hun toestemming de uitzending niet mogen gebruiken Kunnen radio-‐ of televisie-‐uitzendingen zijn Uitzendingen kunnen bestaan uit à Geluid en/of beelden Vermogensrechten à Omroeporganisatie kan volgende handelingen toestaan of verbieden o Rechtstreeks uitzenden à Bv iemand sterft en VRT gaat een live-‐ reportage maken over de begrafenis van de persoon die gestorven is à Als andere omroepen die uitzending willen overnemen moet men toestemming vragen o Later heruitzenden o Reproductie uitzendingen § Vastlegging à Bv. VRT zendt match uit en iemand anders neemt dit op, dan moet hiervoor toestemming worden gevraagd § Reproductie § Distributie o Mededeling van de uitzending op een publiek toegankelijke plaats tegen betaling toegangsgeld § Activiteiten waarbij je een groot scherm zet en hierop een uitzending geeft à In principe heb je geen toestemming nodig voor vertonen van uitzending op groot scherm, maar wel als daarvoor een toegangsgeld betaald moet worden om die vertoning op groot scherm te kunnen bijwonen o Beschikbaarstelling voor het publiek van vastleggingen van de uitzendingen op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn è Wel moet het gaan om eerste uitzendingen (niet om heruitzendingen) è Moet gaan om uitzendingen voor het publiek (dus niet voor één persoon of afgebakende groep) Kenmerken vermogensrechten o Roerende rechten o Overdraagbaar o Licentie o Duur à 50 jaar vanaf eerste uitzending
Uitzonderingen op naburige rechten (Art. XI.217 WER) • Op de rechten van de houders van naburige rechten zitten veel uitzonderingen à Niet kennen • Enkel weten à In globo (behoudens kleine afwijkingen of toevoeging of weglating van een voorwaarde) zijn alle uitzonderingen gezien in het kader van auteursrecht ook toepasselijk op houders van naburige rechten à Dit is logisch à Je moet kunnen citeren uit een programma van VRT, men moet ook kunnen kopiëren, … • + Uitzonderingen zijn van dwingend recht
72
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
D. Gemeenschappelijke bepalingen voor het auteursrecht en de naburige rechten Verhuur-‐ en uitleenrecht • Verhuurrecht o Voor gebruik ter beschikking stellen o Voor beperkte tijd o Tegen direct of indirect economisch of commercieel voordeel o (werk wordt terug bezorgd) • Uitleenrecht o Voor gebruik ter beschikking stellen o Voor beperkte tijd o Zonder direct of indirect economisch of commercieel voordeel o Via publiek toegankelijke instellingen § Bibliotheken – archiefinstellingen à Uitzondering voor openbare bibliotheken à Ze moeten geen toestemming vragen, maar moeten in ruil wel betalen (vastgelegd hoeveel betaald moet worden via KB) § Geen uitlening à Onder vrienden en kennissen o Wat als men een vergoeding vraagt voor de uitlening? § Dit kan, men mag de kostprijs doorrekenen (administratie, …) Kabel en satelliet • Niet kennen • Satelliet à Vooral technische regels • Kabelmaatschappijen stellen auteursrechtelijk beschermde handelingen, ze geven beschermde werken door (televisieprogramma’s) à Dus auteursrecht en naburige rechten à Ook deze aangelegenheid is zeer technisch Beheersvennootschappen • Niet kennen à Zeer technisch
73
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 3: De bescherming van computerprogramma’s
A. Wetgeving Wetboek economisch recht (WER) • Boek XI Intellectuele eigendom (titel 6 à Art. XI.294 – XI.304) o Maar 10 artikelen à In deze artikelen worden enkel een aantal specifieke problemen geregeld. Voor alle andere problemen die je hier niet in terugvindt moet je teruggrijpen naar regels inzake gemeen auteursrecht o = lex specialis • Boek XV Rechtshandhaving • Boek XVII Bijzondere rechtsprocedures Europese richtlijn van 23 april 2009 (vervangt richtlijn 14 mei 1991) B. De gelijkstelling van computerprogramma’s met werken van letterkunde • Gelijkstelling computerprogramma’s met werken van letterkunde o Dus alle regels voorzien voor werken van letterkunde vinden toepassing op computerprogramma’s • Auteursrechtelijke bescherming o Computerprogramma’s worden auteursrechtelijk beschermd à Juridisch gevolg hiervan is dat computerprogramma’s vallen onder alle internationale overeenkomsten inzake auteursrecht waar Bv. de vraag vaak rijst of buitenlanders bescherming kunnen krijgen in een ander land o Systeem van conventie van Bern voorziet in systeem van assimilatie (probleem stelt zich niet in EU) à Afbouw van reciprociteit waarbij men kiest voor gelijke behandeling van eigen onderdanen en buitenlanders C. Het beschermde voorwerp en de beschermingsvoorwaarden Beschermde voorwerp • Computerprogramma’s o Ongeacht de vorm o Voorbereidende (ontwerp)materiaal (wanneer dit materiaal tot een computerprogramma kan leiden) • Slechts bescherming voor uitdrukkingswijze in welke vorm ook (ongeacht drager, ongeacht computertaal) o Uitdrukkingswijze wordt beschermd wanneer de reproductie van de uitdrukkingswijze de reproductie van het programma inhoudt o Geen bescherming voor ideeën en gedachten • Bescherming wordt ook geboden aan de interfaces van een computerprogramma, maar niet aan de ideeën en beginselen die hieraan ten grondslag liggen o Interfaces zijn onderdelen van een programma die het mogelijk maken dat een programma communiceert en kan werken met een ander programma, of deze maken het ook mogelijk dat uw programma werkt binnen uw computersysteem à Ook deze interfaces worden beschermd en worden beschouwd als computerprogramma’s, maar niet de ideeën en beginselen die aan de grondslag liggen van die interfaces
74
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Grafische gebruikersinterface à Bescherming via het gewone auteursrecht o HvJ à Grafische gebruikersinterface (GUI) = De look-‐and-‐feel à Aan de hand van Bv. Een cursor kan je communiceren/werken met het programma à Die gebruikersinterfaces valt volgens het Hof niet onder het begrip computerprogramma o Dit wordt beschermd via het gewone auteursrecht (indien het voldoet aan de originaliteitsvereiste)
Beschermingsvoorwaarde • Oorspronkelijkheid • = Programma moet een eigen intellectuele schepping van de auteur zijn o Originaliteit uit het auteursrecht Programma’s in uitvoering van een arbeidsovereenkomst of (ambtenaren)statuut • Auteur = daadwerkelijke maker • Programma’s werknemers/beambten in uitvoering taken of in opdracht o Automatische overdracht van de vermogensrechten aan werkgever tenzij anders is bepaald in overeenkomst of statutair (vermoeden van overdracht) • Computerprogramma’s gemaakt in opdracht à Toepassing gewone auteursrechtelijke regels à Eigenlijke auteur krijgt de rechten C. De toegekende rechten Morele rechten (Art. 6bis, 1° BC) • Recht op vaderschap (zelfde als bij gemeen auteursrecht) • Recht op integriteit à Iets beperkter à Je krijgt ook een recht op integriteit, kan optreden tegen materiële wijzigingen, tegen verraden van de geest, maar je zal steeds moeten bewijzen dat je eer of reputatie is aangetast Vermogensrechten • Reproductierecht o Toestemming voor reproductie § Permanent / tijdelijk, Geheel / gedeeltelijk, Ongeacht wijze, Ongeacht vorm, Ongeacht duur o Uitzondering à Rechtmatige gebruiker reproduceert voor beoogde doel tenzij anders overeengekomen § Probleem van computerprogramma is dat u het niet kan gebruiken zonder het te reproduceren à Je gaat altijd de reproductie hebben van het programma. Via dit ruime reproductierecht kan je tot een rare situatie komen à Je koopt volledig legale kopie in Fnac, u mag door dit reproductierecht niets ermee doen, want als je het wil gebruiken moet je het reproduceren § à Men heeft nu gezegd “als u een rechtmatige gebruiker bent (en dus legale kopie heeft) van een computerprogramma mag je het reproduceren om het te gebruiken à Men voorziet dus een ruim reproductierecht, maar men voorziet er dus ook een uitzondering op. In wet staat wel ‘tenzij anders is overeengekomen’, maar dit komt in principe niet voor
75
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Vertaal-‐ en bewerkingsrecht o Toestemming voor § Vertaling § Bewerking à Bv. Je laat softwareprogramma schrijven op maat à In praktijk geef je een bedrijf die opdracht, en dan stel je vast dat het niet optimaal werkt à Dankzij deze uitzondering mag u de fouten uit het programma uithalen (als je dat zou kunnen) à Want uitzondering zegt: als je een legale kopie hebt mag je het programma bewerken als het nodig is om het programma te doen functioneren. Behoudens iets anders is overeengekomen o Toestemming voor reproductie van het resultaat van de vertaling of bewerking § Uitzondering à Rechtmatige gebruiker § Tenzij anders overeengekomen
•
Distributierecht o In verkeer brengen à Je moet toestemming vragen om exemplaren in het verkeer te brengen. Het is niet voldoende te vragen om het te mogen reproduceren o Maar pas op à Communautaire uitputting à De eerste verkoop in de EU/EER van een kopie van het programma door de rechthebbende of met diens toestemming leidt tot communautaire uitputting § Bv. Microsoft brengt exemplaren van een programma in Griekenland, veel goedkoper dan dezelfde exemplaren in België, dan kan je de situatie krijgen van paralelhandel à Iemand koopt exemplaren op in Griekenland en verkoopt die in België. Microsoft kan niet beletten dat die exemplaren ingevoerd worden in België en hier verkocht worden eventueel onder de prijs die Microsoft hanteert o Er is ook sprake van een eerste verkoop, en er ontstaat dus communautaire uitputting bij het online ter beschikking stellen van een programma via downloads + Het tezelfdertijd verlenen van een gebruiksrecht voor onbepaalde duur § Vraag is of uitputting ook geldt bij niet-‐materiële digitale drager à Je downloadt legaal op uw computer en betaalt ervoor à Geldt die communautaire uitputting dan ook? Mag je die verder verkopen? § HvJ heeft zich hierover uitgesproken à Als u een computerprogramma online aankoopt, dus er is geen materiële drager meer, en tegelijk bij de aankoop van dat programma dat u online geleverd wordt, krijgt u een licentie voor onbepaalde duur (je krijgt gebruiksrecht), dan geldt het communautair uitputtingsrecht ook à Dit betekent dat u het programma dat u heeft verder kan verkopen samen met dat in tijd onbepaald gebruiksrecht § Vraag is of we hieruit moeten besluiten dat als je een computerprogramma online aankoopt en maar een in de tijd beperkt gebruiksrecht krijgt, dat die uitputting niet geldt à Software-‐industrie wou niet dat als ze online programma’s leveren, dat die zonder hun toestemming zouden worden verder verkocht,
76
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
want uitspraak van HvJ geldt enkel als je een licentie van onbepaalde duur krijgt o Als je online verkregen kopie van een computerprogramma verder verkoopt § Dit is voor alle toegestane gebruikers § Je moet je eigen kopie onbruikbaar maken • Als je online aankoopt mag je verder verkopen, maar dan moet je de reproductie die u bezit vernietigen na de verkoop. Hoe dit te verifiëren is, is nog iets anders • Bovendien is de kopie volgens het HvJ 1 en ondeelbaar à Bv. Je koopt beveiligingsprogramma van Norton waarbij staat “dit mag gebruikt worden op 5 computers”, maar je hebt maar 3 exemplaren in gebruik, dus je hebt nog 2 vrije gebruiksrechten à Je mag dan volgens HvJ niet die gebruiksrechten voor 2 personen verder verkopen. Als je het verder verkoopt, verkoop je het verder voor alle gebruiksrechten die eraan zitten en moet je uw exemplaar vernietigen • Deze uitspraak à Vergaande consequenties à Hele tweedehandsmarkt van software (mensen die digitaal een programma hebben aangekocht en een gebruiksrecht hebben voor onbepaalde duur) o Voor het verhuren en uitlenen heeft men steeds de toestemming van de rechthebbende nodig. Hier treedt geen communautaire uitputting in
• Publiek mededelingsrecht D. Beperkingen van de exclusieve vermogensrechten Het maken van een reservekopie door de rechtmatige gebruiker • Geen contractuele afwijking mogelijk • Je maakt een kopie voor het geval er iets met uw origineel gebeurt (Bv. schijf waarop het programma staat is beschadigd) Observatie en bestudering van een programma • Geen contractuele afwijking mogelijk • Je kan geen ideeën en gedachten beschermen à Men beschermt enkel de concrete vorm à Het gevolg hiervan is dat het tijdens werking van het programma mogelijk moet zijn de ideeën en gedachten te achterhalen Decompilatie van een programma (= reverse engineering) • Als iemand een computerprogramma schrijft, wil je dat dit kan functioneren met een reeds bestaand programma van Bv. Microsoft à Deze derde uitzondering staat toe dat een bestaand programma gedecompileerd kan worden (uit mekaar gehaald kan worden, dit gaat gepaard met reproducties) à Je mag een bestaand programma niet uit elkaar halen om op basis van die kennis een concurrerend programma te maken, maar men wil ervoor zorgen dat bestaande programma’s kunnen samenwerken à Dit kan slechts onder strikte voorwaarden • Geen contractuele afwijking mogelijk
77
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
E. De beschermingsduur Zie algemene auteursrechtelijke regels • Bescherming is tot 70 jaar na het overlijden van de maker • Ongemak van deze toepassing à Programma dat vandaag gecreëerd wordt kan 140 jaar (we leven langer) beschermd worden, dan gaat dat helemaal niet meer gebruikt worden F. Verhouding van de specifieke regels voor software ten opzichte van de algemene auteursrechtelijke regels è Als je een probleem hebt met software à Eerst kijken naar regels van titel 6, anders aanvullend titel 5 (gewone auteursrecht) toepassen à Het is dus een verhouding lex specialis -‐ lex generalis Morele rechten • Bv. Als je een probleem hebt inzake morele rechten à De regeling voor software is iets beperkter dan deze in het gemeen auteursrecht à Dan mag je niet aanvullend die algemene regels toepassen. Contracten • Bv. Als je een contract maakt over een computerprogramma, er staat niets over contractuele regels in de bijzondere regeling à Dan grijp je naar de algemene regeling
78
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 4: De bescherming van databanken
è Probleem van databanken à Om ze tot stand te brengen vraagt dit een hele investering, maar je kan de inhoud gebruiken zonder de vorm over te nemen à Dan kan je op basis van het auteursrecht niets doen tegen het overnemen van die gegevens A. Wetgeving Wetboek economisch recht (WER) • Boek I Definities (Art. I.13 WER en I.17 WER) • Boek XI Intellectuele eigendom o Titel 7 (databanken) à Art. XI.305 WER– XI.318 WER à Beschermingssysteem tegen overnemen van inhoud van databank zonder het overnemen van de vorm o Titel 5 (auteursrecht) à Art. XI.164 WER -‐ XI.293 WER à Bescherming tegen overnemen vorm • Boek XV Rechtshandhaving • Boek XVII Bijzondere rechtsprocedures Richtlijn databanken van 11 maart 1996 Beschermingssysteem • Bescherming via een specifiek (sui generis) recht o De specifieke bescherming is de bescherming tegen het leeghalen van databanken (inhoud) • Bescherming via het auteursrecht o Bescherming tegen overnemen van vorm van databank B. Wat is een databank? è Een databank is een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen, systematisch of methodisch geordend, en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk Cumulatief moeten aanwezig zijn • Een verzameling (aantal elementen) o Het moet niet gaan om een aanzienlijk aantal elementen, maar het moet wel een verzameling zijn • De verzamelde elementen à Auteursrechtelijk beschermde werken, prestaties beschermd door naburige rechten, of enig ander materiaal zoals tekst, geluid, beeld, cijfers, feiten of gegevens o Onbelangrijk § Bescherming of niet § De aard van het materiaal • De verzamelde elementen moeten zelfstandig zijn à Dus niet geïntegreerd in een geheel zoals de hoofdstukken uit een boek o Ze moeten een betekenis hebben op zich en krijgen dus niet pas een betekenis doordat ze opgenomen worden in een geheel
79
Intellectueel eigendomsrecht •
•
•
JVD
2014-‐2015
De verzamelde elementen moeten systematisch of methodisch geordend zijn o = Doordacht ordeningssysteem of logische structuur o Eenvoudige compilatie CD à Geen databank De verzamelde elementen moeten aan de hand van elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn o Databank kan papieren of elektronische databank zijn De verzamelde elementen moeten individueel toegankelijk zijn o Bv. Audiovisueel werk op een videocassette is geen databank
Voorbeelden van databanken • Papieren of elektronische telefoongidsen • Lijsten met televisieprogramma’s • Papieren of elektronische catalogussen • Een encyclopedie • Een bibliografie C. Het sui generis beschermingsrecht voor databanken Doel • Bescherming investering van de producenten van databanken • Bescherming van de inhoud van databanken Wat wordt beschermd? • Databanken ongeacht de vorm • Databanken waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering à Er moet dus zijn o Een investering voor de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud à De investering kan een kwestie van geld, tijd, moeite of energie zijn o De investering moet substantieel zijn § Substantieel kan kwantitatief zijn (te becijferen middelen) § Substantieel kan kwalitatief zijn (niet kwantificeerbare inspanningen zoals Bv. intellectuele inspanning) à Moeilijker te bepalen • De bescherming geldt niet voor computerprogramma’s (onder andere in verband met de werking en fabricage) De rechthebbende • De producent van een databank à Dit is de natuurlijke of rechtspersoon die het initiatief neemt tot en het risico draagt van de investeringen waardoor de databanken zijn ontstaan o Hij doet de investeringen met het oog op de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud van de databank o Men gaat dus niet de maker van de databank aanduiden. In het kader van de arbeidsrelaties zal de werkgever de producent zijn, want hij doet de investering en neemt het risico
80
Intellectueel eigendomsrecht •
•
JVD
2014-‐2015
Databanken gemaakt in opdracht o Beschermd wordt de uitvoerder van de opdracht. Hij is degene die het initiatief neemt tot het verkrijgen en verzamelen van de inhoud en de controle en presentatie van de inhoud à Bv. Men geeft bedrijf opdracht op een potentieel klantenbestand te maken à In dit geval wordt de uitvoerder van de opdracht gekwalificeerd als producent, het echte initiatief en risico zit bij de uitvoerder van de opdracht, en niet bij de opdrachtgever o Men bedoelt niet het initiatief tot het bestellen o Werkt men met toeleveranciers dan komt het sui generis recht toe aan de opdrachtgever en niet aan de toeleveranciers Producent moet o o o o
Onderdaan van een Lid-‐Staat EU of gewone verblijfplaats op het grondgebied van de EU Vennootschap of onderneming opgericht overeenkomstig de wetgeving van een Lid-‐Staat van de EU en hun statutaire zetel, hoofdbestuur of de hoofdvestiging in de EU Als enkel de statutaire zetel op het grondgebied van de E.U., dan moeten de werkzaamheden een werkelijke en duurzame band met de economie van een Lid-‐Staat hebben De Raad kan overeenkomsten sluiten tot uitbreiding van de bescherming voor databanken uit derde landen
o è Enkel weten dat dit een probleem is à Titel 7 van boek XI à Producent geniet bescherming à Maar in dit artikel werkt men met principe van reciprociteit à Producent krijgt bescherming, maar die producent moet onderdaan zijn van een lidstaat van de EU of daar zijn verblijfplaats hebben à Het sui genereis beschermingsregime bestaat in niet zoveel landen (wel alle lidstaten van EU), dus in Europa zeggen we à Waarom zouden we niet-‐Europeanen bescherming bieden als wij in hun land voor onze databanken geen specifieke bescherming krijgen? à We gaan dus iedere producent beschermen die een band heeft met de EU, de anderen beschermen we niet. De raad van de Europese Unie kan wel eenzijdig uitbreiden en toch iemand bescherming toekennen bij besluit De rechten • è Als producent van een databank heb je 2 rechten • Recht opvraging = Permanente of tijdelijke overbrenging van de inhoud van een databank of van een substantieel deel ervan op een andere drager, ongeacht op welke wijze of in welke vorm (openbare uitlening is geen opvraging) o è Dit heeft te maken met reproductierecht à Als je producent bent van een databank kan je verhinderen dat derden zonder uw toestemming de inhoud van uw databank gaan reproduceren à Hier bedoelt men dat de inhoud van een databank gekopieerd wordt, maar waarbij op de originele drager de originele versie blijft vastliggen à Bv. digitale databank waarvan je een uitprint maakt. Het origineel blijft op oorspronkelijke drager liggen, maar je maakt een nieuw exemplaar. Hier in dit specifiek beschermingsregime kan je enkel optreden tegen permanente of tijdelijke overbrenging van een databank of van een substantieel deel ervan. Je krijgt dus geen volledig reproductierecht o Opvraging à Is overbrengen op andere drager maar de databank blijft ook op de oorspronkelijke drager vervat o Onbelangrijk voor opvraging à Aard van de drager, duur van de opvraging, doel van de opvraging (voor concurrerende databank of niet)
81
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Recht hergebruik = Elke vorm van het aan het publiek ter beschikking stellen van de inhoud van een databank of van een substantieel deel ervan door verspreiding van kopieën, verhuur, on line transmissie of in andere vorm (openbare uitlening is geen hergebruik) o è Dit zijn alle andere wijzen waarop je een databank kan opvragen maar die geen reproductie zijn zoals daarnet uitgelegd. o In vergelijking met auteursrecht à Prerogatieven van auteursrecht worden hieronder gebracht en niet onder opvraging
•
Van het geheel of van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de databank) o Volledig opvragen of hergebruiken à Als iemand uw volledige bibliografie gaat kopiëren o Substantiële delen opvragen of hergebruiken § Substantieel kwantitatief • Kijken naar hoeveelheid opgevraagde en/ of hergebruikte gegevens uit de databank, in verhouding tot de omvang van de lokale inhoud daarvan • Je kan je verzetten tegen iemand die grote hoeveelheden (in verhouding tot de grootte van de databank) uit uw databank haalt zonder uw toestemming à Bv. Men kopieert ¼ van een databank en stelt die online ter beschikking § Substantieel kwalitatief • Verwijst naar de omvang van de gedane investering in het opgevraagde en/of hergebruikte deel (dit deel moet hier dus niet in kwantitatief opzicht substantieel deel van de databank uitmaken) • Je kopieert misschien kleine delen, maar dit zijn net de stukken waarin zo zwaar geïnvesteerd is à Bv. 95% van uw bibliografie ligt gewoon voor het rapen, maar van de 100 elementen zitten er 5 waarmee je weken bezig bent geweest (Bv. artikel uit jaar 1954 dat je maar niet kon vinden) à Als men die elementen kopieert waarin net de investering zit, dan heb je een substantieel deel in kwalitatieve zin opgevraagd of hergebruikt o Opmerking à Van geen belang is de intrinsieke waarde van de opgevraagde en/of hergebruikte elementen
•
Geen inbreuk o Het opvragen en/of hergebruiken van individuele elementen § Dit betekent dat een producent van een databank niet kan optreden tegen iemand die individuele elementen uit een databank haalt à Bv. je zoekt een telefoonnummer, als je via papieren telefoongids die nummer zoekt kan het niet dat je hier niets uit over mag nemen en die nummer Bv. op een papiertje schrijft § Daarom à Volledige databank of substantiële delen
82
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Het opvragen en/of hergebruiken van in kwalitatief of kwantitatief opzicht niet-‐ substantiële delen van de inhoud tenzij dit systematisch en herhaald gebeurt en dit strijdig is met de normale exploitatie van de databank of ongerechtvaardigde schade toebrengt aan de rechtmatige belangen van de producent (door repetitief en systematisch karakter zou gehele databank of substantieel deel gereconstrueerd kunnen worden of zou gehele of substantieel deel van de inhoud van de databank ter beschikking van het publiek worden gesteld) § Je kan je als producent niet verzetten tegen iemand die individuele elementen uit de databank haalt of niet substantiële delen in kwalitatief of kwantitatieve zin § Je moet wel oppassen, want het kan zijn, doordat je heel de tijd niet substantiële delen opvraagt, dat je na een tijd wel een substantieel deel hebt opgevraagd à Als je elke dag 1 pagina kopieert uit cataloog van 1000 blz. à Op 1 dag bekeken is dat een niet-‐ substantieel deel, maar als je dat 365 dagen lang doet, dan is het wel een substantieel deel •
Sui generis-‐recht doet geen nieuw recht op de elementen van de databank ontstaan à Hieruit volgt dat als men via andere bronnen elementen uit de databank verkrijgt die een substantieel deel van de inhoud van een databank vormen, dan moet men hiervoor geen toestemming verkrijgen o Bv. Jij schrijft masterproef à 3 jaar later schrijft iemand anders exact over hetzelfde onderwerp. In principe zou deze persoon dezelfde bibliografie moeten hebben à Dan kan je niet op basis van je bibliografie zeggen tegen de ander dat deze opvolger een kopie maakt o Daarom à Als jij bescherming krijgt voor uw databank kan je verhinderen dat anderen opvragen of hergebruiken. Maar je kan niet verhinderen dat derden dezelfde databank maken op basis van een volledig zelfstandige inspanning o Hier komt een bewijsprobleem à Opvolger moet bewijzen dat hij het werk zelfstandig heeft gemaakt. Andere moet bewijzen dat het een kopie is à Daarom à In alle gecommercialiseerde databanken steekt men elementen om te herkennen of het bij een andere databank om een kopie gaat of niet § Bv. Belgacom steekt in telefoonlijsten niet bestaande of foute telefoonnummers, als er een handelsgids uitkomt van zone Gent kunnen ze zo perfect weten of het een overname inhoudt van de Belgacom databank § Dit gebeurt vaak bij hotelgidsen (neemt veel tijd in beslag) à Je moet altijd bellen om Bv. te vragen of ze bad/douche hebben enz. en je moet zien dat dit up-‐to-‐date blijft à Dus men steekt er expres fouten in (Bv. 34 kamers terwijl het er eigenlijk 35 zijn of men maakt een bewuste dt-‐fout of men schrijft een verkeerd woord)
•
Opmerking à Wanneer een databank voor het publiek toegankelijk is gemaakt kan ze worden geraadpleegd à Raadpleging valt niet onder het sui generis recht à Producent kan zich dus niet verzetten tegen raadpleging
83
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Kenmerken van het sui generis recht • Roerend • Vererfbaar • Overdracht/licentie (geheel of gedeeltelijk) Beperkingen op het sui generis recht • Opvragen en/of hergebruiken van niet-‐substantiële delen van de inhoud à Dit mag steeds • Communautaire uitputting in verband met de verkoop van materiële exemplaren (geen uitputting voor on line transmissie en hieruit voortvloeiende kopieën) o Als je databank ergens in de EU in het verkeer brengt, gaat die vrij circuleren à Maar de communautaire uitputting is geschreven voor materiële exemplaren (iemand kan iets opkopen in Italië en invoeren in België) o Voor digitale databanken (online ter beschikking gesteld) kan de communautaire uitputting niet spelen à Als men u een digitale databank ter beschikking stelt (dus er komt geen drager aan te pas) en u koopt hier Bv. rechten op, dan kan u de rechten wel verder verkopen, maar er geldt geen communautaire uitputting voor de databank zelf o Als je een databank gaat downloaden geldt de communautaire uitputting ook niet à Exemplaar dat je digitaal krijgt mag je niet verder verkopen zonder toestemming. Bij software is dat anders, dat exemplaar mag onder bepaalde omstandigheden verder verhandeld worden § Deze digitale bestanden kan je niet verder verkopen • De communautaire uitputting geldt niet voor stukken à Als je niet-‐substantiële delen uitprint mogen die niet circuleren Uitzonderingen op het sui generis recht • De rechtmatige gebruiker mag een aantal handelingen stellen zonder toestemming • à Niet kennen De rechten en plichten van de rechtmatige gebruikers • è Rechtmatige gebruiker is iemand die rechtmatig toegang heeft tot een databank, je kan de databank dus raadplegen omdat ze ter beschikking werd gesteld met toestemming van de producent o Hij kan ze je rechtstreeks geven à Bv. u studeert af en komt overeen met Kluwer dat u met het advocatenkantoor dat u gaat oprichten toegang krijgt tot de databanken van Kluwer o Of onrechtstreeks à Producent geeft derde toestemming om databank ter beschikking te stellen, en daardoor kan u ze raadplegen à Bv. Kluwer zegt tegen UGent dat ze tegen betaling een aantal databanken in de bib ter beschikking mogen stellen, door contract van UGent met Kluwer wordt jij als student een rechtmatig gebruiker
84
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
De rechten o Men kan in kwalitatief of kwantitatief opzicht niet substantiële delen van de inhoud van een databank voor welk doel ook opvragen en/of hergebruiken o Pas op bij toestemmingen voor een deel van de databank o Dit recht heeft dwingend karakter
•
De plichten o Hij mag geen handelingen verrichten die in strijd zijn met de normale exploitatie van de databank, of waardoor ongerechtvaardigde schade wordt toegebracht aan de rechtmatige belangen van de producent § Bv. Door voortdurend opvragen van individuele delen uiteindelijk een substantieel deel overnemen o Hij mag de houder van het auteursrecht of van een naburig recht op de in de databank vervatte werken of prestaties geen nadeel berokkenen (genoemde rechten moeten gerespecteerd worden) § Omgekeerd à Producent van databank moet ervoor zorgen dat hij de rechten heeft van alle elementen die in de databank zitten à Als dat niet zo is (Bv. Kluwer laat alle samenvattingen van vonnissen enz. maken door derden, maar ze hebben hier geen rechten over) à Dan mag je wel kopiëren van Kluwer, maar dan kan je last krijgen met degenen die de samenvattingen hebben gemaakt o Deze plichten zijn van dwingend recht
Duur bescherming • Startpunt à Tijdstip voltooiing fabricage (bewijs bij producent) • Eindpunt à 15 jaar na 1 januari van het jaar volgend op jaar voltooiing • Binnen 15 jaar na voltooiing ter beschikking van publiek à Einde bescherming 15 jaar na 1 januari van het jaar van eerste terbeschikkingstelling • Nieuwe (eigen) beschermingstermijn o Elke in kwalitatief of in kwantitatief opzicht substantiële wijziging van de inhoud die in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een nieuwe substantiële investering à Bv. Elke substantiële wijziging ten gevolge van opeenvolgende toevoegingen, weglatingen, wijzigingen (bewijs bij producent) o è Je kan ook altijd uw databanken updaten (Bv. databanken Utopolis worden voortdurend geüpdatet) à Als je een bestaande databank hebt waar opnieuw substantieel in geïnvesteerd wordt, dan krijg je voor de update een nieuwe beschermingstermijn à Dus als Kluwer om de maand zijn juridische databank volledig update en dit bevat een nieuwe substantiële investering, dan krijg je voor de nieuw ontstane databank een nieuwe beschermingstermijn à Databanken kunnen dus voortdurend beschermd worden als ze telkens substantieel worden geüpdatet Rechtsbescherming van technische voorzieningen en van informatie betreffende het beheer van rechten • Niet kennen à Zie het systeem uit de algemene auteursrechtelijke regeling
85
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Samenloop met andere beschermingsregimes • Sui generis recht geldt ongeacht of de databank of de inhoud ervan op enige andere wijze wordt beschermd • Cumulatieve bescherming voor een databank mogelijk D. De auteursrechtelijke bescherming van databanken Wat? • Databank = Verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend zijn en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn • Originaliteit in keuze en rangschikking stof o Er moet originaliteit zitten in de vorm van je databank, deze zal zitten in de keuze van de elementen die je opneemt of in de rangschikking van de elementen o Bv. X gaat lijst opmaken van alle studenten die sinds 1987 zijn afgestudeerd aan deze faculteit. Als Y die ook opmaakt à Ze krijgen hetzelfde resultaat à Je gaat wellicht geen bescherming krijgen want er zit geen originaliteit in de keuze van de elementen want de doelstelling is volledigheid. Als je ze met adres gaat rangschikken: ook geen originaliteit à Je gaat ze rangschikken per jaar van afstuderen, per beroepscategorie,… maar die keuzes zijn heel beperkt, dus je gaat er weinig originaliteit terugvinden • Beschermd wordt de originele structuur (vorm) van de databank à Niet de inhoud • Computerprogramma’s (voor fabricage of gebruik) worden niet beschermd • Geen uitbreiding bescherming tot inhoud De rechthebbende • De auteur (zie algemene regels auteursrecht) ßà De producent o Het sui generis recht kan dus bij de producent zitten en het auteursrecht op de databank bij de eigenlijke auteur • Meerdere auteurs (zie algemene regels auteursrecht) • Databanken in opdracht (zie algemene regels auteursrecht) • Werkgever verkrijgt vermogensrechten met betrekking tot databanken die in de niet-‐culturele nijverheid zijn gemaakt door werknemers of ambtenaren bij de uitoefening van hun taken of vervolgens de onderrichtingen van hun werkgever o Voor werknemers past men dus het systeem van software toe o Tenzij andersluidend beding of statutaire bepaling o Collectieve overeenkomsten kunnen omvang en wijze vermoeden overdracht bepalen o à Vermoeden van overdracht geldt enkel voor databanken gemaakt in de niet-‐culturele sector, wat dit is weet men eigenlijk niet
86
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
De rechten • De vermogens-‐ en morele rechten zoals voorzien in de algemene regels van auteursrecht De uitzonderingen op de auteursrechten • Uitzonderingen op een auteursrechtelijke databank à Uitzonderingen op klassieke auteursrecht zijn van toepassing (enkel de uitzonderingen onder het gemeen auteursrecht kennen) • Maar à 1 extra uitzondering à Als je rechtmatig gebruiker bent, dan mag je alle handelingen stellen voor de toegang tot en het normaal gebruik van de inhoud van een databank à Als ze ter uwer beschikking wordt gesteld moet je ze ook kunnen consulteren à Ook als die handelingen vallen onder reproductie of consultatierecht Toepassing van andere regels uit het auteursrecht • Onder andere regels inzake duur en auteurscontracten à Zie algemene regels
87
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 5: Tekeningen-‐ en modellenrecht
Inleidend • Dit overlapt heel hard met auteursrecht à Want uiterlijk wordt beschermd • Probleem is een paar jaar geleden ontstaan doordat veel zaken die eigenlijk bedoeld waren voor tekeningen en modellen, zijn toegelaten tot auteursrecht à Rechters gingen al snel bescherming verlenen via auteursrecht, maar eigenlijk moest dit beschermd worden via tekeningen en modellen • Bv. Je hebt een nieuwe schoen ontworpen met een andere vormgeving dan wat we kennen à Als je het tekeningen en modellenrecht wilt gebruiken zijn er 2 opties o Benelux-‐model à Er is geen Belgische wetgeving, de wet is vervat in een Benelux-‐verdrag. Dit betekent dat als je uw model in België wil beschermen, dat je een aanvraag moet doen voor een Benelux-‐model. Als je dit aanvraagt krijg je automatisch bescherming in de 3 landen van de Benelux. Je kan dus geen bescherming krijgen in België alleen o Gemeenschapsmodel à Als je niet enkel actief bent in Benelux. EU heeft een modellenrecht gecreëerd dat boven het nationale modellenrecht ligt. Je krijgt een juridische titel, en daardoor krijg je automatisch bescherming in de 28 lidstaten van de EU. Dit kan je krijgen door een depot te doen in het Europees modellenbureau, dan krijg je een ingeschreven gemeenschapsmodel (moet je deponeren) § Maar er is ook een tweede soort gemeenschapsmodel, zijnde het niet-‐ingeschreven gemeenschapsmodel à Hier heb je je schoen die voldoet aan de beschermingsvoorwaarden, door die ter beschikking te stellen van het publiek krijg je automatisch bescherming in 28 landen van de EU, maar deze bescherming is veel minder (namelijk tegen het louter namaken van uw schoen) o è Deze 2 systemen zijn perfect cumuleerbaar • DE EU heeft het nationale modellenrecht geharmoniseerd. Dit betekent dat de bepalingen die gelden voor dit Benelux-‐model voortkomen uit een richtlijn o Vooral materiële modellenrecht (wat wordt beschermd) o Wat nationaal is gebleven zijn vooral formaliteiten (hoe moet je depot doen) • Gemeenschapsmodel is ingevoerd via een verordening. Alle bepalingen van materieel modellenrecht die je vindt in de richtlijn vindt je ook terug in de Verordening gemeenschapsmodel à Dit betekent dat materieel modellenrecht (beschermingsvoorwaarden, wat wordt beschermd, uitzonderingen, vervalgronden, nietigheidsgronden) identiek is voor het Benelux-‐ en gemeenschapsmodel. Inhoudelijk zijn ze hetzelfde, enkel territoriale werking is anders (via gemeenschapsmodel kan je optreden in Polen, via Benelux-‐model niet) • Als je je model wil beschermen à Ofwel bescherming in Benelux, ofwel voor alle EU lidstaten à Maar er is ook een tussenweg als je Bv. enkel actief bent in België, Duitsland, Italië, maar niet in Griekenland, Cyprus,… à Dan kan je modellenbescherming vragen via het internationaal depot o Je gaat dan een internationale aanvraag indienen waarin je de landen aanduidt waar je bescherming wil. Je kan daar dan Benelux aanduiden
88
