Douane Belastingdienst
Informatieblad | April 2014
Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) In dit informatieblad komen de volgende onderwerpen aan de orde: • Wat u kunt doen om de Douane te laten optreden als u schending van uw intellectueel eigendomsrecht (IE-rechten) vermoedt. • Uitleg over procedures bij vermoedelijke schending van intellectueel eigendomsrecht (IE-rechten). • Wat de Nederlandse Douane doet bij vermoedelijke schendingen van het intellectueel eigendomsrecht (IE-rechten). • Algemene informatie over wet- en regelgeving rond intellectueel eigendomsrecht (IE-rechten) (Verordening 608/2013 van de Europese Unie). • Overgangsregels van Verordening 1383/2003 naar Verordening 608/2013.
Team IER (Team Intellectueel EigendomsRecht) van de Douane coördineert toezicht en controle op de schending van Intellectuele Eigendomsrechten (IE-rechten). Zij zijn het centrale aanspreekpunt voor IE-rechten.
Inhoud
DO 952 - 1Z*2FD DO9521Z*2FD
1 Bestrijden inbreuken intellectuele eigendomsrechten 2 2 Toepassen Verordening 608/2013 2 3 Op welke IE-rechten is de Verordening van toepassing? 2 4 Wanneer vermoedelijke inbreuk op IE-recht? 3 5 Wanneer verordening niet van toepassing? 3 6 Indienen verzoek optreden door Douane 3 6.1 Indienen verzoek om optreden door Douane bij Team IER3 6.2 Vereiste informatie voor verzoek 3 6.3 Behandeling verzoek 4 7 Ambtshalve douaneoptreden voordat verzoek is gedaan 4 7.1 Binnen 4 werkdagen verzoek indienen 5 8 Bederfelijke goederen 5 8.1 Wat zijn bederfelijke goederen? 5 8.2 Geen ambtshalve optreden Douane 5 9 Procedure optreden Douane 5 9.1 Douane verzoekt om informatie 5 9.2 Douane doet een kennisgeving 5 9.3 Reageren binnen 10 werkdagen 5 9.4 Verlenging termijn met maximaal 10 werkdagen 6 10 Inspectie en monsteronderzoek 6 11 Waarom geen ‘kleine zendingenprocedure’ in Nederland 7 12 Vrijgave goederen onder waarborg 7
13 Verplichtingen houder van het besluit 7 13.1 Toegestaan gebruik informatie 7 13.2 Voldoen aan kennisgevingsverplichtingen 7 13.3 Retourneren monsters 8 13.4 Verplichtingen inzake kosten en vertaling 8 13.5 Geldige reden voor niet starten civielrechtelijke procedure 8 13.5.1 Alleen schending verplichting wanneer instemming is met vernietiging 8 13.5.2 Opgave reden aan Team IER8 13.5.3 Wat is een geldige reden? 8 14 Sancties tegen houder van besluit 8 14.1 Gebruik informatie voor andere doeleinden 8 14.2 Niet voldoen aan kennisgevingsverplichtingen aan Douane 8 14.3 Monsters niet retour 8 14.4 Niet voldoen kosten 8 14.5 Niet starten civielrechtelijke procedure 9 15 Aansprakelijkheid kosten en schade 9 16 Overgangsregime 9 16.1 Besluiten om douaneoptreden 9 16.2 Procedures 9 17 Meer informatie 9 18 Adresgegevens Team IER9
1 Bestrijden inbreuken intellectuele eigendomsrechten Bij de uitoefening van haar controletaak kan de Douane goederen aantreffen die vermoedelijk inbreuk maken op bepaalde intel lectuele eigendomsrechten (verder IE-rechten). Inbreuken op IE-rechten (zoals namaak en piraterij) zijn fenomenen van inter nationale omvang en hebben ernstige gevolgen op economisch en sociaal vlak. Zo verstoren ze niet alleen een goede werking van de interne Europese markt, maar kunnen schadelijk zijn voor de consument. Hierbij zijn met name de volksgezondheid, de open bare orde en de veiligheid in het geding. Deze situatie kan een verlegging van handelsstromen en concurrentievervalsing tot gevolg hebben, waardoor de deelnemers hun vertrouwen in de interne markt verliezen en minder investeren. De bescherming van de IE-rechten is dus van groot belang. Op grond van de Verordening 608/2013 (hierna Verordening) heeft ook de Douane hierin een taak. De Douane is bevoegd om IE-rechten te handhaven op goederen die onderworpen zijn aan douanetoezicht of douanecontrole. Handhaving van IE-rechten aan de buitengrens – waar de goederen zich onder douanetoezicht of douanecontrole bevinden – is een doeltreffende manier om de rechthebbenden snel efficiënte rechtsbescherming te bieden. Wanneer de vrijgave van goederen wordt geschorst of goederen door de Douane aan de buitengrens worden vastgehouden, is slechts één procedure nodig. Dit, terwijl er verschillende afzonderlijke procedures nodig zijn voor dezelfde mate van handhaving voor goederen die in het vrije verkeer worden aangetroffen omdat deze dan zijn opgesplitst en aan handelaren zijn geleverd. Als u denkt dat uw IE-recht wordt of zal worden geschonden in Nederland of in een andere lidstaat van de EU, kunt u bij de Douane een verzoek indienen om hier tegen op te treden. Als de Douane uw verzoek goedkeurt en bij een controle de goederen aantreft die u in uw verzoek hebt beschreven, dan houdt zij de goederen tegen. Daarvan krijgt u vervolgens bericht zodat u kunt vaststellen of er echt inbreuk wordt gemaakt op uw IE-recht en daartegen kunt optreden. Ook kan het gebeuren dat de Douane tijdens een controle een mogelijke inbreuk op een IE-recht vaststelt, zonder dat de recht hebbende vooraf een verzoek heeft gedaan (ambtshalve optreden). De Douane zal dan contact opnemen met de rechthebbende waarna deze een verzoek kan indienen en vervolgens stappen kan ondernemen om zijn rechten te beschermen.
