1
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
‘Samen amen op weg naar een nieuwe organisatie’ Contourennota
Versie
07 – 05 – 2015
Opsteller:
Projectgroep Samenwerking IVN - KNNV
2
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
Inhoudsopgave
1. Waarom een nieuwe organisatie?
3
2. Meerwaarde van samenwerken
3
3. Wat heeft de nieuwe organisatie voor ogen?
4
3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
4 4 7 7
Inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen Inhoudelijke activiteiten centraal stellen Samenwerken met andere natuurorganisaties Vrijwilligers ondersteunen
4. Uitgangspunten
8
5. Afdelingen als vertrekpunt
9
6. Visie, missie, doelen en doelgroepen
9
7. Organisatie
11
7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6. 7.7. 7.8. 7.9. 7.10.
Uitgangspunten Landelijke organisatie Lokaal en regionaal Personeel Leden- en deelnemersbeleid Naamgeving Financiën Huisvesting Communicatie Statuten
8. Verantwoording en proces
11 11 12 12 12 12 12 13 13 13 14
3
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
1. Waarom een nieuwe organisatie? We willen bouwen aan een nieuwe organisatie die toonaangevend is op het gebied van natuureducatie en natuurstudie met mensen die alert zijn op hun (groene) omgeving (natuurbescherming). Door aldus liefde voor de natuur in de harten en hoofden van mensen te brengen, dragen wij bij aan duurzaam handelen, aan gezondheid en daarmee aan het geluk ven mensen. Door de gezamenlijke kennis en kunde van IVN en KNNV bij elkaar te brengen, kunnen we een compleet pakket aan activiteiten aanbieden aan de samenleving. Iedereen die daardoor actief wil zijn in en met de natuur kan bij ons terecht. Wij bieden een beweging die het verschil maakt en op de bres staat voor de natuur om ons heen.
Met een nieuwe organisatie bundelen we de krachten van IVN en KNNV en voegen we daar veel aan toe: we zijn een organisatie die ook aantrekkelijk en open is voor andere (lokale) groene groepen: een netwerkorganisatie. We voeren programma’s uit die inspelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld klimaatverandering, hoge levensverwachting en de vraag naar groen in de directe woonomgeving.
2. Meerwaarde van samenwerken Waarom zijn wij zo enthousiast om als IVN en KNNV samen op weg te gaan naar een nieuwe natuurorganisatie? Na uitvoerige gesprekken, ook met vele afdelingen, is duidelijk geworden dat er een grote meerwaarde te verwachten valt. Deze ligt in het volgende: • •
•
• • • • • •
Het goed kunnen inspelen op huidig en toekomstig tijdbeeld (zie 3.1) Het bereiken van veel meer mensen door een breed aanbod aan activiteiten en diensten, waarbij alles van KNNV en IVN (vereniging en beroepsorganisatie) voor iedereen toegankelijk is. Het verbinden van elkaars sterke punten tot een hoge kwaliteit van natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming en daarvoor het centrale aanspreekpunt van Nederland te worden. Het begint met het raken van mensen (educatie). Sommigen zullen nieuwsgierig zijn naar een vervolg (studie). Kennis stelt mensen tenslotte in staat serieuze gesprekspartner te zijn bij de inrichting van de eigen leefomgeving (bescherming). Versnippering in het aanbod aan natuurorganisaties verminderen en daarmee duidelijkheid creëren. Een grote vereniging van enthousiaste leden die nieuwe leden aantrekt en bestaande leden bindt. Een sterkere met kennis gefundeerde positie innemen naar lokale en landelijke overheden. Een aantrekkelijke organisatie zijn voor andere organisaties om mee samen te werken of om zich bij aan te sluiten (bijv. soortenorganisaties, lokale en regionale netwerken). De vrijwilligers beter kunnen ondersteunen in hun activiteiten, via het landelijk servicebureau en de regioconsulenten. Synergievoordelen: een minder beroep hoeven doen op (schaarse capaciteit) aan bestuurders en kostenbesparing.
4
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
3. Wat heeft de nieuwe organisatie voor ogen? 3.1. Inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen De nieuwe organisatie wil inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. Daarbij gaat het om: •
Een terugtredende overheid en als burger deel uitmaken van een participatiemaatschappij. Dat betekent dat er meer verantwoordelijkheid bij de burger en verenigingen en stichtingen komt te liggen voor het behartigen van de natuurbelangen. De nieuwe organisatie wil mensen en organisaties activiteiten en diensten aanbieden die hen in staat stellen zelf meer te leren over de natuur, zelf meer te doen voor de natuur en zelf meer invloed uit te oefenen op het behoud van de natuur. Natuur dichtbij de mensen brengen kan door bijvoorbeeld wijkgericht te werken.