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Als je die bescherming dan krijgt, krijg je een internationaal model, maar inhoudelijk krijgt dat de bescherming van een Benelux-‐model. Als je Duitsland ook aanduidt, krijg je in Duitsland een internationaal model dat in Duitsland wordt beschermd als een Duits model Beschermingsmogelijkheden • Beneluxmodel • Internationaal depot • Gemeenschapsmodel (niet-‐ingeschreven en/of ingeschreven) Bronnen • Benelux-‐Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen) (BVIE) o In werking à 1 september 2006 (voorheen: BTMW) o Dit verdrag is belangrijk omdat hier zowel het modellen-‐ als merkenrecht zit • Gevolgen Beneluxwetgeving (Benelux Gerechtshof) o Als je model wil beschermen à Kan je het niet enkel in België beschermen. Als je op nationaal niveau bescherming wil ben je verplicht Benelux-‐bescherming aan te vragen (wordt toegekend voor 3 landen, vervalt voor 3 landen, nietig voor 3 landen) o Regels in Nederland en Luxemburg zijn identiek, wat meebrengt dat Nederlandse rechtspraak heel belangrijk is om modellenrecht in Benelux te bestuderen o Benelux Gerechtshof houdt zich bezig met uitlegging van dit verdrag, maar à Dit hof heeft geen bevoegdheid tot uitlegging meer met betrekking tot regels die zitten in Benelux-‐verdrag, maar die implementatie vormen van de Europese richtlijn Modellen. Als je een vraag hebt moet je ze rechtstreeks stellen aan het HvJ. Maar deze verminderde werklast is op zich geen probleem want Benelux gerechtshof zijn geen permanente magistraten • Art.XI.163WER o Bevestiging regeling in het BVIE o Met voorbehoud § Vordering tot staken zoals in kortgeding (Boek XVII WER) § De uitoefening van toezicht en de opsporing en vaststelling van de inbreuken en de toepasselijke sancties (Boek XV WER) • Modellenrichtlijn 13 oktober 1998 • Richtlijn handhaving van 29 april 2004 • Voor internationaal depot o Schikking van ‘s Gravenhage van 28 november 1960 o Akte van Genève van de Schikking van ’s-‐Gravenhage betreffende het internationaal depot van tekeningen of modellen van nijverheid (1999) o Overeenkomst Locarno van 8 oktober 1968
89
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
A. Het Beneluxmodel – Beschermde voorwerp en beschermingsvoorwaarden Het beschermde voorwerp • Volledig geharmoniseerd • Tekening of model = Het uiterlijk van een voortbrengsel of een deel ervan • Een tekening (2D) ßà Een model (3D) o In buitenland gebruikt men de term model voor beiden • Wat moet men nu verstaan onder o (1) Het ‘uiterlijk’ o (2) Van een ‘voortbrengsel’ -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐ (1) Uiterlijk • Twee-‐ en/of driedimensionaal • Het uiterlijk wordt afgeleid uit de kenmerken van o De lijnen (2D) o De omtrek (3D) o De kleuren (nooit op zich) § Je kan bescherming vragen voor de vorm en voor het dessin van de troon, maar ook voor de kleuren die u ziet (rood, blauw, goudkleurig) à Maar via tekeningen en modellen kan je nooit kleuren op zich beschermen. Je kan geen bescherming vragen voor een blauwe kleur à Bij merken gaan we zien dat we daar kleuren op zich wel kunnen beschermen (bepaalde kleuren associeer je met een bepaald product (Bv. bepaald camionette met kleuren van Belgacom, dan weet je direct dat het van Belgacom is) o De vorm (3D) o De textuur o De materialen van het voortbrengsel zelf en/of de versiering ervan § Bv. Iemand had tapijt ontwikkeld waarin slippers pasten, de persoon in kwestie vroeg bescherming voor de slippers, uiterlijk werd gevormd door de ruwe stof van dat tapijt § Bv. tuinslang die vrij compact is, maar als je er water op zet wordt die heel lang omdat ze uitrekt à Dat uiterlijk is heel verrimpeld à Materiaal/textuur vormt dus het uiterlijk. • Het uiterlijk omvat ieder element dat visueel kan worden waargenomen (niet smaak, geluid of reuk) • Bescherming van het uiterlijk op zich (niet tijdens gebruik) o Recente zaak à Je beschermt uiterlijk. Maar vraag is of dit het uiterlijk is in de basisvorm, of moeten we kijken naar het uiterlijk als we het voorwerp gebruiken à Bv. schoen als je hem op tafel zet, of als je hem aan hebt o Hof zei à Uiterlijk in de basis vorm. Men had een koekje gedeponeerd, maar men had depot genomen op koekje in gebroken toestand § Concurrent zei à Het uiterlijk wordt niet gevormd door het gebroken koekje, chocolade zie je maar als chocolade eruit komt. Uiterlijk wordt gevormd door koekje in basisvorm (voor je het opeet) à Gerecht gaat hierin mee
90
Intellectueel eigendomsrecht • • • •
•
•
JVD
2014-‐2015
Bescherming voor een concreet uiterlijk Geen bescherming voor ideeën en gedachten Geen bescherming voor kleuren op zich Wat met stijl? o Je kan enkel een concreet uiterlijk beschermen waar een stijl in kan zitten à Je gaat nooit bescherming kunnen krijgen voor een modetrend o Kan deel uitmaken van algemene indruk model o Niet op zich Het moet gaan om het uiterlijk van een afgewerkt voortbrengsel (dus geen plans/ontwerpen) o Bescherming voor een concreet uiterlijk o Als een architect plannen maakt, krijgt hij hiervoor bescherming, en ook voor het huis dat volgens zijn plannen wordt gebouwd à Dit werkt hier zo niet à Bv. Op basis van plan kan je niet optreden tegen iemand die zonder uw toestemming dat gebouw realiseert. Een plan vormt niet het concreet uiterlijk van een huis Moet het uiterlijk zichtbaar zijn? o Ja à Ook indien waarneming via hulpmiddelen moet gebeuren (Bv. vergrootglas) § Bv. Rubik’s cube met allerlei kleuren waaraan je in elke richting kan draaien. Dit is gedeponeerd als model, maar je kan enkel hetgeen je langs buiten ziet beschermen (kleuren), dit recht beschermt dus niet het draaisysteem dat erin zit o Moet het tijdens het gebruik zichtbaar blijven? à Nee § Bv. Een toestel dat in uw neus gaat als je overvloedig snot hebt à Wat je ziet is het uiterlijk, maar bij gebruik steek je dat in uw neus, dus dan zie je het niet meer § Volgens prof is dit dus niet noodzakelijk, want wet eist dit niet à HvJ heeft zich hier nog niet over uitgesproken. Het zal wel gevolgen hebben voor beschermingsomvang
(2) Van een ‘voortbrengsel’ • Een voortbrengsel = Elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp (2D of 3D) • Met inbegrip van onder andere o Onderdelen die tot een samengesteld voortbrengsel moeten worden samengevoegd o Verpakkingen o Uitvoering o Grafische symbolen o Typografische lettertypen o (niet computerprogramma’s) • Een voortbrengsel moet geen fysieke eenheid zijn (Bv. inrichting hotelkamer, restaurant, keuken) • Het uiterlijk van een volledig voortbrengsel of het uiterlijk van een deel van een voortbrengsel (deel of onderdeel) o Je kan ook voor een onderdeel bescherming aanvragen à Dan moet je via depot aangeven of je bescherming wil voor het geheel of slechts een deel (via stippellijn)
91
Intellectueel eigendomsrecht • •
2014-‐2015
Onbelangrijk à De functie van het voortbrengsel (gebruik of louter decoratief) Tekening of model moet steeds betrekking hebben op een voortbrengsel o Bij uw depot moet je telkens aangeven wat het voortbrengsel is waarop het uiterlijk wordt toegepast (Bv. bescherming voor motief van een trui, of voor vorm van een tas) o Bv. Je deponeert het dessin van behangpapier in zwart wit en je wil bescherming voor het motief à Wat niet beschermd wordt in tekeningen-‐ en modellenrecht is het motief zoals toegepast op het behangpapier, want dan kan je enkel optreden tegen iemand die behangpapier met dat motief op de markt brengt, maar je zou niet kunnen optreden tegen iemand die dat motief gebruikt voor een ander voorwerp. Dus dit recht beschermt het motief zelf. Maar je moet alsnog het voortbrengsel vermelden, omdat dit een belangrijke rol speelt bij de vraag of u voldoet aan de beschermingsvoorwaarden § Daar ga je moeten vergelijken tussen voortbrengselen die behoren tot dezelfde sector (Bv. schoen met andere schoen, of met een laars), maar men blijft niet vasthangen aan voortbrengsel in die zin dat als je enkel bescherming vraagt voor die schoen, dat je dan enkel bescherming krijgt tegen andere schoenen waarop uw motief zit o è Wat beschermd wordt is het uiterlijk, de vormgeving zelf, en niet het uiterlijk, de vormgeving zoals belichaamd in een voortbrengsel (pas op à Voortbrengsel speelt wel een rol bij beoordeling beschermingsvoorwaarden)
JVD
-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐
92
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
De beschermingsvoorwaarden • Volledig geharmoniseerd o Beschermingsvoorwaarde van ‘nieuwheid’ en ‘eigen karakter’ worden niet uitgelegd à Bij afwezigheid van rechtspraak van HvJ is het dus nog wat zoeken • (1) Nieuwheid + (2) Eigen karakter o Afzonderlijk te beoordelen, maar cumulatief vervuld! o Voorwaarde van ‘eigen karakter’ slorpt de voorwaarde vna nieuwheid eigenlijk op à Men gaat dus eerst toetsen aan het eigen karakter, als men vaststelt dat dit er is, is de nieuwheid quasi ook altijd vervuld -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐ (1) Nieuwheid • Een tekening of model is nieuw indien geen identieke tekening of identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld voor de depot-‐ of voorrangsdatum • Geen in tijd beperkte beoordelingstermijn o Bv. Als iets 30 jaar geleden ter beschikking gesteld is van het publiek, en het is identiek à Dan kan je geen bescherming krijgen • Opmerking à Objectieve nieuwheid o Alles wat reeds ter beschikking is gesteld van het publiek en nieuw is, neemt uw bescherming weg • Tekeningen of modellen zijn identiek wanneer ze daadwerkelijk identiek zijn of wanneer de kenmerken slechts in onbelangrijke details verschillen o HvJ à Onbelangrijke details = Details die niet onmiddellijk waarneembaar zijn en waardoor er dus geen verschillen, zelfs geen geringe, tussen die modellen zullen ontstaan • Beoordeling nieuwheid door vergelijking tekening die of model dat men wil beschermen met andere individuele tekeningen en modellen (vergelijking in hun geheel en dus niet kenmerk per kenmerk) o Moet men bij vergelijking rekening houden met concrete voortbrengsel? à Dit moet mee in de vergelijking worden betrokken (vgl. tussen voortbrengselen behorend tot dezelfde sector) § Vraag is wat we nu met mekaar gaat vergelijken (individuele voorwerpen (schoen met een schoen)), maar vraag is of je een vergelijking mag maken tussen verschillende soorten van voortbrengselen à Op deze vraag is nog geen antwoord gekomen van HvJ • Bij auteursrecht à Je kan bescherming krijgen voor iets, en dan kan je optreden tegen iedere vorm van reproductie op om het even welk ander voortbrengsel. Bv. je wil bescherming voor een dessin van kleding (bepaald motief met heel heldere kleuren of Bv. Burberry motief), als uw dessin in het auteursrecht wordt beschermd kan je optreden tegen een reproductie van het dessin op om het even welk voortbrengsel. Burberry kan optreden als iemand zijn ruit gebruikt voor schoenen, handtassen, binnenvoering van een jas,… Dus je kan optreden op welke wijze je ook reproduceert
93
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Deze vraag stelt zich ook in tekeningen-‐ en modellenrecht à Kan je optreden tegen iemand die het dessin van uw handtas gebruikt voor regenschermen? Of Bv. je maakt een dessin voor behangpapier, en iemand anders past dit toe op een handtas. Vraag is met wat je de handtas moet gaan vergelijken (handtas vergelijken met behangpapier dat reeds bestond, of handtas enkel vergelijken met andere handtassen?) à Heersende rechtsleer à Als je nieuwheid gaat beoordelen moet je vergelijken met voortbrengselen uit dezelfde sector à Bv. handtas met bepaald dessin: dan moet je voor ‘nieuwheid’ kijken naar reeds bestaande handtassen, maar misschien ook Bv. portefeuilles omdat dat behoort tot dezelfde sector, maar je mag geen vergelijking maken met behangpapier, want dat is een geheel andere sector à HvJ moet zich hier nog over uitspreken § Cf. Beschikbaarstelling voor het publiek = kijken naar ingewijden in de betrokken sector § Sector = beroepskring die zich met dezelfde tak van handel of nijverheid bezig houdt o Beoordeling moet niet gebeuren vanuit het oogpunt van een welbepaald persoon (personen) à Bij de nieuwheid slechts onderzoeken of modellen identiek zijn, zonder referentie aan een specifiek publiek § Nieuwheid moet je niet beoordelen vanuit een bepaalde maatman. Bv. in merkenrecht: als daar de vraag zich stelt of iets een goed merk is, moet je dit bekijken vanuit het oogpunt van de consument. In octrooirecht vertrekt men van de ‘vakman’ § Hier à Je kijkt niet vanuit de ogen van een welbepaald persoon (Bv. persoon die dat soort handtassen koopt) à Je neemt gewoon uw handtas waarvoor je bescherming wil en vergelijkt dit met een andere handtas. Je vergelijkt gewoon door 2 voorwerpen naast elkaar te zetten •
(2) Eigen karakter • Er is een eigen karakter wanneer de algemene indruk die de tekening of het model bij de geïnformeerde gebruiker wekt verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door tekeningen of modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld voor de depot-‐ of voorrangsdatum • Via test eigen karakter wil men publiek niet beschermen tegen verwarring (deze bescherming wordt door nieuwheid geboden). Men wil vermijden dat (kleine) wijzigingen recht op bescherming geven o Vraag is waarom er 2 voorwaarden worden gesteld en niet gewoon eentje à Men doet dit omdat men 2 doelstellingen wil nastreven § Nieuwheid à Men heeft als doel te verhinderen dat modellen beschermd zouden worden of dat jij bescherming krijgt voor iets dat verwarring kan veroorzaken met datgene dat we reeds kennen/met reeds bestaande vormgeving § Eigen karakter à Men wil mensen aanzetten om, wat vormgeving betreft, een stap vooruit te doen. Deze voorwaarde komt erop neer dat je dit eigen karakter pas hebt als je afstand neemt van
94
Intellectueel eigendomsrecht
• •
•
•
•
JVD
2014-‐2015
bestaande vormgevingserfgoed en hier iets aan toevoegt. Men eist dus een scheppingsdaad waardoor je afstand neemt van datgene wat we reeds kennen è Voor bezit eigen karakter moet er een scheppingsdaad zijn die een afstand met bestaande modellen creëert Vergelijking tussen modellen in hun geheel à Vergelijking tussen gelijkenissen en verschilpunten, waarbij onderzocht wordt of verschilpunten opwegen tegen gelijkenissen Geen eigen karakter als algemene indruk hetzelfde is (‘déjà vu’) o Zelfde algemene indruk à Gerecht van EU heeft recentelijk gezegd dat je dit hebt wanneer je een model bekijkt waarvoor bescherming wordt gevraagd en dat je een déjà-‐vu gevoel krijgt Vergelijking met andere individuele modellen (!), en niet met het vormgevingserfgoed (= combinatie van gekende tekeningen en modellen) o HvJ à Ook hier individuele modellen vergelijken Bij de beoordeling van het eigen karakter moet men concrete modellen met elkaar vergelijken à Men kijkt naar objectieve verschillen
•
Bij beoordeling eigen karakter moet men rekening houden met o De mate van vrijheid van de ontwerper (=creatievrijheid) bij de ontwikkeling van de tekening of het model § à Wordt bepaald door • Technische functie van het voortbrengsel o Bv. Toetsenbord PC à Je gaat bij vormgeving toetsenbord rekening houden met het feit dat de toetsen zodanig moeten staan dat je ze kan gebruiken, en dat uw hand er makkelijk kan opleggen. Dus je hebt voor toetsenborden slechts een kleine creatievrijheid o Bv. Paperclip à Door de functionaliteit van het voortbrengsel is er een kleine creatievrijheid, dus met kleine ingrepen à Eigen karakter • Wettelijke voorschriften toepasselijk op het voortbrengsel • Deze beperkingen leiden tot normalisatie van bepaalde eigenschappen die aldus gemeenschappelijk worden § à Creatievrijheid wordt niet beperkt door • De bekommernis zich aan te passen aan een algemene tendens inzake vormgeving of een modestijl à Hierdoor wordt juist de ontwerper in staat gesteld nieuwe vormen en nieuwe tendensen te ontdekken of vernieuwend te zijn in het kader van een bestaande tendens • Saturatie van de stand van de techniek à Als de sector al vol zit met ontwerpen, dat is geen reden dat dit de creatievrijheid beperkt § Hoe groter de vrijheid, hoe minder kleine verschillen volstaan voor een andere algemene indruk § Hoe kleiner de vrijheid hoe meer kleine verschillen een andere algemene indruk tot stand brengen
95
Intellectueel eigendomsrecht § §
JVD
2014-‐2015
In geval van een grote creatievrijheid is er sneller de conclusie dat modellen die geen significante verschillen vertonen een zelfde algemene indruk veroorzaken Bv. Kledingstuk wordt gekenmerkt door functionaliteit (het moet passen, wasbaar zijn, bestand zijn tegen regen, enz.); Toetsenbord PC; Sneller eigen karakter bij een paperclip dan bij dressoirkast
o Met de aard van het voortbrengsel waarop of waarin de tekening of het model wordt toegepast en met de bedrijfstak waarmee het verbonden is § Bv. Met betrekking tot wijzerplaten voor horloges werd geoordeeld dat zij bestemd zijn om op zichtbare wijze aan de pols te worden gedragen en dat de geïnformeerde gebruiker bijzondere aandacht zal besteden aan de verschijningsvorm ervan
•
De beoordeling van het eigen karakter gebeurt vanuit de ‘geïnformeerde gebruiker’ o è Hier is wel Rechtspraak van HvJ à Dit begrip bestaat uit 2 termen § Gebruiker à Dit is degene die het voortbrengsel waarop uw model zit gebruikt (eindgebruiker) à Bv. prof zet schoen op tafel met vraag of die eigen karakter heeft, wij zijn allemaal de gebruikers, wij gebruiken het voortbrengsel conform het doel van het voortbrengsel § Geïnformeerd à Gebruiker weet welk soort modellen er op de markt bestaan. Hij heeft een verhoogde kennis van de sector (weet wat de normale vormgeving is van de modellen, weet welke modellen er op de markt zijn, hij kan wel niet de technische kenmerken onderscheiden) à Dat is het geval. Als je schoenen koopt ben je geïnformeerd gebruiker, je gaat eens kijken in vitrine van de winkel of je kijkt eens rond op internet, je kijkt al een tijd uit voordat je een schoen koopt § Als rechter het eigen karakter gaat beoordelen moet hij altijd uitmaken wie de geïnformeerde gebruiker is. Hij moet die altijd eerst omschrijven (Bv. als vraag zich stelt of schoen eigen karakter heeft) moet hij kijken naar een bepaalde consument. Bv. consument die schoenen koopt en zich bevindt in een leeftijdscategorie tussen 18 en 26 jaar. Je kan ook meerdere geïnformeerde gebruikers hebben voor 1 voortbrengsel § HvJ moest zich ooit uitspreken over wat wij kennen als flippo’s à HvJ zei: “bejaarden zien niet het verschil tussen een chip en zo’n schijfje, als ze dat opeten: dramatische gevolgen”. Hier is de geïnformeerde gebruiker op te splitsen in 2 groepen, want in de eerste plaats heb je de consumenten die chips eten, maar in de tweede plaats is ook iemand die zich bezig houdt met marketing een geïnformeerde gebruiker want men gebruikt de flippo als promotieartikel à HvJ zei: zij zijn ook geïnformeerde gebruiker § Nu is het zo à Als je een voortbrengsel hebt waar je meerdere geïnformeerde gebruikers kan identificeren, moet je eigen karakter beoordelen vanuit oogpunt van iedere geïnformeerde gebruiker
96
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
è Als uit het oogpunt van 1 van hen er geen eigen karakter is, dan is het afgelopen. Eigen karakter moet er zijn in hoofde van iedere geïnformeerde gebruiker o Is gebruiker à Hij gebruikt het voortbrengsel in overeenstemming met de doelstelling ervan (overeenkomstig normale gebruiksfunctie) o Hij is geen § Fabrikant of verkoper van de voortbrengselen § Gemiddelde consument die geen enkele specifieke kennis bezit § Ontwerper of technisch expert o Hij is een ‘geïnformeerde’ gebruiker § Een tussencategorie tussen de gemiddelde consument uit het merkenrecht die geen specifieke kennis bezit en de merken in de regel niet rechtstreeks vergelijkt en de vakman met grondige technische deskundigheid § Hij is een gebruiker die in hoge mate aandachtig is à Hetzij door persoonlijke ervaring, hetzij door uitgebreide kennis van de sector • Aandachtsniveau à Hij is niet de redelijk geïnformeerde omzichtige en oplettende gemiddelde consument die een model als geheel waarneemt en niet op de verschillende details let, maar hij is ook niet de vakman die in detail de minieme verschillen die mogelijkerwijs tussen modellen bestaan kan onderscheiden • Hij kent de in de sector bestaande verschillende modellen • Hij bezit kennis met betrekking tot de elementen die deze modellen over het algemeen bezitten • Door zijn belangstelling voor de betrokken voortbrengselen geeft hij blijk van een vrij hoog aandachtsniveau bij gebruik • De geïnformeerde gebruiker weet wel niet welke aspecten van het uiterlijk technisch bepaald zijn §
•
•
•
De vergelijking van de geïnformeerde gebruiker o HvJ à Hij zal in de regel de betrokken producten rechtstreeks vergelijken § ßà Bij merkenrecht hanteert men een indirecte vergelijking o Niet is uitgesloten dat dergelijke vergelijking niet mogelijk is of in de sector ongebruikelijk is met name wegens de specifieke omstandigheden of kenmerken van de voortbrengselen waarop de modellen betrekking hebben: mogelijk is er dus een indirecte vergelijking vanuit een onvolmaakte herinnering Bij de vergelijking moet men uitgaan van de modellen zoals ingeschreven, maar men kan de daadwerkelijke producten in de vergelijking betrekken teneinde eerdere conclusies te bevestigen Wat de reeds ter beschikking gestelde modellen betreft kan het beeld ervan blijken uit een combinatie van elementen (grafische weergave/ afbeelding, een exemplaar van het model, omschrijving in Bv.. een factuur) o Het beeld van modellen die reeds bestonden mag je creëren door een combinatie van allerlei elementen omdat dat u dat oudere exemplaar niet in bezit zal hebben
97
Intellectueel eigendomsrecht •
•
•
•
•
•
JVD
2014-‐2015
De ‘geïnformeerde gebruiker’ kan bestaan uit verschillende groepen à Als bij één groep er eenzelfde algemene indruk ontstaat dan kan van een eigen karakter geen sprake zijn De beoordeling van het eigen karakter gebeurt rekening houdend met de wijze waarop het voortbrengsel wordt gebruikt à Die onderdelen die minder zichtbaar zijn hebben geen grote impact op de waarneming van de geïnformeerde gebruiker o Veel auteurs hopen dat het HvJ dit gaat veranderen o Gerecht zegt à Eigen karakter beoordeel je tijdens het gebruik van de voortbrengselen. Dit betekent dat je algemene indrukken beoordeeldt. Om deze te vormen kijk je naar het model terwijl het gebruikt wordt. Dit betekent dat bepaalde aspecten van het uiterlijk niet in ogenschouw genomen moeten worden bij de vraag wat de algemene indruk is, en of deze algemene indrukken hetzelfde zijn o Het gerecht moest ooit een antwoord geven op volgende zaak à Iemand had de motor van een grasmachine gedeponeerd, maar die motor bestond reeds. Gerecht zegt à Algemene indrukken die je nodig hebt bepaal je tijdens het gebruik van die motor, dus: je gaat achter grasmachine staan, als gebruiker zie je de bovenkant van de motor, eventueel de zijkanten, maar de achterkant zie je niet meer. Dus de algemene indruk wordt bepaald door boven-‐ en zijaanzicht, maar niet door achteraanzicht. Dus zaken die je niet ziet tijdens het gebruik mag je niet mee in ogenschouw nemen bij bepalen van algemene indrukken. Als verschilpunten zitten in zaken die je niet ziet à dan kunnen we dat niet mee in ogenschouw nemen o Deze bepaling is volgens prof een enorme draak door het feit dat je bij tekeningen en modellen nu veel aspecten gaat krijgen die je niet kan beschermen à Er zijn veel aspecten van vormgeving die je niet meer gaat kunnen beschermen. Net als Bv. de zool van schoen die je wil beschermen via tekeningen-‐ en modellenrecht. Maar tijdens gebruik zie je zool niet à Gevolg à Je kan hem niet beschermen. Hier zit dus duidelijk iets verkeerd Bij de beoordeling van het eigen karakter mag geen rekening worden gehouden met à Esthetische overwegingen, commerciële overwegingen (zoals prijs(bepaling)), aankoopmotieven, of het model wordt beschouwd als gebruiksvoorwerp of juweel/accessoire, de in het model opgeloste nadelen of diverse gebruiksmoeilijkheden van een ouder model, de vraag of een modetrend wordt gevolgd, het creatieproces, het commercieel succes, de erkenning bij het publiek, de bijdrage tot de sector van een model Er moet geen aandacht worden besteed aan gelijkenissen tussen modellen die verband houden met een beperking voor de ontwerper bij de ontwikkeling van het model De verzadiging van de stand van de techniek kan van die aard zijn dat de perceptie van de betrokken modellen door de geïnformeerde gebruiker wordt beïnvloed Ook bij beoordeling eigen karakter vergelijking tussen tekeningen en modellen behorend tot dezelfde sector à Men neemt aan dat je voortbrengselen uit dezelfde sector met elkaar moet vergelijken (Bv. gewone schoen wel met laars, maar niet met behangpapier) -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐ 98
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Toepassingsgevallen • Bv. Bestekhouder à Enveloppe waarin je lepel, vork en mes terugvindt à Bestekhouder was gedeponeerd als model, maar dit model had volgens X geen eigen karakter want: vroeger had je loonenveloppen en als je die vorm bekijkt, dan heeft deze bestekenveloppe juist dezelfde vorm dus geen eigen karakter o Rechter zei hier à Dat zijn andere sectoren, de bestekhouder moet je vergelijken met andere voortbrengselen uit de horeca-‐sector • Bv. Leggings à Rechter zei à Strakke legging niet vergelijken met een ruime pyjamabroek, maar eventueel wel met andere leggings • Bv. Nederhose à Lederhose in het leer, maar dan in het oranje. Vraag over eigen karakter: je neemt te weinig afstand van vormgevingserfgoed à Je gebruikt eigenlijk de reeds bestaande modellen • Bv. Tuinlampen die heel hard op mekaar leken à Geïnformeerde gebruiker is iemand die dat soort lichtpaaltjes koopt en in zijn tuin zet (dat zijn wij als studenten niet, maar mogelijks onze ouders wel) à Als we die geïnformeerde gebruiker hebben bepaald: kijken of paaltjes dezelfde algemene indruk hebben als deze die reeds bestonden. Hier mag je rekening houden met volledige uiterlijk omdat je die ziet als gebruik. Het eigene aan die paaltjes was à De eerste hadden mat glas, de nieuwe waren doorschijnend à Feit dat je hier de lampjes ziet zitten en dat die staan in een cirkel van 360° creëert dezelfde algemene indruk • Perforatie afvoergoot o Nieuwheid en eigen karakter zijn verbonden aan een model o De eisen van nieuwheid en eigen karakter moeten gerelateerd worden aan de bedrijfstak, de sector waarvoor het voortbrengsel is bestemd (douches en badkamers in woningen is andere sector dan o.a. douches sportfaciliteiten, industrie, agrarische sector, professionele keukens) • Raamposters o Eigen karakter vereist een duidelijk verschil o Bij beoordeling eigen karakter moet men uitgaan van de totaalindruk. Onbelangrijk is dat onderdelen deel uitmaken van het vormgevingserfgoed. Combinatie van dergelijke elementen kan eigen karakter bezitten o Voor beoordeling eigen karakter raamposters moet men kijken naar de markt van de feestartikelen à Men moet niet meer kijken naar de gebruiksfunctie om na te gaan met welke voortbrengselen men moet vergelijken
99
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Verhouding nieuwheid ten opzichte van het eigen karakter • è Men wil vermijden dat men bescherming kan krijgen voor iets dat voor verwarring kan zorgen. Het Gerecht zegt dat indien er verschillen zijn ten opzichte van wat we reeds kennen en men heeft nieuwheid, dan wil dit niet automatisch zeggen dat er eigen karakter is o Omgekeerd zegt het Gerecht, is het zo dat indien men eigen karakter heeft dat dit vastgesteld wordt op basis van objectieve verschilpunten, die voldoen om eigen karakter te hebben dan betekent dit niet automatisch dat er nieuwheid is o Het eigen karakter is de zwaardere toets o De nieuwheid is dus van ondergeschikt belang geworden • Een andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker kan enkel gebaseerd zijn op het bestaan van objectieve verschillen tussen de conflicterende modellen • Die verschillen moeten dus volstaan om te voldoen aan de voorwaarde van nieuwheid • De voorwaarden van nieuwheid en eigen karakter overlappen elkaar dus in zekere mate • Indien twee modellen een andere algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker wekken, dan kunnen deze modellen niet worden geacht identiek te zijn voor de beoordeling van de nieuwheid van het jongere model • Het is mogelijk dat de in het kader van de nieuwheid vastgestelde verschillen tussen de conflicterende modellen, vooral wanneer zij gering zijn, niet volstaan om bij de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk te wekken Tekeningen en modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld • Publiek = Iets is publiek, bij inschrijving of op enigerlei andere wijze à Wat men moet nagaan is of het model ter kennis is gekomen van de ingewijden in de economische sector in de EER of de EU à Een aantal bemerkingen zijn op hun plaats o Wie zijn ingewijden à Het begrip kent men nog niet en heeft men nog niet gedefinieerd. Het zijn niet de geïnformeerde gebruikers. Het gaat om een heel ruime groep van gebruikers die in aanraking komt met het voorwerp waarover het gaat o Het is vereist dat die kennis ergens bestaat (zoals Benelux) à Dit brengt mee dat men geen bescherming krijgt waar het niet gekend is. Kennis in Frankrijk neemt eventueel de nieuwheid weg in de Benelux o De oorsprong van de kennis kan dateren van buiten de EU à Modellen die niet verhandeld zijn kunnen evenwel het nieuw/eigen karakter wegnemen • Dit is het geval wanneer zij o Gepubliceerd na inschrijving o Op andere wijze gepubliceerd o Tentoongesteld o In handel gebracht o Anderszins (Bv. mondeling) openbaar gemaakt o Tenzij deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs niet voor de depot-‐ of voorrangsdatum ter kennis kon zijn gekomen van ingewijden in de betrokken sector die in EU of EER werkzaam zijn (bewijs door hem die bescherming zocht)
100
Intellectueel eigendomsrecht • • • •
• • •
• • •
•
JVD
2014-‐2015
Geen beschikbaarheid à Kennisgeving in EU of EER maar buiten kring ingewijden in de betrokken sector Wel beschikbaarstelling à kennisgeving buiten EU of EER, maar kennis bij ingewijden in de betrokken sector in de EU of EER è Geen universele nieuwheid Situaties waar geen beschikbaarstelling voor het publiek o Louter omdat het onder uitdrukkelijke of stilzwijgende voorwaarde van geheimhouding aan een derde is bekendgemaakt Ingewijden = Eenieder die deel uitmaakt van de betrokken sector (Bv. ontwerper, vaklieden, beroepskringen, verkopers en gebruikers) = Collectief geheugen o Model verdwenen uit collectief geheugen is geen belemmering Sector = Beroepskring die zich met dezelfde tak van handel of nijverheid bezighoudt (bepaald via model en voorwerp waarop of waarin model zich bevindt evenals via sector waarin voortbrengsel circuleert) Bekendheid (kennis) is niet vereist in gehele EU of EER Herkomst bekendheid onbelangrijk Bij beoordeling nieuwheid en eigen karakter houdt men geen rekening met volgende openbaarmaking o Beschikbaarstelling is geschied door ontwerper, zijn rechtverkrijgende of een derde op grond van door de ontwerper of diens rechtverkrijgende gestelde (positieve) handelingen binnen 12 maanden voorafgaand aan depot-‐ of voorrangsdatum § Dit betekent concreet dat indien men een model wil beschermen men het eerst moet deponeren en dan pas op de markt brengen (je eigen model neemt de nieuwheid weg) à Nochtans willen producenten eerst proberen of het goed in de markt kan komen. Er wordt een termijn van respijt toegekend. Indien men een model heeft ontworpen dan staat men toe dat men dat model op de markt brengt en dan gaat men een termijn van respijt geven. Binnen de twaalf maanden moet men dan een depot nemen (Termijn van respijt à Doel onder andere testen) o Beschikbaarstelling ten gevolge van misbruik (Bv. diefstal of spionage) binnen 12 maanden voorafgaand aan depot-‐ of voorrangsdatum § Er wordt nog een tweede gratieperiode voorzien in situaties van misbruik. Indien het model tegen de wil van de ontwerper ter beschikking wordt gesteld voor het publiek. Indien dit gebeurt, is er sprake van misbruik (bedrijfsspionage, diefstal) en dan kan men binnen 12 maand nog zelf deponeren è Of er sprake is van een ter beschikking stellen van het publiek is een feitelijke beoordeling
101
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
De bescherming van onderdelen • Onderdeel (samenstellend deel) is bestemd om tot samengesteld voorwerp te worden samengesteld • Samengesteld voortbrengsel = voortbrengsel dat uit meerdere onderdelen bestaat die vervangen kunnen worden zodat het voortbrengsel uit elkaar gehaald en in elkaar gezet kan worden o Samengesteld voortbrengsel = (de)monteerbaar voortbrengsel § Bv. auto, lamp (voet + lampenkap), huishoudelijke apparaten) § Niet à Computer bestaande uit scherm, toetsenbord en muis • Onderdelen kunnen afzonderlijk in de handel worden gebracht (eigen markt) o Bv. onderdelen à Bumpers, grilles, auto-‐onderdelen in het algemeen • è Voor bescherming onderdelen à Zij moeten nieuw + eigen karakter + het onderdeel moet, bij verwerking in het samengestelde voortbrengsel, bij normaal gebruik van het voortbrengsel zichtbaar zijn o Men kan ook onderdelen beschermen à De klassieke voorwaarden moeten vervuld zijn à Er zijn twee bijkomende voorwaarden à Indien men ze wil beschermen moeten zij zichtbaar zijn en zichtbaar blijven tijdens het gebruik van het samengestelde voorwerp § Alles onder de motorkap kan men dus niet beschermen à Geen bescherming interne delen § Het gebruik is het normale gebruik conform de doelstellingen van het samengesteld voortbrengsel. De zichtbaarheid is van belang omdat op die manier een groot deel van de producenten geen bescherming kan krijgen • Bv. Printsector à Printers zijn niet veel geld waard. De inkt is het duurst. Vullingen moeten beschermd raken maar men kan het niet zien tijdens het gebruik dus ze raken niet beschermd à Dit kan dan eventueel via het auteursrecht § Die onderdelen moeten bovendien in hun zichtbare aspecten nieuwheid en eigen karakter bevatten. Men kan enkel beschermen wat men ziet op een bepaald ogenblik. • De geïnformeerde gebruiker moet bepaald worden tijdens het normale gebruik van het samengesteld voortbrengsel waarin het onderdeel geïncorporeerd is • Beoordeling eigen karakter moet gebeuren tijdens het normale gebruik van het samengestelde voortbrengsel, en dit door de uiteindelijke gebruiker o Normaal gebruik = gebruik door eindgebruiker (geen onderhoud of reparatie) o Er moet bij normaal gebruik geen zichtbaarheid te allen tijde • De zichtbare kenmerken van het onderdeel tijdens het genoemde gebruik moeten op de geïnformeerde gebruiker een andere algemene indruk wekken: dit brengt mee dat niet alle delen van het onderdeel zichtbaar zullen zijn tijdens dit gebruik en mee de algemene indruk zullen bepalen o De beoordeling van welke onderdelen van de verbrandingsmotor zichtbaar blijven moet gebeuren vanuit het gebruik van de grasmachine door de gebruiker ervan: tijdens normaal gebruik staat de machine op de grond, en de gebruiker van een grasmachine staat tijdens dit gebruik recht achter de grasmachine; de beoordeling gebeurt dus vanuit de hoogte en in hoofdzaak de bovenzijde wordt waargenomen; de bovenzijde is dus determinerend voor de algemene indruk van de motor
102
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Problematiek reparatieonderdelen o Reparatieonderdelen = Dit zijn onderdelen die niet alleen technisch moeten passen, maar waarvan uiterlijk ook volledig identiek o è Het moet identiek aan origineel (must match-‐ onderdeel) o Reparatie-‐onderdelen zijn van belang bij autoproducenten à Zij deponeerden hun volledige wagen als model en bovendien ook de reparatie-‐onderdelen à Bepaalde onderdelen werden ook gedeponeerd à Op basis van het modellenrecht kan men niet optreden tegen iemand die onafhankelijk werkt en zo tot zijn reparatie-‐onderdeel komt à Het depot blijft evenwel belangrijk om tegen de concurrent op te treden (Bv. Peugeot, er komt een Volvo op de markt met dezelfde deuren) o In Benelux kan je onderdeel deponeren, maar het kan het niet beschermd worden als reparatieonderdeel (geen verzet mogelijk tegen productie, verkoop en ander gebruik voor reparatiedoeleinden)
Uitgesloten van bescherming • (1) Wanneer de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel uitsluitend door een technische functie worden bepaald (technische functie kan uitsluitend door de vorm worden bereikt à Geen alternatieven) o Indien men evenwel een uiterlijk heeft waarvan bepaalde onderdelen technisch bepaald zijn, dan kan men wel bescherming krijgen voor die onderdelen die niet technisch bepaald zijn, indien men alternatieven op de markt vindt om de vormgeving mee te bepalen o Nederland doet evenwel moeilijk en men kijkt niet naar de alternatieven o Bij ons is er een dubbele toets § (a) Wordt door kenmerken technische functie bereikt § (b) Kan deze functie uitsluitend door deze kenmerken worden bereikt § = Resultaatgerichte leer ßà Er zijn ook aanhangers van de apparaatgerichte leer (alternatieven spelen geen rol) • (2) Wanneer de uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel noodzakelijkerwijze in precies dezelfde vorm en afmetingen moeten worden gereproduceerd om het voortbrengsel waarin de tekening of het model verwerkt is of waarop het toegepast is, mechanisch met een ander voortbrengsel te kunnen verbinden of om het in, rond of tegen een ander voortbrengsel te kunnen plaatsen, zodat elk van beide voortbrengselen zijn functie kan vervullen (must fit-‐ elementen) o Verbindingsstukken à Het gaat om een voortbrengsel dat het mogelijk maakt dat twee andere producten hun functie kunnen vervullen à Bv. De koppeling tussen een stofzuiger en een stofzuigerslang o Op die uitzondering bestaat ook een uitzondering à Tekening die of model dat tot doel heeft binnen een modulair systeem de meervoudige samenvoeging of verbinding van onderling verwisselbare voortbrengselen mogelijk te maken = Toch bescherming (Bv. lego, duplo, enz.) • (3) Tekeningen en modellen die strijdig zijn met de openbare orde of goede zeden
103
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