2 Toepassen Verordening 608/2013 De Douane speelt een faciliterende rol wanneer de Verordening wordt toegepast bij het aantreffen van goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een IE-recht. De Douane verleent onder Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
steunende voorzieningen zodat de rechthebbende binnen een bepaalde termijn kan nagaan of het gaat om goederen die inbreuk maken op zijn IE-rechten. De rechthebbende kan zo nodig civielrechtelijk optreden. De rechthebbende op een IE-recht is primair zelf verantwoordelijk om op te treden tegen inbreuk op dat recht en beschikt over diverse civielrechtelijke mogelijkheden. Er zijn situaties waarin de civiel rechtelijke handhaving niet voldoet, niet efficiënt of wenselijk is omdat de bescherming van het algemeen belang strafrechtelijk ingrijpen noodzakelijk maakt. In die gevallen past de Douane het strafrecht toe en niet de procedures uit de Verordening. De Douane treedt altijd strafrechtelijk op bij het aantreffen van vermoedelijk inbreukmakende goederen bij: • reizigers • post-, en koerierszendingen en cargozendingen als aangetroffen vermoedelijk inbreukmakende goederen onder een vastgestelde hoeveelheid blijven Het doel van de Verordening is zoveel mogelijk te voorkomen dat deze goederen in het vrije verkeer terechtkomen. De Verordening voorziet daarom in een procedure die de Douane de mogelijkheid geeft op een bepaalde wijze op te treden in het geval van een vermoedelijke inbreuk op bepaald IE-recht. De Douane schort de vrijgave van de goederen op of houdt de goederen vast, waarna de houder van het besluit een bepaalde termijn heeft om na te gaan of het daadwerkelijk gaat om goederen die inbreuk maken op zijn IE-recht en hij tegen de inbreuk civielrechtelijk wenst op te treden. Doel Verordening is niet absoluut
Het doel van de Verordening heeft primair tot doel de Douane in staat te stellen de rechthebbenden te faciliteren om hun IE-recht te handhaven. Het voorkomen dat inbreukmakende goederen in het vrije verkeer komen is niet absoluut, aangezien vermoedelijk inbreukmakende goederen worden vrijgegeven als de recht hebbende niet binnen de vastgestelde termijnen aan de voorwaarden van de Verordening voldoet.
3 Op welke IE-rechten is de Verordening van toepassing? Verordening 608/2013 is van toepassing op goederen die worden beschermd door de volgende IE-rechten (artikel 2, lid 1): • merkenrecht • tekeningen- en modellenrecht • auteursrecht • naburige rechten • octrooirecht • aanvullend beschermingscertificaat • kwekersrecht • benamingen van oorsprong of geografische aanduidingen • geografische benamingen • handelsnaam • gebruiksmodel • topografie van halfgeleiderproducten 2
4 Wanneer vermoedelijke inbreuk op IE-recht? Verordening 608/2013, artikel 2, lid 7 geeft aan wanneer sprake is van goederen die vermoedelijk inbreuk maken op een IE-recht. Bij vermoedelijk inbreukmakende goederen zijn er redelijke aanwijzingen dat het, in de lidstaat waar deze goederen worden aangetroffen, op het eerste gezicht gaat om: a) goederen waarmee inbreuk wordt gemaakt op een IE-recht in die lidstaat b) apparaten, producten of onderdelen om het ontwijken mogelijk te maken of te vergemakkelijken van technologie, apparaten of componenten die dienen ter voorkoming of beperking van door de houder van een auteursrecht of naburig recht niet toegestane handelingen met betrekking tot werken. Bijvoorbeeld apparaten om kopieerbeveiliging te verwijderen of omzeilen c) mallen of matrijzen die specifiek ontworpen of aangepast zijn voor de vervaardiging van goederen die inbreuk maken op een IE-recht. Deze mallen en matrijzen zijn gelijkgesteld aan de inbreukmakende goederen (artikel 2 lid 7 sub c)
5 Wanneer verordening niet van toepassing? Verordening 608/2013 is niet van toepassing op: • goederen die worden beschermd door een ander IE-recht dan de IE-rechten die in de verordening worden genoemd • Communautaire goederen: −− Goederen die niet van oorsprong of herkomst zijn uit derde landen. De Douane heeft geen controletaak voor communautaire goederen (tenzij deze voor de douaneregeling uitvoer worden aangegeven). • Goederen die zijn vervaardigd onder andere voorwaarden dan die met de rechthebbende zijn overeengekomen: −− Hierbij gaat het om een privaatrechtelijke rechtsverhouding waarin de Douane niet treedt. De Douane weet niet welke onderliggende overeenkomsten tussen de licentiehouder en rechthebbende zijn gesloten. Hierbij is niet van belang welk IE-recht wordt geschonden (artikel 1 lid 5). • Parallelhandel en overproductie: −− Goederen die met toestemming van de rechthebbende zijn vervaardigd, maar zich zonder zijn toestemming in een in-, uit-, of wederuitvoersituatie bevinden (artikel 1, lid 5). • Reizigersbagage: −− Goederen die zich in de persoonlijke bagage van reizigers bevinden en geen handelskarakter hebben (artikel 1, lid 4). In Nederland wordt bij reizigers de procedures uit de Verordening niet toegepast maar wordt altijd strafrechtelijk opgetreden. • Bijzondere bestemmingen. −− De verordening is niet van toepassing op goederen die in het vrije verkeer zijn gebracht in het kader van de regeling bijzondere bestemming (artikel 1, lid 3).
Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
6 Indienen verzoek optreden door Douane De Verordening voorziet in 2 mogelijkheden voor het optreden van de Douane: 1 De Douane treedt op verzoek op (rechthebbende heeft verzoek ingediend). 2 De Douane treedt ambtshalve op (eigen initiatief, zonder verzoek rechthebbende). Als de rechthebbende een verzoek voor douaneoptreden heeft ingediend en deze is toegewezen, wordt deze verder aangeduid als ‘houder van het besluit’. De rechthebbende kan de Douane om optreden verzoeken wanneer hij meent dat inbreuk wordt gepleegd op zijn IE-recht. In elke lidstaat kan de rechthebbende daartoe om optreden van de Douane verzoeken. Het verzoek kan een nationaal verzoek zijn of een unieverzoek. Een unieverzoek kan enkel worden ingediend voor op het EU-recht gebaseerde IE-rechten die in de EU gelden.
6.1 I ndienen verzoek om optreden door Douane bij Team IER In Nederland is de Belastingdienst/Douane/Groningen/Team IER (verder Team IER) de aangewezen autoriteit om beslissingen te nemen op de ingediende verzoeken voor douaneoptreden.
6.2 Vereiste informatie voor verzoek De rechthebbende moet het verzoek tot douaneoptreden indienen, waarbij hij zo gedetailleerd mogelijke informatie verstrekt zodat de Douane de goederen in de goederenstroom kan traceren en identificeren. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan. Per 1 april 2014 wordt het verzoek elektronisch (digitaal) gedaan. Onder andere de volgende informatie is nodig (artikelen 5 en 6): • gegevens over aanvrager en hoedanigheid van aanvrager als rechthebbende • bewijsstukken die aantonen dat aanvrager gerechtigd is tot indiening verzoek • het te handhaven IE-recht of rechten • in het geval van een Unieverzoek, de lidstaten waar om optreden van de Douane wordt verzocht • specifieke en technische gegevens van authentieke goederen (bijvoorbeeld markeringen, zoals streepjescodes, afbeeldingen, technische verschillen tussen authentieke en verdachte goederen) • informatie die Douane nodig heeft om de goederen gemakkelijk te herkennen • relevante informatie voor analyse en beoordeling risico van inbreuk op het betrokken IE-recht of rechten (zoals erkende distributeurs, enzovoort) • of bepaalde informatie beschouwd moet worden als vertrouwelijk (artikel 32, lid 5)
3
• naam en adres vertegenwoordiger aanvrager die belast is met juridische en technische kwesties • instemming met verwerking van verstrekte gegevens door Commissie en lidstaten • of aanvrager verzoekt om toepassing van kleine zendingenprocedure (artikel 26) en instemming met de kosten • aan te geven of hij nadere informatie wenst te ontvangen op grond van artikel 17 lid 4 De aanvrager verstrekt de volgende aanvullende informatie, als hij die kan geven: • plaats waar goederen zich bevinden of plaats van bestemming • gegevens ter identificatie van zending • geplande datum van aankomst of vertrek goederen • gebruikte vervoermiddelen • identiteit importeur, exporteur of houder van de goederen • land of de landen waar goederen zijn vervaardigd, de gevolgde trajecten • bijzondere en specifieke gegevens betreffende type IE-recht waarnaar in het verzoek om optreden wordt verwezen De aanvrager verbindt zich om: • de Douane onmiddellijk in kennis te stellen van ( artikel 15): −− het verstrijken van IE-recht −− het feit dat houder van het besluit niet langer gerechtigd is het verzoek in te dienen −− wijzigingen in de bij de aanvraag opgegeven informatie De aanvrager is verplicht: • opgegeven informatie te actualiseren als dat voor Douane relevant kan zijn om risico van inbreuk op IE-recht te analyseren en te beoordelen • de aansprakelijkheid op zich te nemen voor het geval hij een ingeleide procedure bij de civiele rechter niet voortzet of wanneer achteraf wordt vastgesteld dat de goederen geen inbreuk maken op een IE-recht (artikel 28) • eventuele kosten te dragen (artikel 29) In de Uitvoeringsverordening 1352/2013 zijn de formulieren opgenomen die gebruikt worden voor het verzoek om douaneoptreden.
6.3 Behandeling verzoek Behandeling onvolledige aanvraag
Team IER (Intellectueel EigendomsRecht) beoordeelt of het verzoek compleet is. Als het verzoek om optreden niet de verplichte gegevens bevat, kan Team IER deze niet verder in behandeling nemen. De aanvrager krijgt een termijn van 10 werkdagen om de ontbrekende informatie te verstrekken. De beslistermijn wordt geschorst. Als de informatie niet binnen 10 werkdagen wordt ontvangen, wordt het verzoek afgewezen (artikel 7).
