Samen voor een Beersel mét ambitie
1
Samen voor een Beersel mét ambitie
Je niet neerleggen bij het Beersel van nu, maar vooruitkijken naar het Beersel van morgen. Een Beersel waar wonen, werken en ontspannen hand in hand gaan. Daar gaan sp.a en groen samen voor. Slimme oplossingen voor vandaag én morgen. Burgers kijken gretig uit naar een positief perspectief. Ze verwachten uitwegen uit de crisis, slimme ingrepen die verandering teweeg brengen, nu meteen maar ook op lange termijn. Een slagkrachtig lokaal bestuur kan betekenisvolle stappen zetten. Lokale bestuurders die vanuit een open geest, in samenwerking met de inwoners, vernieuwende en creatieve oplossingen aanreiken: dat is wat sp.a en groen samen willen uitdragen. In de volgende legislatuur willen sp.a en groen de overgang naar duurzaamheid versnellen, de groene ruimte in onze gemeente waarborgen én de lokale economie versterken. en zo korte ketens stimuleren. Een alternatief bieden voor kernenergie door in te zetten op lokale en duurzame energieproductie. Duurzame mobiliteit stimuleren door voetgangers en fietsers opnieuw centraal te plaatsen. Een gemeente op maat van de voetganger en de fiets is een gemeente waar het aangenaam wonen is. sp.a en groen willen iedereen mee. De lokale overheid moet duidelijke stappen zetten naar meer rechtvaardigheid, naar een eerlijkere verdeling van de rijkdom van haar inwoners. Iedereen betrekken vormt de rode draad in ons programma in tegenstelling tot een beleid dat mensen tegen elkaar opzet. Met een sterk sociaal beleid geven we mensen kansen en bieden we hen perspectief op zelfredzaamheid, een job, waardige huisvesting en een gezond leven. We zetten in op betaalbaarheid. Wonen in onze gemeente opnieuw betaalbaar maken voor jonge gezinnen is de uitdaging van de volgende legislatuur. Een gemeente die een actieve rol opneemt in het woonbeleid kan voor verandering zorgen. De hoge energiefacturen van gezinnen en bedrijven gaan we tegen door energiebesparing te stimuleren. Alle burgers zijn samen verantwoordelijk. Inwoners samen brengen en samen aan de lokale gemeenschap laten bouwen, dat is waar wij samen voor gaan. De gemeente spoort inwoners aan om actieve burgers te worden, die zelf keuzes maken en samen verantwoordelijkheid opnemen. Beersel heeft een eeuwenoude Vlaamse traditie. Logisch dus dat eenieder die wil participeren in ons sociaal weefsel ook Nederlands spreekt. Veel inwoners van Beersel staan open voor de wereld om ons heen. sp.a en groen rekenen op dezelfde hoffelijke houding van iedereen die hier komt wonen. Het (leren) spreken van het Nederlands als onze gemeenschappelijke taal is hierbij de belangrijkste uitdaging. We bouwen samen aan een Beersel mét ambitie. Zet ons aan het werk.
Jan Steyaert Voorzitter groen
Dirk Joris Voorzitter sp.a
2
Inhoud Wonen ....................................................................................................................... 4 Mobiliteit ................................................................................................................... 6 Energie ....................................................................................................................... 9 Duurzame economie................................................................................................ 11 Sociaal ...................................................................................................................... 13 Ruimtelijke ordening................................................................................................ 15 Bestuur, democratie en participatie ........................................................................ 17 Financiën en fiscaliteit ............................................................................................. 19 Natuur en Milieu ...................................................................................................... 21 Onderwijs en kinderopvang ..................................................................................... 23 Veiligheid ................................................................................................................. 25 Jeugd ........................................................................................................................ 27 Ouderen ................................................................................................................... 29 Samenleven en diversiteit ....................................................................................... 31 Gezondheid .............................................................................................................. 33 Vrije tijd, cultuur en sport ........................................................................................ 35 Cultuur ....................................................................................................... 35 Sport .......................................................................................................... 36 Internationale samenwerking.................................................................................. 38
3
Wonen Duurzaam en betaalbaar wonen in eigen streek mogelijk maken Uitgangspunten
De bevolkingsgroei zorgt de komende jaren voor een toenemende druk op de huizenmarkt. Neem daarbij de gezinsverdunning en de vergrijzing en dan zeggen de cijfers dat er in Vlaanderen tegen 2030 ongeveer 300.000 bijkomende woningen nodig zijn. De sterke bevolkingstoename in Brussel en de bijbehorende druk op de rand verscherpt deze uitdaging in Beersel. Daar staat tegenover dat er sinds 2001 in Vlaanderen een equivalent van 33.000 voetbalvelden aan open ruimte verloren ging. Als we kwaliteitsvol en betaalbaar willen blijven wonen in onze landelijke gemeente zullen we de beschikbare ruimte dus nog beter moeten benutten. Een betaalbare woning vinden, is voor steeds meer mensen een onmogelijke opdracht. Het gemeentebestuur moet meer vat krijgen op de woningmarkt door gericht gronden en eigendommen aan te kopen, te verbouwen en terug door te verkopen via een rollend woningfonds. In plaats van het gemeentelijk patrimonium aan gronden uit te verkopen, willen we deze in eigen beheer houden om er via recht van opstal sociale koopwoningen op te bouwen. Beersel moet aan de norm van 10% sociale woningen voldoen zoals bepaald in het grond‐ en pandendecreet. Deze woningen moeten eerlijk verdeeld worden over de verschillende deelgemeenten. Duurzame wijken zijn autoluwe wijken met groene ruimte en collectieve speeltuinen en ontmoetingsplaatsen. Duurzame wijken streven naar energieneutrale woningen van verschillende woontypes: vrijstaande woningen, rijwoningen, collectieve woonvormen, maar ook zorgwoningen en sociale woningen.
Voorstellen We zetten in op het versterken van de kwaliteit van huurwoningen‐ en appartementen op de private markt door renovatie aan te moedigen en door eigenaars en verhuurders beter te informeren over minimale kwaliteitsnormen omtrent veiligheid, gezondheid, minimaal comfort, isolatie, energiezuinigheid en toegankelijkheid zoals bepaald door de Vlaamse Wooncode. We zoeken naar begeleidende maatregelen om te vermijden dat de huur na renovatie de hoogte in gaat. Veel senioren hebben op oudere leeftijd problemen om hun huis te onderhouden, kampen met hoge energiefacturen, of hebben onvoldoende financiële middelen noch de wil om grote verbouwingen uit te voeren. Vaak is een onaangepaste woning de reden waarom ze (vroegtijdig) naar een woonzorgcentrum trekken. Door ouderen binnen hun wijk te begeleiden naar een aangepaste zorgwoning leveren we niet alleen maatwerk voor de senioren maar helpen we ook jonge gezinnen aan volwaardige gezinswoningen die vrijkomen.
4
Nieuwe woonvormen zoals cohousing en woningdelen leiden tot intensiever ruimtegebruik en bieden oplossing voor de vergrijzing en de gezinsverdunning. Grote woningen of industriegebouwen kunnen opgesplitst worden in betaalbare woningen op maat van de verschillende doelgroepen. Community Land Trusts (CLT) zijn organisaties die betaalbare woningen op de markt brengen door een samenwerking tussen overheid en burger. De eigendom van de grond wordt gescheiden van de eigendom van de woning. De bewoner koopt enkel de woning, de grond blijft eigendom van de gemeenschap. Het gezin dat hier komt wonen, koopt het huis en betaalt een pacht aan de gemeenschap voor het vruchtgebruik van de grond. Bij verkoop is het de gemeenschap die opnieuw de verkoopsvoorwaarden van het pand kan bepalen. Hierdoor blijven de woningen op de gronden van de CLT betaalbaar. Via een belasting op onbebouwde bouwgronden zorgt de gemeente dat eerst de vergunde percelen op de markt komen, eerder dan reservegebieden aan te snijden. Het speculeren op bouwgronden moet belast worden met een progressieve heffing die stijgt naarmate een grond langer ongebruikt blijft. Natuurlijk mogen ouders een stuk bouwgrond verwerven voor hun kinderen en die grond onbebouwd laten liggen tot de kinderen volwassen zijn om er dan zelf op te bouwen. Dat is géén speculatie. Maar wie meer stukken grond heeft dan kinderen, wordt voortaan fiscaal aangespoord om die grond te verkopen. We gaan de verloedering van onze wijken tegen door middel van een belasting op leegstand. Huurwoningen die niet voldoen aan de minimale kwaliteitsnormen sporen we op. Door middel van een rollend woningfonds kunnen we zulke woningen opkopen, opknappen en opnieuw op de markt brengen.
5
Mobiliteit Eerst voetgangers, dan fietsers, dan openbaar vervoer, dan auto’s. Uitgangspunten
Geef de straten terug aan de buurtbewoners en vergroot de rust in de wijken door resoluut in te zetten op duurzame mobiliteit. Kwalitatieve fiets‐ en voetpaden, veilige kruispunten en trage wegen, maken onze gemeente opnieuw aantrekkelijk voor fietsers en voetgangers. Een beter afgestemd openbaar vervoer kan een grotere rol spelen in het woon‐werk, woon‐school, en woon‐winkel verkeer en recreatieve verplaatsingen. Het STOP‐principe (eerst ruimte creëren voor stappers, dan trappers, vervolgens voor openbaar vervoer en voor de private wagen) staat centraal in onze mobiliteitsvisie en moet bij de aanleg van alle infrastructuur centraal staan.