B. Het Beneluxmodel – Beschermingsformaliteiten Hoe verkrijgt men bescherming? • Door inschrijving van een depot o Depot verricht bij BBIE (Benelux-‐depot) o Depot bij Internationaal Bureau voor de Bescherming van de Industriële Eigendom te Genève (internationaal depot) Beneluxdepot • Te Brussel (DIE) of te Den Haag (BBIE = BeneluxBureau Intellectuele Eigendom) o Elk van de Benelux-‐landen heeft iets gekregen à Benelux gerechtshof in Luxemburg, BBIE in Den Haag, administratieve diensten in Brussel o Eerste mogelijkheid is om dit in te dienen bij BBIE à Sinds enkele jaren kan dit allemaal elektronisch/via de website o Tweede mogelijkheid is om Beneluxdepot te doen via FOD economie (dienst voor intellectuele eigendom) à Zij houden zich onder andere bezig met depot, maar ook met het maken/wijzigen van wetgeving § Als je in Brussel deponeert zal men uw dossier doorsturen naar Den Haag. Want dat is het modellenbureau • Onderzoek vormvereisten o Als uw dossier daar toekomt, gaat men dit enkel nakijken op vormvereisten à Depot = Invullen van standaardformulieren waar je tekeningen bijvoegt. Dit gaat men in Den Haag nakijken (zijn alle gegevens aanwezig, waarvoor wilt u bescherming, zijn de bijgevoegde afbeeldingen in orde,…) • Depotdatum o Als de formaliteiten vervuld zijn krijg je een depotdatum. Deze is zeer belangrijk want dit is het startpunt van je bescherming. Je kan pas optreden tegen inbreuken wanneer uw depot is ingeschreven in een register, dat is een volgende stap. Door de depotdatum heb je nieuwheid en eigen karakter verworven, iemand die later iets soortgelijk deponeert zal niet aan die vereisten voldoen • Centralisatie te Den Haag (BBIE) • Geen inhoudelijk onderzoek à Uitgezonderd openbare orde & goede zeden o Enige waar men nog naar moet kijken is strijdigheid met openbare orde/goede zeden à Men heeft op basis van dit argument nog maar 2x iets gewijzigd à Men kijkt hier dus wel naar, bureau kan wel vaststellen dat iets strijdig is, maar bureau zelf kan niet weigeren. Ze zullen eerst vragen aan indiener om het zelf terug in te trekken zodat ze later niet meer moeten weigeren. Ze kunnen wel weigeren de volgende stap te nemen • Inschrijving in register o Dan schrijft men uw depot in in het register à Vanaf die inschrijving heb je bescherming en kan je optreden tegen inbreuken • Publicatie inschrijving o Die inschrijving wordt gepubliceerd. Dit betekent dat bij een Beneluxmodel geen controle is op nagaan van de beschermingsvoorwaarden o Men is zeer laks ten aanzien van openbare orde/goede zeden
104
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
•
JVD
2014-‐2015
o Gevolg in de praktijk à Iemand die beschuldigd wordt van inbreuk op basis van een ingeschreven model gaat altijd als verweer aanvoeren ‘model beantwoordt niet aan de beschermingsvoorwaarden’ à Dus in praktijk gaat de rechter de waarde van een model beoordelen omdat er geen voorafgaandelijke controle is. Het is de bedoeling dat deze inschrijving en depotdatum in de toekomst op 1 en dezelfde dag gebeurt Men kan opschorting publicatie vragen met max. 12 maanden (vanaf depot-‐ of voorrangsdatum) o Een van de vakjes op depotformulier is of je opschorting van publicatie wilt met 12 maanden o Ratio à Je moet snel deponeren, het kan zijn dat jij iets maakt, en dat iemand onafhankelijk van u iets soortgelijk maakt. Als die laatste eerst deponeert, speelt dat in uw nadeel o Praktijk à Door snel deponeren gaat men vaak dingen deponeren die slechts prototypen zijn à Men gaat dus deponeren op het moment dat er nog niet geproduceerd wordt. In het verleden gebeurde het vaak dat de namaak voor het origineel product op de markt was à Daarom gaat men deponeren en opschorting van publicatie vragen met 12 maanden o Dit betekent dat je een depotdatum krijgt, dit depot wordt ook al ingeschreven, maar er is nog geen publicatie van inschrijving (dit is in een register dat online terug te vinden is) à Derden worden nog niet op de hoogte gebracht van het feit dat u iets hebt gecreëerd. Het zijn dus nog ‘geheime depots’ à Zo wil men verhinderen dat er eerst namaak op de markt komt voor uw originele product o Als je opschorting wilt zal je iets meer moeten betalen Ook opschorting publicatie bij tekeningen-‐ en modellen strijdig met openbare orde en goede zeden o Als bureau vaststelt dat er een probleem is hiermee, dan vragen ze u het depot in te trekken. Doet u dat niet à Dan zegt bureau: wij gaan uw model niet deponeren, als u het niet vrijwillig intrekt, zou men in principe het dossier moeten doorgeven aan het openbaar ministerie met de vraag een procedure te beginnen om te weigeren het merk in te schrijven/inschrijving uit register uit te halen Recht van voorrang (6 maanden) o Komt ook terug bij octrooien, merken o Bv. je hebt een model (nieuwe koffiezet), vormgeving ga je beschermen en je deponeert in Benelux, maar je bent ook actief in Portugal, Duitsland, Spanje,… o Depotdatum is belangrijk voor bepaling van nieuwheid en eigen karakter à In praktijk betekent dit dat als je in meerdere landen bescherming wil, je op dezelfde datum overal zou moeten deponeren (Benelux, Frankrijk, Portugal,…). Dit is in de praktijk niet mogelijk, het is een wereld met uur verschil + praktisch onmogelijk dat op dezelfde dag klaar te krijgen o Daarom à Recht van voorrang in internationale overeenkomst (Unieverdrag van Parijs waarbij meer dan 180 landen lid zijn) à Als je model hebt en je deponeert in 1 lidstaat (Bv. Frankrijk), dan begint een recht van voorrang te lopen. Voor modellen geldt dit 6 maanden. Als u in die periode van 6 maanden deponeert in andere lidstaten van het
105
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Unieverdrag van Parijs, dan doet men alsof die hebben plaatsgevonden op de datum van uw eerste depot, zijnde in Frankrijk o Als je vandaag (27 maart) deponeert in Frankrijk, als je 27 juni deponeert in Benelux, dan doen we hier alsof je eigenlijk gedeponeerd hebt op 27 maart à Dit doet men omdat dan alles wat gebeurt tussen uw eerste depot en uw latere depot, de nieuwheid niet meer kan aantasten Internationale depots • Je kan ook in Benelux bescherming krijgen via het internationaal depot à Hier ga je ook een model deponeren, maar op een ander formulier, namelijk een internationaal formulier. Hierin moet je ook aangeven wie u bent, wat u wil beschermen, je voegt hier ook foto’s bij,…Je moet de landen aanduiden waar je bescherming wil à Dit internationaal depot is geregeld door de overeenkomst van ’s-‐Gravenhage, die wil een centralisatie van aanvragen/depots creëren. Ze wil het mogelijk maken dat je bescherming aanvraagt in verschillende landen, door maar 1 aanvraag (en dus niet meer deponeren in Benelux, Duitsland,…) o Schikking van ‘s-‐Gravenhage (28 november 1960) à Centralisatie aanvraag • Rechtstreeks bij Internationaal Bureau o Dit formulier moet je rechtstreeks indienen bij internationaal bureau voor intellectuele eigendom (WIPO-‐OMPI) à Bij WIPO kijkt men naar vervulling van formaliteiten, je krijgt een depotdatum, en dan zendt men uw aanvraag naar alle landen waar u bescherming wil. WIPO doet zelf geen inhoudelijk onderzoek maar is als het ware een doorgeefluik § Als je Bv. Benelux hebt aangeduid komt uw dossier aan in Den Haag waar ze gaan kijken of alles formeel in orde is à Zo ja: à Inschrijving in register van internationale modellen (ßà Benelux-‐ register) • Vanaf dat ogenblik is uw model onderworpen aan de Benelux-‐wetgeving en stopt het internationale verhaal. Dat internationale systeem maakt het enkel mogelijk om via een eenvoudige procedure de procedure te starten in die landen waar u bescherming wil. Als er in een bepaald land wel een specifieke procedure is om na te gaan of uw model een nieuw karakter enz. heeft, moet de procedure in dat land wel doorlopen zijn à Het kan dat je in 1 land geen bescherming krijgt, en in andere wel De toetreding van de EU tot de Akte van Genève van de Schikking van ‘s-‐ Gravenhage betreffende het internationaal depot van tekeningen of modellen van nijverheid (1999) • Enige dat moet gekend zijn à Basisovereenkomst van ’s-‐Gravenhage (Den Haag) van 1960, maar intussen hebben we ook het Europees model o Probleem was dat de EU niet kon toetreden tot dat systeem à Dus men heeft nieuwe overeenkomst moeten maken (akte van Geneve) die toeliet aan regionale organisaties om toe te treden tot zo’n overeenkomst à EU kan dus nu als organisatie toetreden tot dat systeem van ’s Gravenhage à Vereenvoudiging depotformaliteiten
106
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Duur bescherming • Volledig geharmoniseerd • 5 jaar vanaf depotdatum • 4 x verlengbaar à Dus max. 25 jaar à Telkens je verlengt betaal je een vernieuwingstaks • (nieuwe duur geldt vanaf 28 oktober 2001) • Einde duur modelrecht belet niet verdere bescherming door het auteursrecht • Vernieuwing door betaling in periode van jaar voor verstrijken inschrijving of binnen 6 maanden na dit verstrijken o Je kan vernieuwen voor uw bescherming vervalt (vanaf 1 jaar voor verstrijken beschermingstermijn) o Je kan ook vernieuwen als uw bescherming al vervallen is à Je hebt een periode van 6 maanden na de 5 jaar om te vernieuwen, als je dat binnen die periode doet krijg je een retroactieve vernieuwing à Dan betaal je een extra taks boven uw hernieuwingstaks • Vernieuwing werkt steeds vanaf verstrijken beschermingsduur • Zelf agenda bijhouden daar men zich niet kan beroepen op niet-‐verzenden of niet-‐ ontvangen van kennisgeving BBIE o Voor vernieuwingen moet je zelf een agenda bijhouden, normaal krijg je wel een bericht van het bureau, maar als men wegens een administratieve fout je niet verwittigt kan bureau niet aansprakelijk worden gesteld wegens niet verwittigen over beëindigen beschermingstermijn C. Het Beneluxmodel – De rechthebbende Hij die deponeert • Je moet kijken naar wie er mag deponeren à Diegene die deponeert is degene die de rechten heeft, en hem beschouwt men dus als rechthebbende Wie mag deponeren? à De ontwerpers • Werkelijke ontwerper (hij die inspanning levert tot creatie) of rechtsopvolgers o Die niet gebonden is door arbeidsovereenkomst of opdracht o Hij die inspanning levert tot creatie o Wat als er meerdere ontwerpers? à Wie is daadwerkelijk mede-‐ ontwerper en hoe worden rechten uitgeoefend? à Niets in Beneluxregeling • Werkgever of opdrachtgever = Als ontwerpers beschouwd o Werkgever wordt als ontwerper beschouwd als § Model gecreëerd wordt in uitoefening functie (restrictieve interpretatie à Band tussen model en taak) § Er geen andersluidend beding is o Opdrachtgever wordt als ontwerper beschouwd wanneer § Als iets gebeurt in opdracht (Bv. vormgeven aan een product), dan gaan we de opdrachtgever beschouwen als ontwerper à Hij mag deponeren à Maar 1 voorwaarde à Opdracht wordt gegeven met het oog op het gebruik in handel en nijverheid van het voortbrengsel waarvoor de vormgeving wordt gemaakt
107
Intellectueel eigendomsrecht § §
§
JVD
2014-‐2015
Dit betekent dat opdrachtgever enkel gerechtigd is tot het depot als hij opdracht heeft gegeven voor design van het product om dat product gecommercialiseerd op de markt te brengen Zaak bij Benelux-‐gerechtshof à Iemand had in opdracht een beursstand gemaakt à In veel van die beursstanden zit heel wat kennis/know-‐how à De ontwerper had die in opdracht gemaakt, vraag was wie de rechten had à Hier zei men: beursstand is niet iets dat je commercialiseert, je gebruikt het 1x per jaar en dan stopt het Dus het moet gaan om een product dat je gaat fabriceren en vervolgens gaat verspreiden
Wat als iemand ten onrechte deponeert? à Opeising of nietigverklaring mogelijk • Als werknemer deponeert in eigen naam achter de rug van de werkgever à Of Bv. je laat iets zien aan iemand, en die andere persoon deponeert dat gauw te kwader trouw à Gebeurt veel in de praktijk: veel spionage en overkopen van werknemers om te zien wat concurrentie doet • Opeising o è Je kan een vordering instellen waarbij je vraagt dat het depot dat ten onrechte gebeurd is, dat dat depot op uw naam geschreven wordt o Dergelijke vorderingen kunnen enkel bij een rechtbank (Koophandel) worden ingesteld o Opeisen Benelux-‐depot of rechten voortvloeiend voor Benelux uit internationaal depot o Binnen 5 jaar te rekenen van datum publicatie inschrijving depot o Vordering moet binnen de periode van 5 jaar zijn ingesteld (er moet nog geen resultaat zijn) § Maar er dient geen uitspraak te zijn binnen die 5 jaar o Kwade trouw deposant irrelevant o Vordering moet worden ingeschreven bij BBIE (wel geen sanctie) o Wet à Bescherming tegen vrijwillige doorhaling of afstand, gebruikt als wapen tegen opeising à Dergelijke doorhaling of afstand heeft geen werking tegen ontwerper als opeising gebeurt binnen 1 jaar na publicatie doorhaling of afstand, en binnen de vermelde periode van vijf jaar § Iemand kan gauw zijn inschrijving uit het register halen, dan heb je niets meer om op te eisen want dan is er geen bescherming meer à Als iemand afstand doet, zodoende dat een ander geen opeising kan doen, dan heeft die afstand geen gevolg voor diegene die de opeising wil doen à Die vordering tot opeising moet je dan doen binnen het jaar van publicatie van de doorhaling of afstand (dit wordt ook gepubliceerd in het register) à Dus dan moet je termijn van 5 jaar ook respecteren! Hier geldt dus eigenlijk een dubbele termijn § Rechten van derden (Bv. licentienemer) worden veilig gesteld à Voor hen die tussen doorhaling of afstand en moment inschrijving vordering tot opeising te goeder trouw exploiteerden, worden de geëxploiteerde voortbrengselen met zelfde uiterlijk, of die op
108
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekken, als rechtmatig in het verkeer gebracht beschouwd • Bv. X stelt vast dat Y ten onrechte heeft gedeponeerd en gaat Y dagvaarden à Y haalt gauw zijn inschrijving uit het register waardoor er geen bescherming meer is • Concurrent Z gaat snel producten op de markt brengen die een kopie zijn van het nu niet meer beschermde model. Het kan dat er producten op de markt worden gebracht in de periode tussen het doorhalen van de inschrijving en uw vordering à Vraag is of je hier iets tegen kan doen? • à Hier gaat men de derde beschermen, want kan goed zijn dat die ter goeder trouw zijn à Hier kan je dus als modelhouder niets tegen doen à Het zijn dan producten die voor X namaak zijn, maar waartegen hij niets kan doen
•
Nietigverklaring o Als opeisingsperiode voorbij is kan je nog steeds de nietigheid van inschrijving vragen bij de rechtbank à Maar dan is er geen recht meer, zowel voor jezelf als voor de ander o Nietigverklaring van ten onrechte verricht depot of rechten voortvloeiend uit internationaal depot voor Benelux kan te allen tijde o Via vordering voor rechter à Kan ten allen tijde o Vordering kan enkel worden ingesteld door ontwerper (echte, of werkgever of opdrachtgever)
Cumulatie van bescherming • Via auteursrecht • Via andere beschermingssystemen • Cumulatie auteursrecht en modellenrecht o è Grote probleem is dat auteursrecht en modellenrecht in de handen van twee verschillende personen kan komen à Bv. Auteursrecht: echte auteur (niet werkgever) krijgt rechten ßà modellenrecht: werkgever/opdrachtgever kan deponeren o Zijn twee los van elkaar bestaande rechten o Art. 3.28 BVIE bevat vermoedens in verband met houderschap rechten (men wil beide rechten zoveel mogelijk in zelfde handen) § è Als je model hebt ontworpen en je geeft iemand anders de toestemming om te deponeren (Bv. omdat je zelf niet de financiële middelen hebt laat je je uitkopen), dan gaat die persoon ook het auteursrecht hebben à Dit is een onweerlegbaar vermoeden § Geen overdracht voor andere toepassingen § è Vermoeden dat deposant houder is van auteursrecht (geldt slechts ten opzichte van derden en weerlegbaar vermoeden voor auteur) à Echte auteur of zijn rechthebbende kan steeds tegendeel bewijzen • Vermoeden geldt slechts voor toepassing creatie op het model
109
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Overdracht auteursrecht houdt overdracht modelrecht in, en omgekeerd • Overdracht auteursrecht uit hoofde BVIE en geldt slechts voor auteursrecht toegepast op het model • Overdracht modelrecht onder levenden moet schriftelijk + inschrijving bij BBIE o Art. 3.29 à Wie bezit auteursrecht als werkgever of opdrachtgever de ontwerper van het model is? § De werkgever of opdrachtgever, behoudens andersluidend beding § Het gaat slechts over auteursrecht toegepast op het model §
D. Het Beneluxmodel – De toegekende rechten De rechten op een tekening of model à Opmerking • Het rechtscheppend moment in het tekeningen-‐ en modellenrecht is de inschrijving van het depot à Pas vanaf dan uitoefenen • Rechten volledig geharmoniseerd • Verbodsrechten en exclusieve rechten è Houder kan zich verzetten tegen het gebruik zonder zijn toestemming van een voortbrengsel waarin zijn tekening of model is toegepast of verwerkt en dat hetzelfde uiterlijk vertoont dan wel bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, rekening houdend met de vrijheid van de ontwerper • Gebruik = vervaardigen, aanbieden, in handel brengen verkopen, leveren, verhuren, invoeren, uitvoeren, tentoonstellen, gebruiken, voor één van de genoemde handelingen in voorraad hebben o Bv. je deponeert een schoen en iemand maakt dit na (= vervaardigen) o Bv. iemand verkoopt namaak in zijn winkel (= aanbieden) o Bv. namaak importeren en vervolgens in de omloop brengen (= in de handel brengen) o Bv. je stelt op een beurs namaak ten toon (= tentoonstellen) • Inbreuk criterium à Er is namaak als o Hetzelfde uiterlijk o Uiterlijk dat bij geïnformeerde gebruiker geen andere visuele algemene indruk wekt (geen verwarringsgevaar vereist) § Rechter zal moeten nagaan wie de geïnformeerde gebruiker is, en kijken of die namaak eenzelfde algemene indruk maakt als het oorspronkelijke voorwerp • Vergelijking tussen 2 concrete modellen (vergelijking met beschermde model zoals ingeschreven!) • Vergelijking modellen in hun geheel (niet toespitsen op details)
110
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Hoge Raad, 31 mei 2013 (IEF 12714 en IEPT20130531 (Apple t/ Samsung)) o Er is een band tussen de voorwaarde van het eigen karakter en de beschermingsomvang indien vaststaat dat een model geldig is, is de beschermingsomvang daarvan § (1) Afhankelijk is van de afstand die bestaat tussen het model en eerdere soortgelijke modellen, en § (2) Ten opzichte van latere modellen niet groter is dan de afstand die bestaat tussen het model en eerdere soortgelijke modellen o è Is in België niet bindend à Als u een inbreukvraag moet beantwoorden moet je bij model eerst kijken hoeveel afstand het neemt van wat we reeds kennen, en dan beschermingsomvang van het model bepalen à Je mag niet gewoon 2 zaken met elkaar vergelijken o Dit betekent concreet dat men geen rekening mag houden met aspecten van beschermde model die reeds voordien bestonden
•
Probleem à Vertrekken vanuit een concreet voorwerp waarop of waarin model zich bevindt? o Gelet op feit dat de beoordeling geschiedt vanuit oogpunt geïnformeerde gebruiker à Hij relateert tekening of model aan een voortbrengsel of bedrijfstak à Hij is geïnformeerd met betrekking tot tekeningen en modellen in een bepaalde productmarkt o Algemene indruk kan alleen bepaald worden in relatie met de aard van het product of de relevante industriële sector waartoe het product behoort o Bv. je hebt ruit van Burberry ontwikkeld, je brengt kleding op de markt met die ruit: schoenen, paraplu, handtassen à Maar als iemand behangpapier op de markt brengt met die ruit is vraag of je kan optreden tegen het toepassen van dit dessin op het behangpapier à Dit is nog niet uitgeklaard § Meerderheid in rechtsleer neemt aan dat je enkel kan optreden tegen voortbrengselen binnen dezelfde sector
•
Bij beoordeling inbreuk moet rekening worden gehouden met de vrijheid van de ontwerper bij het ontwikkelen van zijn model (Bv. toetsenbord PC) o Als je weinig creatievrijheid hebt ga je met kleine verschillen geen namaak hebben want met kleine wijzigingen ga je een andere algemene indruk geven ßà Bij veel creatievrijheid gaan luttele kleine verschillen wel namaak uitmaken Beoordeling inbreuk vanuit het oogpunt van de geïnformeerde gebruiker à Hij heeft verhoogde kennis, en dus is er minder snel inbreuk (ziet sneller verschilpunten) Geïnformeerde gebruiker: een inkoper bij een sausfabrikant of een medewerker van een horecabedrijf Letten op alle zijden die bij normaal gebruik zichtbaar zijn à Daaronder valt niet alleen het vooraanzicht, maar ook het bovenaanzicht en zijaanzicht Geen inbreuk: bij de dispenser van verweerder zijn, in tegenstelling tot het model van eiser, de dikke cilinder met de ruimte voor de sausbokaal en de dunne cilinder met het spuitelement niet opgenomen in één behuizing
111
•
• • •
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
E. Het Beneluxmodel – De beperkingen van de toegekende rechten • Handelingen in particuliere sfeer en voor niet-‐commerciële doeleinden (Bv. eigen en persoonlijk gebruik) • Handelingen voor experimentele doeleinden • Handelingen bestaande in de reproductie ter illustratie of ten behoeve van onderwijs à Uitzondering voor opleiding designer: hier heeft men het mogelijk gemaakt voor mensen in opleiding om bestaande modellen na te maken • Uitzondering in verband met (lucht)vaartuigen • Problematiek reparatieonderdelen o Reparatieonderdelen kunnen wel gedeponeerd worden, maar je kan niet optreden tegen onafhankelijke producenten à Bv. je kan optreden tegen iemand die een auto maakt waarin uw deur ook zit, maar je kan niet optreden tegen iemand die ter reparatie hetzelfde onderdeel aanbiedt • Communautaire uitputting • Recht van voorgebruik Communautaire uitputting • Hier niet kennen à Uitgebreid behandeld bij merkenrecht Recht van voorgebruik • Modelhouder kan niet optreden wanneer vóór depot-‐ of voorrangsdatum in Benelux voortbrengselen werden vervaardigd (of begin uitvoering van het voornemen tot vervaardiging) die niet bekend werden en die hetzelfde uiterlijk vertonen of dezelfde algemene indruk verwekken (uitzondering is invoer in Benelux: steeds verboden) o Bv. Je ontwerpt een fles/schoen, op moment dat je een aanzet geeft tot vervaardiging is er iemand die hetzelfde model deponeert à Vraag is of het dan mogelijk is dat diegene die na u gedeponeerd heeft, dat hij iets tegen u doet, hoewel u het model eerst ontwikkeld had à Hij kan niet tegen u optreden. Iemand die eerst iets ontwikkeld heeft en vervaardigd heeft (maar nog niet op de markt heeft gebracht), die moeten we beschermen, die mag dan later niet een verbod krijgen van diegene die wel deponeert à Het niet deponeren mag niet tegen u spelen. • Recht van voorgebruik komt toe o Aan hem die vervaardigde o Aan hem die begin maakte met uitvoering van zijn voornemen tot vervaardiging (= nodige voorbereidingen treffen voor daadwerkelijke en wezenlijke vervaardiging) § Bv. standaardmodel of aanschaffen grondstoffen • Komt wel enkel toe als genoemde handelingen binnen Benelux plaatsvonden • Handelingen moeten ook te goeder trouw zijn gesteld (geen kennis bezitten van later gedeponeerd model) • Voorgebruiker bezit geen (verbods)recht (of vordering tot schadevergoeding) o Hij heeft geen eigen recht à Je kan recht van voorgebruik niet commercialiseren en op basis daarvan zeggen tegen anderen ‘nu krijg je een licentie’ à Je hebt enkel een bescherming tegen een vordering op namaak
112
Intellectueel eigendomsrecht • •
•
JVD
2014-‐2015
Voorgebruiker kan geen licenties verlenen Overdracht recht van voorgebruik kan slechts tezamen met bedrijf waarin handelingen plaatsvonden die tot voorgebruik leidden o Je kan het wel overdragen, maar enkel samen met je onderneming à Je kan het recht van voorgebruik op zich niet overdragen. Moet altijd gebeuren samen met bedrijf waar je een aanzet hebt gedaan tot vervaardiging Het recht van voorgebruik is een onzichtbaar recht à Het is nergens geregistreerd of gepubliceerd o Het is soms ook gevaarlijk à Bv. Je ontwikkelt schoen en neemt depot, als je modelrecht krijgt en je je product commercialiseert komt iemand op de markt met product dat eenzelfde algemene indruk wekt à Nu blijkt dat die voor jou bezig was met het vervaardigen van het model, maar je wist daar niets van à Onzichtbare duikboot à Kan plots naar boven komen, je weet niet op voorhand of je ermee geconfronteerd gaat worden Het wordt meestal slechts ingeroepen in een inbreukactie
• F. Het Beneluxmodel – Overdracht en licentie Kan los van onderneming/ handelsfonds Overdracht • Schriftelijk onder levenden (op straffe nietigheid) • Inschrijving bij BBIE van depot van uittreksel akte of door partijen ondertekende verklaring (voor tegenstelbaarheid derden) • Voor gehele Benelux (voor overdracht en overgang) Licentie • Kan mondeling • Kan voor deel Benelux -‐ inschrijven bij BBIE o Hier is het wel mogelijk dat je licenties verleent voor een deel van de Benelux (Bv. België producent A, Nederland producent B,…) • Houder kan op basis van BVIE optreden tegen licentiehouder die handelt in strijd met bepalingen licentieovereenkomst inzake o Duur o De door inschrijving gedekte o Vorm model o De voortbrengselen – kwaliteit o Hier gaat het om situatie waarbij A modelrecht heeft en aan B (schoenproducent) een gebruikrecht geeft à Het kan zijn dat B de voorwaarden van de licentie niet respecteert (Bv. produceert 1.200 schoenen in plaats van 1.000 of het model voldoet niet aan de kwaliteitsvereisten) à Dan is de vraag of licentienemer dan een modelinbreuk doet of dat je hem aan kan pakken op basis van een contractuele tekortkoming? à Benelux-‐verdrag à Als licentienemer zijn contractuele voorwaarden niet nakomt is er een contractuele tekortkoming (contractbreuk, dus hierop kan je hem altijd aanspreken), maar je kan hem ook aanspreken op basis van het modelrecht
113
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
G. Het Beneluxmodel – Einde van het modelrecht • Verval à Ex nunc o Vervallen naar de toekomst toe à Je had een recht dat voor het verleden blijft bestaan, maar voor toekomst toe verdwijnt het o Je stopt met uw model, dan ga je tegen bureau zeggen om het model door te halen en het uit de register te halen en naar de toekomst toe heb je dan geen bescherming meer • Nietigheid à Ex tunc o Dan zegt men dat dit is omdat er van in het begin een gebrek in uw model zat à Dus nietigheid is retroactief (ex tunc) o Nietigheid werkt vanaf het begin van het depot, men doet alsof u nooit een geldig model heeft gehad Het verval • Vrijwillige doorhaling inschrijving Benelux-‐depot o Er mogen geen rechten van derden bestaan die bij overeenkomst zijn vastgelegd (Bv. licentie, pand, beslag) of in rechte worden vervolgd en ter kennis zijn gebracht van BBIE) • Verstrijken duur inschrijving Benelux-‐depot o Mogelijkheid tot vernieuwing tot 6 maanden na verstrijken geldigheidsduur, maar definitief gedaan na max 25 jaar • Verstrijken duur inschrijving internationaal depot o Mogelijkheid tot vernieuwing tot 6 maanden na verstrijken geldigheidsduur, maar definitief gedaan na max 25 jaar • Afstand rechten voor Benelux, inzake een internationaal depot o à Bij internationaal depot kan je ook afstand doen van bescherming in Benelux à Bv. omdat je model hier niet wordt verkocht, dan kan je Bv. wel bescherming houden in Frankrijk o Verklaring gericht tot Bureau van Internationale Unie o Er mogen geen rechten van derden bestaan die bij overeenkomst zijn vastgelegd (Bv. licentie, pand, beslag) of in rechte worden vervolgd en ter kennis zijn gebracht van BBIE) • Verval geldt voor gehele Benelux • Verval heeft betrekking voor model in geheel Nietigverklaring inschrijving depot • Verval treedt automatisch in à Beschermingsduur is voorbij of je doet afstand (dan moet je wel iets doen maar treedt het na een tijd in) ßà Bij nietigheid moet je altijd een vordering instellen bij de rechtbank à Er zijn 2 procedures waarbij je nietigheid kan vragen o Je wordt beschuldigd van namaak, als verweer ga je zeggen “het model op basis waarvan ik word aangepakt had nooit toegekend mogen worden want het voldoet niet aan de voorwaarden” à In procedure waarin jij al namaker wordt gezien stel je een tegenvordering in, zijnde om eerst het model nietig te verklaren en dat daarom de hoofdvordering vervalt o Je stelt zelf een procedure in omdat er een model op de markt is dat jou verhindert producten op de markt te brengen. Dan kan je hoofdvordering instellen om de nietigverklaring van het model te verkrijgen, los van een inbreukprocedure
114
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
(1) Strijdigheid met ouder model, dat na depot-‐ of voorrangsdatum, voor het publiek beschikbaar is gesteld, maar vanaf een aan deze datum voorafgaand tijdstip wordt beschermd o Bv. beroep op opschorting publicatie o Beroep door zowel houder als deposant van Beneluxmodel, Gemeenschapsmodel of internationaal depot o Het kan perfect zijn dat Y dezelfde schoen deponeert als X dat 3 maanden eerder had gedaan à Dit betekent dat degene die het eerste depot heeft genomen logischerwijze kan optreden tegen Y (Beneluxbureau doet geen inhoudelijke controle)
•
(2) In tekening of model wordt gebruik gemaakt van een ouder merk (Benelux-‐ of Gemeenschapsmerk) zonder toestemming o Bv. Iemand brengt aanstekers op de markt met het Mercedes logo o In te roepen door houder ouder merk die bijgevolg zowel inbreuk op zijn merkrecht als nietigverklaring model kan inroepen
•
(3) In tekening of model wordt gebruik gemaakt van een bestaand auteursrechtelijk beschermd werk zonder toestemming o In te roepen door houder auteursrecht die bijgevolg zowel inbreuk op zijn auteursrecht als nietigverklaring model kan inroepen
•
(4) Tekening of model vormt oneigenlijk gebruik van de in Art. 6ter Unieverdrag van Parijs genoemde zaken o Art. 6ter Unieverdrag verhindert dat mensen in merken, maar ook in tekeningen en modellen, vlaggen, symbolen, wapenschilden van landen en organisaties gaan gebruiken à Want je kan Belgische vlag als merk deponeren, maar je kan dat ook via een model doen (Bv. Paraplu met Belgische vlag) o Misleiding omtrent bestaan verband tussen gebruiker en organisatie § Deze nietigheidsgrond maakt het mogelijk dat je optreedt tegen diegene die zonder toestemming vlaggen emblemen van landen in internationale organisaties gebruiken wanneer er verwarring kan ontstaan tussen het model enerzijds en de organisatie van wie het embleem is o In te roepen door belanghebbende
•
(5) Tekening of model in strijd met openbare orde of goede zeden van één van de Beneluxlanden o In te roepen door iedere belanghebbende (Bv. concurrent of gedaagde in een inbreukprocedure) en openbaar ministerie
•
(6) Kenmerkende eigenschappen tekening of model blijken onvoldoende uit het depot o Dit is de situatie dat mensen iets deponeren, maar het niet duidelijk is wat er nu net beschermd is à Als je een depot neemt, maar de afbeeldingen hierbij zijn heel onduidelijk, men weet niet wat je nu wil, dan kunnen belanghebbenden nietigheid vragen van dat model à Als kenmerken van
115
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
het model niet duidelijk uit het depot blijken kan men de nietigheid vragen van uw model o Kan deze nietigheidsgrond nog behouden blijven?
•
(7) Betreft geen tekening of model o Als u iets deponeert maar het is geen tekening of model (uiterlijk van iets dat u voortbrengt) of iets wat geen voortbrengsel is (Bv. je kan geen tak van je tuin gaan deponeren of je vindt een mooie steen in het park. Dit is geen industrieel of ambachtelijk gemaakt voortbrengsel) o Iedere belanghebbende + openbaar ministerie
•
(8) Niet voldoen beschermingsvoorwaarden o Bv. Geen eigen karakter o Iedere belanghebbende + openbaar ministerie
•
(9) Uiterlijk wordt uitsluitend bepaald door technische functie o Iedere belanghebbende + openbaar ministerie
•
(10) Verbindingsstuk o Iedere belanghebbende + openbaar ministerie
•
(11) Ten onrechte verricht depot o Enkel door ontwerper
•
Men vordert de nietigheid van de inschrijving van het depot o Via zelfstandige vordering of reconventionele vordering (als tegenvordering die je instelt) o Rechter spreekt ambtshalve doorhaling uit van nietigverklaarde inschrijving § Maar dan moet de meest gerede partij de inschrijving ook nog uit het register laten halen à De partijen moeten er voor zorgen dat er een daadwerkelijke doorhaling is
• •
Nietigheid heeft in de regel betrekking op gehele tekening of geheel model Voor sommige nietigheidsgronden (*) kan het model worden gehandhaafd in gewijzigde vorm als het in die gewijzigde vorm aan de beschermings-‐ voorwaarden voldoet en het zijn identiteit behoudt o Enkel weten dat dit bestaat à Het is perfect mogelijk dat soms maar een deel van je model nietig is. Dan kan je de restant van je model gewoon in stand houden. Het kan dat de rechter bepaalt dat maar een deel nietig is, of je kan vrijwillig afstand doen van een deel van je bescherming à Dit is nog nooit gebeurd à Rechter zal altijd alles nietig verklaren, maar het is theoretisch wel mogelijk.
116
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
H. Het bestrijden van inbreuken Het Gemeenschapsmodel • Bron à Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen o Identiek aan regeling Benelux o Maar er zijn wel een aantal eigenheden § Ingeschreven gemeenschapsmodel ßà Niet-‐ingeschreven gemeenschapsmodel • Je moet kiezen of je iets op nationaal niveau beschermt (Benelux, Frankrijk, Duitsland, …) of een gemeenschapsmodel vraagt à Als je deze laatste krijgt, geldt dit voor de 28 landen van de EU • Hetzelfde model kan op 2 manieren beschermd worden, èn als Beneluxmodel, èn als Gemeenschapsmodel à Als 1 van de 2 nietig wordt verklaard, blijft het andere bestaan à Ze zijn onafhankelijk van mekaar Het ingeschreven Gemeenschapsmodel à Opmerking • Als je deze modelbescherming wil verkrijgen, moet je een depot doen dat wordt ingeschreven in een register à Je moet u begeven (kan elektronisch) naar het Europees modellenbureau in Alicanté (Spanje) à Daar dien je een aanvraag in voor een ingeschreven gemeenschapsmodel • Je vult dit formulier in en geeft alle specificaties (wie je bent en wat je beschermd wil zien enz.), dan kijkt men in Alicanté eerst na of de formaliteiten vervuld zijn, daarna kijkt men ook na of wat je gedeponeerd hebt wel een model is (of het het uiterlijk van een voortbrengsel is) (ßà Benelux!) • Als het geen model is moet je daar normaal bericht over krijgen. Men gaat niet de nieuwheid van het eigen karakter toetsen. Men kijkt wel naar openbare orde en goede zeden à Men kijkt dus gewoon of het een model is, maar die controle is niet al te streng want deponeren betekent geld • Als je model hebt gedeponeerd en het is niet strijdig met openbare orde en goede zeden, dan gaat men dit inschrijven en onmiddellijk publiceren (dat gebeurt allemaal op dezelfde dag) à Dat ingeschreven modelrecht strekt zich uit over de 28 lidstaten van de EU, je hebt dus overal bescherming à De rechten die je hebt zijn identiek aan diegene in het Beneluxmodel à Maar een aantal specifieke zaken o Eerste eigenheid à Dat het een eenheid vormt à Als het vervalt, vervalt het voor de 28 lidstaten. Daarom blijven nationale modelrechten belangrijk. Er is geen systeem voorzien dat bij verval het eventueel omgezet kan worden in nationale modellen o Tweede eigenheid à Als je nietigverklaring krijgt, vervalt het in de 28 lidstaten, dus rechter van Griekenland die nietigheid uitspreekt, dan ben je het ook in België kwijt. Diegene die mogen oordelen over nietigheid van gemeenschapsmodellen worden dus beperkt à Nietigheid van een ingeschreven gemeenschapsmodel kan je maar op 2 manieren bekomen § Procedure instellen tot nietigverklaring bij het bureau in Alicanté (zelfstandige vordering) à Je kan tegen uitspraak in beroep gaan bij kamers van beroep bij modellenbureau in Alicanté en tegen die uitspraak kan je nog in beroep gaan bij het Gerecht van de EU • Dan kan je met rechtsvragen eventueel nog naar HvJ
117
Intellectueel eigendomsrecht §
JVD
2014-‐2015
Je kan nietigheid vragen van ingeschreven gemeenschapsmodel door een tegenvordering in te stellen in een inbreukprocedure. Als je veroordeeld wordt voor namaak, dan vraag jij de nietigheid van het ingeschreven gemeenschapsmodel à Maar men wil dat slechts een kleine groep rechters de nietigheid kan uitspreken. Dus dat aantal is beperkt à In België is er maar 1 rechtbank die zich mag bezighouden met gemeenschapsmodellen, zijnde de rechtbank van koophandel te Brussel (in Gent, Antwerpen enz. is zo’n vordering onontvankelijk)
Het niet ingeschreven Gemeenschapsmodel à Opmerking • Dit bestond niet in de Benelux à Dit model kan je tegelijkertijd hebben met je ingeschreven gemeenschapsmodel • Oorzaak à Als je kijkt naar mode-‐industrie was er 1 grote bekommernis à Namelijk dat ze model-‐bescherming wouden van al hun collecties ieder seizoen, maar als ze dat telkens moeten deponeren, kost dat heel veel geld voor een korte periode (want collectie gaat maar 1 seizoen mee) à Zij hebben de bescherming van 5 jaar lang niet nodig à Mode-‐industrie vroeg de EU om een beschermingstechniek die automatisch ontstond zonder depot te nemen, maar die wel thuishoorde binnen modellenbescherming à EU creëerde het niet-‐ ingeschreven gemeenschaps-‐model (bestond al in Verenigd Koninkrijk) • è Als je een model hebt (uiterlijk van voortbrengsel) dat voldoet aan beschermingsvoorwaarden (nieuw en eigen karakter), vanaf het moment dat je dat model ter beschikking brengt van het publiek ontstaat automatisch bescherming in de 28 lidstaten van de EU via het niet-‐ingeschreven gemeenschapsmodel à Maar keerzijde à Bescherming is veel beperkter o Eerste beperking: à Je krijgt maar 3 jaar bescherming na ter beschikking stelling aan het publiek o Tweede beperking à Je kan enkel optreden tegen wat voor jou pure namaak is à Je gaat dus moeten aantonen dat diegene die wat voor jou namaak is op de markt brengt, en je moet aantonen dat dat namaak is van jouw model § Bewijzen dat iemand je model gekopieerd heeft is niet eenvoudig § Met ingeschreven gemeenschapsmodel treedt je altijd op als iemand iets op de markt brengt dat voor jou een inbreuk is, maakt niet uit of het een kopie is, dan wel of hij het los van jou heeft ontwikkeld • Discussie à Feit dat iets heel hard lijkt op het beschermde model (hard lijken op het origineel), is dat het bewijs dat er namaak is? o Sommigen zeggen à Iets dat 98% lijkt op het origineel is altijd namaak à Maar hierover is nog geen uitspraak door HvJ • Als het nietig wordt verklaard (omdat het niet voldoet aan beschermingsvoorwaarden) à Dan is het weg voor de 28 lidstaten • Maar dit model is voor andere doeleinden heel eenvoudig, bij ingeschreven gemeenschapsmodel deponeer je en dan publiceert men dit à Je kan pas optreden op moment van publicatie depot, maar door dit model is deze periode dicht à Van zodra je het product op de markt brengt krijg je bescherming op basis van het niet-‐ingeschreven gemeenschapsmodel!