•
De Rijksoverheid stelt in haar Rijksvisie o.a. dat de natuur overal is. Wij zijn het daarmee eens, hetgeen betekent dat de focus op natuur heel breed zal zijn. Dat kan variëren van de eigen tuin, via woonomgeving en buitengebieden naar natuurgebieden (van de terrein beherende organisaties en particulieren).
•
Nederlanders willen wel gebruik maken van activiteiten en diensten, maar hoeven niet altijd lid te zijn van de organisatie die dat aanbiedt. Dat betekent voor de nieuwe natuurorganisatie dat zij naast het lidmaatschap ook niet-leden als gebruiker van haar aanbod ziet en daar passende vormen voor heeft zoals het per keer kunnen deelnemen (tegen betaling?), ‘vriend zijn van de organisatie’ (met voordelen),’customer journey’ (van deelnemer naar vriend en/of lid).
•
Er is sprake van vergrijzing en hogere levensverwachting wat voor de nieuwe natuurorganisatie betekent dat activiteiten en diensten ook gericht zullen zijn op ouderen, als vrijwilliger of als deelnemer aan activiteiten.
•
De verstedelijking neemt toe waarmee ook de afstand tot de natuur groter wordt. Dat betekent dat natuur in de stad meer aandacht zal moeten krijgen en dat stadsmensen meer mogelijkheden moet worden aangeboden met de natuur buiten de stad in aanraking te komen.
•
De natuur en het behoud ervan krijgt steeds meer (media) aandacht, wat voor de nieuwe natuurorganisatie betekent dat in potentie een groot publiek ‘ontvankelijk is’ voor haar boodschap en haar activiteiten en diensten. Ook ‘duurzaamheid’ is in, wat een grote invloed heeft op een levensstijl waarin aandacht is voor gezond eten, duurzame energie, mobiliteit, etc.
3.2. Inhoudelijke activiteiten centraal stellen Bij het ontwikkelen van een nieuwe natuurorganisatie staat de inhoud voorop! Daar is de afgelopen maanden dan ook volop over gesproken, landelijk en met afdelingen. Dit heeft tot de volgende uitwerking geleid in drie kerncompetenties en vier thema’s of aandachtsgebieden voor de nieuwe organisatie.
5
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
De nieuwe organisatie onderscheidt zich door de combinatie van natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming (kerncompetenties). Natuurbeleving staat binnen al deze competenties voorop. Educatie, studie en bescherming van de natuur zet de organisatie in om met een groeiende groep actieve leden een groot publiek te bereiken. Dat doen we op een eigentijdse manier, aansluitend bij maatschappelijke trends en kansen, waarmee we natuurbeleving relevant maken in de maatschappij van nu en morgen. Thema’s hierbij zijn: Natuur in je buurt, Kinderen en jongeren, Natuur en gezondheid en Vrije tijd – natuurtijd. Natuurstudie / natuurkennis Kennis over de natuur is onze basis. Want kennis is leuk en nuttig, verhoogt het plezier van de natuurbeleving en uiteindelijk het commitment om de natuur te beschermen. Onze organisatie is een kennispiramide, voor alle doelgroepen is er wat te halen. (Aspirant-) natuurexperts vinden hun weg via gespecialiseerde werkgroepen. Zij werken ook nauw samen met soortenorganisaties en kennisinstituten. Mensen die op zoek zijn naar verdieping kunnen terecht voor uitgebreidere opleidingen en zich specialiseren in soorten, gebieden of anderszins. En het grotere publiek kan via prikkelende lezingen, toegankelijke instapcursussen en boeiende excursies kennismaken met het verhaal van de natuur. Ook de media weten ons goed te vinden, we bieden onze kennis laagdrempelig aan, ook via online kanalen. Onze kennis is niet alleen interessant, maar ook zeer relevant, bijvoorbeeld voor beleidsmakers op lokaal en landelijk niveau. Onze beroepsorganisatie ondersteunt om met beleidsmakers en kennisinstituten tot samenwerking te komen. Natuureducatie Kennis bij een groot publiek brengen is bij uitstek waar onze organisatie in excelleert. Onze educatie wordt gedragen door onderzoek en studie. Wetenswaardigheden over de natuur, op alle plekken en in alle seizoenen, vinden hun weg naar jong en oud. Via ons werk op scholen, via onze excursies, publiekscursussen en via onze online kanalen. Onze natuurgidsen zijn bij uitstek de schakel tussen kennis en publiek: zij staan erom bekend dat ze weten hoe ze het verhaal van de natuur moeten overbrengen! Educatie richt zich uiteraard op jongeren, binnen en rond de school brengen we educatie die kinderen raakt. De cursussen die we verzorgen voor volwassenen zijn bekend als eigentijds, boeiend en kwalitatief hoogwaardig. De plek waar je moet zijn als je meer wil weten over de natuur. Uiteraard zorgt onze beroepsorganisatie ervoor dat er goede middelen zijn om kennis te ontsluiten, onze activiteiten landelijk te promoten en daar partners bij te betrekken Natuurbescherming Door onze natuurkennis weten we wat het effect is van beleidsplannen in de ruimtelijke omgeving en kunnen we de natuurbelangen een stem geven. Samen staan we sterk en zijn we een krachtige en serieuze gesprekspartner voor overheden. Onze beleidsbeïnvloeding baseert zich op kennis over de natuur en we laten beleidsmakers ervaren wat de waarde is van natuur. Met een sterk profiel weten we ook mensen aan ons te binden. Bescherming betekent ook dat we concreet bijdragen aan het beheer van (kwetsbare) natuurgebieden. Ook voor natuurbeheer geldt dat burgerparticipatie steeds meer voorop staat. Wij weten ook nieuwe doelgroepen te interesseren om, al is het maar een dag per jaar, zich in te zetten voor de natuur. Onze beroepsorganisatie faciliteert met juridische kennis en participatie in landelijke gremia.