Voorstellen De fiets wordt de kampioen van de korte verplaatsingen. In de context van het Land Van Teirlinck maken we werk van Functionele fietsroutes die zorgen voor snelle en veilige verbindingen tussen de kernen. In straten waar de snelheid van het autoverkeer hoger ligt dan 30km/u komen veilige en kwalitatieve fietspaden, ingericht conform de richtlijnen van het Vlaamse Vademecum fietsvoorzieningen. Een fietsenstallingenplan zorgt dat fietsers overal in de gemeente hun fiets op een comfortabele en veilige manier kunnen stallen. Waar zinvol worden laadpunten voor elektrische fietsen voorzien. In samenwerking met de scholen maken wij een schoolvervoerplan en fietsroutekaarten voor alle scholen op ons grondgebied. Onze leerlingen moeten gemakkelijk en veilig naar school kunnen fietsen. Het afzetten van kinderen met de wagen gebeurt best verder van de schoolpoort af om de directe schoolomgeving auto luwer te maken. We maken werk van een netoverschrijdend busvervoerplan voor alle scholen. Wij sturen het vrachtverkeer vanuit de industrieterreinen via het Dienstencentrum naar de Ring (Kaart R‐6C van het ontwerp structuurplan) in plaats van vrachtwagens door de dorpskern van Lot te jagen. Een ringweg doorheen het dorp hypothekeert de leefbaarheid. Het gemeentebestuur is een voortrekker in het installeren van oplaadpunten voor elektrische fietsen en wagens. De gemeente neemt het voorbeeld door zelf meer te kiezen voor elektrische wagens. De gemeente neemt het voortouw en stimuleert groepsaankoop van elektrische fietsen.
6
De doelstelling van het verkeersveiligheidsbeleid moeten nul verkeersongevallen zijn. Verder inzetten op het aanpakken van zwarte punten, meer ruimte voor fiets en voetganger creëren, trager autoverkeer in de dorpskern en het verlichten van zebrapaden zijn prioriteiten. Het 30‐50‐70‐principe wordt consequent gehandhaafd en afgedwongen. Wij willen prioritair een aantal knelpunten voor de zwakke werkgebruiker aanpakken: Brusselse steenweg tussen gemeentehuis en winderickxplein (Alsemberg), kruispunt vastiau‐godeau (Alsemberg), Lotse‐ en Beerselsestraat van aan de Welkom in Lot tot in centrum Beersel, kruispunt breedveld‐Molenstraat te lot, ontbrekende links langs de Zennestraat, de Kerkhofstraat, en de Grote Baan te Beersel, kruispunt onder de brug in Huizingen, Vaucampslaan tussen station Huizingen en Buizingen, … Lokale ontsluiting‐ en woonstraten worden ingericht als zone 30. Doorgaand verkeer wordt ontmoedigd door as verschuivingen en/of enkel richtingsverkeer in te voeren of onmogelijk gemaakt. Binnen de zone 30 worden waar mogelijk woonstraten omgevormd tot woonerf of fietsstraat. We zetten in op meer en beter openbaar vervoer. Waar geen permanente lijn kan worden ingericht, wordt gekozen voor belbussen. De verschillende stations in de gemeente moeten beter verbonden worden met de woonkernen en de verschillen openbare vervoersmodi moeten beter op elkaar aansluiten. Er zijn bovendien nog te veel blinde vlekken in het busaanbod. De uurregeling van de bussen wordt afgestemd op deze van het treinverkeer. Bovendien moet de goedkopere Buzzypas voor jongeren gehandhaafd moet worden. Onze woonzorgcentra moeten voldoende bereikbaar zijn met de bus. Om onze ouderen mobiel te houden en te laten deelnemen aan alles wat er gebeurd in de gemeente is deze aansluiting cruciaal. Een belbus is aangewezen indien dit niet kan met de gewone lijnbus. We maken mensen ervan bewust dat rolstoelgebruikers, slechtzienden, senioren of ouders met een kinderwagen heel wat hinder ondervinden in hun bewegingsvrijheid door verkeerd geparkeerde fietsen, auto’s, vuilniszakken of andere voorwerpen die niet thuis horen op een stoep of fietspad. Op een centraal meldpunt kunnen hindernissen worden gemeld, waarna de wijkpolitie snel optreedt. Herstel en onderhoud voetpaden en fietspaden. Bij het begin van de legislatuur onderhandelt het nieuwe bestuur een deal met alle nutsmaatschappijen die voorziet in een sperperiode van vijf jaar, waarin geen nutswerken mogen uitgevoerd worden op nieuw aangelegde fietspaden of voetpaden. Met de nutsmaatschappijen komen we overeen dat ze bij nutswerken op fiets‐ of voetpaden elk gat `voorlopig' moeten dichten. Twee keer per jaar laten wij onze eigen aannemer de gaten definitief herstellen. De rekening wordt doorgestuurd naar de nutsmaatschappijen. Zo garanderen we iedereen kwalitatieve fiets‐ en voetpaden.
7
Een fijnmazig trage wegennetwerk vormt een alternatief wegennet voor de actieve weggebruikers. Dit alternatief wegennet wordt vastgelegd in een trage wegenkaart die aansluit op het netwerk van fietsknooppunten
Beersel mobiliseert zijn bevolking voor carpooling door de implementatie van een digitale carpool tool en moedigt ook systemen als autodelen aan. Wij voorzien carpoolparkings aan belangrijke knooppunten.
We vragen elk bedrijf een vervoersplan op te stellen. Hierin moeten zij uittekenen welke mobiliteitsimpact voor hun bedrijf verwacht moet worden. In overleg proberen we bedrijven aan te zetten tot het gebruiken van alternatieve vervoersmodi. Een bedrijf kan enkel uitbreiden als zijn mobiliteit op die mate geregeld is dat het niet meer overlast creëert voor de gemeenschap. Het gemeentelijk mobiliteitsplan moet op het terrein gerealiseerd worden. Fietsverbindingen tussen de deelgemeenten, beter openbaar vervoer en het ontmoedigen van sluipverkeer zijn sterke punten uit dit plan. Mobiliteit en openbare werken zijn communicerende vaten. Daarom liggen de bevoegdheden van mobiliteit en openbare werken tijdens de komende legislatuur best bij dezelfde schepen. Een betere communicatie over openbare werken en hun impact op de mobiliteit ligt best bij één bevoegde schepen.
8
Energie De groenste energie is de energie die je niet gebruikt Uitgangspunten
In Vlaanderen is meer dan 80% van de uitgestoten broeikasgassen het directe gevolg van energiegebruik. Bovendien ondermijnen snel stijgende energieprijzen onze koopkracht steeds verder. Energiebesparing en de omschakeling naar hernieuwbare energie zijn de belangrijkste pilaren voor elk duurzaam energiebeleid en kunnen een motor vormen voor een duurzame economie. Er is heel wat ruimte tot verbetering. Qua isolatie scoren Belgische gebouwen zowat het slechtste van de hele Europese Unie. Vooral sociaal zwakkere gezinnen wonen vaak in verouderde huizen die slecht geïsoleerd zijn en bijgevolg een dure energiefactuur opleveren. Daarentegen besparen meer begoede gezinnen wel heel wat geld door investeringen in zonnepanelen en energiebesparende maatregelen. Het instellen van een derde‐ betalers‐systeem voor energiebesparende maatregelen is nodig om de groeiende energiearmoede aan te pakken. Groepsaankopen van energie tonen aan dat in groep kiezen voor groene energie een grote besparing oplevert voor de deelnemers. Bij groepsaankopen in 2010 bespaarden deelnemers tot 23% op hun elektriciteitsrekening en tot 20% op hun gasrekening. Het gemeentebestuur engageert zich om van Beersel tegen 2030 een energie‐neutrale gemeente te maken door verder in te zetten op energiebesparing en nieuwe projecten die hernieuwbare energie opwekken mogelijk te maken. Voorstellen
Ook het volgend gemeentebestuur ondersteunt de geplande bouw van windmolens en maakt ruimte voor participaties van de Beerselaars. Nieuwe mogelijke projecten voor hernieuwbare energiewinning worden onderzocht: kleinschalige watermolens op de Molenbeek, zonnepanelen op gemeentegebouwen (Gemeentelijke Feestzaal Beersel), warmtekrachtkoppeling,...
De gemeente en het OCMW organiseren samen groepsaankopen van (groene) stroom en tracht hierbij actief en prioritair sociaal kwetsbare gezinnen te betrekken. Het schaalvoordeel van groepsaankopen voor energie (elektriciteit, gas en stookolie) doet de energiefactuur van duizenden gezinnen dalen: doordat veel mensen tegelijk een contract afsluiten, zijn de energieleveranciers bereid hun prijzen omlaag te halen. Hetzelfde principe valt toe te passen op de aankoop van isolatiemateriaal.
9
Het OCMW organiseert een derde‐betalers‐financiering om energiearmoede te bestrijden. De terugbetaling van investeringen in energiebesparende maatregelen voor OCMW‐clienten gebeurt stapsgewijs, waarbij een deel van de winst die gemaakt wordt door het verminderde energieverbruik wordt teruggestort.
De gemeente promoot energiezuinige wijken en maakt creatief gebruik van lokale reglementen en stedenbouwkundige voorschriften om duurzaam bouwen te stimuleren.
De gemeente geeft het goede voorbeeld. Bij de aanbesteding van openbare gebouwen wordt niet enkel de kostprijs, maar ook de levensduur van het gebouw en de energiekost als doorslaggevend criterium gehanteerd.
De gemeente volgt haar energieverbruik nauwkeurig op door middel van een energieboekhouding en stippelt een traject uit om de energieprestaties van haar gebouwen te verbeteren.
Gemeentescholen en verenigingen die de energiefactuur van de gemeentelijke infrastructuur aantoonbaar omlaag krijgen, mogen de opbrengst daarvan houden en besteden aan eigen projecten.
De belasting op drijfkracht moet hervormd worden tot een belasting op energieverbruik. Bedrijven worden zo aangemoedigd hun energieverbruik verder te laten dalen.