118
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 6: Octrooien
Voorafgaande bemerkingen • ‘Octrooi’ Vs. ‘Patent’ o Geen verschil (enkel in taal) à Het recht is identiek • Zeer technisch • Ook beoefend door niet-‐juristen (ingenieurs, biologen) • Grote en kleine uitvindingen • Geeft aantal octrooien de graad van innovatie aan? o In media hoor je zeer vaak dat we “in het Westen moeten inzetten omdat de productie steeds naar goedkopere landen verschuift. In het Westen moeten we zoveel mogelijk octrooien aanvragen” à Maar het is niet altijd zo dat het aantal octrooien bepaalt of een land innovatief is à Hier zijn 2 redenen voor § Bij octrooien is het zoals bij tekeningen en modellen à Je kan een octrooi aanvragen en verkrijgen zonder inhoudelijke controle (achteraf kan blijken dat het ten onrechte verleend is), dus aantal octrooien geven niet altijd aan of je goed bezig bent of niet § Bedrijven gaan niet altijd datgene wat ze uitvinden ook daadwerkelijk octrooieren Het octrooibeleid in ondernemingen • è Binnen de onderneming zijn octrooien een strategisch intellectueel eigendomsrecht (merken ook maar Bv. auteursrecht veel minder) • Octrooieren of geheimhouden? à Elementen die rol spelen bij deze keuze o Kosten § Aanvragen van een octrooi is zeer duur in Europa à Belgisch octrooi kost op zich niet zoveel, maar het probleem ontstaat als je ook in andere landen bescherming wil, want dan lopen de kosten zeer hoog op à Je moet ook kosten betalen voor aflevering van het octrooi en ook per jaar moet je een instandhoudingstaks betalen die toeneemt naarmate je octrooi ouder wordt § Op nationale basis is dit te doen, maar moeilijker als je dit voor vele landen moet doen. Ook moet men alle documenten vertalen (alle octrooien en stukken moeten vertaald worden door specialisten omdat ieder woord belangrijk is) § à Vraag is dus of je in de uitvinding wil investeren o Openbaarmaking uitvinding § De overheid wil voor je uitvinding wel een exclusiviteit geven, maar hiertegenover staat dat jij als uitvinder alles met betrekking tot je uitvinding openbaar moet maken § Je moet de uitvinding op een zodanige manier beschrijven dat een vakman (iemand van de sector) verstaat wat je uitvinding is à Sommige bedrijven maken al hun kennis niet zo graag openbaar en houden dit liever geheim
119
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Kan uitvinding uit het product afgeleid worden § Een aantal uitvindingen worden gedaan, als men het product dat uitgevonden is commercialiseert, kan een concurrent niet altijd afleiden wat de uitvinding is à Als dat het geval is, moet je misschien niet octrooieren en kan je beter besparen § Bv. Coca-‐Cola heeft een samenstelling die niet geoctrooieerd is, niemand weet die samenstelling tot op dit ogenblik, men slaagt erin dit geheim te houden à Als de concurrentie er toch niet achter kan komen, dan moet je eigenlijk geen octrooi nemen o Vraagt productie uitvinding gespecialiseerde (dure) infrastructuur § Om het product op de markt te brengen, vraagt dit een omvangrijk productieapparaat à Als dit veel kost is het misschien niet noodzakelijk te octrooieren omdat een concurrent je product niet gaat namaken omwille van de hoge kosten o Levensduur uitvinding § Bij korte levensduur is het vaak niet nodig om te octrooieren, want het verlenen van sommige octrooien duurt op zich soms 4-‐5 jaar voor je het effectief hebt à Als je product al achterhaald is op het moment dat je het octrooi krijgt, heeft het geen zin om dat aan te vragen o Wil men aan de uitvinding zelf verdienen of via een licentiepolitiek inkomsten verwerven uit een octrooiportefeuille § Hoe ga je de uitvinding commercialiseren? à Bedrijven kunnen dit op twee manieren doen • (1) Ze gaan hetgene ze hebben uitgevonden zelf produceren • (2) Inkomsten van bedrijf wordt gehaald uit het geven van licenties à Bedrijf doet de uitvinding, maar ze hebben niet het commerciële apparaat om de uitvinding te commercialiseren à Ze gaan op zoek naar een partner die het gaat commercialiseren, en dan krijg je als bedrijf royalty’s (Maar: als je een ander het gebruik gaat geven moet je gaan octrooieren) •
Uitvinding is niet interessant o Als men uitvinding niet wil octrooieren of geheimhouden kiest men best voor openbaarmaking (Bv. via publicatie op internet) o Het kan zijn dat je een uitvinding doet die voor jezelf niet interessant is à Als in onderzoeksresultaten wel een uitvinding zit, maar je bent daarin niet geïnteresseerd zijn er 2 keuzes § (1) Zoeken naar partner die er wel in geïnteresseerd is en die de uitvinding wil commercialiseren, maar zo’n partner zoeken kost geld en moeite (je moet onderhandelen met advocaten enz.) § (2) Kost om iemand anders te zoeken is te hoog, dus ze gaan er gewoon voor zorgen dat de uitvinding die ze gedaan hebben niet geoctrooieerd kan worden, dus ze gaan dat gewoon snel openbaar maken (en dan is de nieuwheid weg) à Door kennis openbaar te maken kan het achteraf niet meer door iemand anders geoctrooieerd worden
120
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Bij het opteren voor octrooieren o Goede strategie uitwerken gelet op kostprijs à In welke landen een octrooi aanvragen? § Op voorhand want je kan niet achteraf (Bv. als je ziet dat iets in België goed draait) nog een octrooi aanvragen voor Amerika § Hier spelen ook een aantal elementen mee • Bv. Of in het land waar je eventueel een octrooi wil nemen namaak kan/mag zijn • Bv. Je neemt geen octrooi voor landen waarvan je weet dat ze geen installatie hebben om je producten na te maken (als er geen productiemogelijkheden zijn à geen octrooi aanvragen) o Gaat men octrooieren om eigen investeringen te beschermen (defensief) of zal men octrooieren om concurrenten de pas af te snijden (offensief) of om concurrenten tot het nemen van een licentie te brengen (het octrooi als strategisch instrument) § Offensief à Bedrijven komen vaak in dezelfde periode tot dezelfde uitvindingen. Als je eerst bent, kan je ervoor zorgen dat de concurrentie niet verder mag gaan omdat je daar met de exclusiviteit zit à Dan komen concurrenten vaak bij jou om een licentie te vragen om hun eigen onderzoek verder te zetten, dus dan moeten ze rechten aan jou betalen
A. Bronnen van het octrooirecht Nationaal • Wetboek economisch recht (WER) o Boek I Definities (Art. I.13 en I.14 WER) o Boek XI Intellectuele eigendom titel 1 Octrooien (Art. XI.1 t/m XI.91 WER) o Boek XV Rechtshandhaving -‐ Boek XVII Bijzondere rechtsprocedures Europees • Richtlijn biotechnologische uitvindingen • Weinig tussenkomst van EU à Reeds mondiaal geharmoniseerd via verdragen • Toekomst à Het Europees Octrooi met eenheidswerking o Een beetje zoals het Gemeenschapsmodel Internationaal • Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (PCT-‐Verdrag)(Verdrag van Washington)(19 juni 1970) • Verdrag van 5 oktober 1973 inzake de verlening van Europese octrooien (EOV-‐ verdrag)(Verdrag van München)(Tekst goedgekeurd door RvB EOB op 28 juni 2001) • Ook de klassieke verdragen zoals het Unieverdrag van Parijs (met onder andere het recht van voorrang)
121
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
B. Wat is een octrooi? • Een tijdelijk en exclusief recht verleend door de overheid om aan derden de exploitatie te verbieden o Essentie van een octrooi is dat het een verbodsrecht is à In praktijk geeft een octrooi je de mogelijkheid om als enige je product op de markt te brengen à Maar wettelijk wordt het negatief omschreven: ‘tijdelijk en exclusief recht om derden iets te verbieden’ • Pas op ‘uitvinding’ Vs.’octrooi’ o Er is en verschil tussen een uitvinding (hetgeen je doet) en octrooi (het recht dat je krijgt) à Octrooi wordt enkel en alleen verleend door de octrooi-‐verlenende instantie (enkel de overheid kan een octrooi verlenen) o In België à Minister van Economische Zaken verleent octrooien C. De geldigheidsvoorwaarden 4 Voorwaarden • (1) Een uitvinding • (2) Uitvinding moet nieuw zijn • (3) De uitvinding moet berusten op uitvinderswerkzaamheid • (4) De uitvinding moet vatbaar zijn voor toepassing op het gebied van nijverheid (1) Uitvinding • Geen definitie à Er is wereldwijd nergens een definitie van het begrip. Men wil dit niet doen omdat men weet dat er onmiddellijk zaken uitgesloten gaan worden door een definitie te geven • Omschrijving à Technische oplossing voor een technisch probleem. Een uitvinding moet dus een technisch karakter bezitten (Art. XI. 3 WER: ‘een uitvinding op alle gebieden van de technologie’) o Art. XI.3 à Zorgt dat er techniciteit nodig is • Kan zijn à Product of werkwijze • Art. XI.4, §1 WER geeft aan wat geen uitvinding is o à In alle octrooiwetgevingen vind je wel een negatieve benadering van het begrip uitvinding o Ontdekkingen (vaststelling van wat reeds bestaat) alsmede natuurwetenschappelijke theorieën en wiskundige methoden o Esthetische vormgevingen à Alles wat puur esthetisch is zonder techniciteit o Stelsels, regels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, voor het spelen of voor de bedrijfsvoering, alsmede computerprogramma's o Presentatie van gegevens
122
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Maar Art. 4, §2 WER bepaalt “De bepalingen van § 1 sluiten de octrooieerbaarheid van de aldaar genoemde onderwerpen of werkzaamheden alleen dan uit voor zover de octrooiaanvraag of het octrooi betrekking heeft op een van die onderwerpen of werkzaamheden als zodanig” o Alle zaken die opgesomd zijn in de eerste paragraaf kan je op zich niet octrooieren. Dus een ontdekking op zich of computerprogramma op zich kan je niet octrooieren. Dit betekent dat al die zaken die staan in §1, indien die gekoppeld worden aan een technische toepassing, dat je daarop dan wel een octrooi kan nemen o Bv. Computerprogramma’s à Je kan dit op zich niet octrooieren want het is een puur wiskundige regel. Maar van zodra dit gekoppeld wordt aan techniciteit kan je het wel octrooieren § Bv. Een tijd geleden werd een octrooi verleend voor software die ervoor zorgt dat mensen die kanker hebben en bestraald worden, dat de bestraling meer precies kan verlopen. Probleem is vaak bij bestraling dat die bestraling in het begin goed loopt, maar men gaat na een tijd ook gezonde cellen/weefsel doden door die straling. Met dat computerprogramma kan een bepaalde soort van bestraling veel preciezer gericht worden, waardoor veel minder gezond weefsel wordt aangetast. Dit kon geoctrooieerd worden omdat het gekoppeld is aan techniciteit. Je vindt een oplossing voor een technisch probleem. De stralen worden zodanig gericht dat je een oplossing krijgt voor het probleem ‘hoe kunnen we zo weinig mogelijk gezond weefsel doden?’ o Bv. Ontdekking à Je vindt in de natuur een stof die al zeer lang bestaat, maar na een tijd vind je uit hoe je die stof kan namaken. Dan krijg je een octrooi op de werkwijze om de stof te maken
•
Krachtens Art. XI.5 WER onder andere ook niet octrooieerbaar à Moen moet bovendien al over een zekere kennis beschikken o Planten -‐ en dierenrassen (maar wat is een dierenras?) o Werkwijzen van wezenlijk biologische aard voor de voortbrenging van planten of dieren (gaat om natuurlijke bestuivingsmethodes) o De uitvindingen waarvan de commerciële exploitatie strijdig zou zijn met de openbare orde of met de goede zeden, met inbegrip van bescherming van het leven of de gezondheid van mensen, dieren of planten of ter vermijding van ernstige schade voor het milieu, met dien verstande dat niet als strijdig in deze zin zal worden beschouwd het enkele feit dat de toepassing van de uitvinding door een wettelijke of reglementaire bepaling is verboden § Vraag is dan wat strijdig is met de openbare orde en goede zeden § Bv. Bekend octrooi op muis à Harvard-‐muis: dat is een muis die op de Harvard University zodanig gemanipuleerd is, dat het beestje volledig gezond is bij geboorte, maar van zichzelf kanker krijgt naarmate ze ouder worden (worden gebruikt bij onderzoek naar kanker) à Hier was de vraag of dit strijdig was met openbare orde of goede zeden à De rechtspraak zei van niet, ze konden dit perfect doen omdat een muis geen dierenras was. Maar hiermee zijn heel veel juridische problemen, want die muizen worden
123
Intellectueel eigendomsrecht
•
JVD
2014-‐2015
gecommercialiseerd om onderzoek op te doen. Bijkomend probleem is dat men die muizen niet steriliseert omdat dat veel te duur is (Probleem: muizen planten zich snel voort, en dan plegen ze dus eigenlijk een inbreuk op hun eigen octrooi) o De werkwijzen voor het klonen van mensen, dit wil zeggen elke werkwijze, met inbegrip van de technieken voor de splitsing van embryo's die ten doel heeft een mens voort te brengen die in de celkernen dezelfde genetische informatie bezit als een ander levend dan wel overleden menselijk wezen o De werkwijzen tot wijziging van de germinale genetische identiteit van de mens o Het gebruik van menselijke embryo's voor industriële of commerciële doeleinden o De werkwijzen tot wijziging van de genetische identiteit van dieren die geëigend zijn deze te doen lijden zonder aanzienlijk medisch nut voor mens of dier op te leveren, alsmede de dieren die uit dergelijke werkwijzen zijn verkregen Geen octrooi à Voor methoden voor de behandeling van het menselijke of dierlijke lichaam door chirurgische of geneeskundige behandeling, en voor diagnosemethoden die worden toegepast op het menselijke of het dierlijke lichaam. Dit geldt niet voor voortbrengselen, met name stoffen of mengsels, voor de toepassing van één van deze methoden o Ratio à Behandelingsmethoden mag je niet afsluiten voor gebruik van iedereen à Hier bedoelt men enkel methoden en technieken toegepast op levende wezens o Bv. speciale methode van lijkopzetting à Hier kan wel een octrooi voor worden genomen o Je kan wel een octrooi krijgen voor farmaceutische producten. Dit kon vroeger niet in Italië, maar nu moet elk land dat invoeren à Octrooieerbaarheid van farmaceutica is een apart hoofdstuk o Farmaceutica kunnen meerdere keren geoctrooieerd worden, omdat je meerdere therapeutische werkingen kan krijgen à Bv. product Viagra à vroeger was dit geen product voor erectiestoornissen, het was een product bedoeld voor mensen die problemen hadden met het doorstromen van het bloed. Men ontdekte dat wanneer mannen dit namen om hun aderen open te zetten, dat ze allemaal dezelfde bijwerkingen hadden à Dus men ging verder onderzoeken of men dit kon gebruiken voor erectiestoornissen, en dan heeft men het ook daarvoor geoctrooieerd
124
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(2) Nieuwheid (Art. XI.6 WER) • Een uitvinding wordt als nieuw beschouwd indien zij geen deel uitmaakt van de stand van de techniek • De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen vóór de datum van indiening van de octrooiaanvraag openbaar toegankelijk is gemaakt door een schriftelijke of mondelinge beschrijving, door toepassing of op enige andere wijze • è Als je een uitvinding doet en er bescherming voor wil moet je je plaatsen op de depotdatum en kijken naar alles wat waar ter wereld en op welke wijze ook openbaar is gemaakt à Alles wat voor uw aanvraag-‐datum openbaar was kan uw nieuwheid wegnemen o Dit is belangrijk, want dit betekent dat je je uitvinding nooit op enige wijze openbaar mag maken voordat je een octrooiaanvraag hebt ingediend. Pas na de aanvraag mag je naar buiten toe iets lossen over de uitvinding • Voor openbare toegankelijkheid zijn onbelangrijk o Hoe toegankelijkheid geschiedde § Bv. Iemand doet aan UGent een uitvinding en doet een persconferentie waarop hij de essentie van de uitvinding vertelt, als je later een aanvraag doet is de nieuwheid weg. Hetzelfde als je eerst een artikel schrijft en dan pas een aanvraag doet. Hetzelfde als je op je facebookpagina de kern van je uitvinding weergeeft, dan is ook de nieuwheid weg o Waar toegankelijkheid geschiedde § Bv. Je doet een uitvinding en je spreekt op een congres in de VS over wat je hebt uitgevonden, dan is de nieuwheid ook weg, maakt niet uit dat je dit openbaar maakt in het buitenland o Door wie toegankelijkheid geschiedde § Bv. X doet uitvinding en vertelt dit aan Y, Y zet dit ’s avonds op zijn website, dan is de nieuwheid voor X weg als hij nog geen aanvraag heeft ingediend o Moment toegankelijkheid (als maar voor indiening aanvraag) § Als iets voor je aanvraag is openbaar gemaakt neemt het de nieuwheid weg o Middelen voor toegankelijk maken à mondeling/Schriftelijk/via website is irrelevant o Aard van het publiek (vakman of niet) o Effectieve kennisname § Bv. Als je publiceert in een tijdschrift dat niemand leest, ook dan is nieuwheid weg want iemand had het kunnen lezen • Als behorend tot de stand van de techniek wordt tevens aangemerkt de inhoud van Belgische octrooiaanvragen en van Europese of internationale octrooiaanvragen, zoals die zijn ingediend, waarvan de datum van indiening gelegen is vóór de indieningdatum van de octrooiaanvraag en die eerst op of na die datum zijn gepubliceerd o à Stand van de techniek wordt kunstmatig ruimer gemaakt à Men gaat dus geheime documenten deel laten uitmaken van de stand van de techniek
125
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Ratio à Regel in octrooirecht dat enkel de eerste die het octrooi aanvraagt het recht dient te krijgen, ook al wisten de anderen niet dat er al een octrooi was aangevraagd. Men wou niet dat 2 mensen eenzelfde octrooi konden krijgen. Nieuwheid wordt weggenomen door de eerste (maar nog niet gepubliceerde) aanvraag
•
Een openbaarmaking van de uitvinding blijft buiten beschouwing voor het vaststellen van de stand van de techniek, indien deze niet eerder is geschied dan zes maanden voor de indiening van de octrooiaanvraag en indien deze direct of indirect het gevolg is van o Een kennelijk misbruik ten opzichte van de aanvrager of diens rechtsvoorganger § Dit is de situatie dat je uitvinding tegen je wil openbaar wordt gemaakt voordat je een aanvraag hebt kunnen indienen. Men houdt met openbaarmaking geen rekening wanneer je de aanvraag indient binnen de 6 maanden na de openbaarmaking (Bv. X vertelt Y zijn uitvinding te goeder trouw, nadat Y een vertrouwelijkheids-‐ overeenkomst heeft ondertekend, maar Y gaat volledig te kwader trouw de uitvinding toch openbaar maken, als je dan, nadat Y het heeft openbaar gemaakt, binnen 6 maanden het octrooi aanvraagt, dan is er toch nog nieuwheid à Dit heeft men ingevoerd tegen alle vormen van spionage, want dit gebeurt heel veel o Het feit dat de aanvrager of diens rechtsvoorganger de uitvinding heeft tentoongesteld op van overheidswege gehouden of erkende tentoonstellingen § Deelnemen aan bepaalde tentoonstellingen à Er zijn een aantal internationale tentoonstellingen waaraan je kan meedoen voor het indienen van een octrooiaanvraag. Daarna heb je nog 6 maanden de tijd om een octrooiaanvraag in te dienen en dan is je nieuwheid niet weg à Maar meestal gaat men eerst octrooieren en dan pas deelnemen aan een tentoonstelling. Op al die beurzen waar nieuwe producten worden gezien, worden tussen onderlinge standhouders overeenkomsten gesloten dat men niets gaat openbaar maken wat men bij de concurrent heeft gezien op de beurs
•
Voor beoordeling nieuwheid o Vergelijking van de uitvinding waarvoor bescherming wordt gevraagd met één element van de stand van de techniek o Nieuwheid moet je beoordelen aan de hand van de stand van de techniek, en je gaat je uitvinding daarmee vergelijken à Je vergelijkt de uitvinding met individuele elementen uit de stand van de techniek. Dat is een beoordeling één op één à Om vast te stellen of er nieuwheid is ga je dus kijken of de essentie van je uitvinding terug te vinden is in 1 element van de stand van de techniek o Bij de nieuwheid neem je Bv. je uitvinding, je bepaalt de kern hiervan, en dan ga je zoeken of die kern terug te vinden is in een wetenschappelijk artikel, of in een reeds bestaand product, of in een reeds verleend octrooi à Je vergelijkt uw uitvinding dus met een individueel element uit de stand van de techniek
126
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Wat je niet mag doen is zeggen dat je naar de uitvinding van X kijkt, en een wetenschappelijk artikel combineert met een reeds bestaande uitvinding, en dan kom je tot de uitvinding die X heeft gemaakt (3) Uitvinderswerkzaamheid (Art. XI.7 WER) • Een uitvinding wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid aangemerkt, indien zij voor een deskundige niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek o Heeft zelfde inhoud in heel Europa à De uitvinding mag voor een vakman niet voortvloeien uit een voor de hand liggende wijze van de stand van de techniek à Je moet dus kijken naar 4 componenten § Wat is de uitvinding? § Wie is de vakman? § Wat is stand van techniek? § Vloeit die uitvinding voor een vakman voort uit de stand van de techniek? • Stand van de techniek o à Zie nieuwheid = Alles wat openbaar is gemaakt voor uw octrooiaanvraag, met inbegrip van niet-‐gepubliceerde octrooiaanvragen o Maar bij de beoordeling van de uitvinderswerkzaamheid is de stand van de techniek minder ruim à De niet gepubliceerde octrooiaanvragen (Belgische octrooiaanvragen en Europese of internationale octrooiaanvragen) waarvan de datum van indiening gelegen is vóór de indieningdatum van de octrooiaanvraag worden uitgesloten o è Dus stand van de techniek wordt gevormd door alles wat openbaar is gemaakt voor je octrooiaanvraag, zonder de niet-‐gepubliceerde octrooiaanvragen o Reden om deze er niet bij te betrekken is omdat men de uitvinderswerkzaamheid beoordeelt vanuit de ogen van de vakman. Hij kent de geheime octrooiaanvragen niet à Hij weet alleen wat er algemeen bekend is • Deskundige o Je vertrekt vanaf de deskundige (hij doet de beoordeling) à Deskundige is een abstracte maatman à Men neemt altijd diegene die vakman is in het vakgebied waarin de uitvinding zich voordoet à Deskundige is iemand die het vakgebied kent, de laatste kennis en laatste wetenschappelijke literatuur en ontwikkelingen hiervan kent. De deskundige is dus vertrouwd met alles wat geweten is in het vakgebied o Het kan dat de deskundige bestaat uit de kennis van meerdere personen die ieder in hun vakgebied bekend zijn • Niet op een voor de hand liggen wijze voorvloeien uit de stand der techniek o è Als je de uitvinding bekijkt, stand van techniek hebt bepaalt, en als je weet wie de deskundige is, moet je kijken of je uitvinding voor een deskundige logisch zou voortvloeien uit de kennis die we hebben o Rechters moeten kijken à Als het logisch is, is er geen uitvinderswerkzaamheid
127
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Men eist dus dat een uitvinding iets meer is dan de combinatie van wat we kennen. In het Engels spreekt men over de noodzaak om een ‘inventive step’ te doen. Je moet iets toevoegen aan wat we kennen, iets wat niet logisch voortvloeit uit wat we kennen o Rechter in praktijk ontbeert technische kennis, in octrooizaken zal rechter dus vaak deskundigen aanstellen (4) Toepasbaarheid op het gebied van de nijverheid (Art. XI.8 WER) • Een uitvinding wordt voor toepassing op het gebied van de nijverheid vatbaar geacht, indien het onderwerp daarvan kan worden vervaardigd of toegepast op enig gebied van de nijverheid, de landbouw daaronder begrepen • Je kan enkel een octrooi krijgen voor een product dat je kan maken of voor een werkwijze die je kan toepassen. Je kan geen octrooi krijgen voor iets dat niet maakbaar, reproduceerbaar of toepasbaar is. Hierin zit ook de vereiste van herhaalbaarheid, je moet het meerdere keren kunnen maken of het procedé meerdere keren kunnen toepassen met hetzelfde resultaat o Juristen kunnen dit moeilijk beoordelen, dat moeten we overlaten aan mensen die thuis zijn in het gebied D. Het bekomen van een Belgisch octrooi (formaliteiten) Aanvraag bij de Dienst voor de Intellectuele Eigendom (D.I.E.) • Bij octrooien is het belangrijk dat je zo snel mogelijk een indieningsdatum krijgt omdat je dan de nieuwheid krijgt ten opzichte van de aanvraag die anderen na jou indienen. Maar om die datum te krijgen moeten een aantal zaken voldaan zijn • De octrooiaanvraag moet bevatten o Een tot de Minister gericht verzoek tot verlening van een octrooi o Een beschrijving van de uitvinding § Bij de aanvraag moet je document steken waarbij je je uitvinding op zodanige manier beschrijft dat een vakman in dat gebied begrijpt waarover de uitvinding gaat à Je krijgt een octrooi, maar je moet dus in ruil al je kennis openbaar maken (in een taal zodat iemand in het vakgebied begrijpt wat de uitvinding is) o Eén of meer conclusies § à Dit zijn octrooiconclusies. Hierin geef je aan wat je binnen de uitvinding net claimt waarvoor je bescherming wil. Je mag nooit als jurist een octrooiconclusie schrijven want wij kunnen dit niet à Specialisten doen dit § Praktijk à Als je als KMO een uitvinding doet en je bent op zoek naar een octrooigemachtigde, moet je aan die persoon je uitvinding beschrijven en uitleggen wat je uitvinding is à Die octrooigemachtigde gaat goed luisteren, en op basis daarvan gaat hij die octrooiconclusie schrijven § Die conclusies kan je later nog inkrimpen (als je bescherming vraagt voor een aantal aspecten die al algemeen gekend zijn) à Maar eens je conclusies hebt ingediend kan je de bescherming niet meer uitbreiden!
128
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o De tekeningen waarnaar de beschrijving of de conclusies verwijzen (optioneel) o Een uittreksel (optioneel)
Elke octrooiaanvraag geeft aanleiding tot betaling van de indieningstaks Verlening indieningsdatum • De datum van de indiening van de octrooiaanvraag is de datum waarop de DIE van de aanvrager de volgende onderdelen heeft ontvangen o Een impliciete of expliciete aanduiding dat de onderdelen als een octrooiaanvraag zijn bedoeld o Gegevens waaruit de identiteit van de aanvrager blijkt o Een deel dat op het eerste zicht een beschrijving lijkt te zijn (kan tekening zijn) • Indieningsdatum is belangrijk o Start van de beschermingsduur § Dit betekent niet dat je vanaf die datum kan optreden tegen namaak. Je kan pas optreden vanaf het moment dat het octrooi daadwerkelijk verleend is à Maar eens je het octrooi hebt kan je wel vergoeding vragen aan diegene die tussen indieningsdatum en verlenen van octrooi producten op de markt brengt die een inbreuk vormen op je recht o Ontneemt nieuwheid van andere uitvindingen o Je kan bij indiening beroep doen op het recht van voorrang uit het Unieverdrag van Parijs (termijn van voorrang: 12 maanden) § Recht van voorrang (heel belangrijk bij octrooien) à Problematiek à Een niet-‐gepubliceerde octrooiaanvraag kan nieuwheid wegnemen. Je eigen aanvraag kan ook de nieuwheid wegnemen van aanvragen die je later doet in andere landen à Dus als je een uitvinding doet waarvan je zegt: dit overschrijdt het nationale, dan zou je theoretisch op dezelfde dag overal ter wereld waar je bescherming wil, een aanvraag moeten doen à Dit gaat praktisch niet. Vandaar heeft men een recht van voorrang gecreëerd à Essentie hiervan zit in Unieverdrag van Parijs à Als je in 1 van de lidstaten bij dat Unieverdrag (met heel veel lidstaten) een aanvraag doet (Bv. in Frankrijk), dan begint vanaf die eerste aanvraag een termijn van 12 maanden te lopen § Volgens recht van voorrang à Als je in die periode aanvragen indient in andere lidstaten, worden die latere aanvragen geacht te zijn gedaan op de datum van je eerste aanvraag § Bv. 2 januari 2015 dien je aanvraag in in Frankrijk, vandaag 3 april dien je een aanvraag in in België, dat is binnen die periode van 12 maanden, dan doen we in België alsof je gedeponeerd hebt op 2 januari à Alles wat gebeurt tussen die eerste aanvraag en je latere aanvraag kan je nieuwheid niet aantasten à In praktijk: bedrijven gaan eerst zo snel mogelijk een aanvraag doen, en dan wacht men af gedurende 12 maanden
129
Intellectueel eigendomsrecht § §
§
§
JVD
2014-‐2015
Men moet wel heel precies agenda’s bijhouden à Na die 12 maanden is je recht van voorrang voorbij, en neemt je eerste aanvraag de nieuwheid weg bij een latere aanvraag Je mag niet het idee hebben dat binnen bedrijven ze eerst de eerste aanvraag doen, 2 weken later ergens anders, 3 weken later nog ergens anders, 4 maand later in VS à In praktijk gaat men altijd zo snel mogelijk zijn om die eerste aanvraag te verkrijgen. Gevaar is dat anderen je anders voor zijn. Dan wacht men in de praktijk vaak 11 maand en 25 dagen voordat men de volgende aanvraag doet à Reden hiervoor is dat veel bedrijven die periode van voorrang gebruiken om verder onderzoek te doen. Men doet dus een uitvinding en ontwerpt een prototype, maar men weet nog niet of dat waardevol is, of het realiseerbaar enz. is. Die eerste aanvraag doen kost niet zoveel. Je kiest het goedkoopste land dat lid is bij dat Unieverdrag en doet daar aanvraag. Daarna gaat men nagaan of men het gaat commercialiseren en of het publiek geïnteresseerd is, vaak ontdekt men pas na de eerste aanvraag wat de negatieve kanten zijn. Als je uitvinding toch niet interessant is stop je gewoon de procedure en ben je gewoon de indieningstaks kwijt Naarmate contractonderhandelingen verder gaan en succesvoller worden, zullen bedrijven meer en meer vertellen over hun uitvinding à Bv. bedrijf dat toestellen maakt om iets te doen, ze hadden iemand gevonden die dat toestel wou commercialiseren. In het begin zei men al wat het toestel deed, maar men zei niet hoe dat net gebeurde. Mondjesmaat vertelde men steeds meer. Het bedrijf zei eerst, we willen zien hoe de machine eruit ziet. Er was reeds een prototype. De eerste onderhandeling stond de machine er volledig ingepakt, zo konden ze zien hoe groot het was. Naarmate de onderhandelingen vorderden haalde men steeds een stuk van het inpakmateriaal weg à Eens het contract getekend was kregen ze alles dan te zien
Vervolgens • Opstellen van een verslag van nieuwheidsonderzoek o Dit is een verslag van de stand van de techniek. Als je je dossier hebt ingediend gaat men je uitvinding bekijken en wordt er een onderzoek ingesteld naar wat er in verband met jouw uitvinding reeds bekend is (Bv. reeds verleende octrooien, verschenen wetenschappelijke artikelen,…) à Dit wordt dan een hele gegevenslijst die binnen het Europees octrooibureau wordt opgesteld door specialisten (zie hieronder) • Opstellen van een ‘Schriftelijke opinie’ = Voorlopige standpunt over de octrooieerbaarheid van de uitvinding o Hierin wordt uitgedrukt of men op basis van de lijst denkt of je uitvinding octrooieerbaar is à Men geeft hier dus een eerste indicatie • è Beide documenten worden opgesteld door het Europees Octrooibureau (EOB) o Maar dit is ruimer dan de EU, Bv. Turkije zit hier ook bij
130
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Men kan nieuwe tekst conclusies en uittreksel à Men kan beschermingsomvang wel niet uitbreide o Als aanvrager krijg je deze 2 rapporten (je betaalt daar ook voor) à Dan zijn er een aantal opties § (1) Ofwel à Als je uitvinding daadwerkelijk nieuw is en uitvinderswerkzaamheid heeft § (2) Ofwel à Een stuk van de uitvinding lijkt octrooieerbaar, maar we wouden te veel beschermen die al geoctrooieerd was. Dan kan je altijd uw conclusies inkrimpen (uitbreiden niet!) § (3) Ofwel à Stel je vast dat je uitvinding niets waard is omdat het al bestaat. Hier heb je dan nog 2 mogelijkheden • Ofwel stop je hier met de procedure en trek je je aanvraag in • Ofwel ga je verder en kan je ondanks het feit dat die 2 verslagen voor jou negatief lijken uit te vallen, dan kan je toch zeggen dat je een octrooi wil in België. Dus hier worden heel veel octrooien verleend voor zaken die niet nieuw zijn of geen uitvinderswerkzaamheid hebben. Diegene die het aanvraagt weet dit perfect, maar ze gaan toch een octrooi aanvragen om anderen te terroriseren à Bv. X krijgt een octrooi (en weet dat het niets waard is), maar je kan je concurrenten schrik aanjagen (‘u pleegt inbreuk op ons octrooi, gelieve te stoppen’ en je voegt een kopie van je octrooi bij) à Dit terwijl het octrooi eigenlijk waardeloos is o à Die 2 rapporten komen in het dossier terecht, dus op basis van onderzoeksverslagen kan concurrent er achter komen of er nieuwheid en een eigen karakter is o Bv. Speculoospasta à Dit is voor Lotus heel belangrijk want wordt veel verkocht. Maar octrooi zat niet bij Lotus, dat zat bij iemand anders. Bij Lotus lachte men hiermee want ze zeiden, het is niet nieuw en heeft geen eigen karakter. Op een bepaald moment vroegen die mensen of Lotus dat wou overkopen à Lotus deed dit en is beginnen optreden tegen alle kleine producenten die dit ook maakten. 1 producent trad hiertegen op. Lotus daagde de kleine producent voor de rechter, kleine producent zei tegen de rechter: dat octrooi deugt niet, bijgevolg is het octrooi door de rechter nietig verklaard
•
Aanvrager heeft, ongeacht het resultaat van het verslag van nieuwheidonderzoek en de schriftelijke opinie, de keuze of hij een octrooi wil zien verleend worden Een Belgisch octrooi kan ook verleend worden wanneer niet aan de beschermingsvoorwaarden is voldaan o Je hebt dus de keuze ongeacht de twee verslagen. Je kan alsnog een octrooi verkrijgen zonder dat aan de voorwaarden is voldaan
•
131
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Minister van Economische zaken verleent een Belgisch octrooi • Er volgt nu o Inschrijving in het octrooiregister § Waardoor derden kennis kunnen nemen o Publicatie in het Bulletin der Uitvindingsoctrooien • Na de verlening van het octrooi komt het dossier van het octrooi ter inzage van het publiek à Het dossier dat ter inzage komt omvat à Zie wet o Volledige aanvraagdossier komt ter beschikking van het dossier. Op dienst voor intellectuele eigendom vind je ook de octrooibibliotheek, daar kan je kijken naar wat de uitvinding van een concurrent enz. juist is De ware waarde van een octrooi wordt bepaald in een procedure voor de rechter • (1) Nietigheidsprocedure binnen inbreukprocedure à X vordert tegen iemand op basis van zijn octrooi, maar die persoon zegt via een tegenvordering à Octrooi deugt niet • (2) Zelfstandige nietigheidsvordering à Octrooi van concurrent hindert jou, je vordert nietigheid van het octrooi wegens afwezigheid van nieuwheid/uitvinderswerkzaamheid • è Dit moet altijd voor rechtbank van koophandel te Brussel vanaf 1 januari 2015 E. Wie heeft de rechten op een octrooi? Zelfstandig uitvinder • Iemand die geen werknemer is en op eigen houtje iets gaat uitvinden • Kan zelf octrooi aanvragen (probleem kosten) • Kan uitvinding verkopen aan derde die octrooi aanvraagt o Als je dit ooit doet à Eerst een vertrouwelijkheidsovereenkomst laten ondertekenen, pas dan onderhandelen Werknemer • Men kan alles regelen in de arbeidsovereenkomst o In de praktijk neemt men in individuele arbeidsovereenkomsten altijd clausules op over wie recht heeft op de uitvinding en wie aanvraag over octrooi kan doen enz. • Geen regeling in arbeidsovereenkomst à onderscheid tussen 3 categorieën van uitvindingen o Dienstuitvindingen § Arbeidsovereenkomst zwijgt, maar er is een situatie waarbij de werknemer aangenomen is voor het onderzoek waaruit de uitvinding voortvloeit à Dus uitvinding ligt in verlengde van de taak van de werknemer à Het is logisch dat als iemand wordt aangenomen om onderzoek te doen, dat de uitvindingen toekomen aan de werkgever § Bij dienstuitvindingen à Werkgever mag octrooi aanvragen en bezit de uitvinding
132
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Vrije uitvindingen § Iemand is werknemer en doet een uitvinding, maar er is geen band met de werkgever à Het heeft niets te maken met je taak als werknemer. Het is in je vrije tijd, met je eigen materiaal enz. Dus die komen toe aan de echte uitvinder (die ook werknemer is) o Afhankelijke uitvindingen § Deze uitvindingen gebeuren niet in uitvoering van de arbeidsovereenkomst maar houden wel op de ene of andere manier verband met de werkgever of met de activiteit van de werkgever § Bv. Persoon is in een bedrijf aangenomen ter ondersteuning van het onderzoek (technisch of administratief), maar hij doet geen echt onderzoek zelf à Maar door de kennis die hij/zij vergaart komt hij ook tot een uitvinding § Of Bv. mensen die in vrije tijd tot een uitvinding komen met materiaal van de werkgever (Bv. meetapparatuur in het weekend meenemen) § à Hierover is geen eensgezindheid à In de rechtsleer is wel een meerderheidstendens die zegt dat de uitvinding dan eigendom is van de werknemer, maar als werknemer mag je geen concurrerende activiteit tegen uw werkgever opstarten (dus waarschijnlijk zal hij ze tegen vergoeding aanbieden aan de werkgever)
Opmerking • Indien verscheidene personen de uitvinding onafhankelijk van elkaar hebben gedaan, heeft degene wiens octrooiaanvraag de oudste datum van indiening heeft recht op het octrooi • Bij de procedure voor de DIE wordt de aanvrager geacht gerechtigd te zijn het recht op een octrooi te doen gelden (weerlegbaar vermoeden) Wordt een uitvinding gedaan door meerderen dan is men mede-‐uitvinder indien men een substantiële bijdrage tot de uitvinding deed • Zijn er meerdere uitvinders dan wordt ieders aandeel, behoudens tegenbewijs, geacht gelijk te zijn • è hieruit afleiden dat een octrooi altijd kan aangevraagd worden door meerdere personen (kan op naam van meerdere personen worden geschreven) • è Mede-‐eigendom à Als mede-‐eigenaar van de uitvinding ga je altijd de uitvinding voor eigen doeleinden kunnen gebruiken, maar om ze commercieel te gaan exploiteren moet je allemaal samen optreden o Mede-‐eigendom wordt geregeld door Art. XI.49 WER, behoudens andersluidende overeenkomst § Elke mede-‐eigenaar kan uitvinding persoonlijk exploiteren § Voor andere exploitatiewijzen is de toestemming van de mede-‐ eigenaars noodzakelijk
133
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Wat als iemand ten onrechte een octrooi aanvraagt? • Je kan op 2 manieren optreden o Als werkelijk gerechtigde kan je het octrooi opeisen à Dit moet gebeuren binnen 2 jaar na de verlening van het octrooi o Anderzijds kan je altijd de nietigheid aanvragen à Vordering instellen en zeggen ‘u bent niet gerechtigd, ik vraag de nietigheid aan’. Dit zal je doen als je opeisingstermijn verstreken is. Nietigheid kan je dus altijd inroepen De uitvinder wordt in het octrooi vermeld, behoudens zijn uitdrukkelijk verzoek om het tegendeel (moreel recht van de uitvinder) • Merendeel van uitvindingen gebeurt in dienstverband. In octrooiwetgeving zit een moreel recht dat zegt dat de echte uitvinder (werknemers) altijd in het octrooi wordt vermeld behoudens zijn uitdrukkelijk verzoek tot het tegendeel F. De rechten van een octrooihouder Octrooi is een tijdelijk en uitsluitend recht om derden de exploitatie van het octrooi te verbieden • In wezen is een octrooi een negatief recht à Het geeft je de heerschappij om op te treden tegen anderen die iets doen wat ze niet mogen doen. Maar er zit een positief aspect aan à Jij bent de enige die het mag produceren, want je kan tegen anderen optreden Men kan slechts optreden na de verlening van het octrooi • Je kan pas tegen namaak optreden nadat het octrooi verleend is à Dit kan lang duren • Sommige octrooien (niet-‐Belgische) heb je pas na 4-‐5 jaar Beschermingsomvang wordt bepaald door de octrooiconclusies. Beschrijving en tekeningen dienen tot uitleg van de conclusies • Beschermingsomvang wordt bepaald door je conclusies è Het octrooi geeft de octrooihouder het recht iedere derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen te verbieden à Zie Art. XI.29, §1 WER voor directe octrooi-‐ inbreuken • Zie ook Art. XI.29, §2 WER voor indirecte octrooi-‐inbreuk à Hier gaat het niet om echte namaak, maar wel om het aanleveren van wezenlijke bestanddelen betreffende de uitvinding à Men levert dus middelen aan waarmee een inbreuk wordt gepleegd op het octrooi Opmerking • Een gezien de omstandigheden redelijke vergoeding kan door de octrooiaanvrager worden geëist van iedere derde die tussen de datum waarop hetzij de octrooiaanvraag op verzoek van de aanvrager voor het publiek toegankelijk is gemaakt, hetzij een afschrift ervan aan de betrokken derde werd bezorgd, en de datum van octrooiverlening, de uitvinding heeft toegepast op een wijze die na deze periode verboden zou zijn op grond van het octrooi. • Bij gebreke van overeenstemming tussen de partijen wordt de vergoeding door de rechtbank vastgesteld
134
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
