I N F O R M AT I E K R A N T V O O R S A M E N W E R K I N G S PA R T N E R S VA N D E A L O Y S I U S S T I C H T I N G I N B R A B A N T E N L I M B U R G
Samen Betekenisvol 06 Leren voorjaar 2016
in de regio’s Roermond/Weert, Helmond/Nijmegen en Eindhoven/De Kempen
Muziek! Bijzonder Jeugdwerk en Aloysius ‘bouwen’ samen aan een Campus in Deurne pagina 3
Onderzoek naar hoogsensitiviteit: leerlingen en ouders Aloysius werken mee pagina 6
Actief Ouderschap centraal op de Widdonckschool in Weert pagina 10
Onderwijs aan nieuwkomers kinderen vraagt specifieke expertise pagina 11
Leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs van De Korenaer Strausslaan in Eindhoven namen onlangs hun eigen cd op. Een muzikale herinnering aan het Aloysius Muziek Programma op hun school. Dit programma wordt uitgevoerd in verband met het 125-jarig bestaan van Aloysius in 2016. Alle scholen kunnen op hun eigen wijze aan de slag met muziek. Lees meer over hoe De Korenaer dat deed op pagina 12!
2 | S A ME N BE T E K E NI S V OL L E REN 0 6
Aloysius – kort
Zaterdag 18 juni open dag
Widdonckschool Heibloem zet deuren open Niet alleen is er van alles te zien, bezoekers van de open dag van de Widdonckschool in Heibloem kunnen ook van alles beleven. Op 18 juni zet de school aan de Meijelseweg 2b de deuren van 11.00 tot 14.00 uur open. Kinderen, ouders, opa’s, oma’s, buurtbewoners en netwerkpartners: iedereen is welkom op 18 juni in Heibloem, om (nader) kennis te maken met de school voor speciaal onderwijs. Op die dag delen ook netwerkpartners van de school hun expertise. Verder is de Widdonckmarkt te bezoeken en kun je via belevingscircuits zelf ervaren hoe het is om te leven met autisme of ADHD. Bezoekers kunnen leuke foto’s laten maken, een hapje en drankje staan klaar en er is live muziek. Meer weten? www.widdonckschoolheibloem.nl.
Inge Vogels nieuwe directeur KEC de Donderberg Inge Vogels is de nieuwe directeur van Kennis- en Expertisecentrum de Donderberg. Zij volgde onlangs kwartiermaker Marcel Smeets op.
Nu: evolueren
Dinsdag 7 juni Korenaer Strausslaan
Lezing autisme en geluk
Autismedeskundige Peter Vermeulen geeft op uitnodiging van De Korenaer Strausslaan in Eindhoven op dinsdag 7 juni een lezing over autisme en geluk. “Hoe meer je iemand laat nadenken over waar hij of zij stress van krijgt, hoe depressiever hij of zij wordt”, betoogt Vermeulen. “Beter is ontdekken wat iemand een goed gevoel geeft en die positieve gevoelens bevorderen. Daarmee bevorderen we ook de weerstand tegen negatieve levenservaringen.” Meer horen? Kom dan naar de lezing op de Strausslaan. Inloop vanaf 10.00 uur. De lezing start om 10.30 uur en na afloop staat een lunch klaar. Voor meer informatie en aanmelding: www.korenaerstrausslaan.nl.
Aloysius voldoet aan Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs Verenigingsmanager Corine van Helvoirt van het Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs (LECSO) reikte begin 2016 het certificaat Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs uit aan de Aloysius Stichting. Voorzitter college van bestuur Hans Kelderman en projectleider Kwaliteit en Onderwijsontwikkeling Ellen Ros namen certificaat en bloemen in ontvangst. Sinds november 2015 was Aloysius al ISO-gecertificeerd, nu volgde het kwaliteitskeurmerk van de eigen branche. Alle locaties – met uitzondering van medisch kinderdagverblijven en centra voor dagbehandeling – zijn gecertificeerd.
A BC L E E ST I P S L M NOP QR ST U Sociale media in het speciaal onderwijs
De moeite waard voor iedereen die werkt in of betrokken is bij speciaal onderwijs: het boek Juf, mogen we weer huiswerk? In deze uitgave van Kennisnet en LECSO delen onderwijsprofessionals hun ervaringen met sociale media in het speciaal onderwijs. Aloysius-leerkracht Esther van Eeden werkte mee aan het boek en vertelt over het gebruik van QR-codes in de klas. Bekijk het boek online op http://socialemediainhetso.kennisnet.nl.
Aan de slag – met gedrag In het magazine Aan de slag met gedrag vertellen leerlingen, leerkrachten, intern begeleiders en directeuren wat zij hebben gehad aan hun training, workshop of het advies van de ondersteuningsdiensten van Aloysius. In het magazine dat Gedragpunt, Triade en Aloysius West samen uitbrachten dus veel ervaringsverhalen en praktische tips. Download het magazine via www.aloysiusstichting.nl/ondersteuning.
A BCDE F GH I J K L M NOP QR ST U
Onderwijs en jeugdhulp in één coöperatie – gevormd door Mutsaersstichting, de Wijnberg, Stichting Onderwijs Midden-Limburg en de Aloysius Stichting – voor eigendom, bedrijfsvoering, onderwijs, ondersteuning en aansturing: dat is uniek in Nederland. En een hele klus.
Terugblik: pionieren “KEC de Donderberg ging augustus 2015 open en er is sindsdien veel bereikt”, vindt Inge Vogels. “Mijn voorganger Marcel Smeets heeft kwartier gemaakt en de samenwerking onder één dak in de steigers gezet.” Aan Inge Vogels is het nu om de netwerkorganisatie na de pioniersfase verder te laten brengen. Dat past precies in het straatje van Vogels, die de afgelopen jaren vanuit de Mutsaersstichting bezig was met zorginnovatie en zorginkoop.
Onderwijs en zorg vervlechten, dat vraagt om “een zorgvuldige inrichting van de organisatie”, zegt Vogels. Zij focust de komende maanden dan ook primair op het verstevigen van de gemeenschappe lijke visie en efficiënte, gezamenlijke werkprocessen, passend bij regionale ontwikkelingen in passend onderwijs en zorg. “Als processen en systemen op orde zijn kunnen we verder vernieuwen”, vat Vogels samen. “Want dat is natuurlijk zeker de bedoeling van KEC de Donderberg. Ik vind het leuk om mensen mee te nemen en ondertussen te laten genieten van bereikte successen.”
Aan ontwikkeltafels in de regio keken en kijken zorgpartners samen met gemeenten en andere betrok kenen hoe de transformatie van de zorg vorm moet krijgen. Hét uitgangspunt: integraal, goed en efficiënt samenwerken. “Dat past naadloos bij het gedachtegoed van KEC de Donderberg”, vindt Vogels. “Wij willen kinderen en jongeren maatwerk bieden door een integraal aanbod van onderwijs en zorg.”