10
Duurzame economie Innovatie alle kansen geven Uitgangspunten De gemeente moet het vrije initiatief en de samenwerking tussen lokale ondernemers aanmoedigen en ondersteunen. Een economie die van onderuit start levert immers een grote meerwaarde voor de gemeente, omdat ze duurzame en lokaal verankerde jobs met zich meebrengt en het sociale leven bevordert. Wil de gemeente inzetten op een duurzame economie, dan moeten we kiezen voor een economie van nabijheid. Deze wordt getypeerd door korte ketens. Streekproducten worden lokaal geconsumeerd, winkelkernen sluiten aan bij woonkernen. Beersel wil haar bedrijventerreinen duurzamer ontwikkelen door de ruimte nog efficiënter aan te wenden.. Door de verschillende bedrijven op eenzelfde industrieterrein te laten samenwerken kunnen belangrijke efficiëntie winsten worden geboekt (bijvoorbeeld restwarmte, sluiten kringlopen,...) Voorstellen De gemeente geeft buurtwinkels, horeca en markten een centrale plaats in elke deelgemeente en ontmoedigt projecten van grootschalige winkelketens. Een markt promoot gezonde, milieuvriendelijke, lokale en eerlijke producten. De gemeente sensibiliseert en ondersteunt landbouwers om de stap maken naar duurzame productie en informeert over de verschillende subsidies die hier voorhanden zijn. De gemeente promoot kringloopboerderijen en samenwerkingen tussen landbouwers, bijvoorbeeld om afval opnieuw als grondstof te gebruiken of om samen producten aan de man te brengen. Buurtwinkels krijgen met een vestigingssubsidie een aanmoediging om zich in woonkernen te vestigen. Verfraaiingswerken, werken die de toegang voor personen met een handicap verbeteren en starteradvies worden via een subsidie gestimuleerd. We willen dit reglement in samenwerking met de lokale ondernemers uitwerken. Bedrijven moeten waar mogelijk zelf in parking voorzien en stellen deze na de openingsuren ook open voor de buurt. De gemeente spoort bedrijven er toe aan verfraaiingwerken en groenaanplantingen te doen op hun site om de leefbaarheid en aantrekkelijkheid te verhogen. KMO’s worden ondersteund en krijgen toegang tot heldere informatie aan één loket en een digitaal portaal waar ondernemers en starters terecht kunnen met al hun vragen.
11
De gemeente onderhoudt een structureel overleg met lokale ondernemers en hun vertegenwoordigers. Op deze manier worden samenwerkingen tussen ondernemers aangemoedigd. De gemeente zet haar ondersteuning aan de sector van de streekproducten verder en gebruikt hoeveproducten als hefboom om het lokaal toerisme verder uit te bouwen. De gemeente betrekt landbouwers en ambachtslui in het toerismebeleid via promotie van streekproducten, hoevetoerisme (hoevehotels, ‐winkels en –cafés) en ambachtstoerisme. De gemeente voorziet in fiets‐ en wandelstopplaatsen bij hoeves en ateliers, en vermeldingen in toeristische brochures. Een goede bereikbaarheid via alle verkeersmodi is van vitaal belang voor lokale ondernemers en horeca. We houden daarmee rekening bij het uittekenen van ons parkeerbeleid. Wanneer een handelszaak gelegen is in een gebied waar openbare werken aan de gang zijn, doen we extra inspanningen om de hinder tot een minimum te beperken.
12
Sociaal Mensen toekomst geven Uitgangspunten In een context van besparingen in de sociale zekerheid en een dramatische toename van de schuldenproblematiek en de energiearmoede, ook in Beersel, is een sterk lokaal sociaal beleid een must. In de begroting van Beersel werd de afgelopen zes jaar de keuze gemaakt het OCMW meer middelen te geven om de groeiende uitdagingen de baas te kunnen. De toelages van hogere niveaus aan de OCMW’s zijn immers structureel onvoldoende. sp.a en groen pleiten voor een verder zetting van dit breed lokaal sociaal beleid dat inzet op een leefbaar inkomen, maar ook in betaalbaar wonen, een goede gezondheidszorg, degelijk onderwijs, kinderopvang voor iedereen, een aangepast seniorenbeleid , werk‐ en welzijnstrajecten op maat, het wegwerken van schulden en energiearmoede en een uitgebreid zorgaanbod. Het garanderen van een menswaardig bestaan voor ieder individu blijft de krachtlijn van het OCMW. sp.a en groen willen dat het OCMW een duidelijke regierol opneemt in het zorglandschap door middel van het Sociaal Huis dat garant staat voor een toegankelijke dienstverlening. Als enig aanspreekpunt verhelpt het Sociaal Huis aan de versnippering in de zorg en stimuleert het de zelfredzaamheid van de mensen. Armoede is steeds vaker gekleurde armoede. Het OCMW stemt zijn dienstverlening ook af op deze realiteit. Voorstellen Het OCMW spoort zelf armoede op. Al te vaak wachten de sociale diensten af tot mensen naar hen toe komen, maar voor velen is die drempel te hoog. Problemen worden zo ook vaak te laat aangepakt. Hierbij is het belangrijk dat de maatschappelijke assistenten zelf de wijken intrekken. Armoede is immers nog steeds vaak verborgen. De gemeente en het OCMW begeleiden actief gezinnen om hun energiefactuur te doen dalen. Dat kan door gratis energie‐audits, isolatie voor lage inkomensgezinnen en door de leasing van energiezuinige toestellen als alternatief voor dure energieslokoppen als elektrische verwarmingstoestellen. Personen met een laag inkomen kunnen een beroep doen op een derdebetalersfinanciering voor energiebesparende investeringen in hun woning. Het OCMW doet energiebesparende investeringen in huizen van mensen met een laag inkomen. De terugbetaling van de investering gebeurt stapsgewijs met een deel van het geld dat wordt uitgespaard op de energiefactuur.
13
Als lokaal bestuur hebben we de taak voldoende, kwalitatieve en betaalbare kinderopvang aan te bieden, zodat Beerselaars makkelijker hun werk en privéleven met elkaar kunnen combineren. Beersel heeft hierin een grote achterstand die moet bij gebeend worden. De gemeente stimuleert sociale economieprojecten op haar grondgebied. Het OCMW kan via art. 60 moeilijk bemiddelbare werklozen een aangepast traject aanbieden in zo’n project. Het verschil met de ‘reguliere’ economie is dat niet het maken van winst maar wel het realiseren van een maatschappelijke meerwaarde het doel is van de sociale economie. Fiets herstelplaatsen, klusjesdiensten en strijkwinkels zijn bekende concepten, maar ook sociale restaurants, traiteurdienst, poetsploegen, sociale hotels, … zijn interessante denkpistes om in Beersel meer duurzame tewerkstelling voor kansengroepen te realiseren. Het OCMW ontwikkelt een integraal traject op maat van elke individuele cliënt. Het zet in op alle relevante levensdomeinen als werk, gezondheid, onderwijs, huisvesting, energie, mobiliteit, vrije tijd,... Nieuwe sociale woningen voldoen aan de strengste energienormen. Verouderde sociale woningen worden gerenoveerd en zo energiezuinig mogelijk gemaakt. Tegen 2030 zijn alle sociale woningen nul‐energiewoningen. Dit bespaart mensen die het al erg moeilijk hebben de maand rond te komen sterk op hun energiefactuur.
Het OCMW investeert in een lokaal dienstencentrum in de buurt dat ontmoetingen tussen ouderen stimuleert. Ze kunnen er terecht voor een middagmaal, verzorging, ontspanning, maar ook voor administratieve hulp. Het OCMW biedt eigen diensten aan onder de vorm van thuiszorg, gezinszorg, een minder mobiele centrale, warme maaltijden, een boodschappendienst, schoonmaakhulp en karweihulp.
14
Ruimtelijke ordening Bloeiende dorpskernen waarborgen en open ruimte beschermen Uitgangspunten Wij hechten veel belang aan open, groene ruimte als cruciaal onderdeel van een gezonde, leefbare en aangename leefomgeving. Nochtans staat die open ruimte meer dan ooit onder druk. De doelstellingen voor meer natuur, bos en groen uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zijn helemaal niet gehaald. Zo is het streefcijfer in het RSV voor reservaat en natuur 150.000 ha, terwijl we op 1 januari 2011 nog maar aan 125.700 ha zaten. Het aanduiden van nieuwe industriezones gaat blijkbaar vlotter: sinds 1994 kwam er bijna 5.000 ha industriegrond bij, ondanks de grote leegstand en onderbenutting op bestaande terreinen. De verstening gaat met andere woorden door: elke dag gaat in Vlaanderen 7 ha aan open ruimte verloren. Een duurzame ontwikkeling van steden en gemeenten begint bij een goede ruimtelijke ordening. Wij kiezen om wat ons nog rest aan groene ruimte te behouden én te versterken. Daarom willen wij de dorpskernen versterken om zo de open ruimte te behouden en tegelijk de vraag naar mobiliteit verkleinen. Wij kiezen voor slimme allianties tussen landbouw, natuur en recreatie. Wij gaan voor meer ruimte voor water om overstromingen tegen te gaan en pleiten voor een grotere kwaliteit van de publieke ruimte. Voorstellen Een actieplan Lot dat opgesteld wordt met inspraak van haar inwoners moet de leefbaarheid van dit dorp verhogen. Door verouderde sociale woningen om te bouwen, kunnen deze terug aantrekkelijk worden voor jonge gezinnen en kan het gemeenschapsleven in de gemeente verbeterd worden. Hoogbouw hoort niet in het centrum van Lot. De gemeenteschool in Lot speelt daarbij een belangrijke rol en moet extra kansen krijgen om gepast te kunnen inspelen op de diversiteit van haar leerlingen en de ouders. sp.a en groen verzetten zich ook tegen hoogbouw in Lot, maar ook in de andere deelgemeenten. Een kordaat veiligheidsbeleid met een aanspreekbare en aanwezige wijkagent moet het onveiligheidsgevoel aanpakken. De herbestemming van het kerkgebouw is een opportuniteit om de dorpskern te herwaarderen. De dorpskern moet vrachtwagenvrij worden gemaakt en in samenspraak met de Vlaamse overheid moet het alternatief voor de ringweg via het dienstencentrum gerealiseerd worden. Ruimte voor water. Er worden geen nieuwe woningen in overstromingsgebied gebouwd. We sensibiliseren bedrijven en gezinnen om parking, opritten en terrassen zoveel als mogelijk met doorlaatbare ondergrond in te richten en verstrengen de reglementering in die zin. De gemeente zelf past dit ook toe voor haar eigendommen. Regenwater van daken hoort thuis in een (verplichte) waterput en wij verscherpen het toezicht bij elke bouwaanvraag. De gemeente voorziet ruimte voor infiltratie‐ en overstromingsgebieden in de ruimtelijke planning. Ook valleigebieden krijgen hun
15
winterse overstromingsfunctie terug. Als dit niet volstaat rest ons alleen het middel van onteigening om nieuwe overstromingsgebieden in te richten. Tenslotte zullen wij scherp toezien of ook Sint‐ Genesius‐Rode de nodige maatregelen treft.