6
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
Natuur in de buurt Steeds meer mensen wonen in een stedelijke omgeving. De natuur is verder weg. Maar ook dichtbij: want in de buurt, in het park, op het schoolplein: overal zijn kansen om meer groen te creëren en die kansen worden ook gepakt. Door actieve bewoners en buurtinitiatieven. De overheid laat het initiatief aan de burger en ondersteunt waar mogelijk. De nieuwe natuurorganisatie richt zich sterk op natuur in de buurt. Want dat is voor mensen de meest concrete manier om de natuur te beleven. We leiden mensen op om hun tuin om te toveren tot een paradijs voor vogels en bijen en maken Nederland bewust van het belang daarvan. We ondersteunen groene buurtinitiatieven met kennis en cursussen. Op scholen helpen we bij vergroening en leiden we natuurouders op die de kinderen bij het groene speelplein betrekken. Via onze beroepsorganisatie kunnen we ook gemeenten adviseren en ondersteunen zodat zij weer beter in staat zijn om groen in de buurt te realiseren en te faciliteren. Kinderen … Kinderen zijn onze doelgroep bij uitstek. Als we hen kunnen raken met natuureducatie dan hebben zijzelf en de samenleving daar een leven lang profijt van. En onze toegevoegde waarde is groot. Natuuronderwijs is nu marginaal, gemeentelijke NMEcentra slinken, docenten ontberen vaak de kennis. Onze organisatie kan het verschil maken: als wij succesvol zijn dan zal voor het eerst in generaties de afstand tot de natuur weer kleiner worden, met alle positieve effecten voor kinderen op het gebied van gezondheid en welzijn van dien. Dat vraagt veel, maar samen kunnen we bereiken dat op scholen natuurouders en schoolgidsen met de kinderen naar buiten gaan. We bieden natuurbelevingsprogramma's aan voor de basisschool, van een uurtje tot meerdaags. We zorgen ervoor dat in de kinderopvang buitenspelen in het groen gemeengoed wordt. In de vrije tijd zijn er onze activiteiten voor kinderen en hun (groot)ouders. Elk weekend en elke woensdagmiddag is altijd wel iets te doen. De natuur is vrijetijdsbesteding nummer één voor gezinnen! Via onze beroepsorganisatie kunnen we bereiken dat natuur weer onderdeel wordt van de opleiding van onze leerkrachten en maken we onze programma's landelijk zichtbaar. en jongeren Als kinderen groter worden willen we hen niet uit het oog verliezen. De beroepsorganisatie van IVN biedt programma’s voor het middelbaar onderwijs, zoals Scholen voor Duurzaamheid. WoesteLand, de jongeren van IVN, biedt naast het uitgebreide programma van zomerkampen en weekenden sinds kort via de WoesteLand Academie workshops voor mensen – jong en oud - die willen leren over natuur- en duurzaamheidseducatie voor jongeren van 12+. Zo kunnen we ook als nieuwe natuurorganisatie werken aan het betrekken van jongeren bij de natuur. Door het ontwikkelen van eigen aanbod, maar ook door groene jongerenorganisaties te helpen hun werk zo goed mogelijk te doen. We bieden hen ruimte om hun bereik te vergroten door onze mediakanalen voor hen open te stellen. En we bieden als brede netwerkorganisatie voor natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming de followup voor jongeren die later nieuwe mogelijkheden zoeken om hun verbondenheid met de natuur vast te houden.