Vooruitblik: transformeren “Ik zie zoveel kansen!”, zegt Inge Vogels enthousiast. Onderwijs en zorg worden nu veelal nog ‘gestapeld’ steeds zwaarder als het lichtere aanbod niet werkt. Terwijl je door éérder de juiste expertise in te zetten, trajecten juist kunt verkorten en ‘erger’ kunt voor komen. KEC de Donderberg kan bij uitstek een preventieve rol spelen, door als onderwijs en zorg veel eerder en integraal mee te denken met regulier onderwijs of eerstelijnszorg. Na de fase van evolutie kan spreekwoordelijk revo lutie volgen. ‘Staat’ de interne organisatie goed, dan kun je energie steken in vernieuwing en maatwerkmodules ontwikkelen waarbij onderwijs en zorg hand in hand gaan. “Dan kunnen wij onderwijs op maat bieden, waarvan zorg onderdeel is. We gaan voor talentontwikkeling in plaats van steeds investeren in wat kinderen níet kunnen.”
S A ME N BE T E K E NI S V OL L E RE N 0 6 | 3
Samenwerking onderwijs en jeugdhulp/zorg Samenwerkingspartners Hub Bloebaum van BJ Brabant (r) en sectordirecteur Jac Verstegen van Aloysius (l) poseren bij het agrarisch zorgbedrijf op Vreekwijk, waar onderwijs en zorg steeds intensiever samenwerken.
‘Als je vanuit de vraag van een jongere vertrekt, vind je elkaar altijd’ Zet directeur Bijzonder Jeugdwerk Hub Bloebaum en sectordirecteur Jac Verstegen van Aloysius bij elkaar en de innovatieplannen komen spontaan op tafel. En dat is nodig ook, om de transformatie in de jeugdzorg tot een succes te maken. Begin 2016 begon Hub Bloebaum als directeur van Bijzonder Jeugdwerk (BJ). Voor hem een nieuwe wereld, na managementbanen in onder meer zorglogistiek en bedrijfsvoering in het ziekenhuiswezen en de ouderenzorg. Nu dus de ‘jeugd’. Bloebaum kwam binnen na de recente transitie jeugdzorg en staat nu aan de lat voor het aan sturen van de transformatie, die volop gaande is in de jeugdzorg. “Een grote opdracht”, beaamt hij. Sneller, beter, efficiënter, goedkoper transparanter en betere kwaliteit: er wordt nogal wat verwacht van de branche. “Wij willen dit realiseren met behoud van eigen identiteit en waarden: dat is onze kracht.” Een deel van de oplossing zit in het meer modulair maken van het aanbod, denkt Bloebaum. Waar mogelijk kan de residentiële jeugdzorg meer ambulant worden. Ook uit overtuiging, overigens. “In mijn visie moeten onze jongeren waar mogelijk vooral ín de wereld zijn. Daar is hun leven en hun toekomst. Verbleven jongeren voorheen veelal langere tijd op Vreekwijk, nu zijn en worden trajecten korter en flexibeler.” Resultaatgericht(er) In Aloysius vindt BJ een partner die ook de omslag maakt van inspanningsgericht naar resultaatgericht werken. “We kijken samen naar wat slimmer, scherper en beter kan”, vat Bloebaum samen.
Sectordirecteur Jac Verstegen van Aloysius: “Dit is één van de redenen waarom wij bijvoorbeeld onze bestendigingsmonitor Attrack hebben ontwikkeld. Wij volgen onze oud-leerlingen twee jaar lang om te zien of zij op niveau blijven in hun vervolgstap in onderwijs of werk. Doel is immers dat onze leerlingen zich uiteindelijk kunnen redden in de samenleving. Met de informatie uit de monitor kunnen wij onze kwaliteit verder verbeteren.” Bloebaum. “Een diploma is natuurlijk mooi, maar hebben onze jongeren straks ook een baan? Dat is uiteindelijk wat je wilt.” Zelfredzaamheid Het integrale dagprogramma in Deurne is al gericht op bevordering van die zelfredzaamheid in werk, relaties, vrije tijd. Sinds een jaar worden jongeren vanuit de Campus ook intensiever en eerder voorbereid op arbeid ‘buiten’. “Campus vind ik eerlijk gezegd niet zo’n goed gekozen naam”, zegt Bloebaum eerlijk. “Het suggereert dat jongeren vooral hier in de bossen (van Vreekwijk, red.) leren werken, terwijl je juist wilt dat ze in de samenleving leren en werken en dat gebeurt vanuit de Campus zeker ook.” Een multidisciplinaire benadering – met zo nodig meer partners – is de route voor de toekomst. Dat is de werkelijke transformatie. “Als je als onderwijs en zorg vanuit de
vraag van een jongere vertrekt en samen het antwoord zoekt, dan vind je elkaar altijd. Ook in een tijd waarin we meer met minder moeten doen.” Vernieuwen Zowel Verstegen als Bloebaum zien mogelijkheden om het onderwijszorgaanbod aan meer doelgroepen aan te bieden. De deuren meer open dus, voor jongeren in de regio die de expertise van BJ en Aloysius nodig hebben voor hun ontwikkeling. “Het afstandsonderwijs dat wij vanuit Deurne bieden aan BJ-jongeren in het buitenland, kan ook voor thuiszitters in de regio iets zijn”, illustreert Jac Verstegen. Zo kunnen zowel onderwijs als jeugdzorg hun expertise niet alleen eerder in de ‘keten’ inzetten, maar ook meer tijd- en plaats onafhankelijk. “Nu komen wij pas in beeld als alle andere hulpverleners al langs zijn geweest, terwijl dat soms juist in het begin van een ondersteuningstraject moet om erger te voorkomen”, onderstreept Bloebaum. En wat te denken van de mogelijkheden van serious gaming of leren in een virtual reality-omgeving … “Het zou mooi zijn als wij de komende jaren samen zo’n innovatief programma kunnen ontwikkelen.”
4 | S A MEN BE T E K E NI S V OL L E REN 0 6
Samenwerking onderwijs en jeugdhulp/zorg
Campus: coproductie BJ, Aloysius en regionale bedrijfsleven
Leren voor en in ‘t ‘echt’ is leerzaam en leuk
Op eigen verzoek: cursus nagelstyling Zorgcoördinator Trudy Sijbers van De Korenaer in de kapsalon, waar inwoners uit Deurne en omgeving hun haar kunnen laten knippen. Leren met échte klanten in de kappersstoel.
Jongeren ‘moeten’ veel op school, maar in Deurne kijken De Korenaer en Bijzonder Jeugdwerk (BJ) ook graag naar wat leer lingen wíllen en goed kunnen gebruiken voor een betekenisvol bestaan. Zo volgde een groep meiden onlangs een extra cursus nagelstyling.