De vraag naar inspraak bij ruimtelijke projecten is groot. Inwoners/betrokkenen worden vaak pas aan het einde van een planningstraject geïnformeerd. Dat zorgt voor grote ontevredenheid bij alle partijen: burgers hebben het gevoel dat alles al beslist is, en als men (al dan niet gedwongen) toch nog iets verandert, zorgt dat voor grote vertragingen. Wij willen burgers van bij het begin van het planningsproces betrekken wat tot betere beslissingen moet leiden en het draagvlak zal verhogen.
We zetten opnieuw volop in op meer zichtbaar groen. In de komende zes jaar moet er voor elke Beersels gezin één boom worden bij geplant. Door vruchtbomen te planten, kan meteen ook elke Beerselaar hiervan profiteren. Wijken krijgen het peter‐ of meterschap geven van plantsoenen in hun wijk. Via het Land Van Teirlinck versterken we de groene long van onze gemeente en verbinden we elke deelgemeente met groene elementen. Dit project zet bovendien in op allianties tussen landbouw, natuur, streekproducten, lokale economie en duurzaam toerisme.
De gemeente werkt verder aan de uitbouw, modernisering en het onderhoud van een gescheiden gemeentelijk rioleringstelsel. Beersel beschikt nog over een aanzienlijke reserve bebouwbare percelen. In onze gemeente zijn nog bijna 2000 bouwpercelen beschikbaar. In geval we deze onbebouwde percelen optimaal benutten (conform de mogelijkheden van de betreffende zones) klimt het aantal bouwmogelijkheden zelfs tot bijna 3000 woningen. Via een belasting op onbebouwde gronden willen we eerst deze reserve benutten alvorens nieuwe reservegebieden aan te snijden.
16
Bestuur, democratie en participatie Samen Beersel maken Uitgangspunten De steeds mondigere burger vraagt om meer inspraak, betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Ook onze Beerselaars kiezen voor het model van actief burgerschap. Kijk maar naar de grote opkomst bij hoorzittingen en de impact van actiegroepen op het beleid. In deze legislatuur werd op vlak van openheid en transparantie al enkele stappen gezet: een publiek bestuursakkoord, een toegankelijkere en actievere website, bestuursdocumenten online, informatieve Rondenboskrant, hoorzittingen georganiseerd over moeilijke thema’s, … Tijdens de volgende legislatuur willen wij hiermee verder gaan. sp.a en groen beschouwen de aangroei van burgerinitiatieven als een opportuniteit. Burgers willen meedenken rond het beleid en willen mee besturen. Progressieve politici grijpen die kans met beide handen. Burgers betrekken dient niet alleen om het draagvlak van projecten te vergroten, maar ook om tot betere beslissingen te komen. In dialoog overstijgen burgers het eigenbelang. Bovendien dient ook de klassieke representatieve democratie te worden versterkt. De gemeenteraad moet opnieuw het forum worden van discussie en overleg. Met een eigen dynamiek, los van de initiatieven van het college moet de gemeenteraad een belangrijkere rol spelen in de besluitvorming. Democratie 2.0 is er een van absolute openheid en transparantie. Het gemeentebestuur geeft haar burgers via een digitaal platform en sociale media de kans om in dialoog te treden. Zo krijgen de Beerselaars diverse mogelijkheden om een actieve bijdrage te leveren aan het beleid. Informatietechnologie kan die betrokkenheid breder, sneller, efficiënter en effectiever organiseren/ondersteunen. Voorstellen Ook tijdens de volgende legislatuur wordt de gemeente bestuurd op basis van een publieke beleidsnota, administratief vertaald in een het strategisch meerjarenplan. De burger weet zo voor welke projecten de meerderheidspartijen staan. Beersel zorgt voor een vlot toegankelijke, onafhankelijke ombudsdienst waar burgers terecht kunnen met klachten. Dit kan een schat van informatie zijn voor het gemeentebestuur en kan veel frustratie voorkomen bij de burgers. Deze ombudsdienst ondersteunt burgers administratief bij het opstellen en indienen van bezwaarschriften. Wat we zelf doen, doen we beter. In het verleden werden teveel opdrachten doorgestuurd naar (dure) studiebureaus. Wij willen het gemeentepersoneel ten volle waarderen door hen actiever te
17
betrekken en hen op zijn hun competenties aan te spreken, maar ook door hen voldoende scholings‐ en opleidingsmogelijkheden te geven.
Bij de uitwerking van grote projecten, bijvoorbeeld inzake ruimtelijke ordening of mobiliteit, zet het gemeentebestuur meer in op het betrekken van burgers, verenigingen en bedrijven. De betrokkenheid van burgers moet meer zijn dan ‘draagvlak creëren’. Daarom moet participatie al deel uitmaken van het ontwerpproces, dat we niet enkel overlaten aan experts, ambtenaren en politici. Belanghebbenden worden dus van bij de aanvang bij het projectvoorstel betrokken, denken mee, stellen alternatieven voor, openen nieuwe denkpistes of zoeken naar oplossingen. Het voorzitterschap van de gemeenteraad hoort bij een gewoon raadslid, niet bij de burgemeester of een schepen. Een voorzitter uit de raad verrijkt het debat.
De Bibliobus breiden we uit tot gemeentebus, waar je naast het uitlenen van boeken ook terecht kan voor vragen en voor eenvoudige administratieve handelingen.
Wij willen lokale adviesraden een nieuwe dynamiek geven. Agenda’s en verslagen moeten online raadpleegbaar zijn, zodat de transparantie en de betrokkenheid van geïnteresseerde burgers wordt vergroot. We geven adviesraden ook de kans meer zelf eigen initiatieven te nemen en standpunten toe te lichten in gemeenteraad of commissies. Lokale adviesraden bestaan niet uit afgevaardigden van politieke partijen. Voor deze raden gaan we naast vertegenwoordigers van de belangengroepen ook op zoek naar geïnteresseerde burgers.
Voor sp.a en groen is een schepenambt een arbeidsintensieve functie waarbij de betrokken schepen voldoende ruimte en tijd moet vrijmaken om zijn domeinen van verantwoordelijkheid naar behoren te kunnen waarnemen en dit te combineren met een eventueel ander beroep. sp.a en groen kiezen er voor een schepenmandaat niet te combineren met een voltijdse betrekking. In onze communicatie met de burgers leggen we de nadruk op een duidelijk taalgebruik. We gebruiken geen ambtelijke termen die alleen ingewijden begrijpen. De gemeente zet in op verschillende communicatiemiddelen, zoals onder andere de sociale media, waarin ze ook de dialoog met de burger opstart.
18
Financiën en fiscaliteit De hefboom voor een duurzame samenleving. Uitgangspunten Een slim en doordacht fiscaal beleid is een hefboom naar een duurzame samenleving. Slimme fiscaliteit moedigt naast duurzame productie en consumptie, ook een efficiënt gebruik van energie, ruimte en grondstoffen aan. Een duurzaam begrotingsbeleid maakt voldoende middelen vrij voor duurzame investeringen. Doordachte overheidsinvesteringen dragen daar bij, zonder toekomstige generaties op te zadelen met een grote overheidsschuld. Heel wat studies tonen aan dat verstandige investeringen in onderwijs, technologie, cultuur en infrastructuur op lange termijn een erg hoog maatschappelijk én budgettair rendement halen. We mogen ons dus niet opsluiten in een kruideniersmentaliteit. We willen dat het toekomstig gemeentebestuur verder doordacht investeert en een toekomstperspectief ontwikkelt voor haar huidige én toekomstige burgers. De ‘aanvullende belasting op de personenbelasting’ (APB) en de ‘opcentiemen op de onroerende voorheffing’(OOV) zijn de belangrijkste fiscale inkomsten van de gemeenten. In Beersel ligt de belasting op arbeid hoger dan het Vlaams gemiddelde terwijl de onroerende voorheffing, een belasting op vermogen, onder het Vlaams gemiddelde ligt. sp.a en groen zullen daarom bij alle discussies over fiscaliteit een verschuiving van de inkomsten uit arbeid naar inkomsten uit vermogen nastreven. Forfaitaire belastingen zijn onrechtvaardig, ze belasten iedereen even zwaar ongeacht het inkomen of verbruik. Voorstellen Geen hogere belastingen op arbeid. In geen enkel geval zullen sp.a en groen aanvaarden dat de aanvullende personenbelasting wordt opgetrokken. Deze belasting ligt in Beersel al hoger dan het Vlaamse gemiddelde. Daarentegen dringt een verschuiving van deze belasting naar belastingen op vermogen (tweede verblijven, onbebouwde bouwgronden,...) en milieuvervuiling zich wel op. Deze liggen in Beersel immers onder het Vlaamse gemiddelde. sp.a en groen zullen ondoelmatige en inefficiënte belastingen afschaffen. Belastingen die duurder zijn om ze te innen, dan dat ze geld opbrengen worden bij aanvang van de volgende legislatuur afgeschaft. Het afvalbeleid maakt gebruik van een gedifferentieerde tarifering. Deze gedifferentieerde tarifering baseert zich op de hoeveelheid en de aard van het afval. Wie afvalt vermijdt en slim sorteert, spaart
19
geld. We onderzoeken verder hoe we dit in samenspraak met de buurtgemeenten kunnen organiseren. De gemeente kiest voor veilige, ethische en duurzame vormen van sparen en beleggen.