Wanneer het verzoek wordt afgewezen, motiveert Team IER deze beslissing en verstrekt informatie over de bezwaarprocedure (artikel 8). In het algemeen geldt dat het verzoek tot optreden van de Douane maximaal een jaar geldig is. De aanvrager kan daarna om een verlenging verzoeken. Team IER zendt een kopie van het besluit op het verzoek aan de betreffende lidstaat of lidstaten waarvoor ook om optreden door de Douane wordt verzocht.
7 Ambtshalve douaneoptreden voordat verzoek is gedaan De Verordening voorziet in 2 mogelijkheden voor het optreden van de Douane: 1 De Douane treedt op verzoek op (rechthebbende heeft verzoek ingediend). 2 De Douane treedt ambtshalve op (eigen initiatief, zonder verzoek rechthebbende). Het kan voorkomen dat de Douane vermoedelijk inbreukmakende goederen aantreft waarvoor door de rechthebbende nog geen verzoek om optreden van de Douane is ingediend (artikel 18). Als de Douane vermoedelijk inbreukmakende goederen aantreft die niet onder een besluit tot toewijzing van een verzoek vallen, kan de Douane ook de vrijgave van deze goederen schorsen of de goederen vasthouden. Dit noemen we ‘ambtshalve optreden van de Douane’. De Douane geeft in deze fase de goederen niet vrij en zet de controle voort. Er wordt in deze fase dus nog geen besluit genomen inzake opschorting of vrijgave. Team IER is de autoriteit die in het kader van een vermoedelijke inbreuk op een IE-recht het besluit neemt over de opschorting op grond van de Verordening. Team IER bericht de aan rechthebbende en de aangever of houder van de goederen, waarmee formeel de opschorting van de vrijgave start. De periode daarvoor noemen we een douanecontrole. Net als in het geval wel een verzoek is ingediend, kan de Douane aan iedere persoon of entiteit die mogelijkerwijs gerechtigd is een verzoek in te dienen, vragen om alle relevante informatie te verstrekken (artikel 18, lid 2). Dit gebeurt voordat de Douane het besluit neemt om de vrijgave van de vermoedelijk inbreukmakende goederen te schorsen of ze vast te houden. In die fase mag geen andere informatie worden verstrekt dan het feitelijke of geschatte aantal goederen, de aard daarvan en afbeeldingen. Als Team IER de rechthebbende verzoekt informatie te verschaffen over de bevonden goederen, moet deze binnen 3 werkdagen reageren. Ontvangt Team IER niet binnen 3 werkdagen de gevraagde informatie, dan besluit Team IER of de goederen worden vrijgegeven of de procedure wordt voortgezet.
Behandeling volledige aanvraag
Team IER neemt het verzoek in behandeling en stelt de indiener binnen 30 werkdagen na ontvangst schriftelijk op de hoogte van het besluit. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht. Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
Team IER beoordeelt de melding en moet vervolgens de recht hebbende achterhalen zodat dat deze een verzoek om douane optreden kan indienen. Het achterhalen en in kennisstellen van 4
de rechthebbende vindt binnen 1 werkdag plaats. Als de recht hebbende wordt achterhaald, wordt deze in kennis gesteld dat er goederen zijn aangetroffen die mogelijk inbreuk maken op een IE-recht. Gelijktijdig brengt Team IER ook de aangever of houder van de goederen in kennis dat de procedure is aangevangen. Met deze kennisgeving start de formele opschorting van de vrijgave of vasthouding van de goederen en beginnen de termijnen.
7.1 Binnen 4 werkdagen verzoek indienen Binnen 4 werkdagen na de kennisgeving door Team IER inzake de opschorting van de vrijgave of de vasthouding van de goederen, moet de rechthebbende een verzoek bij Team IER indienen (artikel 5 lid 3). Dit verzoek kan alleen een nationaal verzoek zijn. Team IER stelt binnen 2 werkdagen na ontvangst van het verzoek de indiener in kennis van de toewijzing of afwijzing van het verzoek. Een positief besluit over het verzoek brengt Team IER ook ter kennis aan de aangever of houder van de goederen. Een negatief besluit heeft tot gevolg dat Team IER meteen opdracht geeft tot vrijgave van de goederen, zodat deze hun weg kunnen vervolgen.
8 Bederfelijke goederen Voor bederfelijke goederen gelden afzonderlijke procedures en termijnen.
8.1 Wat zijn bederfelijke goederen? Bederfelijke goederen zijn goederen die volgens de Douane bederven als zij 20 dagen lang worden vastgehouden, te rekenen vanaf de datum van schorsing van de vrijgave of vasthouding ervan (artikel 2 lid 20). De Douane bepaalt dus wanneer er sprake is van bederfelijke goederen. In het algemeen zal mogelijk sprake zijn van bederfelijke goederen bij bijvoorbeeld verse bloemen en voedsel producten met een ‘ten minste houdbaar datum’. Bij het vaststellen wordt niet gerekend in werkdagen maar in gewone kalenderdagen. De termijn van 20 dagen begint met de kennisgeving van Team IER aan de rechthebbende. In de regel zal de kennisgeving 4 werkdagen na het aantreffen en determinatie van de goederen worden verzonden.