G. De uitzonderingen op de rechten è Er zijn een aantal handelingen waartegen je niet kan optreden Handelingen die in de particuliere sfeer en voor niet-‐commerciële doeleinden worden verricht • Bv. Je kan niets doen tegen iemand die een uitvinding in zijn vrije tijd namaakt voor eigen gebruik Handelingen die op en/of met het voorwerp van de geoctrooieerde uitvinding worden verricht, voor wetenschappelijke doeleinden • Je krijgt een exclusief recht, maar je moet alle informatie prijsgeven met betrekking tot je uitvinding à Anderen moeten hierop voort kunnen bouwen Communautaire uitputting Het recht van voorgebruik • Niet iedereen vraagt octrooi aan • Je kan uitvinding geheim houden • Maar wat als een onafhankelijke derde dezelfde uitvinding later doet, en wel een octrooi aanvraagt? • Dit recht van voorgebruik houdt verband met problematiek dat niet alle bedrijven een octrooi aanvragen à Bv. A doet eerst uitvinding, maar gaat niet octrooieren en houdt het geheim, iets later komt B die onafhankelijk dezelfde uitvinding doet en wel octrooieert à Dit kan tot gevolg hebben dat B tegen A kan optreden, hoewel A de eerste uitvinder was • Wetgever heeft begrip voor de eerste uitvinder en dat hij niet octrooieert. Dus recht van voorgebruik à Als je een uitvinding hebt die je in gebruik/bezit hebt op het moment dat iemand volledig te goeder trouw voor hetzelfde een octrooi aanvraagt, dan kan de aanvrager van het octrooi niet tegen jou optreden à Men zal niet kunnen verbieden dat A producten op de markt brengt • Dit geeft veel problemen in de praktijk. Het is moeilijk te bewijzen dat jij als eerste een uitvinding hebt gedaan. In de praktijk lost men dit op door onderzoeksboeken o Vroeger was dit op papier, maar nu ook elektronisch. Hierin schrijft men het verloop van een onderzoek volledig neer. Men schrijft wat men doet aan onderzoek en wat het resultaat was. Je kan dus het volledige onderzoek achteraf terug samenstellen. Je kan via het boek aantonen hoe het onderzoek verlopen is (trial and error), zo kan je aantonen dat jij de eerste was • è Wie te goeder trouw vóór de datum van indiening van de octrooiaanvraag of van voorrang van een octrooi, de uitvinding, voorwerp van het octrooi, op het Belgisch grondgebied in gebruik had of er in het bezit van gekomen was, heeft het recht de uitvinding ten persoonlijke titel te exploiteren ongeacht het bestaande octrooi
135
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
H. De plichten van een octrooihouder De betaling van (stijgende) jaartaksen • Naarmate octrooi ouder wordt moet je een hogere taks betalen want je zal meer inkomsten krijgen via je octrooi, als je octrooi waardeloos is zal je het niet verder exploiteren Een exploitatieplicht • Je bent verplicht je octrooi te gebruiken • Sanctie à Een dwanglicentie à Pas als 3 voorwaarden vervuld zijn o (1) Er moet een termijn verstreken zijn waarbinnen je niet geëxploiteerd hebt à 2 mogelijkheden, men neemt altijd de langstlopende termijn § 4 jaar na uw aanvraag of 3 jaar na verlening van octrooi o (2) Er is niet geëxploiteerd à In feite wordt bepaald wat een wezenlijke en doorlopende fabricage is § Hieronder wordt ook ‘voldoende import’ verstaan. Je moet niet produceren in België, je kan je productie-‐eenheden ook in een ander land hebben zitten. Bij voldoende invoer in de nationale markt heb je ook een wezenlijke en doorlopende fabricage o (3) Er is geen geldige reden om niet te exploiteren § Geldige reden à Dit zijn meestal omstandigheden buiten de wil • Bv. fabriek ligt stil wegens situatie van oorlog, of een aanslepend sociaal conflict binnen het bedrijf of overheidsreglementering verbiedt gedurende een bepaalde periode je product op de markt omdat er Bv. een giftige stof in je product zit • Wanneer een octrooi betrekking heeft op een machine kan de wezenlijke en doorlopende fabricage in België door de houder van het octrooi van producten verkregen door het gebruik van deze machine als exploitatie van het octrooi in België aanzien worden wanneer deze vervaardiging voor de economie van het land belangrijker is dan de vervaardiging van de machine zelf o Specifiek met betrekking tot exploitatieplicht à Je hebt een octrooi op de machine, maar met de machine produceer je goederen. Eigenlijk wil je niet die machine commercialiseren, maar wel de producten die je hiermee maakt o Je gaat geen exploitatie hebben in de letterlijke zin, want als je de machine octrooieert maar deze niet produceert, dan is er geen exploitatie van je octrooi o à Als je een octrooi hebt met de machine, en je produceert voldoende met die machine, dan neemt men aan dat het octrooi voldoende geëxploiteerd wordt • Een gedwongen licentie wegens niet of onvoldoende exploitatie wordt slechts verleend op voorwaarde dat de licentie hoofdzakelijk verleend wordt voor de voorziening van de binnenlandse markt
136
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Procedure tot het bekomen van een dwanglicentie • Aanvraag tot Minister van Economische Zaken • Aanvrager moet bewijzen o Dat de wettelijke voorwaarden tot het bekomen dwanglicentie vervuld zijn (geldige reden moet tegenpartij bewijzen) o Dat hij tevergeefs om een licentie verzocht § Je moet aantonen dat je eerst hebt geprobeerd op vrijwillige manier een licentie te bekomen en vrijwillig aan octrooihouder vragen ‘kijk, u doet niets met uw octrooi, mogen wij het uitbaten?’ (want dwanglicentie is eigenlijk een onteigening) o Dat hij zelf over middelen beschikt voor een doorlopende wezenlijke exploitatie in België • Commissie voor dwanglicenties à Hoort partijen en probeert partijen te verzoenen o Bij gebreke aan verzoening à Gemotiveerd advies aan Minister • à Minister beslist à Verlening via Ministerieel Besluit Gedwongen licenties • Zijn niet exclusief (octrooihouder kan nog zelf exploiteren, en ook nog andere licenties verlenen) • Voorzien vergoeding (niet gratis) • Aan voorwaarden verbonden • Kunnen worden ingetrokken o Op verzoek octrooihouder wanneer uit een vonnis blijkt dat licentiehouder zijn verplichtingen niet nakomt of ongeoorloofde handelingen stelt o Op verzoek van elke belanghebbende als licentiehouder niet overgaat tot een wezenlijke en doorlopende fabricage in België Andere situatie waarin een dwanglicentie kan worden verleend • Wanneer een uitvinding, beschermd door een octrooi toebehorend aan de aanvrager van de licentie, niet kan geëxploiteerd worden zonder dat inbreuk wordt gepleegd op de rechten verbonden aan een octrooi, verleend ingevolge een oudere aanvraag en voor zover het afhankelijk octrooi een belangrijke technische vooruitgang betreft, van aanmerkelijke economische betekenis vergeleken met de in het heersend octrooi beschreven uitvinding en op voorwaarde dat de licentie voornamelijk wordt verleend voor de voorziening van de binnenlandse markt (Afhankelijke uitvindingen) • Bv. X doet een uitvinding die vrij belangrijk is, maar stelt vast dat hij ze niet kan exploiteren omdat hij dan deels inbreuk pleegt op het octrooi van iemand anders à In die situaties kan je ook dwanglicenties aanvragen omdat je anders je uitvinding niet uitgebaat krijgt
137
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
I. Overdracht en licentie Overdracht • Moet schriftelijk • Meedelen aan D.I.E. o In register moet vermeld worden dat er een andere eigenaar is Licentie • Moet schriftelijk • Meedelen aan D.I.E. • Kan exclusief of niet-‐exclusief • Kan voor gehele Belgische grondgebied of deel J. Einde van het octrooirecht Verval (naar toekomst toe) • Duurtijd verstreken (Duurtijd à 20 jaar) o Uitzondering à Voor farmaceutica heeft men voorzien dat je maximaal 5 jaar extra bescherming kan krijgen. Dit noemt men het aanvullende beschermingscertificaat à Ratio van deze uitzondering is omdat je bij farmaceutica altijd met 2 toelatingsprocedures zit. Je vraagt enerzijds het octrooi aan (duurt lang dus je verliest een deel van je beschermingstermijn) à dit is voor alle producten zo. Maar anderzijds bij farmaceutica gebeurt ook een onderzoek naar de veiligheid van je product, dit kan heel lang duren (zelfs tot 12 jaar) à Dus op een zeer korte periode moet je je volledige investering terugwinnen • Niet betalen instandhoudingtaksen Nietigheid (retroactief) • Niet voldoen aan de beschermingsvoorwaarden o Er is geen nieuwheid/uitvinderswerkzaamheid à Dit kan in een inbreukprocedure als tegenvordering, of via een zelfstandige vordering (een octrooi hindert jou) o Als je als octrooihouder optreedt tegen inbreuken (wat voor jou namaak is), loop je altijd het risico je octrooi te verliezen, want je tegenpartij zal altijd nietigheid inroepen • De beschrijving van de uitvinding is zodanig dat de deskundige de uitvinding onmogelijk kan toepassen • Onderwerp van het octrooi wordt niet gedekt door de inhoud van de octrooiaanvraag • Octrooihouder was niet gerechtigd tot het verkrijgen van het octrooi • à De nietigheid kan een octrooi slechts gedeeltelijk aantasten. Het octrooi wordt dan in deze zin beperkt (= wijziging conclusies, beschrijving of tekeningen)
138
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
K. Internationale aspecten In ieder land waar je bescherming wil à Octrooi aanvragen à Je bekomt nationaal octrooi • Land per land een octrooi aanvragen (Bv. in Frankrijk, België, Duitsland, VK) à Gebruikmakend van je recht van voorrang • Dit gebeurt niet in de praktijk omdat je in ieder land een volledig dossier gaat moeten opstellen in de nationale taal, waar je bovendien nog eens overal dezelfde taks betaalt (indienings-‐ en onderzoekstaks) Verdrag van Washington (1970) = PCT – Verdrag (Patent cooperation treaty) • Centralisatie van de aanvraag o Heel veel landen lid zijn bij de overeenkomst o Dit PCT-‐systeem maakt het mogelijk om via 1 aanvraag de procedure te starten in meerdere landen à Hier stopt het dan ook à Het is beperkt tot centralisatie van de aanvraag o Op het formulier geef je aan waarvoor je bescherming wil, je steekt daar alle stukken bij (beschrijving aanvraag, conclusies,…) en dan duidt je de landen aan waarin je bescherming wil • Internationale aanvraag o Die PCT-‐aanvraag komt terecht bij WIPO-‐OMPI, en die sturen je aanvraag naar alle landen die je hebt aangeduid. Dan komt die aanvraag Bv. in België terecht, en dan past men hier het Belgische systeem toe (geen echt onderzoek naar vereiste van nieuwheid en uitvinderswerkzaamheid), maar er zijn landen waar wel een grondig onderzoek gaat gebeuren à Je krijgt dus allemaal nationale octrooien • Keuze van de landen o In België krijg je een Belgisch octrooi, in Frankrijk een Frans, … • Automatisch internationaal nieuwheidsonderzoek o Er wordt een gecentraliseerd nieuwheidsverslag opgemaakt vanuit het PCT-‐verdrag o Bij alle aanvragen die gebeuren met een PCT-‐aanvraag wordt zo’n internationaal verslag opgesteld en krijg je een schriftelijke opinie. Die wordt verstuurd naar alle aangeduide landen • Aangeduide landen zijn vrij ten opzichte van het nieuwheidsverslag o Ze kunnen eisen dat dit een tweede keer gebeurt op basis van de nationale wetgeving • Publicatie van aanvraag en nieuwheidsverslag o Dus eens je aanvraag en die 2 verslagen bij de staat liggen à Nationale procedure waarop de nationale wetgeving van toepassing is • Op verzoek à ‘Internationale voorlopige beoordeling’ van de octrooieerbaarheidsvereisten (aangeduide landen zijn vrij ten opzichte van deze beoordeling) o Je kan internationaal vragen dat je aanvraag grondiger wordt onderzocht • Internationale aanvraag zet procedure in de aangeduide landen in gang • à Je verkrijgt uiteindelijk nationaal octrooi
139
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Europees octrooiverdrag (1973) (EOV) = Verdrag van München • è Europees is hier ook weer niet EU à Het heeft betrekking op het continent Europa (Bv. Turkije en Zwitserland zitten hier wel bij) en is dus niet beperkt tot de Europese Unie • è Dit is een heel belangrijk verdrag. Iemand die in België een waardevolle uitvinding heeft zal via dit verdrag werken • Centralisatie van de aanvraag en centrale verlening o Essentie is dat niet enkel de aanvraag wordt gecentraliseerd, maar zowel de aanvraag als de verlening worden gecentraliseerd à Er is dus 1 instantie die ook de verlening zal doen • Je dient één aanvraag in tot het bekomen van een Europees octrooi (EO) o Als je bescherming wil in de landen die lid zijn bij het verdrag, dan kan je ervoor opteren een aanvraag in te dienen voor een Europees Octrooi (dus je krijgt geen Belgisch en Frans octrooi enz. zoals bij PCT) à Bij die octrooiaanvraag steek je alle documenten die je steekt bij een Belgische aanvraag, en in het formulier ga je ook de landen kiezen waar je bescherming wil • Je kiest landen die lid zijn van de Europese octrooiorganisatie o In praktijk à Men gaat ervan uit dat je indient voor alle staten die lid zijn bij het verdrag, behoudens degene die je wegstreept o De geldigheid wordt beoordeeld op basis van de Belgische wetgeving à Dus eens het Europees Octrooi is verleend à In ieder land, de toepasselijke wetgeving. Als het nietig wordt verklaard in België, geldt dit enkel voor België. In Frankrijk blijft het dan bestaan • Je aanvraag wordt centraal behandeld door het Europees Octrooibureau (EOB) • Toekenning van een datum van indiening wanneer aan de nodige formaliteiten is voldaan o Je aanvraag komt terecht bij de onderzoeksafdeling van het Europees Octrooibureau à Als je alle documenten erbij steekt krijg je je indieningsdatum • Vooreerst een nieuwheidsverslag door de afdeling nieuwheidsonderzoek + Een voorlopig en niet bindend standpunt inzake het vervuld zijn van de octrooieerbaarheidsvereisten o In die onderzoeksafdeling (meestal in Den Haag), gaat men een nieuwheidsverslag (inventaris van stand van de techniek) opstellen en anderzijds geeft men ook een voorlopige beoordeling (voorlopige opinie) • Vervolgens publicatie van de ganse aanvraag en nieuwheidsverslag (ganse dossier komt ook ter beschikking van het publiek) • Daarnaast toetsen aan de beschermingsvoorwaarden (in EOV ééngemaakte octrooieerbaarheidsvereisten) à Dit moet wel uitdrukkelijk schriftelijk worden gevraagd. Het toetsen gebeurt door de onderzoeksafdeling o Als je uit de eerste bevindingen (stand van techniek) en eerste opinie ziet dat het al bestaat, kan je best stoppen, anders gooi je geld weg o Als je verder gaat, komt je dossier terecht bij een andere onderzoeksafdeling binnen het bureau, daar zal een gespecialiseerd onderzoeker je dossier bekijken en toetsen op nieuwheid en uitvinderswerkzaamheid (hij zal dit grondig nagaan)
140
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
•
•
JVD
2014-‐2015
o Dit is geen steriel onderzoek à Toetsing gebeurt in overleg met de aanvrager, als er iets niet duidelijk is neemt de onderzoeker contact op met de aanvrager enz. o Resultaat à Die tweede onderzoeker beslist of je een octrooi krijgt of niet Voldoet uitvinding aan octrooieerbaarheidsvereisten, dan verkrijg je Europees octrooi (EO) o Als er geen nieuwheid of uitvinderswerkzaamheid is, dan krijg je geen octrooi à Hiertegen kan je eventueel in beroep gaan Europees octrooi wordt verleend voor de in de aanvraag aangeduide landen o Na de verlening valt het EO in ieder land onder de daar geldende nationale octrooiregeling (een bundel nationale octrooien) § = Uitwerking in ieder land als nationaal octrooi o Kan nietig verklaard worden voor slechts één land, maar niet voor de andere landen § Vraag is of een Belgische rechter de autoriteit heeft een Europees octrooi nietig te verklaren, want dit gebeurt na een grondig onderzoek door specialisten in hun vak Na verlening à Mogelijkheid tot oppositie (9 maanden) o Als je uiteindelijk het octrooi krijgt (kan lang duren), is het nog niet zo dat je gerust kan zijn à Want in het verdrag zit de mogelijkheid van een oppositie, derden kunnen na de verlening van het octrooi, binnen 9 maand, vragen aan het Europees Octrooibureau om terug te komen op hun beslissing van de verlening van het octrooi o Als reden hiervoor kan je Bv. strijdigheid met openbare orde en goede zeden aantonen o Bv. Harvard-‐muis: een aantal verenigingen hebben oppositie ingesteld bij het EO omdat het verlenen van octrooien op dieren strijdig was met openbare orde en goede zeden à Deze oppositie is van tafel geveegd Europees octrooi pas definitief als er geen oppositie werd ingesteld of de oppositie werd afgewezen
Het Europees octrooi met eenheidswerking • Toekomstmuziek o In de Europese Unie gaan we nog iets verder (moest in werking treden in 2015, maar dit zal niet het geval zijn, wordt waarschijnlijk 2017) • Doelstelling binnen Europa is de invoering van het Europees octrooi met eenheidswerking à We hebben een gemeenschapsmodel dat in alle lidstaten van de EU geldt en dat in alle landen van de EU dezelfde bescherming garandeert (zelfde regels voor inbreuken, verval, nietigheid) en dat op hetzelfde moment vervalt of nietig wordt verklaard • Centrale aanvraag + centrale verlening + beheerst door een uniforme regeling o Het gaat erop neerkomen dat we terecht komen in een systeem van centrale aanvraag, centrale verlening, en eens de verlening gebeurt is krijg je een beheersing door een uniforme regeling à Dit zal gebeuren aan de hand van 2 verordeningen en 1 internationale overeenkomst o Essentie is à Je gaat in de toekomst een Europees octrooi met eenheidswerking kunnen aanvragen volgens dezelfde procedure als het Europees Octrooi, maar als je octrooi verleend is, kan je opteren voor een
141
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Europees octrooi met eenheidswerking à Dit betekent dat het octrooi, eens het verleend is, in (quasi) alle lidstaten van de EU een uniforme wetgeving heeft met betrekking tot dat octrooi (inbreuken, nietigheid en verval) o è Dus hier krijg je een volledige eenheid à Je dient 1 aanvraag in, je krijgt een centrale verlening, en eens het octrooi verleend is, is er slechts 1 uniforme regelgeving op van toepassing à Je krijgt hier dus een systeem van alles of niets. Als het wordt nietig verklaard, vervalt het voor al die landen •
Geen keuze wat de landen betreft waar men bescherming wil o Aangezien dit een systeem wordt dat lijkt op het gemeenschapsmodel, zal het zo zijn dat wanneer je dit aanvraagt, je dit moet doen voor alle lidstaten van de EU o Bij het gewone Europese octrooi heb je de keuze (Bv. wel in Frankrijk, maar niet in Duitsland) à Hier is geen keuze, je moet voor alle landen bescherming aanvragen o Maar het systeem zal zoals het er op dit ogenblik uitziet niet in werking treden in alle landen van de EU omdat een aantal lidstaten zeiden dat ze hier niet aan willen meedoen (zijnde Italië en Spanje) § Reden hiervoor à Deze 2 landen zijn kwaad, grote probleem binnen octrooirecht zijn de vertalingen van het octrooidossier (wat veel geld kost) à Binnen systeem van Europees octrooi met eenheidswerking gaat men het aantal talen beperken, men wil niet meer werken met het Spaans en Italiaans, daarom doen de landen niet mee. Dus wellicht treedt het systeem maar in werking tussen 25 of 26 lidstaten van de EU à Maar het is nog af te wachten hoe het evolueert
•
Centraal staat de eenheid o Eens het Europees octrooi met eenheidswerking wordt afgeleverd, is er nog maar 1 wetgeving op van toepassing. Je moet niet land per land gaan kijken hoe inbreuken bestreden moeten worden, wat er gebeurt bij nietigheid, … o Men gaat ook slechts 1 gerecht hebben dat over de geldigheid en de inbreuken inzake die octrooien gaat oordelen ßà Niet kijken naar de bevoegde rechter binnen iedere lidstaat
L. Farmaceutische producten • Voor geoctrooieerde farmaceutische producten gelden een aantal specifieke regels (Bv. als een nieuwe werking wordt ontdekt à Zie voorbeeld Viagra) • Hier geldt een aparte regeling om de duur van octrooien voor farmaceutica iets te verlengen à Een normaal octrooi bedraagt 20 jaar vanaf moment van aanvraag. Daarna is het voorbij à Probleem bij farmaceutica is dat je een lange termijn hebt vooraleer je het product op de markt kan brengen o (1) Verlenen van octrooi duurt lang en kan jaren aanslepen
142
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o (2) Product moet veilig zijn, je moet je product testen à Dit loopt in verscheidene fasen (eerst op dieren, dan beperkte groep van personen, dan ruimer testpubliek) o Daarom is er binnen de EU de mogelijkheid gecreëerd om voor deze producten de beschermingsduur op te trekken met 5 jaar extra (maximum 25 jaar) à Deze laatste 5 jaar wordt verleend via een aanvullend beschermingscertificaat (‘ABC’). Dit kan dus verleend worden voor farmaceutica waarvan de duurtijd van het normale octrooi te vervallen komt en die een deel van hun beschermingstijd zijn verloren via dat testen
M. Een praktijkgeval Nationale aanvraag in goedkoop land • Als een bedrijf internationaal wil gaan, gaan ze ergens een nationale aanvraag indienen in een goedkoop land à Waar het dus weinig kost om een octrooi aan te vragen o Vroeger à Verenigd Koninkrijk o Maar een aantal jaren terug heeft België zijn tarieven laten zakken Start periode 12 maand recht van voorrang • Als je zo’n nationale aanvraag doet, begint automatisch je recht van voorrang te lopen, gedurende 12 maanden • Als je binnen die termijn voor dezelfde uitvindingen later aanvragen doet, dan worden die geacht gedaan te zijn op de datum van je eerste aanvraag PCT-‐aanvraag • Dan gaan de meeste bedrijven op het einde van die 12-‐maanden-‐termijn (Bv. na 11 maanden en 21 dagen) een PCT-‐aanvraag indienen (verdrag van Washington waarbij je een internationale aanvraag indient met centralisatie van de aanvraag) • Eigen hieraan is dat wanneer je dit doet (binnen die 12 maanden en dus de datum van aanvraag van je eerste aanvraag krijgt) à Dan kent men je een periode toe van 18 maanden 18 maanden later (= 30 maanden na de eerste nationale aanvraag) à Keuze van landen • Hier opsplitsing in EO-‐aanvraag en aanvraag andere landen • Binnen die 18 maanden moet je aanduiden in welke concrete landen je bescherming wil. Je krijgt dus eigenlijk 30 maanden vooraleer je een definitieve keuze moet maken in welke landen je bescherming wil, terwijl je nog maar weinig hebt uitgegeven (een beetje voor de nationale aanvraag en een beetje voor PCT-‐aanvraag, maar pas vanaf je concreet landen aanduidt ontstaat de grote kost) • Dus als die 30 maanden bijna verstreken zijn, en je wil dan een octrooi in de EU, zal men zeggen ‘wij willen een Europees octrooi voor de Europese landen’. Als je bescherming wil in VS zeg je ‘maar ook in VS’
143
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 7: Merkenrecht
Functies à Volgende functies heeft het HvJ tot nu toe erkend • Herkomstfunctie o HvJ zegt dat deze functie inhoudt dat een merk het mogelijk moet maken om waren en diensten naar herkomst te onderscheiden à Dit staat centraal in het merkenrecht o Concreet betekent dit dat je via een merk moet kunnen zeggen dat een bepaald product een andere herkomst heeft dan een ander product à Bv. Pepsi cola ßà Coca cola o Wat dit niet inhoudt is dat je de concrete herkomst van een product moet kunnen aantonen à Bv. Pot olie van Bertolli: dan weet slechts een kleine groep dat Bertolli afkomstig is van Unilever. Maar je weet Bv. wel dat Bertolli een andere herkomst heeft dan Becel • Onderscheidingsfunctie o Als je een herkomstfunctie hebt, heb je ook automatisch een onderscheidingsfunctie. Je kan de producten op zich van mekaar onderscheiden o Bij onderscheid naar herkomst zeg je: komt van een andere producent à Hier zeg je: deze margarine kan je onderscheiden van de andere margarine § Bv. ING is iets anders dan KBC à Deze functie vloeit gedeeltelijk voort uit de herkomstfunctie • Kwaliteits-‐, garantie-‐ en vertrouwensfunctie o Via een merk krijg je een zekere garantie à Als je Coca Cola koopt, krijg je de garantie dat iedere keer als je die aankoop herhaalt, dat je een product krijgt dat dezelfde garantie biedt § Coca Cola gekocht in gent is dezelfde Cola als deze die je koopt in Brussel à Maar hier moet je oppassen à Producenten van waren en diensten (vooral waren) proberen hiermee te foefelen. Ze durven nogal eens het product te wijzigen in functie van de markt waarop ze het product brengen en passen zich aan, aan lokale voorkeuren § Bv. in sector van spuitwater à Duitsers houden van krachtig en gekruid spuitwater. Sommige producenten brengen hun spuitwater onder hetzelfde merk op de markt in België en in Duitsland, maar in Duitsland is het dan krachtiger en uitgesprokener van smaak. Dit kan je doen, maar dan ondermijn je deels je garantie-‐ en vertrouwensfunctie • Communicatiefunctie o Een merk wil met jou communiceren à Via een merk wil een producent informatie aan jou bezorgen. Deze vinden we niet veel teurg (is vooral van belang voor marketing) • Reclamefunctie o Heel belangrijk à Via een merk tracht men producten en diensten te verkopen. Je hoopt dat de consument jouw product/dienst aankoopt
144
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Investeringsfunctie à Verwerving of behoud van een reputatie die consumenten kan aantrekken en aan merkhouder binden o Via een merk zal men een reputatie verwerven of behouden die consumenten kan aantrekken en aan de merkhouder kan binden. Via een merk investeer je dus, je wil een publiek aantrekken en behouden. Deze functie is nog maar pas erkend door het HvJ dus die gaan we niet zo vaak terugzien
Beschermingsmogelijkheden van een merk • à 3 mogelijkheden om een merk te beschermen • Benelux-‐bescherming (Beneluxmerk) o Geen aparte Belgische regelgeving • Internationale weg o Internationale aanvraag waarbij je meerdere landen aanduidt en dan uiteindelijk nationale bescherming krijgt • Europese bescherming (Gemeenschapsmerk) o Hier ga je naar het merkenbureau in Allicanté, je doet daar een aanvraag, als je na onderzoek je merk krijgt, krijg je bescherming in de 28 lidstaten van de EU o Hier krijg je bescherming, maar deze vormt een eenheid à Als je bescherming vervalt, vervalt het voor de 28 lidstaten, als het nietig wordt verklaard, is het nietig voor alle lidstaten • è Je kan beide combineren: je kan merk deponeren als gemeenschapsmerk (bescherming in 28 lidstaten), maar soms deponeert men het nog ergens in een lidstaat als Benelux merk of nationaal merk à Je kan ze dus cumuleren • In deze lessen zien we Benelux-‐merk à Want inhoudelijk (materieel recht: wat is een goed merk, wat zijn verval-‐ en nietigheidsgronden, wat zijn de mogelijkheden om op te treden tegen inbreuken) is dit identiek bij het Benelux-‐ en gemeenschapsmerk o Verschil is dat je een andere procedure moet volgen, dus de formaliteiten zijn verschillend à Maar het hele materiële merkenrecht is gelijk
145
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
A. Beneluxmerk -‐ Bronnen Benelux-‐verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)(BVIE) • Voorheen à BMW • Gevolgen van Beneluxwetgeving? (Benelux Gerechtshof) o Als je in België bescherming wil à Beneluxmerk verkrijg je voor 3 landen, maar wordt ook nietig verklaard en vervalt dus ook voor de 3 landen o Regels inzake merken zijn identiek in de 3 landen van Benelux. Dus Nederlandse rechtspraak inzake merken is ook relevant o Benelux Gerechtshof mag zich enkel uitspreken als het regels betreft die niet geharmoniseerd zijn door de EU, als de regel een omzetting is van de richtlijn Merken à Dan moet de vraag gesteld worden aan het HvJ § Maar binnen een aantal jaar krijgt het Benelux Gerechtshof een bijkomende functie inzake merken omdat er teveel verschillende rechtspraak is voor eenzelfde geval binnen Nederland en België • + URBVIE (uitvoeringsreglement) • + Regels Directeur-‐Generaal Art. XI.163 WER à Kijken naar BVIE met uitzondering van Boek XV en Boek XVII • Uitzondering is alles wat betrekking heeft op bestrijding van namaak à Dit is in grote mate nationaal bepaald • Dus voor handhaving (procedureregels: welke rechter is bevoegd, wat kan je vragen enz.) à Kijken naar WER 1e harmonisatierichtlijn merkenrecht van 21 dec. 1988 • Gecodificeerde versie à Richtlijn 22 oktober 2008 à Dit is de huidige versie, maar men werkt op dit ogenblik binnen de EU aan een actualisering van die richtlijn à Men hoopt dit af te ronden in de zomer van 2015 o Er zijn nog wat knelpunten (Bv. doorvoeren van namaak door de lidstaten) à Dit betekent dat we er rekening mee moeten houden dat het Europese merkenrecht gaat veranderen binnen enkele jaren Richtlijn handhaving van 29 april 2004 Overeenkomst van Madrid van 14 juli 1967 + Protocol bij de Overeenkomst van Madrid van 27 juni 1989 Overeenkomst van Nice van 13 mei 1977 betreffende de internationale classificatie van waren en diensten • Hier staan alle waren en diensten ingedeeld in klassen à Bv. Chocolade: klasse 1; Schoenen: klasse 2
146
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
B. Beneluxmerk -‐Welke soorten merken bestaan er? Individuele warenmerken • Dit zijn tekens die je gaat gebruiken als merk voor waren à Het zijn tekens die men gebruikt om de waren die men verkoopt aan te duiden. Een merk kan je enkel krijgen als je iets deponeert, zonder deponering krijg je niets. Als je een merk deponeert, ben je verplicht om bij je depot aan te duiden waarvoor je het merk gaat gebruiken à Als je een individueel warenmerk wil, moet je de waren aanduiden waarvoor je het merk deponeert (Bv. ik deponeer Coca Cola voor frisdrank, voor wijn,…) • Als je een volledige klasse neemt, moet je het ook gebruiken voor alle waren of diensten van de klasse à Bv. klasse 36 is heel ruim (financiële monetaire bankzaken, disconto-‐ en herdiscontoverrichtingen, uitgifte van obligaties enz.) KBC doet dit allemaal, maar als je maar 1 van die dingen doet neem je beter niet de volledige klasse • Als je je merk deponeert voor 25 klassen à Dan gaat dit je veel kosten o Vanaf je zit boven 3 à Moet je bijbetalen o Bovendien kan een merk vervallen als je het niet gebruikt à Bv. Als je Martini deponeert voor schoenen zonder dat je dit hiervoor gebruikt, kunnen derden vragen dat dit merk (martini gedeponeerd voor schoenen) wordt nietig verklaard • à Er wordt vaak voor meer gedeponeerd dan hetgene waarvoor je het kent o Bv. Lotus: voor koekjes, gedeponeerd voor banketbakkerswerk, bakkerswaren, speculaas, … o Bv. Fanta: gedeponeerd voor bieren, minerale en gazeuse wateren en andere alcoholvrije dranken, softdrinks, … o Bv. Tommy Hilfiger: bleekmiddelen en andere wasmiddelen, parfumerieën, kosmetische middelen, haarlotions, … Individuele dienstenmerken • Hier deponeer je het teken, maar het teken wordt gebruikt om de diensten van een onderneming te onderscheiden. Bij het depot duidt je diensten aan o Bv. KBC is een dienstverlenende organisatie (klasse 36 zijn allemaal financiële diensten) o Bv. Acerta à Sociaal secretariaat (klasse 35: personeels-‐ loonadminsitratie,…) o Bv. Oscar is gedeponeerd in de Benelux als merk door de organisatie die jaarlijks in Hollywood de Oscars uitreikt. Dit is een dienstenmerk omdat het beeldje gedeponeerd is voor het organiseren van wedstrijden o Bv. Advocatenkantoren deponeren de naam van het kantoor als merk • Je kan je merk deponeren zowel voor waren als voor diensten. (Bv. je deponeert je merk voor kleding maar ook voor uitbaten van een hotel) à Dit is belangrijk voor het bestrijden van inbreuken. Men gaat dan kijken waarvoor je hebt gedeponeerd
147
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Collectieve merken • Voor waren en/of diensten o Bij de vorige 2 ging het over individuele waren-‐ of dienstenmerken à Die merken zijn eigendom van een onderneming of een persoon of een vennootschap die het merk zelf mag gebruiken à Bv. Naam van advocatenkantoor: merk is eigendom van jou, en jij mag het werk gebruiken zoals je het wil • Verschil tussen een individueel merk en een collectief merk o Collectief merk à Dit is een teken dat men gebruikt om gemeenschappelijke kenmerken aan te geven van waren of diensten die komen uit verschillende ondernemingen. Hier wordt het merk gedeponeerd door een organisatie of door iemand, en die organisatie/persoon geeft aan dat hij het deponeert als collectief merk § à Diegene die dit deponeert, mag het merk niet zelf gebruiken. Als je dit deponeert moet je een regelement deponeren (naast het merk zelf dat je deponeert), waarin je aangeeft wat de gemeenschappelijke kenmerken zijn van de waren of diensten die eventueel jouw merk mogen dragen § Bv. Merk van ‘keurslager’ à De eigenaar van dit merk is de vereniging van keurslagers (vzw). Die vzw heeft het merk gedeponeerd, maar mag dit merk niet zelf gebruiken. De vzw staat het gebruik van dat merk toe aan diegene aan wie ze toestemming geven en diegene van wie de waren/diensten voldoen aan het regelement dat ook gedeponeerd is § è Bij een collectief merk ligt de nadruk op de kwaliteitsfunctie § Bv. Merk van wol is eigendom van het internationaal wolsecretariaat. Zij hebben dat teken gedeponeerd, men staat het gebruik van het wolmerk toe door onafhankelijke kledingproducenten als zij voldoen aan de vooropgestelde kenmerken waarvan onder andere 1 is dat je kleding een bepaald percentage wol moet bevatten • Beschermingsomvang à Collectief merk is aan dezelfde regels onderworpen als een individueel waren-‐ of dienstenmerk à In verdere uiteenzetting gaan we uit van individuele merken, maar die gelden ook voor collectieve merken (maar hier geldt een ander uitgangspunt) Beneluxmerk Vs. Gemeenschapsmerk • Je kan bescherming willen in de Benelux, EU, of beiden
148
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
è Een merk is te onderscheiden van een handelsnaam • Merk o Gebruik je om waren of diensten te onderscheiden (Bv. voor parfum, kleding, schoenen) o Dit kan je enkel krijgen door het teken te deponeren. Als je het deponeert, krijg je bescherming in het volledige territorium à Bv. Gentse apotheker maakt een shampoo en deponeert het teken: krijgt bescherming in volledige Benelux, ook al verkoop je het product enkel in Gent • Handelsnaam o Handelsnaam gebruik je om onderneming aan te duiden o Dit is een recht op ingebruikneming à Je krijg het recht hierop door de handelsnaam te gebruiken à Bv. Je opent broodjeszaak kip-‐curry. Door deze naam te gebruiken heb je de handelsnaam. Je bescherming gaat zover als je cliënteel reikt. Als je met broodjeszaak enkel klanten hebt van universiteit en enkel open bent tijdens het academiejaar, enkel voor universiteit ßà Als je een groter publiek hebt door Bv. broodjeszaak in de Veldstraat die heel bekend is C. Beneluxmerk -‐De beschermingsvoorwaarden • è (1), (2) en (3) zijn cumulatieve voorwaarden + Daarnaast nog 2 bijkomende voorwaarden o (4) Het teken moet toelaatbaar zijn (niet strijdig met openbare orde en goede zeden) o (5) Het teken moet beschikbaar zijn (het merk mag niets reeds gedeponeerd/beschermd zijn) (1) Een teken • Teken moet geschikt zijn of in staat zijn waren of diensten van een onderneming te onderscheiden à Dus waren of diensten naar herkomst kunnen onderscheiden o = Wezenlijke functie van een merk • Geen sprake van teken als men enkel eigenschappen van waren of diensten wil beschermen o Kleur gewoonlijk niet meer dan een eigenschapà Een kleur is geen goed teken volgens het HvJ om de reden dat de consument een kleur niet zal herkennen als herkomstaanduider. Een consument herkent het niet als merk o Bv. Je gaat naar Carrefour omdat je detergent nodig hebt, je ziet een plastic fles staan die volledig geel is à Je gaat de gele kleur van de fles niet herkennen als merk à Als het woord ‘Ajax’ erop staat, dan ga je ‘Ajax’ wel herkennen als merk à Dus HvJ: in de regel is kleur gewoon de eigenschap van een waar o Maar dit moet genuanceerd worden à Soms zijn er wel situaties waarin een kleur kan uitgroeien tot een merk en waarin u de kleur toch als merk gaat percipiëren à Bv. Het merk campinggas à Dat is een blauwe kleur à Campinggas gebruikt dat blauw voor al zijn gasflessen. Als je als fervente kampeerder een flesje gas ziet staan, herken je dat blauw wel als
149
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
merk à Dus een kleur kan uitgroeien tot merk, maar in wezen gaat de consument dat niet herkennen als onderscheidingsteken In de regel ook geen goed teken o Titels van boeken, films, CD’s (deel van de waar) o De consument gaat dit niet op zich herkennen als teken à Die titels herken je niet als merk à Hier moet je mee oppassen à Soms wil men een titel van een boek toch proberen te gebruiken als merk, maar in de regel zijn deze zaken geen goed merk Art. 2.1, lid 1 BVIE geeft niet-‐limitatieve opsomming van tekens o Benamingen, tekeningen, stempels, letters, cijfers, vormen van waren of verpakking
(2) Het teken moet grafisch voorstelbaar zijn • HvJ à Grafische voorstelling moet een visuele weergave van het teken mogelijk maken door middel van figuren, lijnen of lettertekens o Dit wil zeggen dat je het moet registreren, dus je moet het zichtbaar maken à Maar aan die visuele voorspelbaarheid worden vereisten gesteld. Pas als daaraan voldaan is heb je een goed merk • De grafische voorstelling moet à Volledig, duidelijk, nauwkeurig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpbaar, duurzaam, ondubbelzinnig en objectief zijn o Prof verwacht niet dat we deze opsomming kunnen geven, enkel essentie weten • Grafische voorstelling moet dus ondubbelzinnig en objectief zijn à Iedere subjectieve factor bij identificatie en waarneming moet uitgesloten worden o Als jij het waarneemt, krijg je hetzelfde beeld als iemand anders à Iedere subjectiviteit moet uitgesloten zijn • Het teken moet dus nauwkeurig, ondubbelzinnig en objectief geïdentificeerd kunnen worden • Art. 2.1, lid 1 BVIE geeft niet-‐ limitatieve opsomming (deze tekens beantwoorden sowieso aan vereisten van grafische voorspelbaarheid) o Benamingen (woordmerken) § Merken die enkel en alleen kunnen bestaan uit woorden § Bv. Playboy is gedeponeerd door onderneming Playboy. Merk is het woord zoals je het ziet (gewone schrijfwijze, geen speciale vorm) à Iedereen weet welk merk het is en heeft hetzelfde beeld hierbij § Bv. de MIA’s, gedeponeerd door VRT à Men heeft gewoon het woord gedeponeerd als merk, zonder enige vormgeving. Men gaat merken vaak deponeren in allerlei variaties o Tekeningen (beeldmerken) § Merk is enkel het teken/beeld dat je ziet § Bv. merk van studio 100 is een tekening van een clowntje § Bv. foto van iemand zijn hoofd is gedeponeerd als merk (of dit goed is, is nog bedenkelijk want moet ook voldoen aan voorwaarde van onderscheidend vermogen) § Bv. tekening van de Leuvense brouwer (Stella) o Benamingen en tekeningen (woord-‐ en beeldmerken) § = Combinatie van de 2 voorgaanden § Bv. Heineken à Merk bestaat zowel uit woord ‘Heineken’ als uit de rode ster erbij
150
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Bv. Merk van studio 100 à Figuurtje Bumba met het woord ‘Bumba’ eronder § Bv. Coca-‐Cola à Afbeelding van een fles is gedeponeerd + woord Coca Cola Stempels § Hoort eigenlijk bij de categroie van beelden § Bv. Grand Marnier à Lakstempel Letters § Bv. Mc Donalds, BMW Cijfers § Bv. 4711 Letters en cijfers § Bv. 3M (kleefband, …) Vormen van waren of verpakking (vormmerken) § Je kan dus ook vormen deponeren. Dit zijn de zogenaamde vormmerken. Hier moet een onderscheid worden gemaakt tussen vormen van waren en vormen van verpakking à Om te kijken of het een goed merk is moet je zeker kijken of de derde voorwaarde vervuld is § Bv. Producent deponeert vorm van zijn flesje als merk, zonder dat er een woord op staat § Bv. Vorm van een bepaalde doos voor chocolade Namen van personen § Gebeurt vaak § Bv. Michael Jackson à Merk bestaat uit niets anders dan dit woord §
o o o o o
o •
Art. 2.1, lid 1 B BVIE geeft enkel visueel waarneembare tekens als voorbeeld, maar sluit evenwel niet visueel waarneembare tekens, zoals Bv. klanken en geuren, principieel niet uit o HvJ à Niet visueel waarneembare tekens moeten wel aan de algemene voorwaarden van grafische voorstelbaarheid voldoen o Bv. Klanken zijn heel belangrijk (Bv. Je zet je laptop aan, en je hoort het melodietje van Microsoft) à Essentie van een klank is dat je het niet visueel weergeeft, maar het kan een goed merk zijn als je het grafisch kan voorstellen o Bv. Geuren associeer je met bepaalde producten (Bv. producten van Dove) à Dit wordt niet opgesomd in het artikel, maar het is wel een teken. Het kan een goed merk zijn als het voldoet aan de grafische voorstelbaarheid die inhoud heeft gekregen door de rechtspraak van het HvJ
151