Een kleinere, heldere set aan bedrijfsbelastingen is beter dan de wirwar die de laatste jaren groeide. De administratieve last voor ondernemingen en de gemeente wordt zo beperkt. De belasting op drijfkracht voor bedrijven is verouderd en wordt omgevormd tot een belasting op energieverbruik. Gerichte fiscale stimuli kunnen de uitbouw van lokale economische activiteit een belangrijke duw in de rug geven. Met renovatiepremies voor gevelverfraaiing en vestiging‐ en heroriëntatiepremies kan de gemeente invloed uitoefenen op bedrijven in het straatbeeld.
De gemeente kan gepast inspelen op fiscale constructies door een verschil in te voeren tussen de onroerende voorheffing (OOV) voor particulieren versus vennootschappen. Deze belasting compenseert de negatieve effecten van het toenemend aantal vennootschappen op de inkomsten van de gemeente.
De gemeente maakt de evolutie van haar financiële toestand en de beleidskeuzes in de begroting online raadpleegbaar via bevattelijke grafische voorstellingen.
20
Natuur en Milieu De achteruitgang omkeren in vooruitgang Uitgangspunten Onze levenskwaliteit is onlosmakelijk verbonden met de staat van het leefmilieu rondom ons. De natuur is rustgevend en mooi, maar is bovenal onmisbaar als leverancier van goederen en diensten voor mens, maatschappij, economie, …. Toch sterven planten en dieren aan een steeds sneller tempo uit, met een groot ecologisch, cultureel én economisch verlies tot gevolg. Onze gemeente heeft heel wat hefbomen in handen om dit verlies van biodiversiteit te keren, geluidsoverlast in te perken en de uitstoot van fijn stof te reduceren. Van deze troeven moet dan ook maximaal gebruik gemaakt worden om verder te investeren in natuur en een gezonde leefomgeving. Planmatig werken met een duidelijke lange termijnvisie voor ogen is essentieel. Milieubeleid laat zich ook niet scherp afbakenen. Natuur en Milieu moeten dan ook transversaal doorheen het bestuursakkoord lopen. Voorstellen Sluikstorten en sluikverbranding aanpakken blijft een prioriteit. Een degelijk afvalbeleid moet sluikstorten verder helpen voorkomen. Daarenboven wordt sluikstorten via sensibilisering ontraden. Het sanctioneringbeleid ten aanzien van sluikstorters wordt onverminderd voorgezet en zal uitgebreid worden met het instrument van de administratieve sanctie. Via het Land Van Teirlinck versterken we de groene long van onze gemeente en verbinden we elke deelgemeente met groene elementen. Dit project zet bovendien in op allianties tussen landbouw, natuur, streekproducten, lokale economie en duurzaam toerisme. We koppelen aan dit landinrichtingsproject verschillende voorstellen inzake natuurinrichting. We zetten volop in op meer zichtbaar groen. In de komende zes jaar moet er voor elk Beersels gezin één boom worden bij geplant. Door vruchtbomen te planten, kan meteen ook elke Beerselaar hiervan profiteren. Wijken krijgen het peter‐ of meterschap geven van plantsoenen in hun wijk. Een samentuin/volkstuin is een tuin waarin mensen samen (ecologisch) tuinieren. Wij willen initiatieven van burgers die een samentuin/volkstuin willen oprichten actief ondersteunen om dit te realiseren.
21
Natuur heeft ruimte nodig. Het bestuur investeert in de aankoop, beheer en openstelling van natuurgebieden door ofwel zelf gronden aan te kopen, ofwel terreinbeherende organisaties te ondersteunen bij de aankoop en/of beheer van grote aaneengesloten gebieden.
Geluidsoverlast wordt actiever bestreden door in te zetten op autoluwe woongebieden, snelheidslimieten, meer beplanting en geluidsschermen langs drukke verkeersaders, indien nodig in overleg met andere gemeenten en het Vlaams Gewest. Groenschermen koppelen het nuttige aan het aangename.
Een goede milieuhandhaving vormt het sluitstuk van het lokale milieubeleid. De milieudienst neemt actief haar controlefunctie op, zorgt voor een goede klachtenbehandeling en ook de politie heeft aandacht voor milieucriminaliteit.
Door een samen aankoop van beschermende manden voor vuilniszakken te organiseren, bieden we een positieve oplossing voor de opengereten vuilniszakken op de straten. Groenafval kost een hoop (belasting‐)geld. Veel groenafval kan voorkomen worden. Onze Compostmeesters zorgen ervoor dat inwoners zelf gaan composteren. Kippen houden is afval voorkomen. Wij zetten acties op rond het verzorgen van kippen en, het bouwen van een kippenhok. De tarievenpolitiek van het recyclagepark evolueert verder zodat er (1) geen concurrentie ontstaat met buurgemeenten, (2) burgers gestimuleerd worden om afval naar het recyclagepark te brengen en (3) afvalproductie ontmoedigd wordt.
We stimuleren kringloop‐projecten door in samenwerking met de Kringwinkel ook een inzameling te doen op het recyclagepark. Zo stimuleren we het hergebruik van meubelen en huisgerief.
Wij profileren ons als ‘bijenvriendelijke’ gemeente. Dit kan vormgegeven worden door het zaaien en aanplanten van stuifmeel en nectarhoudende bloemen en planten, het inrichten van een bijenhotel en het opzetten van een informatiecampagne voor burgers.
Wij voeren een preventief beleid op vlak van vossen en dassen. Door inwoners te stimuleren gerichte maatregelen te treffen wordt schade door vossen vermeden.
Een actieve en transparante communicatie met de burgers is erg belangrijk voor het milieubewustzijn en het draagvlak voor het lokale milieubeleid. Een vaste rubriek in De Rondenboskrant informeert over de natuurgebieden in de gemeente.
22
Onderwijs en kinderopvang Nu de generatie van morgen klaarstomen. Uitgangspunten Tegen 2030 wordt een enorme toename van de bevolking verwacht. Nu al echter barsten klasjes uit hun voegen en is er in Beersel slechts 1 opvangplaats op 4 kinderen. De uitdaging is duidelijk: het aanbod aan onderwijs en kinderopvang moet naar omhoog. Volgens ons liggen er veel mogelijkheden om te investeren in de eerste levensjaren van kinderen: niet alleen voor het welzijn van kinderen en ouders, maar ook om schoolse achterstand preventief te voorkomen. Het lokaal bestuur smeedt vernieuwende banden tussen kinderopvang, onderwijs en welzijn. De brede school vormt een brug tussen de samenleving en het klaslokaal. Verenigingen, sportclubs en muziekscholen worden volop betrokken in het onderwijs. De brede school vormt een draaischijf voor de buurt en biedt een infrastructuur die naast het onderwijs ook de lokale samenleving ondersteunt, ook na de schooluren en in vakanties. Daarnaast speel het lokale bestuur een voorname rol in de realisatie van betere onderwijskansen door spijbelpreventie, taalstimulering, de aanleg van een stimulerende schoolomgeving,... Door een net‐ en schooloverstijgende aanpak draagt ze bij tot de onderwijsvernieuwing. Voorstellen Een krachtige samenwerking tussen de ouder en de school is essentieel. Door sterk in te zetten op de betrokkenheid van de ouders, kan de school meer verweven geraken met de buurt. We maken extra ruimte voor participatie van kansarme ouders. We motiveren de ouderraad om drempelverlagende initiatieven te nemen die maken dat ouders van kansarme kinderen mee hun zegje doen over het schoolbeleid. Het gemeentebestuur ondersteunt de scholen inzake initiatieven tot taalstimulering, zowel van de leerlingen als hun ouders. Van anderstalige ouders wordt verwacht dat zij de schooltaal van hun kinderen begrijpen en leren spreken. Kinderen hebben het recht om in comfortabele, stimulerende omstandigheden op te groeien. We beschouwen kinderopvang dan ook als een basistaak van de lokale overheid en voorzien hiervoor de nodige financiële middelen. sp.a en groen pleiten voor een verdere integratie van kinderopvanginitiatieven en het kleuteronderwijs, waardoor kleine kinderen langer terecht kunnen in
23
kleine groepen. Zo verbetert de zorg in de eerste jaren van het kleuteronderwijs, en gaan kinderen geleidelijk naar een grotere groep met meer zelfstandigheid en meer nadruk op het pedagogische. Een veilige schoolomgeving is cruciaal. Maar ook de wegen naar de school moeten fiets‐ en voetganger vriendelijk zijn. Jongeren moeten vanuit elke deelgemeente veilig naar de verschillende scholen in de streek kunnen fietsen. We stellen daarom met alle scholen een gemeenschappelijk en netoverstijgend schoolvervoersplan op.
We maken het vinden van kinderopvang efficiënter. We stemmen kinderopvang en vrijetijdswerking voor kinderen – gemeentelijke én private initiatieven – beter op elkaar af. Ouders moeten terecht kunnen bij één loket dat alle informatie over het opvangaanbod, de vrije plaatsen en de prijzen verzamelt en een overstap tussen diverse initiatieven makkelijker maakt.
Speelplein Bricout wordt verder uitgebouwd. Een aangepaste infrastructuur zorgt dat het speelplein ook tijdens slecht weer voor fijne opvang kan zorgen.
