Editie lente 2010 • feestelijke activiteiten • korte spelletjes voor tussendoor
•
Ontwerp een affiche
••
laat wat van je zien nodig vellen A3-papier, kopieerapparaat, potloden, viltstiften Een feest in de blokhut kan door de kinderen en tieners met affiches aangekondigd worden. Samen bedenken ze een ontwerp dat eerst met potlood op papier gezet wordt. Liefst met open letters en afbeeldingen. Dan de potloodstrepen met zwarte viltstiften overtrekken en voor ieder kind een exemplaar kopiëren. Met viltstiften kan iedereen zijn affiche inkleuren. In en bij de blokhut, bij officiële aanplakpunten, maar ook thuis bij de leden kunnen de affiches achter het raam opgehangen worden. Deze feestelijke aankondigingen zullen zeker de nodige reacties opleveren.
Bezoekersgroeten •
••
een wens of compliment nodig emmers, zand, bamboestokken, ijzerdraad, tangetje, wasknijpers, kartonnen kaartjes, balpennen Bij een feest, een toneelavond of receptie kunnen de bezoekers hun wensen of complimenten op kaartjes schrijven. Voor het ophangen van deze kaartjes worden door de kinderen en tieners speciale namaakbomen gemaakt. In de emmers komt zand en daarin worden de bamboestokken gestoken. Van ijzerdraad worden zijtakken aan de bamboestokken vastgemaakt. Als de bezoekers of ouders hun wens of compliment op een kaartje hebben geschreven, kan iedereen kaartje met een wasknijper aan de namaakboom bevestigd worden. Leuk om later nog eens na te lezen.
Elkaar schminken •
••
grappige metamorfoses nodig schminkvoorbeelden, sponsjes, kwastjes, schmink In de aanloop naar een feest kunnen de kinderen en tieners elkaar grimeren. Zoek op You Tube (Schminken) naar bij het thema passende voorbeelden en hou vooral bij de kinderen een oogje in het zeil dat bij het grimeren rondom de ogen de nodige ruimte vrij gelaten wordt.
Een grappig brilletje •
•
voor een bijzonder effect nodig ijzerdraad, tangetje, gekleurde tape, lintjes, wol, crêpepapier, lijm tape, schaar Bij een feest hoort vaak verkleden en eenvoudig verkleden kan beginnen met een bril. Alle kinderen krijgen een stukje ijzerdraad van 70 cm lang. De leiding doet even voor hoe je van de draad een brilletje kunt vormen. Desnoods verschillende modellen. Om de uiteinden van de draad wordt tape geplakt. Om de brilletjes wat specialer te maken kunnen ze versierd worden met gekleurde tape, lintjes, stukjes wol of verschillende kleuren lintjes.
Mooi en lekker •
Outfit voor koks •
•
schilderijen om te eten nodig poedersuiker, ouwel oftewel eetpapier, pollepel, grote schaal, kleine schaaltje of schoteltjes, penselen, verschillende kleuren ranja, vruchtensappen, of voedselkleurstoffen Een schilderij om op te eten? Dat klinkt spannend. Om te beginnen wordt ouwelpapier gekocht, ook wel eetpapier genoemd. Ieder kind krijgt een velletje. De poedersuiker wordt in een schaal gedaan en er komt een kleine hoeveelheid water bij. Met de pollepel onder elkaar roeren tot een gladde massa. Daarna wordt de glazuurmassa verdeeld over schaaltjes of schoteltjes. Bij elk schoteltje glazuur komt nu een druppel ranja, vruchtensap of voedselkleurstof. Dit wordt goed door elkaar geroerd. Met twee penseeltjes in ieder schoteltje kunnen de kinderen hun schilderwerkje naar keuze gaan maken. Of ze hun fraaie werkstuk na afloop durven opeten, is maar net de vraag. Misschien maken ze wel eerst een tweede schilderijtje.
Wat eten wij vandaag? •
•
overzicht van heerlijkheden nodig ronde bierviltjes met blanco onderzijde, paperclips, verf, kwasten, kaartjes Ben je van plan om met z’n allen eens lekker aan tafel te gaan smullen, dan kunnen zelfgemaakte houders voor menukaarten goede diensten bewijzen. Elk kind krijgt twee bierviltjes. De viltjes worden eerst door de kinderen op de blanco zijde versierd met verf. Wanneer ze droog zijn, worden de bierviltjes in het midden gebogen, zodat de geverfde zijden naar buiten wijzen. De twee rechtopstaande gedeelten van de bierviltjes worden langzij met paperclips samen gehouden. Het kaartje met de lekkernijen die op tafel komen kan aan de bovenzijde tussen de viltjes geschoven worden.
Sfeerverlichting •
•
een waar pronkstuk nodig witte vellen A4-papier, wit karton, nietapparaat, lijm of plakband Wat de mijter is voor Sinterklaas, is de hoge witte muts voor een kok. En zelfgemaakt is zo een muts natuurlijk een waar pronkstuk. Zeker als de kinderen zelf restaurantje mogen spelen of koekjes bakken om de clubkas te spekken. De kinderen krijgen ieder twee vellen papier. Aan de lange zijde van de twee vellen wordt een strook van 3 cm naar binnen gevouwen. Daarna worden de papieren in de hoogterichting zigzag tot een harmonicamodel gevouwen. De omgevouwen stroken worden bij ieder vouw ingeknipt. Vervolgens bevestig je de twee vellen met lijm of plakband aan elkaar. Van het witte karton wordt een band van 3 cm breed geknipt. Meet hiermee de omvang van je hoofd en maak de uiteinden met enkele nietjes aan elkaar vast. Tot slot wordt deze witte band aan de binnenzijde van de muts met enkele nietjes vastgezet en je koksmuts is klaar. De koksmutsen kunnen natuurlijk versierd worden met stickers of met een viltstift voorzien van de naam van de kok. Laat de kinderen de mutsen presenteren.
•
voor stemmingsvolle avonden nodig oude lampionnen, scharen, gekleurd papier, lijm De kinderen gaan oude lampionnen beplakken met afbeeldingen die ze uit gekleurd papier knippen. De brandende lampionnen kunnen aan lijntjes in de blokhut of buiten tussen de bomen opgehangen worden. Een heel aparte sfeer die stemmingsvolle verlichting.
Redactie Fabiënne Houben, Sandra Stultiens, Lobke Theelen, Gé Jenniskens, Leo Janissen, en Léon Hoenen Tekenwerk www.BertvanderMeij.nl Vormgeving Creatieve Communicatie O’Berg Druk Holbox Echt Uitgave Jong Nederland Limburg Marijkelaan 11a, 6074 AP Melick telefoon 0475 52 00 20 fax 52 00 70 www.jongnederlandlimburg.nl
SamenSpelenKrant 6
Zeg het met bloemen •
een feestelijk gezicht nodig bamboestokken, veel soorten en kleuren papier, papieren bordjes, oude cd’s, lijm, vingerverf, scharen, crêpepapier, dunne metaaldraad, satéstokjes Bij een feest horen bloemen en zelfgemaakte bloemen vormen van zichzelf al een feestelijk gezicht. Voor de grote bloemen kun je papieren bordjes als basis gebruiken. De oude cd’s lijm je midden op het bordje en van gekleurd papier vorm je de bloemblaadjes. Eventueel kan de cd met vingerverf opgefleurd worden. De bloem vervolgens op de bamboestok steken en de uitgeknipte bladeren van groen papier opzij van de stok lijmen. Van opgerolde stroken crêpepapier en de dunne metaaldraad kun je diverse kleinere bloemen vormen die op een satéstokje bevestigd worden. Ook aan het satéstokje kunnen kleine bladeren geplakt worden. De stokken en stokjes kunnen buiten in de grond gestoken worden of binnen in vazen geplaatst. Een fleurig welkom bij binnenkomst van het clubgebouw.