8.2 Geen ambtshalve optreden Douane Het kan zijn dat de Douane bederfelijke goederen aantreft waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een IE-recht waarvoor geen besluit tot toewijzing van een verzoek voor douaneoptreden is afgegeven. In dat geval wordt de vrijgave van deze goederen niet geschorst of de goederen vastgehouden (artikel 18 lid 1). Er is geen ambtshalve procedure mogelijk voor bederfelijke goederen. Voor een mogelijke inbreuk op een IE-recht voor bederfelijke goederen moet altijd van tevoren een verzoek zijn ingediend.
Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
9 Procedure optreden Douane 9.1 Douane verzoekt om informatie Het kan voorkomen dat de Douane goederen aantreft waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht ten aanzien waarvan een besluit is afgegeven. De Douane kan dan aan u, de houder van het besluit, vragen om relevante informatie over de goederen te verstrekken. De Douane verstrekt u de volgende informatie over de goederen: het feitelijke of geschatte aantal, de feitelijke of vermoedelijke aard, en indien voorhanden, afbeeldingen.
9.2 Douane doet een kennisgeving Als de Douane overgaat tot het schorsen van de vrijgave of het vasthouden van de vermoedelijk inbreukmakende goederen, wordt u als houder van het besluit daarvan door middel van een kennis geving geïnformeerd. De aangever of houder van de goederen worden hiervan eveneens in kennis gesteld. De Douane verstrekt in deze kennisgeving informatie over de goederen: de feitelijke of geschatte hoeveelheid en de feitelijke of vermoedelijke aard en, indien voorhanden, afbeeldingen. Als u daarom verzoekt, verstrekt de Douane ook, als zij daarover beschikt, informatie over: • de namen en adressen van de geadresseerde en de afzender van de goederen • de aangever of de houder van de goederen • de douaneregeling • de oorsprong, herkomst en bestemming van de goederen
9.3 Reageren binnen 10 werkdagen Met de kennisgeving begint de termijn van 10 werkdagen. Binnen deze termijn moet u een schriftelijke reactie geven aan Team IER. Voor bederfelijke goederen geldt een termijn van 3 werkdagen. De termijnen beginnen de eerstvolgende werkdag om 00.00 uur na de dagtekening van de kennisgeving. In uw reactie duidelijk aangeven dat: 1 er sprake is van een inbreuk op een IE-recht, én 2 er instemming is met de vernietiging van de goederen Als uw reactie niet binnen de 10 werkdagentermijn is ontvangen of u geen duidelijkheid over de 2 genoemde punten geeft, geeft de Douane de goederen vrij. De aangever of de houder van de goederen kan binnen de 10 werkdagentermijn slechts één van de volgende reacties geven aan Team IER: a) Hij stemt in met de vernietiging van de goederen. b) Hij reageert niet binnen de termijn. c) Hij maakt bezwaar tegen de vernietiging.
5
Situatie a
Voorbeeld
In deze situatie stemt de aangever of houder van de goederen in met de vernietiging. In dat geval moet u (de houder van het besluit) of de aangever afspraken maken en zorgdragen voor de vernietiging van de goederen onder douanetoezicht. Daarvoor wordt een ‘mededeling vernietiging’ ingediend bij de Douane.
Op dag 8 maakt de aangever bij Team IER bezwaar. Team IER stelt de houder van het besluit daarvan onmiddellijk (binnen 1 werkdag) in kennis. De houder van het besluit moet meteen een deugdelijk onderbouwd verzoek doen voor de verlenging. In dit geval wordt aan de onderbouwing geen hoge eisen gesteld omdat het opstarten van een civielrechtelijke procedure tijd kost (inclusief het nemen van eventuele conservatoire maatregelen). In het algemeen zal een verlenging van de termijn ook geen verassing zijn voor de aangever of houder van de goederen. Immers bij bezwaar is het uitgangspunt dat een civielrechtelijke procedure wordt gestart en niet kan worden verwacht dat een civielrechtelijke procedure binnen 1 werkdag is opgestart. Dit is anders wanneer bijvoorbeeld binnen 3 werkdagen door de aangever of houder van de goederen bezwaar wordt gemaakt. Dan kan wel worden beoordeeld of de houder van het besluit in redelijkheid niet eerder een civielrechtelijke procedure kon starten binnen de eerste termijn van 10 werkdagen.
Het is ook mogelijk dat u (de houder van het besluit) meteen aan Team IER schriftelijk kenbaar maakt dat een civielrechtelijke procedure wordt gestart en geen gebruik wordt gemaakt van de verdere procedure uit Verordening 608/2013. Daarvoor moet binnen de termijn van 10 werkdagen een bewijs worden overgelegd om te voorkomen dat na afloop van deze termijn de Douane de goederen vrijgeeft. Situatie b
Als de aangever of houder van de goederen niet binnen de 10 werkdagentermijn een reactie geeft aan Team IER, wordt de instemming met de vernietiging van de vermoedelijke inbreuk makende goederen verondersteld. Verder geldt de situatie onder a. Situatie c
Als de aangever of houder van de goederen aan Team IER binnen de termijn van 10 werkdagen kenbaar maakt dat hij niet instemt met de vernietiging of andere bezwaren aangeeft, moet u (de houder van het besluit) binnen deze termijn een civielrechtelijke procedure starten bij de rechter. Meer informatie vindt u in het onderdeel ‘verplichtingen’. Op basis van een deugdelijk onderbouwd verzoek aan Team IER kunt u, houder van het besluit, verzoeken om een verlenging van de termijn met maximaal 10 werkdagen.