Eén integraal dagprogramma voor zorg en onderwijs: dat is op Vreekwijk in Deurne al lang heel gewoon. Sinds een klein jaar draait ook de Campus, waarvoor Bijzonder Jeugdwerk (BJ) en Aloysius samenwerken met het regionale bedrijfsleven. Doel is jongeren zoveel mogelijk te laten leren in de beroepspraktijk, om ze zo goed klaar te stomen voor een betekenisvol bestaan.
Voor een groep jongeren op Vreekwijk is ‘werk’ de aangewezen route. Daar bereiden BJ en Aloysius ze in Deurne op voor, door ze zo snel en veel als mogelijk ‘echte’ werkervaringen te laten opdoen. Ziedaar nut en noodzaak van de Campus.
“Leuk en leerzaam”, vindt Nikita. “Ik denk dat dit ook handig is om wat extra’s te kunnen bij verdienen”, denkt Mariska. “Later ga ik een kapsalon openen in combi met nagels”, zegt Sylvana enthousiast. Het mag duidelijk zijn: enthousiaste reacties van de meiden, die van alles leerden over nagelverzorging.
Jongeren doen eerst werkervaring op Vreekwijk: een veilige leerwerkomgeving. Is hun ontwikkeling op gang gebracht, dan volgt zo mogelijk de stap naar leren en werken op locatie, in levensechte praktijksituaties. Vakkennis en -vaardigheden leren gaan hand in hand met het opdoen van werknemersvaardigheden zoals samenwerken. Je staande leren houden Passend werk, een zinvolle vrijetijdsbesteding, een fijne woonomgeving, gezond leven en sociale contacten: dat hoort allemaal bij je staande kunnen houden in de samenleving. Daarom wisselen BJ en Aloysius onderwijs, dagbesteding, stage, therapie en ontspanning af en investeren dus steeds intensiever in een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt.
S A ME N BE T E K E NI S V OL L E RE N 0 6 | 5
Samenwerking onderwijs en jeugdhulp/zorg
‘Jongeren zien resultaat van hun werk. Succeservaringen laten hun zelfvertrouwen groeien’
Leren van motoren
Door zijn eigen passie voor motoren over te brengen, spreekt Seth Timo Kox de intrinsieke motivatie van jongeren aan. Sleutelen aan motoren is leuk – en dus krijgen jongeren zin om zich in te zetten en hun problemen aan te pakken.
MotorZ is één van de bedrijven die jongeren de kans biedt om werkervaring op te doen. “Ik gebruik motoren als voertuigen naar de emotie”, legt Kox uit. “Het is een middel om jongeren enthousiast te krijgen en te activeren. Dan kunnen zij ook onderliggende problemen aanpakken.” Projectleider Leon Vallen van BJ laat de vensterluiken zien die leerlingen opknappen in opdracht van het museum in Deurne. Een échte klus voor een échte opdrachtgever: dat motiveert.
“We werken vanuit de Campus samen met een aantal bedrijven en instellingen in de regio”, vertelt Vallen. Zo gaan jongeren in opdracht van een regionale stratenmaker aan het werk, maken in de metaal- en houtwerkplaats producten voor lokale ondernemers, knapten in opdracht van de NS het stationsgebouw in Deurne op en verbeterden het dierenpark in Helmond.
Kox was als kind al op de crossbaan te vinden en werd door zijn vader gestimuleerd om zich in te zetten voor zijn motorsport. Sparen voor een tankje benzine of onderdelen voor de motor: daar krijg je een geweldige ervaring op de crossbaan voor terug. Dat – en zijn passie voor motoren – brengt Kox nu over in zijn dag bestedingsbedrijf.
Zorgcoördinator Trudy Sijbers van De Korenaer: “Afgelopen winter waren onze jongeren betrokken bij de organisatie van het ijsfestijn in Deurne. Je merkt dan hoe trots ze op hun werk zijn.” Talenten ontwikkelen Leren ‘voor en in het echt’ motiveert, merken Sijbers en Vallen “Jongeren zien resultaat van hun werk. Succeservaringen laten hun zelfvertrouwen groeien”, verwoordt Vallen. Minstens zo belangrijk: dát leren wat aansluit bij je talent en wat je leuk vindt. Dus vragen BJ en De Korenaer steeds vaker naar welk talent een jongere graag verder wil ontwikkelen. Sijbers: “Zo hebben we onlangs een cursus nagelstyling aangeboden. Dat wilde een groep meiden graag. Dat motiveert ze dus, maar wij vinden het ook positief omdat ze hierdoor straks weer beter in staat zijn om iets extra’s te verdienen.”
De komende periode investeren BJ en Aloysius in uitbreiding van het Campusnetwerk van bedrijven en instellingen. En: de projectstatus moet eraf. De Campus moet gewoon onderdeel worden van het gezamenlijke aanbod van onderwijs en zorg.
Excellente scho(o)l(en)
De Korenaer in Deurne mag zich sinds 18 januari 2016 een Excellente School noemen. Dat geldt overigens ook voor een andere Aloysiusschool van sector Zuid: de Latasteschool in Horn. De jury roemde hier het vraaggestuurd en opbrengstgericht werken. Voor de Korenaer Deurne gaf de aanpak van het onderwijs programma de doorslag. www.latasteschool.nl www.korenaerdeurne.nl
Zo verzorgde MotorZ een traject van tien weken voor drie jongens en een meisje van BJ. Zij leerden sleutelen aan minicrossmotoren en leerden schakelen op de motor van Seth. Eén van de gerestaureerde motoren was bestemd voor crosser Maarten Roos, die de Grand Prix van Valkenswaard organiseerde. Van de onthulling werd een feestje gemaakt, compleet met confettikanonnen en champagne. Roos nodigde de jongeren uit voor de wedstrijd. Dat niet alleen. “Crossbaan Motor Club Deurne liet de jongeren een dag lang crossen op de mini motoren”, vertelt Seth Kox. “Met Maarten Roos kon ik de jongeren een dag lesgeven en laten proeven aan de mooie motorsport. Jongeren nemen dit soort succeservaringen mee in hun verdere leven. Het opbouwen van zelf vertrouwen en motivatie is de kern van mijn methodiek.” www.motorzdagbesteding.nl
6 | S A ME N BE T E K E NI S V OL L E REN 0 6
Kennis en onderzoek
Wat weten we over hoogsensitiviteit? Hoogsensitiviteit is een eigenschap die steeds meer aandacht krijgt. Wat weten we uit wetenschappelijk onderzoek? Eigenlijk nog vrij weinig. Het onderzoek dat is gedaan richt zich voornamelijk op volwassenen zonder stoornissen. Het is duidelijk dat er variatie bestaat tussen mensen in hoe sensitief zij zijn. Dat heeft waarschijnlijk een biologische basis en wordt veroorzaakt door een verschil in gevoeligheid van het zenuwstelstel. Lysandra Podesta
‘Hopelijk draagt onderzoek bij aan meer begrip’ Pedagogisch wetenschapper Lysandra Podesta promoveert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op de mogelijke relatie tussen stoornissen in het autismespectrum en hoogsensitiviteit. Of – om compleet te zijn: zij kijkt naar zintuiglijke informatieverwerking (inclusief hoogsensitiviteit) en de samenhang met gedrag en emoties.