7
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
Natuur en gezondheid Steeds meer onderzoek bevestigt dat natuur van onschatbare waarde is voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Natuurbeleving heeft een positief effect op psychische klachten, houdt mensen langer vitaal, leidt ertoe dat diabetes- en longpatiënten zich beter voelen en sneller herstellen. Onze natuurwandelingen passen perfect in een gezonde levensstijl en worden door huisartsen aanbevolen. Medische begeleide biowalks worden zelfs ondersteund door zorgverzekeraars. Rond ziekenhuizen en verzorgingshuizen worden met onze kennis en support belevingstuinen aangelegd. Daar betrekken we veel nieuwe vrijwilligers(groepen) bij. Zo verrijken we het leven van heel veel mensen. Onze beroepsorganisatie zorgt voor de partnerships met de 'witte sector' en draagt bij aan innovatie van activiteiten en diensten. Vrije tijd - natuurtijd Onze samenleving vergrijst. Dat is op sommige vlakken een probleem, maar het is ook een kans. Er zijn straks nog meer vitale ouderen met relatief veel vrije tijd. En ook voor jongere generaties is vrije tijd heel belangrijk, mensen zoeken naar een goede balans tussen werk en ontspanning en willen deze op een hoogwaardige manier invullen. De natuur is bij uitstek de plek om te recreëren, nieuwe energie op te doen. Wij bieden talloze natuuractiviteiten, onze traditionele excursies, wandelingen en fietstochten. Maar ook steeds meer middelen om zelf de natuur te ontdekken. Zo bieden we onze gidsfunctie op een moderne manier aan, bijvoorbeeld via moderne media. Ook verdieping en het idee van een leven lang leren past bij uitstek in ons aanbod: variërend van laagdrempelige korte cursussen tot een complete natuuropleiding. Een lidmaatschap wordt een voucher voor steeds weer nieuwe kennis en inspiratie! Onze beroepsorganisatie versterkt onze positie binnen de recreatiesector, door landelijke samenwerking aan te gaan en bijvoorbeeld recreatieondernemers op te leiden tot natuurambassadeurs. 3.3. Samenwerken met andere natuurorganisaties In dit onderdeel wordt in een vervolgversie nader ingegaan op wat de netwerkorganisatie voor ogen staat met het samenwerken met andere natuurorganisaties. Koppeling met onze verbinding van natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming is hierbij de focus. Samenwerken kan op vele manieren. Een aantal manieren op lokaal, regionaal en landelijk niveau zal worden uitgewerkt. 3.4. Vrijwilligers ondersteunen In dit onderdeel wordt uitwerking gegeven aan het als collectief samenwerken tussen professionals en vrijwilligers. De afdelingen in de nieuwe organisatie zullen, net zoals ook nu het geval is worden ‘gerund’ door vrijwilligers en die worden door de landelijke organisatie ondersteund in het zo effectief en kwalitatief mogelijk uitvoeren van hun belangrijke werk. In een volgende versie zullen voorbeelden van deze ondersteuning duidelijk maken waar het hierbij om gaat. Denk bijvoorbeeld aan bestuurdersdagen, overzichten van cursussen en wat de beroepsorganisatie aan diensten biedt.
8
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
4. Uitgangspunten Bij het uitvoeren van de hierboven genoemde ambities wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd. Een eerste uitgangspunt is dat bestaande activiteiten worden voortgezet en dat daar juist door het samenwerken nieuwe, eigentijdse, innovatieve elementen aan worden toegevoegd. Afdelingen krijgen de ruimte en de tijd om daar binnen de kaders van de nieuwe organisatie op eigen wijze vorm en inhoud aan te geven. De nieuwe organisatie zal dan ook voor iedereen veranderingen opleveren die uiteraard gericht zullen zijn op verbeteringen. Een tweede uitgangspunt voor de nieuwe natuurorganisatie is dat de inhoud ervan voorop staat. M.a.w. het gaat om de activiteiten die de natuur bij mensen in hoofd en hart brengt en tot handelen aanzet. Om al die activiteiten goed te kunnen coördineren, faciliteren en uit te kunnen voeren is een organisatie nodig. Die organisatie moet passen bij de inhoudelijke ambities. Een derde uitgangspunt is dat de beoogde nieuwe natuurorganisatie inspeelt op een aantal van belang zijnde maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het binden van leden en het faciliteren van korter durende betrokkenheid van belangstellenden, en daarbij ook toekomstbestendig is. Een vierde uitgangpunt is dat de nieuwe natuurorganisatie er niet louter en alleen voor zichzelf is maar in dienst staat van het natuurbelang en de verbinding tussen mens en natuur. Hiermee wordt bedoeld dat de organisatie als focus de relatie mens en natuur heeft en die wil behouden. Een vijfde uitgangspunt is dat de nieuwe organisatie zich onderscheidt van andere natuurorganisaties door de verbinding van Natuureducatie, Natuurstudie en Natuurbescherming en vanuit een perspectief van duurzaam handelen. Belangrijk is hierbij de focus op Natuur Dichtbij de mensen. Ook de onafhankelijkheid van de nieuwe natuurorganisatie maakt het mogelijk de verbinding van educatie, studie en bescherming goed te realiseren. Hierin is de organisatie uniek en met name verschillend t.o.v. de andere grote natuurorganisaties: de terreinbeherende organisaties, het Wereldnatuurfonds en de kennisorganisaties/soortengroepen. Een zesde uitgangspunt is dat de nieuwe natuurorganisatie het probleem van de versnippering van de vele natuurorganisaties helpt op te lossen door een netwerkorganisatie te zijn en daarmee echt betekenis en invloed heeft op natuurwaarden en het genieten daarvan door mensen. Netwerkorganisatie zijn betekent dat zij met vele andere lokale, regionale, landelijke organisaties samenwerkt en waar het kan verbindingen legt.