24
Veiligheid Iedereen op zijn gemak. Uitgangspunten Veiligheid is een basisrecht. Mensen moeten zich in hun wijk en dorp veilig voelen. Daarbij gaat het zowel om het wegnemen van reële onveiligheid als het werken rond onveiligheidsgevoelens. Veiligheid als basisrecht heeft daarbij te maken met eigendoms‐ en gewelddelicten, maar ook met verkeersveiligheid, milieuveiligheid, sociale veiligheid in de ruime zin. Een veiligheidsbeleid kan niet werken met alleen maar preventie of repressie. Wij kiezen voor een integraal veiligheidsbeleid, dat werkt aan de hele veiligheidsketen: van preventie in de breedste zin van het woord tot controle, vervolging en strafuitvoering. Gemeenten en politie hebben een cruciale taak, maar een volwaardig veiligheidsbeleid kan enkel slagen als ook burgers als volwaardige partners betrokken worden. Wat ‘overlast’ is, wordt wel door iedereen anders ingevuld. We verzetten ons tegen een tendens waarbij elk spelend kind als overlast wordt beschouwd, rondhangen en elkaar ontmoeten in de publieke ruimte zijn immers een recht, maar hebben zeker oog voor reële samenlevingsproblemen. Voorstellen In de onderhandeling over de nieuwe politiezone moet de efficiente inzet van middelen door een schaalvergroting centraal staan. Minder kader, maar meer politie op straat. De politieraad van de toekomstige politiezone legt de prioriteiten voor het politiebeleid vast in het zonaal veiligheidsplan. Vanuit een integrale visie op veiligheid wordt daarbij, naast de terechte aandacht voor eigendoms‐ en gewelddelicten, ook voldoende aandacht besteed aan thema’s als verkeersveiligheid, intrafamiliaal geweld en milieudelicten. Jongeren zijn zich niet altijd bewust van de mogelijke overlast die ze veroorzaken. Daarom moeten overleg, duiding en bemiddeling altijd op de eerste plaats komen. Wanneer het nodig is het gedrag te bestraffen, gaat men op zoek naar een pedagogische sanctie die verband houdt met dat specifieke gedrag. De lokale overheid werkt dit beleid samen met de jeugdraad uit. Ook de rol en houding van de politie ten aanzien van jongeren moet hierin aandacht krijgen. Het geluid van spelende kinderen en jongeren hoort sowieso niet thuis in de categorie ‘overlast’. Wij pleiten niet voor meer blauw in het algemeen, wel voor blauw meer op straat. Politie die per fiets of te voet doorheen de wijk patrouilleren zijn aanspreekbaarder en kunnen sneller problemen opsporen. Voldoende wijkagenten die bekend zijn in hun wijk zijn cruciaal om drempelverlagend op te treden.
25
Bewakingscamera’s zetten we doordacht in op plaatsen met een reëel veiligheidsrisico. Bewakingscamera’s kunnen een middel zijn in de strijd tegen criminaliteit en overlast. We willen echter niet evolueren naar een samenleving met een camera op elke hoek van de straat. Camera’s vormen geen volwaardig alternatief voor de aanwezigheid van blauw op straat. Zij zijn duur en hebben weinig zin als ze enkel voor een verplaatsing van de criminaliteit zorgen. Selectieve en tijdelijke inzet van verplaatsbare camera’s op bepaalde plaatsen of evenementen kan wel een meerwaarde bieden en het veiligheidsbeleid ondersteunen. De gemeente voert een anti‐fietsdiefstalbeleid: veilige fietsenstallingen, fietsgraveeracties, sensibilisering, opsporing en terugbezorging van gestolen fietsen.
Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) moeten ingezet worden om milieuovertredingen en andere duidelijk merkbare vormen van overlast te bestraffen. Ze dienen niet om de vrijheid van mensen te beperken en rondhangen van jongeren tegen te gaan.
26
Jeugd De toekomst kansen geven Uitgangspunten Kinderen en jongeren zijn belangrijke deelnemers aan de lokale samenleving. sp.a en groen willen inzetten op betrokkenheid van kinderen en jongeren. Zij moeten hun mening over Beersel kwijt kunnen en beslissingen kunnen beïnvloeden. Met een geïntegreerd jeugdbeleid wegen jongeren door op alle beleidsdomeinen: mobiliteit, sociaal beleid, cultuur, tewerkstelling, huisvesting, ... De schepen van Jeugd moet dit transversale beleid vorm geven. Kinderen en jongeren hebben ook recht om de publieke ruimte te gebruiken. Het wegjagen van jongeren is geen oplossing voor overlast. Wij kiezen voor voldoende ruimte waar jongeren hun ding kunnen doen: speelruimte, fuifgelegenheid, voetbalvelden, hangen,… Het traditionele jeugdwerk speelt een belangrijke rol in onze lokale gemeenschap. Hun werking ondersteunen en stimuleren blijft een prioriteit. Voorstellen Laat jeugdraden mee motor worden van wat bruist in de gemeente. Jeugdraden moeten een goede afspiegeling zijn van de doelgroep die zij vertegenwoordigen. De jeugdraad moet zelf actief op zoek gaan naar jongeren die mee hun schouders willen steken onder een gemeente op maat van de jongere. Met een bredere visie op jeugdbeleid krijgt de jeugdraad inspraak op alle beleidsdomeinen. De jeugdraad krijgt vertegenwoordigers in andere adviesraden zoals in de cultuurraad, Gecoro, milieuraad en in de programmeringraad van het cultuurcentrum. Beersel moet meer investeren in publieke ruimte waar kinderen en jongeren kunnen ontspannen. Speelterreintjes, publiek toegankelijke sportterreinen in elke deelgemeente, voldoende fuifzalen, jeugdhuizen en jongeren cafés zijn belangrijk om Beersel meer te doen bruisen. Hierbij speelt het gemeentebestuur een ondersteunende rol en neemt de jeugd het voortouw. Plaatsen waar jongeren kunnen uitgaan, worden steeds schaarser. Nochtans hebben heel wat cafés een achterzaaltje waar zelden nog iets gebeurt. Caféhouders die hun achterzaaltjes willen renoveren en nadien openstellen voor feesten en optredens, of er repetitieruimte van willen maken voor beginnende groepjes, moeten hierin ondersteund worden. Om in orde te zijn met de normen voor brandveiligheid en geluidsoverlast, moeten de eigenaars zware investeringen doen.
27
Jeugdcentrum Moesjebaaz moet volgens sp.a en groen een volwaardig jeugdhuis worden. Hiervoor wordt een enthousiaste groep vrijwilligers gezocht die dit willen opstarten.
sp.a en groen willen dat de gemeenten jong talent een duwtje in de rug geven door hen extra podiumkansen aan te bieden.. Hiervoor vaardigt de gemeente een muzieksubsidie uit aan cafés en jeugdhuizen die een lokale band op de affiche zetten. In de verdere uitbouw van cultuurcentrum De Meent worden uitgeruste repetitielokalen voorzien.
De oprichting van een feestloket moet jongeren helpen en stimuleren zelf evenementen, als fuiven, standup comedy‐avonden, concerten en dergelijke (mee) te organiseren. Veel informatie over bijvoorbeeld huren van materiaal, contactgegevens van jonge DJ’s uit de buurt, auteursrechten, voorzieningen ivm geluidsnormen, geschikte zalen, kan via een digitaal loket worden doorgegeven. Een duurzaam evenementenbeleid streven we na door organisatoren te sensibiliseren en door hen normen op te leggen voor afval of watergebruik.
Fuiven en concerten moeten vlot en veilig bereikbaar zijn zonder de auto. Zowel de ligging van de zaal of het terrein als de wegen er naartoe zijn dus uitermate belangrijk. Jeugdhuizen en zalen zijn strategisch ingepland. Fuifzalen, jeugdhuizen en de nieuwe evenementenhall worden voorzien van voldoende fietsenstallingen. De gemeente engageert zich bij grotere evenementen om deels tegemoet te komen in de kosten voor het inleggen van een nachtbus. Organisatoren zetten hun gasten aan tot carpooling en bike pooling. De jeugdverenigingen nog beter ondersteunen. We maken de jeugdwerklokalen brandveilig en energiezuiniger. De gemeente neemt een bemiddelende rol in met beheerders van jeugdlokalen. Binnen de jeugdraad gaan we na op welke manier we het ondersteuningsreglement voor jeugdverenigingen eenvoudiger kunnen maken. We schrijven dat reglement samen met het jeugdwerk en de jongeren in onze gemeente. Om het stelen van jassen, motorhelmen ed. te voorkomen dienen er op alle jeugdlocaties lockers te worden voorzien.
28
Ouderen Het succes van de vergrijzing lokaal verzilveren Uitgangspunten Steeds meer mensen worden steeds ouder. Dit is een verworvenheid die we danken aan onze welvaartsmaatschappij en een enorme rijkdom voor onze lokale samenleving. Heel veel ouderen zijn actief, ze doen aan vrijwilligerswerk, ze vangen de kleinkinderen op en doen andere zorgtaken. De waarde van mantelzorg en vrijwilligerswerk is immens. sp.a en groen willen de rol van ouderen veel meer waarderen. De lokale context speelt een essentiële rol in het leven en welzijn van ouderen. Met de leeftijd worden mensen sterker afhankelijk van het lokale aanbod en de toegankelijkheid ervan. Wij pleiten voor een mensvriendelijke leefomgeving met veilige voetpaden en voldoende rust en ontmoetingsruimtes. Wij willen meewerken aan een bestuur waar alle generaties voordeel uithalen: intergenerationele rechtvaardigheid en solidariteit. Vooral het aantal 80+ers zal de komende jaren enorm toenemen. Parallel hieraan zal ook de nood aan ondersteuning en zorg groter worden. sp.a en groen willen creatief zoeken naar aangepaste zorg om zorgbehoevende ouderen zo lang mogelijk in de eigen buurt te laten wonen. Het gemeentebestuur heeft de regierol bij het uittekenen van deze buurtgebonden zorg en garandeert de toegang tot zorg voor iedereen. Hiertoe werkt ze samen met private partners. Voorstellen: Het (maandelijks) dorpsrestaurant is een laagdrempelig initiatief waar bewoners gezamenlijk een goedkope en gezonde maaltijd kunnen nuttigen in een gezellige sfeer. Het is een eenvoudig concept, maar erg groot qua impact. Door het lokale verenigingsleven en de middenstand te betrekken kent het dorpsrestaurant een groot bereik. sp.a en groen kiezen resoluut voor een buurtgebonden aanpak. Ouderen met een beperkte mobiliteit moeten in hun buurt kunnen wonen, winkelen en ontspannen. We zetten daarom in op buurtwinkels, bruisende dorpskernen, rustplaatsen en verzorgde voetpaden. Veel senioren hebben op oudere leeftijd problemen om hun huis te onderhouden, kampen met hoge energiefacturen of hebben onvoldoende financiële middelen noch de wil om grote verbouwingen uit te voeren. Vaak is een onaangepaste woning de reden waarom ze (vroegtijdig) naar een woonzorgcentrum trekken. Door ouderen binnen hun wijk te begeleiden naar een aangepaste zorgwoning leveren we niet alleen maatwerk voor de senioren maar helpen we ook jonge gezinnen aan volwaardige gezinswoningen die vrijkomen. Zie ook Woonbeleid.