• jonge kind • kind • tiener
spelen en activiteiten in de lente
spel actief
Het doel achterna
Twee keer stuiten
••
een opmerkelijk balspel nodig bal, stok van 2 meter lang Vorm twee partijen. Van iedere partij moeten twee spelers beschikbaar zijn als doelpaal. Die twee spelers nemen de stok in hun gebogen armen en verplaatsen zich op deze wijze als mobiel doel over het veld. De spelers van de twee ploegen moeten proberen al voetballend de bal in het doel (dus tussen de twee spelers en onder de stok) te schieten. Dat is niet gemakkelijk, want het lopend doel is telkens ergens anders. Voor de spelers betekent dit dus het doel achterna of tegemoet hollen. Om het nog moeilijker te maken, kun je ook afspreken dat een doelpunt alleen telt als de bal van de voorzijde door het doel gaat.
Kun je snel grijpen?
• jonge kind •
••
spel met vallende stok nodig stok van 1 meter lengte Om beurten plaatsen de kinderen de stok met gestrekte arm verticaal op de grond. Ze laten de stok los, maken snel een hele draai en proberen de vallende stok te grijpen voordat deze op de grond valt. Bij de jongste kinderen zal niet iedereen de vereiste reactiesnelheid voor dit spel bezitten. Daarom is het voor deze leeftijd verstandig eerst het spel te testen.
••
snel vangen is de boodschap nodig bal, tape Plak tape op de vloer. Op iedere speelhelft stelt zich een team van kinderen op. De spelers gooien om beurten de bal in het andere speelveld. Lukt het hen om de bal op de vloer bij de tegenpartij twee of meerdere keren te laten stuiten voordat een speler hem vangt, dan telt dit voor één punt. Welk team heeft na vijf minuten de meeste punten?
Racen tussen stoelen
Hoe handig ben jij? Hengelen en rekenen
••
heb je een vaste hand? nodig dunne stok, nylondraad, veiligheidsspeld, stevig papier, schaar, viltstiften, perforator, deksel van doos De kinderen tekenen eerst op het papier vissen van hetzelfde formaat en knippen deze uit. De staart wordt omhoog gebogen en hierin wordt met een perforator een gaatje gemaakt. De vissen komen in het deksel te liggen. Met de stok, de nylondraad en hieraan een geopende veiligheidsspeld, wordt een hengel gemaakt. Daarna mogen de kinderen allemaal een minuut hengelen. Wie weet de meeste vissen te vangen? variatie Voor de oudere kinderen kunnen op de vissen cijfers geschreven worden. De spelleider roept een nummer en de kinderen krijgen ieder twee minuten om de vis met dit cijfer, of twee of drie vissen met het totaal van het genoemde nummer, uit het deksel te vissen. Dat is dus hengelen en rekenen tegelijk.
•
zigzag met de bal nodig 10 stoelen, 2 ballen De spelers van twee teams staan achter elkaar in een rij. Twee meter voor ieder team staan vijf stoelen achter elkaar met een tussenruimte van een meter. De voorste spelers van ieder team krijgen een bal en na het beginsignaal moeten deze spelers met de voeten de bal vooruit tikkend, zigzag tussen de stoelen door racen zonder deze aan te raken. Achter de laatste stoel mogen de spelers de bal in hun handen nemen en terug hollen om de bal aan nummer twee van hun team te geven. Welk team is het snelste? Raakt de bal een stoelpoot, dan telt dit voor 5 strafpunten. Heeft een speler een rondje voltooid dan krijgt jij 10 punten, min de eventuele strafpunten.
•••
probeer het maar eens nodig 1 euro Wie wil er een euro verdienen? Allemaal natuurlijk. De spelers gaan één voor één met hun rug en de hakken van hun schoenen tegen een muur staan. De spelleider legt een euro voor de voeten de speler, met de vraag om het muntstuk op te rapen, zonder dat de hakken van de plaats komen. Lukt dit? Bij de tweede uitdaging gaan de spelers één voor één met de rechterschouder en de zijkant van de rechterschoen tegen een muur staan. Zonder dat de schouder en de schoen het contact met de muur verbreken moeten ze proberen hun linker been op te trekken. Lukt het om op deze manier op één been te blijven staan?
Wie is het snelste?
•
onthoud de dierennaam nodig repen chocolade, koekjes De tieners vormen een grote kring. De spelleider loopt de spelers langs en fluistert iedereen een dierennaam in het oor. Er moeten telkens twee spelers zijn met dezelfde naam. In het midden van de kring wordt een stuk chocolade of een koekje gelegd. Dan gaan de spelers in de kring rond lopen. Op het moment dat de spelleider een van de dierennamen roept, hollen de twee spelers met die naam naar het midden en proberen als eerste de lekkernij te pakken. Voor de slotronde is het wel grappig als de spelleider alle tieners dezelfde dierennaam in het oor fluistert en dan afwacht welk een hectische toestand er dan ontstaat.
kind
Kabouterstappen
•
tiener
••
wie wordt Klein Duimpje? nodig dobbelsteen, schilderstape Alle kinderen staan naast elkaar. Tien meter verder wordt op de vloer een streep met schildertape gemaakt. Om de beurt gooit een kind met de dobbelsteen. Daarna mag het evenveel stappen lopen als het aantal ogen dat met de dobbelsteen is gegooid. Wie het eerst over de tapestreep is, wordt de Klein Duimpje uit het bekende verhaal die immers reuzenstappen wist te maken.
Tegenstellingen
•
hoog-laag/droog nat nodig bal De kinderen staan in een rij naast elkaar. De spelleider staat met een bal tegenover hen. Telkens als de leider de bal naar een kind gooit roept hij een woord. Het kind moet de bal opvangen en terug gooien, terwijl het de tegenstelling van dit woord roept. Die woord-tegenstellingen kunnen zijn: hooglaag, droog-nat, lachen-huilen, zon-regen, en dagnacht. Goed uitleggen en oefenen kan geen kwaad.
Lange tenenspel
••
probeer de kousen aan te houden Alle kinderen trekken hun schoenen uit en vervolgens hun sokken half uit, tot over de enkels. Het slappe voorstuk van de sokken zijn de ‘lange tenen’. De kinderen proberen vervolgens om bij de andere kinderen de kousen uit te trappen, door op het lege voorstuk te gaan staan. Opletten dat het lange tenenspel niet te ruw wordt.
Wie heeft de langste adem?
•••
blazen en nog eens blazen nodig waxinelichtjes, lucifers Plaats een rij waxinelichtjes op de tafelrand en ontsteek die. Eén voor één halen de kinderen diep adem en proberen zoveel mogelijk lichtjes met die ene adem uit te blazen. Welk kind heeft de langste adem?
• jonge kind •
kind
•
spelen en activiteiten in de lente
tiener
••
Op gevoel eten geven
••
wel eerst de mond zoeken nodig 2 blinddoeken, 1 lepel, chips of andere lekkernij Twee geblinddoekte spelers nemen tegenover elkaar plaats met enkele meters tussenruimte. Een speler heeft een lepel met daarop iets lekkers, bijvoorbeeld een paar chips. Deze chips moeten als
Klokwijzers
•
opspringen en hollen nodig stok, oude tennisbal De spelers zitten in een grote kring met de spelleider in het midden. Deze heeft een stok die horizontaal op de grond rond om zijn as moet kunnen draaien. Dit gaat gemakkelijk als je een halve tennisbal neemt, waar je in het snijvlak inkepingen maakt. Deze halve tennisbal komt dan in het midden van de horizontale stok. Als de draaiende stok stopt wijzen de twee uiteinden naar twee kinderen in de kring. Deze spelers springen op en hollen met de wijzers van de klok mee rond de kring naar de lege plaats aan de overzijde. Wie van de twee zit het eerst op de lege plaats?