9
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
5. Afdelingen als vertrekpunt Steeds meer afdelingen van IVN en KNNV werken samen en willen dat uitbreiden. Dat is voor de landelijke besturen dé aanleiding en stimulans geweest om verdergaande samenwerking als verenigingen en stichting IVN uit te werken. Dit heeft na intensieve bijeenkomsten met afdelingen geleid tot deze Contourennota. Verdere uitwerking van wat een nieuwe organisatie voor afdelingen betekent zal in een vervolgversie plaatsvinden. Het zal daarbij gaan om bestuurlijk samengaan en om samengaan van activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan samenvoegen van dezelfde werkgroepen, aan open stellen van alle werkgroepen-cursussen-lezingen-excursies-inventarisaties voor iedereen. Als eenheid contact hebben met gemeente e.d.. Denk aan gezamenlijke huisvesting, gezamenlijke website, blad en pr. Er zijn nu verschillen in samenwerking tussen afdelingen en die verschillen betekenen dat er in een verschillend tempo en in verschillende vormen toegewerkt zal worden naar de nieuwe organisatie. Daarbij staat maatwerk en eigen invulling binnen landelijke kaders voorop. Constant zal voor ogen gehouden worden wat de nieuwe organisatie nog meer dan nu biedt voor leden en voor andere mensen die mee willen doen. Dat alles geplaatst in het licht van een zelfstandige positie van afdelingen binnen landelijke kaders.
6. Visie, missie, doelen en doelgroepen Bij het vormen van een nieuwe natuurorganisatie is het belangrijk te formuleren wat de visie van deze organisatie is, welke missie daarbij hoort, welke doelen de organisatie wil bereiken en welke doelgroepen de organisatie erbij wil betrekken.
Visie (wat is onze droom?) De nieuwe organisatie wil de natuur in de harten van zoveel mogelijk mensen brengen. De verbinding tussen mens en natuur herstellen. Natuur(beleving) vergroot gezondheid en welzijn en draagt bij aan het geluk van mensen. Mensen kunnen niet zonder natuur. De nieuwe organisatie wil mensen laten genieten van de natuur door hen de natuur te doen beleven als waardevol, ontspannend, inspirerend. Door meer te weten beleef je meer; natuurkennis en natuurbeleving dragen bij aan natuurbescherming en respectvol handelen. Hierbij staat het behoud van biodiversiteit en een duurzame omgang met onze Aarde voorop.
Missie (Waarom besta je als natuurorganisatie en welke boodschap draag je uit) De nieuwe natuurorganisatie is een organisatie voor en door mensen. De organisatie maakt maatschappelijk verschil, door het centrale punt te zijn voor iedereen die actief wil zijn op het gebied van natuurbeleving en -studie. Een organisatie die met veel vrijwilligers natuur in de harten, hoofden en handen van mensen brengt met sterke en inspirerende verhalen en een groot bereik. Wij zien de mens als onderdeel van de natuur en willen ieders verantwoordelijkheid en participatie daarbij zodanig vergroten dat we samen een duurzame leefstijl ontwikkelen.