29
Ons lokaal dienstencentrum beschikt over een permanent team ondersteund door vrijwilligers, om zorgbehoevende buurtbewoners te helpen bij de activiteiten van het dagelijks leven. Een klusjesdienst, strijkdienst, poetshulp, warme maaltijden, winkeldienst, en dergelijk moedigen ouderen aan langer thuis te blijven wonen.
Onze mantelzorgers krijgen ruggensteun door het lokaal dienstencentrum. Het lokaal dienstencentrum geldt als een centrale voor mantelzorgers waar vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd.
sp.a en groen willen het taboe op dementie doorbreken door dementievriendelijke gemeenten te realiseren. We leiden verzorgers op, organiseren informatiesessies voor mantelzorgers, familieleden en andere geïnteresseerden, en stimuleren activiteiten voor mantelzorgers en personen met dementie. Door deel te nemen aan activiteiten, vermindert de kans op een snelle opname in een voorziening.
Het gemeentebestuur geeft de ouderenraad ook inspraak in andere adviesraden, zoals mobiliteit, cultuur, milieu en sport. Senioren kunnen voorstellen op de agenda van de gemeenteraad plaatsen en het mondeling verdedigen.
Senioren hebben een ruime (levens)ervaring. Deze kwaliteiten en verworvenheden kunnen ingezet en gevaloriseerd worden binnen vrijwilligerswerk. De drempel voor vrijwilligerswerk moet weggewerkt worden door hen voldoende informatie te geven over het bestaande wettelijke kader dat er voor vrijwilligerswerk bestaat.
30
Samenleven en diversiteit Actieve burgers maken samen hun wijk leefbaar Uitgangspunten sp.a en groen willen bouwen aan een gemeente waar alle mensen begrip hebben voor elkaar en de wil opbrengen om samen te leven. Afbrokkelende sociale netwerken, verruwende omgangsvormen en verminderde solidariteit vragen hernieuwde inspanningen van burgers en lokale overheden. Gemeenschapsvorming moet opnieuw een moderne opdracht worden. Het is de taak van de lokale overheid om actief burgerschap te bevorderen. De essentie van diversiteit is dat mensen samenleven. Mensen samen brengen en met elkaar in contact brengen versterkt dit samenleven. In deze visie staan communicatie, participatie en respect centraal. Ons verenigingsleven speelt in deze dan ook een cruciale rol. Beersel heeft een eeuwenoude Vlaamse traditie. Logisch dus dat eenieder die wil participeren in ons sociaal weefsel ook Nederlands spreekt. Veel inwoners van Beersel staan open voor de wereld om ons heen. sp.a en groen rekenen op dezelfde hoffelijke houding van iedereen die hier komt wonen. Het (leren) spreken van het Nederlands als onze gemeenschappelijke taal is hierbij de belangrijkste uitdaging. Stijgende migratie en de opvang van vluchtelingen zorgt voor een steeds toenemende etnisch‐culturele diversiteit. Deze internationale en multiculturele aanwezigheid geeft Beersel een heel eigen karakter en een open en verdraagzaam imago. Dat moet door een gastvrij en solidair maar consequent inburgeringsbeleid nog versterkt worden. sp.a en groen kiezen voor een positieve houding en gepaste maatregelen ten aanzien van mensen uit andere culturen die bij ons leven. Voorstellen Veel mensen zijn bezorgd over het samenleven in hun buurt. Meer dan vroeger wordt er geklaagd over het gedrag van de ander: geluidsoverlast, vuil op straat, schelden, verkeersagressie, intimidatie, … De politie en de gemeentediensten moeten deze problemen ten harte nemen en een bemiddelingsrol opnemen tussen de verschillende partijen. De politie moet meer aanwezig zijn in de wijken om problemen tijdig te kunnen opsporen en te voorkomen. Door burenbemiddelaars in te schakelen kunnen mensen uit de wijk helpen bemiddelen. Het lokaal bestuur geeft alle kansen aan het verenigingsleven en waardeert en ondersteunt de inzet van vrijwilligers. Op de website van de gemeente wordt de vacaturebank van het steunpunt Vrijwilligerswerk gekoppeld, zodat vraag en aanbod naar vrijwilligers elkaar kunnen vinden.
31
sp.a en groen pleiten voor een Vlaams taalbeleid met een uitnodigend karakter. Het gemeentebestuur voert in al haar diensten (loketdiensten, OCMW, gemeentelijk onderwijs, gemeentelijke kinderopvang, ,…) een Vlaams taalbeleid dat de actieve kennis van het Nederlands stimuleert maar is tevens respectvol voor anderstaligen en waardeert meertaligheid. Het gemeentebestuur ondersteunt Nederlandstalige conversatietafels door Beerselaars om anderstaligen leerkansen Nederlands te bieden. Bovendien organiseren we taallessen in alle scholen om ouders van anderstalige kinderen mee in het taalbad te trekken.
Het toekomstig gemeentebestuur onderzoekt of het financieel haalbaar is om in het kader van het het Vlaamse integratiedecreet een gemeentelijke integratiedienst op te starten. Wijkbudgetten zijn een uitstekend voorbeeld van actieve samenwerking tussen burgers en lokaal bestuur. Burgers uit eenzelfde wijk beheren samen een budget om de leefbaarheid in hun buurt te verhogen.
Dag van de buren ‐ op de laatste vrijdag van mei ‐ is een uitgelezen kans om het belang van sociale cohesie in de buurt concreet en duurzaam te maken.
Nieuwe inwoners worden actief onthaald en tegelijkertijd in contact gebracht met de diensten en het verenigingsleven in de gemeente. Ieder nieuw gezin of inwoner krijgt een “peter”, een ander gezin dat hen wegwijs maakt in de gemeente Door de goeie samenwerking met het asielcentrum en het Islamitisch centrum toont Beersel zich als een solidaire lokale overheid die haar steentje bijdraagt tot de menswaardige opvang van asielzoekers en de integratie van haar Moslimgemeenschap. Een samentuin/Volkstuin is een tuin waarin mensen samen (ecologisch) tuinieren. Wij willen initiatieven van burgers die samen een samentuin/volkstuin willen oprichten actief ondersteunen om dit te realiseren. Beersel kan starten met een testproject achter het recyclagepark en zal beroep doen op Velt vzw voor advies en ondersteuning.
32
Gezondheid Voorkomen is beter dan genezen Uitgangspunten Voor sp.a en groen is het gezondheidsbeleid in de eerste plaats een geïntegreerd beleid. Dat betekent dat de gemeente ook via haar bevoegdheden in milieu, ruimte, wonen, werken, ouderenbeleid en ‐zorg, jeugdbeleid, kinderopvang, mobiliteit, sport, cultuur, flankerend onderwijs‐ en veiligheidsbeleid de gezondheid van haar inwoners versterkt. In het meerjarenplan komt een stevig hoofdstuk gezondheid dat concrete doelstellingen en acties bundelt. Preventie is de beste remedie. Het drukt niet alleen de kosten voor onze gezondheidszorg, maar zorgt er vooral voor dat minder mensen ziek worden. Wij pleiten voor minder campagnes en meer structurele maatregelen. Preventief werken aan gezondheid betekent op een gezonde manier werken, samenleven, wonen en verplaatsen; maar ook vervuiling binnen‐ en buitenshuis aanpakken, eerlijk voedsel uit een duurzaam gezonde landbouw en het wegwerken van armoede. Voor sp.a en groen is het recht op een goede en toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen essentieel. Dit recht staat op dit moment onder druk. De toegankelijkheid komt in het gedrang door een tekort aan eerstelijnswerkers in het algemeen en huisartsen in het bijzonder. De gemeente coördineert een efficiënt gezondheidsoverleg op lokaal niveau. Door te zorgen voor geschikte randvoorwaarden, stimuleert de gemeente de uitoefening van het huisartsenberoep en de samenwerking van de partners op de eerste lijn. Voorstellen
Campagnes zoals tutti frutti (één keer per week samen een appel eten) hebben niet geleid tot minder kinderen met overgewicht. Gezonde maaltijden in de kleuter‐ en lagere school of minstens soep bij de maaltijd zijn zinvoller dan aparte campagnes. Gezonde voeding is belangrijk op een moment dat steeds meer kinderen opgroeien in armoede. Frisdrank‐ en snoepautomaten op school vervangen we door fruit en gratis water. Start met de gemeentescholen en geef het goede voorbeeld.
Beersel doet mee aan Donderdag Veggiedag. Vegetarische alternatieven promoten vormt een tegengewicht voor het overmatig vleesgebruik. We vragen scholen, bedrijven en restaurants mee te doen en op donderdag een vegetarisch alternatief aan te bieden in refters, kantines of als lunch.
Het gemeentebestuur hanteert zorgvuldiger het voorzorgsprincipe ten aanzien van nog niet bewezen gezondheidsschade veroorzaakt door de straling van gsm‐masten en hoogspanningskabels. Deze
33
horen niet in dichtbewoonde zones of in de buurt van kinderopvang of scholen en voldoen aan de EU‐ normen of de goedgekeurde Vlaamse resolutie over gsm‐straling.
Vlaanderen organiseert en financiert onderzoeken om borstkanker, darmkanker… sneller op te sporen. De gemeente zal samen met LOGO (Lokaal Gezondheid‐Overleg) verder initiatieven nemen om er voor te zorgen dat alle inwoners gebruik maken van dit aanbod.
De gemeente stimuleert patiënten om een vaste huisarts te kiezen en te kiezen voor een Globaal Medisch Dossier. Ze informeert de bevolking via een heldere brochure, het lokale infoblad en de lokale website over de voordelen van dit systeem.