Pak de schoen
een opgeblazen ballon te liggen. De kinderen proberen met de tennisballen de ballon te raken en over de streep van de tegenpartij te mikken. De tennisballen van de tegenpartij die over de eindstrepen rollen, mogen door de tegenpartij weer gebruikt worden. Gaat de ballon over de eindstreep dan telt dit telkens voor 10 punten. Wie heeft na tien keer spelen de meeste punten? De kinderen moeten zelf uit proberen of ze met de tennisballen het beste kunnen gooien of over de vloer rollen.
Smulmemorie
••
snoepen of gezond? nodig plastic of kartonnen bekertjes, Engelse drop, kaas, rozijnen, druiven, volkoren koekjes, appel Bij dit memoriespel wordt het geheugen van de kinderen beloond met een snoepje of hapje gezond. De jongste kinderen beginnen met 10 bekertjes. De bekertjes worden omgekeerd op tafel geplaatst. Onder de bekertjes worden de dropjes verstopt, telkens onder twee bekertjes hetzelfde dropje. De spelers mogen om beurten de bekertjes optillen. Hebben ze twee dezelfde snoepjes gevonden, dan mogen ze die opsmullen. Het spel kan ook met stukjes kaas, volkoren koekjes, stukjes appel, rozijntjes en druiven gespeeld worden. Voor de oudere kinderen wordt het aantal bekertjes uitgebreid en kunnen de snoepjes en de gezonde hapjes gecombineerd worden.
eten aangeboden worden aan de andere speler. En nu maar hopen dat de op tast de mond gevonden wordt. variatie Elkaar vla of pudding voeren. Zorg wel dat de kinderen een jas aanhebben, gemaakt van een vuilniszak, zodat de vla niet op de kleren terecht komt.
De bewegende cirkel
••
een spel van snelheid nodig stokken van ongeveer 1,5 tot 2 meter lang, fluit De kinderen en tieners kunnen met dit spel hun reactiesnelheid testen. Ze zoeken ieder een stok en gaan hiermee in een cirkel staan, met anderhalve meter ruimte tussen de spelers. Iedere speler houdt met gestrekte arm de stok rechtop vast. De stok moet op de grond steunen en die plaats blijven innemen, zonder om te vallen. Want zodra de spelleider een fluitsignaal geeft moeten alle speler de stok los laten en snel naar de stok van de rechterbuurman grijpen voordat die omvalt. Voor de tieners kan een onderlinge afstand van drie meter aangehouden worden. variatie De oudere kinderen en de tieners houden een stok verticaal op de grond en proberen, terwijl ze de stok blijven vasthouden, onder de eigen arm door te kruipen. Lukt dat zonder dat de stok van zijn plaats komt?
Gooien en vangen
•
handigheid van twee kanten nodig bal Het spel gooien en vangen is een variatie op het bekende trefbal. Met dit verschil dat de werper de bal naar een willekeurige speler gooit en dat deze speler moet proberen voordat hij geraakt wordt, de bal te vangen. Lukt dit, dan wordt de vanger een gooier. Raakt de bal wel een speler zonder dat deze hem heeft kunnen vangen, dan moet deze speler de bal oprapen, terug gooien naar de werper en uit het spel gaan. Handigheid van twee kanten is dus gewenst.
Geluidenquiz
••
welke bijzonderheden zie je? nodig geluidsrecorder of mobieltje met die mogelijkheid In kleine groepen gaan de kinderen en tieners op pad door de wijk. Onderweg spreken ze op de bandrecorder of op het mobieltje, de namen van gebouwen, winkels of bijzonderheden in, die ze tegen komen. Ze mogen geen namen van straten noemen. Terug in de blokhut worden de opgenomen reisverslagen afgedraaid en moeten de andere groepen aan de hand van de namen uit de beschrijving raden waar de groep gelopen heeft. Welke kinderen en tieners zijn hier goed in? variatie De kinderen kunnen de gesproken route ook zelf nalopen. Komen ze op het zelfde punt uit?
••
groepjes van gelijke sterkte nodig stevig touw, 4 schoenen De spelers worden in groepjes van vier verdeeld. De uiteinden van het touw worden aan elkaar vastgeknoopt en het cirkelvormige touw wordt op de grond gelegd. De vier spelers gaan rond het touw staan en nemen ieder met één hand het touw beet. Twee tot drie meter achter iedere speler wordt een schoen op de grond geplaatst. Na het signaal trekken de spelers aan het touw en proberen met hun vrije hand de schoen die achter hen staat van de grond op te rapen. Vorm voor dit krachtspelletje groepen van gelijke sterkte.
Draaien en mikken
••
moeilijker dan het lijkt nodig hoed met brede rand, dun touw, plastic of kartonnen bekertjes, kurken of tempex balletjes Aan de rand van de hoed worden touwtjes vastgemaakt die tot op de vloer reiken. Aan het uiteinden worden kurken of tempex balletjes bevestigd. In een cirkel rond de speler worden de bekertjes omgekeerd op de vloer geplaatst. Hoeveel bekertjes weet de speler al rond draaiend in een bepaalde tijd omver te stoten? variatie De bekertjes worden met de opening naar boven in een kleine cirkel rond de speler op de vloer geplaatst. Nu moet de spelers proberen om in een bepaalde tijd zoveel mogelijk kurken of balletjes in de bekertjes te krijgen zonder dat deze omvallen. Het lijkt gemakkelijk, maar de spelers zullen er goed hun hoofd bij moeten houden.
Bestorm de piramide
•••
met zwaaicirkels van een bal nodig oude tennisbal, touw, tape, plastic of kartonnen bekertjes Plaats een tafel midden in het vertrek en bevestig het touw boven de tafel aan het plafond of aan een hangende lamp. In geval van de lamp opletten dat deze stevig aan het planfond bevestigd is. Beneden aan het touw wordt de tennisbal met tape vastgemaakt. Op de tafel wordt van 15 bekertjes een piramide gebouwd en om beurten mogen de spelers de bal met grote kringen om de piramide heen laten draaien. Naarmate de zwaaicirkels van de bal kleiner worden zullen er bekertjes omvallen. Welke spelers weten de meeste bekertjes om te gooien. variatie De oudere spelers en tieners kunnen met een groter aantal bekertjes werken en dan bijvoorbeeld met de bal in een rechte lijn op de zijkant van de piramide mikken.
Olifant tikkertje
••
moeilijker dan je denkt Een variant op het gewone tikkertje, is het olifant tikkertje. De speler die moet tikken, houdt met zijn linkerhand zijn neus vast. De rechterarm steekt hij door de opening die zijn linkerarm vormt. Die rechterarm is de slurf waarmee de olifant een andere speler probeert aan te tikken. Wie aangetikt wordt is de volgende ronde olifant. Linkshandige kinderen tikken natuurlijk met hun linkerhand.
spel actief
Mikken op de ballon
gooien of rollen? nodig 2 emmers, veel tennisballen, grote ballon, schilderstape Twee groepen kinderen staan ieder aan een kant van de zaal. Iedere groep heeft een emmer met tennisballen. Tussen hen in zijn met de tape drie strepen aangebracht. Op de middenstreep komt
creatieve spelen, kunstels en activiteiten in de lente
creatief actief
Uitnodigingen •
• jonge kind •
kind
•
tiener
•
anders dan anders nodig ballonnen, viltstiften, enveloppen, confetti Wie wil er niet op een originele manier voor een feest worden uitgenodigd? Blaas de ballonnen op en schrijf op de opgeblazen ballon de uitnodiging met viltstift (eerst even uitproberen of de viltstift pakt). Is de tekst droog dan kun je de lucht weer uit de ballonnen laten lopen. De platte ballonnen stop je in enveloppen. Hier komt de naam van het kind op en de mededeling dat het de ballon in de envelop moet opblazen om de uitnodiging te kunnen lezen. In de envelop kun je ook nog een handje vol confetti stoppen.