Doelen (wat wil je bereiken) De nieuwe organisatie wil het volgende bereiken:
10
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
• •
• • • •
een groot publiek wordt enthousiast betrokken bij de natuur en leert over/van de natuur dat het publiek de eigen verantwoordelijkheid beseft voor de natuur en vanuit die verantwoordelijkheid aan de slag gaat met natuurbescherming. Dit zal leiden tot een meer duurzame leefstijl waardoor het leefgebied van de mens wordt verbeterd de kloof tussen mens en natuur neemt af, natuurkennis- en beleving worden voor de nieuwe generatie (weer) iets vanzelfsprekends. de natuur wordt er beter van: educatie, studie en bescherming dragen bij aan een grote soortenrijkdom, aaneengesloten ecologische netwerken, goed evenwicht tussen natuurbehoud en natuurgebruik door de mens er is een effectieve samenwerking met andere natuurorganisaties waarmee/waardoor de waarde van de natuur wordt vergroot en bovenstaande doelstellingen worden geoptimaliseerd (wij zijn een netwerkorganisatie) er is een effectieve invloed op beleidsmakers- en uitvoerders in de natuur waardoor natuureducatie, natuurstudie, natuurbeleving en natuurbescherming wordt versterkt
Doelgroepen (op wie richt de nieuwe organisatie zich) Vooropgesteld is dat de nieuwe natuurorganisatie er voor veel mensen wil zijn. • •
• • • •
de nieuwe organisatie is er voor en door (nieuwe) leden omdat leden de dragers van de organisatie zijn de nieuwe organisatie richt zich op alle Nederlanders, ‘het publiek’ omdat we ervan overtuigd zijn dat onze programma’s en activiteiten voor een breed publiek veel te bieden hebben. Kinderen en jongeren zijn daarbij een doelgroep die veel aandacht krijgt, als we kinderen kunnen raken met educatie en beleving hebben zij en de samenleving daar een leven lang plezier van de nieuwe organisatie richt zich op overheden, zoals gemeente, provincie en rijksoverheid om invloed te kunnen uitoefenen op natuurbeleid en natuurbeheer de nieuwe organisatie richt zich op collega natuurorganisaties om daar zoveel mogelijk mee samen te werken en indien mogelijk die op te nemen in haar eigen netwerkorganisatie de nieuwe organisatie richt zich op het bedrijfsleven om samen de natuurbelangen te behartigen of samen te werken in programma’s, bijvoorbeeld op het gebied van natuur en gezondheid (denk hierbij ook aan zorgverzekeraars) de nieuwe organisatie richt zich op het onderwijs in brede zin waarbij veel (jonge) mensen aan allerlei educatieve activiteiten zoals cursussen, inventarisaties, lezingen en excursies kunnen deelnemen
11
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
7. Organisatie De landelijke besturen hebben de intentie uitgesproken om de koers te richten op een nieuwe organisatie. Een nieuwe organisatie waarvan het bestaande de basis vormt en waarbinnen het nieuwe kan worden gerealiseerd. Het vormen van een nieuwe organisatie wordt gezien als de beste methode om in te kunnen spelen op de maatschappelijke ontwikkelingen en op de realisatie van het verbinden van natuureducatie, natuurstudie en natuurbescherming. Een nieuwe organisatie biedt verreweg de beste mogelijkheden om de genoemde meerwaarde ook echt waar te maken. Dit is echter ook een grote stap, die onverkort commitment vraagt van alle betrokkenen: de twee verenigingen en de stichting. Op landelijk niveau zullen zij integreren tot één en dezelfde (collectieve) organisatie met daarin wellicht wel te onderscheiden posities. Daarbij kan er een tempoverschil bestaan tussen de landelijke gremia en de lokale afdelingen. Dat is niet erg want juist wanneer afdelingen tijd en ruimte hebben om vanuit de eigen situatie te werken aan verdergaande samenwerking in een nieuwe organisatie kan daar een passende inhoud en vorm aan gegeven worden. In de komende maanden gaan we de contouren voor de nieuwe organisatie verder uitwerken in samenspraak tussen besturen, afdelingen en beroepsorganisatie(s). 7.1 Uitgangspunten Voordat we tot een invulling komen is het van belang een aantal uitgangspunten te benoemen die voor de nieuwe organisatie worden gehanteerd: -
aantrekkelijk voor nieuwe doelgroepen en andere verbanden om mee samen te werken en zich bij aan te sluiten kent een democratische structuur een structuur waarbij ook op landelijk niveau de inbreng van vrijwilligers groot is, bijvoorbeeld in landelijke werkgroepen een organisatie die lokaal veel vrijheid biedt aan vrijwilligers voor een eigen programma waarin herkenbaarheid, landelijke en regionale impact worden gefaciliteerd goede samenwerking met en ondersteuning door de beroepsorganisatiebestaat; gekenmerkt door ontzorging enerzijds (beroepsorganisatie in een faciliterende rol) en collectief ondernemerschap (waarbij beroepsorganisatie kwaliteit inbrengt om samen met vrijwilligers kansen te zien, te verzilveren, partnerships te verwerven met overheden en anderen, te innoveren en goede initiatieven op grotere schaal uit te rollen).
De volgende paragrafen bieden een globaal overzicht van de zaken die in het vervolgproces uitgewerkt dienen te worden. 7.2 Landelijke organisatie Er komt een ontwerp tot stand van de nieuwe organisatie op landelijk niveau. O.a. de rol van het Landelijk Bestuur, en de samenstelling, taken en bevoegdheden daarvan zullen uitgewerkt dienen te worden. Onderzocht wordt welke posities een Landelijk (service)bureau in de organisatie kan innemen met daarbij een uitwerking van (bundeling van) taken en bevoegdheden. Ook zal duidelijk moeten zijn hoe de huidige organisatie van de beroepsorganisatie verbonden/geïntegreerd is met de nieuwe organisatie.