Let op: Starten civielrechtelijke procedure is een verplichting. In Verordening 608/2013 is bepaald dat de houder van het besluit verplicht is een civielrechtelijke procedure te starten in die gevallen waarin de aangever of houder van de goederen bezwaar maakt tegen de vernietiging. Meer informatie vindt u in het onderdeel ‘verplichtingen’.
10 Inspectie en monsteronderzoek U moet voor een inspectie van de goederen of het verkrijgen van een monster, een verzoek doen bij Team IER.
9.4 Verlenging termijn met maximaal 10 werkdagen
Inspectie
Binnen 10 werkdagen na de kennisgeving moet de houder van het besluit voldoen aan de voorwaarden. Deze termijn wordt vol doende geacht voor de houder van het besluit om zijn afwegingen en beoordelingen te maken voor het toepassen van de procedures uit Verordening 608/2013. Binnen deze termijn moet de houder van het besluit aan team IER aangeven dat sprake is van een inbreuk op een IE-recht én zijn instemming geven met de vernietiging van de goederen. Gebeurt dit niet, dan wordt de opschorting van de vrijgave of de vasthouding van de goederen beëindigd. Deze termijn wordt niet verlengd.
De houder van het besluit en de aangever of houder van de goederen kunnen een verzoek doen om de goederen te inspecteren (artikel 19). De directe verpakking en alles wat op en aan de verpakking en/of de goederen zit (stickers/labels) kan worden geïnspecteerd. Het inspecteren heeft alleen betrekking op de goederen en de verpakking. Er wordt aan de houder van het besluit geen inzage gegeven in de aangiftegegevens.
Alleen wanneer de houder van het besluit moet besluiten of hij een civielrechtelijke procedure zal starten – omdat de aangever of houder van de goederen bezwaar maakt tegen de vernietiging – kan Team IER op verzoek de termijn met maximaal 10 werkdagen verlengen (artikel 23 lid 5). De houder van het besluit moet daarvoor aan Team IER een deugdelijk onderbouwd verzoek doen (zie het onderstaande voorbeeld). Team IER beslist binnen 1 werkdag op het verzoek voor verlenging om een civielrechtelijke procedure te starten. De aangever of houder van de goederen kan tegen het verlengen van de termijn in bezwaar komen.
Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
Monsteronderzoek
Afgifte van een monster is alleen mogelijk als sprake is van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen (artikel 19, lid 2). Bij andersoortige inbreuken worden geen monsters ter beschikking gesteld. Een inspectie is bij andersoortige inbreuken wel toegestaan. De Douane verschaft of verzendt deze monsters op verzoek van de houder van het besluit. De monsters mogen alleen gebruikt worden voor analyse en het vergemakkelijken van het verdere verloop van de procedure. De analyse van monsters wordt verricht onder verantwoordelijkheid van de houder van het besluit. Hij moet het monster terugsturen naar de Douane nadat de analyse is voltooid maar in ieder geval uiterlijk voordat de goederen worden vrijgegeven of de vasthouding wordt beëindigd.
6
Als de houder van het besluit de verplichting niet nakomt om het verstrekte monster voor vrijgave of beëindiging vasthouding te retourneren, kan de Douane een sanctie opleggen (artikel 16 lid 2 sub b).
11 Waarom geen ‘kleine zendingen procedure’ in Nederland Verordening 608/2013 kent een afzonderlijke procedure voor kleine hoeveelheiden inbreukmakende goederen in post-, en koeriers zendingen. De kleinezendingenprocedure wordt toegepast wanneer volgens artikel 26 de goederen: • zijn nagemaakt of door piraterij verkregen zijn • niet aan bederf onderhevig zijn • voorwerp zijn van een besluit tot toewijzing van een verzoek • in kleine zendingen worden vervoerd (maximaal 3 stuks/2kg brutogewicht) De houder van het besluit moet in zijn verzoek voor douaneoptreden om de toepassing van de kleine zendingenprocedure vragen. In Nederland wordt deze procedure niet toegepast. De Douane doet zendingen tot 25 stuks – in afstemming met het OM – en grote zaken waar het algemeen belang in het geding is, af met toepassing van het strafrecht.
12 Vrijgave goederen onder waarborg Bij vermoedelijke inbreuk op onderstaande IE-rechten kan de Douane de goederen onder bepaalde voorwaarden vrijgeven (artikel 24). Het gaat dan om: • modellenrecht • octrooirecht • kwekersrecht • gebruiksmodel • topografie halfgeleiderproduct De Douane geeft de goederen vrij of beëindigt de vasthouding ervan wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Aangever of houder van de goederen heeft een waarborg verstrekt die voldoende hoog is ter bescherming van belangen van de houder van het besluit. • Er zijn geen conservatoire maatregelen van kracht. • Alle douaneformaliteiten zijn vervuld. De aangever of houder van de goederen of houder van het besluit doet het verzoek om de goederen vrij te geven aan Team IER. Team IER willigt het verzoek in als blijkt dat er een waarborg is verstrekt ter bescherming van de rechten van de houder van het besluit. Hierbij geldt dat: • de Douane de hoogte van de waarborg niet vaststelt • de waarborg niet aan de Douane wordt verstrekt • de Douane niet controleert of de waarborg voldoende hoog is
Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
Team IER controleert alleen of de houder van het besluit deze waarborg overeengekomen is met de aangever/houder van de goederen. Als blijkt dat de houder van het besluit de waarborg heeft geaccepteerd, verzet niets zich tegen de vrijgave door de Douane. De hoogte van de waarborg doet voor de Douane niet ter zake en is een verantwoordelijkheid die bij de houder van het besluit ligt.