Iederéén zoekt naar een optimaal niveau van sensorische informatie. Is het bijvoorbeeld ergens te druk, dan krijg je de neiging om je daaruit terug te trekken. Bij mensen met een hoge sensorische verwerkings gevoeligheid – dit noemen wij hoogsensitief – moet een omgeving of situatie minder stimulerend zijn om een optimaal stimulatieniveau te ervaren. Is er teveel stimulatie, dan wordt het zenuwstelsel overladen en kunnen gevoelens van angst en stress ontstaan. Eerder onderzoek toonde aan dat hoogsensitiviteit weliswaar wordt geassocieerd met stress, een slechtere gezondheid en sociale fobie, maar dit is vooral zo in combinatie met factoren met een negatieve invloed, zoals een lastige thuissituatie. Ander onderzoek wijst uit dat hoogsensitiviteit vooral samengaat met angst als je weinig inzicht hebt in je eigen emoties. Hoewel hoge gevoeligheid (deels door toename in stress) ervoor kan zorgen dat je minder functioneert, lijkt vooral ondergevoeligheid samen te gaan met minder goed sociaal en adaptief functioneren. De onderzoeksvraag die Lysandra Podesta zich stelt is of opvallend veel leerlingen in het speciaal onderwijs hoogsensitief zijn en hoe deze eigenschap samenhangt met hun emoties en gedrag. Juist bij doelgroepen die aantoonbare problemen hebben om te functioneren in de maatschappij, is meer onderzoek nodig. Zij kunnen immers bij uitstek baat hebben bij meer kennis over hoogsensitiviteit – en de juiste begeleiding.
Kan hoogsensitiviteit een voorspeller zijn van bepaald gedrag? Of kan bepaald gedrag dat wordt toegeschreven aan autisme veroorzaakt worden door stress die gepaard gaat met hoogsensitiviteit? Op dit soort vragen hoopt Podesta een antwoord te vinden. “Hoogsensitiviteit is geen stoornis waarvoor een behandeling is”, benadrukt de onderzoekster. “Het is een eigenschap, waarmee je kunt leren omgaan. Hopelijk draagt mijn onderzoek bij aan meer kennis en betere begeleiding en hulp aan hoogsensitieve mensen.” Het onderwerp gaat haar aan het hart. “Ik vind het opvallend en storend dat onze maatschappij ingericht lijkt te zijn voor één type mens: de gemiddelde. Er is weinig ruimte voor ‘anders zijn’.” Gedrag dat afwijkt van dat gemiddelde leidt snel tot een diagnose. Maar: een diagnose is niets meer dan een beschrijving van iemands gedrag en zegt weinig over het persoonlijk verhaal en over wat iemand kan helpen in zijn leven. “Er wordt vaak gehandeld naar wat iemand níet kan, terwijl ik ervan uitga dat iedereen kan groeien. Ik hoop op meer begrip. Hopelijk levert het onderzoek handvaten op voor hulp aan mensen die informatie sterker of anders verwerken dan anderen. Door goede ondersteuning en veilige situaties te creëren, kunnen mensen helemaal opbloeien.”
Het onderzoek: wat & hoe Het onderzoek dat Lysandra Podesta uitvoert onder leerlingen van De Ortolaan in Heythuysen en De Korenaer Strausslaan in Eindhoven, bestaat uit twee delen. Leerlingen, ouders en mentoren vulden uit gebreide vragenlijsten in over gedrag. Daarnaast zijn fysieke metingen gedaan met behulp van sensoren (zie de foto’s op deze pagina’s). Leerlingen zagen allerlei foto’s die positieve of negatieve reacties kunnen oproepen en vervolgens zijn fysieke reacties gemeten. Denk aan de hartslag en stressreacties.
Tijdens de analyse van de onderzoeksgegevens kijkt Podesta onder meer naar het verband tussen sensitiviteit en de mate van stress of angst, de uitvoering van executieve functies en gedrag. > In de volgende informatiekrant meer over de onderzoeksresultaten. > Lysandra Podesta voert het onderzoek uit met haar promotor professor doctor Anna Bosman en haar begeleider doctor Maarten Wijnants.
S A ME N BE T E K E NI S V OL L E RE N 0 6 | 7
Kennis en onderzoek
Josien Beckers
‘Onderzoek draagt hopelijk bij aan meer expertise over hoogsensitiviteit’
‘Behoefte aan feiten over onderwijs aan hoogsensitieve leerlingen’ Erkenning. Daarop hoopt docente Josien Beckers van De Ortolaan in Heythuysen. Al langer verdiept zij zich in hoogsensitiviteit. Sommige leerlingen vielen haar op, door hun gevoeligheid voor bepaalde prikkels – proeven, ruiken, voelen, zien –, hun sociale gevoel en oog voor detail. De vraag die Josien steeds meer bezighield: bieden wij wel het juiste antwoord? Hebben deze leerlingen niet ander onderwijs en andere ondersteuning nodig? Zo merkte Josien dat deze groep baat had bij onderwijs dat meer inspeelt op beelddenken. “Deze leerlingen ervaren de onrust van anderen heel sterk”, licht Josien toe. “Zij hebben mede daardoor lang niet altijd aansluiting bij andere leerlingen in het speciaal onderwijs.” Ook komen leerlingen vaak niet eens toe aan onderwijs, doordat zij zo bezig zijn met alle prikkels om hen heen. Hoe sterk haar gevoel en overtuiging ook zijn, toch heeft Josien veel behoefte aan feiten over hoog sensitiviteit. “Het wordt nog vaak gezien als een ‘vaag’ onderwerp”, merkt ze. Meer wetenschappelijke onderbouwing is nodig.”
Marjo Brinkman
Marjo Brinkman coördineert binnen de sector Zuid van Aloysius wetenschappelijk onderzoek. “Deze groep leerlingen verdient meer onderzoek”, vat zij kernachtig samen. “Je wilt wetenschappelijk onderbouwen wat onderwijsprofessionals in de praktijk voelen en zien.” Dat niet alleen: met de uitkomsten wil Aloysius een vertaalslag maken naar de praktijk. Denk aan het ontwikkelen van nieuwe onderwijszorgarrangementen. Wellicht kan de groep hoogsensitieve leerlingen met de juiste ondersteuning zelfs wel in het regulier onderwijs blijven … Kennis en meer onderzoek is op meer terreinen nodig, merkt Brinkman. “Wij willen graag bijdragen aan meer expertiseontwikkeling, juist met die vertaling naar de praktijk. Uiteindelijk hopen wij dat dit onderzoek niet alleen kennis oplevert, maar ook tips voor leerkrachten en docenten. Daarmee kunnen zij beter omgaan met hoogsensitieve leerlingen.” Het zou helemáál mooi zijn als hoogsensitiviteit beter op de kaart wordt gezet door dit onderzoek. De ouders van de leerlingen die deelnemen aan het wetenschappelijk onderzoek zijn in elk geval nu al blij. Zij gaven tijdens een ouderavond aan ook graag meer feiten op tafel te willen krijgen over hoogsensitiviteit.