34
Vrije tijd, cultuur en sport Tijd nemen om jezelf te worden Uitgangspunten sp.a en groen willen dat het vrijetijdsbeleid 'geïntegreerd' wordt aangepakt. We bedoelen dat cultuur, sport, evenementen, toeristisch‐recreatieve infrastructuur, een deel van jeugd samen wordt uitgebouwd, zonder hoge schotten. Uiteraard zijn er ook grote verschillen tussen sectoren, die een eigen aanpak verantwoorden. Beersel krijgt een vraaggestuurd en participatief vrijetijdsaanbod, afgestemd op de steeds veranderende behoeften van de gebruiker, toegankelijk en betaalbaar voor iedereen. Het bestuur ondersteunt initiatieven van burgers en verenigingen en dwingt spontane kleinschalige en sympathieke initiatieven van burgers en verenigingen niet in bestaande structuren en systemen. De vrijwilliger speelt hierin een centrale rol. Een vrijwilligersbeleid uitwerken is dan ook cruciaal. Dan gaat het zowel om werving, statuut, verzekering, vorming, poolvorming, … sp.a en groen pleiten voor minder (of geen) politici in bestuursorganen van het cultuurcentrum, sportcentrum, bibliotheek, musea enz. De raden van bestuur worden teveel samengesteld uit politici en vertegenwoordigers van de sport‐ en cultuursector zonder rekening te houden met ‘de klant’.
Cultuur Uitgangspunten
Cultuur emancipeert en verenigt, en kan ook zorgen voor onthaasting en ontspanning. We staan voor een cultuurbeleid dat vertrekt van wat onderuit groeit en opborrelt, met zowel aandacht voor de kunstenaars en amateurs als voor verenigingen, wijk‐ en buurtinitiatieven, artistiek werk, erfgoedinitiatieven, enz. Voorstellen We pleiten voor een toegankelijk, betaalbaar en gebruiksvriendelijk cultureel aanbod. sp.a en groen willen aandacht voor de bevordering van de cultuurparticipatie van kansengroepen en aandacht voor participatie van kinderen en jongeren. Door een samenwerking tussen het OCMW en het cultureel centrum kunnen er goedkopere tickets aangeboden worden voor bepaalde doelgroepen.
35
De lokale overheid creërt op de eerste plaats randvoorwaarden zodat organisaties en individuen artistieke of culturele activiteiten en werking kunnen ontplooien, of kunnen participeren aan die activiteiten. Dat is het voorzien van culturele infrastructuur: de openbare bibliotheek, het cultuur‐ en gemeenschapscentrum, het deeltijds kunstonderwijs, het ter beschikking stellen van podia of tribunes, de uitbouw van een cultuurpas, de cultuurcommunicatie, aanpassingen ten bate van personen met een handicap (bijv. ringleidingen), doelgroepacties zoals goedkope tickets voor personen die in armoede leven enz. Ook het verstrekken van projectsubsidies behoort tot dat beleid.
We pleiten voor een hedendaagse omgang met het eigen gemeentelijk erfgoed: een groot respect voor het object moet blijven, maar het moet kunnen worden ingezet voor hedendaagse functies en toepassingen. We moeten durven innoveren. Erfgoedzorg is een uiting van duurzaam beleid. Lokaal initiatief krijgt meer ruimte in de bestaande infrastructuur. Verenigingen moeten vlotter toegang krijgen tot De Meent en de andere gemeentelijke infrastructuur. We streven naar één eenvormige communicatiestrategie waarbij lokale initiatieven en initiatieven van de Meent op gelijke voet behandeld worden.
Beersel moet de creativiteit van haar jongeren naar waarde schatten en volop kansen geven verder te ontwikkelen. Projecten als ‘Pierced’ geven jongeren de kans hun talent te verdiepen door professionele begeleiding en geven deze talenten nadien een podium. Zulke projecten verdienen verder uitgebouwd te worden. De jeugdraad wordt actiever betrokken bij de programmering en de promo van het cultureel centrum. Door te ijveren voor podiumkansen (o.a. via een muzieksubsidie aan café’s) krijgen beginnende bands echt kansen.
Sport Uitgangspunten Sport is de grootste sociale beweging ter wereld en heeft een positieve kracht in zich. Sport brengt mensen bij elkaar. Sportverenigingen kunnen integratie aanmoedigen en ondersteunen. We gaan voor een sportbeleid dat van onderuit groeit en opborrelt, met aandacht voor clubs, voor wijk‐ en buurtsport en voor topsport. Voorstellen: Sport moet voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Voor grote gezinnen en mensen met een laag inkomen, kunnen de totale kosten voor sportbeoefening vaak hoog oplopen. Hogere lidgelden en andere kosten mogen geen financiële drempel vormen.
36
We bieden de niet‐georganiseerde sporter (die geen lid kan of wil worden van een club) toch de mogelijkheid om samen met anderen te sporten door een internetforum aan te bieden men kan afspreken om samen te sporten. Goede loop‐ of fietsroutes kunnen hier worden uitgewisseld.
Sportclubs doen samenwerken of samensmelten leidt tot een efficiënter gebruik van mensen en middelen, zorgt voor een waardevolle interdisciplinaire uitwisseling van trainers en bevordert de veelzijdigheid van sporters. Het gemeentebestuur zal elk initiatief tot samenwerking vanuit de basis stimuleren en ondersteunen.
We investeren in een laagdrempelig sportaanbod voor senioren, ook voor de senioren die niet zijn aangesloten bij een vereniging. Senioren hebben een grote vraag naar sport‐ en recreatieve activiteiten. Toch zijn er weinig sportclubs die hier specifiek op kunnen of willen inspelen, waardoor de drempel om naar een sportclub te stappen voor senioren vaak hoog is. Ouderen moeten ook overdag kunnen sporten. De sportraad vertegenwoordigt niet enkel de verenigingen, maar moet ook aansluiting vinden bij de niet verenigde sporter. Zo kunnen ze meer gewicht in de schaal leggen over het sportbeleid. De sportraad werkt ook geregeld samen met de jeugd‐ en seniorenraad.
Sport is een goede manier om mensen te integreren in de lokale samenleving. Samen met de sportclubs wordt dan ook een traject uitgewerkt voor ouders en spelers om hen het gebruik van het Nederlands aan te moedigen.
37
Internationale samenwerking Denk globaal, handel lokaal Uitgangspunten Onze gemeente is de voorbije decennia steeds internationaler en veelkleuriger geworden. Smaken uit de hele wereld duiken op om de hoek, producten uit het Zuiden vullen de rekken. Daarnaast kleurt de onrechtvaardige verhouding tussen Noord en Zuid steeds meer het straatbeeld. Zolang we de oorzaken niet aanpakken, blijven mensen op zoek gaan naar een beter leven. Keuzes die we hier maken, onder andere op het vlak van klimaatbeleid, hebben invloed aan de andere kant van de wereld. Solidariteit met het Zuiden kan enkel tot stand komen indien we ons bewust zijn van de oorzaken van de onrechtvaardige kloof tussen Noord en Zuid en de impact van eigen gedragen op het zuiden. Een kwalitatief Noord‐Zuidbeleid krijgt vorm door het samenspel tussen bestuur en middenveld. Het is de taak van het lokale bestuur om te sensibiliseren, informeren en participatie te stimuleren. Het is cruciaal dat het bestuur de bevolking, de verschillende doelgroepen en het maatschappelijk middenveld bij het beleid betrekt. Het lokale bestuur moet ten volle haar voorbeeldfunctie uitspelen. Voorstellen: De gemeente zet alles in het werk om het label van “Fair trade gemeente” te verwerven. We stimuleren en ondersteunen een gestructureerde werking van de wereldwinkel in onze gemeente. De Noord‐Zuidnota opgemaakt tijdens deze legislatuur dient als leidraad om het gemeentelijke beleid rond ontwikkelingssamenwerking verder uit te bouwen. Een goede beleidsplanning en een bevoegde schepen staan garant voor de verderzetting van een geloofwaardige Noord‐Zuid beleid. We investeren minstens 0,7 procent van ons budget aan solidariteit. De missie en visie van het Noord Zuidbeleid willen we concretiseren in het aangaan van een Vlaams convenant gemeentelijk ontwikkelingssamenwerking met de Vlaamse Overheid voor de periode 2013‐2015 die voorziet in middelen voor een gemeentelijke dienst voor Noord‐Zuidverhoudingen om initiatieven van onderuit volop te ondersteunen. We nemen onze voorbeeldrol ten harte en bekijken de duurzaamheid van alle aangekochte producten. De werkomstandigheden waarin producten gemaakt zijn en de materialen waaruit ze bestaan, worden cruciale punten in aanbestedingen. We streven na de meest eerlijke en duurzaamste producent te kiezen.
38
De Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (Gros) wordt verder uitgebouwd en heeft als opdracht de hele bevolking en het lokale middenveld bij het Noord Zuid beleid te betrekken. De GROS, bestaande uit het gemeentelijke 11.11.11.comité, de NGO’s, de 4de pijlerinitiatieven en geïnteresseerde burgers, adviseert het gemeentebestuur over het te voeren beleid en formuleert voorstellen van sensibiliserende acties. Zij zijn samen met het gemeentelijke 11.11.11.‐comité de belangrijkste partners bij het uitwerken van een breed gedragen visie over ontwikkelingssamenwerking in de gemeente. Meer mensen moeten actief geïnformeerd en betrokken worden bij het Noord‐Zuidbeleid. Samen met de GROS gebruiken we de kennis van de koepel van de Noord Zuid beweging 11.11.11. en de expertise van maatschappelijke organisaties in binnen‐ en buitenland om te sensibiliseren over het bredere thema van globalisering. We vragen ook de medewerking van etnisch‐culturele minderheden en schakelen de ervaring van inwoners die ervaring hebben met projecten in het Zuiden in. De bibliotheek en het cultureel centrum blijven we hierbij betrekken.
De gemeente sluit zich aan bij de Vlaamse vredesweek en Mayors for Peace. Deze organisatie wil over alle landsgrenzen heen een verregaande solidariteit tussen lokale besturen in het leven roepen voor een wereldweide kernontwapening tegen 2020. Het lidmaatschap impliceert dat het gemeentebestuur sensibiliserende activiteiten ontwikkelt en ondersteunt.
39