13 Verplichtingen houder van het besluit De houder van het besluit tot optreden van de Douane heeft de volgende verplichtingen: 1 U mag de ontvangen informatie alleen gebruiken voor doeleinden uit Verordening. 2 U moet voldoen aan kennisgevingsverplichtingen aan de Douane. 3 U moet eventuele monsters retourneren. 4 U moet de eventuele kosten voldoen. 5 U moet een geldige reden opgegeven wanneer u geen civielrechtelijk procedure start
13.1 Toegestaan gebruik informatie De houder van het besluit mag de door de Douane verstrekte informatie niet gebruiken voor andere doeleinden dan die waarin de Verordening voorziet. De verstrekte informatie mag volgens artikel 21 uitsluitend worden gebruikt voor: • een civielrechtelijk procedure om vast te stellen of inbreuk op IE-recht gemaakt • een strafrechtelijk onderzoek naar inbreuk op IE-recht • het instellen van een strafprocedure en tijdens deze strafprocedure • het vorderen van compensatie van inbreukmaker of van andere personen • het bereiken van overeenstemming dat goederen worden vernietigd • het bereiken van overeenstemming over bedrag waarborg
13.2 Voldoen aan kennisgevingsverplichtingen De houder van het besluit moet volgens artikel 15 de Douane onmiddellijk in kennis stellen van: • het verstrijken van een in het verzoek vermeld IE-recht • het feit dat hij om andere redenen niet langer gerechtigd is het verzoek in te dienen • wijzigingen in opgegeven informatie in het verzoek aan de Douane
13.3 Retourneren monsters De houder van het besluit stuurt zodra de analyse is voltooid, de verstrekte monsters terug naar de Douane, tenzij dat door omstandigheden niet kan. In ieder geval retourneert de houder van het besluit de monsters voordat de goederen worden vrijgegeven of de vasthouding ervan wordt beëindigd (Verordening, artikel 19).
7
13.4 Verplichtingen inzake kosten en vertaling De houder van het besluit vergoedt volgens artikelen 29, leden 1 en 3 de kosten die door de Douane (of andere namens de Douane optredende partijen) zijn gemaakt: • vanaf het moment van vasthouding of schorsing van de vrijgave van de goederen • voor het verzenden van monsters en mogelijk maken van inspecties • wanneer inbreukmakende goederen worden vernietigd volgens de normale of de kleine zendingenprocedure Natuurlijk kan de houder van het besluit compensatie vorderen van de inbreukmaker of andere personen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving aan hen die verantwoordelijk zijn voor de inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten. De houder van het besluit tot toewijzing van een Unie-verzoek draagt zorg voor en betaalt alle noodzakelijke vertalingen voor de bevoegde douanedienst die optreedt voor de goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op een intellectueel eigendomsrecht (artikel 29 lid 3).
13.5 Geldige reden voor niet starten civielrechtelijke procedure Het kan voorkomen dat er geen vernietiging plaatsvindt van de vermoedelijk inbreukmakende goederen omdat de aangever of houder van de goederen daartegen bezwaar heeft gemaakt. In dat geval is de houder van het besluit verplicht een civielrechtelijke procedure starten. Alleen wanneer de houder van het besluit een geldige reden aanvoert om geen civielrechtelijke procedure te starten, wordt geen sanctie opgelegd. 13.5.1 Alleen schending verplichting wanneer instemming is met vernietiging De verplichting om een civielrechtelijke procedure te starten, geldt alleen wanneer de houder van het besluit – nadat hij in kennis is gesteld door de Douane – heeft aangegeven dat de goederen inbreuk maken én hij instemt met de vernietiging. Als de houder van het besluit in deze fase van de procedure geen reactie geeft of niet aan beide voorwaarden voldoet, dan is er geen sprake van een schending van de verplichting om een civielrechtelijke procedure te starten. De Douane geeft de goederen dan vrij. 13.5.2 Opgave reden aan Team IER De houder van het besluit geeft aan Team IER de reden waarom hij voor de vermoedelijk inbreukmakende goederen geen civiel rechtelijke procedure opstart.
13.5.3 Wat is een geldige reden? Verordening 608/2013 geeft geen aanwijzingen wat een geldige reden is om geen civielrechtelijke procedure te starten. Is kosten-batenafweging een geldige reden? Nee, de reden dat het aantal aangetroffen vermoedelijk inbreukmakende goederen niet opweegt tegen de kosten en de risico’s van een civielrechtelijke procedure, is geen geldige reden. De houder van het besluit moet deze afweging eerder maken bij de ontvangst van de kennisgeving. Op dat moment is bekend hoeveel goederen het betreft. In die fase had de houder van het besluit dan geen instemming moeten geven met de vernietiging. De houder van het besluit moet dus bij ontvangst van de kennisgeving de mogelijkheid afwegen dat de aangever of houder van de goederen bezwaar maakt en de houder van het besluit een civielrechtelijke procedure moet opstarten.