Een feestelijke namenslinger • knippen en stempelen nodig stukken wit katoen of laken van 1 meter bij 10 cm, stukken karton van 6 cm hoog, scharen, tamponneerkwast of verfspuit, verschillende kleuren verf, textielstiften, oude binnenband fiets, solutie, houten blokjes, stempelkussen Ieder kind krijgt een stuk laken en even veel stukjes karton als er letters in zijn voornaam zitten. De letters worden uit het karton geknipt en dan op de lakenstrook gelegd. Met een tamponneerkwast of met een verfspuit wordt het laken rond de letter bespat of bespoten. Als de verf bijna droog is worden de kartonnen letters verwijderd en zie je de naam van het kind. Met textielstiften kunnen de letters verfraaid worden. Als de stroken aan elkaar worden bevestigd, krijg je een feestelijke namenslinger die in de blokhut kan worden ophangen. variatie Kleine stroken laken of karton kunnen ook met zelfgemaakte stempels verfraaid worden. Snij uit de binnenband van een fiets figuren of letters naar eigen inzicht of passend bij een feest. Deze rubberfiguren worden met solutie op de houten blokjes geplakt. Met een stempelkussen kunnen de kinderen dan aan de slag om hun figuren op de stroken over te brengen.
Je eigen sambakoker •
•
voor de muzikale begeleiding nodig wc-rolletjes of keukenrollen, tape, gedroogde erwten of rijst, verf, kwasten Geef elke kind een wc-rolletje of een keukenrol en laat ze deze vrolijk beschilderen. Wanneer ze droog zijn, wordt de onderkant dicht geplakt. Vul de rolletjes met de gedroogde erwten of de rijst. Plak hierna de bovenkant ook dicht. Op deze manier krijg je je eigen sambakoker, waarmee je de muziek ritmisch kunt begeleiden.
Ballonnen prikken •
Gooi maar leeg •
een kleurige regen nodig pet, punaises, dubbelzijdige plakband, ballonnen, confetti. De opgeblazen en met confetti gevulde ballonnen worden aan een lijn op hoofdhoogte van de kinderen opgehangen. Op de pet wordt met dubbelzijdige plakband de punaise met de punt naar boven bevestigd. Om de beurt zet ieder kind de pet op en probeert een ballon kapot te prikken zonder er met de handen aan te komen. Lukt het om een ballon kapot te prikken, dan wordt het kind getrakteerd op een kleurige regen van confetti.
Maak eens een feesthoed •
••
je moet er gevoel voor hebben nodig crêpepapier in verschillende kleuren, scharen, paperclips, nietapparaten De deelnemers aan deze hoedenwedstrijd gaan aan een tafel zitten waarop het papier en de andere materialen gereed liggen. Zij krijgen bijvoorbeeld een half uur tijd om een mooie, gekke of juist heel elegante feesthoed te maken. Uit de leiding wordt een jury gevormd en de deelnemers moeten om beurten hun creatie voor deze jury showen. Tot slot wordt er één hoed tot de feesthoed van de avond uitgeroepen.
Grappige handgezichten •
•
lachebekjes of boze buldoggen nodig schmink, eventueel zakdoek Grappig is ook om je handen eens te beschilderen. Dat kan uitstekend met schmink. Vrolijke gezichten, boze tronies of de snuit van een poes, het kan allemaal. De binnen- en de buitenkant van je handen, maar ook de gebalde vuist kunnen veranderen in lachebekjes, piraten met stoppelbaard of een ernstig bebrild juffrouwgezicht. En wil je het juffrouwgezicht op je vuist helemaal echt laten lijken, knoop dan een zakdoek als hoofddoekje om je vuist.
Appel- en bananenpunten •
Spinnenweb met cadeaus •
•
kom je er nog uit? nodig wol, kleine cadeaus Elke speler neemt een klein cadeau mee naar de groepsavond. Aan ieder cadeau wordt een wollen draad bevestigd en vervolgens worden de cadeaus verborgen. De spelers mogen hun cadeaus niet allemaal in hetzelfde vertrek verstoppen, maar juist verspreid door het hele gebouw, want de draden moeten zo ingewikkeld mogelijk door de ruimte lopen. Wél moeten alle draden op hetzelfde centrale punt bij elkaar komen. Iedere speler neemt het beginpunt van een draad en volgt deze tot hij uiteindelijk bij zijn cadeau uitkomt. Voor de tieners mag het spinnenwebspel wat ingewikkelder zijn, met bijvoorbeeld draden buiten rond de blokhut, over een boomtak of onder een struik door.
Schminkfeest •
•
•
wie is het snelste? nodig mand, balletjes Eén speler heeft een mand in zijn hand vol met balletjes. Al rond lopend gooit deze speler de balletjes één voor één rond. De andere spelers lopen om de mand heen en proberen de balletjes zo snel mogelijk weer terug in de mand te gooien. Lukt het de ballengooier om de mand leeg te krijgen binnen drie minuten? Hierna is iemand anders aan de beurt om balletjes rond te strooien.
••
griezels, bloemen of dieren nodig aqua-schmink Gezichten beschilderen met aqua-schmink is altijd leuk, zeker als er een concrete opdacht gegeven wordt. Kinderen werken in tweetallen. Het beste is te kiezen voor een thema, bijvoorbeeld griezels, bloemen, dieren, vlaggen. Doe de kinderen eerst voor hoe ze een dunne laag van een lichte kleur schmink aan kunnen brengen op het hele gezicht. Ook de oogleden niet vergeten, maar hiermee wel voorzichtig zijn. Met een schminkpotlood teken je eerst een ontwerp op het gezicht, dat daarna met schmink wordt ingekleurd; eerst de lichte kleuren, daarna de donkere kleuren. De kinderen en tieners grimeren op deze manier elkaars gezicht. Van de geschminkte gezichten kun je een digitale foto maken en deze naar de kinderen mailen.