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(3) Het teken moet onderscheidend vermogen bezitten (Belangrijk!!) • Kan het merk de waren of diensten als afkomstig van een bepaalde onderneming identificeren, en kan het merk dus de waren of diensten van deze van andere ondernemingen onderscheiden • Herkomst van waren of diensten onderscheiden (waren/diensten van die van een andere herkomst onderscheiden) o Beoordelen vanuit de doelgroep van de waren of diensten à Doelgroep moet in staat zijn de door het merk aangeduide waren of diensten te onderscheiden van deze van een andere commerciële herkomst, en te concluderen dat alle door het merk aangeduide waren of diensten zijn vervaardigd, in de handel gebracht of verstrekt onder toezicht van de merkhouder, die verantwoordelijk kan worden geacht voor de kwaliteit ervan o Het is voldoende dat via het merk de herkomst van waren of diensten kan worden herkend, en de waren en diensten van die van andere ondernemingen kunnen worden onderscheiden o à Niet vereist is dus een bepaald niveau van taalkundige of kunstzinnige creativiteit, of verbeelding van de merkhouder § Bv. BMW is niet artistiek, het moet niet in speciaal lettertype of in bepaalde kleuren zijn • Criteria voor de beoordeling van het onderscheidend vermogen o Onderscheidend vermogen moet steeds worden beoordeeld ten aanzien van waren of diensten waarvoor het merk wordt ingeschreven § Als je een depot neemt moet je bij het depot de waren/diensten aanduiden waarvoor je je teken als merk deponeert (Bv. merk voor kleding, schoenen en frisdrank) § Bv. merk Apple heeft geen onderscheidend vermogen als je dat deponeert voor appels dan heeft dit geen onderscheidend vermogen. Je gaat dat merk niet kennen als herkomstaanduider. Als je daarentegen Apple neemt voor elektronisch materiaal kan je wel onderscheidend vermogen hebben. Vanuit waren/diensten ga je wel een herkomstfunctie hebben § Bv. Een reisbureau deponeert het merk reisbureau en je zet ‘reisbureau’ op de etalage, dan herken je dat niet als merk o Onderscheidend vermogen moet worden beoordeeld op basis van de perceptie (waarneming) door het relevante publiek, dit zijn de consumenten van de waren of diensten § Producten/diensten hebben een doelgroep, die groep kent het product. Soms varieert die doelgroep • Bv. Merken van kleding: algemene publiek is de doelgroep • Bv. Medisch materiaal (mesjes om te opereren): doelgroep is iemand anders (diegenen die het materiaal gebruiken) o Belangrijk is de perceptie (waarneming) van een normaal (redelijk) geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument van de betrokken categorie van waren of diensten o De gemiddelde consument neemt een merk in de regel als geheel waar, en let niet op de verschillende details ervan: de door het merk opgeroepen totaalindruk moet dus worden beoordeeld op onderscheidend vermogen
152
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen moet rekening worden gehouden met alle relevante (feitelijke) omstandigheden (factoren) à Bv. Met § De eigenschappen van het merk (is het beschrijvend?) § Marktaandeel à Product dat een groot marktaandeel heeft, dan is het vrij logisch dat het gemiddelde publiek dit merk kent § Intensiteit en duur gebruik à Bv. Duur à In het begin toen je op de markt kwam kende men je merk niet, maar na jaren op de markt te zijn, kent de gemiddelde consument je merk wel (desondanks dat je geen groot marktaandeel hebt) § Geografische spreiding gebruik à Bv. gemiddelde consument kent het wel, ondanks dat het enkel in Gent wordt verkocht kent men dit wel § Hoogte reclamekosten à Bv. als je op VTM reclame maakt, kan je via de kosten aantonen dat de gemiddelde consument je merk zal herkennen als merk § % van het belanghebbende publiek dat waren/diensten als afkomstig van een onderneming identificeert o Verklaringen van § Kamers van koophandel § Andere beroepsverenigingen o Er moet onderscheidend vermogen zijn bij relevante publiek, of althans een aanzienlijk deel ervan (hoeft dus niet iedere consument te zijn) o Onderscheidend vermogen kan niet op basis van algemene en abstracte gegevens worden vastgesteld (Bv. aan de hand van bekendheidspercentages in de belanghebbende kring) o Onderscheidend vermogen moet worden vastgesteld rekening houdend met alle relevante gegevens van het concrete geval, zoals Bv. met het gebruik van het merk (eventueel via opinieonderzoek bevolen door rechter) o è Criteria om onderscheidend vermogen te beoordelen zijn voor alle merken identiek (ook voor 3D-‐merken) § HvJ à Wel kan blijken dat de perceptie van het betrokken publiek verschillend is voor de verschillende categorieën merken à Het kan moeilijker zijn om het onderscheidend vermogen voor bepaalde categorieën vast te stellen dan voor andere categorieën merken à Er zijn bepaalde merken die de consument niet gewoon is om te herkennen. Consument gaat een woord snel als merk herkennen à Bv. de vorm van een fles ga je niet onmiddellijk associëren met een merk. Dit betekent dat bepaalde tekens ‘meer moeten hebben’ om het onderscheidend vermogen te hebben. Een vorm kan onderscheidend vermogen hebben, maar dit zal veelal pas het geval zijn als die vorm significant afwijkt van gebruikelijke vormen. Je gaat iets meer in je merk moeten leggen vooraleer de consument dat gaat herkennen
153
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o è Wel kan blijken dat de perceptie van het betrokken publiek verschillend is voor de verschillende categorieën merken à Het kan moeilijker zijn om het onderscheidend vermogen voor bepaalde categorieën vast te stellen dan voor andere categorieën merken (Bv. woord-‐ of beeldmerk dat losstaat van voorkomen waren versus kleur) o Woord-‐ of beeldmerk vat relevante publiek onmiddellijk op als onderscheidingsteken (staat los van voorkomen waar). Dit is niet noodzakelijk zo voor kleur of vorm van de waar (teken valt samen met uiterlijk van de waar). Dit is Bv. ook niet noodzakelijk voor reclameslogan o Laatstgenoemde tekens missen evenwel niet a priori onderscheidend vermogen Toepassingsgevallen
(a) Geuren • Is een geur grafisch voorstelbaar? Geur is immers niet visueel waarneembaar o Voorwaarde van grafische voorstelbaarheid gaat verdwijnen omdat er tegenwoordig methodes zijn waardoor je een merk perfect objectief kan waarnemen. Deze voorwaarde is een hinderpaal voor bepaalde merken om goed te functioneren o Geur is niet visueel waarneembaar à Vraag werd gesteld aan HvJ of een geur op zodanige wijze kan worden weergegeven dat verscheidene mensen op dezelfde wijze het merk waarnemen à Hof begon met theorie te herhalen • HvJ à Grafische voorstelling moet een visuele weergave van het teken mogelijk maken door middel van figuren, lijnen of lettertekens zodat het teken kan worden geïdentificeerd • HvJ à De grafische voorstelling moet volledig, duidelijk, nauwkeurig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpbaar, duurzaam, ondubbelzinnig en objectief zijn • Wat geurmerk betreft à Zij zijn niet grafisch voorstelbaar immers o Slechts enkeling kan in een scheikundige formule de geur in kwestie herkennen o (1) Formule niet voldoende begrijpelijk, duidelijk, nauwkeurig (formule staat voor stof en niet voor de geur van de stof) § Die scheikundige formule geeft niet de geur mee, maar wel de stof o (2) Beschrijving geur niet voldoende duidelijk, nauwkeurig, objectief § Bv. Iemand maakte tennisballen en wou dat iedereen wist dat dit zijn tennisballen waren en voegde de geur van versgemaaid gras toe à HvJ à Beschrijving van de geur is niet voldoende duidelijk, nauwkeurig en objectief o (3) Depot geur is geen voorstelling en geurmonsters zijn niet stabiel en duurzaam o (4) Combinatie van 1+2+3 isook niet duidelijk en nauwkeurig • è Op dit ogenblik kunnen geuren dus geen merk uitmaken omdat je ze niet grafisch kan weergeven op de wijze zoals door het HvJ bepaald (Daarom streept men de grafische voorstelbaarheid weg)
154
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(b) Klanken • HvJ à Bij klanken heb je 2 problemen o Niet visueel waarneembaar o Van nature niet ongeschikt om waren of diensten te onderscheiden à Maar hiervoor is er volgens het Hof voor klanken eigenlijk geen probleem, want klanken kunnen onderscheidend vermogen hebben • Er moet in aanvraag worden gepreciseerd dat het om een klankmerk gaat (anders wordt het beschouwd als woord-‐ of beeldmerk) • Is een klank grafisch voorstelbaar? o Voorstelling van een klank door middel van omschrijving in woorden kan aan voorwaarden grafische voorstelling voldoen o HvJ geeft voorbeelden waarbij de omschrijving onvoldoende is § Vermelding dat teken bestaat in noten die een bekend muziekstuk vormen (‘de eerste negen noten van für Elise’) § Vermelding dat het teken bestaat uit het geluid van een dier (‘gekraai van een haan’) à A heeft een ander beeld van dit gekraai dan persoon B à Er is geen uniforme perceptie o Onomatopee (klanknabootsing) à Er is verschil tussen werkelijke klank en onomatopee zelf § Is merk de werkelijke klank of de onomatopee? § Onomatopeeën kunnen van persoon tot persoon en van lidstaat tot lidstaat verschillend worden opgevat (Bv. ‘Kukelekuuu’) • Bovendien ook taalverschillen § è Onomatopee op zich (zonder nadere precisering) is geen grafische voorstelling o Grafische voorstelling van noten (opeenvolging noten) zonder nadere precisering à Onvoldoende nauwkeurig en duidelijk + onvolledig § Geen grafische voorstelling (wat is hoogte + duur klanken) § Wel mogelijk in maten verdeelde notenbalk met daarop onder andere sleutel, muzieknoten (heel, half, enz.), rusten § Wel niet onmiddellijk begrijpbaar à Maar kan gemakkelijk worden begrepen o Het Hof van Justitie sprak zich nog niet uit over § Op geluidsdrager § Elektronisch (digitaal) bestand met geluid § Sonogram o Vraag is of hier een CD een goede grafische voorstelbaarheid heeft à Ook dit is een reden waarom men deze voorwaarde zal afschaffen en vervangen door de vereiste van duidelijke weergave • Wat onderscheidend vermogen van klanken betreft à Zij zijn van nature niet ongeschikt om waren of diensten te onderscheiden
155
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(c) Kleuren of kleurencombinaties op zich à HvJ heeft zich hierover al uitgesproken • Is kleur een teken? o Worden niet vermoed een teken te zijn o Gewoonlijk enkel een eigenschap van de waren o Context kan van kleur wel teken maken § Het kan in relatie tot een waar of dienst § Aangetoond zal moeten worden dat zij in de context waarin zij worden gebruikt daadwerkelijk als teken overkomen • Is een kleur grafisch voorstelbaar? o Zie basisregel voor geur en klank o Eenvoudig kleurmonster voldoet niet (gevaar voor verkleuring) o Verbale beschrijving à Kan grafische voorstelling zijn als ze duidelijk, nauwkeurig, volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk en objectief is à Of dit het geval is moet concreet worden onderzocht à Zal zeer moeilijk zijn o Kleurmonster + verbale beschrijving à Kan als genoemde voorwaarden vervuld o OK à Aanduiding via internationaal erkende kleurcode § Bv. groene kleur van Heineken is gedeponeerd aan de hand van internationale nummers o OK à Verbale beschrijving + kleurmonster + internationaal erkende code o OK à Staal en internationale kleurcode o Wat twee of meer abstract en contourloos aangeduide kleuren betreft § Grafische voorstelling moet systematische schikking bevatten die de betrokken kleuren op van tevoren bepaalde of duurzame wijze met elkaar in verbinding brengt § Consument moet een combinatie kunnen vatten en memoriseren teneinde een aankoopervaring met zekerheid te kunnen herhalen • Heeft kleur of kleurencombinatie onderscheidend vermogen? o Naar hun aard zijn kleuren en kleurencombinaties nauwelijks geëigend nauwkeurige informatie over herkomst waren en diensten over te brengen. Dit betekent evenwel niet dat zij nimmer geschikt zijn om herkomst aan te duiden o HvJ zegt dat van zijn aard een kleur geen onderscheidend vermogen heeft à Als je een kleur deponeert als merk ga je vanaf dat depot geen onderscheidend vermogen hebben à Een consument gaat niet onmiddellijk het product associëren met een kleur (kleur gaat hij niet herkennen als herkomstaanduider) à HvJ zegt à Als je een product maakt en je neemt een kleur als merk dat je deponeert, dan heeft dat van in het begin geen onderscheidend vermogen o Maar (1) à Er kunnen uitzonderingen zijn waar dat een kleur toch onderscheidend vermogen zal hebben, maar dit zijn dus uitzonderingsgevallen o Maar (2) à Het is niet uitgesloten dat een kleur onderscheidend vermogen verwerft door het gebruik van de kleur. Dan kan je als je eerst de kleur gebruikt, later de kleur deponeren. Dus kleuren worden eerst
156
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
gebruikt en vervolgens gedeponeerd. Op moment van het depot heb je dan al onderscheidend vermogen o Er zijn veel producten en diensten waarbij je de kleur herkent als merk § Bv. De blauwe kleur op alle gasflessen van ‘campinggas’ § Bv. Gele kleur voor Zwitsal o Kleuren kunnen evenwel deel uitmaken van een merk (Bv. een tekening of embleem) (d) Driedimensionale merken (vormmerken) • Art. 2.1, lid 1 BVIE spreekt over vormen van waren of een verpakking à Deze vormen zijn tekens en kunnen grafisch worden voorgesteld • Hebben vormen onderscheidend vermogen? o Zelfde criteria om onderscheidend vermogen te beoordelen als voor andere merken. Dus er moet Bv. geen verfraaiing zonder functioneel doel § Maar hier moet je rekening houden met de perceptie van de consument, die is niet gewoon een vorm te zien als merk, een vorm gaat hij minder goed herkennen als merk à Dit betekent volgens het Hof dat als je ene vorm wil deponeren als merk, dat je ervoor moet zorgen dat die vorm afwijkt van de eigenlijke vormen. Je gaat iets meer moeten doen bij die eigenlijke vorm dan dat je moet doen bij een woord of afbeelding § Pas op à Perceptie van het relevante publiek is niet noodzakelijkerwijs hetzelfde als bij woord-‐ en beeldmerken. o Bij vormmerken kan het dus moeilijker zijn het onderscheidend vermogen vast te stellen o Er kan wel onderscheidend vermogen door inburgering (gebruik) § HvJ à Grootschalig gebruik van teken bestaande in vorm van de waar kan onderscheidend vermogen verlenen, als onderneming als enige de waren op de markt brengt, en als gevolg van het gebruik het relevante publiek de vorm met de onderneming associeert o Als aard van de waar het noodzakelijk maakt de waar te verpakken, en de verpakking wordt als merk gedeponeerd, of als merk bestaat uit vorm van de waar § De kans is hier groter dat er geen onderscheidend vermogen is, naarmate de vorm van de verpakking gelijkenis vertoont met de meest waarschijnlijke vorm van de betrokken waar § Een eenvoudige afwijking van de norm of van wat in sector gangbaar is volstaat niet voor onderscheidend vermogen § Een merk dat op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in betrokken sector gangbaar is heeft wel onderscheidend vermogen • Bv. je bent een producent van vloeibare zeep, dan wil je misschien ook de vorm van de fles als vorm gebruiken, dat is mogelijk à Dan moet die vorm significant afwijken van de vorm van flessen die in de sector gebruikelijk zijn
157
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Bv. Brouwer die glas voor bier maakt à Zal geen onderscheidend vermogen hebben als het een gewone vorm heeft zoals glazen van zware bieren. Als je een glas maakt dat significant afwijkt van de basisvorm kan je onderscheidend vermogen hebben àZo is Bv. het Hoegaardenglas gedeponeerd, want deze vorm wijkt af van de gebruikelijke vorm Het feit dat vorm een variant is van de gebruikelijke vorm leidt dus niet tot conclusie dat er onderscheidend vermogen is •
§ •
Sommige vormen van waren kunnen geen merk uitmaken (Art. 2.1, lid 2 BVIE) o Limitatieve opsomming van gevallen o Valt vorm onder één van de situaties, dan kan deze vorm nooit een merk zijn à Ook niet via inburgering o Als vorm niet onder voorziene situaties valt, dan moet er nog onderscheidend vermogen zijn om goed merk te zijn o Vorm van de waar eerst aan Art. 2.1, lid 2 BVIE toetsen, en dan pas onderzoeken op onderscheidend vermogen § Art. 2.1, lid 2 BVIE betreft enkel situatie waarbij de vorm van de waar als merk wordt gedeponeerd à Wanneer is dit? • De vorm van de waar wordt gedeponeerd à Bv. Vorm van brood, praline, … • De aard van de waar noopt tot een verpakking à Bv. vloeistof, poeder, korrels à In dit geval is de vorm van de verpakking gelijkgesteld met vorm van de waar o Als je dus een waar hebt zonder vorm, dan moet je de vorm van de verpakking aan bovenstaande 3 uitzonderingen toetsen • Waar heeft geen intrinsieke vorm en de verpakking geeft aan de waar de vorm • Indien het niet nodig is de waar een vorm te geven om de waar in de handel te brengen, omdat de waar een intrinsieke vorm heeft, dan is Art. 2.1, lid 2 BVIE niet van toepassing. Er is hier geen voldoende nauwe band tussen verpakking en waar (Bv. spijkers) § Art. 2.1, lid 2 BVIE betreft situaties van tekens die uitsluitend uit de vorm van de waar bestaan à Vindt dus geen toepassing als merk ook bestaat uit andere grafisch voorstelbare tekens zoals Bv. woorden en tekeningen • Die 3 uitsluitingen moet je enkel toepassen (enkel toetsen hieraan) als je merk uit niets anders bestaat dan uit de vorm van de waar (Bv. Je deponeert de vorm van een fles) à Als je een vorm deponeert die ook decoratieve elementen bevat (Bv. vorm van een fles waarop ook een kleur staat die je ook claimt als merk of een woord waarbij je dat ook claimt als merk), dan vinden die uitzonderingen geen toepassing! Als je andere tekens aanbrengt op die vormen, dan moet je daar niet naar kijken
158
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o De uitzonderingen in Art. 2.1, lid 2 BVIE § (1) Tekens die uitsluitend bestaan uit vormen (van waren) die bepaald zijn door de aard van de waar • ‘Natuurlijke’ waren (er is geen vervanger) o Bv. Vorm van een worst, paraplu of banaan wordt bepaald door de aard van de waar o Vorm is onontbeerlijk voor vervaardigen of in verkeer brengen van de waar o Het betreft de enige vorm waaronder een waar zich kan voordoen of gebruikelijke vorm • ‘Gereguleerde’ waren (de vorm wordt voorgeschreven door normen) • Vormen waarvan de wezenlijke kenmerken inherent zijn aan de generiek functie of functies van de waar o Dit ging over de trip-‐trap-‐stoel à Die werd gedeponeerd als vormmerk à Dit kan je niet beschermen als de wezenlijke kenmerken belangrijk zijn voor de functie van het voortbrengsel à Kinderstoel moet stevigheid bieden en zien dat een kind goed in de stoel zit. De wezenlijke kenmerken zijn dus noodzakelijk voor het functioneren van het voortbrengsel o Toevoegen van sier-‐ of fantasie-‐ element dat niet inherent is aan de generieke functie en dat een belangrijke rol speelt voor de vorm van de waar kan een registratieverbod verhinderen § (2) Tekens die uitsluitend bestaan uit vormen (van waren) die een wezenlijke waarde aan de waar geven • De uiterlijke vormgeving bepaalt in belangrijke mate de marktwaarde o Vorm van waar deponeer je als merk, de consument koopt de waar omwille van de vorm van de waar, niet omwille van de kwaliteit van de waar (Bv. Bij parfum wordt flesje vaak gedeponeerd. Omdat de waar geen vorm heeft moeten uitzonderingen op het flesje worden toegepast. Je moet kijken waarom iemand parfum koopt à Voor de geur of voor het flesje) o Vormen van waren die (uitsluitend) een artistieke of sierwaarde bezitten • Vormen die naast een belangrijk esthetisch element, wezenlijke functionele kenmerken bezitten o Bv. kenmerken die de veiligheid, het comfort of de deugdelijkheid betreffen o Het gaat om kenmerken die de waar wezenlijke waarden voor de functie ervan geven
159
Intellectueel eigendomsrecht §
JVD
2014-‐2015
(3) Tekens die uitsluitend bestaan uit vormen (van waren) die noodzakelijk zijn om een technische uitkomst te bekomen • Hier deponeer je vormen die je nodig hebt om een technische functie te kunnen vervullen. De wezenlijke kenmerken van die vorm leiden tot een technisch effect • Geen bescherming voor vormen waarvan de wezenlijke functionele kenmerken uitsluitend beantwoorden (toe te schrijven zijn) aan een technische functie en die ter vervulling van die functie werden verkozen o Uitzondering geldt ook als technische uitkomst door andere vormen kan worden verkregen (er bestaan alternatieven) • Bv. Philips had de vorm gedeponeerd van 3 koppen van een scheermachine. Het had onderscheidend vermogen, hier moet je kijken of die 3 koppen leiden tot een beter scheereffect, zo ja valt het onder de uitzondering en kan je er geen bescherming voor krijgen. Men past dit ook toe op de 2dimensionele afbeelding (foto van die kop), dan is het geen vormmerk, maar een 2dimensionaal merk à Dat maakt niet uit. Zo kan je niet aan de regel ontsnappen. Uitzonderingen worden ook toegepast op het 2dimensioneel weergeven van 3dimensionale zaken • Opgepast! à Deze uitzondering mag ook toegepast worden op de grafische voorstelling van een figuratief merk. Er mag dus rekening worden gehouden met het daadwerkelijk gebruik dat van het teken kan worden gemaakt
(e) Samengestelde merken • Bv. Merk dat bestaat uit woorden, of uit woord en cijfer à Bv. Je deponeert een fles à Kan gaan over de vorm, de kleur, het woord dat hierop staat • HvJ à Onderscheidend vermogen moet onderzocht worden voor het geheel • Feit dat onderdelen geen onderscheidend vermogen bezitten betekent nog niet dat geheel geen onderscheidend vermogen kan bezitten (f) Reclameslogans • Vraag is of een reclameslogan een goed merk kan zijn à Dit kan volgens het HvJ inderdaad het geval zijn als de consument de reclameslogan ziet als een herkomstaanduider à Perceptie van het publiek is hier belangrijk à Publiek kan het moeilijker hebben om reclameslogan als merk te zien • Slogan mag niet enkel reclamefunctie, maar moet herkomst kunnen identificeren • Bv. “Mannen weten waarom” is een merk voor Jupiler, en heeft onderscheidend vermogen (g) Familienamen • Art. 2.1, lid 3 BVIE • Ook hier moeten identieke criteria voor beoordelen onderscheidend vermogen (dus het al dan niet veel voorkomen van de naam speelt geen rol) • Publiek kan ook hier onderscheidend vermogen moeilijker vaststellen
160
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(h) Beschrijvende merken • Art. 2.11, lid 1, c BVIE • Merken die uitsluitend bestaan in tekens of benamingen (aanduidingen) die in het economisch verkeer (de handel) kunnen dienen ter aanduiding van de kenmerken van de waren of diensten waarvoor de inschrijving is aangevraagd • è Teken beschrijft waar of de kenmerken hiervan à HvJ heeft gezegd dat deze tekens geen onderscheidend vermogen hebben, tenzij er sprake is van inburgering/gebruik • Ook beelden kunnen beschrijven à Bv. iemand heeft de afbeelding van een man die kreunend recht komt gedeponeerd. Dit was voor een product tegen rugklachten, dat is een product tegen rugklachten en is dus louter beschrijvend à Dan beschrijft het 1 van de kenmerken van het product (Bv. tegen rugpijn) • Onderzoek onderscheidend vermogen moet in ieder concreet geval gebeuren • Het is niet noodzakelijk dat tekens en aanduidingen op moment van inschrijving van het merk daadwerkelijk worden gebruikt voor de beschrijving van de waren of diensten of van de kenmerken van deze waren of diensten • Het is voldoende dat de tekens of aanduidingen tot beschrijving kunnen dienen (is dit redelijkerwijs te verwachten?) • Dat andere tekens of benamingen die bestaan gebruikelijker zijn om dezelfde kenmerken aan te duiden is irrelevant • Men heeft geen geldig merk als Bv. een woord in minstens één van de potentiële betekenissen een kenmerk aanduidt of kan aanduiden • Opmerking à Art. 2.20, lid 4 BVIE bepaalt à Het uitsluitend recht op een merk in één der nationale of streektalen van de Benelux, strekt zich van rechtswege uit over zijn vertaling in een andere van deze talen à Je kan iets deponeren dat in het Nederlands niet beschrijvend is, maar dat als je het vertaalt in het Frans wel beschrijvend is • HvJ à Dergelijke bepaling staat in feite gelijk aan de inschrijving van verschillende merken. Bijgevolg moet voor elk van deze vertalingen worden onderzocht of zij niet louter beschrijvend zijn o Depot in het Nederlands moet je dus ook beschouwen als een depot in het Frans en in het Duits (Bv. als je zwarte kat deponeert, moet je kijken of chat noir niet beschrijvend is) à Maar Bv. Arabische letters beschouwt men niet als beschrijvend, men bekijkt het als teken, als een gewoon beeldmerk, niet de betekenis ervan • Wat nu met merken die bestaan uit een combinatie van bestanddelen? o Enkel essentie kennen à HvJ zegt à In de regel is het zo dat als je 2 beschrijvende termen combineert, dat het geheel ook beschrijvend zal zijn (Bv. plat + dak) § Maar het kan evenwel zijn dat die beschrijving of combinatie afstand neemt van het loutere samenvoegen van 2 beschrijvende onderdelen à Het is dus perfect mogelijk dat de samenvoeging toch onderscheidend vermogen krijgt § Dit kan het geval zijn als je door die samenvoeging afstand neemt van het loutere samenvoegen à Bv. als je daardoor een woord creëert met een heel eigen betekenis (meer moet je niet weten)
161
Intellectueel eigendomsrecht •
•
JVD
2014-‐2015
Voor woordmerk, dat zowel gehoord als gezien moet worden, moet aan deze voorwaarde voldaan zijn voor zowel de auditieve als visuele indruk o Als merk bestaat uit een nieuw woord waarvan elk bestanddeel beschrijvend is à Dit merk is ook beschrijvend, tenzij het merkbaar verschilt van de loutere som van zijn bestanddelen à Dit is het geval § Ofwel wanneer het nieuwe woord wegens het ongebruikelijke karakter van de combinatie met betrekking tot de waren of diensten, een indruk wekt die voldoende afwijkt van de indruk van de loutere samenvoeging van hetgeen wordt aangeduid door de bestanddelen waaruit het is samengesteld (het is dus meer dan de som van de bestanddelen) § Ofwel moet het woord zijn gaan behoren tot het normale taalgebruik en aldaar een eigen betekenis hebben gekregen, zodat het voortaan losstaat van zijn bestanddelen. Wel mag het woord met de eigen betekenis niet zelf beschrijvend zijn o Bestaan van synoniemen die dezelfde kenmerken beschrijven is irrelevant Pas op à Merk bestaande in een met de vorm van de waar gelijk te stellen driedimensionale verpakking kan dienen om de kenmerken van de waar aan te duiden
(i) Merk dat uitsluitend uit een geografische benaming bestaat • Vraag is of je Bv. de naam van een stad/meer/berg kan deponeren • Essentie à HvJ à Je kan geografische herkomstbenamingen deponeren wanneer die geografische benaming die je deponeert niet nu, noch in de toekomst een band heeft met de waren of diensten waarvoor je het deponeert o Bv. Mont Blanc (naam van een berg) is bekend voor schrijfgerief, maar ook voor horloges à Dit merk kon gedeponeerd worden als er geen band is tussen de berg en de horloges of stylo’s o Bv. Bastogne-‐koekjes van LU à Bastogne is een stad. Als die stad niet gekend is voor die koekjes, is dat een perfect merk • Geen onderscheidend vermogen wanneer o
•
De benaming duidt plaats aan die voor de betrokken categorie van waren reeds beroemd of bekend is à Zij wordt thans in de opvatting van de betrokken kringen van deze waren (handel en gemiddelde consument) met die waren in verband gebracht Of Er kan in de toekomst redelijkerwijs een dergelijke band te verwachten zijn (ze kan herkomst aanduiden) à Hier moet onderzocht worden of de betrokken kring bekend is met de geografische benaming (is de benaming gekend als aanduiding van een geografische plaats) alsmede met de kenmerken van de daardoor aangeduide plaats en de betrokken categorie van waren § Verband tussen geografische plaats en de waren of diensten kan gebaseerd worden op • De plaats waar de waren worden of kunnen worden vervaardigd • Plaats waar de waren bedacht of ontworpen zijn
Geografische benamingen kunnen dus Bv. een deugdelijk merk zijn o Wanneer zij niet of nagenoeg niet bekend zijn o Wanneer zij niet speciaal bekend zijn als productieplaats van de waren of diensten o Wanneer zij niet als werkelijke plaats van productie of handel in aanmerking komen
162
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(j) Vrijmerken • Art. 2.11, lid1, d BVIE • Het merk bestaat uitsluitend uit tekens of benamingen die in het normale taalgebruik of het bona fide handelsverkeer (in de eerlijke en vaststaande gewoonten) gebruikelijk zijn geworden voor de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd o Bv. Als je producent bent van rolstoelen dan kan je het teken voor ‘gehandicapten’ niet deponeren o Bv. Het teken om man of vrouw aan te geven à Als je aftershave op de markt brengt en je gebruikt het cirkeltje met het pijltje naar boven, dan mag dit niet. Dat teken is gebruikelijk in handel en nijverheid • Het betreft tekens die ten tijde van het depot gebruikelijk zijn geworden Bemerkingen bij het onderscheidend vermogen (a) Onderscheidend vermogen heb je zelf in de hand via vormgeving merk • Bv. C21 is een merk gedeponeerd voor winkelkarretjes. Als je naar Delhaize gaat en je neemt een karretje herken je C21 niet als merk. Daarom heeft de producent zijn merk ook nog eens in de vorm van een soort logo gedeponeerd. Als je dat als consument op de kar zou zien staan, zou je niet denken dat het een serienummer is, maar eerder dat het echt een merk is (b) Onderscheidend vermogen evolueert (2 evoluties mogelijk) • 1e evolutie à Inburgering o Door gebruik van je merk ga je ofwel onderscheidend vermogen creëren, ofwel onderscheidend vermogen verhogen à Door het loutere gebruik gaan consumenten je teken beginnen herkennen als merk à Dan heb je dus op moment van je depot een onderscheidend vermogen o Onderscheidend vermogen wordt beoordeeld bij het depot van een merk o Je hebt merken die onderscheidend vermogen van huis uit hebben o Je kan onderscheidend vermogen door inburgering (gebruik van je merk) à Onderscheidend vermogen kan ontstaan voor merken die het van huis uit niet bezitten o Inburgering à Het merk heeft onderscheidend vermogen gekregen door het gebruik dat ervan is gemaakt, voor de depotdatum § Zelfde criteria om onderscheidend vermogen vast te stellen § Onderscheidend vermogen vereist dat betrokken kringen, op basis van het gebruik van het teken, de waar of dienst als afkomstig van een bepaalde onderneming identificeren o Wanneer is er inburgering? à Alle factoren moeten worden onderzocht waaruit kan blijken dat merk geschikt is om betrokken waren of diensten als afkomstig van een bepaalde onderneming te identificeren à Bv. § Het specifieke karakter van het teken (Bv. is de geografische plaats die men als merk neemt zeer bekend?) § Het marktaandeel § De intensiteit, de geografische spreiding en de duur van het gebruik
163
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
De hoogte van de reclamekosten % van de betrokken kringen dat de waar, op basis van het merk, als afkomstig uit een bepaalde onderneming identificeert § Verklaringen van kamers van koophandel en industrie of van andere beroepsverenigingen Er moet inburgering zijn bij betrokken kringen of een aanzienlijk deel ervan Inburgering kan niet alleen op basis van abstracte gegevens zoals bepaalde % worden vastgesteld Rechter mag opinieonderzoek bevelen Inburgering moet in beginsel betrekking hebben op gehele Benelux, althans tenminste in dat deel waar het merk uitsluitend beschrijvend is Voorbeelden van merken die ingeburgerd zijn § ‘Financial times’ is gedeponeerd als merk voor een krant, ook al was het puur beschrijvend à Dit kwam doordat deze al zo lang op de markt was waardoor ze onderscheidend vermogen hebben gekregen § Bv. Kleenex Huggies is een merk dat onderscheidend vermogen heeft gekregen door een zeer intensieve reclamecampagne à Dit was nodig omdat pampers sowieso knuffelend moeten zijn à Door een week intensieve reclame op de tijdstippen dat ouders met jonge kinderen tv keken was de doelgroep bereikt § §
o o o o o
•
2e evolutie à Verwording tot soortnaam o Dit moet je vermijden, want als dit gebeurt, dan kunnen derden (via een procedure bij de rechtbank) het verval van je merk vragen o 2 voorwaarden à Cumulatief te vervullen § Merk wordt de gebruikelijke benaming in de handel van een categorie producten (waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven) • Stilaan stel je vast dat de consument/concurrenten je merk beginnen te gebruiken voor een bepaalde categorie waren/diensten, ongeacht van wie de producten of diensten afkomstig zijn. Men gebruikt je merk als een generieke benaming voor een veel grotere categorie producten, ook al zijn ze niet van jouw onderneming afkomstig § Dit geschiedt door toedoen of nalaten van de merkhouder • Dit houdt in dat je als merkhouder niets doet tegen de verwording tot soortnaam of dit zelfs in de hand werkt à Dit is de reden dat merkhouders vaak optreden tegen merkinbreuken in plaats van het te zien als bijkomende reclame voor hun merk
o Voorbeelden van verwording tot soortnaam: § Hagelslag § Nylon § Bretellen
164
Intellectueel eigendomsrecht §
JVD
2014-‐2015
Cola à Cola was ooit een merk van de Coca Cola Company, ze hadden ook gewoon ‘cola’ gedeponeerd als merk. Tot in de jaren 50 traden ze op tegen iedere concurrent die het woord cola gebruikte à Maar concurrenten (Bv. Pepsi cola) gingen dus ook cola gebruiken ter aanduiding van die bruine soft drink. Op een bepaald ogenblik heeft men Bij Coca Cola beslist om niet meer op te treden tegen concurrenten die het woord cola gebruikten à Die 2 voorwaarden werden vervuld à Cola werd gebruikt om bruine soft drink aan te duiden + Coca Cola trad niet meer op
o Nog geen verwording tot soortnaam § Spa à Dit is vooral een probleem in Nederland: ‘spa rood/blauw’, maar het kan dat men je dan een ander merk geeft. Dit is een begin van het verworden tot soortnaam à Spa treedt hiertegen op § Aspirine à Mensen denken dat dit een generieke benaming is, maar dit is niet het geval. Het is een merk van Bayer, zij treden op tegen concurrenten die het woord ‘Aspirine’ durven gebruiken § Teflon à Als je een pan gaat kopen, koop er dan 1 met ‘teflon’ (beschermd laagje zodat je vlees niet aanbakt) à Maar de eigenaar van de merknaam treedt nog steeds op
(c) In functie van het onderscheidend vermogen onderscheidt men zwakke merken en sterke merken • Zwakke merken à Merken die voor een stuk minder onderscheidend vermogen hebben • Sterke merken à Merk met een groot onderscheiden vermogen • à Onderscheidend vermogen bepaalt de beschermingsomvang van een merk o Als je een zwak merk hebt, mag een concurrent met zijn teken dichter komen. Als je merk in zekere mate beschrijvend is, mag de concurrent dichter komen, want hij moet zijn product ook kunnen aanduiden. Maar bij sterke merken heb je sneller een inbreuk o Voorbeelden § Sterk merk à Bv. Ray Ban à Eind jaren 80 kende quasi niemand dergelijke brillen, maar dan komt Top Gun waarin Tom Cruise een zonnebril van Ray Ban draagt, en iedereen wou ineens zo’n bril. Zo is het merk heel sterk geworden § Zwak merk à Bv. Waterkracht is gedeponeerd voor hoge drukreinigers, nu natuurlijk is het zo dat bij zo’n hoge druk reiniger het water er met veel druk uit komt. Als dit onderscheidend vermogen heeft, is dit heel zwak, want je concurrent moet ook kunnen aangeven dat uit zijn hoge druk reiniger water komt met veel druk
165
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Voorbeelden o Bv. Logo gedeponeerd voor kinderschoenen met een tekening van 4 eenden op à Dit herken je niet als merk omdat het niet gepropageerd wordt als merk à Geen onderscheidend vermogen. Je ziet het gewoon als decoratie o Bv. Dauwe Egberts à Ze deponeren de hele tekening, maar ook de tekening van de vrouw die koffie staat in te schenken. Dit herkennen sommige consumenten ook als Dauwe Egberts, ‘DE’ herken je zelf ook als Dauwe Egberts § Rechter zegt à Consument zal niet het volledige teken herkennen, maar omdat er onderdelen afzonderlijk ook zijn gedeponeerd maakt het niet zo veel uit als dat volledige teken dan nietig wordt verklaard à Soms herken je wel de volledige verpakking als merk, maar dat is niet altijd het geval o Bv. Merk van doorschijnende plastic buis met blauwe streep à Probleem met onderscheidend vermogen à Als je naar de Brico gaat om een tuinslang te kopen, en je ziet een doorschijnende tuinslang met een blauwe streep, dan ga je dit niet herkennen als merk. Je gaat denken dat dit versiering is à Het kan wel zo worden doordat die producent veel reclame maakt en een heel gamma maakt dat doorschijnend is met een blauwe streep, dan kan dat inburgeren o Bv. Merk van Sony Music Entertainment à Tekening met veel kriskras-‐ strepen à Consument zou denken dat iemand zijn stylo heeft geprobeerd à Maar het is een merk die de doelgroep zelf wèl herkent als merk o Bv. Vormmerk à Hoegaardenglas is het merk van Hoegaarden. Foto van het glas is gedeponeerd zonder dat er iets op het glas staat
166
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(4) Toelaatbaarheid van het gekozen teken à Er bestaan absolute weigerings-‐ en nietigheidsgronden • è Dit noemt men de absolute weigerings-‐ en nietigheidsgronden, deze worden getoetst wanneer je een merk deponeert bij het Benelux-‐bureau in Den Haag. Onder die absolute weigeringsgronden vallen dus ook die 3 voorwaarden die we al gezien hebben (vereiste van teken, grafische voorstelbaarheid en onderscheidend vermogen) à Bovendien zitten onder die toelaatbaarheidsvereisten nog een aantal andere vereisten aan welke je merk moet voldoen • Het gekozen teken kan geen merk vormen. Dit is het geval wanneer het merk niet uit een goed teken bestaat, niet grafisch voorstelbaar is, of het ieder onderscheidend vermogen mist. Dit is ook het geval wanneer het teken uit een vorm bestaat die geen geldig merk kan uitmaken • Het gekozen teken mist elk onderscheidend vermogen • Het gekozen teken bestaat uitsluitend uit tekens of benamingen die in de handel kunnen dienen tot aanduiding van soort, hoedanigheid, hoeveelheid, bestemming, waarde, plaats van herkomst of het tijdstip van vervaardiging van de waren of verrichting van de dienst of andere kenmerken van de waren of diensten à Dit gaat dus over de puur beschrijvende tekens. Die hebben geen onderscheidend vermogen • Het gekozen teken bestaat uitsluitend uit tekens of benamingen die in het normale taalgebruik of in het bonafide handelsverkeer gebruikelijk zijn geworden (Bv. internationaal gehandicaptensymbool) • Het gekozen teken, ongeacht het gebruik dat ervan gemaakt wordt, is in strijd met de goede zeden of de openbare orde van één van de Beneluxlanden • Het gekozen teken bestaat geheel of gedeeltelijk uit of bevat: wapens, vlaggen of staatsemblemen van de landen aangesloten bij het Unieverdrag van Parijs, zoals bepaald in Art. 6ter van dit Verdrag à Het is dus niet toegestaan om hele symbolen of wapenschilden van landen of organisaties te deponeren, of merken die gedeeltelijk hieruit bestaan • Het gekozen teken kan tot misleiding van het publiek leiden, bijvoorbeeld ten aanzien van aard, hoedanigheid of plaats van herkomst van de waren of diensten à Iemand kiest een teken, en zonder dat het gebruikt wordt, misleidt het teken à Bv. je deponeert het woord ‘koffie’ voor een ‘thee’, of je deponeert het woord ‘melk’ voor ‘ammoniak’ (5) Beschikbaarheid van het gekozen teken à Er bestaan relatieve weigerings-‐ en nietigheidsgronden • è Je mag geen merken deponeren waar iemand anders al een merkrecht op heeft. Het teken dat je deponeert mag geen inbreuk zijn op een reeds bestaand merk à Deze weigerings-‐ en nietigheidsgronden kunnen enkel worden ingeroepen door diegenen die een belang hebben (zijnde de oudere merkhouder) o ßà Absolute weigeringsgronden waarop iedereen zich kan beroepen en op basis daarvan eventueel de nietigheid van een merk vorderen • Het depot/ de inschrijving van een teken dat in rangorde komt na het depot/de inschrijving van een overeenstemmend merk, overeenkomstig het bepaalde in Art. 2.3, sub a en b BVIE • Een teken dat verwarring kan stichten met een algemeen bekend merk in de zin van Art. 6bis Unieverdrag van Parijs
167
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
D. Hoe verkrijgt men het recht op een merk in de Benelux (1) Beneluxdepot • Verplicht depot (attributief stelsel) o Je kan geen merkbescherming krijgen zonder een depot. Dit noemt een attributief stelsel • Waar deponeren? (Brussel of BBIE te Den Haag) o Je kan in de eerste plaats je merk deponeren bij de DIEE (dienst Intellectuele Eigendom te Brussel), in de tweede plaats bij het Beneluxdepot voor intellectuele eigendom in Den Haag à Dit is wat achterhaald want vandaag de dag kan je ook elektronisch deponeren van thuis uit • In te vullen document à Onder andere vermelden o Naam + adres, afbeelding merk, kleuren, waren of diensten (in je basisdepot kan je 3 waren of diensten aanduiden, daarna moet je bijbetalen), collectief merk o Je moet ook aanduiden wat voor soort merk het is à Beeldmerk, kleurmerk, vormmerk, geluidsmerk, … Als je Bv. niet aangeeft dat het een geluidsmerk is (en hoe snel enz. het moet worden gespeeld) gaat men je notenbalk beschouwen als een beeldmerk. Dan heeft dat geen onderscheidend vermogen want dan is het gewoon een tekening • Formulier goed ingevuld à Depotdatum o = Het startpunt van je bescherming o Je moet wel rekening houden met het feit dat je pas kan optreden vanaf het moment dat je merk is ingeschreven • Centralisatie dossiers op het BBIE te Den Haag o Hier heeft men veel juristen zitten, zij gaan in de eerste plaats je merk onderzoeken. Dit is een ambtshalve onderzoek à Men toetst je merk op die absolute nietigheids-‐ of weigeringsgronden (toelaatbaarheid van uw teken) à Dus men gaat na of je een goed teken hebt, of het grafisch voorstelbaar is, of het onderscheidend vermogen heeft • Ambtshalve onderzoek • Inhoudelijk onderzoek (Art. 2.11 BVIE) o Is er sprake van een teken o Is het teken grafisch voorstelbaar o Heeft het teken onderscheidend vermogen? § Het vereiste onderscheidend vermogen mag voor het depot door inburgering ontstaan zijn door het gebruik van het merk § Men onderzoekt • Mist het niet ieder onderscheidend vermogen? • Is het niet louter beschrijvend? • Is het geen vrijteken? o Is het een goed vormmerk? Valt het niet onder Art. 2.1, lid 2 BVIE? o Strijdigheid met openbare orde of goede zeden van één van de Beneluxlanden? o Misleiding van publiek gelet op de waren of diensten waarvoor het merk gedeponeerd is?