8 | S A MEN BE T E K E NI S V OL L E REN 0 6
Bestendigingsmonitor
Bestendigingsmonitor: een schat aan informatie voor kwaliteitsverbetering Samen met Amplixs ontwikkelde Aloysius de bestendigingsmonitor Attrack. Die wordt nu voor het tweede schooljaar gebruikt: vervolgscholen en werkgevers vullen via Attrack in hoe het gaat met oud-leerlingen van Aloysius. Dat levert veel bruikbare informatie op om de aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt verder te verbeteren.
Amplixs ontwikkelde bestendigingsmonitor voor het onderwijs
‘Kwaliteit verbeteren? Stel de juiste vragen’
Hayke Everwijn
Amplixs meet voor diverse branches hoe de kwaliteit van organisaties wordt ervaren – en wat beter kan. Bestendigings monitor Attrack past daar perfect bij, vertelt Hayke Everwijn van Amplixs. Daar ontwikkelden een team van it’ers de bestendigingsmonitor.
In die zin kun je méér met de bestendigings monitor dan strikt noodzakelijk is voor de informatie waarom de onderwijsinspecteur vraagt”, vindt Everwijn. “Aloysius heeft zich vanaf het begin de vraag gesteld: wat willen wíj graag weten? En niet alleen gedacht aan wat strikt genomen zou moeten.”
“Bij Aloysius zag je – net als bij andere onderwijsinstellingen – dat scholen allemaal op eigen wijze registreerden waar hun leerlingen bleven.” Dat moest slimmer kunnen. Samen met het Platform Praktijkonderwijs en Aloysius ontwikkelde Amplixs Attrack, dat inmiddels door veel meer onderwijs organisaties wordt gebruikt.
Het resultaat is dat Attrack nu uitgebreide rapportages oplevert waarmee scholen hun kwaliteit kunnen verbeteren. Niet alleen is informatie per leerling beschikbaar, ook kun je in bredere zin iets zeggen over bijvoorbeeld de kwaliteit van je uitstroom adviezen. “Je kunt voor jezelf en voor de inspectie snel verklaren en verantwoorden hoe het zit”, vat Everwijn samen. “Als het met jouw leerlingen in het mbo bijvoorbeeld niet goed gaat omdat ze verdrinken op die grote school, kan het zijn dat je te beschermend bent. Daar kun je iets mee.”
“Als je echt wilt weten hoe het je leerlingen vergaat en hoe jezelf kunt verbeteren, moet je kritische vragen durven stellen. Dat kan met de rapportages die je uit Attrack haalt.
Wat willen we als Aloysius weten?
‘Antwoorden Attrack bruikbaar om onszelf te verbeteren’ “Aan wat moet van de onderwijsinspectie, hebben wij willen toegevoegd”, zegt Diana ter Horst, projectleider bestendigingsmonitor Attrack van Aloysius. Daarom meet Aloysius niet alleen na drie maanden en een jaar hoe het gaat met een oud-leerling, na twee jaar gebeurt dat nogmaals. “Geven wij de goede adviezen voor vervolgkeuzes? Zitten onze leerlingen op niveau? De antwoorden op dit soort vragen zijn voor ons bruikbaar om onszelf te verbeteren.” Na drie maanden vraagt Aloysius via Attrack of de oud-leerling nog steeds op zijn of haar plek zit. “Wij vragen ook of extra hulp of advies nodig is”, vult Ter Horst aan. “Als het niet goed gaat die eerste tijd, kunnen wij ondersteuning bieden.” Na één en twee jaar volgt nog een mail om te toetsen of de oud-leerling nog op niveau zit. De rapportages uit Attrack gaan voorzien van een analyse door de locatiedirecteur naar de sectordirecteur van Aloysius. Zij kunnen daarmee zien of hun
doorstroomadviezen goed zijn. Stromen bijvoorbeeld veel oud-leerlingen op, dan adviseer je als school wellicht te voorzichtig. Andersom ben je mogelijk te ambitieus of kan de voorbereiding op de vervolgstap beter. “Onze scholen krijgen ook ondersteunende rapportages aangeleverd die nodig zijn voor het gesprek met de onderwijsinspectie”, vertelt Ter Horst. “Daarmee kunnen zij de cijfers in het gesprek over doorstroomresultaten beter onderbouwen.” Nu Attrack goed is ingevoerd en scholen en werkgevers er steeds meer aan wennen, onderzoekt Ter Horst meer toepassingsmogelijkheden. Zo worden in de toekomst mogelijk ook jongeren die kortdurende trajecten volgen bij Aloysius gevolgd en ziet zij mogelijkheden om Leerplicht te betrekken. “Hoe eerder je weet dat een leerling bijvoorbeeld thuiszit en niet naar school gaat, hoe eerder je actie kunt ondernemen.”
Diana Ter Horst
S A ME N BE T E K E NI S V OL L E RE N 0 6 | 9
Bestendigingsmonitor
Bruggen Bouwen in Zuid Effectieve doorlopende leerlijnen voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs. Dat is het doel van het Programma Bruggen Bouwen, dat Aloysius de komende jaren uitvoert met een aantal netwerkpartners. Het programma richt zich via diverse projecten op verbetering van de doorstroom naar vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en op examinering en certificering van leerlingen. Doel is vooral meer één taal gaan spreken als voorgezet (speciaal) onderwijs, mbo en arbeidsmarktpartners. Ook in Brabant en Limburg draaien projecten uit het programma Bruggen Bouwen. Een update.
Monique Lucas
Gilde Opleidingen vult bestendigingsmonitor in
‘Basis voor gesprek over betere aansluiting op het mbo’ Monique Lucas is doorstroomcoördinator bij mbo-instelling Gilde Opleidingen. Om ervoor te zorgen dat leerlingen uit het voortgezet onderwijs goed instromen in het mbo én goed uitstromen naar hbo of arbeidsmarkt, zijn doorlopende leerlijnen noodzakelijk. Daar horen bij: een goede overdracht, de juiste informatie over een jongere en onderwijs dat ook inhoudelijk aansluit op de vervolgstap. “Voor een succesvolle start in het mbo is het natuurlijk ook van belang dat een leerling op het juiste niveau en op de juiste opleiding begint”, licht zij toe. Een open deur? Misschien, maar: “er is toch nog een wereld te winnen in de keuzebegeleiding.” Ziedaar ook het nut van de bestendigingsmonitor. Gilde Opleidingen vult van alle leerlingen die via Aloysiusscholen binnenkomen, na drie maanden, een jaar en twee jaar in of zij nog steeds op hun niveau zitten.