•
zelf gemaakt veel lekkerder nodig plakken bladerdeeg uit diepvries, appel, banaan, rozijnen, kaneel, beschuit, ei, kwastje, oven, bakpapier, suiker De kinderen gaan hapjes van bladerdeeg maken. Ieder kind krijgt twee plakjes bladerdeeg. Die plakjes worden aan de randen met het kwastje met water vochtig gemaakt. Niet te nat, want dan plakt het deeg niet. Van stukjes appel, rozijnen, beschuit en kaneel wordt een mengsel gemaakt. Midden op ieder plakje wordt met een dessertlepel een hoopje van dit vruchtenmengsel gelegd. Vouw dan het plakje als een envelop dicht, goed aandrukken en aan de bovenzijde met het kwastje vochtig maken. Hierop suiker strooien en het baksel op bakpapier leggen. De bananen worden in stukjes gesneden en midden op het vochtige plakje gelegd. Ook dit dichtvouwen en afstrijken met een losgeklopt ei. De appel- en bananenpunten afbakken en na het afkoelen kun je heerlijk smullen.
creatieve spelen, kunstels en activiteiten in de lente
••
Kampioen taartsnijder •
Maak je eigen herbarium •
of een leuk schilderijtje nodig oud boek of een gouden gids, allerlei soorten planten, plantenboek Planten drogen en bewaren kun je op verschillende manieren. In je eigen album of schrift, dat je dan met een moeilijk woord ‘herbariumboek’ kunt noemen. Of je maakt van een of meerder plantjes een leuk schilderijtje. De kinderen en tieners gaan er eerst op uit om langs de wegkanten, in weien en in bossen, planten te verzamelen. Bloeiende planten, dus met bloemen, lenen zich heel goed voor dit doel. Tussen de bladeren van de gouden gids of het boek worden de planten hierna twee weken gedroogd. Ze zijn echt droog als je de steel niet meer kunt buigen. Daarom is het verstandig niet al te grote planten met dikke stelen uit te zoeken. De droge planten worden op vellen A-4 geplakt, eventueel van de naam voorzien en in het album opgeborgen. Om de namen te achterhalen raadpleeg je een plantenboek of je zoekt op de computer. Van een of meerdere kleine plantjes kunnen ook schilderijtjes gemaakt worden. De namen van de plantjes kun je in dat geval op de achterzijde van het schilderijtje plakken.
Kampioen toeteren •
••
pas op: instortende taarten nodig taartvorm, groot bord, meel, mes, snoepjes Een taartvorm wordt gevuld met meel en omgekeerd op een groot bord geplaatst. De vorm wordt verwijderd en boven op de meelvorm wordt een snoepje geplaatst. Om de beurt mogen de spelers met een niet te scherp mes stukjes van de taart afsnijden. Als de taart instort of het snoepje naar binnen zakt, moet de speler het snoepje met de mond uit de meelmassa zien te krijgen. Het meel gaat weer is de vorm en het spel begint opnieuw met de volgende speler en een volgend snoepje. Wie weet de meeste stukken van de taart te snijden zonder dat de meelvorm instort? De winnaar krijgt natuurlijk twee snoepjes.
•
herken je de melodie? nodig dun karton, nietapparaat, stopwatch Vorm twee groepen. Van het karton modelleren de kinderen toeters, die met nietjes in model worden gehouden. Van iedere groep komt om beurten iemand naar voren, die op de toeter de melodie van een bekend liedje moet laten horen. De kinderen van de andere groep moeten de naam van het liedje raden. Lukt dit binnen één minuut, dan telt dit voor 5 punten. Lukt dit niet, dan is een muzikant van de tegenpartij aan de beurt. De groep die op het eind de meeste punten behaalt is dus kampioen toeteren.
Goed luisteren •
•
zoek de trommelaar nodig blinddoeken, trommel Verdeel de groep in drie teams. De spelers van het eerste team krijgen allen een blinddoek voor en moeten proberen om de spelleider die met tussenpozen op een trom slaat, te vinden. Daarna zijn de andere groepen aan de beurt. Het gaat er om welke groep het snelste de trommelaar vindt.
Knip de langste sliert? • ga voorzichtig te werk nodig vellen A4-papier, scharen Alle kinderen krijgen een vel A4-papier en een schaar. Wie weet uit dit ene vel papier de langste sliert te knippen? Breekt de sliert, dan heb je pech. variatie Laat de kinderen een zo lang mogelijke sliert scheuren uit een bladzijde van een krant.
Krantenpoppen •
•
prinses, clown of soldaat nodig kranten, scharen, paperclips, tape, nietapparaten Bij een feest hoort vaak verkleden. Zelf verkleedpakjes maken is erg leuk. Van oude kranten gaan de kinderen in groepjes aan de slag om grappige pakjes te maken. De leiding helpt mee. Een prinses, een clown, een soldaat, ja, alle verzonnen creaties zijn mogelijk. En aan het eind kunnen de krantenpoppen een kleine optocht houden of ze voeren een klein toneelstuk op.
Rol de draad op •
••
••
wie heeft er geluk? nodig 20 stevige draden of dun touw van 40 meter, 16 schatkistjes met leuke inhoud, 8 plastic zakjes In de plastic zakjes komen telkens twee schatkistjes. De zakjes worden met de draden dichtgebonden. In een stuk bos van 50 bij 50 meter worden de 8 schatten op willekeurige plaatsen begraven. De uiteinden van de draden komen uit in de buurt van de startplaats. Ook de andere twaalf draden waaraan géén zakjes met schatkistjes zijn bevestigd, zijn in de buurt van de startplaats te vinden. De kinderen gaan met tweetallen op zoek naar de draden. Vinden ze een draad dan moeten ze die zo snel mogelijk nalopen en oprollen om te kijken of aan het uiteinde de schatkistjes te vinden zijn. De acht duo’s die de schatkistjes vinden, willen de inhoud na afloop wel delen met de onfortuinlijke spelers. Voor tieners die dit spel spelen kunnen aan de uiteinden van de draden papiertjes met levensvragen bevestigd worden. Bijvoorbeeld: Wat zou jij doen als je vriend een hele fles sterke drank wil opdrinken? Of: Elke dag een vette hap, kan dat kwaad? Misschien: Als je sigaretten rookt hoor je er bij.
Beachparty • de verwarming hoog nodig zomerkleding, exotisch eten en drinken, passende versieringen, sfeermuziek Is een beachparty iets voor de tieners? Je zet de verwarming hoog, trekt zomerkleren aan en zorgt voor passende versiering en sfeermuziek. Iedere partyganger brengt exotisch eten en drinken mee. Krijg je er al zin in?
creatief actief
Ballon slaan •
wie scoort de meeste punten? nodig ballonnen, kranten, schilderstape, grote dozen De spelers maken eerst van oude, opgerolde kranten een stick. Een opgeblazen ballon wordt in het spel gebracht en de spelers moeten proberen deze in de lucht te houden door er tegen te slaan met de krantenstick. Uiteindelijk kunnen de spelers proberen de ballon in de doos te krijgen. De oudere spelers kunnen twee teams vormen met ieder een doos die als doel dienst doet. Wie scoort de meeste punten?
Imponerende torens • zo hoog en bont mogelijk nodig 60 tempexblokken van 10 x 10 cm, steunstokjes voor bloemen, kwasten, plafondverf, kleurtubes voor deze verf, roerstokjes, emmertjes Twee groepen tieners gaan aan de slag met het bouwen van de hoogste en de mooiste toren. Misschien kunnen de torens tijdens het feest een plaats krijgen langs de ingang van de blokhut. De vormgeving van de torens moet naar eigen inzicht en smaak uitgevoerd worden. De tempexblokken worden met de steunstokjes aan elkaar bevestigd. Zijn de torens gereed dan kunnen ze van fraaie en opvallende kleuren voorzien worden.
spelen en natuurbelevingsactiviteiten in de lente
natuur actief
Het bos redden •
Tips voor de leiding bij bosspelen •
•
stil zijn en goed luisteren nodig jute zak, zes kookwekkers De spelleider vertelt de kinderen dat er plannen bestaan om de bomen in het bos om te zagen. Dat plan is natuurlijk een ramp voor alle dieren in het bos, maar ook voor de kinderen die hier vaak spelen. Daarom moet er iets gebeuren. De leiding heeft ook gehoord dat de boomzagers in het bos zes tikkende kookwekkers hebben verstopt. Als die wekkers over een uur aflopen, begint het omzagen van de bomen. Lukt het de kinderen om die zes kookwekkers binnen een uur in het bos op te sporen en in een jutezak te stoppen?