12
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
Daarbij moet worden uitgewerkt hoe de lijnen zijn tussen de landelijke organisatie naar de regio’s en de afdelingen. 7.3 Lokaal en regionaal Van belang is natuurlijk ook hoe de organisatiestructuur van afdelingen kan zijn en hoe zich dat verhoudt tot de landelijke structuur. Uiteraard zal deze invulling in nauw overleg met afdelingen tot stand komen. Onderzocht moet worden hoe de nieuwe afdelingen verenigd kunnen zijn in een regionaal (wellicht provinciaal) verband. Vraag is of de nieuwe afdelingen direct vertegenwoordigd kunnen zijn in het besluitvormend landelijk orgaan (zoals nu bij de KNNV) of dat dat bijvoorbeeld via de regio’s plaats vindt (zoals nu bij IVN). Essentieel is dat de binding met de landelijke organisatie goed is. 7.4 Personeel IVN vereniging heeft geen eigen personeel in dienst, maar huurt in op basis van uurtarief bij de stichting. Bij de Stichting IVN werken ca. 100 mensen, ca. 75 fte. Bij de KNNV zijn twee personen in loondienst. In totaal 1,2 fte. In de nieuwe natuurorganisatie zal bepaald dienen te worden hoe personeel van IVN en KNNV samengebracht kan worden. 7.5 Leden- en deelnemersbeleid Tussen het huidige ledenbeleid van beide organisaties bestaan enkele verschillen. Er zal gezocht moeten naar een vorm waarin er eenduidigheid ontstaat. Ook zullen naast de bestaande vormen ook nieuwe vormen worden ontwikkeld, rekening houdend met wat in het huidige tijdsbeeld past en wat mogelijkheden biedt voor vele mensen om zich op de een of andere manier (tijdelijk?) te verbinden met de nieuwe organisatie. 7.6 Naamgeving In het overleg van project- en stuurgroep dd. 26 maart 2015 is afgesproken om nadere uitwerking te geven aan twee scenario’s: • •
nieuwe naam naamgeving met behoud van (elementen) beide merken
Beide scenario’s zullen nader uitgewerkt worden en geplaatst worden in het perspectief van de nieuwe organisatie. 7.7 Financiën Uit een eerste reflectie op de financiën kwam het volgende naar voren: •
•
Beide organisaties, IVN en KNNV, zijn financieel gezond. De begrotingen verschillen in grootte aanzienlijk. Bij IVN wordt onderscheid gemaakt tussen een begroting voor de Vereniging en voor de Stichting. De verenigingsbegrotingen zijn gebaseerd op contributies van leden, middels het afdrachtsysteem. De Stichting IVN put haar inkomsten uit subsidiegevers en
13
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
• •
•
overheden. Een belangrijke inkomstenbron voor vereniging en stichting IVN is daarbij de bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Verkend zal worden hoe andere vormen van lidmaatschap eruit kunnen zien, bijvoorbeeld lidmaatschap voor bedrijven en lokale groene groepen. IVN is sinds ruim 20 jaar beneficiënt van de Nationale Postcode Loterij. In de voorbereiding van de nieuwe vijfjaarsperiode (2016-2021) wordt verwacht dat de financiering niet ter discussie staat en dat samenwerking met de KNNV en anderen zal worden toegejuicht door de loterij. Als financiële synergievoordelen van IVN en KNNV in één organisatie kunnen gelden: gezamenlijk huisvesting, gezamenlijk ledenblad, bestuurskosten, geïntegreerd personeel
7.8 Huisvesting Het Landelijk Bureau van KNNV is gevestigd in Zeist. Het Landelijk Bureau van IVN in Amsterdam. De huisvesting moet worden verbonden met de organisatievorm. Het ligt voor de hand dat de nieuwe organisatie zich op landelijk niveau op één locatie concentreert. 7.9 Communicatie Naar verwachting zijn wij inmiddels zover in het proces dat de contouren van de nieuwe organisatie zichtbaar worden en dat daar een communicatieplan op gebaseerd kan worden. Gedachte is dan ook dat dit binnenkort tot stand zal komen. 7.10 Statuten Van IVN en KNNV zijn zowel landelijke als afdelingsstatuten. Afdelingen zijn nu autonoom t.o.v. de landelijke organisatie. Het veranderen van de nu afzonderlijke organisaties in een nieuwe organisatie vraagt zowel op landelijk als afdelingsniveau wijziging in de statuten. De wijzigingen zullen dan gebaseerd zijn op de keuzes die qua samenwerking gemaakt worden. Uit een eerdere vergelijking van de landelijke statuten komen geen grote verschillen naar voren die blokkades voor samengaan betekenen. Het grootste verschil betreft de vertegenwoordiging van afdelingen in het hoogste verenigingsorgaan. Bij de KNNV is elk afdelingsbestuur direct vertegenwoordigd, Bij IVN is elke afdeling via de regio vertegenwoordigd (dus ‘getrapt’). Op basis van nog te vormen ideeën over de inrichting van de organisatie op landelijk, regionaal en lokaal niveau kan in een volgende fase bezien worden welke statutaire uitwerking daarvoor nodig is.