168
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Strijdigheid met Art. 6ter van het Unieverdrag van Parijs? § De weigeringsgronden zijn onafhankelijk van elkaar en moeten afzonderlijk onderzocht worden §
§ § §
§
§ §
§
BBIE geeft schriftelijke kennis van intentie inschrijving te weigeren (met motivering) à Men geeft kennis van het feit dat men de intentie heeft om je vraag te weigeren à Maar het is nog geen officiële weigering Moet teken in zijn geheel betreffen Kan betrekking hebben op slechts één waar of dienst Deposant kan op intentie tot weigeren reageren • Als men Bv. zegt à Geen goed vormmerk want het is bepaald door de aard van de waar, dan kan je uitleggen waarom ze in den Haag fout zijn Overtuigt de reactie van de deposant het BBIE niet of is er geen reactie à Dan officiële weigering door BBIE • Als je niet reageert, dan zal men kort daarop je merk officieel weigeren à Als je wel reageert zijn er 2 mogelijkheden o (1) Ze treden je standpunt bij o (2) Als je ze niet kan overtuigen met je motivering, krijg je in die situatie een officiële weigering. Als je zo’n officiële weigering hebt, heb je nog wel een beroepsmogelijkheid bij een rechtscollege Weigering wordt schriftelijk, met motivering, gemeld aan de deposant Na de weigering kan beroep worden ingesteld bij onder andere het Hof van Beroep te Brussel • Zij bekijken het dossier opnieuw en kunnen beslissen tot inschrijving van het merk of ze kunnen de beslissing van Den Haag bijtreden à Tegen deze beslissing is cassatie mogelijk • In de toekomst gaat men die beroepen tegen beslissingen van het Bureau centraliseren bij het Benelux-‐Gerechtshof. Rond 2016-‐2017 ook bevoegd voor beroepen tegen beslissingen van den Haag Je kan BBIE facultatief om vooronderzoek vragen (anterioriteitsrecherche) • Vooronderzoek is in feite onderzoek naar depot of inschrijving van identieke of overeenstemmende merken à Dan weet je dus op voorhand of het teken dat je deponeert een inbreuk pleegt op reeds bestaande merken of niet • Resultaat van het vooronderzoek is niet bindend, maar oppositie mogelijk
169
Intellectueel eigendomsrecht •
JVD
2014-‐2015
Oppositie o Als een merkhouder vaststelt dat iemand een op jouw merk inbreukmakend teken deponeert kan je een oppositieprocedure instellen (dus pas na publicatie) à Reageren tegen inschrijving tijdens inschrijvingsprocedure o Enkel essentie weten (details niet kennen) à Verloopt schriftelijk via systeem van hoor en wederhoor. Je krijgt bericht dat er tegen jouw depot oppositie is ingesteld, je krijgt bezwaren, je antwoordt daarop en de procedure begint te lopen à Resultaat van die procedure zal het volgende zijn § (1) Beneluxbureau beslist dat ten onrechte oppositie is ingesteld, dan wijst men de oppositie af en kan je een merk bekomen § (2) Bureau vindt dat de oppositie terecht is ingesteld, dan gaat men in Den Haag weigeren je teken in te schrijven. In alle gevallen kan er tegen die beslissing van het bureau beroep worden ingesteld bij het HvB te Brussel en is cassatie mogelijk o Wie kan het à Deposant of houder ander (ouder) merk (licentiehouder met toestemming) o Binnen 2 maanden na publicatie depot o Enkel schriftelijke oppositie o Oppositie § Tegen depot merk waartegen je kan optreden (op basis Art. 2.20, lid 1, a en b BVIE)(in rangorde later) § Tegen merk dat verwarring kan stichten met algemeen bekend merk
o Procedure § Binnen redelijke termijn behandeld door BBIE § Overeenkomstig beginsel hoor-‐ wederverhoor o Opschorting oppositieprocedure § Als oppositie op depot gegrond is § Als er vordering tot nietig-‐ of vervallenverklaring is § Tijdens onderzoek op absolute gronden § Op gezamenlijk verzoek partijen o Afsluiten procedure § Opposant niet langer hoedanigheid § Opposant bewijst niet dat zijn merk niet vervallen kan worden verklaard wegens niet-‐gebruik § Verweerder reageert niet § Intrekken oppositie § Depot waartegen oppositie is ingesteld is vervallen § Andere merk niet meer geldig o Na onderzoek oppositie § Beslissing BBIE (weigering inschrijving of afwijzen oppositie)
170
Intellectueel eigendomsrecht § §
JVD
2014-‐2015
Beroep mogelijk tegen beslissing (bij onder andere HvB Brussel) (men vraagt vernietiging beslissing) Tegen beroep cassatie mogelijk
o Kleine KMO die niet werkt met merkbewakingsfirma zal niet op de hoogte zijn dat een inbreuk wordt gemaakt op het teken dat zij hebben. Ze doen dus geen oppositie (die loopt voor de inschrijving van het merk). Zij kunnen eventueel achteraf nog nietigheid van het merk vragen voor de rechter, nadat het merk al ingeschreven is. •
è Na inhoudelijke toetsing en vooronderzoek (en mogelijke oppositie) zal inschrijving plaatsvinden in het register
•
Opmerking o Rechter blijft volledig autonoom bij de beoordeling van merken § Als het Beneluxbureau meent dat je een goed merk hebt, en dat wordt ingeschreven, heb je geen onaantastbaar merk. Als je je merk hebt en je treedt op tegen inbreukmakers, gaat de inbreukmaker als eerste zeggen ‘uw merk deugt niet’ à De rechter is niet gebonden door wat men in Den Haag beslist. Rechter kan zeggen dat je geen onderscheidend vermogen hebt o Je kan bij depot van een merk het recht van voorrang inroepen (Art. 4 Unieverdrag van Parijs) à 6 maanden § Als je een merk in meerdere landen wil, kan je dus bij 1 van de lidstaten van het unieverdrag van Parijs deponeren, en dan heb je 6 maanden (die depots worden geacht gedaan te zijn op datum van je eerste depot (Eerste depot moet niet tot effectief recht leiden)
(2) Internationaal depot • In Benelux kan men bescherming verkrijgen via o Beneluxdepot o Internationaal depot § Geschiedt volgens Overeenkomst van Madrid (oudste) of Protocol bij de Overeenkomst van Madrid à In de praktijk, voor de onderdanen van de Benelux, gebeuren deze internationale depots op basis van het protocol bij de overeenkomst. Om dit te begrijpen moeten we eerst even de gewone overeenkomst zien § Je moet dus maar 1 internationale aanvraag doen waar je de landen bij aanduidt waar je bescherming wil à Deze aanvraag doe je bij WIPO in Genève. Daar stuurt men je aanvraag dan naar al de landen die je hebt aangeduid. In die landen begint de nationale procedure te lopen. Bescherming die je uiteindelijk krijgt is de nationale merkenbescherming. Als je Benelux aanduidt krijg je dus uiteindelijk de gewone Benelux-‐bescherming
171
Intellectueel eigendomsrecht
2014-‐2015
•
Overeenkomst van Madrid o Dateert van 1891 o België à Versie 1967 o 30 tal landen lid o Systeem § Via 1 internationale aanvraag kan je bescherming vragen in meerdere landen die lid zijn van het systeem (30 landen) à Maar deze overeenkomst heeft 2 eigenheden § In land van oorsprong (= land waar je daadwerkelijke en wezenlijke handelsinrichting of bij gebreke hieraan land woonplaats of bij gebreke hieraan land nationaliteit) inschrijving van een merk à Je kan maar een internationale aanvraag doen, wanneer je merk al in 1 lidstaat van die overeenkomst van Madrid is ingeschreven à Bv. Je moet een merk hebben dat in Frankrijk al is toegekend, dan pas kan je een internationale aanvraag doen § Nu kan je internationale inschrijving vragen bij Internationaal Bureau voor de Intellectuele Eigendom te Genève (je kan internationale inschrijving vragen bij land van oorsprong) § Systeem van Madrid is systeem centralisatie van de aanvraag § Ook in Verdrag van Madrid zit een recht van voorrang o Opmerking § Eerste 5 jaar is internationale inschrijving afhankelijk van basisinschrijving in land van oorsprong à Bv. Je hebt in Frankrijk een merk gekregen, je gaat internationaal en duidt onder andere de Benelux aan. 3 jaar na die aanvraag wordt je merk in Frankrijk nietig verklaard à Volgens deze overeenkomst à Als binnen deze 5 jaar je basis-‐merk wegvalt, verlies je heel je bescherming. Dit is heel lastig! Om deze reden is het protocol bij de overeenkomst van Madrid gesloten § Datum depot is datum internationale inschrijving § Er is register van internationale inschrijving
•
Protocol bij de Overeenkomst van Madrid o Eerste versoepeling à Men kan nu een internationale registratie (IR) verkrijgen op basis van een aanvraag tot inschrijving in land van oorsprong à Als je internationaal wil gaan, moet je ook eerst naar een lidstaat gaan, merkbescherming krijgen, en dan pas mag je een internationale aanvraag doen. Maar men eist niet dat je in een lidstaat al een merk hebt verkregen. Het is voldoende dat je een merk aanvraagt o Tweede versoepeling à Als er aanval op IR, via aanval op basisinschrijving, binnen drie maanden na de doorhaling kan men in landen waar de IR gold, een nationale aanvraag doen, die geacht wordt te zijn gedaan op de datum van de IR à Eerste 5 jaar is internationale aanvraag afhankelijk van je merk in Bv. Frankrijk, maar als er in die eerste 5 jaar iets gebeurt, verlies je niet overal je merkbescherming. Het protocol voorziet dat je internationale aanvraag ook wegvalt, maar je krijgt de mogelijkheid om in de aangeduide landen je inschrijving om te zetten in nationale merken à Bv. je hebt in Frankrijk een merk aangevraagd en gekregen, kort erna dien je een internationale aanvraag in (onder andere
JVD
172
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Benelux aangeduid waar je je merk hebt gekregen) à 3 jaar na aanvraag vervalt je merk in Frankrijk. Je internationale aanvraag valt in principe weg, maar dan kan je de omzetting vragen in een Benelux-‐merk, met behoud van de eerste datum. Je verliest dus niet overal merkbescherming E. Duur • 10 jaar vanaf het depot • Oneindig verlengbaar met perioden van 10 jaar à Dit is een intellectueel recht dat je oneindig in stand kan houden. Dit is belangrijk voor ondernemingen, een merk is vaak het belangrijkste dat men bezit • Normaal vernieuwing binnen 6 maanden voor het verstrijken geldigheidsduur inschrijving • Ook vernieuwing mogelijk binnen 6 maanden na het verstrijken van de geldigheid van de inschrijving (geen onderbreking van beschermingstermijn) o Na verval kan je dus ook vernieuwen, maar dan moet je betalen
173
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
F. Prerogatieven van de merkhouder è Art. 2.20, lid 1 BVIE à Opmerking à Je kan pas tegen inbreuken optreden op basis van een ingeschreven merk • Ieder van deze onderdelen beschrijft situaties van merkinbreuken. Het is niet zo dat je per lid maar 1 merkinbreuk hebt à In praktijk à Als iemand je merk gebruikt, moet je in de eerste plaats onderzoeken onder welk onderdeel je valt. Je moet altijd goed zien wat de voorwaarden zijn op basis waarvan je kan optreden • Opmerking à Je kan pas tegen inbreuken optreden op basis van een ingeschreven merk. Je moet deponeren, de procedure doorlopen, en pas als je merk wordt ingeschreven kan je voor de toekomst toe optreden tegen merkinbreuken. Wat gebeurd is tussen aanvraag en inschrijving: je kan niet retroactief optreden, maar eventueel wel schadevergoeding vragen. Deze procedure kan je laten versnellen omdat er quasi geen verschil meer zit tussen aanvraag en inschrijving, maar dan moet je weer meer betalen (1) Art. 2.20, lid 1, a BVIE • Elk gebruik dat in het economisch verkeer wordt gemaakt van een teken dat identiek is aan het merk, en dit voor dezelfde waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven o Merkhouder geeft bij depot aan waarvoor hij zijn merk beschermd wil zien. Volgens dit artikel kan je optreden tegen iemand die in het economisch verkeer hetzelfde teken gebruikt als jouw merk èn dit gebruikt voor dezelfde waren en dezelfde diensten. Dit zijn situaties van een pure merkinbreuk à Bv. je hebt het merk Adidas dat je gebruikt voor sportschoenen, als iemand hetzelfde teken gebruikt ook voor sportschoenen kan je optreden op basis van dit artikel • Zelfde merk à Zelfde waren/Zelfde dienst (vereiste van de dubbele identiteit) • Gebruik in het economisch verkeer = Gebruik in het kader van een handelsactiviteit waarmee een economisch voordeel wordt nagestreefd, en niet gebruik in de particuliere sfeer o Je kan dit artikel dus niet gebruiken tegen iemand die jouw merk gebruikt in de particuliere sfeer à Bv. X maakt een trui waarop hij het merk Adidas zet, puur voor eigen gebruik, daartegen kan men niet optreden • Een teken dat gelijk is aan het merk van de merkhouder à Het betreft hier het gebruik van een identiek teken (= zonder wijziging of toevoeging worden alle bestanddelen van het merk afgebeeld) of gebruik van een teken met onbeduidende verschillen die aan de aandacht van de gemiddelde consument ontsnappen o Het teken dat gebruikt wordt door beweerde inbreukmaker moet volledig identiek zijn, of slechts kleine verschilpunten bevat die eigenlijk onbeduidend zijn zodat ze aan de consument ontsnappen à Bv. Puma heeft veel gedeponeerd als merk à Bv. springende kat, ook woord Puma, specifieke lijn die op de sportschoenen staat, … In de praktijk was er een schoenenwinkel die ook sportschoenen op de markt brengt met eenzelfde
174
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
lijn op, deze lijn was niet 100% hetzelfde als het teken van Puma, maar de verschilpunten ontgaan de gemiddelde consument
•
Wanneer is er sprake van gebruik van het teken voor waren en diensten? à Het moet gaan om gebruik dat afbreuk doet of kan doen aan de functies van een merk, waartoe niet alleen de wezenlijke functie van een merk, namelijk de herkomstfunctie, behoort, maar ook de overige functies zoals de kwaliteits-‐, communicatie-‐, investerings-‐ en reclamefunctie à Dit is het geval o (1) Bij het gebruik van het merk als merk (ter onderscheiding van waren of diensten als afkomstig van een onderneming) § Bv. Men brengt het merk van de merkhouder aan op zijn waar of op of de verpakking van de waar, of men gebruikt het merk van de merkhouder om zijn diensten aan te bieden § Bv. Namaker brengt sportschoenen op de markt en brengt daar het merk Adidas op aan. Dit tast de herkomst aan. Want je denkt à Die heeft dezelfde herkomst als de andere Adidas-‐schoenen o (2) Bij het gebruik van het merk Bv. In reclame, met het oog op de verkoop van de waren van de merkhouder of met het oog op het aanbieden van diensten in verband met de waren van de merkhouder § Bv. je bent merkhouder en plaatst uw producten op de markt, iemand anders gebruikt jouw merk om reclame te maken voor jouw waren en diensten à Bv. Je krijgt een reclameblaadje van Carrefour waarbij ze zeggen ‘wij verkopen Pepsi Cola, Minute Maid,…’. Je gebruikt het merk van iemand anders om reclame te maken voor zijn waren/diensten § HvJ à Bekende zaak BMW à Er zijn op de markt veel concessieovereenkomsten met garages die dan Bv. BMW of Volvo mogen gaan verkopen, maar eveneens onafhankelijke garagisten à Garagist (geen BMW dealer) maakt reclame. Hij zei dat hij een specialist was in tweedehands-‐BMW’s, daarnaast zei hij ook ‘ik repareer en onderhoud BMW’s’. Maar hij was geen lid van het concessienetwerk à BMW zei: wij bevoorraden je niet, dus je mag geen reclame maken met het merk BMW. Dat je BMW’s herstelt en tweedehands aanbiedt is ok, maar je mag geen reclame maken met ons merk § HvJ zei à Dit valt onder Art. 22, lid 1, sub a à Iemand gebruikt hetzelfde merk voor dezelfde waren of diensten. Zo leg je economisch veel handelaren plat. Je mag geen reclame maken voor wat je verkoopt of voor de diensten die je aanbiedt. Maar er zitten in het Beneluxverdrag 2 uitzonderingen waardoor dat reclame maken onder bepaalde omstandigheden vrijgesteld wordt • (1) Art. 2.23, lid 3 BVIE à Principe van communautaire uitputting • (2) Art. 2.23, lid 1, c BVIE à Het moet mogelijk zijn te zeggen dat je dienstverlening doet ten opzichte van een merkproduct
175
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(1) Art. 2.23, lid 3 BVIE (communautaire uitputting) à Derde heeft niet alleen het recht waren van de merkhouder door te verkopen à Hij moet ook het merk van de merkhouder kunnen gebruiken om verdere verhandeling van de waren bij het publiek aan te kondigen • Deze regel moet je ook toepassen met betrekking tot reclame. Als je als merkhouder producten in het verkeer brengt, circuleren deze vrij, en houdt deze communautaire uitputting ook in dat iemand die je goederen aankoopt/verkoopt, reclame mag maken voor die producten • Van toepassing op ‘specialist in BMW’ voor verkoop tweedehands BMW’s • Pas wel op à Communautaire uitputting geldt niet als merkhouder gegronde reden heeft! Er zijn dus situaties waarbij je als merkhouder je kan verzetten tegen die communautaire uitputting. Gegronde reden zou Bv. kunnen zijn als een onafhankelijke garagist door de reclame die hij maakt de indruk wekt dat hij een concessienemer is en deel uitmaakt van het BMW-‐net. Als hij in zijn reclamefolder bovenaan het teken van BMW zet, geef je de indruk alsof je een concessiehouder bent, dat mag niet § (2) Art. 2.23, lid 1, c BVIE à Gebruik van het merk van de merkhouder is nodig om bestemming van een waar of dienst van een derde, met name als accessoire of onderdeel, aan te geven à Wel moet dit gebruik in overeenstemming zijn met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel à Van toepassing op • Het moet mogelijk zijn te zeggen dat je dienstverlening doet betreffende een merkproduct • Aankondiging betreffende reparatie en onderhoud BMW (aankondiging betreft immers niet de latere verhandeling van de waar) • Aankondiging om wagens aan te duiden waarop een niet origineel onderdeel past Er is geen sprake van gebruik van het merk van de merkhouder, indien het merk voor zuiver beschrijvende doeleinden wordt gebruikt à Dit is Bv. het geval wanneer o Een derde verwijst naar het merk in het kader van een potentiële handelstransactie, en o De verwijzing gebeurt voor louter beschrijvende doeleinden, namelijk om de potentiële klant die de kenmerken kent van de onder het betrokken merk verkochte waren, in te lichten over de kenmerken van de te koop aangeboden waar, en o De verwijzing naar het merk kan niet worden opgevat als een aanduiding van de herkomst van de waar Art. 2.20, lid 1, a BVIE is dus beperkt tot situaties waar het gebruik afbreuk doet of kan doen aan de functies van een merk, waartoe niet alleen de wezenlijke functie van een merk, namelijk de herkomstfunctie, behoort, maar ook de overige functies zoals de kwaliteits-‐, communicatie-‐, investerings-‐ en reclamefunctie §
•
•
176
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(2) Art. 2.20, lid 1, b BVIE • Elk gebruik dat in het economisch verkeer van het merk of van een overeenstemmend teken wordt gemaakt voor waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven of voor soortgelijke waren of diensten indien daardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan, inhoudende het gevaar van associatie • 3 Situaties bedoeld in Art. 2.20, lid 1, b BVIE o 1e situatie: Overeenstemmend teken à Zelfde waren /Zelfde diensten o 2e situatie: Zelfde teken à Soortgelijke waren/Soortgelijke diensten o 3e situatie: Overeenstemmend teken à Soortgelijke waren/Soortgelijke diensten o Er moet steeds verwarring bij het publiek zijn of kunnen ontstaan, dit moet steeds worden bewezen à Het mag niet op basis van vermoedens worden aangenomen § Het moet gaan om verwarring naar herkomst à Je ziet Bv. een bekend merk aangebracht op soortgelijke waren en diensten, dus dan denk je dat dat dezelfde herkomst heeft als het product dat afkomstig is van de merkhouder • 1e situatie à Gebruik in het economisch verkeer van een overeenstemmend teken voor gelijke waren of diensten o Gebruik in het economisch verkeer o Wat is een overeenstemmend teken? § Overeenstemming à Criterium à Verwarringsgevaar (Zie tekst Art. 2.20, lid 1, b BVIE) § Uitgelegd door Hof van Justitie • Verwarring à Het publiek kan zich vergissen in de herkomst van de waren of diensten. Publiek meent dat waren of diensten van dezelfde onderneming of economisch verbonden onderneming komt (geen verwarring om fysieke plaats van vervaardiging volstaat niet voor wegnemen verwarringsgevaar) à Essentie is dat er verwarring kan ontstaan naar herkomst à X ziet het product waarop het teken van vermeende inbreukmaker is aangebracht en denkt dat dit product dezelfde herkomst heeft als het merkproduct • Geen verwarring om fysieke plaats van vervaardiging volstaat niet voor wegnemen verwarringsgevaar • Deze verwarring moet je als volgt vastleggen à Je moet een globale beoordeling doen, rekening houdend met alle feitelijke omstandigheden. En het is een beoordeling vanuit het oogpunt van de gemiddelde consument van de waren of diensten • Verwarring is afhankelijk van vele factoren (onder andere bekendheid merk, mate overeenstemming, in hoeverre is associatie mogelijk) • De globale beoordeling dient, wat de visuele, auditieve of begripsmatige gelijkenis betreft, te berusten op de totaalindruk der tekens, waarbij in het bijzonder rekening
177
Intellectueel eigendomsrecht
2014-‐2015
moet worden gehouden met hun onderscheidende en dominerende bestanddelen
•
•
•
• • •
•
•
•
JVD
De consument ziet nooit het origineel en de namaak tegelijkertijd à Bv. je ziet niet het originele truitje naast een Lacoste namaaktruitje. De beoordeling of er sprake is van namaak, gebeurt niet door het origineel en namaak naast elkaar te leggen. De consument kijkt naar het overeenstemmend teken met het beeld dat hij heeft van het merk à Je onthoudt de determinerende bestanddelen van een merk. Of er sprake is van een overeenstemmend teken gaat men bekijken vanuit de determinerende bestanddelen van een merk à Men kijkt naar een globale beoordeling. Of er dan verwarring is, moet je beoordelen op basis van 3 mogelijke verwarringen o Visuele verwarring à Je kijkt naar het teken, en zegt à Dat heeft dezelfde herkomst als het merkproduct o Auditieve verwarring à Teken heeft dezelfde klanken, klinkt zoals het merk o Conceptuele verwarring à Je merk als merkhouder heeft een bepaalde betekenis, er zit een concept achter, de vermeende inbreukmaker speelt op dezelfde concepten Je moet beoordelen of er verwarring bestaat op 1 van deze 3 vlakken à Er moet niet èn visuele, èn auditieve èn conceptuele verwarring zijn De indruk die bij de gemiddelde consument van de betrokken soort waren of diensten achterblijft speelt een beslissende rol in de globale beoordeling van het verwarringsgevaar De gemiddelde consument neemt een merk gewoonlijk als geheel waar, en let niet op de verschillende details ervan De dominerende en onderscheidende kenmerken worden in de regel het makkelijkst onthouden Beoordeling moet gebeuren vanuit het oogpunt van de gemiddelde geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument van de betrokken waren/diensten De gemiddelde consument heeft slechts zelden de mogelijkheid de verschillende merken rechtstreeks met elkaar te vergelijken, maar haakt aan bij het onvolmaakte beeld dat bij hem is achtergebleven Aandachtsniveau van de gemiddelde consument kan variëren naar gelang van de soort waren of diensten waar het om gaat Om mate van overeenstemming te bepalen moet de mate van visuele, auditieve en begripsmatige gelijkenis worden bepaald, alsook in voorkomend geval, het aan deze verschillende elementen te hechten belang, in aanmerking genomen de aard van de betrokken waren of diensten en de 178
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
omstandigheden waaronder zij in het economisch verkeer worden gebracht • De visuele, auditieve of begripsmatige aspecten van conflicterende tekens hebben bij de globale beoordeling van het verwarringsgevaar niet altijd hetzelfde gewicht à Onderzocht moet worden onder welke objectieve omstandigheden de merken op de markt kunnen worden gebruikt • Bv. Er zijn producten die een merk dragen, die verhandeld worden zonder dat je het merk uitspreekt. In zo’n situatie wordt het merk niet uitgesproken omdat de gemiddelde consument naar de supermarkt gaat, naar het rek kijkt, en koopt op basis van het visuele à In zo’n situatie waar het merk niet wordt uitgesproken, kijk je vooral naar het visuele à Als er een grote visuele overeenstemming is, heb je een inbreuk • Bv. Indien het product vooral mondeling wordt verkocht moet normalerwijze meer betekenis worden gehecht aan een auditieve overeenstemming • Bv. Een loutere visuele, auditieve of begripsmatige gelijkenis kan voldoende zijn om het vereiste verwarringsgevaar vast te stellen • Bekendheid van een merk kan, indien bewezen, een factor zijn bij de beoordeling van het verwarringsgevaar • è Dus hoe groter het onderscheidend vermogen is, dat bijv. door de bekendheid wordt verkregen, hoe ruimer de bescherming • Feit dat er bekendheid is, is geen grond voor het vermoeden van verwarringsgevaar o Het vereiste verwarringsgevaar is niet verschillend, afhankelijk van het feit of het gaat om een bekend merk o Associatiegevaar is geen alternatief voor verwarringsgevaar. Het dient ter precisering van het verwarringsgevaar •
2e situatie à Gebruik in het economisch verkeer van een overeenstemmend teken voor soortgelijke waren of diensten o Gebruik in het economisch verkeer (Zie Art. 2.20, lid 1, a BVIE) à Hier moet niet enkel sprake zijn van een verwarringsstichtend teken, maar het moet gaan om soortgelijke waren of diensten o Dat overeenstemmingsteken en de soortgelijkheid zijn volgens HvJ communicerende vaten à De waren van de merkhouder en de waren van de beweerde inbreukmaker kunnen heel nauw verwant zijn (zonder identiek te zijn), dat er minder sprake moet zijn van een verwarringsstichtend teken, maar het omgekeerde kan ook, namelijk dat de waren en diensten wat verder uit elkaar liggen (dus eerder geen soortgelijkheid), maar de tekens die gebruikt worden zitten zo dicht bij elkaar (hoge verwarring), dat dat compenseert dat de waren en diensten verder uit elkaar liggen à Minder verwarring tussen 2 tekens kan dus
179
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
gecompenseerd worden door het feit dat de waren en diensten zo soortgelijk zijn aan mekaar
o Wanneer is er sprake van soortgelijkheid van waren of diensten? à De gronden waarop soortgelijkheid kan worden aangenomen à Er moet rekening worden gehouden met alle relevante factoren die de verhouding tussen de waren of diensten kenmerken à Onder andere § Hun aard, bestemming, gebruik, complementair of concurrerend karakter § Bv. vermageringspillen kwamen op de markt met het merk dat gebruikt werd voor plat water à Die houder van het watermerk trad op tegen de producent van de vermageringspillen. De vraag was dan of vermageringspillen soortgelijk waren aan plat water. De rechter oordeelde dat er soortgelijkheid was omdat mensen die veel plat water drinken vaak ook mensen zijn die op hun lijn letten. Als je wil vermageren drink je vaak veel water, dus consument van het plat water kan aannemen dat de vermageringspillen ook afkomstig zijn van de producent van het plat water, dus is er soortgelijkheid § Bv. Als teken voor wijn werd het merk voor bier gebruikt à Rechter zei: bier en wijn is niet soortgelijk. Consument denkt niet dat bierproducent ook wijn op de markt brengt à Is altijd een feitelijke beoordeling
Soortgelijkheid is mogelijk tussen waren en diensten • Bv. Wasserij – wasproducten • Bv. Schoonmaakbedrijf – reinigingsmiddelen Voor beoordeling verwarringsgevaar: er bestaat een wisselwerking tussen overeenstemming en soortgelijkheid De globale beoordeling van het verwarringsgevaar veronderstelt een zekere samenhang tussen de overeenstemming van de merken en de soortgelijkheid van de waren à Een grote mate van overeenstemming en bekendheid van een merk kan een geringe mate van soortgelijkheid compenseren (Zie hierboven converserende vaten) Een geringe mate van soortgelijkheid kan worden gecompenseerd door een hoge mate van overeenstemming van de merken, en omgekeerd Hoe groter de gelijksoortigheid en de onderscheidingskracht van het oudere merk, hoe groter het verwarringsgevaar Er kan sneller gelijksoortigheid bij bekendheid van het oudere merk, en een grote overeenstemming van merk en teken Opmerking à Soortgelijkheid en overeenstemming moeten steeds aanwezig zijn: geen van deze elementen mag ontbreken Conclusie à Onder omstandigheden kan een bescheiden mate van soortgelijkheid voldoende zijn §
o o
o o o o o
180
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
3e situatie à Gebruik in het economisch verkeer van een identiek teken voor soortgelijke waren of diensten o è Dit is de combinatie van de 2 vorige situaties à Men gebruikt in het economisch verkeer een identiek teken voor soortgelijke waren of diensten o Er moet verwarringsgevaar zijn à Hier moet je altijd verwarringsgevaar aantonen. Dus consument kan denken dat het product met het identieke teken dezelfde herkomst heeft als het merkproduct. Dat is niet zo moeilijk aangezien er een identiek teken gebruikt wordt à Bv. een kuuroord met de naam ‘Spa’ zoals water. Dan is er een verwarringsgevaar, consument kan denken dat de groep Spa een kuuroord heeft geopend o Bv. Martini deponeert het volledige etiket, een concurrent komt op de markt en gebruikt het merk ‘Marcanta’ met een quasi identiek etiket. De waren zijn hetzelfde (zelfde soort drank: aperitiefdrank), maar het teken is niet identiek § Vraag stelt zich of er een overeenstemmend teken is, dit is dus dat er verwarring is vanuit de ogen van de consument. Je kijkt naar de fles van de vermeende inbreukmaker en vraagt je af of de consument kan menen of de Marcantafles dezelfde herkomst heeft als de Martinifles. Consument heeft het onvolmaakte woord van het Martini-‐merk in zijn hoofd (rode kleur van letters + vlaggen enz. op de fles), zo kijk je naar die andere fles of er auditief, visueel of conceptueel verwarring kan bestaan à Deze producten worden ook vaak gekocht zonder het uit te spreken (Bv. je koopt zo’n fles in de supermarkt). Er is een heel groot visueel verwarringsgevaar door het feit dat de dominerende elementen van de martini-‐fles terugkomen op het andere etiket. Ook is er conceptuele verwarring, via die vlaggen op het etiket geeft men aan dat het een officieel product is, dat heb je bij de inbreukmakende fles ook. Auditief: à Je zegt: Martini, terwijl het andere Marcanta is, dus dit geeft minder aanleiding tot verwarring. Dit wordt gecompenseerd door de hoge mate van visuele en conceptuele verwarring
181
•
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(3) Art. 2.20, lid 1, c BVIE • è Art. 2.20, lid 1, c BVIE geldt alleen voor binnen de Benelux bekende merken! à Bekend merk volgens HvJ o Er moet een voldoende mate van bekendheid o Bekendheid moet bij het publiek waarop het merk gericht is (kan grote publiek zijn of specifiek publiek) o Geen % vereist o Er is de vereiste bekendheid wanneer het merk bekend is bij een aanmerkelijk deel van het publiek waarvoor de onder dat merk aangeboden waren of diensten bestemd zijn o Bij onderzoek à Rekeninghouden met alle relevante elementen (Bv. marktaandeel, intensiteit, geografische omvang en duur van het gebruik, investeringen voor bekendheid) o Voldoende à Bekendheid in gedeelte van één van de Beneluxlanden • Opmerking o Men moet eerst vaststellen dat er vereiste bekendheid is voor men zich op art. 2.20, lid 1, c BVIE kan beroepen o Art. 2.20, lid 1, c BVIE vereist geen verwarring o 5 voorwaarden uit Art. 2.20, lid 1, c BVIE moeten cumulatief vervuld zijn • Elk gebruik voor niet soortgelijke waren of diensten o Deze bepaling staat ook open voor de situatie waar iemand een merk/teken gebruikt voor soortgelijke waren of diensten à Dus HvJ heeft toepassingsgebied uitgebreid (eerst: niet-‐soortgelijke, maar nu: ook bij soortgelijke waren of diensten, indien alle voorwaarden van c voldaan zijn) o In de praktijk zal men vaak eerst een vordering instellen op basis van sub b, en dan roept men sub c subsidiair in bij een inbreukprocedure • Gebruik van het merk of een overeenstemmend teken o Overeenstemmend § Associatiegevaar voldoende à Je hebt associatiegevaar wanneer je een teken ziet, en er misschien in jouw hoofde geen verwarring bestaat, maar waar je het teken ziet en terugdenkt aan een merk. Het roept een merk op zonder dat er verwarring bestaat. Je ziet het teken en denkt aan het merk § Geen verwarring vereist à Bij sub b moet je verwarringsgevaar bewijzen, maar dit is niet vereist voor sub c § = Een zekere mate van overeenstemming tussen het merk en het teken, op grond waarvan het betrokken publiek een samenhang ziet tussen het teken en het merk, dat wil zeggen een verband hiertussen legt, ook al verwart het deze niet
182
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o Hoe moet deze overeenstemming beoordeeld worden? à Het bestaan van een dergelijk verband dient globaal te worden beoordeeld met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het concrete geval à Bv. met de mate van overeenstemming, de aard van de waren en diensten, het relevante publiek, de mate van bekendheid van het merk, de mate van onderscheidend vermogen, het bestaan van verwarringsgevaar
•
Gebruik in het economisch verkeer
•
Er mag voor het gebruik geen geldige reden zijn o Een geldige reden volgens het Benelux Gerechtshof à Er moet zodanige noodzaak zijn om het teken te gebruiken, dat van de gebruiker niet in alle redelijkheid verwacht kan worden zich van het gebruik te onthouden (redelijk belang op zich onvoldoende) o HvJ volgt de zienswijze van het Benelux Gerechtshof niet! § ‘Geldige reden’ omvat niet alleen ‘objectief dwingende redenen’, maar kan ook aanknopen bij de ‘subjectieve belangen’ van een derde die het teken gebruikt § Deze ‘subjectieve belangen’ kunnen volgens het Hof zijn • De inburgering en de reputatie van het teken bij het relevante publiek • De mate waarin de waren en diensten waarvoor het teken oorspronkelijk is gebruikt en de waren waarvoor het bekende merk is ingeschreven, gerelateerd zijn, en • De economische en commerciële relevantie van het gebruik voor die waren van het teken dat overeenstemt met dat merk § à Dus het gaat wederom om een feitelijke beoordeling of er ergens een reden is om het teken te gebruiken waarvan de merkhouder zegt dat het een inbreuk is
•
Ongerechtvaardigd voordeel uit of afbreuk aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk o HvJ à 3 inbreuken à Er moet sprake zijn van één van deze inbreuken o Er is daadwerkelijk dergelijke inbreuk of een ernstig gevaar (een niet theoretisch risico) dat dergelijke inbreuk zich in de toekomst voordoet à Je moet dus niet bewijzen dat 1 van die situaties zich daadwerkelijk voordoet à De voorwaarde is al vervuld als je kan aantonen dat er een ernstig gevaar bestaat dat 1 van de 3 situaties zich zal voordoen o 1e inbreuk à Afbreuk aan het onderscheidend vermogen van het merk § è Door het optreden van de vermeende inbreukmaker gaat het onderscheidend vermogen verminderen (verwateren). Dit betekent dat de band die bestaat tussen het merk en de waren of diensten zwakker wordt. Aanvankelijk legde de consument met jouw waren of diensten een band bij het zien van dat merk, maar die band wordt dus zwakker
183
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Er is sprake van afbreuk aan het onderscheidend vermogen van het merk, hetgeen ook “verwatering”, “verschraling” of “vervaging” wordt genoemd, zodra dit merk minder geschikt wordt om de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven en wordt gebruikt, te identificeren, doordat door het gebruik van het teken dat daaraan gelijk is of daarmee overeenstemt door de derde de identiteit van het merk afbrokkelt en aan impact op het publiek inboet. Dat is met name het geval wanneer het merk, dat onmiddellijk een associatie opriep met de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, deze associatie niet meer kan oproepen § Het oudere merk moet niet noodzakelijk uniek zijn opdat het bestaan van een dergelijke inbreuk of van een grote kans dat een dergelijke inbreuk zich in de toekomst voordoet, kan worden aangetoond. Toch is het zo dat hoe unieker het oudere merk is, des te gemakkelijker door het gebruik van een gelijk of overeenstemmend jonger merk afbreuk kan worden gedaan aan het onderscheidend vermogen van dat oudere merk § è HvJ zegt dat je die verwatering vaststelt door aan te tonen dat het gedrag van de consument wijzigt of dat hier een grote kans toe is à Vroeger zou consument onmiddellijk naar jouw product grijpen, maar nu zal hij mogelijks grijpen naar het product van de vermeende inbreukmaker. Dit is in de praktijk heel moeilijk te bewijzen. De 2 andere situaties zijn makkelijker te bewijzen § Bijgevolg veronderstelt het bewijs dat door het gebruik van het jongere merk afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen van het oudere merk, dat is aangetoond dat het economische gedrag van de gemiddelde consument van de waren of diensten waarvoor het oudere merk is ingeschreven, is gewijzigd als gevolg van het gebruik van het jongere merk of dat er een grote kans bestaat dat dit gedrag in de toekomst wijzigt o 2e inbreuk à Afbreuk aan de reputatie van dat merk § è Je concurrent gebruikt jouw merk of een teken dat associatiegevaar oproept. Door dat gebruik oefent de concurrent een negatieve invloed uit op jouw merk. Dus door het gebruik van de vermeende inbreukmaker krijgt jouw merk een negatieve connotatie à Bv. Je merk is gekend voor kwalitatief hoogstaande producten, maar iemand anders gaat je merk gebruiken voor producten van lagere kwaliteit § Er is sprake van afbreuk aan de reputatie van het merk, ook wel “aantasting” of “degeneratie” genoemd, wanneer de waren of diensten waarvoor het teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk door de derde wordt gebruikt, op zodanige wijze aan de zintuigen van het publiek appelleren, dat de aantrekkingskracht van het merk vermindert. Het risico op een dergelijke afbreuk kan met name volgen uit het feit dat de waren of diensten die door de derde worden aangeboden een kenmerk of kwaliteit bezitten waarvan een negatieve invloed op het imago van het merk kan uitgaan §
184
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
o 3e inbreuk à Ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van dat merk § è Je gaat ‘aanhaken’ bij het merk van de merkhouder. Het is niet vereist dat je bewijst dat je als merkhouder schade lijdt. Maar de free riding moet je wel aantonen. Je moet aantonen dat iemand zonder jouw toestemming gebruik maakt van de bekendheid van je merk § Het begrip “ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk”, ook aangeduid als “meeliften” en “free riding”, verwijst niet naar de schade die het merk wordt berokkend, maar naar het profijt dat de derde haalt uit het gebruik van het teken dat daaraan gelijk is of daarmee overeenstemt § Het omvat met name alle gevallen waarin, dankzij de afstraling van het imago van het merk of de door dit merk opgeroepen kenmerken op de waren die worden aangeduid door het teken dat daaraan gelijk is of daarmee overeenstemt, duidelijk sprake is van exploitatie van de bekendheid van het merk . Het voordeel dat een derde haalt uit het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk kan ongerechtvaardigd blijken, ook al wordt door het gebruik van het teken dat daaraan gelijk is of daarmee overeenstemt, noch het onderscheidend vermogen, noch de reputatie van het merk aangetast, noch, meer algemeen, de houder ervan schade berokkend § Het voordeel dat voortvloeit uit het gebruik door een derde van een teken dat overeenstemt met een bekend merk, wordt door die derde ongerechtvaardigd uit dat onderscheidend vermogen of die reputatie getrokken wanneer hij door dit gebruik in het kielzog van het bekende merk probeert te varen om te profiteren van de aantrekkingskracht, de reputatie en het prestige van dat merk, en om zonder financiële vergoeding profijt te halen uit de commerciële inspanning die de houder van het merk heeft geleverd om het imago van dit merk te creëren en te onderhouden •
è Steeds van een binnen het Benelux-‐ gebied bekend (!) merk of overeenstemmend teken
185
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(4) Art. 2.20, lid 1, d BVIE • è Veel van de voorwaarden van sub c, vind je ook bij sub d à Dit lid was optioneel over te nemen uit de richtlijn door de lidstaten. Maar enkel de Benelux-‐ landen hebben dit gedaan omdat wij dat al kenden. Je kan maar een beroep doen op d, als deze 4 voorwaarden zijn voldaan à Je moet niet aantonen dat iemand gebruik maakt van je teken in het economisch verkeer. Je kan ook optreden tegen iemand die je teken gebruikt buiten het kader van economische transacties waarbij een economisch voordeel wordt nagestreefd • Valt niet onder de communautaire harmonisatie à Dus het Benelux-‐gerechtshof kan deze 4 voorwaarden vrij een inhoud geven ßà In de praktijk nemen we aan dat wat HvJ zegt ook geldt voor lid d • Lidstaten bepalen zelf inhoud van deze bepaling • 4 voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn • Vereist geen verwarringsgevaar • Gebruik niet voor waren of diensten o Gebruik niet ter onderscheiding van waren of diensten als afkomstig uit een bepaalde onderneming o Gebruik niet ter onderscheiding van waren of diensten o Gebruik heeft geen betrekking op door de gebruiker verhandelde of ter levering aangeboden waar of verleende diensten, welke door dit gebruik van die van anderen kunnen worden onderscheiden o Voorbeelden van dergelijk gebruik § In boeken • Bv. Aspe schrijft een nieuw boek, hoofdfiguur drinkt Duvel, dan gebruikt Aspe Duvel niet om zijn waren of diensten te gebruiken, maar gebruikt hij het voor een andere reden à Duvel zal niet kunnen optreden omdat de andere 3 voorwaarden ook voldaan moeten zijn § In woordenlijsten § In persberichten § Als titel van een film (Bv. Coco Flanel ßà Coco Chanel) § Als titel van een boek § Als naam van een popgroep § Als naam van een radioprogramma § Popgroep zingt liedje over merk (Barby song) § Gebruik als handelsnaam § Gebruik als maatschappelijke benaming § Cola flesje in pornofilm • Cola is hiertegen opgetreden, dit werd niet gebruikt ter onderscheiding van waren/diensten • Gebruik van een teken o Identiek of overeenstemmend teken (associatiegevaar voldoende)
186
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Er mag voor het gebruik geen geldige reden zijn o Dit stukje mag inhoud gegeven worden door het Benelux-‐gerechtshof. Het gerechtshof zei over het begrip ‘geldige reden’ het volgende à Er moet zodanige noodzaak zijn om het teken te gebruiken, dat van de gebruiker niet in alle redelijkheid verwacht kan worden zich van het gebruik te onthouden (redelijk belang op zich onvoldoende) o Vraag is of we de rechtspraak van HvJ (subjectieve elementen in hoofde van diegene die het teken gebruikt) ook hier mogen toepassen à Dit weten we niet o Eigen recht dat niet moet wijken à Je hebt een geldige reden (dan is er een absolute noodzaak) als je een eigen ouder recht hebt à Bv. § Oudere handelsnaam (Technotronic) • Dit is het merk van een platenlabel van Antwerpen, het was een muzikaal project (geen popgroep), hun nummers scoren enorm goed (ook Bv. in VS) à Platenmaatschappij probeert wereldwijd het merk Technotronic te deponeren als merk • In Antwerpen had je vroeger een handelaar die al sinds 1950 de handelsnaam Technotronic voerde • Platenmaatschappij had het merk later gedeponeerd, ze hebben wel geprobeerd om die handelaar van handelsnaam te doen wijzigen. Juridisch konden ze daar niets tegen doen omdat de handelaar eerst zijn handelsnaam had. Dit betekent dat die handelaar een ouder recht had waartegen men niets kon doen op basis van een later gedeponeerd merk § Ouder auteursrecht
•
Ongerechtvaardigd voordeel uit of afbreuk aan onderscheidend vermogen of reputatie van het merk à Bv. o è Dit is dezelfde voorwaarde als de 5e voorwaarde bij sub c à Je moet aantonen dat door het gebruik ongerechtvaardigd voordeel wordt gehaald uit, of afbreuk word gedaan aan het onderscheidend vermogen of reputatie van het merk à Wat het Benelux-‐gerechtshof zei komt in grote mate overeen met wat het HvJ zei o Aantasting aantrekkingskracht + kooplust opwekkend vermogen o Verlies exclusiviteit (gevaar verwatering) o Op ongerechtvaardigde wijze profiteren van bekendheid merk o Doen ontstaan verwarringsgevaar (Bv. verwarring rond herkomst/ ontstaan idee dat men tot het verkoopsnet behoort) o Aantasting onderscheidend vermogen (gevaar verwording tot soortnaam) o Aantasting werfkracht/ aantrekkingskracht o Gebruik op ridiculiserende wijze
187
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Voorbeelden van gebruik waartegen de merkhouder kan optreden (Art. 2.20, lid 2 BVIE) • Aanbrengen van het teken op waren of hun verpakking • Het aanbieden, in de handel brengen of daartoe in voorraad hebben van waren onder het merk of het aanbieden of verrichten van diensten onder het teken • Gebruik van het teken in stukken voor zakelijk gebruik en in de reclame • Het in of uitvoeren van waren onder het merk Diverse voorbeelden • Geval van sub c o Merk van Renault, op een bepaald moment komt een verzekeringsmaatschappij die autoverzekeringen aanbiedt onder een bepaald teken. Dit kan je behandelen op basis van b of c § Je kan dit doen op basis van b omdat je de vraag kan stellen of er soortgelijkheid is tussen wagens en autoverzekeringen § Je kan dit in ieder geval doen op basis van c als er geen soortgelijkheid is o Gebruik in het economisch verkeer is er o Verzekeringsagent heeft geen enkele reden om het te gebruiken o Het is geen identiek teken, maar wel een associërend teken, je denkt dat het een maatschappij is die een band heeft met Renault o Het is een situatie van aanhaken bij de bekendheid van, ook al ga je geen schade veroorzaken • Geval van sub d (dit vind je heel vaak terug) o Brantano § Op een bepaald moment had Brantano een hele campagne waarbij ze het merk van iemand anders gebruikten. Op affiche zegt men ‘niet bang voor olufsen’. Hierin zie je het merk ‘bang en olufsen’ zitten. Ze gebruiken dit merk niet ter onderscheiding van hun eigen diensten (ze zeggen niet dat ze die schoenen verkopen in hun winkel) à Kijken of voorwaarden van d vervuld zijn § Gebruik niet voor waren of diensten (economische verkeer moet je niet gaan bekijken) § Het gaat om een identiek teken § Er is geen geldige reden voor Brantano om bang en olufsen te gebruiken § Dit is een situatie van degeneratie (bang en olufsen zijn bekend als kwalitatieve en dure producten) o Johnson § Het merk Johnson voor sigaretten was een merk van een bepaalde Antwerpse groep met vestigingen in onder andere Leuven à Ze hadden een aantal merken (Bv. ook Belga). De marketingafdeling maakt een reclamecampagne voor Johnson, de affiches om dit te promoten gingen ze opnemen op grote pancarten in het straatbeeld, maar ook in tijdschriften enz. § Het pakje sigaretten lag op een jeans, maar op de knop van de jeansbroek staat een merk, en bovendien is die knop gedeponeerd
188
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
als merk. De jeansproducent had een aangetekende brief gestuurd naar de groep. Dit is een inbreuk op onderdeel d. Het gaat niet om waren of diensten, er is geen geldige reden, en dit is een voorbeeld van degeneratie (de jeansproducent wil niet geassocieerd worden met rookwaren) o Ariel § Midden Oosten à Sjaal met bloedvlekken op met titel ‘Hoe krijgt Ariel dit nog proper?’ De toenmalige minister heette Ariel Sharon § Maar de eigenaar van het merk Ariel (wasproducten) was hier niet mee gediend. Het was niet voor waren en diensten + degeneratie (Ariel wou niet geassocieerd worden met heel de situatie in het Midden-‐Oosten) § Affiche werd: ‘Hoe krijgt Ariel Sharon dit nog proper?’