Tien kleuren groen •
•
zoek variatie in de natuur De kinderen of tieners worden in twee groepen verdeeld. Ze krijgen de opdracht om binnen een half uur in een bosachtige omgeving tien verschillende kleuren groen te verzamelen. Bijvoorbeeld een grassprietje, een hulstblaadje, een groene dennenappel, een stukje mos en ga zo maar door. Er mogen geen grote takken afgebroken worden of iets in de natuur vernield worden. De tien groene voorwerpen worden naast elkaar op de grond gelegd om de kleurverschillen goed te onderscheiden. Hebben ze inderdaad tien verschillende kleuren groen verzameld? Tot slot moeten de kinderen en tieners nog proberen om de herkomst van de materialen te noemen. Is dat blaadje van een plant, een struik of een boom?
Ik zie… ik zie •
•
wolken, bomen en struiken Op een mooie lentedag gaan de kinderen naar buiten om hun zintuigen open te stellen voor de natuur. Kijk die wolken, waar lijken die op? Een schaap? Of een schip? Misschien wel bergen met sneeuw. En in het bos worden de bomen en de struiken bekeken. Kijk die eik lijkt wel een reus en de takken zijn de armen. En die berkenboom: het is net alsof de witte bast het koud heeft, bovendien hangen de kleine takken zo droevig alsof de boom verdriet heeft. En waarom doet die dennenboom met zijn kegels aan kerstmis denken? Trouwens door het groene mos op die omgevallen boom lijkt het wel of de boomstam met fluweel is ingepakt. Wie weet een leuk of spannend verhaaltje te vertellen van de dingen die ze zien?
Stoot je neus niet •
• jonge kind •
•
kriskras tussen de bomen nodig blinddoeken De kinderen gaan het bos in. Allen, op één na, krijgen een blinddoek voor. De kinderen geven elkaar de hand en de speler zonder blinddoek loopt voorop, kriskras tussen de boomstammen door. Wanneer alle spelers elkaar achterna blijven lopen, kan er niemand zijn neus tegen een boom stoten. Daarom moet het spel rustig gespeeld worden.
Verstoppen en zoeken • best moeilijk in een bos nodig fluit Een zoek- en verstopspel voor tweetallen. De spelers staan op een pad langs een niet te groot bos met goede verstopplaatsen. Eén speler van elk duo draait zich met de rug naar het bos toe en sluit de ogen. De andere spelers van de duo’s moeten zich in het bos verstoppen. Na 15 seconden blaast de spelleider op de fluit en gaan de achtergebleven spelers de verstopte kinderen zoeken. Kinderen die gevonden worden moeten naar het bospad terug. Bij het volgende spel ruilen de verstoppers en de zoekers.
Zoek de fluitspeler •
•
ga op het geluid af nodig fluit, blinddoeken Een spelleider gaat met een fluit het bos in en laat om de paar minuten een signaal horen. De kinderen vormen duo’s. Eén speler van elk tweetal krijgt een blinddoek voor en moet op het gehoor de fluitspeler zoeken. De andere speler is begeleider en moet zorgen dat de geblinddoekte spelers niet tegen boomstammen lopen, struikelen over takken of in een kuil vallen. Welk duo vindt als eerste de fluitspeler?
••
veiligheid staat altijd voorop Voordat de leiding met een groep kinderen of tieners het bos ingaat, is het belangrijk de spelers eerst even te laten wennen aan de nieuwe omgeving. Begin daarom bosspelen met een korte kennismaking met het bos en de omgeving. Wordt er een spel gespeeld in een groter stuk bos, loop dan vooraf een tochtje waarbij je met de kinderen globaal de begrenzing van het terrein verkent. Bij een bosspel moet bovendien het terrein gecontroleerd worden op gevaarlijke plekken, als kuilen, prikkeldraad of moerassige gedeelten. Noem vooraf en aan het einde van een spel alle namen van de deelnemers en kijk hen aan. Wordt er met meerdere groepen gespeeld, zorg dan voor herkenningstekens, zoals gekleurde sjaals. Spreek altijd een verzamelplaats af en maak duidelijk welke (fluit)signalen het begin en het einde van het spel aangeven. Wordt een avondspel gespeeld, zorg dan voor een fel schijnende lamp om het verzamelen snel te laten verlopen. Speel nooit spelletjes om de kinderen bang te maken. Bij het plannen van bosspelen is het verstandig om een opbouw te plannen, van eenvoudige verkenningsspellen tot de meer ingewikkelde spelen met verschillende kenmerken. Laat een spel ook nooit te lang duren en bedenk altijd dat veiligheid voorop staat, niet alleen tijdens het spel, maar ook ván en náár de blokhut. En bevinden zich in het bos gevaarlijke plekken, zet die tijdig met roodwit lint af. Zorg voor een korte en heldere uitleg van het spel en vertel er altijd bij waar de kinderen de leiding kunnen vinden. En blijkt tot slot dat een spel niet naar wens verloop, blaas het spel dan af, leg het opnieuw uit of ga over tot een ander spel.
Brandnetelsoep, best lekker •
•
trek wel handschoenen aan nodig handschoenen, brandnetels, plastic tassen, 2 blokken tuinkruidenbouillon, 1 ui, meel, margarine, twee pannen, pollepel, eventueel room of koffiemelk Van brandnetels die overal in de natuur voorkomen, kun je de lekkerste soep maken. Mei is de geschiktste maand om de jonge toppen van de brandnetels te plukken. Zoek wel een plek uit waar weinig verkeer komt, en waar de netels schoon zijn. Zorg dat de kinderen handschoenen aan hebben bij het plukken. Laat ze de brandnetels in de plastic tasjes doen. Doe 1 liter water in een pan, voeg er de twee blokken bouillon bij en drie handjes van de gewassen en fijngehakte brandnetels. Trek hiervan de bouillon. Neem de andere pan en snipper de ui in de margarine die eerst gesmolten is. Meng hier wat meel doorheen en dan eerst voorzichtig, de soepbouillon. Drie minuten laten trekken en je hebt lekkere brandnetelsoep. Liefhebbers kunnen er nog wat room of koffiemelk doorheen roeren.
kind
•
tiener
Smullen bij een vuurtje •
•
spiesjes, broodslinger en marshmallows nodig hout, marshmallows, dunne lange stokken, twee dikkere stokken, satéstokjes, stukjes vlees, paprika, ui, pak voor kant-en-klaar brooddeeg Op een mooie lente- of zomeravond maken de kinderen en tieners buiten een kampvuurtje. Om te beginnen wordt het brooddeeg gemaakt volgens de aanwijzingen op het pak. Na het rijzen worden er lange, vingerdikke slingers van gerold. Deze slingers worden spiraalvormig rond een stok gerold en dan boven een laag vuur gegaard. Regelmatig draaien en niet in de vlammen houden, want dan wordt de broodslinger zwart. Hierna is het de beurt aan de spiesjes. Stukjes vlees, paprika en ui, worden afwisselend aan de satéstokjes geregen en dan naast elkaar over twee dikkere stokken in de warmte boven het vuur gehangen. Regelmatig draaien. Tot slot als het vuur al bijna gedoofd is worden als toetje, de marshmallows aan de dunne lange stokken geprikt en boven de hete as van het vuur gehouden. Als er een lichtbruin laagje over de marshmallows is getrokken kunnen ze opgegeten worden. Dat is smullen.