Dat levert bruikbare informatie op om de kwaliteit van doorlopende leerlijnen verder te verbeteren, denkt Lucas. “Een goede katalysator om het gesprek samen aan te gaan en de samenwerking tussen voortgezet speciaal onderwijs en mbo verder te verbeteren.” Want om dat gesprek draait het uiteindelijk. “Wat kan het voortgezet speciaal onderwijs doen aan voorbereiding op het mbo en wat kunnen wij wellicht beter doen?”, schetst zij. De monitor is eenvoudig opgezet. Toch is het binnen een grote organisatie als Gilde Opleidingen nog wennen. “Iedereen moet de relevantie inzien van het invullen”, onderstreept Lucas. “En ik zou het mooi vinden om uiteindelijk tot één geïntegreerd systeem te komen in de regio, om leerlingen te blijven volgen vanaf aanmelding bij het mbo. Dan zorgen we voor een sluitend netwerk.”
Bestendigen: waarom? Hoe bestendig is ons onderwijs? Een belangrijke vraag. Voor een betekenisvolle toekomst is een succesvolle start in vervolgonderwijs of baan belangrijk. Om te weten hoe het met onze leerlingen gaat nadat zij school hebben verlaten, kijkt Aloysius na twee jaar of zij functioneren op het uitstroomniveau zoals in hun ontwikkelingsperspectief stond. Zitten leerlingen op de juiste plek? Was de overdracht goed genoeg? Blijven leerlingen op niveau? Sluiten kennis en vaardighe den voldoende aan? Met de analyses uit Attrack kunnen scholen de kwaliteit van hun onderwijs en de aansluiting op vervolgonderwijs of arbeidsmarkt verder verbeteren. www.attrack.nl
Inspectie en samen werkingsverbanden willen ook graag info
De Inspectie van het Onderwijs vraagt scholen om allerhande uitstroomcijfers en –informatie. Zo staan in het huidige inspectiekader bijvoorbeeld risico-indicatoren voor uitstroomniveau, bestemming en bestendiging. Ook samenwerkingsverbanden passend onderwijs willen graag weten hoeveel leerlingen welk type onderwijs volgen en welke resultaten worden geboekt.
Gilde Opleidingen, gemeente Roermond, werkgevers en Aloysius gaan samen voor betere doorstroom Met Europese subsidie voeren Gilde Opleidingen en Aloysius samen een pilotproject uit om de doorstroom naar werk te verbeteren. Door al vroeg in het voortgezet speciaal onderwijs samen met het mbo te kijken naar wat leerlingen nodig hebben voor hun vervolgstap – en ze daarop via maatwerk voor te bereiden – vergroten wij hun kansen op succes. Daarnaast kijken wij samen met werkgevers hoe jongeren die uitstromen naar arbeid al ‘stapelend’ deelcertificaten kunnen halen. Voor validering zorgt het EVC*-centrum van Gilde Opleidingen. Ook gemeente Roermond is partner in dit project omdat dit bijdraagt aan minder voortijdig schoolverlaten van een kwetsbare doelgroep. EVC: eerder verworven competenties: erkenning van competenties en vaardigheden in een certificaat of diploma.
Aanhaken bij Job8 Eindhoven
Leren op de werkplek in Helmond In Helmond draait al langer de Jobfactory. Hier bereiden wij (onder anderen) leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs van De Korenaer voor op hun toekomst op de arbeidsmarkt. Samen met mbo-instelling Ter Aa, samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Helmond/Peelland, gemeente en het regionale bedrijfsleven onder zoeken wij nu de mogelijkheden om kwetsbare jongeren in verschillende modules te laten leren en werken bij bedrijven, om ze zo goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Docenten van deelnemende scholen (onder meer De Korenaer Deurne en De Korenaer Helmond en De Hilt) en het mbo komen dan naar de werkvloer om jongeren te onderwijzen en te begeleiden.
Servicepunt LOB Om loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) beter te stroomlijnen ontwikkelt Aloysius een centraal servicepunt. Eén aanspreekpunt voor stages en leer ervaringsplekken dus. Wel zo handig voor onze netwerkpartners.
Job8 in Eindhoven is een stichting in Eindhoven die zich bezighoudt met re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bruggen Bouwen is aangehaakt, net als het voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en het mbo in Eindhoven. Samen kijken we hoe we expertise kunnen delen en krachten kunnen bundelen om jongeren uit het voortgezet (speciaal) onderwijs goed te laten doorstromen naar werk of vervolgonderwijs – liefst met certificaten.
Cozima: De Korenaer en De Hilt pilotprojecten De Korenaerscholen in Eindhoven, Deurne, Helmond en Stevensbeek en De Hilt in Helmond zijn partners in het Europese project Cozima. Doel is een digitaal portfolio ontwikkelen waarin jongeren hun ervaringscertificaten en ervaringsprofiel kunnen vastleggen. Tien partners uit drie Europese lidstaten doen mee, waaronder dus ook scholen uit sector Zuid van Aloysius. www.cozima.eu
10 | S A ME N BE T E K E NI S V OL L EREN 0 6
Actief Ouderschap
Partnerschap komt kinderen ten goede De wensen- en verwachtingenavond voor ouders en teamleden leverde de Widdonckschool in Weert mooie complimenten op. Ouders zijn heel tevreden over de school. Toch wil het team actief investeren in partnerschap met ouders. “Leerlingen, ouders en school vormen een eenheid, zeker in het speciaal onderwijs”, vindt Peter van Gils. “We kunnen niet zonder elkaar.” Alle reden dus, om als school leerlingen te betrekken bij hun leerproces en ontwikkeling en om ouders op te zoeken. “Wij onderhouden intensief contact met ouders over wat goed en minder goed gaat op school en thuis.” Voor verdere verdieping startte de school met Actief Ouderschap. “We willen komen tot werkelijk partnerschap, omdat dit kinderen ten goede komt. Tijdens een wensen- en verwachtingenavond begin 2016 hebben we veel informatie opgehaald. Met de opbrengsten gaat een partnerschapsteam met daarin ook ouders en mentoren aan de slag.” Wat in elk geval duidelijk werd tijdens de wensen- en verwachtingenavond is dat ouders het contact met elkaar zeer waarderen. “We denken daarom aan thema-avonden en willen onze expertise actiever delen met ouders.” links Anne Odenhamn en rechts Esther Vergunst. Beide moeders bezochten de wensen- en verwachtingenavond op de school van hun kinderen.