189
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
G. Beperkingen op de exclusieve rechten (Art. 2.23, lid 1 en lid 2 BVIE) Art. 2.23, lid 1 BVIE • Situaties waarin merkhouder niet kan optreden voor zover er sprake is van eerlijk gebruik in nijverheid en handel • Dit brengt een loyaliteitsverplichting mee ten opzichte van de gerechtvaardigde belangen van de merkhouder • Men moet om dit te beoordelen alle omstandigheden van de zaak in acht nemen à De rechter heeft een zekere beoordelingsvrijheid • Geen verzet mogelijk tegen gebruik in het economisch verkeer o Van je naam en adres § Bv. Jan Krefel à Dan kan je daar als merkhouder niets tegen doen dat iemand in het economisch verkeer optreedt als Jan Krefel. Je mag dan wel niet je naam niet als merk gaan gebruiken o Van aanduidingen inzake soort, kwaliteit, hoeveelheid, bestemming, waarde, geografische herkomst, tijdstip van vervaardiging van de waren of verrichting van de diensten, of andere kenmerken van de waren of diensten § Bv. Apple die het merk appel heeft mag niet kunnen optreden tegen om het even wie die het woord ‘appel’ gebruikt. Je mag dat altijd gebruiken om een appel aan te duiden o Gebruik van het merk wanneer dit nodig is om de bestemming van de waar of de dienst, met name als accessoire of onderdeel aan te geven (gebruik merk is enige middel om informatie mee te delen over de bestemming) § Onder 2.20, lid 1, sub a à Deze bepaling is ruimer en maakt het mogelijk een merk van iemand te gebruiken als je dat nodig hebt om aan te geven dat je product een accessoir onderdeel is van het merkproduct à Bv. Je bent een onafhankelijke producent van ruitenwissers, je moet op de verpakking kunnen aangeven dat die ruitenwisser bestemd is voor Volkswagen golf, of BMW van een bepaald type. Maar je mag niet de indruk creëren dat het producten zijn die je op de markt brengt die van Volkswagen of BMW komen • Opmerking o Gebruik in overeenstemming met eerlijke gebruiken in handel en nijverheid = loyaliteitsverplichting ten opzichte van legitieme belangen merkhouder o Geen dergelijk gebruik § Schade aan goede naam merk § Kleinerende uitlatingen over merk § Men stelt eigen product voor als imitatie of namaak merkproduct § Waarde merk aantasten door ongerechtvaardigd voordeel trekken uit onderscheidend vermogen of reputatie merk
190
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
Art. 2.23, lid 2 BVIE • Het uitsluitend recht op een merk omvat niet het recht zich te verzetten tegen het gebruik, in het economisch verkeer, van een overeenstemmend teken dat zijn bescherming ontleent aan een ouder recht van slechts plaatselijke betekenis, indien en voor zover dat recht erkend is ingevolge de wetgeving van één van de Beneluxlanden, en binnen de grenzen van het grondgebied waarbinnen het erkend wordt • In de praktijk betekent dit dat een merkhouder niet kan optreden tegen het bestaan van een oudere handelsnaam (hier heb je maar een lokale bescherming) of Bv. uithangbord Art. 2.23, lid 3 BVIE (communautaire uitputting) (EU/EER) • è Communautaire uitputting hangt nauw samen met vrij verkeer van goederen binnen de EU. De essentie hiervan is dat als je ergens binnen het gebied een goed op de markt plaatst, dan moet het zo zijn dat dat product vrij gaat circuleren in de hele EU à Als je een product op de markt plaatst in Portugal moet het geëxporteerd kunnen worden naar een ander land o Geen ruimte voor wereldwijde o Uitputting geldt in verband met ieder exemplaar op zich o Onbelangrijk à Plaats van vervaardiging • Als een product op de markt wordt geplaatst in 1 lidstaat met toestemming van de merkhouder of door hemzelf, dan gaat het merkproduct vrij circuleren à Dit geldt niet wat betreft namaak, als iemand zonder jouw toestemming namaak op de markt brengt in Portugal en je hebt daar geen merk, en men brengt dit naar de Benelux, dan kan je optreden tegen die namaak in de Benelux • Als je als merkhouder je producten buiten de EU (ook landen van EER) in het verkeer brengt, is je recht niet uitgeput. Dus, als je je producten Bv. in Rusland op de markt brengt, en je doet dit als merkhouder zelf, dan is er geen sprake van communautaire uitputting en kan je op basis van het merkenrecht die producten tegenhouden aan de Europese grens à Bv. producent van zonnebrillen plaatst deze zeer goedkoop in Rusland op de markt. Dan kan je verhinderen dat iemand in Rusland je producten opkoopt en deze invoert in de Benelux à Dit gebeurt heel vaak • Een bijkomende vraag à Als je hetzelfde product binnen de EU in het verkeer brengt, en ook buiten de EU op de markt plaatst, maar buiten de EU veel goedkoper, vraag is of dat die uitputting dan niet geldt voor dat gehele product? o HvJ à Nee à Communautaire uitputting moet je exemplaar per exemplaar bekijken. Producent die datzelfde product ook op de markt buiten de EU brengt, dan geldt daar geen communautaire uitputting voor. Dit is voor producenten een grote opluchting. Want de stock die men niet verkoopt, dumpt men buiten de EU ergens op een markt o Dus je moet als producent goed aangeven wat je op de Europese markt plaatst en wat niet
191
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
•
Wanneer is er sprake van ‘in de handel brengen’ in EU/EER? o Met andere woorden à Van wanneer geldt die communautaire uitputting? à Van het op de markt plaatsen o Dit is het geval wanneer men zijn waren verkoopt à In de handel brengen moet begrepen worden als verkopen. Dus het aanbieden op zich leidt niet tot communautaire uitputting. Als de goederen niet verkocht zijn, heb je de goederen nog altijd in uw bezit o Dus niet § Invoer met doel ze te verkopen § Aanbieden in eigen winkels of in winkels van gelieerde vennootschappen, zonder erin geslaagd te zijn te verkopen
•
Communautaire uitputting geldt niet alleen in verband met waren die door merkhouder of met zijn toestemming in de handel zijn gebracht, maar ook voor het gebruik van het merk voor de aankondiging van de verdere verhandeling van de waar o Onder ‘aankondiging’ vallen geen diensten die men aanbiedt in verband met de waren van de merkhouder o De communautaire uitputting brengt ook mee dat een derde die je producten verhandelt, daar reclame voor mag maken. Je kan niet optreden tegen iemand die je producten aankoopt, en vervolgens wil verkopen, en met het oog op die verkoop reclame maakt. Maar soms heb je een gegronde reden om je tegen die communautaire uitputting te verzetten (komen we zo meteen op terug) o Hoe moet de merkhouder zijn toestemming hebben uitgedrukt? à 2 mogelijke situaties
§
1e situatie à Onbetwist dat goederen door merkhouder eerst buiten EU/ EER in verkeer werden gebracht, en derde voerde vervolgens in EU/ EER in • Tussen de 2 partijen bestaat geen betwisting dat ze eerst door merkhouder buiten de EU op de markt zijn geplaatst. Via parallelhandel ben je in het bezit van de producten gekomen en de merkhouder heeft hiertoe toestemming gegeven, waardoor het geen namaak is à Het bewijs dat die producten later met toestemming van de merkhouder op de Europese markt zijn gebracht ligt bij de beweerde inbreukmaker à Hier geeft het HvJ een aantal richtlijnen • Uit de toestemming moet de zekerheid blijken afstand te doen van het merkrecht om het eerste in de handel brengen in de EU te controleren • Dit blijkt normalerwijze uit uitdrukkelijke formulering van de toestemming • Toestemming kan ook op impliciete wijze voortvloeien uit elementen, omstandigheden van voor, tijdens en na het buiten de EER in de handel brengen als hieruit met zekerheid de wil van de merkhouder blijkt afstand te doen van zijn recht. Deze toestemming moet wel positief worden uitgedrukt. Een vermoedelijke toestemming is onvoldoende 192
Intellectueel eigendomsrecht • •
•
•
§
JVD
2014-‐2015
Hij die zich op toestemming beroept moet ze bewijzen Toestemming kan niet voortvloeien uit o Enkel stilzwijgen van de merkhouder o Het niet meedelen aan kopers dat men zich tegen verhandelen in EU verzet o Afwezigheid van een vermelding dat goederen niet in EU mogen worden verkocht o Overdracht goederen zonder contractuele beperkingen Irrelevant bij dit alles is o Invoerder heeft geen weet van verzet merkhouder tegen invoer in EU o Erkende wederverkopers leggen aan hun kopers geen contractuele beperkingen op, hoewel merkhouder hen zijn verzet meedeelde o Tegenstelbaarheid verkoopbeperkingen aan derden Opmerking à Als er zekerheid is dat merkhouder product buiten de EU/EER in verkeer bracht à Bewijs van uitputting moet worden geleverd door hem die uitputting inroept
2e situatie à Als er betwisting over waar goederen in het verkeer werden gebracht • Er ontstaat al discussie tussen merkhouder en verdeler over waar de goederen voor het eerst in het verkeer zijn gebracht. Merkhouder zegt: ik heb de zonnebrillen in Rusland (buiten EU) op de markt gebracht. Verdeler zegt: dat is niet waar, je hebt ze op de markt gezet binnen de EU. Bij zo’n situaties rust de bewijslast van de communautaire uitputting ook op de verdeler à Hij moet bewijzen dat de producten die hij verkoopt door de merkhouder op de Europese markt zijn geplaatst à Dus bewijs van uitputting door hem die zich hierop beroept • Maar hier doet zich een probleem voor à Merkhouders met bekende merken gaan hun producten verdelen via een distributiesysteem. De goederen mogen enkel verdeeld worden door de door jou aangeduide erkende verdelers. In overeenkomsten tussen producent en verdelers staat veelal dat de producent producten levert, maar dat ze die producten niet mogen verder verkopen aan handelaren die niet erkend zijn door de producent à In de praktijk lekt zo’n distributienet vaak à Afnemers hebben een exclusief recht om te verdelen, maar ze moeten ook een hoeveelheid verkopen. Als er dan een onafhankelijke afnemer komt vragen om bepaalde hoeveelheid te kopen, dan staan ze dit toe op voorwaarde dat die onafhankelijke afnemer dat dan niet door zegt aan de merkhouder • Als je als onafhankelijke verdeler zo’n producten hebt verkregen via een lekkende verdeler, bezit je legale 193
Intellectueel eigendomsrecht
•
•
•
JVD
2014-‐2015
producten. Dan kan je worden aangesproken door de merkhouder omdat je eigenlijk niet in bezit kan geraken van die producten, dus dan zou onafhankelijke verdeler ze buiten de EU hebben gehaald, waar de producent zijn producten ook plaatst HvJ zegt à Degene die producten verhandelt moet bewijzen dat er wel communautaire uitputting is. Dus de onafhankelijke verdeler moet bewijzen dat de producten die hij verkoopt op de markt zijn geplaatst met toestemming van de merkhouder (wat ook zo is) à Probleem is dat je met legale producten zit, maar de merkhouder zegt: ‘toon dat het producten zijn waar de communautaire uitputting voor geldt’, dus je moet bewijzen van waar je die producten hebt. Je kan dat bewijzen want je hebt ze volledig legaal gekocht bij een erkende afnemer. Het grote probleem is dat de uitputting geldt want ik heb die producten van die afnemer gekocht à Maar dan zal de merkhouder zijn distributienet nog strenger maken zodat zijn net niet meer lekt. Het gevolg is dat er minder vrij verkeer van goederen zal zijn en dat het meer in handen blijft van de officiële verdeler à Vandaar dat het HvJ zegt dat de bewijslast van de communautaire uitputting ligt bij de onafhankelijke verdeler, als die bewijslast er toe zou leiden dat een distributienet afgesloten wordt en parallelhandel niet meer mogelijk is, gaan we de bewijslast verschuiven naar de merkhouder à Dan gaat de merkhouder moeten bewijzen dat de producten die je verkoopt, dat dit producten zijn die hij buiten de EU in het verkeer heeft gebracht. Want dat was het uitgangspunt (er was al discussie over waar de goederen in het verkeer zijn gebracht). Als hij dat kan bewijzen, dan verschuift de bewijslast terug naar de onafhankelijke verkoper è Als derde bewijst dat er gevaar bestaat voor afscherming markten wanneer hij bewijslast draagt (Bv. door te bewijzen dat hij binnen een verkoopsnet kocht zal merkhouder het proberen te sluiten) dan moet merkhouder het ontbreken van uitputting bewijzen. Bewijst hij dit dan ligt de bewijslast opnieuw bij de derde
Communautaire uitputting uit Art. 2.23, lid 3 BVIE speelt enkel in verband met waren die onder het door de merkhouder (of met zijn toestemming) aangebrachte merk in de handel zijn gebracht o Geen toepassing à Oorspronkelijk merk wordt door parallelimporteur vervangen door ander merk (is geval Art. 34 e.v. VWEU)
194
Intellectueel eigendomsrecht •
§
2014-‐2015
Belangrijke uitzondering op communautaire uitputting à Gegronde redenen o à Dan kan je verhinderen dat de producten van lidstaat tot lidstaat gaan o Bv. Verslechtering of wijziging van de toestand van de waar à Wijzigingen die niet veroorzaakt zijn door gebruik of tijdsverloop, Bv. elke ingreep die van buiten is teweeggebracht en die niet van ondergeschikte betekenis is o Voorbeelden van dergelijke situaties § Merkproducten worden omgepakt waarbij de presentatie van de omgepakte producten de reputatie van het merk kan schaden à Bv. iemand voert jouw product in, maar steekt het in een andere verpakking § Voor luxueuze producten reclame maken op wijze die waarde van het merk aantast (schaden prestigieuze imago en luxueuze uitstraling) à Communautaire uitputting speelt ook met betrekking tot het reclame maken voor originele merkproducten à Grote probleem is vaak dat het imago van een merk wordt aangetast via het reclame maken. Bv. Kruidvat: je kan hier een aantal originele reukwaren kopen van YSL, Dior, … Men komt hier aan via parallelle distributiesystemen. Maar: Kruidvat maakt reclame voor Dior en YSL. Die producenten maken zelf reclame die vrij duur is, dat is meestal op glanzend papier, meerdere kleuren,… die reclame heeft een luxueuze uitstraling. Vroeger maakte Kruidvat reclame op krantenpapier, ook voor die reukwaren. De merkhouders waren daar niet gelukkig mee en vonden dat ze een gegronde reden hadden à HvJ zei: als reclame wordt gemaakt op een wijze die de waarde aantast kan je daartegen optreden. Voor Kruidvat betekent dit dat men niet kan vereisen dat men zo’n chique folder moet maken, maar de weergave in de folder moet wel zodanig zijn dat de luxueuze uitstraling van die producten niet wordt aangetast (men mag de dure parfum Bv. mag zetten naast reukwater van 0,70€, dan moet je het zetten tussen de duurdere producten waardoor het imago niet wordt aangetast) § Reclame voor tweedehandswagens waarbij men indruk wekt erkend verdeler te zijn
JVD
Droste (optreden op basis van Art. 2.20, lid 1, a BVIE) • Droste is een chocoladeproducent, ze hebben merken in de ganse EU (ook Benelux). Ze plaatsten hun doosje chocolade ook in Griekenland op de markt. Een Griek had lege verpakkingen verzameld en stak daar achteraf zijn eigen Griekse chocolade in, hij exporteerde dit naar de Benelux en verkocht dit veel goedkoper. Hiertegen kon worden opgetreden want er was een wijziging van de waar. Je hebt geen controle meer over datgene dat onder je merk op de markt wordt gebracht
195
Intellectueel eigendomsrecht §
JVD
2014-‐2015
Jeans (optreden op basis van Art. 2.20, lid 1, a BVIE) • Er was een Benelux-‐producent van jeansbroeken die een merkrecht had in de Benelux. Hij plaatst zijn broeken overal in de EU in het verkeer. Op bepaald moment verkoopt hij een grote lading diepblauwe broeken aan een afnemer in Italië. Maar er is geen nood meer aan die broeken, men zoekt naar afgewassen jeansbroeken (in de mode) en broeken met scheuren. Dus afnemer wil die broeken kwijt geraken en gaat ze aanpassen aan de markt. Hij vraagt aan een ondernemer ze te wassen met een product waardoor de kleur eraf gaat en er scheuren in komen. De broeken worden verkocht. Maar die modetrend is nog niet in de Benelux. Er is een parallelhandelaar die ervan overtuigd is dat die trend gaat overwaaien tot hier. Hij koopt de gewassen broeken op in Italië en voert ze in in de Benelux (waar de merkhouder een merk heeft). Hij ziet dus broeken die bestemd waren voor de Italiaanse markt, maar die er helemaal anders uitzien. Hier kan je tegen optreden omdat je een gegronde reden hebt, want het is een situatie van wijziging van de toestand van de waar. Want door die was kan het zijn dat die broeken niet meer veel waard zijn, of dat die broeken doorscheuren. Merkhouder heeft geen zicht meer op de kwaliteit van die broek. Dan speelt de communautaire uitputting niet
o Geen gegronde reden § Enkele toevoeging op etiket van informatie om te voldoen aan eisen wetgeving land van invoer als gewijzigde etiket bepaalde belangrijke gegevens niet weglaat of geen onjuiste informatie bevat of de presentatie ervan de reputatie van merk en merkhouder niet schaadt § Men maakt reclame voor luxueuze producten in folder waarin men gewoonlijk adverteert voor gelijksoortige maar niet prestigieuze producten op in bedrijfssector gebruikelijke wijze (tenzij reputatie ernstig wordt geschaad. Dit kan zijn als producten worden afgebeeld te midden van producten die afbreuk doen aan imago merkhouder)
196
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
H. Wie verkrijgt het recht op een merk? De eerste deposant Vennootschap of fysieke persoon I. Overdracht en licentie (Art. 2.31 e.v. BVIE) Kan los van onderneming / handelsfonds Kan slechts voor een deel van waren of diensten Overdracht • Schriftelijk • Betrekking op hele Benelux • Tegenstelbaar na inschrijving overdracht Licentie • Moet niet schriftelijk • Tegenstelbaar na inschrijving licentie • Kan beperkt in duur • Kan geografisch beperkt J. Rechtsverwerking wegens gedogen è Als je merkhouder bent en iemand deponeert een op jouw merk inbreukmakend teken à Als je gedurende 5 jaar dat teken gedoogt, kan je tegen het gebruik ervan niets doen. Je kan het niet laten nietig verklaren, noch kan je optreden tegen het gebruik ervan Je gedoogt het gebruik van een gedeponeerd merk gedurende 5 jaar Gedogen moet bewust gedogen zijn à Je moet het gebruik hebben gekend en niet zijn opgetreden Dan kan je niet meer op basis van je ouder recht • Nietigheid depot inroepen • Optreden op basis van Art. 2.20, lid 1, a,b en c BVIE Tenzij depot ter kwader trouw Latere deposant kan niet optreden tegen ouder merk Gevolg à Co-‐existentie in het register en de praktijk
197
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
K. Einde van het merkenrecht (1) Verval (ex nunc) • Verval van rechtswege o Vrijwillige doorhaling Benelux-‐depot o Verstrijken duur Benelux-‐depot o Vrijwillige doorhaling internationale inschrijving o Verstrijken duur internationale inschrijving o Je hebt internationale inschrijving à Afstand doen van bescherming voor de Benelux (je duidt Benelux aan, en je neemt je bescherming weg, maar behoudt het Bv. wel voor Frankrijk) o Binnen 5 jaar na je internationale inschrijving vervalt je oorspronkelijke inschrijving • Door de rechter vast te stellen verval (iedere belanghebbende) o Niet-‐gebruik § Als je je merk niet gebruikt voor de waren en diensten waarvoor je het gedeponeerd hebt, dan kan dit tot het verval leiden à De rechter kan dit enkel uitspreken als aan een aantal voorwaarden is voldaan § Gedurende een ononderbroken periode van 5 jaar vanaf inschrijving of later tijdstip • De berekening van deze periode hangt van de feiten af à Eventueel vanaf de inschrijving, (Bv. ingeschreven in 2000, maar in 2006 was het nog altijd niet gebruikt) maar het kan ook dat je je merk wel hebt gebruikt, maar vanaf een bepaald moment niet meer à Dan begint die periode te lopen van het einde van de termijn van het gebruik § Geen normaal gebruik • Het kan zijn dat je wel moeite doet, maar dat de verkoop niet goed lukt, als je hebt getracht afzet te behalen, heb je normaal gebruik. Of situatie waarbij je je product niet meer op de markt brengt (product is uit productie) maar nog wel dienst na verkoop levert (dit is ook normaal gebruik) • Normaal gebruik = o Werkelijk gebruik (geen symbolisch gebruik dat enkel behoud recht nastreeft) o Gebruik dat oorsprong waren of diensten waarborgt o Gebruik op markt van de betrokken waren of diensten (niet enkel binnen onderneming) o Afzet vinden of behouden o Gebruik voor waren of diensten die reeds op de markt zijn of er ieder moment op kunnen worden gebracht o Kan gebruik door merkhouder of licentienemer • Beoordelen aan de hand van alle feiten en omstandigheden (aard van de waren of diensten, kenmerken markt, omvang en frequentie gebruik)
198
Intellectueel eigendomsrecht •
•
•
•
§ § §
§
JVD
2014-‐2015
Zelfs gering gebruik kan normaal gebruik zijn, als het gebruik betreft om marktaandelen te verkrijgen of te behouden Er is ook normaal gebruik ingeval waren niet meer te koop worden aangeboden, maar als onderdelen voor de waren nog onder het merk worden aangeboden Er is ook normaal gebruik in geval het merk wordt gebruikt voor waren of diensten die rechtstreeks verband houden met gemerkte waren of diensten, of bestemd zijn om aan behoeften afnemers daarvan te voldoen (Bv. klantendiensten (zoals verkoop toebehoren of aanverwante producten) of verrichten onderhouds-‐ en reparatiediensten) Geen normaal gebruik is Bv. o Enkel monsters op markt o Enkel merchandising o Enkel optreden tegen inbreuken
Voor de gedeponeerde waren of diensten (zie wel normaal gebruik) In de Benelux (mag plaatselijk) En geen geldige reden voor niet-‐ gebruik • Geldige reden moet buiten de macht van de merkhouder liggen en niet tot zijn normale ondernemingsrisico behoren. Bestaat eigenlijk alleen bij overmacht (Bv. oorlog / wettelijk verbod) • Bv. Je verkoopt een merkproduct, maar iemand wordt ziek, waardoor de overheid verbiedt dat je je product nog verkoopt, dan is dit een reden aan welke je vreemd bent Voorbeeld van normaal gebruik à En het merk dus niet vervallen kon worden verklaard • Gebruik in op onderdelen afwijkende vorm zonder dat onderscheidend vermogen wordt aangetast o Als je een merk hebt en je brengt wat wijzigingen aan, zonder het onderscheidend vermogen aan te tasten, ga je het gebruik van het gewijzigde merk toch kunnen beschouwen als normaal gebruik o Bv. Côte d’Or heeft een olifant als merk. De olifant was redelijk dik en is niet dynamisch, hij staat stil, slurf hangt naar beneden. Ze wouden een meer dynamisch merk, nu is hij iets slanker, en staat zijn slurf naar boven waardoor je een beeld van dynamiek krijgt. Als je zoiets maakt moet je een nieuw depot doen omdat je te grondige wijzigingen aanbrengt à Op een bepaald moment heeft men de olifant gewoon omgedraaid omdat hij zo naar de
199
Intellectueel eigendomsrecht
• • §
§
JVD
2014-‐2015
toekomst toe loopt, dit was geen dermate grondige wijziging dat er een nieuw depot nodig was o Bv. Lacoste had eerst een krokodil die iets dikker was. Nu gebruikt men de krokodil in de afgeslankte vorm. Als je het merk wijzigt, op een zodanige wijze dat het onderscheidend vermogen niet wordt aangetast, en je gebruikt de vernieuwde versie, beschouwen we die laatste versie als het gebruik van het gedeponeerde teken Aanbrengen van een merk met oog op export o Exportmerken Gebruik door een derde met toestemming o Bv. Licentienemers
Herstel van in principe vervallen merkrecht • Merk 5 jaar ongebruikt, maar niemand doet er iets tegen à Dan is het na die 5 jaar potentieel vervallen, maar als je het dan toch begint te gebruiken, herstel je je merkenrecht! • Opnieuw (voor het eerst) wordt het merk gebruikt tussen einde van de 5 jarige periode en het instellen van een vordering tot verval • Uitzondering à Gebruik vindt plaats 3 maanden voor het instellen van de vordering en men wist van de vordering Pas op • Je kan je niet verzetten tegen depot dat gedaan werd in periode dat je potentieel vervallen was • Je kan je niet verzetten tegen gebruik van een dergelijk merk op basis van Art. 2.20, lid 1, a, b, c BVIE • à Gevolg co-‐existentie in het register en het economisch verkeer
o Merk is door toedoen of nalaten van de merkhouder soortnaam geworden o Het gebruik van het merk kan, gelet op de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven, het publiek misleiden § Hier doelt men niet op à Misleiding van het merk is een nietigheidsgrond als je een teken deponeert dat van in het begin misleidend is à Bv. Koffie deponeren voor zeepproducten § Hier doelt men op situaties waarbij in het begin alles normaal was, maar waar je na een termijn het publiek gaat misleiden à Bv. Chocolade van Matterhorn, maar na een tijdje verkoop je onder die naam chocolade afkomstig uit Tunesië. De consument denkt dat die chocolade van Zwitserland komt. Door het gebruik begin je te misleiden o è Wanneer de rechter het verval vaststelt, spreekt hij ambtshalve doorhaling van de inschrijving uit
200
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
(2) Nietigheid (ex tunc) • Nietigverklaring inschrijving depots o Ex tunc o Gebeurt door de rechter à Na vernietiging van de inschrijving spreekt hij de ambtshalve doorhaling van de inschrijving uit o Gronden limitatief in Art. 2.28 BVIE opgesomd • Door iedere belanghebbende en Openbaar ministerie o Merk à Geen geldig teken o Merk à Geen onderscheidend vermogen o Merk à Strijdig met openbare orde en goede zeden o Merk à Strijdig met Art. 6ter Unieverdrag van Parijs (bestaat uit vlaggen/staatsemblemen) o Depot van het merk kan aanleiding geven tot misleiding van het publiek • Iedere belanghebbende o à Het gaat om nietigheidsgronden waarbij een oudere merkhouder de nietigheid vraagt van jouw jonger merk o Depot dat in rangorde na depot van een overeenstemmend teken komt à Na je depot deponeert iemand een teken waartegen je op basis van Art. 2.20, lid 1, a, b, c BVIE kan optreden o Depot te kwader trouw (BVIE geeft voorbeelden in Art. 2.4, f BVIE) § Essentie van die voorbeelden komt erop neer dat je snel een merk deponeert voor iemand anders het kan doen, terwijl die andere persoon op het teken recht heeft (Bv. iemand gebruikt een teken, maar heeft het nog niet gedeponeerd omdat hij het eerst wil laten inburgeren, voordat hij het deponeert en dan deponeert X het snel • Bv. Je gaat naar Frankrijk en ziet een bepaald merk, je deponeert het hier in de Benelux opdat de merkhouder in Frankrijk het niet in de Benelux kan deponeren o Deponeren van pas vervallen merken (Art. 2.4, d BVIE) § Als merkhouder niet meer geïnteresseerd is, en het merk is na 10 jaar beschermingsduur ten einde, dan kan je niet meteen zelf gaan deponeren. Je kan dit pas als een aantal jaren verlopen zijn. Anders kan je gebruik maken van de reputatie van die merkhouder en krijg je verwarring op de markt o Depot van een teken dat verwarring veroorzaakt met een algemeen bekend merk § In het merkenrecht heb je merken die zo bekend zijn dat je er bescherming voor krijgt, ook al heb je het niet gedeponeerd à Bv. Coca Cola, Microsoft (maar die zijn nu wel gedeponeerd) § Als die merken niet gedeponeerd zijn, kan je toch bescherming krijgen. Als er geen depot is, zou je kunnen zeggen ‘nu ga ik die vlug deponeren’
201
Intellectueel eigendomsrecht
JVD
2014-‐2015
L. Het Gemeenschapsmerk Algemeen • Alles wat we gezien is over materieel merkenrecht (wat is een goed merk, wat zijn de rechten, verval-‐ en nietigheidsgronden,…) gelt ook voor het gemeenschapsmerk à Er is een identieke reglementering • Je vraagt een merk aan bij het Europese Merkenbureau in Alicanté. Als men daar het merk toekent, krijg je bescherming voor de 28 lidstaten van de EU. Maar als je merk nietig verklaard wordt of vervalt, vervalt het voor die 28 lidstaten (alles of niets) Enkele bemerkingen • Je hebt een eigen procedure in Alicanté à De procedure loopt in grote mate gelijk o Je hebt ook een onderzoek naar het vervuld zijn van de beschermingsvoorwaarden als je je merk deponeert o Je hebt ook de mogelijkheid van oppositie (derden kunnen zich tijdens de verleningsprocedure verzetten tegen het merk) o Als je niet akkoord bent met de beslissing van het bureau in Allicanté kan je in beroep gaan in Allicanté bij de kamer van beroep à Tegen een beslissing van een kamer van beroep kan je in beroep gaat bij het Gerecht van de Europese Unie (zij houden zich bezig met mededingingszaken, maar ook met merkenzaken) à Tegen beslissingen van het gerecht kan je in beroep gaan bij HvJ zelf (maar dan gaat het puur om juridische vragen à vragen van uitlegging) • Bij het Gemeenschapsmerk is wel een systeem voorzien dat als je gemeenschapsmerk nietig wordt verklaard, dat je niet met lege handen staat à Men heeft de mogelijkheid voorzien om het gemeenschapsmerk om te zetten in nationale merken, met behoud van je aanvraagdatum à Want meestal is er maar een probleem in 1 van de lidstaten (Bv. waar je merk beschrijvend is) • Inbreukprocedures à In België is er maar 1 rechtbank bevoegd inzake gemeenschapsmerk à De rechtbank van koophandel te Brussel • Er is bij het materieel merkenrecht 1 groot verschil met het Benelux-‐merk à Bij de inbreuken heeft men in de verordening gemeenschapsmerken niet Art. 22, lid 1, sub d zitten (optreden tegen iemand die je merk niet gebruikt voor waren en diensten, maar Bv. als titel van een boek of als titel van een popnummer) • Je kan beide cumuleren (je kan tegelijkertijd) deponeren als Benelux-‐ en gemeenschapsmerk
202