14
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
8. Verantwoording en proces De inhoud van deze contourennota is een schets van wat IVN en KNNV voor ogen staat bij het samengaan in een nieuwe organisatie en komt voort uit het proces van samenwerken tot nu toe. Op grond van vragen van afdelingen hoe de samenwerking tussen IVN en KNNV meer inhoud en vorm kon krijgen hebben de landelijke besturen van KNNV en IVN met elkaar gesproken over de mogelijkheden daartoe. Dat heeft geleid tot het instellen van een samenwerkings/projectgroep die dat nader heeft onderzocht. In dat proces is al het nodige gedacht en geschreven over wat bij die samenwerking van belang is. Hieronder staat een lijst van documenten die eerder in het proces tot stand zijn gekomen en op verzoek beschikbaar zijn. Het doel van deze versie van de Contourennota is om te dienen als een basis voor dialoog tussen landelijke besturen en afdelingen. Deze ‘werkversie’ zal worden opgevolgd door andere versies. Al werkend naar een eindversie zal die steeds concreter worden opdat de afdelingen een goed beeld hebben over wat de nieuwe organisatie is en wil zijn. De eindversie zal gebaseerd moeten zijn op de verwachting dat de afdelingen daar (in meerderheid) achter kunnen staan. In het proces van samen op weg zijn naar een nieuwe organisatie staan de afdelingen van IVN en KNNV centraal. Daar vinden immers alle activiteiten voor leden en niet leden plaats. Daarom hebben beide Landelijke Besturen ook een bijeenkomst georganiseerd i.c.m. de LR van IVN en VV van KNNV op 11 april waarop afdelingsbestuurders van IVN en KNNV in gemengde groepen zich uitgesproken hebben over de mogelijke inhoud van de nieuwe natuurorganisatie. Voorafgaand aan deze bijeenkomst is een notitie aan de deelnemers gestuurd waarin duidelijk werd gemaakt wat de ambities voor en van een nieuwe natuurorganisatie zijn. Op 23 april is in een bijeenkomst van de projectgroep met vijf afdelingen van IVN en KNNV gereflecteerd op de uitkomsten van 11 april en daaraan verdieping gegeven. Dit alles heeft veel input opgeleverd voor deze Contourennota. De vijf afdelingen zullen serieus betrokken blijven bij de vervolg - versies van de Contourennota. Het zullen immers de afdelingen zijn die concrete uitwerking aan de inhoud en vorm van de nieuwe natuurorganisatie geven. Input welkom! Alle input is welkom, zodat we op basis van deze contourennota een nog beter en meer gedragen plan voor de nieuwe organisatie kunnen uitwerken. Begin september zal een volgende versie van de plannen gereed zijn! Doe mee! Laten we samen op alle niveaus van de organisaties aan de slag gaan om invulling te geven aan de nieuwe organisatie. De Landelijke Besturen dagen alle afdelingen en alle leden uit om zelf met beelden van en ideeën voor de nieuwe organisatie te komen. Die nemen we mee in de vorming van de nieuwe landelijke organisatie (waarover volgens de huidige planning begin volgend jaar zal worden besloten), maar die vooral ook invulling geven aan lokale en regionale samenwerkingsvormen zoals deze door de afdelingen zelf worden gewenst.
15
‘Samen op weg naar een nieuwe organisatie’ - Contourennota
Beschikbare documenten • • • • • • •
‘IVN en KNNV samen op weg’. Intern communiqué voor de afdelingen, 19 november 2014. Routeplan samenwerkingsproces IVN-KNNV, Versie 02-12-2014, voor besturenoverleg IVN-KNNV, 10 december 2014 te Utrecht ‘IVN en KNNV werken samen aan een nieuwe natuurorganisatie’, Communiqué 6 februari 2015. ‘Synergie en meer, Inhoud en programma’s van IVN en KNNV’, 5 maart 2015 Notitie ‘Ambities van IVN-KNNV op weg naar een nieuwe natuurorganisatie’ voor LR en VV 11 april 2015 Presentatie LR en VV 11 april 2015, door Mark Assenberg en Erik Ackerman Samenvatting uitkomsten LR en VV 11 april 2015 (en uitwerking flappen Nijkerk 11 april Werkgroepen VV/LR KNNV-IVN 11 april 2015).