14 Sancties tegen houder van besluit De houder van het besluit heeft diverse verplichtingen. Wanneer hij niet voldoet aan één van deze verplichtingen, kan de Douane volgens artikel 16 een sanctie opleggen.
14.1 Gebruik informatie voor andere doeleinden Als de houder van het besluit de door de Douane verstrekte informatie voor een niet toegestaan doel gebruikt, kan de Douane een sanctie opleggen door: • het besluit tot toewijzing nationaal verzoek in te trekken en de termijn waarbinnen de Douane moet optreden niet verlengen • het optreden van de Douane te schorsen totdat de termijn is verstreken waarbinnen moet worden opgetreden • een ingediend Unie-verzoek op zijn grondgebied te schorsen
14.2 Niet voldoen aan kennisgevingsverplichtingen aan Douane Als de houder van het besluit niet voldoet aan de kennisgevings verplichtingen genoemd in artikel 6 lid 3, kan de Douane het besluit voor optreden van de Douane schorsen totdat de termijn is verstreken waarbinnen moet worden opgetreden.
14.3 Monsters niet retour Als de houder van het besluit niet voldoet aan de verplichting het verstrekte monster te retourneren, kan de Douane het besluit voor optreden van de Douane schorsen totdat de termijn is verstreken waarbinnen moet worden opgetreden.
14.4 Niet voldoen kosten Als de houder van het besluit niet voldoet aan de verplichting om de kosten te voldoen, kan de Douane het besluit voor optreden van de Douane schorsen totdat de termijn is verstreken waarbinnen moet worden opgetreden.
Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
8
14.5 Niet starten civielrechtelijke procedure Als de houder van het besluit zonder geldige reden niet voldoet aan de verplichting om een civielrechtelijke procedure te starten (wanneer aangever of houder van de goederen bezwaar maakt tegen de vernietiging), kan de Douane het besluit voor optreden van de Douane schorsen totdat de termijn is verstreken waarbinnen moet worden opgetreden (artikel 16 lid 2). De houder van het besluit moet aan Team IER een reden kenbaar maken waarom geen civielrechtelijke procedure is gestart.
16.2 Procedures Procedures gestart vóór 1 januari 2014
Verordening 608/2013 is niet van toepassing op procedures die vóór 1 januari 2014 zijn gestart. Die procedures worden nog afgedaan op grond van Verordening 1383/203. Schorsing van de vrijgave/stop zetting van de goederen vóór 1 januari 2014 wordt dus afgehandeld volgens de procedures van Verordening 1383/2003. Procedures gestart na 1 januari 2014
15 Aansprakelijkheid kosten en schade De houder van het besluit is aansprakelijk voor alle kosten en schade, die voortvloeien uit het tegenhouden of het opschorten van de vrijgave van de goederen. De Douane is door het ingediend verzoek gevrijwaard van elke aansprakelijkheid, ten gevolge van de opschorting van de vrijgave dan wel het tegenhouden van de goederen.
16 Overgangsregime Welke gevolgen heeft het vervallen van Verordening 1383/2003 en de inwerkingtreding van Verordening 608/2013?
Schorsing van de vrijgave/stopzetting van de goederen na 1 januari 2014 wordt afgehandeld volgens de procedures van Verordening 608/2013 ongeacht de Verordening volgens welke het des betreffende verzoek om douaneoptreden is verleend.
17 Meer informatie De tekst van Verordening 608/2013 vindt u in de EUR-Lex. Meer informatie over de toepassing van en procedures vindt u op site van de Europese Commissie.
18 Adresgegevens Team IER
16.1 Besluiten om douaneoptreden
Uw reactie, verzoek om meer informatie of vragen kunt u richten aan:
Oude besluiten blijven geldig tot geldigheid is verstreken De op grond van Verordening 1383/2003 toegewezen verzoeken blijven geldig gedurende de in het besluit tot toewijzing van het verzoek gespecificeerde termijn waarbinnen de douaneautoriteiten moeten optreden. Het besluit voor douaneoptreden wordt na beëindiging van deze termijn niet verlengd. Er moet dan een nieuw verzoek voor douaneoptreden worden ingediend op grond van Verordening 608/2013.
Belastingdienst/Douane/Regiokantoor Groningen Team Intellectuele Eigendomsrechten (IER) Postbus 3070 6401 DN Heerlen Telefoon: (088) 151 21 23 Fax: (088) 151 31 81 Emailadres:
[email protected]
Verzoeken voor besluit douaneoptreden of verlenging ingediend vóór 1 januari 2014
Verzoeken tot douaneoptreden en verlengingsverzoeken van bestaande verzoeken, ingediend vóór 1 januari 2014 worden verwerkt in overeenstemming met Verordening 1383/2003, ongeacht het tijdstip (vóór of na 1 januari 2014) van goedkeuring van het besluit. Deze blijven geldig voor de periode genoemd in het besluit op het verzoek en zullen daarna niet meer worden verlengd. Er zal vervolgens een nieuw verzoek moeten worden ingediend conform Verordening 608/2013. Verzoek intrekken bestaand besluit en aanvraag nieuw besluit op grond van Verordening 608/2013
De houder van het besluit kan om zijn moverende reden een verzoek doen om het bestaande besluit inzake douaneoptreden in te trekken en een nieuw verzoek te doen krachtens Verordening 608/2013.
Belastingdienst Douane | Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht) Intellectueel eigendomsrecht (IE-recht)
9