‘Goed om open te staan voor wat beter kan’ Anne Odenhamn is een tevreden ouder en voelt zich al partner van de school. Toch staat zij positief ten opzichte van Actief Ouderschap: altijd goed om samen te kijken naar wat beter kan. A.T. zit in de derde van de Widdonckschool. Sinds dit schooljaar volgt hij één les natuur- en scheikunde in het mavo van het reguliere Philips van Horne in Weert. Dat zoiets mogelijk is, vindt Anne heel positief. “Fantastisch dat hij zo is gegroeid dat dit kan. Je wilt de zelfstandigheid van je kind natuurlijk graag bevorderen. Daarin zitten de mentor en ik op één lijn, heel prettig.” Anne vindt het contact met school “heel oké”, maar is niettemin positief over Actief Ouderschap. “Je moet niet stilstaan als school. En tijdens zo’n wensen- en verwachtingenavond komen toch ook altijd verbeterpunten naar boven. Goed dat de school openstaat voor tips.”
Een leuke bijkomstigheid van zo’n avond: je ontmoet andere ouders. “In het speciaal onderwijs waren er koffieochtenden. In het voort gezet sta je toch meer op afstand.” Veel ouders gaven aan wel behoefte te hebben aan meer onderling contact. “Voor mij zou dat vooral informeel mogen zijn”, licht Anne toe, “ik zou het leuk vinden om met andere ouders naar de klas te komen om bijvoorbeeld werkstukken te bekijken die gemaakt zijn bij creatieve vakken of techniek.”
‘Leuk om andere ouders te ontmoeten’ De zoon van Esther Vergunst zit nu in het voortgezet speciaal onderwijs. Mogelijk komt ook haar dochter op school. “Als school en gezin trekken we samen op.”
Esther vindt het contact dat zij met de mentor van haar zoon heeft, prima. “Is er iets, dan weten we elkaar snel te vinden en we zitten op één lijn wat betreft de aanpak op school en thuis.” En dat is prettig. “Het is fijn om het samen over Rick te kunnen hebben: met de visie van hulpverlening erbij ontstaat dan een goed beeld van onze zoon. Hier is Rick Rick en niet zijn diagnose. We kijken samen naar wat hij nodig heeft.” Aan de wensen- en verwachtingenavond hield Esther een goed gevoel over. “Het is alleen al fijn om eens met andere ouders van gedachten te wisselen. Hoe pak-
ken zij dingen aan met hun pubers? Wanneer laten zij hun kind alleen naar school fietsen? Je ziet elkaar niet of nauwelijks. Het is voortgezet onderwijs en de school heeft een regiofunctie: je staat niet meer elke dag op het plein.” Esther bracht zelf in dat ze het goed zou vinden als vanuit school meer uitstapjes georganiseerd zouden worden naar het mbo in de regio. “Waarschijnlijk gaat Rick daarheen. Het lijkt mij goed dat hij daar vast eens kijkt met klasgenoten. Dat is toch weer heel anders dan wanneer je met je ouders naar een open dag gaat.”
S A ME N BE T E K E NI S V OL L E RE N 0 6 | 11
Ondersteuning, scholing en advies
Lily Vinken
Linda Toussaint
Janine Jansen
Pleidooi voor intensief ‘taalbad’ Onderwijs aan vluchtelingenkinderen (nieuwkomers) vraagt om specifieke kennis van Nederlands als tweede taal én om goed kijken naar hun gedrag. Intern begeleiders Lily Vinken en Linda Toussaint werken al jaren met deze doelgroep. Intern begeleiders Lily Vinken (Taalschool De Driepas in Echt) en Linda Toussaint (opvangklassen basisschool Petrus Canisius in Puth) waren als regionale contactpersonen van LOWAN primair onderwijs present op het congres op 11 april in Hilversum. Iedereen die onderwijs geeft aan kinderen van vluchtelingen kon daar workshops volgen.
Zo’n 45 procent van de leerkrachten van vluchtelingkinderen werkt korter dan een jaar in het onderwijs – daarvoor is kennisontwikkeling zéker van belang. Juist voor die groep is het zaak om zich niet alleen te specialiseren in NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), maar ook in het omgaan met kinderen die vaak traumatische gebeurtenissen achter de rug hebben.
Actief Ouderschap “Ouderparticipatie is mooi, maar pas als je als school en ouders volwaardig partners bent, komt dat het kind ten goede.” Dat is de overtuiging van David Kranenburg van Stichting Actief Ouderschap. Begin 2016 leidde hij de Wensen- en verwachtingenavond op de Widdonckschool (voortgezet speciaal onderwijs) in Weert. “Een kind leert beter als je als leraar en school samenwerkt met ouders. De invloed van ouders op leren is enorm”, constateert David Kranenburg. Juist daarom organiseert hij - nadat samen met het team in kaart is gebracht wat nu de stand van zaken is rondom ouderbetrokkenheid - een zogenoemde wensen- en verwachtingenavond. Mét het team uiteraard. “Géén informatieavond om te zenden”, benadrukt hij, “maar een moment om van ouders te horen wat hún ideeën nu eigenlijk zijn over partnerschap met de school. Onderwijsprofessionals hebben het meeste verstand van onderwijs, maar ouders hebben het meeste verstand van hun kind. Dat kan elkaar aanvullen.”
Stichting Actief Ouderschap onderscheidt vijf partnerschappen om de betrokkenheid te vergroten: formeel partnerschap (samen staan voor het schoolbeleid), informeel partnerschap (samen staan voor de schoolactiviteiten), pedagogisch partnerschap (samen staan voor het welzijn van het kind), didactisch partnerschap (samen staan voor het leren van het kind) en maatschappelijk partnerschap (samen staan voor de plek van het/je kind in de maatschappij).
www.actiefouderschap.nl facebook.com/ActiefOuderschap twitter.com/ActiefOuder
NT2 blijft nodig Op De Driepas komen leerlingen uit het naastgelegen asielzoekerscentrum. Ook kinderen uit gezinnen met een verblijfsstatus en kinderen die zijn doorgestroomd naar het regulier onderwijs horen tot de doelgroep. Dat laatste is bijzonder. “Dankzij de gemeente Echt-Susteren en ons bestuur Kindante draaien we hier een pilot om in een schakelklas NT2 te kunnen blijven geven aan kinderen in het regulier onderwijs”, vertelt Lily Vinken. Want wat bleek? Eenmaal op de ‘gewone’ basisschool verdween sommige kennis. Ineens spraken kinderen zonder lidwoorden. Een intensief en gespecialiseerd taalaanbod blijft dus nodig. “Taal is de sleutel tot succes.” Expertise opbouwen Zo’n twintig kilometer zuidelijker, werkt Linda Toussaint op de basisschool in Puth. Deze reguliere basisschool heeft opvangklassen voor kinderen uit de regio en asielzoekerscentrum Moorheide. ‘Probleemgedrag’? Nee: dat ziet Linda niet of nauwelijks, net als haar collega uit Echt. Wel zijn kinderen soms getraumatiseerd. “Wij bieden veiligheid, veel structuur en duidelijkheid”, vertelt Linda. En natuurlijk NT2-onderwijs. En dat is een vak apart. De zogenaamde experts duiken nu overal op,
waarschuwen de intern begeleiders, dus weet met wie je in zee gaat. “In het zuiden van het land biedt Fontys Hogescholen nu gelukkig een goede NT2-opleiding aan”, meldt Lily Vinken. Kennis delen Lily Vinken en Linda Toussaint zijn regionale contactpersonen van LOWAN – de organisatie die scholen ondersteunt bij het geven van nieuwkomersonderwijs. Allebei beantwoorden zij regelmatig hulpvragen uit de regio Limburg en Brabant. Ook ontvangen de intern begeleiders regelmatig teams om te vertellen over hun specifieke aanpak. Onlangs kwamen ook burgemeester, wethouders en ambtenaren uit Echt op bezoek bij de Driepas. Zij waren onder de indruk. “Onderwijs aan nieuwkomers doe je er niet ‘even’ bij in een klas op de reguliere basisschool”, benadrukt Lily. Gelukkig gaat dat besef bij samenwerkingsverbanden passend onderwijs in de regio steeds meer leven. Wat moet je in huis hebben? “Flexibiliteit, NT2 kennis, pedagogische vaardigheid en zonder methode durven werken”, somt Lily op. “Je moet een duizendpoot zijn”, vult Linda aan. “En wat je zeker nodig hebt is passie voor deze doelgroep.”