Zoek de dieren •
•
je hoeft niet bang te zijn nodig kaartjes met afbeeldingen van dieren Uit een dierentuin in de buurt zijn alle dieren ontsnapt. De spelleider heeft gehoord dat deze dieren zich in een bos in de buurt verstopt houden. Natuurlijk gaan de kinderen mee helpen zoeken naar de leeuw, de olifant of de slang. Bang zijn ze niet, want de dieren staan gelukkig op kaartjes afgedrukt en die kaartjes zijn in een afgebakend stuk bos verstopt. Wie vindt de meeste dieren?
spelen en natuurbelevingsactiviteiten in de lente
•
haal de lente binnen nodig vel zwart papier, geel papier, watten, takken In de vroege lente bloeien overal in de natuur de katjes. Trek er met de kinderen eens op uit om enkele takken te verzamelen. De katjes van de elzen en wilgen zijn de meest bekende. De hangende katjes van de elzenstruiken vallen het meest op. Apart zijn de kleine donkerrode vrouwtjeskatjes. Als de takken een aantal dagen in de blokhut staan, valt er een regen van geel stuifmeel uit. Als je er een vel zwart papier onder legt kun je dat stuifmeel goed zien. Zelf katjes maken is ook heel leuk. Van smalle stroken geel papier vouwen de kinderen muizentrapjes. Met dunne draadjes worden die trapjes aan een kale tak gehangen, zodat je een zelfgemaakte elzentak krijgt. Met propje watten op een tak gelijmd maak je een mooie wilgentak. Laat de kinderen het verschil zien tussen de katjes uit de natuur en de zelfgemaakte katjes. Lijken ze op elkaar?
signaal hollen de stropers en boswachters naar de zak en proberen deze te bemachtigen. De twee partijen moeten proberen de zak naar hun eigen thuisstrook te brengen. Dat zal niet gemakkelijk gaan, want ze mogen trekken, duwen en rukken aan de zak, maar ook aan de spelers van de tegenpartij. Schoppen, trappen of slaan mag absoluut niet. Weet één van de partijen de buit in de thuisstrook binnen te halen, dan telt dit voor 5 punten. Het spel begint hierna opnieuw. Het spel duurt twee keer 15 minuten en de teams wisselen in de pauze van thuisstrook.
Indringers en verdedigers •
•
hoe veilig is de schans? nodig stevig touw, verschillende voorwerpen Schansen waren vroeger eenvoudige verdedigingwerken met een gracht en een aarden wal. In tijd van oorlog of ander gevaar, zochten de mensen uit de buurt beschutting binnen een dergelijk verdedigingswerk. Twee ploegen spelen het schansspel. De spelers van één ploeg staan in een kring en houden een stevig touw vast. Binnen de cirkel liggen verschillende voorwerpen. Opletten dat de voorwerpen niet gevaarlijk zijn bij het spel. De indringers proberen door de rij van de verdedigers en het touw binnen de cirkel te komen. Lukt het om één voorwerp bui-
kind fungeert als fototoestel. De fotograaf houdt het kind dat fototoestel is en de ogen gesloten heeft, bij de schouder en leidt het door het bos. Op bepaalde plekken drukt de fotograaf op de schouder van het kind naast hem. Dit kind opent de ogen en kijkt wat er recht voor hem staat of is. Een berkenboom? Een dennenboom of een eekhoorn in een eikenboom? Of misschien een beek die door het bos stroomt? Als de fotograaf weer knijpt gaan de ogen opnieuw dicht. Op deze manier maakt elk duo vijf foto’s. Terug bij het uitgangspunt moet het fototoestel vertellen wat het gezien heeft op die vijf punten. Zijn de foto’s allemaal gelukt? Vervolgens worden de rollen omgedraaid. Oudere kinderen kunnen het ook met zeven of tien foto’s proberen.
Zak stoten • zoek een bospad nodig plastic zak, oude kleren, meetlint De tieners proppen oude kleren in een plastic vuilniszak. Stevig aandrukken en dichtbinden. Het gewicht moet ongeveer 20 kilo zijn. Op een bospad gaan ze de dan aan de slag. Teken in het zand een startlijn. Eén voor één houden de tieners de zak in hun armen tegen de borst aan. Dan wordt de zak vanaf de borst vooruit gestoten over het bospad. De spelleider neemt met het meetlint de gestoten
Spel van de stropers • trekken en rukken nodig lint of vlaggetjes, jutezak, touw, stro of hooi Boswachters zijn altijd op zoek naar stropers die stiekem wild willen vangen. De kinderen gaan het spel van de stropers en de boswachters naspelen. Zet met lint of vlaggetjes een terrein uit van 50 bij 20 meter. Aan beide lengtezijden is een thuisstrook van 10 meter. Aan één zijde in de thuisstrook stellen de boswachters zich op en aan de andere zijde in de thuisstrook de stropers. In het midden van het veld ligt een dichtgebonden jutezak, gevuld met stro of hooi. Dit is de stropersbuit. Op een
ten de cirkel te krijgen, dan worden de rollen omgedraaid. De verdedigers worden dan aanvallers.
Kennis van de natuur •
•
noem zoveel mogelijk namen Voor dit spel worden vooraf een aantal categorieën bedacht, zoals ‘groenten en fruit’, ‘bloemen’ of ‘bomen’. De jongste kinderen moeten om beurten proberen om uit de gekozen categorie zoveel mogelijk namen te noemen. Weet een kind geen naam te bedenken, dan krijgt het volgende kind een beurt. Voor de oudere kinderen geldt dat zij de namen op volgorde van de a, b, c moeten noemen. Bij de categorie ‘groenten en fruit’ zegt het eerste kind bijvoorbeeld aardappel’. Het tweede kind kan dan ‘boon’ zeggen en het derde kind ‘citroen’. Ook hier geld dat als er iemand geen naam weet te noemen, de beurt voorbij gaat. Wordt er met twee groepen gespeeld, dan kunnen de oudere kinderen een wedstrijd van hun parate natuurkennis maken.
Fotograaf en fototoestel • hoe ziet het bos er uit? De kinderen vormen tweetallen. Van ieder duo is een kind fotograaf en het andere
afstand op. Wie van de tieners heeft krachtige armen? Dit spel kan ook met twee teams en twee zakken gespeeld worden. Op de plek waar de zak neer komt, gooit de volgende speler van het team de zak verder. Aan het eind wint het team waarvan de zak de grootste afstand heeft overbrugd.
Dat is mooi ingelijst •
•
lijst van stokjes en twijgjes nodig schaar, knutsellijm, golfkarton, foto of tekening, tekenpapier, stokjes of twijgjes, schilderijhaakjes Bij originele foto’s, horen originele fotolijstjes. Met spullen uit de verkleedkist maken de kinderen gekke of gezellige foto's van de groep. De tieners hebben waarschijnlijk alleen maar een hoed en wat sieraden nodig. Als de foto’s zijn afgedrukt kunnen er lijstjes voor gemaakt worden. Knip een stuk golfkarton uit, iets breder en langer dan de foto. Plak tekenpapier op het karton. Breek twee stokjes of twijgjes af die iets groter zijn dan de lange zijkanten van het karton en plak ze langs de rand op het karton; de twijgjes moeten een beetje uitsteken. Breek vervolgens twee twijgjes af die iets groter zijn dan de onder- en bovenkant van het karton. Plak deze twijgjes beneden en boven op de andere twijgjes, zodat ze een kruis vormen op de vier hoeken van het karton. De foto wordt in het midden van de lijst geplakt. Een haakje en klaar is je fotolijst.
natuur actief
Katjes en namaakkatjes •
Editie lente 2010 • feestelijke activiteiten • korte spelletjes voor tussendoor
• jonge kind •
kind
•
tiener
thema actief
Pannenkoek met naam •
Meerkeuze boterham •
smaakt veel lekkerder nodig kant-en-klaar pannenkoeken, potlood, karton, scharen, grote borden, poedersuiker De meeste kinderen smullen van pannenkoeken, maar die zijn nog veel lekkerder als je eigen naam er op staat. De leiding kan natuurlijk ook zelf pannenkoeken bakken, maar de kant-en-klaar pannenkoeken lenen zich voor dit doel het beste. De kinderen beginnen met potlood op karton hun voornaam te schrijven in blokletters met dubbele lijnen. Het mooiste is als de letters 3 tot 5 cm hoog zijn. Heeft iedereen zijn letters gereed, dan krijgen alle kinderen een pannenkoek. De letters van hun naam worden op de pannenkoek uitgelegd en het geheel wordt met poedersuiker bestrooid. Voorzichtig de letters weghalen en kijk… daar staat jouw naam op de pannenkoek. De koek nog even in de magnetron opwarmen en smullen maar. variatie Geef elk kind een kartonnen vlaaibodem. Laat ze hier in dikke letters hun naam op schrijven om ze dit vervolgens uit te laten knippen. Er kunnen ook nog andere mooie figuren uit de bodem geknipt worden. Leg de vlaaibodem op de pannenkoek en bestrooi de open gedeeltes.
waar heb je trek in? nodig gesneden bruin- en witbrood, messen, platte borden, halvarine, sla, komkommer, mandarijn, kaas, pindakaas, stroop, hagelslag, chocolade vlokken, jam Smaken verschillen. Daarom gaan de kinderen aan de slag om van hun snee brood een meerkeuze boterham te maken. De snee brood eerst bestrijken met halvarine en in vijf gelijke, lange repen snijden. Voor elk deel kunnen de kinderen beleg naar keuze kiezen. Een reep brood met kaas en stukjes mandarijn? Of kaas en schijfjes komkommer? Maar ook sla met komkommer, pindakaas of zoet beleg behoort tot de mogelijkheden. Op deze manier wordt de gezamenlijke broodmaaltijd een waar feest.
een ijskoud toetje nodig ijsblokbakje, diepvries, kleine snoepjes, bonbons of gevulde chocolaatjes, mandarijn, aardbeien, kersen Je lievelingssnoepje, maar dan verpakt in een ijsblokje. Vul het ijsblokbakje voor tweederde met water. Nu kun je een keuze maken. Wat denk jij dat lekker is, verborgen in een ijsblokje. Een kers? Of een aardbei? Misschien wel een stukje mandarijn? Wellicht zijn er kinderen die een tum-tummetje, een gevuld chocolaatje of een taartversiering van suikergoed lekker vinden. Als alle vakjes gevuld zijn gaat het bakje de diepvries in en als het bevroren is, kan iedereen sabbelen en proeven hoe zijn ijskoud toetje smaakt.
Aardbei & slagroom •
je krijgt er niet genoeg van nodig 400 gram melkchocolade, 100 gram ongezouten pinda’s zonder vlies, rozijnen of cornflakes, aluminiumfolie, steelpannetje, houten pollepel, dessertlepels, ketel Breek de chocolade in stukje en doe die in de steelpan. De steelpan in de ketel met een beetje water op een vuur plaatsen. Door het warme water gaat de chocolade indirect smelten. Zodra die vloeibaar is kunnen de pinda’s, rozijnen of cornflakes bij de chocolademassa. Roeren met de pollepel en dan met de dessertlepels van de massa hoopjes vormen op het aluminiumfolie. Op een koele plek laten opstijven en dan heerlijk smikkelen.
Arme ridders •
•
je kunt er niet afblijven nodig gesneden witbrood, 6 eieren, melk, citroensap, suiker, margarine, garde, soeplepel, diep bord, mes, koekenpan ‘Arme ridders’ is een delicatesse uit de 19e eeuw toen witbrood nog een luxe was. Werd het brood wat oud, dan werden er ‘arme ridders’ van gebakken. Klop 6 eieren met anderhalf kopje melk, 3 eetlepels suiker en enkele druppels citroensap luchtig. Doe met een soeplepel van dit beslag een gedeelte in een diep bord. Neem de sneden witbrood en snij er de korsten van af. Vervolgens de sneden in het beslag leggen, tot het mengsel aan beide kanten is ingetrokken. Smelt in de koekenpan de margarine en bak de sneden met hun beslagjasje hierin aan beide kanten goudbruin. Even afkoelen, wat suiker er over strooien en als je eenmaal ‘arme ridders’ aan het eten bent, kun je er niet meer afblijven.
•
Knapperige pindarotsjes •
••
wie lust die niet? nodig grote aardbeien, spuitbus met slagroom, mes, Even een snel, als verrukkelijk tussendoortje. Verwijder van de grote aardbeien de kroontjes en snij de vrucht aan de bovenkant kruisgewijs in. Buig de vier delen van de aardbei iets uit elkaar en spuit in het kruis en op de aardbei een heerlijk toef slagroom. Njam! Njam!
Vruchtenmilkshake •
Eerst sabbelen, dan proeven •
••
luchtig en smaakvol nodig melk, vanille-ijs, bananen, aardbeien, kiwi, suiker, citroen, mixer of blender, diepe kom, mes Snij het fruit in dunne plakjes. Bestrooi deze plakjes met suiker en pers de citroen uit. Voeg bij het citroensap het fijngesneden fruit en pureer dit. Doe de melk en het ijs er bij en klop alles luchtig. Schenk met mengsel in bekers en drink het meteen op. Heerlijk smaakvol en luchtig.
Snel de hoed doorgeven •
•
••
•
zorg dat je er vanaf komt nodig oude hoed, fluit De kinderen zitten in een kring. De leider wijst één kind aan dat buiten de kring gaat zitten, met de rug naar de andere spelers gekeerd. Dit kind krijgt een
fluit. De leider zet de hoed op het hoofd van een kind. Iedereen moet zo snel mogelijk van de hoed zien af te komen, door die op het hoofd van zijn of haar buur te plaatsen. Terwijl het hoed verplaatsen in volle gang is, fluit het kind buiten de kring. De speler die op dat moment de hoed op zijn hoofd of in zijn handen heeft, moet het hoofddeksel nu aan de fluitspeler geven en zijn plaats innemen. Zorg dus dat je zo snel mogelijk van die hoed afkomt.
Met trom, fluit en handgeklap • links af, rechts af, keren nodig trom, fluit, Alle kinderen staan in een rij achter elkaar. De spelleiding wijst twee kinderen aan die opzij gaan staan. Een van hen krijgt een trom, het andere kind een fluit. Dan zet de rij kinderen zich in beweging en loopt door de blokhut. Klinkt het geroffel van de trom, dan slaat de voorste speler rechtsaf en de andere kinderen volgen. Hoor je de fluit, dan slaan de kinderen linksaf. Maar zodra handgeklap klinkt, keren alle spelers een halve draai en loopt de rij kinderen in de richting vanwaar ze gekomen zijn; de laatste speler wordt dan dus de eerste.
Met een houten lepel •
•
tikken en terug tikken nodig houten pollepel, hoge pan, stoel De kinderen zitten in een kring. In het midden staat op een stoel een hoge pan of een blik. De spelleider geeft een houten pollepel aan een van de spelers. Deze moet tien tellen met de lepel in de pan roeren. Daarna laat hij de lepel in de pan staan, loopt naar een andere speler en tikt deze aan. De aangetikte speler moet hierop opspringen, de houten lepel uit de pan nemen en proberen de vluchtende speler met de lepel op zijn arm aan te tikken. Lukt dit, dan moet de aangetikte speler in de pan gaan roeren en begint het spel opnieuw.