Aanbod ondersteuningsdiensten: kijk goed naar kinderen
Lesgeven aan ontwrichte kinderen LOWAN ondersteunt de scholen die het eerste opvangonderwijs aan nieuwkomers verzorgen. Voor teamleden uit primair en voortgezet onderwijs organiseert LOWAN studiedagen en bijeenkomsten, waar zij kennis en ervaringen kunnen delen. Op 11 april vond ook een studiedag plaats voor onderwijsprofessionals die (gaan) werken met vluchtelingenkinderen. Ondersteuningsdiensten Gedragpunt en Triade verzorgden er een workshop voor leerkrachten over kijken naar en omgaan met nieuwkomerskinderen. Janine Jansen van Triade: Vluchteling kinderen hebben vaak veel meegemaakt en zijn soms getraumatiseerd. Zo’n trauma kan zich ook pas na langere tijd openbaren. Des te belangrijker is het om goed te kijken naar gedrag van kinderen.”
De ondersteuningsdiensten ontwikkelden een aanbod voor leerkrachten die vluchtelingenkinderen in de klas krijgen. Naast een algemene introductietraining, zijn er ook modules over omgaan met ontwrichte kinderen in het onderwijs, goed gedrag aan leren en het opstellen van een klassenplan. Ook individuele begeleiding is mogelijk. > Meer informatie: www.triade-aloysiusstichting.nl. De presentatie die Aloysius gaf op 11 april is ook op site van LOWAN primair onderwijs te vinden.
Tip!
www.tell-me.nl is een informatieve website voor en over kinderen in asielzoekerscentra.
12 | S A MEN BE T E K E NI S V OL L EREN 0 6
Aloysius Muziek Programma
Muziek! In 2016 bestaat Aloysius 125 jaar. Dat vieren we onder meer met het Aloysius Muziek Programma. Leerlingen van De Korenaer Strausslaan in Eindhoven maakten onlangs hun eigen cd. Bas, Tom en Rowan vormen samen een echte band, dankzij het Aloysius Muziek Programma. Met hun klasgenoten volgden zij een aantal muziek- en danceworkshops, ontwierpen een eigen cd-hoesje, maakten een rap en videoclip en namen hun eigen cd op. Ook gingen de leerlingen op excursie naar Dynamo Academy in Eindhoven, waar jongeren een leerwerktraject kunnen volgen om hun creatieve talent te ontdekken in onder meer muziek, dans en podiumen lichttechniek. Ouders werden uitgenodigd voor de talentenmarkt waar zij de muzikale jongeren konden zien en horen. > Bekijk de clip en luister naar de cd via www.korenaerstrausslaan.nl!
Rowan: “Leuk dat we nu ook onder lestijd met muziek bezig konden zijn. Ik heb altijd veel alleen gespeeld, dus in een bandje muziek maken is even wennen, je moet leren afstemmen op elkaar. Heel leuk om eens met iets anders bezig te zijn op school en advies te krijgen van een professional. Ik ben pas vier jaar aan het drummen en wil er graag mee door.”
Bas: “Zitten, spelen en nergens aan denken. Via muziek kan ik me uiten. Ik speel piano en keyboard en speel al heel lang. Voor de cd-opnames sta ik wel stijf van de zenuwen, maar we hebben goed geoefend de laatste weken. Ik ben heel blij met dit programma. De band op de muziekschool is heel schools, ik speel liever op gevoel en doe mijn eigen ding. Dat kan hier.”
Tom: “We gaan nu een ruimte regelen binnen of buiten de school, zodat we door kunnen met onze band. Muziek is voor mij een uitlaatklep. In een band leren spelen was best moeilijk: je moet met elkaars ritme meespelen. We kregen daar tips voor: je moet echt samenwerken anders ga je uit de maat.”
‘Muziek maakt trots’ Docente Danique Nijdam is zelf gek op muziek. Het was haar al langer een doorn in het oog dat muziek in het voortgezet speciaal onderwijs zo weinig aan bod komt, dus zij is blij met het muziekprogramma. “Supervet!”, reageert ze enthousiast. “De aanpak lijkt heel vrij, maar stiekem heeft iedere leerling een eigen taak en ze zijn er enthousiast mee bezig. Je ziet leerlingen die anders nauwelijks durven, nu op de voorgrond treden. Een jongen die niet durft voor te lezen, staat nu te rappen voor de klas. Jongeren kunnen zich via muziek op een andere manier laten zien en dat maakt ze trots.” Muziekdocent Bas Barnasconi begeleidde vanuit bureau ArtMARK de jongeren. Het programma is zo opgezet dat divers talent aan bod komt. “In relatief korte tijd zien leerlingen succes. En het leuke is: ook docenten doen mee. Ook zij vinden het vaak best eng om te zingen of een instrument te bespelen en dat voelen leerlingen ook. Als zij het dan toch doen, stimuleert dat jongeren.”
aloysiusmuziekprogramma.nl
Danique houdt het enthousiasme graag vast en onderzoekt nu de mogelijkheden voor een schoolbandje en een oefenruimte in de school. “Juist voor onze leerlingen kan het heel goed zijn om even op het drumstel te kunnen slaan als er energie of frustratie uit moet. En daarnaast is muziek een prima manier om talent te laten zien.” > In de volgende editie van deze informatiekrant een reportage van De Rungraaf in Eindhoven: ook daar staat muziek centraal.
Colofon
Uitgave Aloysius Stichting Sector Zuid Samenstelling en inhoud Jac Verstegen, Peter Zegers Eindredactie Ed Polderman, Lieke Verstegen Concept en tekst Anne-Marie Veldkamp Fotografie Maartje van Berkel Ontwerp en vormgeving Budelinc Druk Drukkerij Kempers www.aloysiuszuid.nl